Nesselande. Rotterdam. Waterwijk. Informatieboek Vrije Kavels

Transcriptie

1 Nesselande Rotterdam Waterwijk Informatieboek Vrije Kavels november 2007

2 Nesselande Rotterdam kent je dromen van buiten Opzet Nesselande 2 Opzet Waterwijk 5 Bebouwingsregels Waterwijk 10 Oplevering kavels 17 Gronduitgifte in eigendom 22 Bouwvergunning 24 Algemene tips 26 Adressen 28 Colofon 30

3 Rotterdam geeft u de ruimte In Waterwijk komen zo'n 500 woningen, waarvan 300 op vrije, ruime in het water gelegen kavels. Ze zullen worden gerealiseerd door... de bewoners zelf. Creëer je eigen ruimte is het motto voor Waterwijk. Samen met de originele opzet van de wijk garandeert het particulier opdrachtgeverschap een exclusieve en gevarieerde woonomgeving. Er komen eilandjes met één of meerdere woningen, tuinen, smalle dijkjes en verrassende doorkijkjes. Het geheel geeft een woonomgeving waarin het nauwelijks voorstelbaar is dat Rotterdam zó dichtbij ligt. In dit boekje vindt u de bouwmogelijkheden en allerlei informatie over de wijk Nesselande en Waterwijk dat daar deel van uitmaakt. De hier beschreven kavels vormen de 1 e, 2 e, 3 e en 4 e fase van Waterwijk. De komende jaren zal de rest van Waterwijk fasegewijs ontwikkeld worden. We geven u eerst een beeld van de ruimtelijke karakteristiek van Nesselande als geheel, het stedenbouwkundig plan, het programma, de verkaveling en de openbare ruimte. Vervolgens beschrijven we de bebouwingsregels voor de kavels. Indien er voor een fase aanvullende of afwijkende regels gelden, dan staan deze apart vermeld. Het aantal regels is beperkt, bovendien mag er in Waterwijk welstandsvrij gebouwd worden! Achterin vindt u in dit boekje veel tips, handige telefoonnummers en adressen. 1

4 OPZET NESSELANDE Voorbeeld van woningen in Tuinstad Een veelzijdig plan De vrije kavels die hier worden beschreven liggen in Waterwijk. Waterwijk is onderdeel van Nesselande en behoort tot de gemeente Rotterdam. De wijk is gelegen in de polders ten noordoosten van Rotterdam, tussen de Zevenhuizerplas en Nieuwerkerk aan den IJssel. De wijk grenst aan de A20 Rotterdam-Gouda. Je kunt de wijk bereiken via de A20 en de N219, de Hoofdweg en Zevenkamp. In Nesselande worden in de periode tot 2010 zo'n 4750 woningen gerealiseerd, voor het merendeel luxe tot zeer luxe woningen. In oktober 2000 is met de bouw van de eerste woningen begonnen. In 2002 zijn de eerste kavels in Waterwijk bebouwd. gepland. Binnen de wijk is het Rietveldpark het belangrijkste structurerende inrichtingselement. Dit park loop van zuid naar noord en is ongeveer 100 meter breed. Een ander park is het Oeverpark. In dit park worden diverse recreatieve voorzieningen gerealiseerd, zoals een teleskibaan, jachthaven, horeca etc.. Centraal in de wijk ligt nog een derde groengebied: het Common Green. Common Green wordt een fraaie multifunctionele ontmoetingsplek, gelegen tussen allerlei algemene voorzieningen, zoals de metro, het winkelcentrum, het Oeverpark en de boulevard. Het karakteristieke, landelijke karakter van de oude lintbebouwing langs de Ringvaart en de Wollefoppenweg wordt zoveel mogelijk gehandhaafd Tuinstad Tuinstad wordt het grootste woongebied van Nesselande: een ruime groene buurt met veel eengezinswoningen. Gelegen rond het Rietveldpark en gebouwd in korte straten met een herkenbare, eigen sfeer. Er komen circa 3500 woningen in de koop- en huursector. Tuinstad wordt door projectontwikkelaars gebouwd. Er is hier voor het overgrote deel gekozen voor laagbouw met ruime tuinen en singels Tuinstad in het kort Tussen 2000 en eind 2009 worden hier ± 2900 woningen gebouwd Eerste bewoning: september 2001, daarna fasegewijs tot 2009 Woontypen: rij-woningen, 2-onder-1- kap woningen, vrijstaan de villa s en appartementen 1: Waterwijk 4: Winkels en voorzieningen 7: Common Green 2: Tuinstad 5: Bedrijvenpark 8: Oeverpark 3: Badplaats 6: Rietveldpark 9: Natuur en recreatie Naast woningen is de Zevenhuizerplas vergroot, deze is bijna twee keer zo groot als de Rotterdamse Kralingse Plas. Aansluitend worden de recreatieve mogelijkheden rondom de plas aanzienlijk uitgebreid. Thans zijn in Nesselande ontwikkelingen gaande omtrent het definitieve winkelcentrum, een klein bedrijvenpark, scholen, een jachthaven. Het metrostation dat in directe verbinding staat met het centrum van Rotterdam is reeds gerealiseerd. Drie woonbuurten en meer De wijk Nesselande bestaat uit drie woonbuurten: Tuinstad, Badplaats en Waterwijk. Aan de zuidzijde van de wijk langs de A20 Rotterdam-Gouda is bovendien een bedrijvenpark 2. Badplaats Aan de westzijde van het park komt langs de oever van de Zevenhuizerplas het gebied Badplaats. In Badplaats worden circa 1200 woningen gebouwd. Badplaats wordt dankzij de boulevard, de terrassen en winkels en een 800 meter lang strand een uniek en aantrekkelijk gebied aan de rand van de plas. In Badplaats wordt bovendien de duinenwijk aangelegd, een wijkdeel met een lichtglooiende inrichting dat doet denken aan een duingebied. 2

