Gelet op de aanvraag van de FOD Economie ontvangen op 09/07/2013; Gelet op de bijkomende inlichtingen, ontvangen op 29 juli en augustus 2013;

Transcriptie

1 1/14 Sectoraal comité van het Rijksregister Beraadslaging RR nr 65/2013 van 11 september 2013 Betreft: Machtigingsaanvraag van de FOD Economie om de ambtenaren van de dienst Metrologie (AD Kwaliteit en Veiligheid) belast met de controle van diverse economische wetgevingen, toegang te verlenen tot verschillende gegevens van het Rijksregister, van het wachtregister, het register van identiteitskaarten en de bevolkingsregisters en opdat zij het identificatienummer van het Rijksregister zouden mogen gebruiken (RN-MA ) Het Sectoraal comité van het Rijksregister, (hierna "het Comité"); Gelet op de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen (hierna "WRR"); Gelet op de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis; Gelet op het koninklijk besluit van 17 december 2003 tot vaststelling van de nadere regels met betrekking tot de samenstelling en de werking van bepaalde Sectorale comités opgericht binnen de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer; Gelet op de aanvraag van de FOD Economie ontvangen op 09/07/2013; Gelet op de bijkomende inlichtingen, ontvangen op 29 juli en augustus 2013; Gelet op de aanvraag van het technisch en juridisch advies gericht aan de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken op 23/08/2013;

2 Beraadslaging RR 65 /2013-2/14 Gelet op het verslag van de Voorzitter; Beslist op 11 september 2013, na beraadslaging, als volgt: I. ONDERWERP EN CONTEXT VAN DE AANVRAAG 1. De FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie, hierna "de aanvrager" wenst gemachtigd te worden om toegang te hebben tot verschillende gegevens van het Rijksregister, van het wachtregister, het register van identiteitskaarten en de bevolkingsregisters alsook om het identificatienummer van het Rijksregister te gebruiken om haar afdeling controle van de Algemene Directie Kwaliteit en Veiligheid toe te laten haar wettelijke controleopdrachten op de naleving van de economische wetgeving uit te oefenen.. II. ONDERZOEK VAN DE AANVRAAG A. TOEPASSELIJKE WETGEVING A.1. Wet van 8 augustus 1983 (WRR) 2. De aanvrager werd al meermaals gemachtigd om toegang te hebben tot het Rijksregister 1. Bijgevolg moet de ontvankelijkheid van de aanvraag wat betreft het gebruik van het identificatienummer van het Rijksregister en de toegang tot het Rijksregister, het wachtregister en de bevolkingsregisters (art. 16, 1 ste lid, 12 van de WRR) niet meer door het Comité worden onderzocht. 3. Wat de aanvraag om toegang tot het register van de identiteitskaarten betreft kan de aanvrager beschouwd worden als een Belgische openbare overheid in de zin van artikel 6bis, 3 van de voormelde wet van 19 juli Cf. Onder meer het Koninklijk besluit van 10 juni 2003 waarbij het Bestuur voor het K.M.O.-beleid van de Federale Overheidsdienst Economie, Kleine en Middelgrote Ondernemingen, Middenstand en Energie, gemachtigd wordt toegang te hebben tot de informatiegegevens van het Rijksregister en het identificatienummer ervan te gebruiken; Koninklijk besluit van 13 januari 2003 waarbij het Bestuur Economische Informatie van de Federale Overheidsdienst Economie, Kleine en Middelgrote Ondernemingen, Middenstand en Energie gemachtigd wordt toegang te hebben tot de informatiegegevens van het Rijksregister van de natuurlijke personen en het identificatienummer ervan te gebruiken; Beraadslaging SCRR 15/2013 van 15 februari 2013.

