B.P.A. Brouckhof Gedeeltelijke Herziening

Transcriptie

1 B.P.A. Brouckhof Gedeeltelijke Herziening Algemene Bepalingen 1. Plandocumenten a) De stedenbouwkundige voorschriften b) De kaartbladen bestaande toestand (1) en bestemmingsplan (2) zijn afzonderlijke plankaarten. De kaartbladen vormen samen met bovengenoemde stedenbouwkundige voorschriften één geheel. 2. Voorrangsregels bij strijdigheid. In geval van betwistingen hebben de grafische aanduidingen voorrang op de geschreven voorschriften. Het BPA werd opgemaakt aan de hand van kadasterplannen en aangevuld met gegevens van plaatsbezoek. Bij uitvoeringsplannen op basis van correcte metingsplannen zoals verkavelingen; wegenisplan, bouwplannen, zijn er lichte afwijkingen mogelijk, die evenwel geen afbreuk mogen doen aan het totale concept van het BPA. 3. Terminologie Ten behoeve van de leesbaarheid is hierbij volgende verklarende begrippenlijst gevoegd : Stedenbouwkundige voorschriften B.P.A. Brouckhof Gedeeltelijke Herziening 1

2 STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN ALGEMEEN 1. In de totaliteit van het plangebied is het plaatsen van recreatieve buitenverblijven zoals caravans, kampeerwagens en zichtbare bovengrondse brandstofrecipiënten verboden en het plaatsen van TVantennes en andere ontvangst- en/of zendinstallaties zichtbaar vanop het openbaar domein is eveneens verboden 2. De hoogte van een gebouw wordt gemeten vanaf de dorpel van de gelijkvloerse bouwlaag tot bovenkant kroonlijst. Bij vaststelling van hoogte gerekend in aantal bouwlagen wordt aan een bouwlaag een maximum hoogte van 3,00 m. toebedacht. 3. De grafische aanduidingen op het plan hebben voorrang op de stedenbouwkundige voorschriften 4. Bouwwerken en constructies van openbaar nut en/of gemeenschapsvoorzieningen die voldoen aan de behoeften van de wijk, kunnen worden toegelaten in alle voor bebouwing bestemde zones van dit BPA voor zover ze beantwoorden aan de specifieke inplantings- en bouwvoorschriften van de betreffende bestemmingzone en mits ze door hun uitbating geen afbreuk doen aan het normale gebruik en genot van de betreffende bestemmingszone, noch aan deze die daaraan palen. Stedenbouwkundige voorschriften B.P.A. Brouckhof Gedeeltelijke Herziening 2

3 ZONE 1 : ZONE VOOR WONEN, DETAILHANDEL EN AMBACHTELIJK 1.0. VERKLARING BIJ DEZE BESTEMMINGSZONE 1.1. BESTEMMING Woongebouwen voor meergezinswoningen en woningen, detailhandel, ambachtelijke activiteiten die betrekking hebben op de aanleunende zone (zone 2) en kantoren die ondersteunend werken en niet storend en niet hinderend zijn voor de woonomgeving, met uitsluiting van dancings, discotheken en andere instellingen en activiteiten die de rust en de woonomgeving kunnen aantasten of negatief kunnen beïnvloeden 1.2. INPLANTING Plaatsing t.o.v. de weggrens: zie plan Plaatsing t.o.v. de zijkavelgrenzen: - 0,00 m. voor zover op het perceel dat aan deze zijkavelgrenzen paalt geen onbebouwde vrije zijstrook bestaat of niet zal vrijgelaten worden - min. 3,00 m. voor zover op het perceel dat aan deze zijkavelgrens paalt eveneens een onbebouwde zijstrook bestaat of kan geëerbiedigd worden Plaatsing t.o.v. de achterkavelgrens: zie plan De bouwdiepte - voor de gelijkvloerse bebouwing: maximum zie plan - voor de verdieping: maximum 12,00 m 1.3. KAVELBREEDTE Behoudens de bestaande toestand