Gedragsproblemen op school De pedagogische kwaliteit van SWPBS

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Gedragsproblemen op school De pedagogische kwaliteit van SWPBS"

Transcriptie

1 Gedragsproblemen op school De pedagogische kwaliteit van SWPBS Monique Nelen Lectoraat Pedagogische Kwaliteit van het Onderwijs December 2010

2 Christelijke Hogeschool Windesheim Postbus 10090, 8000 GB ZWOLLE, Nederland Auteur : Monique Nelen Begeleiding/redactie : Yvonne Leeman Lectoraat : Pedagogische kwaliteit van het onderwijs Lectoren : Yvonne Leeman en Femke Geijsel Telefoon : (088) Website : pedagogischekwaliteit@windesheim.nl 2010 Lectoraat Pedagogische kwaliteit van het onderwijs, Christelijke Hogeschool Windesheim

3 Inhoudsopgave VOORWOORD INLEIDING WAT IS SWPBS? PEDAGOGISCHE KWALITEIT RESULTATEN HEEFT PBS PEDAGOGISCHE KWALITEIT? CONCLUSIES EN DISCUSSIE SAMENVATTING...45 LITERATUUR...51 Christelijke Hogeschool Windesheim Campus 2-6 Postbus GB Zwolle

4 2

5 Voorwoord In september 2008 werd ik lid van de kenniskring van het lectoraat Pedagogische Kwaliteit van het Onderwijs van de Hogeschool Windesheim te Zwolle. Binnen het lectoraat wordt (in nauwe samenwerking met scholen) onderzoek gedaan en ontwikkelwerk verricht. Als lid van de kenniskring wilde ik graag bijdragen aan het vergroten van de kennis over pedagogische kwaliteit van onderwijs door onderzoek te doen naar SWPBS (Schoolwide Positive Behavior Support), een aanpak om gedragsproblemen in school te voorkomen en aan te pakken. Gedragsproblemen bij kinderen en jongeren vormen op dit moment een enorme uitdaging voor het onderwijs. In mijn werk als opleider en gedragsdeskundige voor de Master Special Educational Needs (SEN) was ik op SWPBS gestuit. Onderzoek naar de invoering van SWPBS op scholen in de VS en Noorwegen geeft aan dat de ervaringen met deze aanpak positief zijn en een gunstig effect lijken te hebben op het gedrag en de leerresultaten van de leerlingen. Op dit moment zijn er in Nederland allerlei ontwikkelingen rondom de implementatie van SWPBS op Nederlandse scholen. De vraag is echter of de invoering van SWPBS op een school bijdraagt aan het verhogen van de pedagogische kwaliteit van het onderwijs? Een aanpak kan effecten hebben op het gedrag en de leerresultaten van leerlingen, maar dat wil nog niet per definitie zeggen dat het wenselijk is om de aanpak in te voeren. In dit onderzoek wil ik SWPBS langs de meetlat van pedagogische kwaliteit leggen. Op basis van de resultaten kan een school bepalen of het wenselijk is SWPBS in te voeren of niet. Het verslag wat voor u ligt is het resultaat van mijn zoektocht naar het antwoord op de vraag: wat is de pedagogische kwaliteit van SWPBS? In hoofdstuk 1 van dit verslag schets ik de context en ga ik verder in op de onderzoeksvraag. Hoofdstuk 2 beschrijft SWPBS. In hoofdstuk 3 licht ik het begrip pedagogische kwaliteit toe en schets het theoretisch kader en de opzet van dit onderzoek. In hoofdstuk vier worden de resultaten beschreven. In hoofdstuk vijf geef ik de conclusies weer en formuleer hoe het verder kan gaan. Christelijke Hogeschool Windesheim Campus 2-6 Postbus GB Zwolle

6 4

7 1 Inleiding In het onderwijs klinken geluiden dat leraren in hun klas in toenemende mate te maken hebben met leerlingen met gedragsproblemen. Met name leerlingen met een externaliserende gedragsproblematiek worden door leraren als lastig ervaren. Kinderen met een internaliserende gedragsproblematiek springen doorgaans minder in het oog, maar kunnen bij leraren ook voor de nodige hoofdbrekens zorgen. De omgang met kinderen met gedragsproblemen zorgen zowel in Nederland als in andere landen voor de meeste problemen (Keesenberg 2008, Meijer 2001). De verwijzingen van leerlingen naar het speciaal onderwijs (met name cluster 4 scholen) en het aantal toegekende leerling gebonden financieringen (LGF, ook wel rugzakje genoemd) zijn de afgelopen jaren explosief gestegen. Dat doet vermoeden dat leraren handelingsverlegenheid ervaren in hun dagelijkse praktijk en dat er behoefte is aan ondersteuning bij de door hen ervaren onmacht in de omgang met (bepaalde) leerlingen (Goei & Kleijnen, 2009). Uit internationale onderzoeken naar de invoering en werking van inclusief onderwijs komt naar voren dat met name leerlingen met externaliserend probleemgedrag lastig te includeren zijn (Evans & Lunt 2002, Ofsted 2006, Hodkinson 2005). Hierbij kan men zich afvragen of deze leerlingen niet primair verwezen worden op grond van de behoeften van anderen; vooral van leraren, maar wellicht ook van medeleerlingen. Vaak speelt de manier van kijken naar een probleem hierbij een belangrijke rol. De oorzaak van de ontstane problemen wordt vaak bij het kind (of de ouders) gelegd. De Nederlandse overheid stuurt aan op inclusief onderwijs, wat aangeduid wordt met de term passend onderwijs. Dat betekent dat in toekomst steeds meer leerlingen die nu nog verwezen worden naar het Speciaal Onderwijs in het reguliere onderwijs zullen blijven. Mogelijk zal dit het gevoel van handelingsverlegenheid bij leraren vergroten. De verleiding is groot om de handelingsverlegenheid weg te nemen door, al dan niet samen met leraren, op zoek te gaan naar een gemakkelijk te hanteren lespakket of methode die de leraar kan toepassen, zodat alle problemen als sneeuw voor de zon verdwijnen. Helaas, de ervaring leert dat er doorgaans geen kant en klare oplossingen bestaan. Het oplossen van problemen op school of in de klas vraagt om maatwerk en is meestal ook arbeidsintensief. In dergelijke situaties is het vooral belangrijk om zicht te krijgen op de context waarin het probleem zich voordoet en op de onderliggende hulpvraag van zowel leraar als leerling: Wat zet deze leraar in deze situatie bij deze leerling in om tegemoet te komen aan de ondersteuningsbehoefte die een leerling heeft? Als probleemgedrag van leerlingen regelmatig voorkomt op diverse plekken in de school (de klas, het speelplein, de gangen), verdient het de voorkeur om niet alleen te reageren op dit gedrag maar om daarnaast ook preventief te werk te gaan. Dan is het ook van belang antwoord te geven op vragen als: Wat is er in de schoolcontext nodig om gedragsproblemen te voorkomen? En: Hoe kan een school sociaal gedrag van alle leerlingen bevorderen? Steeds vaker gaat men, met name in het primair onderwijs, op zoek naar een meer structurele, teamgerichte aanpak om probleemgedrag te voorkomen en het sociale functioneren van de leerlingen te vergroten (Louwe & van Overveld, 2008). Er komen ook steeds meer programma s (methodes, lespakketten en projecten) op de markt voor scholen, zowel algemene preventieprogramma s als specifieke curatieve programma s, die gericht zijn op de verbetering van de sociale competentie van leerlingen. Een school zou bij de keuze van een aanpak echter niet alleen moeten letten op zaken als effectiviteit, aantrekkelijkheid of betaalbaarheid, maar in eerste instantie vooral moeten kijken naar een match met de eigen pedagogische visie. Leeman en Wardekker (2004) betogen in hun inaugurale rede dat de school een pedagogische opdracht heeft. Zij formuleren dat als: de ontwikkeling van kinderen tot autonoom en sociaal verantwoordelijk deelnemer aan de samenleving met kwaliteit te laten verlopen. Als belangrijke elementen daarvan noemen zij betekenisvol leren door dialoog, reflectie en een onderzoekende houding met kennis als denkmiddel. Zij bepleiten het Christelijke Hogeschool Windesheim Campus 2-6 Postbus GB Zwolle

8 koppelen van de sociaal-emotionele ontwikkeling en de morele ontwikkeling aan de intellectuele ontwikkeling van kinderen. Als ideaal beschrijven zij een school waar de pedagogische kwaliteit op de agenda staat. Een school met leerlingen en leerkrachten met een onderzoekende houding. Een school die haar sociale verantwoordelijkheid neemt en leerlingen en leerkrachten de nodige ruimte voor autonoom en verantwoordelijk handelen biedt. Een collegiale school, veilig en bindend voor iedereen die er deel van uitmaakt. (Leeman & Wardekker, 2004) Een school die een bijdrage levert aan de ontwikkeling van de persoonlijke identiteit van de leerling. Wanneer er gedragproblemen op een school voorkomen en leraren zich machteloos, onzeker of incompetent voelen, is het vanuit het perspectief van pedagogische kwaliteit van belang te kijken naar wat die problemen dan zijn en waar dat mee samen zou kunnen hangen. Dat vereist een onderzoekende houding van leraren en directie, die samen met leerlingen en ouders komen tot een analyse van de situatie. Vanuit deze probleemdefiniëring kan men dan op zoek gaan naar passende oplossingen. Dat kan een programma zijn dat er op gericht is de sociale competentie van leerlingen te bevorderen, maar dat is niet noodzakelijk. De uitkomst kan ook het versterken van de sociale verantwoordelijkheid en zorg voor elkaar op school zijn. Er bestaan diverse programma s (preventief en curatief) die zich richten op het aanpakken van gedragsproblemen bij kinderen op school door het bevorderen van sociaal competent en positief gedrag (zoals Pad en Taakspel). School Wide Positive Behavior Support (SWPBS) is een aanpak die voldoet aan kenmerken van meest effectieve programma s, zoals een schoolbrede aanpak, interventies gericht op leerlingen met verschillende mate van risicogedrag, het trainen van vaardigheden en nauwe samenwerking tussen school en ouders (Sørlie & Ogden, 2007). Het betrekt nadrukkelijk het hele schoolsysteem in de aanpak van het voorkomen van gedragsproblemen en het aanleren van sociaal competent gedrag. Alle betrokkenen, inclusief de leerling zelf, hebben een rol in het programma. Zo op het eerste oog bieden SWPBS en haar Noorse variant PALS interessante mogelijkheden om de handelingsverlegenheid van leraren op school te verkleinen. Maar vanuit welke pedagogische visie zijn SWPBS en PALS vormgegeven? Hoe definiëren zij een probleem en de daarbij horende oplossingsrichting? Ondersteunen zij de pedagogische kwaliteit van de school? In dit onderzoek wil ik op basis van literatuurstudie en een documentanalyse ingaan op de pedagogische kwaliteit van SWPBS. Daarbij beschouw ik PALS als een variant van SWPBS. Daarmee kom ik op de centrale vraagstelling: Wat is de pedagogische kwaliteit van SWPBS? Om deze vraagstelling te beantwoorden heb ik het centrale begrip pedagogische kwaliteit geoperationaliseerd. Met behulp van literatuurstudie en bezoek aan scholen in Noorwegen en de VS, waar met SWPBS/PALS gewerkt wordt, heb ik de kenmerken van het programma beschreven. In hoofdstuk twee doe ik verslag van de literatuurstudie en het schoolbezoek. In hoofdstuk drie beschrijf ik de operationalisering van het begrip pedagogische kwaliteit. 6