3 Beraadslaging RR 65 /2013-3/14 4. Gelet op wat voorafgaat is onderhavige aanvraag ontvankelijk. A.2. Wet van 8 december 1992 (WVP) 5. De gegevens en het identificatienummer van het Rijksregister vormen een persoonsgegevens. Artikel 4, 1, 2 vereist van iedere verantwoordelijke voor de verwerking dat hij slechts persoonsgegevens verwerkt voor welbepaalde, uitdrukkelijk omschreven en gerechtvaardigde doeleinden. B. DOELEINDEN 6. De aanvrager vraagt toegang tot verschillende registers opdat zijn ambtenaren die behoorlijk werden gemachtigd voor het uitvoeren van gerechtelijke en administratieve controles van ondernemingen en natuurlijke personen, toegang zouden hebben tot de relevante gegevens om deze taken te kunnen uitvoeren. Aan de hand van deze gegevens zullen de ambtenaren van de dienst gerechtelijke controle van de Afdeling controle van de Algemene Directie Kwaliteit en Veiligheid (ADKV) van de FOD Economie, gemachtigd voor het controleren van de naleving van de economische wetgeving, alle nodige taken uitvoeren voor het verwezenlijken van deze controles: namelijk de identificatie van ondernemingsverantwoordelijken en van gecontroleerde of ondervraagde betrokkenen, het opstellen van processen-verbaal, de bevestiging of ontkenning van een verband tussen gecontroleerde personen in het raam van de strijd tegen criminele netwerken, 7. Ambtenaren van de aanvrager werden gemachtigd om de controle te verzekeren van verschillende economische wetgevingen waaronder de Wet van 6 april 2010 betreffende marktpraktijken en consumentenbescherming, de Wet van 6 juli 1976 tot beteugeling van het sluikwerk met handels- of ambachtskarakter, de Wet van 16 juni 1970 betreffende de meeteenheden, de meetstandaarden en de meetwerktuigen. 8. Krachtens artikel 1 van het Koninklijk besluit van 5 december zijn alleen de bevoegde agenten behorend tot de Metrologische Dienst van de Administratie van de Handel van het Ministerie van Economische Zaken en aangeduid door de direkteur-generaal van de Administratie van de Handel van het Ministerie van Economische Zaken bevoegd tot het kontroleren van de goede werking en van het juist gebruik van meet- en weegwerktuigen en zijn bevoegd tot het opsporen en vaststellen van de inbreuken op de wet van 16 juni 1970 betreffende de meeteenheden, de meetstandaarden en de meetwerktuigen. Krachtens 2 Koninklijk besluit van 5 december 1978 houdende bepaling van de bevoegdheden inzake de kontrole van de goede werking en van het juist gebruik van meet- en weegwerktuigen

4 Beraadslaging RR 65 /2013-4/14 artikel 1 van het Ministerieel besluit van 24 januari worden de ambtenaren van de Economische Algemene Inspectie, van de Handelsreglementering en van de Metrologie (voorganger van de AD Kwaliteit en Veiligheid) belast met het opsporen en het vaststellen van de inbreuken bepaald in de artikelen 102 tot 105 van de wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument. Krachtens het Ministerieel besluit van 24 januari en artikel 3 van de voormelde wet van 6 juli 1976 zijn dezelfde ambtenaren als deze belast met het opsporen en het vaststellen van de inbreuken bepaald in de artikelen 102 tot 105 van de Wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument, belast met het opsporen en vaststellen van inbreuken op deze Wet van 6 juli Gelet op wat voorafgaat stelt het Comité vast dat de door de aanvrager beoogde doeleinden welbepaald, uitdrukkelijk omschreven en gerechtvaardigd zijn in de zin van artikel 4, 1, 2 en 5 van de WVP voor zover hij erover waakt dat zijn ambtenaren die de gegevens zullen raadplegen door de minister behoorlijk werden gemachtigd om de inbreuken op te sporen en vast te stellen op de wetgeving waarvan zij de naleving verzekeren. C. PROPORTIONALITEIT 10. Artikel 4 1, 3 van de Privacywet bepaalt dat de persoonsgegevens toereikend, ter zake dienend en niet overmatig dienen te zijn in het licht van de doeleinden waarvoor zij worden verkregen en verder worden verwerkt. C.1. Betreffende de gegevens 11. De aanvrager wenst in het raam van zijn opdrachten van administratieve en/of gerechtelijke controle mededeling te verkrijgen van de volgende informatiegegevens betreffende personen die gecontroleerd worden of verdacht worden van het opzetten van georganiseerde misdrijven: Tot de volgende informatiegegevens verbonden aan het gegeven "hoofdverblijfplaats" bedoeld in artikel 3, 1 ste lid, 5 van de WRR: gemeente van verblijf, bepaling van de hoofdverblijfplaats, aangifte van wijziging verblijfplaats, adres van de hoofdverblijfplaats, verblijfplaats in het buitenland en wettelijke woonplaats; 3 Ministerieel besluit van 24 januari 1992 tot aanstelling van de ambtenaren die met de opsporing en de vaststelling van de inbreuken van de wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument belast zijn artikel 139 van de wet van 6 april 2010 betreffende marktpraktijken en consumentenbescherming. 4 Ministerieel besluit van 24 januari 1992 tot aanstelling van de ambtenaren die met de opsporing en de vaststelling van de inbreuken van de wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument belast zijn.

