nniiiniiiigiiiiiiiiiiiiiiiiii

Transcriptie

1 Gemeente t) Bergen op Zoom Aan de leden en duoburgerleden van de gemeenteraad van Bergen op Zoom nniiiniiiigiiiiiiiiiiiiiiiiii Uw kenmerk Uw brief Ons kenmerk U Beh. door L. de Vos d,«datum 3 0 OKT, 2017 Doorkiesnr Onderwerp: Reacties op zienswijzen op ontwerp-begrotingen verbonden partijen Afdeling Concernstaf, Bijlage(n) -1- Beste leden en duoburgerleden, In de aangeboden begroting meerjarenbegroting hebben wij in de paragraaf 6.14 Verbonden Partijen de zienswijzen opgenomen, welke u heeft ingediend ten aanzien van de ontwerp-begrotingen van verschillende van de verbonden partijen, waarin wij participeren. Ten tijde van de aanbieding van de begroting beschikten wij op een aantal onderdelen nog niet over de reacties van de besturen van deze verbonden partijen op onze ingediende zienswijzen. In de bijlage bij deze brief hebben wij de reacties, voor zover wij die op dit moment ontvangen hebben, alsnog opgenomen. Wij verzoeken u om deze informatie te betrekken bij de behandeling van de gemeentelijke begroting Met vriéndelijke groet, het college van burgemeester en wethouders van Bergen op Zoom, secrel loco-burgemeesţér, ir. A.C. Spindler Jacob Obrechtìaan AR Bergen op Zoom Contact: Postbus AA Bergen op Zoom I T F (0164) KvK B nv BNG rek. nr B IBAN: NL41BNGH B BIC: BNGHNL2G

2 Bijlage: Reacties op de zienswijzen op de ontwerp-begrotingen 2018 Verbonden Partijen 1.1 GROGZ 1. De vergadercyclus is voor het komende jaar aangepast, waardoor het AB eerst over de kadernota kan beslissen en pas bij de begroting die hierop volgt wordt een zienswijze van de Raad gevraagd. 2. Voorstel overnemen om dit mee te nemen in de kadernota GGD West-Brabant is een verbonden partij voor de gemeente en heeft zelf maar in zeer beperkte mate verbonden partijen. Besproken met de ambtenaren op 20 april dat dit in het vervolg beter in de jaarrekening en begroting wordt verwerkt. 4. De termijnen zullen in acht worden genomen in het vervolg. 5. Wordt verwerkt. De gemeenschappelijke regeling is ook toegevoegd aan de website 1.2 GRRAV 1. De RAV stelt zich in de begroting 2018 tot doel om een maximum overschrijdingspercentage van 5,50Zo te behalen. In 2018 zal de geplande paraatheidsuitbreiding gerealiseerd zijn, mits er voldoende personeel geworven en opgeleid kan worden. Als daarnaast de forse stijging van het ritaanbod van de afgelopen járen zich niet verder doorzet, is de RAV van mening dat in 2018 een overschrijdingspercentage van 5,50fo haalbaar moet zijn. 2. In de eerste helft van 2017 zijn nog geen uitbreidingen gepland, wel zijn de voorbereidingen in volle gang. Er is personeel aangenomen dat met de initiële opleiding is gestart en dat naar verwachting per 1 januari De RAV Brabant MWN is van mening dat kwaliteit en continuïteit van de ambulancezorg te allen tijde de hoogste prioriteit heeft, en zal zich daarom tot het uiterste inspannen om dit in de aanloop naar de LMO te waarborgen. 4. Het AB RAV heeft in haar vergadering van 5 juli besloten de rechtsvorm vooralsnog niet te wijzigen, in afwachting van duidelijkheid omtrent de ordening van de ambulancezorg na Mocht er in de toekomst wel sprake zijn van wijziging van de rechtsvorm, dan zal de RAV er zorg voor dragen dat dit niet ten koste gaat van de kwaliteit en continuïteit van de ambulancezorg. 5. De RAV Brabant MWN zal er zorg voor dragen dat de gemeenten op de hoogte worden gehouden van de stand van zaken rondom de LMO. De kosten van de LMO worden gedekt vanuit het budget van de Veiligheidsregio, dit gaat buiten de RAV om. 6. Zoals hierboven omschreven zal er voorlopig nog geen wijziging van rechtsvorm plaatsvinden. De gemeenten worden op de hoogte gehouden van eventuele toekomstige ontwikkelingen in deze. 1.3 GRVR Nog geen reactie ontvangen. 1.4 WVS Bij brief van 27 oktober jl. bentu per brief geïnformeerd (U ). 1

3 1.5 Regio West-Brabant 1. In de gepresenteerde begroting 2018 zetten we in op voortzetting van het staand beleid. We besteden inderdaad weinig tot geen aandacht aan nieuwe ontwikkelingen. Deze hebben we uiteraard wel in beeld. De gevolgen hiervan voor het regionale beleid en de activiteiten zijn nu nog niet uitgekristalliseerd. In het kader van het doorontwikkelingsproces komen we tot een nadere uitwerking en vaststelling van de taken die in RWB-verband opgepakt worden. Hierbij zullen we nieuwe ontwikkelingen uiteraard benoemen en hun consequenties zoveel als mogelijk en wenselijk is, meenemen. De financiële gevolgen van daarbij te maken keuzes zullen we vertalen in een wijziging van de begroting REWIN heeft extra middelen ter beschikking gekregen voor het ontwikkelen van triple helix gedragen programma s per speerpunt-sector (Biobased/Agrofood, Logistiek, Maintenance), voor het kansrijk MKB en voor een gezamenlijke Acquisitieaanpak. Voor elk programma is/wordt een programmaleider aangesteld. In de bijlage van het REWIN-productplan is per programmalijn aangegeven welke acties worden voorzien en, waar mogelijk/relevant, welke concrete resultaten worden beoogd. Het betreft hier de stand van zaken bij het indienen van het productplan De programma's zijn nog volop in ontwikkeling en moeten door de triple helix partners mede worden gedragen. Na de zomer start de Regional Economie Development Board (triple helix samengesteld) haar activiteiten rondom het formuleren van de regionale economische ambities. Daarbij zal sprake zijn van een wisselwerking tussen de ervaringen en prestaties binnen de huidige programmalijnen en de breed gevoede inzichten van de Board. 3. De structurele kosten van ondersteuning van het triple helix overleg zullen we inderdaad meenemen in de op te stellen begrotingswijziging. Wat het Leisure ontwikkelfonds (LOF) betreft, doet het portefeuillehoudersoverleg Vrijetijdseconomie/EZ het voorstel om, onder voorwaarden, deel te nemen voor 2 jaar. De bijdrage voor 2017 ( ,-) is opgenomen in de resultaatsvoorstellen Het algemeen bestuur wordt op 5 juli voorgesteld om de bijdrage 2018, eveneens ë ,-, beschikbaar te stellen vanuit het O&O-fonds. In 2018 vindt een evaluatie plaats om de meerwaarde van dit fonds voor West- Brabant helder te krijgen. Aan de hand daarvan volgt besluitvorming voor verdere, structurele deelname de ambities die we regionaal op economisch vlak gaan bepalen worden zo concreet mogelijk geformuleerd. Ook de daaruit volgende acties van RWB en REWIN willen we SMART omschrijven. De suggestie sluit goed op dit voornemen aan. 1.6 OMWB 1. De nota verbonden partijen is niet door alle gemeenten in Midden- en West-Brabant onderschreven. Ook het algemeen bestuur van de OMWB heeft geen besluit genomen om in te stemmen met de Nota. Vanuit de leiding van de OMWB wordt er evenwel naar gestreefd om te voldoen aan de in de Nota vermelde data. 2. Deze zienswijze wordt voorlopig voor kennisgeving aangenomen. De afwikkeling van het arbitragetraject wordt afgewacht. 3. Op zich is het vanuit een risico-beoordeling terecht dat over deze uitbreiding kritische worden gesteld. Naar ons oordeel is de voorgestelde uitbreiding verantwoord. Ter onderbouwing van dat standpunt wordt het volgende aangevoerd: Het aantal uren dat is gemoeid met (de wettelijke) basis-a/tt taken OMWB is nu (204 x 1350 uren). Naar onze mening zal dit aantal uren voor de wettelijke overgedragen VTH taken stijgen wanneer alle deelnemer het BOR van 1 juli 2017 in acht nemen. In de afgelopen 3 járen is gebleken dat het aantal declarabele uren per jaar aanzienlijk hoger is. In 2016 zelfs uren en in 2017 zijn nu reeds uren gegarandeerd. Dit heeft te maken met het feit dat de deelnemers in de loop van het jaar aanvullend VTH taken alsnog onderbrengen bij de OMWB en ook veel uren op basis van verzoektaken inbrengen. Daarom is er voor gekozen om de vaste formatie voor het primaire proces te baseren de afgelopen járen en dit jaar wordt bezien. Tegen over uren staan 228 formatieplaatsen. Een formatie van 228 is dan ook gebaseerd op een behoedzame en conservatie raming en bandering ( uren op jaarbasis). Ten aanzien van de opmerking dat er onzekerheid is over de ontwikkeling van het aantal declarabele uren in de toekomst, door onder andere de invoering van de Omgevingswet en de MWB-norm, maar ook door de 2

4 andere deelnemers genoemde wijzigingen in verband met het bodembeleid wordt het volgende vermeld. De Omgevingswet biedt de OMWB goede kansen en mogelijkheden ook in termen van omzet. Een aantal deelnemers schakelt de OMWB nu al actief in door het uitvoeren van pilots Omgevingswet. Het (landelijke) financiële kader voor bodem wijzigt zich weliswaar in 2010, maar neemt de verantwoordelijkheid van de bevoegde gezagen voor de kwaliteit van de bodem niet weg, integendeel. Dus de vraag is of hier wel sprake is van een risico. Voorshands zien wij dit niet. Daarenboven, de bevoegde gezagen van de deelnemers hebben wettelijke verplichtingen met betrekking tot asbestdaken en -taken. Het gaat voor de regio MWB om een omzet van ruim 2 miljoen Euro per jaar. Nog niet alle deelnemers voldoen aan de wettelijke verplichting terzake en ook brengt een aantal deelnemers nu asbesttaken onder binnen werkprogramma 1/ basistaken OMWB, hetgeen tot ongewenste verdringingseffecten leidt ten aanzien van andere wettelijke basistaken. Daarover zullen wij met een aantal deelnemers zeker nog in gesprek gaan in de loop van dit jaar. Het aantal declarabele uren van per jaar is derhalve niet risicovol en zeker aanvaardbaar. Wij hebben de directeur gevraagd om de uitbreiding met 24 fte op verstandige en evenwichtige manier in te vullen, waarbij steeds de inhoudelijke, organisatorische en financiële belangen in balans zijn met elkaar en risico s in deze worden voorkomen. Bovendien, ook gezien de ontwikkeling op de externe arbeidsmarkt is slechts een fasegewijze realisatie uitvoerbaar. 4. Wij zeggen toe deze kosten grondig te analyseren. Wel merken wij hierover nu reeds het volgende op: het feit dat een aantal deelnemers niet alle taken en verzaamheden VTH in mandaat heeft overgedragen zorgt voor extra veel werk. De indruk bestaat dat bij de gezamenlijke deelnemers tenminste 20 formatieplaatsen (dat is circa 2 miljoen) structureel bezuinigd kan worden wanneer de taken en werkzaamheden in vertrouwen worden overgedragen aan de OMWB naar beneden toe bijgesteld kunnen worden. Nog los van de financiële aspecten pleiten ook de inhoudelijke argumenten voor het door gemeenten overdragen van taken en werkzaamheden aan de OMWB. De gemeenten hebben in 2013 (met name) de VTH taken overgedragen aan de OMWB. Bij gemeente is steeds minder kennis en ervaring voorhanden met betrekking tot thema s van milieu en duurzaamheid. Net zoals in de gezondheidszorg is het uit een oogpunt van het borgen van kwaliteit en continuïteit nodig en gewenst dat vlieguren worden gemaakt om in kennis en ervaring bij te zijn en blijven. Dit geldt voor milieu en duurzaamheid. De complexiteit in wet- en regelgeving maar ook de maatschappelijke ontwikkelingen zijn zodanig dat het kapitaalvernietiging is om de wettelijke en maatschappelijke taken ten aanzien van milieu en duurzaamheid te versnipperen of dubbel uit te voeren. 5. Wij zijn het van harte eens met deze zienswijze en hebben de directie opdracht gegeven om daar een uitvoering aan te geven. 6. Alle deelnemers zullen een individuele reactie krijgen op de ingediende zienswijze door middel van dit overzicht wordt daar invulling aan gegeven. 1.7 ICT SAMENWERKING WEST-BRABANT WEST 1: De visie op sourcing is op 10 juli door het bestuur besproken en voorlopig vastgesteld. Daarnaast zal een planning voor de verder te doorlopen procedure worden vastgesteld. In deze procedure zal de visie aan de colleges en de gemeenteraden van de deelnemers worden voorgelegd. Daarnaast kunnen zij een reactie of zienswijze op de visie geven. Uiteindelijk stelt het bestuur van ICT WBW de visie definitief vast. 2: De visie op sourcing is tot stand gekomen via een zorgvuldig proces waar de deelnemers intensief bij betrokken zijn geweest. De definitieve visie zal vertaald worden in een businesscase voorde inrichting en het beheer van de nieuwe infrastructuur. De businesscase biedt ruimte voor een nadere uitwerking van de serviceniveaus. 3: Bij de oprichting van ICT WBW was een van de uitgangspunten minder meerkosten. Dit uitgangspunt is ook als een van de drijfveren gehanteerd bij de uitwerking van de sourcing-strategie. De mogelijke scenario s zijn doorgerekend in een nieuwe businesscase. De aantallen en bedragen hierin zijn gebaseerd op de huidige situatie. De mogelijkheden om kostenreductie te realiseren liggen vooral in het verlagen van de afname en de daarmee samenhangende volumes (aantallen). 3

5 1.8 WEST-BRABANTS ARCHIEF 2. De richtlijnen ten aanzien van de BBV worden overgenomen. De begroting van 2019 zal aan alle eisen voldoen. 3. In de begroting van 2019 zullen de richtlijnen rondom indexering gevolgd worden. 1.9 BWB 2. Wij realiseren ons dat de groei van de economie van invloed kan zijn op het betalingspatroon van de belastingbetaler en daarmee indirect ook op de opbrengt van vervolgingskosten. Aangezien de formatieve omvang deels uit deze opbrengst wordt afgedekt zullen de effecten hiervan uiteraard jaarlijks worden gemonitord en verwerkt in de toekomstige begrotingen. In dat kader zal bij de invulling van de personeelsformatie ook steeds rekening worden gehouden met een (beperkte) flexibele schil (betreft een zienswijze van alle deelnemers). 3. Voor de goede orde dient gemeld te worden dat in de begroting 2018 wel een paragraaf Weerstandvermogen à risicobeheersing is opgenomen. Op grond van de BBV dient een inventarisatie te worden opgenomen van alle risico's waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie van de BWB. In de begroting voor 2018 is deze inventarisatie niet opgenomen en is volstaan met de mededeling dat de risico s voldoende zijn afgedekt door het afsluiten van verzekeringen en het vormen van een voorziening. Wij zeggen u toe dat wij vanaf de begroting 2019 een risico-inventarisatie zullen opnemen, zodat deze paragraaf hiermee ook in formele zin voldoet aan de voorschriften van de BBV (betreft een zienswijze van alle deelnemers. 4. Met de deelnemers zijn wij van mening dat het ophogen van de schaalgrootte van wezenlijk belang is voor het realiseren van de gewenste efficiencyvoordelen voor de BWB en haar deelnemers. Naast het verder optimaliseren van de kwaliteit van dienstverlening voor de huidige deelnemers zullen wij indachtig uw wens dit jaar ook prioriteit geven om de contacten met andere niet-deelnemers te intensiveren (betreft een zienswijze van alle deelnemers, met uitzondering van de gemeenten Oosterhout en Roosendaal). 5. Vanaf 2016 neemt de BWB binnen de Landelijke Vereniging Lokale Belastingen (LVLB) deel aan een benchmarkonderzoek. De LVLB biedt vanuit het perspectief van kennisdeling en verspreiding de gelegenheid tot benchmarking en benchlearning aan. De benchmark vergelijkt de primaire processen die gerelateerd zijn aan het waarderen van objecten en het heffen en innen van belastingen. De benchmark leidt niet tot een ranking maar is een instrument om good practices te ontdekken (betreft een zienswijze van Bergen op Zoom en het Waterschap) 4