Bijstandsafhankelijkheid in de gemeente Veenendaal Onderzoek naar de verklarende factoren. Martin Heekelaar Paul Schenderling

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Bijstandsafhankelijkheid in de gemeente Veenendaal Onderzoek naar de verklarende factoren. Martin Heekelaar Paul Schenderling"

Transcriptie

1 Bijstandsafhankelijkheid in de gemeente Veenendaal Onderzoek naar de verklarende factoren Martin Heekelaar Paul Schenderling 6 oktober

2 Bijstandsafhankelijkheid in de gemeente Veenendaal Onderzoek naar de verklarende factoren Inhoud Pagina 1. Inleiding Aanleiding Vraagstelling Aanpak en verantwoording Leeswijzer 4 2. Probleemanalyse Ontwikkeling van de bijstandsdichtheid in Veenendaal Ontwikkeling inkomensdeel Factoren die de bijstandsdichtheid beïnvloeden 7 3. Externe factoren Arbeidsmarktsituatie Bevolkingssamenstelling Alleenstaande ouders Sociale woningbouw Sociale segregatie Conclusie Beleid en uitvoering Instroombeleid Re-integratiebeleid Werkgeversbenadering Handhaving Minimabeleid Samenhang met andere beleidsterreinen Formatie Medewerkers Sturing

3 Inhoud (vervolg) Pagina 5. Toekomstige ontwikkelingen Inleiding Participatiewet Financiering Beleids- en uitvoeringsvragen Aanpak via een gefaseerde aanpak Conclusie Conclusies en aanbevelingen Inleiding Conclusies Algemeen Bijstandsafhankelijkheid Veenendaal Externe factoren Beleid en uitvoering Aanbevelingen 47 Bijlage 1: Lijst met geraadpleegde documentatie 50 Bijlage 2: Overzicht geïnterviewde personen 52 Bijlage 3: Referentiegemeenten 53 Bijlage 4: Objectieve factoren verdeelmodel WWB 54 Bijlage 5: Berekening minimabeleid Veenendaal

4 1. Inleiding 1.1 Aanleiding Veenendaal heeft te kampen met structurele tekorten op het budget dat beschikbaar wordt gesteld voor de bijstandsuitgaven (WWB-Inkomensdeel). De bijstandsuitgaven worden met name bepaald door de hoogte van het bijstandsvolume; het aantal mensen dat afhankelijk is van een bijstandsuitkering. De vraag is waardoor deze structurele tekorten veroorzaakt worden. Er zijn twee mogelijkheden: (1) In principe zou de systematiek van het inkomensdeel moeten compenseren voor specifieke omstandigheden, maar het model compenseert niet altijd goed. De vraag is of dit voor Veenendaal aan de hand is. Met andere woorden: zijn er externe factoren die het tekort vergroten en waarvoor Veenendaal niet gecompenseerd wordt? Ofwel, is het budget dat de gemeente jaarlijks voor het doen van de bijstandsuitgaven krijgt te laag? (2) De oorzaak kan ook gelegen liggen in het beleid of de uitvoering. De vraag is of Veenendaal steken vallen in het beleid en/of de uitvoering van de WWB. Met andere woorden: zijn de bijstandsuitgaven in Veenendaal te hoog? Deze vragen vormen voor de gemeente Veenendaal aanleiding om een onderzoek in te stellen. 1.2 Vraagstelling De gemeente Veenendaal heeft ons gevraagd om (a) onderzoek te doen naar factoren die het hoge aantal bijstandsgerechtigden (in relatie tot het budget dat via het Inkomensdeel beschikbaar wordt gesteld) in Veenendaal kunnen verklaren en (b) maatregelen voor te stellen die de bijstandsafhankelijkheid terug kunnen brengen tot een niveau die de uitgaven budgettair beheersbaar maken. Ons is tevens gevraagd om een indicatie te geven van de gevolgen van de Participatiewet voor de gemeente Veenendaal en advies te geven over het uit te voeren verandertraject voor de implementatie van deze wet. De resultaten van het onderzoek moeten kunnen leiden tot beleidskeuzes voor de toekomst door het college en vormen input voor het te ontwikkelen beleidskader vanaf Als maat voor de bijstandsomvang hanteren wij de bijstandsdichtheid. De bijstandsdichtheid is het aantal bijstandsuitkeringen in de gemeente als percentage van het aantal huishoudens in de gemeente. Op deze manier is de omvang van de bijstandsafhankelijkheid vergelijkbaar met de bijstandsafhankelijkheid in andere gemeenten

5 Specifiek bestaat de vraag van de gemeente Veenendaal uit de volgende onderdelen: Welke externe factoren zijn er die de hoge bijstandsdichtheid en de bijstandsuitgaven in Veenendaal kunnen verklaren? Te denken valt aan demografische factoren, sociaaleconomische factoren, arbeidsmarktfactoren en gezondheidsfactoren. De gemeente Veenendaal kan hierbij vergeleken worden met andere gemeenten, zoals binnen de FoodValley en met (o.b.v. sociaal-economische factoren met Veenendaal vergelijkbare) referentiegemeenten. Ga na hoe de bestandssamenstelling van de gemeente Veenendaal zich verhoudt t.o.v. de bestandssamenstelling in andere gemeenten. Ga na welke groepen in de bijstand de relatief hoge bijstandsafhankelijkheid in de gemeente Veenendaal verklaren. Ga na hoe de verschillen in bestandssamenstelling met andere gemeenten kunnen worden verklaard (beleid, uitvoering, externe factoren). Welke beleids- en uitvoeringsfactoren zijn er die de hoge bijstandsdichtheid in Veenendaal kunnen verklaren? Uitvoeringstechnische factoren, hebben betrekking op handhaving, prestatiemeting, procesinrichting, prioritering en dergelijke. Beleidsfactoren: o o Is het huidige beleid (conform Beleidskader 2013 Werk, Inkomen en Participatie) en het beleid in het verleden dat direct gericht is op het zo laag mogelijk houden van de bijstandsafhankelijkheid, effectief? Ga hierbij ook na of het beleid aansluit bij de specifieke problematiek en de bestandssamenstelling van de gemeente Veenendaal. Welke verbeteringen in het beleid en in de uitvoering zijn mogelijk om de bijstandsafhankelijkheid in de gemeente Veenendaal structureel te verlagen? Betrek in uw advisering de toekomstige Participatiewet. 1.3 Aanpak en verantwoording Plan van aanpak Bij het beantwoorden van de onderzoeksopdracht hebben wij een aanpak gehanteerd die bestaat uit de volgende stappen: 1. Voorbereiding 2. Deskresearch 3. Benchmark WWB 4. Interviewsessies 5. Analyse, rapportage 6. Presentatie, afronding

6 Hierma zullen wij kort toelichten wat we hebben gedaan en tot welke resultaten de stappen hebben geleid. In de voorbereidende fase hebben we relevante documenten verzameld en een inventarisatie gemaakt van de te interviewen personen. In de tweede stap, de deskresearch, hebben wij de verzamelde documenten bestudeerd. Vervolgens hebben we middels de zogenoemde Benchmark WWB een verkennend statistisch onderzoek gedaan naar het WWB-bestand en de WWB-financiën van Veenendaal. In deze stap is eveneens bekeken of Veenendaal in het oog springende kenmerken heeft die de bijstandsdichtheid verklaren (een uitgebreide verantwoording van de hypothesevorming en hypothesetoetsing treft u in de volgende paragraaf). Als vierde stap hebben wij diverse personen geïnterviewd, zowel intern als extern. Een overzicht van de geïnterviewde personen is te vinden in bijlage 2. Aan de hand van de uitkomsten van de Benchmark WWB en de interviews hebben wij opnieuw een lijst met aanvullende documentatie opgesteld. Deze documenten zijn vervolgens opgevraagd bij de betrokken instanties, zoals de gemeente, de woningbouwcorporatie en het CBS. Op basis van de aanvullende informatie hebben we een analyse gemaakt en vervat in de voorliggende rapportage. In de zesde en laatste stap presenteren we de uitkomsten en ronden we de opdracht af. Het onderzoek is begeleid door een begeleidingscommissie bestaande uit Henk van Soest, de verantwoordelijke wethouder, Bert Hagenbeek, (ad interim) hoofd van de afdeling Publieksdiensten en Bart Knieriem, hoofd van de afdeling Beleid. De begeleidingscommissie heeft de conceptrapportage ter inzage gehad en beoordeeld op feitelijke juistheid. De verbeteringen die de begeleidingscommissie heeft aangereikt zijn in de definitieve versie verwerkt. Methodologie Bij een complex sociaal vraagstuk als bijstandsafhankelijkheid is het essentieel om de juiste causale verbanden te leggen en de hoofd(oor)zaken te scheiden van de bijzaken. Berenschot hanteert bij dit soort vraagstukken zoveel mogelijk een evidence-based aanpak, zodat de juiste verbanden worden gelegd en de juiste aanbevelingen worden gedaan. In onderstaande alinea s verantwoorden wij op welke manier wij de evidence-based aanpak hebben toegepast in dit onderzoek. Evidence-based aanpak Om vast te stellen welke interne en externe factoren een verklaring kunnen vormen voor de hoge bijstandsdichtheid in Veenendaal is het van belang om objectieve ankerpunten te hebben waarmee de validiteit van de oordelen kan worden gestaafd. Voor dit onderzoek hebben wij twee belangrijke ankerpunten gehanteerd

7 Het eerste ankerpunt betreft het vaststellen van de compleetheid van de onderzochte factoren. Berenschot heeft de beschikking over een lijst met objectieve variabelen die het ministerie van SZW toepast bij het beoordelen van aanvragen van aanvullende uitkeringen door gemeenten die een tekort hebben op het inkomensdeel 1. Deze variabelen vormen een lange lijst met potentiële verklaringen voor de hoge bijstandsdichtheid in Veenendaal. Wij hebben deze lijst veelvuldig betrokken bij het onderzoek om te controleren of we alle relevante factoren hebben betrokken. Het tweede ankerpunt betreft het vaststellen van de uitzonderlijkheid van de situatie waarin Veenendaal zich bevindt. Wij hebben op basis van de zojuist genoemde lijst met variabelen uitgebreid statistisch onderzoek gedaan naar mogelijke verklaringen van de bijstandsdichtheid in Veenendaal. Daarnaast zijn tijdens de interne en externe interviews suggesties aangereikt van mogelijk aanvullende factoren die de bijstandsdichtheid in Veenendaal beïnvloeden. Op basis van deze informatie hebben wij een aantal hypotheses gevormd. Vervolgens hebben wij deze hypotheses stuk voor stuk getoetst door cijfers te verzamelen die betrekking hebben op de hypothese en deze cijfers te vergelijken met referentiegemeenten. Alleen daar waar de situatie in Veenendaal significant afwijkt van referentiegemeenten kan gesproken worden van een overtuigende verklaring. 1.4 Leeswijzer Hierna werken wij de problematiek in de gemeente Veenendaal verder uit. Daarna, in hoofdstuk 3 onderzoeken wij de externe factoren die van invloed zijn op de bijstandsdichtheid in Veenendaal (zoals arbeidsmarkt, bevolkingssamenstelling, woningbouw en segregatie). In hoofdstuk 4 bespreken we de factoren die betrekking hebben op het beleid en de uitvoering van de gemeente Veenendaal (zoals minimabeleid, instroombeleid, handhavings- en sanctiebeleid en reintegratiebeleid). In hoofdstuk 5 gaan we in op de Participatiewet en de invloed daarvan op de gemeente Veenendaal v.w.b. het terrein van Werk en Inkomen. De analyse van de factoren mondt uit in conclusies en aanbevelingen die opgesteld zijn in hoofdstuk 6. 1 Een gemeente kan een Incidentele Aanvullende Uitkering (IAU) of een Meerjarige Aanvullende Uitkering (MAU) aanvragen bij het ministerie van SZW. Het ministerie laat vervolgens uitgebreid statistisch onderzoek doen naar verklaringen van de hoge bijstandsuitgaven in deze gemeente. De uitkomsten van deze analyse zijn naast de kwaliteit van de uitvoering een zwaarwegend argument bij de toekenning van de IAU of de MAU

