Donderdag 29 maart uur tot uur, Gemeentehuis Papendrecht, Markt PB PAPENDRECHT, Vergaderruimte De Kooy en Oosteind

Transcriptie

1 Aan de leden van het algemeen bestuur van de GR Publieke Gezondheid en Jeugd Hierbij nodig ik u uit voor de vergadering van het algemeen bestuur op Donderdag 29 maart uur tot uur, Gemeentehuis Papendrecht, Markt PB PAPENDRECHT, Vergaderruimte De Kooy en Oosteind De agenda voor de vergadering luidt als volgt: AGENDA 1. Opening en vaststellen agenda vergadering 8 maart 2018 GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING DG&J 2. Ingekomen en uitgaande brieven/mededelingen en ontwikkelingen in de portefeuilles Ingekomen Beleidskader Veiligheidshuis ZHZ 3. Bespreekpunten Gemeenschappelijke Regeling DG&J Portefeuillehouder Onderwerp Besluitvormend a. Vaststellen verslag van de vergadering d.d. 1 februari 2018 b. Janssen Besluit procesvoorstel uittreding Leerdam en Zederik c. Lambrechts Afronding Governancenotitie Opiniërend ---- Ter informatie d. Jaaroverzicht GHOR 2017 e. Lambrechts Stand van zaken 5 e wijziging Gemeenschappelijke Regeling f. Lambrechts Rapport Berenschot 'Verstandig versterken' 4. Rondvraag

2 DIENST GEZONDHEID & JEUGD 5. Ingekomen en uitgaande brieven/mededelingen en ontwikkelingen in de portefeuilles Bespreekpunten Dienst Gezondheid & Jeugd Portefeuillehouder Onderwerp Besluitvormend a. Dansen Wet op de Kinderopvang b. Janssen Besluit begrotingswijziging 2018 inzake Veilig Thuis Opiniërend Ter informatie c. De Witte Memo proces Bestuursopdracht JGZ 2020, besluitvorming scenario's (presentatie/toelichting door A. de Boer van Berenschot) 7. Rondvraag SERVICE ORGANISATIE JEUGD 8. Ingekomen en uitgaande brieven/mededelingen en ontwikkelingen in de portefeuilles Bespreekpunten Service Organisatie Jeugd Portefeuillehouder Onderwerp Besluitvormend a. De Witte Toevoeging mandatering voor de voorbereiding van behandeling van Beroepschrift aan het mandaatbesluit van de Service Organisatie Jeugd ZHZ; mandaatbesluit beroepsschriften Jeugdwet b. De Witte Besluit Meerjarenperspectief begrotingswijziging 2018 Opiniërend Ter informatie Rondvraag

3 REGIONALE AMBULANCE VOORZIENING ZHZ 11. Ingekomen en uitgaande brieven/mededelingen en ontwikkelingen in de portefeuilles 12. Bespreekpunten RAV ZHZ Portefeuillehouder Onderwerp Besluitvormend a. Janssen Besluit herpositionering Regionale Ambulance Voorziening ZHZ na Zienswijze procedure Opiniërend Ter informatie b. Janssen Stand van zaken overgang nieuwe meldkamer - mondeling 13. Rondvraag KABINET 14. Bespreekpunten kabinet Portefeuillehouder Onderwerp Besluitvormend Opiniërend Ter informatie Sluiting De voorzitter van de GR Publieke Gezondheid en Jeugd ZHZ, drs. C.M.L. Lambrechts

4 Datum 16 januari 2018 Aan Van Betreft Bestuurders in DVO en AB van de Dienst Gezondheid & Jeugd Gemeentelijke bestuurders in de stuurgroep Veiligheidshuis Zuid-Holland Zuid Beleidskader Veiligheidshuis Zuid-Holland Zuid In de stuurgroep vergadering van 14 december 2017 is het 'inhoudelijk beleidskader en passend toekomstscenario voor het Veiligheidshuis Zuid-Holland Zuid' besproken. De ontwikkelingen van de afgelopen jaren, op zowel bestuursniveau als bij de justitiepartners en binnen het Veiligheidshuis zelf gaven aanleiding voor deze verkenning. Het genoemde beleidskader is opgesteld door Tien Organisatieadvies en heeft een aantal uitgangspunten en kerntaken beschreven. De stuurgroep kan zich vinden in deze uiteenzetting en gaat daarmee akkoord. Het beleidskader beschrijft het Veiligheidshuis Zuid-Holland Zuid als volgt: Het Veiligheidshuis Zuid-Holland Zuid blijft zelfstandig functioneren met een eigen locatie en governance. Daar waar passend en mogelijk, zoekt het Veiligheidshuis Zuid- Holland Zuid de samenwerking met het Veiligheidshuis Rotterdam Rijnmond; Het Veiligheidshuis richt zich op de kerntaken, te weten het aanpakken, informeren en adviseren rond individuele casussen en groepen. Bij de aanpak sluit het Veiligheidshuis goed aan bij de lokale problematiek en uitvoering. De stuurgroep hecht eraan u te informeren over de aanvullende standpunten: Een in het beleidskader genoemde 'plustaak' wordt een kerntaak, te weten het borgen van het lerend vermogen van het Veiligheidshuis en haar partners door casuïstiek met elkaar te bespreken. Met deze kerntaken kunnen ook systeemknelpunten in bijvoorbeeld wet- en regelgeving worden opgespoord. Van daaruit zijn nieuwe beleidsinitiatieven, trends en innovaties mogelijk. Consequentie van dit standpunt is dat er gekeken moet worden naar de financiering van deze nieuwe kerntaak; Op het gebied van sturing is het besluit om 4 keer per jaar als stuurgroep te vergaderen, daarnaast 2 keer per jaar gezamenlijk met het Algemeen Bestuur van het Veiligheidshuis Rotterdam Rijnmond. Het bestuurdersatelier Zorg en Veiligheid vindt 2 keer per jaar plaats. Het Regionaal Tactisch Overleg (RTO), waar de beleidsontwikkeling en aansturing besproken wordt, vergadert 6 keer per jaar. Tevens vergadert de Adviesgroep 4 keer per jaar, om de borging van de inhoud en richting van het Veiligheidshuis te bewerkstelligen. Voor beide gremia wordt ambtelijke inzet van de gemeenten in Zuid-Holland Zuid gevraagd (en ook al geleverd); 1

5 Voor wat betreft het perspectief 2018, zal verdere uitwerking worden gegeven aan het beleidskader. Het genoemde ontwikkelen van plustaak naar kerntaak, maar ook de financiering van 2018 en 2019 zullen in 1 e kwartaal van 2018 helder worden. De samenwerking met het Veiligheidshuis Rotterdam Rijnmond komt tevens tot verdere uitwerking, op zowel inhoud als praktische invulling. De stuurgroep zal u blijven informeren over de voortgang. Gemeentelijke bestuurders van de stuurgroep Veiligheidshuis Zuid-Holland Zuid, J.J. Luteijn, burgemeester Cromstrijen (voorzitter) W. Ten Kate, waarnemend burgemeester Giessenlanden R.E.C. Reynvaan, wethouder gemeente Dordrecht J. de Witte, wethouder gemeente Zwijndrecht 2

6 OPENBARE vergadering algemeen bestuur Dienst Gezondheid & Jeugd 1 februari 2018 Aanwezig: Alblasserdam Binnenmaas Cromstrijen Dordrecht Dordrecht Giessenlanden Gorinchem Hardinxveld-Giessendam Hendrik-Ido-Ambacht Leerdam Oud-Beijerland Zederik Secretaris Met kennisgeving afwezig: Korendijk Molenwaard Papendrecht Sliedrecht Strijen Zwijndrecht Serviceorganisatie Jeugd mevrouw A.D. Zandvliet de heer A. Mol de heer P.L. Paans mevrouw C.M.L. Lambrechts, voorzitter de heer H. van der Linden de heer H. Akkerman mevrouw E.L. Dansen mevrouw G.K.C. Baggerman de heer P. van der Giessen de heer C. Taal mevrouw I. van der Werf de heer A. Donker de heer K.J. van Hengel de heer P. Boogaard de heer P. Vat mevrouw J.R. Reuwer Verheij mevrouw G.J. Visser de heer G.M.J. Janssen, plv. voorzitter mevrouw J.G.H. de Witte de heer P.J. Kadee, directeur Ambtelijk aanwezig: Dienst Gezondheid & Jeugd de heer L. van der Giessen, directiesecretaris Regionale Ambulancevoorziening de heer H.J.M. Janssen, directeur Nexus Management Assistance v.o.f. mevrouw C. Feun, notulist 1. OPENING, VASTSTELLEN VAN DE AGENDA EN MEDEDELINGEN De voorzitter opent de vergadering en heet de aanwezigen welkom. Bericht van verhindering is ontvangen van de leden Boogaard, G.M.J. Janssen, Reuwer-Verheij, Vat, Visser en De Witte, alsmede van de heer Kadee. 2. GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING DIENST GEZONDHEID & JEUGD 2a VASTSTELLEN NOTULEN DG&J D.D. 14 DECEMBER 2017 Ontwerpbesluit De notulen ongewijzigd vast te stellen. Besluit Conform besloten. Overweging Geen opmerkingen. Er zijn geen opmerkingen over de toezeggingenlijst. 2b VIJFHEERENLANDEN - UITTREDING LEERDAM EN ZEDERIK Ontwerpbesluit Kennis te nemen van de uitgangspunten van de memo en daarover in de themabijeenkomst van 15 februari 2018 de discussie aan te gaan. Besluit Conform besloten met inachtneming van de gemaakte opmerkingen. Overweging De voorzitter meldt dat het gesprek dat voor afgelopen maandag was gepland wegens ziekte niet is doorgegaan. Er wordt een nieuwe datum gezocht. Het voorstel is om dit onderwerp in de themabijeenkomst van 15 februari 2018 te bespreken. 1

7 De heer Donker begrijpt uit de memo dat het DB het ongewenst vindt dat Vijfheerenlanden straks meedraait in de SOJ. Het is duidelijk dat de wettelijke taken overgedragen worden, maar de opstelling ten aanzien van de SOJ betreurt hij. De voorzitter antwoordt dat het DB het lastig vindt om daar zaken over te doen als Leerdam en Zederik geen deel meer uitmaken van het AB. De heer Taal onderschrijft de opmerking van de heer Donker en voelt zich overvallen door de stelligheid waarmee een en ander in het stuk staat. Hij had begrepen dat er in de vooroverleggen meer ruimte heeft gezeten. De heer Akkerman vindt dat het erg absoluut geformuleerd is in het stuk. Hij kan zich voorstellen dat dit geldt voor de dienst in het algemeen, maar de jeugdzorg wordt gezamenlijk georganiseerd en schaalgrootte is daarbij belangrijk. Dit is niet alleen voor Leerdam en Zederik een belangrijk vraagstuk, maar ook het AB moet zich de vraag stellen of het er beter op wordt als de twee gemeenten uit de SOJ treden. Hij kan zich voorstellen dat het ook voor de overige gemeenten beter is als Leerdam en Zederik erbij blijven. Hij vraagt het DB ook op die manier naar dit onderwerp te kijken. Mevrouw Baggerman sluit zich hierbij aan. Juist op een gebied als inkoop is samenwerking essentieel. De gemeenten blijven immers diensten afnemen van dezelfde organisaties en dezelfde mensen. Het gaat om de vraag waar je elkaar kunt blijven versterken. De heer Van der Linden vindt een besluit over deelname aan de SOJ eveneens lastig. Hij vraagt zich wel af of volgens het uitgangspunt van de heer Akkerman op dezelfde manier moet worden gekeken naar een andere regio die wil aanhaken. De heer Akkerman vindt schaalvoordeel bij inkoop weliswaar belangrijk, maar ook het feit dat gemeenten het gezamenlijk doen. De heer Van der Linden onderscheidt twee principiële keuzes. Ten eerste: gemeenten doen alles samen in de gemeenschappelijke regeling en als men niet meer in de regeling deelneemt, doet men ook niet meer mee. Ten tweede kun je ervoor kiezen om samen met andere gemeenten of regio s bepaalde diensten in te kopen. De heer Akkerman gaat uit van de huidige werkelijkheid. Leerdam en Zederik doen als gemeenten niet meer mee in de regeling. De heer Paans vindt het belangrijk om goed te kijken naar de datum, zodat niet vlak voor de zomervakantie moet worden besloten. De heer Van Hengel reageert dat de memo is bedoeld als voorschot op de discussie van 15 februari De heer Mol vraagt of er een ambtelijk advies over de voor- en nadelen ligt. De heer Van Hengel antwoordt ontkennend. Hij stelt voor om er eerst met elkaar over van gedachten te wisselen. De heer Akkerman kan zich voorstellen dat er uit de discussie tijdens de themabijeenkomst zaken voortvloeien die ambtelijk uitgezocht moeten worden. Mevrouw Baggerman vindt dat een discussiestuk moet worden geschreven vanuit meerdere invalshoeken. De heer Donker merkt nog op dat in het stuk wordt gesproken over frictiekosten. Leerdam en Zederik worden gedwongen om naar Utrecht te gaan en zijn dan ook van mening dat de rijksoverheid de frictiekosten moet dragen. Daarom bemoeit ook Binnenlandse Zaken zich met dit traject. De heer Van Hengel antwoordt dat er een brief van drie burgemeesters aan de GR is gezonden met het verzoek om daarover het gesprek te voeren. Ook zijn er al contacten tussen de GR-en over en weer en met de GGD- Utrecht en de RAVU. Gisteren heeft een hoorzitting in de Tweede Kamer plaatsgevonden en daar is uitgesproken dat er bij het tot stand komen van het wetsontwerp te weinig rekening is gehouden met de verplichte uittreding en de verschuiving van de provinciegrens, hetgeen extra kosten met zich meebrengt. 2