moet de kavelbreedte minimum 8,00 m. bedragen BOUWHOOGTE Maximum twee (2) bouwlagen. De kroonlijsthoogte mag niet meer bedragen dan 6,30 m. en dit gemeten van bovenkant inkomdorpel tot bovenkant kroonlijst. De maximum hoogte van de nok is gelegen op maximum 6,70 m. boven de kroonlijst DAKHELLING Minstens 80% van het dakoppervlak zal bestaan uit hellende vlakken van minimum 35 tot maximum 55. De overige dakgedeelten kunnen afgewerkt worden met verticale en/of horizontale vlakken en boogvormige elementen DAKBEDEKKING Voor de hellende dakvlakken zijn slechts dakpannen en tegelpannen variërend tussen zwart, bruin en roodbruine kleuren toegelaten. De kleuren en materialen moeten harmonisch aansluiten met deze van de gevels. Helle kleuren, verglaasde pannen, gegolfde platen en bedekking van hellende oppervlakten met asfaltpapier zijn er absoluut verboden. Het verwerken van zonnepanelen en dakvlakramen is toegelaten op voorwaarde dat de oppervlakte ervan niet meer bedraagt dan 1/5 van het dakoppervlak waarin deze zijn verwerkt. Stedenbouwkundige voorschriften B.P.A. Brouckhof Gedeeltelijke Herziening 3

4 1.7. GEVELMATERIAAL Voor de uitvoering van de gevels zijn enkel toegelaten: - Gevelmetselwerk bestaande uit paramentbakstenen of uit bakstenen al dan niet geschilderd in niet storende tinten. - Beraping onder vorm van sierbepleistering in niet storende tinten. - De kleuren en materialen moeten harmonisch aansluiten met deze van de dakbedekking. - Alle PVC-elementen en metaalplaten als gevelelementen met uitzondering van rolluiken, ramen, dakgoten, afleiders, en poorten zijn verboden Alle geveldelen op de gemeenschappelijke perceelsgrens die niet door een bouwdeel zijn bedekt en voor zover ze binnen het toegelaten bouwvolume gelegen zijn moeten uit hetzelfde gevelmateriaal bestaan Alle delen in metselwerk die boven de dakvlakken uitsteken moeten alzijdig met hetzelfde gevelmateriaal afgewerkt worden Asbestcementbuizen als rook- en verluchtingskanalen zijn verboden GARAGES Per woongelegenheid is één garage of autostelplaats verplicht VLOERPEIL VAN DE GEBOUWEN De dorpel van de gelijkvloerse bouwlaag moet gelegen zijn op minimum 10 tot maximum 40 cm. boven de boordsteen van de aanleunende openbare weg. ZONE 2: ZONE VOOR AMBACHTELIJKE BEDRIJVEN 2.0. VERKLARING BIJ DEZE BESTEMMINGSZONE 2.1. BESTEMMING Ambachtelijke bedrijfsgebouwen en bergplaatsen, met nevenbestemmingen van detailhandel, diensten en kantoren, (en dit met een maximum van 1/3 van de gelijkvloerse oppervlakte) waarbij voor de bebouwing de aard van het bedrijf en de ermede gepaard gaande activiteiten geen abnormale hinder en abnormale risico s met zich medebrengen voor de omgeving, met uitsluiting van dancings, discotheken en andere instellingen en activiteiten die de rust en de woonomgeving kunnen aantasten of negatief kunnen beïnvloeden. De gedeelten die niet door bebouwing worden ingenomen mogen verhard worden en zijn de voorschriften van zone 3 van toepassing INPLANTING Binnen de grenzen op het plan aangeduid TERREINBEZETTING 100 % BOUWHOOGTE Op de randen van deze bestemmingszone mag de bouwhoogte maximum 4,50 m. bedragen en bij hellende daken mag de maximum nokhoogte niet meer bedragen dan 7,00 m DAKVORM Vrij. Stedenbouwkundige voorschriften B.P.A. Brouckhof Gedeeltelijke Herziening 4