5 Een waterrijke en groene wijk aan de Zevenhuizerplas Badplaats in het kort Tussen 2004 en 2008 worden er circa 1300 woningen gebouwd Eerste bewoning: begin 2005 Woontypen: rij-woningen, 2-onder-1 kapwoningen, vrijstaande villa's en appartementen Voorzieningen in de wijk Zeer compleet Nesselande wordt een kwaliteitswijk met een zeer compleet pakket eigentijdse voorzieningen. Met name de voorzieningen die te maken hebben met waterrecreatie zijn bijzonder en ook aantrekkelijk voor mensen van buiten de wijk. Winkelen langs de boulevard In het hart van de wijk komt langs de boulevard een wijkwinkelcentrum met zicht op de plas. Dit multifunctionele winkelcentrum zal naar verwachting in 2009 worden geopend. Voor de tussenliggende periode is een tijdelijk winkelcentrum geplaatst aan het strand. Impressie van Badplaats 3. Waterwijk Waterwijk wordt het eilandenrijk van Nesselande. Dit waterrijke deel van Nesselande vormt de overgang tussen de woonwijk en de Eendrachtspolder, welke deel uitmaakt van het Groene Hart. Waterwijk krijgt circa 300 ruime, vrije kavels van ±350 tot ±1500 m 2. Sommige op een privéeilandje, andere met meer kavels op een groot eiland, weer andere naast elkaar aan een sfeervol dijkweggetje. Maar altijd aan het water. Wat is er mooier dan vanuit je eigen tuin het weidse water op te peddelen? Waterwijk in het kort Vanaf 2002 tot eind 2015 worden 300 woningen in particulier opdrachtgeverschap gebouwd Start bouw fase 1 vanaf 2002 Start bouw fase 2 vanaf 2005 Start bouw fase 3 vanaf 2008 Start bouw fase 4 vanaf 2008 Start bouw fase 5, 6 en 7 vanaf 2009 Multifunctioneel wijkcentrum inclusief gezondheidscentrum Nesselande opent eind 2007 naast het winkelcentrum een multifunctioneel wijkcentrum waarin allerlei sociale en culturele activiteiten onderdak zullen vinden. Bijvoorbeeld een wijkbibliotheek en een uitgebreid gezondheidscentrum met een apotheek, huisartsenpraktijk en diverse specialismen zoals fysiotherapie. Kinderclusters en onderwijs Nesselande krijgt twee 'kinderclusters'. Kinderclusters bestaan uit een combinatie van een basisschool, een kinderdagverblijf en een accommodatie met peuterspeelzaal en buitenschoolse opvang. Deze kinderclusters zijn in een kindvriendelijke en veilige omgeving gelegen. Het eerste cluster is in september 2004 geopend. Elk cluster krijgt een eigen 'kleur'. Het eerste cluster biedt onderwijs van protestants christelijke signatuur, het tweede cluster een combinatie van katholiek en openbaar onderwijs. In het ontwikkelplan is ook ruimte voor voortgezet middelbaar onderwijs gereserveerd. Het tweede cluster zal in 2010 geopend worden. Luchtfoto van Waterwijk genomen vanuit het noorden in de zomer van U ziet rechtsboven in de verte de plas, aan de onderkant grenzend aan het zandpakket waar Badplaats op gebouwd gaat worden. Op de voorgrond ziet u de driehoekvorm van Waterwijk fase 1 met vele bebouwde kavels in een mooi blauw waterlandschap. Fase 2 is de lager gelegen driehoek met zandkleurige kavels waarvan er nog maar enkele bebouwd zijn. De langwerpige zandstrook langs de bestaande bebouwing onderaan wordt fase 4. 3

6 Sport, recreatie en tuinieren Op het gebied van sport en recreatie heeft Nesselande haar bewoners veel bijzonders te bieden. In het woongebied zijn veel voorzieningen op sportief en recreatief gebied. Zo komt er een sportcomplex met hockeyvelden. Ook komt in de wijk een sportzaal, die geschikt is voor diverse binnensporten en gymlessen. In de bestaande volkstuincomplexen 'De Tochten' en 'De Boerderij' is ruimte voor tuinhobbyisten. Horeca rond het water Langs de boulevard en in het Oeverpark is ruimte gereserveerd voor meerdere cafés en restaurants. Rietveldpark Er loopt een langgerekt park dwars door Nesselande. Zowel Tuinstad, Badplaats als Waterwijk grenzen aan dit park. Het park krijgt veel waterpartijen en kan daarom een belangrijke rol in het duurzame waterbeheer binnen de wijk spelen. Verder loopt er door het park een hoogspanningstracé. Voor meer informatie over dit tracé zie de website en kies via de 'Snelknop' voor 'Hoogspanningslijn. Op deze foto kun je de structuur van Waterwijk goed zien. Fase 1 en 2 zijn helemaal uitgewerkt. Bij het nu nog niet ontwikkelde deel van Waterwijk (boven links en rechts) wordt er nog heel wat land weggegraven en zullen ook daar mooie kaveleilanden met water rondom worden gecreëerd. Op de foto hieronder één van de twee bruggen die Waterwijk met Nesselande verbindt. Deze brug draagt de naam 'Wind en Water'.

7 OPZET WATERWIJK Voorbeeld van een woning uit fase 1 Waterwijk ligt aan de noordzijde van Nesselande en wordt aan de Zuidzijde begrensd door de wijkontsluitingsweg van Nesselande, de Brandingdijk. Verder wordt het gebied aan de oostzijde begrensd door het bestaande woonlint langs de Ringvaart en de Middelweg (noordzijde). De westelijke punt van Waterwijk ligt aan de Zevenhuizerplas. 300 vrije kavels In Waterwijk worden circa 500 woningen gebouwd. Er zijn ongeveer 300 kavels gereserveerd voor de bouw van luxe villa's in particulier opdrachtgeverschap. Deze particuliere kavels variëren in grootte. Het merendeel heeft een oppervlak van circa 500 m 2. De eilandjes van Waterwijk bestaan soms uit één woonkavel of uit clusters van meerdere percelen met één brug en toegangsweg. Bij alle woningen is het mogelijk een praktijk- of atelier-aan-huis te realiseren. Exclusief karakter Waterwijk is een bijzonder onderdeel van Nesselande. Door de unieke landschappelijk ligging en het vele water krijgt dit deel van Nesselande een exclusief karakter. Het wordt een waterrijk woongebied met vele kleine wooneilandjes met eigen aanlegmogelijkheden. Het gebied staat via de Nessevaart in directe verbinding met de Zevenhuizerplas en is toegankelijk voor kleine boten zonder verbrandingsmotor. Vanwege de unieke waterkwaliteit van de Zevenhuizerplas komt er geen directe verbinding met de Rotte. 12 platformwoningen aan de zuidrand van fase 1 Projectontwikkeling De overige 200 woningen van Waterwijk worden door diverse ontwikkelaars projectmatig ontwikkeld. Op deze kavels worden bijzondere en meer compacte woonvormen gerealiseerd: de appartementen, platformwoningen en waterwoningen. Voor een aantal locaties met projectmatige woningen zijn plannen recent gerealiseerd of in ontwikkeling. Zie voor de up-to-date verkoopinformatie van deze woningen de Nesselande-site onder "Kopen en Huren". Overzicht van de voorlopige verkaveling van geheel Waterwijk 5

