Irma Petit. Een afspraak met de kapper. november. 126 honderd zesentwintig. Luister naar de dialoog. Schrijf de afspraak met de kapper op de kalender.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Irma Petit. Een afspraak met de kapper. november. 126 honderd zesentwintig. Luister naar de dialoog. Schrijf de afspraak met de kapper op de kalender."

Transcriptie

1 Irma Petit Een afspraak met de kapper Luister naar de dialoog. Schrijf de afspraak met de kapper op de kalender. wo do vr Babysitten op Wouter, Jan en Lisa za zo ma uur: Louis afspraak dokter Jacobs di wo. uur: Irma gynaecoloog Maria-ziekenhuis do uur: Louis: kaarten met de gepensioneerden vr 0 za zo uur: naar Leo en Tina ma di wo do vr uur: feest Guido en Julia in Hasselt za zo ma 0 di wo do vr uur: Louis biljart in café De Sportvrienden za 0.00 uur: concert Albertzaal zo ma di wo do 0 november.0 uur: Louis tandarts honderd zesentwintig

2 Luister nog een keer. Zet een kruisje. Waarom kan Irma vrijdag niet naar de supermarkt? Louis is ziek. Irma en Louis gaan naar Hasselt. De supermarkt is gesloten. Irma moet naar de kapper. Irma telefoneert met Liesbet Luister naar de dialoog. Schrijf de afspraak met Liesbet op de kalender van oefening. Luister naar de dialoog Wat moet Irma in de saus doen? Schrijf op. ajuin 0 honderd zevenentwintig

3 Irma koopt schoenen Luister naar de dialoog. Wat hoort samen? Trek een pijl. honderd achtentwintig

4 Luister nog een keer. Welke schoenen koopt Irma? Omcirkel. Schrijf de zinnen op de lijnen. Ze zijn te klein. Ze zijn te smal. Ze zijn te breed. Ze zijn te groot. Wat zegt Irma? Maak een correcte zin. Ik nieuwe zoek schoenen. Deze schoenen te breed zijn. Ik bruine schoenen geen wil. Ik deze schoenen heel mooi vind. Vul in. Ik zoek het op. Ik vind het op pagina. Wat is het tegengestelde? Trek een pijl. smal kort groot lelijk lang klein mooi oud nieuw breed 0 honderd negenentwintig

5 Luister nog een keer. Zet een kruisje. Irma vindt de groene schoenen mooi. niet zo mooi. duur. klein. En jij? Wat vind jij? Trek een pijl. Ik vind Nederlands Ik vind België mooi. leuk. gemakkelijk. lelijk. moeilijk. prachtig. Praat met je buur. Wat vind je buur? Irma past een rok 0 Luister naar de dialoog. Welke rok koopt Irma? Omcirkel. 0 honderd dertig

6 Geef antwoord. Welke maat heeft Irma? Hoeveel kost de grijze rok? Luister nog een keer. Wie zegt het? Zet een kruisje. Kan ik u helpen, mevrouw? Ik zoek een rok. Hoeveel kost deze rok? Waar zijn de paskamers? Daar in de hoek, mevrouw. Ik vind deze rok veel te kort. Die rok staat u heel goed. Irma de verkoopster Luister naar de dialogen. Hoe zeg je het? Vul in. zoek rondkijken maat kan trui Verkoper Kan ik u helpen? Klant Ik sportschoenen. Hebt u? Verkoper Ja, hier staan de sportschoenen in maat. Verkoper ik u helpen? Klant Ik zoek een. Mag ik eens? Verkoper Natuurlijk. 0 honderd eenendertig

7 waar te passen Klant Mag ik eens? Verkoper Ja, zeker. Klant is de paskamer? 0 Verkoper Daar in de hoek. Past het? Klant Nee, het is lang. Vul in. Ik zoek het op. Ik vind het op pagina. Lees. Wie is het? Wat is het? Zet een kruisje. Irma gaat naar de winkel. Ze zoekt een nieuwe rok. ze de rok Irma Een verkoopster helpt haar. haar de verkoopster Irma De verkoopster geeft een rok. Ze vraagt: Past hij? ze de verkoopster Irma Irma zegt: Hij is te kort. hij verkoopster de rok honderd tweeëndertig

8 Je moet je niet bemoeien Wie heeft het gedaan? Schrijf het cijfer onder de juiste foto. Vul in. Hij heeft Zij heeft een rok gekocht. naar de radio geluisterd. schoenen gekocht. met Leo gebeld. spaghetti gekookt. koffie gedronken. rijsttaart gegeten. tv-gekeken. de afwas gedaan. 0 de kleren gewassen. de strijk gedaan. En jij? Wat heb jij gisteren gedaan? 0 Spreek met cursisten. Ik heb Ik heb Ik heb Ik heb naar Ik heb naar gegeten. gedronken. gekocht. geluisterd. gekeken. Vul in. Ik zoek het op. Ik vind het op pagina. honderd drieëndertig

9 Kan ik het? Wat is het probleem? Schrijf op. Vul in. Waar Hoeveel hangen de broeken? kosten deze schoenen? is de kassa? is de paskamer? Vul in. Ik zoek het op. Ik vind het op pagina. honderd vierendertig

10 Vul in. lekker geel Ik vind bananen jong sympathiek Ik vind Natalia een land mooi Ik vind België Wat hoort samen? Schrijf het cijfer. Vul de woorden in. NU VROEGER Ik kijk tv. Ik heb gegeten. Ik luister naar de lerares. Ik heb gebeld. Ik eet een appel. Ik heb gekeken. Ik drink koffie. Ik heb gekocht. Ik doe de afwas. Ik heb gekookt. Ik bel naar mijn moeder. Ik heb gedaan. Ik koop een boek. Ik heb gedronken. Ik kook rijst. Ik heb naar geluisterd. Vul in. Ik zoek het op. Ik vind het op pagina. 0 honderd vijfendertig

11 Irma roddelt 0 Lees het verhaal. Ik ben Irma Petit. Ik woon samen met mijn man Louis in Flat Floris, op de derde verdieping. Wij wonen graag in Flat Floris. We wonen dicht bij de zee. Dat is gezond. We hebben vroeger lang in Brussel gewoond. In Brussel wonen is niet gezond. Zoveel auto s!!! Er wonen veel mensen in Flat Floris. Boven ons woont Monique met haar zoon Sander en haar dochter Sofie. Monique is gescheiden. Ik vind scheiden niet goed. Dat is toch niet goed voor de kinderen. Louis zegt: Irma, je mag je niet bemoeien met andere mensen. Op de eerste verdieping woont Natalia. En naast Natalia woont Fouad. Ik vind dat niet goed, twee jonge mensen naast elkaar. Maar Louis zegt: Irma, je mag je niet bemoeien met andere mensen. Ik denk dat Natalia verliefd is op Fouad. En Fouad op Natalia. Ik denk dat. Het zijn toch allebei jonge mensen. En wat heb ik gezien? Fouad heeft bij Natalia aangebeld. En wat heb ik gehoord? Kom binnen Fouad en Wil je iets drinken? Ja, ja, dat heb ik gehoord. Lees de zinnen. Zet een kruisje. Irma is gescheiden. Irma bemoeit zich met andere mensen. Natalia is verliefd op Fouad. Aan de zee wonen is gezond. juist fout ik weet het niet honderd zesendertig

12 Louis Petit De trein naar Hasselt Luister naar de dialoog. Wat schrijft Louis op? Schrijf op het papiertje. Luister nog een keer. Zet een kruisje. Marc zegt: Gaan jullie ook naar het feest? jullie is: Louis Louis en Marc Louis en Irma de dochter van Louis 0 honderd zevenendertig

13 Irma is naar de kapper geweest Luister naar de dialoog. Trek een pijl. Anja is de vrouw van Louis. Louis is de kapster. Irma is de man van Irma. José is de buurvrouw van de huisbaas. Maria is de nieuwe huurder. Is het vroeger of nu? Zet een kruisje. Ik ben naar de kapper geweest. Ik heb een speciaal kapsel gevraagd. Ik heb Maria gezien bij de kapper. We moeten ons haasten. We missen onze trein. vroeger nu Vul in. Ik zoek het op. Ik vind het op pagina. honderd achtendertig

14 In het station Kijk naar de foto. Zet een kruisje. Hoe laat vertrekt de trein naar Antwerpen? om u. om u0. om voor. Ik weet het niet. Kijk naar het ticket. Waar vind je de informatie? Trek een pijl. 0 de datum de prijs heen en terug honderd negenendertig

15 Kijk naar het ticket. Zet een kruisje. Waar moet je instappen? In Oostende. in Mechelen. in Brussel. In Antwerpen. Waar moet je uitstappen? In Oostende. in Mechelen. in Brussel. in Antwerpen. Luister naar de dialoog. Geef antwoord. Mag je met een heen en terug ticket morgen terugkomen? Hoeveel kost een enkel ticket naar Hasselt? Hoeveel kost een ticket voor senioren? IC Luik. Brugge. Gent.0 Antwerpen. Hasselt. Kijk op de treintabel. Geef antwoord. Hoe laat vertrekt de trein? Waar gaat de trein naartoe? Hoe laat is de trein in Hasselt? Hoe laat is de trein in Luik? Waar stappen Louis en Irma uit? 0 honderd veertig

16 Is het juist of fout? Zet een kruisje. De trein komt op spoor. De trein stopt in Brugge. Dit is een stoptrein. juist fout 0 Luister naar de berichten. Wat moet ik doen? Vul in. wachten te laat spoor instappen De trein komt aan op spoor. Ik moet. De trein is. Ik moet 0 minuten. De trein vertrekt op een ander. Ik moet naar spoor gaan. Luister naar de dialoog. Zet een kruisje. Waar zijn ze? In Flat Floris. In het station. Waar gaan Irma en Louis naartoe? Naar Flat Floris. Naar Hasselt. Op de bus. Op de trein. Naar Oostende. Naar de bushalte. 0 Waar gaat José naartoe? Naar Oostende. Naar Flat Floris. Naar Hasselt. Naar het station. Wat vindt Irma van José? Lief. Sexy. Sympathiek. Vriendelijk. honderd eenenveertig

17 Luister nog een keer. Zet een kruisje. Waar is de bushalte? Links van het station. Rechts van het station. De eerste straat links. Aan de overkant van de straat. Welke bus neemt José? Waarom is José in Oostende? Hij is op vakantie. Hij is verhuisd. Hij is op bezoek. Hij neemt de boot naar Engeland. In de trein Is het vroeger, nu, later? Zet een kruisje. Wij zitten hier. Ik ga volgende woensdag de jongste van school halen. Ik heb bij Leo gepoetst. Ik ga volgende week biljarten. Ik heb de afwas gedaan. Heb je gisteren naar het voetbal gekeken? Je hebt een chique rok aan. De kleinkinderen hebben alles vuilgemaakt. vroeger nu later Vul in. Ik zoek het op. Ik vind het op pagina. honderd tweeënveertig

18 Schrijf in de juiste kolom. volgende zaterdag gisteren morgen volgende woensdag twee weken geleden vorige week volgende week morgenavond vroeger nu later Op het feest Luister naar de dialogen. Wat zeggen ze? Schrijf het cijfer bij het juiste thema. kinderen opvoeden de buurman het nieuwe appartement de gezondheid de Belgische politiek mijn man het voetbal 0 Luister nog een keer. Wat zeggen ze? Schrijf de zin bij het juiste thema. Hij is in zijn puberteit. Ik woon er heel graag. Hij koopt nooit bloemen. Ik supporter voor Anderlecht. Ik heb veel rugpijn. Ik vind hem heel sympathiek. Ik begrijp er niks van. honderd drieënveertig

19 Is het of? Teken een gezichtje. slecht fantastisch plezant spijtig lief moeilijk sympathiek gemakkelijk het valt mee niet zo goed verschrikkelijk het gaat En jij? Wat vind jij? Praat met je buur. Vind jij kinderen opvoeden moeilijk? Voor welke voetbalploeg supporter jij? Wat vind jij van de leraar? Wat vind jij van de Belgische politiek? Krijg jij soms bloemen? Woon jij graag in je straat? honderd vierenveertig

20 Louis Petit Lees het verhaal. Ik ben Louis Petit. Ik woon samen met mijn vrouw Irma op de derde verdieping van Flat Floris. We zijn gisteren naar een feest geweest. Het feest van Guido en Julia. Guido en Julia zijn 0 jaar getrouwd. Daarom hebben ze een feest gegeven. Geef antwoord. Wanneer is Louis naar het feest geweest? Met wie is Louis naar het feest geweest? Waarom was er feest? Waarom is Louis soms kwaad op Irma? Ik heb veel met vrienden van vroeger gepraat. Met vrienden praten vind ik heel leuk. We hebben over de Belgische politiek gepraat. En ook over voetbal. En over kaarten, biljarten, en een pintje drinken. En natuurlijk ook over de vrouwen. Ik vind Irma een hele lieve vrouw. Maar ze praat te veel. En ze bemoeit zich te veel met andere mensen. Ze vertelt van alles over onze familie aan andere mensen. Dat vind ik niet plezant. Soms ben ik dan kwaad op Irma. 0 honderd vijfenveertig

21 José Ramirez Het appartement van José Kijk naar de tekening. Welke advertentie is juist? Zet een kruisje. TE HUUR: OOSTENDE App mt slpk, kkn, liv, bdk, wc. CV. ste verd. 0/ TE HUUR: Oostende App slpk, kkn, woonk, badk, aparte wc, cv, balkon, de verd 0/ TE KOOP: App glv mt slpk, kkn, woonk, bdk, grote tuin. Oostende 0/ TE HUUR: studio de verd Oostende. kosten inb. 0/ 0 honderd zesenveertig

22 Luister naar de dialoog. Geef antwoord. Hoeveel kost het appartement? Is het een gemeubeld appartement? Wanneer gaat José kijken? Hoe laat gaat José kijken? Wat is het adres? nr. En jij? Je wil een appartement huren. Wat wil je graag? Omcirkel. maximum huurprijs: 0 euro / 0 euro / 0 euro / 0 euro / meer slaapkamers een aparte keuken: ja / nee een aparte badkamer: ja / nee Hoe vraag je het? Vul in. het appartement? kost 0 slaapkamers heeft het appartement? Is er Is er?? honderd zevenenveertig

23 Luister naar de dialogen. Wat mag je niet vergeten? Schrijf op het papiertje. Appartement Appartement Prijs: euro Hoeveel slaapkamers? Aparte keuken? Aparte badkamer? Prijs: euro Hoeveel slaapkamers? Aparte keuken? Aparte badkamer? Appartement Prijs: euro Hoeveel slaapkamers? Aparte keuken? Aparte badkamer? Welk appartement is goed voor jou? Omcirkel. appartement appartement appartement geen honderd achtenveertig

24 Waar is de bakker? Luister naar de dialoog. Kijk naar het plan. Schrijf het nummer op de juiste plaats. de bakker de apotheek de slager de werkwinkel Schrijf de namen op de juiste plaats. Bloemenstraat Gemeenteplein 0 Omcirkel een kruispunt. Zet een kruisje op een hoek van de Bloemenstraat. Trek een pijl van Flat Floris naar de overkant van de straat. Vul in. Ik zoek het op. Ik vind het op pagina. honderd negenenveertig

25 Naar de VDAB Oostende, 0 november 0.. Betreft: uw situatie als werkzoekende Beste meneer Ramirez, U wordt uitgenodigd op woensdag november voor een gesprek over uw situatie als werkzoekende. Gelieve u om uur aan te melden bij mevrouw Sabine Verbeeck, in de werkwinkel op de eerste verdieping. Het gesprek zal ongeveer een half uur duren. Breng deze brief en uw identiteitskaart mee. Vriendelijke groeten Sabine Verbeeck Werkwinkel Oostende Vogelstraat 00 Oostende 0 honderd vijftig

26 Kijk naar de brief. Omcirkel. Wie schrijft de brief? José Ramirez Sabine Verbeeck Monique Debruyn Voor wie is de brief? José Ramirez Sabine Verbeeck Monique Debruyn Deze brief is 0 een reclamefolder een uitnodiging een factuur Lees de brief. Omcirkel de antwoorden in de uitnodiging. Waar? Wanneer? Hoe laat? Wat moet hij meebrengen? Luister naar de dialoog. Zet een kruisje. Waar heeft José vorig jaar gewerkt? Bij Philips. Bij de VDAB. Bij Peters Bouwconstructies. Waar wil José nu werken? In Brussel. In Brugge. In Oostende. Waar gaat José morgen naar toe? Naar Philips. Naar Peters Bouwconstructies. Naar de VDAB. 0 honderd eenenvijftig

27 Luister nog een keer. Geef antwoord. Hoe laat moet José morgen naar Peters Bouwconstructies gaan? Tussen en Wat is hetzelfde? Trek een pijl. Ik ben werkloos. Er is een vacature. Ik werk voltijds. Ik werk als arbeider. Er is een job. Ik werk in een fabriek. Ik zoek werk. Ik werk uur per week. Een vacature bij PBC De werkgever stelt vragen. Wat kan je antwoorden? Trek een pijl. Hoe oud bent u? Wat is uw nationaliteit? Hebt u al als arbeider gewerkt? Hoelang woont u al in België? Bent u werkloos? Ja, in een autofabriek. Ja, nu wel. jaar. Ik ben Argentijn. jaar. De werkgever stelt vragen. Wat kan je antwoorden? Trek een pijl. Bent u Belgische? Hebt u al als naaister gewerkt? Hoelang bent u werkloos? Hebt u al gewerkt in België? Ja, in een textielfabriek. Nee, ik ben Turkse. Ja, in de Aldi. Een half jaar. honderd tweeënvijftig

28 Wat is hetzelfde? Trek een pijl. voltijds deeltijds vaste uren een vast contract het loon elke dag dezelfde uren werken geen interim uur per week hoeveel euro je krijgt per maand uur per week, of, of Luister naar de dialogen. Wat is juist? Omcirkel. voltijds / deeltijds vaste uren / flexibele uren interim contract / vast contract voltijds / deeltijds vaste uren / flexibele uren interim contract / vast contract voltijds / deeltijds vaste uren / flexibele uren interim contract / vast contract En jij? Welke job uit oefening vind jij interessant? Schrijf het cijfer:. En jij? Wat vraag jij aan de werkgever? Vul in. 0 Is het een Zijn het job? uren? Is het een Wat is het? contract? honderd drieënvijftig

