] Z JUN?009. Beraad Stadsrand Gouda Krirnpenerwaard, De Gríend 5,2841 SW Moordrecht

Transcriptie

1 Beraad Stadsrand Gouda Krirnpenerwaard, De Gríend 5,2841 SW Moordrecht Het Beraad Stadsrand Gouda Krimpenerwaard (BSGIO is een informele vereniging van organisaties en burgers die opkomen voor het behoud van het groene en open karakter van de stadsrand Gouda - Krimpenerwaard, een gebied dat globaal het landelijk gebied en de stedelijke randen omvat tussen Gouderak, Gouda en Haastrecht. Mede ziet het BSGK voor zichzelf als taak de natuurhistorische, landschappelijke en cultuurhistorische waarden en de openluchtrecreatie in dit gebied te beschermen en waar mogelijk te versterken. Betreft: bezwaarschrift tegen bouwvergunning en besluit tot vrijstefiing van het geldende bestemmingsplan voor de bouw van een appartementencomplex met 8 appartementen aan de Goejanver~elledijk 26=30 te Gouda. gerneenle gouda Ingekomen ] Z JUN?009 ivioordrecht, 8 juni 2009 Geacht College, Afdeling Aldoen voor: Naam Naam Archief dd. Paraaf Hierbij tekenen wij als Beraad Stadsrand Gouda - Krimpenerwaard bezwaar aan tegen het besluit van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Gouda om een bouwvergunning te verlenen voor de bouw van een appartementencomplex met 8 appartementen langs de Goejanverwelledijk op de locatie van voorheen transportbedrijf Stubbe. Naar onze mening bent u bij de vergunningverlening onvoldoende zorgvuldig geweest, met name in de ruimtelijke onderbouwing die de vergunningverlening naar onze mening ongeldig maakt. Aangezien de vrijstelling van het bestemmingsplan ex art. 19 lid 1 WRO (oud) geacht wordt deel uit te maken van de bouwvergunning, geldt dit bezwaarschrift eveneens het provinciaal besluit om medewerking te verlenen d.m.v, een Verklaring van Geen Bezwaar én het gemeentelijk besluit hier gebruik van te maken. Als eerdere indiener van zienswijzen op dit bouwplan, alsmede inspreker in de Gebiedsvisie Hollandsche IJssel en op grond van de missie van het Beraad, presenteert het Beraad zich nadrukkelijk als belanghebbende.