8 Voorbeeld van een woning uit fase 1 Een eigen ruimtelijke karakteristiek Water, dijken en tuinen Het bijzondere van Waterwijk is de rijke inrichting met sfeervolle dijkweggetjes en privétuinen aan het water. Het water is vanuit de tuinen en het openbare gebied zichtbaar. Over de vaarten zijn lange zichtlijnen mogelijk. Door kleine asverschuivingen ontstaan steeds nieuwe doorkijkjes waarbij je het gebied zelden in zijn geheel kunt overzien. Landelijke sfeer Mede dankzij de particuliere ontwikkeling krijgt Waterwijk een zeer gevarieerd uiterlijk: er komen huizen in alle soorten en maten. De bebouwing zorgt voor afwisseling en accenten, maar overheerst het decor van het waterlandschap niet. Ook de inrichting van de openbare ruimte draagt bij aan de landelijke en waterrijke sfeer. Om die reden zijn de dijkjes en woonstraten smal en markant, en wordt er gestreefd naar een simpele, onnadrukkelijke vormgeving met een passend gebruik van materialen. De voornamelijk getrapte oevers maken een natuurlijke oeverontwikkeling met een gevarieerde waterbeplanting mogelijk. Het stedelijk plan Mikado s, legakkers en dwarsvaarten De hoofdstructuur van Waterwijk bestaat uit drie patronen: de mikado's, de legakkers en de dwarsvaarten. Deze drie elementen zorgen voor een gevarieerd, ruimtelijk patroon van water en land. De mikado's vormen de eerste structuurlaag en bestaan uit een stelsel van schuin door het gebied liggende dijkjes die de wijk met de rest van Nesselande verbinden. De tweede laag bestaat uit een gelijkmatig stelsel van waterlopen en landstrips. Dit patroon doet zowel denken aan de legakkers in de voormalige veengebieden als aan de verkaveling van de bebouwingslinten die het plassengebied van Reeuwijk doorkruisen. De derde laag in de structuur bestaat uit vier dwarsvaarten. Deze vier De dikke lijnen geven de mikado s aan: dijkjes die de wijk met de rest van Nesselande verbinden. extra brede, diepe waterlopen doorsnijden op een aantal plekken het legakkerpatroon en zorgen voor snelverbindingen tussen de langgerekte oost-west waterlopen. De breedte van de waterlopen varieert van 4 tot 30 meter. De sloten zijn circa 4 meter breed. De diepte van de vaarten en sloten ligt tussen de 1.80 en 3 meter. De openbare ruimte Water De kavels liggen als eilanden in het water. In Waterwijk is water in overvloed. Door de hele wijk worden langs de privétuinen en het openbare water ondiepe oeverzones aangelegd. In deze oeverzones zal zich een gevarieerde waterbeplanting gaan ontwikkelen. Het water in Waterwijk is onderdeel van de Zevenhuizerplas. Het Hoogheemraadschap beheert dit water. Deze laat het peil (grondwaterstand) tussen NAP m en NAP m variëren, respectievelijk het zomer- en het winterpeil. Mikado's De mikado's vormen de hoofdontsluiting van het gebied. De dijkjes hebben een landelijk karakter en krijgen door de bomenrij een duidelijk accent. Langs deze dijkjes kan niet geparkeerd worden. Het profiel van de mikado is zo smal, dat twee personenauto's elkaar alleen stapvoets kunnen passeren. Om de circa 60 meter komt een passeerplek, bijvoorbeeld op kruisingen en bruggen. Voor het comfort van de voetganger wordt naast de rijweg een vrijliggend voetpad aangelegd. Bruggen Twee bruggen vormen de toegang tot Waterwijk. Deze vaste bruggen hebben een doorvaarhoogte van 1.20 meter in de winter en 1.50 meter in de zomer, zo ook de twee mikadobruggen ter hoogte van kavel 53 en 158. Alle overige mikadobruggen hebben een doorvaarhoogte van 1.00 meter in de winter en 1.30 meter in de zomer. Woonstraten De woonstraten ontsluiten de kavels en liggen lager dan de mikado's. Evenals de mikado's zijn de straten smal en worden in asfalt uitgevoerd. In het wegprofiel is geen onderscheid gemaakt tussen autoverkeer en langzaam verkeer. De woonstraten zijn doodlopend en functioneren 6

9 Tekst???? De dikke lijnen geven de woonstraten aan. verkeerstechnisch als een woonerf. Parkeren Voor de kavels in Waterwijk geldt dat er minimaal 2 parkeerplaatsen voor auto s op de kavel gerealiseerd moeten worden. Verder is in iedere woonstraat een openbaar eiland met parkeerplaatsen gepland. Deze eilandjes zijn vrij toegankelijk voor bezoekers en krijgen een speelplaats met speeltoestellen. In de woonstraten kan niet geparkeerd worden in verband met de bereikbaarheid van de kavels voor de brandweer. Verkaveling en woonvormen Menging van woontypen In de verkaveling voor Waterwijk is gekozen voor een opzet die woningtypen nadrukkelijk mengt. Het programma bestaat uit drie verschillende kavel- en gebouwtypes: wonen op een eigen erf (particuliere kavels) wonen direct aan het water (projectmatig ontwikkeld) gemeenschappelijk wonen in een appartementengebouw (projectmatig ontwikkeld) hiervan is nog niet bekend. In het park is aan de oostzijde een strook land gereserveerd voor een mogelijke doortrekking van de metro in de toekomst. Doel bebouwingsregels Voor de bebouwing op de kavels is een aantal bebouwingsregels opgesteld. Doel van deze regels is te voorkomen dat bebouwing op buurkavels elkaar hindert. Bovendien wordt de landschappelijke kwaliteit van het stedenbouwkundig plan gewaarborgd. Nadere informatie omtrent de specifieke bebouwingsregels treft u in de het hoofdstuk Bebouwingsregels op bladzijde 10. De bebouwingsregels voor fase 4 staan vermeld vanaf bladzijde 13. Regels en vrijheid Er is naar gestreefd het aantal regels beperkt te houden en ze zo op te stellen dat ze u veel vrijheid geven. Deze aanpak van regels en vrijheid zorgt ervoor dat: de woningen elkaar niet hinderen er voldoende ruimte en doorzicht naar de omgeving aanwezig blijft er veel variatie in woningen zal zijn, zowel qua positie als verschijningsvorm er voldoende gelegenheid is voor het bouwen van exclusieve en ruime woningen Bijzondere bestemmingen Door Waterwijk loopt onder de hoogspanningslijn een strook land waarin heel beperkt gebouwd mag worden. Deze strook is onderdeel van het langgerekte Rietveldpark. Mede om die reden worden de eilanden in deze strook als groengebied ingericht. De precieze invulling en uitwerking Hieronder beelden van de bijzondere bruggen die Waterwijk met Nesselande verbinden. 7

10 Waterwijk actueel: vier fases in ontwikkeling A A Detailkaarten nieuwste fase: Fase 3 Verkaveling fase 3 Betekenis kleuren: zie legenda rechterpagina 8

11 De verschillende kaveltypen van Fase 1, 2, 3 en 4 Legenda kaveltypen Een uitgebreide beschrijving van de kavels per kaveltype vindt u in het kavelboek. Meest actuele informatie over de nog vrije en al verkochte kavels: zie de Nesselande-site. 9

