Bachelor thesis Persuasieve Communicatie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Bachelor thesis Persuasieve Communicatie"

Transcriptie

1 Bachelor thesis Persuasieve Communicatie APP YOU GO! Een onderzoek naar de invloed van mobiele applicaties (apps) op de zelfeffectiviteit en de motivatie om te gaan en blijven sporten en bewegen. Naam: Mattie van Steensel Studentnummer: Universiteit: UvA Vak: Persuasieve communicatie Docente: L. Salome Datum: 10/06/2014 Aantal woorden: 7534

2 Inhoudsopgave Samenvatting 3 1. Inleiding 4 2. Theoretisch kader Type boodschap Type endorser Interactie type boodschap en type endorser Methode Steekproef Experimenteel design Stimulus Pretest Procedure Meetinstrument Analyseplan Resultaten Beschrijving sample Manipulatiecheck Hypothesetoetsing Conclusie en discussie Literatuurlijst Bijlagen 27 A: Stimulus 27 B: Vragenlijst 31 2

3 Samenvatting In een online experiment, uitgevoerd onder 134 Nederlanders, is onderzocht wat de invloed is van het type app op zelfeffectiviteit en sportmotivatie. Het doel van het onderzoek was om inzicht te generen in het stimuleren van sport en bewegen via mobiele apps. Het type app maakte onderscheid in het type boodschap, informatief of persuasief, en het type endorser, bekend of onbekend persoon. Uit de resultaten kwam naar voren dat uitsluitend het type boodschap invloed uitoefende op zelfeffectiviteit en vervolgens op sportmotivatie. Het type endorser bleek geen significante invloed uit te oefenen op zelfeffectiviteit en sportmotivatie, evenals de interactie tussen type boodschap en type endorser. Dit onderzoek heeft een eerste stap gezet in een onderzoeksgebied dat nog weinig is onderzocht. Verder biedt het onderzoek mogelijkheden voor vervolgonderzoek. 3

4 1. Inleiding De laatste jaren is het aantal mensen met overgewicht in Nederland gestegen (Juso, 2013). Dit probleem van overgewicht begint al bij jonge kinderen. In 2012 kampte vijftien procent van de jongeren tussen de twee en vijfentwintig jaar al met overgewicht (Van Kampen, 2013). Eén van de oorzaken van overgewicht onder Nederlanders is het gebrek aan fysieke beweging. Het grootste deel van de mensen in Nederland (92 procent) weet dat een halfuur lichaamsbeweging per dag nodig is voor een goede gezondheid, maar uiteindelijk is het percentage mensen dat voldoende beweegt lager (Rijksinstituut voor Volksgezondheid, n.d.). De voornaamste reden die hiervoor genoemd wordt is geen tijd (Seefeldt, Malina & Clark, 2002). Het is relevant om te onderzoeken hoe sport en bewegen gestimuleerd kan worden, omdat de gevolgen van overgewicht en obesitas groot kunnen zijn (Klink, Rosenmöller & Polder, 2008). Er vinden geregeld interventies plaats om gezond gedrag te stimuleren, zowel via de directe omgeving (Ferreira, Van der Horst, Wendel Vos, Kremers, Van Lenthe & Brug, 2007) als via de media (Hack, Wagemaker & Zwart, 2009). In het onderzoek van Hack, Wagemaker en Zwart (2009) komt naar voren dat verschillende landelijke projecten reeds zijn opgestart om sport en bewegen te stimuleren. Zo zijn er verschillende verenigingen opgericht, worden er landelijke campagnes gehouden, bijvoorbeeld 30minutenbewegen, en worden websites en communities opgericht om vanuit die mogelijkheid mensen te bereiken. Uit het onderzoek blijkt dat Nederland geregeld aandacht schenkt aan een gezondere samenleving met behulp van verschillende massamedia kanalen. Echter, onderzoek naar het stimuleren van sporten en bewegen via mobiele applicaties (apps) is nog schaars. Er is reeds onderzoek voor handen waarin wordt aangegeven dat bedrijven een noodzaak zien in het maken van mobiele apps die sport en bewegen stimuleren (Gil-Castiñeira et al., 2011), met als gevolg de ontwikkeling van een groot aantal sport-apps (Van der Zwaag, 2012; Gartner, 2013; Rekers, 2014). Echter, deze literatuur mist nog de koppeling naar de uiteindelijke invloed en het resultaat van deze sportapps. Sportstimulatie via mobiele apps is daarbij interessant om te onderzoeken, omdat mobiele apps voor individueel gebruik zijn en de andere reeds benoemde kanalen voor het massapubliek. Wellicht heeft het stimuleren van het individu via mobiele apps een grotere invloed op sportmotivatie dan het stimuleren van het massapubliek, dat vooralsnog niet optimaal blijkt te werken. In dit onderzoek zullen verschillende functies binnen een sport-app met elkaar worden vergeleken om te testen welke functionaliteiten van de app het beste werken om mensen te motiveren om meer te gaan sporten en bewegen. Verder dient naast de functies van de app ook 4

5 gekeken te worden naar factoren die een rol spelen in de motivatie van mensen om uiteindelijk te gaan bewegen. Uit voorgaand onderzoek komt naar voren dat zelfeffectiviteit, het geloof in eigen kunnen, invloed heeft op de motivatie en actie die een persoon onderneemt (Bandura, 1977; Chase, 2001; Feltz, Chow & Hepler, 2008). Daarom wordt zelfeffectiviteit in dit onderzoek gebruikt als schakel tussen de invloed van het type app op de sportmotivatie. Bij het type app wordt er zowel gekeken naar het wel of niet toevoegen van een bekend persoon (celebrity endorser) als de manier waarop de boodschap wordt overgebracht. Er is gekozen voor het gebruik van een celebrity endorser in de app, omdat deze methode ook vaak succesvol werkt in massamediale marketing. Consumenten worden zich meer bewust van de reclamecampagne en het merk (Charbonneau & Garland, 2005). Deze bewustwording door middel van een celebrity endorser zou in een sport-app wellicht ook sterker worden. Mensen zijn dan meer bewust bezig met sporten en bewegen. Verder wordt verwacht dat twee verschillende manieren van het overbrengen van een boodschap, persuasief of informatief, een ander effect zal geven. Dit naar aanleiding van onderzoek van Yoo en MacInnis (2005) naar het effect van verschillende frames, het emotionele en informationele frame. Hierbij worden mensen op verschillende manieren overtuigd en gestimuleerd. Aangenomen wordt daarom dat mensen zich door een persuasieve boodschap anders aangetrokken voelen dan een informatieve boodschap. Aan de hand hiervan is de volgende hoofdvraag opgesteld: In hoeverre heeft het type app, waarin onderscheid wordt gemaakt tussen type boodschap en type endorser, invloed op de zelfeffectiviteit en in hoeverre leidt dit tot een hogere sportmotivatie? Het doel van het onderzoek is om inzicht te verkrijgen in hoe mensen beter gestimuleerd kunnen worden door mobiele apps om meer te gaan sporten en bewegen. Aan de hand van reeds bestaande literatuur en een online experiment wordt gekeken welk type app het meest effectief is. 2. Theoretisch kader In dit onderzoek wordt onderzocht of en op welke manier het gebruik van mobiele apps invloed heeft op de zelfeffectiviteit van personen en of dat vervolgens leidt tot een hogere sportmotivatie. Zoals eerder benoemd is het stimuleren van sport en bewegen via mobiele apps 5

6 nog een relatief onbekend onderzoeksgebied. Echter bestaan er reeds verschillende onderzoeken en theorieën die sturing kunnen geven aan het huidige onderzoek. 2.1 Type boodschap In dit onderzoek zijn verschillende typen sport-apps gebruikt. Deze apps onderscheiden zich in het type boodschap en het type endorser. Het type boodschap is onderverdeeld in een informatieve en een persuasieve boodschap. Voor deze twee boodschappen is gekozen, omdat ze overeenkwamen met twee frames die al eerder benoemd zijn, een emotioneel en een informationeel frame. Ze worden regelmatig gebruikt in de marketing om mensen te overtuigen en stimuleren (Yoo & MacInnis, 2005; De Pelsmacker, Geuens & Van de Bergh, 2010). Een emotioneel frame speelt in op de emotie van personen (De Pelsmacker, Geuens & Van de Bergh, 2010). Hierbij probeert iemand een ander persoon verbaal en/of non-verbaal te overtuigen door in te spelen op zijn/haar stemming/gevoel. Een informationeel frame richt zich op het denken van personen. Hierbij probeert iemand een andere persoon te overtuigen door feiten en informatie te gebruiken. Deze verschillende frames hebben een ander effect op personen (Yoo & MacInnis, 2005). Het huidige onderzoek richt zich op het stimuleren van mensen om meer te gaan sporten en bewegen en daarbij is het dus belangrijk om een onderscheid te maken in twee verschillende soorten boodschappen. In dit onderzoek behelst een informatieve boodschap een boodschap waarin iemand informatie geeft over de huidige status/feiten ( Je hebt 200 calorieën verbrand ) en een persuasieve boodschap een boodschap waarin iemand een ander persoon overtuigt, aanmoedigt en motiveert ( Nog even doorzetten! ). Om te onderzoeken welke boodschap een sterkere invloed heeft op zelfeffectiviteit en vervolgens op de sportmotivatie wordt allereerst de Self-efficacy Theory van Bandura (1977a) gebruikt. Deze theorie geeft aan dat er vier factoren zijn die invloed uitoefenen op zelfeffectiviteit, waarna zelfeffectiviteit vervolgens invloed heeft op motivatie en fysieke activiteit. Het concept zelfeffectiviteit wordt gedefinieerd als het geloof dat iemand heeft om zijn/haar taken succesvol uit te voeren en daarmee een bepaalde uitkomst te behalen (Bandura, 1977a; Feltz & Lirgg, 2001). Met andere woorden, zelfeffectiviteit is het geloof in iemands eigen kunnen. Het concept motivatie wordt gedefinieerd als de drijfveer van een individu om een activiteit te ondernemen. Wanneer een individu door middel van interne en/of externe factoren een activiteit onderneemt, wordt ervan uit gegaan dat hij/zij daar motivatie voor heeft (Vallerand, 2004). Volgens de Self-efficacy Theory hebben de factoren voorheen behaalde prestaties, plaatsvervangende ervaring (leren door observatie), verbale overtuiging (aanmoediging) en 6

7 emotionele opwinding een positieve invloed op de zelfeffectiviteit van personen. Met betrekking tot het type boodschap is het interessant om te weten dat verbale overtuiging één van de factoren is die invloed heeft op zelfeffectiviteit. Met verbale overtuiging wordt het aanmoedigen van een persoon door middel van zijn/haar ouders en coach bedoeld. Naar aanleiding van deze theorie kan worden verwacht dat wanneer een persoon wordt aangemoedigd door anderen zijn/haar zelfeffectiviteit stijgt, waarna ook de motivatie en de fysieke activiteit zullen stijgen. Jackson (2002) bevestigt dit in zijn onderzoek. Uit zijn resultaten bleek dat studenten sterker academisch gemotiveerd waren en beter presteerden op psychologietoetsen wanneer de leraar gebruik maakte van effectiviteit versterkende communicatie in de dan wanneer de leraar gebruik maakte van neutrale communicatie in de . Effectiviteit versterkende communicatie bestond zowel uit het benoemen van voorheen behaalde prestaties van de student als uit verbale overtuiging. Dit onderzoek laat zien dat zowel voorheen behaalde prestaties als verbale overtuiging positieve invloed hebben op zelfeffectiviteit, en vervolgens op de academische motivatie en prestatie van studenten. Wellicht dat dit effect ook voorkomt in andere contexten, zoals in de sport. In het onderzoek van McAuley (1993) wordt de link gelegd met sport. Zelfeffectiviteit bleek de schakel tussen een aanmoedigende boodschap en de motivatie om te gaan sporten. Er kwam naar voren dat participanten informatie nodig hadden die hun zelfeffectiviteit een boost zou geven. Aanmoedigende informatie werkte hierbij positief op zelfeffectiviteit, waarna de participanten het gevoel hadden uitdagingen aan te kunnen en hindernissen uit de weg te gaan. Zij kregen een grotere interesse in de activiteit en zo ook meer motivatie om deze activiteit te ondernemen dan wanneer ze geen aanmoedigende informatie ontvingen. Dit kwam tevens naar voren in eerder onderzoek van Bandura en Schunk (1981). Bovengenoemde leidt tot de veronderstelling dat het bij het sporten met een sport-app ook zo werkt. Een app met een persuasieve/aanmoedigende boodschap heeft dan een sterker effect op de zelfeffectiviteit dan een app met een informatieve boodschap, wat uiteindelijk leidt tot een hogere sportmotivatie. Daarom is de volgende hypothese opgesteld: H1: Een persuasieve boodschap heeft een positievere invloed op zelfeffectiviteit dan een informatieve boodschap. Een hogere zelfeffectiviteit leidt tot een hogere sportmotivatie. 2.2 Type endorser Tevens wordt er in het huidige onderzoek onderscheid gemaakt in het type endorser. Het type endorser is onderverdeeld in een bekend persoon (celebrity endorser) en een onbekend persoon 7

