GAVERE RUP DE WEVERIJ

Transcriptie

1 GAVERE RUP DE WEVERIJ Stedenbouwkundige voorschriften

2

3 COLOFON Dit document is een publicatie van Gemeente Gavere Markt Gavere Secretariaat: 09/ Dossierverloop Advies GECORO: Plenaire vergadering: Voorlopige vaststelling door GR: Openbaar onderzoek: Advies GECORO: Definitieve vaststelling door GR: De normatieve delen van dit ruimtelijk uitvoeringsplan zijn: (deze zijn verordenend) o Blad 3: Het grafisch bestemmingsplan o De stedenbouwkundige voorschriften bij het grafisch plan De niet-normatieve delen van dit ruimtelijk uitvoeringsplan zijn: (deze zijn niet verordenend) o De toelichtingsnota o Blad1: Plan bestaande toestand o Blad 2: Plan juridische toestand

4

5 PROCEDURE Gezien en voorlopig aangenomen door de gemeenteraad in zitting van Op bevel, de voorzitter Paul Carion de secretaris Serge Ronsse zegel der gemeente Het College van Burgemeester en Schepenen bevestigt dat onderhavig plan ter inzage werd neergelegd van tot Op bevel, de burgemeester Denis Dierick de secretaris Serge Ronsse zegel der gemeente Gezien en definitief aangenomen door de gemeenteraad in zitting van Op bevel, de voorzitter Paul Carion Voor Veneco 2 de secretaris Serge Ronsse zegel der gemeente Annelies De Clercq, ruimtelijk planner

6

7 INHOUDSTABEL ALGEMENE BEPALINGEN... 3 ART. 1: ZONE VOOR ÉÉNGEZINSWONINGEN... 6 ART. 2: ZONE VOOR PARKAPPARTEMENTEN BINNEN PARKOMGEVING... 8 ART. 3: ZONE VOOR MEERGEZINSWONINGEN ART. 4: ZONE VOOR OPENBARE WEGENIS ART. 5: ZONE VOOR PROJECTGEBIED ART. 6: ZONE VOOR VOETWEGEN ART. 7: BOUWLIJN... 16

8

9 ALGEMENE BEPALINGEN ALGEMENE VOORSCHRIFTEN Nulpas reliëf Het bestaande maaiveld binnen dit RUP vertoont significante niveauverschillen. Er wordt daarom in het RUP een referentiepeil vastgelegd ten opzichte waarvan de bouwhoogtes / aantal bouwlagen uitgezet worden. Dit referentiepeil verschilt per bestemmingszone en houdt rekening met het bestaande maaiveld. In de bestemmingszones kan gewerkt worden met een verhoogd maaiveld. De bouwhoogtes / bouwlagen worden echter steeds uitgezet ten opzichte van het referentiepeil. Dit verhoogd maaiveld kan eveneens in functie van de aanleg van speelheuvels en andere natuurlijke spelelementen. Een uitgraven van het maaiveld kan om dezelfde redenen en in het kader van terreinaanlegwerken. Alle bouwhoogtes zijn dus te interpreteren ten opzichte van het referentiepunt voor het maaiveld. Tevens zijn er bij de individuele bestemmingszones terreinprofielen toegevoegd, die verduidelijken wat exact met de voorschriften bedoeld wordt. Terreinaanlegwerken: aanleg interne wegenis, parkeerplaatsen, uitwijkstroken interventietransport, De bouwhoogte van de volumes welke palen aan bebouwing buiten het RUP is afgestemd op de bouwhoogte van deze aanpalende bebouwing. Indien het maaiveld verhoogd wordt aangelegd, dan moet de overgang naar het bestaande maaiveld op een hoogwaardige manier worden uitgewerkt. Bouwlaag Een bouwlaag heeft een maximale hoogte van 3,5m, tenzij in de specifieke voorschriften anders bepaald. Een hogere bouwhoogte wordt toegestaan in het geval zich in een bouwlaag een handelszaak kan ontwikkelen. GRUP De Weverij stedenbouwkundige voorschriften definitieve aanvaarding 3