5 2.6. DAKBEDEKKING Voor de hellende daken dient de dakbedekking te worden uitgevoerd in esthetisch verantwoorde materialen die gangbaar zijn in woongebieden. Puntvormige functionele elementen (schoorstenen en verbindingselementen tussen hoofdvolumes...) mogen hierin afwijken in functie van de technische behoeften GEVELMATERIALEN De gevelmaterialen dienen esthetisch verantwoord te zijn en te verwijzen naar materialen gangbaar in woongebieden. De kleuren en materialen van het dak moeten harmonisch aansluiten met deze van de gevels ALGEMEEN Bij elke bouwaanvraag binnen deze zone moet een algemeen aanlegplan gevoegd van het volledige terrein waarop, hetzij als bestaande toestand, hetzij als ontworpen toestand minimum de volgende gegevens zijn aangeduid: - de toegangen tot het bedrijf; - de parkeerplaatsen, laad- en losplaatsen, afsluitingen, gedetailleerd beplantingplan van de bufferzones- groenzones (zone 4), de voorzieningen voor de brandbestrijding e.d.m Teneinde de riolering onnodig te belasten met regenwater, moeten bij de realisatie van deze zone maatregelen genomen worden om de afvoer ervan maximaal af te leiden naar de bufferzonesgroen-zones (zone 4) en naar de waterdoorlatende zones in zone 3. ZONE 3: ZONE VOOR RIJSTROKEN EN PRIVATE PARKEERPLAATSEN 3.0. VERKLARING BIJ DEZE BESTEMMINGSZONE 3.1. BESTEMMING Bestemd voor rijstroken, private parkeerplaatsen, toeritten, laad- en losplaatsen. De verhardingen binnen deze zone moeten aangelegd worden in stofvrije materialen, 30 % van deze verhardingen dienen te bestaan uit waterdoorlatende materialen en minimum 5 % van deze zone dient te bestaan uit streekeigen groenaanleg. Binnen deze zone is het stapelen van materialen absoluut verboden AFWATERING Om te voorkomen dat alle regenwater dient afgevoerd naar de riolering dienen maatregelen genomen te worden om de afvoer er van maximaal af te leiden naar de aan te leggen groenzones en de zones bestaande uit waterdoorlatende materialen AFSLUITINGEN Esthetisch verantwoorde draad- en/of metaalafsluitingen van maximum 2,50 m. hoog. ZONE 4: BUFFERZONE - (GROENZONE) 4.0. VERKLARING BIJ DEZE BESTEMMINGSZONE Stedenbouwkundige voorschriften B.P.A. Brouckhof Gedeeltelijke Herziening 5

6 4.1. BESTEMMING Bufferzone (groenzone). Deze zone moet integraal beplant worden met een dichte en gesloten beplanting van laag- en hoogstammig streekeigen en functioneel groen, deskundig aangelegd en gehandhaafd. 20 % van deze groenaanleg dient te bestaan uit wintergroene struiken en bomen (bladhoudende beplantingen en/of naaldhout). Binnen deze zone is het stapelen van materialen, grondstoffen, afgewerkte producten, afvalstoffen en verpakkingen verboden. Binnen deze zone zijn alle vormen van verhardingen en toeritten voor het mechanisch verkeer absoluut verboden, met uitzondering voor de deelzone aangeduid met een asterisk (*) waar het verhardingsaspect max. 40 % mag bedragen. Deze bufferzone dient om: - Het bedrijf visueel af te schermen, in te kleden in de omgeving. - Een milieuhygiënische buffer te vormen t.o.v. de omgeving. - Te beletten dat dit bedrijf zijn activiteiten (stapelen, parkeren, verkeersontsluiting...) uitbreidt naar aanpalende percelen. - Bij elke bouwaanvraag binnen de zone 2 Zone voor ambachtelijke bedrijven moet een algemeen aanlegplan gevoegd worden van het volledige terrein waarop, hetzij als bestaande toestand, hetzij