8 (endorser). Een bekend persoon is een individu dat publiekelijk erkend wordt en deze erkenning gebruikt om consumentenproducten of diensten aan te bevelen (McCracken, 1989). Een onbekend persoon is een individu dat niet publiekelijk erkend wordt. Er is gekozen voor het inzetten van celebrity endorsers, omdat deze manier in de massamediale marketing ook veel aandacht trekt. Reclamemakers denken dat de boodschap van de reclame beter overkomt als een celebrity endorser iets zegt over het product of merk dan wanneer het merk dit zelf zegt (Charbonneau & Garland, 2005). Deze manier om een boodschap over te brengen wordt nog weinig toegepast op sport-apps, maar zou naar aanleiding van het succes van de massamediale marketing ook een positieve uitwerking kunnen hebben op de motivatie van de persoon die een sport-app gebruikt. Om het effect van verschillende type endorsers in apps op zelfeffectiviteit en sportmotivatie te onderzoeken is gebruik gemaakt van reeds bestaande literatuur omtrent celebrity endorsement. In verschillende onderzoeken komt naar voren dat celebrity endorsers belangrijke sociale schakels zijn in de motivatie en het uiteindelijke gedrag van personen. Dit bleek bijvoorbeeld uit het onderzoek van Dix, Phau en Pougnet (2010). Zij onderzochten de invloed van sportatleten op de motivatie en het uiteindelijke gedrag van jongvolwassenen en kwamen tot de conclusie dat wanneer mensen zich aangetrokken voelen tot bekende personen, zij sneller gemotiveerd zijn om het gedrag van de bekende persoon over te nemen dan wanneer er geen bekend persoon aanwezig is. Dit kwam ook naar voren in het onderzoek van Brown, Basil en Bocarnea (2003). Hierin werd aangetoond dat een sportatleet een gezonde houding en interesse kon opwekken bij toeschouwers wanneer de toeschouwers zich betrokken voelden bij de sportatleet. Er hoefde dus geen interesse in sporten en bewegen te zijn, maar deze interesse voor sport en bewegen ontstond doordat toeschouwers zich betrokken voelden bij de sportatleet. Deze betrokkenheid kan ook worden uitgelegd aan de hand van de Social Learning Theory van Bandura (1977b). Deze theorie beschrijft hoe mensen door observatie van andere personen betrokken kunnen raken tot en gemotiveerd worden door deze persoon. Er is sprake van modeling wanneer het gedrag van de desbetreffende persoon wordt overgenomen. Deze persoon dient dan als voorbeeld/rolmodel. Er wordt hierbij verwacht dat een bekend persoon, door zijn/haar expertise en prestaties, eerder fungeert als rolmodel dan een onbekend persoon en daarmee een positievere invloed uitoefent op het gedrag van mensen dan een onbekend persoon. De benoemde literatuur en theorie is bruikbaar voor het huidige onderzoek, omdat wordt aangeven dat celebrity endorsers een positieve invloed kunnen uitoefenen op de motivatie en het gedrag van personen. In het huidige onderzoek probeert de persoon in de app een bepaald gedrag over 8

9 te brengen en daarmee mensen in te laten zien dat sporten haalbaar is. Naar verwachting zal een bekend persoon dit gedrag beter kunnen overbrengen. Om zelfeffectiviteit mee te nemen in het effect van type endorser op sportmotivatie, wordt allereerst gebruik gemaakt van relevante literatuur uit de politieke context. In het onderzoek van Austin, Vord, Pinkleton en Epstein (2008) kwam naar voren dat politieke campagnes met celebrity endorsers een positievere invloed hadden op de zelfeffectiviteit van studenten en vervolgens op hun motivatie om politiek betrokken te zijn, dan campagnes zonder celebrity endorsers. De politieke campagnes met celebrity endorsers zorgden ervoor dat studenten meer bewust werden van het feit dat zij ook iets te zeggen hebben in de politiek. Dit onderzoek is relevant voor huidig onderzoek, omdat hierin wordt aangegeven dat celebrity endorsers de zelfeffectiviteit en vervolgens de motivatie van personen kunnen beïnvloeden. Celebrity endorsers kunnen volgens dit onderzoek een bepaalde bewustwording bij personen opwekken waarna deze personen hun motivatie daarop aanpassen. Aangezien dit effect in de politieke context optreedt, zou verwacht kunnen worden dat dit effect ook optreedt in de sport context. Het onderzoek van Cheung en Yue (2003) vult hierbij aan dat een bekend persoon zorgt voor een stijging en langdurig behoud van de zelfeffectiviteit van personen, waarna hun motivatie om het gedrag van de bekende persoon over te nemen wordt versterkt. Dit is relevant voor huidig onderzoek, omdat dit onderzoek allereerst aangeeft dat er een effect is van type endorser op zelfeffectiviteit en vervolgens op motivatie en daarbij geeft dit onderzoek aan dat het effect voor lange termijn gedragsverandering zorgt. Met de app wordt geprobeerd mensen te stimuleren om meer te gaan sporten. Aan de hand van dit onderzoek kan verwacht worden dat door het gebruik van bekende personen in apps mensen meer gemotiveerd worden om te sporten en het langer volhouden dan wanneer gebruik wordt gemaakt van onbekende personen. Naar aanleiding van de voorgaande onderzoeken wordt aangenomen dat een bekend persoon een grotere invloed heeft op de zelfeffectiviteit en sportmotivatie dan een onbekend persoon, vanwege de rolmodelfunctie van de bekende persoon, de daarbij horende expertise en het feit dat er in een andere context eenzelfde effect is gevonden. Door het gebruik van bekende personen wordt tevens verwacht dat personen langduriger gemotiveerd worden. Hieruit kan de volgende hypothese worden opgesteld: H2: Een bekend persoon in de app heeft een positievere invloed op zelfeffectiviteit dan een onbekend persoon in de app. Een hogere zelfeffectiviteit leidt tot een hogere sportmotivatie. 9

10 2.3 Interactie type boodschap en type endorser In het huidige onderzoek worden de variabelen type boodschap en type endorser samen in de app getoond. De app bevat namelijk of een bekend persoon of een onbekend persoon die een persuasieve of een informatieve boodschap geeft. Het is dus interessant om te onderzoeken of een bepaalde samenstelling van deze variabelen de sterkste invloed heeft op de zelfeffectiviteit en sportmotivatie van personen. In het onderzoek van Feltz en Lirgg (2001) komt naar voren dat een persuasieve boodschap in combinatie met een endorser die expertise heeft en geloofwaardig, betrouwbaar en prestigieus is, de grootste invloed heeft op de zelfeffectiviteit en vervolgens op de motivatie om actie te ondernemen. Er wordt verwacht dat een bekend persoon meer prestige en expertise heeft, waardoor hij/zij geloofwaardiger overkomt in de app dan een onbekend persoon. Volgens het onderzoek van Vargas-Tonsing, Myers en Feltz (2004) zijn er verschillende coachstrategieën die het meest effectief zijn om zelfeffectiviteit van een persoon te verhogen waarna zijn/haar motivatie ook stijgt. Twee daarvan zijn het zelfverzekerd overkomen en de aanmoediging door positieve boodschappen. Coachen met een zelfverzekerde uitstraling en positief aanmoedigende boodschappen helpt dus om de zelfeffectiviteit van personen te verhogen, waarna zij meer gemotiveerd raken om door te gaan. Aanvullend geven Côté en Gilbert (2009) aan dat een coach met expertise, iemand die veel ervaring heeft en hoge resultaten heeft neergezet, de meeste invloed uitoefent op zelfeffectiviteit en vervolgens op motivatie. Ook hier blijkt expertise een belangrijke factor in de stimulatie van personen. In het huidige onderzoek beschikt de bekende persoon over expertise, omdat hij veel ervaring heeft op het gebied van sporten en daarin ook grote prestaties heeft neergezet. Mensen die de app gebruiken zullen deze persoon, volgens de voorgaande onderzoeken, dus eerder beschouwen als expert dan een persoon die ze niet kennen. Zoals eerder benoemd blijkt de combinatie van een persuasieve boodschap, het overtuigen dat een product goed is, en een bekend persoon succesvol in de marketing om mensen hun houding ten opzichte van een merk of product te beïnvloeden en/of hen aan te zetten tot gedrag (Charbonneau & Garland, 2005). Zo geven Choi en Rifon (2007) ook aan dat adverteerders goed weten dat het inzetten van een bekend persoon in een reclame, waarin een persuasieve boodschap moet worden overgebracht, een positiever resultaat oplevert dan als dat door een anoniem persoon gebeurt. 10

11 Door voorgaande literatuur wordt verwacht dat deze combinatie van een persuasieve boodschap met een bekend persoon de meeste positieve invloed heeft op de zelfeffectiviteit en vervolgens op sportmotivatie. Naar aanleiding hiervan is de volgende hypothese opgesteld: H3: Een bekend persoon met een persuasieve boodschap heeft de sterkste positieve invloed op zelfeffectiviteit en leidt tot de hoogste sportmotivatie. 3. Methode In het huidige onderzoek is gebruik gemaakt van een experiment met een online vragenlijst. Er is gekozen voor een experiment om de causaliteit tussen de onafhankelijke variabelen en de afhankelijke variabelen te meten. Met een experiment kan een causaal verband aangetoond worden, omdat de onderzoekssituatie speciaal voor het experiment is opgezet en dus invloeden van buitenaf onder controle kan houden. Daarnaast is gekozen voor een online vragenlijst, omdat hiermee in korte tijd een groot aantal proefpersonen deel kunnen nemen aan het experiment (Boeije, t Hart, & Hox, 2009). 3.1 Steekproef In totaal hebben 134 proefpersonen deelgenomen aan het onderzoek (62 mannen en 72 vrouwen). De proefpersonen zijn, vanwege een relatief korte onderzoeksperiode, met een gemakkelijkheidsteekproef geworven via Facebook of via . De leeftijd van de proefpersonen varieerde van zestien tot en met zestig jaar met een gemiddelde van 26,7 jaar (SD = 9,97). 11

12 3.2 Experimenteel design Het experiment bevatte een 2 (type boodschap: persuasief vs. informatief) x 2 (type endorser: bekend vs. onbekend) tussenproefpersonen design. Het design is schematisch weergegeven in figuur 3.2. De proefpersonen werden ieder random tot één van de vier condities toegewezen. Na de experimentele blootstelling werden de proefpersonen onderworpen aan een nameting (vragenlijst) om het effect van de stimuli te meten op de afhankelijke variabele sportmotivatie. Ook werd gemeten of het verband tussen het type app en sportmotivatie verklaard kon worden door de variabele zelfeffectiviteit. 3.3 Stimulusmateriaal De manipulatie in het huidige onderzoek betrof een scenario met screenshots van een hardloopapp en bijbehorend geluidsfragment. Er is gekozen voor hardloop-apps, omdat hardlopen een laagdrempelige manier van bewegen is. Het kost weinig tijd en geld. Het scenario bootste een verhaal na van iemand die gaat hardlopen en daarbij gebruik maakt van de fictieve hardloop app Run Now. Dit scenario met screenshots is terug te vinden in bijlage A. De screenshots gaven informatie over de eigen inspanning van deze persoon. Het eerste screenshot is de voorpagina van de app. Het tweede screenshot geeft de persoon die de app vertegenwoordigt (onbekend of bekend) weer met daarbij de tijd van het hardlopen, de afstand die is afgelegd en de calorieën die zijn verbrand. Op het derde screenshot is de route die is afgelegd te zien. Het laatste screenshot laat het resultaat zien van de hardloopsessie. Verder hoort de proefpersoon tijdens de blootstelling aan de hardloop app een geluidsfragment (informatief of persuasief). Type boodschap De onafhankelijke variabele type boodschap bevatte twee levels, een persuasieve en een informatieve boodschap. In de conditie met een persuasieve boodschap kreeg de proefpersoon een persuasief geladen geluidsfragment te horen tijdens de blootstelling aan de fictieve hardloop-app Run Now. In het geluidsfragment moedigt iemand een ander persoon aan door 12