9 Conclusie Leraren ervaren regelmatig handelingsverlegenheid in de omgang met leerlingen met gedragsproblemen. Doorgaans wordt de oorzaak van de ontstane problemen bij het kind (of de ouders) neergelegd. Leeman en Wardekker (2004) betogen dat het van belang is breder te kijken en samen met leerlingen en ouders te onderzoeken wat de problemen zijn en waar dat mee samen zou kunnen hangen. Om vanuit deze manier van kijken te komen tot een oplossing, een oplossing die past bij de pedagogische opdracht van de school: het stimuleren van een brede identiteitsontwikkeling van alle leerlingen tot autonoom en sociaal verantwoordelijk deelnemer aan de samenleving. SWPBS is een schoolbrede aanpak van gedragsproblemen van leerlingen. De aanpak is gebaseerd op interventiestrategieën die op onderzoeksgegevens gebaseerd zijn. In Noorwegen en de VS zijn er op meerdere scholen ervaringen mee opgedaan en er zijn aanwijzingen dat deze aanpak werkt. In Nederland is er belangstelling voor deze aanpak. Mogelijk kan SWPBS een bijdrage leveren aan het vergroten van het gevoel van competentie bij leraren het verbeteren van de situaties op scholen. Maar alvorens te gaan onderzoeken hoe SWPBS op een school in Nederland kan worden ingevoerd, is het van belang eerst te kijken naar de vraag of het wenselijk is om SWPBS in te gaan voeren. Daarom wil ik in dit onderzoek gaan kijken hoe het gesteld is met de pedagogische kwaliteit van SWPBS. Christelijke Hogeschool Windesheim Campus 2-6 Postbus GB Zwolle

10 8

11 2 Wat is SWPBS? Gedurende de eerste maanden heb ik veel tijd besteed aan het zoeken en lezen van literatuur over SWPBS en het formuleren van mijn theoretisch kader. In januari 2009 werd ik, na een aan Mari-Anne Sørlie waarin ik haar om meer informatie vroeg over PALS, uitgenodigd op bezoek te gaan bij twee scholen in Oslo en omgeving, waar men PALS had geïmplementeerd. Een bezoek aan Atferdssenteret, the Norwegian Center for Child Behavioral Development van de universiteit van Oslo, en een ontmoeting met Mari-Anne Sørlie, die de implementatie van PALS in het Noorse onderwijs onderzoekt, maakte ook onderdeel uit van het programma. In deze fase van het onderzoek kon er nog geen sprake van een systematische observatie van de manier waarop de scholen PALS hadden geïmplementeerd. Het karakter van het bezoek was dan ook meer oriënterend van aard. Datzelfde gold voor mijn bezoek aan drie scholen in de staat Oregon, VS. Tevens bezocht ik het Oregon Social Learning Centre in april 2009, waar ik Rob Horner, Jeff Sprague, Annemieke Golly en Gerald Patterson heb ontmoet en lezingen heb bijgewoond over verschillende aspecten van SWPBS. Zowel in Noorwegen als in de VS kreeg ik materialen mee van de scholen, bestaande uit beloningskaartjes, schoolgidsen, powerpoints en informatiefolders en onderzoeksliteratuur van de universiteit van Oregon. Ondertussen was ik druk bezig op basis van hetgeen ik gelezen en gezien had een meetlat te ontwikkelen op grond waarvan ik een oordeel zou kunnen vellen over de pedagogische kwaliteit van SWPBS. In het najaar van 2009 begon ik aan de analyse van het verzamelde materiaal, bestaande uit: Twee onderzoeksartikelen, geschreven door auteurs die zich bezighouden met onderzoek naar en de implementatie van SWPBS in de VS (Hieneman, Dunlap, & Kincaid 2005, Horner in Greenwood, Kratochwill & Clements 2008). Twee onderzoeksartikelen naar de effecten van de invoering van PALS in Noorwegen (Ogden, Sørlie & Hagen 2007, Sørlie & Ogden 2007). Drie onderzoeksartikelen naar de effecten van PBS in de VS (Horner, Sugai, Smolkowski, Eber, Nakasato, Todd & Esperanza 2009, Todd, Campbell, Meyer & Horner 2008, Muscott, Mann & lebrun 2008). Drie handboeken en implementatiegidsen, geschreven door auteurs die werkzaam zijn op universiteiten en de implementatie van SWPBS ondersteunen (University of Oregon 2009, Sprague & Golly 2005, Riffel, 2009). Materialen van twee scholen in Noorwegen (Harestua skole en Boltelokka skole). Materialen van drie scholen in Oregon, VS (Aloha-Huber park school, Awbrey school, Pioneer school). In dit hoofdstuk beschrijf ik SWPBS aan de hand van deze bronnen. SWPBS is een schoolbrede aanpak bestaande uit een set van research-based interventiestrategieën. Het doel van SWPBS is om binnen de hele school de sociale competentie van leerlingen te bevorderen en probleemgedrag zoveel mogelijk te voorkomen. Het is an assessment-based approach for supporting students with behavior problems that provides an empirically validated set of strategies for preventing problems and promoting prosocial behavior (Hieneman et al 2005), die insteekt op het niveau van de school, de klas en het individu. Het is gericht op het zo mogelijk voorkomen van problemen door de omstandigheden te veranderen (omgeving, rooster, gedragsregels), door nieuwe vaardigheden aan te leren (sociale vaardigheden, communicatie, zelfregulatie) en positief gedrag te stimuleren. Aan de basis van SWPBS ligt een vorm van action planning, waarbij een team een plan van aanpak ontwerpt, implementeert en evalueert om het schoolklimaat te verbeteren en leerlingen met gedragsproblemen te ondersteunen. Christelijke Hogeschool Windesheim Campus 2-6 Postbus GB Zwolle

12 In de VS is het onder meerdere namen bekend, zoals: SWPBS: Schoolwide Positive Behavior Support. PBIS: Positive Behavioral Interventions and Support. PBiS: Positive Behavior Interventions in Schools. PBS: Positive Behavior Support. Best Behavior: de naam die Sprague en Golly (2005) geven aan hun variant van SWPBS. Ofschoon de naam SWPBS mijn voorkeur heeft, omdat hiermee de essentiële schoolbrede aanpak ook in de naamgeving terugkomt, hanteer ik verder in dit verslag voor de leesbaarheid de term PBS, waarmee ik ook andere varianten bedoel als de hierboven genoemde en de in Noorwegen gehanteerde naam PALS. PBS is meer een raamwerk dan een kant en klaar programma of een lesmethode. Daarom hanteer ik in dit document de term aanpak of methodiek. Iedere school geeft namelijk op zijn eigen manier invulling aan de vijf kenmerkende elementen, die PBS maken wat het is: 1. Schoolbrede aanpak. 2. Preventie. 3. Positieve benadering en het onderwijzen van verwachtingen. 4. Besluitvorming op basis van gegevens. 5. Samenwerking met ouders en ketenpartners. Hieronder zal ik deze vijf kenmerkende elementen nader toelichten. Schoolbreed PBS is een programma dat schoolbreed ingevoerd wordt. Het vindt zijn weerslag in alle lagen van de organisatie. Binnen PBS gaat men er van uit dat een geïsoleerde aanpak in de klas veel minder krachtig is dan een manier van werken die door alle, in de school werkende, professionals wordt vorm gegeven in nauwe samenwerking met andere betrokkenen als ouders en ketenpartners. Met ketenpartners worden partners uit de jeugdzorg, geestelijke gezondheidszorg en maatschappelijk werk bedoeld. In de Implementers Blueprint (2005) staat het als volgt geformuleerd: The whole school is the implementation unit. Volgens Hieneman et al (2005) bevordert een schoolbrede aanpak een pro-actieve, oplossingsgerichte filosofie om de leerling te benaderen. Wanneer een school heeft aangegeven PBS in te willen voeren, wordt er een PBS team op school geformeerd waar in ieder geval de directeur, een afgevaardigde van de leraren, ondersteunend personeel en de ouders aan deel nemen. Dit team van sleutelfiguren wordt getraind in het gedachtegoed van PBS door een PBS coach van buiten de school en vormt een belangrijke spil in het implementatie proces van PBS. Aangezien PBS zich richt op de totale community van de school, wordt PBS pas ingevoerd als 80% van alle werknemers er achter staat (gemeten door middel van de zogenaamde School-Readyness-Check). Gestart wordt met het gezamenlijk formuleren van de visie van de school. Dit gebeurt door alle werknemers van de school. Ouders en leerlingen worden hier zoveel mogelijk bij betrokken. Idealiter neemt een afgevaardigde van alle ouders van de school plaats in het PBS team. Niet alle scholen slagen er echter in een ouder lid te maken van het PBS team. Vanuit een gezamenlijk geformuleerde set waarden en normen wordt een beperkt aantal verwachtingen geformuleerd die als een soort kapstok dienen. Op veel scholen zijn dat: Be safe. Be responsible. Be respectful. Be safe implies a feeling of social, emotional and psychical safety and creates a feeling of belonging. Be respectful relates to compliance to teacher requests and positive peer and adult relationships. Be responsible addresses school effort such as being ready for class, completing work, and keeping the school and classroom clean and orderly. (pag 47, Sprague &Golly, 2005). Het PBS team zorgt vervolgens voor een concretisering van deze 10

13 kapstokwaarden naar de belangrijkste ruimtes van een school (de klas, het schoolplein, de gang, de wc en andere ruimtes). Het gehele team wordt vervolgens getraind door de PBS coach in samenwerking met het PBS team. In deze training wordt aandacht besteed aan hoe de school vorm kan geven aan positive reïnforcements, actief toezicht houden en het monitoren van de gang van zaken. Iedere school ontwikkelt dat op een manier die past bij de cultuur van de school en bij reeds bestaande lesprogramma s en afspraken. Het PBS team van de school bepaalt het doel, verzamelt informatie, analyseert patronen en ontwerpt een ondersteuning- en implementatieplan voor de school. Binnen PBS gaat het om het definiëren, onderwijzen en ondersteunen van het juiste gedrag om zodoende een veilig schoolklimaat te creëren dat alle leerlingen ondersteunt bij het leren en het laten zien van positief gedrag. PBS op klassikaal niveau is er op gericht een goede leeromgeving te creëren zodat leerlingen betrokken zijn en disruptief gedrag geminimaliseerd wordt. Om te kunnen spreken van PBS moet het gedachtegoed van PBS dus op enigerlei wijze zichtbaar zijn in de hele school bij alle medewerkers. PBS is dus een aanpak die zich richt op de hele school. Preventie Een tweede belangrijk kenmerk van PBS is de implementatie van een schoolbreed meergelaagd systeem voor preventie, het zogenaamde Three-tiered Model (Greenwood, Kratochwill & Clements, 2008). In dit model worden 3 lagen onderscheiden; in iedere laag worden gerichte interventies ontwikkeld en uitgevoerd. Men gaat er vanuit dat er grofweg 3 groepen leerlingen zijn te onderscheiden die ieder hun eigen ondersteuningsbehoeftes hebben. Het doel van PBS is de interventies die de school pleegt, aan te passen aan de behoeftes van de desbetreffende groep: 80% van de leerlingen loopt weinig tot geen risico op probleemgedrag en heeft genoeg aan een schoolbreed ondersteuningssysteem dat voor alle leerlingen geldt. Hier gaat het vooral om preventieve maatregelen die er voor moeten zorgen dat bepaalde belangrijke sociale en academische vaardigheden ingebed blijven of geraken in de dagelijkse schoolsituatie. 15% van de leerlingen loopt beperkt risico op het ontstaan van probleemgedrag en voor hen is het nodig bepaalde geselecteerde interventies toe te passen op klassen- of groepsniveau. 5% van de leerlingen op een school loopt een vergroot risico op het ontstaan van probleemgedrag en voor deze groep is het van belang specifieke individuele interventies te ontwerpen bij voorkeur op basis van een functional behavior assessment (FBA). Christelijke Hogeschool Windesheim Campus 2-6 Postbus GB Zwolle