2 In hoofdzaak spitsen onze bezwaren zich op het volgende toe. Het gebied rond de Hollandsche IJssel moet er volgens het gemeentebeleid, zoals verwoord in de Gebiedsvisie Hollandsche IJssel 2020, per saldo op vooruitgaan door versterking van natuur en recreatie. Dit in het belang van de Goudse burger, in het belang van het Groene-Hart-toerisme en de beeldkwaliteit van het gebied. De som van verbeteringen en verslechteringen zou dus zo moeten zijn, dat de ontwikkeling per saldo positief uitvalt. U geeft naar de mening van het Beraad het verkeerde signaal af, als verdere verslechteringen, zoals de bouw van deze twee appartementenblokken, wel worden toegestaan, maar de verbeteringen op zich laten wachten of naar de toekomst worden verschoven. Een enkel trapje tegen de Goejanverwelledijk op legt op dit punt weinig gewicht in de schaal. U wekt met uw bouwvergunning met vrijstelling van het niet meer actueel zijnde bestemmingsplan de indruk dat uw (politieke) intenties om het gebied rond de Goejanverwelledijk werkelijk een opknapbeurt te geven, nog te weinig serieus zijn. Vooralsnog overwegen de negatieve ontwikkelingen, zoals het opheffen van het IJsselplantsoen voor uitbreiding van begraafplaats de IJsselhof en mogelijk in de nabije toekomst, de door u toelaatbaar geachte bouw van dit appartementencomplex. Ook hebben wij bezwaar tegen het feit dat u al ontwikkelingen toestaat voordat er nieuwe bestemmingsplannen zijn vastgesteld. Met nieuwe bestemmingsplannen doelen we op dat van Goverwelle dat in de maak is en het actualiseren van het bestemmingsplan Vreewijk - Oosterwei - Oud Goverwelle waar nog niet in voorzien is. Het huidige plan Vreewijk - Oosterwei - Oud Goverwelle, waar Goejanverwelledijk nog net in valt, stamt uit 1995 / 1996 en is daarmee gemeten naar de Wet Ruimtelijke Ordening (VVRO) verouderd. In de periode daarna zijn belangrijke nieuwe inzichten ontstaan zoals die naar voren komen in de Ruimtelijke Structuurvisie Gouda en in de Gebiedsvisie Hollandsche IJssel Hiermee is zonneklaar dat het bestemmingsplan Vreewijk - Oosterwei - Oud Goverwelle niet meer geschikt is om als toetsingskader voor bouwaanvragen te dienen, noch als beoordelingskader of op verantwoorde wijze ontheffing van dat bestemmingsplan ex artikel 19 lid 1 WRO kan worden verleend. Op 23 april 2008 heeft U een voorbereidingsbesluit voor de gehele noordelijke IJsseloever genomen. Recent heeít u dat voorbereidingsbesluit weer verlengd zonder dat er zicht is op een nieuw bestemmingsplan. Wij verzoeken u daarom dit voorbereidingsbesluit te gebruiken voor het weren van nieuwe en negatieve ontwikkelingen. De aanvraag van de bouwvergunning van Burgland dient nu te worden afgewezen of minstens tot aan het van kracht worden van het nieuwe bestemmingsplan aangehouden te worden. Pas met nieuwe bestemmingsplannen Goverwelle en Vreewijk - Oosterwei - Oud Goverwelle is. een coherent toetsingsbeleid van initiatieven ten noorden van de Hollandsche IJssel mogelijk en wordt voorkomen dat er ad hoc ontwikkelingen plaatsvinden die later tot spijt aanleiding geven, maar dan niet meer zijn terug te draaien. Het Beraad heeft nog meer bezwaren. Gezien het detailniveau zullen wij die in verschillende hoofdstukken aanstippen. Dit inclusief de omissies en hiaten die wij in de ruimtelijke onderbouwing menen te hebben aangetroffen: 1o Afstand appar~en~entencornp~ex to~ de rivíe~ c~ever Het appartementcomplex krijgt aan de zijde van de rivier de Hollandsche IJssel een aantal balkons en terrassen die de ruimte tussen de rivier en de bebouwing verder zullen verkleinen t.o.v, de huidige ruimte. Wij als Beraad hebben daar bezwaren tegen omdat dit in strijd is met de Gebiedsvisie Hollandsche IJssel waarin op blz. 57 wordt gesteld dat; op/ocaties waar bedrijfsfuncties verdwijnen nieuwbouw mogelijk is mits kleinschalige en landelijk van karakter en bi/de di/k li~qt, dus van de rivier af en meer ruimte laat dan de huidige. Dat Rijkswaterstaat Utrecht, de beheerder van de Gekanaliseerde Hollandsche ijssel aangeeft slechts een zone 2