13 middel van het roepen van teksten. Teksten die deze persoon roept zijn bijvoorbeeld: Kom op, je kan het, nog 2 kilometer! en Nog even doorzetten!. In de conditie met een informatieve boodschap kreeg de proefpersoon een informatief geladen geluidsfragment te horen tijdens de blootstelling aan de fictieve hardloop app Run Now. In dit geluidsfragment informeert iemand een ander persoon over zijn/haar inspanning. Teksten die deze persoon zegt zijn bijvoorbeeld: Je bent nu op de helft van je work-out en Je hebt 200 calorieën verbrand. Type endorser De onafhankelijke variabele type endorser bevatte eveneens twee levels, een bekend en een onbekend persoon. In de ene conditie werd gebruik gemaakt van een bekend persoon, namelijk Usain Bolt, Olympisch kampioen sprinten. Usain Bolt is gekozen, omdat hij het beste bleek te passen in de hardloop-app. Dit is uit de pretest naar voren gekomen. In de andere conditie werd gebruik gemaakt van een onbekend persoon, Brian. Deze man diende door geen van de proefpersonen als bekend te worden beschouwd. Verder is deze man getint, om de factor huidskleur in dit experiment onder controle te houden. 3.4 Pretest Er zijn verschillende pretests gedaan voorafgaand aan het experiment. Allereerst is een pretest gedaan onder zestien deelnemers (N=16) om te testen welke endorsers het beste in de hardloop-app zouden passen. De proefpersonen mochten op een vijf-punts Likertschaal (geheel onbekend (1) tot geheel bekend (5)) aangeven in hoeverre zij Sven Kramer, Usain Bolt en andere personen beschouwden als bekend persoon. Hieruit bleek dat Sven Kramer als meest bekend werd gezien, gevolgd door Arjen Robben, Ireen Wust en Usain Bolt. Daarna werd hen gevraagd in hoeverre zij deze bekende personen vonden passen in een hardloop app. Hieruit kwam naar voren dat Usain Bolt het meest zou passen bij een hardloop-app. Verder is een pretest gedaan met zowel het stimulus als de daarbij behorende vragenlijst. Drie proefpersonen, waarvan twee mannen en één vrouw, hebben deze pretest gedaan. Ze gaven aan dat de vragenlijst van goede lengte was en dat de vragen niet te moeilijk waren. Daarnaast gaven ze suggesties voor verbetering. Het scenario met de screenshots was te kort, waardoor de vragen die achteraf werden gesteld niet gebaseerd werden op de stimulus maar op eigen ervaring. Verder waren de vragen volgens de proefpersonen zo gesteld dat de vragenlijst moeilijk in te vullen was voor niet-sporters. Aan de hand van deze suggesties is het scenario uitgebreid en is er een vraag aangepast. 13

14 3.5 Procedure De proefpersonen konden via een link op Facebook of via mail geheel vrijwillig deelnemen aan het onderzoek. Allereerst kregen de proefpersonen een introductie van het onderzoek. Vervolgens dienden ze akkoord te gaan met de onderzoeksvoorwaarden alvorens het onderzoek van start ging. Daarna kon het onderzoek beginnen. Eerst kregen de proefpersonen algemene vragen over hun sportgedrag. Vervolgens werden de proefpersonen blootgesteld aan de stimulus. Iedere proefpersoon kreeg een scenario voorgelegd met screenshots van de hardloopapp en een bijbehorend geluidsfragment. Dit was voor iedere proefpersoon gelijk, al verschilden de condities in type boodschap en type endorser. Na te zijn blootgesteld aan de stimulus dienden de proefpersonen het tweede deel van de vragenlijst in te vullen, met als laatste vragen de demografische kenmerken van de proefpersoon, zoals leeftijd en geslacht. Afsluitend werden de proefpersonen bedankt voor hun deelname. 3.6 Meetinstrument Na blootstelling aan de stimulus werden de proefpersonen onderworpen aan een nameting (vragenlijst). De vragenlijst is terug te vinden in bijlage B. Met deze vragenlijst werden de afhankelijke variabelen gemeten. Zelfeffectiviteit De meting van de variabele zelfeffectiviteit is gebaseerd op het onderzoek van Sherer, Maddux, Mercandante, Prentice-Dunn, Jacobs, & Rogers (1982), waarin zelfeffectiviteit wordt gemeten aan de hand van de General Self-efficacy Scale. Deze schaal met zeventien items werd opgenomen in het huidige onderzoek. Echter, de items werden meer aan sport gerelateerd en daarbij werden verschillende items, gemeten in stellingvorm, omgezet in items gemeten met een semantische schaal. Dit om variatie aan te brengen voor de proefpersonen. Een voorbeeld van een item gemeten in stellingvorm is: als ik plan om te gaan sporten ben ik er zeker van dat het gaat lukken. De items in stellingvorm werden gemeten op een zeven-punts Likertschaal variërend van helemaal mee oneens (1) tot helemaal mee eens (7). Verder zag een item gemeten op een semantische schaal er als volgt uit: ik ben afhankelijk (1) zelfstandig (7). Uit een factoranalyse met Varimax-rotatie bleek dat de zeventien items vier componenten vormden met allen een eigenwaarde van boven de 1. Er is gekozen om uitsluitend het eerste component te construeren tot de schaalvariabele zelfeffectiviteit, omdat dit component, met een eigenwaarde van 6,602 en een verklaarde variantie van 38,8%, veertien 14

15 items laadde. Slechts drie items zouden het component minder valide maken. De veertien items vormden tezamen een betrouwbare schaal (α = 0,90, M = 5,07, SD = 0,92). Sportmotivatie De afhankelijke variabele sportmotivatie werd gemeten aan de hand van de Situational Motivation Scale (SIMS) (Guay, Vallerand, Blanchard, 2000). De stellingen werden ingeluid met de vraag Om wat voor redenen zou jij gaan sporten?. Hierna volgden stellingen waarop de proefpersonen dienden aan te geven in hoeverre zij het wel of niet eens waren met de stelling. De variabele sportmotivatie kende zestien items. Voorbeelden van deze items zijn: ik vind sporten fijn, sporten geeft mij voldoening en ik sport omdat het van me verwacht wordt. Alle items zijn gemeten op een zeven-punts Likertschaal van helemaal mee oneens (1) tot helemaal mee eens (7). Een factoranalyse met Varimax-rotatie toonde aan dat de items drie componenten vormden met allen een eigenwaarde van boven de 1. Toch is gekozen voor behoud van alle zestien items, mede doordat deze schaal als standaard wordt gebruikt voor het meten van sportmotivatie in het algemeen en daarbij vormden de zestien items tezamen een betrouwbare schaal (α = 0,85, M = 4,86, SD = 0,84). 3.7 Analyseplan Nadat alle data was verzameld werden de analyses uitgevoerd. Om de eerste twee hypothesen te toetsen werd zowel een enkelvoudige als een meervoudige regressieanalyse uitgevoerd in SPSS. Voor de derde hypothese werd zowel gebruik gemaakt van een meerwegsvariantieanalyse als een meervoudige regressieanalyse. Er is gekozen voor een regressie, omdat de onafhankelijke variabelen op rationiveau zijn gemeten (dummy variabelen) en de afhankelijke variabelen op interval-ratio niveau. Daarbij komt dat men met een regressieanalyse zowel het rechtstreekse verband als het verband in combinatie met een andere factor kan meten. Daarnaast is gekozen voor een meerwegs-variantieanalyse, omdat deze analyse zowel de verschillen tussen groepen in kaart brengt als ook de interactie tussen deze groepen. 4. Resultaten 4.1 Beschrijving sample Er zijn 134 proefpersonen meegenomen in het onderzoek, waarvan 62 mannen en 72 vrouwen. De proefpersonen hebben op een schaal van 1 = Nul keer per week tot 7 = Zes of meer keer 15

16 per week aangegeven dat ze gemiddeld twee tot drie keer per week aan sport doen (M = 3,55, SD = 1,47). Echter, daarvan doet het grootste deel van de proefpersonen niet aan hardlopen. Op een schaal van 1= Nooit tot 7 = Heel erg vaak gaven de proefpersonen aan weinig hard te lopen (M = 2,87, SD = 1,74). 4.2 Manipulatiecheck Oorspronkelijk namen 149 proefpersonen deel aan het onderzoek. Van deze 149 proefpersonen zijn uiteindelijk 134 proefpersonen meegenomen in de dataverwerking. De reden voor het uitsluiten van vijftien proefpersonen is dat de manipulatie van type endorser bij hen niet heeft gewerkt. Deze proefpersonen zaten bijvoorbeeld in de conditie met een bekend persoon, maar gaven zelf bij de manipulatiecheck aan een onbekend persoon te hebben gezien. Om vertekening van de resultaten te voorkomen zijn deze proefpersonen uit de verzamelde data gehaald. 4.3 Hypothese toetsing Type boodschap Hypothese 1 is allereerst getoetst met behulp van een enkelvoudige regressie, met als onafhankelijke variabele type boodschap en als afhankelijke variabele sportmotivatie. Hiermee werd het hoofdeffect van het type boodschap op sportmotivatie getoetst. Dit effect bleek echter niet significant, b = 0,07, t (132) = 0,51, p = 0,611. Vervolgens werd geanalyseerd of de mediërende variabele, zelfeffectiviteit, invloed uitoefende op het effect van de onafhankelijke op de afhankelijke variabele. Hiervoor werd een meervoudige regressie uitgevoerd. Het regressiemodel bleek significant, F (2,131) = 24,62, p < 0,001. De variabelen type boodschap en zelfeffectiviteit voorspelden voor 27% (R 2 = 0,27) de variantie in sportmotivatie. Vervolgens bleek, met gebruik van een enkelvoudige regressie, de invloed van het type boodschap op zelfeffectiviteit significant, b = 0,36, t (132) = 2,30, p = 0,023. Daarna bleek dat zelfeffectiviteit een significante invloed uitoefende op sportmotivatie, b = 0,47, t (132) = 6,98, p < 0,001, ook wanneer dit effect gecontroleerd werd voor variabele type boodschap, b = 0,49, t (131) = 6,99, p < 0,001. Als laatste werd het hoofdeffect getoetst met controle voor de variabele zelfeffectiviteit. Het effect van het type boodschap op sportmotivatie bleek wederom niet significant, b = -0,10, t (132) = -0,79, p = 0,431. Er werd gesproken van een volledige mediatie, omdat het hoofdeffect niet significant was. Ook met gebruik van de Sobel s Z test bleek de Sobel s Z waarde significant, z = 2,10, p = 0,

17 Uit deze gegevens komt naar voren dat er een invloed bestaat van het type boodschap op zelfeffectiviteit en vervolgens op sportmotivatie. De twee boodschappen blijken significant van elkaar te verschillen wat betreft invloed op zelfeffectiviteit, b = 0,36, t (132) = 2,30, p = 0,023, en sportmotivatie, b = 0,49, t (131) = 6,99, p < 0,001. Het gebruik van een persuasieve boodschap heeft een positiever effect op zelfeffectiviteit (M = 5,29, SD = 0,93) en vervolgens op sportmotivatie (M = 5,07, SD = 0,87) dan wanneer een informatieve boodschap wordt gebruikt (M = 4,90, SD = 0,87). Hypothese 1 wordt hiermee bevestigd. Type endorser Hypothese 2 werd allereerst getoetst aan de hand van een enkelvoudige regressie, met als onafhankelijke variabele type endorser en als afhankelijke variabele sportmotivatie. Hiermee werd het hoofdeffect van het type endorser of sportmotivatie getoetst. Het effect bleek echter niet significant, b = 0,20, t (132) = 1,40, p = 0,165. Vervolgens werd ook hier getoetst of de mediërende variabele, zelfeffectiviteit, invloed uitoefende op het effect van de onafhankelijke op de afhankelijke variabele. Met behulp van een meervoudige regressie werd gekeken in hoeverre de twee variabelen type endorser en zelfeffectiviteit de variantie in sportmotivatie voorspelden. Het regressiemodel bleek significant, F (2,131) = 24,94, p < 0,001. De twee variabelen voorspelden voor 27,6% (R 2 = 0,726) de variantie in sportmotivatie. Vervolgens bleek, met gebruik van een enkelvoudige regressie, de invloed van het type endorser op zelfeffectiviteit niet significant, b = 0,15, t (132) = 0,96, p = 0,338. Verder bleek de invloed van zelfeffectiviteit op sportmotivatie wel significant, b = 0,47, t (132) = 6,98, p < 0,001. Wanneer dit effect werd gecontroleerd voor het type endorser bleef het effect significant, b = 0,47, t (131) = 6,87, p < 0,001. Als laatste werd het hoofdeffect getoetst met controle voor de variabele zelfeffectiviteit. Hieruit bleek geen significant effect, b = 0,13, t (132) = 1,04, p = 0,298. Ondanks dat het hoofdeffect niet significant is, kan er niet gesproken worden van een mediatie, omdat er geen significant effect is gevonden van het type endorser op zelfeffectiviteit. Daarbij gaf de Sobel s Z test aan dat er geen sprake was van een mediatie, z = 0,95, p = 0,341. Uit de resultaten komt naar voren dat er geen mediatie plaatsvindt tussen het type endorser, zelfeffectiviteit en sportmotivatie. Er is geen significant verschil tussen de invloed van het type endorser op zelfeffectiviteit, waardoor niet gesteld kan worden dat een bekend persoon meer invloed uitoefent op zelfeffectiviteit (M = 5,15, SD = 0,97) en vervolgens op sportmotivatie (M= 5,07, SD = 0,92) dan een onbekend persoon (M = 5,00, SD = 0,87). Hypothese 2 wordt hiermee verworpen. 17