als ontworpen toestand, een gedetailleerd beplantingsplan van deze bufferzones (groenzones) is aangeduid. - Deze bufferzones (groenzones) moeten volledig aangelegd zijn voor de ingebruikname van de gebouwen in zone AFSLUITINGEN Esthetisch verantwoorde draad- en/of metaalafsluitingen van maximum 2,50 m. hoog. ZONE 5: GESLOTEN BEBOUWING 5.0. VERKLARING BIJ DEZE BESTEMMINGSZONE 5.1. BESTEMMING Hoofdbestemming - Woonbestemming Neven bestemming Dienstverlening, handel en ambachtelijke bedrijvigheden met daarbijhorende bergingen, voor zover de woonomgeving niet overmatig gehinderd wordt en de aldaar gevestigde activiteiten geen overmatige verkeerslast betekenen.(verkeer en parkeerproblemen) De door de nevenbestemming ingenomen vloeroppervlakte mag niet meer dan 30% bedragen van de totale toegelaten vloeroppervlakte. In bepaalde deelzones in achterliggende posities gelegen (gerekend vanaf de 20ste meter ten opzichte van de rooilijn) kunnen collectieve garages en/of parking worden opgericht. Zijn verboden: Nieuwe tank- en servicestations INRICHTINGSVOORSCHRIFTEN: Terreinbezetting: maximum: 60%; in de deelzones aangeduid met een asterisk (*) max. 80%. Stedenbouwkundige voorschriften B.P.A. Brouckhof Gedeeltelijke Herziening 6

7 Inplanting - Plaatsing ten opzichte van de rooilijn Op max meter van de rooilijn, met uitzondering voor bestaande toestandsituaties. - Plaatsing ten opzichte van de zijkavelgrenzen Ten opzichte van de vrije gevels dient een onbebouwde zijstrook van tenminste 3,00 meter breedte tegenover de betrokken zijkavelgrens te worden gerespecteerd. - Plaatsing ten opzichte van de achterkavelgrens - op het gelijkvloers: 5 m. - op de verdiepingen: minimum twee maal de gekozen kroonlijsthoogte ter hoogte van de achtergevelbouwlijn. - afwijkingen kunnen worden toegestaan mits stedenbouwkundig verantwoord Toegelaten bouwdiepten voor hoofdgebouwen - De toegelaten bouwdiepte op het gelijkvloers is vrij mits aan de hogervermelde bepalingen wordt voldaan. - De toegelaten bouwdiepte op de verdiepingen is beperkt tot 15,00 meter in geval van aaneengesloten bebouwing en voor zover de bepalingen van artikel worden gerespecteerd. De aansluiting op bestaande bebouwing zal steeds op een architecturaal verantwoorde manier gebeuren ook al heeft het aanpalende gebouw een verschillende bouwdiepte. Indien de bouwdiepte van aanpalende gebouwen geringer is moet deze geringere bouwdiepte gerespecteerd worden ter hoogte van de kavelgrenzen voor zover ze niet minder dan 10 meter bedraagt waarna ze mag toenemen onder een hoek van 45 tot een maximum van 12,00 meter. Indien de bouwdiepte van het aanpalende gebouw minder dan 10 meter bedraagt mag tot op de 10 de meter worden gebouwd waarna de bouwdiepte mag toenemen onder een hoek van 45 tot een maximum van 12,00 m Toegelaten bouwhoogten voor hoofdgebouwen Max. 3 bouwlagen Toegelaten dakvormen voor hoofdgebouwen Voor zover voldaan wordt aan artikel overwegend hellende daken met een min. hellingsgraad van min. 25 en max. 55 ; max. 30 % mag als plat of als boogvormig dak uitgewerkt worden Dakterrassen en dakkapellen Dakterrassen zijn slechts toegelaten indien zij voorzien worden binnen het volume van de begrenzende dakvorm, d.w.z. zodanig dat de borstwering als de gave voortzetting van de schuine dakvorm wordt uitgevoerd. De minimale afstand tot de