29 Kan ik het? Praat met je buur. Heb jij werk? A A Waar werk jij? Wat moet je daar doen? A Ja. A A A Werk jij voltijds? Heb jij vaste uren? Is het een vaste job? B A Doe jij je job graag? A Hoelang doe je dat werk al? Heb jij werk? B Heb jij vroeger al gewerkt? B B B Heb jij al in België gewerkt? Heb jij vroeger in jouw land gewerkt? Nee. B Wil je graag werken in België? B Welke job vind je interessant? A B Spreek je al goed Nederlands? honderd vierenvijftig

30 Ik ben José Lees het verhaal. Ik ben José Ramirez. Ik ben twee jaar geleden uit Argentinië naar België gekomen. In het begin was het heel moeilijk. Maar nu heb ik hier al veel vrienden. En ik spreek al heel goed Nederlands. 0 Geef antwoord. Ik heb twee jaar in Brugge gewoond. Brugge is een leuke, mooie stad. Maar ik mis de zee daar In Argentinië heb ik altijd dicht bij het strand gewoond. De zee was op 0 meter van mijn huis. Zalig. Dus ik ben in België ook naar de zee verhuisd. En nu woon ik in Oostende. Aan de zee. Ik woon hier graag. Ik zoek hier werk. Ik woon in Flat Floris. Daar heb ik al een paar mensen gezien. Irma en Louis Petit heb ik de eerste keer gezien in het station. Heel toevallig. Monique heb ik ook al gezien. Een sympathieke vrouw. Ze heeft me gezegd waar alle winkels zijn. Ze is heel vriendelijk. En dan Natalia Ja, Natalia, wat moet ik over Natalia zeggen? Ze is mooi. Ze heeft prachtige blauwe ogen en mooi blond haar. Ik heb haar vandaag gezien in de gang. Olalaaa 0 Hoelang woont José in België? Spreekt José goed Nederlands? Waar woont José? Welke buren heeft José al gezien? Wat vindt José van Natalia? honderd vijfenvijftig

31 Natalia Janssens Natalia is verliefd Luister naar de dialoog. Wie is het? Zet een kruisje. Natalia Isabel blij slechtgezind content kwaad verliefd nerveus verlegen goedgezind En jij? Wanneer ben jij blij? Wanneer ben jij kwaad? Wanneer ben jij nerveus? honderd zesenvijftig

32 José geeft een feestje Lees de brief. Zaterdag, december 0.. Beste buren, Ik ben jullie nieuwe buurman. Ik woon in nummer. Mijn naam is José. Komen jullie morgenavond naar mijn appartement? Om uur is iedereen welkom voor een klein feestje, met een hapje en een drankje. Groetjes, José Omcirkel. Deze brief is een reclamefolder een uitnodiging een brief naar zijn familie Geef antwoord. Wie schrijft de brief? Voor wie is de brief? Wanneer is het feestje? Hoe laat is het feestje? Zet een kruisje. Waarom geeft José een feestje? Omdat hij jarig is. Omdat hij de nieuwe buurman is. Omdat hij werk heeft. Omdat zijn familie naar België komt. 0 honderd zevenenvijftig

33 Ik vind hem mooi Wie is het? Zet een kruisje. Ze vindt hem sympathiek. ze Natalia José hem Natalia José Hij vindt haar mooi. hij Natalia José haar Natalia José En jij? Wat vind jij? Denk aan twee personen, een man en een vrouw. Vul in. een man Ik denk aan Ik vind Ik vind een vrouw Ik denk aan Ik vind Ik vind honderd achtenvijftig

34 Er is geen warm water Luister naar Natalia. Wat is haar probleem? Omcirkel. 0 Schrijf het probleem van Natalia bij de juiste tekening. De deur is kapot. Er is geen warm water. Het dak lekt. Er is geen elektriciteit. Wie moet Natalia bellen? Schrijf de juiste letter bij de tekening. A de elektricien B de dakwerker C de schrijnwerker D de loodgieter honderd negenenvijftig

35 Kijk naar de tekeningen in de vorige oefening. Schrijf het probleem bij de juiste tekening. Wie moet je bellen? Schrijf de letter bij de juiste foto. Luister naar de dialoog. Wat moet Natalia opschrijven? Schrijf op de post-it. Luister nog een keer. Wat moet de loodgieter opschrijven? Schrijf in de agenda. DECEMBER DINSDAG uur: Vertommen, Blijstraat, Oostende. 0/ uur: Gevers, Putstraat, Oostende. 0/.. 0 honderd zestig

36 Kijk naar het probleem. Vul in. probleem de ramen komen schrijnwerker kunt hoe Goedendag Spreek ik met de? Ik heb een. zijn kapot. u komen? Wanneer kunt u? laat? Een berichtje van José 0 Lees het berichtje van José. Wat schrijft Natalia terug? Schrijf de sms. Natalia, Ga je mee iets drinken vanavond? X José 0 honderd eenenzestig

37 Natalia en José gaan naar een café. Ze praten met elkaar. Wie zegt het? Zet een kruisje. Ik werk van dinsdag tot zaterdag in de schoenwinkel. Ik heb jaar als arbeider in Brugge gewerkt. Ik heb heel sympathieke collega s. Ik wil over een paar jaar mijn eigen schoenwinkel beginnen. Ik ben vorige week bij de VDAB geweest. Misschien kan ik gaan werken bij PBC. Zijn jouw ouders mee naar België gekomen? Ik wil later graag kinderen. Ben jij al eens in Argentinië geweest? 0 Mijn ouders wonen in Buenos Aires. Irma praat graag, en veel. Ik ben soms een beetje verlegen. Jij spreekt echt heel goed Nederlands. Jij hebt mooie ogen Ik ben verliefd op jou. Natalia José honderd tweeënzestig

38 Het personeelsfeest Natalia vindt een brief op haar werk. Lees de brief. Dinsdag, december 0.. Beste collega s, Op vrijdag december is het personeelsfeest! Schrijf die datum snel in je agenda. We sluiten de winkel om uur, en dan ruimen we samen alles op. Om. uur gaan we eten in restaurant De vlinders. En daarna gaan we bowlen van uur tot uur. Alle partners zijn ook welkom op het personeelsfeest. Vriendelijke groeten, Luc Vos 0 Geef antwoord. Wie schrijft de brief? Wie is Luc Vos? Wanneer is het feest? Wat gaan ze doen op het feest? Hoe laat gaan ze eten? Hoe laat gaan ze bowlen? Wie mag er mee naar het feest? Vul in. Ik zoek het op. Ik vind het op pagina. honderd drieënzestig

39 Kan ik het? Is het vroeger of later? Zet een kruisje. gisterenavond vorige zondag overmorgen volgende vrijdag vorige maand twee weken geleden vroeger later vroeger later volgend jaar morgenvroeg over twee weken straks eergisteren Ik ben zo gelukkig! Lees het verhaal. Ik ben zo gelukkig Ik ben gisterenavond met José naar een leuk café geweest. Het was fantastisch In het begin was ik heel zenuwachtig. Maar dan hebben we gebabbeld over Flat Floris. En toen was ik niet meer nerveus. We hebben veel gepraat. En we hebben heel veel gelachen. Daarna hebben we op het strand gewandeld. Dat was zo romantisch! Hij heeft me zijn sjaal gegeven, want ik had het koud. En toen heeft hij zijn arm rond mijn schouder gelegd. Amai, ik had het direct terug warm! Ik ben echt verliefd. En weet je wat? Hij is ook verliefd op mij. Ik ben zo gelukkig! We passen heel goed samen. We hebben dezelfde interesses. We gaan morgen samen naar een film kijken. Ik mag kiezen welke film. En volgende zondag gaan we wandelen. En dan gaan we s avonds eten in een restaurant. Ik wil graag elke minuut bij hem zijn. Maar dat kan natuurlijk niet. Ik moet ook werken Misschien wil hij wel mee naar het personeelsfeest? Dat ga ik hem vragen! Als ik durf honderd vierenzestig

40 Sarah Wemba Een brief van de school Lees de brief. Donderdag, december 0.. Koninklijk Atheneum Oostende Beste ouders, De kerstvakantie komt eraan. Uw kind krijgt een rapport. Op donderdag december is het oudercontact. U kan dan met de titularis spreken over het rapport van uw kind. We werken op afspraak. Daarom vragen we om het onderstaande strookje in te vullen en voor woensdag december met uw kind mee te geven. Het oudercontact is van uur tot 0 uur. Vriendelijke groeten, Mr. Geldhof Directeur De ouder(s) van uit het de jaar ASO zullen op het oudercontact van donderdag december WEL/NIET aanwezig zijn. (omcirkel) We kunnen op school zijn op volgende uren (zet kruisjes): O tussen uur en uur O tussen uur en uur O tussen uur en uur O tussen uur en uur O tussen uur en 0 uur Naam ouder(s):. Handtekening 0 honderd vijfenzestig

41 Kijk naar de brief. Geef antwoord. Voor wie is de brief? Wie heeft de brief geschreven? Wanneer is het oudercontact? Wat moet Thomas doen? Wanneer moet Thomas het strookje meegeven aan Sarah? Lees. Thomas en Juliette willen samen naar het oudercontact gaan. Thomas moet werken tot. uur. Het gemeentehuis is dicht bij de school. Hij moet om.0 uur gaan volleyballen. Dat is ook dicht bij de school. Juliette is thuis met Rosa. Vul het strookje van de brief in. Het oudercontact Luister naar de dialoog. Wat kan Sarah goed? Wat kan ze niet goed? Zet een kruisje. Frans wiskunde meewerken in de klas orde in haar kaft huiswerk op tijd maken sociaal zijn in de klas goed niet goed honderd zesenzestig

