4 Gebruik van openbaar vervoer

Transcriptie

1 4 Gebruik van openbaar vervoer Tabel 19. Verdeling van personen volgens afstand thuisadres/dichtstbijzijnde BTMhalte en BTM-gebruik ABTMH(Kortste afstand thuis - bus,tram,metro) GBTM2(Meest gebruikte van bus, tram of metro) Frequency Percent Row Pct Col Pct dagelijk 1 tot en 1 tot en 1 tot en nooit Total s kele ker kele ker kele ker en per w en per m en per j eek aand aar 0-249m m m km km km - 5 km meer dan 5 km geen idee blanco, (meer da n 5 km?) Total Frequency Missing = OVG GENT (januari 2000-januari 2001): DEEL 3A: ANALYSE PERSONENVRAGENLIJST 29

2 De vermelde afstanden zijn afstanden zoals door de respondenten opgegeven: het zijn dus subjectieve waarnemingen. Een onderzoek 6 dat omtrent zulke schattingen in Limburg werd uitgevoerd lijkt erop te wijzen 7 dat de afstand woning-bushalte eerder systematisch te groot dan correct of te klein wordt ingeschat. Dit betekent dat de afstanden wat de absolute cijfers betreft indicatief zijn. Dit betekent evenwel niet dat de relatie waaarvan hier sprake in Tabel 19 als zodanig niet correct zou kunnen zijn. In deze tabel (en in alle volgende tabellen waarin een afstand tot een o.v.-halte werd gevraagd) is er een aparte categorie blanco, (meer dan 5 km?). Deze code is toegevoegd door het enquêtebureau om het grote aantal blanco s bij deze vraag op te vangen. Het vermoeden dat het hierbij vooral ging om huishoudens die verder dan 5 km verwijderd zijn van een halte, werd bij verdere analyse niet bevestigd. Ook de hypothese dat deze blanco s evenredig verspreid konden worden over alle andere categorieën werd onderzocht. Deze constructie werd ook niet bevestigd. Daarom hebben we ervoor gekozen om de blanco s als een aparte categorie in de tabellen te laten. Zolang de percentages van deze categorie én de categorie geen idee minder is dan 10%, zullen de besluiten die op basis van deze tabellen getrokken worden nog wel grotendeels correct zijn. Wanneer dit percentage echter merkelijk groter wordt dan 10% kunnen nog moeilijk besluiten getrokken worden. Hoe korter men bij een BTM-halte woont, des te vaker maakt men gebruik van lijnbus, tram of metro. Deze vaststelling gaat op tot op een afstand van 499m. Eens verder verwijderd dan 500m zijn de nooit-gebruikers verhoudingsgewijs in de meerderheid. De uitvoering van het Decreet op de basismobiliteit kan alleen maar positiever werken voor BTM. Uit Tabel 19 blijkt duidelijk dat nabijheid een noodzakelijke voorwaarde is voor het gebruik van deze vervoermiddelen. 6 Nuyts E. et al., Perceptie afstand en bebouwingsindex Vlaanderen, eindverslag, Diepenbeek, december De resultaten kunnen misschien niet voor gans Vlaanderen geëxtrapoleerd worden. OVG GENT (januari 2000-januari 2001): DEEL 3A: ANALYSE PERSONENVRAGENLIJST 30

3 Tabel 20. Verdeling van personen volgens afstand thuisadres/dichtstbijzijnde treinstation en treingebruik ATREINH(Afstand station) GTREIN2(Gebruik van de trein) Frequency Percent Row Pct Col Pct dagelijk 1 tot en 1 tot en 1 tot en nooit Total s kele ker kele ker kele ker en per w en per m en per j eek aand aar 0-249m m m km km km - 5 km meer dan 5 km geen idee blanco, (meer da n 5 km?) Total Frequency Missing = OVG GENT (januari 2000-januari 2001): DEEL 3A: ANALYSE PERSONENVRAGENLIJST 31