5 Beraadslaging RR 65 /2013-5/14 Tot de volgende informatiegegevens verbonden aan het gegeven "naam en voornamen" bedoeld in artikel 3, 1 ste lid, 1 van de WRR: familienaam en voornamen, pseudoniem; Tot de gegevens "nationaliteit", "beroep" en "geboorteplaats en datum" bedoeld in artikel 3, 1 ste lid, 4, 7 en 2 van de WRR; Tot het gegeven "afstamming" bedoeld in artikel 1, 9 van het KB van 16 juli 1992 tot vaststelling van de informatie die opgenomen wordt in de bevolkingsregisters en in het vreemdelingenregister; Tot de gegevens "burgerlijke staat", "wettelijke samenwoning" en "samenstelling van het gezin" bedoeld in artikel 3, 1 ste lid, 8, 13 en 9 van de WRR; Tot het gegeven "geldigheidsduur van de kaart van reizend handelaar" bedoeld in artikel 1, 24 van het voormeld KB van 16 juli 1992; Tot de volgende informatiegegevens verbonden aan het gegeven " verblijfstoestand voor de vreemdelingen bedoeld in artikel 2" bedoeld in artikel 3, 1 ste lid, 14 van de WRR: beroepskaart voor vreemdelingen die een zelfstandige activiteit uitoefenen en arbeidskaart; Tot de gegevens "dossiernummer dat door de Dienst Vreemdelingenzaken is toegekend", "ieder identiteitsdocument of ander document dat in aanmerking kan worden genomen om de identiteit van de asielzoeker vast te stellen", "woonplaats die de asielzoeker heeft gekozen", "andere namen of schuilnamen waaronder de asielzoeker eveneens bekend is", "voorlopig persoonlijk nummer dat door de Dienst Vreemdelingenzaken aan de asielzoeker is toegekend", "adres aangegeven bij de Dienst Vreemdelingenzaken, het Commissariaat-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen, de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen, " bedoeld in artikel 2, 11, 3, 2, 4, 12 en 14 van het KB van 1 februari 1995 tot vaststelling van de in het wachtregister vermelde informatiegegevens; Tot het gegeven "foto van de houder horend bij de identiteitskaart of vreemdelingenkaart" bedoeld in artikel 6bis, 1, 1 van de wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters. Tot het gegeven "datum van aankomst in België en het land van herkomst" bedoeld in artikel 2, 5 van voormeld KB van 1 februari 1995; 12. De aanvrager wenst eveneens een toegang voor onbepaalde duur tot de historiek van het gegeven "hoofdverblijfplaats".

6 Beraadslaging RR 65 /2013-6/ De gevraagde informatietypes (gemeente van verblijf, bepaling van de hoofdverblijfplaats, aangifte van wijziging verblijfplaats, adres van de hoofdverblijfplaats, verblijfplaats in het buitenland en wettelijke woonplaats) verbonden aan het gegeven "hoofdverblijfplaats" bedoeld in artikel 3, 1 ste lid, 5 van de WRR, de gevraagde informatietypes (familienaam en voornamen, pseudoniem) verbonden aan het gegeven "naam en voornamen" bedoeld in artikel 3, 1 ste lid, 1 van de WRR, alsook de gegevens "nationaliteit", "geboorteplaats en datum", "burgerlijke staat" en "wettelijke samenwoning" bedoeld in artikel 3, 1 ste lid, 2, 4, 8 en 13 van de WRR waartoe toegang wordt gevraagd, zijn relevant voor de identificatie en het contacteren van de gecontroleerde personen. Hetzelfde geldt voor de gegevens "ieder identiteitsdocument of ander document dat in aanmerking kan worden genomen om de identiteit van de asielzoeker vast te stellen", "woonplaats die de asielzoeker heeft gekozen", "andere namen of schuilnamen waaronder de asielzoeker eveneens bekend is" en "adres aangegeven bij de Dienst Vreemdelingenzaken, het Commissariaat-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen, de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen, " bedoeld in artikel 2, 11, 3, 2, 4, 12 en 14 van het KB van 1 februari 1995 tot vaststelling van de in het wachtregister vermelde informatiegegevens. 14. De toegang tot het gegeven "beroep" wordt geweigerd aangezien dit gegeven niet geactualiseerd wordt en dus niet de vereiste kwaliteit bezit. 15. De gegevens "afstamming" en "samenstelling van het gezin" bedoeld in artikel 1, 9 van het KB van 16 juli 1992 tot vaststelling van de informatie die opgenomen wordt in de bevolkingsregisters en in het vreemdelingenregister en in artikel 3, 1 ste lid, 9 van de WRR lijken relevant omdat zij in voorkomend geval toelaten medeplichtigen op te sporen van de persoon die het misdrijf begaat of nog de verklaring te controleren van verdachten die beweren dat de persoon die betrapt werd zonder arbeidsovereenkomst in feite een familielid is die "uitzonderlijk" een handje kwam toesteken. De aanvrager verduidelijkte dat deze gegevens niet systematisch worden geraadpleegd doch enkel wanneer er elementen voorhanden zijn die controle in dit verband vereisen (personen met dezelfde naam die gehoord werden voor gelijkaardige feiten, ) 16. Het gegeven "geldigheidsduur van de kaart van reizend handelaar" bedoeld in artikel 1, 24 van het voormeld KB van 16 juli 1992 is noodzakelijk voor de controle op markten en rommelmarkten (geïnterpelleerde personen doen zich vaak voor als privépersonen die niet onderworpen zijn aan bepaalde wettelijke verplichtingen terwijl zij in werkelijkheid reizende handelaars zijn) alsook voor de controle op de verkoop van edelmetalen die niet toegelaten is door reizende handlaars.

7 Beraadslaging RR 65 /2013-7/ De informatietypes "beroepskaart voor vreemdelingen die een zelfstandige activiteit uitoefenen" en "arbeidskaart" verbonden aan het gegeven "de verblijfstoestand voor de vreemdelingen bedoeld in artikel 2" bedoeld in artikel 3, 1 ste lid, 14 van de WRR zijn nuttig in het raam van de opsporing en vaststelling van inbreuken op de wet van 6 juli 1976 tot beteugeling van het sluikwerk met handels- of ambachtskarakter. 18. Betreffende het gegeven "dossiernummer dat door de Dienst Vreemdelingenzaken is toegekend", bedoeld in artikel 2, 11 van het voormelde KB van 1 februari 1995 stoelt de aanvrager zijn aanvraag om toegang op de noodzaak van een eenduidige identificatie van de persoon omdat hij dit nummer beschouwt als het equivalent van het identificatienummer van het Rijksregister. Aangezien dit niet het geval is en elke in het Rijksregister ingeschreven persoon beschikt over een identificatienummer van het Rijksregister (art. 2, 2 de lid van de WRR), weigert het Comité de toegang tot dit gegeven. 19. Betreffende het gegeven "datum van aankomst in België en het land van herkomst" bedoeld in artikel 2, 5 van voormeld KB van 1 februari 1995 verduidelijkte de aanvrager dat dit gegeven potentieel nuttig is om de onderzoekers toe te laten een georganiseerd crimineel netwerk te detecteren. De vaststelling dat op eenzelfde plaats of in het raam van eenzelfde misdrijf gecontroleerde personen afkomstig zijn van eenzelfde land en op dezelfde datum aangekomen zijn in België is noodzakelijk om het vermoeden van een georganiseerd crimineel netwerk te bevestigen of te ontkrachten. Ingeval van een dergelijk netwerk dienen bijzondere beschermingsmaatregelen genomen te worden, zowel voor de onderzoekers als de ondervraagde personen en dient het parket onverwijld ingelicht te worden. De aanvrager verduidelijkte dat dit gegeven niet systematisch zal geraadpleegd worden maar enkel bij een vermoeden van frauduleus netwerk. 20. Betreffende het gegeven "voorlopig persoonlijk nummer dat door de Dienst Vreemdelingenzaken aan de asielzoeker is toegekend" bedoeld in artikel 2, 12 van voormeld KB van 1 februari 1995, stelt de aanvrager dat dit noodzakelijk is aangezien dit duidt op een precaire administratieve situatie die potentieel kan evolueren naar een bevel om het grondgebied te verlaten. Welnu, aangezien de onderzoekers in het raam van hun opdrachten genoopt worden tot maatregelen tot inbeslagname en de bewaring van het inbeslaggenomen goed toevertrouwen aan de overtreder of aan een ter plaatse aanwezige persoon (bv. in overtreding zijnde bezinepomp wordt verzegeld en toevertrouwd aan het toezicht van een persoon) zal deze informatie toelaten te beoordelen of er naar een alternatieve oplossing moet gezocht worden teneinde te vermijden dat het toezicht zonder verwittiging wordt stopgezet.

8 Beraadslaging RR 65 /2013-8/ Betreffende het gegeven "foto van de houder horend bij de identiteitskaart of vreemdelingenkaart" bedoeld in artikel 6bis, 1, 1 van de wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters, lijkt dit noodzakelijk om de ambtenaren belast met de controles ter plaatse toe te laten in het belang van hun eigen veiligheid zich vooraf een beeld te vormen van de te controleren persoon. Dit laat immers toe de personen te identificeren die bij voorrang geïnterpelleerd moeten worden en vooraf de personen te identificeren die potentieel gevaarlijk zijn om in voorkomend geval een aangepast dispositief in te zetten qua menselijke middelen en interventie- en beschermingsuitrusting. 22. Gelet op de door de aanvrager aangevoerde argumenten oordeelt het Comité dat in het licht van de beoogde doeleinden een toegang tot de gevraagde gegevens proportioneel, ter zake dienend en niet overmatig is (artikel 4, 1, 3 van de WVP), de volgende gegevens uitgezonderd: toegang tot het gegeven "beroep" wordt niet verleend aangezien de constante rechtspraak van het Sectoraal comité erin bestaat dit te weigeren omdat de kwaliteit van dit gegeven van het Rijksregister niet voldoet; toegang tot het gegeven "dossiernummer dat door de Dienst Vreemdelingenzaken is toegekend", bedoeld in artikel 2, 11 van het voormelde KB van 1 februari 1995 wordt niet verleend wegens onvoldoende motivering vanwege de aanvrager. 23. Toegang tot de historiek van de wijzigingen die zich voordoen aan de gevraagde informatietypes (gemeente van verblijf, bepaling van de hoofdverblijfplaats, aangifte van wijziging verblijfplaats, adres van de hoofdverblijfplaats, verblijfplaats in het buitenland en wettelijke woonplaats) verbonden aan het gegeven "hoofdverblijfplaats" wordt eveneens verleend voor onbepaalde duur aangezien deze informatie zowel ten laste als ter verdediging van de verdachten kan dienstig zijn. 24. Aangezien de gegevens "foto", "afstamming", "samenstelling van het gezin" en "datum van aankomst in België en land van herkomst van de asielzoeker" a priori slechts relevant lijken in bepaalde hypothesen waarmee de controleambtenaren van de aanvrager worden geconfronteerd, verleent het Comité toegang tot deze gegevens onder voorbehoud van invoering van volgende bijzondere waarborgen zodat onnodige of niet-proportionele raadplegingen kunnen vastgesteld en bestraft worden: Verplichte inlassing van een specifieke motivering door de ambtenaar die toegang wenst tot die gegevens. Dit veld zal verplicht ingevuld en bewaard moeten worden om toegang te krijgen tot die gegevens. Zodoende zal een specifiek spoor worden gecreëerd en zal de aanvrager of iedere andere bevoegde overheid in staat zijn het