42 Luister nog een keer. Vul in. wiskunde huiswerk ordelijk sociaal Frans. Sarah is. Maar ze is niet zo, ze is slordig. Ze is heel goed in. Maar ze is niet goed in. Ze moet haar maken. En jij? Geef antwoord. Wat kan jij goed in de Nederlandse les? Wat kan jij niet zo goed in de Nederlandse les? Is het juist of fout? Zet een kruisje. Ik maak mijn huiswerk. Ik kom op tijd. juist fout 0 Ik spreek Nederlands in de klas. Mijn kaft is ordelijk. honderd zevenenzestig

43 Het rapport van Sarah vakken punten opmerkingen Nederlands /0 Zeer goed, Sarah! Frans /0 Prachtig resultaat. Doe zo voort. Engels /0 Wiskunde /0 Thuis meer oefenen. Aardrijkskunde /0 Geschiedenis /0 Biologie /0 Goed gedaan! Zedenleer /0 Plastische opvoeding /0 Lichamelijke opvoeding /0 Opmerkingen % Je bent een aangename, sociale leerling, Sarah. Voor Frans ben je de beste van de klas. Proficiat! Voor wiskunde moet je nog veel oefenen. En we willen graag meer orde in je kaften. Goede vakantie! Handtekening ouders: Welk vak is het? Wat zegt de leraar? Schrijf de letter bij het juiste vak. A Ik heb gewerkt: Is dat vroeger of later? B Loop rondjes rond de turnzaal. C «On parle le Français ici!» D De hoofdstad van België is Brussel. E In is de Eerste Wereldoorlog begonnen. F Hoeveel is % van 00? G I am your new teacher. H Welke dieren hebben twee poten? I Je moet altijd respect hebben voor andere mensen. J Schilder een stuk fruit. honderd achtenzestig

44 Wat moeten de ouders doen met het rapport? Zet een kruisje. in de vuilbak gooien de opmerkingen invullen een handtekening zetten geld geven aan de lerares Waar moeten ze een handtekening zetten? Zet jouw handtekening op het rapport van Sarah. Ik vind wiskunde stom 0 Luister naar de dialoog. Vul in. mag moet wil kan Wat zegt Sarah? Ik geen huiswerk maken. Ik heb geen goesting. En ik ook niet naar school. De school is stom. Ik dat niet, wiskunde. Wiskunde is veel te moeilijk. Ik heel goed Frans. ik nu naar buiten, naar An? 0 Wat zegt Thomas? Je niet naar buiten. Je binnenblijven. Je je huiswerk maken. En je broer helpen. 0 Hij heel goed wiskunde. honderd negenenzestig

45 En jij? Je wil geen huiswerk maken. Schrijf slechte excuses. Ik was Ik had Ik moest Wiskunde is moeilijk Lees het verhaal. Ik ben Sarah Wemba. Ik woon met mijn broers, mijn kleine zusje en mijn ouders in Oostende. Wij wonen in een appartement. Het appartement is klein. Ik ga elke dag naar school. Frans vind ik plezant. Ik schrijf graag en ik lees graag in het Frans. Maar wiskunde vind ik stom. Ik kan dat niet goed. Het is heel moeilijk. En dan word ik zenuwachtig. Ik maak ook niet graag huiswerk. Pfff. Ik praat graag met mijn vriendinnen. Ik zing graag. Ik kijk graag in tijdschriften. Maar zwemmen vind ik niet plezant. 0 honderd zeventig

46 Lees. Dit is het einde van het boek. De laatste pagina. Op de eerste pagina kon jij nog geen Nederlands. Nu kan jij al veel. Dit is de laatste oefening. Lees de tekst van Sarah nog eens. Schrijf een tekst over jezelf. Je mag ook vertellen over jezelf aan je buur. Ik ben Ik woon Ik ga naar school. Ik leer Nederlands Dit ga ik thuis doen: 0 honderd eenenzeventig

Spreekopdrachten thema 4 Wonen

Spreekopdrachten thema 4 Wonen Boven: Spreekopdrachten thema 4 Wonen Opdracht 2 bij 4.1 * slaapkamer 2 trap Beneden: tuin garage TaalCompleet A1 Spreken Plus Thema 4-1 Opdracht 3 bij 4.1 ** Vertel. Wat voor huis heb jij? - Woon je in

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 4 Wonen

Spreekopdrachten thema 4 Wonen Spreekopdrachten thema 4 Wonen Opdracht 1 bij 4.1 ** Uitleg voor de docent: Op de volgende pagina vind je een blad met plaatjes. Knip de plaatjes uit en doe ze in een envelop. Geef elk tweetal een envelop.

Nadere informatie

Te huur HOOFDSTUK 4 WOORDEN. Kies het goede woord. 1 Ik woon in een flat op de vierde... a verdieping b appartement

Te huur HOOFDSTUK 4 WOORDEN. Kies het goede woord. 1 Ik woon in een flat op de vierde... a verdieping b appartement 51 51 HOOFDSTUK 4 Te huur WOORDEN 1 1 Ik woon in een flat op de vierde.... a verdieping b appartement 2 Het is een rijtjeshuis met een grote woonkamer en drie.... a tuinen b slaapkamers 3 Mijn woonkamer

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 7 Werken

Spreekopdrachten thema 7 Werken Spreekopdrachten thema 7 Werken Opdracht 2 bij 7.2 ** Knip de volgende pagina door. Je bent leidinggevende in een restaurant. Vandaag is de eerste werkdag van een nieuwe werknemer. Leg uit wat hij moet

Nadere informatie

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1 MEMORY WOORDEN 1.1 TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1 ik jij hij zij wij jullie zij de baby het kind ja nee de naam TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 2 MEMORY WOORDEN 1.2 TaalCompleet A1 Memory Woorden

Nadere informatie

ALFA A ANTWOORDEN STER IN LEZEN

ALFA A ANTWOORDEN STER IN LEZEN STER IN LEZEN ALFA A LES 1: NAAR SCHOOL 1 Ziek 1 b 2 3 b 4 a a B maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag zaterdag zondag C Dit is een vraag Hoe gaat het? Het gaat wel. En met jou? Waarom kom je niet?

Nadere informatie

werkbladen thema 5 werk

werkbladen thema 5 werk werkbladen thema 5 werk 5.0 vragen bij de film alleen Kijk naar de film. Geef antwoord op de vragen. eerste ronde filmkijken 1 Jan staat voor het uitzendbureau. Jan heeft werk. Tarik wil taxichauffeur

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk

Thema Op zoek naar werk http://www.edusom.nl Thema Op zoek naar werk Les 8. Praten en bellen over een baantje Inleiding Deze les gaat verder over het zoeken naar werk. De vrouw, Maria, gaat weer naar de winkel om over werk te

Nadere informatie

ANTWOORDEN TAALCOMPLEET A1 THEMA 4 WONEN

ANTWOORDEN TAALCOMPLEET A1 THEMA 4 WONEN ANTWOORDEN TAALCOMPLEET A1 THEMA 4 WONEN Opdracht 1 het gas de buren de woning de keuken Opdracht 11 1. De man werkt in de tuin. 2. De man leest in de woonkamer. 3. De man staat in de keuken. 4. De vrouw

Nadere informatie

REGELS. Onderstreep de pluralisvorm in de zin.

REGELS. Onderstreep de pluralisvorm in de zin. 61 61 REGELS 1 Onderstreep de pluralisvorm in de zin. 1 Ik woon met mijn gezin in een rijtjeshuis met vier slaapkamers. 2 De vijf appartementen in deze flat zijn heel klein. 3 Hij heeft een groot huis

Nadere informatie

Herhalingsoefeningen. Thema 3 Familie en relaties. 1 Woorden. Familie

Herhalingsoefeningen. Thema 3 Familie en relaties. 1 Woorden. Familie Herhalingsoefeningen Thema 3 Familie en relaties 1 Woorden Familie Lees de zinnen over de familie van Simon en Els. Schrijf de volgende namen in de stamboom: Hans, Helena, Hester, Joke, Mark, Michiel,

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 3 Vervoer

Spreekopdrachten thema 3 Vervoer Spreekopdrachten thema 3 Vervoer Opdracht 1 bij 3.1 Jullie zijn op straat. Cursist A: je wilt met de taxi reizen. Cursist B: je bent taxichauffeur. Klaar? Dan begint cursist B het gesprek. Cursist A 1.

Nadere informatie

de aanbieding reclame, korting De appels zijn in de a Ze zijn vandaag extra goedkoop.

de aanbieding reclame, korting De appels zijn in de a Ze zijn vandaag extra goedkoop. Woordenlijst bij hoofdstuk 4 de aanbieding reclame, korting De appels zijn in de a Ze zijn vandaag extra goedkoop. alleen zonder andere mensen Hij is niet getrouwd. Hij woont helemaal a, zonder familie.