8 2c KLACHTENREGELING DIENST GEZONDHEID & JEUGD EN RAVZHZ Ontwerpbesluit 1. De Klachtenregeling Dienst Gezondheid & Jeugd Zuid-Holland Zuid vast te stellen; 2. De Klachtenregeling Regionale Ambulancevoorziening Zuid-Holland Zuid vast te stellen. Besluit 1. en 2. conform besloten. Overweging Geen opmerkingen. 3. MEDEDELINGEN EN ONTWIKKELINGEN IN DE PORTEFEUILLES Er zijn geen mededelingen. 4. INGEKOMEN EN UITGAANDE STUKKEN DIENST GEZONDHEID & JEUGD 4a BELEIDSKADER VEILIGHEIDSHUIS ZHZ Ontwerpbesluit Kennis te nemen van het Beleidskader Veiligheidshuis Zuid-Holland Zuid. Besluit Overweging Conform besloten. Geen opmerkingen. 5. BESLUITVORMENDE STUKKEN DIENST GEZONDHEID & JEUGD 5a LAST ONDER DWANGSOM Ontwerpbesluit 1. Kennis te nemen van de evaluatie van de pilot last onder dwangsom bij absoluut verzuim. 2. Het algemeen bestuur voor te stellen om in te stemmen met het blijvend toevoegen van het instrument last onder dwangsom aan het instrumentarium van LVS voor de bestrijding van absoluut verzuim. Besluit 1. en 2. conform besloten met inachtneming van de gemaakte opmerkingen. Overweging De heer Donker is van mening dat dit beleid, na de pilot van zes maanden, kan worden vastgesteld. Wel is het noodzakelijk om, in geval er een reden tot een dwangsom is, te overleggen met het sociaal team. De heer Taal meent dat een en ander niet los mag staan van interventies die moeten worden gepleegd. Er moet integraal worden gekeken naar de situatie. Mevrouw Baggerman roept op om het sociaal team meer aan de voorkant te betrekken. Scholen geven formulieren af met daarop het stappenplan, maar er wordt met geen woord over het sociaal team gerept. Als er op school iets aan de hand is, is dat thuis vaak ook het geval. De heer Akkerman is het hiermee eens, maar wijst erop dat dit instrument helemaal aan de achterkant zit. Het is niet meer dan een dreigement. Het sociaal team komt al in de voorfase in beeld. De heer Van der Linden reageert dat in de evaluatie staat dat in twee casussen op voorhand het sociaal team of het jeugdteam geïnformeerd is in verband met een mogelijke complexe problematiek. Hij onderschrijft dat het essentieel is om het sociaal team aan de voorkant in te schakelen. INFORMERENDE STUKKEN DIENST GEZONDHEID & JEUGD 5b NOTITIE KTO LVS EN KINDEROPVANG 2017 Ontwerpbesluit Kennisnemen van de uitkomsten van de klanttevredenheidsonderzoeken kinderopvang over de dienstverlening van de Toezichthouders Kinderopvang; - primair onderwijs over de dienstverlening van de consulenten Leerplicht en Voortijdig Schoolverlaten. Besluit Conform besloten. Overweging Mevrouw Baggerman wil graag het onderzoeksrapport zien en niet alleen een samenvatting. Als zij om de tafel zit met de uitvoerende organisaties, hoort zij vaak het tegenovergestelde. De heer Akkerman heeft alleen maar positieve geluiden gehoord en geen negatieve. 3

9 Mevrouw Dansen is in de zomervakantie mee geweest met de inspectie. Het waren leuke bezoeken, waar men enthousiast werd ontvangen. Zij meent dat het rapport op de website van de DG&J staat. Mevrouw Baggerman denkt dat er wellicht verschil is tussen grote en kleine organisaties. Kleine organisaties hebben geen manager die tijd heeft om met de GGD op te trekken en daardoor ontstaat veel stress. Mevrouw Zandvliet vindt dat organisaties er ook zelf iets voor moeten doen. 5c INFORMATIEBRIEF RESULTATEN PREVENTIEVE PROJECTEN VOORTIJDIG SCHOOLVERLATEN Ontwerpbesluit Kennis te nemen van de informatiebrief. Besluit Conform besloten. Overweging Geen opmerkingen. 6. RONDVRAAG Van de rondvraag wordt geen gebruikgemaakt. 7. INGEKOMEN EN UITGAANDE STUKKEN SERVICEORGANISATIE JEUGD 7a BRIEF VAN DE WERKGROEP RAADSLEDEN JEUGDZORG ZHZ Ontwerpbesluit Kennis te nemen van de ingekomen brief. Besluit Conform besloten met in achtneming van de gemaakte afspraken. Overweging Zie agendapunt 7.c 7b REACTIE OP BRIEF VAN DE WERKGROEP RAADLEDEN JEUGDZORG ZHZ Ontwerpbesluit Kennis te nemen van de uitgaande brief. Besluit Conform besloten met in achtneming van de gemaakte afspraken. Overweging Zie agendapunt 7.c 7c BRIEF AAN MINISTERS INZAKE TEKORTEN JEUGDHULP ZHZ - MJP Ontwerpbesluit Kennis te nemen van de uitgaande brief. Besluit Overweging Conform besloten. Besloten wordt dat weliswaar het gesprek met de werkgroep zoveel mogelijk wordt afgewikkeld, maar dat het niet wenselijk is dat de discussie over het onderwerp wordt gevoerd tussen de werkgroep en de regionaal portefeuillehouder. Het gesprek moet waar dat aan de orde is worden gevoerd tussen de betreffende colleges en gemeenteraden. De heer Paans vraagt namens wie de werkgroep spreekt. Mevrouw Baggerman meldt dat haar raad zich hieraan ergert. Van de raad in Hardinxveld-Giessendam zit niemand in de werkgroep. De heer Akkerman memoreert dat een aantal raadsleden bij elkaar is gaan zitten om in gezamenlijkheid te proberen een aantal dingen voor te bereiden en alle raden te informeren. Mevrouw Zandvliet is het hiermee eens, maar met de antwoorden en reacties wordt het alleen maar groter gemaakt. Zij is van mening dat de eigen wethouder in de eigen raad moet worden aangesproken. Als raadsleden een platform willen, moet dat officieel worden ingesteld. Zij ziet geen noodzaak om te reageren, tenzij er in haar eigen raad vragen zijn. De heer Donker heeft in zijn raad gereageerd dat hij het geschetste beeld niet herkent. De heer Mol memoreert dat er kort geleden weer een brief van de werkgroep naar de raden is gestuurd. Komt er een gezamenlijke reactie of doet ieder zijn eigen ding? Mevrouw Dansen vindt de werkgroep geen gremium om mee in discussie te gaan. Zij gaat in discussie met haar eigen raadsleden. De heer Van der Linden memoreert dat in maart 2017 een groep mensen zich heeft gemeld met kritische vragen en opmerkingen over de problematiek van 4

10 de jeugdzorg. Zes maanden later meldt diezelfde groep dat er nog niets is gebeurd. Als de werkgroep gelijk heeft, moet er iets gebeuren. Als de werkgroep geen gelijk heeft, wil hij kunnen zeggen waarom niet. Je moet het niet groter maken dan het is, maar ook niet kleiner. De werkgroep had de ambitie om zo veel mogelijk gemeenten en partijen te betrekken. In Zwijndrecht en Dordrecht leeft het meer dan in de Hoeksche Waard. De werkgroep stelt goede vragen en het zou helpen als die kort, duidelijk en compleet kunnen worden beantwoord. Dat is kennelijk in de periode van maart tot november 2017 niet gelukt. Er zijn vragen gesteld over het al of niet krijgen van een beschikking en over de toekenning van een pgb sociaal netwerk. De positie van de werkgroep hangt volgens hem af van de vertegenwoordiging vanuit de gemeenten. In maart is afgesproken dat de portefeuillehouder, mevrouw De Witte, in gesprek zou gaan met de werkgroep en dat zaken zouden worden uitgezocht. In november kwam de werkgroep echter terug met deels dezelfde vragen en kritiek. Die brief is afgedaan met een schriftelijke reactie, waarin een aantal vervolgafspraken staat. Mevrouw De Witte is gesprekspartner van de werkgroep. De heer Mol vindt het van belang om als gemeenten eensluidend naar buiten te treden. Mevrouw Zandvliet vindt dat het AB de werkgroep geen status moet geven door de regionale portefeuillehouder als gesprekspartner aan te stellen. Losse raadsleden kunnen zaken bij hun eigen wethouder onder de aandacht brengen. De wethouder kan die vervolgens beantwoorden. De heer Taal meent dat de raden eigenstandig zijn en zelf bepalen wat zij doen. Het AB moet de ogen daar niet voor sluiten maar op een goede manier antwoorden. Mevrouw Zandvliet is het daarmee eens, maar haar raad is het gremium waarin zij zich moet verantwoorden en vragen moet beantwoorden. De heer Akkerman memoreert dat de lijn in de stuurgroep tot nu toe was dat, als brieven naar alle raden worden gestuurd, er een centraal conceptantwoord wordt geformuleerd, zodat elke wethouder dat in de eigen raad kan gebruiken bij de beantwoording. Hij wordt geholpen door de antwoorden vanuit de SOJ en het is goed dat er eensluidende antwoorden worden gegeven in alle gemeenten. De heer Van Hengel benadrukt dat dit iets anders is dan dat vanuit het bestuur een collectief antwoord wordt gegeven. De heer Van der Linden is het eens met de opmerking over eensluidende antwoorden. Hij is verbaasd dat het niet mogelijk is gebleken om de kritiekpunten te ontkrachten. Kennelijk is dat ingewikkeld, maar dit vraagstuk moet zo snel mogelijk worden opgelost. De heer Taal constateert dat het sturing geven aan grote GR-en een dilemma voor de raden vormt. De heer Van der Linden verwacht dat de zienswijzen vanuit de raden gebaseerd zullen zijn op de gezamenlijke bouwstenen die de werkgroep aandraagt. Dat kan helpen, want een bepaald beeld van de meerderheid van de raden geeft richting aan het gesprek. Mevrouw Baggerman vindt het niet goed dat dit groepje gaat sturen of bepalen, terwijl sommige gemeenten helemaal geen last hebben. De heer Van der Linden denkt dat op basis van bouwstenen in een aantal raden een min of meer gelijkluidend oordeel kan ontstaan. Mevrouw Dansen ziet als probleem dat een aantal raadsleden een status krijgt die zij eigenlijk niet verdienen. De heer Van der Linden reageert dat het AB te maken heeft met 17 verschillende zienswijzen. Als een aantal raden hun zienswijzen afstemt, is dat volgens hem een goede ontwikkeling. De heer Van der Giessen vindt het een probleem dat de situatie hiermee politiek wordt gemaakt. Een en ander komt breeduit in de krant en de vragen die worden gesteld, gaan over mensen. De heer Paans vraagt of de SOJ in staat is om antwoord te geven op de vragen. De heer Van der Linden meldt dat hij in december een motie heeft gekregen om een meldpunt in te richten voor mensen die de weg kwijt zijn geraakt in de desbetreffende groep. De neiging zal ontstaan om een informeel kanaal 5

