Samenvattend rapport. De resultaten voor de Vlaamse overheid

Transcriptie

1 Samenvattend rapport De resultaten voor de Vlaamse overheid

2 INHOUDSTAFEL 1. Het rapport p Inleiding p Responsgegevens p Totaaloverzicht van de vragen p Correlatieanalyse p Het tabellenrapport: overzicht van de antwoorden per subgroep p. 22 Bijlage: Detailoverzicht: alle vragen in close-up p. 32 2

3 1. Het rapport 1. Inleiding p Responsgegevens p Totaaloverzicht van de vragen p Correlatieanalyse p. 22 3

4 Inleiding 1. INLEIDING Voorwoord Om de 2 jaar houdt de Vlaamse overheid het personeelsonderzoek Personeelspeiling bij haar medewerkers en managers. De deelname van entiteiten en hun personeelsleden is vrijwillig. Aan de Personeelspeiling 216 namen 13.6 personeelsleden van 5 entiteiten deel daarvan maakten deel uit van de Diensten van de Vlaamse overheid (DVO) 3. De grotendeels online bevraging liep van 23 mei tot en met 2 juni 216. De analyse en de rapportering van de resultaten op het niveau van de Vlaamse overheid werden eind december 216 afgerond. Net als in 214 werd in de Personeelspeiling 216 een zelfde basisvragenlijst gehanteerd voor personeel en management. Het management (top- en leidinggevend middenkader) kreeg nog extra vragen over het functioneren en het personeelsbeleid van de Vlaamse overheid. De vragenlijsten 2 werden zoals bij de voorgaande edities aangepast aan de HR-realiteit. De wijzigingen werden via zgn. pilotings (testings) bij personeel en management gevalideerd. De vergelijkbaarheid met de vorige edities werd daarbij maximaal behouden. In dit rapport vindt u de resultaten van de gemeenschappelijke gesloten vragen voor personeel en management van de Vlaamse overheid, verder vooral te begrijpen als de Diensten van de Vlaamse overheid (DVO) 3, samengevat. Dit rapport leert u hoe personeel en management in de Vlaamse overheid hun werk beleven. Over hoe het management kijkt naar het functioneren en het personeelsbeleid van de Vlaamse overheid, de gesloten extra vragen voor management, wordt globaal gerapporteerd in het samenvattend rapport Het management over het functioneren van de Vlaamse overheid. Vanuit deze inschattingen door personeel en management kan de minister bevoegd voor Bestuurszaken gericht initiatieven nemen om het personeelsbeleid verder vorm te geven en het functioneren van de Vlaamse overheid te verbeteren, samen met de medewerkers en de managers in de entiteiten. Zo is Zet je mening aan het werk ook op dit niveau van de Personeelspeiling geen loze slogan. Meer weten over de Personeelspeiling? Meer informatie over de Personeelspeiling vindt u op De Personeelspeiling wordt georganiseerd door het Agentschap Overheidspersoneel (AgO) in opdracht van de minister van Bestuurszaken ter opvolging en evaluatie van het personeelsbeleid in de entiteiten en in de Vlaamse overheid. 1 Meer informatie over de Personeelspeiling 216 en de deelnemende entiteiten vindt u op 2 De vragenlijsten van de Personeelspeiling 216 vindt u op 3 Diensten van de Vlaamse overheid (DVO): onder dit toepassingsgebied worden alle entiteiten begrepen die ressorteren onder het Vlaams Personeelsstatuut (VPS) van 13 januari 26, zie 4

5 Inleiding 1. INLEIDING Wat u over de rapportering op het niveau van de Vlaamse overheid moet weten (1) 1. Geen resultaten voor sub(groepen) met minder dan 1 respondenten bij personeel en minder dan 5 bij management 4 Om de anonimiteit van de respondenten te garanderen, worden geen resultaten getoond voor (sub)groepen met minder dan 1 respondenten bij personeel en minder dan 5 bij management. In de rapportering ziet u dan <1 bij responsgegevens voor personeel en <5 bij deze voor management. Bij de responsgraden en de gemiddelde scores staat dan een streepje (-). 2. Geen historische vergelijking voor nieuwe vragen Waar mogelijk worden de resultaten vergeleken met de metingen van 214 en 212. Voor nieuwe vragen is er uiteraard geen historische vergelijking mogelijk. Deze vragen worden aangeduid in noot op de betreffende pagina s van Het rapport, Het tabellenrapport en de Bijlage (zie Wat u over dit samenvattend rapport moet weten, verderop in deze Inleiding). 3. Aanduiding van significante verschillen Statistisch spreken we van een significant verschil wanneer we met 9 zekerheid kunnen zeggen dat dit verschil niet aan toeval te wijten is. In de rapportering worden significante verschillen aangeduid met een asterisk (*) en een rode of groene achtergrondkleur: - rood voor resultaten die significant lager zijn dan de vergelijkingsbasis (in dit rapport het volledige DVO-resultaat of de historische DVO-resultaten (van subgroepen)) - groen voor resultaten die significant hoger zijn dan de vergelijkingsbasis (in dit rapport het volledige DVO-resultaat of de historische DVO-resultaten (van subgroepen)) Verschillen met grijze achtergrondkleur zijn statistisch niet significant en kunnen als toevallige afwijkingen beschouwd worden. 4. Terminologie VO - Vlaamse overheid (alle deelnemende entiteiten): wordt enkel gebruikt in het algemeen responsoverzicht en in de overzichten van de spreiding van de gemiddelde scores van de entiteiten per vraag in de detailoverzichten (zie Wat u over dit samenvattend rapport moet weten, verderop in deze Inleiding) DVO Diensten van de Vlaamse overheid (de deelnemende entiteiten van de Diensten van de Vlaamse overheid) 5 : de gemiddelde responsgraad en de gemiddelde scores van de entiteiten van de Diensten van de Vlaamse overheid worden als basis gebruikt voor alle andere Vlaamse overheid brede resultaten Gemiddelde: de som van alle scores gedeeld door het aantal respondenten ( wordt niet meegerekend). Het gemiddelde ligt tussen 1 en 5. In vraag 29 (afwijkende antwoordmogelijkheden) worden gemiddelde percentages van de antwoordcategorieën gehanteerd. 4 Zie Deontologie Personeelspeiling op 5 Meer informatie over het toepassingsgebied Diensten van de Vlaamse overheid (DVO) vindt u op 5

6 Inleiding 1. INLEIDING Wat u over de rapportering op het niveau van de Vlaamse overheid moet weten (2) 5. De vragen en de antwoordmogelijkheden De basisvragenlijst van de Personeelspeiling 216 telt 46 gezamenlijke vragen voor personeel en management. De vragenlijst is opgedeeld in thematische blokken: - Je algemene tevredenheid en welzijn - Over je werk - Over je verloning - Over je directe werkomgeving - Over je loopbaan en loopbaanmogelijkheden - Over je leidinggevenden - Over <je organisatie> en de Vlaamse overheid in het algemeen - Over de waarden van de Vlaamse overheid 44 vragen hebben onderstaande antwoordcategorieën waarvan er telkens 1 gekozen kan worden: Noch akkoord, noch niet akkoord Weet niet / niet van toepassing 1 vraag, Vraag 29. Ik heb de voorbije periode concrete acties ondernomen om ander werk te krijgen of ik heb concrete plannen om dat in de toekomst te doen., heeft onderstaande afwijkende antwoordcategorieën waarvan er 1 gekozen kan worden: - Ja, binnen de Vlaamse overheid - Ja, buiten de Vlaamse overheid - Ja, binnen en buiten de Vlaamse overheid - Neen De laatste vraag (vraag 46) is een open vraag: Wil je in de context van de Personeelspeiling nog iets meegeven aan jouw organisatie? Dat kan hier. Over de antwoorden op deze vraag wordt anoniem maar letterlijk (zonder wijzigingen) op entiteitsniveau gerapporteerd, niet op het niveau van de Vlaamse overheid. De antwoorden worden daarbij gerangschikt volgens dalende algemene tevredenheid, in functie van het antwoord op vraag 1. In het algemeen ben ik tevreden met mijn huidige werk. en met 'Weet niet / niet van toepassing' als laatste antwoordmogelijkheid. Ook in de Personeelspeiling 216 werd entiteiten de mogelijkheid geboden om extra vragen aan hun personeelsleden voor te leggen. De vragenlijsten en de rapportering over de resultaten bevinden zich in de persoonlijke werkruimtes van de betreffende entiteiten op de beveiligde website GfK Connect. Managers (top- en leidinggevend middenkader) kregen nog 17 extra vragen over het functioneren en het personeelsbeleid van de Vlaamse overheid voorgelegd. Voor meer informatie over de rapportering in dit verband, zie punt 6. 6