zijkavelgrenzen dient 1,90 meter te bedragen. Een dakterras mag slechts ingericht worden op maximum 1,00 meter boven het peil van de kroonlijst. Meerdere dakkapellen zijn toegelaten onder de volgende voorwaarden: - minimum 0,60 meter uit de zijkavelgrenzen - het bovenste gedeelte van de dakkapel mag niet hoger dan 4,00 meter boven het peil van de kroonlijst voorzien worden - de gezamenlijke breedte van alle dakkapellen mag in geen geval meer bedragen dan 50% van de betrokken gevelbreedte Uitbouwen Op de verdiepingen is in de voorgevel een uitbouw toegelaten van maximum 0,60 meter diepte ten opzichte van de rooilijn, indien aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: - minimum 0,60 meter uit de zijkavelgrenzen en max. 2/3 van de gevelbreedte. - de uitbouw over de weggrens kleiner is dan de voetpadbreedte verminderd met 0,75 m. Stedenbouwkundige voorschriften B.P.A. Brouckhof Gedeeltelijke Herziening 7

8 Materialen De gebruikte materialen dienen zowel duurzaam, esthetisch verantwoord als aangepast aan de omgeving te zijn. Tussen de bouwdelen onderling dient een eenheid in de materialenkeuze te bestaan. Voor de van op de openbare wegen zichtbare bouwdelen dienen materialen gebruikt die qua kleur en structuur de continuïteit in het straatbeeld ondersteunen INRICHTING VAN DE KOEREN EN HOVINGEN VAN HET PERCEELSDEEL, GE- LEGEN BINNEN ONDERHAVIGE BESTEMMINGSZONE Bodemreliëf Bij het bouwen of verbouwen van een gebouw mogen de peilen van het bestaande bodemoppervlak met niet meer dan 0,40 meter gewijzigd worden Toegelaten verhardingen - De niet bebouwde delen van het perceelsdeel dienen volledig ingericht te worden als tuin; maximaal één derde van deze ruimte mag worden verhard ten behoeve van oprit, parkeerplaats, tuinpaden en terrassen. - Voor de aanleg van verhardingen dienen kleinschalige, uitbreekbare of waterdoorlatende materialen worden gebruikt Inritten - De inrit van het openbaar domein naar een privaat eigendom wordt in de breedte beperkt tot 3,00 meter per inrit. Per kavel wordt één inrit toegelaten. - Binnen de eerste vijf uit de rooilijn gemeten, is een helling naar een garage, beneden het referentiepeil, verboden Toegelaten bijgebouw Terreinbezetting: Samen met het hoofdgebouw mogen de percentages voorzien in artikel niet overschreden worden; de terreinbezetting door bijgebouwen mag maximaal 30 % bedragen van de maximaal toegelaten bezetting. Collectieve garages en/of individuele parkeerplaatsen kunnen worden opgericht in constructies van maximaal 1 bouwlaag met platte of hellende daken waarbij het geheel opgericht wordt in qua parament contextueel harmoniërende of positief contrasterende materialen. Per betekenisvol geheel dient een zelfde dakvorm te worden aangehouden. De inwendige private wegenis zal aansluiten op de openbare wegenis en zal in gemeenschappelijk overleg met de betrokken besturen worden uitgevoerd op een zowel technische als esthetisch verantwoorde wijze. Plaatsing: De collectieve garages moeten op min meter van de weg ingeplant worden. Op minimum 1,00 meter van de zijkavelgrenzen of op de zijkavelgrens mits ruimtelijk verantwoord. Gabariet: Maximale hoogte van de kroonlijst: 3,00 meter boven het referentiepeil; deze hoogte mag toenemen onder een hoek van maximaal 35 ten opzichte van het horizontale vlak en tot een maximale nokhoogte van 5,00 meter boven het referentiepeil Dakvorm: Vrij behalve voor bijgebouwen die palen aan het openbaar domein en voor bijgebouwen die aansluiten op een bestaand bijgebouw; in het eerste geval zijn hellende dakvlakken verplicht met een nok evenwijdig aan de weggrens, in het tweede geval is de dakvorm van het bestaande gebouw richtinggevend. Stedenbouwkundige voorschriften B.P.A. Brouckhof Gedeeltelijke Herziening 8