Nadere informatie

ANTWOORDEN TAALCOMPLEET A2 THEMA 1 NEDERLAND

ANTWOORDEN TAALCOMPLEET A2 THEMA 1 NEDERLAND ANTWOORDEN TAALCOMPLEET A2 THEMA 1 NEDERLAND Opdracht 1 een afspraak maken het Nederlandse landschap Sinterklaas het kaartje Opdracht 13 Carola Hadassa Carola Hadassa Carola Hadassa Opdracht 18 Hallo,

Nadere informatie

Kijk nog eens in het boek op bladzijde 80 naar Werkwoorden in een andere tijd.

Kijk nog eens in het boek op bladzijde 80 naar Werkwoorden in een andere tijd. Grammaticaoefeningen 3 Wonen en vervoer Werkwoorden in een andere tijd Oefening 1 Kijk nog eens in het boek op bladzijde 80 naar Werkwoorden in een andere tijd. 1 Begrijp je deze informatie? ja / nee,

Nadere informatie

Wat gaan we doen? Kies uit: bijzondere dagelijks gratis aanstaande praktisch. 1 Dick en Anna gaan vrijdag trouwen. Dat is over twee dagen.

Wat gaan we doen? Kies uit: bijzondere dagelijks gratis aanstaande praktisch. 1 Dick en Anna gaan vrijdag trouwen. Dat is over twee dagen. 103 103 HOOFDSTUK 7 Wat gaan we doen? WOORDEN 1 Kies uit: bijzondere dagelijks gratis aanstaande praktisch 1 Dick en Anna gaan vrijdag trouwen. Dat is over twee dagen. 2 Op 22 november zijn we 25 jaar

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk

Thema Op zoek naar werk Thema Op zoek naar werk Lesbrief 8. Praten en bellen over een baantje Inleiding Deze les gaat verder over het zoeken naar werk. De vrouw,, gaat weer naar de winkel om over werk te praten. Ze wil de manager

Nadere informatie

ANTWOORDEN TAALCOMPLEET A2 THEMA 2 GELD

ANTWOORDEN TAALCOMPLEET A2 THEMA 2 GELD ANTWOORDEN TAALCOMPLEET A2 THEMA 2 GELD Opdracht 1: de pinpas de geldautomaten het geld het bedrag Opdracht 8 1. Hij betaalt in Nederland met de euro. 2. Wij wisselen geld. 3. Je hebt briefjes en munten.

Nadere informatie

LES 3 Ik leer Nederlands. TESTEN TEST 1

LES 3 Ik leer Nederlands. TESTEN TEST 1 12/11/14 1 LES 3 Ik leer Nederlands. TESTEN TEST 1 1. (lezen) Ik.... een lange tekst. 2 Hij.... een moeilijk boek. 3. Zij.... een gemakkelijk tekstje. 4..... jullie veel? Ja, wij.... graag kinderboeken.

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk. Demet TV. Lesbrief 7. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken

Thema Op zoek naar werk. Demet TV. Lesbrief 7. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken Thema Op zoek naar werk. Demet TV Lesbrief 7. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken Inleiding Maria heeft een sollicitatiegesprek met de manager. Deze les gaat over het tweede deel van het gesprek. Maria

Nadere informatie

Anna en Noah starten met een opleiding in een avondschool. Ze doen een graduaat marketing. Tijdens de eerste pauze praten ze met elkaar.

Anna en Noah starten met een opleiding in een avondschool. Ze doen een graduaat marketing. Tijdens de eerste pauze praten ze met elkaar. JEZELF VOORSTELLEN Anna en Noah starten met een opleiding in een avondschool. Ze doen een graduaat marketing. Tijdens de eerste pauze praten ze met elkaar. Wat moet je doen? 1. Lees de dialoog op blad

Nadere informatie

Thema Nederlandse cultuur en gewoontes

Thema Nederlandse cultuur en gewoontes http://www.edusom.nl Thema Nederlandse cultuur en gewoontes Lesbrief 32. Mag ik even uitpraten? Wat leert u in deze les? Eén lange zin maken van twee korte zinnen. Je mening geven. Veel succes! Deze les

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk. Les 10. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken

Thema Op zoek naar werk. Les 10. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken http://www.edusom.nl Thema Op zoek naar werk Les 10. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken Inleiding Maria heeft een sollicitatiegesprek met de manager. Deze les gaat over het tweede deel van het gesprek.

Nadere informatie

U leert in deze les "toestemming vragen". Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen.

U leert in deze les toestemming vragen. Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen. TOESTEMMING VRAGEN les 1 spreken inleiding en doel U leert in deze les "toestemming vragen". Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen. Bij toestemming vragen is het belangrijk dat je het op een

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 6. Het sollicitatiegesprek Antwoord geven op vragen

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 6. Het sollicitatiegesprek Antwoord geven op vragen Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 6. Het sollicitatiegesprek Antwoord geven op vragen Inleiding heeft een afspraak met de manager voor een sollicitatiegesprek. Deze les gaat over het eerste deel van het

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 10. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 10. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 10. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken Inleiding Maria heeft een sollicitatiegesprek met de manager. Deze les gaat over het tweede deel van het gesprek. Maria en

Nadere informatie

afgeven de kleur gaat in de Dit rode overhemd moet je apart wassen, want het g a. andere kleren zitten

afgeven de kleur gaat in de Dit rode overhemd moet je apart wassen, want het g a. andere kleren zitten Woordenlijst bij hoofdstuk 7 Deel 1 aanhebben (kleren) dragen Hij h een warme trui a, want het is koud. afgeven de kleur gaat in de Dit rode overhemd moet je apart wassen, want het g a. andere kleren zitten

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk. Les 9. Het sollicitatiegesprek Antwoord geven op vragen

Thema Op zoek naar werk. Les 9. Het sollicitatiegesprek Antwoord geven op vragen http://www.edusom.nl Thema Op zoek naar werk. Les 9. Het sollicitatiegesprek ntwoord geven op vragen Inleiding Maria heeft een afspraak met de manager voor een sollicitatiegesprek. Deze les gaat over het

Nadere informatie

Spreken Oefentoets spreken. SPREKEN NIVEAU A1

Spreken Oefentoets spreken. SPREKEN NIVEAU A1 SPREKEN NIVEAU A1 www.nt2taalmenu.nl Wat leer je? Spreken Oefentoets spreken Dit is een oefentoets voor cursisten die klaar zijn met het programma voor niveau A1. Hier zijn een paar tips om de oefening

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 8. Praten en bellen over een baantje

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 8. Praten en bellen over een baantje Thema Op zoek naar werk Lesbrief 8. Praten en bellen over een baantje Inleiding Deze les gaat verder over het zoeken naar werk. De vrouw,, gaat weer naar de winkel om over werk te praten. Ze wil de manager

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 9. Het sollicitatiegesprek Antwoord geven op vragen

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 9. Het sollicitatiegesprek Antwoord geven op vragen Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 9. Het sollicitatiegesprek Antwoord geven op vragen Inleiding heeft een afspraak met de manager voor een sollicitatiegesprek. Deze les gaat over het eerste deel van het

Nadere informatie

Oefening 1: Bouw correcte enkelvoudige zinnen door de woorden in de juiste volgorde te plaatsen. Soms heb je een vraagzin.

Oefening 1: Bouw correcte enkelvoudige zinnen door de woorden in de juiste volgorde te plaatsen. Soms heb je een vraagzin. Oefening 1: Bouw correcte enkelvoudige zinnen door de woorden in de juiste volgorde te plaatsen. Soms heb je een vraagzin. 1. Ga opnemen de telefoon je? 2. Ik te laat altijd kwam in de les. 3. Wat zijn

Nadere informatie

Melkweg. Een fijne wijk. Lezen van Alfa A naar Alfa B. Wonen: buren

Melkweg. Een fijne wijk. Lezen van Alfa A naar Alfa B. Wonen: buren Melkweg Lezen van Alfa A naar Alfa B Een fijne wijk Wonen: buren Colofon Melkweg: Een fijne wijk, 0 Auteurs: Merel Borgesius Kaatje Dalderop Willemijn Stockmann Dit katern is een uitgave van Stichting

Nadere informatie

Thema Kinderen en school. Les 17. De kinderopvang

Thema Kinderen en school. Les 17. De kinderopvang www.edusom.nl Thema Kinderen en school. Les 17. De kinderopvang zoekt opvang voor haar kind. Ze belt naar een kinderdagverblijf. Is er een plaats vrij? Is de peuterspeelzaal misschien een oplossing? Gaat

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen

Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen Opdracht 2 bij 1.2 Vraag en antwoord. Cursist A: lees de vraag hardop. Cursist B: lees het antwoord hardop. Klaar? Dan leest cursist B de vragen. Cursist A Cursist

Nadere informatie

2.7 In de supermarkt **

2.7 In de supermarkt ** 2.7 In de supermarkt ** Je hoort. Ze gaat naar de supermarkt. In de supermarkt zoekt ze alle boodschappen. Maar ze kan de koffie niet vinden. Ze vraagt het aan iemand die in de supermarkt werkt. verkoper

Nadere informatie

enkele genoeg informatie korting ongeveer overstappen rechtstreekse reis spoor vertrekt

enkele genoeg informatie korting ongeveer overstappen rechtstreekse reis spoor vertrekt Herhalingsoefeningen Thema 6 Reizen, openbaar vervoer 1 Woorden Lees de dialoog en vul de ontbrekende woorden in. Kies uit: enkele genoeg informatie korting ongeveer overstappen rechtstreekse reis spoor