7 Inleiding 1. INLEIDING Wat u over de rapportering op het niveau van de Vlaamse overheid moet weten (3) 6. De delen van de rapportering op het niveau van de Vlaamse overheid De rapportering van de Personeelspeiling 216 op het niveau van de Vlaamse overheid bestaat uit: 1. Het samenvattend rapport De resultaten voor de Vlaamse overheid (dit rapport) over de gemeenschappelijke gesloten vragen voor personeel en management (top- en leidinggevend middenkader) 2. Het samenvattend rapport Het management over het functioneren van de Vlaamse overheid over de extra gesloten vragen over het functioneren en het personeelsbeleid van de Vlaamse overheid die enkel aan het management (top- en leidinggevend middenkader) werden gesteld 3. Het samenvattend rapport Het management over het functioneren van de Vlaamse overheid thematisch verwerkte open antwoorden met de globale rapportering over de antwoorden op de extra open vragen die enkel aan het management (top- en leidinggevend middenkader) werden gesteld 4. De vragenlijsten van de Personeelspeiling 216 Delen 1 en 2 worden na mededeling aan de Vlaamse Regering in overleg met de minister bevoegd voor Bestuurszaken gepubliceerd op Deel 3 wordt enkel bezorgd aan de minister bevoegd voor Bestuurszaken. De vragenlijsten van de Personeelspeiling 216 (deel 4) bevinden zich op 7

8 Inleiding 1. INLEIDING Wat u over dit samenvattend rapport moet weten (1) Dit samenvattend rapport De resultaten voor de Vlaamse overheid bestaat uit 3 grote delen: 1. Het rapport 2. Het tabellenrapport met het overzicht van de antwoorden per subgroep (vaste subgroepen) 3. De Bijlage met de detailoverzichten met alle vragen alle vragen in close-up (vaste subgroepen) Bovenaan rechts op elke pagina wordt aangegeven in welk van de delen u zich bevindt. We bespreken de delen hierna meer in detail. 1. Het rapport Het rapport bestaat uit de volgende delen Inleiding Het onderdeel waarin u zich nu bevindt met - een Voorwoord - Wat u over de rapportering op het niveau van de Vlaamse overheid moet weten - Wat u over dit samenvattend rapport moet weten 1.2. Responsgegevens Algemeen overzicht In de tabel vindt u de algemene responsgegevens voor de Vlaamse overheid voor de Personeelspeiling 216, 214 en 212. De grafiek toont de van laag naar hoog gerangschikte responsgraden van alle aan de Personeelspeiling 216 deelnemende entiteiten (VO). De horizontale lijn geeft de gemiddelde responsgraad van de DVO weer. Detailoverzicht vaste subgroepen In dit overzicht vindt u de responsgegevens voor de subgroepen van de standaardvariabelen (niveau, geslacht, leeftijdscategorie en personeel / management). Voor (sub)groepen waar de responsgraad beneden de ligt, dienen reserves ingebouwd bij de interpretatie van de resultaten. Alle resultaten in de rapporteringen van de Personeelspeiling 216 dienen in de specifieke context van het onderzoek, die van de eraan deelnemende entiteiten en de (Diensten van de) Vlaamse overheid geïnterpreteerd te worden. Wanneer het aantal respondenten kleiner is dan 1 voor personeel wordt dit aangeven als <1. Wanneer het aantal respondenten kleiner is dan 5 bij management wordt dit aangegeven als <5. 8

9 Inleiding 1. INLEIDING Wat u over dit samenvattend rapport moet weten (2) 1.3 Totaaloverzicht van de vragen In dit deel vindt u de gemiddelde scores voor alle gesloten vragen, historisch vergeleken waar mogelijk met deze voor de Personeelspeilingen 214 en 212, met aanduiding van significante verschillen. De rapportering van de globale resultaten volgt de indeling in thematische blokken van de vragenlijst: - Je algemene tevredenheid en welzijn - Over je werk - Over je verloning - Over je directe werkomgeving - Over je loopbaan en loopbaanmogelijkheden - Vraag 29: Ik heb de voorbije periode concrete acties ondernomen om ander werk te krijgen of ik heb concrete plannen om dat in de toekomst te doen. (afwijkende antwoordmogelijkheden, procentuele verdeling in de rapportering) - Over je leidinggevenden - Over <je organisatie> en de Vlaamse overheid in het algemeen - Over de waarden van de Vlaamse overheid 1.4. Correlatieanalyse In de correlatieanalyse vindt u het resultaat van de correlatie van de gesloten vragen, vraag 29 ( Ik heb in de voorbije periode concrete acties ondernomen om ander werk te krijgen of ik heb concrete plannen om dat in de toekomst te doen ) uitgezonderd, met de algemene tevredenheidsvraag (vraag 1, In het algemeen ben ik tevreden met mijn huidige werk ). Door toevoeging van lijnen voor de gemiddelde score over alle items (verticaal) en de gemiddelde correlatie over alle items met de algemene tevredenheidsvraag (horizontaal) ontstaan 4 kwadranten die als volgt worden gelabeld: mogelijke verbeterpunten, mogelijke aandachtspunten, mogelijke sterktes en mogelijke buffers. Het is van belang om te onderstrepen dat het om mogelijke verbeterpunten, aandachtspunten, sterktes en buffers gaat. De correlatieanalyse toont de loutere correlatie (mate van samenhang) van antwoorden op de andere vragen met de antwoorden op de algemene tevredenheidsvraag, geen impact of oorzakelijk verband. Of er echt sprake kan zijn van verbeterpunten, aandachtspunten, sterktes en buffers, hangt o.a. af van de detailresultaten, de significantie en substantialiteit van verschillen en de HR-doelstellingen van de (Diensten van de) Vlaamse overheid. 9

10 Het rapport 2. RESPONSGEGEVENS Algemeen overzicht Aantal deelnemende entiteiten van de DVO: 44 Aantal deelnemende entiteiten van de VO: 5 Totaal aantal respondenten: 13.6 Aantal aangeschrevenen Aantal antwoorden Responsgraad Responsgraad 214 Responsgraad 212 Totaal DVO % Responsoverzicht van de deelnemende entiteiten van de VO 1% 4% 3% 2% 1% % Noot: In In dit dit responsoverzicht en ziet in vergelijkbare u 51 verticale grafieken lijnen. GO! ziet onderwijs u 51 verticale van de lijnen. Vlaamse GO! Gemeenschap onderwijs van nam de Vlaamse om inhoudelijke Gemeenschap redenen nam deel om als inhoudelijke 2 subentiteiten redenen (GO! Administratieve deel als 2 subentiteiten diensten en (GO! GO! Administratieve Pedagogische diensten). en 1

11 Het rapport 2. RESPONSGEGEVENS Detailoverzicht vaste subgroepen DVO Aantal aangeschrevenen Aantal antwoorden Responsgraad Totaal Niv. A Niv. B Niv. C Niv. D Man Vrouw <3j 3-4j 41-5j >5j Personeel Management Respons per geslacht: Respons per leeftijdsgroep: Respons voor personeel / management: Respons per niveau: % 61% 54%

12 Het rapport 3. TOTAALOVERZICHT VAN DE VRAGEN Globale resultaten voor: Over je algemene tevredenheid en welzijn Trend 214 Trend In het algemeen ben ik tevreden met mijn huidige werk. 2. In het algemeen voel ik me goed op mijn werk. Noot: Vraag 2 werd voor het eerst gesteld in de Personeelspeiling 216. Er is dus geen vergelijking met de edities 214 en 212 mogelijk. 12

13 Het rapport 3. TOTAALOVERZICHT VAN DE VRAGEN Globale resultaten voor: Over je werk Trend 214 Trend Ik doe mijn werk inhoudelijk graag. 4,4 4. In mijn job kan ik datgene doen waar ik goed in ben. 5. Ik kan mijn werk en privéleven goed op elkaar afstemmen. -,2* 6. Ik krijg waardering voor mijn werk. 3,6 7. Mijn werk is belangrijk voor <mijn organisatie>. 4,3 8. Ik beschik over voldoende middelen (materiaal en toestellen) om mijn werk uit te voeren. 9. Ik krijg alle nodige informatie om mijn werk goed te kunnen doen. 3,7 -,1 -,1 1. Ik kan zelf kiezen hoe ik mijn werk organiseer. 11. Ik heb voldoende tijd om mijn werk goed te kunnen doen. 3,5 Noot: Vragen 1 en 11 werden voor het eerst gesteld in de Personeelspeiling 216. Er is dus geen vergelijking met de edities 214 en 212 mogelijk. 13