8 2. Probleemanalyse In dit hoofdstuk verkennen we de problematiek. We gaan na hoeveel mensen in de gemeente Veenendaal afhankelijk zijn van een bijstandsuitkering, hoe dat zich verhoudt ten opzichte van andere gemeenten en hoe hoog de bijstandsuitgaven zijn in relatie tot het beschikbare budget. 2.1 Ontwikkeling van de bijstandsdichtheid in Veenendaal De bijstandsdichtheid wordt gedefinieerd als het aantal huishoudens met een bijstandsuitkering als percentage van het totaal aantal particuliere huishoudens 2. Door gebruik te maken van deze maatstaf kan het aantal bijstandsgerechtigden in de gemeente Veenendaal vergeleken en beoordeeld worden in relatie tot andere gemeenten. De bijstandsdichtheid is afhankelijk van zowel conjuncturele factoren (de stand van de economie op een bepaald moment) als structurele factoren (de mate van aansluiting van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt, de sociale problematiek op lokaal en regionaal niveau, et cetera). In onderstaande grafiek staat de ontwikkeling van de bijstandsdichtheid in Veenendaal. In de grafiek wordt de ontwikkeling van de bijstandsdichtheid in Veenendaal vergeleken met een groep van tien gemeenten die een met Veenendaal vergelijkbare sociaal-economische structuur hebben (vergelijkbare economische groei, werkgelegenheid, demografie en dergelijke). Concreet zijn de referentiegemeenten geselecteerd op basis van de parameters uit het objectieve verdeelmodel zoals dat door het ministerie van SZW wordt toegepast voor de verdeling van het budget Inkomensdeel. De referentiegemeenten van Veenendaal zijn te vinden in bijlage 3. 6,5% 6,0% 5,5% 5,0% 4,5% 4,0% 3,5% 3,0% 2,5% 2,0% Nederland Veenendaal Referentiegroep Figuur 1. Ontwikkeling van de bijstandsdichtheid (bron: CBS; bewerking: Berenschot) 2 Later in dit rapport wordt het verwante begrip bijstandskans geïntroduceerd. Bij de bijstandskans gaat het niet om het aantal uitkeringen, maar om het aantal personen. De bijstandskans wordt gedefinieerd als het aantal personen met een bijstandsuitkering ten opzichte van de totale bevolking

9 Zoals blijkt uit de grafiek ligt de bijstand in Veenendaal op een relatief hoog niveau ten opzicht van gemeenten die in sociaal-economisch opzicht vergelijkbaar zijn met Veenendaal (de referentiegemeenten). Veenendaal zit iets onder het landelijk gemiddelde dat circa 4,5 procent bedraagt 3. Maar de bijstandsdichtheid in Veenendaal ligt circa 0,5% hoger dan de bijstandsdichtheid in de referentiegemeenten (0,5% komt neer op circa 100 uitkeringen). Dat is niet altijd zo geweest. Voor 2002 lag de bijstandsdichtheid in Veenendaal juist beduidend lager dan in de referentiegemeenten. De sterke toename van de bijstandsafhankelijkheid in Veenendaal deed zich voor in de periode In die periode was in Nederland en in de referentiegemeenten juist sprake van een daling dan wel een lichte stijging van de bijstandsafhankelijkheid. Er is kennelijk in de periode in de gemeente Veenendaal iets gebeurd, waardoor het bijstandsniveau structureel op een hoger niveau is terecht gekomen. Hierna onderzoeken we de oorzaken van het hoge bijstandsvolume in Veenendaal, waarbij we ook de specifieke ontwikkelingen in de periode zullen bestuderen. Om gevoel te krijgen bij de aantallen bijstandsuitkeringen staat in onderstaande tabel de ontwikkeling van het aantal bijstandsuitkeringen door de jaren heen weergegeven. Jaar * Gemiddeld aantal WWBuitkeringen Tabel 1. Aantal WWB<65 jaar in Veenendaal (bron: CBS); (*)2013 gegevens tot en met februari. 2.2 Ontwikkeling inkomensdeel Het budget dat de gemeente Veenendaal krijgt voor het inkomensdeel wordt door het ministerie van SZW bepaald op grond van een objectief verdeelmodel. Objectief verdeelmodel wil zeggen dat het landelijke bijstandsbudget (het macrobudget) verdeeld wordt over gemeenten op basis van factoren die niet door individuele gemeenten te beïnvloeden zijn. In onderstaande tabel staat het budget van het inkomensdeel weergegeven, evenals de netto uitgaven en het resulterende saldo op het inkomensdeel. De netto uitgaven zijn de bijstandsuitgaven van de gemeente minus de terugontvangen uitkeringen (bv a.g.v. geconstateerde fraude of onterecht betaalde voorschotten). 3 Wanneer we kijken naar de kale bijstandscijfers, dan lijkt het alsof in 2012 en 2013 de bijstandsdichtheid gedaald is. Echter, vanaf 2011 zijn in totaal 125 mensen in verloningstrajecten geplaatst (75 personen via het Praktijkcentrum en 50 personen via Interpooling). De verwachting is dat niet al deze personen duurzaam uit de bijstand zullen stromen. Wanneer we de bijstandscijfers zouden corrigeren voor een veronderstelde terugval in de bijstand van 50 procent, dan blijkt dat de bijstandsdichtheid in 2012 en 2013 nog steeds op een hoger niveau zit dan in referentiegemeenten

10 (bedragen in mln ) Budget 10,9 12,0 11,4 11,4 11,3 11,8 12,0 11,7 14,5 Netto uitgaven 12,8 13,4 13,1 12,7 12,1 12,6 14,1 14,7 14,6 Saldo -1,8-1,3-1,8-1,2-0,9-0, ,0-0,1 Percentage -16,8% -10,9% -15,7% -10,9% -7,6% -6,8% -17,7% -25,5% - 0,8% Nederland 6,6% 5,1% 0,3% 0,8% 1,8% -2,4% -8,5% -16,7% 0,7% % voor MAU -2,5% -2,5% -2,5% - 6,8% -6,7% -6,7% -2,5% Tabel 2. Ontwikkeling inkomensdeel WWB (bron: ministerie van SZW; bewerking: Berenschot) Uit de tabel blijkt dat in Veenendaal sprake is van een structureel tekort op het inkomensdeel. Om die reden vroeg de gemeente Veenendaal in 2009 een zogenoemde Meerjarige aanvullende uitkering (MAU-uitkering) aan bij de Rijksoverheid. Die uitkering is toen toegekend, omdat de gemeente kon aantonen dat de financiële tekorten en het relatief hoge aantal WWB ers deels verklaard konden worden door niet door de gemeente te beïnvloeden factoren. Eén van de factoren hing toen samen met het aantal niet-westerse allochtonen in de gemeente. 2.3 Factoren die de bijstandsdichtheid beïnvloeden Er is veel onderzoek gedaan naar factoren die de bijstandsdichtheid beïnvloeden. Deze factoren hebben onder andere hun weerslag gevonden in het hierboven besproken objectieve verdeelmodel. In bijlage 4 staat een overzicht van de objectieve factoren uit het verdeelmodel. Belangrijke factoren zijn de situatie op de arbeidsmarkt (werkloosheid, banengroei), de bevolkingssamenstelling (allochtonen, alleenstaande ouders), huurwoningen en opleidingsniveau. Ook zijn er andere factoren bekend die de bijstandsdichtheid beïnvloeden maar niet opgenomen zijn in het objectieve verdeelmodel. Zoals hiervoor aangegeven heeft Berenschot de beschikking over een lijst met objectieve variabelen die het ministerie van SZW toepast bij het beoordelen van aanvragen van aanvullende uitkeringen door gemeenten die een tekort hebben op het inkomensdeel. Hierin worden, in aanvulling op de eerder genoemde factoren, onder andere segregatie (van lage inkomens), industrieel verleden, asielzoekerscentra en goedkope huurwoningen genoemd. Berenschot heeft onderzoek gedaan naar mogelijke factoren die de bijstandsdichtheid in Veenendaal beïnvloeden. De factoren die in de theorie genoemd worden en die overigens ook vaak in de interviews naar voren zijn gekomen zijn getoetst aan de feiten

11 3. Externe factoren In dit hoofdstuk gaan we op zoek naar de externe factoren die mogelijk van invloed zijn op het bijstandsvolume in de gemeente Veenendaal. We onderzoeken achtereenvolgens de arbeidsmarktsituatie, de bevolkingssamenstelling, de specifieke groep alleenstaande ouders in de gemeente Veenendaal, de sociale woningbouw en tot slot de sociale segregatie in de gemeente. 3.1 Arbeidsmarktsituatie In ons onderzoek hebben we de te onderzoeken factoren gebaseerd op onze jarenlange ervaring op dit terrein en we hebben in de interviews telkens gevraagd om mogelijke factoren die van invloed zijn. In onze interviews is meermaals aangegeven dat er in Veenendaal sprake is van een uitzonderlijke situatie op de arbeidsmarkt. De arbeidsmarktsituatie in het verleden (m.n. de economische crisis in de jaren 80) zou ertoe hebben geleidt dat het bijstandsvolume structureel op een hoger niveau is terecht gekomen dan in andere gemeenten. Hierbij wordt nadrukkelijk de relatie gelegd met het industriële verleden van Veenendaal. Er zijn drie hoofdonderdelen waar sprake kan zijn van een uitzonderlijke situatie op de arbeidsmarkt: 1. Een structureel tekort aan banen; 2. Een tekort aan banen als gevolg van tijdelijke economische neergang; 3. Een mismatch tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt. We gaan na of er aanwijzingen zijn dat de arbeidsmarkt van Veenendaal en omgeving op één of meerdere van de bovengenoemde punten in ongunstige zin afwijkt van andere gemeenten. We lopen de drie onderdelen langs. Economische structuur Veenendaal heeft een rijk economisch verleden. Vanaf de tweede helft van de 19 e eeuw kende Veenendaal een grootschalige industrialisatie die meer dan een eeuw lang voor economische bloei heeft gezorgd. In 1950 was op een totale beroepsbevolking van mensen de helft werkzaam in de textielbranche, terwijl er inmiddels een kleine mensen hun loon verdienden met de productie van sigaren 4. In de jaren 70 was als gevolg van internationalisering, de concurrentiepositie van de Veenendaalse textiel- en sigarenindustrie onhoudbaar geworden, wat fabriekssluitingen en massaontslagen tot gevolg had. Dat heeft geleid tot een hoge werkloosheid en een opdrijvend effect op het bijstandsvolume. 4 Bron: Gemeentearchief Veenendaal