Nadere informatie

ANTWOORDEN TAALCOMPLEET A2 THEMA 6 WERK ZOEKEN

ANTWOORDEN TAALCOMPLEET A2 THEMA 6 WERK ZOEKEN ANTWOORDEN TAALCOMPLEET A2 THEMA 6 WERK ZOEKEN Opdracht 1 werk zoeken het sollicitatiegesprek de vacature het cv Opdracht 8 Hoi Lisa! Bedankt voor je sms. Ik heb de vacature bekeken. De baan lijkt me erg

Nadere informatie

2c nr. 1 zinnen met want en omdat

2c nr. 1 zinnen met want en omdat OPDRACHTKAART www.nt2taalmenu.nl nt2taalmenu is een website voor mensen die Nederlands willen leren én voor docenten NT2. Iedereen die Nederlands wil leren, kan gratis online oefenen. U kunt ook veel oefeningen

Nadere informatie

Les 2 Uit welk land kom jij? TESTEN TEST 1

Les 2 Uit welk land kom jij? TESTEN TEST 1 15/10/14 1 Les 2 Uit welk land kom jij? TESTEN TEST 1 1. (komen) Waar.... jij vandaan? 2. Uit welk land.... u? 3. Brenda.... vandaag uit Engeland. 4. Wij.... uit België. 5. Wanneer.... zij thee drinken?

Nadere informatie

Melkweg. Goede reis. Lezen van Alfa A naar Alfa B. Reizen

Melkweg. Goede reis. Lezen van Alfa A naar Alfa B. Reizen Melkweg Lezen van Alfa A naar Alfa B Goede reis Reizen Colofon Melkweg Lezen van Alfa A naar Alfa B: Goede reis, 0 Auteurs: Merel Borgesius Kaatje Dalderop Willemijn Stockmann Dit katern is een uitgave

Nadere informatie

1. De verjaardag OPDRACHT 1. OPDRACHT 2 1. b) niet waar 2. a) waar 3. b) niet waar 4. a) waar 5. b) niet waar

1. De verjaardag OPDRACHT 1. OPDRACHT 2 1. b) niet waar 2. a) waar 3. b) niet waar 4. a) waar 5. b) niet waar 1. De verjaardag OPDRACHT 1 OPDRACHT 2 1. b) niet waar 2. a) waar 3. b) niet waar 4. a) waar 5. b) niet waar OPDRACHT 3 1. a) Wij praten over de kinderen met de buurman. 2. b) Zal ik me even voorstellen?

Nadere informatie

Opstartlessen. Les 2. Wonen. Wat leert u in deze les? Veel succes! Een gesprek voeren over wonen. Zeggen hoe u woont.

Opstartlessen. Les 2. Wonen. Wat leert u in deze les? Veel succes! Een gesprek voeren over wonen. Zeggen hoe u woont. www.edusom.nl Opstartlessen Les 2. Wonen Wat leert u in deze les? Een gesprek voeren over wonen. Zeggen hoe u woont. Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente Den Haag en DWI Amsterdam

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 7. Werk vragen in een winkel

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 7. Werk vragen in een winkel Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 7. Werk vragen in een winkel Inleiding Deze les gaat over het zoeken naar werk. Over hoe je een baan kunt vinden. In deze les gaat een vrouw, Maria, naar een winkel om

Nadere informatie

Thema In en om het huis.

Thema In en om het huis. http://www.edusom.nl Thema In en om het huis. Les 22. Een huis zoeken Wat leert u in deze les? Praten over uw huis Informatie over het vinden van een nieuwe woning Praten over wat afgelopen is Veel succes!

Nadere informatie

Thema Kinderen en school. Demet TV. Lesbrief 9. De kinderopvang

Thema Kinderen en school. Demet TV. Lesbrief 9. De kinderopvang Thema Kinderen en school. Demet TV Lesbrief 9. De kinderopvang zoekt opvang voor haar kind. belt naar een kinderdagverblijf. Is er plaats? Is de peuterspeelzaal misschien een oplossing? Gaat inschrijven

Nadere informatie

REGELS. Kies het goede woord. 1 Ik vind de fiets niet mooi. Ik koop... niet. a het b hem

REGELS. Kies het goede woord. 1 Ik vind de fiets niet mooi. Ik koop... niet. a het b hem 114 114 REGELS 1 1 Ik vind de fiets niet mooi. Ik koop... niet. a het b hem 2 Deze film is pas nieuw. Bijna niemand heeft... gezien. 3 Deze slagroom moet je niet meer eten.... is te oud. a Het b Hij 2

Nadere informatie

Wat heb je gisteren gedaan?

Wat heb je gisteren gedaan? Wat heb je gisteren gedaan? Uitleg 1 Het perfectum (I) In de volgende tekst zijn de vormen van het perfectum vetgedrukt. Gisteren heb ik een drukke dag gehad. s Morgens heb ik hard gewerkt. Daarna heb

Nadere informatie

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen 1. Print deze tekst 2. Download het geluidsbestand en luister Je gaat een toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen maken. Dit is een leestoets. De toets heeft vijf delen. Deel A, B, C, D en E. Deze toets

Nadere informatie

Wat zie je er leuk uit!

Wat zie je er leuk uit! 89 89 HOOFDSTUK 6 Wat zie je er leuk uit! WOORDEN 1 Kies uit: kort paars steil krullen kapper 1 Het haar van de vrouw is niet zwart. Het is! 2 Gisteren ben ik bij de geweest. 3 Mijn zoon heeft in zijn

Nadere informatie

Thema Kinderen en school. Lesbrief 20. Op het schoolplein

Thema Kinderen en school. Lesbrief 20. Op het schoolplein Thema Kinderen en school. Lesbrief 20. Op het schoolplein brengt zijn dochter Ama naar school. Hij praat met een moeder van een ander kind op het schoolplein. De moeder heet. Waar werkt? Wat leert u in

Nadere informatie

Melkweg. Naar de speelzaal. Lezen van Alfa B naar Alfa C. Taal en ouders: Peuters. Merel Borgesius Kaatje Dalderop Willemijn Stockmann

Melkweg. Naar de speelzaal. Lezen van Alfa B naar Alfa C. Taal en ouders: Peuters. Merel Borgesius Kaatje Dalderop Willemijn Stockmann Melkweg Lezen van Alfa B naar Alfa C Naar de speelzaal Taal en ouders: Peuters Merel Borgesius Kaatje Dalderop Willemijn Stockmann Colofon Melkweg: Naar de speelzaal, 0 Dit boekje is een uitgave van Stichting

Nadere informatie

A) Gebruik de volgende voegwoorden: maar, want, en, of.

A) Gebruik de volgende voegwoorden: maar, want, en, of. A) Gebruik de volgende voegwoorden: maar, want, en, of. 1. Trek je schoenen uit moeder heeft pas schoongemaakt. 2. Ik wilde gaan tennissen mijn vrienden vonden het te warm. 3. Drink je koffie drink je

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 8 Opleidingen

Spreekopdrachten thema 8 Opleidingen Spreekopdrachten thema 8 Opleidingen Opdracht 1 bij 8.2 Lees de vragen. Geef antwoord. 1. Kun je bij jou in de buurt cursussen volgen? Waar dan? 2. Volg jij een cursus of heb je een cursus gevolgd? Welke

Nadere informatie

Dag! kennismaken. Ik ben Eric.

Dag! kennismaken. Ik ben Eric. Vocabulaire Oefening 1 Woordweb Dag! Waar kom je vandaan? groeten Goedemorgen! de ontmoeting Hoe heet je? kennismaken Hoi! mensen Hallo! Ik ben Eric. nieuw Ik kom uit Engeland. Hallo, ik ben Mila. Ik ben

Nadere informatie

Thema Op het werk. Les 15. Vrij vragen

Thema Op het werk. Les 15. Vrij vragen www.edusom.nl Thema Op het werk. Les 15. Vrij vragen Kofi is op het werk. Hij wil een dag vrij. Hij vraagt het aan de vrouw op het kantoor. Zou het Kofi lukken? Souad komt op kantoor. Zij wil ook een dag

Nadere informatie

Thema Informatie vragen bij een instelling

Thema Informatie vragen bij een instelling http://www.edusom.nl Thema Informatie vragen bij een instelling Les 29. Bellen over een probleem Wat leert u in deze les? Een gesprek voeren over een probleem op het werk. Woorden die aangeven hoe vaak

Nadere informatie

Veertien leesteksten. Leesvaardigheid A1. Te gebruiken bij : Basisexamen Inburgering Studieboek. Ad Appel

Veertien leesteksten. Leesvaardigheid A1. Te gebruiken bij : Basisexamen Inburgering Studieboek. Ad Appel Veertien leesteksten Leesvaardigheid A1 Te gebruiken bij : Basisexamen Inburgering Studieboek Ad Appel Uitgave: Appel, Aerdenhout 2011-2016 Verkoopprijs: 1,95 Ad Appel Te bestellen via www.adappelshop.nl

Nadere informatie

Wat mevrouw verteld zal ik in schuin gedrukte tekst zetten. Ik zal letterlijk weergeven wat mevrouw verteld. Mevrouw is van Turkse afkomst.