18 Interactie type boodschap en type endorser Hypothese 3 werd allereerst getoetst aan de hand van een meerwegs-variantieanalyse, met als onafhankelijke variabelen type boodschap en type endorser en afhankelijke variabelen zelfeffectiviteit en sportmotivatie. Uit de Levene s Test bleek dat er uit mag worden gegaan van gelijke populatievarianties voor zelfeffectiviteit, F (3,130) = 0,89, p = 0,447, en voor sportmotivatie, F (3,130) = 0,04, p = 0,989. Vervolgens werd het interactie-effect van het type boodschap en het type endorser getoetst op zelfeffectiviteit als sportmotivatie. Het interactie-effect van het type boodschap en het type endorser op zelfeffectiviteit bleek niet significant, F (1,130) = 0,45, p = 0,501. Er bleek dus niet dat een persuasieve boodschap met een bekend persoon significant het hoogst scoorde op zelfeffectiviteit (M = 5,39, SD = 1,00) ten opzichte van een persuasieve boodschap met een onbekend persoon (M = 5,13, SD = 0,86), een informatieve boodschap met een bekend persoon (M = 4,92, SD = 0,88) en een informatieve boodschap met een onbekend persoon (M = 4,88, SD = 0,88). Het interactie-effect op sportmotivatie bleek eveneens niet significant, F (1,130) = 0,30, p = 0,587. Hieruit bleek eveneens niet dat een persuasieve boodschap met bekend persoon significant het hoogst scoorde op sportmotivatie (M = 5,04, SD = 0,81), ten opzichte van een persuasieve boodschap met een onbekend persoon (M = 4,76, SD = 0,74), een informatieve boodschap met een bekend persoon (M = 4,88, SD = 0,82) en een informatieve boodschap met onbekend persoon (M = 4,76, SD = 0,96). Vervolgens werd een meervoudige regressie uitgevoerd om te achterhalen of er sprake was van een mediatie. Allereerst werd gekeken naar het hoofdeffect van het type endorser en het type boodschap op sportmotivatie. Echter bleek dit effect niet significant voor het type boodschap, b = 0,20, t (131) = 1,39, p = 0,168 en het type endorser, b = 0,07, t (131) = 0,49, p = 0,623. Vervolgens werd getoetst of zelfeffectiviteit een mediërende invloed had op het effect van de onafhankelijke variabelen op afhankelijke variabele. Het regressiemodel bleek significant, F (3,130) = 16,78, p < 0,001. De drie variabelen voorspelden samen voor 27,9% (R 2 =0,279) de variantie in sportmotivatie. Nadien bleek de invloed van de twee onafhankelijke variabelen op zelfeffectiviteit voor het type boodschap significant, b = 0,36, t (131) = 2,29, p = 0,024, maar voor het type endorser niet significant, b = 0,15, t (131) = 0,94, p = 0,347. Verder bleek de invloed van zelfeffectiviteit op sportmotivatie significant, b = 0,47, t (132) = 6,98, p < 0,001, ook wanneer dit effect gecontroleerd werd voor type boodschap en type endorser, b = 0,49, t (130) = 6,88, p < 0,001. Als laatste werd ook het hoofdeffect getoetst met controle voor zelfeffectiviteit. Dit effect bleek niet significant; type boodschap, b = -0,10, t (130) = -0,79, p = 18

19 0,432; type endorser, b = 0,13, t (130) = 1,04, p = 0,300. Er is geen ondersteuning gevonden voor het vermoeden dat het type boodschap en het type endorser met elkaar interacteren en daarmee invloed uitoefenen op zelfeffectiviteit en vervolgens op sportmotivatie. Er kan dus niet gesteld worden dat de combinatie van een persuasieve boodschap met een bekend persoon een positievere invloed heeft op zelfeffectiviteit en sportmotivatie dan andere combinaties. Hypothese 3 wordt hiermee verworpen. 5. Conclusie en discussie In dit onderzoek werd de invloed van het type app op zelfeffectiviteit en sportmotivatie onderzocht. Dit onderzoek is uitgevoerd met als doel om inzicht te genereren in hoe mensen beter gestimuleerd kunnen worden via mobiele apps om meer te gaan sporten en bewegen. De apps in het onderzoek onderscheidden zich van elkaar door het type boodschap, informatief of persuasief, en het type endorser, bekend of onbekend persoon. De invloed van het type boodschap en het type endorser op zelfeffectiviteit en sportmotivatie is onderzocht door middel van een online experiment onder 134 proefpersonen. De vraagstelling luidde als volgt: In hoeverre heeft het type app, waarin onderscheid wordt gemaakt tussen type boodschap en type endorser, invloed op de zelfeffectiviteit en in hoeverre leidt dit tot een hogere sportmotivatie? Uit de resultaten kwam naar voren dat uitsluitend het type boodschap een positieve invloed uitoefende op zelfeffectiviteit, waarna zelfeffectiviteit een positieve invloed uitoefende op sportmotivatie. Het type endorser had geen invloed op zelfeffectiviteit en sportmotivatie en de interactie tussen het type boodschap en het type endorser op zelfeffectiviteit en sportmotivatie gaf eveneens geen significant effect. De positieve invloed van het type boodschap op zelfeffectiviteit en vervolgens op sportmotivatie was conform de verwachting. Proefpersonen die blootgesteld werden aan een persuasieve boodschap bleken hoger te scoren op zelfeffectiviteit en sportmotivatie dan proefpersonen die blootgesteld werden aan een informatieve boodschap. Dit resultaat komt overeen met verschillende onderzoeken, zoals die van Bandura (1977a), Bandura en Schunk (1981), McAuley (1993) en Jackson (2002). Zo beschreef Bandura (1977a) met de Selfefficacy Theory dat verbale aanmoediging het geloof in eigen kunnen deed stijgen waarna de motivatie om te gaan bewegen ook steeg. Aanvullend gaf het onderzoek van McAuley (1993) aan dat wanneer respondenten een aanmoedigende boodschap kregen, hun zelfeffectiviteit een 19

20 boost kreeg, waarna zij meer gemotiveerd raakten om te gaan sporten. Het huidige onderzoek geeft een aanvulling op deze bestaande literatuur, omdat allereerst deze literatuur minder recent is. Doordat ook uit dit onderzoek bleek dat een persuasieve boodschap een positievere invloed heeft op zelfeffectiviteit en sportmotivatie dan een informatieve boodschap, kan vervolgonderzoek hierop verder bouwen. Daarbij is met dit onderzoek een eerste link gelegd met nieuwe media. Voorheen bleken deze boodschap effecten zich hoofdzakelijk voor te doen bij persoonlijke communicatie, maar uit dit onderzoek blijkt dat het effect ook plaatsvindt bij mobiele apps. Men leert hieruit dat, kijkende naar het overbrengen van een boodschap, aanmoediging en overtuiging zowel bij persoonlijke communicatie als communicatie via mobiele apps eenzelfde positieve uitwerking heeft op zelfeffectiviteit en de motivatie om te gaan sporten en bewegen. Voor vervolgonderzoek zou dieper kunnen worden ingegaan op het type aanmoediging. Het is wellicht relevant om te kijken of er een verschil is tussen mannen en vrouwen in de manier waarop zij het beste aangemoedigd kunnen worden. Uit het onderzoek van Eccles en Harold (1991) bleek bijvoorbeeld dat jongens zichzelf als vaardiger beschouwden in sport dan meisjes. Meisjes hadden over het algemeen een negatief beeld/negatieve verwachting over hun eigen sportvermogen. Uit dit onderzoek blijkt een verschil tussen jongens en meisjes in sportmotivatie. Wellicht werkt een verschil in aanmoediging dan het beste om zowel vrouwen als mannen te motiveren om te gaan sporten en bewegen. In tegenstelling tot de significante positieve invloed van het type boodschap op zelfeffectiviteit en sportmotivatie, bleek het type endorser geen significante invloed uit te oefenen op deze variabelen. Proefpersonen die blootgesteld werden aan een app met een bekend persoon scoorden niet hoger op zelfeffectiviteit en sportmotivatie dan proefpersonen die werden blootgesteld aan een onbekend persoon. Er was geen sprake van een mediatie. Dat er geen effect gevonden is, kan allereerst gewijd worden aan het feit dat een bekend persoon en een onbekend persoon niet duidelijk te onderscheiden waren. Een deel van de proefpersonen (n=17) gaf namelijk aan dat ze niet wisten of de persoon in de app een bekend of onbekend persoon was, ondanks de korte beschrijving van de persoon in het scenario. Hierdoor zouden de resultaten vertekend kunnen zijn. Vervolgonderzoek zou gericht kunnen worden op of er daadwerkelijk geen verband te vinden is of dat het manipulatiemateriaal niet geschikt genoeg was om het effect bloot te leggen. Wanneer het manipulatiemateriaal niet geschikt genoeg blijkt, zou er een uitgebreidere pretest moeten worden uitgevoerd met een grotere steekproef en meer variatie in leeftijd. Dit om te checken of voor elke persoon die zou kunnen deelnemen aan het onderzoek duidelijk is van welke personen bekend zijn en welke niet. Daarbij zouden in de 20

21 pretest zowel bekende als onbekende personen getoond moeten worden, om ervoor te zorgen dat proefpersonen een duidelijkere weergave geven van de bekendheden dan wanneer alleen bekendheden worden gebruikt. Ten tweede is het effect van het type endorser op zelfeffectiviteit en sportmotivatie wellicht niet gevonden, omdat het effect in verschillende contexten tot andere resultaten kan leiden. In de politieke context blijkt er wel een effect van bekende personen op zelfeffectiviteit en motivatie (Austin, Vord, Pinkleton & Epstein, 2008), maar in de sport context blijkt dit effect niet op te gaan. Dit kan komen doordat men in verschillende contexten te maken heeft met verschillende vormen van zelfeffectiviteit. In de politieke context werd gesproken van politieke zelfeffectiviteit, terwijl zelfeffectiviteit in de sport context gemeten werd aan de hand van sport gerelateerde stellingen. Daarom kunnen verschillende contexten in dit geval niet met elkaar vergeleken worden. Voor vervolgonderzoek is het verstandig om uitsluitend de sport context mee te nemen in het onderzoek. Het huidige onderzoek heeft hierin een eerste stap gezet. Uit dit onderzoek is gebleken dat er geen verschil is tussen het toevoegen van een bekend of een onbekend persoon. Personen worden niet in hogere mate gemotiveerd door een bekend persoon dan door een onbekend persoon om te gaan sporten en bewegen. Voor app ontwikkelaars is dit relevant, omdat zij hun kosten kunnen besparen door slechts gebruik te maken van onbekende personen. Vervolgens bleek dat er geen interactie plaatsvond tussen het type boodschap en het type endorser in de beïnvloeding van zelfeffectiviteit en sportmotivatie. Een bepaalde combinatie van het type boodschap en het type endorser bleek niet de sterkste significante invloed uit te oefenen op zelfeffectiviteit en sportmotivatie. Proefpersonen die zijn blootgesteld aan een app met persuasieve boodschap en bekend persoon scoorden niet significant hoger op zelfeffectiviteit en sportmotivatie dan proefpersonen blootgesteld aan een andere combinatie. Dat er geen significant effect gevonden is, kan allereerst wellicht komen doordat de variabele type endorser reeds vertekende resultaten gaf, waardoor ook de interactie niet werkte. Ten tweede zou het kunnen komen doordat de interacties die gevonden zijn in reeds bestaande literatuur hoofdzakelijk via persoonlijke communicatie tot uiting kwamen, zoals in het onderzoek van Feltz en Lirgg (2001) en Côté en Gilbert (2009). Uit het onderzoek van Côté en Gilbert (2009) bleek dat een coach met expertise, ofwel met veel ervaring en hoog behaalde prestaties, een positievere invloed had op zelfeffectiviteit en de motivatie om te sporten dan een coach zonder expertise. In dit onderzoek werd verwacht dat Usain Bolt, de wereldberoemde sprinter, meer expertise zou hebben dan een onbekend persoon en daarmee als coach een positievere invloed zou uitoefenen op zelfeffectiviteit en sportmotivatie dan een onbekend 21

