Inhoudsopgave. A. Algemene inleiding en managementsamenvatting 5. B. Grondslagen bij de jaarrekening 11. C. Balans per 31 december

Transcriptie

1 20 11 Jaarrekening

2

3 2

4 Inhoudsopgave A. Algemene inleiding en managementsamenvatting 5 B. Grondslagen bij de jaarrekening 11 C. Balans per 31 december 12 D. Toelichting op de balans 15 E. van baten en lasten 19 F. van baten en lasten naar hoofdfunctie 26 G. van baten en lasten naar werkveld 28 H. Financieringsstaat 31 I. Overzicht eigen vermogen 33 J. Financiële relaties 37 K. Toelichting heffingen, retributies, verordeningen en tarieven 39 L. Accountantsverklaring 42 M. Toelichting bij rekening van baten en lasten naar werkveld 44 N. Overige bijlagen 57 3

5

6 A. Algemene inleiding en managementsamenvatting A.1 Inleiding In deze algemene inleiding wordt in hoofdlijnen een toelichting gegeven op de jaarrekening. De activiteiten van het PDV worden voor het grootste deel bekostigd door het betrokken bedrijfsleven via heffingen. Over het algemeen wordt onderscheid gemaakt tussen kosten die gemaakt worden voor het apparaat en het bestuur en kosten die verbonden zijn aan het uitvoeren van speciale activiteiten (sectoractiviteiten). Het PDV heeft twee heffingsinstrumenten ter beschikking om de activiteiten te financieren. De kosten verbonden aan de organisatie en aan het bestuur worden over het algemeen gefinancierd met behulp van algemene heffingen (financieringsheffing). Voor bijzondere doeleinden zijn bestemmingsheffingen van toepassing; de baten komen terecht in speciaal door het bestuur ingestelde fondsen of zijn bestemd voor speciaal daartoe door het bestuur aangewezen activiteiten. Overeenkomstig artikel 118 van de Wet op de bedrijfsorganisatie biedt het dagelijks bestuur de jaarrekening aan het bestuur aan. Het bestuur stelt jaarlijks een begroting en een jaarrekening vast. A.1.1 Missie en doelstellingen De missie van het productschap is vastgelegd in artikel 71 van de Wet op de bedrijfsorganisatie (1998): een het algemeen belang dienende bedrijfsuitoefening door de ondernemingen, waarvoor het is ingesteld, te bevorderen, alsmede het gemeenschappelijk belang van die ondernemingen en van de daarbij betrokken personen te behartigen. Op grond hiervan heeft het PDV een eigen missie geformuleerd: Onze missie is het creëren van toegevoegde waarde voor de diervoedersector. Dat willen wij bereiken door het bouwen van bruggen tussen de ketenpartijen. Daarom profileren wij ons als strategisch platform en kennis- en expertisecentrum voor de gehele diervoedersector. Wij bevorderen samenwerking en afstemming tussen opeenvolgende schakels in de keten van voer tot voeding. Speerpunten daarin zijn kennis, innovatie, uniforme voederwaardering, kwaliteitsborging en moderne arbeidsverhoudingen. Zo dragen we bij aan een vitale sector en aan een duurzame productie van veilige voeding voor mens en dier. Het productschap is ingesteld voor ondernemingen die: voedergewassen telen; (grondstoffen voor) diervoeder als bijproduct verkrijgen; producten van welke aard dan ook verwerken tot diervoeder(grondstoffen), dan wel diervoeder(grondstoffen) verwerken; grondstoffen voor diervoeder verhandelen; diervoeders vervoederen. De hoofdfuncties van het PDV zijn: strategisch platform voor de gehele diervoederkolom; dienstverlening aan de sectoren binnen de diervoederkolom, in de vorm van kennis en informatie, onderzoek en (administratieve) uitvoering van gewenste activiteiten; verordenende bevoegdheid (terughoudend gebruik; waar mogelijk wordt gekozen voor uniformering en standaardisering). 5

7 A. Algemene inleiding en managementsamenvatting De activiteiten die uit deze hoofdfuncties voortvloeien, zijn ondergebracht in de volgende werkvelden: Medebewind (verantwoord onder Bestuur en organisatie); Kwaliteitsaangelegenheden; Voederwaardering; Duurzame innovatie en ontwikkeling; Arbeidsaangelegenheden. A.1.2 Draagvlak Draagvlak bij de sectoren voor de uit te voeren activiteiten is een basisvoorwaarde. In is een ondernemerspeiling gehouden. Daaruit bleek dat 95% van de ondernemingen in de diervoedersector vóór continuering van het PDV is. Hoewel een deel van de ondernemingen kanttekeningen plaatst bij bepaalde activiteiten en/of kritisch is over de verhouding tussen de hoogte van de heffingen en de inspanningen die daar tegenover staan, staat het voortbestaan van het PDV voor de ondernemers in de diervoedersector nauwelijks ter discussie. A.1.3 Transparantie en inspraak op beleid Het PDV werkt volgens de Code Goed Bestuur. Dit betekent bevordering van het transparant, democratisch en doelmatig functioneren van de schappen. De inhoud van de code beoogt een ieder die actief is in de bestuurswereld van de bedrijfslichamen te stimuleren zich op een maatschappelijk geaccepteerde en verantwoorde wijze te gedragen en daar publiekelijk verantwoording over af te leggen. A.1.4 Samenwerking, een toekomst in beweging In was er zowel door de Tweede Kamer en Kabinet als door het bedrijfsleven veel aandacht voor de toekomst van de PBO. Begin hebben de besturen van de productschappen besloten om te gaan samenwerken door het oprichten van één serviceorganisatie, die vervolgens de verschillende schappen ondersteunt. Bij de nieuw op te richten organisatie zijn betrokken: HPA; Productschap Akkerbouw; Productschap Diervoeder; Productschap Wijn; Productschap Margarine, Vetten en Oliën; Productschap Pluimvee en Eieren; Productschap Tuinbouw; Productschap Vee en Vlees; Productschap Vis; Productschap Zuivel. De samenwerking tussen de productschappen is noodzakelijk geworden uit efficiëntieoverwegingen en om ervoor te zorgen dat er voldoende kritische massa is om een professioneel dienstenniveau te kunnen blijven garanderen. Tevens wordt hiermee beoogd dat er een toekomstgerichte organisatie ontstaat die gekwalificeerd personeel kan behouden en blijven aantrekken. Begin is een motie aangenomen, die opriep om te onderzoeken of de taken van de schappen elders en op een andere manier uitgevoerd konden worden. Daartoe heeft het kabinet het EIM opdracht gegeven om de taken van de schappen te inventariseren. Tevens heeft het kabinet een commissie van drie deskundigen, onder leiding van mevrouw Jorritsma, in het leven geroepen. Deze 6