Wat mevrouw verteld zal ik in schuin gedrukte tekst zetten. Ik zal letterlijk weergeven wat mevrouw verteld. Mevrouw is van Turkse afkomst. Interview op zaterdag 16 mei, om 12.00 uur. Betreft een alleenstaande mevrouw met vier kinderen. Een zoontje van 5 jaar, een dochter van 7 jaar, een dochter van 9 jaar en een dochter van 12 jaar. Allen

Nadere informatie

Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten

Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten www.edusom.nl Opstartlessen Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten Wat leert u in deze les? Een gesprek voeren over familie, vrienden en buurtgenoten. Antwoord geven op vragen. Veel succes! Deze les

Nadere informatie

MODULE 1 OPDRACHT 16. OPDRACHT heten 2. heet 3. heet 4. heten 5. heet 6. heten 7. heet 8. heet 9. heten 10. heet

MODULE 1 OPDRACHT 16. OPDRACHT heten 2. heet 3. heet 4. heten 5. heet 6. heten 7. heet 8. heet 9. heten 10. heet MODULE 1 OPDRACHT 16 OPDRACHT 13 1. heten 2. heet 3. heet 4. heten 5. heet 6. heten 7. heet 8. heet 9. heten 10. heet OPDRACHT 14 1. fout 2. goed 3. goed 4. fout 5. goed OPDRACHT 15 1. heten 2. heet 3.

Nadere informatie

WAT STAAT ER IN JE AGENDA?

WAT STAAT ER IN JE AGENDA? BLAD 1 WAT STAAT ER IN JE AGENDA? In de agenda van je kind staat veel informatie. Je kind moet: Huiswerk maken Een les leren Iets meebrengen Wat moet je doen? 1 Kijk naar de agenda op blad 2. Welke informatie

Nadere informatie

REGELS. Wat hoort bij elkaar?

REGELS. Wat hoort bij elkaar? 171 171 REGELS 1 1 Ik ga iets eten want a ze geven een feestje. 2 Ik ga iets eten omdat b ik heb honger. 3 Vanavond gaan we naar de buren want c ze een feestje geven. 4 Vanavond gaan we naar de buren omdat

Nadere informatie

Lesbrief 3. De fysiotherapeut.

Lesbrief 3. De fysiotherapeut. MDS-65 speakerstand Thema Gezondheid. Lesbrief 3. De fysiotherapeut. Inleiding Deze les gaat over praten met de fysiotherapeut. Een man, meneer Kaya, belt de fysiotherapeut. Hij maakt een afspraak. Hij

Nadere informatie

Thema 2 Boodschappen. Inhoudsopgave

Thema 2 Boodschappen. Inhoudsopgave Thema 2 Boodschappen Inhoudsopgave 2.1 Eten en drinken 131 2.2 Ontbijt, lunch en avondeten 133 2.3 Ik drink melk. 135 2.4 Aard-ap-pel 136 2.5 Maanden en seizoenen 138 2.6 Op de markt 140 2.7 In de supermarkt

Nadere informatie

Thema 8: remediëring bij toets taalbeschouwing

Thema 8: remediëring bij toets taalbeschouwing accent Thema 8: remediëring bij toets taalbeschouwing Naam: Je leert nadenken over zinnen. (vraag 1) Je leert wat zinnen zijn. Je weet dat er allerlei soorten zinnen bestaan. (vraag 1 en 2) 1 Lees deze

Nadere informatie

Melkweg. De deur op slot. Lezen van Alfa A naar Alfa B. Wonen: Veilig wonen

Melkweg. De deur op slot. Lezen van Alfa A naar Alfa B. Wonen: Veilig wonen Melkweg Lezen van Alfa A naar Alfa B De deur op slot Wonen: Veilig wonen Colofon Melkweg: De deur op slot, 2013 Auteurs: Merel Borgesius Kaatje Dalderop Willemijn Stockmann Dit katern is een uitgave van

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 6 Werk zoeken

Spreekopdrachten thema 6 Werk zoeken Spreekopdrachten thema 6 Werk zoeken Opdracht 1 bij 6.1 * Beantwoord de vragen. 1. Waar zoek je vacatures? In de krant, op internet of ergens anders? 2. Ga je naar het UWV WERKbedrijf? 3. Ga je naar een

Nadere informatie

werkbladen thema 6 feestdagen en vrije tijd

werkbladen thema 6 feestdagen en vrije tijd werkbladen thema 6 feestdagen en vrije tijd 6.0 vragen bij de film alleen Kijk naar de film. Geef antwoord op de vragen. eerste ronde filmkijken Badria wordt vandaag 5 jaar. Jan koopt een boek voor Badria.

Nadere informatie

Opstartles 10. EXTRA Oefenen met woorden bij de lessen

Opstartles 10. EXTRA Oefenen met woorden bij de lessen www.edusom.nl Opstartles 10. EXTRA Oefenen met woorden bij de lessen Het is belangrijk om veel woorden te leren. In deze extra les vindt u extra woorden bij de Opstartlessen 1 t/m 5. Kijk ook eens naar

Nadere informatie

EEN BRIEF NAAR DE DOCENT

EEN BRIEF NAAR DE DOCENT EEN BRIEF NAAR DE DOCENT Je hebt een vraag en je schrijft een brief naar je docent. Wat moet je doen? 1. Lees de e-mail op blad 2. Beantwoord de vragen. 2. Lees de e-mail op blad 3. Beantwoord de vragen.

Nadere informatie

Melkweg. Wat leert je kind? Lezen van Alfa A naar Alfa B. Taal en ouders: de basisschool

Melkweg. Wat leert je kind? Lezen van Alfa A naar Alfa B. Taal en ouders: de basisschool Melkweg Lezen van Alfa A naar Alfa B Wat leert je kind? Taal en ouders: de basisschool Colofon Melkweg Lezen van Alfa A naar Alfa B: Wat leert je kind?, 2013 Auteurs: Merel Borgesius Kaatje Dalderop Willemijn

Nadere informatie

Kies uit: schiet op jarig ziekenhuis sport laat. 1 Morgen is mijn dochter. Ze wordt zes jaar. 3 Ik op maandag, woensdag en vrijdag.

Kies uit: schiet op jarig ziekenhuis sport laat. 1 Morgen is mijn dochter. Ze wordt zes jaar. 3 Ik op maandag, woensdag en vrijdag. 21 21 HOOFDSTUK 2 Te laat! WOORDEN 1 Kies uit: schiet op jarig ziekenhuis sport laat 1 Morgen is mijn dochter. Ze wordt zes jaar. 2 Ron,! De bus komt bijna! 3 Ik op maandag, woensdag en vrijdag. 4 We komen

Nadere informatie

Thema Op het werk. Lesbrief 12. De eerste werkdag

Thema Op het werk. Lesbrief 12. De eerste werkdag Thema Op het werk. Lesbrief 12. De eerste werkdag Deze les gaat over de eerste werkdag. gaat voor het eerst werken bij een snoepfabriek. Hij komt binnen en maakt kennis met de chef. De chef vertelt hem

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen

Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen Opdracht 1 bij 1.2 * Doe de opdracht met de groep. Uitleg voor de docent: De cursisten lopen door elkaar door het lokaal. Laat de cursisten elkaar in tweetallen begroeten,

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 5. Werk vragen in een winkel

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 5. Werk vragen in een winkel Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 5. Werk vragen in een winkel Inleiding Deze les gaat over het zoeken naar werk. Over hoe je een baan kunt vinden. In deze les gaat een vrouw, Maria, naar een winkel om

Nadere informatie

1 Werkwoord. (wonen, werken, lopen,...) 8 Grammatica is niet moeilijk. wonen, werken, lopen,... noemen we werkwoorden.

1 Werkwoord. (wonen, werken, lopen,...) 8 Grammatica is niet moeilijk. wonen, werken, lopen,... noemen we werkwoorden. 1 Werkwoord (wonen, werken, lopen,...) wonen, werken, lopen,... noemen we werkwoorden. 8 Grammatica is niet moeilijk 1.1 woon, woont, wonen Ik woon nu in Nederland. Jij woont nu in Nederland. U woont nu

Nadere informatie

Wat eten we vanavond?

Wat eten we vanavond? Wat eten we vanavond? 6+8 huishoudshop A: Wat eten we vanavond? Spaghetti? A: Wat eten we vanavond? Spaghetti? B: Wat! Weer spaghetti? B: Wat! Weer spaghetti? A: Even kijken, is er nog pasta? A: Even kijken,

Nadere informatie

Signaalwoorden en verschillende vormen van woorden

Signaalwoorden en verschillende vormen van woorden Grammaticaoefeningen 4 Sociale contacten Signaalwoorden en verschillende vormen van woorden Oefening 1 Bespreek de vragen. 1 Kijk nog eens in het boek op bladzijde 100 naar Signaalwoorden. Begrijp je al

Nadere informatie

Thema Op het werk. Demet TV. Lesbrief 8. De eerste werkdag

Thema Op het werk. Demet TV. Lesbrief 8. De eerste werkdag Thema Op het werk. Demet TV Lesbrief 8. De eerste werkdag Deze les gaat over de eerste werkdag. gaat voor het eerst werken bij een snoepfabriek. Hij komt binnen en maakt kennis met de chef. De chef vertelt

Nadere informatie

Antwoorden Thema 5 woonomgeving. Oefening 3. 1. mag 2. moest 3. Mag 4. moeten 5. Mag 6. moeten 7. moet 8. mogen 9. mocht 10.

