Diabetische retinopathie Diabetische nefropathie Diabetische voet Hart- en vaatziekten bij diabetes mellitus. Richtlijnen NDF/CBO september 1998

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Diabetische retinopathie Diabetische nefropathie Diabetische voet Hart- en vaatziekten bij diabetes mellitus. Richtlijnen NDF/CBO september 1998"

Transcriptie

1 Diabetische retinopathie Diabetische nefropathie Diabetische voet Hart- en vaatziekten bij diabetes mellitus Richtlijnen NDF/CBO september 1998

2

3 DIABETISCHE RETINOPATHIE DIABETISCHE NEFROPATHIE DIABETISCHE VOET HART- EN VAATZIEKTEN BIJ DIABETES MELLITUS Richtlijnen NDF/CBO september 1998 CBO

4 CIP-GEGEVENS KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK, DEN HAAG Syllabus Richtlijnen diabetische retinopathie, diabetische nefropathie, diabetische voet en harten vaatziekten bij diabetes mellitus. Centraal Begeleidingsorgaan voor de Intercollegiale Toetsing, in samenwerking met de Nederlandse Diabetes Federatie, et al. Utrecht : Centraal Begeleidingsorgaan voor de Intercollegiale Toetsing. ISBN X Trefw.: diabetes mellitus, nefropathie, retinopathie, voetafwijkingen, cholesterol. Centraal Begeleidingsorgaan voor de Intercollegiale Toetsing Postbus LB Utrecht Tel Fax Nederlandse Diabetes Federatie Postbus 329 Bezoekadres: 3830 AJ Leusden Fokkerstraat 17 Tel LD Leusden Fax diabetesfederatie@tip.nl Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het CBO/de NDF. Productie: Banda Heerenveen bv

5 Inhoudsopgave Voorwoord Diabetische retinopathie Voorbereidingswerkgroep Inleiding Doelstelling Begripsbepaling Pathofysiologie Risicofactoren Diagnostiek Behandeling Preventie Samenvatting Diabetische nefropathie Voorbereidingswerkgroep Inleiding Doelstelling Begripsbepaling en beloop Pathofysiologie Risicofactoren Diagnostiek Speciale aandachtsgroepen/aandachtsgebieden Patiënteneducatie Behandeling Samenvatting Inhoudsopgave 5

6 Diabetische voet Voorbereidingswerkgroep Inleiding Doelstelling Begripsbepaling Pathofysiologie Risicofactoren Diagnostiek Behandeling Preventie Samenvatting Hart- en vaatziekten bij diabetes mellitus Voorbereidingswerkgroep Inleiding Epidemiologie Pathofysiologie Risicofactoren Diagnostiek Preventie en behandeling Samenvatting Inhoudsopgave

7 Voorwoord In 1995 waren er in Nederland ongeveer mensen bekend met diabetes mellitus. Het aantal mensen met diabetes neemt sterk toe: de ramingen voor het jaar 2010 gaan uit van mensen met diabetes. Diabetes wordt daarmee één van de meest voorkomende chronische ziekten in Nederland. Diabetes mellitus type 1 komt bij 3 op de 1000 mensen voor. Dit percentage verdubbelt elke 25 jaar. Diabetes mellitus type 2 komt bij meer dan 8% van de jarigen voor. Hiervan is minder dan de helft bekend, omdat de ziekte vaak pas na 7 10 jaar wordt herkend. Met de leeftijd neemt het percentage mensen met diabetes sterk toe: van bijna 3% in leeftijdsgroep jaar tot 16% bij jarigen. Type 1 diabetes is in de Westerse wereld de meest voorkomende oorzaak van blindheid voor het 50ste levensjaar. Diabetes leidt in het algemeen bij 30% van de patiënten tot storingen van de nierfunctie; in Nederland vormen zij 11% van de dialyse-populatie. Voor mensen met diabetes is het risico van een myocardinfarct 2 5 maal en van een cerebrovasculair accident 2 3 maal groter. Rond 50% van de amputaties van de onderste ledematen is het gevolg van het hebben van diabetes. Diabetes en de daarbij komende complicaties zorgt voor 11% van de ligdagen in de ziekenhuizen. De afgelopen jaar is grote vooruitgang geboekt bij het voorkomen of vertragen van de progressie van chronische complicaties bij diabetes mellitus. Helaas profiteren nog niet alle diabetes-patiënten van deze verbeteringen. Dit was voor de Nederlandse Diabetes Federatie (NDF) aanleiding om in samenwerking met het Centraal Begeleidingsorgaan voor de Intercollegiale toetsing (CBO) een viertal (herziene) Richtlijnen te ontwikkelen voor de diagnostiek, behandeling en preventie van complicaties ten gevolge van diabetes. De samenwerking binnen de Federatie tussen organisaties van mensen met diabetes, diabetes-verpleegkundigen en medici is uniek. Voorwoord 7

8 De activiteiten van de Federatie hebben door die samenwerking een breed draagvlak, zo ook de ontwikkelde Richtlijnen. De Richtlijnen hebben betrekking op diabetische retinopathie, diabetische nefropathie, de diabetische voet en hart- en vaatziekten bij diabetes mellitus. Van de Richtlijnen verschijnen afzonderlijke versies voor medici, diabetes-verpleegkundigen en mensen met diabetes. Vrijwel tegelijkertijd met de publicatie van de Richtlijnen verschijnt de herziene Standaard Diabetes Mellitus Type 2 van het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG). De therapie- en controledoelen van deze Standaard verschillen niet van de Richtlijnen. Om de betrokkenheid van de mensen met diabetes bij de behandeling en controle van een aandoening te vergroten verschijnt in oktober 1998 een Diabetespas waarin de persoonlijke behandelingsdoelen (afgeleid van de NDF/CBO- Richtlijnen en de NHG Standaard) én de periodieke onderzoeksresultaten vastgelegd kunnen worden. De NDF en het CBO hopen met deze bundel Richtlijnen een belangrijke bijdrage te kunnen leveren aan de vermindering van het aantal complicaties bij diabetes mellitus. Dr. E. van Ballegooie, voorzitter Nederlandse Diabetes Federatie Dr. J.J.E. van Everdingen, Projectleider Richtlijnprogramma Centraal Begeleidingsorgaan voor de Intercollegiale Toetsing 8 Voorwoord