22 persoon. Echter, dit effect deed zich niet voor. Dit zou te maken kunnen hebben met het feit dat het onderzoek van Côté en Gilbert (2009) coaching in levende lijve betrof (offline) en het huidige onderzoek coaching via een mobiele app (online). Het verschil tussen iemand coachen in levende lijve en iemand coachen via een mobiele applicatie blijkt nog te groot. Er kan nog niet worden aangenomen dat een offline coach met expertise dezelfde invloed uitoefent op personen als een online coach met expertise. Wel is met het huidige onderzoek een eerste stap gezet. Om deze stap voort te zetten is het eveneens interessant om verschil in ervarenheid mee te nemen in vervolgonderzoek, Het doel van huidig onderzoek was namelijk het stimuleren van mensen om meer te gaan sporten en bewegen met behulp van een sport-app. Zoals in de inleiding naar voren kwam kampen veel jonge mensen reeds met overgewicht, mede doordat ze te weinig sporten en bewegen. Het wordt belangrijk geacht dat juist deze mensen bereikt en vervolgens beïnvloed worden door een desbetreffende app. Voor vervolgonderzoek is het daarom relevant om de onervaren sporters te scheiden van de ervaren sporters. Wellicht raken zij op een andere manier gemotiveerd dan ervaren sporters. Het onderzoek van Goudas, Theodorakis en Karamousalidis (1998) ondersteunt dat er verschillen zijn in motivatie tussen onervaren en ervaren atleten. Zij concludeerden dat ervaren atleten meer zelfvertrouwen en een positiever psychologisch profiel hebben dan onervaren atleten en daarom verschillen in motivatie en gedrag. Het huidige onderzoek had veelal te maken met ervaren sporters die gemiddeld twee tot drie keer per week aan sport doen, waardoor niet met zekerheid te zeggen is of de resultaten uit het onderzoek ook voor onervaren sporters gelden. Om de gezondheid in de Nederlandse samenleving te verbeteren wordt het noodzakelijk geacht om een meer specifieke doelgroep aan te spreken die ook daadwerkelijk te weinig aan lichaamsbeweging doet. Onderzoekers zouden een manier moeten vinden om deze doelgroep te laten participeren in vervolgonderzoek om zo te achterhalen wat hun specifieke behoeften en motivaties zijn op het gebied van sport en apps. Afsluitend dient te worden vermeld dat het huidige onderzoek de eerste stappen heeft gezet in een onderzoeksgebied dat nog weinig is onderzocht. De combinatie van verschillende typen apps met zelfeffectiviteit en sportmotivatie is niet eerder onderzocht, maar blijkt interessant voor doorontwikkeling. Vooral nu de smartphone met haar applicaties verankerd is in het dagelijks leven van Nederlanders. Vervolgonderzoek dient de beperkingen van dit onderzoek mee te nemen om te bepalen of de effecten daadwerkelijk niet waarneembaar zijn of dat het manipulatiemateriaal aangescherpt moet worden. 22

23 6. Literatuurlijst Austin, E. W., Vord, R. V. D., Pinkleton, B. E., & Epstein, E. (2008). Celebrity endorsements and their potential to motivate young voters. Mass Communication and Society, 11(4), Bandura, A. (1977a). Self-efficacy: toward a unifying theory of behavioral change. Psychological Review, 84(2), Bandura, A. (1977b). Social learning theory. New York: General Learning Press. Bandura, A., & Schunk, D. H. (1981). Cultivating competence, self-efficacy, and intrinsic interest through proximal self-motivation. Journal of Personality and Social Psychology, 41(3), Guay, F., Vallerand, R. J., & Blanchard, C. (2000). On the assessment of situational intrinsic and extrinsic motivation: The Situational Motivation Scale (SIMS). Motivation and Emotion, 24(3), Boeije, H., Hart, H. het, & Hox, J. (2009). Onderzoeksmethoden. Den Haag: Boom Lemma uitgevers. Brown, W. J., Basil, M. D., & Bocarnea, M. C. (2003). Social influence of an international celebrity: Responses to the death of Princess Diana. Journal of Communication, 53(4), Chase, M. A. (2001). Children's self-efficacy, motivational intentions, and attributions in physical education and sport. Research Quarterly for Exercise and Sport, 72(1), Charbonneau, J., & Garland, R. (2005). Talent, looks or brains? New Zealand advertising practitioners views on celebrity and athlete endorsers. Marketing Bulletin, 16(3), Cheung, C. K., & Yue, X. D. (2003). Adolescent modeling after luminary and star idols and development of self-efficacy. International Journal of Adolescence and Youth, 11(3),

24 Choi, S., & Rifon, N. J. (2007). Who is the celebrity in advertising? Understanding dimensions of celebrity images. The Journal of Popular Culture, 40(2), Côté, J., & Gilbert, W. (2009). An integrative definition of coaching effectiveness and expertise. International Journal of Sports Science and Coaching, 4(3), Dix, S., Phau, I., & Pougnet, S. (2010). Bend it like Beckham : the influence of sports celebrities on young adult consumers. Young Consumers: Insight and Ideas for Responsible Marketers, 11(1), Eccles, J. S., & Harold, R. D. (1991). Gender differences in sport involvement: Applying the Eccles' expectancy-value model. Journal of Applied Sport Psychology, 3(1), Feltz, D. L., Chow, G. M., & Hepler, T. J. (2008). Path analysis of self-efficacy and diving performance revisited. Journal of Sport & Exercise Psychology, 30(3), Feltz, D. L., & Lirgg, C. D. (2001). Self-efficacy beliefs of athletes, teams, and coaches. Handbook of Sport Psychology, 2(3), Ferreira, I., Horst, K. van der, Wendel Vos, W., Kremers, S., Lenthe, F. J. van, & Brug, J. (2007). Environmental correlates of physical activity in youth a review and update. Obesity Reviews, 8(2), Gartner Magazine (2013). Gartner says smartphone sales accounted for 55 percent of overall mobile phone sales in third quarter of Verkregen 22 februari 2014 van Gil-Castiñeira, F., Fernández-López, A., Bravo, C. L., Cid-Vieytes, N., Conde-Lagoa, D., Costa-Montenegro, E., & González-Castaño, F. J. (2011). RunWithUs: a social sports application in the ubiquitous Oulu environment. In Proceedings of the 10 th International Conference on Mobile and Ubiquitous Multimedia, Doi: /

25 Goudas, M., Theodorakis, Y., & Karamousalidis, G. (1998). Psychological skills in basketball: Preliminary study for development of a Greek form of the Athletic Coping Skills Inventory-28. Perceptual and Motor Skills, 86(1), Hack, H. W., Wagemaker, Y. O., & Zwart, R. M. (2009). Bewegen bij de jeugd. Houten: Springer. Jackson, J. W. (2002). Enhancing self-efficacy and learning performance. The Journal of Experimental Education, 70(3), Juso, J. (2013). Overgewicht te lijf. Delft: Elmar. Kampen, A. van. (2013). 15% van de jongeren kampt met overgewicht [online publicatie]. NRC Handelsblad. Verkregen 20 februari van Klink, A., Polder, J., & Rosenmöller, P. (2008). Het economisch gewicht van overgewicht. Verkregen op 19 februari 2014 van McAuley, E. (1993). Self-efficacy and the maintenance of exercise participation in older adults. Journal of Behavioral Medicine, 16(1), McCracken, G. (1989). Who is the Celebrity Endorser? Cultural Foundation of the endorsement process. Journal of Consumer Research, 16(3), Pelsmacker, P. de, Geuens, M., & Bergh, J. van den. (2010). Marketing Communications. A European Perspective. Engeland: Essex. Rijksinstituut voor Volksgezondheid (n.d.). Oorzaken en gevolgen van onvoldoende bewegen. Verkregen op 20 februari 2014 van 25

26 Rekers, E. (2014). Begin 2014 goed met deze 5 sport-apps. Verkregen 21 februari 2014 van Seefeldt, V., Malina, R. M., & Clark, M. A. (2002). Factors affecting levels of physical activity in adults. Sports Medicine, 32(3), Sherer, M., Maddux, J. E., Mercandante, B., Prentice-Dunn, S., Jacobs, B., & Rogers, R. W. (1982). The self-efficacy scale: construction and validation. Psychological Reports, 51(2), Vallerand, R. J. (2004). Intrinsic and extrinsic motivation in sport. Encyclopedia of Applied Psychology, 2(1), Vargas-Tonsing, T. M., Myers, N. D., & Feltz, D. L. (2004). Coaches' and Athletes' Perceptions of Efficacy-Enhancing Techniques. Sport Psychologist,18(4), Zwaag, G. van der. (2012). Goede voornemens: 15 iphone-apps om te sporten en weer fit te worden. Verkregen 21 februari van Yoo, C. J & MacInnis, D. (2005). The brand attitude formation process of emotional and informational ads. Journal of Business Research, 58(10),

27 7. Bijlagen Bijlage A: Stimulus Conditie 1 Je gaat nu een scenario lezen. Probeer je goed in te leven in het verhaal. Het is zondag ochtend, je bent al een aantal uren wakker en kijkt uit het raam. Je merkt op dat het mooi weer is buiten en krijgt zin om buitenlucht op te snuiven. Je herinnert je ineens dat een paar weken terug een vriend van je vertelde dat hij de app "Run Now" gedownload heeft. Hij vond het een fijne app en raadde aan het ook eens te gebruiken. De ultieme kans om dat nu eens te gaan doen! Je downloadt de app, trekt je sport outfit aan, pakt je koptelefoon en smartphone en stapt naar buiten. Je start de Run Now app en begint te hardlopen. Dit is het beginscherm. Je geniet van de frisse buitenlucht en merkt dat het hardlopen goed gaat. Je vraagt je af hoe lang je al bezig bent en kijkt naar je smartphone. Je ziet het volgende scherm. Dat gaat lekker! Tijdens het hardlopen word je aangemoedigd door Brian, je fictieve renmaatje. Deze persoon roept dingen als: Kom op, je kan het, nog 2 kilometer!, Het gaat goed zo! en Nog even doorzetten!. Door je koptelefoon hoor je deze teksten. Halverwege de hardloopsessie kijk je weer op de hardloop app om te zien waar je hebt gelopen. Je ziet dan het volgende scherm. Dat is al aardig ver van je startpunt, tijd om op de hoek van de Wittenburgergracht om te draaien en terug naar huis te gaan. Eenmaal thuis aangekomen neem je een glas water en bekijkt nogmaals hoe lang je gerend hebt, hoeveel kilometer je gelopen hebt en hoeveel calorieën je daarmee hebt verbrand. Je bent tevreden over je prestatie. Je bent blij dat je besloten hebt te gaan hardlopen. 27

28 Conditie 2 Je gaat nu een scenario lezen. Probeer je goed in te leven in het verhaal. Het is zondag ochtend, je bent al een aantal uren wakker en kijkt uit het raam. Je merkt op dat het mooi weer is buiten en krijgt zin om buitenlucht op te snuiven. Je herinnert je ineens dat een paar weken terug een vriend van je vertelde dat hij de app "Run Now" gedownload heeft. Hij vond het een fijne app en raadde aan het ook eens te gebruiken. De ultieme kans om dat nu eens te gaan doen! Je downloadt de app, trekt je sport outfit aan, pakt je koptelefoon en smartphone en stapt naar buiten. Je start de Run Now app en begint te hardlopen. Dit is het beginscherm. Je geniet van de frisse buitenlucht en merkt dat het hardlopen goed gaat. Je vraagt je af hoe lang je al bezig bent en kijkt naar je smartphone. Je ziet het volgende scherm. Dat gaat lekker! Tijdens het hardlopen word je aangemoedigd door Usain Bolt, de Olympisch kampioen sprinten. Usain Bolt roept dingen als Kom op, je kan het, nog 2 kilometer!, Het gaat goed zo! en Nog even doorzetten!. Door je koptelefoon hoor je deze teksten. Halverwege de hardloopsessie kijk je weer op de hardloop app om te zien waar je hebt gelopen. Je ziet dan het volgende scherm. Dat is al aardig ver van je startpunt, tijd om op de hoek van de Wittenburgergracht om te draaien en terug naar huis te gaan. Eenmaal thuis aangekomen neem je een glas water en bekijkt nogmaals hoe lang je gerend hebt, hoeveel kilometer je gelopen hebt en hoeveel calorieën je daarmee hebt verbrand. Je bent tevreden over je prestatie. Je bent blij dat je besloten hebt te gaan hardlopen. 28

29 Conditie 3 Je gaat nu een scenario lezen. Probeer je goed in te leven in het verhaal. Het is zondag ochtend, je bent al een aantal uren wakker en kijkt uit het raam. Je merkt op dat het mooi weer is buiten en krijgt zin om buitenlucht op te snuiven. Je herinnert je ineens dat een paar weken terug een vriend van je vertelde dat hij de app "Run Now" gedownload heeft. Hij vond het een fijne app en raadde aan het ook eens te gebruiken. De ultieme kans om dat nu eens te gaan doen! Je downloadt de app, trekt je sport outfit aan, pakt je koptelefoon en smartphone en stapt naar buiten. Je start de Run Now app en begint te hardlopen. Dit is het beginscherm. Je geniet van de frisse buitenlucht en merkt dat het hardlopen goed gaat. Je vraagt je af hoe lang je al bezig bent en kijkt naar je smartphone. Je ziet het volgende scherm. Je krijgt van je fictieve renmaatje Brian, tijdens het hardlopen informatie over je eigen ispanning. Brian zegt op een neutrale toon dingen als: Je bent nu op de helft van je work-out, Je hebt 200 calorieën verbrand, en Je rent nu met een snelheid van zes kilometer per uur. Door je koptelefoon hoor je deze teksten. Halverwege de hardloopsessie kijk je weer op de hardloop app om te zien waar je hebt gelopen. Je ziet dan het volgende scherm. Dat is al aardig ver van je startpunt, tijd om op de hoek van de Wittenburgergracht om te draaien en terug naar huis te gaan. Eenmaal thuis aangekomen neem je een glas water en bekijkt nogmaals hoe lang je gerend hebt, hoeveel kilometer je gelopen hebt en hoeveel calorieën je daarmee hebt verbrand. Je bent tevreden over je prestatie. Je bent blij dat je besloten hebt te gaan hardlopen. 29

