Besluit van de Commissie met betrekking tot zaak NL/2012/1306: Markten voor vaste telefonie in Nederland

Transcriptie

1 EUROPESE COMMISSIE Brussel, 16/04/2012 C(2012) 2663 SG-Greffe (2012)D/6759 Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (OPTA) Zurichtoren - Muzenstraat WB Den Haag Nederland Ter attentie van: De heer Chris A. Fonteijn Voorzitter Fax: Geachte heer Fonteijn, Betreft: Besluit van de Commissie met betrekking tot zaak NL/2012/1306: Markten voor vaste telefonie in Nederland Artikel 7, lid 3, van Richtlijn 2002/21/EG 1 : Geen opmerkingen I. PROCEDURE Op 16 maart 2012 heeft de Commissie een kennisgeving ontvangen van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (OPTA) betreffende de markten voor vaste telefonie in Nederland (wholesale en retail) 2. De nationale consultatie 3 ving aan op 14 juli 2011 en duurde 8 weken. Belanghebbenden werden ook uitgenodigd op een openbare hoorzitting op 2 september Richtlijn 2002/21/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronische-communicatienetwerken en -diensten, PB L 108 van , blz. 33, gewijzigd bij Richtlijn 2009/140/EG (beterregelgevenrichtlijn), PB L 337 van , blz. 37, en Verordening (EG) nr. 544/2009, PB L 167 van , blz. 12 (kaderrichtlijn). Overeenkomend met markten 1 en 2 in Aanbeveling 2007/879/EG van de Commissie van 17 december 2007 betreffende relevante producten- en dienstenmarkten in de elektronischecommunicatiesector die overeenkomstig Richtlijn 2002/21/EG van het Europees Parlement en de Raad inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronischecommunicatienetwerken en -diensten aan regelgeving ex ante kunnen worden onderworpen (Aanbeveling betreffende relevante markten), PB L 344, , blz. 65, en markten 3 en 5 in Aanbeveling 2003/311/EG van de Commissie van 11 februari 2003 betreffende relevante producten- en dienstenmarkten in de elektronischecommunicatiesector die overeenkomstig Richtlijn 2002/21/EG van het Europees Parlement en de Raad inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronischecommunicatienetwerken en -diensten aan regelgeving ex ante kunnen worden onderworpen, PB L 114 van , blz Overeenkomstig artikel 6 van de kaderrichtlijn. Europese Commissie, 1049 Brussel, BELGIË - Tel

2 Bij brief van 28 maart 2012 heeft de Commissie OTPA een verzoek om inlichtingen 4 toegezonden; het antwoord hierop werd op 2 april 2012 ontvangen. Overeenkomstig artikel 7, lid 3, van de kaderrichtlijn kunnen nationale regelgevende instanties (NRI's), het Orgaan van Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie (BEREC) en de Commissie aan de betrokken NRI opmerkingen sturen over ontwerpmaatregelen waarvan kennisgeving is gedaan. II. II.1. BESCHRIJVING VAN DE ONTWERPMAATREGEL Achtergrond De markt voor vaste telefonie in Nederland is eerder al ter kennis gebracht van en beoordeeld door de Commissie onder zaaknummers NL/2008/0821, NL/2008/0822 en NL/2012/1303. II.2. Marktafbakening Ter vaststelling van de passende afbakening van de wholesalemarkt begint OPTA met een analyse van de retailmarkt in afwezigheid van regulering. Op basis van aanbodsubstitutie en potentiële concurrentie alsook van vraagsubstitutie identificeert OPTA drie retailmarkten die worden weerspiegeld op wholesaleniveau: i) PSTN/VoB1 toegang en gesprekken (de markt voor enkelvoudige gesprekken); ii) ISDN1/ISDN2/VoB2 toegang en gesprekken (de markt voor tweevoudige gesprekken); en iii) ISDN15/ISDN20/ISDN30 toegang en gesprekken (de markt voor meervoudige gesprekken) 5. Zoals in haar reguleringsbesluit voor vaste telefonie van 2008 behoren toegang en gesprekken volgens OPTA tot dezelfde productmarkt aangezien in Nederland 98 % van de afnemers het toegangsabonnement en de gespreksdiensten van een en dezelfde aanbieder afnemen 6. OPTA oordeelt dat alle