9 DIABETISCHE RETINOPATHIE

10 10 Diabetische retinopathie

11 Voorbereidingswerkgroep Mw. prof.dr. B.C.P. Polak, oogarts, Academisch Ziekenhuis Vrije Universiteit Amsterdam, Nederlands Oogheelkundig Gezelschap; voorzitter. Dr. H.J. Aanstoot, kinderarts, Academisch Ziekenhuis Rotterdam/Sophia Kinderziekenhuis Rotterdam, Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde. Dr. ing. A. Baumgarten, RA, Voorburg, Diabetesvereniging Nederland. H.F. Dubois, oogarts, Diakonessenhuis Utrecht, Nederlands Oogheelkundig Gezelschap. Mw. N. Hendriks-Jesic, diabetesverpleegkundige, St. Oogziekenhuis Rotterdam, Eerste Associatie van Diabetesverpleegkundigen. Mw. dr. J.M.M. Hooymans, oogarts, Academisch Ziekenhuis Groningen, Nederlands Oogheelkundig Gezelschap. Mw. dr. C.J.E. Kaandorp, arts, stafmedewerker CBO Utrecht; secretaris. Mw. F.J.M. Klessens-Godfroy, internist, St. Oogziekenhuis, Rotterdam, Nederlandsche Internisten Vereeniging. E. Peperkamp, oogarts, St. Oogziekenhuis Rotterdam, Nederlands Oogheelkundig Gezelschap. Dr. K. Reenders, huisarts, Hoogeveen, Nederlands Huisartsen Genootschap. Dr. B.H.R. Wolffenbuttel, internist, Academisch Ziekenhuis Maastricht, Nederlandse Diabetes Federatie. Diabetische retinopathie 11

12 1 Inleiding Ondanks de vooruitgang in de behandeling is diabetische retinopathie in de Westerse wereld nog steeds de belangrijkste oorzaak van slechtziendheid en blindheid bij mensen tussen de 20 en 75 jaar. Hiervoor zijn verschillende oorzaken aan te wijzen. Ten eerste is het aantal patiënten met diabetes mellitus (DM) sterk toegenomen en zal deze ontwikkeling zich in de nabije toekomst continueren, volgens het rapport van de Stuurgroep Toekomstscenario s Gezondheidszorg in Nederland in de komende 15 jaar mogelijk zelfs met 40%. 1 Voorts zijn de behandelingen helaas niet in alle gevallen effectief. En tenslotte worden te veel patiënten met DM niet of onvoldoende op oogafwijkingen gescreend en worden niet alle ontdekte oogafwijkingen op de juiste wijze behandeld. Bijna alle patiënten met DM type 1 hebben na jaren tekenen van retinopathie. 2 Van de patiënten met DM type 2 heeft zeker een kwart al netvliesafwijkingen op het moment dat de diagnose wordt gesteld, en dit percentage neemt toe tot 95% naarmate de DM langer bestaat. Zowel in Europa als in de Verenigde Staten worden grootschalige campagnes gevoerd om de oogheelkundige complicaties van DM zo veel mogelijk te beperken. Dit komt in de Verenigde Staten tot uiting in het Diabetes 2000 project dat als doel heeft in het jaar 2000 blindheid ten gevolge van DM te hebben geëlimineerd, en in Europa in de St. Vincent Declaration (1989) waarin als doel gesteld wordt blindheid door DM binnen 5 jaar met een derde te hebben verminderd. Deze laatste doelstelling zou, gezien de effectiviteit van de moderne oogheelkundige behandelingsmogelijkheden, in principe haalbaar moeten zijn. Diabetische retinopathie komt voor bij 40% van alle patiënten met DM, bij een kwart hiervan gaat het om de proliferatieve vorm. 3 Gedurende 5 jaren na het diagnostiseren van DM type 1 is diabetische retinopathie zelden aanwezig. De aandoening komt vooral na de puberteit vaker voor. Na jaar DM type 1 is de frequentie 50%, na 20 jaar 95%. Van de patiënten bij wie de diagnose DM type 2 wordt gesteld, heeft 20-38% op dat moment diabetische retinopathie, waarschijnlijk doordat vaak enkele jaren van verhoogde glucosespiegels vooraf zijn gegaan. In deze patiëntengroep 12 Diabetische retinopathie

13 stijgt de frequentie van diabetische retinopathie na 20 jaar DM tot 85%. Zonder tijdige en adequate behandeling wordt 50% van de patiënten met proliferatieve retinopathie binnen 5 jaar blind, bij niet-proliferatieve retinopathie is dat 15%. Literatuur 1 Stuurgroep toekomstscenario s gezondheidszorg. Chronische ziekten in het jaar Deel 1. Scenario s over diabetes mellitus Utrecht/Antwerpen: Bohn Stafleu Holkema, Klein R, Klein BEK, Moss SE, Davis MD, DeMets DL. The Wisconsin epidemiologic study of diabetic retinopathy II. Prevalence and risk of diabetic retinopathy when age at diagnosis is less than 30 years. Arch Ophthalmol 1984; 102: Peperkamp E. Diabetische retinopathie. In: Ballegooie E van, Heine RJ. Diabetes Mellitus. Utrecht: Bunge, Diabetische retinopathie 13

14 2 Doelstelling Vroege opsporing van diabetische retinopathie en adequate, tijdige oogheelkundige behandeling betekenen voor zeer veel patiënten met DM behoud van arbeidsgeschiktheid, zelfstandigheid en verbeterde kwaliteit van leven, en leveren tevens collectieve lastenverlichting op. De doelstelling van de richtlijn Diabetische retinopathie is te komen tot voor de praktijk hanteerbare en uitvoerbare adviezen voor de preventie, opsporing en behandeling van diabetische retinopathie. Het belangrijkste is dat deze richtlijn door alle betrokkenen in de eerste en de tweede lijn wordt gedragen en actief wordt geïmplementeerd. 14 Diabetische retinopathie

15 3 Begripsbepaling Diabetische retinopathie: afwijkingen aan de netvliesvaten ten gevolge van DM. Exsudatieve retinopathie of achtergrond-retinopathie : vochtophopingen en daarmee gepaard gaand functieverlies van de retina ten gevolge van verhoogde permeabiliteit van de vaatwanden. Wanneer oedeem optreedt in de gele vlek ( macula-oedeem ), ontstaat visusdaling. Proliferatieve retinopathie: uitgroei van bloedvaten, vooral aan de rand van de papil en in het verloop van de grote retinavaten. De hierdoor ontstane glasvochtbloedingen en loslating van de retina leiden vaak tot slechtziendheid en blindheid. Preproliferatieve afwijkingen: afwijkingen die voorafgaan aan de ontwikkeling van proliferatieve diabetische retinopathie: zogenaamde non-perfusiegebieden na afsluiting van capillaire gebieden, aan de rand hiervan verwijde capillairen die microshunts vormen tussen het arteriële en veneuze bed, cotton wool vlokkige witte gebiedjes die bestaan uit gezwollen zenuwvezels door onderbroken axonale transportmechanismen na micro-infarcering in de oppervlakkig gelegen zenuwvezellaag en lokale veneuze dilataties met soms hoefijzervormige verbuigingen van de venen. Slechtziendheid: gezichtsscherpte van beide ogen tezamen is minder dan 30% (dat wil zeggen: moeite met lezen). Maatschappelijke blindheid: gezichtsscherpte van beide ogen tezamen minder dan 3/60 (WHO, Genève, 1992). Blindheid: gezichtsscherpte is nihil (dat wil zeggen: geen lichtperceptie). Diabetische retinopathie 15

16 4 Pathofysiologie Retinacapillairen vormen bij diabetische retinopathie de primaire lokalisatie van de afwijkingen. Pericytenverlies, vergroving van de capillaire basaalmembraan en endotheelafwijkingen zijn kenmerkend bij histologisch onderzoek. Klinisch uit zich dit in toegenomen lekkage van klein moleculaire stoffen (oedeem, fluoresceïnelekkage) en van groot moleculaire stoffen (harde exsudaten) en in doorbraak-fenomenen (bloedingen). Verdikking van de capillaire basaalmembraan leidt tot afsluiting van de capillairen. Uiteindelijk zal dit proces vaatnieuwvormingen (proliferatieve diabetische retinopathie) als gevolg hebben. Bij het ontstaan van diabetische retinopathie gaat het vooral om een gestoorde bloedvoorziening: retinacapillairen vormen de primaire lokalisatie van de afwijkingen. Aantasting van de bloed-retinabarrière ontstaat als gevolg van beperkte afgifte van zuurstof door erytrocyten door verhoogde concentraties 2,3-difosfoglyceraat en hemoglobine-a 1c, van oedeem in de vaatwandcellen door verhoogde concentraties sorbitol en fructose door een verhoogde activiteit van aldosereductase in de murale cellen, en door verdikking van de capillaire basaalmembraan. Micro-infarcering is het gevolg van stoornissen van erytrocytenaggregatie en -vervormbaarheid, verhoogde concentraties van fibrinogeen, gestoorde fibrinolytische capaciteit en stoornissen in de trombocytenaggregatie. De afbraak van de bloed-retinabarrière uit zich als lekkage via de vaatwand ( achtergrond-retinopathie ); ten gevolge van retinale ischemie ontstaat vaatnieuwvorming ( proliferatieve diabetische retinopathie ). 16 Diabetische retinopathie

17 5 Risicofactoren Lang bestaande diabetes mellitus, de hoogte van de bloedglucosespiegel en de duur van hyperglycemie zijn de belangrijkste determinanten voor het ontstaan en de ernst van de retinopathie. Vanuit pathogenetisch oogpunt is het aannemelijk dat vooral de duur van de hyperglycemie een cruciale rol speelt bij het ontstaan van diabetische retinopathie. Hypertensie is een belangrijke risicofactor voor progressie van diabetische retinopathie. Voor de praktijk zijn de belangrijkste therapiedoelen normoglycemie en normotensie. Wat betreft de bloeddruk worden lagere streefwaarden gehanteerd dan voor de algemene bevolking. 1,2 Bij patiënten met langdurig slecht gereguleerde DM en niet-proliferatieve retinopathie is snelle verslechtering naar proliferatieve retinopathie beschreven na eventuele verbetering van de bloedsuikerspiegels door overschakeling op een insuline-infusiepomp óf intensieve conventionele insulinetherapie. Ook in enkele prospectieve gerandomiseerde onderzoeken waarbij de behandeling met continue subcutane insuline-infusie (CSII) en conventionele insulinetherapie met elkaar zijn vergeleken, werd in het eerste jaar van deze onderzoeken een statistisch significante toename van de fundusafwijkingen gezien in de CSII-groep. Deze verschillen waren na 2 jaar weer verdwenen. In de Oslo Study bleek vervolgens de kans op het ontstaan van ernstige exsudatieve retinopathie sterk toegenomen te zijn in de groep patiënten met de hoogste gemiddelde HbA 1c -concentratie vóór overschakeling op intensieve therapie. De oorzaak van de (tijdelijke) verslechtering van het fundusbeeld is nog niet duidelijk. 1-4 In geval van slecht gereguleerde DM en (ernstige) diabetische retinopathie dient niet te snel normoglycemie te worden nagestreefd. Dit geldt vooral bij (voorgenomen) zwangerschap, overgang op insuline-pompbehandeling en bij overschakeling van behandeling met tabletten op insuline. Diabetische retinopathie 17

18 Literatuur 1 Diabetes control and complications trial research group. The effect of intensive treatment of diabetes on the development and progression of long-term complications in insulin-dependent diabetes mellitus. New Engl J Med 1993; 329: Moss SE, Klein R, Klein BEK. Cigarette smoking and ten-year progression of diabetic retinopathy. Ophthalmology 1996; 103: Hooymans JMM. The course of diabetic retinopathy during treatment with continuous subcutaneous insulin infusion (proefschrift). Groningen, Henricsson M, Janzon L, Groop L. Progression of retinopathy after change of treatment from oral antihyperglycemic agents to insulin in patients with NIDDM. Diabetes Care 1995; 18: Diabetische retinopathie

19 6 Diagnostiek Opsporing DM type 1 Bij een patiënt met DM type 1 is het verantwoord na het stellen van de diagnose 5 jaar te wachten met een oogheelkundig onderzoek. De eerste 5 jaren komen er zelden fundusafwijkingen voor. Als DM zich op de kinderleeftijd manifesteert, worden de eerste netvliesafwijkingen pas vanaf het begin van de puberteit zichtbaar. 1-3 Bij prepubertaire kinderen dient oogheelkundig onderzoek dan ook te starten 5 jaar na de diagnose of bij het begin van de puberteit. DM type 2 Aangezien de diabetesduur de belangrijkste risicofactor is en patiënten met DM type 2 gemiddeld gedurende 5-7 jaren hyperglycemie hebben voordat de diagnose DM wordt gesteld, dient bij deze groep oogheelkundig onderzoek binnen 6 maanden na het stellen van de diagnose DM te worden uitgevoerd. 1-3 Frequentie De frequentie van oogheelkundige controles hangt af van het al dan niet aanwezig zijn van fundusafwijkingen en de aanwezigheid van risicofactoren waarvan bekend is dat ze het ontstaan en het beloop van de retinopathie ongunstig beïnvloeden. Tot deze risicofactoren behoren: diabetesduur, hypertensie, slechte bloedglucose-regulatie, puberteit, zwangerschap, microalbuminurie of proteïnurie en/of slechte nierfunctie, en snelle, scherpe daling van de bloedglucose (zoals ook kan voorkomen bij de overschakeling van tabletten op insuline). De verwijzend arts dient deze gegevens dan ook mee te geven bij de verwijzing naar de oogarts. Patiënten met DM type 1 of DM type 2 zonder tekenen van retinopathie, maar met één of meer van bovengenoemde risicofactoren dienen minstens eenmaal per jaar te worden gecontroleerd; als er geen risicofactoren zijn, zou kunnen worden volstaan met controle binnen 2 jaar. Diabetische retinopathie 19

20 Verantwoordelijkheid De behandelend arts en de patiënt met DM hebben ieder een eigen verantwoordelijkheid dat periodiek fundusonderzoek wordt verricht. Het behoort tot de taak van de behandelend arts de patiënt (of diens ouders) te informeren over visusbedreigende oogheelkundige complicaties en hem er op te wijzen dat vermindering van de kans op dergelijke complicaties mogelijk is door tijdige opsporing, controle en behandeling. Bij alle patiënten met DM dient de behandelend arts te controleren of oogheelkundig onderzoek daadwerkelijk wordt verricht. Onderzoek Alle methodes van onderzoek zijn gericht op het vaststellen van de aanwezigheid of de afwezigheid van retinopathie. Het hangt af van de regionale capacitaire mogelijkheden en de individuele vaardigheden welke methode de voorkeur verdient. 4 Funduscopisch onderzoek Funduscopisch onderzoek dient in mydriasis te gebeuren. Het onderzoek vereist ervaring en wordt daarom bij voorkeur door de oogarts verricht. 1-3 Funduscopie zonder pupilverwijding laat te weinig van de fundus zien, waardoor de typische afwijkingen van diabetische retinopathie kunnen worden gemist. Wel is het van belang de oudere patiënt te informeren over de symptomen die na mydriasis op een glaucoomaanval zouden kunnen wijzen. Fundusfotografie Het is mogelijk het screeningsonderzoek uit te voeren door middel van fundusfotografie, waarmee vooral in het buitenland maar ook in Nederland ervaring is opgedaan. 4-7 Indien fundusfotografie als screeningsmethode wordt gebruikt, zijn de voorwaarden: mydriasis door middel van oogdruppels; deskundige fotografie met adequaat fotografisch materiaal; beoordeling van de foto s door een deskundige, bij voorkeur een oogarts; verwijzing naar een oogarts bij iedere op de foto ontdekte afwijking en bij niet of slecht te beoordelen foto s. 20 Diabetische retinopathie

21 Ook indien met een non-mydriatic camera wordt gewerkt, is pupilverwijding door middel van oogdruppels een vereiste. 5 Een voordeel van screening door middel van fundusfotografie is dat de afwijkingen worden gedocumenteerd, waardoor vergelijking achteraf mogelijk is. 6 Omdat bij funduscopie en fundusfotografie macula-oedeem kan worden gemist, is bepaling van de visus essentieel. Bij een daling van de visus dient maculaoedeem te worden uitgesloten door aanvullend oogheelkundig onderzoek (biomicroscopie, fluorescentie-angiografie of stereofotografie). Overigens gaat macula-oedeem vrijwel altijd gepaard met andere kenmerken van diabetische retinopathie, zodat uiteindelijk toch verwijzing naar een oogarts zal volgen. 4-7 Verwijsindicaties De behandelend arts dient de patiënt met DM voor oogheelkundig onderzoek naar de oogarts te verwijzen indien hij: de funduscopie en het overige oogheelkundige onderzoek niet beheerst; de fundus niet goed kan beoordelen; twijfelt aan zijn bevindingen bij funduscopie; afwijkingen vaststelt of vermoedt; een niet te corrigeren visusdaling vaststelt. Fluorescentie-angiografie Het is niet nodig fluorescentie-angiografie te verrichten bij evidente proliferatieve diabetische retinopathie en ook niet bij patiënten met DM en een optimale visus zonder zichtbare afwijkingen. Het kan wel zinvol zijn bij patiënten met onbegrepen visusdaling en/of diabetische maculopathie waarbij onduidelijk is of het macula-oedeem exsudatief of ischemisch is. 8 Controle Zoals beschreven bij opsporing hangt de frequentie van oogheelkundige controles af van het al dan niet aanwezig zijn van fundusafwijkingen en de aanwezigheid van risicofactoren waarvan bekend is dat ze het beloop van de retinopathie ongunstig beïnvloeden: diabetesduur, hypertensie, slechte bloedglucoseregulatie, puberteit, zwangerschap, microalbuminurie of protenurie en/of slechte nierfunctie, snelle en scherpe instelling van de bloedglucose (zoals ook kan voorkomen bij de overschakeling van tabletten op insuline). Indien bij een patiënt met slecht gereguleerde DM een snelle, scherpe metabole instelling is geïndiceerd, bijvoorbeeld in geval van graviditeit of bij instelling op een insuline-pomp, Diabetische retinopathie 21

22 maar ook bij overschakeling van tabletten op insuline, dient de patiënt eerst oogheelkundig te worden onderzocht: in geval van bestaande retinopathie dient eerst de retinopathie te worden behandeld en kan het raadzaam zijn de bloedglucosespiegels niet te abrupt en te snel te normaliseren. 9 Indien diabetische retinopathie is vastgesteld, is frequentere controle gewenst dan wanneer retinopathie niet aanwezig is. Beginnende niet-proliferatieve diabetische retinopathie kan reversibel zijn door goede metabole controle. Dergelijke goede controle kan bij veel patiënten de progressie vertragen en ook het optreden van andere complicaties voorkomen. 10 Preproliferatieve diabetische retinopathie en beginnende exsudatieve diabetische retinopathie dienen om de 3-4 maanden te worden gecontroleerd teneinde tijdig de indicatie voor lasercoagulatie te kunnen stellen. 1,2,8 Literatuur 1 Diabetes care and research in Europe: the St. Vincent Declaration action programme. Implementation document. Kopenhagen: World Health Organization, A protocol to screen for diabetic retinopathy in Europe. Diabetologia 1995; 15: American College of Physicians. American diabetes association, American academy. Ophthalmology. Screening guidelines for diabetic retinopathy. Ann Intern Med 1992; 116: Verhoeven S, Ballegooie E van, Crijns H, Hylkema HA, Loeve AA, Casparie AF. Is fundusfotografie zinvol bij de screening op diabetische retinopathie bij patiënten met diabetes mellitus type II? Ned Tijdschr Geneeskd 1993; 137: Aandekerk AL, Polak BCP. Non-mydriatic retinal cameras in comparison with conventional retinal cameras for screening of diabetic retinopathy. Hormone and metabolic research. 1995; 1 (suppl.): 7. 6 O Hare JP, Hopper A, Madhaven C, Charny M, Purewal TS, Harney B, Griffiths J. Adding retinal photography to screening for diabetic retinopathy: a prospective study in primary care. Brit Med J 1996; 312: Jong PTVM de. Screening op diabetische retinopathie. Ned Tijdschr Geneeskd 1993; 137: Klein R, Klein BEK, Moss SE, Linton KLP. The Beaver Dam Eye Study. Retinopathy in adults with newly discovered and previously diagnosed diabetes mellitus. Ophtalmology 1992; 99: Riaskoff S. Preventie en behandeling van diabetische retinopathie. Ned Tijdschr Geneeskd 1977; 121: Diabetes control and complications trial research group. The effect of intensive treatment of diabetes on the development and progression of long-term complications in insulin-dependent diabetes mellitus. New Engl J Med 1993; 329: Diabetische retinopathie

23 7 Behandeling Medicijnen Medicamenteuze behandeling van diabetische retinopathie is tot dusver niet zinvol gebleken. Het streven naar voortdurende (vrijwel-) normoglycemie is een uitgangspunt bij de behandeling van DM en daarmee ook te beschouwen als een vorm van basisbehandeling om ontstaan en progressie van diabetische retinopathie gunstig te beïnvloeden. De capillaire fragiliteit is aanleiding geweest vele middelen met vermeende angioprotectieve eigenschappen bij diabetische retinopathie te onderzoeken. Geen van deze middelen is echter onderzocht op een manier die een methodologische toets der kritiek kan doorstaan. 1 Lasercoagulatie Lasercoagulatie kan visusdaling voorkomen of de progressie van visusdaling door diabetische retinopathie aanzienlijk afremmen. Dit is voldoende aangetoond voor proliferatieve retinopathie en ook voor bepaalde exsudatieve retinopathieën. Ten aanzien van exsudatieve retinopathie gelden de volgende richtlijnen: bij macula-oedeem met visus 0,5: in het algemeen afwachten; bij macula-oedeem met visus 0,1 en < 0,5: focale dan wel grid/raster-behandeling; bij retinopathie met capillaire afsluiting in de fovea verbetert de prognose door lasercoagulatie niet; derhalve heeft laserbehandeling hierbij geen zin; bij fovea-bedreigende harde exsudaten wordt focale therapie toegepast. Bij preproliferatieve retinopathie is de noodzaak van lasercoagulatie niet aangetoond. 2 Omdat 10-40% van deze mensen binnen een jaar proliferatieve retinopathie ontwikkelt, kan men ter spreiding van het risico één oog panretinaal coaguleren. Een goed alternatief is van beide ogen in ieder geval de benedenhelft van het netvlies te coaguleren. Als dit tot gezichtsvelduitval leidt, vindt dit in de minder belangrijke bovenhelft plaats. Mocht het beeld overgaan in proliferatieve retinopathie dan zullen doorgaans de glasvochtbloedingen aanvankelijk naar beneden uitzakken, waar de retina dan reeds gecoaguleerd is, en kan aanvullende coagulatie in de bovenhelft plaatsvinden. Diabetische retinopathie 23

24 Bij proliferatieve retinopathie met macula-oedeem verdient het de voorkeur met rastercoagulatie van de achterpool te beginnen alvorens panretinaal de periferie te coaguleren om toename van het macula-oedeem te voorkomen. Bij ernstige proliferaties combineert men deze beide behandelingen. Panretinale lasercoagulatie is geïndiceerd bij nieuwgevormde vaten met een oppervlakte > 0,25 papildiameter op de papil, bij proliferaties in de retina, bij rubeosis van de iris en bij glasvochtbloedingen die niet door retinascheuren lijken te zijn veroorzaakt. 3 Een glasvochtbloeding kan het eerste symptoom van proliferatieve retinopathie zijn; tenzij deze spontaan opheldert, is men met fotocoagulatie (te) laat. In ieder geval bemoeilijkt een glasvochtbloeding de behandeling ernstig. 2,4 Literatuur 1 Expert Committee of the Canadian Diabetes Advisory Board. Clinical practice guidelines for treatment of diabetes mellitus. Canad Med Assoc J 1992; 147: Early treatment diabetic retinopathy study research group. Early photocoagulation for diabetic retinopathy. ETDRS report number 9. Ophthalmology 1991; 98 (5 Suppl): Diabetic Retinopathy Study Research Group. Photocoagulation treatment of proliferative diabetic retinopathy. Clinical application of Diabetic Retinopathy Study (DRS) findings. DRS report number 8. Ophthalmology 1981; 88: Early treatment diabetic retinopathy study research group. Early treatment diabetic retinopathy study design and baseline patient characteristics. ETDRS report number 7. Ophthalmology 1991; 98 (5 Suppl): Diabetische retinopathie

25 8 Preventie Het optreden van diabetische retinopathie kan meestal niet worden voorkomen, maar goede voorlichting en educatie van de patiënt met DM en de behandelaar, uitschakeling van zoveel mogelijk risicofactoren, tijdige controle en therapeutische maatregelen kunnen het ontstaan van diabetische netvliesschade uitstellen en de gevolgen er van minder desastreus laten zijn. Zowel exsudatieve retinopathie alsook proliferatieve retinopathie kunnen zich zonder visusklachten ontwikkelen en alleen regelmatige oogheelkundige controle maakt het mogelijk op het juiste moment de indicatie voor fotocoagulatie te stellen. Omdat proliferatieve diabetische retinopathie in een vroeg stadium goed te behandelen is, heeft het missen of verkeerd beoordelen van deze netvliesafwijkingen meestal ernstige consequenties. Door een intensieve metabole controle kan de kans op ernstige netvliescomplicaties met 50% worden verminderd. Ook de kans op verergering van bestaande netvliesafwijkingen wordt met de helft gereduceerd als de bloedglucosespiegels strikt worden genormaliseerd. 1 Als proliferatieve retinopathie niet herkend en dus niet tijdig behandeld wordt, ontstaat in 50% van de ogen binnen 5 jaar een ernstige visusdaling. 2,3 Bij een patiënt met langdurig slecht gereguleerde DM vormt een abrupte scherpe metabole instelling een belangrijke risicofactor voor de (tijdelijke) progressie van reeds bestaande diabetische retinopathie. Indien een dergelijke instelling is geïndiceerd dient de patiënt vooraf oogheelkundig te worden onderzocht en gecontroleerd. Diabetische retinopathie 25