14 Het rapport 3. TOTAALOVERZICHT VAN DE VRAGEN Globale resultaten voor: Over je verloning 12. Vergeleken met collega's met een gelijkaardige functie binnen de Vlaamse overheid word ik correct betaald. 13. Vergeleken met andere werknemers buiten de Vlaamse overheid word ik correct betaald. 14. Ik wil dat de inhoud en de verantwoordelijkheden van mijn functie een grotere rol spelen in mijn verloning. 15. Ik wil zelf een deel van mijn verloningspakket mee kunnen bepalen (bv. minder loon in ruil voor meer verlofdagen of omgekeerd). 3,5 3,1 3,9 3,4 Noot: Vragen 12, 13, 14 en 15 werden voor het eerst gesteld in de Personeelspeiling 216. Er is dus geen vergelijking met de edities 214 en 212 mogelijk. 14

15 Het rapport 3. TOTAALOVERZICHT VAN DE VRAGEN Globale resultaten voor: Over je directe werkomgeving Trend 214 Trend Ik werk in een positieve werksfeer. 17. Ik krijg dezelfde kansen als andere personeelsleden binnen de Vlaamse overheid, ongeacht mijn geslacht, leeftijd, herkomst, seksuele geaardheid, ziekte, beperking, 18. Ik pas me gemakkelijk aan veranderingen in mijn directe werkomgeving aan. 3,8 4, 4,2 -,1 19. In mijn directe werkomgeving wordt kwaliteitsvol werk geleverd. 4,2 2. Er wordt goed samengewerkt in mijn directe werkomgeving. 4, 21. In mijn directe werkomgeving worden afspraken en regels correct nageleefd. 3,8 22. In mijn directe werkomgeving wordt er gezocht naar manieren om beter te werken. 3,8 -,2* 23. In mijn directe werkomgeving werken we klantgericht. 4,3 Noot: Vragen 17 en 18 werden voor het eerst gesteld in de Personeelspeiling 216. Er is dus geen vergelijking met de edities 214 en 212 mogelijk. 15

16 Het rapport 3. TOTAALOVERZICHT VAN DE VRAGEN Globale resultaten voor: Over je loopbaan en loopbaanmogelijkheden Trend 214 Trend Ik leer regelmatig iets bij om mijn werk beter uit te voeren. 4, 25. Ik krijg kansen om zaken bij te leren die nuttig zijn voor mijn verdere loopbaan. 3,9 26. In <mijn organisatie> verlopen de interne selecties van personeel (interne mobiliteit, bevorderingen, ) eerlijk. 3, -,2* -,2* 27. Binnen de Vlaamse overheid heb ik voldoende kansen op promotie. 2,4 -,2* -,3* 28. Binnen de Vlaamse overheid heb ik voldoende kansen om van functie te veranderen. 2,8 16

17 Het rapport 3. TOTAALOVERZICHT VAN DE VRAGEN Globale resultaten voor: Vraag 29. Ik heb de voorbije periode concrete acties ondernomen om ander werk te krijgen of ik heb concrete plannen om dat in de toekomst te doen. Trend 214 Trend 212 Ja 6 +3%* +3%* Ja, binnen de Vlaamse overheid 8-1%* -1% Ja, buiten de Vlaamse overheid 9 +2%* +2%* Ja, binnen en buiten de Vlaamse overheid 8 +2%* +1%* NEEN 6-3%* -3%* 17

18 Het rapport 3. TOTAALOVERZICHT VAN DE VRAGEN Globale resultaten voor: Over je leidinggevenden Trend 214 Trend Ik heb inspraak in zaken die mij aanbelangen. 3,5 -,2* -,2* 31. Ik weet duidelijk wat van mij verwacht wordt. 4, 32. De feedback van mijn leidinggevende helpt mij om mijn werk beter te doen. 3,7 33. Ik word rechtvaardig geëvalueerd. 4,2 34. Het management (directieteam, management comité, COVA ) van <mijn organisatie> communiceert op een open en eerlijke manier. 35. Het management (directieteam, management comité, COVA ) van <mijn organisatie> geeft duidelijk aan waar het met <mijn organisatie> naartoe moet. 3,1 3,1 -,2* -,2* 18

19 3. TOTAALOVERZICHT VAN DE VRAGEN Globale resultaten voor: Over <je organisatie> en de Vlaamse overheid in het algemeen Het rapport Trend 214 Trend Ik werk graag voor <mijn organisatie>. -,2* -,2* 37. <mijn organisatie> levert waardevol werk voor de samenleving. 4,3 38. In <mijn organisatie> worden de middelen (mensen en financiën) goed ingezet. 3, -,2* 39. Ik zou <mijn organisatie> als werkgever aanbevelen bij mijn familie en vrienden. 3,7 -,2* 4. Ik zou de Vlaamse overheid als werkgever aanbevelen bij mijn familie en vrienden. 3,9 -,3* -,3* 41. Ik ben er fier op dat ik voor de Vlaamse overheid werk. 3,8 -,2* -,2* 19

20 Het rapport 3. TOTAALOVERZICHT VAN DE VRAGEN Globale resultaten voor: Over de waarden van de Vlaamse overheid 42. Ik heb vertrouwen in <mijn organisatie>. 43. Ik ervaar een open cultuur in <mijn organisatie>. 44. Ik ervaar dat <mijn organisatie> zich gemakkelijk aanpast aan veranderende omstandigheden. 45. Ik ervaar dat <mijn organisatie> haar beslissingen kordaat uitvoert. 3,5 3,2 3,3 3,3 Noot: Vragen 42, 43, 44 en 45 werden voor het eerst gesteld in de Personeelspeiling 216. Er is dus geen vergelijking met de edities 214 en 212 mogelijk. 2

21 Correlatie met de algemene tevredenheid Het rapport 4. CORRELATIEANALYSE Correlatie met de algemene tevredenheid De correlatieanalyse toont de mate van samenhang van de antwoorden op de algemene tevredenheidsvraag (vraag 1) en de antwoorden op de andere gesloten vragen, vraag 29 uitgezonderd. 1,,9 Mogelijke verbeterpunten 2 Mogelijke sterktes,8,7,6,5,4,3,2,1, Legende Je algemene tevredenheid en welzijn 13. Vergeleken met andere werknemers buiten de naar manieren om beter te werken. communiceert op een open en eerlijke manier. 1. In het algemeen ben ik tevreden met mijn huidige Vlaamse overheid word ik correct betaald. 23. In mijn directe werkomgeving werken we 35. Het management (directieteam, management comité, COVA...) werk. 14. Ik wil dat de inhoud en de verantwoordelijkheden klantgericht. van <mijn organisatie> geeft duidelijk aan waar het met mijn 2. In het algemeen voel ik me goed op mijn werk. van mijn functie een grotere rol spelen in Over je loopbaan en loopbaanmogelijkheden organisatie naar toe moet. Over je werk mijn verloning. 24. Ik leer regelmatig iets bij om mijn werk beter Over <mijn organisatie> en de Vlaamse overheid in het algemeen 3. Ik doe mijn werk inhoudelijk graag. 15. Ik wil zelf een deel van mijn verloningspakket uit te voeren. 36. Ik werk graag voor <mijn organisatie>. 4. In mijn job kan ik datgene doen waar ik goed mee kunnen bepalen (bv. minder loon in ruil 25. Ik krijg kansen om zaken bij te leren die nuttig 37. <Mijn organisatie> levert waardevol werk voor de samenleving. in ben. voor meer verlofdagen of omgekeerd). zijn voor mijn verdere loopbaan. 38. In <mijn organisatie> worden de middelen (mensen en financiën) 5. Ik kan mijn werk en privéleven goed op elkaar Over je directe werkomgeving 26. In <mijn organisatie> verlopen de interne goed ingezet. afstemmen. 16. Ik werk in een positieve werksfeer. selecties van personeel (interne mobiliteit, 39. Ik zou <mijn organisatie> als werkgever aanbevelen aan mijn 6. Ik krijg waardering voor mijn werk. 17. Ik krijg dezelfde kansen als andere bevorderingen, ) eerlijk. familie en vrienden. 7. Mijn werk is belangrijk voor <mijn organisatie>. personeelsleden binnen de Vlaamse overheid, 27. Binnen de Vlaamse overheid heb ik voldoende 4. Ik zou de Vlaamse overheid als werkgever aanbevelen bij mijn 8. Ik beschik over voldoende middelen (materiaal ongeacht mijn geslacht, leeftijd, herkomst, kansen op promotie. familie en vrienden. en toestellen) om mijn werk uit te voeren. seksuele geaardheid, ziekte, beperking, 28. Binnen de Vlaamse overheid heb ik voldoende 41. Ik ben er fier op dat ik voor de Vlaamse overheid werk. 9. Ik krijg alle nodige informatie om mijn werk goed 18. Ik pas me gemakkelijk aan veranderingen in kansen om van functie te veranderen. Over de waarden van de Vlaamse overheid te kunnen doen. mijn directe werkomgeving aan. Over je leidinggevenden 42. Ik heb vertrouwen in <mijn organisatie>. 1. Ik kan zelf kiezen hoe ik mijn werk organiseer. 19. In mijn directe werkomgeving wordt 3. Ik heb inspraak in zaken die mij aanbelangen. 43. Ik ervaar een open cultuur in <mijn organisatie>. 11. Ik heb voldoende tijd om mijn werk goed te kwaliteitsvol werk geleverd. 31. Ik weet duidelijk wat van mij verwacht wordt. 44. Ik ervaar dat <mijn organisatie> zich gemakkelijk aanpast aan kunnen doen. 2. Er wordt goed samengewerkt in mijn directe 32. De feedback van mijn leidinggevende helpt mij veranderende omstandigheden. Over je verloning werkomgeving. om mijn werk beter te doen. 45. Ik ervaar dat <mijn organisatie> haar beslissingen kordaat uitvoert. 12. Vergeleken met collega's met een gelijkaardige 21. In mijn directe werkomgeving worden afspraken 33. Ik word rechtvaardig geëvalueerd. functie binnen de Vlaamse overheid word ik en regels correct nageleefd. 34. Het management (directieteam, management correct betaald. 22. In mijn directe werkomgeving wordt er gezocht comité, COVA...) van <mijn organisatie>. 26 Mogelijke 13 aandachtspunten Mogelijke buffers Gemiddelde scores van de vragen

22 Het rapport 2. Het tabellenrapport Overzicht van de antwoorden per subgroep (vaste subgroepen) 22

23 Het tabellenrapport OVERZICHT VAN DE ANTWOORDEN PER SUBGROEP Resultaten voor: Je algemene tevredenheid en welzijn Resultaten per: Niveau Geslacht Leeftijdsgroep Mgt A B C D M V < >5 P M In het algemeen ben ik tevreden met mijn huidige werk. 2. In het algemeen voel ik me goed op mijn werk. * 4,2 4,4* * 4,2 4,3* 4,4* 4,* * 4, 4,3* 4,* * 4,3* 4,* 4, 4,3* Noot: Vraag 2 werd voor het eerst gesteld in de Personeelspeiling

24 Het tabellenrapport OVERZICHT VAN DE ANTWOORDEN PER SUBGROEP Resultaten voor: Over je werk Resultaten per: Niveau Geslacht Leeftijdsgroep Mgt A B C D M V < >5 P M Ik doe mijn werk inhoudelijk graag. 4,4 4,4 4,4 4,3* 4,6* 4,4 4,4 4,3 4,3* 4,4 4,4* 4,4 4,6* 4. In mijn job kan ik datgene doen waar ik goed in ben. 5. Ik kan mijn werk en privéleven goed op elkaar afstemmen. 4, 4,* 4,2* 4, 4,* 4, 4, 4,3* 4,* 4,2* 4,2* 4,3* * 4,2 4,3* * 3,8* 6. Ik krijg waardering voor mijn werk. 3,6 3,6* 3,6 3,6 3,7* 3,5* 3,7* 3,7* 3,6 3,6 3,6 3,6 4,* 7. Mijn werk is belangrijk voor <mijn organisatie>. 8. Ik beschik over voldoende middelen (materiaal en toestellen) om mijn werk uit te voeren. 9. Ik krijg alle nodige informatie om mijn werk goed te kunnen doen. 3,7 4,3 4,2 4,2 4,2 4,4* 4,3 4,2 4,3 4,2* 4,3 4,3* 4,2 4,6* 4,* * 4,2* 3,9* 4,2* 4,2* 4,3* 3,6* 3,7 3,7 4,* 3,7* 3,7 3,8 3,7 3,7 3,7* 3,7 4,* 1. Ik kan zelf kiezen hoe ik mijn werk organiseer. 11. Ik heb voldoende tijd om mijn werk goed te kunnen doen. 3,5 4,2* 3,9* * 4,2* 4,2 4,2* 4,* 4,4* 3,3* 3,5 3,7* 4,* 3,5 3,5 3,7* 3,4* 3,5 3,6* 3,5 3,3* Noot: Vragen 1 en 11 werden voor het eerst gesteld in de Personeelspeiling

25 Het tabellenrapport OVERZICHT VAN DE ANTWOORDEN PER SUBGROEP Resultaten voor: Over je verloning Resultaten per: 12. Vergeleken met collega's met een gelijkaardige functie binnen de Vlaamse overheid word ik correct betaald. 13. Vergeleken met andere werknemers buiten de Vlaamse overheid word ik correct betaald. 14. Ik wil dat de inhoud en de verantwoordelijkheden van mijn functie een grotere rol spelen in mijn verloning. 15. Ik wil zelf een deel van mijn verloningspakket mee kunnen bepalen (bv. minder loon in ruil voor meer verlofdagen of omgekeerd). 3,5 3,1 3,9 3,4 Niveau Geslacht Leeftijdsgroep Mgt A B C D M V < >5 P M ,8* 3,3* 3,2* 3,3* 3,5 3,5 3,7* 3,4* 3,5 3,6* 3,5 * 3,4* 2,9* 3,* 3,2* 3,1* 3,2* 3,5* 3,* 3,1* 3,3* 3,1 3,6* 3,7* 3,9* 4,* * 3,9 3,8 3,9 3,9* 3,9 3,8* 3,9 3,7* 3,5* 3,5* 3,3* 3,1* 3,5* 3,4* 3,6* 3,5* 3,4 3,3* 3,4 3,3 Noot: Vragen 12, 13, 14 en 15 werden voor het eerst gesteld in de Personeelspeiling

26 Het tabellenrapport OVERZICHT VAN DE ANTWOORDEN PER SUBGROEP Resultaten voor: Over je werkomgeving Resultaten per: Niveau Geslacht Leeftijdsgroep Mgt A B C D M V < >5 P M Ik werk in een positieve werksfeer. 17. Ik krijg dezelfde kansen als andere personeelsleden binnen de Vlaamse overheid, ongeacht mijn geslacht, leeftijd, herkomst, seksuele geaardheid, ziekte, beperking, 18. Ik pas me gemakkelijk aan veranderingen in mijn directe werkomgeving aan. 19. In mijn directe werkomgeving wordt kwaliteitsvol werk geleverd. 2. Er wordt goed samengewerkt in mijn directe werkomgeving. 21. In mijn directe werkomgeving worden afspraken en regels correct nageleefd. 22. In mijn directe werkomgeving wordt er gezocht naar manieren om beter te werken. 23. In mijn directe werkomgeving werken we klantgericht. 3,8 4, 4,2 4,2 4, 3,8 3,8 4,3 3,7* 3,9* 3,7* 3,9* 3,7* 3,8* 4,* 3,8 3,7* 3,8 3,8 4,2* 4,2* 4, 3,9* 3,8* 4, 4,2* * 4,* 4,* 4, 4,6* 4,2* 4,2 4,2 4,4* 4,2* 4,3* 4,4* 4,3* 4,2 4,2* 4,2 4,5* 4,2 4,2 4,2 4,3 * 4,3* 4,3* 4,2 4,2 4,2 4,2 4,5* 4, * 3,9* 4, 3,9* 4,* * 4, 4, 4, 4, 4,3* 3,9 3,9 3,7* 3,8 3,8* 3,9* 3,9* 3,8 3,8 3,8 3,8 4,2* 3,8 3,9* 3,8 3,9 3,8* 3,9* 3,9* 3,9 3,8 3,8 3,8 4,3* * 4,3* 4,3 4,4* 4,2* 4,3* 4,3 4,2 4,2 4,3 4,2 4,4* Noot: Vragen 17 en 18 werden voor het eerst gesteld in de Personeelspeiling

27 OVERZICHT VAN DE ANTWOORDEN PER SUBGROEP Resultaten voor: Over je loopbaan en loopbaanmogelijkheden Het tabellenrapport Resultaten per: Niveau Geslacht Leeftijdsgroep Mgt A B C D M V < >5 P M Ik leer regelmatig iets bij om mijn werk beter uit te voeren. 25. Ik krijg kansen om zaken bij te leren die nuttig zijn voor mijn verdere loopbaan. 4, 3,9 4, 4, 3,9* 4, 4, 4, * 3,9* 4, 4,* 4, 4,3* 3,9* 3,9 3,8* 3,7* 3,8* 3,9* 4,* 3,8* 3,9 3,9 3,9 4,3* 26. In <mijn organisatie> verlopen de interne selecties van personeel (interne mobiliteit, bevorderingen, ) eerlijk. 27. Binnen de Vlaamse overheid heb ik voldoende kansen op promotie. 28. Binnen de Vlaamse overheid heb ik voldoende kansen om van functie te veranderen. 2,4 3, 2,8 3,1* 2,9* 2,9* 3,1* 3, 3, 3,1* 2,9* 3, 3, 2,9 * 2,5* 2,4 2,2* 2,6* 2,4 2,4 2,4 2,3* 2,4 2,6* 2,4 3,4* 2,8 2,9* 2,7* 2,9* 2,8 2,8 3,* 2,8 2,8 2,8 2,8 3,1* 27

28 Het tabellenrapport OVERZICHT VAN DE ANTWOORDEN PER SUBGROEP Vraag 29. Ik heb de voorbije periode concrete acties ondernomen om ander werk te krijgen of ik heb concrete plannen om dat in de toekomst te doen. Resultaten per: Niveau Geslacht Leeftijdsgroep Mgt A B C D M V < >5 P M Ja 6 3* 3%* 2* 41%* 42%* 3 23%* 2* Ja, binnen de Vlaamse overheid 8 * 1 1* 2%* * Ja, buiten de Vlaamse overheid 9 * 3%* 3%* 1%* * 3%* Ja, binnen en buiten de Vlaamse overheid 8 1* 1%* * 1* 1* * * NEEN 6 63%* 6 * 72%* 6 6 5* 5* 6 7* 6 74%* 28

29 Het tabellenrapport OVERZICHT VAN DE ANTWOORDEN PER SUBGROEP Resultaten voor: Over je leidinggevenden Resultaten per: Niveau Geslacht Leeftijdsgroep Mgt A B C D M V < >5 P M Ik heb inspraak in zaken die mij aanbelangen. 3,5 3,5 3,4* 3,5 3,7* 3,5 3,5 3,6* 3,4* 3,5 3,5 3,5 4,2* 31. Ik weet duidelijk wat van mij verwacht wordt. 32. De feedback van mijn leidinggevende helpt mij om mijn werk beter te doen. 3,7 4, 3,8* 4, 4,2* 4,4* 4, 4, 4, 3,9* 4, * 4, 4,2* 3,5* 3,7 3,8* 3,9* 3,6* 3,8* 4,* 3,7 3,7 3,7 3,7 3,8 33. Ik word rechtvaardig geëvalueerd. 34. Het management (directieteam, management comité, COVA ) van <mijn organisatie> communiceert op een open en eerlijke manier. 35. Het management (directieteam, management comité, COVA ) van <mijn organisatie> geeft duidelijk aan waar het met <mijn organisatie> naartoe moet. 3,1 3,1 4,2 4,2 4,2 4,2* 4,2 * 4,2* 4,3* 4,2 4,2 4,2 4,2 4,4* 3,* 3,1 3,1 3,5* 3,1 3,1 3,3* 3,* 3,1 3,2* 3,1 4,* 2,9* 3,1 3,2* 3,6* 3,* 3,2* 3,2* 3,* 3,1 3,2* 3,1 3,9* 29

30 OVERZICHT VAN DE ANTWOORDEN PER SUBGROEP Resultaten voor: Over <je organisatie> en de Vlaamse overheid in het algemeen Het tabellenrapport Resultaten per: Niveau Geslacht Leeftijdsgroep Mgt A B C D M V < >5 P M Ik werk graag voor <mijn organisatie>. 37. <mijn organisatie> levert waardevol werk voor de samenleving. 4,3 4,* 4,5* 4,3* * 4,4* 4,3 4,3* 4,2* 4,4* 4,3 4,3 4,4* 4,3 4,3 4,2 4,3 4,5* 38. In <mijn organisatie> worden de middelen (mensen en financiën) goed ingezet. 3, 3,* 2,9* 3,1* 3,5* 3,* 3,1* 3,1* 2,9* 3, 3,1* 3, 3,8* 39. Ik zou <mijn organisatie> als werkgever aanbevelen bij mijn familie en vrienden. 4. Ik zou de Vlaamse overheid als werkgever aanbevelen bij mijn familie en vrienden. 41. Ik ben er fier op dat ik voor de Vlaamse overheid werk. 3,7 3,9 3,8 3,6* 3,7* 3,7 4,* 3,6* 3,7* 4,* 3,7 3,6* 3,7 3,7 * 3,8 3,8 3,9 * 3,8* 3,9* 4,2* 3,9* 3,8* 3,8* 3,9 * 3,7* 3,8 3,9* 4,3* 3,8* 3,9 3,9* 3,8* 3,8 3,9* 3,8 4,* 3

31 OVERZICHT VAN DE ANTWOORDEN PER SUBGROEP Resultaten voor: Over de waarden van de Vlaamse overheid Het tabellenrapport Resultaten per: Niveau Geslacht Leeftijdsgroep Mgt A B C D M V < >5 P M Ik heb vertrouwen in <mijn organisatie>. 43. Ik ervaar een open cultuur in <mijn organisatie>. 44. Ik ervaar dat <mijn organisatie> zich gemakkelijk aanpast aan veranderende omstandigheden. 45. Ik ervaar dat <mijn organisatie> haar beslissingen kordaat uitvoert. 3,5 3,2 3,3 3,3 3,4* 3,6 3,6 3,9* 3,5* 3,6* 3,8* 3,5* 3,5 3,6 3,5 * 3,1* 3,2 3,3* 3,8* 3,2* 3,3 3,6* 3,2* 3,2* 3,3 3,2 3,8* 3,1* 3,4 3,4* 3,8* 3,3* 3,4* 3,4 3,2* 3,3 3,5* 3,3 3,8* 3,1* 3,3 3,4* 3,7* 3,2* 3,3* 3,4* 3,2* 3,3 3,4* 3,3 3,7* Noot: Vragen 42, 43, 44 en 45 werden voor het eerst gesteld in de Personeelspeiling

32 Het rapport Bijlage: Detailoverzichten Alle vragen in close-up (vaste subgroepen) 32

33 Bijlage DETAILOVERZICHT Vraag 1. In het algemeen ben ik tevreden met mijn huidige werk. 3 4 Trend 214 Trend % * Trend 214 -,2* Trend 212 Niv. B (425) 3 44% 3 4 4, ,4* % * 4 4,2 Trend 214 Trend 212 < 3j (974) 3 4,3* Trend 214 Trend j (4117) 4% 43% 41-5j (3799) 3 4 -,2* > 5j (3942) 4 33

34 Bijlage DETAILOVERZICHT Vraag 2. In het algemeen voel ik me goed op mijn werk. 1% 3 43% 1% 1% 3 4% 4,* Niv. B (425) 3 44% * 43% 4, 1% 2 54% 4,3* 3 41% 4,* 3 4 * < 3j (974) 3 51% 4,3* 3-4j (4117) 3 43% 41-5j (3799) 1% 3 41% 4,* > 5j (3942) 1% 1% 33% 44% 4, Noot: Vraag 2 werd voor het eerst gesteld in de Personeelspeiling 216. Er is dus geen vergelijking met de edities 214 en 212 mogelijk. 34

35 Bijlage DETAILOVERZICHT Vraag 3. Ik doe mijn werk inhoudelijk graag. 31% 5 4,4 Trend 214 Trend % 5 4,4 Trend 214 Trend 212 Niv. B (425) 33% 5 4,4 3% 5 4,3* 2 6 4,6* 33% 3% 5 5 4,4 4,4 Trend 214 Trend 212 < 3j (974) 32% 54% 4,3 Trend 214 -,1 Trend j (4117) 32% 5 4,3* 41-5j (3799) 3% 5 4,4 > 5j (3942) 31% 5 4,4* 35

36 Bijlage DETAILOVERZICHT Vraag 4. In mijn job kan ik datgene doen waar ik goed in ben. 3 3 Trend 214 Trend % 3 4, Trend 214 Trend 212 Niv. B (425) 4% ,* 31% 4,2* -, ,* 3 Trend 214 Trend 212 < 3j (974) 43% 4,* Trend 214 -,1 Trend j (4117) 41% 3 4, 41-5j (3799) 3 4% > 5j (3942) 3 41% 36

37 Bijlage DETAILOVERZICHT Vraag 5. Ik kan mijn werk en privéleven goed op elkaar afstemmen. 1% 3 43% Trend 214 Trend 212 -,2* 4% 3 4,* Trend 214 -,2* Trend 212 -,2* Niv. B (425) 3 4 4,2* 3 4 4,2* -,2* 31% 53% 4,3* % 44% * 4,2 Trend 214 -,2* Trend 212 -,2* < 3j (974) 51% 4,3* Trend 214 -,1 Trend j (4117) 1% 3 42% 41-5j (3799) 1% 3 41% * -,2* > 5j (3942) 1% 3 4 -,2* -,2* 37

38 Bijlage DETAILOVERZICHT Vraag 6. Ik krijg waardering voor mijn werk. 2% 3 2 3,6 Trend 214 Trend ,6* Trend 214 -,2* Trend 212 Niv. B (425) 2% 3 3,6 1 33% 2 3,6 1% 1 32% 31% 3,7* -,1 2% % 3,5* 2 3,7* Trend 214 Trend 212 < 3j (974) 1 4% 2 3,7* Trend 214 Trend j (4117) 2% 3 3,6 41-5j (3799) 1 2 3,6 > 5j (3942) 1 2 3,6 38

39 Bijlage DETAILOVERZICHT Vraag 7. Mijn werk is belangrijk voor <mijn organisatie> ,3 Trend 214 Trend ,2 Trend 214 Trend 212 Niv. B (425) 3 44% 4,2 3 44% 4, ,4* 3 4 4,3 44% 4,2 Trend 214 Trend 212 < 3j (974) 3 4 4,3 Trend 214 Trend j (4117) 3 43% 4,2* 41-5j (3799) 4 4,3 > 5j (3942) 4 4,3* 39

40 Bijlage DETAILOVERZICHT Vraag 8. Ik beschik over voldoende middelen (materiaal en toestellen) om mijn werk uit te voeren. 1% 3 43% Trend 214 Trend % Trend 214 Trend 212 Niv. B (425) 1% 3 4% 4,* 3 4 * -,2* -,2* 3% 4 4,2* 1% ,9* 4 4,2* Trend 214 Trend 212 < 3j (974) 3 4 4,2* Trend 214 Trend j (4117) 1% 3 43% 41-5j (3799) 3 42% > 5j (3942) 1% 3 43% 4

41 Bijlage DETAILOVERZICHT Vraag 9. Ik krijg alle nodige informatie om mijn werk goed te kunnen doen. 1 41% 2 3,7 Trend 214 Trend 212 -,1 -,1 1 43% 21% 3,6* Trend 214 -,2 Trend 212 -,1 Niv. B (425) 1 43% 23% 3,7 -,1 -,1 1 4% 2 3,7 -,2 -,2 1 33% 3 4,* -,1 -, % 41% 23% 3,7* 2 3,7 Trend 214 -,1 -,2 Trend 212 -,1 -,1 < 3j (974) 1 42% 2 3,8 Trend 214 -,1 Trend j (4117) 1 43% 23% 3,7 -,1 -,1 41-5j (3799) 1 42% 3,7 -,2 -,1 > 5j (3942) ,7* -,2 -,1 41

42 Bijlage DETAILOVERZICHT Vraag 1. Ik kan zelf kiezen hoe ik mijn werk organiseer. 1% 41% 41% 41% 44% 4,2* Niv. B (425) 1% 43% 3 1% 41% 41% 3 3,9* 41% 3 * 41% 42% 4,2* < 3j (974) 3 44% 4,2 3-4j (4117) 41% 44% 4,2* 41-5j (3799) 1% 41% 41% > 5j (3942) 41% 3 4,* Noot: Vraag 1 werd voor het eerst gesteld in de Personeelspeiling 216. Er is dus geen vergelijking met de edities 214 en 212 mogelijk. 42

43 Bijlage DETAILOVERZICHT Vraag 11. Ik heb voldoende tijd om mijn werk goed te kunnen doen ,5 23% 1 1 3,3* Niv. B (425) 1 3 3,5 3 3% 3,7* 33% 4% 4,* , ,5 < 3j (974) 3 32% 3,7* 3-4j (4117) 2% 21% 3,4* 41-5j (3799) % 3,5 > 5j (3942) ,6* Noot: Vraag 11 werd voor het eerst gesteld in de Personeelspeiling 216. Er is dus geen vergelijking met de edities 214 en 212 mogelijk. 43

44 DETAILOVERZICHT Vraag 12. Vergeleken met collega's met een gelijkaardige functie binnen de Vlaamse overheid word ik correct betaald. Bijlage 2 2 3,5 1% 2 3 3,8* Niv. B (425) 1% ,3* % 1 3,2* 1 22% 23% 3,3* 1% 2 2 1% 3, ,5 < 3j (974) 2 3% 3,7* 3-4j (4117) 1% 2 23% 3,4* 41-5j (3799) 2 3,5 > 5j (3942) 2 2 3,6* Noot: Vraag 12 werd voor het eerst gesteld in de Personeelspeiling 216. Er is dus geen vergelijking met de edities 214 en 212 mogelijk. 44

45 Bijlage DETAILOVERZICHT Vraag 13. Vergeleken met andere werknemers buiten de Vlaamse overheid word ik correct betaald % 1 1 3,1 1 23% 23% 1 3,4* Niv. B (425) 21% ,9* ,* 2% 1 1 3,2* % 1 3,1* 1 1 2% 1 1 3,2* < 3j (974) 2 3,5* 3-4j (4117) 21% 1 3,* 41-5j (3799) 2% 1 2% 1 1 3,1* > 5j (3942) 1 21% 1 1 3,3* Noot: Vraag 13 werd voor het eerst gesteld in de Personeelspeiling 216. Er is dus geen vergelijking met de edities 214 en 212 mogelijk. 45

46 DETAILOVERZICHT Vraag 14. Ik wil dat de inhoud en de verantwoordelijkheden van mijn functie een grotere rol spelen in mijn verloning. Bijlage 2 31% 31% 3,9 2 3% 2 3,7* Niv. B (425) 23% 31% 33% 3,9* 23% 31% 3 4,* 1 31% 3 * 31% 33% 3,9 2 31% 3% 3,8 < 3j (974) 2 31% 31% 3,9 3-4j (4117) 23% 32% 33% 3,9* 41-5j (3799) 2 3% 32% 3,9 > 5j (3942) 2 3% 3% 3,8* Noot: Vraag 14 werd voor het eerst gesteld in de Personeelspeiling 216. Er is dus geen vergelijking met de edities 214 en 212 mogelijk. 46

47 DETAILOVERZICHT Vraag 15. Ik wil zelf een deel van mijn verloningspakket mee kunnen bepalen (bv. minder loon in ruil voor meer verlofdagen of omgekeerd). Bijlage % 3, % 3,5* Niv. B (425) % 3,5* 31% 2 1 3,3* % 3,1* 2 2 3,5* ,4* < 3j (974) ,6* 3-4j (4117) % 3,5* 41-5j (3799) 2 2 2% 3,4 > 5j (3942) 3% 1 3,3* Noot: Vraag 15 werd voor het eerst gesteld in de Personeelspeiling 216. Er is dus geen vergelijking met de edities 214 en 212 mogelijk. 47

48 Bijlage DETAILOVERZICHT Vraag 16. Ik werk in een positieve werksfeer. 3 32% 3,8 Trend 214 Trend 212 -, ,7* Trend 214 -,2 Trend 212 Niv. B (425) 3 33% 3,9* -,1 3 31% 3,7* -,1 -,1 3 3,9* ,7* 33% 3,8* Trend 214 -,1 -,1 Trend 212 < 3j (974) 1% 3 3 4,* Trend 214 -,1 Trend 212 +,1 3-4j (4117) 3 32% 3,8 -,1 41-5j (3799) 3 3% 3,7* -,1 -,1 > 5j (3942) 1% 3 31% 3,8 -,1 48

49 DETAILOVERZICHT Vraag 17. Ik krijg dezelfde kansen als andere personeelsleden binnen de Vlaamse overheid, ongeacht mijn geslacht, leeftijd, herkomst, seksuele geaardheid, ziekte, beperking, Bijlage 2 43% 4, 2 4 4,2* Niv. B (425) 2 41% 4, 2 3 3,9* 2 3 3,8* 2 43% 4, 2 43% < 3j (974) 2 52% 4,2* 3-4j (4117) 1% 2 44% * 41-5j (3799) 2 41% 4,* > 5j (3942) 2 41% 4,* Noot: Vraag 17 werd voor het eerst gesteld in de Personeelspeiling 216. Er is dus geen vergelijking met de edities 214 en 212 mogelijk. 49

50 Bijlage DETAILOVERZICHT Vraag 18. Ik pas me gemakkelijk aan veranderingen in mijn directe werkomgeving aan. 44% 42% 4,2 1% 4 4% 4,2* Niv. B (425) 4 4% 4,2 1% 42% 43% 4,2 3 54% 4,4* 4 3 4,2* 44% 44% 4,3* < 3j (974) 4 4 4,4* 3-4j (4117) 4 43% 4,3* 41-5j (3799) 4 41% 4,2 > 5j (3942) 42% 41% 4,2* Noot: Vraag 18 werd voor het eerst gesteld in de Personeelspeiling 216. Er is dus geen vergelijking met de edities 214 en 212 mogelijk. 5

51 Bijlage DETAILOVERZICHT Vraag 19. In mijn directe werkomgeving wordt kwaliteitsvol werk geleverd. 1% 41% 43% 4,2 Trend 214 Trend 212 1% 41% 44% 4,2 Trend 214 Trend 212 +,1* Niv. B (425) 1% 43% 42% 4,2 4% 43% 4, ,3 -,1 4% 41% 4% * 4 4,3* Trend 214 Trend 212 +,1* < 3j (974) 1% 4% 4 4,3* Trend 214 Trend 212 +,1 3-4j (4117) 1% 42% 43% 4,2 +,1* 41-5j (3799) 42% 42% 4,2 > 5j (3942) 3 44% 4,2 51

52 Bijlage DETAILOVERZICHT Vraag 2. Er wordt goed samengewerkt in mijn directe werkomgeving , Trend 214 Trend 212 4% 3 4, Trend 214 Trend 212 Niv. B (425) 4% 3 * 3 3 3,9* 41% 4, -,1 3 4% 3,9* 3 4,* Trend 214 Trend 212 < 3j (974) 41% 41% * Trend 214 -,1 Trend j (4117) 4% 3 4, 41-5j (3799) 3 3 4, > 5j (3942) 3 3 4, 52

53 Bijlage DETAILOVERZICHT Vraag 21. In mijn directe werkomgeving worden afspraken en regels correct nageleefd. 1 44% 2 3,8 Trend 214 Trend ,9 Trend 214 Trend 212 Niv. B (425) ,9 1% 1 4% 2 3,7* % 3,8 1 44% 44% 2 3,8* 2 3,9* Trend 214 Trend 212 < 3j (974) 1 44% 2 3,9* Trend 214 Trend j (4117) 4 2 3,8 41-5j (3799) 1 42% 2 3,8 > 5j (3942) 1 42% 2 3,8 53

54 Bijlage DETAILOVERZICHT Vraag 22. In mijn directe werkomgeving wordt er gezocht naar manieren om beter te werken. 1% % 3,8 Trend 214 Trend 212 -,2* 1% 3 31% 3,8 Trend 214 -,2* Trend 212 Niv. B (425) 1 4% 31% 3,9* -,2* 1% 1 3 3% 3,8 -,2* 1 31% 3 3,9 1% ,8* 33% 3,9* Trend 214 -,2* Trend 212 < 3j (974) 3 3 3,9* Trend 214 Trend j (4117) 1% 4% 31% 3,9 41-5j (3799) 1 3 3% 3,8 -,2* > 5j (3942) 1% % 3,8 -,2* 54

55 Bijlage DETAILOVERZICHT Vraag 23. In mijn directe werkomgeving werken we klantgericht ,3 Trend 214 Trend 212 4% 41% * Trend 214 Trend 212 Niv. B (425) 3 4 4,3* 1% 3 4 4, ,4* % 4,2* 4,3* Trend 214 Trend 212 < 3j (974) 3 4 4,3 Trend 214 Trend j (4117) 3 4 4,2 41-5j (3799) 3 4 4,2 > 5j (3942) 1% 33% 4,3 55

56 Bijlage DETAILOVERZICHT Vraag 24. Ik leer regelmatig iets bij om mijn werk beter uit te voeren. 4 31% 4, Trend 214 Trend % 4, Trend 214 Trend 212 Niv. B (425) 4 32% 4, ,9* , 1 44% 4 31% 4, 32% 4, Trend 214 Trend 212 < 3j (974) 43% 3 * Trend 214 -,1 Trend j (4117) 4 2 3,9* 41-5j (3799) 4 31% 4, > 5j (3942) 43% 4,* 56

57 Bijlage DETAILOVERZICHT Vraag 25. Ik krijg kansen om zaken bij te leren die nuttig zijn voor mijn verdere loopbaan. 1 4% 31% 3,9 Trend 214 Trend % 33% 3,9* Trend 214 Trend 212 Niv. B (425) 1 42% 3% 3, ,8* 1 3% 32% 3,7* 1 41% 4% 2 3,8* 32% 3,9* Trend 214 Trend 212 < 3j (974) 3 3 4,* Trend 214 Trend j (4117) 1% 1 42% 2 3,8* 41-5j (3799) 1 4% 3% 3,9 > 5j (3942) % 3,9 57

58 DETAILOVERZICHT Vraag 26. In <mijn organisatie> verlopen de interne selecties van personeel (interne mobiliteit, bevorderingen, ) eerlijk. Bijlage 1 1 3, Trend 214 Trend 212 -,2* -,2* 1 22% 2% 3,1* Trend 214 -,2* Trend 212 Niv. B (425) 1 1 2% 2,9* 1 1 1% 2% 2,9* -,2* ,1* -,2* -,2* 1 23% , 1 3, Trend 214 -,2* Trend 212 -,2* < 3j (974) % 21% 3,1* Trend 214 Trend j (4117) 1 22% 1 1 2,9* -,2* 41-5j (3799) , > 5j (3942) , -,2* 58

59 Bijlage DETAILOVERZICHT Vraag 27. Binnen de Vlaamse overheid heb ik voldoende kansen op promotie % 1% 2,4 Trend 214 Trend 212 -,2* -,3* 21% 2 22% 1% 2,5* Trend 214 -,2* Trend 212 -,2* Niv. B (425) 2 21% 2,4 -,2* -,3* 31% 2 2% 1% 2,2* -,3* -,4* % 1% 2,6* -,2* -,3* 2 23% 2 22% 21% 2,4 2,4 Trend 214 -,2* -,3* Trend 212 -,2* -,3* < 3j (974) 23% 2 2% 2,4 Trend 214 -,2* Trend 212 -,2* 3-4j (4117) 2 31% 1 2,3* -,2* -,3* 41-5j (3799) 2 22% 1% 2,4 -,3* -,3* > 5j (3942) 22% 22% 2,6* -,2* -,2* 59

60 Bijlage DETAILOVERZICHT Vraag 28. Binnen de Vlaamse overheid heb ik voldoende kansen om van functie te veranderen. 22% 1 2,8 Trend 214 Trend % 2,8 Trend 214 Trend 212 Niv. B (425) 22% 21% 2,9* 1 21% 2 1 2,7* ,9* 1 2% 2 23% 1 1 2,8 2,8 Trend 214 Trend 212 < 3j (974) 2% 2 2% 1 3,* Trend 214 Trend j (4117) 23% 21% 2,8 41-5j (3799) 23% 1 2,8 > 5j (3942) ,8 6

61 Bijlage DETAILOVERZICHT Vraag 3. Ik heb inspraak in zaken die mij aanbelangen. 21% 3 21% 3,5 Trend 214 Trend 212 -,2* -,2* 2% 3 2% 3,5 Trend 214 -,3* Trend 212 -,2* Niv. B (425) 1 22% 3 1 3,4* -,2* -,2* 21% 22% 3,5 -,2* -,2* 1 3% 32% 3,7* 2% 21% 3 21% 3,5 21% 3,5 Trend 214 -,2* -,2* Trend 212 -,2* -,2* < 3j (974) % 3,6* Trend 214 -,3* Trend j (4117) 1 22% 1 3,4* -,3* -,2* 41-5j (3799) 2% 3 21% 3,5 -,2* -,2* > 5j (3942) 21% 23% 3,5 -,2* -,2* 61

62 Bijlage DETAILOVERZICHT Vraag 31. Ik weet duidelijk wat van mij verwacht wordt. 42% 3 4, Trend 214 Trend 212 1% 44% 2 3,8* Trend 214 Trend 212 Niv. B (425) 44% 4, 3 43% 4,2* 3% 5 4,4* 42% 41% 3 4, 3 4, Trend 214 Trend 212 < 3j (974) 4 31% 4, Trend 214 Trend 212 -,1 3-4j (4117) 44% 32% 3,9* 41-5j (3799) 42% 3 4, > 5j (3942) 3 42% * 62

63 Bijlage DETAILOVERZICHT Vraag 32. De feedback van mijn leidinggevende helpt mij om mijn werk beter te doen. 1% 2% 33% 2 3,7 Trend 214 Trend 212 2% 33% 3,5* Trend 214 Trend 212 Niv. B (425) 1% 2% 3 2 3,7 1 33% 33% 3,8* -, ,9* -,1 1% 1% 1 2% 33% 2 3,6* 31% 3,8* Trend 214 Trend 212 < 3j (974) 3 3 4,* Trend 214 Trend 212 +,2* 3-4j (4117) 1 2 3,7 41-5j (3799) 1% 2% 33% 2 3,7 > 5j (3942) 1% 21% 32% 2 3,7 63

64 Bijlage DETAILOVERZICHT Vraag 33. Ik word rechtvaardig geëvalueerd. 32% 4 4,2 Trend 214 Trend % 44% 4,2 Trend 214 Trend 212 Niv. B (425) 43% 4,2 +,1* 1% 31% 4 4,2* +,1* 1% 2 51% 4,2 33% 32% 44% * 4 4,2* Trend 214 Trend 212 +,1* < 3j (974) 32% 4 4,3* Trend 214 Trend 212 +,1* 3-4j (4117) 1% 4 4,2 41-5j (3799) 33% 44% 4,2 > 5j (3942) 31% 4 4,2 64

65 DETAILOVERZICHT Vraag 34. Het management (directieteam, management comité, COVA ) van <mijn organisatie> communiceert op een open en eerlijke manier. Bijlage ,1 Trend 214 Trend 212 -,2* 2% 2 3,* Trend 214 -,2* Trend 212 Niv. B (425) 2% 2 3% 1% 3, ,1 -,2* -,2* 22% 2 23% 3,5* -,2* ,1 3,1 Trend 214 -,2* -,2* Trend 212 < 3j (974) % 3,3* Trend 214 Trend j (4117) 21% 2 2 3,* -,2* 41-5j (3799) ,1 -,2* > 5j (3942) ,2* -,2* 65

66 DETAILOVERZICHT Vraag 35. Het management (directieteam, management comité, COVA ) van <mijn organisatie> geeft duidelijk aan waar het met <mijn organisatie> naartoe moet. Bijlage 1 2 3,1 Trend 214 Trend 212 -,2* 1 22% 23% 2 2,9* Trend 214 -,3* Trend 212 Niv. B (425) 2% 2 3% 3, ,2* -,2* 22% 2 2 3,6* % 2 3% 3,* 3,2* Trend 214 -,2* -,2* Trend 212 < 3j (974) 1 32% 3,2* Trend 214 -,1 Trend j (4117) 21% 23% 2 1% 3,* -,2* 41-5j (3799) ,1 -,2* > 5j (3942) 1 23% 2 1 3,2* -,2* 66

67 Bijlage DETAILOVERZICHT Vraag 36. Ik werk graag voor <mijn organisatie>. 3 43% Trend 214 Trend 212 -,2* -,2* ,* Trend 214 -,2* Trend 212 -,2* Niv. B (425) 3 42% -,2* -,2* 44% -,2* -,2* 2 62% 4,5* % 43% Trend 214 -,2* Trend 212 -,2* < 3j (974) 3 4 4,3* Trend 214 Trend j (4117) 3 4% * -,2* -,2* 41-5j (3799) 1 42% -,2* -,2* > 5j (3942) 1 32% 4 -,2* -,2* 67

68 Bijlage DETAILOVERZICHT Vraag 37. <Mijn organisatie> levert waardevol werk voor de samenleving ,3 Trend 214 Trend ,3 Trend 214 Trend 212 Niv. B (425) 3 4 4,3* 3 43% 4,2* 33% 51% 4,4* -, ,3 4,3 Trend 214 -,2* Trend 212 < 3j (974) 3 51% 4,4* Trend 214 Trend j (4117) 3 4 4,3 41-5j (3799) 3 4 4,3 > 5j (3942) 3 4 4,2 68

69 Bijlage DETAILOVERZICHT Vraag 38. In <mijn organisatie> worden de middelen (mensen en financiën) goed ingezet. 21% 2 2 3, Trend 214 Trend 212 -,2* 23% 2 2 3,* Trend 214 -,2* Trend 212 Niv. B (425) 23% 2 2,9* ,1* 21% 2 3,5* 1% 21% 21% % 3,* 3,1* Trend 214 -,2* -,2* Trend 212 < 3j (974) 21% 2 3,1* Trend 214 -,2* Trend j (4117) 2 2,9* 41-5j (3799) 21% 2 23% 3, -,2* > 5j (3942) 1% ,1* -,2* 69

70 Bijlage DETAILOVERZICHT Vraag 39. Ik zou <mijn organisatie> als werkgever aanbevelen bij mijn familie en vrienden. 22% 33% 2 3,7 Trend 214 Trend 212 -,2* 23% 32% 2 3,6* Trend 214 -,2* Trend 212 Niv. B (425) 2 3,7* -,2* 22% 33% 2 3,7 -,2* -,2* 2 4% 4,* -,2* 23% 22% 33% 32% 2 3,6* 2 3,7* Trend 214 -,2* -,2* Trend 212 < 3j (974) ,* Trend 214 Trend j (4117) 23% 2 3,7 -,2* 41-5j (3799) 1% 23% 31% 2 3,6* -,2* -,2* > 5j (3942) 22% 31% 2 3,7 -,2* 7

71 Bijlage DETAILOVERZICHT Vraag 4. Ik zou de Vlaamse overheid als werkgever aanbevelen bij mijn familie en vrienden. 2% 3 31% 3,9 Trend 214 Trend 212 -,3* -,3* 2% 3 2 3,8 Trend 214 -,3* Trend 212 -,3* Niv. B (425) 22% 3 2 3,8 -,3* -,2* 2% 3 31% 3,9 -,3* -,3* 2 4 * -,2* -,2* 21% 2% ,8* 32% 3,9* Trend 214 -,3* -,3* Trend 212 -,3* -,3* < 3j (974) 3 42% 4,2* Trend 214 -,2* Trend j (4117) 2% 4% 3% 3,9* -,3* -,3* 41-5j (3799) 22% 3 2 3,8* -,3* -,3* > 5j (3942) 21% 3 3% 3,8* -,3* -,3* 71

72 Bijlage DETAILOVERZICHT Vraag 41. Ik ben er fier op dat ik voor de Vlaamse overheid werk. 2 32% 32% 3,8 Trend 214 Trend 212 -,2* -,2* 2 33% 2 3,7* Trend 214 -,2* Trend 212 Niv. B (425) 2 33% 2 3,8 -,2* 32% 3 3,9* -,2* -,2* 2 53% 4,3* -,2* % 32% 31% 3,8* 32% 3,9 Trend 214 -,2* -,2* Trend 212 -,2* -,2* < 3j (974) 2 32% 3,9* Trend 214 Trend j (4117) 2 2 3,8* -,2* -,2* 41-5j (3799) 2 32% 32% 3,8 -,2* -,2* > 5j (3942) 31% 3 3,9* -,2* -,2* 72