toegangs/gespreksdiensten die worden geleverd over koper-, glasvezel- en coaxialekabelnetten tot dezelfde relevante wholesalemarkten behoren, waarvan de omvang nationaal is. OPTA is van oordeel dat de omvang van de geïdentificeerde retailmarkten in aanwezigheid van wholesaleregulering ongewijzigd blijft Overeenkomstig artikel 5, lid 2, van de kaderrichtlijn. OPTA verfijnde de marktafbakening ten opzichte van haar vorige besluiten van 2005 en 2008, waarin een onderscheid werd gemaakt tussen een "residentiële" markt (twee of minder gelijktijdige aansluitingen) en een "zakelijke" markt (meer dan twee gelijktijdige aansluitingen). OPTA acht het nu passend een onderscheid te maken tussen enkelvoudige en tweevoudige gesprekken teneinde de door VoB-diensten uitgeoefende concurrentiedruk correct te weerspiegelen. OPTA stelde een betrekkelijk significante druk van VoB op de markt voor enkelvoudige gesprekken vast, terwijl het slechts een beperkte impact op de markt voor tweevoudige gesprekken waarnam. Door vast te houden aan de gemeenschappelijke markt voor enkelvoudige en tweevoudige gesprekken zou worden voorbijgegaan aan de door VoB uitgeoefende vormen van druk. Voorts bestaan er tussen de twee markten verschillen in de kenmerken van de vraag, die zich vertalen in de prijsstelling. OPTA legt uit dat er bij een greenfieldbenadering geen prikkel zou zijn om los van de gespreksdiensten toegang tot het vastetelefonienetwerk aan te bieden. In aanwezigheid van wholesaleregulering, met inbegrip van C(P)S-regulering, neemt tegen Q slechts 2 % van de eindgebruikers de twee diensten van verschillende aanbieders af. 2

3 II.3. Beoordeling van de driecriteriatoets 7 OPTA concludeert dat met betrekking tot de wholesalemarkten voor enkelvoudige, tweevoudige en meervoudige gesprekken aan de driecriteriatoets is voldaan. OPTA is van oordeel dat de markt voor enkelvoudige gesprekken 8 in aanwezigheid van wholesaleregulering (d.w.z. carrier(pre-)selectie (C(P)S) en het verhuren van lijnen op wholesaleniveau (WLR)) alsook van significante druk van VoB-diensten (voice over broadband) neigt naar daadwerkelijke concurrentie en dat bijgevolg niet aan het tweede criterium van de driecriteriatoets is voldaan. OPTA concludeert dat de retailmarkten voor tweevoudige en meervoudige oproepen daarentegen aan de driecriteriatoets voldoen, waardoor zij voor ex-anteregulering in aanmerking komen. II.4. Vaststelling van aanmerkelijke marktmacht II.4.1. Wholesalemarkten Op basis van de volgende elementen is OPTA van oordeel dat KPN op elk van de drie relevante wholesalemarkten over AMM beschikt: marktaandelen; moeilijk te repliceren infrastructuur; verticale integratie; diversificatie van producten en diensten; schaal- en breedtevoordelen (die belangrijk blijven, ondanks de aanwezigheid van bovenliggende generieke wholesaleregulering, in combinatie met netwerkdekking); overstapdrempels; de afwezigheid van kopersmacht die een tegenwicht kan vormen; toetredingsbelemmeringen (zij het in mindere mate in aanwezigheid van bovenliggende wholesale generieke toegangsregulering). Met betrekking tot marktaandelen stelt OPTA vast dat KPN in aanwezigheid van bovenliggende generieke wholesaleregulering een marktaandeel van [ ] % op de markt voor enkelvoudige gesprekken heeft in Q Verwacht wordt dat dit aandeel tegen eind 2014 zal toenemen (tot 57 %), ondanks de verwachte versterking van de positie van kabelaanbieders door de voorspelde groei van VoB-diensten 9, alsook van die van alternatieve aanbieders die diensten aanbieden op basis van generieke wholesaleregulering. Met betrekking tot de markt voor tweevoudige gesprekken stelt OPTA vast dat KPN's marktaandeel van [ ] % in Q2 2011, eind 2014 in aanwezigheid van wholesaleregulering nog steeds 87 % zal bedragen. Kabelaanbieders zijn