12 BEBOUWINGSREGELS Maquette van de eerste fase van Waterwijk Hierna leest u meer over de algemene bebouwingsregels. Indien er aanvullende of afwijkende regels gelden voor een fase, dan zijn deze in een grijs vlak aangegeven. Voor fase 4 gelden vanaf midden deze bladzijde voor een deel afzonderlijke regels. U vindt deze beschreven op bladzijde 13 t/m 15. Bebouwing Per kavel is één woning toegestaan. Aanvullend voor Fase 2 Uitzondering op deze regel vormen enkele kavels in fase 2 (type I). Op deze kavels moeten 2 of 3 woningen worden gebouwd. Perceel - Onroerende Zaak Het perceel is het totale oppervlak dat aan de particulier in eigendom wordt uitgegeven. Percelen kunnen voor een deel bestaan uit water en/of een gemeenschappelijk ontsluitingsgebied, met gemeenschappelijke voorzieningen en brug. Kavel De kavel is het deel van het perceel exclusief het water en/of het gemeenschappelijk terrein met voorzieningen en brug. Indien het perceel geen water of deel van gemeenschappelijk terrein bevat dan geldt: perceel = kavel. Aanvullend voor Fase 2 In fase 2 wordt het bebouwbare deel van het water bij kaveltype H,I en J wel tot de kavel gerekend. Woningtype De keuze voor het type woning is vrij; binnen de bebouwingsregels mag elk type woning worden gebouwd. Wel zijn sommige kavels beter geschikt voor bepaalde woningtypes. Op deze wijze kan bij elke woonwens de meest optimale kavel worden gekozen. Een omschrijving van de verschillende kaveltypen met bijbehorende bebouwingsmogelijkheden is in het kaveltekeningenboek opgenomen. Niveau kavels voor Fases 1, 2 en 3 Elk kavel wordt aangelegd met een lager en een hoger deel. Het hogere deel van de kavels sluit aan op de openbare weg, welke op NAP m ligt. Hierdoor is een goede ontsluiting voor bewoners en nutsvoorzieningen mogelijk. Het lagere deel van de kavel sluit aan op het water. Zo krijgen de tuinen een directe relatie met het water. Het hoogteverschil kan zowel in de doorsnede van het huis als in het ontwerp van de tuin worden opgelost. Daarbij moet rekening worden gehouden met de volgende randvoorwaarden: - de hoogte van de kavel aan de waterkant moet NAP m zijn; - de hoogte aansluitend aan de woonstraat of aan het gemeenschappelijk ontsluitingsgebied moet NAP m bedragen. De bovenkant begane grondvloer mag dus op NAP m liggen, maar ook lager. Hierbij moet men rekening houden met het verschil in hoogte voor wat betreft de rioolaansluiting; - bij aanpassing van de oorspronkelijke hoogte van de kavel dient het hoogteverschil met de naastgelegen kavel op eigen terrein of in onderling overleg te worden opgelost. Aanvullend voor Fase 2 en 3 Langs alle waterkanten moet bovendien een zone van minimaal 1 meter breed worden aangelegd op een hoogte van NAP m bij de beschoeiing schuin oplopend tot NAP m. Deze zone mag niet worden bebouwd en moet worden gehandhaafd. Bebouwingsveld Fases 1, 2 en 3 Het bebouwingsveld is dat deel van de kavel waarbinnen de bebouwing moet worden geplaatst. Alle bebouwing dient binnen het bebouwingsveld te worden geplaatst. Dit geldt ook voor uitstekende delen zoals balkons, luifels en carports. Ook dakoverstekken en dakgoten dienen geheel binnen het bebouwingsveld gesitueerd te worden. Op bovengenoemde regel gelden twee uitzonderingen: indien bewoners op naast elkaar gelegen kavels in onderling overleg besluiten hun garages of bergingen op de gemeenschappelijke perceelgrens te koppelen dan is 10

13 Regels maar ook veel vrijheid Voorbeeld van woningen uit fase 1 dat toegestaan. In dat geval mag aan de zijde van die perceelgrens buiten het bebouwingsveld tot een maximale bouwhoogte van 2.5 meter gebouwd worden, gerekend vanaf peil NAP m. De hoogte van 2.5 m is niet voldoende voor een volledige bouwlaag, maar wel voor een garage of erker. Uiteraard vervalt deze uitzondering voor beide particulieren als één van de twee tijdens de planvorming of na de bouwvergunningverlening van de optie afziet. bebouwing volledig onder maaiveld respectievelijk onder NAP m mag buiten het bebouwingsveld worden gesitueerd. Daarbij dient minimaal 0.50 m afstand tot de kavelgrens te worden gehouden. Aanvullend voor Fase 2 Bij kaveltype H,I en J ligt het bebouwingsveld 5 meter in het water. Hierbij geldt als aanvullende voorwaarde voor de situering van de bebouwing dat de gevel aan de noordzijde tenminste direct aan het water wordt aangelegd. De woning mag binnen het bebouwingsveld ook in het water worden gesitueerd, dat wil zeggen maximaal 5 m buiten de oeverlijn (zie tek. hieronder). Het deel van deze 5 m brede zone van het bebouwingsveld dat buiten de oeverlijn valt en niet wordt bebouwd dient na de bouw afgegraven te worden tot water met een onderwatertalud van 1:2. Het is in deze zone wel toegestaan om een steiger te bouwen. Daarnaast mag in de steigerzone ook een steiger worden gebouwd (zie pag. 15). Het deel van de woning dat in het water wordt gebouwd, dient of op palen te staan of de gevel van dit deel van de woning dient tot onder de waterspiegel door te lopen. Aanvullend voor Fase 2 en 3 Uitzondering: indien bewoners op naast elkaar gelegen kavels in onderling overleg besluiten hun garages of bergingen op de gemeenschappelijke perceelgrens te koppelen dan is dat toegestaan. In dat geval mag aan de zijde van die perceelgrens buiten het bebouwingsveld tot een maximale bouwhoogte van 3 meter gebouwd worden, gerekend vanaf peil NAP m. Maximaal bebouwd oppervlak voor Fases 1, 2 en 3 Het maximaal bebouwd oppervlak is het grootst mogelijke oppervlak dat binnen het bebouwingsveld mag worden bebouwd, uitgedrukt in een percentage van het kaveloppervlak. Kleiner dan 600 m 2 - Voor kavels kleiner dan of gelijk aan 600 m 2 geldt een maximaal bebouwd oppervlak van 30% van het kavelop-- pervlak vermeerderd met het aandeel van het eventuele gemeenschappelijk ontsluitingsgebied. Groter dan 600 m 2 - Voor kavels groter dan 600 m 2 geldt een maximaal bebouwd oppervlak van 25% van het kaveloppervlak vermeerderd met het aandeel van het eventuele gemeenschappelijk ontsluitingsgebied. - Uitstekende delen tot maximaal 0.50 m hoeven niet meegenomen te worden bij de berekening van het bebouwd oppervlak. Vanaf 0.50 m wordt de overschrijding van uitstekende delen meegeteld bij de bepaling van het aantal gebouwde m 2. Bebouwingsveld bij type H, I en J steigerzone maximaal 9 m hoog overgangszone Aanvullend voor Fase 2 Voor de kavels van type I geldt een afwijkende regel. Om 2 of 3 woningen op deze kavels mogelijk te maken wordt een hoger bebouwingspercentage toegestaan. Hier geldt een maximaal bebouwd oppervlak van 30% van het kaveloppervlak. 11

