Opmerkingen volgens Artikel 7(3) van Richtlijn 2002/21/EC1

Transcriptie

1 EUROPESE COMMISSIE Brussel, 10-VII-2006 SG-Greffe (2006) D/ Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit Zurichtoren Muzenstraat WB Den Haag Fax : Ter attentie van: Dhr Chris A. Fonteijn Voorzitter College Geachte heer Fonteijn, Betreft: Zaak NL/2006/0410 Wholesalemarkt voor de levering van transmissiediensten van analoge radiosignalen via FM en middengolf aan programma-aanbieders (radiostations) in Nederland Opmerkingen volgens Artikel 7(3) van Richtlijn 2002/21/EC1 I. PROCEDURE Op 8 Juni 2006 registreerde de Commissie onder zaaknummer NL/2005/0410, een kennisgeving van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit ( OPTA ) betreffende de wholesalemarkt voor de levering van transmissiediensten van analoge radiosignalen via FM en middengolf aan programma-aanbieders (radiostations) in Nederland. De nationale consultatie 2 werd opgestart op 21 September 2005 en liep gedurende 1 maand. 1 Richtlijn 2002/21/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronische communicatie netwerken en diensten ( de Kaderrichtlijn ), PB L 108, , p Overeenkomstig Artikel 6 van de Kaderrichtlijn. Commission européenne, B-1049 Bruxelles / Europese Commissie, B-1049 Brussel - Belgium. Telephone: (32-2)

2 Deze markten maken deel uit van markt 18 in de Commissie s Aanbeveling 3. De analyse van deze markten volgt op de marktonderzoeken welke voorheen aan de Commissie werden aangemeld en door de Commissie werden onderzocht onder zaaknummers NL/2005/ en NL/2005/ Overeenkomstig Artikel 7(3) van de Kaderrichtlijn kunnen nationale regelgevende instanties (NRIs) en de Commissie, de betrokken NRI hun opmerkingen over de ontwerpmaatregel meedelen. II. BESCHRIJVING VAN DE ONTWERPMAATREGEL II.1. Marktdefinitie Nadat OPTA voorheen de levering van transmissiediensten van radiosignalen via kabel, ADSL en satelliet van haar marktanalyse had uitgesloten 6, stelt ze nu voor om twee afzonderlijke markten voor wholesale transmissiediensten te definiëren: De nationale wholesale markt voor de levering van transmissiediensten van analoge AM radiosignalen (hoog vermogen) aan programma-aanbieders (radiostations); en, De nationale wholesale markt voor de levering van transmissiediensten van analoge FM radiosignalen aan programma-aanbieders (radiostations). Inzake AM and FM transmissiediensten, stelt OPTA dat het ontbreken van substitutie langs de vraagzijde gerelateerd is aan de respectievelijke omroeplicenties die nodig zijn voor de omroep in elke relevante frequentie. Dergelijke licenties worden periodiek toegekend voor lange periodes, dit door veilingen van overheidswege, en zijn bijgevolg niet vrij verkrijgbaar. Bovendien duidt OPTA op de belangrijke kwaliteitsverschillen tussen FM en AM. In termen van aanbodsubstitutie, wijst OPTA op de verschillende infrastructuur / uitrusting die nodig is voor het leveren van FM en AM transmissiediensten. OPTA wijst er verder op dat de wholesale markt voor de levering van transmissiediensten van analoge AM radiosignalen aan programma-aanbieders verder kan opgesplitst worden in hoge- en lage zendvermogens. Volgens OPTA, vereisen AM lage zendvermogens geen milieuvergunning en beslaan deze beperkte geografische gebieden. Aangezien deze locale / regionale transmissiediensten relatief eenvoudig kunnen gedupliceerd worden, besluit OPTA dat deze niet behoren tot de relevante AM transmissiemarkt, welke in aanmerking zou kunnen komen voor ex-ante regelgeving. 3 Aanbeveling van de Commissie 2003/311/EC van 11 februari 2003 betreffende relevante producten- en diensten markten in de electronische communicatiesector die overeenkomstig de Kaderrichtlijn aan ex ante regelgeving kunnen worden onderworpen, PB L 114, , p. 45 ( de Aanbeveling ). 4 Omroeptransmissiediensten voor het leveren van omroepinhoud aan eindgebruikers in Nederland in de respectievelijke verzorgingsgebieden van de belangrijkste kabeloperatoren: UPC, Essent en Casema. Zie de Commissie s opmerkingen van 28 Oktober 2005 (D/205971). 5 Levering van vrij toegankelijke radio- en televisiepakketten via de kabel in Nederland in de respectievelijke verzorgingsgebieden van UPC, Essent en Casema: zie de Commissie s ernstige twijfel brief van 3 November 2005 (D/205966) en de brief van 21 December 2005 (D/207636) waarin de Commissie haar ernstige twijfels terugneemt. 6 Radio wordt slechts in heel beperkte mate via deze platforms in de ether gebracht. 2