onlangs tot deze markt toegetreden met hun VoB-diensten maar hebben nog geen sterke marktpositie veroverd Overeenkomstig punt 2 in samenhang met overweging 5 van de aanbeveling betreffende relevante markten dienen nationale regelgevende instanties er bij het aanwijzen van andere markten dan die welke in de bijlage zijn opgenomen, op toe te zien dat cumulatief aan de volgende criteria is voldaan: 1) er moeten hoge toegangsdrempels van niet-voorbijgaande aard bestaan, 2) de structuur van de markt mag binnen de relevante tijdspanne niet naar daadwerkelijke mededinging neigen en 3) de toepassing van mededingingswetgeving zou niet volstaan om de tekortkomingen van de markt(en) te corrigeren.. In haar analyse van de retailmarkt voor vaste telefonie in Nederland van 2008 stelde OPTA dat KPN geen AMM had op het residentiële segment dat bestaat uit diensten voor twee of minder (gelijktijdige) gesprekken middels PSTN, VoB1 en ISDN2 en VoB2. OPTA verklaart dat de corresponderende thans geïdentificeerde markt voor enkelvoudige gesprekken die uitsluitend bestaat uit gestapelde PSTN- en VoB1-gespreksdiensten zelfs concurrerender is dan de residentiële markt van Op basis van vier mogelijke scenario's wordt verwacht dat KPN's marktaandeel, dat medio 2010 [ ] % bedroeg en medio 2011 [ ] %, eind 2014 tussen de 46 en 54 % zal bedragen. OPTA merkt echter op dat bepaalde PSTN-afnemers nog niet overstappen naar VoB vanwege specifieke behoeften voor alarminstallaties en/of omdat zij geen bundel van diensten (met televisie en/of internet) nodig hebben. OPTA is van oordeel dat VoB een beter substituut is voor ISDN- dan voor PSTNaansluitingen. [ ] % van het totale aantal aansluitingen op de markt voor tweevoudige gesprekken zijn VoB- 3

4 Met betrekking tot de markt voor meervoudige gesprekken stelt OPTA vast dat KPN's marktaandeel van [ ] % in Q2 2011, eind 2014 nog steeds 67 % zal bedragen. Door de beperkte netwerkdekking van individuele aanbieders en doordat VoB-diensten niet tot deze markt behoren 11 is de rol van kabelaanbieders op deze markt beperkt. II.4.2. Retailmarkten OPTA is van oordeel dat KPN over AMM beschikt op de markten voor tweevoudige en meervoudige gesprekken onder meer op basis van marktaandelen; moeilijk te repliceren infrastructuur, netwerkdekking, schaal- en breedtevoordelen en overstapdrempels. Op de retailmarkt voor tweevoudige gesprekken stelt OPTA vast dat KPN's marktaandeel van [ ] % in Q naar verwachting tot % zal dalen in aanwezigheid van wholesaleregulering. In dit opzicht geeft OPTA aan dat het belang van WLR voor de levering van ISDN2 volgens marktstudies, zeker op lange termijn, zal afnemen ten gunste van het belang van VoB. Aan de onderkant van de SOHO 12 -markt worden meer bundels met VoB afgenomen. Het groeipotentieel van kabelaanbieders wordt hier echter minder hoog geacht dan op de retailmarkt voor enkelvoudige gesprekken aangezien zij hun coaxnetwerken niet naar bedrijventerreinen hebben uitgerold en zij vrijwel uitsluitend VoB aanbieden terwijl de zakelijke vraag naar ISDN blijft uitgaan. Voorts heeft KPN in tegenstelling tot de individuele kabelaanbieders een koperen toegangsnetwerk met landelijke dekking. Regulering van wholesaletoegang, C(P)S en WLR verkleinen KPN's concurrentievoordelen in termen van i) netwerkdekking, ii) moeilijk te repliceren infrastructuur en iii) voordelen van verticale integratie. Zelfs in aanwezigheid van wholesaleregulering trekt KPN echter profijt van schaal- en breedtevoordelen, en in beperkte mate van voordelen met betrekking tot product- en dienstendiversificatie, met name vanwege zijn capaciteit op het gebied van mobiele telefonie. Overstapdrempels en disciplinerende effecten van buiten de markt dragen ook bij tot KPN's AMM-positie op deze markt. Op de retailmarkt voor meervoudige