4 Zie ook de opmerkingen inzake de afstanden in de vorige tabel. Net als in Tabel 19 vinden we een relatie tussen de afstand van het station en het gebruik van de trein. De grens van 500m gaat niet op voor het gebruik van de trein. In eerste instantie op de zeer korte afstand van 0-249m vindt zelfs enige vorm van 'stationsomgevingseffect': respondenten die kortbij het station wonen gebruiken minder de trein dan de respondenten die wat verder wonen. Vanaf een afstand van 1 kilometer wordt er minder vaak de trein genomen, maar de nooit-gebruikers vinden we verhoudingsgewijs pas het meest terug bij een afstand verder dan 5 kilometer. Tabel 21. Verdeling van personen volgens jaarlijks uitgegeven bedrag per persoon aan openbaar vervoer (participantenniveau) Cumulative Cumulative OVBEDRKL Frequency Percent Frequency Percent ƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒ 0 bef bef bef bef bef bef bef bef Frequency Missing = Tot de 'participanten' behoren alle respondenten die in de Tabellen 12 en 13 niet tot de categorie 'nooit' behoren. De vraag in de enquête was verwoord volgens 3-maandelijks uitgegeven bedrag. De analyse op niveau van jaarlijks uitgegeven bedrag is hier een goede, doch benaderende schatting van. 29,18% van alle o.v.-gebruikers heeft het afgelopen jaar geen frank uitgegeven aan het openbaar vervoer. Lijnbus en tram zijn voor een aantal groepen gratis 8 geworden. Slechts 7,15% heeft het afgelopen jaar meer dan fr. uitgegeven aan het openbaar vervoer. Tabel 22. Verdeling van personen volgens jaarlijks uitgegeven bedrag per persoon aan taxi (participantenniveau) Cumulative Cumulative BDTAXIKL Frequency Percent Frequency Percent ƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒ Tot de 'participanten' behoren alle respondenten die in Tabel 18 niet tot de categorie 'nooit' behoren. De vraag in de enquête was verwoord volgens 3-maandelijks uitgegeven bedrag. De analyse op niveau van jaarlijks uitgegeven bedrag is hier een goede, doch benaderende schatting van. 14,8% van de taxi-gebruikers in het Gentse stadsgewest heeft het afgelopen jaar meer dan 8001 fr uitgegeven aan het gebruik van die taxi. 8 De term 'gratis' wordt in deze context in principe verkeerd gebruikt. In feite gaat het om de invoering van een nultarief voor een aantal doelgroepen. De kosten voor het laten rijden van lijnbus en tram worden, naargelang de afspraken in het convenant, verdeeld over de partners. OVG GENT (januari 2000-januari 2001): DEEL 3A: ANALYSE PERSONENVRAGENLIJST 32

5 Tabel 23. Gemiddelde jaarlijkse uitgave per persoon aan openbaar vervoer en taxi (participantenniveau) Variable Label Mean OVBEDR Uitgave openbaar vervoer 4940 BEDRTAX2 Uitgave taxi Tot de 'participanten' behoren alle respondenten die niet 'nooit' hebben geantwoord in Tabel 12, 13 en 18. De vraag in de enquête was verwoord volgens 3-maandelijks uitgegeven bedrag. De analyse op niveau van jaarlijks uitgegeven bedrag is hier een goede, doch benaderende schatting van. OVG GENT (januari 2000-januari 2001): DEEL 3A: ANALYSE PERSONENVRAGENLIJST 33

6 Tabel 24. Effect van het invoeren van gratis openbaar vervoer voor 65-plussers in de stad Gent HFDVM NA_AUG Frequency Percent Row Pct voor na Col Pct augustus augustus Total andere/onbep autobestuurder autopassagier brom/snorfietser bus fietser motorrijder te voet tram trein Total Op 1 augustus 2001 heeft de stad Gent het stedelijk openbaar vervoer (lijnbus en tram) gratis gemaakt voor 65-plussers. De data voor het tramgebruik zijn te beperkt om een statistische analyse toe te laten. Maar we kunnen wel de gehele impact op het openbaar vervoer meten. Het openbaar vervoer gebruik van 65-plussers stijgt significant van 6.2% vóór augustus naar 8.8% na augustus (Tabel 24, Vergelijking van proporties, N(0,1) = 2.90, P < 0.01). OVG GENT (januari 2000-januari 2001): DEEL 3A: ANALYSE PERSONENVRAGENLIJST 34