3 Ten slotte, heeft OPTA besloten om geen relevante markt te definiëren voor het aanbieden van transmissiediensten via de kortegolf, aangezien er slechts een enkele Nederlandse omroeporganisatie op deze frequentie actief is, met een doelpubliek dat voornamelijk gesitueerd is buiten Nederland (en buiten de EU), alsook met het oog op de afwezigheid van concurrentieproblemen op deze markt. OPTA is van oordeel dat de geografische markt voor de relevante productmarkten een nationale dimensie heeft. Behalve de twee beschouwde markten voor transmissiediensten, heeft OPTA de infrastructuur die nodig is voor het zenden van radio signalen over de verschillende frequenties in overweging genomen. Om AM en FM radio transmissiediensten te kunnen leveren moet de aanbieder immers toegang hebben tot de site waar de mast is opgericht en waaraan de antennesystemen zijn opgesteld evenals de andere relevante uitrusting voor het zenden van het radio signaal via de ether (inter alia masten en antenne systemen). OPTA concludeert echter dat deze markten voor relevante infrastructuur geen kandidaat zijn voor ex ante regelgeving en meerbepaald omwille van: (i) Art van de Telecommunicatiewet (welke artikel 12 van de Kaderrichtlijn implementeert), hetwelk OPTA in de mogelijkheid stelt om operatoren het medegebruik van faciliteiten of goederen op te leggen wanneer ondernemingen geen toegang hebben tot valabele alternatieven of wanneer de noodzaak zich opdringt om het milieu, de publieke gezondheid, de openbare orde te beschermen of om objectieven inzake ruimtelijke ordening te bereiken, en dit zonder dat aanmerkelijke marktmacht ( SMP ) dient gevonden te worden; (ii) De voorwaarden die werden opgelegd volgend op de overname van Nozema Services door KPN, volgens dewelke KPN en Nozema Services alle upstream infrastructuur hebben afgesplitst naar NOVEC, een onderneming van de Nederlandse Staat. Hieruit volgt dat er een structurele scheiding is tussen, langs de ene kant NOVEC welke de upstream infrastructuur beheert en bezit, en langs de andere kant, Nozema Services die de downstream transmissiediensten levert; (iii) De statuten van NOVEC welke haar verplichten toegang op non- discriminatoire en tegen kostengeoriënteerde tarieven te verlenen en; (iv) II.2. de doelmatigheid van het mededingingsrecht. Beoordeling van aanmerkelijke marktmacht ( SMP ) Inzake de analyse van SMP op de transmissiediensten markt, focust OPTA op de kenmerken van deze markten in Nederland, hierbij de antwoorden geformuleerd tijdens de nationale consultatie in overweging nemend. Twee ondernemingen zijn voornamelijk actief op de betrokken wholesale markten: - Nozema Services N.V., waarover KPN Telecom B.V recent de zeggenschap heeft verworven. - Broadcast Newco Two B.V. 3