gesprekken, stelt OPTA vast dat KPN's marktaandeel van [ ] % in Q tegen eind 2014 waarschijnlijk tot % zal dalen. Tal van factoren dragen echter bij tot de vaststelling dat KPN over een AMM-positie op de markt beschikt: beperkte dynamiek op de retailmarkt voor diensten voor meervoudige gesprekken; KPN's moeilijk te dupliceren netwerkdekking en verticale integratie; breedtevoordelen en in beperkte mate schaalvoordelen; product- en dienstendiversificatie; overstapdrempels; en minder disciplinerend effect van mogelijke verschuivingen van de belvolumes. II.5. Reguleringsmaatregelen II.5.1. Wholesaleregulering OPTA oordeelt dat KPN de mogelijkheid heeft tot mededingingsverstorend gedrag zoals toegangsweigering, discriminatoir gedrag (in termen van informatieverstrekking, vertragingstactieken, toegangsvoorwaarden, kwaliteit, strategisch productontwerp, koppelverkoop, prijsstelling), marge-uitholling en buitensporige prijzen. Om zulk potentieel marktfalen ex ante te remediëren, stelt OPTA voor KPN de volgende verplichtingen op te leggen: i) C(P)S, met inbegrip van overige gespreksopbouwdiensten (bestemmingen via welke vervolgdiensten kunnen worden aangeboden) en bijbehorende faciliteiten voor de aansluitingen. VoB-diensten worden steeds belangrijker op deze markt. [ ] % van KPN's marktaandeel betreft diensten voor tweevoudige gesprekken op basis van VoB. OPTA verklaart dat VoB weliswaar een vraagsubstituut op retailniveau voor ISDN1/2 is, maar nog niet in voldoende mate voor ISDN15/20/30 door de lagere kwaliteitsperceptie ("latency" (tijdsvertraging), "jitter" (spreiding in tijdsvertraging)) in combinatie met relatief hoge overstapdrempels in termen van kosten. Small Office/Home Office. 4

5 levering van PSTN- en ISDN-aansluitingen en diensten voor enkelvoudige, tweevoudige en meervoudige gesprekken 13 ; ii) WLR, met inbegrip van bijbehorende faciliteiten, die de toegangszoeker in staat stelt de klantrelatie over te nemen, wat kan worden gezien als een ondersteunende maatregel voor C(P)S voor de levering van PSTN- en ISDN-aansluitingen en diensten voor enkelvoudige, tweevoudige en meervoudige gesprekken. Ter ondersteuning van deze verplichtingen stelt OPTA voor het volgende op te leggen: i) een non-discriminatieverplichting, met inbegrip van een verbod op tariefdifferentiatie 14 en marge-uitholling 15 ; ii) een transparantieverplichting, met inbegrip van de publicatie van een referentieaanbod; iii) tariefregulering, op basis van een safety cap met inflatiecorrectie en een wholesale price cap op basis van EDC 16 (embedded direct costs) voor nieuwe diensten voor tweevoudige en meervoudige gesprekken. OPTA erkent dat dit niet overeenkomt met strikte kostenoriëntatie maar verklaart dat de markt, in het licht van de onzekere marktontwikkelingen voor minstens de volgende 10 jaar, behoefte heeft aan reguleringszekerheid 17. Tegen deze achtergrond stelt OPTA nu al voor om deze regulering voor verscheidene reguleringsperioden te behouden. OPTA zal het regulerend optreden afbouwen door de verplichting van C(P)S of WLR voor de levering van VoB in te trekken. Voorgesteld wordt dat een dergelijke afbouw van de regulering van kracht wordt bij de inwerkingtreding van het herziene telecompakket in de Nederlandse wetgeving, waarna OPTA moet specificeren welke specifieke vormen van toegang onder de toegangsverplichting vallen 18. OPTA acht het niet noodzakelijk C(P)S-regulering met betrekking tot VoB-aansluitingen te behouden aangezien generieke wholesaleverplichtingen zoals ontbundelde toegang tot het aansluitnet op de markt voor fysieke netwerkinfrastructuur en wholesalebreedbandtoegang (WBA) beter geschikt zijn 19. OPTA acht het ook niet noodzakelijk de WLR-verplichting te In haar ontwerpmaatregel noemt OPTA de aantallen waarop deze verplichting