8 A. Algemene inleiding en managementsamenvatting commissie heeft advies uitgebracht aan de Minister van SZW; op basis hiervan heeft het kabinet in oktober zijn standpunt ten aanzien van de schappen bepaald. Het kabinet kiest voor het handhaven van het PBO-stelsel, met als kerntaken plant- en diergezondheid en dierenwelzijn, voedselveiligheid en gezondheid en medebewind. De behandeling van het kabinetsstandpunt in de Tweede Kamer heeft geleid tot het indienen van diverse moties, waaronder een motie waarin de regering wordt opgeroepen om het PBO-stelsel af te schaffen. Deze motie is vervolgens door de Tweede Kamer aangenomen. Deze motie vraagt echter meer, het verzoekt de regering ook om binnen zes maanden een wetsvoorstel aan de Tweede Kamer voor te leggen om de Wet op de bedrijfsorganisatie aan te passen, een voorstel te doen voor de afbouw van de schappen en aan te geven hoe de wettelijke taken en activiteiten van publiek belang op het gebied van medebewind, plant- en diergezondheid en dierenwelzijn, voedselveiligheid en gezondheid kunnen worden ondergebracht. Ook wordt de regering verzocht om in overleg te treden met werkgevers- en werknemersorganisaties waar zij niet-wettelijke taken in het private domein willen onderbrengen. De discussie over de PBO maakt duidelijk dat de PBO aan de vooravond staat van ingrijpende wijzigingen. Dit zal gepaard gaan met forse organisatorische en personele gevolgen, waarmee aanzienlijke kosten zijn gemoeid. Inmiddels hebben werkgevers- en werknemersorganisaties nagenoeg overeenstemming bereikt over een sociaal plan. Op het moment van opstellen van deze jaarrekening zijn de voornemens echter nog onvoldoende gedetailleerd om de consequenties hiervan te verwerken in de jaarrekening, dit zal in de loop van 2012 verder worden uitgewerkt. A.1.5 Leeswijzer De jaarrekening is opgedeeld in de volgende vijf werkvelden: Bestuur en organisatie; Kwaliteitsaangelegenheden; Voederwaardering; Duurzame innovatie en ontwikkeling; Arbeidsaangelegenheden. Binnen de werkvelden zijn subfuncties te onderscheiden. Voor een complete weergave verwijzen wij u naar onderdeel A.3 Inrichting. De hoofdstukken A tot en met K gaan op hoofdlijnen in op het gevoerde beleid en bevatten alle informatie die nodig is om aan de richtlijnen van de Verordening financiën bedrijfslichamen 1999 van de SER te voldoen en zijn onderhevig aan de controle van de jaarrekening door de externe accountant. In hoofdstuk A.2 is een managementsamenvatting opgenomen. Hoofdstuk M bevat de informatie die op werkveldniveau nodig is, waaronder een gedetailleerde weergave van het verloop van elk bestemmingsfonds. Dit ten behoeve van de beoordeling en sturing door commissies en werkgroepen. In hoofdstuk N wordt afgesloten met een verantwoording van de aan het PDV doorgerekende kosten vanuit de HPA-werkorganisatie en een overzicht van de interne overboekingen. A.2 Managementsamenvatting Resultaten op hoofdlijnen De jaarrekening voorziet in een positief resultaat van ten opzichte van in de herziene begroting. De reserves van het productschap komen daarmee tot een niveau van circa 84% van de jaarlasten. Het gunstige resultaat in de jaarrekening wordt, naast hogere heffingsinkomsten door hogere voeromzetten en hogere rente-inkomsten, mede veroorzaakt door 7

9 A. Algemene inleiding en managementsamenvatting lagere personeelskosten, vergaderkosten en lagere bedragen aan financiële relaties en doorbelaste diensten door derden. Verzelfstandiging GMP+ activiteiten De privatisering van GMP+-activiteiten PDV in GMP+ International B.V. was per 1 januari 2010 een feit. Het PDV heeft zich destijds bereid verklaard de nieuwe organisatie financieel bij te staan tot zij zelf over voldoende liquide middelen zou beschikken om aan haar verplichtingen te voldoen. In 2010 heeft PDV het nodige voorgeschoten (met name salarissen en bureaukosten). Dit is in de jaarrekening 2010 tot uiting gekomen in een R/C verhouding tussen het PDV en GMP+ International B.V. De R/C, vermeerderd met rente, is door GMP in terugbetaald. Sectoractiviteiten In de jaarrekening is het bedrag aan sectoractiviteiten circa lager dan in de herziene begroting. De voornaamste oorzaak hiervoor is dat de subsidie voor een aantal projecten op het gebied van veevoedkundig onderzoek, die waren opgenomen in de herziene begroting, nog niet kon worden toegezegd omdat de cofinanciering nog niet was geregeld. Naar verwachting zal dit begin 2012 gebeuren. Met betrekking tot het werkveld Voederwaardering geldt dat een deel van het in gereserveerde budget tezamen met het budget 2012 wordt ingezet voor verteringsonderzoek. Overheveling reserves Er is een vermogensmutatie tussen de subfuncties Arbeid en arbeidsomstandigheden en Verankering arbeid ter dekking van de lasten bij Verankering arbeid. Met ingang van 2012 is er een heffing voor de subfunctie Verankering arbeid van toepassing. Wet Openbaarmaking uit Publieke middelen gefinancierde Topinkomens Sinds 1 maart 2006 is de Wet Openbaarmaking uit Publieke middelen gefinancierde Topinkomens (WOPT) van kracht. De wet regelt dat een instelling die overwegend uit publieke middelen is gefinancierd, jaarlijks het belastbaar jaarinkomen van functionarissen zal publiceren indien dit belastbaar jaarloon uitstijgt boven een vastgesteld gemiddeld ministersalaris (voor vastgesteld op ). Dit bedrag bestaat uit belastbaar loon, een fictief bedrag aan pensioenbijdrage en een fictieve bijtelling dienstauto. Deze situatie doet zich bij het PDV niet voor. Doorberekeningen (werk)organisatie Ten behoeve van het PA, het PDV en het PW is bij het HPA een gemeenschappelijke werkorganisatie ingericht. De autonome kosten hiervan worden gefinancierd door deze productschappen. Dit gebeurt aan de hand van vooraf afgesproken bedragen, die of gebaseerd zijn op bestuurlijke afspraken of ontleend zijn aan geleverde dienstverlening (uren maal tarief), geborgd door een systeem van dienstverleningsovereenkomsten (DVO s). De doorbelastingen van het HPA worden verwerkt onder diensten door derden doorbelast. Voor een specificatie van deze doorbelastingen wordt verwezen naar hoofdstuk N, Overige bijlagen. Afdeling Voedsel en voeding De Afdeling Voedsel en voeding is een sectoroverstijgende expertiseafdeling van het HPA. De doelen die de afdeling nastreeft zijn het voeren van het secretariaat van de Productschappencommissie Levensmiddelenwetgeving (PLW) en het proactief informeren, adviseren en ondersteunen van het PA, het PDV, het PW en gelieerde brancheorganisaties en bedrijfsleven over algemeen geldende levensmiddelenwetgeving, certificering, kwaliteitsborging en biotechnologie in de akkerbouwketen en alle aspecten rondom voeding en gezondheid van levensmiddelen. 8

10 A. Algemene inleiding en managementsamenvatting Afdeling Arbeid Het Samenwerkingsverband Sociale Aangelegenheden (SSA) is ingesteld om activiteiten op het terrein van sociale aangelegenheden doeltreffend en doelmatig voor te bereiden en uit te voeren. Samen met het Productschap MVO zijn het PA, het PDV en het PW het SSA aangegaan. De hiertoe ingestelde Afdeling Arbeid van het HPA is een ondersteunend secretariaat ten behoeve van de deelnemers aan het SSA op het terrein van onder meer arbeidsmarkt, werkgelegenheid, arbeidsomstandigheden en scholing. Interne overboekingen Voor een specificatie van de interne overboekingen wordt verwezen naar hoofdstuk N, Overige bijlagen. A.3 Inrichting De activiteiten van het Productschap Diervoeder zijn als volgt ingedeeld: Werkveld Hoofdfunctie Subfunctie Bestuur en organisatie - Bestuur en algemeen - Bestuur Algemeen - Beleidssecretariaat - Marktordeningsaangelegenheden - Diervoederwetgeving - Informatievoorziening en sectorcommunicatie Kwaliteitsaangelegenheden - Product en dienst - Kwaliteitscontrole vleeskalversector - Diervoederkwaliteit en veiligheid Voederwaardering - Product en dienst - Uniformering van voederwaardering Duurzame innovatie en ontwikkeling - Product en dienst - Veevoedkundig onderzoek - Voedingsonderzoek vleeskalveren Arbeidsaangelegenheden - Arbeid - Arbeid en arbeidsomstandigheden - Verankering arbeid 9

11

12 B. Grondslagen bij de jaarrekening De jaarrekening is opgesteld met inachtneming van de aanwijzingen als gegeven in de Verordening financiën bedrijfslichamen 1999 (gewijzigd op 24 juni 2005) van de Sociaal-Economische Raad (SER). De huidige politieke situatie leidt vooralsnog niet tot directe opheffing van het productschap. De grondslagen van waardering en resultaatbepaling zijn dan ook opgesteld op basis van continuïteit en luiden als volgt: Vorderingen worden gewaardeerd op nominale waarde onder aftrek van een voorziening voor oninbaarheid; Schulden worden gewaardeerd op nominale waarde; Belegde gelden worden gewaardeerd op basis van de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Deze waarde wordt aangepast indien een eventuele waardevermindering of -vermeerdering naar verwachting duurzaam is; Investeringen in inventarissen worden geheel in het jaar van aanschaf afgeschreven, tenzij de financiering anders geregeld is; Baten en lasten worden verantwoord in het jaar waarop deze betrekking hebben; De grondslag voor de heffingen berust op bedrijfsgegevens omtrent de hoeveelheid geproduceerde mengvoeder voor landbouwhuisdieren, de productie van concentraten en voormengsels, huisdiervoeders, kunstmelkvoeders, vochtrijke en droge voedermiddelen en de handel in droge en vochtrijke voedermiddelen. De betreffende bedrijven verstrekken opgaven aan het productschap; De lasten inzake financiële relaties, die betrekking hebben op meerdere jaren, worden verantwoord in het jaar van toekenning indien de financiering reeds aanwezig is. De lasten worden naar rato van de looptijd toegerekend indien ook de financiering over deze periode is gespreid (door middel van een specifieke heffing). 11

13 C. Balans per 31 december Activa 2010 Financiële vaste activa Belegde gelden totaal financiële vaste activa Vlottende activa Vorderingen Overlopende activa courant met HPA totaal vlottende activa Liquide middelen Liguide middelen totaal liquide middelen totaal activa

14 C. Balans per 31 december Passiva 2010 Eigen vermogen Algemene reserve Bestemmingsreserves Markt Product en dienst Arbeid totaal bestemmingsreserves Bestemmingsfondsen Product en dienst (Veevoedkundig onderzoek) totaal eigen vermogen Vlottende passiva Nog te betalen bedragen totaal vlottende passiva totaal passiva

15 D. Toelichting op de balans 14

16 D. Toelichting op de balans 2010 D.1 Belegde gelden Ingelegde middelen Productschap Diervoeder Ingelegde middelen per 1 januari Herbelegde rente per Aangekochte rente per (34.600) Herbelegde koerswinst per ingelegde middelen per 31 december Marktwaarde per ultimo jaar (34.302,31 participaties x koers 105,5500) Een deel van de bij het HPA, PA, PDV en PW beschikbare middelen wordt gezamenlijk belegd, waarbij het HPA fungeert als gedelegeerd opdrachtgever naar Robeco. Het Robeco FIDO Plus fonds is een actief beheerd obligatiefonds dat voornamelijk belegt in staatsobligaties (thans België, Oostenrijk, Finland en Nederland), obligaties uitgegeven door financiële instituten met een hoge kwaliteit, staatsgegarandeerde en gedekte obligaties. Alle beleggingen vallen binnen de restricties van de wet Fido (Financiering Decentrale Overheden). De restricties zijn dat de effecten vastrentende waarden moeten zijn, of effecten met een hoofdsomgarantie. Verder geldt dat ze worden uitgegeven door debiteuren uit de financiële sector met minimale rating van AA (voor uitzettingen > 3 maanden) of single-a (voor uitzettingen < 3 maanden) en gevestigd in een EER (Europese Economische Ruimte) lidstaat met ten minste een AA-rating. Naast selectie op basis van financieel-economische criteria wordt structureel rekening gehouden met milieu, mens en goed bestuur. Eenmaal per jaar (ultimo mei) keert Robeco dividend uit. De opbrengst wordt niet herbelegd, maar toegevoegd aan de liquide middelen. Het aandeel uit te keren dividend ten behoeve van wordt dan ook opgenomen onder rentebaten (voor een toelichting op het rendement verwijzen wij u naar hoofdstuk E Toelichting op de rekening van baten en lasten, E.2 Rente). D.2 Vorderingen Debiteuren Voorziening dubieuze debiteuren (4.300) (10.900) Nog te factureren bedragen totaal vorderingen

17 D. Toelichting op de balans 2010 In de jaarrekening 2010 was onder debiteuren het bedrag aan openstaande vorderingen van GMP+ International B.V. opgenomen (zie ook hoofdstuk A2). De financiële afwikkeling hiervan heeft in plaatsgevonden. Jaarlijks wordt de voorziening debiteuren vastgesteld op basis van risicoanalyse. Ultimo is een bedrag van afgeboekt als oninbaar en 500 ontrokken aan de voorziening. Onder nog te factureren bedragen zijn de heffingen en retributies opgenomen die in 2012 worden gefactureerd, maar nog ten gunste dienen te komen van. D.3 Overlopende activa courant GMP+ International Lening GMP+ International Nog te ontvangen subsidie SKV Nog te ontvangen rente Overige totaal overlopende activa Met GMP+ International is overeengekomen dat de lening in twee termijnen wordt terugbetaald, 50% in 2013 en 50% in 2014, afhankelijk van haar financiële positie. D.4 courant met HPA courant PDV met HPA Mutatie rekening courant met HPA Het HPA fungeert als centrale bankier voor de productschappen PDV, PA en PW. De liquide middelen van het HPA bestaan grotendeels uit reguliere bankrekeningen en deposito s. Alle ontvangsten en betalingen ten behoeve van het PDV hebben als gevolg dat de onderlinge rekening courant verhouding wijzigt tussen het PDV en het HPA. Maandelijks wordt het rekening courant saldo bepaald, het HPA vergoedt hier rente over. De bovenstaande mutatie geeft dus aan dat de vordering van het PDV op het HPA per balansdatum toeneemt met

18 D. Toelichting op de balans 2010 D.5 Eigen vermogen Algemene reserve Bestuur Algemeen Marktordeningsaangelegenheden Diervoederwetgeving Informatievoorziening en sectorcommunicatie totaal algemene reserve Bestemmingsreserves Kwaliteitscontrole vleeskalversector Diervoederkwaliteit en -veiligheid Uniformering van voederwaardering Veevoedkundig onderzoek ( ) Voedingsonderzoek vleeskalveren Arbeid en arbeidsomstandigheden totaal bestemmingsreserve Product en dienst Bestemmingsfondsen Veevoedkundig onderzoek totaal eigen vermogen Bestemmingsfondsen Veevoedkundig Onderzoek: Innovatieprogramma Emissiearm veevoer Methaan (CH 4 ), gevormd door spijsvertering van voer in het maag-darmkanaal van herkauwers, is een belangrijke bron van broeikasgassen in de landbouw. De hoeveelheid methaan die vrijkomt uit een koe is vooral afhankelijk van de voeropname en de samenstelling van het rantsoen. Het ligt dan ook voor de hand om vooral door middel van voermaatregelen in te zetten op het reduceren van CH 4. In het kader van het Convenant Schoon & Zuinig is de overheid en de sector er veel aan gelegen om deze emissiebron te reduceren. Om dit succesvol te kunnen doen is echter een onderbouwing nodig van de effectiviteit van voermaatregelen. Veel onderzoek naar de mogelijkheden en de doeltreffendheid van rantsoenaanpassing of toevoegingen aan het rantsoen om de CH4-uitstoot te verminderen is uitgevoerd in het laboratorium. Betrouwbare metingen onder gecontroleerde omstandigheden zijn zeer schaars. Om de CH 4 -reducerende voermaatregelen te onderbouwen en te stimuleren hebben overheid en sector het initiatief genomen voor het onderzoeksprogramma Innovatieprogramma Emissiearm veevoer, dat zich richt op het vaststellen van de effectiviteit van algemene voermaatregelen. Vanaf tot en met 2016 worden onder gecontroleerde voedingsomstandigheden metingen uitgevoerd in respiratiekamers van Wageningen Universiteit. 17