14 Voorbeeld van woning in fase 1 Maximale bebouwingsenvelop voor Fases 1, 2 en 3 De bebouwingsenvelop geeft 3-dimensionaal de begrenzingen aan waarbinnen gebouwd moet worden. De maximale bebouwingsenvelop bepaalt wat de maximale bebouwingshoogte in bepaalde zones van het bebouwingsveld mag zijn. Een aantal kaveltypes heeft binnen het bebouwingsveld een overgangszone. Deze overgangszone garandeert een goede aansluiting op de naburige kavel of het gemeenschappelijke hof. Maximaal bouwvolume voor Fases 1, 2 en 3 Het maximale bouwvolume is het maximale volume in m 3 dat binnen het bebouwingsveld gebouwd mag worden, gerelateerd aan de grootte van het kaveloppervlak vermeerderd met het aandeel van het eventuele gemeenschappelijk ontsluitingsgebied. - Voor het maximale bouwvolume worden alleen de m 3 meegeteld boven NAP m. Dit betekent dat kelders of souterrains, voor zover gelegen onder peil NAP m, niet meetellen in de berekening van het maximaal toegestane bouwvolume. - Uitstekende delen zoals balkons, luifels, dakoverstekken en dakgoten worden niet tot het bouwvolume gerekend, maar dienen wel binnen de bebouwingsenvelop te vallen. Kleiner dan 600 m 2 - Binnen deze overgangszone varieert de maximale bebouwingshoogte van 2.50 m tot 9.00 m. - Op de grenzen van het bebouwingsveld geldt aan de zijde van een naburig kavel een maximale bouwhoogte van 2.50 m, gerekend vanaf peil NAP m. - Op de grenzen van het bebouwingsveld aan de zijde van water geldt een maximale bouwhoogte van 9.00 m gerekend vanaf peil NAP m. - In de overgangszones mag de bouwhoogte toe nemen van 2.50 m tot maximaal 9.00 m binnen een hellingshoek kleiner of gelijk aan 60 graden. Aanvullend voor Fase 2 en 3 - binnen de overgangszone varieert de maximale bebouwingshoogte van 3.00 m tot 9.00 m. - de overgangszone is over het algemeen 2 meter breed, bij een aantal kaveltypes is deze zone breder. - op de grenzen van de overgangszone geldt aan de zijde van een naburig kavel of een gezamenlijk terrein een maximale bouwhoogte van 3.00 m, gerekend vanaf peil NAP m. - in de overgangszones mag de bouwhoogte toe nemen van 3 m tot max. 9 m. Er zijn geen eisen voor de hellingshoek. - Voor de kavels kleiner dan of gelijk aan 600 m 2 geldt een maximaal bouwvolume van 1,5 maal het kaveloppervlak vermeerderd met het aandeel van het eventuele gemeenschappelijk ontsluitingsgebied met een maximum van 1200 m 3. Groter dan 600 m 2 - Voor de kavels groter dan 600 m 2 geldt een maximaal bouwvolume van 1,2 maal het kaveloppervlak vermeerderd met het aandeel van het eventuele gemeenschappelijk ontsluitingsgebied, met een maximum van 1200 m 3. - Het aantal maximaal te bouwen m 3 is aangegeven op de kaveltekening. Indien u een woning wenst te bouwen welke meer inhoud heeft dan is toegestaan dan is realisatie van een dergelijke woning alleen mogelijk door verdiept te bouwen, dus onder peil NAP m. Dit brengt hogere bouwkosten met zich mee. Aanvullend voor Fase 2 Voor de kavels van type I geldt een afwijkende regel. Om 2 of 3 woningen op deze kavels mogelijk te maken wordt een hoger bebouwingspercentage toegestaan. Bij deze kavels geldt een maximaal bouwvolume van 1,5 maal het kaveloppervlak. 12

15 Voorbeeld woning in fase 1 Water binnen de kavel Fases 1, 2 en 3 Het is mogelijk om de kavel deels af te graven en water binnen de uitgiftegrenzen te brengen, mits: - hiervoor een vergunning voor wordt aangevraagd, waarbij voldaan moet worden aan de regels in de Verordening op het onderhoud van sloten, weteringen etc. Gemeenteblad nr. 82 (1952); - de oever op een hoogte van NAP m blijft of de woning direct aan het water grenst; - het getrapte oeverprofiel op dezelfde manier wordt aan gelegd; - de aanwezige oevervegetatiezone behouden blijft, uitgezonderd een opening met een maximale breedte die gelijk is aan de maximale breedte van een toegestane steiger (zie pagina 15). Bebouwingsregels Fase 4 Uitgangspunten voor Fase 4 Fase 4 van Waterwijk vormt de overgang van het nieuwe waterrijke woongebied naar het bestaande polderlint aan het Zuideinde. De verkaveling heeft dan ook enerzijds als uitgangspunt het lint een nieuwe begrenzing te geven en anderzijds om vanuit Waterwijk het contact met de bestaande structuren van de omgeving vorm te geven. De dichtheid van het plangebied sluit aan bij de lage dichtheid van het lint. De verkaveling bestaat uit een reeks eilanden waarop ruimte is voor 1 tot 8 woningen. Elk eiland wordt ontsloten door 2 bruggen. De kavels worden ontsloten vanaf een parallel aan de dijk gelegen openbare ventweg of direct vanaf de dijk door een in gezamenlijk eigendom uit te geven brug. Door toepassing van een ventweg is het aantal benodigde bruggen lager en wordt de singel visueel niet te veel onderbroken. De ventweg functioneert bovendien als een overgangszone tussen de ontsluitingsweg op de dijk en de kavels en biedt (beperkte) speelruimte voor kinderen en ruimte voor parkeerplaatsen voor bezoekers. Alle kavels grenzen aan de achterzijde aan water. De bebouwingsvelden zijn ruim, zodat ze de bouw van verschillende woningtypen mogelijk maken. Bovendien zijn ze zo gesitueerd, dat zowel aan de voorkant als aan de achterkant de mogelijkheid bestaat een zonnig terras aan te leggen. Maximale breedte Niveau kavels Fase 4 Voor de kavels in fase 4 gelden andere bebouwingsregels dan voor de overige fasen. Dit deel van de wijk heeft ook een ander (water)peil. De kavels in fase 4 van Waterwijk niveau en talud zullen worden aangelegd op twee peilen. De kavels 200 t/m 203 worden aangelegd op een hoogte van NAP m. De kavels 204 t/m 215 worden aangelegd op het peil NAP m. De kavels 200 t/m 203 worden door een in gezamenlijk eigendom uitgegeven erf met brug direct vanaf de dijk ontsloten. De kavels 204 t/m 215 grenzen aan de voorzijde aan een openbare parallelweg, die eveneens gelegen is op NAP m. Hierdoor is een goede ontsluiting voor bewoners en nutsvoorzieningen mogelijk. Daar waar de kavel grenst aan water loopt de kavel schuin af naar de beschoeiing, die een hoogte heeft van 0.15 m boven het winterpeil van het water. Het is niet toegestaan de kavel af te graven. Door de hoogte van de beschoeiing vast te leggen ontstaat een eenduidig beeld aan de waterkant. De lage beschoeiing in combinatie met het talud zorgt er bovendien voor dat de tuin een directe relatie krijgt met het water. Het peil van het water in het gebied is niet overal gelijk. In het algemeen kan gesteld worden dat het water aan de voorkant van de kavels lager ligt dan het water aan de zijkant en achterkant. Om te voorkomen dat de tuin te steil afloopt naar het water is een minimale diepte van het talud gewenst. Deze diepte is afhankelijk van het waterpeil en het peil van de kavel: - ter plaatse van de kavels 200 tot en met 203 wordt een talud aangelegd met aan de achterkant en zijkant een diepte van 3.00 m. Aan de voorkant wordt een talud met een afmeting van 4.00 meter gerealiseerd; - ter plaatse van de kavels 204 tot en met 211 bedraagt het talud aan de achterkant en zijkant 1.50 meter; - de diepte van het talud aan de zijkant en achterkant van de kavels 212 t/m 215 bedraagt 2.5 meter. Alle kavels worden opgeleverd met de bovenstaande afmetingen van het talud. Het is mogelijk om het talud zelf nog 13