11 te organiseren via de werkgroep, maar dat is onwenselijk. Daarom is het van belang dat de vragen worden beantwoord. De heer Van Hengel meent dat er niets op tegen is als mensen bouwstenen aanleveren aan de raden. Er ligt echter een formele brief voor van de werkgroep aan het bestuur van de SOJ en het is de vraag of je daarop moet reageren. De heer Van der Linden vindt het niet wenselijk dat de werkgroep een nieuw kanaal wordt. Het geluid van de werkgroep is echter heel hardnekkig en fundamenteel. Er is wantrouwen tegen zaken die op papier staan vanuit de SOJ. Je moet daar iets mee doen. Hij stelt voor om vanuit de SOJ een antwoord te formuleren ten behoeve van de wethouders, zodat die het voor hun eigen raad als basis kunnen gebruiken. De heer Paans vraagt of mevrouw De Witte in gesprek is met de werkgroep. De heer Van der Linden antwoordt dat mevrouw De Witte een gesprek heeft gehad met een aantal raadsleden. In november kwamen echter weer deels dezelfde vragen. Die vragen moeten worden beantwoord en daarin moet een lijn worden gekozen. Met de werkgroep zijn afspraken gemaakt en die moeten afgerond worden. Besloten wordt dat weliswaar het gesprek met de werkgroep zoveel mogelijk wordt afgewikkeld, maar dat het niet wenselijk is dat de discussie over het onderwerp wordt gevoerd tussen de werkgroep en de regionaal portefeuillehouder. Het gesprek moet waar dat aan de orde is worden gevoerd tussen de betreffende colleges en gemeenteraden. De discussie dreigt zich nu aan de formele invloed van de colleges en gemeenteraden te onttrekken. Ook als vanuit de reguliere kanalen vragen aan de Serviceorganisatie Jeugd of aan het dagelijks bestuur worden gesteld, worden die vragen zoveel mogelijk gebundeld, en wordt er vanuit de dienst een conceptantwoord opgesteld, dat de colleges kunnen gebruiken in de communicatie met hun eigen raad. De heer Taal merkt op dat daarbij niet de indruk moet worden gewekt dat het DB niet in gesprek wil. De voorzitter vraagt voorts naar de stand van zaken rond de zienswijzen. De heer Mol meldt dat de deadline niet wordt gehaald. De raadsvergadering is op 8 maart 2018 en kort daarna zal de zienswijze worden ingeleverd. Er komt een regionale zienswijze voor de Hoeksche Waard. De heer Van der Linden meldt dat Dordrecht niet instemt met het concrete meerjarenperspectief. De redeneerlijn is goed maar de theorie is niet bewezen. Voorts is er volgens zijn raad meer reflectie nodig op wat in het BRTA is afgesproken en wat men verder wil. De heer Akkerman wijst erop dat ook het kernteam nadrukkelijk over de evaluatie van het BRTA spreekt. 8. BESLUITVORMENDE STUKKEN SERVICEORGANISATIE JEUGD Er zijn geen voorstellen ter besluitvorming geagendeerd. 9. RONDVRAAG De heer Van der Linden memoreert de afspraak om een informatiebrief over de registratie van kindermishandeling in de JGZ te sturen, dit naar aanleiding van een artikel in Binnenlands Bestuur. Namens mevrouw De Witte deelt hij mede dat de brief er op korte termijn aan komt. 10. INGEKOMEN EN UITGAANDE STUKKEN REGIONALE AMBULANCEVOORZIENING Er zijn geen ingekomen of uitgaande stukken. 11. BESLUITVORMENDE STUKKEN REGIONALE AMBULANCEVOORZIENING ZHZ Er zijn geen voorstellen ter besluitvorming geagendeerd. 12. RONDVRAAG De heer H. Janssen deelt mede dat er bij de RAV ZHZ aanstaande maandag niet wordt gestaakt. Stiptheidsacties in Rotterdam zorgen er waarschijnlijk wel voor dat de druk op de RAV ZHZ om bijstand te verlenen groter wordt. Bijstand zal worden verleend, mits de eigen paraatheid en dekking niet in gevaar komen. 6

12 De heer H. Janssen informeert het AB voorts over de stand van zaken rond het zienswijzentraject over de herpositionering. Uitgebreide documentatie is toegezonden aan alle gemeenteraadsleden. Er worden twee regionale bijeenkomsten georganiseerd. Het loopt niet storm met de aanmeldingen daarvoor. Wel zijn er schriftelijke vragen gesteld en die worden naar tevredenheid beantwoord. Sommige raadsleden willen nader in gesprek en daarvoor worden afspraken gemaakt. De heer Van der Giessen reageert dat hij dit informatie vindt die actief naar de raden moet worden gebracht, bijvoorbeeld door middel van een presentatie. De heer H. Janssen memoreert dat in de vorige vergadering de afspraak is gemaakt dat alle raadsleden uitgebreide informatie zouden krijgen en dat er twee regionale bijeenkomsten zouden worden gehouden. Als een gemeente wil dat er een presentatie voor de raad wordt verzorgd, is de RAV ZHZ daartoe uiteraard bereid. De heer Van der Giessen meent dat een dergelijke kwestie ook raakt aan de discussie over good governance. Het is een mooi moment om het imago van de DG&J en de RAV te verbeteren. Mevrouw Baggerman heeft een algemene vraag. In het kernteam zitten ambtenaren per regio. Zij wil graag een keer bespreken hoe de aansluiting met lokaal wordt gezocht. Voorts zijn de stukken die de ambtenaar krijgt niet compleet. De heer L. van der Giessen antwoordt dat ambtenaren die in het kernteam zitten alleen stukken krijgen waarover zij willen adviseren, maar stukken ter informatie niet. Het kernteam wil niet over stukken adviseren waarover niet besloten wordt. Voorts antwoordt hij dat de gemeenten onder elkaar uitmaken wie naar het kernteam gaat. Van elke subregio zitten er drie mensen in het kernteam voor de onderwerpen financieel, jeugd en volksgezondheid. Mevrouw Baggerman meent dat er ruimte moet zijn voor iemand die graag in het kernteam wil. De heer Mol voegt nog toe dat een kernteamlid moet ophalen wat er speelt bij de andere gemeenten. De heer Van Hengel deelt nog mede dat voor de themabijeenkomst van 15 februari 2018 vier onderwerpen geagendeerd worden: het oriënterend gesprek over Vijfheerenlanden, de notitie over het format van de bestuursrapportage, een overzicht van de stand van zaken van het Samen voor Gezond programma en een afsluitende notitie over de governance. 13. KABINET Van het besloten deel is een afzonderlijk verslag gemaakt. 14. SLUITING De voorzitter dankt de heer H. Janssen voor de ontvangst en de rondleiding door de meldkamer en sluit de vergadering. Vastgesteld op 29 maart 2018 in de openbare vergadering van het algemeen bestuur van de Dienst Gezondheid & Jeugd, de secretaris, de voorzitter, K.J. van Hengel Mw. C.M.L. Lambrechts 7

13 Memo Aan Van Algemeen bestuur DG&J Dagelijks Bestuur Datum 15 januari 2018 Betreft Uittreding Zederik en Leerdam Nummer UIT/ Inleiding Reeds in december 2015 is door de gemeenten Leerdam en Zederik aangegeven dat zij onder voorbehoud van de daadwerkelijke oprichting van de gemeente Vijfheerenlanden de deelname aan de GR Dienst Gezondheid & Jeugd ZHZ opzeggen. Door het kabinet is inmiddels een wetsvoorstel ingediend om de gemeenten Vianen, Leerdam en Zederik met ingang van 1 januari 2019 samen te laten gaan in de nieuwe gemeente Vijfheerenlanden. De gemeente Vijfheerenlanden zal onderdeel uit gaan maken van de provincie Utrecht. De wijziging van de provinciale indeling heeft gevolgen ten aanzien van de Gemeenschappelijke Regeling Dienst Gezondheid & Jeugd Zuid-Holland-Zuid (GR DG&J ZHZ). In het wetsvoorstel worden de deelnemers van de samenwerkingsverbanden waar toedan wel uitgetreden wordt, opgeroepen om voorzieningen te treffen die noodzakelijk zijn om het functioneren van deze samenwerkingsverbanden gedurende en na de overgang te verzekeren. Hierover zijn inmiddels ook al overleggen opgestart tussen de verschillende samenwerkingsverbanden en Gemeenschappelijke Regelingen. In deze memo informeren we het algemeen bestuur over de gekozen opzet van de projectorganisatie en de eerste gedachten met betrekking tot het proces dat uiteindelijk moet leiden tot besluitvorming over een uittredingsvoorstel in het algemeen bestuur. Daarnaast gaat deze memo in op enkele door het DB voorgestelde algemene uitgangspunten voor het uittredingsproces, de voorgestelde methodiek voor de bepaling van de uittredingssom en eerste voorstellen met betrekking tot het verzorgen van nietwettelijke-taken aan niet-deelnemers van de gemeenschappelijke regeling. 1

14 In het perspectief van het kader stellende karakter van deze voorstellen is nadere besluitvorming in algemeen bestuur gewenst en nodig. Het DB stelt u voor om in de themabijeenkomst van 15 februari 2018 opiniërend met elkaar te spreken over uitgangspunten, niet-wettelijke-taken en de voorgestelde methode voor het bepalen van de uittredingssom. Formele besluitvorming daarover kan plaatsvinden in de ABvergadering van 29 maart Uitgangspunten, uittredingssom en dienstverlening aan gemeenten die geen deel meer zijn van de gemeenschappelijke regeling. Door het dagelijks bestuur worden u eerste voorstellen voorgelegd met betrekking tot de te hanteren algemene uitgangspunten, de methodiek voor het bepalen van de uittredingssom en de wijze waarop wordt aangekeken tegen het al dan niet voortzetten de dienstverlening door de DG&J van niet-wettelijke taken aan niet-deelnemers. 1.1 Uitgangspunten Zowel uit het wetsvoorstel als vanuit de algemene beginselen van behoorlijk bestuur volgen een aantal uitgangspunten die leidend zijn voor het proces van uittreding. In de kern gaat het om de onderstaande uitgangspunten: a) behoud van continuïteit van dienstverlening voor de burger; b) de aan de uittreding verbonden kosten worden zoveel mogelijk beperkt; c) de uittreding leidt niet tot een negatieve aanpassing van beleidsdoelstellingen en een verlaging van het niveau van dienstverlening; d) de financiële bijdragen van de achterblijvende gemeenten nemen niet toe als (direct) gevolg van de uittreding. Ad a: Uitgangspunt moet zijn dat burgers geen- of zo min mogelijk - nadelige effecten ondervinden van de uittreding. De betrokken organisaties moeten er voor zorgen dat de continuïteit van dienstverlening aan burgers is gewaarborgd. Dat betekent overigens niet dat er geen zaken kunnen veranderen. Het is immers denkbaar dat bij de overgang sprake kan zijn van andere dienstverleners met andere taak- of productpakketten. Ad b: Het is onvermijdelijk dat dit proces kosten met zich meebrengt. Het is de opdracht aan de betrokken partijen die kosten zo veel mogelijk te beperken. Dat kan bijvoorbeeld door tijdig en adequaat te anticiperen op de uittreding en door gezamenlijk te kijken naar mogelijkheden om frictiekosten te beperken. Ad c: Uitgangspunt is dat de dienstverlening aan de deelnemers van de GR op het huidige kwaliteitsniveau wordt voortgezet. De uittreding is op zichzelf geen reden om de huidige beleidsdoelstellingen en de daaruit voortgekomen project- programma-afspraken of het kwaliteitsniveau van de dienstverlening aan te passen. Ad d: Al eerder is bestuurlijk vastgesteld dat de uittreding van gemeenten niet kan leiden tot meerkosten voor de achterblijvende gemeenten. Uitgangspunt is dat de kosten, waarvan het de opdracht is ze zo veel mogelijk te beperken, primair voor rekening zijn van de uittredende gemeenten. 2

15 1.2 Uittredingssom Voor het bepalen van de uittredingssom wordt uitgegaan van de huidige jurisprudentie rondom uittredingen en de bovengenoemde uitgangspunten. Hieruit komt naar voren dat de uittredende gemeenten de totale reële kosten (frictiekosten en desintegratiekosten) van de GR DG&J moeten vergoeden. Onder de totale reële kosten* wordt verstaan; 1) eenmalige proceskosten die gemaakt moeten worden, zoals de inzet van capaciteit (intern/inhuur voor financieel/juridisch advies en ondersteuning) om de uittreding te organiseren. 2) aandeel van de uittredende gemeenten aan per datum van uittreding berekende en benodigde reserves en voorzieningen (weerstandsvermogen/oude voorziening voor bovenformatieven) 3) de ongedekte, voor rekening van de voor de GR DG&J ZHZ blijvende, onontkoombare en onvermijdbare structurele kosten bij een gelijkblijvende jaarlijkse bijdrage van de overige deelnemers. Waarbij een overbruggingsperiode van 5 jaar, te rekenen vanaf de datum van uittreding, gebruikelijk is omdat verwacht mag worden dat het samenwerkingsverband zich binnen die periode kan hebben aangepast aan de nieuwe situatie. ** *Voor de RAV geldt dat in relatie tot de uittreding ook kosten worden gemaakt. Hiervoor gelden andere uitgangspunten omdat de financiering van de RAV plaatsvindt via de zorgverzekeraars en niet vanuit gemeentelijke bijdragen. **Voor SOJ geldt dat er ook frictiekosten zijn bij de Stichting Jeugdteams ZHZ. Ten aanzien van 3) is het uitgangspunt dat de GR momenteel een sluitende meerjarenbegroting heeft met een geraamd resultaat van nihil. Het wegvallen van de bijdragen van de uittredende gemeenten leidt derhalve direct tot een negatief resultaat. In de berekening wordt dan ook meegenomen; - alle wegvallende bijdragen van de uittredende gemeenten aan het takenpakket van de GR, dit omvat; o de bijdragen die direct door de uittredende gemeenten aan de GR beschikbaar worden gesteld. o de bijdragen die indirect (via de constructie van bijvoorbeeld de centrumgemeente) aan de GR beschikbaar worden gesteld. Voor het bepalen van de omvang van deze bijdrage wordt uitgegaan van de (berekende) omvang van deze bijdrage in in mindering hierop wordt gebracht alle kosten die direct wegvallen omdat de GR geen diensten meer verleent (of laat leveren) voor de uittredende gemeenten. Het spreekt voor zich dat in het perspectief van de gekozen uitgangspunten betrokken partijen zich in zullen spannen voor het zoveel voorkomen of beperken van frictie en desintegratiekosten. 3