19 D. Toelichting op de balans 2010 De kosten voor het innovatieprogramma bedragen 4 mln. (excl. btw). Het Ministerie van EL&I draagt 50% van de kosten, onder de voorwaarden dat zowel het Productschap Zuivel als het Productschap Diervoeder elk 25% van de kosten voor hun rekening nemen. De besturen van beide productschappen hebben hiermee ingestemd en het gevraagde bedrag (elk 1 mln.) inmiddels formeel toegezegd aan de onderzoeksinstelling. Van de totale bijdrage van het PDV is in reeds toegezegd. De resterende heeft een bijzondere bestemming, deze is vastgesteld door het bestuur en heeft een bestedingsbeperking, opgelegd door derden. D.6 Nog te betalen bedragen Crediteuren Vergoeding afname activiteiten PDV Lesproject "Wat eten dieren?" Draagvlakonderzoek Veterinair Informatie punt Overige Financiële relaties Bestuur Algemeen Diervoederkwaliteit en -veiligheid Uniformering van voederwaardering Veevoedkundig onderzoek Voedingsonderzoek vleeskalveren Arbeid en arbeidsomstandigheden totaal nog te betalen bedragen D.7 Voorzieningen en niet in de balans opgenomen verplichtingen Samenwerking productschappen De afgelopen periode heeft er binnen een aantal productschappen en hun bestuurlijke achterbannen intensief beraad plaatsgehad over verregaande samenwerking. Dit heeft vooralsnog niet geleid tot mogelijke verplichtingen die in deze jaarrekening moeten worden genoemd. Voor een toelichting hierop verwijzen wij naar de Algemene inleiding. 18

20 E. van baten en lasten Herziene begroting Begroting 2010 Baten Heffingen Retributies Diensten aan derden - direct Diensten aan derden - doorbelast Rente Vergoeding opgedragen taken Niet bestede subsidies / diensten door derden Overige baten subtotaal baten Interne overboekingen (aan) totaal baten Lasten Personeelskosten Reis-, verblijf- en representatiekosten Huisvestingskosten Bureaukosten Vergaderkosten Financiële relaties Diensten door derden - direct Diensten door derden - doorbelast Overige lasten ( ) ( ) subtotaal lasten Interne overboekingen (van) totaal lasten Resultaat Stand van de reserve Reserves 01/ Reserves 31/

21 E. van baten en lasten E.1 Verschillentabel rekening van baten en lasten In onderstaande tabel worden de verschillen tot uitdrukking gebracht van de jaarrekening ten opzichte van de herziene begroting. In de toelichting worden bedragen nader gespecificeerd en grote afwijkingen/relevante zaken toegelicht. Herziene begroting Verschil Baten Heffingen Retributies Diensten aan derden - direct Diensten aan derden - doorbelast (11.400) Rente Overige baten (7.700) totaal baten Lasten Personeelskosten (7.600) Reis-, verblijf- en representatiekosten Huisvestingskosten Bureaukosten Vergaderkosten Financiële relaties ( ) Diensten door derden - direct Diensten door derden - doorbelast (86.200) Overige lasten totaal lasten ( ) Resultaat

22 E. van baten en lasten E.2 Toelichting op de rekening van baten en lasten Heffingen Over de gehele breedte zijn de inkomsten uit heffingen hoger dan begroot. Dit is veroorzaakt door een opwaartse bijstelling van de voeromzetten ten opzichte van de herziene begroting op basis van de realisaties in de eerste drie kwartalen. Rente Rendement eigen beleggingen Dit rendement betreft dividend over de eigen belegde gelden van het PDV. Het te verwachten dividend wordt ingeschat op 4% berekend over het aantal participaties maal de koers van de beleggingen. De daadwerkelijke uitkering van dividend vindt jaarlijks plaats in mei van het opvolgende jaar. Rendement beleggingen en bankrente HPA Het HPA is huisbankier en beheert de liquide middelen (hiervan is een deel belegd). Alle ontvangsten en uitgaven van de productschappen worden door het HPA verwerkt. Het HPA vergoedt / berekent rente over de rekening courant positie. Herziene begroting Begroting 2010 Rendement eigen beleggingen Aandeel in rendement beleggingen HPA Rente GMP+ International Aandeel in bankrente HPA totaal rente Personeelskosten Salarissen De salarissen zijn gebaseerd op de CAO voor de PBO-sector. De CAO-verhoging voor is in oktober vastgesteld op 1,7% met terugwerkende kracht tot 1 april. Bij het opstellen van de herziene begroting is rekening gehouden met een salarisverhoging van 1%. Pensioenpremie De dekkingsgraad van ons pensioenfonds (PFP) is per eind december 115%. Mocht de dekkingsgraad van PFP dalen tot beneden de 105%, dan heeft de werkgever zich verplicht jaarlijks een extra premiestorting te doen in het pensioenfonds van 5% van de totale salarissom. Dit is in niet van toepassing. In was de totale pensioenpremie 21% (14% voor de werkgever en 7% voor de werknemer). Overige personeelskosten Onder overige personeelskosten zijn kosten verantwoord zoals; belaste en onbelaste vergoedingen, opleidingskosten, ondernemingsraad, arbo en vitaliteitsbeleid. 21

23 E. van baten en lasten De specificatie van de personeelskosten is als volgt: Herziene begroting Begroting 2010 Salarissen Wettelijke sociale lasten Pensioenpremie Overige personeelskosten (12.000) totaal personeelskosten Gemiddelde formatie (in fulltime equivalenten) 7,4 7,4 5,8 7,2 Aantal medewerkers Salarisschaalindeling (in fulltime equivalenten) ,0 2, ,0-10 0,8 1, ,9 0, ,5 1,5 5 0,7 0, totaal formatie PDV (actief) 6,9 6,6 Bijzondere regelingen (niet actief) 0,5 0,6 totaal formatie in dienst op ,4 7,2 In bovenstaande tabel wordt de formatie weergegeven per 31 december van het desbetreffende jaar onderverdeeld naar salarisschalen. De bijzondere regelingen zijn vanaf 2009 apart opgenomen in dit overzicht. De reden hiervoor is dat deze medewerker niet volgens de schaalindeling verloond wordt, maar dat met de medewerker aparte afspraken zijn gemaakt met betrekking tot een vertrekregeling. 22