16 Voorbeeld aanleg van een talud in fase 1 dieper (en dus minder steil) te maken of aan het water een verlaagd terras aan te leggen. De maximaal toegestane breedte van dit terras is 7.5 meter. Het terras dient minimaal 5 meter uit de hoek tussen twee watergangen te worden gesitueerd. Bij aanpassing van de oorspronkelijk hoogte van de kavel dient het hoogteverschil met de parallelstraat en/of de naastgelegen kavel op eigen terrein of in onderling overleg te worden opgelost. 1 meter minimaal talud vereist in bestemmingsplan gewenst talud verlaagd terras aan water verdiept talud Bebouwingsveld Fase 4 Het bebouwingsveld is dat deel van de kavel waarbinnen alle bebouwing moet worden geplaatst. Dit geldt ook voor uitstekende delen, zoals balkons, dakoverstekken, goten en luifels. Dit betekent dat twee-onder-één-kapwoningen op twee naast elkaar gelegen kavels niet zijn toegestaan. Op bovengenoemde regel geldt één uitzondering: indien bewoners van naast elkaar gelegen kavels in onderling overleg besluiten hun garages of bergingen op de gemeenschappelijke perceelgrens te koppelen dan is dat toegestaan. In dat geval mag aan de zijde van die perceelgrens buiten het bebouwingsveld tot een maximale bouwhoogte van 3.0 meter gebouwd worden, gerekend vanaf peil NAP m (kavels 204 t/m 216) of NAP m (kavels 200 t/m 203). Uiteraard vervalt deze uitzondering indien één van beide partijen tijdens de planvorming of na de bouwvergunningverlening van de optie afziet. Bebouwing volledig onder maaiveld mag buiten het bebouwingsveld worden gesitueerd. Daarbij dient voldoende afstand tot de kavelgrens te worden gehouden. In fase 4 is dit minimaal 1.0 meter. Maximale bebouwingsenvelop Fase 4 De bebouwingsenvelop geeft 3-dimensionaal de begrenzingen aan waarbinnen gebouwd mag worden. In fase 4 mag binnen het gehele bebouwingsveld tot 9.0 meter hoog worden gebouwd, gemeten vanaf het peil NAP m (kavels 204 t/m 216) of NAP m (kavels 200 t/m 203). Maximaal bouwvolume Fase 4 Het maximale bouwvolume is het maximale volume in m 3 dat binnen het bebouwingsveld mag worden gebouwd, gerelateerd aan de grootte van het aantal m 2 kaveloppervlak. Voor het maximale bouwvolume worden alleen de m 3 meegeteld boven het maaiveld NAP m (kavels 204 t/m 216) of NAP m (kavels 200 t/m 203). Dit betekent dat kelders of souterrains gelegen onder het maaiveld niet meetellen in de berekening van het maximaal toegestane bouwvolume. Uitstekende delen, zoals balkons, overstekken en luifels worden niet tot het bouwvolume gerekend, maar dienen wel binnen de bebouwingsenvelop te vallen. Het maximale bouwvolume bedraagt 1,5 maal het kaveloppervlak, met een maximum van m 3. Het maximaal aantal te bouwen m 3 is aangegeven op de kaveltekening. Indien u een woning wenst te bouwen welke meer inhoud heeft dan volgens bovenstaande formule is toegestaan, dan is realisatie van een dergelijke woning alleen mogelijk door verdiept te bouwen, dus onder het peil NAP m (kavels 204 t/m 216) of NAP m (kavels 200 t/m 203). Dit brengt echter hogere bouwkosten met zich mee. 14

17 Voorbeeld van een steiger in fase 1 Regels voor steigers, botenhuizen en parkeerplaatsen (alle fases) Steigers, Vlonders en Botenhuizen Alle kavels die een steigerzone hebben, mogen in deze zone een steiger, vlonder en/of een botenhuis bouwen. De positie hiervan is binnen de aangegeven zone vrij te kiezen. Ter verduidelijking: een steiger heeft steunpunten in het water en een vlonder niet, deze hangt boven de watergang. Voor de bouw van een steiger of aanleg van een vlonder (groter dan 2 m 2 ) dient u vergunning aan te vragen bij de Afdeling Vergunningen van de gemeente Rotterdam. Regels voor het bouwen/aanleggen van steigers, vlonders en botenhuizen: - Bij kavels kleiner dan of gelijk aan 600 m 2 mag een steiger, vlonder en/of botenhuis gebouwd worden in de aangegeven zone met een maximale breedte van in totaal 5.00 meter. - Bij kavels groter dan 600 m 2 mag een steiger, vlonder en/of botenhuis gebouwd worden in de aangegeven zone met een maximale breedte van in totaal 7.50 meter. - Alle steigers, vlonders en/of botenhuizen mogen maxi maal 2.50 meter uit de kavelgrens steken. De onderzijde van de constructie komt op minimaal 0.35 m boven het hoogste toekomstige waterpeil NAP m. - De maximale hoogte van een botenhuis is 1.50 m boven het hoogste toekomstige waterpeil van NAP m; het dak ligt dan op NAP m. Aanvullend voor Fase 2 - Bij kaveltype I mag een steiger, vlonder en/of botenhuis gebouwd worden in de aangegeven zone met een maximale breedte van in totaal 20 meter. - Bij kaveltype H, I en J mag in de steigerzone een steiger of vlonder worden gebouwd, echter uitsluitend grenzend aan het particulier eigendom. Aanvullend voor Fase 4 - Er mogen geen steunpunten (steigers) in de watergangen worden aangebracht. - In watergangen smaller dan 3 m zijn geen vlonders toegestaan. - Een vlonder mag maximaal 1/8 van de breedte van de watergang overdekken met een maximum van 1 meter. - Een vlonder die 1 meter over de oeverlijn uitsteekt moet minimaal 1 meter boven het vastgestelde waterpeil worden aan gebracht. Een vlonder die minder ver uitsteekt, mag evenredig lager worden aangelegd (bijv. 50 cm over steek, 50 cm hoogte). Gebiedsgerichte Ontheffing Voor de aanleg van bijvoorbeeld een steiger of een vlonder moet u een vergunning aanvragen bij het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard (voor adressen zie pag. 28). Voor Nesselande heeft het waterschap echter in overeenstemming met de gemeente Rotterdam een gebiedsgerichte ontheffing vastgesteld. Dit betekent dat u geen vergunning hoeft aan te vragen. Wel moet u vooraf melden dat u een steiger of vlonder gaat aanleggen, de zgn. meldingsplicht. Aanvullend voor Fase 4 De gebiedsgerichte ontheffing is hier helaas niet van toepassing. Voor de aanleg van een vlonder moet u eerst een keurvergunning aanvragen bij het Hoogheemraadschap Schieland en Krimpenerwaard. Een aanvraagformulier kunt u downloaden via Welstandsvrij bouwen Parkeerplaatsen Op elk kavel dienen minimaal twee parkeerplaatsen voor auto's gerealiseerd te worden. De opstelmogelijkheden in garages worden hierbij niet meegerekend. Voor Waterwijk Nesselande geldt voor alle fasen dat de ontwerpen van de woningen niet getoest worden door de welstandscommissie. U dient uiteraard wel te voldoen aan de bebouwingsregels. Vergunningsvrij bouwen Per 1 januari 2003 zijn de mogelijkheden om kleine bouwwerken zonder bouwvergunning te bouwen verruimd. De wetgever heeft een landelijke lijst opgesteld met bouwwerken waarvoor geen bouwvergunning nodig is. Op deze lijst staan onder andere vermeld kleine aan- of uitbouwen, 15