12 Echter, dankzij een gunstige geografische ligging en tijdige ingezet beleid van economische diversificatie heeft de economische structuur van Veenendaal zich snel hersteld 5. Ook in onze interviews werd aangegeven dat Veenendaal de crisis in de jaren 80 goed te boven is gekomen en nu weer een goede en gezonde economische bedrijvigheid kent. Vandaag de dag kent Veenendaal vooral veel bedrijvigheid in dienstverlenende sectoren 6. In totaal telt Veenendaal banen op een beroepsbevolking van personen. Er is dus een positief banensaldo van 1 procent 7. Ook in de rest van de Food Valley regio ziet de arbeidsmarktsituatie er goed uit. Er zijn voldoende banen ten opzichte van de beroepsbevolking. Het nabijgelegen Ede heeft zelfs een positief banensaldo van 18 procent 8. Historische cijfers over de werkloosheid in Veenendaal vanaf de jaren 90 laten zien dat Veenendaal al lange tijd geen uitzonderlijk hoge werkloosheid meer heeft. Hieruit kunnen we concluderen dat Veenendaal geen uitzonderlijk slechte structurele situatie op de arbeidsmarkt kent. Dat vormt geen verklaring voor het hoge aantal bijstandsgerechtigden in de gemeente. Wel is het mogelijk dat er in de jaren tachtig veel mensen in de bijstand zijn gekomen en die nu nog steeds afhankelijk zijn van een bijstandsuitkering. Helaas zijn de bijstandscijfers over die tijd niet meer beschikbaar, zodat daar geen onderzoek naar te doen is. Wel kunnen we kijken naar het aandeel mensen in de bijstand dat in die periode afhankelijk is geworden van een bijstandsuitkering. Uit de onderstaande figuur blijkt inderdaad dat er in Veenendaal een relatief grote oudere groep in de bijstand zit, met name niet-westerse allochtonen (30% tegenover 20% landelijk; het verschil van 10%-punten met het landelijke cijfer komt overeen met ongeveer 30 uitkeringen). Het is mogelijk dat deze groep al in de jaren tachtig hun baan verloor en sindsdien niet meer aan het werk is gegaan. 5 Een gemeenteraadslid vertelde over deze tijd: We waren apetrots toen we op een gegeven moment door de economische malaise van twintig jaar geleden heen waren, toen we een enorm opgelopen werkloosheidscijfer kenden en toen we dat in een paar jaar tijd ook weer geweldig hebben teruggedrongen. Bron: Hogenstijn, M. & D.P. van Middelkoop, Zo werkt dat hier niet - Gevestigden en buitenstaanders in nieuwe sociale en ruimtelijke kaders, Uitgeverij Eburon, Bron: CBS. 7 Berenschot definieert het banensaldo als het aantal beschikbare banen minus de beroepsbevolking, uitgedrukt als percentage van de beroepsbevolking. Bron: LISA, 2011; CBS, Bron: LISA, 2011; CBS,

13 Figuur 2. Aantal personen met een WWB-uitkering t.o.v. bevolking (bron: CBS; bewerking: Berenschot) We kunnen aldus concluderen dat de huidige economische situatie waarschijnlijk geen verklaring biedt voor het hoge aantal bijstandsgerechtigden in de gemeente Veenendaal. Wel is het mogelijk dat de slechte economische situatie in het verleden geleid heeft tot instroom in de bijstand van mensen die nu nog steeds afhankelijk zijn van een bijstandsuitkering. Conjuncturele situatie Conjunctureel gezien verkeert Nederland sinds 2008 in een economische crisis. Als gevolg van de crisis is het beroep op de bijstand in heel Nederland toegenomen. Hoewel de gevolgen van de crisis voor de bijstandsdichtheid in Veenendaal niet onderschat moeten worden, zijn er geen aanwijzingen dat de crisis in Veenendaal harder heeft toegeslagen dan in de rest van Nederland. Zo ligt het aantal niet-werkende werkzoekenden in Veenendaal op 7,7 procent, 0,4 procent lager dan het landelijk gemiddelde 9, en ook het aantal WW-uitkeringen ten opzichte van de beroepsbevolking ligt in Veenendaal lager dan het landelijk gemiddelde 10 (de werkloosheid in Veenendaal ligt overigens wel hoger dan in de rest van de Food Valley regio). Hieruit leiden we af dat de economie van Veenendaal als gevolg van de crisis sinds 2008 niet harder is getroffen dan in andere gemeenten. Dat lijkt niet te leiden tot een uitzonderlijke situatie op de arbeidsmarkt. Op basis daarvan kunnen we dus niet het hoge aantal bijstandsontvangers verklaren in vergelijking met andere gemeenten. 9 Bron: UWV, Factsheet Arbeidsmarktregio Food Valley, maart Bron: CBS,

14 Mogelijke mismatch op de arbeidsmarkt In relatie tot de bijstand kan eveneens de vraag gesteld worden of alle groepen in Veenendaal even goed aan werk kunnen komen. Het UWV uit op basis van vacatureonderzoek voor de regio rond Veenendaal regelmatig zorgen over de scheve verdeling van baankansen over leeftijds- en opleidingsgroepen. Zo komen oudere werknemers en werkzoekenden met nauwelijks of geen opleiding relatief moeilijk aan een baan 11. In de regionale arbeidsmarktschets Midden-Gelderland, waar ook de Food Valley regio onder valt, geeft het UWV echter geen signaal af dat deze kwalitatieve mismatch op de arbeidsmarkt in Food Valley sterker is dan in de rest van Nederland. Het UWV verwacht in Food Valley relatief sterke arbeidsvraag voor agrarische, medische, en (lagere) beveiligingsberoepen en voor middelbaar technische en transportberoepen. Verder blijkt uit het vacatureoverzicht van het UWV voor Food Valley dat, hoewel het absolute aantal vacatures tegenvalt door de crisis, er geen sprake is van een uitzonderlijk laag aantal vacatures voor laagopgeleiden 12. Hieruit leiden we af dat de situatie op de arbeidsmarkt in Veenendaal geen aanleiding geeft om te concluderen dat er sprake is van een uitzonderlijk grote kwalitatieve mismatch (in vergelijking met andere gemeenten). Op basis hiervan kunnen we dus niet het grote aantal bijstandsgerechtigden in Veenendaal ten opzichte van andere gemeenten verklaren. Conclusie De feiten over de arbeidsmarktsituatie in Veenendaal en omgeving vanaf de jaren 90 tot heden vormen geen overtuigende verklaring voor de hoge bijstandsdichtheid in Veenendaal. Er is spraken van een relatief goede arbeidsmarkt. Zowel kwantitatief als kwalitatief is er in vergelijking met andere gemeenten niet sprake van een opvallende mismatch tussen vraag en aanbod. Wel is het mogelijk dat de crisis in de jaren tachtig heeft geleid tot een groep mensen in de bijstand, die nu nog steeds afhankelijk zijn van een bijstandsuitkering. 3.2 Bevolkingssamenstelling De bevolkingssamenstelling is van invloed op de bijstandsdichtheid. Immers, als er in een gemeente veel mensen wonen met een hoge bijstandskans zal de totale bijstandsafhankelijkheid in deze gemeente in het algemeen groter zijn dan in een gemeente met weinig mensen met een hoge bijstandskans. 11 Bron: UWV Regionale Arbeidsmarktschets Midden-Gelderland (inclusief Food Valley), september Het percentage werkzoekenden zonder startkwalificatie is ongeveer even groot is als het percentage elementaire en lagere vacatures. Bron: UWV, Factsheet Arbeidsmarktregio Food Valley, maart

15 Zo is bekend dat alleenstaande ouders en niet-westerse allochtonen beduidend vaker een beroep doen op de bijstand dan gemiddeld 13, met als gevolg dat als deze groepen in een gemeente zijn oververtegenwoordigd, het bijstandsvolume in deze gemeente vaak ook op een relatief hoog niveau ligt. Wij hebben de samenstelling van de bevolking en de samenstelling van de bijstandspopulatie in Veenendaal onderzocht en vergeleken met de referentiegemeenten en het landelijk gemiddelde. Op die manier kan worden nagegaan of het hoge bijstandsvolume in Nijmegen wellicht te maken heeft met de oververtegenwoordiging van bepaalde groepen binnen de totale bevolking. Het is van belang om in het achterhoofd te houden dat in het objectieve verdeelmodel op basis waarvan de Rijksoverheid de bijstandsmiddelen verdeelt over gemeenten sommige karakteristieken van de bevolking wel zijn meegenomen en sommige karakteristieken niet (objectieve factoren: zie bijlage 4). Niet-westerse allochtonen Een maatstaf die een significant effect kan hebben op de bijstandsafhankelijkheid is het aantal nietwesterse allochtonen. In onze interviews is door verschillende personen aangegeven dat er veel niet-westerse allochtonen in Veenendaal wonen, waardoor het bijstandsvolume hoger is dan in andere gemeenten. Wij hebben daarom de volgende vragen onderzocht: 1. Heeft Veenendaal relatief veel niet-westerse allochtonen in de gemeente? 2. Is van de niet-westerse allochtonen een relatief groot aantal afhankelijk van een bijstandsuitkering? 3. Hoe ziet de samenstelling van de groep niet-westerse allochtonen er uit en op welke wijze beïnvloed die de bijstandsafhankelijkheid in Veenendaal? Ad 1: Heeft Veenendaal relatief veel niet-westerse allochtonen in de gemeente? De eerste vraag moet op grond van de feiten ontkennend worden beantwoord, want het aandeel niet-westerse allochtonen in de Veenendaalse samenleving is in vergelijking tot referentiegemeenten en het landelijk gemiddelde niet uitzonderlijk groot noch uitzonderlijk snel gegroeid (zie onderstaande grafiek). In Veenendaal is 10,2% van de bevolking niet-westerse allochtoon. In de referentiegemeenten is dat percentage 10%. Landelijk is het percentage 11,6%. 13 Bron: het CBS publiceert regelmatig artikelen over de bevolkingssamenstelling in relatie tot de bijstand. Recente artikelen over alleenstaande ouders en niet-westerse allochtonen zijn te vinden via onderstaande links: inkomen-eenoudergezin-art.htm,

16 Figuur 3. Niet-westerse allochtonen als percentage van de bevolking (bron: CBS) Ad 2: Is van de niet-westerse allochtonen een relatief groot aantal afhankelijk van een bijstandsuitkering? Het blijkt dat ruim 15 procent van de niet-westerse allochtonen in Veenendaal een bijstandsuitkering heeft, terwijl dit bij referentiegemeenten en in de landelijke situatie ongeveer 11 procent is (zie ook figuur 2 hiervoor). Het aantal niet-westerse allochtonen dat in Veenendaal afhankelijk is van een bijstandsuitkering is dus relatief groot. Ad 3: Hoe ziet de samenstelling van de groep niet-westerse allochtonen er uit en op welke wijze beïnvloedt die de bijstandsafhankelijkheid in Veenendaal? Hoe komt het dat het aantal niet-westerse allochtonen dat afhankelijk is van een bijstandsuitkering in Veenendaal relatief hoog is? Om deze vraag te beantwoorden, kijken we naar de samenstelling van de groep niet-westerse allochtonen en de invloed daarvan op het bijstandsvolume. Het is namelijk zo dat binnen de groep niet-westerse allochtonen grote verschillen zijn in de mate van bijstandsafhankelijkheid, waarbij het land van herkomst een belangrijke rol speelt. Zo is het percentage Chinezen dat landelijk in de bijstand zit relatief laag (lage bijstandskans), terwijl het percentage Somaliërs dat in de bijstand zit relatief hoog is (hoge bijstandskans). Als er dus in Veenendaal bijvoorbeeld relatief veel Somaliërs wonen en relatief weinig Chinezen, dan vormt dat een verklaring voor het feit dat er in Veenendaal relatief meer niet-westerse allochtonen afhankelijk zijn van een bijstandsuitkering dan in gemeenten waar juist veel Chinezen wonen en weinig Somaliërs. Het is dus van belang om uit te zoeken wat het precieze land van herkomst is van de niet-westerse allochtonen in Veenendaal en wat de bijstandsafhankelijkheid is van mensen uit deze landen van herkomst