van toepassing is. Sommige vormen van tariefdifferentiatie mogen echter worden toegepast na goedkeuring door OPTA. Dit verbod wordt gespecificeerd in non-discriminatievoorschrift nummer 5, waarin wordt bepaald dat KPN's downstreamdiensten op dienstniveau te allen tijde en overal prijstechnisch repliceerbaar moeten zijn. De retailopslag wordt vastgesteld op 1 %, ter weerspiegeling van de zuiver marginale retailkosten die gemoeid zijn met een bepaalde losse dienst. In het kader van het EDC-toerekeningssysteem worden alle voor de levering van de betreffende wholesalediensten relevante kosten, dus ook de indirecte, gezamenlijke en gemeenschappelijke kosten, aan die diensten toegerekend. Er wordt gebruik gemaakt van current cost accounting (CCA). De Commissie merkt op dat OPTA ook voor markt 4 tariefregulering op basis van een safety cap voorstelde (zaak NL/2011/1278), hetgeen de Commissie ertoe heeft gebracht een opmerking te maken over de geschiktheid van kostengeoriënteerde toegangsprijzen voor wholesaletoegangsproducten. De Commissie merkt de grotere flexibiliteit (binnen de grenzen van het regelgevingskader) op die NRI's wordt geboden bij het vaststellen van remediërende maatregelen, wanneer er geen vastgestelde aanbevolen aanpak krachtens artikel 19 van de kaderrichtlijn is. In dit specifieke geval acht de Commissie het niet passend de opmerking te herhalen die rekening houdend met de aanbevolen aanpak van de Commissie voor het vaststellen van kostengeoriënteerde prijzen voor toegangsproducten van de volgende generatie in zaak NL/2011/1278 werd gemaakt. De Commissie heeft in dit verband herhaaldelijk haar bezorgdheid geuit ten aanzien van de late omzetting van het herziene regelgevingskader in Nederland. OPTA verduidelijkt dat wanneer een aanbieder KPN om C(P)S-toegang voor de levering van VoB verzoekt, de partijen eerst een commerciële overeenkomst moeten sluiten en OPTA zal nagaan of het een redelijk verzoek betreft en of er een uitzondering op de regel moet worden gemaakt. 5

6 behouden ten aanzien van de levering van VoB aangezien dat de investeringsprikkels van VoB-aanbieders zou beperken en VoB zeer goed kan worden geleverd op basis van WBA. Met betrekking daartoe stelt OPTA zelfs helemaal geen regulering ten aanzien van VoBdiensten op wholesaleniveau voor. Voorts acht OPTA het voor diensten voor enkelvoudige oproepen niet proportioneel de tariefregulering voort te zetten na de omzetting en inwerkingtreding van de herziene telecomregels. In overeenstemming met de huidige Nederlandse telecomwetgeving moet OPTA C(P)S prijsregulering opleggen op marktpartijen met AMM. Middels de herziene Nederlandse telecomregels is deze bepaling niet langer van toepassing. OPTA is van oordeel dat de non-discriminatieverplichting de prikkel voor KPN om buitensporige prijzen te hanteren, wegneemt. De migratie van PSTN naar VoB en de sterke positie van kabelaanbieders inzake VoB zal KPN motiveren om tarieven vast te stellen die zijn klanten in staat stellen te concurreren met kabelaanbieders. OPTA is van oordeel dat de kans op afnemers die overstappen naar kabel- of andere aanbieders met eigen infrastructuur op de markt voor tweevoudige en meervoudige gesprekken beperkt is en dat een prijsregulering daarom noodzakelijk blijft. II.5.2. Retailregulering Na de analyse van de driecriteriatoets vindt OPTA dat KPN in aanwezigheid van wholesaleregulering nog steeds AMM heeft en met betrekking tot ISDN-aansluitingen op de markten voor tweevoudige en meervoudige gesprekken nog steeds de mogelijkheid en de prikkel heeft om mededingingsverstorend gedrag zoals buitensporige prijzen, margeuitholling, prijsdiscriminatie en koppelverkoop of bundeling aan de dag te leggen. Om zulk potentieel marktfalen ex ante te remediëren, stelt OPTA voor een