Antwoorden Thema 5 woonomgeving. Oefening 3. 1. mag 2. moest 3. Mag 4. moeten 5. Mag 6. moeten 7. moet 8. mogen 9. mocht 10. Antwoorden Thema 5 woonomgeving Oefening 3 A 1. mag 2. moest 3. Mag 4. moeten 5. Mag 6. moeten 7. moet 8. mogen 9. mocht 10. moesten B 1. Kon 2. Willen 3. Kan 4. kunnen 5. mocht 6. Kan - kan 7. wilde 8.

Nadere informatie

Het thema van deze les is Op zoek naar werk. Dit is les 7 Beginners. Werk vragen in een winkel.

Het thema van deze les is Op zoek naar werk. Dit is les 7 Beginners. Werk vragen in een winkel. Tekst Audio Les 7 /m 11 Radio Amsterdam Les 7 Beginners. Werk vragen in een winkel. Track 1 Jingle Track 2 Het thema van deze les is Op zoek naar werk. Dit is les 7 Beginners. Werk vragen in een winkel.

Nadere informatie

MIJN LAND. Oh mijn land. Ik mis het echt. Elke dag heb ik heimwee. Elke nacht droom ik erover. Ik mis mijn land. Ik mis elke straat. Ik mis alles.

MIJN LAND. Oh mijn land. Ik mis het echt. Elke dag heb ik heimwee. Elke nacht droom ik erover. Ik mis mijn land. Ik mis elke straat. Ik mis alles. MIJN LAND Oh mijn land Ik mis het echt. Elke dag heb ik heimwee. Elke nacht droom ik erover. Oh mijn land Ik mis mijn land. Ik mis elke straat. Ik mis alles. Oh mijn land Ik mis mijn familie. Mijn vrienden,

Nadere informatie

Lesleidraad. Beste docent

Lesleidraad. Beste docent 2 Lesleidraad Beste docent De zomer van Atlas komt eraan. Honderden anderstaligen kunnen zich de laatste week van juni inschrijven voor het zomeraanbod bij Atlas. We willen de cursisten de kans geven om

Nadere informatie

Geef antwoord op de vraag met een complete zin. VOORBEELD: Waar slaap jij? ANTWOORD: Ik slaap in een bed. (Schrijf uw antwoorden ook in uw schrift).

Geef antwoord op de vraag met een complete zin. VOORBEELD: Waar slaap jij? ANTWOORD: Ik slaap in een bed. (Schrijf uw antwoorden ook in uw schrift). G. Spreekvaardigheid Geef antwoord op de vraag met een complete zin. VOORBEELD: Waar slaap jij? ANTWOORD: Ik slaap in een bed. (Schrijf uw antwoorden ook in uw schrift). 1. Wanneer begint de les? 2. Waar

Nadere informatie

Gezond thema: DE HUISARTS

Gezond thema: DE HUISARTS Gezond thema: DE HUISARTS 1. Wat gaan we doen? Praten over de huisarts en wat de huisarts doet. Nieuwe woorden leren over de huisarts. Het gesprek met de huisarts oefenen. 2. Wat vind ik van? Als je een-op-een

Nadere informatie

Ria Massy. De taart van Tamid

Ria Massy. De taart van Tamid DE TAART VAN TAMID Ria Massy De taart van Tamid De taart van Tamid 1 Hallo broer! Hallo Aziz! roept Tamid. Zijn hart klopt blij. Aziz belt niet zo dikwijls. Hij woont nog in Syrië. Bellen is moeilijk in

Nadere informatie

ANTWOORDEN TAALCOMPLEET A2 THEMA 8 OPLEIDINGEN

ANTWOORDEN TAALCOMPLEET A2 THEMA 8 OPLEIDINGEN ANTWOORDEN TAALCOMPLEET A2 THEMA 8 OPLEIDINGEN Opdracht 1 het diploma de docent het lokaal de kunst Opdracht 11 Inschrijfformulier MBO Graag voor 1 april volledig en duidelijk ingevuld opsturen. Gegevens

Nadere informatie

NT2. Examen I: Spreken. Voorbeeldexamen. Opgavenboekje. Staatsexamen Nederlands als tweede taal. Examennr. kandidaat: Aanwijzingen

NT2. Examen I: Spreken. Voorbeeldexamen. Opgavenboekje. Staatsexamen Nederlands als tweede taal. Examennr. kandidaat: Aanwijzingen Examen I: Spreken Tijdsduur ± 30 minuten Opgavenboekje 2009 Voorbeeldexamen Examennr. kandidaat: Aanwijzingen U gaat een spreektoets maken. De toets bestaat uit twee delen. Elk deel begint met een korte

Nadere informatie

Spreken. Les 4: Wat zeg je? In een kledingzaak OPDRACHTKAART. www.nt2taalmenu.nl

Spreken. Les 4: Wat zeg je? In een kledingzaak OPDRACHTKAART. www.nt2taalmenu.nl OPDRACHTKAART www.nt2taalmenu.nl nt2taalmenu is een website voor mensen die Nederlands willen leren én voor docenten NT2. Iedereen die Nederlands wil leren, kan gratis online oefenen. U kunt ook veel oefeningen

Nadere informatie

Thema Gezondheid. Lesbrief 33. In gesprek met de leerkracht.

Thema Gezondheid. Lesbrief 33. In gesprek met de leerkracht. http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Lesbrief 33. In gesprek met de leerkracht. Wat leert u in deze les? Een gesprek voeren met de leerkracht. Zinnen maken met omdat. Hulp vragen. Veel succes! Deze les

Nadere informatie

Deel D Spreken - Thema 1 Thuiskomen

Deel D Spreken - Thema 1 Thuiskomen Deel D Spreken - Thema 1 Thuiskomen 1. Leven jouw opa en oma nog? (grootmoeder) 2. Kun jij zelf een kast in elkaar zetten? (handig) 3. Waarom doet de stofzuiger het niet? (stekker) Je neef stelt jou een

Nadere informatie

Hoe gaat het met je studie?

Hoe gaat het met je studie? 195 195 HOOFDSTUK 12 Hoe gaat het met je studie? WOORDEN 1 Kies uit: onvoldoende controleren gymnastiek mening huiswerk 1 Heb je je al gemaakt? 2 Ik was op school niet zo goed in. Ik vond sport niet leuk.

Nadere informatie

2002/2003 SPREKEN EXAMEN I. Voorbeeldexamen Tijdsduur ± 30 minuten. Opgavenboekje. Examennummer kandidaat: Aanwijzingen. Staatsexamen Nederlands

2002/2003 SPREKEN EXAMEN I. Voorbeeldexamen Tijdsduur ± 30 minuten. Opgavenboekje. Examennummer kandidaat: Aanwijzingen. Staatsexamen Nederlands SPREKEN EXAMEN I Voorbeeldexamen Tijdsduur ± 30 minuten 2002/2003 Opgavenboekje Examennummer kandidaat: Aanwijzingen Staatsexamen Nederlands NT als tweede taal 2 U gaat een spreektoets maken. De toets

Nadere informatie

Is er een universiteit in Leuven? Kan je 3 vakken op de secundaire school opnoemen? Wat betekent tarieven? Een actieve quiz!

Is er een universiteit in Leuven? Kan je 3 vakken op de secundaire school opnoemen? Wat betekent tarieven? Een actieve quiz! QUIZ Is er een universiteit in Leuven? Kan je 3 vakken op de secundaire school opnoemen? Wat betekent tarieven? Een actieve quiz! Wat moet je doen? 1. We doen deze quiz in groepjes. Ga ongeveer per 3 in

Nadere informatie

Thema Gezondheid. Lesbrief 5. De tandarts

Thema Gezondheid. Lesbrief 5. De tandarts Thema Gezondheid Lesbrief 5. De tandarts Inleiding Deze les gaat over praten bij de tandarts. Meneer Wong komt voor controle bij de tandarts. De tandarts kijkt of alle tanden en kiezen goed zijn. Wat leert

Nadere informatie

Antwoorden Thema 5 Vrije tijd

Antwoorden Thema 5 Vrije tijd Antwoorden Thema 5 Vrije tijd Luisteren Oefening 2 hobby Willem Linda hockeyen squashen tennissen voetballen bioscoop theater ballet kroegbezoek concertbezoek popmuziek jazz klassieke muziek Spreken Oefening

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 3 Kinderen

Spreekopdrachten thema 3 Kinderen Spreekopdrachten thema 3 Kinderen Opdracht 1 bij 3.2 Jullie zijn bij het consultatiebureau. Cursist A: je bent arts bij het consultatiebureau. Cursist B: je bent met je baby van twee maanden bij het consultatiebureau.

Nadere informatie

BIJLAGEN LESPAKKET 1.2

BIJLAGEN LESPAKKET 1.2 BIJLAGEN LESPAKKET 1.2 BIJLAGE 1 A4 BLADEN THEMA S BIJLAGE 2 DOMINO EMOTIES BIJLAGE 3 MATCHING OEFENING GEVOELENS BIJLAGE 4 VRAGENLIJST FILM BIJLAGE 5 VRAGENSTROOKJES HOEKENWERK BIJLAGE 6 ANTWOORDENBLAD

Nadere informatie