10 ALGEMENE BEPALINGEN Parkeerplaatsen/fietsenstallingen Per woongelegenheid worden verplicht 1,5 parkeerplaatsen voorzien, op te splitsen in 1,25 parkeerplaatsen voor bewoners en 0,25 parkeerplaatsen voor bezoekers. Deze parkeerplaatsen kunnen collectief worden aangelegd in elke bestemmingszone en over de verschillende bestemmingszones heen, tenzij dit expliciet wordt uitgesloten in de voorschriften. Ondergronds parkeren is eveneens toegelaten. Bijkomend dienen binnen het RUP in totaal min. 20 parkeerplaatsen te worden aangelegd, die kunnen gebruikt worden door het gemeentepersoneel tijdens de openingsuren van het gemeentehuis. Deze parkeerplaatsen worden mee in het dossier aangevraagd bij de eerste stedenbouwkundige vergunningsaanvraag m.b.t. de site. Per woongelegenheid worden verplicht 2 fietsstalplaatsen voorzien. Deze fietsstalplaatsen kunnen collectief worden aangelegd. Grondgebonden woningen dienen naast deze 2 fietsstalplaatsen te beschikken over 1 extra fietsstalplaats per extra slaapkamer. Bij elke stedenbouwkundige vergunningsaanvraag dient aangetoond te worden dat de fietsstalnorm en parkeernorm gehaald worden. Fietsstallingen en parkeerplaatsen dienen gerealiseerd te worden op grond van de aanvrager(s). Fasering en ontwikkeling Artikelen 1 t.e.m. 4 vormen samen het woonproject De Weverij. De ontwikkeling van deze zones houdt de bouw van de GRUP De Weverij stedenbouwkundige voorschriften definitieve aanvaarding 4

11 ALGEMENE BEPALINGEN (meergezins)woningen en bijhorende (fiets)parkeerplaatsen, de aanleg van de wegenis, de ev. publieke parkeerplaatsen, het openbaar speel domein en omgevende park in. Naast het woonproject De Weverij is tevens voorzien in een zone voor projectgebied, gesitueerd binnen art. 5. De ontwikkeling van dit gebied houdt eveneens de aanleg van de nodige (fiets)parkeerplaatsen in. De terreinen kunnen gefaseerd worden ontwikkeld. De aanvraag voor het bekomen van een stedenbouwkundige vergunning voor een deelaspect moet in overeenstemming zijn met een globaal inrichtingsplan dat enerzijds voor het woonproject De Weverij en anderzijds voor het projectgebied wordt opgemaakt. Paden langzaam verkeer / toegangen Paden voor langzaam verkeer zijn toegelaten binnen elke bestemmingszone alsook de noodzakelijke opritten en toegangswegen. Dit projectgebied is in eigendom van verschillende personen en kan door deze huidige eigenaars afzonderlijk ontwikkeld worden, echter nadat de gehele ontwikkeling van het projectgebied gekend is. Het betreft m.a.w. een collectief te ontwerpen project dat individueel en fasegewijs kan ontwikkeld worden. Er kan best geoordeeld worden over de ontwikkeling van de zones op basis van een globaal inrichtingsplan. Deze plannen vermelden dan de inrichting van het woonproject De Weverij als van het projectgebied, met aanduiding van inplanting van de bebouwing, inbegrepen het profiel en het bouwvolume van de op te trekken bebouwing, de daarbij horende verharding en tuinzones en aanduiding van de openbare wegenis, parkeerplaatsen en vrije ruimtes. Het inrichtingsplan moet op een duidelijke wijze aantonen dat een kwalitatief woonproject wordt beoogd, met oog voor ruimtelijke kwaliteit van zowel woongelegenheden als openbaar domein. Het ontwerp voor het woonproject De Weverij voorziet dat tuinen horende bij de ééngezinswoningen een rechtstreekse toegang hebben langs achteren teneinde fietsen te kunnen stallen in de tuinzone (bijgebouwen). Ook lopen er doorheen het woonproject verschillende paden, over de verschillende bestemmingszones heen. Naast paden voor langzaam verkeer zijn er ook de officiële buurtwegen die aan de rand van het woonproject gesitueerd zijn. GRUP De Weverij stedenbouwkundige voorschriften definitieve aanvaarding 5

12 ALGEMENE BEPALINGEN Constructies / doorgangen interventietransport Verhardingen en andere constructies in functie van interventietransport zijn in alle bestemmingszones toegelaten. Al deze paden lopen over verschillende bestemmingszones heen. Het gaat hier in het bijzonder om toegangsmogelijkheden voor de brandweer, MUG, 112, politie, ART. 1: ZONE VOOR ÉÉNGEZINSWONINGEN - BESTEMMINGSCATEGORIE: WONEN BESTEMMINGSVOORSCHRIFTEN Deze zone is bestemd voor het oprichten van ééngezinswoningen. Vrije beroepen zijn als nevenbestemming toegelaten. Vrije beroepen: dokterskabinet, ontvangstbureel voor verzekeringsagent,... INRICHTINGSVOORSCHRIFTEN Inplanting De woningen kunnen open of gekoppeld worden opgericht. De woningen worden verplicht ingeplant op de voorbouwlijn, zoals aangegeven op het grafisch plan. Indien de voorbouwlijn niet over de volledige lengte wordt bebouwd met een voorgevel, dient op deze plaats een andere afsluiting te worden geplaatst. Alle vrije gevels van de woningen moeten steeds volwaardig worden afgewerkt en dit in hetzelfde materiaal als de voorgevel. Een andere afsluiting: dit kan een gemetste muur, een hekken, een haag zijn, in het verlengde van de voorgevels. GRUP De Weverij stedenbouwkundige voorschriften definitieve aanvaarding 6

13 ART. 1: ZONE VOOR ÉÉNGEZINSWONINGEN - BESTEMMINGSCATEGORIE: WONEN Gabariet De kroonlijsthoogte bevindt zich maximaal 3 bouwlagen of 10,5 m boven de nulpas, gemeten ter hoogte van de dorpel van de woning. De dorpel bevindt zich max. 20 cm hoger dan het referentiepeil gemeten op de rooilijn. Dit referentiepeil ligt op zijn maximale hoogte op 109,5 m TAW (= peil voorliggende geplande openbare weg binnen art. 4 zone voor openbare wegenis ). De bouwdiepte op het gelijkvloers bedraagt max. 14m, te meten vanaf de voorbouwlijn. De bouwdiepte op de eerste verdieping bedraagt max. 10 m, de bouwdiepte op de tweede verdieping max. 6 m, telkens te meten vanaf de voorbouwlijn. Een derde bouwlaag wordt slechts toegelaten voor max. 50 % van de totale gevelbreedte binnen art. 1. Er worden noch rechtstreekse zichten, noch toegangen toegelaten tot het plat dak van de tweede bouwlaag. De daken zijn verplicht uit te voeren als platte bedaking. Inrichting perceel De ééngezinswoningen dienen te worden opgericht binnen één architecturaal geheel. De harmonie met de naastliggende bebouwing en samenhangende beeldkwaliteit dient duidelijk naar voor te komen in het ontwerp. De ééngezinswoningen dienen te beschikken over een tuinzone met een minimale oppervlakte van 45 m 2. In de tuinzone kunnen bergingen worden opgericht met een maximale oppervlakte van 15 m 2, plaatsing op de perceelsgrenzen is toegelaten. In het westen van het plangebied helt de openbare weg sterk af richting Molenstraat. De woningen waarvan de voorgevel paalt aan deze openbare weg, komen derhalve lager te liggen. Bouwdiepte gelijkvloers = 1 ste bouwlaag Bouwdiepte eerste verdieping = 2 de bouwlaag Bouwdiepte tweede verdieping = 3 de bouwlaag Bergingen hebben max. 1 bouwlaag. GRUP De Weverij stedenbouwkundige voorschriften definitieve aanvaarding 7

14 ART. 1: ZONE VOOR ÉÉNGEZINSWONINGEN - BESTEMMINGSCATEGORIE: WONEN De zone tussen de openbare wegenis en de bouwlijn dient uniform te worden ingericht. Verharding dienstig als toegang tot de woning is max. 2m breed. De niet verharde ruimte dient te worden beplant. Deze uniforme inrichting is van toepassing in het geval de voorbouwlijn niet samenvalt met de rooilijn. In de woningen kunnen geen inpandige garages/autostaanplaatsen worden voorzien, welke rechtstreeks uitgeven op het openbaar domein. ART. 2: ZONE VOOR PARKAPPARTEMENTEN BINNEN PARKOMGEVING- BESTEMMINGSCATEGORIE: WONEN BESTEMMINGSVOORSCHRIFTEN Deze zone is bestemd voor de bouw van 2 volumes met meergezinswoningen. Het aantal woongelegenheden wordt beperkt tot 25 appartementen verdeeld over de 2 volumes. Vrije beroepen zijn als nevenbestemming toegelaten. Vrije beroepen: dokterskabinet, ontvangstbureel voor verzekeringsagent,... INRICHTINGSVOORSCHRIFTEN Inplanting De volumes worden opgericht op min. 8 m van de grenzen van het RUP. De vrije ruimte tussen de twee volumes binnen art. 2 bedraagt minimaal Een groot deel van deze vrije ruimte zal na aanleg overgedragen worden aan het openbaar domein. GRUP De Weverij stedenbouwkundige voorschriften definitieve aanvaarding 8