16 Dienstverlening aan gemeenten die geen deel meer zijn van de gemeenschappelijke regeling. In het kader van de uittreding uit de GR DG&J kan een onderscheid worden gemaakt tussen - de overdracht van- wettelijke taken en niet-wettelijke taken. De wettelijke GR-taken gaan verplicht over naar de betreffende organisaties die actief zijn in de provincie Utrecht. Zo gaan wettelijke GGD-taken over naar de GGD-Utrecht en gaan de taken van de RAV voor het gebied Zederik en Leerdam over naar de RAVU. Ten aanzien van de niet-wettelijke taken is er in beginsel een keuze mogelijkheid. Het is enerzijds aan de nieuwe gemeente om een keuze te maken waar ze deze niet-wettelijke taken wil onderbrengen, anderzijds is het aan de gemeenschappelijke regeling om te bepalen of, en onder welke condities, het wenselijk is dat er diensten worden verleend aan een gemeente die geen onderdeel meer is van (het bestuur van) de GR. In een vorige DB vergadering is oriënterend gesproken over bovenstaande. De uitkomst daarvan is dat het DB weinig enthousiast is over het structureel voortzetten van de dienstverlening aan niet-deelnemers. Daarbij spelen verschillende argumenten en overwegingen een rol. Het voortzetten van de dienstverlening aan niet-deelnemers leidt tot een constructie waar de GR naast deelnemers ook "klanten" kent die geen onderdeel meer zijn van de GR. Primair is de GR bedoeld voor het uitvoeren van taken voor de deelnemers en niet om diensten aan "derden" te leveren. Dat leidt in bestuurlijk opzicht tot complexe(re) verhoudingen en dat lijkt ongewenst. Ook op basis van de inhoud is een ontkoppeling van wettelijke taken en niet-wettelijke taken (plustaken) in het jeugd- en gezondheidsdomein, gezien de sterke lokale verantwoordelijkheden en het gewenste integrale karakter van de lokale aanpak, niet aan te bevelen. Vanzelfsprekend is er wel ruimte om voor een overgangsperiode afspraken te maken om zo recht te doen aan de eerder genoemde uitgangspunten rond continuïteit van dienstverlening aan burgers en het beperken van frictie- en desintegratiekosten. 2.Proces en projectstructuur De uittreding van Leerdam en Zederik heeft gevolgen voor alle drie de onderdelen van de Gemeenschappelijke Regeling Dienst Gezondheid & Jeugd Zuid-Holland Zuid (DG&J, SOJ en RAV). Bijlage 1 geeft een eerste grofmazig overzicht van de verschillende taakvelden. Om voor 31 december 2018 het volledige proces met betrekking tot de uittreding van Leerdam en Zederik zorgvuldig en goed te laten verlopen moet er veel werk worden verricht en is veel afstemming en overleg met alle betrokkenen noodzakelijk. In dat kader zijn inmiddels al contacten gelegd met o.a. de GGD-Utrecht en de RAVU en zijn er eerste afspraken gemaakt over bestuurlijk en ambtelijk overleg met de uittredende gemeenten c.q. de nieuwe gemeente Vijfheerenlanden i.o. Een goed ingericht proces en een adequate projectorganisatie zijn in dat kader belangrijke randvoorwaarden. 4

17 2.1 Proces Voor een tijdige en goede afwikkeling van het proces is het gewenst dat het algemeen bestuur nog voor de zomer besluitvormend kan spreken over een uittredingsvoorstel. We richten ons daarbij op de vergadering van het algemeen bestuur van 5 juli In het uittredingsvoorstel zijn in ieder geval voorstellen uitgewerkt met betrekking tot: overgaande en achterblijvende taken; de financiële verrekening en de omvang van de uittredingssom; de beperking van uittredingskosten en frictiekosten; het vervolgproces. Na besluitvorming in het algemeen bestuur wordt een uittredingsovereenkomst opgesteld en wordt de gemeenschappelijke regeling aangepast. Daarbij worden indien mogelijk ook gelijk de wijzigingen meegenomen die het gevolg zijn van de overige gemeentelijke herindelingsprocessen. 2.2Projectstructuur De uittreding raakt alle drie de onderdelen van de GR-DG&J (DG&J, SOJ en RAV), maar elk op een eigen specifieke manier bijvoorbeeld door het verschillende wettelijke kader. In de projectorganisatie wordt dan ook gewerkt met projectgroepen voor de drie onderdelen. In de projectgroepen wordt per onderdeel - in overleg met stakeholders, uittreders en ontvangende organisaties - een voorstel opgesteld met betrekking tot de overdracht van taken, tijdpad, activiteiten en de daaraan verbonden kosten. Vertrekpunt daarbij zijn de uitgangspunten en randvoorwaarden zoals vastgesteld door het algemeen bestuur en de kaders zoals opgenomen in het wetsvoorstel. De (bestuurlijke) stuurgroep bewaakt de kaders, draagt zorg voor integrale en op elkaar afgestemde voorstellen en treedt op als het aanspreekpunt voor de bestuurlijke vertegenwoordiging van de uittredende gemeenten. (c.q. de nieuwe gemeente i.o.) De stuurgroep zorgt verder voor de afstemming met de (trajecten van de) andere gemeenschappelijke regelingen in ZHZ; de Veiligheidsregio en de Omgevingsdienst. Voor het realiseren van bestuurlijk draagvlag zal worden gewerkt met een bestuurlijke klankbordgroep. De stuurgroep draagt zorg voor tijdige en zorgvuldige afstemming meten consultatie van een klankbordgroep. 5

18 In het onderstaande schema geven we de voorgestelde projectstructuur weer. Algemeen bestuur Bestuurlijke stuurgroep Processturing, samenhang, integraliteit, opstellen voorstel aan algemeen bestuur. Samenstelling: voorzitter GR, portefeuillehouders bedrijfsvoering en jeugd. De directeuren DGF&J, SOJ en RAV en ambtelijke/externe ondersteuning. Klankbordgroep Adviseert algemeen bestuur en stuurgroep. Samenstelling: één lid van het algemeen bestuur per sub regio en de voorzitter auditcommissie. Ambtelijke Projectgroepen DG&J, SOJ, RAV Vervolg Eén van de eerste stappen is een inmiddels gepland bestuurlijk gesprek tussen de uittredende gemeenten en de bestuurlijke stuurgroep. Dat gesprek vindt plaats op maandag 29 januari Inmiddels is er ook een brief van de gemeente Vijfherenlanden, waarin onder andere wordt gesproken over het parallel laten lopen van de ontvlechting van de niet wettelijke taken en wettelijke taken. Daarnaast wordt in de brief melding gemaakt van een nog te ontwikkelen afwegingskader voor de niet-wettelijke taken. Het is vooralsnog onduidelijk hoe dat kader zich zal verhouden tot de hierboven beschreven voorlopige bestuurlijke lijn betreffende de dienstverlening aan niet-deelnemers. De brief bevat voorts nog de aankondiging voor de uitnodiging tot een gesprek en dat sluit goed aan op de wens van de kant van de GR. De termijn die daarop wordt voorgesteld is wel aan de ruime kant. Het is in het kader van het proces rond de begroting 2019 en het tijdig treffen van maatregelen gewenst eerder afspraken te maken over het eventueel na 1 januari 2019 tijdelijk continueren van de dienstverlening rond niet-wettelijke taken. In het overleg van 29 januari 2018 zullen we daar ook op aandringen. 6

19 De verschillende projectgroepen gaan intussen aan de slag en op ambtelijk niveau is er een eerste overleg gepland met de gemeentesecretaris van de drie fusiegemeenten die tevens de beoogd gemeentesecretaris van de nieuwe gemeente Vijfheerenlanden is. De uitkomsten van die eerste gesprekken kunnen vanzelfsprekend worden meegenomen in de bespreking over dit onderwerp op de themabijeenkomst van 15 februari

20 Ontwerpbesluit In te stemmen met de inhoud van de memo 'Uittreding Zederik en Leerdam' (UIT/ ), met dien verstande dat aanvullend wordt besloten, dat: a. voortzetting van dienstverlening aan beide gemeenten op niet-wettelijke taken in een zogenaamde 'klantrelatie' bespreekbaar is voor een nader te bepalen overgangsperiode; b. de bestuurlijke kalenders van de betrokken besturen op elkaar worden afgestemd, om besluitvorming volgordelijk en optimaal te laten verlopen. Kern van de zaak In de vergaderingen van het algemeen bestuur van 1 februari en 15 februari jl. is gesproken over de formele uittreding van de gemeenten Leerdam en Zederik uit de gemeenschappelijke regeling. In een memo bent u geïnformeerd over de het voorgenomen besluitvormingsproces en werd een voorstel gedaan over de algemene uitgangspunten voor het uittredingsproces en over de methodiek voor het bepalen van de uitredingssom. Tenslotte werd een standpunt ingenomen over het eventueel voortzetten van dienstverlening op de niet-wettelijke taken. In de vergadering van 15 februari was er breed draagvlak voor de inhoud van de memo. Voorafgaand aan die vergadering was er ook een constructief gesprek met bestuurlijke delegaties van de betrokken partijen. Slechts op details werden aanvullende opmerkingen gemaakt, maar in essentie werd ingestemd met de inhoud van de memo. Voor de goede orde stellen wij u voor de inhoud ervan formeel vast te stellen. Reeds genomen besluiten De besluitvorming van met betrekking tot de vorming van de gemeente Vijfheerenlanden wordt inmiddels genoegzaam bekend verondersteld. Argumenten Verwezen wordt naar de inhoud van bijgaande memo. Kanttekeningen en risico s Geen. Kosten, baten en dekking Dit besluit heeft als zodanig geen financiële gevolgen. Communicatie Geen. Vervolgprocedure Verwezen wordt naar de inhoud van bijgaande memo. Evaluatie en verantwoording Geen.

21 Het algemeen bestuur van de Dienst Gezondheid & Jeugd Zuid-Holland Zuid; Gelet op: o Het Wetsvoorstel Samenvoeging van de gemeenten Leerdam, Vianen en Zederik en wijziging van de grens tussen de provincies Utrecht en Zuid-Holland; o artikel 47 van de gemeenschappelijke regeling; o de beraadslagingen in de vergadering van het algemeen bestuur van 15 februari 2018; B e s l u i t : In te stemmen met de inhoud van de memo 'Uittreding Zederik en Leerdam' (UIT/ ), met dien verstande dat aanvullend wordt besloten, dat: a. voortzetting van dienstverlening aan beide gemeenten op niet-wettelijke taken in een zogenaamde 'klantrelatie' bespreekbaar is voor een nader te bepalen overgangsperiode; b. de bestuurlijke kalenders van de betrokken besturen op elkaar worden afgestemd, om besluitvorming volgordelijk en optimaal te laten verlopen. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het algemeen bestuur van 29 maart 2018, de secretaris, de voorzitter, K.J. van Hengel mw. C.M.L. Lambrechts

22 Governance gemeenschappelijke regeling Dienst Gezondheid & Jeugd Zuid-Holland Zuid Overdrachtsdocument van het algemeen bestuur. Vastgesteld in de vergadering van het algemeen bestuur op 29 maart 2018 Pagina 1 van 6

23 Inleiding Met als vertrekpunt de notitie "Plan van aanpak uitwerking governance" is in 2017 gewerkt aan de versterking van de governance van de GR DG&J. Dat is onder andere gebeurd in een drietal bestuurlijke gesprekken met het algemeen bestuur die zijn begeleid door Joost Voerman (Twynstra Gudde). Daarnaast zijn verschillende governance producten opgesteld of aangepast en daarover heeft ook bestuurlijke besluitvorming plaatsgevonden. Uitgangspunt daarbij waren de onderstaande, in elkaar grijpende, tandwielen. Het eerste bestuurlijk gesprek op 23 maart 2017 stond in het teken van de historie van de samenwerking en daar is een eerste invulling gegeven aan het tandwiel "visie en ambitie op inhoud". In het tweede en derde bestuurlijke gesprek, respectievelijk op 1 juni 2017 en 25 september 2017, stond het tandwiel "Bestuurlijke organisatie en ambtelijke organisatie" centraal. In de drie bestuurlijke gesprekken is vanzelfsprekend ook, maar misschien minder expliciet, gewerkt aan het tandwiel "Samenwerking, Verbinding Vertrouwen en Bestuursstijl". In het vierde bestuurlijke gesprek op 15 februari zijn de uitkomsten van de voorgaande gesprekken bij elkaar gebracht. In de kern ging het daarbij om het bevestigen van eerdere conclusies en richtinggevende uitspraken. Daarnaast werden ook expliciteringen van eerder meer impliciet gemaakte keuzes voorgelegd. Op basis van het laatste gesprek van 15 februari is dit document als "testament" voor de bestuurlijke opvolgers opgesteld. Er is voor gekozen een beknopte en heldere weergave van uitkomsten, richtinggevende uitspraken en conclusies te presenteren. Het algemeen bestuur heeft zich beperkt tot de algemene lijn en minderheidsstandpunten komen hierin niet terug. Pagina 2 van 6