14 Figuur 1 Figuur 1 toont een piramide waarin deze 3 lagen schematisch worden weergegeven: in de onderste, groene laag ontwikkelt men interventies die zich richten op alle leerlingen van een school, zoals effectieve didactische ondersteuning, sociale vaardigheidstraining, effectief klassenmanagement, het onderwijzen van de verwachtingen van een school op het gebied van gedrag, afspraken over actief toezicht houden en monitoren, positive reïnforcements voor alle leerlingen, duidelijke regels en daaraan verbonden maatregelen en besluitvorming op basis van verzamelde data. In de middelste, gele laag van de piramide worden de leerlingen weergegeven die enige mate van risicogedrag vertonen. Interventies die zich specifiek op deze groep kinderen richten zijn oa : intensieve sociale vaardigheidstraining en ondersteuning, self-management programma s, het aanstellen van een mentor die de kinderen verwelkomt als ze binnenkomen en weer vertrekken (check-in, check-out) en intensieve didactische ondersteuning. De bovenste, rode laag van de piramide geeft de ongeveer 5% van alle kinderen aan die ernstig probleem gedrag vertoont. Voor deze leerlingen worden individuele interventies op maat ontwikkeld, zoals: intensieve orthodidactische ondersteuning, het uitvoeren van een Functional Behavior Assessment (FBA), individuele handelingsplannen gericht op gedrag, intensieve samenwerking met ouders en oudertraining en samenwerking met ketenpartners. Binnen PBS gaat men er vanuit dat het zinvol is veel aandacht te geven aan preventieve activiteiten met als doel probleemgedrag zoveel mogelijk te voorkomen. Vaak besteden scholen bijna al hun aandacht aan kinderen uit de bovenste laag van de piramide. Dit kost alle partijen veel energie, levert niet altijd de gewenste resultaten op en gaat ten koste van de tijd die aan de overige leerlingen besteed kan worden. Door gerichte interventies te ontwikkelen per laag en veel aandacht te besteden aan preventieve maatregelen die zich richten op alle leerlingen, probeert men probleemgedrag te voorkomen waardoor de grenzen van de lagen naar boven kunnen verschuiven. 12

15 Expliciete aandacht voor preventie en gerichte interventies voor iedere laag van de piramide dienen in een school aanwezig te zijn om te kunnen spreken van PBS. Positieve benadering en het onderwijzen van verwachtingen PBS kenmerkt zich verder door de aanwezigheid van een vorm van positive reïnforcement. Vanuit de leertheorie gaat men er van uit dat het versterken van gewenst gedrag een krachtig middel is om gedragsverandering tot stand te brengen. Daardoor is op iedere PBS school een systematische manier van aandacht voor gewenst gedrag van leerlingen zichtbaar. Het is aan de school zelf om een bij haar cultuur passende vorm te ontwikkelen. Vaak wordt een vorm van Token-economy gebruikt op school, bijvoorbeeld in de vorm van beloningskaartjes. Als richtlijn hanteert men op een PBS school dat de aandacht, die aan gewenst gedrag besteed wordt, ongeveer vier maal zo groot is als de aandacht, die besteed wordt aan het corrigeren van ongewenst gedrag ( 4:1 ). Passend binnen het Three Tier model van preventie besteedt men op een PBS school uitgebreid aandacht aan het gericht onderwijzen van verwachtingen die men op school heeft ten aanzien van gedrag. Daarvoor is het noodzakelijk dat een school allereerst helder heeft wat de eigen normen en waarden zijn en de daarbij behorende omgangsvormen en verwachtingen ten aanzien van gedrag concretiseert. De eerste stap is dan ook het gezamenlijk expliciteren van de eigen verwachtingen. Vervolgens wordt er expliciet aandacht besteed aan het onderwijzen (aanleren) hiervan aan leerlingen. Deze interventie is gericht op alle leerlingen en past derhalve in de onderste laag van de piramide. Leraren gaan er vaak ten onrechte van uit dat kinderen wel weten hoe ze zich in bepaalde situaties moeten gedragen. Door op dezelfde manier als bij didactische vaardigheden de verwachtingen expliciet te maken en deze verwachtingen gericht te oefenen, weten kinderen waar ze aan toe zijn en gedragen zij zich vaker conform de normen van de school. Binnen PBS wordt dan ook uitgebreid aandacht besteed aan manieren waarop leraren vorm kunnen geven aan het onderwijzen van de bestaande verwachtingen: leerlingen gerichte feedback geven op hun gedrag, voordoen en oefenen van bepaalde verwachtingen, het vervullen van een voorbeeldfunctie van zowel leraren als leerlingen en het op regelmatig terugkerende momenten onder de aandacht brengen van de leerlingen en ouders zijn daarvan voorbeelden. Leraren worden expliciet getraind in het geven van positive reïnforcements. Positive reïnforcement en het onderwijzen van verwachtingen zijn dus een derde kenmerkend element van SWPBS. Besluitvorming op basis van gegevens Planmatig handelen en het nemen van besluiten op basis van verzamelde data zijn een vierde kenmerkend element van PBS. Het PBS team van een school vervult hierin een centrale rol. De teamleden doen aan action planning (Hieneman et al, 2005): zij identificeren concrete onderwerpen, verantwoordelijke personen en het gewenste tijdspad. Steeds opnieuw vormen verzamelde gegevens de basis voor verdere besluitvorming. Voor alle interventies in tier 1, 2 en 3 is het van belang, aan de hand van een analyse van de situatie waarin probleemgedrag zich voordoet, op planmatige wijze een passende interventie voor te bereiden en uit te voeren. De teamleden monitoren en evalueren de resultaten. In de VS maken ze hierbij gebruik van SWIS: School Wide Information System. SWIS is een digitaal systeem waarin gegevens over leerlingen, leraren en de school verzameld kunnen worden en verwerkt kunnen worden tot overzichten geselecteerd op verschillende items (bijvoorbeeld een overzicht van alle gedragsincidenten in een jaar op het plein). Ook in Noorwegen werkt men met een variant van SWIS. Het PBS team doet meer dan alleen data verzamelen. Zij zijn een spil in het web bij de implementatie van PBS in een school. Zij signaleren waar de ondersteuningsvragen van de leraren liggen. Indien nodig worden dan trainingen of seminars voor leraren ontwikkeld en georganiseerd. Zij zijn betrokken bij de training en scholing van collega s, en zij spelen een Christelijke Hogeschool Windesheim Campus 2-6 Postbus GB Zwolle

16 rol in de individuele handelingsplanning van leerlingen. Zij werken in het team bedachte beloningssystemen uit. Centraal binnen PBS staat in ieder geval het systematisch verzamelen van gegevens op basis waarvan men besluiten neemt. Samenwerking met ouders en ketenpartners. Een school is geen eiland in de maatschappij en kinderen hebben niet alleen met leraren maar ook met ouders te maken en soms zijn er ook anderen betrokken bij de opvoeding. PBS streeft er dan ook naar om al deze betrokkenen rondom het kind samen te laten werken. Dat kan op verschillende manieren, afhankelijk van gewoontes, wetvorming en gebruiken in een school. Ouders maken bij voorkeur deel uit van een PBS team of zijn op een andere manier betrokken bij het vormgeven van het pedagogisch klimaat op een school. Er wordt actief gezocht naar vormen van samenwerking met de hulpverlening, niet alleen voor die kinderen die zich in de bovenste laag van de piramide bevinden, maar voor alle kinderen op de school. Indien nodig worden bijvoorbeeld ook taxibestuurders, schoonmakers en winkeliers uit de buurt betrokken. Samenwerking tussen betrokkenen rondom een kind, in welke vorm dan ook, is het laatste hiergenoemde kenmerk van PBS. Resultaten van PBS In de VS werken ongeveer scholen met (een vorm van) PBS. Dit is ongeveer 10% van alle scholen. Er is met name in de VS veel onderzoek gedaan naar PBS (in de VS werken meer dan 7000 scholen met PBS). Meestal betreft dat onderzoek naar afzonderlijke strategieën die bij de invoering van PBS gebruikt worden, zoals het gebruik van SET (Schoolwide Evaluation Tool), SSS (School Safety Survey), Check-in-Ceck-out (CICO) of SWIS (SchoolWide Information System) (Horner, 2009). Hieneman et al (2005) halen een aantal studies aan die in de vroege jaren 90 al de effectiviteit van Functional Behavior Analyses (FBA) hebben aangetoond. Uit een studie van Todd et al bij vier jongens in de basisschoolleeftijd (2008) blijkt dat er een relatie is tussen de implementatie van CICO en de afname van probleemgedrag (gemeten aan de hand van FBA, observatie en interviews en afname van disciplinaire maatregelen). Ook zijn er veel evaluatiestudies gedaan die bijvoorbeeld de implementatie van PBS op één of meer scholen beschrijven (Scott, 2001). Amerikaans onderzoek meet de werking van PBS vaak af aan de hand van toename of afname van het aantal office discipline referrals (ODR). Hieneman et al (2005) geven aan dat uit evaluaties is gebleken dat er een afname te zien is in het aantal office referrals en een verbetering op een aantal andere indicatoren. Muscott,Mann & lebrun (2008) concluderen dat in hun onderzoek in New Hamshire, VS, dat het overgrote deel van de 124 scholen PBS op betrouwbare wijze implementeren (dat wil zeggen op een manier die past bij de kenmerkende elementen van PBS). Implementatie resulteerde in een flinke afname van het aantal ODR en verwijderingen van school, vooral bij middle schools en high schools. Er was tevens een verbetering te zien op de resultaten voor maths. Bij lezen/taal waren de positieve resultaten minder algemeen verspreid. Men gaat er van uit dat vermindering van probleemgedrag te meten is aan de hand van een afname van disciplinaire maatregelen, hetgeen bovendien leraren en de directeur meer tijd geeft om aandacht te besteden aan instructie en het leiden van de school. Doordat leerlingen minder probleemgedrag vertonen (te meten aan een afname van disciplinaire maatregelen) blijft er meer tijd over voor het leren. Grootschalige studies naar de effecten van PBS op meerdere scholen zijn minder voorhanden. Horner (2009) signaleert een verschuiving van onderzoek naar de werkzaamheid (efficacy) naar het effect (effectiveness) van PBS. Zijn onderzoek (Horner et al 2009) is daar een voorbeeld van: een randomized, wait-list controlled trail op 60 basisscholen in Hawaii en Illinois naar de effecten van PBS. Training van leraren en technische ondersteuning dragen bij aan een verbeterde implementatie van PBS op het 14

17 primaire preventieniveau. Het gebruik van PBS was gerelateerd aan de ervaren veiligheid op school en aan de hoeveelheid third graders die voldeden aan de leesstandaarden. Resultaten wezen in de richting van een vermindering van het aantal disciplinaire maatregelen. In Noorwegen is de invoering van PALS vergezeld van onderzoek naar de resultaten in een quasi-experimenteel pre-post onderzoeksdesign, waarbij op 4 basisscholen gewerkt werd aan de invoering van PALS (P scholen) (Ogden et al 2007, Sørlie et al 2007). Vier vergelijkbare scholen dienden als controle groep (C scholen). Op de C scholen werkte men op andere manieren aan het stimuleren van positief gedrag en het creëren van een stimulerende leeromgeving. Na twee jaar was er een significante afname te zien van door leraren geobserveerd probleemgedrag in de school (zowel in de klas als daarbuiten), zowel bij de P scholen als bij de C scholen. Bij de P scholen was er een grotere afname te zien dan bij de C scholen. Het aantal leerlingen in de klas met ernstige gedragsproblemen nam significant af in de P scholen, vooral van leerlingen met een externaliserende gedragsproblematiek. Het aantal leerlingen met internaliserende problemen nam enigszins af. Bij de C scholen was er een toename van het aantal leerlingen met ernstige gedragsproblemen in de klas te zien, zowel van leerlingen met externaliserende als internaliserende problematiek. Aangezien in het pilot model geen specifieke interventies waren opgenomen om de sociale en academische competenties van leerlingen te vergroten, waren deze competenties na twee jaar niet toegenomen bij de meeste leerlingen. Een uitzondering hierop waren de zogenaamde immigrant-students. Op de P scholen was er een significante verbetering van de sociale competentie te zien bij deze leerlingen. Ten aanzien van hun academische competenties was er een positieve trend (groei) zichtbaar (Ogden et al 2007) Ten aanzien van de collective teacher efficacy was er een groot verschil tussen de P en C scholen, in het voordeel van de P scholen. Bij alle P scholen rapporteren de leraren een afname van probleemgedrag. Op die scholen waar bij aanvang de problemen het grootst waren, was er ook de grootste afname te zien. Het effect van PALS was het grootst op die scholen waar men het meest trouw was aan het programma. Samenvattend Ofschoon PBS geen kant en klaar programma is dat op iedere school op dezelfde manier ingevoerd wordt, is er toch sprake van een onderscheidende PBS benadering. PBS is een methodiek bestaande uit een set van research-based interventiestrategieën. De methodiek vormt een raamwerk met in ieder geval vijf kenmerkende factoren die een school op een bij haar cultuur en verworvenheden passende manier ontwikkelt en implementeert. Om van PBS te kunnen spreken moet er in ieder geval sprake zijn van: 1. Schoolbrede aanpak. 2. Preventie. 3. Positieve benadering en het onderwijzen van verwachtingen. 4. Besluitvorming op basis van gegevens. 5. Samenwerking met ouders en ketenpartners. Op iedere PBS school zijn alle deze vijf elementen op één of andere manier zichtbaar. Resultaten van onderzoek naar PBS wijzen in de richting van een afname van probleemgedrag. Onderzoek in de VS is veelal gebaseerd op afname van disciplinaire maatregelen. In Noorwegen was de manier waarop leraren probleemgedrag ervaren een indicatie voor afname van probleemgedrag. Christelijke Hogeschool Windesheim Campus 2-6 Postbus GB Zwolle

18 16

19 3 Pedagogische kwaliteit Binnen het lectoraat wordt gewerkt aan het expliciteren en concretiseren van het begrip pedagogische kwaliteit van onderwijs (Leeman et al 2004; Wardekker, Geerdink & Volman 2006; Leeman, Wardekker & Majoor, 2007). Onderwijs met pedagogische kwaliteit is gericht op de ontwikkeling van kinderen tot autonoom en sociaal verantwoordelijk deelnemer aan de samenleving. Om dit doel te bereiken is het belangrijk de ontwikkeling van kennis, sociale competenties, reflectieve vermogens en een onderzoekende houding bij leerlingen te bevorderen. De school richt zich idealiter op zinvol leren, waarbij het voor de leerlingen steeds duidelijk is waarom iets aan de orde is, in welk groter kader het staat en wat het belang er van is voor het eigen bestaan nu en in de toekomst. Binnen een school zou sociale samenhang en betrokkenheid moeten bestaan. De pedagogische kwaliteit van de leraar krijgt vorm in de interactie met leerlingen en in het vormgeven van de leeromgeving. De leraar is betrokken op zijn leerlingen, biedt een veilig klimaat waarin kinderen zich in de volle breedte kunnen ontwikkelen. Hij stelt zichzelf kritische vragen over zijn relatie met de leerlingen en is in staat indien zich een gedragsprobleem van een leerling voordoet om mogelijke oorzaken in werkwijze van de school, zijn eigen aanpak, in de leerlingengroep en in het gedrag en de omstandigheden van de leerling te analyseren. Hij probeert op basis van een onderzoekende houding samen met leerlingen, ouders en andere betrokkenen tot een gezamenlijke definiëring van voorkomende problemen te komen. In dit hoofdstuk spits ik pedagogische kwaliteit toe op de manier om naar probleemgedrag van leerlingen te kijken. Ik beschrijf eerst de meest gangbare manier om naar probleemgedrag te kijken, om vervolgens vanuit pedagogische kwaliteit naar een probleem te kijken. In het vormgeven aan de pedagogische kwaliteit van onderwijs spelen de leraar, de leerling en de school een belangrijke rol. Zij zijn het onderwerp van de daarop volgende paragrafen. Vanuit dit theoretisch kader kom ik tot de belangrijke aandachtspunten voor het construeren van een instrument om PBS langs de meetlat van pedagogische kwaliteit te kunnen leggen. De gangbare kijk: probleem ligt bij het kind (of de ouders) In de onderwijspraktijk van vandaag de dag bestaat nog al eens de neiging om de oorzaak van ontstane problemen bij het kind (of de ouders) neer te leggen. Leraren verzuchten vaak dat ze een moeilijke groep hebben omdat er wel drie ADHD-ers, twee leerlingen met een autismespectrumstoornis en vijf leerlingen met een oppositioneel opstandige gedragsstoornis zitten. Het kind heeft een gedragsprobleem of een gedragsstoornis. En als het niet aan het kind ligt, ligt het wel aan de ouders die hun kinderen niet goed opvoeden. Deze manier van kijken wordt wel aangeduid met medisch-diagnostisch denken. Daarbij gaat men voorbij aan het feit dat gedragsproblemen niet op zichzelf staan, maar ontstaan in een bepaalde context in interactie met anderen. Bovendien is er een verschil tussen een gedragsprobleem en een gedragsstoornis. Een gedragsprobleem of probleemgedrag ontstaat wanneer een persoon niet beschikt over de juiste vaardigheden of competenties om de ontwikkelingstaken, die verbonden zijn aan de situatie waarin hij zich bevindt, het hoofd te bieden. Probleemgedrag ontstaat in relatie tot de ander. Betrokkenen (kind, ouders, leraren, anderen) ervaren de situatie als problematisch. Probleemgedrag is sterk tijd, plaats en cultuur gebonden: het vereist andere vaardigheden om je staande te houden in de Bijlmer dan in de jungle van Papoea Nieuw Guinea. Wat 50 jaar geleden als problematisch werd ervaren, wordt nu lang niet altijd als problematisch gezien. De eigen waarden en normen of de waarden en normen van de (sub) cultuur waarin men zich bevindt vormen een belangrijk referentiekader bij het beoordelen van probleemgedrag. De maatschappij verandert, (de aard van) probleemgedrag dus ook. Probleemgedrag is dus in belangrijke mate een subjectief begrip. Christelijke Hogeschool Windesheim Campus 2-6 Postbus GB Zwolle

20 Het is echter niet louter en alleen een subjectief begrip. De laatste decennia is er veel vanuit een medisch - diagnostisch perspectief onderzoek gedaan naar en klinische ervaring opgedaan met probleemgedrag, hetgeen geresulteerd heeft in kennis over hoe probleemgedrag ontstaat, zich ontwikkelt en het beste behandeld kan worden (van der Ploeg 2007). Om te kunnen spreken van een gedragsstoornis is allereerst classificatie door een deskundige en daartoe bevoegde professional (i.c. een psychiater of klinisch psycholoog) vereist. Tegenwoordig gebruikt men meestal de DSM-IV-TR hiervoor. De Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (kortweg DSM) is een wereldwijd gehanteerd classificatiesysteem wat tot doel heeft het hanteren van een helder begrippenkader ter bevordering van de communicatie tussen de deskundigen. Gedragsstoornissen bij kinderen en jeugdigen zijn doorgaans ernstiger en bestendiger van aard dan probleemgedrag. Classificeren vergt wetenschappelijk onderbouwde kennis van en ruime ervaring met ontwikkelingspsychopathologie en kinderpsychiatrische problematiek. Ofschoon subjectieve elementen nog steeds niet helemaal uitgesloten zijn bij het stellen van een diagnose, kan gedrag van kinderen in een classificatiesysteem geobjectiveerd en gerubriceerd worden, waarbij de besluitvorming van de diagnosticus transparant dient te zijn. Het gebruik van een classificatiesysteem als de DSM heeft echter als nadeel dat het alleen kindkenmerken beschrijft vanuit een medisch-psychiatrisch perspectief. Het geeft op zichzelf geen handvatten voor een aanpak of behandeling. Of en in welke mate het aanwezig zijn van een gedragsstoornis bij een kind problemen oplevert in bijvoorbeeld de school hangt van veel meer factoren af dan alleen het simpele feit dat een kind een stoornis heeft. De manier waarop een school en vooral de leraar er mee omgaat zijn van veel doorslaggevender aard. Kijken vanuit pedagogische kwaliteit Zowel gedragsproblemen als gedragsstoornissen ontstaan door een ingewikkeld samenspel van kind- en omgevingsfactoren. Een leraar (en een school) met pedagogische kwaliteit onderzoekt dit ingewikkelde samenspel van factoren. Hij stelt vragen en legt de oorzaak van een probleem niet bij voorbaat bij het kind, maar analyseert ook factoren als het curriculum, de manier van lesgeven, zijn relatie met het kind, de rol van medeleerlingen, inrichting van de klas, de manier waarop een school vormgeeft aan haar pedagogisch beleid en de eigen rol in dit geheel. Hij definieert vanuit een onderzoekende houding gezamenlijk met betrokkenen het probleem. Pedagogische kwaliteit sluit goed aan bij het perspectief van handelingsgericht werken, waarin aandacht is voor de wisselwerking tussen dit kind en deze onderwijsleer- en opvoedingssituatie. Voor kinderen die op één of andere manier vastlopen geldt dit in nog sterkere mate. Pameijer (2008) schrijft: De pedagogisch-didactische aanpak van de leraar, diens klassenmanagement, de methodes, de opdrachten, de sfeer in de groep en de opvoeding en ondersteuning vanuit thuis doen ertoe. Bij handelingsgericht werken probeert men al deze elementen in kaart te brengen en actiepunten te formuleren waar alle partijen gezamenlijk aan kunnen werken. Uit onderzoek van Carr (2000) blijkt dat een gecombineerde aanpak succesvoller is dan een aanpak die zich alleen richt op kind, school of ouders. Samenwerking tussen ouders, het kind en de leraar is een belangrijk kenmerk van handelingsgericht werken. Daarnaast is er aandacht voor beschermende factoren, naast de risicofactoren. Men probeert direct bij deze krachten in het kind of de omgeving aan te sluiten. Dit bevordert de competentiegevoelens van de betrokkenen, verhoogt de motivatie en werkt effectiever. Het blijkt makkelijker de beschermende factoren uit te breiden dan de belemmerende factoren te veranderen (Carr, 2000). Een ander belangrijk kenmerk van handelingsgericht werken is dat men een doel formuleert, doelgericht en systematisch werkt en transparant is in zijn keuzes en afwegingen. Handelingsgericht werken doet geen uitspraak over de aard van het doel waar men aan werkt. Pedagogische kwaliteit maakt daarentegen wel een principiële keuze voor een onderwijsdoel waar aan gewerkt zou 18