17 Berenschot beschikt over de landelijke bijstandskansen 14 van alle herkomstgroeperingen. Op gemeenteniveau zijn er cijfers van het CBS beschikbaar die inzicht geven in het land van herkomst van alle inwoners van Veenendaal. We kunnen berekenen dat de gemiddelde bijstandskans van de groepen die in Veenendaal wonen gelijk is aan (net iets onder de) 15% (zie onderstaande grafiek). Dat is gelijk aan de feitelijke bijstandsafhankelijkheid van deze groepen in de gemeente Veenendaal (de voorspelling is gelijk aan de werkelijke bijstandsafhankelijkheid). Dat betekent dat geen van allochtone groepen in vergelijking met andere gemeenten, in Veenendaal is oververtegenwoordigd in de bijstand. We concluderen daarom dat het hoge percentage niet-westerse allochtonen inderdaad te maken heeft met de herkomst van niet-westerse allochtonen in Veenendaal (en er zijn geen aanwijzingen dat het beleid en de uitvoering hier per se debet aan zijn). Figuur 4. Bijstandskansen op basis van bevolkingssamenstelling (bron: CBS; bewerking: Berenschot) Samenstelling niet-westerse allochtonen De hierboven beschreven bevinding dat het hoge percentage niet-westerse allochtonen in Veenendaal samenhangt met de herkomst van niet-westerse allochtonen in Veenendaal leidt tot de volgende vervolgvraag: welke specifieke herkomstgroeperingen die bekend staan om een hoge bijstandsafhankelijkheid zijn in Veenendaal in hoge mate vertegenwoordigd? Tijdens interviews is gesuggereerd dat de oververtegenwoordiging van niet-westerse allochtonen in de bijstand veroorzaakt wordt door de aanwezigheid van veel Marokkanen in Veenendaal. Wanneer we kijken naar de absolute aantallen, dan blijkt dat er inderdaad een grote groep Marokkanen in Veenendaal woont (5,5% van de totale bevolking; zien onderstaande tabel). Het betreft onder andere Marokkanen die als gastarbeider naar Veenendaal zijn gekomen ten tijde van de bloei van de (textiel)industrie. 14 Het aantal personen met een bijstandsuitkering ten opzichte van de totale bevolkingsgroep

18 Ook zitten er in absolute zin veel Marokkanen in de bijstand: in totaal vormen Marokkanen ongeveer 15 procent van het totale WWB-bestand van Veenendaal (plusminus 200 uitkeringen) 15. Aantal Aandeel Nederland ,2% Veenendaal ,3% Tabel 3. Aantal 1 e en 2 e generatie Marokkanen en aandeel in de totale bevolking Wanneer we kijken naar het relatieve aantal Marokkanen in de bijstand in Veenendaal, dan blijkt dit percentage niet uitzonderlijk hoog te zijn: ongeveer 6,3 procent van de Marokkanen in Veenendaal is afhankelijk van de bijstand. Dit is zelfs fors lager dan de gemiddelde bijstandsafhankelijkheid van Marokkanen die landelijk gemeten wordt, namelijk 13 procent. Het percentage Marokkanen dat in de bijstand zit in Veenendaal is eveneens lager dan het gemiddelde percentage niet-westerse allochtonen dat in Veenendaal in de bijstand zit (de eerder genoemde 15 procent). Kortom, hoewel het hoe dan ook een hoog cijfer is dat 6,3 procent van de Marokkanen in de bijstand zit, is de bijstandsafhankelijkheid van Marokkanen in de gemeente Veenendaal een stuk lager dan in andere gemeenten. Het hoge aandeel Marokkanen in Veenendaal vormt geen verklaring voor het hoge percentage niet-westerse allochtonen dat in Veenendaal in de bijstand zit. Verhuisbewegingen Een belangrijk aanknopingspunt voor de verklaring van de hoge bijstandsdichtheid onder nietwesterse allochtonen betreft de verhuizing van niet-nederlanders naar Veenendaal. Niet- Nederlanders zijn mensen zonder Nederlands paspoort, bijvoorbeeld asielzoekers. Een allochtoon is een Nederlander die geboren is in het buitenland of die buitenlandse ouders heeft maar wel een Nederlands paspoort kan hebben. In onderstaande grafiek staat het verhuissaldo 16 van niet- Nederlanders van Veenendaal over de afgelopen 25 jaar. Uit de grafiek blijkt dat Veenendaal in de periode structureel meer niet-nederlanders heeft opgenomen dan andere gemeenten in de Food Valley regio. 15 Bron: gemeente Veenendaal. 16 Dat wil zeggen: het aantal gevestigde minus het aantal vertrokken personen

19 Figuur 5. Verhuissaldo niet-nederlanders, 1988-heden (bron: CBS; bewerking: Berenschot) Wanneer we de instroom van niet-nederlanders nader bestuderen dan blijkt dat er drie herkomstgroeperingen bij zitten die volgens de landelijke statistieken een hoge bijstandskans hebben, namelijk Afghanen, Irakezen en Somaliërs 17. In de onderstaande grafiek staat de ontwikkeling van het aantal Afghanen, Irakezen en Somaliërs per 1000 inwoners weergegeven. Uit de grafiek blijkt dat de groei van deze bevolkingsgroepen met name plaatsvond tussen de jaren 2000 en Opvallend is dat er in Veenendaal relatief meer asielzoekers terecht zijn gekomen dan in referentiegemeenten: in Veenendaal wonen ongeveer 5 Somaliërs en 5 Afghanen per 1000 inwoners, terwijl dat er in referentiegemeenten 3 respectievelijk 2 per 1000 inwoners zijn 18. Veel van deze mensen zijn in Veenendaal in de bijstand terecht gekomen: Somaliërs vormen ongeveer 5 procent van het WWB-bestand, Afghanen 4 procent en Irakezen 3,5 procent 19. Samen maken deze drie groepen dus ongeveer 12,5 procent van het WWB-bestand uit (plusminus 175 uitkeringen), terwijl ze ongeveer 1,3 procent van de Veenendaalse bevolking vormen (787 personen). Landelijk is dat percentage 0,8%. Het hoge percentage Somaliërs, Irakezen en Afghanen in de bijstand komt overeen met het landelijke beeld, waaruit blijkt dat deze groepen inderdaad een relatief hoge bijstandsafhankelijkheid hebben. 17 De bijstandskansen van deze groepen zijn respectievelijk 18 Bron: CBS. 19 Bron: gemeente Veenendaal

20 Figuur 6. Aandeel Irakezen, Afghanen en Somaliërs in de totale bevolking in Nederland en in Veenendaal (bron: CBS) De groei van het aantal Afghanen, Somaliërs en Irakezen valt precies samen met de hoge groei van de bijstandsdichtheid in de gemeente Veenendaal in de periode , toen Veenendaal veranderde van een gemeente met een relatief lage bijstandsdichtheid (lager dan in de referentiegemeenten) naar een gemeente met een relatief hoge bijstandsdichtheid (hoger dan in de referentiegemeenten) (zie paragraaf 2.1). Op basis daarvan trekken we de conclusie dat de groepen Afghanen, Somaliërs en Irakezen voor een belangrijk deel debet zijn aan de relatief hoge bijstandsafhankelijkheid in Veenendaal en daarmee bepalend zijn voor het grote jaarlijkse tekort dat de gemeente Veenendaal in de afgelopen jaren had op het Inkomensdeel WWB. Asiel en migratie Aangezien Veenendaal relatief grote Somalische, Afghaanse en Irakese gemeenschappen heeft, kan de vraag gesteld worden hoe deze gemeenschappen in Veenendaal terecht zijn gekomen. Vanaf 1995 hebben gemeenten een taakstelling wat betreft het aantal asielzoekers dat opgevangen dient te worden. De taakstelling is gebaseerd op het aantal inwoners. Uit interviews blijkt dat er relatief veel (voormalige) asielzoekers uit eigen beweging naar Veenendaal komen, met name Somaliërs. Het betreft zogenoemde zelfmelders die via de asielprocedure in Veenendaal komen wonen, maar ook mensen die elders in Nederland wonen maar ervoor kiezen om via de vrije loting van woningcorporaties naar Veenendaal te komen. De zelfmelders worden meegeteld voor de taakstelling en leiden dus per saldo niet tot extra opname van asielzoekers in Veenendaal. De groep die uit eigen beweging naar Veenendaal komt (en wel per saldo tot een hogere concentratie van (voormalig) asielzoekers leidt) komt voornamelijk via het sociale kanaal: familie en vrienden die dicht bij elkaar gaan wonen 20. Dit is een bekend mechanisme dat veel voorkomt onder migranten en ook elders in Nederland zichtbaar is. 20 Bron: Forum, Factsheet Somaliërs in Nederland, februari

21 Zo is bekend dat er in Tilburg en Rotterdam ook relatief veel Somaliërs wonen. Uit interviews blijkt dat de sociale banden onder Afghanen en Irakezen ook sterk zijn, zij het minder sterk dan onder Somaliërs. Uit onderzoek en interviews blijkt dat onder (voormalige) vluchtelingen sprake is van een cumulatie van problemen, vanwege oorlogstrauma s, lage opleiding en gebrek aan beheersing van de Nederlandse taal. Het inburgeringstraject, dat verplicht is, verloopt vaak moeizaam en bij sommige groepen is bovendien vaak sprake van analfabetisme. Hierdoor is er veel uitval uit de cursus en voor mensen die de cursus wel afmaken is de cursus vaak te kort om het doel van uitstroom naar werk te dienen. Positief is dat de integratie van jonge Somaliërs beter verloopt dan van oudere generaties. Conclusie Wanneer we kijken naar de bevolkingssamenstelling van Veenendaal dan kunnen we concluderen dat: het aandeel niet-westerse allochtonen in de Veenendaalse samenleving in vergelijking tot referentiegemeenten en het landelijk gemiddelde niet uitzonderlijk groot is; het aantal niet-westerse allochtonen dat afhankelijk is van een bijstandsuitkering in Veenendaal relatief hoog is; het hoge percentage niet-westerse allochtonen samenhangt met de herkomst van niet-westerse allochtonen in Veenendaal; de herkomstgroeperingen die én relatief veel in Veenendaal wonen telt én relatief vaak afhankelijk zijn van de bijstand voornamelijk Afghanen, Irakezen en Somaliërs betreffen die met name in de jaren naar Veenendaal zijn gekomen. Kortom, de hoge bijstandsafhankelijkheid in Veenendaal kan niet verklaard worden door het aantal niet-westerse allochtonen, maar wel door de samenstelling van de groep niet-westerse allochtonen. Met name het relatief hoge aantal Irakezen, Somaliërs en Afghanen in Veenendaal zorgen voor veel bijstandsafhankelijkheid. 3.3 Alleenstaande ouders Een groep die in het verleden lange tijd oververtegenwoordigd is geweest in het WWB-bestand van Veenendaal maar dat inmiddels in mindere mate is, is de groep alleenstaande ouders (zie onderstaande grafiek). In 2012 is het aantal alleenstaande ouders in de bijstand sterk teruggedrongen, terwijl het percentage in referentiegemeenten ongeveer gelijk is gebleven. Aan de daling van het aantal alleenstaande ouders dat in de bijstand zit, ligt geen duidelijk aanwijsbare beleidswijziging ten grondslag. In de interviews werd evenwel aangegeven dat er bij de re-integratie rekening mee wordt gehouden of mensen sociale taken hebben, die het aan het werk gaan belemmeren. Dat is het geval bij eenouderhuishoudens. Vaak vormt het ontbreken van voldoende kinderopvang een belemmering

22 % 25% 20% 15% 10% 5% 0% Nederland Veenendaal Figuur 7. Aandeel alleenstaande ouders dat gebruik maakt van bijstand (bron: CBS; bewerking: Berenschot) 3.4 Sociale woningbouw Onder het punt van de bevolkingssamenstelling is geconstateerd dat er in Veenendaal onder andere relatief veel eenoudergezinnen en Afghanen, Irakezen en Somaliërs in de bijstand zitten. Ervaringen uit andere gemeenten leren dat een indirecte oorzaak hiervan gelegen kan zijn in de sociale woningbouw van een gemeente. In het algemeen zal het zo zijn dat als er meer sociale woningen in een gemeente staan, de gemiddelde kans voor de inwoners om in de bijstand te zitten, hoger is. De mogelijke bijstandsverhogende werking van sociale woningbouw kan vanuit twee perspectieven geanalyseerd worden: vanuit kwantitatief perspectief (het aantal sociale huurwoningen) en vanuit kwalitatief perspectief (de prijs, ligging en leefbaarheid van sociale huurwoningen). Kwantitatief perspectief Veenendaal heeft een relatief hoog percentage sociale woningbouw, zowel ten opzichte van referentiegemeenten als ten opzichte van het Nederlandse gemiddelde (zie onderstaande grafiek). Uit de interviews blijkt dat de voorraad sociale huurwoningen in Veenendaal vanaf de jaren 50 gestaag is opgebouwd. Er is ongeveer elk decennium een wijk bijgebouwd. De afgelopen jaren is erbij nieuwbouw steeds naar gestreefd om 30 procent sociale woningbouw te realiseren. In de jaren 60/ 70 lag sociale woningbouw als percentage van de totale nieuwbouw boven de 30 procent. Dat verklaart dat Veenendaal een geaggregeerd percentage heeft van 35 procent. Bijstandsgerechtigden wonen relatief vaak in een sociale huurwoning. Het ligt voor de hand dat het relatief hoge aantal sociale huurwoningen in Veenendaal mede een verklaring vormt voor het relatief hoge aantal mensen met een bijstandsuitkering

23 Figuur 8. Sociale huurwoningen t.o.v. de woningvoorraad (bron: CBS; bewerking: Berenschot) Kwalitatief perspectief Met sociale huurwoningen is Patrimonium de grootste woningbouwcorporatie van Veenendaal. Net als andere woningcorporaties richt Patrimonium zich op het huisvesten van mensen met een krappe beurs. Dit beleid is als volgt omschreven: Wij richten ons voornamelijk op het huisvesten van de lagere inkomensgroepen. Ook besteden wij extra aandacht aan specifieke groepen zoals gehandicapten, mensen die begeleid wonen, asielzoekers, jongeren en ouderen 21. Patrimonium staat bekend als een sociale organisatie. De samenstelling van woningvoorraad van Patrimonium wijkt in kwalitatieve zin niet af van de woningvoorraad van andere woningcorporaties. Uit interviews blijkt dat het beleid van Patrimonium erop gericht is om de samenstelling van de woningvoorraad qua huurprijs rond het gemiddelde te houden. Dit beeld wordt bevestigd door de feiten: de gemiddelde huurprijs van de sociale huurwoningen in Veenendaal kent ongeveer dezelfde verdeling over de klassen goedkoop, betaalbaar en duur als de rest van de provincie Utrecht 22 (zie onderstaande grafiek). 21 Bron: Patrimonium. 22 Bron: CFV, 2009; Patrimonium,

24 Figuur 9. Prijsklassen sociale huurwoningen (bron: CFV, Patrimonium) Een punt waarop Patrimonium afwijkt van andere corporaties is de toewijzingsprocedure: ongeveer de helft van de woningen van Patrimonium wordt toegewezen op grond van een wachtlijst en de andere helft wordt toegewezen op grond van vrije loting. Vrije loting geeft relatieve buitenstaanders die nog niet zo lang op de wachtlijst staan een mogelijkheid om naar Veenendaal te komen. Uit interviews blijkt dat veel van de Afghanen, Irakezen en Somaliërs die naar Veenendaal komen maken van de mogelijkheid tot loting. Zij zijn bijvoorbeeld als asielzoeker in Nederland terecht gekomen, kregen door het COA een woning toegewezen in een bepaalde gemeente en kiezen er daarna voor om bij elkaar te gaan wonen in plaatsen waar veel mensen met dezelfde achtergrond wonen. In de interviews werd aangegeven dat het lotingsysteem dit proces ondersteunt. Het aantal bewoners met een laag inkomen is bij Patrimonium hoger dan gemiddeld, terwijl het aantal bewoners met een hoger inkomen juist behoorlijk lager is dan gemiddeld (zie onderstaande figuur). De constatering over de samenstelling van bewonersgroepen in Veenendaal wordt bevestigd door gegevens over het gemiddelde huurtoeslagbedrag dat bewoners van een sociale huurwoning ontvangen: dit bedrag ligt bij Patrimonium 21 procent boven het landelijk gemiddelde 23. Patrimonium geeft aan dat door de concentratie van lage inkomens de kans op huurbetalingsachterstanden voor Patrimonium relatief groot is. Dit betreft vaak bijstandsgerechtigden. Dit risico kan worden verkleind door de toetreding van mensen met een bijstandsuitkering tot de woningvoorraad, die onvoldoende blijk geven van verantwoordelijkheidsbesef, te verminderen. Patrimonium geeft aan dat ze de mogelijkheden daartoe verkend hebben met de gemeente, door actieve deelname aan re-integratie voor bijstandsontvangers als eis te stellen voor toetreding tot de woningvoorraad. De gemeente betwist de effectiviteit van een dergelijke voorwaarde en werkt daar daarom niet aan mee. 23 Bron: WOON, 2009; Patrimonium,

25 Figuur 10. Bewoners sociale huurwoningen naar inkomensgroep (bron: WOON (2009), Patrimonium. Overige aspecten van sociale woningbouw Tot slot hebben we ook gekeken naar andere aspecten van de sociale woningbouw die aanleiding kunnen zijn voor een hoger bijstandsvolume dan in vergelijkbare gemeenten. Zo zijn er gemeenten met relatief lage huurprijzen en met een relatief grote leegstand. Dit kan aanleiding zijn voor een grotere instroom in de gemeente van mensen met een bijstandsuitkering. Een voorbeeld hiervan is de gemeente Enschede, waar een groot aanbod van goedkope huurwoningen leidde tot grote verhuisbewegingen van mensen met een laag inkomen in de richting van Enschede, wat vervolgens leidde tot een sterk verhoogde instroom in de bijstand 24. Het blijkt dat er in Veenendaal geen sprake is van lage huurprijzen of langdurige overcapaciteit. Patrimonium, heeft een wachtlijst. Daarnaast is de leegstand bij Patrimonium slechts 0,8 procent, tegen 1,4 procent landelijk 25. Conclusie Al met al kunnen we op grond van de kwantitatieve analyse concluderen dat sprake is van een ruim sociaal woningaanbod. Dat biedt mogelijk een extra verklaring voor het relatief hoge aantal bijstandsgerechtigden. Daarenboven blijkt dat de grootste woningcorporatie een deel van de woningen toewijst op basis van loting. Mogelijk vormt dat mede een verklaring dat relatief grote groepen mensen met een bijstandsuitkering en in het bijzonder sommige groepen niet-westerse allochtonen, zich in Veenendaal hebben gevestigd. De combinatie van de omvang van de sociale woningvoorraad en het sociale woningbouwbeleid lijkt mede een bijdrage te leveren aan het hoge aantal mensen met een bijstandsuitkering in Veenendaal. 24 Bron: SEOR, Instroombeleid gemeente Enschede, Bron: CFV, 2009; Patrimonium,

26 3.5 Sociale segregatie Wanneer we kijken naar de ruimtelijke verdeling van WWB ers in Veenendaal dan valt op dat de bijstandspopulatie geconcentreerd is in drie wijken: de Schrijverswijk, Engelenburg en het Franse Gat (zie figuur hieronder). Tijdens interviews is geopperd dat de aanwezigheid van sociale segregatie in Veenendaal mogelijk een versterkend effect heeft op sociale problematiek, waaronder bijstandsafhankelijkheid. Ook in andere gemeenten hebben we gezien dat sociale segregatie een factor van betekenis kan zijn, bijvoorbeeld omdat mensen elkaar de weg wijzen naar de bijstand of omdat er sprake is van discriminatie op de arbeidsmarkt. Ook is segregatie een factor uit de eerder genoemde lijst met objectieve variabelen die het ministerie van SZW toepast bij het beoordelen van aanvragen van aanvullende uitkeringen door gemeenten die een tekort hebben op het inkomensdeel. Wij hebben deze factor daarom nader onderzocht, om te zien of de mate van sociale segregatie in Veenendaal anders is dan in vergelijkbare gemeenten. Figuur 11. Spreiding van bijstandsgerechtigden over wijken (bron: gemeente Veenendaal)

Maatwerkrapport WWB in Uw Gemeente

Maatwerkrapport WWB in Uw Gemeente Aan Cc - Van Paul Schenderling; Martin Heekelaar Datum 16 juli 2013 Betreft Maatwerkrapport WWB in 1.1 Woord vooraf Dit document is een geanonimiseerd voorbeeld van een beknopt maatwerkrapport dat Berenschot

Nadere informatie

De Meerjarige aanvullende uitkering 2013 t/m 2015

De Meerjarige aanvullende uitkering 2013 t/m 2015 De Meerjarige aanvullende uitkering 2013 t/m 2015 Utrecht, 12 februari 2013 Martin Heekelaar, tel 06-23152767 Ad Baan, tel 06-55364740 1 Gemeenten kunnen (feitelijk: moeten) een MAU aanvragen als: Voldoen

Nadere informatie

Financiële effecten van de Participatiewet

Financiële effecten van de Participatiewet Financiële effecten van de Participatiewet Utrecht, 5 december 2012 Martin Heekelaar E: m.heekelaar@berenschot.nl M: 06-23152767 1 Wet werken naar vermogen wordt Participatiewet Invoering op 1 januari

Nadere informatie

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014. Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014. Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014 Nummer 6 juni 2014 Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014 Factsheet Ondanks eerste tekenen dat de economie weer aantrekt blijft de werkloosheid. Negen procent van de Amsterdamse beroepsbevolking is werkloos

Nadere informatie

Onderstaande tabel toont enkele algemene kenmerken afkomstig van het CBS, die een beeld geven van de vergelijkbaarheid van de gemeenten.

Onderstaande tabel toont enkele algemene kenmerken afkomstig van het CBS, die een beeld geven van de vergelijkbaarheid van de gemeenten. BIJLAGE 3: G4-Divosa Benchmark In de commissievergadering van 11 mei 2017 is toegezegd Divosa cijfers (G4 Divosa- Benchmark) met u te delen (toezegging 17/T83). Dit document bevat de G4-Benchmark van 2016.

Nadere informatie

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010 FORUM Maart Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt 9-8e monitor: effecten van de economische crisis In steeg de totale werkloosheid in Nederland met % naar 26 duizend personen. Het werkloosheidspercentage

Nadere informatie

Incidenteel Aanvullende Uitkering. Commissie Maatschappelijke Ontwikkeling (MO) 24 september 2012, uur

Incidenteel Aanvullende Uitkering. Commissie Maatschappelijke Ontwikkeling (MO) 24 september 2012, uur Incidenteel Aanvullende Uitkering Commissie Maatschappelijke Ontwikkeling (MO) 24 september 2012, 19.30 uur 1 Presentatie Achtergronden Wet Werk & Bijstand Budgetvaststelling en verdeling Aanvullende uitkeringen

Nadere informatie

Aan de Gemeenteraad van Nijmegen. Geachte leden van de Raad,

Aan de Gemeenteraad van Nijmegen. Geachte leden van de Raad, Aan de Gemeenteraad van Nijmegen Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen Telefoon 14024 Telefax (024) 323 59 92 E-mail gemeente@nijmegen.nl Postbus 9105 6500 HG Nijmegen Datum 15 september 2015 Ons kenmerk

Nadere informatie

Dordrecht in de Atlas 2013

Dordrecht in de Atlas 2013 in de Atlas Een aantrekkelijke stad om in te wonen, maar sociaaleconomisch kwetsbaar Inhoud:. Conclusies. Positie van. Bevolking. Wonen. De Atlas voor gemeenten wordt jaarlijks gepubliceerd. In mei is

Nadere informatie

De gemeente Beuningen verzoekt door middel van deze brief in aanmerking te komen voor een Incidenteel aanvullende uitkering (IAU) over 2014.

De gemeente Beuningen verzoekt door middel van deze brief in aanmerking te komen voor een Incidenteel aanvullende uitkering (IAU) over 2014. GEMEENTE r&śĺé* BEUNINGEN Toetsingscommissie WWB Postbus 91.546 2509 EC DEN HAAG Datum Kenmerk Kenmerkcode Uw contact Telefoon Onderwerp 21 JUL 2015 UI15.06161 llll Sarah Albers 14 024 Aanvraag IAU 20144

Nadere informatie

12. Vaak een uitkering

12. Vaak een uitkering 12. Vaak een uitkering Eind 2001 hadden niet-westerse allochtonen naar verhouding 2,5 maal zo vaak een uitkering als autochtonen. De toename van de WW-uitkeringen in 2002 was bij niet-westerse allochtonen

Nadere informatie

Welke re-integratiemiddelen krijgen gemeenten onder de Participatiewet?

Welke re-integratiemiddelen krijgen gemeenten onder de Participatiewet? Welke re-integratiemiddelen krijgen gemeenten onder de Participatiewet? Gemeenten ontvangen via het re-integratiebudget middelen voor ondersteuning en begeleiding van de doelgroep Participatiewet. Er zijn

Nadere informatie

Arbeidsmarktontwikkelingen 2016

Arbeidsmarktontwikkelingen 2016 - Arbeidsmarktontwikkelingen 2016 Factsheet maart 2017 Het aantal banen van werknemers en zelfstandigen in Amsterdam nam het afgelopen jaar toe met bijna 14.000 tot bijna 524.000 banen, een groei van bijna

Nadere informatie

Verbeteringen verdeelmodel Inkomensdeel Participatiewet. Utrecht, 19 mei 2015

Verbeteringen verdeelmodel Inkomensdeel Participatiewet. Utrecht, 19 mei 2015 Verbeteringen verdeelmodel Inkomensdeel Participatiewet Utrecht, 19 mei 2015 Inhoud 1. Financieringssystematiek Participatiewet 2. Keuze voor nieuwe model 3. Hoe werkt het multiniveau-model? 4. Proces

Nadere informatie

2. Globale analyse 2015

2. Globale analyse 2015 2. Globale analyse 2015 2.1. Tekort 2015 We zien dat de economie aantrekt. Dat zien we ook terug in Enschede. We nemen groei en dynamiek waar van bedrijven op de toplocaties (met name Kennispark en de

Nadere informatie

Meerdere keren zonder werk

Meerdere keren zonder werk Meerdere keren zonder werk Antoinette van Poeijer Ontvangers van een - of bijstandsuikering en ers worden gestimuleerd (weer) aan de slag te gaan. In veel gevallen is dat succesvol. Er zijn echter ook

Nadere informatie

Jeugdwerkloosheid Amsterdam

Jeugdwerkloosheid Amsterdam Jeugdwerkloosheid Amsterdam 201-201 Factsheet maart 201 De afgelopen jaren heeft de gemeente Amsterdam fors ingezet op het terugdringen van de jeugdwerkloosheid. Nu de aanpak jeugdwerkloosheid is afgelopen

Nadere informatie

szw0001052 Aan de Voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid s-gravenhage, 23 november 2000 Aanleiding

szw0001052 Aan de Voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid s-gravenhage, 23 november 2000 Aanleiding szw0001052 Aan de Voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid s-gravenhage, 23 november 2000 Aanleiding Naar aanleiding van vragen over de hoge arbeidsongeschiktheidspercentages

Nadere informatie

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 4 e editie. Opzet en inhoud

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 4 e editie. Opzet en inhoud 4 e editie Economische monitor Voorne PutteN Opzet en inhoud In 2010 verscheen de eerste editie van de Economische Monitor Voorne-Putten, een gezamenlijk initiatief van de vijf gemeenten Bernisse, Brielle,

Nadere informatie

Werkloosheid 50-plussers

Werkloosheid 50-plussers Gemeente Amsterdam Werkloosheid 50-plussers Amsterdam, 2017 Factsheet maart 2018 Er zijn ruim 150.000 Amsterdammers in de leeftijd van 50 tot en met 64 jaar. Hiervan is 64% aan het werk. Ongeveer 6.200

Nadere informatie

LAAGGELETTERDHEID IN LEIDSCHENVEEN-YPENBURG

LAAGGELETTERDHEID IN LEIDSCHENVEEN-YPENBURG LAAGGELETTERDHEID IN LEIDSCHENVEEN-YPENBURG Uitgevoerd door: CINOP Advies Etil Kohnstamm Instituut Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), Maastricht University DEZE FACTSHEETRAPPORTAGE IS

Nadere informatie

LAAGGELETTERDHEID IN HAAGSE HOUT

LAAGGELETTERDHEID IN HAAGSE HOUT LAAGGELETTERDHEID IN HAAGSE HOUT Uitgevoerd door: CINOP Advies Etil Kohnstamm Instituut Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), Maastricht University DEZE FACTSHEETRAPPORTAGE IS ONTWIKKELD

Nadere informatie

Maatschappelijke Ontwikkeling Ingekomen stuk D2 (PA 19 september 2012) Beleidsontwikkeling. Ons kenmerk Datum uw brief

Maatschappelijke Ontwikkeling Ingekomen stuk D2 (PA 19 september 2012) Beleidsontwikkeling. Ons kenmerk Datum uw brief Ingekomen stuk D2 (PA 19 september 2012) Aan de gemeenteraad van Nijmegen Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen Telefoon 14024 Telefax (024) 323 59 92 E-mail gemeente@ nijmegen.nl Postadres Postbus 9105

Nadere informatie

ECONOMISCHE MONITOR EDE 2015 I

ECONOMISCHE MONITOR EDE 2015 I ECONOMISCHE MONITOR EDE 2015 I In deze economische monitor vindt u cijfers over de werkgelegenheid en de arbeidsmarkt van de gemeente Ede. Van de arbeidsmarkt zijn gegevens opgenomen van de tweede helft

Nadere informatie

Participatiewet. Figuur 2: Personen met bijstandsuitkering: verdeling naar leeftijd januari 2015 december % 80% 49% 54% 60% 40% 42% 37% 20%

Participatiewet. Figuur 2: Personen met bijstandsuitkering: verdeling naar leeftijd januari 2015 december % 80% 49% 54% 60% 40% 42% 37% 20% Participatiewet Sinds 1 januari 215 is de Participatiewet van kracht. Deze wet vervangt de Wet werk en bijstand (Wwb), de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) en een groot deel van de Wet werk en arbeidsondersteuning

Nadere informatie

We zien in figuur 2 dat het aandeel personen met een migratieachtergrond toeneemt van 46 procent januari 2015 naar 51 procent in juni 2017.

We zien in figuur 2 dat het aandeel personen met een migratieachtergrond toeneemt van 46 procent januari 2015 naar 51 procent in juni 2017. Bijlage 2 Cijfers uitvoering Participatiewet Bijstandsvolume stabiliseert Er zijn duidelijke signalen dat de economie en de arbeidsmarkt zich aan het herstellen zijn van de crisis. Het aantal mensen met

Nadere informatie

Factsheet Maatschappelijke positie van Voormalig Antilliaanse / Arubaanse Migranten in Nederland

Factsheet Maatschappelijke positie van Voormalig Antilliaanse / Arubaanse Migranten in Nederland Factsheet Maatschappelijke positie van Voormalig Antilliaanse / Arubaanse Migranten in Nederland Onderwijs Het aandeel in de bevolking van 15 tot 64 jaar dat het onderwijs reeds heeft verlaten en hun onderwijscarrière

Nadere informatie

Factsheet Arbeidsmarkt en sociale uitkeringen

Factsheet Arbeidsmarkt en sociale uitkeringen Factsheet Arbeidsmarkt en sociale uitkeringen Deze factsheet geeft een beeld van de Arnhemse arbeidsmarkt. Daarbij gaat het eerst in op de vraag naar arbeid; Hoe staat het met de werkgelegenheid in (de

Nadere informatie

De besparing voor een gemeente als er iemand uit de bijstand stroomt

De besparing voor een gemeente als er iemand uit de bijstand stroomt De besparing voor een gemeente als er iemand uit de bijstand stroomt Als er in een gemeente iemand uit de bijstand stroomt, hoeft de gemeente één bijstandsuitkering minder te betalen. Gemeenten gaan er

Nadere informatie

4. Werkloosheid in historisch perspectief

4. Werkloosheid in historisch perspectief 4. Werkloosheid in historisch perspectief Werkloosheid is het verschil tussen het aanbod van arbeid en de vraag naar arbeid. Het arbeidsaanbod in Noord-Nederland hangt samen met de mate waarin de inwoners

Nadere informatie

: dhr. J.L.M. Vlaar : M. van Dam

: dhr. J.L.M. Vlaar : M. van Dam RAADSVOORSTEL ter besluitvorming in de raad Datum Forum vergadering : 29 november 2016 Zaaknummer : 368266 Datum Raadsvergadering : 12 december 2016 Portefeuillehouder Verantwoordelijk MT-lid Evaluatiedatum:

Nadere informatie

5-11-2014. Inhoud. Verdeelmodel Inkomensdeel Participatiewet. 2. Project verdeelmodel inkomensdeel 2015

5-11-2014. Inhoud. Verdeelmodel Inkomensdeel Participatiewet. 2. Project verdeelmodel inkomensdeel 2015 Inhoud Verdeelmodel Inkomensdeel Participatiewet Platform Sociaal en Financieel Domein, VNG Overijssel 1. Hoe werkt de financieringssystematiek? 2. Project verdeelmodel inkomensdeel 3. Hoe werkt het multiniveau-model?

Nadere informatie

Ontwikkeling bijstandsuitkeringen Drechtsteden 2014, 2015 en ,0% -7,5% -5,0% -2,5% 0,0% 2,5% 5,0% 7,5% 10,0%

Ontwikkeling bijstandsuitkeringen Drechtsteden 2014, 2015 en ,0% -7,5% -5,0% -2,5% 0,0% 2,5% 5,0% 7,5% 10,0% Horizontale as: % +/- t.o.v. jaar eerder Bijstandsuitkeringen Ontwikkeling bijstandsuitkeringen 24, 25 en 26 -, -7,5% -5, 2 5% 24 5% 26 25-2,5%, 2,5% 5, -5% - -5% -2 7,5%, Verticale as: afwijking t.o.v.

Nadere informatie

Sterke toename alleenstaande moeders onder allochtonen

Sterke toename alleenstaande moeders onder allochtonen Carel Harmsen en Joop Garssen Terwijl het aantal huishoudens met kinderen in de afgelopen vijf jaar vrijwel constant bleef, is het aantal eenouderhuishoudens sterk toegenomen. Vooral onder Turken en Marokkanen

Nadere informatie

Datum 0 6 AUG. 2013 Betreft Verzoek Meerjarige aanvullende uitkering

Datum 0 6 AUG. 2013 Betreft Verzoek Meerjarige aanvullende uitkering Inspectie SZW Ministerie van Sociale ZaJcen en Werkgelegenheid > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag Het College van Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Heemstede Postbus 352 2100 AJ HEEMSTEDE

Nadere informatie

Uit huis gaan van jongeren

Uit huis gaan van jongeren Arie de Graaf en Suzanne Loozen Jaarlijks verlaten bijna een kwart miljoen jongeren het ouderlijk huis. Een klein deel van hen is al vóór de achttiende verjaardag uit huis gegaan. De meeste jongeren gaan

Nadere informatie

LAAGGELETTERDHEID IN LAAK

LAAGGELETTERDHEID IN LAAK LAAGGELETTERDHEID IN LAAK Uitgevoerd door: CINOP Advies Etil Kohnstamm Instituut Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), Maastricht University DEZE FACTSHEETRAPPORTAGE IS ONTWIKKELD IN OPDRACHT

Nadere informatie

Uitkomsten budgetverdeling Participatiewet. Utrecht, 8 december 2015

Uitkomsten budgetverdeling Participatiewet. Utrecht, 8 december 2015 Uitkomsten budgetverdeling 2016 Participatiewet Utrecht, 8 december 2015 Inhoud 1. Wijzigingen tov model 2015 2. Uitkomsten budgetverdeling 3. Hoe is het budget berekend? 4. Wijzigingen in het vangnet

Nadere informatie

Evaluatie. Plan van Aanpak Arbeidsmarktoffensief periode 1 juli 2015 tot en met 30 juni Gemeente Wassenaar

Evaluatie. Plan van Aanpak Arbeidsmarktoffensief periode 1 juli 2015 tot en met 30 juni Gemeente Wassenaar Evaluatie Plan van Aanpak Arbeidsmarktoffensief 2015 2018 periode 1 juli 2015 tot en met 30 juni 2016 Gemeente Wassenaar Oktober 2016 1 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 03 1.1 Plan van Aanpak Arbeidsmarktoffensief

Nadere informatie

Uw kenmerk W&B/SFI/04/32586 Dossier/volgnummer 55808-046

Uw kenmerk W&B/SFI/04/32586 Dossier/volgnummer 55808-046 Aan de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de heer drs. M. Rutte Postbus 90801 2509 LV Den Haag Bijlagen -- Inlichtingen bij Uw kenmerk W&B/SFI/04/32586 Dossier/volgnummer 55808-046 mr.