9 Materialen: Zie Erfscheidingen De plaatsing van erfscheidingen is toegelaten op al de niet-bebouwde zij- en achterkavelgrenzen. Materialen: baksteen, hout en/of levende hagen (eventueel versterkt met paaltjes en draad). Hoogten: bovenkant afsluiting ten hoogste 2,50 meter boven het referentiepeil Diversen - In de tuinstroken is de plaatsing van goederen, afval, wrakken, containers en dergelijke meer, verboden. - Het plaatsen van masten en pylonen is verboden. ZONE 6: RESIDENTIEEL WOONGEBIED 6.0. VERKLARING BIJ DEZE BESTEMMINGSZONE 6.1. BESTEMMING Hoofdbestemming Eengezinswoningen en daarbijhorende koeren en hovingen Nevenbestemming Vrije beroepen die geen abnormale hinder of risico s inhouden voor de woonomgeving. Bergingen in functie van de woonbestemming BEBOUWINGSVOORSCHRIFTEN Bebouwingspercentage (terreinbezetting) Maximum 40 % met inbegrip van hoofd- en bijgebouwen Vloerindex V/T Maximum 0,50 met inbegrip van hoofd- en bijgebouwen Plaatsing van hoofdgebouwen -Plaatsing ten opzichte van de rooilijn: zie plan -Plaatsing ten opzichte van de zijkavelgrenzen: minimum 3,00 meter voor open bebouwing of 0 en 3,00 meter voor half open bebouwing. -Plaatsing ten opzichte van de achterkavelgrens: Een afstand van tenminste 2 maal de gekozen kroonlijsthoogte ter hoogte van de achtergevelbouwlijn moet worden gerespecteerd met een minimum van 5,00 meter behoudens bestaande toestand Toegelaten bouwdiepten voor hoofdgebouwen - de toegelaten bouwdiepte op het gelijkvloers max. 20,00 meter voor alleenstaande bebouwing, voor koppelbouw 15,00m. - de toegelaten bouwdiepte op de verdiepingen is beperkt tot 15,00 m; voor zover kan worden voldaan aan artikel Toegelaten bouwhoogten voor hoofdgebouwen Maximaal 2 bouwlagen, met een maximale kroonlijsthoogte van 6,00 meter boven het referentiepeil en een maximale nokhoogte van 12,00 m. Stedenbouwkundige voorschriften B.P.A. Brouckhof Gedeeltelijke Herziening 9

10 Toegelaten dakvormen voor hoofdgebouwen Overwegend hellende daken met een min. hellingsgraad van min. 25 en max. 55 ; max. 30 % mag als plat of als boogvormig dak uitgewerkt worden Dakterrassen en dakkapellen Dakterrassen zijn slechts toegelaten indien zij voorzien worden binnen het volume van de begrenzende dakvorm, d.w.z. zodanig dat de borstwering als de gave voortzetting van de schuine dakvorm wordt uitgevoerd. Een dakterras mag slechts ingericht worden op maximum 1,00 meter boven het peil van de kroonlijst. Meerdere dakkapellen zijn toegelaten onder de volgende voorwaarden: - het bovenste gedeelte van de dakkapel mag niet hoger dan 4,00 meter boven het peil van de kroonlijst voorzien worden - de gezamenlijke breedte van alle dakkapellen mag in geen geval meer bedragen dan 50 % van de betrokken gevelbreedte Materialen De gebruikte materialen dienen zowel duurzaam, esthetisch verantwoord als aangepast aan de omgeving te zijn. Tussen de bouwdelen onderling dient een eenheid in de