30 Conditie 4 Je gaat nu een scenario lezen. Probeer je goed in te leven in het verhaal. Het is zondag ochtend, je bent al een aantal uren wakker en kijkt uit het raam. Je merkt op dat het mooi weer is buiten en krijgt zin om buitenlucht op te snuiven. Je herinnert je ineens dat een paar weken terug een vriend van je vertelde dat hij de app "Run Now" gedownload heeft. Hij vond het een fijne app en raadde aan het ook eens te gebruiken. De ultieme kans om dat nu eens te gaan doen! Je downloadt de app, trekt je sport outfit aan, pakt je koptelefoon en smartphone en stapt naar buiten. Je start de Run Now app en begint te hardlopen. Dit is het beginscherm. Je geniet van de frisse buitenlucht en merkt dat het hardlopen goed gaat. Je vraagt je af hoe lang je al bezig bent en kijkt naar je smartphone. Je ziet het volgende scherm. Je krijgt van Usain Bolt, Olympisch kampioen sprinten, tijdens het hardlopen informatie over je eigen ispanning. Usain Bolt zegt op een neutrale toon dingen als: Je bent nu op de helft van je work-out, Je hebt 200 calorieën verbrand, en Je rent nu met een snelheid van zes kilometer per uur. Door je koptelefoon hoor je deze teksten. Halverwege de hardloopsessie kijk je weer op de hardloop app om te zien waar je hebt gelopen. Je ziet dan het volgende scherm. Dat is al aardig ver van je startpunt, tijd om op de hoek van de Wittenburgergracht om te draaien en terug naar huis te gaan. Eenmaal thuis aangekomen neem je een glas water en bekijkt nogmaals hoe lang je gerend hebt, hoeveel kilometer je gelopen hebt en hoeveel calorieën je daarmee hebt verbrand. Je bent tevreden over je prestatie. Je bent blij dat je besloten hebt te gaan hardlopen. 30

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars Management Summary Wat voor een effect heeft de vorm van een bericht op de waardering van de lezer en is de interesse in nieuws een moderator voor dit effect? Auteur Tessa Puijk Organisatie Van Diemen

Nadere informatie

SPORT IN DE WERELD VAN APPS & SOCIALE MEDIA

SPORT IN DE WERELD VAN APPS & SOCIALE MEDIA SPORT IN DE WERELD VAN APPS & SOCIALE MEDIA Een onderzoek naar sportmotivatie en het effect van de causale oriëntaties uit de Self-Determination Theory Naam: Britta Glimmerveen Studentnummer: 10251642

Nadere informatie

HET BELANG VAN DE RELATIE

HET BELANG VAN DE RELATIE HET BELANG VAN DE RELATIE Een onderzoek naar het verband tussen de werkalliantie en de motivatie voor begeleiding bij jongeren met een licht verstandelijke beperking - samenvatting eindrapport - Regioplan:

Nadere informatie

Geclaimde informatie als persuasieve boodschap

Geclaimde informatie als persuasieve boodschap Geclaimde informatie als persuasieve boodschap Een onderzoek naar het effect van claims op de consument Student: Floortje van Helden Studentnummer: 10444491 Docent: Charlotte Blom, werkgroep 2 Universiteit

Nadere informatie

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Weergaven van publieke opinie in het nieuws en hun invloed op het publiek Dit rapport beschrijft de resultaten van een onderzoek over weergaven van publieke opinie

Nadere informatie

Biowalking voor ouderen

Biowalking voor ouderen Biowalking voor ouderen Een pilot onderzoek naar de effecten van en ervaringen met Biowalking voor ouderen Dr. Jolanda Maas Vrije Universiteit Amsterdam, afdeling Klinische Psychologie 1. Inleiding IVN

Nadere informatie

Fort van de Democratie

Fort van de Democratie Fort van de Democratie Stichting Vredeseducatie / peace education projects Het Fort van de Democratie WERKT! Samenvatting van een onderzoek door de Universiteit van Amsterdam naar de effecten van de interactieve

Nadere informatie

EMPO voor Ouders en Jongeren versie 2.0

EMPO voor Ouders en Jongeren versie 2.0 EMPO voor Ouders en Jongeren versie 2.0 2011 Praktikon BV Nijmegen: Harm Damen 1. Wat is de EMPO? De EMPO 2.0 is een lijst voor zelfevaluatie om de empowerment bij ouders (EMPO Ouders 2.0) en jongeren

Nadere informatie

Sporten, delen en liken Onderzoek naar het effect van het delen van sportprestaties, via social media, op de motivatie om te sporten.

Sporten, delen en liken Onderzoek naar het effect van het delen van sportprestaties, via social media, op de motivatie om te sporten. Sporten, delen en liken Onderzoek naar het effect van het delen van sportprestaties, via social media, op de motivatie om te sporten. Bob Hartsink 10261745 10 juni 2014 Afstudeerscriptie persuasieve communicatie

Nadere informatie

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Nederlandse samenvatting Uit een recente rapportage van KWF Kankerbestrijding blijkt dat 64% van de (ex-) patiënten met kanker zorgen ervaart over psychosociale

Nadere informatie

Sportapplicaties en social media als stimulans voor een sportievere levensstijl

Sportapplicaties en social media als stimulans voor een sportievere levensstijl Sportapplicaties en social media als stimulans voor een sportievere levensstijl Naam: Anouk Jansen Studentnummer: 10002964 Universiteit: Universiteit van Amsterdam Opleiding: Communicatiewetenschap Afstudeerproject:

Nadere informatie

- Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden.

- Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden. Abstract: - 3 experimenten - Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden. - Studie 1&2: consumenten verwachten

Nadere informatie

Artikel. Lara Peeters. Laurens Vreekamp JDE-SEMUX.3V-13. Seminar. Blok C. Aantal woorden: 1221

Artikel. Lara Peeters. Laurens Vreekamp JDE-SEMUX.3V-13. Seminar. Blok C. Aantal woorden: 1221 Artikel Lara Peeters 1622966 Laurens Vreekamp JDE-SEMUX.3V-13 Seminar Blok C 1 Aantal woorden: 1221 Voorwoord Mijn keuze om persuasive design nog verder te gaan onderzoeken is gebaseerd op mijn toekomst

Nadere informatie

How to present online information to older cancer patients N. Bol

How to present online information to older cancer patients N. Bol How to present online information to older cancer patients N. Bol Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Goede informatievoorziening is essentieel voor effectieve

Nadere informatie

Informatie over de deelnemers

Informatie over de deelnemers Tot eind mei 2015 hebben in totaal 45558 mensen deelgenomen aan de twee Impliciete Associatie Testen (IATs) op Onderhuids.nl. Een enorm aantal dat nog steeds groeit. Ook via deze weg willen we jullie nogmaals

Nadere informatie

Beschrijving van de gegevens: hoeveel scholen en hoeveel leerlingen deden mee?

Beschrijving van de gegevens: hoeveel scholen en hoeveel leerlingen deden mee? Technische rapportage Leesmotivatie scholen van schoolbestuur Surplus Noord-Holland Afstudeerkring Begrijpend lezen 2011-2012, Inholland, Pabo-Alkmaar Marianne Boogaard en Yvonne van Rijk (Lectoraat Ontwikkelingsgericht

Nadere informatie

Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam

Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam Paper 3: Onderzoeksinstrumenten Aantal woorden (exclusief bijlage, literatuur en samenvatting): 581 Jeffrey de Jonker Naam auteur(s) Vakgebied Titel Onderwerp Opleiding Jeffrey de Jonker Biologie Differentiëren

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten. G.E. Wessels

Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten. G.E. Wessels Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten G.E. Wessels Datum: 16 augustus 2013 In opdracht van: Stichting Informele Zorg Twente 1. Inleiding Het belang van mantelzorg wordt in Nederland

Nadere informatie

MANTELZORG, GOED GEVOEL

MANTELZORG, GOED GEVOEL UITKOMSTEN ONDERZOEK: MANTELZORG, GOED GEVOEL Inhoud: Theorie & Vragen Methode Theoretische achtergrond: Mantelzorgers zijn iets minder gelukkig dan de rest van de bevolking (CBS, 2016). Mantelzorg brengt

Nadere informatie

Innovatieve dienstverlening. Een scenario-onderzoek onder de gebruikers van Loket.nl.

Innovatieve dienstverlening. Een scenario-onderzoek onder de gebruikers van Loket.nl. Innovatieve dienstverlening. Een scenario-onderzoek onder de gebruikers van Loket.nl. In het kader van het project Innovatieve Dienstverlening doet kenniscentrum ICOON onderzoek naar de omstandigheden

Nadere informatie

IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY

IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY - eindrapport - Y. Bleeker MSc (Regioplan) dr. M. Witvliet (Regioplan) dr. N. Jungmann (Hogeschool Utrecht) Regioplan Jollemanhof

Nadere informatie

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid Kees van den Bos De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid In deze bijdrage wordt sociaal-psychologisch onderzoek naar sociale rechtvaardigheid besproken. Sociaal-psychologen

Nadere informatie

Thematische behoeftepeiling. Uitkomsten en conclusies van een brede enquête onder patiëntenorganisaties

Thematische behoeftepeiling. Uitkomsten en conclusies van een brede enquête onder patiëntenorganisaties Thematische behoeftepeiling Uitkomsten en conclusies van een brede enquête onder patiëntenorganisaties Inleiding In de komende jaren ontwikkelt de VSOP toerustende activiteiten voor patiëntenorganisaties

Nadere informatie

Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 2012-2013

Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 2012-2013 Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 212-21 In academiejaar 212-21 namen 5 mantelzorgers en 5 studenten 1 ste bachelor verpleegkunde (Howest, Brugge) deel aan het project Mantelluisten.

Nadere informatie

waardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening.

waardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening. amenvatting Elk jaar krijgen in Nederland zo n 45.000 mensen een beroerte, ook wel CVA (Cerebro Vasculair Accident) genoemd. Ongeveer 60% van hen keert na opname in het ziekenhuis of revalidatiecentrum

Nadere informatie

Samenvatting (Dutch summary)

Samenvatting (Dutch summary) Samenvatting (Dutch summary) Deze studie onderzocht seksueel risicogedrag van homoseksuele mannen in vaste relaties, voornamelijk onder mannen die deelnemen aan de Amsterdamse Cohort Studies onder Homoseksuele

Nadere informatie

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting xvii Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting Samenvatting IT uitbesteding doet er niet toe vanuit het perspectief aansluiting tussen bedrijfsvoering en IT Dit proefschrift is het

Nadere informatie

Experimentele manipulaties van self-affirmation: een overzicht van de verschillende toepassingen

Experimentele manipulaties van self-affirmation: een overzicht van de verschillende toepassingen Experimentele manipulaties van self-affirmation: een overzicht van de verschillende toepassingen Universiteit van Amsterdam, Media & Communicatie Instituut, Afdeling Communicatiewetenschap Naam: Jean-michel

Nadere informatie

1. De volgende gemiddelden zijn gevonden in een experiment met de factor Conditie en de factor Sekse.

1. De volgende gemiddelden zijn gevonden in een experiment met de factor Conditie en de factor Sekse. Oefentoets 1 1. De volgende gemiddelden zijn gevonden in een experiment met de factor Conditie en de factor Sekse. Conditie = experimenteel Conditie = controle Sekse = Vrouw 23 33 Sekse = Man 20 36 Van

Nadere informatie

Wat wil jij dat er echt verandert? onderzoek naar verandering

Wat wil jij dat er echt verandert? onderzoek naar verandering Wat wil jij dat er echt verandert? onderzoek naar verandering voor BNP Paribas B12115, mei 2010 BNP Paribas Wat wil jij dat er echt verandert? 1/ pag. Politiek Nederlanders willen online kunnen stemmen

Nadere informatie

Er staat veel op het spel bij selectie voor de geneeskundeopleiding. Slechts 6-30% van de kandidaten kan toegelaten worden tot de opleiding en selecti

Er staat veel op het spel bij selectie voor de geneeskundeopleiding. Slechts 6-30% van de kandidaten kan toegelaten worden tot de opleiding en selecti Samenvatting Er staat veel op het spel bij selectie voor de geneeskundeopleiding. Slechts 6-30% van de kandidaten kan toegelaten worden tot de opleiding en selectieprocedures zijn over het algemeen prijzig.

Nadere informatie

EFFECTIVITEIT VAN DE GEEF ME DE 5 BASISCURSUS

EFFECTIVITEIT VAN DE GEEF ME DE 5 BASISCURSUS EFFECTIVITEIT VAN DE GEEF ME DE 5 BASISCURSUS Wetenschappelijk onderzoek In dit rapport worden de wetenschappelijke bevindingen beschreven betreffende de effectiviteit van de Geef me de 5 Basiscursus.