24 Uitkomsten, gesprekspunten en conclusies op hoofdlijnen Gedeelde ambitie In de gesprekken is gebleken dat er voldoende inhoudelijke basis, gedeelde ambitie en motivatie is om het werken aan vraagstukken op het gebied van (publieke) gezondheid en Jeugd in samenwerking met elkaar te organiseren op het niveau van Zuid-Holland Zuid. De noodzaak en meerwaarde van de regionale samenwerking wordt onderschreven en staat op zich niet ter discussie. Vertrouwen De huidige (meerjaren) beleidsplannen geven voor nu voldoende richting en er is ook het vertrouwen in de bestuurlijke samenwerking en de ambtelijke organisatie dat de samenwerking succesvol gestalte kan krijgen. Onderlinge relaties Er is de wil om te investeren in onderlinge relaties in het algemeen bestuur. Er wordt gepleit voor meer vertrouwen en informele collegialiteit - zo nodig ook buiten de formele vergaderingen om en voor het bij elkaar in de keuken kijken. Draagvlak voor juridische vorm De juridische vorm van samenwerking volstaat. Voor een verkenning naar andere vormen van samenwerking is geen draagvlak. Zo'n verkenning behoorde ook niet tot de opdracht. Wél werd in dit verband aangehaald dat het onderzoek over samenwerking in de regio - dat onlangs in opdracht van gemeente Dordrecht werd uitgevoerd door Berenschot - de samenwerking als zodanig in een ander perspectief kan plaatsen 1. Het bestaande 'gebouw' voldoet aan de wettelijke vereisten en de wensen van deelnemende gemeenten. Van tijd tot tijd blijkt dat het gebouw moet worden aangepast aan de actuele behoefte. Het is niet zinvol om een heel ander gebouw neer te zetten, in de veronderstelling dat dit beter op de behoefte aansluit. Hier werd aangehaald dat in 2011 een brede consultatie- en besluitvormingsronde onder gemeenten werd gehouden over de vorm en toekomst van samenwerking in Zuid-Holland Zuid, waaruit de DG&J werd vormgegeven. Basis en maatwerk Er is brede overeenstemming over de basisvoorziening DG&J voor gemeenten. Er bestaat wel de nadrukkelijke wens tot meer lokaal maatwerk. Dat sluit overigens goed aan op de recentelijk gevoerde inhoudelijke discussie met betrekking tot de visie op het jeugddomein waarbij de lokale verantwoordelijkheid een centrale plek heeft en de opdracht aan organisaties en samenwerkingsverbanden is om daar dienstbaar aan te zijn. Besturen Er zijn in de bestuurlijke gesprekken richtinggevende uitspraken gedaan over de wijze van besturen. Als ontwikkelrichting is de keuze gemaakt voor een meer besturend algemeen bestuur en een faciliterend voorbereidend dagelijks bestuur. De gevolgen van die keuze voor bijvoorbeeld de vergaderfrequentie moeten verder worden uitgewerkt. Bij die uitwerking moeten ook de ontwikkelingen op het gebied van de bestuurlijke herindelingen worden betrokken. 1 De inhoud van dat rapport was nog niet openbaar tijdens de bestuurlijke gesprekken. Pagina 3 van 6

25 Eigenaar en klant Het algemeen bestuur vervult ook de rol van eigenaar van de GR en is daarmee naast inhoudelijke keuzes ook verantwoordelijk voor een efficiënte en effectieve bedrijfsvoering en de continuïteit van de organisatie. Dat eigenaarschap moet worden versterkt. Daarnaast is er het signaal vanuit de gemeenten dat er niet altijd voldoende oog is voor de behoefte als deelnemer of klant. Ook dat klantperspectief behoeft nog versterking. (lokaal maatwerk enz.) Voorbereiding en agendering Er is nog winst te behalen als het gaat om een betere voorbereiding en agendering van vergaderingen. Er is nadrukkelijk de wens geuit om grotere bestuurlijke onderwerpen in tweeën te behandelen; eerst verkennend en opiniërend, daarna besluitvormend. Ook is er behoefte aan een bestuurlijke (jaar)planning c.q. een jaarprogramma. Wijziging gemeenschappelijke regeling In 2019 ziet de regio Zuid-Holland Zuid er bestuurlijk anders uit. Na herindeling en uittreding van gemeenten zullen er uiteindelijk nog 10 deelnemende gemeenten zijn. Ook het begrip 'subregio' heeft dan een andere lading: de Drechtsteden zijn uitgebreid met een gemeente; de Hoeksche Waard is één gemeente geworden; en in de Alblasserwaard (zonder Vijfheerenlanden) resteren nog twee gemeenten. De nieuwe situatie leidt tot nieuwe verhoudingen, zowel formeel als informeel. Met het nieuwe algemeen bestuur wordt in 2018 gesproken aan de weerslag daarvan op de gemeenschappelijke regeling. Omdat die wijziging van de regeling meer zal zijn dan een technische aanpassing, is het gewenst dat een bestuurlijke adviesgroep hierin het voortouw krijgt. Onderwerpen voor bespreking kunnen zijn: Stemgewicht en voorzitterschap Er is overeenstemming over het stemgewicht per gemeente op basis van inwoneraantal. Er wordt echter verschillend gedacht over de bijzondere positie van Dordrecht als het gaat het leveren van de voorzitter van de GR (in combinatie met de extra bestuurszetel) en de daarmee samenhangende extra zetel in het DB. Het is van belang om daar voor 1 januari 2019 keuzes in te maken. Bij die keuzes moeten de toekomstige bestuurlijke ontwikkelingen worden meegenomen. Subregio's Als gevolg van de verschillende bestuurlijke herindelingen is "subregio" (AV-HW-DS) per 2019 niet langer een goed bruikbaar ordeningsprincipe. De GR kent dan 10 gemeenten van verschillende omvang die participeren in verschillende samenwerkingsverbanden. Het is wel wenselijk om bij bijvoorbeeld taak-, rol- en portefeuilleverdeling te zorgen voor voldoende spreiding. Samenhang binnen de organisatie De bestaande structuur van feitelijk afzonderlijke ambtelijke organisatieonderdelen binnen één gemeenschappelijke regeling blijft gehandhaafd. Er is geen ambitie voor een meer geïntegreerde organisatie, maar er is evenmin draagvlak voor een splitsing afzonderlijke gemeenschappelijke regeling. Omdat de organisatieonderdelen samen één rechtspersoon vormen is onderlinge afstemming en 'compliance' tussen de onderdelen onvermijdelijk, ook dat is immers governance. De directeuren van de organisatieonderdelen werken daar aan. Pagina 4 van 6

26 Samenwerking DG&J en SOJ Als gewenst perspectief is er voor gekozen om, met inachtneming van de zelfstandigheid, de verbinding en samenwerking tussen DG&J en SOJ te versterken. Dat kan op de inhoud en op onderdelen van de bedrijfsvoering. Dat moet leiden tot meer samenhangende besluitvorming, een heldere rolverdeling, en mogelijk tot efficiencywinst. Documenten en producten In het plan van aanpak van februari 2017 werd onder meer aanpassing van de (bestaande) regelgeving aangekondigd die te maken hebben met de bevoegdheden in de organisatie. Daarvan werden in elk geval de volgende punten gerealiseerd: - Reglement van orde dagelijks bestuur - Delegatiebesluit - Mandaatbesluit Regionale Ambulancevoorziening - Regeling vermoeden misstand (in Drechtstedenverband) - Regeling voor onderzoek na melding vermoeden misstand (in Drechtstedenverband) - Voor de Bijdrageverordening werden uitgangspunten in het algemeen bestuur besproken. Het opstellen van een Organisatieregeling e.o. een Directiestatuut werd nog niet gerealiseerd. Net als voor de verwerking van de laatste bestuurlijke ontwikkelingen in de gemeenschappelijke regeling is de discussie daarover nog niet afgerond. Wél zullen de beide directeuren voorstellen doen voor verbetering van de samenwerking en verbinding van de organisatieonderdelen. In het plan van aanpak is ook een overzicht gegeven van andere regelingen die niet onmiddellijk met de governance samenhangen. Die behoren feitelijk tot de gebruikelijke bedrijfsvoering die in de jaarplanning is geregeld. Die lijst is actueel. Recent werden de Klachtenregelingen voor de DG&J en de RAV aan het bestuur voorgelegd. Verbeteren planning en informatievoorziening Naast de verbetering van regelingen is ook geïnvesteerd in het verbeteren van de kwaliteit van de vergaderingen van het algemeen bestuur. De omstandigheden van de vergadering zijn verbeterd door onder meer te vergaderen op geschikte locaties in de regio. Verder is de snelheid van verslaglegging en communicatie daarover aanmerkelijk verbeterd. Bovendien wordt naar het algemeen bestuur en het kernteam gecommuniceerd over de besluitvorming in het dagelijks bestuur. In het algemeen wordt meer zorg besteed aan de informatievoorziening. De colleges ontvangen uitvoerige informatie die zij met hun raden kunnen delen. Waar het moet worden de raden bovendien rechtstreeks geïnformeerd. Positionering gemeenteraden Er is aandacht voor een betere positionering van gemeenteraden in de regionale samenwerking - al is die discussie als zodanig van alle tijden. Om die positie en betrokkenheid te verbeteren wordt geen wijziging van de bestuursstructuur nodig geacht. Veel meer is een verbetering van informatievoorziening en communicatie met de raden gewenst. In beginsel ligt het primaat daarbij op de intermediaire rol die de colleges van de deelnemende gemeenten daarbij hebben. In de relatie tussen verschillende bestuursorganen in de regionale samenwerking is het belangrijk dat er onderling aandacht is voor de formele rol die elk van de partijen nu eenmaal heeft te vervullen. Waar nodig moeten die rollen soms beter worden geduid en/of beschreven. Pagina 5 van 6

27 Kalender, opdrachten en vervolg Voor 2018 leidt dit tot de volgende 'producten': Naast dit "overdrachtsdocument" wordt een "procesvoorstel" voor de nieuwe beleidsperiode ( ) opgesteld. Dat gebeurt mede op basis van het opnemen van de tussenstand op het huidige programma. De verhouding tussen basis en maatwerk krijgt daarin een belangrijke plek. Een procesvoorstel wordt verwacht in Q Er wordt vervolg gegeven aan de discussie rond "Visie op Jeugd" op basis van kerndocument, dat document wordt verwacht in Q Er wordt een voorstel uitgewerkt voor bestuurlijke vormgeving per 1 januari Daaruit volgt een aanpassing van de gemeenschappelijke regeling, waarin aandacht voor: samenstelling en omvang van het dagelijks bestuur, portefeuilleverdeling, voorzitterschap en positie Dordrecht, alternatief voor subregio als ordeningsprincipe, et cetera. Dat document wordt verwacht: Q De directeuren doen voorstellen voor versterking samenwerking en verbinding tussen DG&J en SOJ. Een voorstel is gereed: Q Voor de behandeling van onderwerpen in het algemeen bestuur wordt een jaarkalender uitgewerkt. Op termijn moet zo'n kalender de besluitvormingscyclus meer voorspelbaar en inzichtelijk maken, zodat onderwerpen ook tijdig lokaal besproken kunnen worden. Vanwege de complexiteit van een volwaardig model moet worden uitgegaan van een groeimodel. Op basis van de jaarkalender 2018 is een eerste versie gereed bij aanvang van het nieuwe algemeen bestuur. Pagina 6 van 6

28 Ontwerpbesluit In te stemmen met de inhoud van het overdrachtsdocument 'Governance gemeenschappelijke regeling Dienst Gezondheid & Jeugd Zuid-Holland Zuid'. Kern van de zaak Met als vertrekpunt de notitie "Plan van aanpak uitwerking governance" is in 2017 gewerkt aan de versterking van de governance van onze gemeenschappelijke regeling. Dat is onder andere gebeurd in een drietal themagesprekken met het algemeen bestuur die zijn begeleid door Joost Voerman (Twynstra Gudde). Daarnaast zijn verschillende governance producten opgesteld of aangepast, en daarover heeft ook bestuurlijke besluitvorming plaatsgevonden. De uitkomsten van de gesprekken zijn bij elkaar gebracht. Op basis daarvan is dit document als "testament" voor de bestuurlijke opvolgers opgesteld. Er is voor gekozen een beknopte en heldere weergave van uitkomsten, richtinggevende uitspraken en conclusies te presenteren. Het algemeen bestuur heeft zich beperkt tot de algemene lijn. Minderheidsstandpunten komen hierin niet terug. Reeds genomen besluiten Er heeft nog niet eerder formele besluitvorming plaatsgevonden. In de themabijeenkomst van het algemeen bestuur op 15 februari jl. werd al wel kennis genomen van een conceptversie. Argumenten Verwezen wordt naar de inhoud van bijgaande memo. Kanttekeningen en risico s Geen. Kosten, baten en dekking Dit besluit heeft als zodanig geen financiële gevolgen. Communicatie Geen. Vervolgprocedure Verwezen wordt naar de inhoud van bijgaande memo. Evaluatie en verantwoording Geen.