26 Literatuur 1 Diabetes control and complications trial research group. The effect of intensive treatment of diabetes on the development and progression of long-term complications in insulin-dependent diabetes mellitus. New Engl J Med 1993; 329: Early treatment diabetic retinopathy study research group. Early treatment diabetic retinopathy study design and baseline patient characteristics. ETDRS report number 7. Ophthalmology 1991; 98 (5 Suppl): Early treatment diabetic retinopathy study research group. Early photocoagulation for diabetic retinopathy. ETDRS report number 9. Opthalmology 1991; 98 (5 Suppl): Diabetische retinopathie

27 9 Samenvatting Bij diabetische retinopathie kunnen bloedingen en vaatnieuwvormingen zich in het netvlies ontwikkelen, zonder visusklachten en eventueel ook zonder andere symptomen van diabetes mellitus (DM). Bij exsudatieve retinopathie bestaat lekkage van kleine bloedvaten en ontstaat slechtziendheid door maculaoedeem. Bij proliferatieve diabetische retinopathie leiden glasvochtbloedingen en netvliesloslating ten gevolge van vaatnieuwvormingen tot slechtziendheid en blindheid. Risicofactoren voor het ontstaan en verergeren van diabetische retinopathie zijn een reeds lang bestaande DM, hoge bloedglucosespiegels en vooral een langdurige hyperglycemie. Hypertensie is een belangrijke risicofactor voor de progressie van diabetische retinopathie. Bij slecht gereguleerde DM is snelle daling van de bloedsuikerspiegels (bijvoorbeeld door instellen op insuline) een risicofactor voor (tijdelijke) verslechtering van bestaande retinopathie. Een eerste oogheelkundig onderzoek is bij patiënten met DM type 1 aangewezen 5 jaar na het stellen van de diagnose DM type 1, aangezien vóór die tijd fundusafwijkingen zelden voorkomen. Kinderen dienen aan het begin van de puberteit te worden onderzocht. Bij patiënten met DM type 2, die vaak al een aantal jaren hyperglycemie hebben, dient oogheelkundig onderzoek binnen een half jaar na het stellen van de diagnose te worden verricht. Indien een patiënt met DM geen retinopathie heeft en geen risicofactoren (reeds lang bestaande diabetes mellitus, hypertensie, slechte bloedglucoseregulatie, snelle en scherpe instelling van de bloedglucose zoals tijdens zwangerschap, puberteit en overschakeling op insuline(pomp)behandeling, proteïnurie en/of slechte nierfunctie), kan oogheelkundige controle elke 1-2 jaar plaatsvinden. Indien wel één van deze factoren aanwezig is, dient na 1 jaar te worden gecontroleerd. Indien retinopathie bestaat, is de controlefrequentie ter beoordeling van de behandelend oogarts en afhankelijk van het fundusbeeld en de aanwezigheid van risicofactoren. Methoden om het oog te onderzoeken hangen af van de regionale capaciteit en individuele vaardigheden. Funduscopie en fundusfotografie dienen in mydriasis te gebeuren en het onderzoek c.q. de beoordeling van de foto s worden bij Diabetische retinopathie 27

28 voorkeur door een ervaren arts, bij voorkeur een oogarts, verricht. Omdat bij deze onderzoeken macula-oedeem kan worden gemist, is visusbepaling nodig. Bij visusdaling dient macula-oedeem te worden uitgesloten door aanvullend oogheelkundig onderzoek. Fluorescentie-angiografie is niet nodig bij evidente proliferatieve diabetische retinopathie of bij DM zonder retinopathie; het kan wel zinvol zijn bij onbegrepen visusdaling en/of diabetische maculopathie. Beginnende exsudatieve diabetische retinopathie kan reversibel zijn door goede metabole controle en een dergelijke goede controle kan bij veel patiënten de progressie vertragen. Medicamenteuze behandeling van diabetische retinopathie is tot dusver niet zinvol gebleken. Lasercoagulatie kan bij veel patiënten visusdaling voorkomen of progressie hiervan afremmen. Bij exsudatieve retinopathie is lasercoagulatie geïndiceerd, afhankelijk van het funduscopisch beeld en ook van de visus. Bij preproliferatieve retinopathie is de noodzaak van lasercoagulatie niet aangetoond. Omdat bij 10-40% van deze patiënten proliferatieve retinopathie ontstaat en een glasvochtbloeding de behandeling bemoeilijkt, is een optie om toch één oog, of van beide ogen de onderste helft van de fundus, te coaguleren. In geval van proliferatieve diabetische retinopathie is een panretinale lasercoagulatie of eventueel een vitrectomie geïndiceerd. Preventie van diabetische retinopathie is niet mogelijk, wel is beperking van de schade door normoglycemie en normotensie na te streven. Omdat zowel exsudatieve als proliferatieve retinopathie kunnen ontstaan zonder visusklachten, is regelmatige oogheelkundige controle noodzakelijk om op het juiste moment de indicatie voor lasercoagulatie te stellen. 28 Diabetische retinopathie

29 DIABETISCHE NEFROPATHIE

30 30 Diabetische nefropathie

31 Voorbereidingswerkgroep Dr. H.J.G. Bilo, internist, Isala klinieken Zwolle, Nederlandse Diabetes Federatie; voorzitter. Mw. drs. M.R.C. Hustinx, stafmedewerker, CBO Utrecht; secretaris. Prof.dr. J.H.M. Berden, internist-nefroloog, Academisch Ziekenhuis Nijmegen, Nierstichting Nederland. Mw. G. Blok, diabetesverpleegkundige, IJsselland Ziekenhuis Capelle a/d IJssel, Eerste Associatie van DiabetesVerpleegkundigen. Prof.dr. R.O.B. Gans, internist, Academisch Ziekenhuis Groningen, Nederlandsche Internisten Vereeniging. Dhr. W.C.J. de Grauw, huisarts, Berghem, Lid Vakgroep Huisartsgeneeskunde Universiteit Nijmegen, Nederlands Huisartsen Genootschap. Mw. E.C.A.M. Houdijk, kinderarts, Academisch Ziekenhuis Vrije Universiteit Amsterdam, Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde. Mw. dr. G.J. Navis, internist, Academisch Ziekenhuis Groningen, Nederlandsche Internisten Vereeniging. Dhr. R.R. van Oijen, Rijswijk, Diabetesvereniging Nederland. Mw. A. Stoeltie-Spijker, diëtiste, St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein, Nederlandse Vereniging van Diëtisten. Diabetische nefropathie 31