4 OPTA stelt dat de Nederlandse markt voor transmissiediensten specifieke kenmerken heeft. In hoofdzaak kunnen deze markten gekenmerkt worden als biedmarkten in dewelke transacties zich op een onregelmatige manier aanbieden en waarbij contracten worden toegekend met een lange duur. Het is aannemelijk dat enkel tijdens deze biedingsperiodes partijen elkaar beconcurreren. OPTA stelt dat tijdens het biedingsproces voldoende concurrentie plaatsvindt, zelfs wanneer er een gelimiteerd aantal concurrenten is aan de aanbodszijde. Deze factoren impliceren dat noch een groot marktaandeel, noch een beperkt aantal aanbieders op de markten aanleiding zou kunnen geven tot een gebrek aan concurrentie in het kader van deze beschikking. Bijkomend dient gesteld dat zowel Nozema Services en Broadcast Newco Two transmissiediensten leveren op de volledige Nederlandse markt. Bijgevolg concludeert OPTA dat geen enkele onderneming individueel of collectief SMP heeft op de markten voor AM en FM radio transmissiediensten. II.3. Reguleringsmaatregelen Op basis van de bevinding dat de infrastructuurmarkten niet onderhevig zijn aan ex ante regelgeving, en dat geen enkele onderneming SMP heeft op de markten voor AM en FM radio transmissiediensten, heeft OPTA niet de intentie om reguleringsmaatregelen op te leggen. III. OPMERKINGEN De Commissie heeft de kennisgeving onderzocht en heeft de volgende opmerking. 7 Alhoewel OPTA de drie criteria test niet expliciet heeft toegepast met betrekking tot de infrastructuurmarkten, blijkt uit OPTA s argumentatie dat het mededingingsrecht (met inbegrip van de structurele afscheiding die opgelegd werd als een remedie in de context van fusiecontrole) samen met andere wetgevende voorzieningen als voldoende kan worden beschouwd om een mogelijk marktfalen op deze markt aan te pakken. Bijgevolg, en op basis van de hierboven opgesomde elementen, kan de Commissie akkoord gaan met OPTA s conclusie dat de infrastructuurmarkten niet onderworpen zijn aan ex ante regelgeving. Echter, de Commissie nodigt OPTA uit tot het opvolgen van de ontwikkeling van mededinging in de transmissiediensten markt. Dit met het oog op het verzekeren dat de alternatieve mechanismen, die moeten instaan voor het remediëren van mogelijk marktfalen op de infrastructuurmarkten, ook daadwerkelijk effectief zijn. Overeenkomstig Artikel 7(5) van de Kaderrichtlijn, kan OPTA de uiteindelijke ontwerpmaatregel goedkeuren en, in voorkomend geval, aan de Commissie meedelen. Het standpunt van de Commissie betreft onderhavige kennisgeving, onverminderd de standpunten die zij zou kunnen aannemen ten aanzien van andere ter kennis gebrachte ontwerpmaatregelen. 7 Overeenkomstig Artikel 7(3) van de Kaderrichtlijn. 4

5 Overeenkomstig punt 12 van Aanbeveling 2003/561/EC 8 zal de Commissie dit document op haar website bekendmaken. De Commissie beschouwt de informatie in dit document als nietvertrouwelijk. U wordt verzocht de Commissie binnen 3 werkdagen volgend op ontvangst van onderhavig document te informeren 9 indien u van mening bent dat dit document, overeenkomstig communautaire en nationale voorschriften over zakengeheimen en vertrouwelijkheid, vertrouwelijke informatie bevat die u bij publicatie niet vermeld wenst te zien. Dergelijke aanvraag dient u te motiveren. Hoogachtend, Voor de Commissie, Philip LOWE Directeur generaal 8 Aanbeveling van de Commissie 2003/561/EC van 23 juli 2003 betreffende kennisgevingen, termijnen en raadplegingen als bedoeld in Artikel 7 van richtlijn 2002/21/EC, PB L 190, , p Uw aanvraag moet verstuurd worden per INFSO-COMP-ARTICLE7@ec.europa.eu of per fax: