PLAN VAN AANPAK EVENWICHT WERKLOCATIES REGIO ALKMAAR

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "PLAN VAN AANPAK EVENWICHT WERKLOCATIES REGIO ALKMAAR"

Transcriptie

1 PLAN VAN AANPAK EVENWICHT WERKLOCATIES REGIO ALKMAAR

2 PLAN VAN AANPAK EVENWICHTIGE WERKLOCATIEMARKT REGIO ALKMAAR Projectnummer 940 Aangeboden aan: Regio Alkmaar 26 januari 2016 Auteur(s): Joost Hagens Maarten Kruisselbrink Maarten Kruger BUITEN, Bureau voor Economie en Omgeving Achter Sint Pieter 160 NL-3512 HT Utrecht (0)

3 INHOUD SAMENVATTING 3 Aanleiding 3 Strategie vraagzijde 3 Strategie aanbodzijde 4 1. INLEIDING Aanleiding Regionale context Opbouw van dit rapport 9 2. STRATEGIE VRAAGZIJDE Strategie marketing en acquisitie Profilering werklocaties Advies vraagoptimalisering STRATEGIE AANBODZIJDE Vraag-aanbodconfrontatie werklocaties Planreductie: noodzaak en mogelijkheden Advies aanbodzijde STRATEGIE EVENWICHT Uitgangspunt: gezamenlijke inzet op reductie Organisatie: parallelle vervolgstappen zetten 39 Bijlage 1 Instrumenten planreductie 42 Bijlage 2 Werklocaties regio Alkmaar 47 2

4 SAMENVATTING Aanleiding Voor u ligt het plan van aanpak voor een evenwichtige werklocatiemarkt in de Regio Alkmaar. De regio kent een fors overaanbod aan planlocaties, maar tegelijkertijd liggen er kansen om met duidelijke profilering en gerichte inzet van marketing en acquisitie bovenregionale vestigers aan te trekken. Het plan van aanpak geeft daarom antwoord op de vraag: Hoe kunnen uitgifte en aanbod van bedrijventerreinen in de Regio Alkmaar in balans gebracht worden? Wij presenteren een strategie om aan de vraagzijde de opname van werklocaties te vergroten en aan de aanbodzijde minder kansrijke planlocaties te herbestemmen. Onderstaande figuur vat deze strategie samen. Strategie vraagzijde De Regio Alkmaar is een economisch krachtige regio die beschikt over een sterk regionaal bedrijfsleven, (inter)nationaal onderscheidende clusters en een divers aanbod aan werklocaties. Tegelijkertijd komt in bovenregionale communicatie het economisch profiel onvoldoende eenduidig naar voren en worden werklocaties nog weinig onderscheidend in de markt gezet. Daarom adviseren wij de Regio Alkmaar om extra in te zetten op gezamenlijke bovenregionale en internationale marketing en acquisitie. Dit kan leiden tot een extra vraag naar bedrijventerreinen van bovenregionale vestigers van ha tot aan 2030 (bovenop de geraamde vraag van 46 3

5 ha), mits voldoende capaciteit/middelen worden vrijgemaakt en aan al deze voorwaarden wordt voldaan: de regio kiest voor een eenduidig regiopitch met een aansprekende marketing- en acquisitieboodschap (aanzet in het kader op pagina 4); de regio zet hierbij in op de drie meest kansrijke clusters - agribusiness, energy en leisure - en geografische doelgroepen (MRA, de provincie Friesland, andere food-regio s) Werklocaties krijgen een duidelijke profilering, zodat vestigers inzicht hebben in welke locaties aansluiten bij hun ruimtebehoeften. Hierbij worden de kansrijke sectoren per locatie (bv. energy en grootbedrijf op de Boekelermeer, Agribusiness en MKB op Breekland en De Vaandel) en bijzondere ruimtelijke kwaliteiten uitgelicht. Aanzet regiopitch: De Regio Alkmaar is het stedelijk hart van Holland boven Amsterdam. Met inwoners en op een half uur van Amsterdam en Schiphol Airport. In een geweldige omgeving met strand, bos en groene polders, biedt de regio gevarieerde woonmilieus, uitstekende onderwijs- en zorgvoorzieningen, interessante cultuurhistorie en een vrijetijdsaanbod voor elke doelgroep. Ondernemerschap zit er in de genen en er zijn gemotiveerde, goed opgeleide medewerkers. De regio heeft een gevarieerde economische structuur en excelleert in energy en agribusiness. Organisatorische invulling Noodzaak planreductie Negatieve consequenties voor de regio van overaanbod aan werklocaties kunnen zijn: Risico van versnipperd uitgiftepatroon op het bedrijventerreinen, i.p.v. op een geconcentreerd deelgebied. Overaanbod drukt grondprijzen in de regio en kan concurrentie tussen gemeenten in de hand werken. Oplopende rentekosten doordat fasering over langere periodes wordt opgerekt. Beperkte bereidheid tot investeren in locaties, doordat voor bedrijven onzeker blijft welke (delen van) planlocaties wél of niet worden afgerond. Overaanbod kan leegstand en verloedering op bestaande terreinen in de hand werken, doordat lage grondprijzen een leegzuigend effect kunnen hebben. Tegelijkertijd bieden nieuwe terreinen ook kansen voor transformatie, doordat bedrijven op de oude terreinen een nieuwe vestigingsplaats kan worden aangeboden 4 De gemeenten in de regio Alkmaar werken het regioprofiel en de profilering per werklocaties in samenwerking met het Ontwikkelingsbedrijf Noord-Holland Noord (ONHN) uit, met het PORA als bestuurlijk opdrachtgever. Het profiel van de Regio Alkmaar wordt vervolgens passend binnen die van NHN verwerkt in promotieproducten en activiteiten van ONHN. Het ONHN fungeert als hét loket voor de regio. Bovenregionale leads worden kortgesloten met ONHN, dat de leiding krijgt in concrete trajecten en daartoe nauw samenwerkt met de gemeente(n). De regio maakt afspraken met ONHN over de inzet gericht op Regio Alkmaar binnen de reguliere bijdrage. Het ONHN besteedt in de terugkoppeling aan het PORA aandacht aan de marketing- en acquisitieinspanningen voor de Regio Alkmaar. Voor buitenlandse marktbenadering zet de regio de bestaan de structuur voort, waarbij het ONHN namens de regio convenantpartner isvan het NFIA en het Invest in Holland netwerk. Voor regulier accountmanagement geldt tot slot: zet gemeentelijke inspanningen voort en blijf de koplopers bedienen in samenspraak met het ONHN, conform de gemaakte afspraken. Daarbij wordt opgemerkt dat de beschikbare capaciteit hiervoor in vrijwel alle gemeenten bijzonder krap is. Strategie aanbodzijde Zelfs als de regio de bovenregionale ruimtevraag maximaal weet te verzilveren, blijft een overaanbod van ha bedrijventerrein tot aan 2030 bestaan. De regio heeft er ruimtelijk, economisch en financieel voordeel bij als zij tijdig en proactief planaanbod herbestemt (zie kader). Ook helpt planreductie bij het aantrekken van bovenregionale vestigers door goed ge-

6 profileerde en gevulde werklocaties die wél uit de verf komen. Dit zijn voordelen voor álle bedrijven en gemeenten, met en zonder planaanbod. Wij realiseren ons dat het inzetten op planreductie geen eenvoudige zaak is en politiek gevoelig ligt. Wethouders staan hierin voor de lastige opgave om aan hun gemeenteraden duidelijk te maken dat de voordelen voor de regio op lange termijn opwegen tegen de nadelige, vooral financiële, gevolgen op kortere termijn voor de gemeente(n). Er is, ons inziens, echter geen alternatief, als vraag en aanbod beter op elkaar moeten gaan aansluiten. Ons advies luidt daarom om als regio gezamenlijk in te zetten op effectieve herbestemming van een zo groot mogelijk deel van het overaanbod. Wij adviseren dat langs de volgende lijnen te doen: Gemeenten stellen zelf een strategie per planlocatie op, met daarin aandacht voor zowel de vraagzijde ( Hoe is de locatie aantrekkelijk in te richten en duidelijk te profileren? ) als de aanbodzijde ( Waar is herbestemming kansrijk, en hoe kan dit worden georganiseerd? ). o Als onderdeel van de strategie voor Breekland-1 adviseren wij de praktijk door te zetten waarbij uitgiften waar mogelijk op gaten in het bebouwde deel landen, zonder daarbij in ieder geval op de korte termijn - het onbebouwde oranje deel uit de markt te halen. o Voor De Vaandel bestaat al een strategie, die de aanzet vormt om het noordelijke deel alternatief te bestemmen. Wij adviseren deze lijn door te zetten, en daarbij na te gaan of met het openbare besluit tot vaststelling van de Strategie De Vaandel in voldoende mate voorzienbaarheid is gecreëerd. o Inzet voor De Boekelermeer is om een strategie te ontwikkelen in gezamenlijk overleg tussen de gemeenten Alkmaar en Heiloo en mogelijk ook private partijen waarmee de lege locaties in het kerngebied als eerste worden ingevuld, voordat de nog lege gebieden aan de randen aan de beurt komen. Een verdergaande optie is om voor het Alkmaarse deel te verkennen of publieke en private grondexploitaties onder één noemer zijn te brengen, met als doel tot een zo gunstig mogelijke verkaveling te komen in combinatie met een zo rendabel mogelijke ontwikkeling door investeringen zo goed mogelijk te concentreren. Gemeenten borgen afspraken om te komen tot meer evenwicht op de werklocatiemarkt in een Regionaal Convenant Werklocaties met daarin: o kansen op de werklocatiemarkt (profilering en kansrijke doelgroepen per locatie, inzet van marketing en acquisitie); o de toezegging dat gemeenten een strategie per planlocatie gaan ontwikkelen (zie hierboven); o de afspraak dat gemeenten, als onderdeel van de strategie per locatie, onderzoeken hoe zij haalbaar en met perspectief zoveel mogelijk van het planaanbod kunnen herbestemmen. Gemeenten betrekken waar nodig ook private ontwikkelaars bij deze verkenning en onderzoeken ook welke alternatieve/tijdelijke bestemmingen kansrijk zijn en hoe herbestemd terrein landschappelijk kan worden ingepast; o de afspraak dat gemeenten voorzienbaarheid creëren voor planreductie van die delen van planlocaties die als uitkomst van de strategie per locatie niet meer worden ontwikkeld; 5

7 o de kansen voor verkleuring op bestaande locaties (met name op binnenstedelijke terreinen) en de ontwikkeling van Westrand en Broekhorn als gemengde terreinen met een mix van kansrijke bestemmingen. Een optie om regionale afspraken te borgen die verder reikt dan een Regionaal Convenant is een Regionale Thematische Structuurvisie (RTS), waarin de regio afspraken vastlegt over profilering van werklocaties en herbestemmen van planaanbod. Voordeel van een RTS boven een Regionaal Convenant is dat hiermee zeker voorzienbaarheid wordt gecreëerd, zodat planaanbod over een paar jaar effectief en zonder planschadeclaims kan worden herbestemd. Gemeenten hoeven dan dus niet meer op lokaal niveau voorzienbaarheid te creëren. Ook adviseren wij om als regio een vergelijkbare grondprijssystematiek te hanteren om zo een marktconforme grondprijs te behouden. Wij adviseren de voortgang van herbestemming jaarlijks te monitoren. Organisatorische invulling 1. No-regret acties Gemeenten stellen zelf een strategie per locatie op, met voorliggend advies als richtlijn. Voor de Boekelermeer is het hierbij van belang dat Heiloo en Alkmaar samenwerken en private ontwikkelaars betrekken. Het Regionale Convenant wordt in het verband van de Regio Alkmaar opgesteld, onder regie van het PORA. De provincie dient hierbij een belangrijke adviserende rol te vervullen, in het kader van haar ruimtelijke en economische regietaak. In de communicatie naar gemeenteraden en het lokale bedrijfsleven wordt de visie als één gezamenlijk regionaal product gepresenteerd, waarbij de boodschap luidt: Een evenwichtige en duidelijk geprofileerde werklocatiemarkt is gunstig voor alle gemeenten en het bedrijfsleven in de regio. Gemeenten hebben financieel, ruimtelijk en economisch voordeel bij een evenwichtige werklocatiemarkt, terwijl bedrijven optimaal kunnen functioneren op krachtige werklocaties die ruimtelijk aantrekkelijk zijn en waar slimme concentratie van bedrijvigheid schaalvoordelen oplevert. Inzet op één sterke regionale economie is bovendien noodzakelijk, gezien de toenemende concurrentie met de MRA en regio s elders en de krimpende beroepsbevolking. Afspraken over een vergelijkbare grondprijssystematiek kunnen in het Regionale Convenant worden opgenomen. Het monitoren van de voortgang van herbestemming wordt onderdeel van de jaarlijkse monitoring werklocaties die al plaatsvindt. Wij adviseren om de gemengde locaties Westrand (gemeente Alkmaar) en Broekhorn (gemeente Heerhugowaard), die in het STECrapport een oranje -aanduiding hebben gekregen als bedrijventerrein, niet als bedrijventerrein te ontwikkelen en de bedrijfsbestemming er vanaf te halen. Gemeenten voeren een nadere verkenning uit naar de kansen voor verkleuring op binnenstedelijke bedrijventerreinen: o Gemeente Alkmaar: Oudorp en Overdie; o Gemeente Heerhugowaard: Beveland, het Stationsgebied en De Frans; 6

8 o Gemeente Heiloo: Oosterzij (waarvan al een deel wordt getransformeerd). 2. Aanbevolen acties Als onderdeel van het Regionale Convenant spreken gemeenten af dat zij op lokaal niveau voorzienbaarheid creëren voor planlocaties die niet worden ontwikkeld. Hiertoe communiceren gemeenten voornemens om locaties alternatief te bestemmen enkele jaren van tevoren. De regio maakt afspraken over een vergelijkbare grondprijssystematiek. Na ambtelijke voorbereiding kunnen deze afspraken in het PORA worden behandeld en eventueel in het regionale convenant opgenomen. Bij het opstellen van een strategie voor Breekland-I kan het Ontwerpteam van de provincie en eventueel de Provinciaal Adviseur Ruimtelijke Kwaliteit (PARK) een rol kan spelen. 3. Optionele acties In plaats van een Regionaal Convenant wordt een Regionale Thematische Structuurvisie opgesteld voor Regio Alkmaar, onder regie van het PORA. De provincie kan dit proces faciliteren en dient ook inhoudelijk nauw te zijn aangehaakt. Als de regio zichzelf niet in staat acht een dergelijke structuurvisie op te stellen, kan zij als terugvaloptie de provincie verzoeken om hierin een trekkende rol op zich te nemen. Op termijn wanneer substantiële stappen zijn gezet om tot meer evenwicht op de werklocatiemarkt te komen kan verkend worden of een regionale grondbank tot de mogelijkheden behoort. 7

9 1. INLEIDING 1.1 Aanleiding Vraagraming BCI BCI raamt voor de regio Alkmaar voor de periode een ruimtevraag van: 23 ha in het zorgvuldig ruimtegebruik scenario; 40 ha in het basisscenario (beleidsarm scenario); 80 ha in het economisch impuls scenario (inzet clusters) De Regio Alkmaar heeft behoefte aan een Plan van Aanpak om de werklocatiemarkt in de regio in evenwicht te brengen. Dat is nodig omdat het totale aanbod aan nieuwe bedrijventerreinen ongeveer drie keer zo hoog is als de verwachte vraag. Ook voor kantoren is het aanbod van plannen groter dan de vraag. Bovendien is er een kwalitatieve mismatch tussen vraag en aanbod van werklocaties in de regio. In 2013 heeft BCI de ruimtebehoefte in Noord-Holland Noord geraamd (zie kader). Op basis van deze raming en het planaanbod op dat moment kwam Stec in 2014 tot een overaanbod van ruim 170 ha tot 2030, met ook voor daarna nog hectares op de rol. Stec heeft daarop geadviseerd om de 234 ha uitgeefbaar bedrijventerrein in de Regio Alkmaar (in 2013) in drie categorieën op te delen: 75 ha groen (direct ontwikkelbaar); 64 ha oranje (on hold/strategische reserve); 95 ha rood (uit de markt halen). Hierop is door de bestuurders in de regio Alkmaar besloten om in ieder geval op korte termijn geen rode locaties meer te ontwikkelen. Ook is afgesproken om de mogelijkheden te onderzoeken om de vraagzijde van de werklocatiemarkt te activeren. In dat kader heeft de Regio Alkmaar Bureau BUITEN gevraagd een Plan van Aanpak op te stellen dat antwoord geeft op de volgende vraag: Hoe kunnen opname en aanbod van bedrijventerreinen in de Regio Alkmaar in balans gebracht worden? De regio heeft daarbij aangegeven deze hoofdvraag beantwoord te willen zien aan de hand van de volgende deelvragen: (1) Op welke wijze kan de opname van werklocaties in de regio worden vergroot? (2) Op welke wijze kan de regio aanbod dat uiteindelijk niet bij de marktvraag past herbestemmen? (3) Hoe kan de regio deze opgave organiseren? 1.2 Regionale context De Regio Alkmaar is een economisch sterke regio die beschikt over een sterk regionaal bedrijfsleven en (inter)nationaal onderscheidende clusters. De regio staat echter wel voor een aantal uitdagingen waarmee het vasthouden van die sterke positie naar de toekomst toe niet vanzelfsprekend is: Arbeidsmarkt De bevolkingsomvang van de regio neemt nog toe. Deze groei is echter minder sterk dan gemiddeld in Noord-Holland. Tevens vergrijst de regio 8

10 relatief sterk in vergelijking met de MRA-gemeenten. Kwalitatief ligt er de uitdaging om onderwijs en arbeidsmarkt beter op elkaar af te stemmen. Zo geeft het bedrijfsleven aan dat er behoefte bestaat aan meer hoger opgeleid en technisch personeel. Profilering De regio huisvest een aantal sterke clusters (leisure, energy en agribusiness) en de gemeentelijke economische profielen verschillen behoorlijk. Deze diversiteit is een kracht van de regio, maar brengt ook de uitdaging met zich mee om (zeker richting potentiële vestigers) helder en eenduidig het aantrekkelijke vestigingsklimaat, de werklocaties en de onderscheidende clusters over het voetlicht te brengen. Trends en ontwikkelingen werklocatiemarkt Locatiefactoren: ligging, bereikbaarheid en ruimte blijven voor bedrijven van belang, terwijl de beschikbaarheid van adequaat geschoolde mensen en toegang tot specialistische kennis(clusters) steeds belangrijker wordt. Concurrentie tussen regio s, om bedrijven en instellingen te behouden en nieuwe bovenregionale vestigingen aan te trekken, neemt toe. Een combinatie van schaalvergroting (bedrijven bedienen grotere markten vanuit minder vestigingen) én schaalverkleining (specialismen/niches/zzp-ers) zet de ruimtebehoefte op formele werklocaties zonder onderscheidend profiel onder druk, ten faveure van o.a. internationale vestigingslocaties en binnenstedelijke milieus. De toenemende behoefte aan flexibiliteit en het nieuwe werken versterken deze tendens. Nabijheid MRA: plussen en minnen De Regio Alkmaar ligt dichtbij de Metropoolregio Amsterdam (MRA). Dit biedt kansen in de vorm van een grote afzetmarkt en mogelijkheden tot samenwerking met bedrijven, universiteiten en kennisinstellingen. Andersom heeft de MRA ook aantrekkingskracht op talentvolle jongeren en goed opgeleide medewerkers en zuigt de MRA bovenregionale vestigingen naar zich toe. Ook daarom is een duidelijk profilering van de Regio Alkmaar essentieel. Afname voorkeur formele werklocaties Specifiek ten aanzien van de werklocatiemarkt zorgt een aantal trends ervoor dat het aandeel van banen op niet-formele werklocaties stijgt, vooral ten koste van banen op bedrijventerreinen. Kortom, de aantrekkende economie heeft een positief effect op de vraag naar werklocaties, maar diverse ontwikkelingen zorgen ervoor dat het kwantitatieve overaanbod hiermee niet zo maar zal verdwijnen. Dit vraagt om een regionale stip op de horizon en een gezamenlijke strategie om daar te komen. De regio heeft hiervoor reeds een basis gelegd, maar aanvullende stappen zijn noodzakelijk. 1.3 Opbouw van dit rapport Hoofdstuk 2 van dit rapport gaat over het vergroten van de marktvraag. Concreet gaat het daarbij over bovenregionale marketing en acquisitie. We werken dat uit in termen van doelgroepen en een eenduidig verhaal over de Regio Alkmaar. In hoofdstuk 3 kijken we naar wat vervolgens nodig is om op de markt voor bedrijventerreinen vraag en aanbod in evenwicht te brengen. We actualiseren daartoe de vraag-aanbod-confrontatie. We houden daarbij rekening met het effect van de extra bovenregionale acquisitie, maar ook dan nog is er sprake een overschot in het aanbod. Vervolgens wordt gekeken op welke manieren dat overaanbod kan worden teruggebracht. Ons advies is uitgewerkt in hoofdstuk 4. 9

11 Figuur 1.1 Werklocaties op kaart Bron: Webviewer Provincie Noord-Holland Werklocaties Bovenstaande kaartbeeld geeft een overzicht van de werklocaties in de regio. In bijlage 1 is een gedetailleerder overzicht opgenomen van de kantorenlocaties en bedrijventerreinen in de regio. 10

12 2. STRATEGIE VRAAGZIJDE In dit hoofdstuk gaan we in op de mogelijkheden voor vraagoptimalisering en wat daarbij komt kijken. In paragraaf 2.1 wordt ingegaan op een strategie voor een steviger regionale samenwerking voor bovenregionale marketing en acquisitie. Vervolgens komt de strategie voor de profilering van werklocaties aan de orde ( 2.2), waarna wordt ingegaan op de effecten van beide strategieën ( 2.3). Het hoofdstuk sluit af met de belangrijkste conclusies. 2.1 Strategie marketing en acquisitie AIDA-model: Attention, Interest, Desire, Action SA Het AIDA-model kan worden gelezen als een beknopte inhoudsopgave voor een stappenplan, met het streven om: 1. De aandacht op je weten te vestigen (Attention) 2. De belangstelling voor de regio opwekken (Interest) 3. De klant met een interessante propositie weten te verleiden (Desire) 4. Vervolgens daadwerkelijk aan je weten te (ver)binden (Action). Er zijn ook anders, soortgelijke denkmodellen in omloop, zoals bijvoorbeeld het MINT-model gewerkt (dat staat voor Marketing, Identity matching, Netwerk van waarden, Transactie) en dat in de afgelopen jaren is gebruikt om de identiteit te verkennen van de Noord-Hollandse kustplaatsen. In essentie gaat het ook hierbij om het komen tot een logische match via een gefaseerde aanpak Huidige inzet op M&A In de ambtelijke gesprekken is de beschikbare capaciteit en het budget voor lokaal accountmanagent geïnventariseerd. Hieruit komt het volgende beeld naar voren: De ambtelijke capaciteit voor regulier accountmanagement gericht op het lokale bedrijfsleven is veelal beperkt (0,3 à 0,6 FTE, waarbinnen ook andere EZ-taken moeten worden uitgevoerd). In de gemeente Alkmaar ligt de capaciteit wat hoger (1 à 1,5 FTE). Hierbij geven betrokken ambtenaren aan dat het soms lastig is om binnen de beschikbare tijd de taken voor accountmanagement volledig en goed uit te voeren. Naast regulier accountmanagement hebben de meeste gemeenten beperkt of geen budget voor marketing en acquisitie gericht op potentiële vestigers op planlocaties. In de gemeenten Langedijk (Breekland) en Alkmaar (Boekelermeer) is hiertoe wel enige ambtelijke capaciteit gereserveerd. Voor marketing en acquisitie ten behoeve van de gehele Regio Alkmaar is bij gemeenten geen budget beschikbaar, met uitzondering van de bijdrage aan het ONHN. De onderlinge taakverdeling en onder andere de opdrachtformulering aan het ONHN komen aan bod in de volgende paragrafen Accountmanagement: zet afspraken voort Goed accountmanagement dat breder is ingestoken dan bedrijfshuisvesting alleen maakt dat tijdig wordt gesignaleerd dat een bedrijf voor investeringsbeslissingen staat en dan ook goed kan worden geholpen. Naast het generieke lokale accountmanagement gaat het hierbij om voor de regio belangrijke stuwende bedrijvigheid. Over die groep (van 150 bedrijven op de schaal van Noord-Holland Noord) zijn samenwerkingsafspraken gemaakt tussen de gemeenten en het ONHN om die in samenspraak te bedienen. Dat accountmanagement richt zich op drie aspecten: business development, financiering en bedrijfshuisvesting (zie figuur). 11

13 Figuur 2.1 Ondernemersloket ONHN Bron: Ontwikkelingsbedrijf Noord-Holland Noord Het belang van goed accountmanagement wordt snel onderschat, ook in relatie tot het aanbod van werklocaties. Bedrijven verhuizen niet veelvuldig en als ze verhuizen, verhuizen ze maar over een beperkte afstand (zie onder meer onderzoek van het PBL). De bulk van de vraag naar bedrijfshuisvesting komt vanuit het lokale bedrijfsleven. Voor het accountmanagement geldt: doorgaan met de gemeentelijke inspanningen en het bedienen van de koplopers in samenspraak met het ONHN, conform de afspraken die daar al over zijn gemaakt. Een voorwaarde hiervoor is dat de ambtelijke capaciteit voor accountmanagement minimaal op peil wordt gehouden. Wij hebben geconstateerd dat er vooralsnog geen draagvlak is voor een bundeling van menskracht of het maken van afspraken over uitwisseling van informatie op regionale schaal. Dat is wel een logische vervolgstap waarmee (beperkte) schaalvoordelen zijn te behalen en vooral een betere regionale profilering Strategie bovenregionale Marketing & Acquisitie Naast het gevestigde bedrijfsleven is er de markt buiten de regio. Die kent een binnenlands en een buitenlands deel. Beide markten zijn geografisch divers en sectoraal gedifferentieerd. Keuzes maken hierbinnen is nodig, omdat het onmogelijk is om de propositie van de Regio Alkmaar overal en bij iedereen bekend te maken. Bovendien is de Regio Alkmaar ook niet voor iedereen interessant. Het is dus zaak de marketing en acquisitie te richten op kansrijke combinaties van geografische herkomst en typen activiteiten. Hoe marketing en acquisitie ook worden opgezet, één ding staat als een paal boven water: de ondernemer is/bedrijven zijn de doelgroep. Die staat/staan centraal. En hoe belangrijk bestuurlijke grenzen ook mogen zijn vanuit het perspectief van een gemeenteraad, college van B&W of ambtelijk apparaat, voor een ondernemer van buiten de regio zijn ze nauwelijks van enige betekenis (en voor veel ondernemers van binnen de re- 12

14 gio overigens ook niet, al is er soms een sterke lokale en emotionele binding). Voor een ondernemer is het vestigingsklimaat op de schaal van de regio relevant (zie ook kader). Daarbij mag regio overigens flexibel worden geïnterpreteerd. Buitenlandse vestigers zien Noord-Holland Noord als één regio, binnenlandse bedrijven zullen iets meer oog hebben voor nuances maar zullen assets die formeel buiten de Regio Alkmaar liggen bijvoorbeeld ECN, delen van Seed Valley, agriport ook tot het regionale vestigingsklimaat rekenen. Vestigingsplaatsfactoren Bij vestigingsplaatskeuzes spelen verschillende factoren een rol. Die factoren verschillen al naar gelang het geografisch schaalniveau en uiteraard ook naar type bedrijfsactiviteit. Eerst over die geografische schaalniveaus, denkend vanuit een internationaal opererende onderneming die voor (een deel van zijn activiteiten) een nieuwe locatiekeuze maakt. Keuzes tussen continenten, worden vooral bepaald door schaal en omvang van de markt, politieke stabiliteit en fiscale overwegingen. Bij keuzes tussen landen binnen een continent spelen diezelfde factoren, maar gaan ook zaken als (internationale) bereikbaarheid, beschikbaarheid van kennis en toeleveranciers en kwaliteit van de arbeidsmarkt (of prijs-kwaliteitsverhouding) een rol spelen. Tussen regio s binnen een land vallen factoren als politieke stabiliteit en fiscale overwegingen min of meer weg (die zijn vrijwel gelijk). Factoren als bovenregionale bereikbaarheid en beschikbaarheid van kennis en toeleveranciers (clusters) blijven een rol spelen en factoren als regionale bereikbaarheid, beschikbaarheid van goede locaties, de kwaliteit van de arbeidsmarkt en quality of life worden belangrijker. Kennis, arbeidsmarkt en quality of life zijn factoren die in toenemende mate belangrijk en onderscheidend zijn. Beschikbaarheid van geschikte woonmilieus en een internationale school zijn voor internationale bedrijven belangrijke zachtere factoren. Verschillen zijn er uiteraard ook naar type activiteit. Zo is voor een grootschalig logistiek bedrijf bereikbaarheid (op elk schaalniveau), afstand tot verschillende verladers en afnemers en beschikbaarheid van grote kavels van cruciaal belang. Voor een R&D-vestiging telt vooral de nabijheid van kennis en de kwaliteit van de arbeidsmarkt. Het gaat een ondernemer van buitenaf dus om de regio: de kwaliteit en kwantiteit op de arbeidsmarkt, regionale bereikbaarheid, beschikbaarheid van kennis en toeleveranciers en kwaliteit van leven. Het heeft dus eigenlijk alleen zin om bovenregionale marketing en acquisitie uit te voeren op regionale schaal. Hoe breng je de regio Alkmaar onder de aandacht van bedrijven elders? In de marketing wordt gebruik gemaakt van verschillende modellen, zoals het AIDA-model en het MINT-model. Voor succesvolle regionale marketing en acquisitie van bedrijven, moet er in het verlengde van de genoemde modellen - zijn voldaan aan: 1) Helderheid over doelgroepen 2) Een eenduidige boodschap over de regio 3) Een goede loketfunctie 4) Inzicht in vestigingsmogelijkheden Deze onderwerpen worden hierna uitgewerkt. 1) Helderheid over doelgroepen Voor Noord-Holland Noord wordt, onder de vlag global challenges, local solutions, ingezet op de clusters agribusiness, energie en water. In het Regiobeeld 2025 voor Regio Alkmaar gaat het over agribusiness, energy en leisure. Met de toevoeging leisure komt de stedelijke dimensie en het 13

15 aantrekkelijke landschap van Regio Alkmaar onder de aandacht. Voor bedrijventerreinen zijn vooral agribusiness en energy de relevante clusters. Er zijn ongetwijfeld meer sectoren waarop de regio specifieke kwaliteiten heeft, soms zelfs unieke zoals de productie van medische isotopen (formeel buiten Regio Alkmaar), maar in marketing gaat het om keuzes. Meer dan drie speerpunten is, mede gelet op de schaal van de regio, niet reëel en valt niet over te brengen. Marketing en Acquisitieboodschap Regio Alkmaar Regio Alkmaar is het stedelijk hart van Holland boven Amsterdam. Met inwoners en op een half uur van Amsterdam en Schiphol Airport. In een geweldige omgeving met strand, bos en groene polders, biedt de regio gevarieerde woonmilieus, uitstekende onderwijs- en zorgvoorzieningen, interessante cultuurhistorie en een vrijetijdsaanbod voor elke doelgroep. Ondernemerschap zit er in de genen en er zijn gemotiveerde, goed opgeleide medewerkers. De regio heeft een gevarieerde economische structuur en excelleert in energy en agribusiness. Regio Alkmaar zet in op agribusiness, energy en leisure. Wij adviseren om vast te houden aan de gemaakte keuzes en die keuzes ook in alle communicatie-uitingen en contacten over het voetlicht te brengen. Wat wij nog missen, is een geografische afbakening van doelgroepen waarop marketinginspanningen worden gericht. Soms is dat niet per sé nodig, de Engelstalige website van ONHN is immers wereldwijd bereikbaar. En voor internationale bedrijvigheid is vooral samenwerking met NFIA (Netherlands Foreign Investment Agency) van belang. Maar voor andere marketinginspanningen beursbezoeken, gerichte mailingen is dat wel zinvol. Voor binnenlandse verplaatsers is het logisch de blik te wenden tot vooral de MRA en in minder mate de provincie Friesland als nabije donorgebieden. Voor agribusiness zijn verder andere agrifood-gebieden de logische doelgroep. 2) Eenduidige boodschap We hebben geconstateerd dat een eenduidig regioverhaal nog niet aanwezig is bij alle partijen die zich met regiomarketing voor bedrijven bezighouden. Het fine tunen van zo n boodschap is voer voor marketing professionals, maar een voorzet is te vinden in de linkerkolom. Deze regio-pitch kan worden aangevuld met sectorale en lokale verbijzonderingen. Maar de kern ervan is wat wordt gedeeld. Die boodschap gaat niet over Langedijk of Bergen, niet over Heerhugowaard of Castricum, niet over Alkmaar versus Heiloo of Uitgeest, maar over de Regio Alkmaar. 3) Een goede loketfunctie In onze gespreksronde is gebleken dat alle betrokken partijen vinden dat er - naast de lokale inzet voor accountmanagement en acquisitie en de regionale marketing en acquisitie op het niveau van Noord-Holland Noord - geen ruimte is voor een extra laag of entiteit op het niveau van de Regio Alkmaar. Dat impliceert dat het logisch is om de bovenregionale marketing en acquisitie te laten trekken door het ONHN. Daar zit de loketfunctie, rechtstreeks voor bedrijven, dan wel via bijvoorbeeld Amsterdam in Business of de NFIA. Maar ondernemers kunnen ook bij een individuele gemeente binnenkomen voor een eerste contact. Samenwerking op het vlak van bovenregionale marketing en acquisitie betekent dat in dat geval het ONHN ook wordt betrokken en dat informatie over leads wordt gedeeld. Voor bovenregionale M&A is dat ook geen probleem. Er ligt hier immers een gedeeld belang: de regio heeft wat te winnen bij meer bovenregionale vestigers. Winst voor de één (vestiging en werkgelegenheid in een gemeente), is hier 14

16 immers ook winst voor de ander (meer banen in de regio, meer koopkracht, meer afzetmogelijkheden voor toeleveranciers, etc.). Afstemmingtussen gemeenten en ONHN over bovenregionale leads en accountmanagement vindt overigens al plaats, maar is in intensiteit en consistentie nog voor verbetering vatbaar. Dus: ONHN is het loket voor de bovenregionale M&A. De gemeenten werken samen met het ONHN en wisselen informatie over bovenregionale leads uit met ONHN. 4) Inzicht in vestigingsmogelijkheden Zoals in het voorgaande is beschreven, spelen veel factoren een rol in vestigingsplaatskeuzes. De propositie van Regio Alkmaar bestaat dus uit meer dan een locatie alleen. Het gaat ook, of wellicht zelfs vooral, om het aanbod aan kennis, de kwaliteit en beschikbaarheid van personeel, je voorzieningenstructuur en het woon- en leefklimaat. Die propositie moet eerst over het voetlicht worden gebracht. Uiteindelijk gaat het ook over fysieke plekken: het bedrijventerrein, de kantorenlocatie of andere, informele locaties waar een bedrijf voor kiest. De propositie is dan ook niet volledig als die niet ook informatie bevat over fysieke vestigingsmogelijkheden. Ruimte an sich is geen onderscheidende factor (meer). Het gaat dus om het communiceren van meerwaarde en onderscheidend vermogen, passend bij de desbetreffende onderneming. De boodschap we hebben overal vestigingsmogelijkheden en die lijken allemaal op elkaar, biedt geen onderscheidend vermogen. Het is dus noodzakelijk om tot een zekere differentiatie/kleuring in het aanbod te komen. Niet om vanuit een dirigistische optiek te streven naar de juiste plek voor een bedrijf, wel om te komen tot productdifferentiatie en het laten zien van verscheidenheid in de regio-etalage. Dat hoeven geen rigide profielen te zijn die vestigingen van andersoortige bedrijven uitsluiten, maar logische koppelingen tussen speerpuntclusters en locaties helpen wel. Dus: bovenregionale M&A vraagt om differentiatie in en kleuring van het aanbod. De uitwerking hiervan is onderdeel van de volgende paragraaf. 2.2 Profilering werklocaties Er zijn vier (grotere) bedrijventerreinen met uitgeefbaar aanbod in de Regio Alkmaar: Boekelermeer Alkmaar Boekelermeer Heiloo De Vaandel Heerhugowaard Breekland Langedijk Het zijn alle vier moderne gemengde bedrijventerreinen, waarop in principe bedrijvigheid uit elke bedrijfstak een plek kan vinden. Een deel van de Boekelermeer biedt ruimte aan bedrijven uit de hoge milieuhindercategorie en het terrein biedt de mogelijkheid voor vestiging langs kades aan het 15

17 Noord-Hollandskanaal. Grote kavels (groter dan 1 ha) zijn op alle locaties mogelijk, zeer grote logistieke kavels (> 10 ha) zijn alleen op De Vaandel mogelijk. De locaties verschillen wel enigszins in ontsluiting en bijzonderheden, maar er is voor de meeste locaties nog geen sprake van een scherpe profilering in termen van doelgroepen/clusters. Ons advies is om zo n profilering wel aan te brengen en hierbij ook bijzondere ruimtelijke kenmerken per locatie te benadrukken. In tabel 2.2 presenteren wij hiertoe aanknopingspunten; zo ligt het ons inziens voor de hand de Boekelermeer te profileren voor Energy in het verlengde van het EIPA (Energy Innovation Park Alkmaar) waar in het afgelopen jaar de activiteit van geïnteresseerde gebruikers is toegenomen. Breekland en De Vaandel achten wij in het bijzonder interessant voor aan de agribusiness gelieerde bedrijvigheid, en aanvullend daarop MKB-brede bedrijvigheid. Wij merken op dat een keuze voor passende doelgroepen per locatie géén bedrijven uit andere sectoren uitsluit. Zo liggen op De Vaandel óók kansen voor Energy, gezien de komst van de duurzame ring en de nabijheid van glastuinbouwgebied Alton, en kan de Boekelermeer óók bedrijven huisvesten die actief zijn in het AgriFood-cluster. Tabel 2.2 Aanknopingspunten marktgerichte profilering per bedrijventerrein Werklocatie Kansrijke clusters/sectoren Ontsluiting Bijzonderheden Boekelermeer Alkmaar Boekelermeer Heiloo De Vaandel (middengebied)* Energy, MKB en grootbedrijf, bovenregionale oriëntatie MKB-breed, lokaal/regionaal MKB-breed en Agribusiness Aan A9 Nabij nieuwe afslag A9 (toekomst) N23 West-Frisiaweg EIPA en NH-kanaal, deel met ruimte voor hoge milieucat. Titel Beste bedrijventerrein van NL 2015 Nabij NH-kanaal en EIPA Nabij Alton-kassengebied Ligging aan West-Frisiaweg Breekland Agribusiness en Innovatieve agribusiness/toeleveranciers N245/N504 MKB-breed * Voor De Vaandel-Zuid is in Strategie De Vaandel een bredere bestemming inclusief maatschappelijke en zorgfuncties als kansrijk aangeduid Met het oog op marketing en acquisitie adviseren wij de regio om in de communicatie eventueel nog scherpere keuzes voor doelgroepen te formuleren, zonder dat dit andere bedrijven uitsluit. Ook als de regionale focus op energy en agribusiness/food niet expliciet wordt gekoppeld aan locaties, adviseren wij de regio om wel te komen tot een scherper onderscheid al is het maar in de marketing tussen de grotere bedrijventerreinen. 16

18 2.3 Advies vraagoptimalisering Wij adviseren de zeven gemeenten in de Regio Alkmaar om, met ingang van 2016, extra inzet te plegen op gezamenlijke bovenregionale en internationale marketing en acquisitie van bedrijvigheid, met name gericht op bedrijventerreinen. Daartoe wordt ingezet op de clusters energy en agribusiness/food gekoppeld aan de bedrijventerreinen en daarnaast wordt ook de potentie voor leisure gecommuniceerd. Geografisch zijn de belangrijkste binnenlandse doelgroepen: MRA, de provincie Friesland en andere food-regio s in Nederland. Voor de buitenlandse marktbenadering zet de regio de bestaan de structuur voort, waarbij het ONHN namens de regio convenantpartner is van het NFIA en het Invest in Holland netwerk. ONHN is hét loket voor de regio. Bovenregionale leads via de gemeente worden voor zover dat niet al gebeurt kortgesloten met ONHN. ONHN krijgt de leiding in concrete trajecten en werkt daartoe nauw samen met de gemeente(n). De focus van Regio Alkmaar die past binnen die van NHN wordt verwerkt in promotieproducten van ONHN. Regio Alkmaar maakt afspraken met ONHN over inzet gericht op Regio Alkmaar binnen de reguliere bijdrage. Die afspraken kunnen onder meer betrekking hebben op: promotiemateriaal en positionering op de website (of link naar de gemeenten in Regio Alkmaar); specifieke activiteiten gericht op de clusters energy en agribusiness; begeleiding van fact-finding missies voor inkomende investeringen. Wij raden aan het NHN-brede overleg met accountmanagers voort te zetten en binnen de mogelijkheden van de bestaande formatie zo mogelijk te intensiveren. Die beschikbare capaciteit voor accountmanagement beoordelen wij overigens wel als beperkt. ONHN kan in de reguliere terugkoppelingcyclus aan het PORA aandacht besteden aan de activiteiten die zijn gericht op de Regio Alkmaar. In onze gespreksronde is gebleken dat er vooralsnog geen extra middelen voor bovenregionale marketing en acquisitie beschikbaar komen. Het lijkt erop dat het politieke draagvlak hiervoor (nog) niet aanwezig is. Een manier om te kijken of die afweging alsnog anders uit kan vallen is om ONHN offerte te vragen voor een regionaal pluspakket (dat bovenop de NHNbrede afspraken komt). ONHN wordt dan bijvoorbeeld gevraagd wat het ontwikkelingsbedrijf extra kan doen voor respectievelijk 0,20 en 0,40 per inwoner per jaar (ca ). Vervolgens kan de regio beslissen of zij dat de moeite waard vindt. 17

19 3. STRATEGIE AANBODZIJDE Waar in hoofdstuk 2 de vraagzijde centraal stond, wordt hier ingegaan op de strategie voor de aanbodzijde van werklocaties. Aan de orde komen: een actualisatie van de vraag-aanbodconfrontatie ( 3.1), de noodzaak van, en invalshoeken en instrumenten voor planreductie ( 3.2), gevolgd door een conclusie in Vraag-aanbodconfrontatie werklocaties Uitgangspunt: vraagraming economisch impuls scenario In 2013 heeft BCI de ruimtebehoefte in Noord-Holland Noord geraamd. De prognose komt voor de regio Alkmaar voor de periode tot een ruimtevraag van: 23 ha in het zorgvuldig ruimtegebruik scenario; 40 ha in het basisscenario (beleidsarm scenario); 80 ha in het economisch impuls scenario (inzet clusters). In alle BCI-scenario s wordt ervan uitgegaan dat de sterke groei in werkgelegenheid en ontwikkeling van de vraag naar werklocaties van vóór de crisis, zich niet voortzet. Voor de periode na 2020 wordt voor de regio Noord-Holland Noord zelfs een krimp van de beroepsbevolking verwacht. Overall leidt dit in alle gehanteerde toekomstscenario s tot een daling van de werkgelegenheid. De totale ruimtevraag naar bedrijventerreinen laat daardoor in de regio Alkmaar, net als in beide andere NHN-regio s, een duidelijke kentering zien vanaf 2020 met een teruglopende, en soms zelfs negatieve ruimtevraag in de periodes en De prognose uit 2013 komt veel lager uit dan eerdere ramingen die voor de regio Alkmaar zijn opgesteld in 2008 en In het Advies sterke werklocaties (2014) is aangeven dat de ruimtevraag door achterblijvende overloop vanuit de Metropoolregio Amsterdam en door nog verder afnemende locatievoorkeur voor bedrijventerreinen, minder groot is gebleken dan verwacht. Ten opzichte van de lagere prognose uit 2013 blijft het gerealiseerde uitgifteniveau tot dusver achter bij de verwachting. Sinds 2009 ligt het uitgifteniveau van bedrijventerreinen (ver) onder het BCIbasisscenario tot 2020, en ook in de jaren daarvoor werd dit vaak niet gehaald (jaren waarin de werkgelegenheid in de regio overigens wel toenam). Figuur 3.1 brengt dit in beeld door de scenario s uit de BCI-raming af te zetten tegen de gerealiseerde uitgifte. Dit betekent dat het overaanbod aan bedrijfslocaties dat uit de BCI-raming is gebleken - en op basis waarvan het Advies sterke werklocaties het planaanbod heeft onderverdeeld in groene, oranje en rode locaties - nu al hoger is dan in 2013 geraamd. Relevant is verder dat in het economisch impulsscenario, met een sterke beleidsmatige inzet op de vijf regionale speerpunt clusters, wel een dem- 18

20 pend effect wordt verwacht op de op termijn negatieve werkgelegenheidsontwikkeling van NHN door realisatie van extra banen binnen de speerpuntclusters tot Overall zal ongeveer een derde van deze extra banen op bedrijventerreinen gevestigd worden, is de verwachting in economisch impuls scenario Figuur 3.1 Uitgifte vs. scenario s vraagraming Feitelijke Uitgifte Basisscenario Scenario "Economisch impuls" Scenario "Zorgvuldig ruimtegebruik" Bron: Monitor Werklocaties & BCI, Ruimtebehoefte werklocaties NHN, 2013 Dit onderzoek gaat, net als het Advies sterke werklocaties, voor de vraagraming uit van het economische impuls scenario. Constaterend dat het niveau van het basisscenario de afgelopen jaren al niet is gehaald, is het echter zeker niet vanzelfsprekend dat het uitgifteniveau van het economisch impuls scenario de komende jaren wél wordt behaald. Dat vraagt een gezamenlijke inspanning van de regio, te meer als het aantrekken van bovenregionale vestigingen wordt beoogd Actualisatie vraagraming De vraagraming bedrijventerreinen uit 2013 dient op twee onderdelen te worden geactualiseerd: Het beginjaar moet worden verlegd van 2013 naar begin 2015; Uitgeest dient bij zowel vraag als aanbod worden toegevoegd. Het beginjaar wordt verlegd door van de verwachte totale uitgifte in er periode (die in de BCI-raming lineair verloopt) 2 jaar af te halen. Bij het startmoment van de raming van komt de ruimtebehoefte tot 2020 op 32 ha in het economische impuls scenario. Omdat de gemeente Uitgeest pas sinds 2014 deel uit maakt van de regio Alkmaar, dient ook daarvoor te worden gecorrigeerd. De extra vraag (positief dan wel negatief) door toevoeging van Uitgeest, wordt berekend naar rato van het areaal netto uitgegeven bedrijventerreinen. Uitgeest accommodeert circa 4% van het totaal uitgegeven areaal bedrijventerreinen in de regio Alkmaar, waardoor de vraag per periode met één ha moet worden opgehoogd. In tabel 3.1 is de uitkomst van de geactualiseerde vraagraming o.b.v. het economisch impuls scenario weergegeven. 19

21 Tabel 3.1 Geactualiseerde vraagraming economisch impuls scenario (netto ha bedrijventerreinen) Totaal Ruimtevraag Extra ruimtevraag door marketing & acquisitie De doelgroep van bovenregionale verhuizers is weliswaar niet groot, en de Regio Alkmaar staat niet vanzelfsprekend op de short-list van potentiële locaties, maar wij zien wel kansen voor de regio Alkmaar om méér bovenregionale vestigingen aan te trekken. De regio beschikt met de sterke clusters agribusiness, energy en leisure aanknopingspunten voor het aantrekken van bovenregionale vestigingen. De regio ligt op de rand van, en is goed verbonden met de MRA, die niet alleen een internationale topregio is met Schiphol als mainport, maar ook kampt met een toenemende stedelijke druk waarvan een deel zou kunnen worden opgevangen in deze regio. De vraag hoeveel extra ruimtebehoefte voor werklocaties de regio Alkmaar kan verwachten van de bovenregionale vestigingen is niet eenvoudig te beantwoorden. Het aantal vestigingen zal weliswaar niet groot zijn, de kaveloppervlakte van een bovenregionale verhuizer kan dat wel zijn. In zowel het agribusiness als het energy-cluster zijn grote kaveloppervlakten geen uitzondering. De recent aangekondigde vestiging van Boekel op een kavel van 3,3 ha op Breekland en de uitgegeven 10 ha voor de gasbehandelingsinstallatie van TAQA (en nog te vestigen aanverwante bedrijven) op Boekelermeer illustreren dat. Van belang is de vraag in hoeverre in de prognose van BCI al rekening is gehouden met bovenregionale vraag. Hierover vermeldt het rapport dat in deze modelraming is uitgegaan van de verwachte werkgelegenheidsontwikkeling conform het gehanteerde toekomstscenario van het CPB. Er is hierbij niet gecorrigeerd voor een eventuele extra bovenregionale vraag. Indien we uitgaan van een extra bovenregionale vraag dient rekening te worden gehouden met een extra ruimtebehoefte in Noord-Holland Noord in de periode van 46 ha netto 1. Dit wordt gezien als extra vraag bóvenop de vraag als gevolg van de extra banen in NHN in het economisch impuls scenario. In het geval van een verdeling naar rato van het aantal banen over de drie regio s, zou dat neerkomen op bijna 2 ha per jaar extra vraag voor de regio Alkmaar, oftewel bijna 29 ha voor de periode Een ruimtevraag van 2 ha netto per jaar lijkt misschien niet groot, maar dat is ze wel voor een regio waar zich de afgelopen jaren maar heel weinig nieuwe bedrijven van buiten de regio hebben gevestigd. Als wordt uitgegaan van een gemiddelde kaveloppervlakte m² komt dat namelijk neer op het aantrekken van 4 bovenregionale vestigingen per jaar. Als alles meezit, kan dat haalbaar zijn, maar er moet ook rekening worden gehouden met externe factoren (o.a. economische ontwikkeling Nederland, 1 Ruimtebehoefte werklocaties Noord-Holland Noord, Buck Consultants International,p

22 ruimtedruk MRA, concurrentie) die de regio niet zelf in de hand heeft en waardoor de ruimvraag lager kan uitvallen. Om tot een zowel ambitieuze als realistische te verwachten ruimtevraag te komen, kan een bandbreedte van gemiddeld 1 tot 2 ha per jaar ruimtevraag door bedrijven van buiten regio worden aangehouden. Voor de periode komt dit neer op ha netto bedrijventerrein. De uitgifte aan bovenregionale vestigingen zou dan een substantieel deel vormen van de totale uitgifte. Voorwaarde is in ieder geval dat de gezamenlijke inzet op het gebied van marketing en acquisitie daadwerkelijk wordt geleverd. De geactualiseerde vraagraming plus de extra vraag door marketing en acquisitie komt voor de periode tot (afgerond) op 60 tot 75 ha, weergegeven in tabel 3.2: Tabel 3.2 Vraagraming inclusief extra vraag marketing & acquisitie (netto ha bedrijventerreinen) Totaal Ruimtevraag Extra vraag M&A Totale ruimtevraag Wij merken op dat de vraagraming in tabel 3.2 als optimistisch moet worden gezien: deze is inclusief het effect van extra banen in de speerpuntclusters op NHN-schaal en daar bovenop de extra bovenregionale vraag Actualisatie aanbodinventarisatie Het BCI-onderzoek noteerde in 2013 een aanbod van 228 ha in de regio Alkmaar in de periode Omdat er sindsdien zowel uitgiften zijn geweest, als delen van plannen zijn geschrapt, is het actuele aanbod opnieuw geïnventariseerd. Hiervoor is gebruik gemaakt van gegevens uit de Monitor werklocaties en uitkomsten van een belronde langs alle gemeenten. Tabel 3.3 geeft het actuele aanbod in regio weer: Tabel 3.3 Aanbod bedrijventerreinen Regio Alkmaar nu t.o.v (netto ha) Bedrijventerrein Gemeente 2015 Waarvan publiek Waarvan privaat Boekelermeer Alkmaar 86,5 37,7 48,8 Boekelermeer Heiloo 8,2 8,2 - De Vaandel Heerhugowaard 68,0 49,0 19,0 Breekland Langedijk 17,4 17,4 - Nieuwelaan-Oost Castricum 2,0-2,0 Beveland Heerhugowaard 1,0 1,0 - Westrand Alkmaar 2,7 0,8 1,9 Broekhorn Heerhugowaard 4,2-4,2 Totaal ,1 75,9 Bron: Monitor Werklocaties Noord-Holland 2015; actualisatie door gemeenten 21

23 Het totale aanbod van bedrijventerreinen in de regio bedraagt in november ha. In dit aanbod is geen rekening gehouden met leegstand op de bestaande terreinen (wel uitgegeven grond, maar met bedrijfshuisvesting die niet in gebruik is). Wij merken op dat een deel van het aanbod privaat is, dat is dus aanbod waarop gemeenten geen rechtstreekse invloed heeft. Dat het aanbod kleiner geworden is, komt in beperkte mate door uitgiften, maar vooral door reductie van het (zachte) aanbod op Breekland (ruim 21 ha minder). De huidige stand van zaken op de 3 terreinen in de regio waar het aanbod is geconcentreerd - Breekland, De Vaandel en De Boekelermeer - wordt hierna toegelicht. Op Breekland is het aanbod gereduceerd omdat is besloten de rode locatie Breekland-2 niet te ontwikkelen, weergegeven in figuur 3.2. Breekland- 2, de 21,2ha, was zogeheten zacht aanbod, waarvoor nog geen (ontwerp) bestemmingsplan was gemaakt/vastgesteld. Momenteel wordt onderzocht welke andere bestemming(en) en landschappelijke invulling en afronding mogelijk zijn. Breekland-1, zowel het groene als het oranje deel van het aanbod, blijft over als hard aanbod van 17,4 ha in Langedijk. Het terrein is relatief versnipperd uitgegeven. Alleen het middengedeelte, dat in het Advies sterke werklocaties op oranje is gezet, is nog een betrekkelijk groot aaneengesloten niet-uitgegeven deel. Figuur 3.2 Advies sterke werklocaties voor Breekland Bron: Advies voor sterke werklocaties in Regio Alkmaar, 2015 De Vaandel, zowel het publieke midden en zuidelijke deel als het noordelijke (vooral) private deel, heeft de ( harde ) bestemming bedrijventerrein. Het overaanbod van werklocaties in de regio is voor gemeente Heerhugowaard wel reden geweest voor het opstellen van Strategie De Vaandel. Dit is een uitnodigende visie voor diverse stedelijke functies die in dit ge- 22

24 bied een plek kunnen krijgen, en een strategie voor een meer vraaggestuurde gebiedsontwikkeling. Hoewel de huidige bedrijfsbestemming op alle rode delen van De Vaandel vooralsnog van kracht blijft, heeft de gemeente aangegeven het noordelijk gedeelte (37 ha) op den duur een bestemming te geven die recht doet aan het Stec-rapport. Hiertoe heeft de gemeente al een aanzet gedaan door enkele miljoenen euro s af te boeken op de gronden die in gemeentelijk bezit zijn. In de Strategie De Vaandel wordt aangegeven dat flexibiliteit de basis vormt. Voor het zuidelijk deel wordt een verbreding naar zorg en maatschappelijke functies als kansrijk gezien, terwijl de huidige bedrijfsbestemming vooralsnog van kracht blijft (zie Figuur 3.3). De Vaandel Midden wordt actief als bedrijventerrein ontwikkeld en hier zijn inmiddels enkele bedrijven gevestigd. De Vaandel Noord wordt als zoekgebied beschikbaar gehouden voor (tijdelijke) ruimteclaims uit de stad, duurzaamheidsexperimenten etc. Momenteel is het gebied in gebruik als landbouwgrond en het ligt nabij het Alton-kassengebied (onderdeel van Greenport Noord- Holland-Noord). Het zoekgebied kan daarmee worden gezien als een schuifpuzzel voor zowel het stedelijk als het landelijk gebied. Het niet meer als bedrijventerrein ontwikkelen kan in dat kader een reële uitwerking van dit toekomstbeeld zijn. Gemeentelijke grond op het rode deel wordt in principe niet uitgegeven. Maar een behoorlijk deel van het rood is in eigendom van private partijen. Op basis van het bestemmingsplan is dit in theorie dus ook nog uitgeefbaar en dus blijft het aanbod op De Vaandel vooralsnog 68 ha. Figuur 3.3 Advies sterke werklocaties voor De Vaandel Bron: Advies voor sterke werklocaties in Regio Alkmaar,

25 Er lopen voor de Boekelermeer nog geen gemeentelijke trajecten om tot bestemmingswijzigingen te komen. Wel worden de rode delen die in bezit zijn van de gemeente Alkmaar (zie figuur 3.4) voorlopig niet uitgegeven. In overeenstemming met het Advies sterke werklocaties is het aanbod op het grondgebied van Heiloo gereduceerd, zij het ruimtelijk iets anders dan in dat rapport aangegeven, om rekening te houden met een kabels- en leidingenstrook (o.a. drinkwaterverbinding van Andijk naar het duinengebied). Het aanbod van het Alkmaarse deel bedraagt 86,5 ha. Het aanbod op grondgebied van de gemeente Heiloo bedraagt 8,2 ha. Twee van de drie als rood aangemerkte plandelen zijn in eigendom van private partijen. Er is een exploitatieplan vastgesteld met bijdragen van deze private partijen. Ruimtelijk maakt de tot dusver versnipperde uitgifte van kavels het niet gemakkelijk om langs logische landschappelijke lijnen plandelen aan te wijzen die in aanmerking kunnen komen voor herbestemming. Dat geldt voor zowel het gedeelte van Alkmaar als van Heiloo. Een deel van het rode aanbod op de Boekelermeer voorziet in kwaliteiten die elders in de regio niet beschikbaar zijn, in de vorm van ruimte voor hoge milieucategorieën en een aantal kavels met bereikbaarheid over het water (zuidoostelijke rode locatie), en dat (juist daarom) over vestiging daarbinnen momenteel gesprekken gevoerd worden met bedrijven (bron: ONHN). Voor de Etalage, de noordwestelijke rode locatie tussen snelweg en de huidige omvang van het bedrijventerrein, geldt dat het wel een ruimtelijke eenheid is, maar dat de landschappelijke meerwaarde van het deelgebied door de ligging tussen bedrijventerrein en snelweg beperkt is. Figuur 3.4 Advies sterke werklocaties voor De Boekelermeer Bron: Advies voor sterke werklocaties in Regio Alkmaar,

26 Naast het aanbod op deze drie terreinen is er op de lokale bedrijventerreinen Nieuwelaan-Oost in Castricum en Beveland in Heerhugowaard in totaal nog circa 3 ha hard aanbod beschikbaar. Dit is aanbod voor de lokale markt, dat om die reden ook als aanbod behouden dient te blijven. Ook het aanbod op de gemengde terreinen Westrand in Alkmaar en Broekhorn in Heerhugowaard (samen 7 ha) wordt meegerekend. Deze gemengde terreinen bieden naast de bedrijfsbestemming, ook de mogelijkheid er kantoren of leisure te vestigen. Hoewel vorig jaar op basis van marktpotentie is geadviseerd deze niet als bedrijventerreinen uit te geven, laten de vigerende bestemmingsplannen dat wel toe, en dienen deze te worden meegenomen in het aanbod. Het gemengde terrein P8/ t Lood in Alkmaar wordt echter niet in het aanbod meegenomen. Dit terrein beschikt namelijk nog niet over een vastgesteld bestemmingsplan. Bovendien zal een ontwikkeling tot bedrijventerrein de toets aan de Ladder voor Duurzame Verstedelijking (waarschijnlijk) niet kunnen doorstaan. Van planmatige transformatie van (delen) van terreinen is in de regio Alkmaar nauwelijks sprake, blijkt uit de in het kader van dit onderzoek uitgevoerde inventarisatie. Een gedeelte van Oosterzij (1,5 ha) in Heiloo is het enige bedrijventerreinen waarvan nu vaststaat dat het de komende jaren wordt getransformeerd (naar woningbouw in dit geval) Vraag-aanbod confrontatie bedrijventerreinen Afgezet tegen een vraag van ha impliceert de aanbodinventarisatie van 190 ha een overaanbod van ha in de periode Hoewel het overaanbod inmiddels iets kleiner is dan in 2013 en in 2014, blijft dat erg veel voor een regio met ongeveer 600 ha netto uitgegeven bedrijventerreinen. Bovendien is dit de omvang van het overaanbod op basis van een optimistische vraagraming, die o.a. uit gaat van succes bij het aantrekken van bovenregionale vestigingen. Zelfs dan dreigt er een groot overaanbod te ontstaan, dat inzet op planreductie dus noodzakelijk maakt. De uitwerking daarvan volgt in hoofdstuk Vraag-aanbod confrontatie kantoren Vraagraming economisch impuls-scenario en vraag-aanbodconfrontatie De kantorenvoorraad van ca m 2 in de regio Alkmaar is geconcentreerd in de gemeenten Alkmaar (ca. 75% van het totaal) en Heerhugowaard (ca. 25%). 2 Deze voorraad breidt naar verwachting tot aan 2030 nauwelijks meer uit; BCI (2013) gaat uit van een ruimtevraag van m 2 bvo kantooroppervlak in het economisch impulsscenario, tegenover m 2 bvo planvoorraad in de regio tot aan Landelijke trends als het nieuwe werken, de toename van het aantal ZZP-ers, en concentra- 2 O.b.v. Bak, Kantoren in cijfers, Hierbij zijn alle kantoren meegenomen, en dus niet alleen formele kantoorlocaties van > m 2 aaneengesloten kantooroppervlak 25

27 tie van kantoren op de beste plekken (Randstedelijk, in centrum- en stationsgebieden, hoogwaardig) spelen een rol bij de afnemende vraag. Recente marktontwikkelingen geven geen aanleiding om te verwachten dat de vraag naar kantoorruimte tot aan 2030 substantieel groter uitvalt dan eerder geraamd. Ook kwalitatief ziet de verwachte ontwikkeling van de vraag er nu niet anders uit dan een jaar geleden. Daarom onderschrijven wij het advies van STEC om op 4 kansrijke multifunctionele, kleinschalige, centraal gelegen planlocaties in totaal m² bvo kantorenoppervlakte te ontwikkelen tot aan 2030, en de overige planvoorraad (ca m 2 ) voorlopig of helemaal niet op de markt te brengen. Tabel 3.4 brengt per planlocatie in beeld, hoeveel planvoorraad tot ontwikkeling kan worden gebracht. Tabel 3.4: Planlocaties kantoren die op groen zijn gezet (in m 2 BVO) Planlocatie Groen NUON-locatie Alkmaar CS Helder-Connexxion P8/ t Lood Westrand Broekhorn Totaal Bron: STEC groep. Advies voor sterke werklocaties in Regio Alkmaar, 2014 Geen bovenregionaal vraageffect op kantorenmarkt Waar wij voor bedrijventerreinen bij een eenduidig regio-profiel en gezamenlijke inzet op bovenregionale marketing en acquisitie een toename van de ruimtebehoefte realistisch achten, is dit op de kantorenmarkt minder aannemelijk. De markt voor bovenregionale kantoorvestigingen is beperkt, en de vraag die er is, landt grotendeels in de Randstad, en dan met name op centrum- en stationslocaties in Amsterdam (internationale vestigingen) en Utrecht (nationaal georiënteerde vestigingen). Daarbuiten landt nog een beperkt aantal bovenregionale vestigen in regio s met topclusters met veel kantoorgebruikers (bv. kantoren van high-tech bedrijven in Eindhoven), en dit is minder van toepassing op de regio Alkmaar. De clusters energy, agribusiness en leisure zijn immers veel meer gericht op bedrijventerreinen (de eerste twee) of komen overwegend buiten formele werklocaties terecht (leisure). Effect transformatie en herbestemmen Naast herbestemmen van planaanbod draagt transformatie van bestaande kantoorruimte bij aan meer evenwicht op de regionale kantorenmarkt. Hiertoe is het van belang dat gemeenten planologisch zoveel mogelijk aan transformatie-initiatieven meewerken. Zo kan met transformatie van kantoren worden voorzien in ruimtebehoeften die er kunnen zijn bij andere functies (wonen voor studenten en ouderen, maatschappelijke functies, zorgfuncties, etc.). Tegelijkertijd ligt het niet in de lijn der verwachting dat kantorentransformatie tot een substantieel hogere vraag naar kantoor- 26

28 ruimte leidt dan geraamd, aangezien transformatie voornamelijk in verouderde en/of leegstaande panden plaatsvindt. Nieuw kantorengebruik zal daarnaast vaak andere en niet zelden meer meters in de regio achterlaten. 3.2 Planreductie: noodzaak en mogelijkheden Het overaanbod van ha bedrijventerreinen stelt de regio Alkmaar voor de opgave de vraag die er nog wel zal zijn zo goed mogelijk te benutten, en het resterende overaanbod te reduceren door het andere bestemmingen te geven. De verdere verschuiving van een uitbreidings- naar een vervangingsmarkt, maakt het noodzakelijk daarbij ook de kwaliteit van de bestaande bedrijventerreinen te betrekken Noodzaak planreductie Met de constatering van een overaanbod van minimaal 115 ha in 2030 dient de vraag zich aan: (Waarom) is het wenselijk dat de Regio Alkmaar zich inspant om het overaanbod aan bedrijventerreinen te reduceren? Of anders geformuleerd: wat zijn de negatieve consequenties van een overaanbod op de markt voor bedrijventerreinen? De belangrijkste zijn: Risico van versnipperd uitgiftepatroon op bedrijventerreinen. Een ruimtelijk risico van overaanbod is dat de uitgifte van kavels op bedrijventerreinen versnipperd plaatsvindt in plaats van geconcentreerd op afgebakende deelgebieden. Hierdoor ontstaan bedrijventerrein waar uitgegeven kavels worden afgewisseld met braakliggende kavels. Dit versnipperde uitgiftepatroon drukt de ruimtelijke kwaliteit van de terreinen en de individuele kavels en daarmee ook de economische waarde van zowel de uitgegeven als de braakliggende kavels. Bijkomend ruimtelijk nadeel van een versnipperd uitgiftepatroon is dat een groter oppervlakte aan bedrijventerrein aan het landschap is onttrokken dan op basis van de gerealiseerde uitgifte noodzakelijk zou zijn geweest. Overaanbod drukt grondprijzen. Ook financieel heeft overaanbod negatieve consequenties voor de betrokken gemeenten. Overaanbod werkt concurrentie tussen gemeenten in de hand en kan de grondprijzen drukken waartegen uitgeefbaar bedrijventerrein wordt verkocht. Oplopende rentekosten door oprekken fasering. Overaanbod in de regio zal het uitgiftetempo van afzonderlijke locaties vertragen, waardoor faseringen over langere periodes moeten worden opgerekt. Voor zowel Breekland, als De Vaandel en De Boekelermeer zijn faseringen al bijgesteld. Nog verder oprekken van de fasering biedt geen oplossing, omdat er ook op lange termijn onvoldoende vraag is voor het nu al beschikbare aanbod. Er komt bovendien een moment dat nog verder faseren niet meer realistisch is en dat afboeken beter is, vanwege o.a. oplopende rentelasten. In het STEC-rapport is berekend dat daarmee verliezen lager uitvallen. Beperkte bereidheid tot investeren. Overaanbod in de regio kan zorgen voor terughoudendheid bij bedrijven om te investeren in locaties. Zo lang geen duidelijke keuzes gemaakt worden, blijft het immers onzeker welke (delen van) locaties wél en welke niet afgerond zullen worden. Bedrijven 27

29 investeren niet graag in locaties waarvan het onzeker is of het beoogde concept en de beloofde kwaliteit wel binnen afzienbare tijd kunnen worden gerealiseerd Mogelijkheden planreductie Algemeen Planreductie is vanuit regionaal perspectief dus noodzakelijk. Tegelijkertijd levert planreductie in sommige gevallen maar beperkt ruimtelijke voordelen op, terwijl de financiële gevolgen voor gemeenten op korte termijn verstrekkend kunnen zijn. Wij realiseren ons dat dit bestuurders in een lastige positie plaatst: ingrijpen leidt direct tot lasten, niet ingrijpen wellicht tot hogere lasten, maar die worden pas op termijn merkbaar. Er zijn verwachtingen bij raadsleden en (een deel van) het bedrijfsleven ziet een grote koerswijziging over het toekomstbeeld van een locatie ook niet graag. De baten worden regionaal genoten, de lasten moeten lokaal worden genomen. De mogelijkheden om te komen tot planreductie verschillen ook per locatie, net als de instrumenten die daarbij het meest kansrijk zijn. Tabel 3.5 geeft een overzicht van de beschikbare instrumenten, die inhoudelijk nader worden toegelicht in bijlage 1, gevolgd door een toelichting op waarom de mogelijkheden om te komen tot planreductie verschillen per locatie. Tabel 3.5 Beschikbare instrumenten om te komen tot planreductie (nader toegelicht in bijlage 1) Instrument Zacht aanbod herbestemmen Hard aanbod herbestemmen Voorzienbaarheid creëren Regionaal convenant werklocaties Thematische structuurvisie Faseren Breder bestemmen Verkleuren bestaande voorraad Tijdelijk bestemmen D Planreductie door herbestemming van plannen zonder vastgesteld bestemmingsplan herbestemming van plannen met vastgesteld bestemmingsplan vooraankondiging van herbestemming gericht op planschadebeperking gemeenten spreken wederzijds commitment uit en leggen afspraken voor planreductie vast regionale of provinciale visie die de basis voor voorzienbaarheid legt uitgeven van werklocaties over langere periode andere bestemming(en) naast bedrijfsbestemming toe te voegen bestaande werklocaties geleidelijk van bestemming laten veranderen delen van het aanbod tijdelijk een andere bestemming te geven De mogelijkheden om te komen tot planreductie verschillen per locatie. Hierop wordt ingegaan, gevolgd door een verkenning van de kansrijke instrumenten per locatie in 3.2.3: Juridisch maakt het vanzelfsprekend verschil of het gaat om hard of zacht aanbod. Ook overige aspecten, zoals eventuele anterieure overeenkomsten tussen gemeenten en private ontwikkelaars, spelen een rol bij de vraag waar juridisch de meeste kansen liggen. In de regio Alkmaar speelt vooral de vraag in hoeverre schrappen in hard aanbod mogelijk is. Financieel kunnen er grote verschillen per locatie zijn in de consequenties van planreductie. Het maakt verschil of de grond in gemeen- 28

30 telijk- of privaat bezit is. Voor een (groot) deel van het aanbod in de regio Alkmaar geldt het laatste. Bij herbestemming daarvan kunnen gemeenten: 1. publiekrechtelijk te maken krijgen met planschade als daardoor een grondeigenaar wordt geconfronteerd met een nieuwe bestemming met een lagere grondwaarde, en de gemeente geen voorzienbaarheid heeft gecreëerd; 2. privaatrechtelijk te maken krijgen met financiële gevolgen: Enerzijds als er anterieure overeenkomsten met private partijen zijn gesloten, die de gemeente door gewijzigd eigen beleid niet kan nakomen. Anderzijds als voor de realisatie van een bestemmingsplan kosten worden verhaald d.m.v. een exploitatieplan met bijdragen van private partijen aan bijvoorbeeld hoofdinfrastructuur. Door niet te ontwikkelen, en dus uitblijven van de private bijdrage, komen deze volledig voor rekening van de gemeente (indien deze kosten al zijn gemaakt, of moeten worden gemaakt t.b.v. overige plandelen). Voorzienbaarheid creëren kan planschade afwenden, maar biedt geen oplossing om financiële consequenties van privaatrechtelijke afspraken te voorkomen. De gemaakte afspraken goed tegen het licht houden - nagaan of deze inmiddels niet verouderd zijn, met de private partijen in overleg treden over alternatieven - kan soms wél helpen om de financiële consequenties van herbestemming voor de gemeente zoveel mogelijk te beperken. Of er daarvoor mogelijkheden zijn hangt af van wat precies is overeengekomen, en of er bij het maken van nieuwe afspraken iets te winnen valt voor alle betrokken partijen. Het gesprek hierover aangaan is in ieder geval stap 1. Voorzienbaarheid creëren Om niet alleen gemeentegronden, maar ook private onbenutte gronden effectief te kunnen herbestemmen dient voorzienbaarheid te worden gecreëerd. Relevant is wat de provincie Utrecht, die hierin voorop loopt, hierover in haar (concept-ontwerp) Thematische structuurvisie kantoren heeft opgenomen: In artikel 6.3 Wro is onder meer bepaald dat het bestuursorgaan dat moet beslissen op een aanvraag om toekenning van planschade, bij zijn beslissing onder meer de voorzienbaarheid van de schadeoorzaak moet betrekken. Hierbij wordt opgemerkt dat een schadeoorzaak kan zijn de vaststelling van een bestemmingsplan door de gemeenteraad of een inpassingsplan door provinciale staten. Het criterium voorzienbaarheid is in de loop van de tijd in de jurisprudentie van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) over planschade ontwikkeld. Eén van de elementen bij deze voorzienbaarheid is de zogenoemde passieve risicoaanvaarding. Van belang is in dit verband een uitspraak van de ABRvS van 18 januari 2006 (Planschade Enschede): Bij de beantwoording van de vraag of sprake is van aanvaarding door appellant van het risico dat de bouwmogelijkheid op het perceel zou kunnen vervallen, is van belang of de voortekenen van de voor appellant nadelige planwijziging reeds enige tijd zichtbaar waren. Om risicoaanvaarding te mogen aannemen is het, zoals de Afdeling eerder heeft overwogen in haar uitspraken van 11 mei 2000, no /01 (BR 2001, 228), en 14 april 2004, no /1 (BR 2004, 868), voldoende dat er, bezien vanuit de positie van een redelijk denkend en handelend eigenaar, aanleiding bestond rekening te houden met de kans dat de planologische situatie op het perceel voor hem in negatieve zin zou gaan veranderen. Van passieve risicoaanvaarding is dus sprake wanneer een private grondeigenaar op basis van een vigerend bestemmingsplan een bedrijfsbestemming heeft kunnen realiseren, maar hiervan niet of niet tijdig gebruik gemaakt 29

31 heeft door een concrete poging te ondernemen deze mogelijkheid te benutten, terwijl bekend was of kon zijn dat deze mogelijkheid zou (kunnen) komen te vervallen. In de Wro is niet geregeld welke termijn moet zijn verstreken voordat er sprake is van voorzienbaarheid. Er is wel een voorbeeld uit Enschede waar de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State bij het opheffen van een bedrijfsbestemming een termijn van anderhalf jaar voldoende vond. De gemeente Amsterdam heeft dit bij het herbestemmen van onbenutte bouwtitels in de kantorengebieden Teleport en Amstel III opgelost door vooraf een termijn van 3 jaar te communiceren. Belangrijk is verder dat de concrete beleidsvoornemens openbaar zijn gemaakt en dat duidelijk is gemaakt op welk gebied het beleidsvoornemen betrekking heeft. In de provincie Utrecht is dit gedaan door in de Thematische structuurvisie kantoren duidelijk aan te geven welke locaties worden herbestemd. Ook ruimtelijk zijn de mogelijkheden voor planreductie per locatie verschillend. Op de ene locatie kan het kwaliteitsbehoud van het landschap opleveren, maar het niet ontwikkelen van (een deel van) een andere locatie juist kan tot kwaliteitsverlies leiden, bijvoorbeeld als daardoor een half bebouwd bedrijventerrein overblijft met hier en daar een uitgegeven kavel. Planreductie levert slechts beperkte ruimtelijke meerwaarde op indien het terrein al is omringd door uitgegeven kavels of al deels versnipperd is uitgegeven, zoals op De Boekelermeer en, in mindere mate, Breekland I. Kwalitatief als vestigingsplaats voor bedrijven, kunnen er kansen liggen om specifieke locaties te willen behouden, omdat ze nergens anders in de regio te vinden zijn, of juist te willen herbestemmen als ze meer van hetzelfde bieden. Zo is een gedeelte van Boekelermeer 2- Zuid aangemerkt als rode locatie, terwijl dit terrein, zoals eerder aangegeven, onderscheidende kenmerken heeft in de vorm van de ligging aan het kanaal en hoge milieucategorieën die er mogelijk zijn. Tot slot, waar het ene terrein door zijn ligging geschikt is voor alternatieve bestemmingen, is het andere daarvoor veel minder kansrijk. Ook dat kan een invalshoek zijn om te kijken naar waar de beste kansen liggen om in de regio te komen tot reductie van het overaanbod. Op De Vaandel-Zuid (Heerhugowaard) kan bijvoorbeeld een (gedeeltelijke) invulling van het terrein met zorgfuncties kansrijk zijn, terwijl dat voor Breekland-1 minder voor hand ligt. Alternatieve bestemmingen zoals zonneweides zijn wel relevant, maar zal financieel ook minder inkomsten betekenen. 3.3 Advies aanbodzijde De vraagaanbod-confrontatie van bedrijventerreinen en kantoren laat in de regio Alkmaar tot 2030 een groot overaanbod zien, ook bij maximale inzet op bovenregionale marketing en acquisitie. Door afvlakking van de vraag zal het overaanbod na 2030 ook niet kleiner worden. De regio dreigt achter te blijven met halve en versnipperd uitgegeven bedrijventerreinen en veel leegstaande kantoren. Dat heeft negatieve ruimtelijke, financiële en economische consequenties voor alle 7 gemeenten in de regio. Wij adviseren de regio om het aanbod van werklocaties te reduceren door gezamenlijk in te zetten op effectieve herbestemming van een zo groot mogelijk deel van het overaanbod. 30

32 Omdat het planaanbod in de regio volledig bestaat uit hard aanbod, vraagt dat een doelgerichte inzet van de juiste instrumenten. Wij adviseren een mix van instrumenten om lokaal succesvol te zijn door regionaal het juiste kader te bieden. De strategie die wij voorstellen voor meer evenwicht op de werklocatiemarkt van de regio Alkmaar, wordt toegelicht in het volgende hoofdstuk. 31

33 4. STRATEGIE EVENWICHT 4.1 Uitgangspunt: gezamenlijke inzet op reductie Meer evenwicht op de bedrijventerreinenmarkt in de Regio Alkmaar kan worden bereikt door aan de vraagzijde de behoefte aan bedrijventerreinen te verhogen door inzet op een eenduidig regioprofiel, gezamenlijke bovenregionale marketing en acquisitie en thematische profilering van de werklocaties. Hiervoor lijkt ook draagvlak te bestaan in de regio. Ook bij maximale inzet op bovenregionale marketing en acquisitie zal de regio Alkmaar echter een fors overaanbod van bedrijventerreinen houden van minimaal 115 ha in De eerstkomende jaren zal het meer zijn, en in de jaren na 2030 door afvlakking van de vraag niet minder worden. Ook op de kantorenmarkt, waar het effect van bovenregionale marketing en acquisitie niet op weegt tegen een afnemend ruimtegebruik per werknemer en een landelijke concentratietendens, blijft er overaanbod. Dit heeft negatieve ruimtelijke, economische en financiële consequenties. Reductie van het overaanbod is dan ook nodig om te voorkomen dat locaties versnipperd worden uitgegeven, half ontwikkeld achterblijven, de ruimtelijke kwaliteit van hun omgeving negatief beïnvloeden en de leegstand op bestaande werklocaties verder laten toenemen. Er is gelukkig ook veel te winnen met reductie van overaanbod: vermindering van rente- en ontwikkelkosten en vergroting van de opbrengsten, waardoor reductie o.b.v. het onderzoek van Stec uiteindelijk 74 miljoen positiever uitvalt dan niets doen ( 28 miljoen extra opbrengsten en 46 miljoen minder plankosten en rente). Met het afboeken van gronden op De Vaandel en Breekland-II heeft de regio hiermee al een aanzet gemaakt. Kosten om af te boeken of af te waarderen zijn in de berekening van STEC overigens niet meegenomen. Reductie helpt bovendien bij het aantrekken van bovenregionale vestigingen door goed geprofileerde en ruimtelijk samenhangende werklocaties die wél uit de verf komen en waar synergievoordelen te behalen zijn. Dit zijn voordelen voor bedrijven en gemeenten in de hele regio, met en zonder planaanbod. Economie, werklocatie- en arbeidsmarkt hebben immers gemeen dat ze niet ophouden bij de gemeentegrenzen; reductie van overaanbod gaat daarmee alle gemeenten in de regio Alkmaar aan. Tegelijkertijd is de politieke werkelijkheid dat in debatten in de zeven gemeenteraden de regionale belangen op lange termijn, het soms afleggen tegen de belangen van de eigen gemeente op de korte termijn. Dat is op zich begrijpelijk. Reductie van planaanbod kan voor gemeenten grote financiële consequenties hebben. Dat geldt echter ook voor het uitblijven van de marktvraag, zij het dan soms pas op wat langere termijn. Wat herbestemmen ook moeilijk kan maken is dat het besluiten vraagt, en afwachten niet. Begrijpelijke redenen voor aandacht voor lokale belangen, maar daarmee dreigt onvoldoende recht te worden gedaan aan het belang dat 32

34 individuele gemeenten juist hebben bij een sterke regionale economie en een gezonde regionale werklocatiemarkt. In deze politieke setting kan het moeilijk zijn om toch stappen te zetten om het overaanbod te reduceren. Ook omdat een gezamenlijk regionaal belang nog niet betekent dat de belangen van individuele gemeenten ook altijd overeenkomen. Reductie van planaanbod kan in zekere zin zelfs als een prisoners dilemma worden gezien. Immers het schrappen van aanbod door de ene gemeente, kan betekenen dat de andere gemeente denkt zijn planaanbod overeind te kunnen houden. Daarvan is in de Regio Alkmaar echter geen sprake. Het overaanbod van minimaal 115 ha aan bedrijventerreinen en m² aan kantoorlocaties is te groot is om niet sámen stappen te moeten zetten. Dat besef dient het vertrekpunt te zijn. Komen tot reductie van het planaanbod vraagt tijd, en de meest wenselijke stappen zijn niet altijd ook de meest haalbare op korte termijn. Dat het onmogelijk zal zijn al op korte termijn evenwicht te creëren, en misschien ook moeilijk om op langere termijn tot een volledig evenwicht te komen, zou echter niet mogen beteken dat er nu geen stappen worden gezet. De negatieve ruimtelijke, financiële en economische consequenties van niets doen zijn te groot, en zullen ook niet kleiner worden. De regio heeft al belangrijke initiële stappen gezet om de werklocatiemarkt meer in evenwicht te brengen: Afzien van de ontwikkeling van Breekland-2 en afboeken van gronden aldaar; Afboeken van gronden op De Vaandel; Ontwikkeling van de Strategie De Vaandel met daarin de aanzet om de bestemming van het noordelijk deel van De Vaandel in lijn te brengen met het Advies werklocaties; Temporiseren van de gemeentelijke rode locaties op de Boekelermeer. Het is inhoudelijk nodig gelet op de omvang van het overaanbod - maar ook omwille van onderlinge, regionale solidariteit dat op alle grote planlocaties gemeenten én private partijen stappen blijven zetten om tot planreductie te komen. Een gezamenlijke inzet kan alle partijen in de regio helpen om stappen te zetten. 33

35 Figuur 4.1: Strategie evenwichtige werklocatiemarkt Regio Alkmaar De strategie vraagt naast de marketing voor vraagoptimalisatie - een toekomstvisie op de grotere locaties (4.1.1) en maakt gebruik van slimme inzet van instrumenten (4.1.2). Grafisch is dit samengevat in figuur Strategie per locatie Gemeente Heerhugowaard heeft met Strategie De Vaandel een beleidsnota om flexibel te kunnen bijsturen op veranderingen in de ruimtevraag. De gemeenten Alkmaar, Heiloo en Langedijk kunnen dat voorbeeld volgen met locatiestrategieën voor De Boekelermeer en Breekland. Wij geven per locatie ons advies voor de inhoud van de strategieën: 1) Breekland Herbestemming van nog niet uitgegeven delen van Breekland-1 is voorlopig niet aan de orde. Een groot deel van het resterende planaanbod leent zich hier niet voor omdat het gaat om resterende kavels tussen gerealiseerde bedrijfspanden. De praktijk voor Breekland is al, dat nieuwe uitgiften waar mogelijk op bestaande gaten op het terrein landen, zodat een verdere versnippering van het uitgiftepatroon wordt voorkomen. Wij adviseren de gemeente Langedijk deze praktijk door te zetten en in principe geen nieuwe uitgiften te doen binnen het oranje gedeelte uit het Stec-onderzoek zolang binnen het groene gedeelte kavels beschikbaar zijn die passen bij de locatie-eisen van de vestiger. Dat maakt herbestemming van een afgebakend deel in de toekomst niet onmogelijk, mocht het nu beoogde uitgiftetempo niet worden gehaald. Wij geven in overweging om dit advies voor Breekland-1 ook mee te nemen in de visievorming over herbestemming en inpassing van Breekland-2, die de gemeente momenteel laat doen. 34

36 2) De Vaandel Herbestemming van het noordelijk deel van De Vaandel draagt bij aan het behoud van de ruimtelijke kwaliteit. Wij adviseren de aanzet die de gemeente Heerhugowaard heeft gedaan in de Strategie De Vaandel, om het noordelijk deel een andere bestemming te geven, daartoe zorgvuldig doch stevig door te zetten. Hierbij dient voorzienbaarheid te worden gecreëerd, om de financiële nadelen te beperken door planschade te vermijden.. Wij adviseren om juridisch na te gaan of met het openbare besluit tot vaststelling van de Strategie De Vaandel 3 in voldoende mate voorzienbaarheid is gecreëerd en indien nodig aanvullende maatregelen te nemen om voorzienbaarheid te creëren. Indien de regio overgaat tot het opstellen van een Regionale Thematische Structuurvisie (zie paragraaf 4.1.2) en daarin de voornemens t.a.v. breder bestemmen van het noordelijk deel van De Vaandel opneemt, wordt eveneens voorzienbaarheid gecreëerd. Herbestemmen tot agrarisch gebruik, waarvoor het nu deels ook gebruikt wordt, ligt voor de hand en is in lijn met Strategie De Vaandel, eventueel met een wijzigingsbevoegdheid om de mogelijke opstelplaats voor treinen te kunnen realiseren. 3) De Boekelermeer Met het oog op de ruimtelijke kwaliteit op De Boekelermeer maar ook gelet op de planreductie waarop in Langedijk en Heerhugowaard is of wordt ingezet ligt het voor het hand ook op De Boekelermeer rode locaties uit de markt te halen waar mogelijk. Het faseren van gemeentelijke rode planlocaties is hiertoe al een belangrijke eerste stap. Wij realiseren ons dat daadwerkelijke planreductie van rode locaties op de Boekelermeer niet gemakkelijk is. De versnipperde uitgifte van De Boekelermeer maakt het niet gemakkelijk een afgebakend deel aan te wijzen voor herbestemming. Voor de rode locaties aan het kanaal bestaat interesse en herbestemmen van De Etalage, kan voor de gemeente privaatrechtelijk financiële consequenties hebben die met voorzienbaarheid niet kunnen worden ondervangen. Toch zijn wij ook voor de Boekelermeer mogelijkheden. In het Advies werklocaties is aangegeven dat er uitwisselbaarheid bestaat tussen de rode en de overige locaties. Dat er binnen De Boekelermeer verschillende publieke en private ontwikkelende partijen zijn, met allen hun eigen grondexploitatie, kan een extra complicerende factor zijn, maar ook het begin van een oplossing. Ook binnen de Boekelermeer geldt namelijk, net als voor de regio, dat het overaanbod te groot is om niet sámen stappen te zetten. Zelfs als louter theoretisch- de volledige regionale behoefte aan bedrijventerreinen hier zou landen, dan nog blijven tientallen hectares onbenut bedrijventerrein over. Door prijsconcurrentie, planschadekosten en inefficiënte investeringen zal het totale verlies groter zijn, dan wanneer 3 Zie Kennisgeving van het besluit van de gemeenteraad tot vaststelling van de Notitie Strategie De Vaandel, Heerhugowaard, 17 februari 2015: 35

37 wordt samengewerkt. Nieuwe afspraken tussen alle ontwikkelende partijen kunnen voor iedereen financieel en procesmatig veel opleveren. Wij adviseren daarom de gemeenten Alkmaar en Heiloo om gezamenlijk een strategie te ontwikkelen voor de ontwikkeling van de Boekelermeer. Inzet van de strategie moet zijn om de lege locaties in het kerngebied als eerste in te vullen, en de mogelijkheden tot planreductie in de overige delen te voorkomen. Ook de profilering van het terrein, met het oog op het aantrekken van bovenregionale vestigingen, dient integraal onderdeel van de strategie te zijn. Een verdergaande mogelijkheid is om te verkennen als onderdeel van de strategie voor De Boekelermeer of de publieke en private exploitaties binnen het Alkmaarse deel van het terrein onder één noemer kunnen worden gebracht, met als gezamenlijk doel om tot een economisch en ruimtelijk optimale invulling van het bedrijventerrein te komen en tot een zo rendabel mogelijke ontwikkeling door investeringen zo goed mogelijk te concentreren en risico s waar mogelijk te spreiden. 4) Bestaande locaties Wij adviseren om op lokaal niveau waar mogelijk ruimte te geven aan verkleuring van bestaande werklocaties. Dit kan de vraag naar nieuwe werklocaties positief beïnvloeden als verkleuring van bestaande, veelal binnenstedelijke, terreinen, op termijn resulteert in bedrijven die zich verplaatsen naar andere terreinen, omdat het profiel van het terrein niet langer aansluit bij de eisen van het bedrijf. Locaties die daarvoor in beeld komen, zijn Oudorp en Overdie in Alkmaar (voor beiden verkent de gemeente met behulp van een HIRB-subsidie de mogelijkheden voor verkleuring), De Zandhorst en de Economische Boulevard (Beveland, het Stationsgebied en De Frans) in Heerhugowaard en Oosterzij in Heiloo. Voor de laatste is al besloten tot gedeeltelijke transformatie. Gemeenten kunnen besluiten organische ontwikkelingen naar andere stedelijke bestemmingen de ruimte te geven, of daar zelf ook actief op aan te sturen. 5) Gemengde terreinen Westrand en Broekhorn In het Advies werklocaties is op basis van marktpotentie al geadviseerd de gemengde locaties Westrand in Alkmaar en Broekhorn in Heerhugowaard niet als bedrijventerrein te ontwikkelen. Dit zijn locaties die kansrijk zijn voor meerdere functies. Omdat deze locaties bovendien nu ook al breder zijn bestemd, sluiten wij hier bij aan met het advies de bedrijventerreinbestemming eraf te halen Instrumentarium a) Regionaal Convenant Voor het onderlinge vertrouwen in de regio en als stok achter de deur is het van belang dat gemeenten de onderlinge afspraken borgen om te komen tot meer evenwicht op de werklocatiemarkt. Een instrument voor het borgen van afspraken is een Regionaal Convenant Werklocaties, waarin gemeenten met elkaar afspreken: 36

38 o welke kansen zij zien op de werklocatiemarkt (profilering en kansrijke doelgroepen per locatie, inzet van marketing en acquisitie); o dat zij een strategie per planlocatie gaan ontwikkelen; o dat zij, bij het opstellen van deze strategie per locatie, onderzoeken hoe zij haalbaar en met perspectief zoveel mogelijk van het planaanbod kunnen herbestemmen. Gemeenten betrekken waar nodig ook private ontwikkelaars bij deze verkenning en onderzoeken ook welke alternatieve/tijdelijke bestemmingen kansrijk zijn en hoe herbestemd terrein landschappelijk kan worden ingepast; o dat voorzienbaarheid wordt gecreëerd voor die delen van planlocaties die als uitkomst van de strategie per locatie niet meer worden ontwikkeld. Zo worden planschadeclaims van private partijen als gevolg van herbestemming van bedrijventerreinen en kantoorlocaties zoveel mogelijk voorkomen; o dat de kansen voor verkleuring op bestaande locaties (met name op binnenstedelijke terreinen) worden verkend; o en dat voor bijvoorbeeld- de ontwikkeling van Westrand (Alkmaar) en Broekhorn (Heerhugowaard) wordt gemikt op een multifunctionele locatie met een mix van kansrijke bestemmingen (niet zijnde bedrijventerrein). b) Regionale thematische structuurvisie Een verdergaand instrument om regionale afspraken te borgen dan een regionaal convenant is een regionale thematische (facet)structuurvisie. Meerwaarde ten opzichte van een Regionaal Convenant is dat hiermee voorzienbaarheid wordt gecreëerd, zodat over een paar jaar effectief en zonder publiekrechtelijke planschadeclaims kan worden herbestemd. Omdat de werklocatiemarkt een regionale markt is, staan individuele gemeenten juridisch sterker als ze bij het herbestemmen van aanbod onomwonden gesteund worden door de regio. Indien de regio overgaat tot het opstellen van een Regionale Thematische Structuurvisie, is het belangrijk dat de provincie de regio hierin steunt, en eventueel financieel ondersteunt. De gemeenten kunnen de provincie ook vragen het voortouw te nemen om zo n thematische structuurvisie op te stellen, in nauw overleg en inhoudelijk afgestemd met de gemeenten. Hoe de provincie Utrecht daar samen met de gemeenten aan werkt, kan als voorbeeld dienen. Hoewel het provinciale inpassingsplan, als uitvoeringsinstrument van de provinciale thematische structuurvisie, vermoedelijk niet terugkomt in de Omgevingswet, kan het projectbesluit hiertoe mogelijk ook worden gebruikt. c) Afstemming grondprijssystematiek Overaanbod van werklocaties mag onder druk van bedrijven met keuzevrijheid niet leiden tot grondprijzen die (steeds verder) onder een redelijk marktniveau duiken. Het gaat niet om het maken van prijsafspraken, maar wel om het overeind houden van een gemiddelde grondprijs in de regio die in verhouding staat tot de kwaliteit. Te meer omdat voor het gros van de bedrijven uiteindelijk de kwaliteit van doorslaggevend belang is in de keuze voor een vestigingslocatie. 37

39 Het hanteren van een, op hoofdlijnen, vergelijkbare grondprijssystematiek kan helpen om in de regio een marktconforme grondprijs overeind te houden. Zo worden opbrengsten van werklocaties die nog wel kunnen worden uitgeven geoptimaliseerd, waardoor ook meer financiële ruimte ontstaat voor herbestemming van het andere deel. Financiële verevening tussen gemeenten, om de financiële pijn van het schrappen van werklocaties te verdelen, zou eventueel een vervolgstap kunnen zijn. Hoewel dit voor de meeste gemeenten, een brug te ver lijkt, kan dit individuele gemeenten wel helpen om herbestemming financieel (eerder) mogelijk te maken. De gemeente Langedijk heeft bijvoorbeeld aangegeven op de lange termijn als stip op de horizon kansen te zien voor een regionaal grondbedrijf, waarbinnen financiële verevening een belangrijke component is. Financiële verevening moet echter niet worden gezien als voorwaarde om andere stappen te kunnen zetten, zeker omdat het draagvlak hiervoor op korte termijn beperkt lijkt. d) Verkenning alternatieve en tijdelijk ruimtevragers Reductie van het overaanbod van werklocaties staat niet los van andere ruimtelijke opgaven in de regio. Bij de bekende alternatieve ruimtevragers zoals perifere- en grootschalige detailhandel en leisure, blijft de ruimtevraag naar verwachting beperkt. Meer detailhandel op bedrijventerrein staat bovendien op gespannen voet met het overeind houden van centrumvoorzieningen, is daardoor ongewenst en kan niet als oplossing worden gezien. Andere regionale opgaven, zoals natuur en waterberging, kunnen - ruimtelijk - op een enkele plek wellicht wel een alternatief zijn. De regio kan de alternatieve ruimtevragers in beeld brengen, bijvoorbeeld in relatie tot de uitwerking van het regiobeeld. Gemeenten kunnen natuurlijk ook zelf zoeken naar alternatieve en tijdelijk ruimtevragers zoals zonnepanelen, duurzame gewassen, tijdelijke natuur, tijdelijk evenemententerrein etc. Bij voorkeur wordt gezocht naar bestemmingen die het profiel van de betreffende werklocatie versterken, maar in ieder geval niet schaden. Wel liggen de opbrengsten voor deze functies (beduidend) lager. e) Landschappelijk afronding en inpassing De provincie biedt aan met hun eigen landschapsarchitecten, het Ontwerpteam, te onderzoeken hoe op lokaal niveau bij fasering en herbestemming van bedrijventerreinen, landschappelijk de beste oplossingen gevonden worden. Het uitgangspunt is om samen met de gemeente te onderzoeken hoe de locaties die nog wel worden ontwikkeld, landschappelijk goed ingepast kunnen worden. f) Monitoren vraag en aanbod Door goede monitoring van vraag en aanbod kan de regio inspelen op ontwikkelingen in de markt, en tussentijds bijsturen in de uitvoering van de strategie. Onderdeel daarvan is ook dat gemeenten elkaar op de hoogte houden van de vorderingen bij de herbestemming, zodat bekend is welke lokale inzet wordt gedaan voor de oplossing van het regionale probleem van overaanbod. Wij adviseren de voortgang bij de herbestemming 38

40 van werklocaties tot een vast onderdeel te maken van de jaarlijkse terugkerende monitoring die al wordt gedaan en waarover al is besloten die verder uit te bouwen. 4.2 Organisatie: parallelle vervolgstappen zetten Tot slot bieden wij de regio organisatorische handvatten om de strategie voor evenwicht op de werklocatiemarkt uit te voeren, zowel aan de vraagzijde (H.2) als aan de aanbodzijde (H.3). De vervolgstappen die wij aan de vraagzijde adviseren zijn ons inziens allen no regret maatregelen, omdat deze erop zijn gericht de regio en haar werklocaties aansprekender te profileren en de ruimtevraag vanuit bovenregionale en internationale vestigers te vergroten. Voor de aanbodzijde maken wij onderscheid tussen drie typen acties: 1. No-regret acties Deze maatregelen zijn in ieder scenario zinvol, kunnen waarschijnlijk op voldoende ambtelijk en bestuurlijk draagvlak in de regio rekenen en zijn noodzakelijk om tot een evenwichtige werklocatiemarkt te komen. 2. Aanbevolen acties Deze acties leveren een wezenlijke bijdrage aan een meer evenwichtige regionale werklocatiemarkt, maar vergen meer inspanning of zijn op korte termijn minder belangrijk. 3. Optionele acties Dit zijn aanvullende mogelijkheden om dichter bij evenwicht op de werklocatiemarkt te komen. Organisatorische invulling vraagzijde Via deze vervolgstappen kan de regio het advies aan de vraagzijde (duidelijk regioprofiel, profilering van werklocaties, inzet op bovenregionale marketing en acquisitie) uitvoeren: De gemeenten in de regio werken samen met het ONHN het regioprofiel verder uit, eventueel met ondersteuning van een professioneel communicatiebureau. Parallel hieraan werken de gemeenten in de regio ambtelijk voorbereid met het PORA als opdrachtgever de profilering van de vier grootste planlocaties (Breekland, De Vaandel, Boekelermeer Alkmaar en Boekelermeer Heiloo) verder uit. Het profiel van de Regio Alkmaar wordt vervolgens passend binnen dat van NHN verwerkt in de promotieproducten en -activiteiten van het ONHN. In de bovenregionale marketing en acquisitie fungeert het ONHN als hét loket voor de regio. Bovenregionale leads worden kortgesloten met ONHN, dat de leiding krijgt in concrete trajecten en daartoe nauw samenwerkt met de gemeente(n). De regio maakt afspraken met ONHN in het Jaarplan 2017 over inzet gericht op Regio Alkmaar binnen de reguliere bijdrage. ONHN besteedt in de terugkoppeling aan het PORA aandacht aan de bovenregionale- marketing en acquisitie-inspanningen. 39

41 Voor buitenlandse marktbenadering zet de regio de bestaande structuur voort, waarbij het ONHN namens de regio convenantpartner is van het NFIA en het Invest in Holland netwerk. Voor regulier accountmanagement geldt tot slot: zet gemeentelijke inspanningen voort en blijf de koplopers bedienen in samenspraak met het ONHN, conform de gemaakte afspraken. Breidt zo mogelijk de capaciteit hiervoor uit. Organisatorische invulling aanbodzijde Parallel aan het traject aan de vraagzijde, kan de Regio Alkmaar het advies aan de aanbodzijde (herbestemmen van planlocaties waar mogelijk) via de volgende stappen ten uitvoer brengen: 1. No-regret acties Gemeenten stellen zelf een strategie per locatie op t.b.v. profilering/doelgroepen enerzijds en een verkenning van de mogelijkheden voor herbestemming anderzijds, met voorliggend advies als richtlijn. Voor de Boekelermeer is hierbij van belang dat Heiloo en Alkmaar samenwerken en private ontwikkelaars betrekken. Het (eerder genoemde) Regionale Convenant wordt in het verband van de Regio Alkmaar opgesteld, onder regie van het PORA. De provincie dient hierbij een belangrijke adviserende rol te vervullen, in het kader van haar ruimtelijke en economische regietaak. In de communicatie naar gemeenteraden en het lokale bedrijfsleven wordt het Regionale Convenant als één gezamenlijk regionaal product gepresenteerd, waarbij de boodschap luidt: Een evenwichtige en duidelijk geprofileerde werklocatiemarkt is gunstig voor alle gemeenten en het bedrijfsleven in de regio. Gemeenten hebben financieel, ruimtelijk en economisch voordeel bij een evenwichtige werklocatiemarkt, terwijl bedrijven optimaal kunnen functioneren op krachtige werklocaties die aantrekkelijk ogen en dankzij slimme concentratie van bedrijvigheid schaalvoordelen opleveren. Inzet op één sterke regionale economie is bovendien noodzakelijk, gezien de toenemende concurrentie met de MRA en regio s elders en de krimpende beroepsbevolking. Het monitoren van de voortgang van herbestemming wordt onderdeel van de jaarlijkse monitoring werklocaties die al plaatsvindt. Wij adviseren om de gemengde locaties Westrand (gemeente Alkmaar) en Broekhorn (gemeente Heerhugowaard), die in het STECrapport een oranje -aanduiding hebben gekregen als bedrijventerrein, niet als bedrijventerrein te ontwikkelen en de bedrijfsbestemming er vanaf te halen. Gemeenten voeren een nadere verkenning uit naar de kansen voor verkleuring op binnenstedelijke bedrijventerreinen: o Gemeente Alkmaar: Oudorp en Overdie; o Gemeente Heerhugowaard: Beveland, het Stationsgebied en De Frans; o Gemeente Heiloo: Oosterzij (waar al een gedeelte van wordt getransformeerd). 2. Aanbevolen acties Als onderdeel van het Regionale Convenant spreken gemeenten af dat zij op lokaal niveau voorzienbaarheid creëren voor planlocaties die 40

42 niet worden ontwikkeld. Hiertoe communiceren gemeenten voornemens om locaties alternatief te bestemmen enkele jaren van tevoren. De regio maakt afspraken over een vergelijkbare grondprijssystematiek. Na ambtelijke voorbereiding kunnen deze afspraken in het PORA worden behandeld en eventueel in het regionale convenant opgenomen. Bij het opstellen van een strategie voor Breekland-I kan het Ontwerpteam van de provincie en eventueel de Provinciaal Adviseur Ruimtelijke Kwaliteit (PARK) een rol kan spelen. 3. Optionele acties In plaats van een Regionaal Convenant wordt een Regionale Thematische Structuurvisie opgesteld voor Regio Alkmaar, onder regie van het PORA. De provincie kan dit proces faciliteren en dient ook inhoudelijk nauw te zijn aangehaakt. Als de regio zichzelf niet in staat acht een dergelijke structuurvisie op te stellen, kan zij, als terugvaloptie, de provincie verzoeken om hierin een trekkende rol op zich te nemen. Op termijn wanneer substantiële stappen zijn gezet om tot meer evenwicht op de werklocatiemarkt te komen kan verkend worden of een regionale grondbank tot de mogelijkheden behoort. 41

43 BIJLAGE 1 INSTRUMENTEN PLANREDUCTIE a. Zacht aanbod herbestemmen Gemeenten beschikken met het bestemmingsplan over het juridisch instrument om een deel van hun grondgebied te bestemmen tot bedrijventerrein, of die bestemming er weer af te halen. Als het gaat om een zacht plan, een plan waarvoor nog geen vigerend bestemmingsplan bestaat en bijvoorbeeld alleen in de gemeentelijke structuurvisie een voornemen tot ontwikkeling als bedrijventerrein is uitgesproken, is dat relatief eenvoudig. De bestemmingsplanprocedure om er een bedrijventerrein van te maken wordt niet in gang gezet, en de grond houdt zijn (bijvoorbeeld) agrarische bestemming; een reductie van het planaanbod zonder publiekrechtelijke consequenties. Privaatrechtelijk kunnen er mogelijk al wél afspraken met eigenaren en/of ontwikkelaars gemaakt zijn, waardoor dit toch financiële consequenties kan hebben. Als de gemeente zelf al grondaankopen heeft gedaan, heeft schrappen van zachte plannen vanzelfsprekend ook financiele consequenties. In de regio Alkmaar was Breekland II het enige zachte plan. In maart 2015 heeft de gemeente Langedijk besloten de ontwikkeling van dit zachte plan van 21 ha netto niet door te zetten en op zoek te gaan naar een andere bestemming. Hiermee heeft de gemeente een flinke bijdrage geleverd aan reductie van het overaanbod in de regio, maar omdat de grond al was aangekocht ook een aanzienlijk financieel verlies in moeten boeken. b. Hard aanbod herbestemmen Het overig deel van het planaanbod in de regio bestaat volledig uit harde plannen op basis van vigerende bestemmingsplannen. Voor Breekland (2013) en Boekelermeer (2014) zijn dat zelfs plannen die recent zijn vastgesteld of geactualiseerd. Het vigerende bestemmingsplan voor de Vaandel is wat ouder, maar wordt momenteel geactualiseerd voor wat betreft het midden- en zuidelijk deel. Aanvragen voor omgevingsvergunningen om hier bedrijfshuisvesting te realiseren kunnen door gemeenten, mits wordt voldaan aan bouwbesluit et cetera, niet worden geweigerd. Het recht op zelfrealisatie geeft grondeigenaren bovendien de mogelijkheid zelf de benodigde infrastructuur te realiseren. Als de gemeente zelf de grondeigenaar is, kan natuurlijk wel worden besloten om niet voor deze doeleinden (werklocatie) te verkopen. De gemeente Heerhugowaard volgt deze lijn voor het noordelijk deel van de Vaandel. Dit deelgebied met een totale omvang van 37 ha is in de Stecrapportage volledig op rood gezet. De gemeente is grondeigenaar van een deel van dit gebied en verkoopt in principe niet aan partijen die hier bedrijfshuisvesting (zouden) willen realiseren, ook al is de bestemming bedrijventerrein. Geïnteresseerde bedrijven worden vervolgens verwezen naar o.a. de mogelijkheden in het middendeel (15 ha), dat in de Stecrapportage op groen is gezet. 42

44 In theorie kan dit overal in de regio gedaan worden waar de gemeente grondeigenaar is. Van de 68ha op De Vaandel is 19 ha in eigendom van private partijen. Op de Boekelermeer hebben private partijen 53 ha in eigendom, van de in totaal 108 ha resterend aanbod. Ook als de gemeente geen kavels zou verkopen, kunnen private partijen dus nog veel nieuw aanbod ontwikkelen. Overal stoppen met de uitgifte van gemeentekavels zou tot bedrijventerreinen leiden die allemaal half af zijn en soms ruimtelijk versnipperd met verspreid liggende uitgegeven kavels. Het is daarmee ook niet dé oplossing voor het regionale overaanbod. Binnen het te ontwikkelen aanbod, ook binnen de rode locaties, bevindt zich bovendien soms nog aanbod van bijzondere kwaliteit, zoals de via water bereikbare kavels op De Boekelermeer. Voor herbestemming van hard aanbod binnen private terreinen, vormt bovendien planschade een belemmering, tenzij voorzienbaarheid kan worden gecreëerd. c. Voorzienbaarheid creëren Om niet alleen gemeentegronden, maar ook private onbenutte gronden te kunnen herbestemmen dient voorzienbaarheid te worden gecreëerd. Relevant is wat de provincie Utrecht, die hierin landelijk voorop loopt, hierover in haar (concept-ontwerp) Thematische structuurvisie kantoren heeft opgenomen: In artikel 6.3 Wro is onder meer bepaald dat het bestuursorgaan dat moet beslissen op een aanvraag om toekenning van planschade, bij zijn beslissing op deze aanvraag onder meer de voorzienbaarheid van de schadeoorzaak moet betrekken. Hierbij wordt opgemerkt dat een schadeoorzaak kan zijn de vaststelling van een bestemmingsplan door de gemeenteraad of een inpassingsplan door provinciale staten. Het criterium voorzienbaarheid is in de loop van de tijd in de jurisprudentie van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) over planschade ontwikkeld. Eén van de elementen bij deze voorzienbaarheid is de zogenoemde passieve risicoaanvaarding. Van belang is in dit verband een uitspraak van de ABRvS van 18 januari 2006 (Planschade Enschede): Bij de beantwoording van de vraag of sprake is van aanvaarding door appellant van het risico dat de bouwmogelijkheid op het perceel zou kunnen vervallen, is van belang of de voortekenen van de voor appellant nadelige planwijziging reeds enige tijd zichtbaar waren. Om risicoaanvaarding te mogen aannemen is het, zoals de Afdeling eerder heeft overwogen in haar uitspraken van 11 mei 2000, no /01 (BR 2001, 228), en 14 april 2004, no /1 (BR 2004, 868), voldoende dat er, bezien vanuit de positie van een redelijk denkend en handelend eigenaar, aanleiding bestond rekening te houden met de kans dat de planologische situatie op het perceel voor hem in negatieve zin zou gaan veranderen. Van passieve risicoaanvaarding is dus sprake wanneer een private grondeigenaar op basis van een vigerend bestemmingsplan een bedrijfsbestemming heeft kunnen realiseren, maar hiervan niet of niet tijdig gebruik gemaakt heeft door een concrete poging te ondernemen deze mogelijk- 43

45 heid te benutten, terwijl bekend was of kon zijn dat deze mogelijkheid zou (kunnen) komen te vervallen. In de Wro is niet geregeld welke termijn moet zijn verstreken voordat er sprake is van voorzienbaarheid en uit de jurisprudentie wordt dit evenmin helder, hoewel er wel een voorbeeld is uit Enschede waar de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State bij het opheffen van een bedrijfsbestemming een termijn van anderhalf jaar voldoende heeft gevonden. De gemeente Amsterdam heeft dit bij het wegbestemmen van onbenutte bouwtitels in de kantorengebieden Teleport en Amstel III opgelost door vooraf een termijn van 3 jaar te communiceren. Belangrijk is verder dat de concrete beleidsvoornemens openbaar zijn gemaakt en dat duidelijk is gemaakt op welk gebied het beleidsvoornemen betrekking heeft. De gemeente moet kunnen bewijzen dat de beleidsstukken openbaar zijn gemaakt én gepubliceerd. De gemeente Heerhugowaard werkt aan het creëren van voorzienbaarheid voor herbestemming van het noordelijk deel van De Vaandel. In de kennisgeving over de actualisatie van het bestemmingsplan voor het midden- en zuidelijke deel van De Vaandel, is vermeld dat het noordelijke deel op den duur een bestemming krijgen die recht doet aan het STEC rapport. Een goede stap om tot reductie van het overaanbod te komen. Het is o.i. echter nog wel de vraag of hiermee juridisch voldoende fundament wordt gelegd, om op termijn de bedrijfsbestemming er zonder planschadeclaims af te halen. In de kennisgeving wordt niet expliciet aangegeven dat de bedrijfsbestemming eraf gehaald zal worden, waar de Thematische structuurvisie kantoren provincie Utrecht tot op locatieniveau wel behoorlijk expliciet is over hoeveel geschrapt dient te worden. Verder is het o.i. de vraag of het Stec-rapport niet eerst regionaal en lokaal als beleid zou moeten worden vastgesteld, om als goede basis te kunnen bieden voor voorzienbaarheid. d. Regionaal convenant werklocaties In een regionaal convenant kunnen de afspraken van gemeenten om te komen tot meer evenwicht op de werklocatiemarkt onderling geborgd worden. Specifiek kunnen gemeenten afspraken maken over profilering en kansrijke doelgroepen per locatie, over (het verkennen van mogelijkheden voor) het herbestemmen van (delen van) planlocaties en over mogelijke alternatieve of tijdelijke bestemmingen voor locaties die niet meer worden ontwikkeld. e. Thematische structuurvisie Overaanbod brengt de gemeenten hier vooral Alkmaar en Heerhugowaard is een soort van patstelling. Niets doen lost het overaanbod met de negatieve gevolgen daarvan niet op. Maar wel iets doen is voor henzelf nauwelijks mogelijk. Een mogelijkheid om hieraan een oplossing te bieden is dat de provincie Noord-Holland op basis van een Thematische structuurvisie werklocaties de gemeenten in de regio uitnodigt en opdraagt tot reductie van het overaanbod te komen. 44

46 Gemeenten hoeven daardoor niet zelf de aanleiding te creëren om hun ruimtelijke beleid te herroepen, maar kunnen zich bij herziening van bestemmingsplannen beroepen op deze provinciale structuurvisie. In de beeldvorming is het daarmee ook duidelijk dat het niet (alleen) de gemeente is die vigerend beleid terugdraait, maar dat dat in opdracht en samen met de provincie wordt gedaan. De provinciale thematische structuurvisie kan ook helpen om planschade, als gevolg van privaatrechtelijke afspraken tussen gemeenten en ontwikkelaars bij anterieure overkomsten, zoveel mogelijk te beperken. Vaak is in die overeenkomst opgenomen dat de gemeente zich maximaal dient in te spannen om de beoogde ontwikkeling mogelijk te maken - tenzij de gemeente niet machte is om dit te doen. Op het moment dat provinciaal beleid een ontwikkeling onmogelijk maakt (zo nodig door de thematische structuurvisie op locatieniveau te laten volgen door een provinciaal inpassingsplan) is daarvan sprake, en wordt de gemeente behoed voor schadeclaims. Dit is een van de redenen waarom in de provincie Utrecht zowel de provincie, als de meeste gemeentes achter de opgestelde thematische visie werklocaties staan. f. Faseren Ook het faseren van de uitgifte is een instrument om (tijdelijk) het planaanbod te reduceren. Slim faseren biedt de mogelijkheid om relatieve schaarste te creëren en meer lijn te brengen in uitgiftepatronen. Door ontwikkelingen geclusterd te doen plaatsvinden, kan een versnipperd uitgiftepatroon op de terreinen voorkomen worden. Ter illustratie: bedrijventerrein Breekland is deels groen en deels oranje gemarkeerd (zie Stec-rapport). Het rode gedeelte (Breekland II) is inmiddels uit de markt zijn gehaald. Door éérst de braakliggende kavels in het groene gedeelte dat al grotendeels bebouwd is uit te geven alvorens kavels op het oranje, onbebouwde gedeelte uit te geven wordt een deel van het terrein echt afgerond, en blijft een deel over om later in te vullen met een bedrijfs-, of andere bestemming. g. Breder bestemmen Met breder bestemmen doelen we op het verruimen van de vestigingsvoorwaarden ten aanzien van toegestane bedrijfstyperingen. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan het toestaan van meer maatschappelijk georiënteerde bedrijven en bedrijven in de zorg. Een voorbeeld hiervan in de regio is de huidige actualisatie van het bestemmingsplan voor het zuidelijk deel van de Vaandel. Op deze wijze vergroot dit instrument de flexibiliteit en potentiële markt voor het betreffende terrein. Wel moet hierbij de kanttekening worden geplaatst dat dit instrument niet op alle terreinen, onbeperkt kan worden ingezet. Immers: in dat geval vervaagt het onderscheid tussen de verschillende terreinen en komt een heldere profilering in gevaar. Bij breder bestemmen kunnen er mogelijk ook kansen zijn voor ruimtevragers uit heel andere hoek. Denk bijvoorbeeld bestemmingen als waterberging, resterende natuuropgaven en recreatie. Financieel zal dit echter maar weinig 45

47 compensatie opleveren t.o.v. de aanvankelijk beoogde bedrijfsbestemming. h. Verkleuren bestaande voorraad Als laatste instrument noemen wij nog het (laten) verkleuren van de bestaande voorraad. Hierbij gaat het niet om het actief stimuleren van bedrijfsverplaatsingen, maar om na te denken over een lange termijn ontwikkeling van een terrein (en directe omgeving) waarbij ruimhartiger wordt omgegaan met het toestaan van andersoortige bedrijvigheid/bestemmingen passend bij een organische ontwikkeling van het gebied. In eerste instantie lijkt dit met name interessant voor de meer binnenstedelijke terreinen. Mogelijk dat dit op termijn resulteert in bedrijven die zich omdat het profiel van het terrein niet langer optimaal aansluit bij het bedrijf zich verplaatsen naar andere terreinen in de regio. i. Tijdelijk bestemmen Nauwverwant aan breder bestemmen is het tijdelijk anders bestemmen van terreinen. Daarbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan het (tijdelijk) inzetten van gronden als evenemententerrein, voor stadslandbouw en leisure-activiteiten als een outdoor cross-baan. Ook het inzetten op verschillende vormen van duurzame energie zoals het plaatsen van zonnepanelen kan interessant zijn. Tijdelijk bestemmen biedt een kans voor een (beperkte) financiële compensatie en geeft (in bovenstaande voorbeeld) als showcase een impuls aan de beoogde duurzaamheidsdoelstellingen. 46

48 BIJLAGE 2 WERKLOCATIES REGIO ALKMAAR Overzicht kantoorlocaties Regio Alkmaar Kantoorlocatie regio Alkmaar Gemeente Voorraad (1.000 m2 BVO) In gebruik (1.000 m2 BVO) Planvoorraad (1.000 m2 BVO) Bergermeerpolder Alkmaar Boekelermeer Robijnstraat Alkmaar Connexxion Alkmaar 15 Helderseweg zone Alkmaar Hoefstede (vml. Ahrend-gebouw) Alkmaar 7 Hoornse Vaart (Huiswaard II) Alkmaar Kooimeerplein / Vondelstraat Alkmaar NollenOor Alkmaar NUON locatie Alkmaar 37 P8 /'t Lood Alkmaar 48 Rogier van der Weijdestraat Alkmaar Station Centraal Alkmaar Alkmaar Viaanse Molen Kantorenterrein Alkmaar Totaal Regio Alkmaar Bron: Monitor Werklocaties Noord-Holland. Peildatum 1 januari 2015 Overzicht bedrijventerreinen Regio Alkmaar 4 Bedrijventerrein regio Alkmaar Gemeente Totale oppervlakte (netto ha) ven (netto ha) baar (netto ha) Totaal uitgege- Totaal uitgeef- Bergermeerpolder Technopark Alkmaar 9,0 9,0 Beverkoog Alkmaar 55,0 55,0 Boekelermeer Noord Alkmaar 48,0 48,0 Boekelermeer Zuid fase I (Delta) Alkmaar 40,5 30,0 10,5 Boekelermeer Zuid fase II Alkmaar 123,9 47,9 76,0 De Volger I Alkmaar 5,0 5,0 De Volger II Alkmaar 2,0 2,0 Laanenderweg Alkmaar 13,0 13,0 Neerlandia Alkmaar 6,0 6,0 Oudorp Alkmaar 24,0 24,0 Overdie Alkmaar 23,0 23,0 Overstad Alkmaar 16,0 16,0 Viaanse Molen Bedrijventerrein Alkmaar 2,5 2,5 Westrand Alkmaar 2,7 2,7 Bedrijfsterrein Egmond a/d Hoef & De Weidjes Bergen (NH) 6,0 6,0 Damweg Bergen (NH) 2,0 2,0 MAG complex Bergen (NH) 3,8 4 Regio Alkmaar incl. gemeenten Uitgeest en Schermer & Graft-De Rijp (t/m 2014) 47

49 P. Schotmanstraat Bergen (NH) 1,5 1,5 Boekel/Kanaaldijk Castricum 8,0 8,0 Castricummerwerf Castricum 4,0 4,0 Heemstederweg Castricum 4,0 4,0 Nieuwelaan Oost Castricum 4,2 3,7 2,0 Nieuwelaan West Castricum 1,5 1,5 Schulpstet/Stetweg Castricum 3,0 3,0 Beveland Heerhugowaard 3,0 29,0 1,0 Broekhorn Heerhugowaard 4,2 4,2 De Frans Heerhugowaard 13,0 13,0 De Noord Heerhugowaard 1,0 1,0 De Vaandel Heerhugowaard 68,0 1,0 68,0 Westpoort Heerhugowaard 14,0 14,0 Zandhorst I + II Heerhugowaard 93,0 93,0 Zandhorst III Heerhugowaard 37,0 37,0 Boekelermeer Heiloo Heiloo 14,0 2,3 8,2 De Oude Werf Heiloo 6,5 6,5 Oosterzij Heiloo 6,0 6,0 Breekland Langedijk 32,8 11,1 17,4 De Mossel I Langedijk 6,0 6,0 De Mossel II Langedijk 3,5 3,5 De Wuyver Langedijk 12,0 12,0 Zuiderdel Langedijk 51,0 51,0 Bedrijfsterrein Noord Uitgeest 25,0 25,0 Totaal Regio Alkmaar 825,6 626,5 190 Bron: Monitor Werklocaties Noord-Holland. Peildatum 1 januari

50

Conform aantekening Gemeentesecretaris

Conform aantekening Gemeentesecretaris gemeente Langedijk C o l l e g e v o o r s t e l Agendanummer Adviseur Afdeling I team Vertrouwelijk Onderwerp H.J. (Harold) Ebels *16SC005255* BP/Projecten en Economische Zaken Nee Ondertekening Convenant

Nadere informatie

Analyse ontwikkeling van vraag en aanbod logistiek terreinen in de regio Schiphol

Analyse ontwikkeling van vraag en aanbod logistiek terreinen in de regio Schiphol Analyse ontwikkeling van vraag en aanbod logistiek terreinen in de regio Schiphol Hoofdrapport 4 maart 2013 Inhoudsopgave 1. Aanleiding en context pagina 3 3. Geografische afbakening pagina 4 4. Ontwikkeling

Nadere informatie

Doetinchem, 19 juni Te besluiten om: 1. Het Regionaal Programma Werklocaties Achterhoek met bijlagen (RPW Achterhoek) vast te stellen.

Doetinchem, 19 juni Te besluiten om: 1. Het Regionaal Programma Werklocaties Achterhoek met bijlagen (RPW Achterhoek) vast te stellen. Aan de raad AGENDAPUNT NR. 7.2 ALDUS VASTGESTELD 27 JUNI 2019 Te besluiten om: 1. Het Regionaal Programma Werklocaties Achterhoek 2019-2023 met bijlagen (RPW Achterhoek) vast te stellen. Context De Achterhoek

Nadere informatie

College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel. Aan Provinciale Staten,

College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel. Aan Provinciale Staten, PS2008MME14-1 - College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel Datum : 6 mei 2008 Nummer PS : PS2008MME14 Afdeling : ECV Commissie : MME Registratienummer : 2008INT220919 Portefeuillehouder : Ekkers Titel

Nadere informatie

Bedrijventerreinen Noord-Veluwe. Regionale bijeenkomst raadsleden Gerrit Marskamp

Bedrijventerreinen Noord-Veluwe. Regionale bijeenkomst raadsleden Gerrit Marskamp Bedrijventerreinen Noord-Veluwe Regionale bijeenkomst raadsleden 08-02-2017 Gerrit Marskamp Opbouw presentatie De hamvraag/dilemma Wat willen we als gemeenten? Wat hebben we? Wat is het speelveld? Vraag

Nadere informatie

Regionale behoefteraming Brainport Industries Campus Eindhoven

Regionale behoefteraming Brainport Industries Campus Eindhoven Regionale behoefteraming Brainport Industries Campus Eindhoven 23 juni 2015 Managementsamenvatting Status: Managementsamenvatting Datum: 23 juni 2015 Een product van: Bureau Stedelijke Planning bv Silodam

Nadere informatie

Behoefteraming bedrijventerreinen Zuid-Holland. Stec Groep Hub Ploem Bestuurlijk overleg Midden-Holland 2 oktober 2017

Behoefteraming bedrijventerreinen Zuid-Holland. Stec Groep Hub Ploem Bestuurlijk overleg Midden-Holland 2 oktober 2017 Behoefteraming bedrijventerreinen Zuid-Holland Stec Groep Hub Ploem Bestuurlijk overleg Midden-Holland 2 oktober 2017 Uitgifte blijft achter, aanbod blijft stijgen 1200 1000 800 600 400 200 0 2012 2013

Nadere informatie

1. VRAAGAANBODANALYSE

1. VRAAGAANBODANALYSE BIJLAGE A 1. VRAAGAANBODANALYSE In deze bijlage gaan we in op het aanbod en de vraag op lokaal, regionaal en bovenregionaal niveau. In paragraaf 1 zetten we de aanpak uiteen. Daarna leest u achtereenvolgens

Nadere informatie

Voortgangsrapportage Werklocaties

Voortgangsrapportage Werklocaties Voortgangsrapportage Werklocaties Inleiding Het Programma Werklocaties Limburg 2020 legt de herstructureringsopgave en de planningsopgave voor bedrijventerreinen vast tot en met 2020. Na een voorbereiding

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Inleiding 3 Toelichting 4 1. MKB 5 2. HMC 6 3. Grote logistiek 7. Bijlagen

Inhoudsopgave. Inleiding 3 Toelichting 4 1. MKB 5 2. HMC 6 3. Grote logistiek 7. Bijlagen 2 Inhoudsopgave Inleiding 3 Toelichting 4 1. MKB 5 2. HMC 6 3. Grote logistiek 7 Bijlagen Inleiding Regio Holland Rijnland is bezig met het opstellen van een regionale bedrijvenstrategie. In het PHO Economie

Nadere informatie

ACTUALISATIE UITGIFTETEMPO BEDRIJVENTERREINEN Stec Groep aan gemeente Apeldoorn (concept)

ACTUALISATIE UITGIFTETEMPO BEDRIJVENTERREINEN Stec Groep aan gemeente Apeldoorn (concept) ACTUALISATIE UITGIFTETEMPO BEDRIJVENTERREINEN Stec Groep aan gemeente Apeldoorn (concept) Stec Groep B.V. Peije Bruil en Guido van der Molen Juni 2012 INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING 1 2. CONCLUSIES EN ADVIEZEN

Nadere informatie

Bureauprofiel ARCUSplus Partner in. Trade & Invest.

Bureauprofiel ARCUSplus Partner in. Trade & Invest. Bureauprofiel ARCUSplus 2005 2020 Partner in Trade & Invest Introductie ARCUSplus Ontstaan in 2005 uit NFIA en NDL Expert op het gebied van handels- en investeringsbevordering ( trade & invest ) Bijdragen

Nadere informatie

ONEN IN NOORD-HOLLAND NOORD

ONEN IN NOORD-HOLLAND NOORD ONEN IN NOORD-HOLLAND NOORD Hoe Noord-Holland Noord een rol kan spelen in de woningbehoefte voor de Amsterdamse regio 3 Wonen in Noord- Holland Noord Hoe Noord-Holland Noord een rol kan spelen in de woningbehoefte

Nadere informatie

PvA REP U10 Beraad(t), 30 januari 2019

PvA REP U10 Beraad(t), 30 januari 2019 PvA REP U10 Beraad(t), 30 januari 2019 StaVaZa Ruimtelijk Economisch Programma? Afgerond: 4 bouwstenen REP bijeenkomst MIRT-onderzoek U Ned over scenario's verstedelijking met trekkers U10 (REP, Energie,

Nadere informatie

Naar een afsprakenkader bedrijventerreinen Noordoost-Brabant. Informatieve bijeenkomst Land van Cuijk. Stec Groep

Naar een afsprakenkader bedrijventerreinen Noordoost-Brabant. Informatieve bijeenkomst Land van Cuijk. Stec Groep Naar een afsprakenkader bedrijventerreinen Noordoost-Brabant Informatieve bijeenkomst Land van Cuijk Stec Groep Hub Ploem en Juriën Poulussen 30 september 2015 Bedrijven van grote waarden voor Land van

Nadere informatie

Ontwikkelingsbedrijf Noord-Holland Noord. 6 april 2016 Thijs Pennink

Ontwikkelingsbedrijf Noord-Holland Noord. 6 april 2016 Thijs Pennink Ontwikkelingsbedrijf Noord-Holland Noord 6 april 2016 Thijs Pennink Ondernemersloket NHN positioneert zich als hét ondernemersloket in de regio. We ondersteunen ondernemers die zich vestigen, verplaatsen

Nadere informatie

Factsheet bedrijventerrein Spaanse Polder, Gemeente Rotterdam/Schiedam

Factsheet bedrijventerrein Spaanse Polder, Gemeente Rotterdam/Schiedam Factsheet bedrijventerrein Spaanse Polder, Gemeente Rotterdam/Schiedam Factsheet bedrijventerrein Spaanse Polder, Gemeente Rotterdam/Schiedam A. Inleiding Deze factsheet geeft een bondig overzicht van

Nadere informatie

Samen naar een toekomstbestendige vrijetijdseconomie

Samen naar een toekomstbestendige vrijetijdseconomie Samen naar een toekomstbestendige vrijetijdseconomie Zuid-Limburg Position Paper van de 16 Zuid-Limburgse gemeenten, aangeboden door de voorzitters van het Bestuurlijk Overleg Ruimtelijke Economie en Nationaal

Nadere informatie

Schieoevers Maakt de toekomst. Ontwikkelingsscenario s met focus op synergie

Schieoevers Maakt de toekomst. Ontwikkelingsscenario s met focus op synergie Schieoevers Maakt de toekomst Ontwikkelingsscenario s met focus op synergie S C H I E O E V E R S M A A K T D E T O E K O M S T Delft nog aantrekkelijker maken, létterlijk maken. Ruimte zien, kansen creëren

Nadere informatie

1. KWALITATIEVE VRAAG: EEN ONDERSCHEID IN BEELDKWALITEITEN

1. KWALITATIEVE VRAAG: EEN ONDERSCHEID IN BEELDKWALITEITEN BIJLAGE A 1. KWALITATIEVE VRAAG: EEN ONDERSCHEID IN BEELDKWALITEITEN Bedrijventerreinen zijn onder te verdelen op basis van verschijningsvorm De vraag naar bedrijfsruimte is gedifferentieerd is en kan

Nadere informatie

DIVERSITEIT ALS TROEF REGIONAAL OMGEVINGSBEELD REGIO ALKMAAR

DIVERSITEIT ALS TROEF REGIONAAL OMGEVINGSBEELD REGIO ALKMAAR DIVERSITEIT ALS TROEF REGIONAAL OMGEVINGSBEELD REGIO ALKMAAR PORA 5 april 2017 AGENDA Oogst van de ronde door de regio Lezing van de regio Het Omgevingsbeeld voor de regio Alkmaar OMGEVINGSBEELD PLANNING

Nadere informatie

Gemeente Oegstgeest. Onderbouwing Ladder voor duurzame verstedelijking Oude Vaartweg. 11 maart 2015

Gemeente Oegstgeest. Onderbouwing Ladder voor duurzame verstedelijking Oude Vaartweg. 11 maart 2015 Gemeente Oegstgeest Onderbouwing Ladder voor duurzame verstedelijking Oude Vaartweg 11 maart 2015 DATUM 11 maart 2015 TITEL Onderbouwing Ladder voor duurzame verstedelijking Oude Vaartweg OPDRACHTGEVER

Nadere informatie

Uw kenmerk Uw brief Zaaknummer Documentnummer 2016/ U Raadsbrief 2016, nr oktober 2016

Uw kenmerk Uw brief Zaaknummer Documentnummer 2016/ U Raadsbrief 2016, nr oktober 2016 Aan de gemeenteraad van Tubbergen Uw kenmerk Uw brief Zaaknummer Documentnummer 2016/0038514 16.06169 U16.019080 Inlichtingen bij De raadsgriffier Mevrouw H.J.M.J van Limbeek-ter Haar Bijlagen 1 Onderwerp

Nadere informatie

Juiste kantoor op de juiste plek

Juiste kantoor op de juiste plek Juiste kantoor op de juiste plek Niels Dekker Eigenaar 2: Aty de Wolf 1. Beleidsbeslissing wat wil de provincie bereiken (PS): Nieuwe kantorenontwikkelingen concentreren zich bij voorkeur op toplocaties

Nadere informatie

Vraag 6 Hoe groot is de vloeroppervlakte van de bedrijfsruimte die u denkt nodig te hebben voor uw uitbreiding- of verplaatsingsplannen?

Vraag 6 Hoe groot is de vloeroppervlakte van de bedrijfsruimte die u denkt nodig te hebben voor uw uitbreiding- of verplaatsingsplannen? Conclusie Tot 2020 wordt een behoefte naar bedrijventerrein in de gemeente Zijpe geraamd van circa 5 hectare. Dit is ook de oppervlakte die in de planningsopgave in de provinciale structuurvisie is opgenomen.

Nadere informatie

DIVERSITEIT ALS TROEF REGIONAAL OMGEVINGSBEELD REGIO ALKMAAR

DIVERSITEIT ALS TROEF REGIONAAL OMGEVINGSBEELD REGIO ALKMAAR DIVERSITEIT ALS TROEF REGIONAAL OMGEVINGSBEELD REGIO ALKMAAR REGIONALE RAADSAVOND 5 april 2017 AGENDA Oogst van de ronde door de regio Lezing van de regio Het Omgevingsbeeld voor de regio Alkmaar 2 OMGEVINGSBEELD

Nadere informatie

ONEN IN NOORD-HOLLAND NOORD

ONEN IN NOORD-HOLLAND NOORD ONEN IN NOORD-HOLLAND NOORD Hoe Noord-Holland Noord een rol kan spelen in de woningbehoefte voor de Amsterdamse regio 3 WAAROM oordolland oord HET GAAT GOED MET NOORD- HOLLAND NOORD. DE ECONOMIE IS KRACHTIG

Nadere informatie

Economische scenario s West-Friesland

Economische scenario s West-Friesland Economische scenario s West-Friesland 24 april 2014 Opzet presentatie 1. Economische ontwikkeling West-Friesland 2. SWOT economie 3. Trends en ontwikkelingen 4. Prognose economische ontwikkeling 5. Scenario

Nadere informatie

Stand van zaken Plabeka trajecten.

Stand van zaken Plabeka trajecten. Stand van zaken Plabeka trajecten. In het BO van 9 november 2018 is afgesproken om over te gaan op een lichte herijking van de Plabeka-afspraken. Doel was om deze nieuwe afspraken in het eerste kwartaal

Nadere informatie

OPLEGNOTITIE ECONOMISCHE AGENDA DE BEVELANDEN

OPLEGNOTITIE ECONOMISCHE AGENDA DE BEVELANDEN OPLEGNOTITIE ECONOMISCHE AGENDA DE BEVELANDEN Aan : Kerngroep De Bevelanden Van : Werkgroep Werken Datum : 11-10-2016 Onderwerp : Economische agenda De Bevelanden In het najaar van 2014 heeft het Bestuurlijk

Nadere informatie

Samenwerking Bedrijventerreinen West Achterhoek 3.0 Uitwerkingen rapport Feijtel 2018

Samenwerking Bedrijventerreinen West Achterhoek 3.0 Uitwerkingen rapport Feijtel 2018 Samenwerking Bedrijventerreinen West Achterhoek 3.0 Uitwerkingen rapport Feijtel 2018 1. Inleiding In 2010 zijn de vier gemeenten in de West Achterhoek (Bronckhorst, Doetinchem, Montferland en Oude IJsselstreek)

Nadere informatie

Station Nieuwe Meer Het internationale & inclusieve woon- en werkgebied van Nieuw West

Station Nieuwe Meer Het internationale & inclusieve woon- en werkgebied van Nieuw West Station Nieuwe Meer Het internationale & inclusieve woon- en werkgebied van Nieuw West 2030 Station Nieuwe Meer is niet alleen een nieuwe metrostation verbonden met Schiphol, Hoofddorp, Zuidas en de Amsterdamse

Nadere informatie

KENNISNEMEN VAN Onze gemeentelijke inzet ter stimulering van de economische ontwikkeling en herinvulling of transformatie van kantoorpanden.

KENNISNEMEN VAN Onze gemeentelijke inzet ter stimulering van de economische ontwikkeling en herinvulling of transformatie van kantoorpanden. RAADSINFORMATIEBRIEF Van : Burgemeester en Wethouders Reg.nr. : 4375297 Aan : Gemeenteraad Datum : 1 juli 2013 Wethouder P. van den Berg Wethouder G.J. van der Werff Programma : 10. Economie en wonen Portefeuillehouder

Nadere informatie

Provincie als regisseur kantorenmarkt

Provincie als regisseur kantorenmarkt Provincie als regisseur kantorenmarkt Spielburg of scheidsrechter? Inhoud: een concurrerend vestigingsmilieu voor kantoren met een evenwichtige vraagaanbod situatie (kwantitatief en kwalitatief) Regels:

Nadere informatie

Gedeputeerde Staten. Midden-Holland t.a.v. tafel Economie, Onderwijs en Arbeidsmarkt Postbus AH Gouda

Gedeputeerde Staten. Midden-Holland t.a.v. tafel Economie, Onderwijs en Arbeidsmarkt Postbus AH Gouda Gedeputeerde Staten Contact M. Verwaal T 070-441 77 14 m.verwaal@pzh.nl Postadres Provinciehuis Postbus 90602 2509 LP Den Haag T 070-441 66 11 www.zuid-holland.nl Midden-Holland t.a.v. tafel Economie,

Nadere informatie

BIJLAGE A KENGETALLEN In deze bijlage geven we in overzichtelijke tabellen de kengetallen weer die gebruikt zijn ter bepaling van de effecten van het kantoren- en bedrijventerreinenprogramma voor de regio

Nadere informatie

Voortgangsrapportage exploitatie bestemmingsplan Uitbreiding bedrijventerrein Bloemakkers te Gieten

Voortgangsrapportage exploitatie bestemmingsplan Uitbreiding bedrijventerrein Bloemakkers te Gieten Voortgangsrapportage exploitatie bestemmingsplan Uitbreiding bedrijventerrein Bloemakkers te Gieten 1. Grondexploitatie 1.1 Omschrijving exploitatie Op 25 november 2009 is door de gemeenteraad het bestemmingsplan

Nadere informatie

MEMO CENTRUMPLAN REUSEL ADVIES RUIMTELIJK- FUNCTIONELE CONSTELLATIE SUPERMARKTEN

MEMO CENTRUMPLAN REUSEL ADVIES RUIMTELIJK- FUNCTIONELE CONSTELLATIE SUPERMARKTEN MEMO CENTRUMPLAN REUSEL ADVIES RUIMTELIJK- FUNCTIONELE CONSTELLATIE SUPERMARKTEN 13 OKTOBER 2017 Status: Definitief Datum: 13 oktober 2017 Een product van: Bureau Stedelijke Planning bv Silodam 1E 1013

Nadere informatie

Regionaal Programma Werklocaties. Presentatie aan: Raadsleden gemeenten regio Arnhem Nijmegen

Regionaal Programma Werklocaties. Presentatie aan: Raadsleden gemeenten regio Arnhem Nijmegen Regionaal Programma Werklocaties Presentatie aan: Raadsleden gemeenten regio Arnhem Nijmegen Doel en opzet presentatie Doel presentatie: Raadsleden informeren over ontwikkeling Regionaal Programma Werklocaties

Nadere informatie

h.ebels(&gemeentelangediik.ni en (in cc.) s.appeiman(d~c~emeenteiangediik.nl

h.ebels(&gemeentelangediik.ni en (in cc.) s.appeiman(d~c~emeenteiangediik.nl gemeente Langedijk Urhahn Urban Design Tav. de heer S. Feenstra Laagte Kadijk 153 1O18ZD AMSTERDAM Datum 17 maart 2015 B P/PEZ/SA Afdeling/team Uw brief/nummer Inlichtingen bi1 Onderwerp Bijiage(r) De

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT Registratienummer raad: I / 3 S~ iy^o Datum: Behandeld door: A. Bergstra Afdeling/Team: Ruimtelijke Ontwikkeling/Projecten Onderwerp: Meerjaren programma grondexploitaties

Nadere informatie

Woningbouw Het plan maakt de ontwikkeling van twee woningen aan het Landaspad mogelijk. Tegen deze ontwikkeling hebben wij geen bezwaar.

Woningbouw Het plan maakt de ontwikkeling van twee woningen aan het Landaspad mogelijk. Tegen deze ontwikkeling hebben wij geen bezwaar. Bestaande overcapaciteit aan bedrijventerreinen In de stadsregio Arnhem-Nijmegen bestaat een groot overaanbod aan bedrijventerreinen. Voor de periode 2016-2025 bedraagt dit minstens 150 ha. Van het bestaande

Nadere informatie

1. Branding en voorzieningen in gehele subregio Cultuurhistorie benadrukken Toegankelijkheid zorg vergroten (sociaal, fysiek) Wie: overheid,

1. Branding en voorzieningen in gehele subregio Cultuurhistorie benadrukken Toegankelijkheid zorg vergroten (sociaal, fysiek) Wie: overheid, Transformatie van de woningvoorraad Een afname van het aantal huishoudens heeft gevolgen voor de woningvoorraad. Dit geldt ook vergrijzing. Vraag en aanbod sluiten niet meer op elkaar aan. Problemen van

Nadere informatie

Factsheet bedrijventerrein Mijlpolder, Gemeente Binnenmaas

Factsheet bedrijventerrein Mijlpolder, Gemeente Binnenmaas Factsheet bedrijventerrein Mijlpolder, Gemeente Binnenmaas Factsheet bedrijventerrein Mijlpolder, Gemeente Binnenmaas A. Inleiding Deze factsheet geeft een bondig overzicht van de maatschappelijke en economische

Nadere informatie

Status Datum vergadering Gedeputeerde Staten Eindtermijn A-Openbaar 19 februari

Status Datum vergadering Gedeputeerde Staten Eindtermijn A-Openbaar 19 februari GS-Voorstel Besluitnummer PZH-2019-676717827 (DOS-2017-0009747) Status Datum vergadering Gedeputeerde Staten Eindtermijn A-Openbaar 19 februari 2019 - Onderwerp Samenwerkingsovereenkomst logistieke hotspot

Nadere informatie

Plannen Economische Agenda 20113-2014

Plannen Economische Agenda 20113-2014 Plannen Economische Agenda 20113-2014 Aanvalsplan 1: Marketing regio Amersfoort: be good and tell it Wat is het doel: Gerichte marketingcampagnes starten op het gebied van ondernemen in Amersfoort en de

Nadere informatie

Werklocaties. Nota Bedrijfsruimte Rotterdam samengevat 19 juni 2019

Werklocaties. Nota Bedrijfsruimte Rotterdam samengevat 19 juni 2019 Werklocaties Nota Bedrijfsruimte Rotterdam samengevat 19 juni 2019 2 Ruimtelijkeconomisch beleid voor bedrijfsruimte in Rotterdam Voor een aantrekkelijke, economisch sterke stad is er evenwicht nodig tussen

Nadere informatie

Partner in acquisitie

Partner in acquisitie Bureauprofiel Partner in acquisitie Introductie Ontstaan in 2005 uit NFIA en NDL Kantoren in Den Haag en Austin, TX (USA) Expert op het gebied van marketing, acquisitie en locatiekeuze Opdrachtgevers in

Nadere informatie

Naar duurzame verstedelijkingsafspraken. bedrijventerreinen. Stec Groep

Naar duurzame verstedelijkingsafspraken. bedrijventerreinen. Stec Groep Naar duurzame verstedelijkingsafspraken bedrijventerreinen Stec Groep Evert-Jan de Kort 2 april 2015 Logistiek en groothandel grootste vragers, krimpende ruimtebehoefte industrie Veel planaanbod, in elke

Nadere informatie

SAMENWERKINGSAFSPRAKEN

SAMENWERKINGSAFSPRAKEN SAMENWERKINGSAFSPRAKEN REGIONALE SAMENWERKING BEDRIJVENTERREINEN De stuurgroep regionale samenwerking bedrijventerreinen, in vergadering bijeen op 18 juni 2012, heeft: Overwegende dat de gemeenten Den

Nadere informatie

Feiten en cijfers Brabantse bedrijventerreinen Toelichting, 11 juli 2017 Provincie Noord-Brabant

Feiten en cijfers Brabantse bedrijventerreinen Toelichting, 11 juli 2017 Provincie Noord-Brabant Feiten en cijfers Brabantse bedrijventerreinen 2017 Toelichting, 11 juli 2017 Provincie Noord-Brabant O 2/33 Feiten en cijfers Brabantse bedrijventerreinen 2017 11 juli 2017 Inhoud Samenvatting 5 1. Inleiding

Nadere informatie

Kennis maken met regionaal samenwerken

Kennis maken met regionaal samenwerken Deel 3/3 Kennis maken met regionaal samenwerken Regionale raadsavond 4 april 2018 www.regioalkmaar.nl Ontwikkelingsbedrijf NHN Dhr. T. Pennink Directeur www.regioalkmaar.nl Ontwikkelingsbedrijf Noord-Holland

Nadere informatie

Aan de raad AGENDAPUNT NR. 4. Doetinchem, 14 februari 2018 ALDUS VASTGESTELD 22 FEBRUARI 2018

Aan de raad AGENDAPUNT NR. 4. Doetinchem, 14 februari 2018 ALDUS VASTGESTELD 22 FEBRUARI 2018 Aan de raad AGENDAPUNT NR. 4 ALDUS VASTGESTELD 22 FEBRUARI 2018 Vaststellen gedachtenlijn naar de toekomst bedrijventerreinen West Achterhoek Te besluiten om: 1. De gedachtenlijn naar de toekomst voor

Nadere informatie

De (on)zichtbare kracht van het landelijk gebied in Zuid-Holland - samenvatting onderzoeksresultaten

De (on)zichtbare kracht van het landelijk gebied in Zuid-Holland - samenvatting onderzoeksresultaten De (on)zichtbare kracht van het landelijk gebied in Zuid-Holland - samenvatting onderzoeksresultaten 1 Voor wat betreft de relatie economie-wonen in de landelijke gebieden in Zuid-Holland spelen op dit

Nadere informatie

Factsheet bedrijventerrein Pothof, Gemeente Rozenburg

Factsheet bedrijventerrein Pothof, Gemeente Rozenburg Factsheet bedrijventerrein Pothof, Gemeente Rozenburg Factsheet bedrijventerrein Pothof, Gemeente Rozenburg A. Inleiding Deze factsheet geeft een bondig overzicht van de maatschappelijke en economische

Nadere informatie

Onderwijshuisvesting Denekamp

Onderwijshuisvesting Denekamp Onderwijshuisvesting Denekamp Projectgroep Onderwijshuisvesting Denekamp VERSIE 01062017 DEF Inleiding Op 29 november 2011 heeft de gemeenteraad het rapport Samen Scholen 2030 vastgesteld. In dit rapport

Nadere informatie

Strategie De Vaandel De gebruiker is aan zet!

Strategie De Vaandel De gebruiker is aan zet! Strategie De Vaandel De gebruiker is aan zet! Commissie Stadsontwikkeling agenda context en aanleiding gebiedsontwikkeling nieuwe stijl Strategie De Vaandel kaderstelling raad 1 context Buck Consultants

Nadere informatie

BOVENREGIONAAL BEDRIJVENTERREIN HOEKSCHE WAARD. Notitie over het door Buck Consultants uitgevoerde onderzoek naar nut en noodzaak

BOVENREGIONAAL BEDRIJVENTERREIN HOEKSCHE WAARD. Notitie over het door Buck Consultants uitgevoerde onderzoek naar nut en noodzaak BOVENREGIONAAL BEDRIJVENTERREIN HOEKSCHE WAARD Notitie over het door Buck Consultants uitgevoerde onderzoek naar nut en noodzaak Juni 2006 Han Olden STOGO onderzoek + advies Niasstraat 1 3531 WR Utrecht

Nadere informatie

Raadsvoorstel. 22 mei Geachte raad,

Raadsvoorstel. 22 mei Geachte raad, Raadsvoorstel Nummer: 174922 Behandeld door: M.H.T. Jansen Datum: 22 mei 2018 Agendapunt: Onderwerp: Regionaal Programma Werklocaties 2017-2020 Regio FoodValley. Geachte raad, Samenvatting: Vanuit het

Nadere informatie

2.2 Provinciaal beleid

2.2 Provinciaal beleid Bijlage behorend bij het raadsvoorstel en -besluit tot gewijzigde vaststelling van het bestemmingsplan Hoek Markt- Veestraat (wijzigingen tekst toelichting zijn cursief weergegeven). 2.2 Provinciaal beleid

Nadere informatie

Bedrijventerrein Kapelpolder (Maassluis) Maatschappelijke waarde. Met de Kamer van Koophandel weet je wel beter

Bedrijventerrein Kapelpolder (Maassluis) Maatschappelijke waarde. Met de Kamer van Koophandel weet je wel beter Bedrijventerrein Kapelpolder (Maassluis) Maatschappelijke Met de Kamer van Koophandel weet je wel beter Bedrijventerrein Kapelpolder, gemeente Maassluis A. Inleiding Deze factsheet geeft een bondig overzicht

Nadere informatie

BESTUURSOPDRACHT 2 : AMBTELIJK SAMENVOEGEN & SAMEN DOEN IN DE DUINSTREEK; TWEE SPOREN

BESTUURSOPDRACHT 2 : AMBTELIJK SAMENVOEGEN & SAMEN DOEN IN DE DUINSTREEK; TWEE SPOREN Samenwerken in de Duinstreek BESTUURSOPDRACHT 2 : AMBTELIJK SAMENVOEGEN & SAMEN DOEN IN DE DUINSTREEK; TWEE SPOREN 1) ONDERZOEK SAMENVOEGEN GEMEENTELIJKE ORGANISATIES BERGEN, UITGEEST, CASTRICUM EN HEILOO

Nadere informatie

Gemeente Houten Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling Cluster Ontwikkeling, Sectie Ruimtelijke Ordening

Gemeente Houten Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling Cluster Ontwikkeling, Sectie Ruimtelijke Ordening ** Vastgesteld oktober 2014 Cluster Ontwikkeling, Sectie Ruimtelijke Ordening Visie verplaatsing nietagrarische bedrijven binnen het buitengebied Status: vastgesteld door de gemeenteraad van Houten d.d.

Nadere informatie

Werkgelegenheidsrapportage Haarlemmermeer Inleiding

Werkgelegenheidsrapportage Haarlemmermeer Inleiding Inleiding De werkgelegenheid in Haarlemmermeer is in 2015 aanzienlijk gestegen. Het aantal werkzame personen is toegenomen met 1,4% (1.700). Het totaal komt hiermee op ruim 119.000 arbeidsplaatsen (voltijds)

Nadere informatie

Vraagraming en vraagverdieping

Vraagraming en vraagverdieping Vraagraming en vraagverdieping Metropoolregio Amsterdam 3 november 2016, Zaanstad Inhoudsopgave 1. Introductie 2. Methodiek 3. Formele en informele werklocaties 4. Werkmilieus 5.Metropoolregio Amsterdam

Nadere informatie

Offerte aanvraag Onderzoek huisvesting arbeidsmigranten De Kop Van Noord- Holland/regio Noord-Holland Noord (21juli 2017)

Offerte aanvraag Onderzoek huisvesting arbeidsmigranten De Kop Van Noord- Holland/regio Noord-Holland Noord (21juli 2017) Offerte aanvraag Onderzoek huisvesting arbeidsmigranten De Kop Van Noord- Holland/regio Noord-Holland Noord (21juli 2017) 1. Inleiding De bouw, agribusiness, toerisme en logistiek zijn belangrijke sectoren

Nadere informatie

vraaggericht woningmarkt onderzoek Maastricht

vraaggericht woningmarkt onderzoek Maastricht vraaggericht woningmarkt onderzoek Maastricht Stec Groep aan Gemeente Maastricht Desiree Uitzetter 18 november 2014 U vroeg ons: Actuele inzichten voor herijking stedelijke programmering Nieuwe regionale

Nadere informatie

CONCEPT. Op weg naar omgevingsafspraken Aviation Valley MAA

CONCEPT. Op weg naar omgevingsafspraken Aviation Valley MAA Op weg naar omgevingsafspraken Aviation Valley MAA Inleiding Aviation Valley is de aanduiding voor de luchthaven Maastricht Aachen Airport (MAA) en de omliggende bedrijventerreinen. Er liggen stevige ambities

Nadere informatie

Gemeente Haarlem. Aan de leden van de Commissie Ontwikkeling

Gemeente Haarlem. Aan de leden van de Commissie Ontwikkeling Gemeente Haarlem Haarlem Jeroen van Spijk wethouder ruimtelijke ordening en monumenten, MRA, financiën, dienstverlening en burgerparticipatie Aan de leden van de Commissie Ontwikkeling Datum Ons kenmerk

Nadere informatie

NOTITIE COLLEGES BESLUITVORMING AFSPRAKEN KWALITEIT BEDRIJVENTERREINEN REGIO GRONINGEN-ASSEN

NOTITIE COLLEGES BESLUITVORMING AFSPRAKEN KWALITEIT BEDRIJVENTERREINEN REGIO GRONINGEN-ASSEN NOTITIE COLLEGES BESLUITVORMING AFSPRAKEN KWALITEIT BEDRIJVENTERREINEN REGIO GRONINGEN-ASSEN Notitie voor: Colleges van B&W van de deelnemers aan het regionaal programma Bedrijventerreinen van de Regio

Nadere informatie

Factsheet bedrijventerrein Stormpolder, Gemeente Krimpen aan de IJssel

Factsheet bedrijventerrein Stormpolder, Gemeente Krimpen aan de IJssel Factsheet bedrijventerrein Stormpolder, Gemeente Krimpen aan de IJssel Factsheet bedrijventerrein Stormpolder, Gemeente Krimpen aan de IJssel A. Inleiding Deze factsheet geeft een bondig overzicht van

Nadere informatie

Trendbreuk? Netto kwantitatieve opgave 2023. Wonen 1.800 7.100. Bedrijventerreinen 18 (+30) ha 156 ha. (gemeentelijk + privaat) 248.000-323.

Trendbreuk? Netto kwantitatieve opgave 2023. Wonen 1.800 7.100. Bedrijventerreinen 18 (+30) ha 156 ha. (gemeentelijk + privaat) 248.000-323. Maastricht Maastricht 120.000 inwoners, stabilisatie Centrum van de regio (600.000-550.000) Universiteit Meer dan 20 miljoen bezoekers waarvan 2/3 uit Nederland, winkelen belangrijkste bezoekmotief Compacte

Nadere informatie

MEMO. : Raads- en burgerraadsleden. : College van B&W. Datum : 23 februari Onderwerp : Economische uitvoeringsagenda Regio Alkmaar

MEMO. : Raads- en burgerraadsleden. : College van B&W. Datum : 23 februari Onderwerp : Economische uitvoeringsagenda Regio Alkmaar Aan Van : Raads- en burgerraadsleden : College van B&W Datum : 23 februari 2012 Onderwerp : Economische uitvoeringsagenda Regio Alkmaar 2012-2014 De Economische Uitvoeringsagenda voor de Regio Alkmaar

Nadere informatie

Flevoland, Noord-Holland en Utrecht. Landelijke marktontwikkelingen

Flevoland, Noord-Holland en Utrecht. Landelijke marktontwikkelingen Landelijke marktontwikkelingen Na een korte opleving in 211 viel de opname van bedrijfsruimte in 212 opnieuw terug. Tegen de verwachting in bleef het aanbod echter redelijk stabiel. Wel wordt een steeds

Nadere informatie

Toeristische visie Regio Alkmaar

Toeristische visie Regio Alkmaar Toeristische visie Regio Alkmaar Conceptvisie en uitvoeringsagenda Proces Toeristische visie Wat Wanneer 1. Start met de Regio Alkmaar Februari 2. Eerste Regioavond 5 maart 3. Stakeholderbijeenkomst 1

Nadere informatie

Economische Agenda De Bevelanden

Economische Agenda De Bevelanden Economische Agenda De Bevelanden 2016-2021 Regio De Bevelanden 19 september 2016 2 3 4 5 6 Bron: Stec Groep, 2016 7 8 9 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 2024 2025 2026 2027 2028 2029 2030 2015

Nadere informatie

Economische Beleidsvisie Gemeente Berg en Dal. Uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Berg en Dal

Economische Beleidsvisie Gemeente Berg en Dal. Uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Berg en Dal Economische Beleidsvisie Gemeente Berg en Dal Uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Berg en Dal Berry Roelofs Millingen aan de Rijn, 5 oktober 2016 Inhoudsopgave 1 Economische foto 2 Missie en doelen 3

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Bevoegdheid Raad. Vergaderdatum: 20 oktober 2015 Registratienummer: 2015/61 Agendapunt nummer: 9. Onderwerp Detailhandelsvisie

Raadsvoorstel. Bevoegdheid Raad. Vergaderdatum: 20 oktober 2015 Registratienummer: 2015/61 Agendapunt nummer: 9. Onderwerp Detailhandelsvisie Raadsvoorstel Bevoegdheid Raad Vergadering Gemeenteraad Oirschot Vergaderdatum: 20 oktober 2015 Registratienummer: 2015/61 Agendapunt nummer: 9 Onderwerp Detailhandelsvisie Voorstel 1. Vaststellen regionale

Nadere informatie

Wijkeconomie: j ondernemers centraal. Inhoud. Joost Hagens. Herma Harmelink. Nicis-onderzoek: relatie wijkeconomie & vastgoed.

Wijkeconomie: j ondernemers centraal. Inhoud. Joost Hagens. Herma Harmelink. Nicis-onderzoek: relatie wijkeconomie & vastgoed. Wijkeconomie: j ondernemers centraal Joost Hagens Herma Harmelink 3 november 2009 Inhoud Nicis-onderzoek: relatie wijkeconomie & vastgoed Tips voor meer economie in de wijk 1 Nicis-onderzoek Relatie wijkeconomie

Nadere informatie

verwachte behoefte aan nieuwe bedrijventerreinen ( de vraag ) en het harde (plan)aanbod ( het aanbod ).

verwachte behoefte aan nieuwe bedrijventerreinen ( de vraag ) en het harde (plan)aanbod ( het aanbod ). PLAN VAN AANPAK BEDRIJVENTERREINENSTRATEGIE HOLLAND RIJNLAND Conceptversie 5.0 d.d. 27 augustus 2017 Auteurs: Hans Stapper / Henk Hansen Inleiding De provincie Zuid Holland heeft in 2016 aan Stec opdracht

Nadere informatie

Gangmakers voor Bussum!

Gangmakers voor Bussum! Met de fusie tussen Bussum, Naarden en Muiden in het vizier en de op handen zijnde Raadsverkiezingen in maart 2014 geeft de Bussumse Ondernemers Vereniging (BOV) met dit pamflet haar visie op de economische

Nadere informatie

Woonvisie Regio Eindhoven. Samen werken aan drie uitdagingen voor de regionale woningmarkt

Woonvisie Regio Eindhoven. Samen werken aan drie uitdagingen voor de regionale woningmarkt Woonvisie Regio Eindhoven Samen werken aan drie uitdagingen voor de regionale woningmarkt Actieprogramma 2013 1 Inleiding Op 28 juni 2012 heeft de Regioraad de Regionale Woonvisie 2012-2015 vastgesteld.

Nadere informatie

TOEPASSING TREDE 1 EN 2 LADDER DUURZAME VERSTEDELIJKING V00R PLAN MULDERSWEG

TOEPASSING TREDE 1 EN 2 LADDER DUURZAME VERSTEDELIJKING V00R PLAN MULDERSWEG TOEPASSING TREDE 1 EN 2 LADDER DUURZAME VERSTEDELIJKING V00R PLAN MULDERSWEG 12 januari 2016 drs. Fokke de Jong Australiëlaan 5, 3526 AB Utrecht 030 693 60 00 info@atrive.nl www.atrive.nl KvK: 31042832

Nadere informatie

Eindrapportage. Ruimtebehoefte werklocaties Noord-Holland Noord van ruimtevraag naar visie op de ruimte

Eindrapportage. Ruimtebehoefte werklocaties Noord-Holland Noord van ruimtevraag naar visie op de ruimte Ruimtebehoefte werklocaties Noord-Holland Noord van ruimtevraag naar visie op de ruimte Eindrapportage Uitgevoerd in opdracht van: Provincie Noord-Holland Nijmegen, 1 augustus 2013 Inhoudsopgave Blz.

Nadere informatie

Ondernemersloket. Bert ten Veen, Ondernemersloket 11 oktober 2011

Ondernemersloket. Bert ten Veen, Ondernemersloket 11 oktober 2011 Ondernemersloket Bert ten Veen, Ondernemersloket 11 oktober 2011 Inhoud presentatie Organogram Stadsontwikkeling / Ondernemersloket Plaats binnen Stadsontwikkeling Relatie met andere afdelingen Bemensing

Nadere informatie

Kadernota Evenementen. Provincie Groningen van de

Kadernota Evenementen. Provincie Groningen van de Kadernota Evenementen 2016-2020 van de Provincie Groningen Kadernota Evenementen 2016-2020 van de provincie Groningen Het huidige evenementenbeleid heeft een looptijd tot en met 2015. In deze kadernota

Nadere informatie

Rotterdam Stadshavens

Rotterdam Stadshavens Rotterdam Stadshavens Nota Ruimte budget 31 miljoen euro Planoppervlak 1000 hectare (1600 hectare inclusief wateroppervlak) Trekker Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

Nadere informatie

Intentieverklaring Samenwerking Regio Alkmaar t.b.v de provinciale structuurvisie 2040 en mogelijke verstedelijkingsafspraken

Intentieverklaring Samenwerking Regio Alkmaar t.b.v de provinciale structuurvisie 2040 en mogelijke verstedelijkingsafspraken Intentieverklaring Samenwerking Regio Alkmaar t.b.v de provinciale structuurvisie 2040 en mogelijke verstedelijkingsafspraken 2010-2020 Besproken in de colleges van B&W op 4 november 2008 Versie 30 oktober

Nadere informatie

Blijvend geld en aandacht nodig voor Nationale landschappen, Provincies doen meer dan het Rijk

Blijvend geld en aandacht nodig voor Nationale landschappen, Provincies doen meer dan het Rijk Nationale landschappen: aandacht en geld nodig! 170610SC9 tk 7 Blijvend geld en aandacht nodig voor Nationale landschappen, Provincies doen meer dan het Rijk De Rekenkamer Oost-Nederland heeft onderzoek

Nadere informatie

Concept-Uitgiftebeleid. Bedrijventerreinen. Hoeksche Waard

Concept-Uitgiftebeleid. Bedrijventerreinen. Hoeksche Waard Concept-Uitgiftebeleid Bedrijventerreinen Hoeksche Waard Pg. 2 Inleiding Pg. 3 Kaders uitgiftebeleid Pg. 5 Beleidskader Pg. 6 Toelichting artikelen 1 Inleiding De wortels van het oude uitgiftebeleid liggen

Nadere informatie

g e m e e n t e M O N T F O O R T Startnotitie Nieuw bedrijventerrein Startnotitie

g e m e e n t e M O N T F O O R T Startnotitie Nieuw bedrijventerrein Startnotitie Startnotitie Nieuw Bedrijventerrein Voorlopige projectnaam: Bestuurlijk opdrachtgever: Bestuurlijk opdrachtnemer: Nieuw bedrijventerrein H.T.J. van Beers C.L. Jonkers Ambtelijk opdrachtgever: Ambtelijk

Nadere informatie

Economische Barometer 2017 Bergen op Zoom en Roosendaal. Kernuitkomsten vergeleken, februari >

Economische Barometer 2017 Bergen op Zoom en Roosendaal. Kernuitkomsten vergeleken, februari > Economische Barometer 2017 Bergen op Zoom en Roosendaal Kernuitkomsten vergeleken, februari 2018 > www.ioresearch.nl Een barometer is gericht op het volgen en (door middel van cijfers) in beeld brengen

Nadere informatie

REVITALISERING HERONTWIKKELING Noodzakelijk Voor kantoor- en winkelpanden

REVITALISERING HERONTWIKKELING Noodzakelijk Voor kantoor- en winkelpanden REVITALISERING HERONTWIKKELING Noodzakelijk Voor kantoor- en winkelpanden Kader Sinds de crisis van 2008 tot 2016 is er veel veranderd in de vraag naar bedrijfshuisvesting. Met name de kantorenmarkt en

Nadere informatie

Onderwerp : Verzoek een vaste bijdrage te leveren aan voortzetting Stichting Groninger Bedrijfs Locaties

Onderwerp : Verzoek een vaste bijdrage te leveren aan voortzetting Stichting Groninger Bedrijfs Locaties Aan de leden van de Provinciale Staten Nr.: 2004-09454a/27/A.41, EZ Groningen, 5 juli 2004 Behandeld door : Mw. I. de Jeer Telefoonnummer : (050) 3164653 Antwoord op : Bijlage : Onderwerp : Verzoek een

Nadere informatie

Kiezen, Delen én Doen Samen voor een sterke woningmarkt. platform woningcorporaties noord-holland noord

Kiezen, Delen én Doen Samen voor een sterke woningmarkt. platform woningcorporaties noord-holland noord Kiezen, Delen én Doen Samen voor een sterke woningmarkt platform woningcorporaties noord-holland noord Voorwoord Op 15 december 2011 is door ruim 20 corporaties uit de subregio s Noordkop, West-Friesland,

Nadere informatie

Kwaliteitsmatch vraag en aanbod bedrijventerreinen Noord-Holland Noord

Kwaliteitsmatch vraag en aanbod bedrijventerreinen Noord-Holland Noord Kwaliteitsmatch vraag en aanbod bedrijventerreinen Noord-Holland Noord Synthese deelonderzoeken drie regio s: samenvattende notitie Bouwsteen voor regionale strategievorming Opdrachtgever: Provincie Noord-Holland

Nadere informatie

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [X]Openbaar [ ]Besloten --

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [X]Openbaar [ ]Besloten -- Nota voor burgemeester en wethouders Onderwerp Motie versterking accountmanagement 1- Notagegevens Notanummer 2016-001621 Datum 18-10-2016 Programma: 10 Economie, kunst en cultuur Portefeuillehouder Weth.

Nadere informatie

Werkgelegenheidsrapportage Haarlemmermeer Inleiding

Werkgelegenheidsrapportage Haarlemmermeer Inleiding Inleiding De werkgelegenheid in Haarlemmermeer is in 2014 vrijwel gelijk gebleven. Het aantal werkzame personen nam af met 238; een daling van 0,2%. Het totaal komt hiermee op 117.550 full-time arbeidsplaatsen.

Nadere informatie

Een logische keuze! 40 hectare grondoppervlakte bestemd voor logistiek en distributie. Logistiek centraal gelegen in de Randstad

Een logische keuze! 40 hectare grondoppervlakte bestemd voor logistiek en distributie. Logistiek centraal gelegen in de Randstad 40 hectare grondoppervlakte bestemd voor logistiek en distributie Logistiek centraal gelegen in de Randstad Direct aan de afslag A12 - A20 Rotterdam - Den Haag - Utrecht 60% van de Nederlandse consument

Nadere informatie

REGIONAAL AMBITIEDOCUMENT Kop van Noord-Holland

REGIONAAL AMBITIEDOCUMENT Kop van Noord-Holland 521 REGIONAAL AMBITIEDOCUMENT Kop van Noord-Holland Frame: Algemene regionale opgaven veranderende functies platteland Projectnaam: Vrijkomende agrarische bebouwing en kwaliteitsimpuls vergroting agrarische

Nadere informatie