24 E. van baten en lasten In onderstaand overzicht wordt de toerekening van de formatie aan de werkvelden weergegeven. Toerekening formatie (in fulltime equivalenten) Herziene Begroting begroting 2010 Bestuur & organisatie 3,7 3,7 1,4 2,6 Kwaliteitsaangelegenheden 0,6 0,6 0,8 0,6 Voederwaardering 1,6 1,6 2,0 2,4 Duurzame innovatie en ontwikkeling 0,9 0,9 0,6 0,8 Arbeidsaangelegenheden 0,1 0,1 0,1 0,2 Reservering (medewerker met afvloeiingsregeling) 0,5 0,5 0,7 0,6 totaal formatie 7,4 7,4 5,8 7,2 Huisvesting De huur- en servicekosten worden aan de gebruikers van de kantoorruimten doorberekend. Doorberekende huurkosten Voor de huur is in een tarief gehanteerd van 90,00 per m². Hiermee worden de kosten gedekt van belastingen, verzekeringen, salaris- en overige kosten van de Technische Dienst, kleine onderhoudskosten en een jaarlijkse dotatie aan de Voorziening groot onderhoud gebouw. Doorberekende servicekosten Ten behoeve van de servicekosten is in een tarief van 200,00 per m² gehanteerd. Hier betreft het de kosten voor gas, water en licht, bedrijfshulpverlening en de salaris- en overige kosten van de teams Service en Coördinatie, Restaurant en Schoonmaak. Vergaderkosten Het bestuur van het productschap heeft een verordening vastgesteld waarin vacatiegelden en overige vergoedingen zoals reis- en verblijfkosten zijn geregeld; Verordening PDV vacatiegeld en reis- en verblijfkosten. De (plaatsvervangende) leden van het (dagelijks) bestuur en van een aantal adviescommissies ontvangen voor het bijwonen van vergaderingen, per dagdeel waarin is vergaderd, een vacatievergoeding en een vergoeding voor reis- en verblijfkosten. 23

25 E. van baten en lasten Financiële relaties Het totale bedrag van de onderbesteding die zich hier voordoet wordt mede veroorzaakt door een zeer groot aantal (individuele) kleinere afwijkingen, zowel positief als negatief. De grootste afwijkingen zijn te vinden bij: Werkveld Voederwaardering: Uniformering van voederwaardering ( ) In totaal is jaarlijks beschikbaar voor voederwaarderingsonderzoek en analyses. Hiervan zal een deel samen met het budget voor 2012 worden ingezet voor omvangrijk verteringsonderzoek; Werkveld Duurzame innovatie en ontwikkeling: 1. Veevoedkundig onderzoek ( ) Hoewel het beschikbare budget van 1,1 mln. vrijwel volledig is gealloceerd, is nog niet het gehele budget toegezegd omdat voor een aantal projecten nog cofinanciering wordt gezocht; 2. Voedingsonderzoek vleeskalveren ( ) De financiële middelen hiervoor worden uitsluitend beschikbaar gesteld door de producenten van kunstmelkvoeders voor vleeskalveren. Benutting van het budget heeft grotendeels plaats op basis van actuele ontwikkelingen. In is een groot project gestart, waarvan de financiële middelen grotendeels al als beklemde reserve uit eerdere jaren waren opgenomen. Daarnaast zijn toegezegde subsidies uit eerdere jaren vrijgevallen, omdat de ingediende projectplannen niet voldeden aan de eisen van de Werkgroep Onderzoek Vleeskalveren. Diensten door derden - direct De specificatie is als volgt: Herziene begroting Begroting 2010 Draagvlakonderzoek Accountants controlekosten Tuchtrecht Advieskosten Vrijval verplichtingen voorgaande jaren (44.500) Overige totaal diensten door derden - direct In het kader van de vierjaarlijkse representativiteittoets is aan PWC advies gevraagd met betrekking tot de rapportage aan de SER. Deze kosten zijn onder Advieskosten opgenomen. 24

26 E. van baten en lasten Diensten door derden - doorbelast Voorzitter De voorzitter van het HPA is tevens voorzitter van de productschappen Akkerbouw, Diervoeder en Wijn en de daaronder ressorterende (artikel 88a) commissies. De totale kosten van de voorzitter worden verantwoord in de jaarrekening en begroting HPA. In is er sprake van een bijzondere situatie. De huidige voorzitter, de heer Th.A.M. Meijer, heeft op 31 december afscheid genomen. De kosten verbonden aan zijn vertrek zijn in de jaarrekening opgenomen. De kosten van werving en selectie voor de nieuwe voorzitter zijn hoger uitgevallen dan in de herziene begroting was voorzien. De opvolger van de heer Meijer, mw. Mr. R.M. Bergkamp, heeft haar werkzaamheden aangevangen op 15 oktober. Herziene begroting Begroting 2010 Huidige voorzitter Salariskosten Sociale lasten / pensioenlasten Subtotaal huidige voorzitter Nieuwe voorzitter Salariskosten Sociale lasten / pensioenlasten Subtotaal nieuwe voorzitter Overige personeelskosten totaal personeelskosten Reis-, verblijf- en representatiekosten Huisvesting Bureaukosten Zaalhuur bijeenkomsten Diensten door derden - direct totaal overige kosten totaal kosten voorzitter De kosten worden doorberekend op basis van de Verordening HPA Bezoldiging Voorzitter 2009 aan: HPA Bestuur algemeen 25% Productschap Akkerbouw 30% Productschap Diervoeder 25% Productschap Wijn 20% totaal verdeling Voorzitter 100% 25