9 Beraadslaging RR 65 /2013-9/14 proportionele karakter van de raadpleging te controleren. Indien de aanvrager bij interne controles een raadpleging onder valse voorwendsels vaststelt zal hij onmiddellijk moeten optreden tegen de betrokken personeelsleden. C.2. Betreffende het identificatienummer van het Rijksregister 25. De aanvrager wenst het identificatienummer van het Rijksregister van de betrokkenen te gebruiken als uniek identificatiemiddel voor de personen voor wie controles worden verricht door de AD Kwaliteit en Veiligheid alsook om de loggings te creëren van de toegangen door zijn ambtenaren aangezien het identificatienummer van het Rijksregister van de betrokkenen bewaard zal worden in de loggings. 26. Het identificatienummer van het Rijksregister vormt hiertoe een gepast instrument. Het gaat om een uniek nummer dat toelaat de betrokkene met grote precisie te identificeren. Fouten ingevolge homonymie en/of schrijffouten zijn onder meer uitgesloten. 27. Gelet op wat voorafgaat is het voorgenomen gebruik van het identificatienummer van het Rijksregister conform artikel 4, 1, 3 van de WVP. 28. Het Comité vestigt de aandacht van de aanvrager op de bepaling van artikel 8, 1, 3 de lid van de WRR die iedere titularis van een machtiging om het identificatienummer van het Rijksregister te gebruiken verplicht dit identificatienummer te gebruiken in de contacten met het Rijksregister van de natuurlijke personen. C.3. Betreffende de frequentie van de toegang en de duur van de machtiging 29. De aanvrager wenst te beschikken over een permanente toegang tot het Rijksregister. 30. Het Comité stelt vast dat gelet op de doeleinden en de opdrachten van de aanvrager een dergelijke permanente toegang conform artikel 4, 1, 3 van de WVP is. 31. De aanvrager wenst een toegang tot het Rijksregister voor onbepaalde duur aangezien zijn wettelijke opdracht niet beperkt is in de tijd. 32. Het Comité stelt vast dat om de voormelde doeleinden te verwezenlijken een machtiging voor onbepaalde duur gepast is.

10 Beraadslaging RR 65 / /14 C.4. Betreffende de bewaringstermijn 33. De gegevens zullen gedurende 10 jaar bewaard worden op basis van de verjaringstermijn voor de vervolging van misdaden. De gegevens "afstamming", "burgerlijke staat", "wettelijke samenwoning", "samenstelling van het gezin", "geldigheidsduur van de kaart van reizend handelaar", "beroepskaart", "arbeidskaart", "historiek van de bewoners van een bepaald adres" zullen echter alleen bewaard worden indien zij een nuttig element vormen voor het onderzoekdossier. 34. Het gegeven "foto" zal enkel bewaard worden gedurende de duur van het onderzoek aangezien dit enkel nuttig is voor de aanhouding van een verdachte op het terrein. 35. Door de gegevens te bewaren gedurende de vooropgestelde termijnen handelt de aanvrager conform artikel 4, 1, 5 van de WVP. C.5. Intern gebruik en/of mededeling aan derden 36. De aanvrager verduidelijkte dat de gegevens intern zullen gebruikt worden door de ambtenaren van de dienst controle die een juridische functie vervullen voor de behandeling van dossiers in het raam van hun controleopdracht. 37. Het Comité neemt hiervan akte en merkt op dat een dergelijk gebruik van de gegevens aanvaardbaar is voor zover de betrokken ambtenaren door de minister behoorlijk werden gemachtigd voor het opsporen en vaststellen van inbreuken op de wetten waarmee zij zijn belast. 38. De aanvrager voorziet ook in de externe mededeling van gegevens aan de politie en parketten voor vervolging van de vastgestelde inbreuken. Het Comité stelt vast dat deze instanties gemachtigd werden om toegang te hebben tot sommige gegevens en om het identificatienummer van het Rijksregister te gebruiken voor het uitvoeren van hun opdrachten. Voor zover de mededeling van gegevens uitsluitend beperkt wordt tot de noodzakelijke gegevens en deze gebaseerd is op een van de uitzonderingen bepaald in artikel 8, 2 van de Privacywet, heeft het Comité geen bezwaren aangezien dit kadert in het door de aanvrager beoogde doeleinde.

11 Beraadslaging RR 65 / /14 C.6. Netwerkverbindingen 39. Uit de door de aanvrager verstrekte inlichtingen blijkt dat hij momenteel geen enkele netwerkverbinding opzet die de koppeling toelaat van gegevens van verschillende instanties op basis van het identificatienummer van het Rijksregister. 40. Vanuit een bekommernis van volledigheid benadrukt het Comité dat: indien er later netwerkverbindingen mochten tot stand komen, de aanvrager het Comité daarvan voorafgaandelijk op de hoogte moet brengen; het identificatienummer van het Rijksregister in ieder geval slechts gebruikt kan worden in relaties met derden voor zover het kadert in de doeleinden met het oog op dewelke zij eveneens gemachtigd werden om dit nummer te gebruiken. D. BEVEILIGING D.1. Consulent inzake informatiebeveiliging en beveiligingsbeleid 41. De identiteit van de consulent inzake informatiebeveiliging werd meegedeeld. 42. Uit de aanvraag en de meegedeelde informatie blijkt dat de betrokkene kan aanvaard worden als consulent inzake informatiebeveiliging. D.2. Beveiligingsbeleid 43. Uit de door de aanvrager meegedeelde documenten blijkt dat hij over een beveiligingsbeleid beschikt en dit ook toepast op het terrein. 44. Het Comité neemt hiervan akte. D.3. Personen die toegang hebben tot de informatie van het Rijksregister en lijst van die personen 45. Op het niveau van de aanvrager zullen de ambtenaren van de controledienst van de aanvrager die een juridische functie uitoefenen toegang hebben tot het Rijksregister. Het gaat om ambtenaren van de metrologie belast met juridische controle die deel uitmaken van de Algemene Directie Kwaliteit en Veiligheid van de FOD Economie. Deze ambtenaren

12 Beraadslaging RR 65 / /14 behoren tot kleine lokale cellen en staan onder rechtstreeks gezag van het afdelingshoofd. Het gaat momenteel om minder dan 10 personen. 46. Zoals voorgeschreven door artikel 12 van de WRR dient de aanvrager een lijst op te stellen van de personen die toegang krijgen tot de gegevens van het Rijksregister. Deze lijst moet voortdurend bijgewerkt en ter beschikking van het Comité gehouden worden. 47. De personen die op deze lijst voorkomen moeten bovendien een verklaring ondertekenen waarmee zij zich ertoe verbinden de veiligheid en het vertrouwelijk karakter van de gegevens te bewaren. 48. Het Comité stelt tot zijn genoegen vast dat de aanvrager maatregelen zal nemen om de loggings te registreren en zodoende de toegangen te controleren. Deze loggings zullen moeten gecreëerd worden voor elke raadpleging van het Rijksregister en de concrete reden van de raadpleging moeten bevatten (welbepaald dossiernummer, ). De aanvrager zal een interne controle moeten uitvoeren naar het rechtmatig en proportioneel karakter van de raadplegingen. OM DEZE REDENEN, Het Comité, 1 machtigt de aanvrager om voor de onder punt B vermelde doeleinden en volgens de in onderhavige beraadslaging bepaalde voorwaarden voor onbepaalde duur toegang te hebben tot de volgende gegevens van het Rijksregister: tot de informatietypes "gemeente van verblijf, bepaling van de hoofdverblijfplaats, aangifte van wijziging verblijfplaats, adres van de hoofdverblijfplaats, verblijfplaats in het buitenland en wettelijke woonplaats" verbonden aan het gegeven "hoofdverblijfplaats" bedoeld in artikel 3, 1 ste lid, 5 van de WRR alsook tot de historiek van het gegeven voor onbepaalde duur; tot de informatietypes "familienaam en voornamen, pseudoniem" verbonden aan het gegeven "naam en voornamen" bedoeld in artikel 3, 1 ste lid, 1 van de WRR, alsook de gegevens "nationaliteit", "geboorteplaats en datum", "burgerlijke staat" en "wettelijke samenwoning" bedoeld in artikel 3, 1 ste lid, 2, 4, 8 en 13 van de WRR;

13 Beraadslaging RR 65 / /14 tot "ieder identiteitsdocument of ander document dat in aanmerking kan worden genomen om de identiteit van de asielzoeker vast te stellen", "woonplaats die de asielzoeker heeft gekozen", "andere namen of schuilnamen waaronder de asielzoeker eveneens bekend is" en "adres aangegeven bij de Dienst Vreemdelingenzaken, het Commissariaat-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen, de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen, " bedoeld in artikel 2, 13, 2, 4 en 14 van het KB van 1 februari 1995 tot vaststelling van de in het wachtregister vermelde informatiegegevens; tot de gegevens "afstamming" en "samenstelling van het gezin" bedoeld in artikel 1, 9 van het KB van 16 juli 1992 tot vaststelling van de informatie die opgenomen wordt in de bevolkingsregisters en in het vreemdelingenregister en in artikel 3, 1 ste lid, 9 van de WRR; tot het gegeven "geldigheidsduur van de kaart van reizend handelaar" bedoeld in artikel 1, 24 van het voormeld KB van 16 juli 1992; tot de informatietypes "beroepskaart voor vreemdelingen die een zelfstandige activiteit uitoefenen" en "arbeidskaart" verbonden aan het gegeven "de verblijfstoestand voor de vreemdelingen bedoeld in artikel 2van de WRR" bedoeld in artikel 3, 1 ste lid, 14 van de WRR; tot het gegeven "datum van aankomst in België en het land van herkomst" bedoeld in artikel 2, 5 van voormeld KB van 1 februari 1995; tot het gegeven "voorlopig persoonlijk nummer dat door de Dienst Vreemdelingenzaken aan de asielzoeker is toegekend" bedoeld in artikel 2, 12 van voormeld KB van 1 februari 1995; tot het gegeven "foto van de houder horend bij de identiteitskaart of vreemdelingenkaart" bedoeld in artikel 6bis, 1, 1 van de wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters. 2 weigert het meer gevraagde; 3 bepaalt dat bij iedere latere wijziging in de organisatie van de informatiebeveiliging die een impact kan hebben op de antwoorden die aan het Comité verstrekt werden op de informatieveiligheidsvragenlijst (aanduiding van een consulent inzake informatiebeveiliging en antwoorden op de vragen betreffende de organisatie van de beveiliging), de aanvrager een nieuwe, naar waarheid ingevulde vragenlijst betreffende de informatiebeveiliging aan het Comité moet toesturen. Het Comité zal de ontvangst bevestigen en behoudt het recht daar later desgevallend op te reageren;

14 Beraadslaging RR 65 / /14 4 bepaalt dat wanneer het Comité de aanvrager een vragenlijst stuurt over informatie beveiliging, die vragenlijst volledig en naar waarheid moet worden ingevuld en naar het Comité teruggestuurd. Het Comité stuurt een ontvangstmelding en behoudt het recht daar later desgevallend op te reageren. De Wnd. Administrateur, De Voorzitter, (get.) Patrick Van Wouwe (get.) Mireille Salmon