21 moeten worden: de brede ontwikkeling van leerlingen stimuleren, leerlingen leren autonoom en kritisch na te denken om op te groeien tot een sociaal verantwoordelijke deelnemer aan de samenleving. De leraar In deze paragraaf wil ik enkele aspecten van de onderzoekende houding verder uitwerken. De leraar is de spil van het onderwijs, binnen het raamwerk van de school is hij verantwoordelijk voor inhoud, organisatie en proces van het onderwijs, de afstemming met andere betrokkenen en instanties en voor de verdere ontwikkeling en verbetering van het onderwijs (WOSO, 2004). Een leraar met pedagogische kwaliteit heeft een visie op onderwijs waarin een brede identiteitsontwikkeling van leerlingen centraal staat (van Oers, Leeman & Volman,2009) Pedagogisch competent is meer dan het creëren van voorwaardes om het leren te stimuleren, het leren zelf zou ook pedagogische kwaliteit moeten hebben. Een leraar met pedagogische kwaliteit is betrokken bij zijn leerlingen. De leraar biedt de leerling sociale ondersteuning (van Lier, Hoeben & Lieshout,1998) zodat de leerling de 3 psychologische basisbehoeftes (relatie, autonomie en competentie) kan realiseren (Stevens, 1997). Er bestaat een duidelijke samenhang tussen het sociaal-emotioneel functioneren van de leerling en de aard van de relatie tussen de leraar en de leerling. Een goede leraar kan doelbewust interveniëren om een verandering in gang te zetten. Een onderzoekende houding van leraren is een belangrijke voorwaarde voor het vinden van een oplossing in situaties waar de leraar handelingsverlegenheid ervaart. Kenmerken van een onderzoekende houding zijn openheid, nieuwsgierigheid, vraagtekens plaatsen bij het vanzelfsprekende, regelmatig vragen stellen, een kritische kijk op het eigen handelen in de praktijk en goed waarnemen en noteren. Een leraar met pedagogische kwaliteit heeft een nadenkende, kritische kijk op de eigen praktijk in verbinding met een pedagogisch ideaal voor goed onderwijs. Als leraar is hij betrokken bij zijn leerlingen en geeft hij het goede voorbeeld. Hij biedt leerlingen een veilige omgeving aan waarin zij zich kunnen ontwikkelen. Als leraar is hij in staat bij vragen en problemen de onderliggende problematiek te analyseren. Hij stelt zich vragen als: wat is er volgens de leerling aan de hand? Wat is er volgens mij aan de hand? Wat is mijn rol hierin en hoe hangt die samen met de verschillende elementen in de situatie? En hij heeft aandacht voor hun wisselwerking en onderlinge beïnvloeding. Uit meerdere onderzoeken komt naar voren dat leerkrachtgedrag een belangrijke component is in een succesvolle schoolperiode: Bear, Webster-Stratton, Furlong & Rhee (in Webster- Stratton et al, 2001) noemen in dat verband de kwaliteit van de relatie tussen leerkracht en leerling en het vermogen van de leerkracht om een positieve, consistente en responsieve omgeving te creëren. Het stimuleren van de sociaal-emotionele en morele ontwikkeling van leerlingen wordt in het kader van de sociale identiteitsontwikkeling van leerlingen als belangrijke doelen gezien. Selman (2003) geeft aan dat het nemen van sociale verantwoordelijkheid waaronder de capaciteit om het eigen en andermans perspectief in te nemen zich bij uitstek kan ontwikkelen in relatie met en in interactie met anderen. De schoolklas is daarvoor een goede setting. De leraar heeft daarin een belangrijke rol. Hij kan het ontstaan en vergroten van zelfwaardering bij kinderen stimuleren en hen ondersteunen in hun sociale ontwikkeling. Het trainen van leraren om kinderen te helpen conflicten op te lossen in de situatie waar zij ontstaan, is daarbij succesvol gebleken. De leerling De mate waarin de school in staat is om de kennis en kunde die op het programma staan te verbinden met de ontwikkeling van kinderen tot autonoom en sociaal verantwoordelijk deelnemer aan de samenleving bepaalt volgens Leeman, van Koeven, de Lange en Roefs (in Van Oers et al, 2009) de pedagogische kwaliteit van een school. Zo wordt niet alleen de cognitieve ontwikkeling van kinderen gestimuleerd, maar ook de sociaal-emotionele Christelijke Hogeschool Windesheim Campus 2-6 Postbus GB Zwolle

22 ontwikkeling. Een school kan dit bewerkstelligen door het organiseren van gerichte (les)activiteiten, maar ook door gebruik te maken van de ontmoeting tussen leraren en leerlingen en van het samen leren en werken. Kroon (2005) noemt naast gerichte activiteiten ook gewoontevorming om de morele ontwikkeling van kinderen te bevorderen. De leraar is naast leraar ook opvoeder en geeft het goede voorbeeld, herhaalt en is consistent in woord en gedrag en laat zijn gezag gelden op die momenten dat een kind nog niet zelf tot oordelen in staat is. Een school met pedagogische kwaliteit hoog in het vaandel probeert de sociale competentie van leerlingen te bevorderen. Hoogenkamp & Struiksma, (2003) en Ten Dam & Volman (1999) omschrijven sociale competentie als het vermogen om in de complexe werkelijkheid met steeds verschillende omstandigheden adequaat om te gaan met de belangen van zichzelf en met die van anderen. Adequaat verwijst hier zowel naar het ontwikkelingsniveau van kinderen als naar de in de betreffende sociale situatie geldende waarden en normen. Selman (2003) noemt twee basale sociale competenties: Het vermogen om zich bewust te zijn van het eigen standpunt/perspectief Het vermogen om het perspectief van de ander in te nemen. Deze twee basale competenties ontwikkelen zich in de loop van de tijd en worden sterk beïnvloed door de situatie waarbinnen iemand opgroeit en door interactie met mensen in zijn omgeving. In het onderzoek van Selman (2003) werden kinderen morele dilemma s voorgelegd en hen gevraagd wat zij in deze situatie zouden doen. De argumentatie die de kinderen gaven voor hun keuze bleek een belangrijke indicator voor het niveau van de morele ontwikkeling. De capaciteit van kinderen om het perspectief van anderen in te nemen bleek cruciaal bij de keuzes die kinderen maken in sociale situaties. Kinderen die (gerelateerd aan hun leeftijd) op een relatief laag niveau redeneerden, bleken meer problemen in de omgang met andere kinderen te hebben. Peer relations zijn essentiële omgeving- en sociale condities voor de ontwikkeling van moreel redeneren. Ook de context waarbinnen iemand opgroeit heeft veel invloed op het ontwikkelen van sociale en morele vaardigheden. Aan de situatie leer je jezelf te ontwikkelen. Selman (2003) geeft aan dat het aanleren van sociale competenties een bewust leerproces is. Je kunt kinderen helpen om de verschillende ontwikkelingsstadia te doorlopen en de sociaal-emotionele en morele ontwikkeling met gerichte activiteiten op een hoger plan te brengen. Daarbij maak je gebruik van de groep en de sociale context waarin kinderen zich bevinden. Kinderen leren van en aan elkaar. Een school kan een belangrijke rol spelen in het bevorderen van sociale competentie bij leerlingen. Niet alleen door het voorbeeld gedrag van leraren en andere volwassenen, maar ook door de manier waarop relaties met leeftijdgenoten vorm krijgen en gestimuleerd worden en de manier waarop de schoolcontext waarbinnen leerlingen opgroeien vorm wordt gegeven. Er zijn verschillende manieren om de sociale competentie van kinderen te bevorderen. Selman (2003) noemt in dat kader het bevorderen van sociale vaardigheden en het vergroten van de zelfwaardering van kinderen door middel van programma s. Dergelijke programma s zijn in de school het meest succesvol als ze er op gericht zijn leraren te trainen om leerlingen te helpen met conflicten met medeleerlingen om te gaan in de situatie waar het conflict plaatsvindt (in plaats van speciale klassen of lessen). Naast het werken aan sociale competentie bij leerlingen is het stimuleren van een onderzoekende houding bij leerlingen cruciaal voor pedagogische kwaliteit. Onderwijs dat aandacht heeft voor een onderzoekende houding van leerlingen kenmerkt zich door leerlingen te leren een persoonlijke identiteit op te bouwen en hierop te reflecteren. Door leerlingen te helpen een beeld van zichzelf te krijgen en van zichzelf in relatie tot de wereld waarin zij leven. Een beeld dat richtinggevend en flexibel is. Onderwijs moet leerlingen leren op een nadenkende, kritische en geïnformeerde manier deel te nemen aan de samenleving, waarbij leerlingen in dialoog met anderen komen en kennis als denkmiddel hanteren. Onderwijs dat leerlingen leert vragen te stellen en de nieuwsgierigheid van leerlingen 20

Pijnpunten PBS. W i n d e s h e i m z e t k e n n i s i n w e r k i n g

Pijnpunten PBS. W i n d e s h e i m z e t k e n n i s i n w e r k i n g Pijnpunten PBS Programma Welkom en voorstellen Pijnpunten SWPBS - Pijnpunten kort toelichten - World café: pijnpunten verkennen - Plenair inventariseren Wettelijk kader SWPBS Pedagogische kwaliteit van

Nadere informatie

De pedagogische kwaliteit van SWPBS. Monique Nelen, PBS coach

De pedagogische kwaliteit van SWPBS. Monique Nelen, PBS coach De pedagogische kwaliteit van SWPBS. Monique Nelen, PBS coach Programma Even voorstellen SWPBS als methodiek Het pedagogische doel van onderwijs Pedagogische Kwaliteit SWPBS met pedagogische kwaliteit

Nadere informatie

SWPBS en HGW in curriculum lerarenopleiding

SWPBS en HGW in curriculum lerarenopleiding SWPBS en HGW in curriculum lerarenopleiding Inleiding Het LEOZ (Landelijk Expertisecentrum Onderwijs en Zorg) is een samenwerkingsproject van: Fontys Hogescholen, Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg,

Nadere informatie

De kern van SWPBS in 6 pijlers: Schoolwide PBS is een: School Wide Positive Behavior Support (SWPBS) De kern van SWPBS in 6 pijlers: Doel van SWPBS

De kern van SWPBS in 6 pijlers: Schoolwide PBS is een: School Wide Positive Behavior Support (SWPBS) De kern van SWPBS in 6 pijlers: Doel van SWPBS School Wide Positive Behavior Support (SWPBS) Sandra Koot en Monique Baard www.educote.nl 06-14980658 Schoolwide PBS is een: Schoolbrede, preventieve aanpak van gedrag, gericht op alle leerlingen Gericht

Nadere informatie

SWPBS: meer dan behaviorisme? W i n d e s h e i m z e t k e n n i s i n w e r k i n g

SWPBS: meer dan behaviorisme? W i n d e s h e i m z e t k e n n i s i n w e r k i n g SWPBS: meer dan behaviorisme? Programma Welkom & intro: de kern Pedagogische kwaliteit: de opdracht & keuzes in de uitvoering Theoretische kaders De functie & kwaliteit van feedback Belonen/ erkennen/

Nadere informatie

Positive Behavior Support (PBS)

Positive Behavior Support (PBS) Positive Behavior Support (PBS) Anita Snoek & Annette Giling 13 januari 2014 Wat is PBS? Schoolbrede preventieve aanpak van gedrag, gericht op ALLE leerlingen. Aanleren en bekrachtigen van positief gedrag

Nadere informatie

Box 1: Matrix Handelingsgericht werken Schoolwide Positive Behavior Support Oplossingsgericht werken

Box 1: Matrix Handelingsgericht werken Schoolwide Positive Behavior Support Oplossingsgericht werken Kees Dijkstra (Windesheim), Els de Jong (Hogeschool Utrecht) en Elle van Meurs (Fontys OSO). 31 mei 2012 Box 1: Matrix Handelingsgericht werken Schoolwide Positive Behavior Support Oplossingsgericht werken

Nadere informatie

Meten is weten met de SET NL. Ella van Bergen en Monique Nelen SWPBSconferentie Zwolle 15 november 2013

Meten is weten met de SET NL. Ella van Bergen en Monique Nelen SWPBSconferentie Zwolle 15 november 2013 Meten is weten met de SET NL Ella van Bergen en Monique Nelen SWPBSconferentie Zwolle 15 november 2013 Programma 1. Wat is de SET? 2. Hoe werkt de SET? 3. Voorbeelden uit de praktijk. 4. Afwegingen. 5.