32 1 Inleiding Diabetische nefropathie is een belangrijke oorzaak van vroegtijdig overlijden bij patiënten met diabetes mellitus (DM). Dit verhoogde sterfterisico is vooral een gevolg van cardiovasculaire afwijkingen en uremie. De meeste gegevens aangaande de epidemiologie van diabetische nefropathie zijn bekend bij patiënten met DM type 1. De prevalentie van diabetische nefropathie bij deze patiënten lijkt af te nemen 1. De cumulatieve incidentie na 25 jaar DM was voor degenen bij wie de aandoening manifest werd tussen 1961 en 1965 ongeveer 30%, maar voor degenen bij wie het manifest werd tussen 1966 en 1970 was het nog maar 8,9%. 1 Bij patiënten met een DM type 2 lopen de schattingen over cumulatieve incidentie van diabetische nefropathie uiteen van 25% bij personen van Europese afkomst tot 50% bij personen van Afrikaanse of Indiase afkomst. Diabetische nefropathie komt derhalve 2-3 maal vaker voor bij patiënten van Afrikaanse en Indiase afkomst dan bij blanken. Het is niet duidelijk, waardoor deze verschillen bestaan; waarschijnlijk speelt de aanleg tot het ontwikkelen van hypertensie een rol. 2 Literatuur 1 Bojestig M, Arnqvist HJ, Hermansson G, Karlberg BE, Ludvigsson J. Declining incidence of nephropathy in insulin-dependent diabetes mellitus. N Engl J Med 1994; 330: Ritz E, Stefanski A. Diabetic nephropathy in type II diabetes. Am J Kidney Dis 1996; 27: Diabetische nefropathie

33 2 Doelstelling De doelstelling van deze consensus is het bevorderen van de preventie van diabetische nefropathie en van een zo goed mogelijke en gecoördineerde behandeling van patiënten met DM en (dreigende) diabetische nefropathie. Onderkend moet worden dat hart- en vaatziekten de belangrijkste oorzaak zijn van morbiditeit en sterfte bij patiënten met diabetische nefropathie. Het zo goed mogelijk tegengaan van diabetische nierschade met maatregelen gericht op zowel primaire als secundaire preventie, vergroot de levensverwachting en verhoogt de kwaliteit van leven van patiënten met DM. Diabetische nefropathie 33

34 3 Begripsbepaling en beloop Begripsbepaling Diabetische nefropathie Nierschade die optreedt ten gevolge van DM (met specifieke histopathologische lesies). De schade uit zich aanvankelijk in toenemend eiwitverlies in de urine en gaat bijna altijd gepaard met hypertensie. Uiteindelijk treedt nierfunctieverlies op met verlies aan klarend vermogen van de nieren, uiteindelijk leidend tot terminale nierinsufficiëntie. Diabetische nefropathie kan optreden bij zowel DM type 1 als bij DM type 2. 1 Normoalbuminurie Verlies van 0-30 mg albumine per 24 uur. Microalbuminurie Verlies van mg albumine per 24 uur, het stadium van de dreigende nefropathie (Engels: incipient diabetic nephropathy ). Macroalbuminurie Verlies van > 300 mg albumine per 24 uur, het stadium van de manifeste nefropathie (Engels: overt diabetic nephropathy ). (Pre)terminale nierinsufficiëntie Dermate ernstige uremie dat nierfunctievervangende therapie (bijna) noodzakelijk is (hemodialyse, peritoneale dialyse of niertransplantatie). Beloop DM type 1 Bij veel patiënten met DM type 1 is de glomerulaire filtratiesnelheid (GFR) aanvankelijk verhoogd. Deze GFR-verhoging gaat gepaard met een toename van de 34 Diabetische nefropathie

35 niergrootte met ongeveer 20%. 2 Na gemiddeld 16 jaar (uitersten: 10-30) kan duidelijke macroalbuminurie ontstaan. Deze macroalbuminure fase wordt voorafgegaan door een periode van microalbuminurie, die enige jaren kan bestaan. Bij het toenemen van het urine-albumineverlies stijgt meestal ook de bloeddruk. Deze bloeddrukstijging kan reeds worden gezien in de fase van microalbuminurie. Er zijn aanwijzingen, dat zelfs in de fase vóór het optreden van de microalbuminurie de gemiddelde bloeddruk bij de patiënten met DM die uiteindelijk micro- en macroalbuminurie ontwikkelen wat hoger is dan bij degenen die geen manifeste nierschade ontwikkelen. Is er eenmaal macroalbuminurie, dan gaat de GFR achteruit met 5-14 ml/min per jaar, als niet wordt ingegrepen. Het urine-albumineverlies kan dusdanig oplopen, dat er een nefrotisch syndroom ontstaat. Het bestaan van manifeste diabetische nefropathie bij DM type 1 gaat samen met een verhoogd risico van vroegtijdige dood, in het bijzonder door hart- en vaatziekten en uremie. 3 Na een diabetesduur van 25 jaar is bij jarigen met nefropathie de cardiovasculaire sterfte 50 maal zo hoog als bij vergelijkbare patiënten met DM zonder nefropathie. DM type 2 Bij zo n 50% van de patiënten met DM type 2 is er bij het stellen van de diagnose reeds sprake van het bestaan van urine-albumineverlies (variërend van een zeer gering verlies tot macroalbuminurie) en een hoge bloeddruk. 4 Nierfalen lijkt zich minder snel te ontwikkelen bij DM type 2 dan bij DM type 1, zij het dat bij jonge patiënten met DM type 2 de achteruitgang in nierfunctie bij het bestaan van macroalbuminurie overeenkomt met de achteruitgang bij patiënten met DM type 1: 12 ml/min per jaar. Daarom geldt: hoe jonger de patiënt met DM type 2, des te groter de kans, dat hij/zij zich qua kansen op ontstaan en progressie van microvasculaire complicaties ontwikkelt als een patiënt met DM type 1. Van de patiënten met DM type 2 ontwikkelt slechts 3-8% terminaal nierfalen. Dit relatief lage aandeel wordt niet zozeer verklaard uit het gunstige beloop van het nierfunctieverlies als wel uit het vervroegd optreden van cardiovasculaire sterfte, waardoor de individuele patiënt niet toekomt aan het ontwikkelen van terminaal nierfalen. 5,6 Bij patiënten met DM type 1 ontstaan de cardiovasculaire en renale afwijkingen tegelijkertijd, waardoor het aantal personen dat nog in staat is terminaal nierfalen te ontwikkelen, percentueel groter is. Bij patiënten met DM type 2 gaat microalbuminurie samen met het vóórkomen Diabetische nefropathie 35