27 F. van baten en lasten naar hoofdfunctie De rekening van baten en lasten van het Productschap Diervoeder voor het jaar is als volgt: Baten Totaal generaal Bestuur en algemeen Product en dienst Arbeid Heffingen Retributies Diensten aan derden - direct Diensten aan derden - doorbelast Rente Vergoeding opgedragen taken Niet bestede subsidies / diensten door derden Overige baten subtotaal baten Interne overboekingen (aan) totaal baten Lasten Personeelskosten Reis-, verblijf- en representatiekosten Huisvestingskosten Bureaukosten Vergaderkosten Financiële relaties Diensten door derden - direct Diensten door derden - doorbelast Overige lasten subtotaal lasten Interne overboekingen (van) totaal lasten Resultaat ( ) Stand van de reserve Reserves 01/ Reserves 31/

28 F. van baten en lasten naar hoofdfunctie De herziene begroting van baten en lasten van het Productschap Diervoeder voor het jaar is als volgt: Baten Totaal generaal Bestuur en algemeen Product en dienst Arbeid Heffingen Retributies Diensten aan derden - direct Diensten aan derden - doorbelast Rente Vergoeding opgedragen taken Niet bestede subsidies / diensten door derden Overige baten subtotaal baten Interne overboekingen (aan) totaal baten Lasten Personeelskosten Reis-, verblijf- en representatiekosten Huisvestingskosten Bureaukosten Vergaderkosten Financiële relaties Diensten door derden - direct Diensten door derden - doorbelast Overige lasten subtotaal lasten Interne overboekingen (van) totaal lasten Resultaat ( ) Stand van de reserve Reserves 01/ Reserves 31/

29 G. van baten en lasten naar werkveld De rekening van baten en lasten van het Productschap Diervoeder voor het jaar is als volgt: Lasten Totaal Bestuur & organisatie Kwaliteitsaangelegenheden Voederwaardering Duurzame innovatie en ontwikkeling Arbeidsaangelegenheden Personeelskosten Reis-, verblijf- en representatiekosten Huisvestingskosten Bureaukosten Vergaderingen Diensten door derden - direct Diensten door derden - doorbelast Overige lasten totaal apparaatskosten Sectoractiviteiten subtotaal lasten Interne overboekingen (van) totaal lasten Financiering Financieringsheffing Bestemmingsheffing Retributies Diensten aan derden - direct Diensten aan derden - doorbelast Rente Overige baten subtotaal lasten Interne overboekingen (aan) totaal financiering Resultaat ( ) Stand van de reserve Reserves 01/ Reserves 31/

30 G. van baten en lasten naar werkveld De herziene begroting van baten en lasten van het Productschap Diervoeder voor het jaar is als volgt: Lasten Totaal Bestuur & organisatie Duurzame innovatie en ontwikkeling Kwaliteitsaangelegenheden Voederwaardering Arbeidsaangelegenheden Personeelskosten Reis-, verblijf- en representatiekosten Huisvestingskosten Bureaukosten Vergaderingen Diensten door derden - direct Diensten door derden - doorbelast Overige lasten totaal apparaatskosten Sectoractiviteiten subtotaal lasten Interne overboekingen (van) totaal lasten Financiering Financieringsheffing Bestemmingsheffing Retributies Rente Diensten aan derden - direct Diensten aan derden - doorbelast Overige baten subtotaal lasten Interne overboekingen (aan) totaal financiering Resultaat ( ) (52.400) Stand van de reserve Reserves 01/ Reserves 31/

31

32 H. Financieringsstaat 2010 van baten en lasten Financieringsheffing Bestemmingsheffing Retributies Diensten aan derden (incl. doorbelasting aan werkorganisatie HPA) Rente Overige baten totaal baten totaal lasten Resultaat Mutaties balans Investeringen in financiële vaste activa - (99.600) Mutatie vorderingen en overlopende activa Mutatie liquide middelen (6.900) Mutatie kortlopende schulden en overlopende passiva ( ) ( ) Resultaat mutatie rekening courant HPA (89.800) Het resultaat is toegerekend aan: Algemene reserve ( ) ( ) Bestemmingsreserves totaal mutaties reserves

33

34 I. Overzicht eigen vermogen I.1 Overzicht eigen vermogen naar hoofdfunctie Op grond van artikel 31 van de Verordening financiën bedrijfslichamen 1999 van de Sociaal-Economische Raad (SER) worden reserves onderscheiden naar: Algemene reserve De algemene reserve is de reserve van de hoofdfunctie Bestuur en algemeen; Bestemmingsreserves Bestemmingsreserves zijn de reserves (van de overige hoofdfuncties) met een bijzondere bestemming, bepaald door het bestuur; Bestemmingsfondsen Bestemmingsfondsen zijn reserves met een bijzondere bestemming, waarbij een bestedingsbeperking is aangebracht door derden. Het eigen vermogen bestaat uit de som van de algemene reserve, de bestemmingsreserves en de bestemmingsfondsen. Op grond van artikel 34 van de Verordening financiën bedrijfslichamen 1999 hanteert de SER als norm dat de som van de algemene reserve en de bestemmingsreserves maximaal gelijk is aan het totaal van de lasten over het verslagjaar. 33

35 I. Overzicht eigen vermogen Het eigen vermogen van het PDV is als volgt opgebouwd: Algemene reserve Herziene begroting Begroting 2010 Hoofdfunctie Bestuur en algemeen totaal algemene reserve Bestemmingsreserves Hoofdfunctie Markt Hoofdfunctie Product en dienst Hoofdfunctie Arbeid totaal bestemmingsreserves Bestemmingsfondsen Hoofdfunctie Product en dienst (Veevoedkundig Onderzoek) totaal bestemmingsfondsen totaal eigen vermogen Vermogenstoets Totaal algemene reserve Totaal bestemmingsreserves Totaal eigen vermogen (t.b.v. Vermogenstoets) Totale jaarlasten Eigen vermogen ten opzichte van de jaarlasten 84,1% 70,9% 60,8% 68,3% 34