Nadere informatie

PBS Positive Behavior Support

PBS Positive Behavior Support PBS Positive Behavior Support 4 juni 2010 Drs. Emilie van Leeuwen methodiekontwikkelaar/ trainer bij PI Research Drs. Inge Reijnders Onderwijskundige GZ psycholoog Opvoeden is van iedereen! Hoe ziet dat

Nadere informatie

PBS: Preventief werken aan een positief schoolklimaat

PBS: Preventief werken aan een positief schoolklimaat Opleidingen PBS PBS: Preventief werken aan een positief schoolklimaat Probleemgedrag in het onderwijs, het komt bijna overal voor. Veel personeelsleden op scholen voelen zich hierdoor machteloos. Ook kan

Nadere informatie

Box 2: Vaststellen beginsituatie Handelingsgericht werken op PABO s en lerarenopleidingen VO

Box 2: Vaststellen beginsituatie Handelingsgericht werken op PABO s en lerarenopleidingen VO Kees Dijkstra (Windesheim), Els de Jong (Hogeschool Utrecht) en Elle van Meurs (Fontys OSO). 31 mei 2012 Box 2: Vaststellen beginsituatie Handelingsgericht werken op PABO s en lerarenopleidingen VO Doel

Nadere informatie

Beter ten halve gekeerd.. W i n d e s h e i m z e t k e n n i s i n w e r k i n g

Beter ten halve gekeerd.. W i n d e s h e i m z e t k e n n i s i n w e r k i n g Beter ten halve gekeerd.. Het monitoren van SWPBS Programma 1. Welkom en voorstellen 2. Monitoren: wat, waarom, hoe? 3. Oude bekenden 4. New kid in town 5. Onderzoek naar resultaten in Nederland 6. Vragen

Nadere informatie

School Wide Positive Behavior Support

School Wide Positive Behavior Support Amsterdam Zuidoost 31-10-2012 Workshopleider: Drs. B. (Berber) Klein Onderwijscentrum VU Faculteit Psychologie & Pedagogiek In samenwerking met Kenniscentrum SWPBS School Wide Positive Behavior Support

Nadere informatie

Ouderavond de Triangel. Werken aan een positief pedagogisch klimaat voor leren met behulp van School Wide Positive Behavior Support

Ouderavond de Triangel. Werken aan een positief pedagogisch klimaat voor leren met behulp van School Wide Positive Behavior Support Ouderavond de Triangel Werken aan een positief pedagogisch klimaat voor leren met behulp van School Wide Positive Behavior Support Welkom Wat kunt u verwachten? Inleiding op School Wide Positive Behavior

Nadere informatie

De Piramide van Pavlov, de interactiedriehoek en de rubrics

De Piramide van Pavlov, de interactiedriehoek en de rubrics De Piramide van Pavlov, de interactiedriehoek en de rubrics Hoe kunnen we gedragsproblemen in het onderwijs substantieel verminderen? Een integrale benadering voor op de werkvloer leidt tot minder ervaren

Nadere informatie

Tekst: Monique Baard. Drie elementen zijn essentieel binnen SWPBS: preventie, ondersteuning in drie lagen en datagestuurd werken 2. Oregon, 2008.

Tekst: Monique Baard. Drie elementen zijn essentieel binnen SWPBS: preventie, ondersteuning in drie lagen en datagestuurd werken 2. Oregon, 2008. Er wordt de laatste jaren hard gewerkt aan het verbeteren van de leeropbrengsten van leerlingen en de didactische vaardigheden van leraren. Effectief onderwijs staat hoog op de agenda van de Inspectie

Nadere informatie

SWPBS, een schoolveranderingstraject. Inleiding

SWPBS, een schoolveranderingstraject. Inleiding SWPBS, een schoolveranderingstraject Inleiding Een van de uitdagingen waar het onderwijs tegenwoordig voor staat is het omgaan met moeilijk interpreteerbaar gedrag van leerlingen in de school. Zeker als

Nadere informatie

Zelfbeoordelingsonderzoek van Positive Behavior Support

Zelfbeoordelingsonderzoek van Positive Behavior Support Zelfbeoordelingsonderzoek van Positive Behavior Support School: Datum: Functie Administratief Onderwijsassistent Onderwijsondersteunend personeel Directie Leraar Ouders Intern Begeleider/ Zorgcoördinator

Nadere informatie

De leerkracht stelt duidelijke opbrengst- en inhoudsdoelen op en geeft concreet aan wat verwacht wordt van het werken in de klas en de omgang met

De leerkracht stelt duidelijke opbrengst- en inhoudsdoelen op en geeft concreet aan wat verwacht wordt van het werken in de klas en de omgang met Doelgericht werken De leerkracht stelt duidelijke opbrengst- en inhoudsdoelen op en geeft concreet aan wat verwacht wordt van het werken in de klas en de omgang met elkaar. Wat zien en horen we als onze

Nadere informatie

Positive Behaviour Support. Gezamenlijke gedragsaanpak OBS De Spiegel

Positive Behaviour Support. Gezamenlijke gedragsaanpak OBS De Spiegel Positive Behaviour Gezamenlijke gedragsaanpak OBS De Spiegel 2 Inleiding In januari 2014 zijn we op OBS De Spiegel gestart met het gedragsprogramma Positive Behaviour. De aanleiding om met een programma

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel

Schoolondersteuningsprofiel Schoolondersteuningsprofiel samenwerkingsverband primair onderwijs Inhoudsopgave Inleiding 3 1. 4 2. Missie en Visie 4 3. ondersteuning 5 4. Wat kan de 6 4.1 Regionale afspraken minimaal te bieden ondersteuning

Nadere informatie

onderwijs, de ontwikkelingen op een rij

onderwijs, de ontwikkelingen op een rij onderwijs, de ontwikkelingen op een rij Veel scholen zijn begonnen met het werken met groepsplannen. Anderen zijn zich aan het oriënteren hierop. Om groepsplannen goed in te kunnen voeren is het belangrijk

Nadere informatie

Opbrengstgericht werken (OGW)

Opbrengstgericht werken (OGW) ALITEITSKAART werken (OGW) werken (OGW) OPBRENGSTGERICHT LEIDERSCHAP PO werken (OGW) is het systematisch en doelgericht werken aan het maximaliseren van prestaties. De uitkomsten van onderzoek van de resultaten

Nadere informatie

competentieprofiel groepsleerkracht/ docent algemeen vormend onderwijs Het Driespan

competentieprofiel groepsleerkracht/ docent algemeen vormend onderwijs Het Driespan Samenwerken Omgevingsgericht/samenwerken Reflectie en zelfontwikkeling competentieprofiel groepsleerkracht/ docent algemeen vormend onderwijs Het Driespan Competentieprofiel stichting Het Driespan, (V)SO

Nadere informatie

Uitleg van de items van de Benchmarks of Quality voor teamleden. In de omschrijving wordt uitgegaan van de ideale situatie.

Uitleg van de items van de Benchmarks of Quality voor teamleden. In de omschrijving wordt uitgegaan van de ideale situatie. Uitleg van de items van de Benchmarks of Quality voor teamleden. In de omschrijving wordt uitgegaan van de ideale situatie. Het PBS team 1. Het PBS-team heeft de ondersteuning van de directie De directie

Nadere informatie

RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE BASISSCHOOL 'PATER VAN DER GELD'

RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE BASISSCHOOL 'PATER VAN DER GELD' RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE BASISSCHOOL 'PATER VAN DER GELD' School : basisschool 'Pater van der Geld' Plaats : Waalwijk BRIN-nummer : 13NB Onderzoeksnummer : 94513 Datum schoolbezoek : 12 juni

Nadere informatie

Inleiding 14. 3 De praktijk 26 Inleiding 26 Het werken met film/beeld in relatie tot PBS 28 Werkvormen aan de hand van de pijlers 29

Inleiding 14. 3 De praktijk 26 Inleiding 26 Het werken met film/beeld in relatie tot PBS 28 Werkvormen aan de hand van de pijlers 29 Inhoud Deel 1 De waarden als fundament; leerlingen betrekken bij de waarden en gedragsverwachtingen 13 Schoolwide Positive Behavior Support in een Nederlands Rebound jasje Een verkenning van de start van

Nadere informatie

Specialisatie jonge kinderen

Specialisatie jonge kinderen Als leraar staat u voor de taak om passend onderwijs te bieden aan alle leerlingen. Ook aan de jonge kinderen, zij gedragen zich anders en leren op een andere manier dan oudere kinderen. Dit vraagt van

Nadere informatie

ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk Fase 3 (jaar 3)

ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk Fase 3 (jaar 3) ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk 2018-2019 Fase 3 (jaar 3) Kerntaak 1: Pedagogische adequaat handelen: opbouwende relatie met kinderen ontwikkelen, leiding geven aan de groep, zorgen voor een goed

Nadere informatie

HANDELINGSGERICHT WERKEN BELEIDSVOEREND VERMOGEN BELEIDSVOEREND VERMOGEN. Onderwijsbehoeften van de leerling 11/09/2013

HANDELINGSGERICHT WERKEN BELEIDSVOEREND VERMOGEN BELEIDSVOEREND VERMOGEN. Onderwijsbehoeften van de leerling 11/09/2013 Gericht Werken als bril om naar het zorgbeleid te kijken zorg Handelings- Leerlingenbegeleiding fase 0 fase 1 HGW HGW Leren & studeren Studieloopbaanbegeleiding Socioemotioneel fase 2 fase 3 HGW HGW centrale

Nadere informatie

1 Aanbevolen artikel

1 Aanbevolen artikel Aanbevolen artikel: 25 november 2013 1 Aanbevolen artikel Ik kan het, ik kan het zélf, ik hoor erbij Over de basisingrediënten voor het (psychologisch) welzijn Een klassieke motivatietheorie toegelicht

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel

Schoolondersteuningsprofiel Schoolondersteuningsprofiel samenwerkingsverband primair onderwijs Inhoudsopgave Voorwoord 3 1. 4 2. Missie en Visie 4 3. ondersteuning 5 4. 7 4.1 Regionale afspraken minimaal te bieden ondersteuning 7

Nadere informatie

Gedragsondersteuningsplannen gebaseerd op de functie van het gedrag

Gedragsondersteuningsplannen gebaseerd op de functie van het gedrag Gedragsondersteuningsplannen gebaseerd op de functie van het gedrag Chantal van den Brink-Vlijm c.vandenbrink@nsg-groenewoud.nl José Wichers-Bots j.wichers@fontys.nl Programma Casus Moeilijke onderwijssituatie

Nadere informatie

Verwachtingen. Gezamenlijke gedragsverwachtingen. Ik ga aan het einde van deze workshop tevreden weg als ik. 10-11-2014.

Verwachtingen. Gezamenlijke gedragsverwachtingen. Ik ga aan het einde van deze workshop tevreden weg als ik. 10-11-2014. SWPBS-congres 14 november 2014 De docent als schakel. Hoe de feedback van docenten bijdraagt aan de effectiviteit Tools4School Henrike van Diest Judy Broer Milou Golbach Henrike van Diest Projectleider

Nadere informatie

Datagebaseerd overleggen en beslissen in het PBS-team. Anita Blonk a.blonk@fontys.nl

Datagebaseerd overleggen en beslissen in het PBS-team. Anita Blonk a.blonk@fontys.nl Datagebaseerd overleggen en beslissen in het PBS-team Anita Blonk a.blonk@fontys.nl Data over gedragsvraagstukken Regelmatig voorkomende situaties binnen en buiten de klas Incidenten (veiligheid) Leerling/

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel

Schoolondersteuningsprofiel Schoolondersteuningsprofiel samenwerkingsverband primair onderwijs Inhoudsopgave Voorwoord 3 1. 4 2. Missie en Visie 4 3. ondersteuning 5 4. 7 4.1 Regionale afspraken minimaal te bieden ondersteuning 7

Nadere informatie

Handelingsgericht Werken. Onderwijsdag Enschede 20 maart 2012 Maria Bolscher

Handelingsgericht Werken. Onderwijsdag Enschede 20 maart 2012 Maria Bolscher Handelingsgericht Werken Onderwijsdag Enschede 20 maart 2012 Maria Bolscher Doelen Kennismaking met de uitgangspunten HGW Reflecteren op uitgangspunten HGW Zicht op de betekenis van HGW op de eigen praktijksituatie

Nadere informatie

Hoe rijk is een GP ervaring? Proeven en Opbrengst Gericht Werken: Hoe zit dat?