Nadere informatie

Spelen in het groen. Agnes van den Berg Roderik Koenis Magdalena van den Berg

Spelen in het groen. Agnes van den Berg Roderik Koenis Magdalena van den Berg Spelen in het groen Effecten van een bezoek aan een natuurspeeltuin op het speelgedrag, de lichamelijke activiteit, de concentratie en de stemming van kinderen Agnes van den Berg Roderik Koenis Magdalena

Nadere informatie

CROSSMEDIATRACKER DEFENSIE VROUWEN MeMo². All rights reserved.

CROSSMEDIATRACKER DEFENSIE VROUWEN MeMo². All rights reserved. CROSSMEDIATRACKER DEFENSIE VROUWEN 2016 MeMo². All rights reserved. INHOUDSOPGAVE Introductie & Methodologie Campagne Evaluatie Vrouwen Doelstellingen Campagne effecten / single medium, synergie Herkenning

Nadere informatie

Draagvlakmonitor huisvesting vluchtelingen. Rapportage derde meting juni 2016

Draagvlakmonitor huisvesting vluchtelingen. Rapportage derde meting juni 2016 Draagvlakmonitor huisvesting vluchtelingen Rapportage derde meting juni 2016 Introductie Waarom dit onderzoek? Zijn Nederlanders de afgelopen maanden anders gaan denken over de opvang van vluchtelingen

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting 8. * COgnitive Functions And Mobiles; in dit advies aangeduid als het TNO-onderzoek.

Samenvatting. Samenvatting 8. * COgnitive Functions And Mobiles; in dit advies aangeduid als het TNO-onderzoek. Samenvatting In september 2003 publiceerde TNO de resultaten van een onderzoek naar de effecten op het welbevinden en op cognitieve functies van blootstelling van proefpersonen onder gecontroleerde omstandigheden

Nadere informatie

Figuur 1 Precede/Proceed Model

Figuur 1 Precede/Proceed Model Nederlandse samenvatting Benzodiazepinen zijn geneesmiddelen die vooral bij angstklachten en slaapstoornissen worden voorgeschreven. Ze vormen de op één na meest voorgeschreven middelen in Nederland. Tien

Nadere informatie

hoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste

hoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste Samenvatting Mensen zijn in het algemeen geneigd om consensus voor hun eigen gedrag waar te nemen. Met andere woorden, mensen denken dat hun eigen gedrag relatief vaak voorkomt. Dit verschijnsel staat

Nadere informatie

Onderzoeksrapport. Hou vol! Geen alcohol. Een alcohol preventieprogramma gericht op basisschool leerlingen en hun moeders.

Onderzoeksrapport. Hou vol! Geen alcohol. Een alcohol preventieprogramma gericht op basisschool leerlingen en hun moeders. Onderzoeksrapport Hou vol! Geen alcohol Een alcohol preventieprogramma gericht op basisschool leerlingen en hun moeders. Suzanne Mares, MSc Dr. Anna Lichtwarck-Aschoff Prof. Dr. Rutger Engels Inleiding

Nadere informatie

HET EFFECT VAN WHEELIEPOP OP SMARTPHONEGEBRUIK TIJDENS HET FIETSEN

HET EFFECT VAN WHEELIEPOP OP SMARTPHONEGEBRUIK TIJDENS HET FIETSEN HET EFFECT VAN WHEELIEPOP OP SMARTPHONEGEBRUIK TIJDENS HET FIETSEN Een kwantitatief onderzoek onder jongeren in opdracht van het Interprovinciaal Overleg JEROEN HERMANS KJELL MASSEN AMSTERDAM, JULI 2017

Nadere informatie

Motivatie volwassenen om te sporten en bewegen

Motivatie volwassenen om te sporten en bewegen Motivatie volwassenen om te sporten en bewegen Factsheet 2019/2 Remko van den Dool Figuur 1 Motivatie om te sporten en bewegen, volgens bevolking 18 tot 79 jaar, naar meting en mate van sporten en bewegen

Nadere informatie

Wat motiveert u in uw werk?

Wat motiveert u in uw werk? Wat motiveert u in uw werk? Begin dit jaar heeft u kunnen deelnemen aan een online onderzoek naar de motivatie en werktevredenheid van actuarieel geschoolden. In dit artikel worden de resultaten aan u

Nadere informatie

Jorien Slot-Heijs Amika Singh

Jorien Slot-Heijs Amika Singh Jorien Slot-Heijs Amika Singh Februari 2019 Mulier Instituut 2 Inleiding Jongeren Op Gezond Gewicht werkt aan een gezonde omgeving voor kinderen en jongeren, waaronder de schoolomgeving. Een van de doelen

Nadere informatie

Huiswerk, het huis uit!

Huiswerk, het huis uit! Huiswerk, het huis uit! Een explorerend onderzoek naar de effecten van studiebegeleiding op attitudes en gedragsdeterminanten en de bijdrage van de sociale- en leeromgeving aan deze effecten Samenvatting

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Het aantal eerste en tweede generatie immigranten in Nederland is hoger dan ooit tevoren. Momenteel wonen er 3,2 miljoen immigranten in Nederland, dat is 19.7% van de totale

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

Rapportage sociaal-emotionele ontwikkeling Playing for Success

Rapportage sociaal-emotionele ontwikkeling Playing for Success Rapportage sociaal-emotionele ontwikkeling Playing for Success Leercentrum Nijmegen Oberon, november 2012 1 Inleiding Playing for Success heeft, naast het verhogen van de taal- en rekenprestaties van de

Nadere informatie

SAMENVATTING (Summary in Dutch)

SAMENVATTING (Summary in Dutch) SAMENVATTING (Summary in Dutch) Taal speelt een belangrijke rol in ons dagelijks leven. Het is een van de meest centrale aspecten bij de interactie tussen mensen. Ons taalgebruik wordt beïnvloed door onze

Nadere informatie

De effecten van autonomie ondersteuning in hypermedia leeromgevingen

De effecten van autonomie ondersteuning in hypermedia leeromgevingen De effecten van autonomie ondersteuning in hypermedia leeromgevingen ORD 2011 Thema: ICT en Onderwijs Chantal Gorissen, Liesbeth Kester, Saskia Brand-Gruwel, Rob Martens CELSTEC, Open Universiteit Nederland

Nadere informatie

Sleuteltermen Stappenplan, belevingswereld, motivatie, boxenstelsel, economie Bibliografische referentie

Sleuteltermen Stappenplan, belevingswereld, motivatie, boxenstelsel, economie Bibliografische referentie ONTWERPRAPPORT Naam auteur Elles Lelieveld Vakgebied Economie Titel De juiste stappen, een onderzoek naar de problemen en oplossingen van opgaven over het boxenstelsel Onderwerp Het aanleren van een stappenplan

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting In Nederland is het Cerebro Vasculair Accident (CVA= hersenbloeding of herseninfarct) de derde doodsoorzaak. Van degenen die getroffen worden door een CVA overleeft ongeveer 75%. Veel van

Nadere informatie

Een voorbeeld van een schoolprogramma gericht op preventie van overgewicht in Nederland: het DOiT programma

Een voorbeeld van een schoolprogramma gericht op preventie van overgewicht in Nederland: het DOiT programma 7 Samenvatting 8 Dit proefschrift beschrijft de voorbereiding op de landelijke implementatie van het Dutch Obesity Intervention in Teenagers (DOiT) programma. Daarnaast wordt de evaluatie beschreven die

Nadere informatie

Kennis en rolopvatting van professionals gedurende Alcohol mij n zorg?!

Kennis en rolopvatting van professionals gedurende Alcohol mij n zorg?! Kennis en rolopvatting van professionals gedurende Alcohol mij n zorg?! Integrale aanpak vroegsignalering alcoholgebruik bij ouderen in de eerstelijn Drs. Myrna Keurhorst Dr. Miranda Laurant Dr. Rob Bovens

Nadere informatie

FACEBOOK. HYPE OF HEILIGE GRAAL?

FACEBOOK. HYPE OF HEILIGE GRAAL? FACEBOOK. HYPE OF HEILIGE GRAAL? WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK NAAR DE INVLOED VAN FACEBOOK OP DE RELATIE TUSSEN MERK EN MENS ENGAGEMENT OP FACEBOOK, HEEFT DAT NOU ZIN? Engagement. Als er één term is die

Nadere informatie

Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae

Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae 184 Welbevinden en hoofdpijn bij adolescenten: de rol van zelfregulatie In dit proefschrift is de rol van zelfregulatie processen voor het welbevinden van

Nadere informatie

Beschrijving resultaten onderzoek biseksualiteit AmsterdamPinkPanel Oktober 2014 Joris Blaauw

Beschrijving resultaten onderzoek biseksualiteit AmsterdamPinkPanel Oktober 2014 Joris Blaauw Beschrijving resultaten onderzoek biseksualiteit AmsterdamPinkPanel Oktober 2014 Joris Blaauw Dit document beschrijft kort de bevindingen uit het onderzoek over biseksualiteit van het AmsterdamPinkPanel.

Nadere informatie

icoach, een Web-based en Mobiele Applicatie voor Stoppen-met-roken: Verschillen tussen Gebruikersgroepen, Beïnvloedende Factoren voor Adherence,

icoach, een Web-based en Mobiele Applicatie voor Stoppen-met-roken: Verschillen tussen Gebruikersgroepen, Beïnvloedende Factoren voor Adherence, icoach, een Web-based en Mobiele Applicatie voor Stoppen-met-roken: Verschillen tussen Gebruikersgroepen, Beïnvloedende Factoren voor Adherence, en het Verband tussen Adherence en Effect icoach, a Web-based

Nadere informatie

Eerst zien dan geloven!

Eerst zien dan geloven! Eerst zien dan geloven! Een onderzoek naar het effect van voedingsclaims en verpakkingsmateriaal op koopintentie en productattitude. Afstudeerproject Persuasieve Communicatie Sophie de Jong (10416293)

Nadere informatie

Coach-scan: een feedback tool voor (beginnende) coaches. Tamara GoudenKansen.eu

Coach-scan: een feedback tool voor (beginnende) coaches. Tamara GoudenKansen.eu Coach-scan: een feedback tool voor (beginnende) coaches Tamara Kramer Tamara.Kramer@han.nl @Tamara_Kramer GoudenKansen.eu Voorstellen Tamara Onderzoeker/promovendus Talentidentificatie tennis Coaches Veel

Nadere informatie

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN Dr. C.P. van Linschoten Drs. P. Moorer Definitieve versie 27 oktober 2014 ARGO BV Inhoudsopgave 1. INLEIDING EN VRAAGSTELLING... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Vraagstelling...

Nadere informatie

Onderzoek naar de werving en het behoud van vrijwilligers toegepast op de theorie van Psychologisch Eigenaarschap.

Onderzoek naar de werving en het behoud van vrijwilligers toegepast op de theorie van Psychologisch Eigenaarschap. Onderzoek naar de werving en het behoud van vrijwilligers toegepast op de theorie van Psychologisch Eigenaarschap. Master thesis onderzoek van Mandy Ziel, Merel van der Mark & Chrisje Seijkens. Universiteit

Nadere informatie

Bijlage bij hoofdstuk 7 Ervaren gezondheid, leefstijl en zorggebruik

Bijlage bij hoofdstuk 7 Ervaren gezondheid, leefstijl en zorggebruik Bijlage bij hoofdstuk 7 Ervaren gezondheid, leefstijl en zorggebruik B7.1 Constructie van de maten voor fysieke en psychische gezondheid SF-12 vragen in SING 09 In gezondheidsonderzoek wordt vaak de zogenaamde

Nadere informatie

De invloed van Vertrouwen, Relatietevredenheid en Commitment op Customer retention

De invloed van Vertrouwen, Relatietevredenheid en Commitment op Customer retention De invloed van Vertrouwen, Relatietevredenheid en Commitment op Customer retention Samenvatting Wesley Brandes MSc Introductie Het succes van CRM is volgens Bauer, Grether en Leach (2002) afhankelijk van

Nadere informatie

Het effect van doelstellingen

Het effect van doelstellingen Het effect van doelstellingen Inleiding Goalsetting of het stellen van doelen is een van de meest populaire motivatietechnieken om de prestatie te bevorderen. In eerste instantie werd er vooral onderzoek

Nadere informatie

The Daily Mile. Jorien Slot-Heijs Amika Singh. Februari Mulier Instituut. The Daily Mile

The Daily Mile. Jorien Slot-Heijs Amika Singh. Februari Mulier Instituut. The Daily Mile Jorien Slot-Heijs Amika Singh Februari 2019 Mulier Instituut Inhoudsopgave Pagina 1. Inleiding en methode 3 2. 5 2.1 Bekendheid en deelname 6 2.2 Deelnemende scholen 7 2.3 Scholen in overweging 9 2.4 Gestopte