29 Het algemeen bestuur van de Dienst Gezondheid & Jeugd Zuid-Holland Zuid; Gelet op: o de beraadslagingen in de vergadering van het algemeen bestuur van 15 februari 2018; B e s l u i t : In te stemmen met de inhoud van het overdrachtsdocument 'Governance gemeenschappelijke regeling Dienst Gezondheid & Jeugd Zuid-Holland Zuid'. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het algemeen bestuur van 29 maart 2018, de secretaris, de voorzitter, K.J. van Hengel mw. C.M.L. Lambrechts

30 JAAROVERZICHT 2017 JANUARI JANUARI Digitale nieuwsbrief GHOR ZHZ Jaaroverzicht GHOR 2017 Introductie Een digitale nieuwsbrief maakt het delen van real-time informatie binnen de Witte Kolom mogelijk. Graag informeren wij u via deze wijze over actuele ontwikkelingen op gezondheids- en geneeskundig gebied inzake de opgeschaalde zorg. In deze nieuwsbrief kijken we terug op het jaar In dit exemplaar ligt de focus op de werkzaamheden van de GHOR en het team GHOR in Deze nieuwsbrief wordt verstuurd aan alle GHOR ketenpartners en burgemeesters van de 17 gemeenten in Zuid-Holland Zuid. Vragen? Mail het ons: t.schiedon@ghor.vrzhz.nl Terrorismegevolgbestrijding Aandacht voor mogelijke gevolgen van aanslagen Terroristische aanslagen zijn in Europa een reële dreiging geworden. Ze hebben enorme impact en kunnen zo ontwrichtend zijn dat we er speciale aandacht aan besteden, stelt adviseur Beleid en Bestuur Paul Jonker van de GHOR ZHZ. Daarom startte de Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid (VRZHZ) met een verkenning van wat er al gebeurt. Geïnventariseerd werd onder meer waar taken elkaar raken, of onderwerpen worden gemist, of oplossingen in bestaande procedures kunnen worden ingevlochten of dat iets nieuws moet worden bedacht. Veel bleek al goed geregeld te zijn, zoals slachtofferspreiding en ambulancebijstand, waarbij 24 uur per dag gegarandeerd honderd ambulances in een uur gemobiliseerd kunnen worden. De Witte Kolom - ziekenhuizen, Meldkamer, Ambulancedienst, Dienst Gezondheid & Jeugd (DG&J) en de GHOR - nam daarna onder meer de organisatie van een werkconferentie omtrent terrorisme in maart voor haar rekening, waarover verderop in dit jaarverslag meer te lezen is. Uw veiligheid, onze zorg!

31 FEBRUARI GHOR crisisorganisatiemiddag Het vliegtuig gezamenlijk in de lucht houden Tijdens de GHOR crisisorganisatiemiddag stonden vooral de introductie van crew resource management (CRM), het draaiboek terrorismegevolgbestrijding, OTO-activiteiten en leren van incidenten centraal. CRM is een veiligheidstraining voor multidisciplinaire teams in de medische sector. De term is afkomstig uit de luchtvaart. Goede communicatie en samenwerking in de cockpit moeten incidenten in de luchtvaart voorkomen. CRM maakt optimaal gebruik van alle beschikbare materialen, procedures en mensen om veiligheid te bevorderen en efficiëntie te verhogen. Vroeger bepaalde de piloot. Punt, vertelt Sander Zwanenburg, adviseur Opleiden, Trainen en Oefenen. Maar er ging nog wel eens iets mis, bijvoorbeeld omdat copiloten niet tegen hun meerdere durfden in te gaan. Nu is de bemanning van de cockpit er gezamenlijk verantwoordelijk voor dat vliegtuigen in de lucht blijven. Dat uitgangspunt geldt ook voor de Sectie GHOR: om tijdens crises niet ten onder te gaan, moeten we allemaal kunnen ingrijpen als we denken dat het niet de goede kant opgaat. Bijvoorbeeld door op de paniekknop te drukken. Dat bewustzijn neemt toe. Van 2 naar 1 GHOR en GGD worden één crisisorganisatie Kunnen de crisisorganisaties van de GHOR en GGD worden samengevoegd? Het antwoord op die vraag bleek na onderzoek positief. De voornaamste vragen waren of je de twee kunt samenvoegen en zo ja hoe dat er dan uitziet, licht adviseur Beleid en Bestuur Marco Heijstek van de GHOR toe. Om daarop antwoord te geven hebben we gebruik gemaakt van een crisismodel van TNO en de basis van crisismanagement op zoek naar een conceptueel model voor de nieuwe organisatie. De directeur Publiek Gezondheid vroeg daarbij aandacht voor een simulatie van verschillende scenario s om te kijken of het werkt en er eventuele hiccups uit te halen. Met de piketfunctionarissen van beide organisaties hebben we de scenario s in een table top doorgesproken en de uitkomsten vastgelegd op vragen als wat zou je nu doen en wat heb je op welke momenten nodig? De aanwezige piketfunctionarissen ontdekten de meerwaarde van het model, we konden de rapportage afmaken. Op basis van dit advies hebben de directeur Publieke Gezondheid en de directeur van de Veiligheidsregio gevraagd het model verder uit te werken en bestuurlijke besluitvorming voor te bereiden. Later dit jaar in de maand september hebben beide besturen ingestemd met deze nieuwe vorm van de crisisorganisatie, waarover verderop in dit jaarverslag meer te lezen is. 2 - Uw veiligheid, onze zorg!

32 GAGS bij boerderijbrand ingeschakeld voor gezondheidsrisico s koeien MAART In maart kon de brandweer bij een brand in een woonboerderij in Brandwijk door een lastige combinatie van harde wind en een rieten dak het vuur alleen maar gecontroleerd laten uitbranden. Gezondheidskundig adviseur gevaarlijke stoffen (GAGS) Bart Nieuwenhuis werd gealarmeerd en kreeg een ongebruikelijke vraag. Als GAGS beoordeel je gezondheidsrisico s bij incidenten met gevaarlijke stoffen en adviseer je aan de GHOR-functionaris, legt Bart uit. Bijvoorbeeld bij branden met een effectgebied of lekkages van chemicaliën. Het gaat dan om zaken als schuilen, ontruimen, ontsmetten maar ook om gezondheidsrisico s en communicatie daarover. Wat het leuk maakt, is de variëteit aan incidenten en de telkens verschillende partners, van OvD-G en ambulancepersoneel tot communicatieadviseurs en politieagenten. Het is de uitdaging om tussen al hun vragen de publieke gezondheid in beeld te houden en wetenschappelijke, abstracte kennis te vertalen naar heel concrete adviezen voor de praktijk. In Brandwijk speelde een kleine maar ongebruikelijke vraag: wat zijn eigenlijk de gezondheidsrisico s voor koeien in de rook en heeft het effecten op het vlees of de melk? Weer eens wat anders dan humane blootstelling. Ik kon uit de beschrij - ving van het scenario en de meetgegevens al concluderen dat inschakeling van externe diergezondheidsexpertise hoogstwaarschijnlijk niet zinvol zou zijn: het risico was gelukkig minimaal. Fris en objectief waarnemen en feedback geven Bij collegiale waarneming tijdens oefeningen is het goed zo objectief mogelijk waar te nemen en feedback te geven. De vaardigheden om dat op een constructieve manier te doen frissen we regelmatig op, vertelt adviseur Opleiden, Trainen en Oefenen van de GHOR Jeroen Peeters. Iedere piketfunctionaris van de GHOR heeft een persoonlijk ontwikkelingsplan met daarin zijn specifieke leerdoelen. Het is effectief om bij oefeningen feedback van een collega te krijgen die daar bij aansluit. Daarnaast is het overigens ook interessant en leerzaam om collega s op hun eigen manier aan het werk te zien. Om objectief te observeren en constructieve feedback te geven is wel training gevraagd, dat doen we dan ook een keer in de twee jaar. Met veertien deelnemers Algemeen Commandanten Geneeskundige Zorg, Operationeel Directeuren GHOR, Hoofden Informatie- en Hoofden Ondersteuning startten we met het opfrissen van de theorie. In het tweede deel ging een groepje aan de slag met cases en een acteur om lastige onderdelen te oefenen en bij te spijkeren. Denk aan weerstand of niet 100% open staan voor feedback. Bij objectief observeren moet je je eigen stokpaardjes loslaten, je bewust zijn van het feit dat je volgens je eigen referentiekader waarneemt en oordeelt en niet alles volgens die lijn al invult. Iemand met een fronsende blik is bijvoorbeeld niet per definitie boos. Bij feedback geven helpt het enorm de juiste toon te zoeken en te gebruiken. 3 - Uw veiligheid, onze zorg!

33 Grote oefening met geneeskundige hulpverleningsdiensten bij FC Dordrecht APRIL Werkconferentie Voorbereiden op hulpverlening na bomaanslagen Zijn hulpverleners voorbereid op terroristische aanslagen met doden? Deze vraag stond in maart centraal tijdens de GHOR werkconferentie terrorismegevolgbestrijding die tweehonderd belangstellenden vijf uur lang boeide. Aandachtspunten waren onder meer de aard van letsels ( oorlogsverwondingen met groot bloedverlies) en de eigen veiligheid van hulpverleners. Ervaringsdeskundigen van de aanslagen in Brussel lichten indringend hun motto toe: doe niet alles voor het individu, maar doe veel voor velen. Daarbij zul je moeten definiëren wie de niet-redbaren zijn, zodat je je tijd en capaciteit kunt besteden aan wat je wél kunt doen. Eigenlijk dus: om als God te moeten beslissen over leven en dood. De deskundigen wezen ook op de onmisbaarheid van inzet, solidariteit en humor wanneer zo n grote wissel wordt getrokken op hulpverleners. Ziekenhuizen, Ambulancedienst, Meldkamer, DG&J en de GHOR gaven op deze werkconferentie een vervolg met een handzaam geneeskundig draaiboek (zie verderop in dit jaarverslag). Ook werden dit jaar in de VRZHZ grote oefeningen gehouden, waaraan onder meer de Dienst Speciale Interventies, aanhoudingseenheden, politie, brandweer, Ambulancedienst, GHOR en het Rode Kruis meededen. Samenwerking tussen hulpverleningsdiensten en FC Dordrecht stond voorop bij de grote oefening die in april bij het stadion van de club werd gehouden. Volgens het oefenscenario veroorzaakte een illegale vuurwerkbom gewonden en paniek, de stewards van FC Dordrecht en de hulpverleningsdiensten waren aan zet om het stadion te ontruimen en slachtoffers (acteurs) te behandelen en naar het ziekenhuis af te voeren. De Ambulancedienst, het Rode Kruis, de Meldkamer en de VRZHZ oefenden zo de procedure van Grootschalige Geneeskundige Bijstand. In het Albert Schweitzer ziekenhuis werden registratie van gewonden en verdeling over de juiste afdelingen geoefend. Ook samenwerking tussen het Albert Schweitzer ziekenhuis en Huisartsenpost Drechtsteden om zelfverwijzers naar de juiste plek te geleiden maakte deel uit van de oefening. Op afstand werden de meldkamer en de crisisorganisatie van de GHOR betrokken om de geneeskundige hulpverlening te coördineren. Veel aandacht werd besteed aan onderlinge afstemming, in beeld brengen van het aantal gewonden en informeren van verwanten over de verblijfplaats van hun naasten. Naast aanknopingspunten voor nieuwe trainingen en oefeningen liet de avond vooral zien dat de deelnemende organisaties klaar zijn voor de praktijk. Draaiboek voor hulpverlening na bomaanslagen MEI Ziekenhuizen, Ambulancedienst, Meldkamer, DG&J en de GHOR gaven gezamenlijk vorm aan een handzaam geneeskundig draaiboek voor hulpverlening na terroristische aanslagen. Paul Jonker van de GHOR: We praten elkaar elk half jaar bij en bekijken of we het draaiboek eventueel moeten bijstellen op basis van voortschrijdende inzichten. Tijdens oefeningen kwam bijvoorbeeld duidelijk naar voren dat geldende protocollen ondergeschikt worden aan de eigen veiligheid van het personeel. Dan spelen hele andere aandachtspunten en moet 4 - Uw veiligheid, onze zorg!

34 Verpleeg- en verzorgingsinstellingen volop aan de training; CBT en crisiscommunicatie CBT-trainingen krijgen een nieuwe invulling Jaarlijks nemen tientallen zorginstellingen deel aan de training voor Crisisbeleidsteams. De GHOR geeft hierbij handvatten om Crisisbeleidsteams (CBT) stevig op te zetten. Hoewel de belangstelling ieder jaar groot is, zoekt de GHOR voor de toekomst naar een andere invulling. Adviseur Zorgcontinuïteit Anouk van Galen: Het gaat niet alleen over de eigen zorginstelling van de deelnemers waardoor inleven soms moeilijk is. Medewerkers van zorginstellingen volgen onze trainingen meestal niet met hun eigen CBT collega s, maar we merken wel dat de behoefte om met het eigen CBT te werken groot is. In zorginstellingen is vaak niet de kennis over methoden om zo n training op te zetten of de tijd ontbreekt, waardoor veel CBT teams nog niet of nauwelijks hebben geoefend met elkaar. We zoeken naar mogelijkheden om daar in 2018 meer aan tegemoet te komen. je alle richtlijnen even vergeten, de beleving is totaal anders. Als zich een daadwerkelijke dreiging voordoet, informeren we elkaar continu over specifieke problemen waar partners tegenaan lopen, zodat we elkaar kunnen helpen. Bijvoorbeeld als er ineens een dader in het ziekenhuis terecht komt en je alles moet afsluiten om eventuele wraak te voorkomen. Dat betekent immers nogal wat voor de zorg voor de andere patiënten en daarmee een verstoring van de gehele zorgcontinuïteit. Oefeningen Sectie GHOR: Let op de rode knoppen op de portofoon De oefening van de Sectie GHOR startte met een scenario met extreem weer in de regio. De gevolgen waren onder meer verkeersopstoppingen, omgevallen bomen en een verkeersongeval met een bus vol kinderen die naar verschillende ziekenhuizen buiten de regio werden vervoerd. Dat is op zich al een complicerende factor, maar contact zoeken met de ziekenhuizen werd nog verder bemoeilijkt door stroomuitval en overbelasting van het telefoonnetwerk, licht Sander Zwanenburg toe. Deelnemers aan de oefening waren daardoor aangewezen op portofoons. Een duidelijk leerpunt was de juiste functie van de twee rode knoppen op de portofoon: de ene zorgt voor de verbinding, de andere voor een noodoproep, waar uiteraard niet zomaar op gedrukt mag worden. Daarnaast merkten we dat de deelnemers na een hectische fase geneigd waren even achterover te leunen, terwijl dat juist een mooie gelegenheid is om vooruit te werken en eventuele acties voor te bereiden. Crisiscommunicatietraining voor zorginstellingen Dringende persvragen, social media ontploft, telefoontjes van familieleden van cliënten. Met de GHOR en begeleiding van trainingsbureau V&R Consult bereidden zorginstellingen zich voor op wat er allemaal kan gebeuren tijdens crises. De deelnemers maakten onder meer kennis met het begrip GRIP. Aan de hand van een casus werd besproken wat communicatieprofessionals allemaal kunnen verwachten en kregen ze tips en handvatten. Het is namelijk niet niks wat er aan communicatieaspecten op zorginstelling af kan komen, licht Tamara Schiedon, Communicatieadviseur GHOR, toe. Een aantal zaken kun je in de voorbereiding regelen, maar tijdens crises heb je ook te maken met stress, drukte en dan moet je wel aan de bak! Twee incidentvoorlichters van de VRZHZ lichtten toe wat zij precies doen aan crisiscommunicatie en hoe zij samenwerken met de zorginstelling. Daarnaast legde de GHOR uit wat zij kan betekenen voor zorginstellingen. Aan de noodzaak van samenwerking tijdens incidenten is volop aandacht besteed, besluit Tamara. Verschillende deelnemers kende elkaar al en deelden al snel ervaringen. We zien wel vaker met dit soort trainingen dat niet alleen het trainen meerwaarde heeft, maar ook elkaar leren kennen en delen van praktische zaken, dat is mooi. 5 - Uw veiligheid, onze zorg! Dat is op zich al een complicerende factor, maar contact zoeken met de ziekenhuizen werd nog verder

35 JUNI GHOR slaagt weer en behoudt haar certificaat In juni werd de GHOR weer bezocht door DNV om het kwaliteitsmanagementsysteem te auditen. Die dag is er maar één doel en dat is aantonen dat we het hele jaar kwalitatief goed werk leveren en daarmee het HKZ-certificaat handhaven dat we al sinds 2005 bezitten. Oefenen met het nieuwe LCMS-jasje Afgelopen zomer kreeg het Landelijk Crisis Management Systeem een nieuwe interface. Zeg maar een nieuw jasje, legt Jeroen Peeters uit. Alles bij elkaar is dat jasje flink aangepast. Hoewel het systeem er absoluut op vooruit is gegaan en nu een stuk gebruiksvriendelijker is, vraagt het wel even scholing om daar weer effectief mee te werken. Het gevaar is vooral dat het systeem bij grote incidenten zo ontzettend veel informatie bevat dat je amper weet waar je moet zoeken. De drie meest relevante zaken zijn het algemene tabblad met een samenvatting van het incident, het tabblad GHOR met geneeskundige informatie en de plattegrond. Omdat de deelnemers het systeem niet zo heel erg vaak gebruiken, is zo n opfriscursus elk jaar wel nodig en nuttig. Al is het maar om de verlopen wachtwoorden weer even aan te passen, zodat iedereen direct aan de slag kan bij een werkelijk incident. De medewerkers van de Sectie GHOR konden zichzelf via e-learning bijspijkeren. Voor crisiscoördinatoren van het Albert Schweitzer ziekenhuis (ASz), Beatrixziekenhuis, DG&J en de huisartsenposten werden drie trainingen van een uur verzorgd. We hebben hen de drie belangrijkste tabbladen laten zien en sloten af met een korte casus. De GHOR werkt volgens de plan-do-check-act cyclus waarmee we processen continu in de gaten houden en verbeteren. Door de reorganisatie binnen de Veiligheidsregio en veranderde werkwijzen was het lastiger dan voorheen om bepaalde processen vast te leggen. De bevindingen van de auditoren van DNV waren onder meer dat we positief kritisch zijn op inkoop en andere uitbestede processen, zoals HRM, ICT en financiën. Daarnaast moeten we de planning en control cyclus van de directiebeoordeling verfijnen, zodat de link naar de bestuursrapportages zichtbaarder wordt. Stimulerend waren de complimenten die we kregen voor de ingezette weg om de werkwijze rondom de interne audits te veranderen. Datzelfde gold voor de passie van de GHOR-medewerkers, de manier waarop de PDCA cyclus tussen de oren zit en het feit dat terugkoppeling uit de OR standaard op de agenda van het tweewekelijkse GHOR overleg staat. Brand in bovenwoning Papendrecht JULI Eind juli brak op zaterdagavond in Papendrecht brand uit in een woning. De brandweer kon verspreiding grotendeels voorkomen, uiteindelijk raakten twee woningen ernstig beschadigd, vier andere woningen hadden te maken met rook- en waterschade. Jan Kayser van de Ambulancedienst was ter plaatste als Chef van Dienst. Wij zijn meestal snel ter plekke, vertelt Jan, we lopen iets vooruit op de aankomst van de OvD-G en gebruiken die tijd eventueel om onze inzet te bepalen en ons voor te bereiden. In dit geval waren de bewoners niet thuis, omwonenden 6 - Uw veiligheid, onze zorg!

36 Hoofden Informatie houden elkaar scherp Van de vier Hoofden Informatie Geneeskundige Zorg (HIn) waren er twee relatief nieuw. Een mooie aanleiding om de neuzen weer even dezelfde richting op te zetten, aldus HIn Pim van Dam van de Sectie GHOR. werden door de politie gewaarschuwd en konden vanwege de zomerse temperaturen buiten wachten. De CoPI-bak werd geplaatst, maar toen was eigenlijk al duidelijk dat de ambulance die we stand-by hadden ook vrij snel kon inrukken. Onze rol was dus vrij beperkt. In de praktijk is het prettig samenwerken met de dienstdoende OvD-G en wordt onze samenwerking en aanwezigheid gewaardeerd. Waar loop je tegenaan, hoe gebruik je informatiesysteem LCMS optimaal en efficiënt en kunnen we daarin een eenduidige manier van werken hanteren, waren vragen die aan de orde kwamen. Pim: LCMS bevat zoveel informatie dat het meer dan handig is als je de weg kent, hoofd- en bijzaken snel kunt onderscheiden en weet in welk tabblad je relevante informatie over bijvoorbeeld het slachtofferbeeld kunt plaatsen en vinden. Het was een nuttige bijeenkomst waarbij de aandachtspunten eerlijk en open besproken werden. De deelnemers vonden het ook prettig om hun ervaringen te kunnen delen en elkaar op deze manier scherp te houden. Ze spraken de wens uit van de bijeenkomst een jaarlijks terugkerende afspraak te maken. AUGUSTUS Grote brand met opschaling naar GRIP 1 valt mee Een zeer grote brand in Gorinchem zorgde in augustus voor opschaling naar GRIP 1. Uiteindelijk viel de impact mee. Sander Zwanenburg was al snel als OvD-G ter plaatse: Na de melding is vrij vlot opgeschaald naar GRIP 1, omdat het om een loods met mogelijk gevaarlijke stoffen zou gaan. De politie deed een NL-Alert uit om omwonenden te vragen ramen en deuren te sluiten. Toen ik eenmaal ter plaatse was, werd snel duidelijk dat het niet om de loods maar om de aangebouwde kantine ging. Daar stonden alleen houten balken in brand. Er was geen sprake van gevaarlijke stoffen en omdat er vrijwel geen wind stond, trok de rookpluim recht omhoog. Na het eerste CoPI-overleg werd dan ook het Alert ingetrokken en kon worden afgeschaald. Jongeren in ZHZ krijgen jodiumtabletten Bij een kernongeval kan radioactief jodium vrijkomen. Jodiumtabletten voorkomen dat het lichaam dit opneemt. Om kostbare tijd bij een ongeval te besparen, deelde het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport in oktober 2017 jodiumtabletten uit. Onze regio ligt binnen de 100 kilometerzone van de kerncentrales Borsele en Doel (België). Binnen deze zone worden de jodiumtabletten preventief als gezondheidskundige maatregel verstrekt aan kinderen tot 18 jaar omdat zij de grootste kans op schildklierkanker door radioactief jodium hebben. Ook zwangere vrouwen krijgen de tabletten, om de ongeboren kinderen te beschermen. Binnen VRZHZ coördineren directeur Publiek Gezondheid Karel van Hengel en de GHOR de verspreiding. Landelijk worden inmiddels (begin 2018) door een expertgroep plannen voor situaties van nooddistibutie uitgewerkt. 7 - Uw veiligheid, onze zorg!

37 SEPTEMBER Communicatieadviseurs geïnformeerd over verspreiding jodium tabletten Om in te spelen op de verwachting dat gemeenten wel eens vragen van inwoners zouden kunnen krijgen over de verspreiding van jodiumtabletten, werden communicatieadviseurs van de Veiligheidsregio en de gemeenten in Zuid-Holland Zuid tijdens een aparte bijeenkomst geïnformeerd over de predistributie van jodiumtabletten. Natuurlijk was er ook alle tijd voor vragen. Anouk van Galen van de GHOR: Het was een succesvolle bijeenkomst waar we positieve reacties op kregen. De communicatieadviseurs vonden het vooral fijn duidelijke uitleg te krijgen en gelijk de antwoorden op elkaars vragen mee te krijgen. Van 2 naar 1 GHOR en GGD worden één crisisorganisatie Nadat de besturen van de VRZHZ en DG&J in september hun akkoord hadden gegeven op het samenvoegen van de crisisorganisaties van de GHOR en GGD, kon Operationeel Directeur GHOR Chris Dekkers starten met het proces om beide organisaties in elkaar te schuiven. Waar GHOR-medewerkers acute medische hulp verzorgen, is de GGD meer betrokken bij het vervolg van incidenten, met infectieziektenbestrijding, psychosociale nazorg, medische milieukunde en gezondheidsonderzoek, legt Chris uit. Die twee met elk een verschillende dynamiek samenbrengen is een interessant proces. Denk aan huisvesting in de GHOR-ruimte, maar denk ook aan omschrijvingen van functies, taken en verantwoordelijkheden. Sommige medewerkers krijgen een uitgebreidere taak, daar gaan we zorgvuldig mee om door ze te informeren over wat dat precies inhoudt, zodat we de hele nieuwe organisatie goed kunnen voorbereiden op haar taken. We bouwen verder op een basis van deskundigheid met respect voor elkaars kwaliteiten. Ik geloof dan ook dat we de kwaliteit kunnen verhogen en opleiden, trainen en oefenen efficiënter kunnen organiseren. We verwachten dat het proces in de loop van 2018 ver gevorderd is, daarbij merken we dat andere veiligheidsregio s deze ontwikkeling met belangstelling volgen. 8 - Uw veiligheid, onze zorg! Liaisons ASz trainen hun rol in het CoPI In september 2015 moest het VU medisch centrum in Amsterdam vanwege wateroverlast worden ontruimd. Een van de leerpunten was dat een goede communicatielink tussen het ziekenhuis en de Commando Plaats Incident (CoPI) ontbrak. De regio Zuid-Holland Zuid doet zijn voordeel met deze les. Zo gaf de GHOR een cursus om medewerkers van het ASz op te leiden en kennis te laten maken met de CoPI-unit en de afspraken die daar gelden. De voornaamste thema s van de cursus waren: beeld van de hectiek van crises welke crisispartners tref je in een CoPI processen van deze crisispartners taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van een CoPI afspraken in onze Veiligheidsregio rol van de liaison in ons CoPI. De toekomstige liaisons van het ASz hebben de cursus als heel leerzaam ervaren, liet Sander Zwanenburg na afloop weten. Na de cursus deden de deelnemers in oktober mee aan een gezamenlijke oefening met het ASz, een CoPI en een ROT (zie verderop in dit jaarverslag).