15 ART. 2: ZONE VOOR PARKAPPARTEMENTEN BINNEN PARKOMGEVING- BESTEMMINGSCATEGORIE: WONEN 35 m. Gabariet Het referentiepeil voor het maaiveld voor deze bestemmingszone ligt op 110,5 m TAW. De bouwhoogte, te interpreteren t.o.v. dit referentiepeil, bedraagt max. 4 bouwlagen of 14 m. Een uitzondering wordt toegestaan voor technische voorzieningen. De volumes worden opgericht met een plat dak. Per volume is over min. 1/4 van de geprojecteerde grondoppervlakte de maximale bouwhoogte 3 bouwlagen of 10,5 m. Onder het nulniveau kunnen zich bij de meergezinswoningen gesitueerd in de parkzone ondergrondse parkeergarages bevinden. De gezamenlijke oppervlakte van deze parkeergarages kan ruimer zijn dan enkel de zone onder het geprojecteerde grondoppervlak. Inrichting parkomgeving De zone buiten de 2 volumes met meergezinswoningen mag niet bebouwd worden. Als verharding zijn enkel de noodzakelijke paden en toegangen toegelaten, terrassen binnen een straal van 10 m rond de volumes en beperkte verharding in functie van veiligheid en algemeen belang. Bovengrondse parkeerplaatsen zijn niet toegelaten. De open ruimte tussen de twee volumes wordt ingericht als speelzone, ingebed in het natuurlijke reliëf. Constructies in functie van de inrichting als speelzone zijn toegelaten. Technische voorzieningen: bv. liftkoker, brandtrap, verluchtingsinstallaties, schouwen, Onder beperkte verharding in functie van veiligheid worden opstelruimtes voor bv. de brandweerwagen bij interventie bedoeld. Verharding i.f.v. algemeen belang kunnen onder meer zijn: fietsenrekken, zones waar huisvuil kan verzameld worden, Constructies in functie van de inrichting als speelzone: het gaat om speeltoestellen, rustbanken, stapstelen voorzien in de hellingen, fietsenrekken, vuilnisbakken, GRUP De Weverij stedenbouwkundige voorschriften definitieve aanvaarding 9

16 ART. 2: ZONE VOOR PARKAPPARTEMENTEN BINNEN PARKOMGEVING- BESTEMMINGSCATEGORIE: WONEN De gebouwen worden zodanig ingeplant dat de omgevende groene ruimte een samenhangend aaneengesloten geheel vormt. Deze speelzone wordt na realisatie overgedragen naar het openbaar domein. De exacte afbakening zal later bepaald worden. ART. 3: ZONE VOOR MEERGEZINSWONINGEN - BESTEMMINGSCATEGORIE: WONEN BESTEMMINGSVOORSCHRIFTEN Bestemd voor meergezinswoningen. Het aantal woongelegenheden wordt beperkt tot 13, verdeeld over de twee zones. Enkel in de zone welke uitgeeft op de Molenstraat kan op het gelijkvloers van de meergezinswoning een handelsruimte of autonome kantoorfunctie worden ingericht. Vrije beroepen zijn als nevenbestemming toegelaten. INRICHTINGSVOORSCHRIFTEN Inplanting De meergezinswoningen worden verplicht ingeplant op de voorbouwlijn, zoals aangegeven op het grafisch plan. Indien de voorbouwlijn niet over de volledige lengte wordt bebouwd met een voorgevel, dient op deze GRUP De Weverij stedenbouwkundige voorschriften definitieve aanvaarding 10

17 ART. 3: ZONE VOOR MEERGEZINSWONINGEN - BESTEMMINGSCATEGORIE: WONEN plaats een andere afsluiting te worden geplaatst. Gabariet De kroonlijsthoogte bevindt zich maximaal 4 bouwlagen of 14 m boven de nulpas, gemeten ter hoogte van de dorpel van de woning. De dorpel bevindt zich max. 20 cm hoger dan het referentiepeil gemeten op de rooilijn. Dit referentiepeil ligt op zijn maximale hoogte op 109,5 m TAW (= peil openbare weg). De 4 de bouwlaag bevindt zich op min. 5,5 m verwijderd van de aanpalende woningen gesitueerd buiten het plangebied. De daken zijn verplicht uit te voeren als platte bedaking. De bouwdiepte bedraagt max. 12,5 m, te rekenen vanaf de voorbouwlijn. In het geval op het gelijkvloers aan de Molenstraat een handelsruimte wordt voorzien, kan de bouwhoogte van het gelijkvloers toenemen tot 4 m. GRUP De Weverij stedenbouwkundige voorschriften definitieve aanvaarding 11

18 ART. 4: ZONE VOOR OPENBARE WEGENIS - BESTEMMINGSCATEGORIE: WONEN BESTEMMINGSVOORSCHRIFTEN Dit gebied is bestemd voor openbare wegenis en alle daarbij horende noodzakelijke infrastructuren en aanhorigheden. INRICHTINGSVOORSCHRIFTEN De inrichting dient het langzaam rijden van gemotoriseerd verkeer te bewerkstelligen (type woonerf). Onder noodzakelijke infrastructuren en aanhorigheden worden verstaan: al dan niet verharde bermen, grachten, taluds, stationeer- en parkeerstroken, wegsignalisatie, wegbebakening, verlichting, afwatering, beplanting, tuinmuur, toegangen tot achterliggende percelen, ART. 5: ZONE VOOR PROJECTGEBIED - BESTEMMINGSCATEGORIE: WONEN BESTEMMINGSVOORSCHRIFTEN Deze zone is bestemd voor het oprichten van ééngezinswoningen. Vrije beroepen zijn als nevenfunctie toegelaten. De bestemmings- en inrichtingsvoorschriften voor deze zone zijn grotendeels identiek als in art. 1 zone voor ééngezinswoningen. Deze zone wordt wel als afzonderlijk projectgebied bestemd, om volgende redenen: het tijdstip van ontwikkelen is nog onduidelijk; deze gronden zijn, in tegenstelling tot de gronden gelegen binnen art. 1 t.e.m. 4, in eigendom van verschillende eigenaars; het opgelegde aantal parkeerplaatsen moet integraal gerealiseerd worden binnen deze zone en mag m.a.w. niet GRUP De Weverij stedenbouwkundige voorschriften definitieve aanvaarding 12

19 ART. 5: ZONE VOOR PROJECTGEBIED - BESTEMMINGSCATEGORIE: WONEN afgewimpeld worden naar gronden in eigendom van een andere projectontwikkelaar; INRICHTINGSVOORSCHRIFTEN Inplanting De woningen kunnen open of gekoppeld worden opgericht. De woningen worden verplicht ingeplant op de voorbouwlijn, zoals aangegeven op het grafisch plan. Alle vrije gevels van de woningen moeten steeds volwaardig worden afgewerkt en dit in hetzelfde materiaal als de voorgevel. Gabariet De kroonlijsthoogte bevindt zich maximaal 3 bouwlagen of 10,5 m boven de nulpas, gemeten ter hoogte van de dorpel van de woning. De dorpel bevindt zich max. 20 cm hoger dan het referentiepeil gemeten op de rooilijn. Dit referentiepeil ligt op zijn maximale hoogte op 109,5 m TAW (= peil voorliggende geplande openbare weg binnen art. 4 zone voor openbare wegenis ). De bouwdiepte op het gelijkvloers bedraagt max. 14m, te meten vanaf de voorbouwlijn. De bouwdiepte op de eerste verdieping bedraagt max. 10 m, de bouwdiepte op de tweede verdieping max. 6 m, telkens te meten vanaf de voorbouwlijn. Een derde bouwlaag wordt slechts toegelaten voor max. 50 % van de totale gevelbreedte binnen art. 5. De eventuele 3 de bouwlaag heeft een bouwdiepte welke minimum tot op 4 m van de achtergevel blijft. Er worden noch rechtstreekse zichten, noch toegangen toegelaten tot het GRUP De Weverij stedenbouwkundige voorschriften definitieve aanvaarding 13

20 ART. 5: ZONE VOOR PROJECTGEBIED - BESTEMMINGSCATEGORIE: WONEN plat dak van de tweede bouwlaag. Inrichting perceel De ééngezinswoningen dienen te worden opgericht binnen één architecturaal geheel. De harmonie met de naastliggende bebouwing en samenhangende beeldkwaliteit dient duidelijk naar voor te komen in het ontwerp. De ééngezinswoningen dienen te beschikken over een tuinzone met een minimale oppervlakte van 45 m 2. In de tuinzone kunnen bergingen worden opgericht met een maximale oppervlakte van 15 m 2, plaatsing op de perceelsgrenzen is toegelaten. Dit voorschrift wordt opgenomen om te vermijden dat, door het voorzien van garagepoorten, parkeerplaatsen op het openbaar domein moeten geschrapt worden. De zone tussen de openbare wegenis en de bouwlijn dient uniform te worden ingericht. Verharding dienstig als toegang tot de woning is max. 2m breed. De niet verharde ruimte dient te worden beplant. In de woningen kunnen geen inpandige garages/autostaanplaatsen worden voorzien, welke rechtstreeks uitgeven op het openbaar domein. Het opgelegde aantal fiets en autostalplaatsen/woning dient integraal te worden voorzien binnen deze bestemmingszone. In tegenstelling tot de andere zones van het RUP, dienen de in de algemene voorschriften opgelegde parkeerplaatsen integraal te worden voorzien binnen onderhavig artikel 5 zone voor projectgebied. Er zal ook pas een vergunning voor het bouwen van een woning kunnen worden verleend, indien kan aangetoond worden dat er voldoende toegankelijke parkeerplaatsen beschikbaar zijn binnen de zone. Deze parkeerplaatsen kunnen achterliggend gegroepeerd worden voorzien voor verschillende GRUP De Weverij stedenbouwkundige voorschriften definitieve aanvaarding 14

21 ART. 5: ZONE VOOR PROJECTGEBIED - BESTEMMINGSCATEGORIE: WONEN woningen samen. Een inrichtingsschets zal dit moeten verduidelijken. Tevens zal een samenwerking tussen de verschillende eigenaars noodzakelijk zijn. ART. 6: ZONE VOOR VOETWEGEN BESTEMMINGSVOORSCHRIFTEN Dit artikel is een aanduiding in overdruk. De zone voor voetwegen heeft geen eigen bestemmingscategorie, maar volgt de bestemmingscategorie van de grondkleur. Dit artikel is indicatief aangeduid en duidt op de bestaande voetweg welke loopt doorheen het plangebied. Een voetweg kan echter altijd verplaatst worden via een officiële procedure, vandaar de indicatieve aanduiding. INRICHTINGSVOORSCHRIFTEN De voetwegen kunnen plaatselijk verbreed te worden tot 3m en verhard met niet-monoliete materialen teneinde toegang te verschaffen tot het bos gelegen net ten zuiden van art. 2 zone voor parkappartementen binnen parkomgeving. In parktijk zal wellicht enkel het gedeelte van de voetweg gelegen tussen art. 4 zone voor openbare wegenis en de zuidgrens van het plangebied verbreed en verhard worden. Deze verbreding zal bovendien deels kunnen samenvallen met verhardingen en constructies in functie van interventietransport welke in alle bestemmingszones zijn toegelaten cfr. algemene bepalingen. GRUP De Weverij stedenbouwkundige voorschriften definitieve aanvaarding 15

22 ART. 6: ZONE VOOR VOETWEGEN Gemotoriseerd verkeer is niet toegelaten, tenzij occasioneel. Onder dit occasioneel gemotoriseerd verkeer worden onder meer interventievoertuigen, grasmaaiers, bedoeld. ART. 7: BOUWLIJN BESTEMMINGSVOORSCHRIFTEN Dit artikel is een aanduiding in overdruk. De uiterste bouwlijn heeft geen eigen bestemmingscategorie, maar volgt de bestemmingscategorie van de grondkleur. INRICHTINGSVOORSCHRIFTEN Bebouwing dient verplicht te worden ingeplant op deze bouwlijn. Onder dit occasioneel gemotoriseerd verkeer worden onder meer interventievoertuigen, grasmaaiers, bedoeld. GRUP De Weverij stedenbouwkundige voorschriften definitieve aanvaarding 16