18 Voorbeeld woningen in fase 1 bijgebouwen, het veranderen van een gevel, dakkapellen etc. Aan al deze bouwwerken worden precieze voorwaarden gesteld wat betreft afmetingen en positie. Conform het bestemmingsplan is het niet toegestaan binnen de 1 meter van het water een bouwwerk op te richten. Ook is het niet toegestaan om bouwwerken buiten het bebouwingsveld op te richten die vóór de voorgevellijn staan (zie tekening hieronder). De voor- en achterkant-benadering Belangrijk is waar u de aan- of uitbouw wilt bouwen. In de regel geldt, dat alles wat grenst aan de openbare ruimte [weg of groen], zoals de voorkant en bij hoekwoningen de zijkant van de woning, een grotere invloed heeft op de directe omgeving dan bouwwerken die aan de achterkant worden gebouwd. Voor de exacte omschrijving van deze voorwaarden verwijzen wij u naar het Besluit op de website van het ministerie van VROM ( Op deze website kunt u eenvoudig nagaan of u voor een bouwwerk een bouwvergunning nodig heeft. Voorgevellijn Voorgevellijn Afstand tot water Voorgevellijn Overige regels Naast de genoemde eisen voor de invulling van de particuliere kavels moet het bouwplan voldoen aan het nieuwe landelijk geldende Bouwbesluit, de Rotterdamse Bouwverordening en het Bestemmingsplan (c.q. de uitwerking hiervan). Dijkzijde, openbare weg Afstand naburig erf Vergunningsvrije bouwwerken niet toegestaan Wat is bouwvergunningvrij bouwen? Als uw bouwplan voldoet aan de voorwaarden voor bouwvergunningvrij bouwen mag u zonder bouwvergunning bouwen. De regels in het bestemmingsplan en de gemeentelijke bouwverordening zijn in dat geval niet van toepassing. De regels met betrekking tot onder meer veiligheid en gezondheid uit het Bouwbesluit en het burenrecht zoals vastgelegd in het Burgerlijk Wetboek gelden echter wel. Als u gaat (ver)bouwen moet u er zelf voor zorgen dat u aan deze regels voldoet. Wat is een aan- of uitbouw? Een aan- of uitbouw is een bouwwerk dat u tegen uw bestaande woning aanbouwt en dat direct in verbinding staat met het woonhuis. Dit kan een garage of een berging zijn, maar ook een uitbouw van uw woonkamer in de vorm van een serre of een uitbouw aan de keuken. Er wordt in de regelgeving ook over 'bijgebouwen' gesproken. Dit kan ook een garage of berging zijn, maar dan kan deze alleen bereikt worden via een aparte toegangsdeur, dus niet rechtstreeks vanuit de woning. (Aan bovenstaande beschrijvingen kunnen geen rechten worden ontleend) 16

19 OPLEVERING Voorbeeld van een woning uit fase 1 Wegen, riolering, bruggen en oevers Door de situering, de hoogteligging, de vorm van de kavels en de aanwezigheid van veel water wordt Waterwijk een bijzondere buurt in Nesselande. Deze karakteristieken maken een WEGEN Mikado s: de hoofdwegen De hoofdwegen in Waterwijk (mikado's) worden aangelegd op een hoogte van NAP m. De woonstraten komen lager te liggen dan de hoofdwegen, n.l. op NAP m. In eerste instantie worden alle wegen 4.00 m breed en in twee lagen asfalt uitgevoerd. Tegelijkertijd worden er voetpaden langs de mikado's aangelegd, zodat deze al in een vroeg stadium beschikbaar zijn voor de bewoners. Zodra de meeste bebouwing in een woonstraat is afgerond wordt de breedte van de weg teruggebracht naar de definitieve breedte van 3.00 m. Aan weerszijden van het asfalt wordt daarbij een goot van betonstraatstenen aangelegd. Tegelijkertijd zal in die fase ook de derde laag van het asfalt, de toplaag, worden aangebracht. Aanvullend voor Fase 4 De Reinier Rondhorstdijk is aangelegd op NAP m. De parallelwegen bij de kavels 204 tot en met 216 liggen op een peil van NAP m. Dit peil is gelijk aan het peil van de aangrenzende kavels. RIOLERING Doorsnede van een mikado met weg en omliggende tuinen. Gescheiden Rioleringssysteem Waterwijk krijgt een gescheiden systeem. De afvoer van schoon en vuil water gaat via aparte buizen; een vorm van duurzaam waterbeheer. Hierbij wordt het schone water van hemelwaterafvoer en erfverharding via een slibvangput op het omliggende oppervlaktewater geloosd. Het afvalwater wordt verzameld via een rioleringsysteem. In fase 1, 2 en 3 legt de gemeente in de woonstraat een hoofdriolering en een persleiding (afvoerleiding) aan. De woningen aan de zuidzijde van de woonstraten kunnen rechtstreeks via een vrijvervalleiding aansluiten op het riool in de woonstraat, welke is gelegen op ± NAP m. De eilandwoningen sluiten echter aan op het vrijvervalriool naar de pompput. In deze put zit een elektrisch aangedreven pomp met een vuilversnijder. De pompput is noodzakelijk om het afval onder de sloot naar het openbaar riool in de woonstraat te persen. Op de afvoerleiding wordt een afsluiter geplaatst om onderhoud uit te kunnen voeren. De aansluiting op de pompput mag niet lager zijn dan ±NAP m. Aanvullend voor Fase 4 De woningen op kavels gelegen aan de parallelweg kunnen rechtstreeks via een vrijvervalleiding aansluiten op het hoofdriool in deze parallelweg, welke middels een pomp weer aangesloten wordt op de persleiding in de Reinier Rondhorstdijk. De woningen op de kavels 200 t/m 203 sluiten middels een vrijvervalriool aan op de pompput in het gemeenschappelijk ontsluitingsgebied. Aanvullend voor Fase 4 De gemeente legt in de woonstraat een hoofdriolering en een persleiding (afvoerleiding) aan. De aansluiting op de pompput mag niet lager zijn dan NAP m. Bij aansluiting op het vrijvervalriool in de parallelweg moet men er rekening mee houden dat deze is gelegen op tussen NAP -6,65 m en NAP -6,20 m. GEMEENSCHAPPELIJK ONTSLUITINGSGEBIED EN GEMEENSCHAPPELIJKE VOORZIENINGEN Op de kavels die geclusterd zijn op één wooneiland legt de gemeente een gemeenschappelijk ontsluitingsgebied aan. Het pad wordt uitgevoerd in betonstraatstenen. Vanwege mogelijke beschadigingen tijdens de bouw worden de stenen in eerste instantie met de onderzijde naar boven gestraat. Nadat de bouwfase is afgerond zal de gemeente eenmalig het gemeenschappelijk ontsluitingsgebied 17