38 Gecombineerde oefeningen CoPI, ASz en ROT: 1+1=2 OKTOBER De cursus waarmee liaisons voor het ASz werden getraind op hun rol in het CoPI kreeg in oktober een vervolg in een gezamenlijke oefening. Er was al een ROT-oefening gepland die we wilden verrijken met de CoPI-unit, stelt Sander Zwanenburg van de GHOR. Een en een is twee en zo kwamen we tot een oefening waarin we ROT, CoPI en ziekenhuis mooi konden combineren. We deden vier oefeningen met alle vier de liaisons. Je zag het elke keer beter worden, de leercurve was stijl. Het ziekenhuis had bijvoorbeeld direct in de gaten dat het loont om technische kennis in je crisisteam op te nemen, zodat je bij ontruimingen snel antwoord hebt op vragen over stroom voorzieningen, back up en dergelijke. Zo kregen planvorming en training met deze oefeningen een mooi slotstuk, aldus Sander. Zo n opbouw waarbij de puzzelstukjes precies in elkaar vallen, maken zulke projecten zo mooi. NOVEMBER Alerimus en RIVAS oefenen GRIP1 incident In november oefenden zorginstelling Alerimus in Numansdorp en RIVAS in Hardinxveld-Giessendam met de VRZHZ de CoPI-bemanning met een brandscenario. Oefenleider Jeroen Peeters: Het CoPI-team werd steeds aangevuld met een liaison van de zorginstelling waar het incident zich afspeelde. Deze liaison is de linkingpin tussen CoPI/hulpverleningsdiensten en het CBT van de zorginstelling, daarmee is dit een cruciale rol. Aangezien deze rol voor hen nog redelijk nieuw was, werden zij continu geschaduwd door een GHOR-collega, die hen tijdens en na de oefening van de noodzakelijk tips voorzag. Tijdens enkele van de CoPI-oefeningen oefende het voltallige CBT van de instelling ook werkelijk mee. Veiligheidscoördinator RIVAS Hans Muller: Het was een zeer leerzame dag, zowel voor de teamleiders die als liaison aan het CoPI deelnamen als voor het CBT. Het CBT heeft al vaker geoefend en het was goed om te zien dat aspecten die tijdens voorgaande oefeningen als leerpunten werden meegegeven, nu daadwerkelijk werden toegepast. Rook van Gameren, Veiligheidscoördinator Alerimus: Van de deelnemers heb ik veel positieve berichten ontvangen. Het was voor hen een leerzame dag, die weer mooie aanknopingspunten biedt om verder mee aan de slag te gaan. We mogen met z n allen trots zijn op het resultaat. OvD-G bij brand in hennepkwekerij Begin november brak in een woning in Sliedrecht brand uit. In het pand bleek een hennepkwekerij te zitten. Mike Dekker van de Ambulancedienst was erbij als OvD-G. Het ging om een grote brand, dan worden wij mee gealarmeerd, vertelt Mike. Vanwege het gevaar kon de brandweer aanvankelijk niet naar binnen en was onduidelijk of er nog mensen in het pand waren. We zetten ter plaatse een ambulance klaar, maar vrij snel bleek toch dat er niemand woonde en het pand als hennepkwekerij werd gebruikt. Onze rol was in dit geval dus vrij beperkt. In andere gevallen, waarbij je naar GRIP-situaties gaat, zijn we als OvD -G verantwoordelijk voor de medische kolom. Tevens coördineren we de informatie-uitwisseling met andere hulpverlenende organisaties, de ambulances, de locaties 9 - Uw veiligheid, onze zorg!

39 Communiceren over infectieziektebestrijding Halverwege november kwamen achttien communicatieadviseurs van het regionaal operationeel team (ROT), DG&J en Albert Schweitzer ziekenhuis bij elkaar. Centraal stonden de communicatie over infectieziektebestrijding en de rol van het RIVM. waar eventuele slachtoffers naar toe worden gebracht en dergelijke. We werken met vijf collega s in een piketrooster. In de regio hebben we gemiddeld een keer of twaalf, dertien per jaar te maken met GRIP 1 en tien, vijftien keer met grote branden. Je inzet is dus beperkt, mede daarom krijgen we veel scholing aangeboden; van CoPI-dagen waarin scenario s worden geoefend en dillema s worden besproken tot bedrijfsbezoeken waarbij we de mogelijke impact van gevaarlijke stoffen en worst case scenario s met politie en brandweer bespreken. Werken aan zorgcontinuïteit in Alblasserwaard- Vijfheerenlanden Heeft u voldoende personeel om bewoners te begeleiden bij een ontruiming, wie doet wat tijdens incidenten? Allereerst was er uitleg over incidentbestrijding bij infectieziekten, aldus Sander Zwanenburg. Wat is er in het bestrijdingsplan opgenomen, wat is er anders dan bij normale GRIP-situaties en wat zijn de verantwoordelijkheden, waren enkele thema s die aan de orde kwamen. Grotere uitbraken Daarna lichtte het RIVM toe hoe zij werken bij crises op het gebied van infectieziekten. Zo wordt onderscheid gemaakt tussen situaties van hersenvliesontsteking bij individuele gevallen tot uitbraken van polio of SARS bij meerdere mensen. Bij grotere uitbraken neemt het RIVM de leiding, dat betekent dat andere organisaties een stapje terug moeten doen. Duidelijk wordt afgestemd welke partijen betrokken zijn, wie de doelgroepen zijn en welke organisatie wat en op welk moment doet. Na een casus met interessante inhoudelijke bijdragen van artsen van GGD ZHZ, die betrokken zijn bij infectieziektebestrijding, stelden de deelnemers vast dat de bijeenkomst leerzaam was. En de belangrijkste boodschap: blijf continu met elkaar praten, afstemmen en samenwerken. Zulke vragen stonden in november in Gorinchem op de agenda van de Roadshow van de GHOR, Bevolkingszorg en Brandweer van de VRZHZ. Vertegenwoordigers van zorginstellingen, thuiszorginstanties, ambtenaren bevolkingszorg, teamleiders WMO en managers van woningcorporaties verhelderden wederzijdse verwachtingen over verant woordelijkheden in de voorbereiding op crises. Veiligheid is immers samenwerking, stelde Roland Bron van de VRZHZ al in zijn welkomstwoord. Anne de Gier van de gemeente Gorinchem vertelde over de inkoop van zorg door gemeenten om inwoners met lichamelijke, verstandelijke of psychosociale problemen zo lang mogelijk in de eigen omgeving te laten wonen. Bert van Esveld, van woningcorporatie Havensteder en eigenaar van een seniorencomplex in Rotterdam, kreeg te maken met brand en evacuatie en deelde zijn belangrijkste ervaringen: zorg dat je calamiteitenplan op orde is en check of je complex aan alle eisen van de bouwvergunning voldoet. Het was goed om met elkaar te discussiëren, concludeerde adviseur Zorgcontinuïteit GHOR Anouk van Galen. Belangrijk leerpunt was dat we het niet van toevalligheden moeten laten afhangen, maar plannen gezamenlijk op orde moeten hebben. In 2018 volgen nog Roadshows in de andere twee subregio s (Drechtsteden en Hoeksche Waard) Uw veiligheid, onze zorg!

40 Witte Keten en terrorismegevolgbestrijding DECEMBER Crisiscoördinatoren van het Albert Schweitzer ziekenhuis, Beatrixziekenhuis, DG&J, Ambulancedienst, het Crisisteam van de huisartsen en een deel van de GHOR-crisisorganisatie stelden begin december terrorismegevolgbestrijding centraal. Na een introductie door Directeur Publieke Gezondheid Karel van Hengel en een kennismaking volgde een korte uitleg over het draaiboek terrorismegevolgbestrijding. En dan BREAKING NEWS: de deelnemers worden via een ingelast journaal op de hoogte gebracht van een aanslag met een bestelbusje op bezoekers van de kerstmarkt in Dordrecht. Aan de slag dus. Dat betekent inventariseren wat dit incident voor de (crisis) organisaties betekent en wat van de andere organisaties nodig is. In de terugkoppeling kwam onder meer naar voren dat je een duidelijk beeld moet hebben om te komen tot goede knelpunten en besluiten. Om een goed beeld te krijgen, is communicatie essentieel. Hier ligt een mooie taak voor de ketenregisseur: de GHOR. Het programma werd afgesloten door Wim Hermans, als psychosociaal manager betrokken bij nazorg na de aanslag in Zaventem. Hij wees op het belang om ook oog te hebben voor de hulpverleners die niet zijn ingezet. Velen van hen hebben zich tijdens deze inzet erg machteloos gevoeld, toen hun collega s hun handen vol hadden. Training liaisons breder aangeboden De opleiding voor medewerkers van het ASz waarover elders in dit jaarverslag wordt bericht, was zo n succes dat deze breder is aangeboden. Acht verpleeg- en verzorgingsinstellingen vaardigden een medewerker af naar de plaats van handeling: de CoPI-bak. Dat hielp gelijk om mogelijk koudwatervrees om de drempel over te stappen, van zich af schudden. Onder meer een leider CoPI, die werkzaam is bij de brandweer, vertelde wat zich in de CoPI afspeelt op het gebied van taken, verantwoordelijkheden en spelregels. En een van de belangrijkste lessen: de hulpdiensten komen bij calamiteiten de zaak niet overnemen, maar zorgen louter voor ondersteuning om incidenten samen tot een goed einde te brengen! Colofon Adresgegevens GHOR Zuid-Holland Zuid Romboutslaan 105, 3312 KP Dordrecht T E info@ghorzhz.nl I Aan- of afmelden Kent u professionals waarvoor de informatie uit dit bulletin interessant is. Wilt u zelf liever niet op de verzendlijst staan? Laat het ons weten via t.schiedon@ghor.vrzhz.nl 11 - Uw veiligheid, onze zorg!

41 Dordrecht, 19 maart 2018 Onderwerp: Bekendmaken vijfde wijziging van de gemeenschappelijke regeling DG&J, in verband met de inbedding van de taak 'Veilig Thuis'. Agendapunt: 3e Geachte leden van het algemeen bestuur, Het dagelijks bestuur stelt u het volgende voor: Ontwerpbesluit 1. Vast te stellen dat de vereiste meerderheid van deelnemende gemeenten een besluit heeft genomen tot vijfde wijziging van de gemeenschappelijke regeling Dienst Gezondheid & Jeugd Zuid-Holland Zuid, in verband met de inbedding van de taak 'Veilig Thuis'; 2. De wijziging ter bekendmaking in de Staatscourant aan te bieden aan het college van Dordrecht, dat daartoe formeel is aangewezen in de gemeenschappelijke regeling. Kern van de zaak Het algemeen bestuur hoeft niet meer inhoudelijk te besluiten over de wijziging van de gemeenschappelijke regeling. Vaststelling is gebeurd door de individuele colleges, met toestemming van hun gemeenteraad. Aan de orde is nu dat het algemeen bestuur constateert dat de deelnemende gemeenten tot wijziging hebben besloten. Om de wijziging formeel in werking te laten treden moet de tekst worden gepubliceerd in de Staatscourant. Het college van Dordrecht is in de regeling aangewezen om die bekendmaking te doen. Reeds genomen besluiten In uw vergadering van 27 november 2017 heeft u ingestemd met het ontwerp voor vijfde wijziging van de gemeenschappelijke regeling Dienst Gezondheid & Jeugd Zuid-Holland Zuid, in verband met de inbedding van de taak 'Veilig Thuis'. Het ontwerp is vervolgens ter vaststelling toegezonden aan de colleges. Argumenten In verband met de inbedding van Veilig Thuis was het nodig de gemeenschappelijke regeling te wijzigen. Een voorstel voor de (vijfde) wijziging werd in december 2017 ter vaststelling aan de colleges van de deelnemende gemeenten gezonden. Om tot vaststelling over te gaan hebben de colleges hun gemeenteraad om toestemming gevraagd. Inmiddels hebben wij de benodigde besluiten van de colleges en hun gemeenteraad ontvangen. Door een misverstand in de voorbereiding kon in één gemeente nog geen raadsbesluit worden genomen. In alle overige gemeenten is het besluit tot wijziging genomen. Verwacht mag worden dat ook de laatste gemeenteraad toestemming voor wijziging verleent. Niettemin is het gewenst om nu de volgende procedurele stappen te zetten, zodat de wijziging formeel wordt. Er hoeft niet op het ene ontbrekende besluit te worden gewacht, omdat de gemeenschappelijke regeling er in voorziet dat de regeling wordt gewijzigd als tenminste drievierde van het aantal deelnemende gemeenten daartoe heeft besloten.

42 Kanttekeningen en risico s Geen. Kosten, baten en dekking Over de benodigde wijziging van de begroting hebben de gemeenteraden hun zienswijzen kunnen geven en wordt afzonderlijk door het algemeen bestuur besloten. Communicatie De wijziging wordt bekendgemaakt in de Staatscourant; De wijziging wordt ter kennisneming gezonden aan Gedeputeerde Staten; De leden ontvangen de geconsolideerde tekst van de regeling ter kennisneming. Vervolgprocedure Geen. Evaluatie en verantwoording Geen.

43 Het algemeen bestuur van de Dienst Gezondheid & Jeugd Zuid-Holland Zuid; Gelet op: Artikel 48, lid 2, en artikel 50 van de gemeenschappelijke regeling Dienst Gezondheid & Jeugd Zuid-Holland Zuid; B e s l u i t : 1. Vast te stellen dat de vereiste meerderheid van deelnemende gemeenten een besluit heeft genomen tot vijfde wijziging van de gemeenschappelijke regeling Dienst Gezondheid & Jeugd Zuid-Holland Zuid, in verband met de inbedding van de taak 'Veilig Thuis'; 2. De wijziging ter bekendmaking in de Staatscourant aan te bieden aan het college van Dordrecht, dat daartoe formeel is aangewezen in de gemeenschappelijke regeling. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het algemeen bestuur van 29 maart 2018, de secretaris, de voorzitter, K.J. van Hengel mw. C.M.L. Lambrechts