3 van 4 meter vrij te willen houden doet niet ter zake. In.de gebiedsvisie Hollandsche IJssel 2020 wordt in de voorbeeldschets op blz. 57 een afstand van 10 meter aangegeven. 2, Kleinschaligheid van het appar~ernentencornplex In de ruimtelijke onderbouwing van het bouwplan wordt meerdere malen genoemd dat het appartementencomple kleinschalig van karakter zou zijn. Ten opzichte van de recent gebouwde torenflats aan het Uiverplein is dat inderdaad zo. Maar niet ten opzichte van de kleinschaligheid die op bladzijde 57 van de Gebiedsvisie Hollandsche IJssel wordt bedoeld. De gewenste kleinschaligheid komt duidelijk tot uiting in voorbeeld 3, gesitueerd op de locatie van het appartementencomple (zie bijlage 1). De nieuwbouw die volgens de Gebiedsvisie zou kunnen worden vergund op locaties waar de bedrijfsfuncties in de toekomst verdwijnt, bedraagt 60% van het grondoppervlak van de huidige bebouwing. Wij bestrijden dan ook ten zeerste dat het appartementencomple kleinschalig zou zijn en maken daar bezwaar tegen. 3o Volume van het apparternentencomplex De notitie RAAP 1060 uit 2005 vormt de archeologische en cultuurhistorische onderbouwing van het ontwerp van de architect. De belangrijkste aanbeveling daaruit is om voor de nieuwbouw hetzelfde bouwvolume te hanteren als dat van de reeds bestaande panden. Wij constateren echter dat het volume van de nieuwbouw 20% groter uit zal vallen dan de huidige bebouwing. Op blz. 57 van de gebiedvisie Hollandsche IJssel wordt in de voorbeeldschets voor deze locatie als leidraad voor het gewenste bouwvolume een bebouwd oppervlak van 60% van het huidige gehanteerd. Dit dient gecombineerd te worden met de hoogte die niet te ver boven de dijk uitsteekt uit de tekst van de gebiedsvisie. De beoogde versterking van landschap, natuur, groen en water, zoals voorgestaan in zowel de Ruimtelijke Structuurvisie Gouda als in de Gebiedsvisie Hollandsche IJssel 2020, vraagt dus om een drastische verkleining van het geplande bouwvolume. Wij als beraad hebben daar bezwaren tegen. 4. Landelijke uìtstrauing van het apparternentencornpuex Op blz. 57 van de in 2008 vastgestelde gebiedsvisie Hollandsche IJssel 2020 wordt gesteld dat; op locaties waar bedrijfsfuncties in de toekomst verdwijnen, k/einschalige ontwikkelingen mogelijk zijn, mits zij een bijdrage leveren aan de landelijke uitstraling van dit deel van de Hollandsche/JsseL Wij zijn van mening dat het geplande appartementencomplex met plat dak totaal geen bijdrage levert aan de gewenste landelijke uitstraling en daar juist afbreuk aan doet. Wij als Beraad maken daarom ook bezwaar tegen de dakvorm. Het welstandsadvies hierover dateert van 2005, ver voor de vaststelling van de Gebiedsvisie. Ook de cultuurhistorische analyse is van Gezien de inzet op herstel van het landelijke karakter van dit gebied in de Gebiedsvisie van 2008, zijn wij van mening dat voor de betreffende dakvorm opnieuw advies in gewonnen dient te worden bij de commissie voor ruimtelijke kwalitieit. 5. Aantasting w~ndrecht me~en Beneder~-Haastrecht Wij zijn van mening dat appartementen met een nokhoogte van 7,50 meter +NAP in strijd zijn met het windrecht en de molenbiotoop van molen Beneden-Haastrecht. Een zone met een straal van 100 meter dient gevrijwaard te worden van bebouwing die qua hoogte de onderste punt van de molenwiek in verticale stand overstijgt ( NAP). Omdat molen Beneden- Haastrecht het toppunt is van landelijke uitstraling voor het desbetreffende gebied, dient iedere nieuwe ontwikkeling te worden aangegrepen om de molenbiotoop met terugwerkende kracht te herstellen. Van de huidige bebouwing van voorheen Stubbe ligt de nok van het dominante bouwvolume van de Ioods die parallel staat aan de Hollandsche IJssel op NAP. Alleen de twee ondergeschikte bouwwerkjes met schuine kap bereiken een grotere nokhoogte. De twee appartementenblokken die hier volgens plan voor in de plaats gaan komen gaan over de gehele lengte de hoogte van 7,50 meter + NAP bereiken. Boven deze bebouwing steken nog de twee lifschachtopbouwen uit. Wij als Beraad houden daar bezwaren tegen, tenzij de gemeente Gouda op zeker speelt en slechts bouwwerken met 1 bouwlaag vergunt die niet te ver boven de dijk ( NAP) uitsteken zoals vastgesteld in de Gebiedsvisie Hollandsche IJssel

4 6o Aantasting zichtrecht op rnolen 13eneden Haastrecht De bescherming van de molenbiotoop betreft niet alleen het windrecht maar ook het zicht op molens als belangrijke monumentale bouwwerken. Voor de passerende wandelaar en fietser over de Goejanverwelledijk zal het zicht op molen Beneden-Haastrecht per saldo verslechteren. De verbetering van zicht op de molen door de ruimte tussen de twee appartementenblokken zal geheel teniet gedaan worden door de verkleining van het zicht op de molen ten Zuidoosten van de nieuwbouw. Dit door verlenging van de bebouwing met globaal de breedte van het gat. Bovendien zal het zicht op de molen door het gat tussen de appartementenblokken door slechts met een schuin oog en bij stilstand op de dijk ervaren kunnen worden. Met name het platte dak zal, ten opzichte van het huidige schuine dak van de Ioods, het zicht op de molen, al voorbijfietsen of wandelend,, iover een grote lengte wegnemen. Dit doordat de goothoogte van de nieuwbouw ruim 2 meter hoger zal komen te liggen dan de goothoogte van de huidige Ioods. Per saldo zal het zicht op de molen dus verslechteren. De nieuwbouw zorgt bij dit aspect dus ook f~iet voor de beoogde versterking van de landelijk uitstraling uit de Gebiedsvisie. Wij als Beraad hebben daar bezwaren tegen, tenzij de gemeente Gouda op zeker speelt en slechts bouwwerken met 1 bouwlaag vergunt die niet te ver boven de dijk ( NAP) uitsteken zoals vastgesteld in de Gebiedsvisie Hollandsche IJssel Keurvetgunning H{){)gheernraadschap Het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard heeft de keurvergunning uit 2005 ingetrokken en pas op 3 juni 2009 een nieuwe keurvergunning verleend. Dit dus ruim na de verlening van de bouwvergunning van 29 april Uit die formele gronden is uw besluit tot het verlenen van een bouwvergunning prematuur en de vergunning zelf onrechtmatig. De keurvergunning is nog verre van onherroepelijk daar de bezwaarprocedure met schorsingsmogelijkheid nog niet is afgerond. Wij als Beraad hebben daar bezwaren tegen. 8. Geluidsbe~astUng van het apparternentencornp~ex Reeds aan de hand van het akoestisch onderzoek van bureau Caubergh-Huygen uit 2005 werd duidelijk dat Burgemeester en Wethouders ieder geval gehouden zijn om hogere waarden vast te stellen. Wij zijn echter van mening dat het akoestisch onderzoek dat in 2005 is verricht, als verouderd moet worden beschouwd en dat de verwachte geluidsbelasting aan de gevel van 53 db (A) etmaal volgens de nieuwe wet - en regelgeving niet langer valide is. Het onderzoek is nog verricht conform de vereisten van de oude Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) en de oude Wet Geluidshinder (WGH), terwijl vanaf 2007 de nieuwe Wet geluidshinder (Wgh) en de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro) van kracht zijn geworden. Geluidstechnisch dient niet de "goede ruimtelijke ordening" centraal te staan, maar de preventie van geluidshinder van toekomstige bewoners cf. de nieuwe Wgh. Er is hier sprake van een samenloop van verschillende geluidsbronnen (zie artikel 110f Wgh). Om de geluidsbelasting te bepalen van een huis dat in verscheidene zones, ligt het voor de hand dat u als bevoegd gezag de geluidsbelasting van de verschillende zones bij elkaar optelt. Daartoe is in bijlage 1, hoofdstuk 2 bij de regeling Reken en meetvoorschrift geluidhinder 2006 de zogenoemde Miedemamethode opgenomen. Wij achten het dan zeer aannemelijk dat de gecumuleerde geluidsbelasting na correctie zal leiden tot een geluidsbelasting (artikel 110a, zesde lid, Wgh) die ieder weldenkend bestuurder als onaanvaardbaar zal dienen aan te merken. Immers, ook een hogere waarde kan niet boven de in de wet vastgestelde bovengrens uitkomen. In de uitzonderlijke gevallen waarin dit toch nodig is, zal de gemeente een zogenaamd stap - 3 besluit moeten nemen op basis van de Interimwet Stad en milieu Dit is een zware procedure die aan strenge voorwaarden moet voldoen. Voor het toepassen van die Interimwet is het realiseren van slechts 8 appartementen van een te gering belang. Op het gebied van geluidskwaliteit wordt de gehele bebouwing langs de N228 vanaf de Goejanverwelledijk tot en met de grens van de provincie Utrecht nabij Oudewater aangemerkt als knelpuntlocatie. De op internet te raadplegen geluidskwaliteitskaart op postcode van het 4

5 RIVM bevestigen dit nog eens een keer. Het is niet voor niets dat de weg door de provincie Zuid-Holland reeds in 2006 is opgenomen in de eerste tranche geluidskwaliteitskaarten. De locatie Goejanverwelledijk valt naar onze mening binnen de geluidszone van de N228. In geluidszones moeten t.z.t, saneringsmaatregelen getroffen worden. Nieuwe ontwikkelingen binnen de geluidszone van een provinciale weg kunnen slechts onder strikte condities, zoals een afzonderlijk "Hogere - waarden" besluit van de provincie. Van een verzoek bij Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland om een dergelijk besluit resp. is gedurende de behandeling van de bouwaanvraag onzes inziens geen sprake geweest. Deze omissie is daarmee een vormfout die de bouwvergunning vernietigbaar maakt". Gezien de datum van verstrekking van de bouwvergunning d.d. 29 april 2009 had nieuw akoestisch onderzoek dienen te worden verricht cf. art. 110a-f van de nieuwe Wgh. Belangrijk verschil is immers dat geluid niet meer mag worden gemeten volgens een etmaalgemiddelde db(a)etmaal maar gesegmenteerd moet worden naar het dag, avond - en nachtniveau db(a)lden. Vooral gezien het feit dat de molen Beneden-Haastrecht als belangrijke bron wordt beschouwd en bemaling dag en nacht kan plaatsvinden als het polderpeil daarom vraagt, vinden wij herberekening van deze waarden uiterst belangrijk. De nieuwe Wet geluidshinder ziet veel meer dan de oude wet op slaapverstoring, en die kan juist in hoge mate optreden bij een op wind draaiende windwatermolen gedurende avond en nacht. Daarnaast zijn wij van mening, dat het geluidsonderzoek te beperkt is uitgevoerd. In het gebied is namelijk sprake van drie verschillende geluidsbronnen, die van de N228, die van de molen en die van het schakel - en transformatorstation van TenneT aan de Zuider IJsseldijk. Met name de derde bron is extra pregnant omdat het laagfrequent geluid (een brom) betreft. Dat geluid draagt ver, dringt diep in de woning door en kan voor mensen zeer ontregelend zijn. Onzes inziens is er sprake van gecumuleerde geluidsbelasting waarvan het niveau volgens de Miedemamethode berekend had moeten worden. Deze methode houdt, zoals u ongetwijfeld weet, een hiërarchische machtssom in met bekende eigenschappen in de relatie tussen geluid en hinder. De meest algemene vorm van zo een machtssom is dan Y = Li(bXi)a]l/a hetgeen zowel voor geluidhinder alsook voor gezondheidseffecten kan worden gebruikt.een geluidsbron is de N228. Dit is een provinciale weg. De ontheffing hogere waarden hiervoor had door de provincie Zuid- Holland plaats moeten vinden. Blijkens het door ons geraadpleegde inzagedossier is dit niet gebeurd. Overigens is ons ook nog niet duidelijk geworden dat de gemeenten ontheffing hogere grenswaarden voor de molen en het trafostation verleend heeft. Het geluidsonderzoek ten behoeve van de 8 appartementen aan de Goejanverwelledijk is een goed voorbeeld van het handhavingsgat dat veel gemeenten op het gebied van de handhaving van de geluidskwaliteit laten ontstaan. Bij een onvoldoende afweging van de geluidskwaliteit in het proces van het verlenen van de definitieve bouwvergunning rond Goejanverwelledijk zullen wij ons genoodzaakt zien deze casus aan de VROM-inspectie voor te leggen. Wat is de h~gere - waardeçrocedure?; De Wet geluidhinder kent een stelsel van normen voor geluidhinder. Ter bescherming van woningen zijn in dit stelsel voor verschillende geluidsbronnen grenswaarden opgenomen, waarbij een ondergrens (de voorkeursgrenswaarde) en een bovengrens (de maximaal toelaatbare geluidsbelasting) gelden. Ligt de belasting op een woning boven de voorkeursgrenswaarde, dan moet hiervoor een hogere waarde worden vastgesteld. Als het om een bron binnen de gemeente gaat, dan wordt het besluit hierover door het college van B& W genomen. Voor provinciale bronnen (bijvoorbeeld een provinciale weg) ligt de bevoegdheid bij Gedeputeerde Staten van de provincie. Een besluit over een hogere waarde zal goed onderboùwd moeten worden. Er moet aan bepaalde criteria voldaan worden, en er moet ook gekeken worden naar welke maatregelen mogelijk en nodig zijn om de geluidbelasting niet boven de hogere waarde u# te laten komen.