Nadere informatie

Notitie: Herverdeeleffecten nieuwe financiering Participatiewet

Notitie: Herverdeeleffecten nieuwe financiering Participatiewet Notitie: Herverdeeleffecten nieuwe financiering Participatiewet 1. Inleiding Met de Wet Werk Bijstand (WWB) in 2004 werden gemeenten volledig financieel verantwoordelijk voor de uitvoering van de bijstand.

Nadere informatie

LAAGGELETTERDHEID IN DEN HAAG

LAAGGELETTERDHEID IN DEN HAAG LAAGGELETTERDHEID IN DEN HAAG Uitgevoerd door: CINOP Advies Etil Kohnstamm Instituut Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), Maastricht University DEZE FACTSHEETRAPPORTAGE IS ONTWIKKELD IN

Nadere informatie

Evaluatie. Plan van Aanpak Arbeidsmarktoffensief periode 1 juli 2015 tot en met 30 juni Gemeente Voorschoten

Evaluatie. Plan van Aanpak Arbeidsmarktoffensief periode 1 juli 2015 tot en met 30 juni Gemeente Voorschoten Evaluatie Plan van Aanpak Arbeidsmarktoffensief 2015 2018 periode 1 juli 2015 tot en met 30 juni 2016 Gemeente Voorschoten September 2016 1 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 03 1.1 Plan van Aanpak Arbeidsmarktoffensief

Nadere informatie

Bijlage 1 Ontwikkeling arbeidsmarktpositie jongeren

Bijlage 1 Ontwikkeling arbeidsmarktpositie jongeren Bijlage 1 Ontwikkeling arbeidsmarktpositie jongeren Definities jongeren 1. De doelgroep jongeren van de PDTFJ betreft jongeren van 15 t/m 22 buiten het volledig dagonderwijs. Arbeidsmarktcijfers over deze

Nadere informatie

De integratie van Antillianen in Nederland. Presentatie 9 juni: De Caribische demografie van het Koninkrijk der Nederlanden

De integratie van Antillianen in Nederland. Presentatie 9 juni: De Caribische demografie van het Koninkrijk der Nederlanden De integratie van Antillianen in Nederland Presentatie 9 juni: De Caribische demografie van het Koninkrijk der Nederlanden De integratie van Antillianen in Nederland Willem Huijnk - Wetenschappelijk onderzoeker

Nadere informatie

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2013

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2013 Fact sheet nummer 9 juli 2013 Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2013 Er zijn in Amsterdam bijna 135.000 jongeren in de leeftijd van 15 tot 27 jaar (januari 2013). Veel jongeren volgen een opleiding of

Nadere informatie

Crisismonitor Drechtsteden augustus 2010 (cijfers tot en met juni 2010)

Crisismonitor Drechtsteden augustus 2010 (cijfers tot en met juni 2010) Crisismonitor Drechtsteden augustus 2010 (cijfers tot en met juni 2010) Uit de landelijke pers: Economie groet met 2,1% Voorzichtig herstel aantal banen Herstel uitzendmarkt Werkloosheid blijft afnemen

Nadere informatie

Bijlage 1, bij 3i Wijkeconomie

Bijlage 1, bij 3i Wijkeconomie Bijlage 1, bij 3i Wijkeconomie INHOUD 1 Samenvatting... 3 2 De Statistische gegevens... 5 2.1. De Bevolkingsontwikkeling en -opbouw... 5 2.1.1. De bevolkingsontwikkeling... 5 2.1.2. De migratie... 5 2.1.3.

Nadere informatie

Hoofdstuk 13. Arbeidsmarkt

Hoofdstuk 13. Arbeidsmarkt Hoofdstuk 13. Arbeidsmarkt Samenvatting De potentiële beroepsbevolking wordt gedefinieerd als alle inwoners van 15-64 jaar en bestaat uit ruim 86.000 Leidenaren. Van hen verricht ruim zeven op de tien

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

ECONOMISCHE MONITOR EDE 2011 / 2

ECONOMISCHE MONITOR EDE 2011 / 2 ECONOMISCHE MONITOR EDE 211 / 2 De economische monitor geeft een beeld van de economie van de gemeente Ede in de afgelopen periode van 27 tot 211. De economische monitor is verdeeld in twee delen. Het

Nadere informatie

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009 FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 29 Groei van werkloosheid onder zet door! In het 2 e kwartaal van 29 groeide de werkloosheid onder (niet-westers)

Nadere informatie

De raad van de gemeente Tholen. Tholen, 25 oktober 2016

De raad van de gemeente Tholen. Tholen, 25 oktober 2016 No.: Portefeuillehouder: Wethouder F.J.A. Hommel Afdeling: Samenleving Behandelaar: C.L. Aarnoudse De raad van de gemeente Tholen Tholen, 25 oktober 2016 Onderwerp: Voorstel om uw opvattingen kenbaar te

Nadere informatie

Crisismonitor Drechtsteden juni 2010 (cijfers tot en met april 2010)

Crisismonitor Drechtsteden juni 2010 (cijfers tot en met april 2010) Crisismonitor Drechtsteden juni 2010 (cijfers tot en met april 2010) Er zijn enkele voorzichtig positieve ontwikkelingen waar te nemen op de arbeidsmarkt en woningmarkt. Dat is kort gezegd de conclusie

Nadere informatie

Atlas voor gemeenten 2013: de positie van Utrecht. notitie van Onderzoek.

Atlas voor gemeenten 2013: de positie van Utrecht. notitie van Onderzoek. Atlas voor gemeenten 2013: de positie van Utrecht notitie van Onderzoek www.onderzoek.utrecht.nl mei 2013 Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht 030 286 1350 onderzoek@utrecht.nl internet

Nadere informatie

Kwartaalrapportage Arbeidsmarkt Breda Inleiding. 2 Globaal beeld arbeidsmarkt 2006

Kwartaalrapportage Arbeidsmarkt Breda Inleiding. 2 Globaal beeld arbeidsmarkt 2006 Kwartaalrapportage Arbeidsmarkt Breda 2006 Herstel economie zet fors door Aantal banen neemt toe Werkloosheidsdaling Breda minder groot Daling jeugdwerkloosheid stagneert Aantal bijstandsgerechtigden daalt

Nadere informatie

Verhuizers onder in- en uitstroom WWB

Verhuizers onder in- en uitstroom WWB Verhuizers onder in- en uitstroom WWB Februari 2013 Afdeling Onderzoek en Statistiek i.o.v. afdeling Maatschappelijke Ontwikkeling 1 omvang onbekend Conclusie: rol van verhuizingen in ontwikkeling WWB-bestand

Nadere informatie

Ontwikkeling bijstandsuitkeringen Drechtsteden 2014 en ,0% -7,5% -5,0% -2,5% 0,0% 2,5% 5,0% 7,5% 10,0%

Ontwikkeling bijstandsuitkeringen Drechtsteden 2014 en ,0% -7,5% -5,0% -2,5% 0,0% 2,5% 5,0% 7,5% 10,0% Horizontale as: % +/- t.o.v. jaar eerder Bijstandsuitkeringen Ontwikkeling bijstandsuitkeringen 24 en 25 - -7,5% - 2% 5% % 5% 25-2,5% % -5% -% -5% -2% 24 2,5% 7,5% Verticale as: afwijking t.o.v. landelijk

Nadere informatie

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam. nummer 5 maart 2013

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam. nummer 5 maart 2013 Fact sheet nummer 5 maart 2013 Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam Er zijn ruim 133.000 jongeren van 15 tot en met 26 jaar in Amsterdam (januari 2012). Met de meeste jongeren gaat het goed in het onderwijs

Nadere informatie

Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2017

Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2017 Gemeente Amsterdam Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 201 Factsheet maart 201 De totale werkloosheid onder Amsterdamse jongeren is het afgelopen jaar sterk gedaald ten opzichte van 201. Van de.000 Amsterdamse

Nadere informatie

Rapportage Participatiewet / IOAW / IOAZ / BBZ

Rapportage Participatiewet / IOAW / IOAZ / BBZ Gemeente Groesbeek 2 e Rapportage Participatiewet / IOAW / IOAZ / BBZ 2 e Kenmerk: Z-15-28447 Versiedatum: 11-9-215 Afdeling Sociale Zaken M. Nijkamp 1 Gemeente Groesbeek 2 e Inhoudsopgave 1 Inleiding

Nadere informatie

Bijstandsbudget 2016 (Macrobudget BUIG)

Bijstandsbudget 2016 (Macrobudget BUIG) Divosa-monitor: Bijstandsbudget 2016 (Macrobudget BUIG) Publicatie datum: 05-12-2017 Bijstandsbudget 2016 (Macrobudget BUIG) Samenvatting 1 Bijstandsbudget aantoonbaar te laag 2 Saldo bijstandsbudget 2016

Nadere informatie

Onderzochte factoren in MAU toets 2013

Onderzochte factoren in MAU toets 2013 Onderzochte factoren in MAU toets 2013 Tabel 1 toont de door APE onderzochte factoren in de MAU toets van 2013. Het betreffen hier zowel factoren waarvan is aangetoond dat deze samenhangen met de bijstandsuitgaven

Nadere informatie

10. Veel ouderen in de bijstand

10. Veel ouderen in de bijstand 10. Veel ouderen in de bijstand Niet-westerse allochtonen ontvangen 2,5 keer zo vaak een uitkering als autochtonen. Ze hebben het vaakst een bijstandsuitkering. Verder was eind 2002 bijna de helft van

Nadere informatie

8. Werken en werkloos zijn

8. Werken en werkloos zijn 8. Werken en werkloos zijn In 22 is de arbeidsdeelname van allochtonen niet meer verder gestegen. Onder autochtonen is het aantal personen met werk nog wel licht toegenomen. De arbeidsdeelname onder Surinamers,

Nadere informatie

1AU aanvraag Maassluis

1AU aanvraag Maassluis 1AU aanvraag Maassluis 30 juni 2011 1AU aanvraag Maassluis Inhoud Pagina 1. Format analyse van het tekort inkomensdeel WWB over 2010 1 2. Toelichting 'j' en 'n'. 3 2.1 Algemeen 3 2.2 Bijstandsvolume 4

Nadere informatie

Format analyse verzoek incidentele aanvullende uitkering over 2011

Format analyse verzoek incidentele aanvullende uitkering over 2011 Format analyse verzoek incidentele aanvullende uitkering over Instructie voor het invullen van dit formulier Voor welke gemeenten geldt dit formuliergeheel of ten dele? o Gemeenten met minder dan 10.000

Nadere informatie

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 6 e editie. Opzet en inhoud

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 6 e editie. Opzet en inhoud 6 e editie Economische monitor Voorne PutteN Opzet en inhoud Deze factsheet is de zesde editie van de Economische Monitor Voorne-Putten en presenteert recente economische ontwikkelingen van Voorne-Putten

Nadere informatie

Managementrapportage Werk en Inkomen

Managementrapportage Werk en Inkomen Managementrapportage 2018 Werk en Inkomen Inleiding Voor u ligt de managementrapportage van werk en inkomen (samenwerkingsverband Voorschoten en Wassenaar). Deze managementrapportage heeft dezelfde vorm

Nadere informatie

Fact sheet. Dienst Wonen, Zorg en Samenleven. Eigen woningbezit 1e en 2e generatie allochtonen. Aandeel stijgt, maar afstand blijft