20 Voorbeeld van een woning uit fase 2 herstraten met de goede zijde van de stenen naar boven. De gezamenlijke eigenaren kunnen in hetzelfde aantal m 2 ook ander straatmateriaal aanleveren, welke de gemeente dan zal aanleggen. In het pad wordt door de gemeente ook een slibvangput aangelegd voor de afvoer van het water van de erfverharding. De gezamenlijke eigenaren van de eilandkavels krijgen per eiland het gemeenschappelijk ontsluitingsgebied en gemeenschappelijke voorzieningen in eigendom. Onder dit pad komen de kabels en leidingen van de nutsbedrijven te liggen. De pompput, de slibvangput en de schakelkast worden ook in en op het pad geplaatst. BRUGGEN Een groot deel van de kavels wordt vanaf de woonstraat ontsloten door een gemeenschappelijk ontsluitingsgebied. Hiervoor is een gepast brugtype ontwikkeld. De bruggen zijn vanaf de weg voorzien van een oprit die door het doorgaande verkeer tevens als uitwijkplaats kan worden gebruikt. De brug wordt gemaakt van betonnen liggers en is voorzien van een 15 cm hoge stalen leuning. Na aanleg van de bruggen incl. de leuningen kunnen de bewoners naar wens en voor eigen rekening een eigen leuning of toegangshek plaatsen of de brug een andere kleur geven. OEVERS In Fase 1, 2 en 3 worden de oevers aan de achterzijde van de tuinen (zie tekening hieronder) getrapt uitgevoerd. Net onder het laagste waterpeil komt een onderwaterberm van 2 meter breed (= liszone). Hierdoor zal zich op die onderwaterbermen een gevarieerde oevervegetatie ontwikkelen. Waar zijtuinen aan dwarsvaarten grenzen wordt een bredere berm van 3 meter breed gemaakt met een extra bescherming tegen golfslag. Bij de tuinen langs de straten en de diverse tussenslootjes is voor een beschoeiing zonder onderwaterberm gekozen. Het waterpeil (grondwaterstand) in deze fases ligt tussen NAP m en NAP m variëren, respectievelijk het zomer- en het winterpeil m m 1m Net onder het laagste waterpeil komt een onderwaterberm van 2 meter breed. De brug wordt gemaakt van gegalvaniseerd stalen liggers en is voorzien van een 15 cm hoge stalen leuning. Aanvullend voor Fase 4 Het hoogteverschil tussen de Reinier Rondhorstdijk en de parallelweg of het gezamenlijke toegangspad is behoorlijk. De bruggen tussen de dijk en de straat of het pad hebben daarom een breedte van respectievelijk 6 en 4 meter en zijn voorzien van een hoge leuning. Profiel van de oevers van tussensloten en langsstraten met beschoeiing Aanvullend voor Fase 4 Het waterpeil aan de voorkant van de kavels, parallel aan de dijk, varieert van NAP m in de winter tot NAP m, in de zomer. Het water aan de zij- en achterkanten kent geen onderscheid in zomer- en winterpeil. Het waterpeil varieert daar wel; het water wordt middels stuwen van elkaar gescheiden. Alle waterpeilen en stuwen zijn opgenomen op de kaveltekeningen. Alle oevers in fase 4 worden getrapt uitgevoerd. De watergangen aan de voorkant en zijkant krijgen aan beide zijden een onderwaterberm van 1.00 m breed; bij de watergang aan de achterzijde heeft deze onderwaterberm een breedte van 0.65 m. 1816

21 Oplevering percelen Elk perceel wordt aangelegd met een lager en een hoger deel, respectievelijk NAP m en NAP m. Omdat vooraf niet duidelijk is waar er precies gebouwd gaat worden en hoeveel grond er vrijkomt bij het ontgraven ten behoeve van de fundering en eventuele kelders, worden de percelen als volgt opgeleverd: het gemeenschappelijk ontsluitingsgebied in zand op peil NAP m en 2 m rondom dit pad in zand ook op NAP m. De rest van het perceel op NAP m. De bij het woonrijpmaken van het perceel tekortkomende grond die benodigd is om het op peil te brengen (NAP m aflopend naar NAP m), wordt kosteloos ter beschikking gesteld. De grond kan op een gemeentelijk depot worden afgehaald (binnen een straal van 3 km); overtollige grond kan in dit depot worden afgegeven. De hiermee samenhangende kosten zijn voor rekening van de eigenaar. Aanvullend voor Fase 2 en Fase 3 Overal langs de waterkant moet bovendien een zone van minimaal 1 meter breed worden aangelegd op een hoogte van NAP m bij de beschoeiing schuin oplopend tot NAP m. Deze zone mag niet worden bebouwd en moet worden gehandhaafd. Profiel van een mikado. Aanvullend voor Fase 4 De kavels 200 tot en met 203 worden aangelegd op een hoogte van NAP m en de kavels 204 tot en met 216 op NAP m. De overgang van het kavelpeil naar het peil van de beschoeiing wordt overbrugd door middel van een talud, variërend van 2.50 tot 4.00 m diep. Zie voor meer informatie hierover de bebouwingsregels onder het kopje 'niveau kavels' en de kaveltekeningen. Het gemeenschappelijk ontsluitingsgebied bij de kavels 200 tot en met 203 wordt opgeleverd in zand op het kavelpeil van NAP m. Algemeen Beschoeiing Daar waar de kavels aan het water grenzen worden zij opgeleverd met een houten beschoeiing van FSC gekeurd hout (klasse 1, milieukeur met handhavingsplicht). Profiel van de oevers van tussensloten en langsstraten met beschoeiing Verkeer en parkeren Voor de verkeersafwikkeling tijdens de bouwperiode is het noodzakelijk dat de bouwers hun bouwketen en bouwmaterialen uitsluitend op de kavels zelf plaatsen. De bouwers mogen hun auto's alleen op de daarvoor bestemde parkeereilandjes parkeren en op de speciaal voor dit doel door de gemeente aangelegde tijdelijke bouwparkeerplaatsen. Woningen op een eiland Per eiland worden respectievelijk bij het hoofdriool in en op het gezamenlijk ontsluitingsgebied één pompput (ondergronds) en één schakelkast (bovengronds) aangelegd. De gemeente legt in het gemeenschappelijk ontsluitingsgebied een vrijvervalriolering aan en een persleiding van de pompput naar de hoofdriolering in de woonstraat. De afzonderlijke eigenaren zorgen zelf voor de aansluiting van de woning op de vrijvervalriolering of op de pompput. De aansluitingen op het vrijvervalriool zijn opgenomen in de werkterreinregels. Bereikbaarheid kavels Om de kavels tijdens de bouw bereikbaar te maken, legt de gemeente ter plaatse van het gemeenschappelijk ontsluitingsgebied een circa 10 meter lange inrit van grijze klinkers op z n kop bestraat. In deze tijdelijke inrit zijn de landhoofden voor de toekomstige brug al opgenomen. Na afronding van de bouw van alle woningen van het betreffende wooneiland worden de resterende brugdelen door de gemeente aangebracht en wordt het zand verwijderd. 19