materialenkeuze te bestaan. Voor de van op de openbare wegen zichtbare bouwdelen dienen materialen gebruikt die qua kleur en structuur de continuïteit in het straatbeeld ondersteunen INRICHTING VAN DE KOEREN EN HOVINGEN VAN HET PERCEELSDEEL, GE- LEGEN BINNEN ONDERHAVIGE BESTEMMINGSZONE Bodemreliëf Bij het bouwen of verbouwen van een gebouw mogen de peilen van het bestaande bodemoppervlak met niet meer dan 0,40 meter worden gewijzigd Toegelaten verhardingen De koeren en hovingen dienen ingericht als tuin; maximaal éénderde van deze ruimte mag worden verhard, ten behoeve van oprit, parkeerplaats, tuinpaden en terrassen Inritten De inrit van het openbaar domein naar een privaat eigendom (één per kavel) wordt in de breedte beperkt tot 3,00 meter Toegelaten bijgebouw Terreinbezetting: Samen met het hoofdgebouw mogen de percentages voorzien in artikel niet overschreden worden; de terreinbezetting door bijgebouwen mag maximaal 30 % bedragen van deze bezet door de hoofdgebouwen met een maximum van 30 m². Plaatsing: Op minimum 1,00 meter van de kavelgrenzen of op een kavelgrens mits ruimtelijk verantwoord. Gabariet: Maximale hoogte van de kroonlijst: 3,00 meter boven het referentiepeil; deze hoogte mag toenemen onder een hoek van maximaal 35 ten opzichte van het horizontale vlak en tot een maximale nokhoogte van 5,00 meter boven het referentiepeil. Ter hoogte van de perceelsgrenzen bedraagt de maximale kroonlijsthoogte 3,00 meter waarna het volume mag toenemen onder een hoek van 35 tot een maximale nokhoogte van 5,00 m. Stedenbouwkundige voorschriften B.P.A. Brouckhof Gedeeltelijke Herziening 10

11 Dakvorm: De dakvorm is vrij, behalve voor bijgebouwen die palen aan het openbaar domein en voor bijgebouwen die aansluiten op een bestaand bijgebouw; in het eerste geval zijn hellende dakvlakken verplicht met de nok evenwijdig aan de weggrens, in het tweede geval is de dakvorm van het bestaande gebouw richtinggevend. Materialen: Zie Erfscheidingen Op de weggrens is de plaatsing van erfscheidingen niet verplicht. Ingeval van plaatsing kan worden gekozen voor, ofwel, een gesloten structuur bestaande uit levende hagen, ofwel, voor een open structuur bestaande uit houten of betonnen paaltjes met horizontale liggers met een maximale hoogte van 2,00 meter (palend aan een rijksweg max. 1,50 m.) in het eerste geval en 0,75 meter in het tweede geval. op de zij- en achterkavelgrenzen is de plaatsing van erfscheidingen toegelaten op de niet- bebouwde kavelgrenzen onder de vorm van hout en/of levende hagen, ondersteund door draad. De toegelaten hoogte bedraagt maximum 2,00 meter bedragen Diversen - In de tuinstroken is de plaatsing van goederen, afval, wrakken, containers en dergelijke meer, verboden. - Het plaatsen van masten en pylonen is verboden. ZONE 7: BOUWVRIJE ZONE 7.0. VERKLARING BIJ DEZE BESTEMMJNGSZONE 7.1. BESTEMMING Bouwvrije zone INRICHTINGSVOORSCHRIFTEN De bouwvrije zone bestaat hoofdzakelijk uit groenaanleg, max. 30% van de zone mag verhard worden. Palend aan zone 4 mag het verhardingsaspect 80 % bedragen. Elke vorm van bebouwing is in bedoelde zone verboden evenals het stapelen van goederen, afval etc. De beplanting in betrokken zone dient zodanig gekozen te worden dat de toegankelijkheid niet in het gedrang komt. Stedenbouwkundige voorschriften B.P.A. Brouckhof Gedeeltelijke Herziening 11