6 8. SUagschaduw mollen. Ook is voorzienbaar dat, in de wintermaanden, bij zonneschijn en een draaiende molen, er een forse slagschaduw van de wieken zal gaan ontstaan die door de bewoners als zeer hinderlijk zal worden ervaren. Ook hierbij is in de analyse van de raadgevende bureaus van de architect weliswaar enigszins rekening gehouden, maar wordt te lichtvaardig afgedaan. Gezien onze bezwaren, vraagt Het Beraad Stadsrand Gouda - Krimpenerwaard U en de provincie de vrijstelling van het vigerende bestemmingsplan en de bouwvergunning weer in te trekken. Graag zullen wij onze bezwaren nader toelichten voor de bezwarencommissie. Gaarne zien wij uw uitnodiging hiertoe tegemoet, vriendeli Ron voorzitter Krimpenerwaard v Bijlage 1: Bijlage 2" Tekst en afbeelding bladzijde 57 van de "Gebiedsvisie Hollandsche IJssel 2020 Gouda". Vastgesteld door de gemeenteraad van Gouda op 25 juni 2008 met markeringen en onderlijning door opstellers van bezwaarschrift. foto s van de plek van het delict. ~Gemeenteraad van Gouda Provinciaal Bestuur van Zuid-Holland Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard VROM inspectie En verdere belanghebbenden en belangstellenden

7 Bijlage 1 bij bezwaarschrift BSGK tegen bouw van appartementencomplex Goejannverwelledijk te Gouda. "Gebiedsvisie Hollandsche ~Jssel 2020 Gouda" Vastgesteld op 25 juni (tekst en afbeelding bladzijde 57) Versterker~ tivieten~and; De Hollandse IJssel ten oosten van de Waaiersluis heeft in essentie een landelijk karakter, waar licht en ruimte belangrijke kwaliteiten zijn. Het landelijk gebied raakt hier, met het stroombed van de Hollandse IJssel, direct aan het stedelijk gebied van Gouda. De gekanaliseerde IJssel is hier ten oosten van de Waaiersluis een rustig en deelgebied continu en zichtbaar van alle kanten. Vanuit Goverwelle symboliseert de dijk de aanwezigheid van de er achter verscholen rivier. De groenstrook tussen dijk en wijk wordt transparanter en de wielen krijgen er een prominentere plaats in, waardoor Goverwelle niet alleen geografisch, maar ook ruimtelijk aan de Hollandsche IJssel komt te liggen. Vanaf de mogelijk, mits zij het rivierenland ter plekke versterken. Voorbeeld 3: De bebouwing moet representatief zijn aan zowel de dijkzijde als de IJsselzijde. Beplanting moet passen bij het rivierengebied. Verbetering van de beeldkwaliteit en de toegankelijkheid van het stroombed middels een op de omgeving aansluitend oeverpad, moeten hierbij integraal worden meegenomen. Het profiel van de dijk moet herkenbaar blijven en tussen de bebouwing moet doorzicht behouden blijven. Er kunnen functies huizen die een bijdrage leveren aan de recreatieve waarde van het gebied, bijvoorbeeld de verhuur van kleine boten en kleine steigers. Wanneer bomen of gebouwen uit de kern- en beschermingszone van de dijk verwijderd moeten worden, is het noodzakelijk om hierover te overleggen met de afdeling vergunningen van het hoogheemraadschap. Dit geldt uiteraard ook voor nieuwe bebouwing en beplanting in deze zone.

8 I~leinschalige recreatieve voorzieningen langs de idyllische IJssel op vrijkomende be~r...~~~locaties bieden kansen voor een doorgaand oeverpad en een beleefbare dijk Bijlage 2 Bij bezwaarschrift BSGK foto s van de plek van het delict, V.I.n.r. Molen Beneden-Haastrecht, de Hollandsche IJssel, Loods + woning met rood dak/iocatie appartementen.

9 Het huidig zicht op de molen over de bestaande bedrijfsbebouwing, gezien vanaf de Goejanverwelledijk.

10