Nadere informatie

Rapport Consumentenonderzoek 2016 Keurmerk Klantgericht Verzekeren

Rapport Consumentenonderzoek 2016 Keurmerk Klantgericht Verzekeren Rapport Consumentenonderzoek 2016 Keurmerk Klantgericht Verzekeren Stichting toetsing verzekeraars Datum: 8 februari 2016 Projectnummer: 2015522 Auteur: Marit Koelman Inhoud 1 Achtergrond onderzoek 3 2

Nadere informatie

13.6. Onderzoeksresultaten: Betekenis voor verander- en

13.6. Onderzoeksresultaten: Betekenis voor verander- en Inhoudsopgave Dankwoord 5 Lijst van gebruikte Afkortingen 9 Lijst van figuren 15 Lijst van tabellen 16 1. Algemene inleiding 19 1.1. Inspiraties voor het onderzoek 24 1.2. Praktische relevantie van het

Nadere informatie

Fysieke Activiteit bij 50-plussers. The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and. Physical Activity among Adults Aged over 50

Fysieke Activiteit bij 50-plussers. The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and. Physical Activity among Adults Aged over 50 De relatie tussen eigen-effectiviteit 1 De Relatie tussen Eigen-effectiviteit, Intrinsieke Motivatie en Fysieke Activiteit bij 50-plussers The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and

Nadere informatie

Burgerpanel Horst aan de Maas - Meting 3

Burgerpanel Horst aan de Maas - Meting 3 Rapportage Burgerpanel meting 3: Juni 2013 In opdracht van: Contactpersoon: Gemeente Horst aan de Maas Dhr. F. Geurts Utrecht, juli 2013 DUO Market Research drs. Aart van Grootheest drs. Marjan den Ouden

Nadere informatie

Samenvatting SAMENVATTING

Samenvatting SAMENVATTING Samenvatting 147 Samenvatting Bezorgdheid om te vallen is een algemeen probleem onder zelfstandig wonende ouderen en vormt een bedreiging voor hun zelfredzaamheid. Deze bezorgdheid is geassocieerd met

Nadere informatie

Professionaliseringstraject onderzoeksvaardigheden voor docenten. prof. dr. Saskia Brand-Gruwel

Professionaliseringstraject onderzoeksvaardigheden voor docenten. prof. dr. Saskia Brand-Gruwel Professionaliseringstraject onderzoeksvaardigheden voor docenten prof. dr. Saskia Brand-Gruwel Leerdoelen Na het volgen van dit professionaliseringtraject: heeft u kennis en inzicht in de gehele onderzoekscyclus;

Nadere informatie

Meedoen is belangrijker dan winnen? Vergelijking van spelgerichte en prestatiegerichte sport apps in de context van sportmotivatie.

Meedoen is belangrijker dan winnen? Vergelijking van spelgerichte en prestatiegerichte sport apps in de context van sportmotivatie. Meedoen is belangrijker dan winnen? Vergelijking van spelgerichte en prestatiegerichte sport apps in de context van sportmotivatie. Afstudeerscriptie persuasieve communicatie Bachelor Communicatiewetenschap

Nadere informatie

Statistiek in de alfa en gamma studies. Aansluiting wiskunde VWO-WO 16 april 2018

Statistiek in de alfa en gamma studies. Aansluiting wiskunde VWO-WO 16 april 2018 Statistiek in de alfa en gamma studies Aansluiting wiskunde VWO-WO 16 april 2018 Wie ben ik? Marieke Westeneng Docent bij afdeling Methoden en Statistiek Faculteit Sociale Wetenschappen Universiteit Utrecht

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch)

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) 159 Ouders spelen een cruciale rol in het ondersteunen van participatie van kinderen [1]. Participatie, door de Wereldgezondheidsorganisatie gedefinieerd als

Nadere informatie

Cooperative learning during math lessons in multi-ethnic elementary schools

Cooperative learning during math lessons in multi-ethnic elementary schools Hoe kan de leerkracht het leerproces van leerlingen tijdens een coöperatief leren (CL) curriculum op multiculturele basisscholen optimaliseren? Moet de leerkracht de leerlingen zoveel mogelijk aansturen

Nadere informatie

De kwaliteit van educatieve activiteiten meten. Universiteitsmuseum Utrecht

De kwaliteit van educatieve activiteiten meten. Universiteitsmuseum Utrecht De kwaliteit van educatieve activiteiten meten Universiteitsmuseum Utrecht De kwaliteit van educatieve activiteiten meten Universiteitsmuseum Utrecht Claudia de Graauw Bo Broers Januari 2015 1 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Taal en communicatie - profielwerkstuk

Taal en communicatie - profielwerkstuk Taal en communicatie profielwerkstuk Op weg naar een onderzoek Op weg naar een onderzoeksverslag Als voorbeeld: een experimenteel onderzoek: de kracht van Twitter je kunt me volgen op Twitter: @roblepair

Nadere informatie

Voor het onderzoek vragen wij een online vragenlijst in te vullen, deze duurt ongeveer 15 minuten. Uw antwoorden worden vertrouwelijk behandeld.

Voor het onderzoek vragen wij een online vragenlijst in te vullen, deze duurt ongeveer 15 minuten. Uw antwoorden worden vertrouwelijk behandeld. Het doel van dit onderzoek is om inzicht te krijgen over het lange termijn effect van de deelname aan het hardloopevenement de Dam tot Damloop 2014. Dit onderzoek wordt uitgevoerd door de Hogeschool van

Nadere informatie

Gezonde voedingskeuzes stimuleren onder mbo-studenten; ontwikkeling van een app

Gezonde voedingskeuzes stimuleren onder mbo-studenten; ontwikkeling van een app Gezonde voedingskeuzes stimuleren onder mbo-studenten; ontwikkeling van een app Codename Future, Waag Society en De Haagse Hogeschool Hebben de handen ineengeslagen om een prototype te ontwikkelen van

Nadere informatie

Meervoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden

Meervoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden Er is onderzoek gedaan naar rouw na het overlijden van een huisdier (contactpersoon: Karolijne van der Houwen (Klinische Psychologie)). Mensen konden op internet een vragenlijst invullen. Daarin werd gevraagd

Nadere informatie

Het toepassen van theorieën: een stappenplan

Het toepassen van theorieën: een stappenplan Het toepassen van theorieën: een stappenplan Samenvatting Om maximaal effectief te zijn, moet de aanpak van sociale en maatschappelijke problemen idealiter gebaseerd zijn op gedegen theorie en onderzoek

Nadere informatie

Samenvatting. In hoofdstuk 1 wordt een algemene introductie gegeven over de onderwerpen die in dit proefschrift worden behandeld.

Samenvatting. In hoofdstuk 1 wordt een algemene introductie gegeven over de onderwerpen die in dit proefschrift worden behandeld. 155 Sport- en spelactiviteiten bevorderen over het algemeen de gezondheid. Deze fysieke activiteiten kunnen echter ook leiden tot blessures. Het proefschrift beschrijft de ontwikkeling en evaluatie van

Nadere informatie

Effect publieksvoorlichting

Effect publieksvoorlichting Effect publieksvoorlichting Inleiding Om het effect van de voorlichtingsbijeenkomsten te kunnen meten is gevraagd aan een aantal deelnemers aan deze bijeenkomsten om zowel voorafgaand aan de voorlichting

Nadere informatie

Theorie! Cognitive Bias Modification! Resultaten onderzoek!

Theorie! Cognitive Bias Modification! Resultaten onderzoek! Cognitive Bias Modification Resultaten onderzoek December 2013 Jules Reijnen Ron Jacobs Theorie Cognitive Bias Modification (CBM) is een recent onderzoeksgebied dat zich richt op de vertekening (bias)

Nadere informatie

1 Conclusie en discussie 1

1 Conclusie en discussie 1 1 Conclusie en discussie 1 De gevolgtrekkingen uit de resultaten en een revisie op het onderzoek In dit hoofdstuk staan de conclusies en discussie centraal. Allereerst komt een korte terugblik aan bod,

Nadere informatie

Meting september 2013

Meting september 2013 Meting september 2013 Het Nederlandse Donateurspanel van WWAV wordt mede mogelijk gemaakt door het CBF en is uitgevoerd door Peil.nl Donateursvertrouwen daalt in tegenstelling tot consumentenvertrouwen

Nadere informatie

Rapportgegevens Marketing en sales potentieel test

Rapportgegevens Marketing en sales potentieel test Rapportgegevens Marketing en sales potentieel test Respondent: Jill Voorbeeld Email: voorbeeld@testingtalents.nl Geslacht: vrouw Leeftijd: 39 Opleidingsniveau: wo Vergelijkingsgroep: Normgroep marketing

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het Samenvatting Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het individu als op populatieniveau. Effectieve

Nadere informatie

Internetpanel Dienst Regelingen

Internetpanel Dienst Regelingen Internetpanel Dienst Regelingen Resultaten peiling 20: evaluatie panel December 2012 1. Inleiding Het Internetpanel Dienst Regelingen bestaat nu bijna vijf jaar. Dat vinden de opdrachtgever Dienst Regelingen

Nadere informatie

Cultuursurvey. Betrouwbaarheidsonderzoek voor Stichting LeerKRACHT. Maaike Ketelaars Ton Klein

Cultuursurvey. Betrouwbaarheidsonderzoek voor Stichting LeerKRACHT. Maaike Ketelaars Ton Klein Cultuursurvey Betrouwbaarheidsonderzoek voor Stichting LeerKRACHT Maaike Ketelaars Ton Klein Inhoudsopgave 1 Inleiding... 5 2 Eerste voorstel voor de aanpassing van de vragenlijst... 7 2.1 Oorspronkelijke

Nadere informatie

Alleen het aller sappigste fruit en niet gemaakt van geconcentreerd sap!

Alleen het aller sappigste fruit en niet gemaakt van geconcentreerd sap! Alleen het aller sappigste fruit en niet gemaakt van geconcentreerd sap! Een onderzoek naar de effecten van voedingsclaims in reclame op de aankoopintentie van de consument Lisa Keizer 10179011 12-01-2014

Nadere informatie

Effectiviteitonderzoek naar de kennisoverdracht van I&E Milieu

Effectiviteitonderzoek naar de kennisoverdracht van I&E Milieu Effectiviteitonderzoek naar de kennisoverdracht van I&E Milieu SAMENVATTING dr. L.A. Plugge 1, drs. J. Hoonhout 2, T. Carati 2, G. Holle 2 Universiteit Maastricht IKAT, Fac. der Psychologie Inleiding Het

Nadere informatie

Yes We Can Fellow onderzoek

Yes We Can Fellow onderzoek Yes We Can Fellow onderzoek Resultaten 2017 1 Inhoud Inleiding... 3 Respons... 3 Eigenschappen responsegroep... 3 Enkelvoudige of meervoudige problematiek... 4 Zorg voorafgaand aan opname... 4 Situatie

Nadere informatie

Beinvloeding van glossylezers door middel van persuasive design.

Beinvloeding van glossylezers door middel van persuasive design. Beinvloeding van glossylezers door middel van persuasive design. Fleur Bukman User Experience Design - Seminar CMD - jaar 3 Studentnummer: 1618817 Docent: Hans Kemp Mei 2015 1 Inhoudsopgave Inleiding 3

Nadere informatie

DANKBAARHEID, PSYCHOLOGISCHE BASISBEHOEFTEN EN LEVENSDOELEN 1

DANKBAARHEID, PSYCHOLOGISCHE BASISBEHOEFTEN EN LEVENSDOELEN 1 DANKBAARHEID, PSYCHOLOGISCHE BASISBEHOEFTEN EN LEVENSDOELEN 1 Dankbaarheid in Relatie tot Intrinsieke Levensdoelen: Het mediërende Effect van Psychologische Basisbehoeften Karin Nijssen Open Universiteit

Nadere informatie

E-resultaat aanpak. Meer aanvragen en verkopen door uw online klant centraal te stellen

E-resultaat aanpak. Meer aanvragen en verkopen door uw online klant centraal te stellen E-resultaat aanpak Meer aanvragen en verkopen door uw online klant centraal te stellen 2010 ContentForces Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie,

Nadere informatie

Evaluatie bedrijfsopvangteam 2011 Je staat er niet alleen voor

Evaluatie bedrijfsopvangteam 2011 Je staat er niet alleen voor Evaluatie bedrijfsopvangteam 2011 Je staat er niet alleen voor Datum 18 mei 2011 Steller E. Koning Afdeling C&R Versie 1.3 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Evaluatie... 4 2.1 Populatie... 4 2.2 Bekendheid

Nadere informatie

Burgerparticipatie in de openbare ruimte. Juni, 2014

Burgerparticipatie in de openbare ruimte. Juni, 2014 Burgerparticipatie in de openbare ruimte Juni, 2014 Uitgave : Team Kennis en Verkenning Naam : M. Hofland Telefoonnummer : 0570-693317 Mail : m.hofland@deventer.nl 1 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 1.1 Kader

Nadere informatie