ondergrenstariefregulering op te leggen, in de vorm van een prijssqueezetoets op dienstniveau waarbij de opslag wordt vastgesteld op het niveau van de door KPN te dekken integrale retailkosten, gebaseerd op KPN's (nog te publiceren) kostengegevens over In het licht van de zeer beperkte groep inerte afnemers voor wie KPN buitensporige prijzen zou kunnen hanteren is het volgens OPTA niet proportioneel andere specifieke regulering op te leggen. OPTA legt uit dat de ondergrenstariefregulering dienstenconcurrentie zal stimuleren en concurrentiedruk op KPN zal leggen om geen buitensporige prijzen te hanteren. Op vergelijkbare wijze zorgt de ondergrenstariefregulering ervoor dat KPN's aanbiedingen prijstechnisch kunnen worden gerepliceerd en bijgevolg dat mededingingsverstorende bundelingspraktijken worden verhinderd. In voorkomende gevallen kunnen lockinpraktijken worden aangepakt door de mededingingswetgeving. Met betrekking tot VoB-diensten voor tweevoudige gesprekken (merk op dat VoB-diensten niet tot de markt voor meervoudige gesprekken behoren) stelt OPTA niet voor de eerder opgelegde prijsregulering (price floor) te handhaven. OPTA oordeelt dat dit niet noodzakelijk is gezien het gebrek aan voordelen voor KPN, het bestaan van door KPN aangeboden wholesaleaanbiedingen die kunnen worden gebruikt om VoB-diensten aan te bieden, en de marge-uithollingstoets. OPTA is ook van oordeel dat kabelaanbieders zijn beginnen toe te treden tot de markt voor tweevoudige gesprekken en dat zij hun marktaandeel in de toekomst zullen vergroten. De in OPTA's analyse van de retailmarkt voor vaste telefonie van 2008 opgelegde retailverplichting wordt ingetrokken en vervangen overeenkomstig de implementatietermijnen van de thans voorgestelde remedies Prijsaanpassingen die vereist zijn met betrekking tot het actieve portfolio worden doorgevoerd binnen drie maanden na de inwerkingtreding van de thans aangemelde maatregel. De implementatietermijn voor de installed base bedraagt negen maanden na de inwerkingtreding van de thans aangemelde maatregel. 6

7 III. GEEN OPMERKINGEN De Commissie heeft de kennisgeving en de aanvullende informatie van OPTA onderzocht en heeft geen opmerkingen 21. Overeenkomstig artikel 7, lid 7, van de Kaderrichtlijn kan OPTA de ontwerpmaatregel vaststellen en, in voorkomend geval, aan de Commissie meedelen. Het standpunt van de Commissie over deze kennisgeving loopt niet vooruit op standpunten die zij zou kunnen innemen ten aanzien van andere ontwerpmaatregelen waarvan kennisgeving wordt gedaan. Overeenkomstig punt 15 van Aanbeveling 2008/850/EG 22 zal de Commissie dit document op haar website publiceren. De Commissie beschouwt de daarin vervatte informatie niet als vertrouwelijk. Als u van mening bent dat dit document overeenkomstig de nationale en EUregels inzake de vertrouwelijkheid van bedrijfsinformatie vertrouwelijke informatie bevat die u voorafgaand aan de publicatie wilt laten schrappen, wordt u verzocht de Commissie hiervan in kennis te stellen 23 binnen drie dagen na ontvangst van deze brief 24. U moet hierbij aangeven om welke redenen u daarom vraagt. Hoogachtend, Voor de Commissie Robert Madelin Directeur-generaal Overeenkomstig artikel 7, lid 3, van de kaderrichtlijn. Aanbeveling van de Commissie 2008/850/EG van 15 oktober 2008 betreffende kennisgevingen, termijnen en raadplegingen als bedoeld in artikel 7 van Richtlijn 2002/21/EG van het Europees Parlement en de Raad inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronischecommunicatienetwerken en -diensten, PB L 301 van , blz. 23. Dit verzoek dient per te worden gericht aan INFSO-COMP-ARTICLE7@ec.europa.eu of per faxbericht aan De Commissie kan het publiek voor het eind van deze periode van drie dagen in kennis stellen van het resultaat van haar beoordeling. 7