Hoe rijk is een GP ervaring? Proeven en Opbrengst Gericht Werken: Hoe zit dat? Hoe rijk is een GP ervaring? Proeven en Opbrengst Gericht Werken: Hoe zit dat? GP goes OGW Met OGW willen we de ontwikkeling van leerlingen zo goed mogelijk stimuleren. Dat vraagt van de docent én school

Nadere informatie

Locatie Sprang-Capelle Rembrandtlaan ES Sprang-Capelle T Locatie Landgoed Driessen Burgemeester van Casterenstraat GA

Locatie Sprang-Capelle Rembrandtlaan ES Sprang-Capelle T Locatie Landgoed Driessen Burgemeester van Casterenstraat GA SCHOOLONDERSTEUNINGSPROFIEL Koningsschool Wat is het schoolondersteuningsprofiel en waar dient het voor? Het schoolondersteuningsprofiel beschrijft welke ondersteuning wij kinderen kunnen bieden die op

Nadere informatie

spoorzoeken en wegwijzen

spoorzoeken en wegwijzen spoorzoeken en wegwijzen OVERZICHT OPLEIDINGEN OPBRENGSTGERICHT LEIDERSCHAP Opbrengstgericht leiderschap Opbrengstgericht werken en opbrengstgericht leiderschap zijn termen die de afgelopen jaren veelvuldig

Nadere informatie

Arjan Clijsen, Noëlle Pameijer & Ad Kappen

Arjan Clijsen, Noëlle Pameijer & Ad Kappen Met handelingsgericht werken opbrengstgericht aan de slag 1. Inleiding Arjan Clijsen, Noëlle Pameijer & Ad Kappen Wat is de samenhang tussen handelingsgericht werken (HGW) en opbrengstgericht werken (OGW)?

Nadere informatie

Workshop SWPBS en Pestpreventie. Angeline van der Kamp MA

Workshop SWPBS en Pestpreventie. Angeline van der Kamp MA Workshop SWPBS en Pestpreventie Angeline van der Kamp MA SWPBS Conferentie Vrijdag 14 november 2014 De Staatsecretaris van OCW: Pestpreventie op school MOET!. en hoe gaan we dat doen met SWPBS? Workshopleider

Nadere informatie

Het Pedagogisch Klimaat en SWPBS

Het Pedagogisch Klimaat en SWPBS Het Pedagogisch Klimaat en SWPBS We vinden het heel belangrijk dat er een goede sfeer heerst tussen de kinderen onderling, tussen de leerkrachten en de kinderen en tussen de leerkrachten onderling. Een

Nadere informatie

Verder met ZIEN! Op weg naar een sociaal pedagogisch veilige school

Verder met ZIEN! Op weg naar een sociaal pedagogisch veilige school Verder met ZIEN! Op weg naar een sociaal pedagogisch veilige school ZIEN! en de fasen van het schoolontwikkelingsmodel ZIEN! werkt systematisch en transparant, wanneer alle fasen van handelingsgericht

Nadere informatie

Aantekenformulier van het assessment PDG

Aantekenformulier van het assessment PDG Aantekenformulier van het assessment PDG Kandidaat: Assessor: Datum: Een startbekwaam docent voldoet aan de bekwaamheidseisen voor leraren in het tweedegraadsgebied (zie competentie 1 t/m 7 op de volgende

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ BASISSCHOOL MISTE CORLE Plaats : Winterswijk BRIN-nummer : 18ZG Onderzoek uitgevoerd op : 3 november 2009 Rapport vastgesteld te Zwolle op 30 maart 2010 HB 2811938/9

Nadere informatie

Data verzamelen, data verwerken, data interpreteren. Pijlers onder PBIS:

Data verzamelen, data verwerken, data interpreteren. Pijlers onder PBIS: Data verzamelen, data verwerken, Pijlers onder PBIS: data interpreteren 1. Schoolbreed werken vanuit gedeelde waarden 2. Preventie staat centraal: zoveel mogelijk voorkomen van probleemgedrag 3. PBS-scholen

Nadere informatie

ONDERWIJS EN INNOVATIE OP DE LINDERTE

ONDERWIJS EN INNOVATIE OP DE LINDERTE ONDERWIJS EN INNOVATIE OP DE LINDERTE Onderwijs zoals we dat vroeger kenden, bestaat al lang niet meer. Niet dat er toen slecht onderwijs was, maar de huidige maatschappij vraagt meer van de leerlingen

Nadere informatie

Verder met Zien! Op weg naar een sociaal pedagogisch veilige school

Verder met Zien! Op weg naar een sociaal pedagogisch veilige school Verder met Zien! Op weg naar een sociaal pedagogisch veilige school Zien! en de fasen van het schoolontwikkelingsmodel Zien! werkt systematisch en transparant, wanneer alle fasen van handelingsgericht

Nadere informatie

NIEUWSBRIEF. Jaargang 2 September 2013 VOORWOORD. In dit nummer: - Voorwoord 1. - Wist u dat 2 - SWPBS 2. - Intervisie R&W 3. - Op maat trajecten 3

NIEUWSBRIEF. Jaargang 2 September 2013 VOORWOORD. In dit nummer: - Voorwoord 1. - Wist u dat 2 - SWPBS 2. - Intervisie R&W 3. - Op maat trajecten 3 NIEUWSBRIEF Jaargang 2 September 2013 In dit nummer: - Voorwoord 1 - Wist u dat 2 - SWPBS 2 - Intervisie R&W 3 - Op maat trajecten 3 - Nieuw aanbod 3 - Uitgelichte workshops 4 - KECCademy 5 VOORWOORD Voor

Nadere informatie

STARTEN MET PBS, HOE DOE JE DAT ALS SCHOOL? PBS en de Timotheüsschool Oldebroek

STARTEN MET PBS, HOE DOE JE DAT ALS SCHOOL? PBS en de Timotheüsschool Oldebroek STARTEN MET PBS, HOE DOE JE DAT ALS SCHOOL? PBS en de Timotheüsschool Oldebroek Even voorstellen De Timotheüsschool Harm Jan Jaarsma, leerkracht groep 8, stuurgroep PBS Charissa Roozeboom, docent Windesheim,

Nadere informatie

Heikamperweg AZ Asten-Heusden

Heikamperweg AZ Asten-Heusden Heikamperweg 1 5725 AZ Asten-Heusden bbs.antonius@prodas.nl www.antonius-heusden.nl Beste geïnteresseerde in de kwaliteiten van BBS. Antonius, Kwalitatief en passend onderwijs verzorgen is een opdracht

Nadere informatie

SCHOOLONDERSTEUNINGSPROFIEL

SCHOOLONDERSTEUNINGSPROFIEL SCHOOLONDERSTEUNINGSPROFIEL SCHOOLJAAR 2017-2019 Marang 1 Voorwoord Voor u ligt het Schoolondersteuningsprofiel (SOP) van IKC Marang. In het SOP leggen wij onze taken, verantwoordelijkheden en werkwijze

Nadere informatie

Doelgericht werken. Zonder doel geen doelpunt

Doelgericht werken. Zonder doel geen doelpunt Doelgericht werken Het stellen van ambitieuze doelen is een belangrijk onderdeel van handelingsgericht werken. Doelen worden gesteld, zodat duidelijk is waar de school, het team, de groep, de leerkracht,

Nadere informatie

Competentievenster 2015

Competentievenster 2015 Windesheim zet kennis in werking Competentievenster 2015 TWEEDEGRAADS LERARENOPLEIDING WINDESHEIM Inleiding 3 Het competentievenster van de tweedegraads lerarenopleidingen van Hogeschool Windesheim vormt

Nadere informatie

Overzicht curriculum VU

Overzicht curriculum VU Overzicht curriculum VU Opbouw van de opleiding Ter realisatie van de gedefinieerde eindkwalificaties biedt de VU een daarbij passend samenhangend onderwijsprogramma aan. Het onderwijsprogramma bestaat

Nadere informatie

Opbrengstgericht werken (OGW)

Opbrengstgericht werken (OGW) Opbrengstgericht werken (OGW) OPBRENGSTGERICHT LEIDERSCHAP Opbrengstgericht werken (OGW) is het systematisch en doelgericht werken aan het maximaliseren van prestaties. De uitkomsten van onderzoek van

Nadere informatie

Samenwerking. Betrokkenheid

Samenwerking. Betrokkenheid De Missie Het Spectrum is een openbare school met een onderwijsaanbod van hoge kwaliteit. We bieden het kind betekenisvol onderwijs in een veilige omgeving. In een samenwerking tussen kind, ouders en school

Nadere informatie

Eindbeoordeling van het assessment Startbekwaam (op grond van portfolio, presentatie en criterium gericht interview)

Eindbeoordeling van het assessment Startbekwaam (op grond van portfolio, presentatie en criterium gericht interview) Eindbeoordeling van het assessment Startbekwaam (op grond van portfolio, presentatie en criterium gericht interview) Student: Opleidingsassessor: Studentnummer:. Veldassessor:. Datum: Een startbekwaam

Nadere informatie

RAPPORT PERIODIEK KWALITEITSONDERZOEK BASISSCHOOL BEATRIX

RAPPORT PERIODIEK KWALITEITSONDERZOEK BASISSCHOOL BEATRIX RAPPORT PERIODIEK KWALITEITSONDERZOEK BASISSCHOOL BEATRIX School : Basisschool Beatrix Plaats : Haarlem BRIN-nummer : 16DS Onderzoeksnummer : 69226 Datum schoolbezoek : 24 januari 2006 Datum vaststelling

Nadere informatie

SCHOOLONDERSTEUNINGSPROFIEL

SCHOOLONDERSTEUNINGSPROFIEL SCHOOLONDERSTEUNINGSPROFIEL SCHOOLJAAR 2017-2019 Marang 1 Voorwoord Voor u ligt het Schoolondersteuningsprofiel (SOP) van basisschool Marang. In het SOP leggen wij onze taken, verantwoordelijkheden en

Nadere informatie

STARTERSBLOKKEN - XPECT PRIMAIR OMGAAN MET VERSCHILLEN TUSSEN LEERLINGEN VERDIEPING

STARTERSBLOKKEN - XPECT PRIMAIR OMGAAN MET VERSCHILLEN TUSSEN LEERLINGEN VERDIEPING STARTERSBLOKKEN - XPECT PRIMAIR OMGAAN MET VERSCHILLEN TUSSEN LEERLINGEN VERDIEPING Versie 4.0 (07-11-2017) DOELSTELLINGEN De startersblokken van Xpect Primair zijn speciaal ontwikkeld voor jou als leerkracht

Nadere informatie

De zesde rol van de leraar

De zesde rol van de leraar De zesde rol van de leraar De leercoach Susan Potiek Ariena Verbaan Ten behoeve van de leesbaarheid van dit boek is in veel gevallen bij de verwijzing naar personen gekozen voor het gebruik van hij. Het

Nadere informatie

Thermometer leerkrachthandelen

Thermometer leerkrachthandelen Thermometer leerkrachthandelen Leerlijnen en ontwikkelingslijn voor leerkrachten van WSKO 1 Inleiding Leerkracht zijn is een dynamisch en complex vak. Mensen die leerkracht zijn en binnen onze organisatie

Nadere informatie

Met SWPBS schoolbreed in een positieve beweging naar een sociaal veilige school!

Met SWPBS schoolbreed in een positieve beweging naar een sociaal veilige school! Met SWPBS schoolbreed in een positieve beweging naar een sociaal veilige school! Den Haag, 27 oktober 2015 J. Kamstra MA expertise centrum PBS Hogeschool Windesheim Puzzel Met SWPBS schoolbreed in een

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel. 13KR00 De Wendakker

Schoolondersteuningsprofiel. 13KR00 De Wendakker Schoolondersteuningsprofiel 13KR00 De Wendakker Inhoudsopgave Toelichting... 3 DEEL I INVENTARISATIE... 6 1 Typering van de school... 7 2 Kwaliteit basisondersteuning... 7 3 Basisondersteuning... 8 4 Deskundigheid

Nadere informatie

1 e BAG conferentie. Wim Claasen Pedagogisch handelen: voorkomen en ondervangen

1 e BAG conferentie. Wim Claasen Pedagogisch handelen: voorkomen en ondervangen 1 e BAG conferentie Wim Claasen Pedagogisch handelen: voorkomen en ondervangen Voorkomen is beter dan genezen Een eenvoudige waarheid, maar in de praktijk niet vanzelfsprekend. Hebt u wel eens geprobeerd

Nadere informatie

kempelscan P2-fase Studentversie

kempelscan P2-fase Studentversie kempelscan P2-fase Studentversie Pedagogische competentie Kern 2.1 Pedagogisch competent Pedagogisch handelen Je draagt bij aan een veilige leef- en leeromgeving in de groep O M V G Je bent consistent

Nadere informatie

Gedragsprotocol RKBS De Flamingo

Gedragsprotocol RKBS De Flamingo Gedragsprotocol RKBS De Flamingo Inhoud: 1. Algemene inleiding gedragsprotocol. 2. Visie van de school 3. Doel van het protocol 4. Afspraken en regels 5. Aanpak van ongewenst gedrag 6. Wettelijke regelingen

Nadere informatie

Bekwaamheidseisen of competenties docenten LC

Bekwaamheidseisen of competenties docenten LC Bekwaamheidseisen of competenties docenten LC Bekwaamheidseisen docenten LC vmbo en havo/vwo. (tekst: Wet op de beroepen in het onderwijs en Besluit bekwaamheidseisen onderwijspersoneel / 2006). 1. Zeven

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 207 208 Deel I Het wordt steeds belangrijker gevonden om kinderen een stem te geven. Hierdoor kunnen kinderen beter begrepen worden en kan hun ontwikkeling worden geoptimaliseerd.

Nadere informatie

Executieve functies in de klas: interventies

Executieve functies in de klas: interventies Executieve functies in de klas: interventies Door Wijnand Dekker, gezondheidszorgpsycholoog Anneke Dooyeweerd, pedagoog/coach Inleiding In de vorige nieuwsbrief omschreven we wat er wordt verstaan onder

Nadere informatie

Vragen pas gepromoveerde

Vragen pas gepromoveerde Vragen pas gepromoveerde dr. Maaike Vervoort Titel proefschrift: Kijk op de praktijk: rich media-cases in de lerarenopleiding Datum verdediging: 6 september 2013 Universiteit: Universiteit Twente * Kun

Nadere informatie

Competenties en bekwaamheden van een Daltonleerkracht

Competenties en bekwaamheden van een Daltonleerkracht Naam: School: Daltoncursus voor leerkrachten Competenties en bekwaamheden van een Daltonleerkracht Inleiding: De verantwoordelijkheden van de leerkracht zijn samen te vatten door vier beroepsrollen te

Nadere informatie

ONTWIKKELINGSSCHALEN ONDERWIJSLEERPRAKTIJK

ONTWIKKELINGSSCHALEN ONDERWIJSLEERPRAKTIJK 1 Toelichting bij de ontwikkelingsschalen 2 De ontwikkelingsschalen 2.1 Beginsituatiebepaling H1. Gegevensverzameling H2. Bepalen van specifieke opvoedings- en onderwijsbehoeften 2.2 Doelenselectiefase

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. basisschool De Bornput

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. basisschool De Bornput RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK basisschool De Bornput Plaats : Oostdijk BRIN nummer : 04RC C1 Onderzoeksnummer : 291981 Datum onderzoek : 14 maart 2017 Datum vaststelling : 8 mei 2017 Pagina

Nadere informatie

Lieke Drukker Ninja van der Honing september 2012

Lieke Drukker Ninja van der Honing september 2012 Lieke Drukker Ninja van der Honing september 2012 Wij Jullie Afstemmen verhaal op jullie vragen Iedereen stopt tijd en vooral energie in het stimuleren van de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen.

Nadere informatie

Brede Aanpak Gedrag. Continuüm van doelgericht en evaluerend handelen in een team. Dr. Anita Blonk

Brede Aanpak Gedrag. Continuüm van doelgericht en evaluerend handelen in een team. Dr. Anita Blonk Brede Aanpak Gedrag Continuüm van doelgericht en evaluerend handelen in een team Dr. Anita Blonk Opzet presentatie Gedragsproblemen op school Optimaliseren onderwijs door praktijkonderzoek Brede Aanpak

Nadere informatie

ONTWIKKELINGSSCHALEN ONDERWIJSLEERPRAKTIJK

ONTWIKKELINGSSCHALEN ONDERWIJSLEERPRAKTIJK ONTWIKKELINGSSCHALEN ONDERWIJSLEERPRAKTIJK BUITENGEWOON ONDERWIJS OV4 1. Toelichting bij de ontwikkelingsschalen 2. De ontwikkelingsschalen 2.1 Beginsituatiebepaling H1. Gegevensverzameling H2. Bepalen

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK P.C.B. "Koningin Juliana" Plaats : Ermelo BRIN nummer : 14CM C1 Onderzoeksnummer : 287541 Datum onderzoek : 1 februari 2016 Datum vaststelling : concept

Nadere informatie

Opbrengstgericht werken in het Voortgezet onderwijs

Opbrengstgericht werken in het Voortgezet onderwijs Opbrengstgericht werken in het Voortgezet onderwijs Wat is opbrengstgericht werken? Opbrengstgericht werken is het systematisch en doelgericht werken aan het maximaliseren van de prestaties van leerlingen.

Nadere informatie

Missie van de Oosteinder: Het verzorgen van primair onderwijs in Aalsmeer Oost vanuit een integratieve aanpak en katholieke geloofsovertuiging.

Missie van de Oosteinder: Het verzorgen van primair onderwijs in Aalsmeer Oost vanuit een integratieve aanpak en katholieke geloofsovertuiging. Missie van de Oosteinder: Het verzorgen van primair onderwijs in Aalsmeer Oost vanuit een integratieve aanpak en katholieke geloofsovertuiging. Wij zijn een katholieke school en daarom vinden het belangrijk

Nadere informatie

HET COMPETENTIEPROFIEL VAN DE SPD. ILS Nijmegen

HET COMPETENTIEPROFIEL VAN DE SPD. ILS Nijmegen HET COMPETENTIEPROFIEL VAN DE SPD ILS Nijmegen Mei 2009 Voorwoord: Dit voorstel voor een competentieprofiel van de spd is ontworpen op verzoek van de directies van ILS- HAN en ILS-RU door de productgroep

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Basisschool Adriaan van den Ende

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Basisschool Adriaan van den Ende RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK Basisschool Adriaan van den Ende Plaats : Warnsveld BRIN nummer : 09GA C1 Onderzoeksnummer : 287535 Datum onderzoek : 8 februari 2016 Datum vaststelling : 28

Nadere informatie

Een brede kijk op onderwijskwaliteit Samenvatting

Een brede kijk op onderwijskwaliteit Samenvatting Een brede kijk op onderwijskwaliteit E e n o n d e r z o e k n a a r p e r c e p t i e s o p o n d e r w i j s k w a l i t e i t b i n n e n S t i c h t i n g U N 1 E K Samenvatting Hester Hill-Veen, Erasmus

Nadere informatie

Vreedzame school Groningen

Vreedzame school Groningen Vreedzame school Groningen Dorien Petri Annelies Kassenberg December 2013 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Vergelijking scholen A, B, C, D en E... 4 3. Conclusie... 7 2 1. Inleiding De Vreedzame school

Nadere informatie

UITWERKING KOERS BEST ONDERWIJS

UITWERKING KOERS BEST ONDERWIJS 0 6 UITWERKING KOERS BEST ONDERWIJS Krijgt het kind wat het nodig heeft? leerkracht Koester de nieuwsgierigheid van het kind, geef het kind regie en plan samen de leerdoelen. Koers Best Onderwijs 2016-2020

Nadere informatie

PBS Training van het PBS-team: Draaiboek over TIPS voor de coach

PBS Training van het PBS-team: Draaiboek over TIPS voor de coach 1 PBS Training van het PBS-team: Draaiboek over TIPS voor de coach (60 minuten) werken met de TIPS agenda: data analyseren Doel: deelnemers weten hoe zij TIPS kunnen gebruiken om een PBSbijeenkomst efficiënt

Nadere informatie

De ontwikkeling van de Mondriaan methode VISIE OP PROFESSIONALISEREN

De ontwikkeling van de Mondriaan methode VISIE OP PROFESSIONALISEREN M.11i.0419 De ontwikkeling van de Mondriaan methode VISIE OP PROFESSIONALISEREN versie 02 M.11i.0419 Naam notitie/procedure/afspraak Visie op professionaliseren Eigenaar/portefeuillehouder Theo Bekker

Nadere informatie

NEUROMOTOR TASK TRAINING

NEUROMOTOR TASK TRAINING NEUROMOTOR TASK TRAINING Hulp aan bewegingszwakke kinderen vanuit een wetenschappelijk fundament. Cursuscoördinator Theo de Groot Neuromotor task training (NTT) is een wetenschappelijk onderbouwde behandelmethode

Nadere informatie

PBS conferentie Eindhoven Inge Reijnders 14/11/2014 inge.reijnders@yorneo.nl

PBS conferentie Eindhoven Inge Reijnders 14/11/2014 inge.reijnders@yorneo.nl School Wide Positive Behavior Support Yorneo In de school samenwerken met de zorg als alleen groene interventies niet voldoen PBS conferentie Eindhoven Inge Reijnders 14/11/2014 inge.reijnders@yorneo.nl

Nadere informatie

Competentiemeter docent beroepsonderwijs

Competentiemeter docent beroepsonderwijs Competentiemeter docent beroepsonderwijs De beschrijving van de competenties in deze competentiemeter is gebaseerd op: - de bekwaamheidseisen uit de Algemene Maatregel van Bestuur als uitwerking van de

Nadere informatie

RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE BASISSCHOOL ''T STOOFJE'

RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE BASISSCHOOL ''T STOOFJE' RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE BASISSCHOOL ''T STOOFJE' School : basisschool ''t Stoofje' Plaats : Ouwerkerk BRIN-nummer : 10BL Onderzoeksnummer : 94512 Datum schoolbezoek : 14 juni 2007 Datum vaststelling

Nadere informatie

Het Ontwikkelteam Digitale geletterdheid geeft de volgende omschrijving aan het begrip digitale technologie:

Het Ontwikkelteam Digitale geletterdheid geeft de volgende omschrijving aan het begrip digitale technologie: BIJGESTELDE VISIE OP HET LEERGEBIED DIGITALE GELETTERDHEID Digitale geletterdheid is van belang voor leerlingen om toegang te krijgen tot informatie en om actief te kunnen deelnemen aan de hedendaagse

Nadere informatie

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL PATER VAN DER GELD

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL PATER VAN DER GELD RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL PATER VAN DER GELD School : basisschool Pater van der Geld Plaats : Waalwijk BRIN-nummer : 13NB Onderzoeksnummer : 111245 Datum

Nadere informatie

Competenties / bekwaamheden van een daltonleerkracht

Competenties / bekwaamheden van een daltonleerkracht Competenties / bekwaamheden van een daltonleerkracht Tijdens de DON bijeenkomst van 13 november 2013 hebben we in kleine groepen (daltoncoördinatoren en directeuren) een lijst met competenties/bekwaamheden

Nadere informatie

Scoreformulier Pro-U assessments Lijst met beoordelingen op SBL competenties en indicatoren

Scoreformulier Pro-U assessments Lijst met beoordelingen op SBL competenties en indicatoren Scoreformulier Pro-U assessments Lijst met beoordelingen op SBL competenties en indicatoren Let op: momenteel wordt gewerkt aan een instrument dat beoordeelt aan de hand van de nieuwe bekwaamheidseisen

Nadere informatie

Voor een veilige school. Handleiding en lessen. Goed Gedrag. Goed Gedrag. Bij deze handleiding hoort de usb-kaart. Goed Gedrag

Voor een veilige school. Handleiding en lessen. Goed Gedrag. Goed Gedrag. Bij deze handleiding hoort de usb-kaart. Goed Gedrag Voor een veilige school Goed Gedrag Handleiding en lessen Goed Gedrag Bij deze handleiding hoort de usb-kaart Goed Gedrag Inhoudsopgave Woord vooraf... 2 De twintig kijkplaten... 4 De twintig posters...

Nadere informatie

Schoolondersteuningsprofiel: is onze school de passende plek voor uw kind?

Schoolondersteuningsprofiel: is onze school de passende plek voor uw kind? Schoolondersteuningsprofiel: is onze school de passende plek voor uw kind? Wat is het schoolondersteuningsprofiel en waar dient het voor? Het schoolondersteuningsprofiel beschrijft welke ondersteuning

Nadere informatie