36 I. Overzicht eigen vermogen I.2 Overzicht eigen vermogen naar werkveld Bestuur en organisatie Herziene begroting Begroting 2010 Bestuur Algemeen Marktordeningsaangelegenheden Diervoederwetgeving Informatievoorziening en sectorcommunicatie (20.700) totaal werkveld bestuur & organisatie Kwaliteitsaangelegenheden Kwaliteitscontrole vleeskalversector Diervoederkwaliteit en -veiligheid totaal werkveld kwaliteitsaangelegenheden Voederwaardering Uniformering van voederwaardering totaal werkveld voederwaardering Duurzame innovatie en ontwikkeling Veevoedkundig onderzoek (35.000) Voedingsonderzoek vleeskalveren totaal werkveld duurzame innovatie en ontwikkeling Arbeidsaangelegenheden Arbeid en arbeidsomstandigheden totaal werkveld arbeidsaangelegenheden totaal eigen vermogen

37 I. Overzicht eigen vermogen 36

38 J. Financiële relaties J.1 PBO toets De uitgaven aan financiële relaties vallen onder de directe verantwoordelijkheid van het Productschap. Het gaat daarbij voornamelijk om onderzoeken, voorlichtingscampagnes, handhaving van verordeningen en kennisoverdracht. Het Productschap gaat slechts een financiële relatie aan of zet deze voort wanneer aan de volgende criteria is voldaan: het doel van de financiële relatie is herleidbaar tot de taken en bevoegdheden van het Productschap, zoals bedoeld in artikel 71 van de Wet op de bedrijfsorganisatie en in haar instellingsbesluit; het doel van de financiële relatie is niet of niet goed te bereiken door middel van financiering door privaatrechtelijke organisaties; het Productschap kan de activiteiten niet of niet goed zelf uitvoeren; de activiteiten komen in beginsel ten goede aan alle ondernemingen waarvoor het Productschap is ingesteld, of die behoren tot een branche of sector binnen de werkingssfeer en de daarbij betrokken personen; er is voorzien in een tijdige evaluatie van de doelmatigheid en doeltreffendheid van de uitbestede activiteiten. In de intern opgestelde handreiking subsidiebeheer zijn deze criteria omgezet in te voeren beleid, procedures en uit te voeren beheersactiviteiten rondom de uit te besteden activiteiten. Bij vaststelling van projecten door het Productschap of daar onder vallende commissies, zijn de bovenstaande criteria tevens de uitgangspunten geweest voor het Bestuur. De handreiking is vertaald naar de Verordening subsidieverstrekking PDV 2010 en wordt door het secretariaat nageleefd, afwijkingen worden schriftelijk geautoriseerd door de secretaris of door daartoe gemachtigde medewerkers. J.2 Dragende en niet-dragende organisaties In het geval dat het Productschap subsidies verstrekt of een financiële bijdrage verleent ten behoeve van bepaalde activiteiten, dient op grond van de Vfb 99 en het Besluit Beleidsregels van de SER de betreffende financiële relatie te worden vermeld, waarbij onderscheid wordt gemaakt naar: benoemingsgerechtigde organisaties en instellingen waarin deze organisaties participeren (dragende organisaties); overige organisaties (niet-dragende organisaties). Voor een toelichting op de projecten (activiteiten) wordt verwezen naar de toelichting naar werkveld (hoofdstuk J). Financiële relaties met dragende organisaties: Hoofdfunctie / Naam organisatie Omschrijving activiteit / project / relatie Arbeid Federatie Nederlandse Vakbeweging en Christelijk Nationaal Vakverbond - Verankering factor arbeid Herziene begroting totaal dragende organisaties

39 J. Financiële relaties Financiële relaties met niet-dragende organisaties (vanaf ) Hoofdfunctie / naam organisatie Omschrijving activiteit / project / relatie Herziene begroting Product en dienst Qray - Beheer en onderhoud Veevoederdatabank Ducares B.V. - Ringonderzoeken KDLL Stichting SKV - Kwaliteitscontrole op blank kalfsvlees Wageningen UR - Verklaring in de variatie in melkureum t.b.v. het gebruik als monitoringsinstrument bij de voeding van melkvee Met een gezonde pens vooruit / De invloed van voerstrategie op de aanpassing en functionaliteit van penswand en de microflora enfauna in de pens Bedrijfsspecifieke voeding voor varkens met een verschillende gezondheidsstatus Geheel vernieuwde waardering van gras- en snijmaiskuil In situ onderzoek mengvoeder grondstoffen Verteringsonderzoek fokzeugen Verteringsonderzoek vleesvarkens Voeding - verenpikken/kannibalisme bij leghennen Pilotstudie Effect van vezelrijk verdund opfokvoer op verenpikgedrag bij opfokhennen Verbeteren van de conditie van vleeskuikenouderdieren en het effect op de bevurchting van broedeieren, kuikenkwaliteit, bevedering en persistentie ouderdieren Detacheringsovereenkomsten Passage van nutriënten van verschillende kwaliteiten grassilage en snijmaissilage vanuit de pens van melkkoeien Immuunmodulatie door β-glucanen: stimulatie of suppressie? Why dry / Verkorting van de droogstand bij melkvee: een duurzaam alternatief Voederwaardeprijzen Melkvee Voeropname en nutriëntenbenutting Nutriëntenbehoefte bij dieren Voeding en Milieu Monitoring voeding melkvee Voeding voor varkens Input van koper en zink Effect opfokvoer bij hennen Inhibition of receptor-binding Verteringsonderzoek bij paarden Voeding en Welzijn Voeding darmflora en immuniteit Novel, roughage-based feeding strategies Improving glucose homeostasis Universiteit Gent - Boterzuurproductie en boterzuurproducerende bacteriën Gezondheidsdienst Dieren - De rol van virussen bij verteringsstoornissen van pluimvee Stichting BSD - Bevordering studie diervoeding totaal niet-dragende organisaties