Fact sheet. Dienst Wonen, Zorg en Samenleven. Eigen woningbezit 1e en 2e generatie allochtonen. Aandeel stijgt, maar afstand blijft Dienst Wonen, Zorg en Samenleven Fact sheet nummer 1 januari 211 Eigen woningbezit 1e en Aandeel stijgt, maar afstand blijft Het eigen woningbezit in Amsterdam is de laatste jaren sterk toegenomen. De

Nadere informatie

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2016

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2016 1 Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 20 Fact sheet april 20 De totale werkloosheid onder Amsterdamse jongeren is het afgelopen jaar vrijwel gelijk gebleven aan 2015. Van de 14.000 Amsterdamse jongeren

Nadere informatie

ECONOMISCHE MONITOR EDE 2012 / 1

ECONOMISCHE MONITOR EDE 2012 / 1 ECONOMISCHE MONITOR EDE 2012 / 1 De economische monitor geeft een beeld van de economie van de gemeente Ede in de afgelopen periode van 2008 tot 20. De economische monitor is verdeeld in twee delen. Het

Nadere informatie

Themabijeenkomst regionale arbeidsmarkt. Elburg, Ermelo, Harderwijk, Nijkerk, Nunspeet, Oldebroek, Putten en Zeewolde

Themabijeenkomst regionale arbeidsmarkt. Elburg, Ermelo, Harderwijk, Nijkerk, Nunspeet, Oldebroek, Putten en Zeewolde Themabijeenkomst regionale arbeidsmarkt Elburg, Ermelo, Harderwijk, Nijkerk, Nunspeet, Oldebroek, Putten en Zeewolde Aandachtspunten Even voorstellen: Willem van der Craats De werkgelegenheidsstructuur

Nadere informatie

Staatssecretaris voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid, De heer H.A.L. van Hoof Postbus 90801 2509 LV Den Haag

Staatssecretaris voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid, De heer H.A.L. van Hoof Postbus 90801 2509 LV Den Haag 1 Staatssecretaris voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid, De heer H.A.L. van Hoof Postbus 90801 2509 LV Den Haag Bijlagen -- Inlichtingen bij Uw kenmerk Dossier/volgnummer 55808-054 Mr. G.A. van Nijendaal

Nadere informatie

ECONOMISCHE MONITOR EDE 2011 / 4

ECONOMISCHE MONITOR EDE 2011 / 4 ECONOMISCHE MONITOR EDE 20 / 4 De Economische Monitor geeft een beeld van de economie van de gemeente Ede in de afgelopen periode van 2008 tot 20. De Economische Monitor is verdeeld in twee delen: Het

Nadere informatie

Regionale arbeidsmarktprognose

Regionale arbeidsmarktprognose Provincie Zeeland Afdeling Economie Regionale arbeidsmarktprognose 2011-2012 Inleiding Begin juni 2011 verscheen de rapportage UWV WERKbedrijf Arbeidsmarktprognose 2011-2012 Met een doorkijk naar 2016".

Nadere informatie

Stefan Teeling Leeuwarden, november 2015 FACTSHEET METSLAWIER

Stefan Teeling Leeuwarden, november 2015 FACTSHEET METSLAWIER Stefan Teeling Leeuwarden, november 2015 FACTSHEET METSLAWIER Inhoud Inleiding... 3 Demografie... 4 Wonen... 7 Bronvermelding... 8 Inleiding In 2011 ging het experiment Duurzame beschermde dorpsgezichten

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 729 Evaluatie Wet inkomensvoorziening oudere werklozen Nr. 1 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter

Nadere informatie

Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen Statistiek 2009 Versie 2

Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen Statistiek 2009 Versie 2 Centraal Bureau voor de Statistiek Divisie sociale en regionale statistieken (SRS) Sector statistische analyse voorburg (SAV) Postbus 24500 2490 HA Den Haag Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen

Nadere informatie

monitor Marokkaanse Nederlanders in Maassluis bijlage(n)

monitor Marokkaanse Nederlanders in Maassluis bijlage(n) Raadsinformatiebrief (openbaar) gemeente Maassluis Aan de leden van de gemeenteraad in Maassluis Postbus 55 3140 AB Maassluis T 010-593 1931 E gemeente@maassluis.nl I www.maassluis.nl ons kenmerk 2010-4748

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 31 322 Kinderopvang Nr. 274 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den

Nadere informatie

Zijn autochtonen en allochtonen tevreden met hun buurtbewoners?

Zijn autochtonen en allochtonen tevreden met hun buurtbewoners? Zijn autochtonen en allochtonen tevreden met hun? Martijn Souren en Harry Bierings Autochtonen voelen zich veel meer thuis bij de mensen in een autochtone buurt dan in een buurt met 5 procent of meer niet-westerse

Nadere informatie

Sociaal-economische schets van Leiden Zuidwest 2011

Sociaal-economische schets van Leiden Zuidwest 2011 Sociaal-economische schets van Zuidwest 2011 Zuidwest is onderdeel van het en bestaat uit de buurten Haagwegnoord en -zuid, Boshuizen, Fortuinwijk-noord en -zuid en de Gasthuiswijk. Zuidwest heeft een

Nadere informatie

Werkloosheid in Helmond 2012 Samenvatting en conclusies

Werkloosheid in Helmond 2012 Samenvatting en conclusies Werkloosheid in Helmond 2012 Samenvatting en conclusies Aanleiding Sinds 2006 publiceert de Gemeente Helmond jaarlijks gedetailleerde gegevens over de werkloosheid in Helmond. De werkloosheid in Helmond

Nadere informatie

Barometer Arbeidsmarkt Regio Achterhoek (BARA) Oktober 2011

Barometer Arbeidsmarkt Regio Achterhoek (BARA) Oktober 2011 Barometer Arbeidsmarkt Regio Achterhoek (BARA) Oktober 2011 In deze rapportage van het UWV WERKbedrijf worden de actuele ontwikkelingen op de regionale arbeidsmarkt kort toegelicht. Vanuit diverse bronnen

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen Statistiek

Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Divisie sociale en regionale statistieken (SRS) Sector statistische analyse voorburg (SAV) Postbus 24500 2490 HA Den Haag Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen

Nadere informatie

Kengetallen op maat. Stimulansz

Kengetallen op maat. Stimulansz Kengetallen op maat Stimulansz 1 INLEIDING Voor u ligt de rapportage Kengetallen op maat. Kengetallen op maat is een product van Stimulansz, gemaakt voor de abonnees van Stimulansz. In de rapportage wordt

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid niet-westerse allochtonen in 2008 licht gedaald

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid niet-westerse allochtonen in 2008 licht gedaald Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB09-013 17 februari 2009 9.30 uur Werkloosheid niet-westerse allochtonen in 2008 licht gedaald Minder sterke daling werkloosheid niet-westerse allochtonen

Nadere informatie

Begrotingswijziging Avres 2016

Begrotingswijziging Avres 2016 Begrotingswijziging Avres 1 Voorwoord: Inleiding: Bijgaand treft u de swijziging over aan van de Gemeenschappelijke Regeling Avres. Overeenkomstig de bepalingen in de Wet gemeenschappelijke regelingen

Nadere informatie

Onderzoeksflits. Atlas voor gemeenten 2016 Thema Water. De positie van Utrecht uitgelicht. IB Onderzoek, 29 juni Utrecht.

Onderzoeksflits. Atlas voor gemeenten 2016 Thema Water. De positie van Utrecht uitgelicht. IB Onderzoek, 29 juni Utrecht. Onderzoeksflits Atlas voor gemeenten 2016 Thema Water De positie van Utrecht uitgelicht IB Onderzoek, 29 juni 2016 Utrecht.nl/onderzoek Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht Postbus 16200

Nadere informatie

MANAGEMENTSAMENVATTING GEMEENTE ISD DRECHTSTEDEN

MANAGEMENTSAMENVATTING GEMEENTE ISD DRECHTSTEDEN BENCHMARK WWB 2008 MANAGEMENTSAMENVATTING VIERDE KW ARTAAL GEMEENTE ISD DRECHTSTEDEN 1 MANAGEMENTSAMENVATTING GEMEENTE ISD DRECHTSTEDEN De benchmark maakt prestaties van sociale diensten zichtbaar door

Nadere informatie

Gemeente Delft VERZONDEN 2 3 E P, Geachte leden van de raad,

Gemeente Delft VERZONDEN 2 3 E P, Geachte leden van de raad, m Gemeente Delft Publiekszaken Werk, Inkomen en Zorg Retouradres : Publimkszaken. Poctbus 111.2600 AC Delft Aan de leden van de raad 6ahandild door Marcal Schikhof Telefoon 0610705892 mschikhof@delft.nl

Nadere informatie

Quick scan re-integratiebeleid. Een oriënterend onderzoek door de rekenkamercommissie

Quick scan re-integratiebeleid. Een oriënterend onderzoek door de rekenkamercommissie Quick scan re-integratiebeleid Een oriënterend onderzoek door de rekenkamercommissie Doetinchem, 16 december 2011 1 1. Inleiding De gemeenteraad van Doetinchem heeft op 18 december 2008 het beleidsplan

Nadere informatie

Ontwikkelingen in de werkloosheid in Amsterdam per stadsdeel tussen 1 januari 2001 en oktober 2003 (%)

Ontwikkelingen in de werkloosheid in Amsterdam per stadsdeel tussen 1 januari 2001 en oktober 2003 (%) Werkloosheid Amsterdam sterk gestegen Volgens de nieuwste cijfers van het CBS steeg de werkloosheid in Amsterdam van bijna 5% in 2002 naar 8,4% in 2003. Daarmee is de werkloosheid in Amsterdam sneller

Nadere informatie

Barometer Arbeidsmarkt Regio Achterhoek (BARA) Juni 2011

Barometer Arbeidsmarkt Regio Achterhoek (BARA) Juni 2011 Barometer Arbeidsmarkt Regio Achterhoek (BARA) Juni 2011 In deze notitie van het UWV WERKbedrijf worden de actuele ontwikkelingen op de regionale arbeidsmarkt kort toegelicht. Vanuit diverse bronnen is

Nadere informatie

Atlas voor gemeenten 2014: de positie van Utrecht

Atlas voor gemeenten 2014: de positie van Utrecht Atlas voor gemeenten 2014: de positie van Utrecht een notitie van Onderzoek 6 juni 2014 Utrecht.nl/onderzoek Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht 030 286 1350 onderzoek@utrecht.nl internet

Nadere informatie

Kwartaalrapportage Arbeidsmarkt Breda 2009

Kwartaalrapportage Arbeidsmarkt Breda 2009 Kwartaalrapportage Arbeidsmarkt Breda 2009 Economische krimp in 2009 Aantal vacatures sterk gedaald Werkloosheid in Breda stijgt me 14% Bredase bijstand daalt minimaal Bijstand onder jongeren sterk gestegen

Nadere informatie

Niet-westerse allochtonen behoren minder vaak tot de werkzame beroepsbevolking 1) Arbeidsdeelname niet-westerse allochtonen gedaald

Niet-westerse allochtonen behoren minder vaak tot de werkzame beroepsbevolking 1) Arbeidsdeelname niet-westerse allochtonen gedaald 7. Vaker werkloos In is de arbeidsdeelname van niet-westerse allochtonen gedaald. De arbeidsdeelname onder rs is relatief hoog, zes van de tien hebben een baan. Daarentegen werkten in slechts vier van

Nadere informatie

Onderwerp Aanvraag Meerjarige Aanvullende Uitkering Commissie Bestuur. Commissie Ruimte. Commissie Sociaal. Informerende Commissie

Onderwerp Aanvraag Meerjarige Aanvullende Uitkering Commissie Bestuur. Commissie Ruimte. Commissie Sociaal. Informerende Commissie Raad VOORBLAD Onderwerp Aanvraag Meerjarige Aanvullende Uitkering 212-214 Agendering Commissie Bestuur Gemeenteraad Commissie Ruimte Lijst ingekomen stukken Commissie Sociaal Informerende Commissie Behandelwijze

Nadere informatie