36 van cardiovasculaire risicofactoren, 7 het voorspelt het optreden van cardiovasculaire sterfte (2-4 maal hogere sterfte), 8,9 proliferatieve retinopathie en nefropathie. 8 Zelfs eenmalige vaststelling van microalbuminurie in ochtendurine bleek samen te hangen met toegenomen sterfte vergeleken met de groep die negatief was bij deze screening. 10 In dit opzicht is de situatie vergelijkbaar met die bij patiënten zonder DM: ook bij patiënten zonder diabetes mellitus gaat microalbuminurie gepaard met een sterk verhoogd risico op cardiovasculaire morbiditeit en sterfte. Patiënten met DM type 2 en microalbuminurie hebben een hogere graad van insuline-resistentie, samengaand met hypertensie en lipidenafwijkingen vergeleken met patiënten met DM type 2 zonder microalbuminurie. 11 Literatuur 1 Viberti GC, Mogensen CE, Passa Ph, Bilous RW, Mangili R. St Vincent Declaration, 1994: guidelines for the prevention of diabetic renal failure. In: Mogensen CE (ed). The kidney and hypertension in diabetes mellitus. Boston, Dordrecht, London: Kluwer Academic Publishers, 1994: Mogensen CE, Anderson MJF. Increased kidney size and glomerular filtration rate in early juvenile diabetes. Diabetes 1973; 22: Deckert T. Nephropathy and coronary death the fatal twins in diabetes mellitus. Nephrol Dial Transplant 1994; 9: Klein R, Klein B, Moss R. Incidence of gross proteinuria in older-onset diabetes. Diabetes 1993; 42: Grenfell A, Bewick M, Parsons V, Snowden S, Taube D, Watkins PJ. Non-insulin-dependent diabetes and renal replacement therapy. Diabetic Med 1988; 5: Schmitz A, Veath M. Microalbuminuria: a major risk factor in non-insulin-dependent diabetes. A 10- year follow-up study of 503 patients. Diabetic Med 1988; 5: Deckert T, Kofoed-Enevoldsen A, Norgaard K, Borch-Johnsen K, Feldt-Rasmussen B, Jensen T. Microalbuminuria: Implications for micro- and macrovascular disease. Diabetes Care 1992; 15: Mogensen CE. Microalbuminuria predicts clinical proteinuria and early mortality in maturity-onset diabetes. N Engl J Med 1984; 310: Niskanen L, Voutilainen R, Teräsvirta M, Lehtinen J, Teppo A-M, Groop L, et al. A prospective study of clinical and metabolic associates of proteinuria in patients with type 2 diabetes mellitus. Diabetic Med 1993; 10: Diabetische nefropathie

37 10 Beatty OL, Ritchie CM, Bell PM, Hadden DR, Kennedy L, Atkinson AB. Micro-albuminuria as identified by a spot morning urine specimen in non-insulin treated diabetes: an eight year follow-up study. Diabetic Med 1995; 12: Groop L, Ekstrand A, Forsbolm C, Widen E, Groop PH, Teppo AM, et al. Insulin resistance, hypertension and microalbuminuria in patients with type 2 (non-insulin dependent) diabetes mellitus. Diabetologia 1993; 36: Diabetische nefropathie 37

38 4 Pathofysiologie Bij diabetische nefropathie wordt de nierfunctie aangetast door veranderingen in de glomerulaire capillairen en sclerose van de glomeruli. Er treedt eiwitverlies op door lekken in het glomerulaire filter. De belangrijkste factoren die het ontstaan en de progressie van diabetische nefropathie bevorderen zijn metabole dysregulatie en (aanleg tot) hypertensie. Ook roken versnelt de progressie. Hemodynamische veranderingen Toename van de bloedglucoseconcentratie gaat gepaard met verwijding van de afferente arteriolen; een verhoogde druk in de glomeruli is het gevolg. Langdurig bestaande verhoogde intraglomulaire druk leidt tot beschadiging van glomeruli, tubuli en bloedvaten. Mechanismen die leiden tot de vasodilatatie zijn nog onduidelijk; men vermoedt dat veranderingen in de prostaglandinesynthese, aanwezigheid van circulerende ketolichamen en veranderingen in het renine-angiotensine-aldosteron-systeem een rol spelen. Een andere oorzaak van verhoogde druk in de glomeruli is het verlies aan reactief vermogen van de verwijde afferente bloedvaten op veranderingen van de systemische bloeddruk. Tenslotte gaat door neuropathie het dag-nachtritme van de bloeddruk, waarbij normaliter s nachts de drukbelasting voor de nieren lager is, verloren. Biochemische veranderingen Er is een aantal biochemische processen, die een rol kunnen spelen bij het ontstaan en de progressie van diabetische nierschade. De bewijsvoering dien aangaande is vaak echter niet sluitend. Verminderde fibrinolyse-activiteit en endotheeldysfunctie dragen bij aan het ontstaan van vervroegde atherosclerose. Dit wordt nog versterkt door veranderingen in de prostaglandinesynthese (bijvoorbeeld verhoogde productie van tromboxaan A 2, een vasoconstrictieve en pro-aggregatoire stof) en in het vet- 38 Diabetische nefropathie

39 spectrum (ontwikkeling van diabetische nefropathie gaat gepaard met een stijging van de serumcholesterolconcentratie). Daarnaast treedt sneller nierschade op door veranderingen in het (mogelijk genetisch bepaalde) heparansulfaatproteoglycaan-metabolisme en verhoging van de zuurstofradicalenactiviteit. Histologische veranderingen Bij diabetische nefropathie worden in de glomeruli 3 belangrijke histologische afwijkingen gevonden: mesangiale expansie, verdikking van de glomerulaire basaalmembraan en glomerulosclerose. 1 Deze laatste afwijking kan ook een nodulair karakter hebben en wordt dan de Kimmelstiel-Wilsonlesie genoemd. Vaak is er ook sprake van hyaliene neerslagen in de glomerulaire arteriolen. 2 Bij DM type 2 kan arteriosclerose (nefrosclerose) mede bijdragen aan het ontstaan en voortschrijden van nierschade. 3 Globaal gesproken worden er bij histologisch onderzoek van de nieren van patiënten met DM type 2 en proteïnurie in 30% geen afwijkingen gevonden, in 30% de klassieke afwijkingen en bij 40% niet-specifieke afwijkingen (nefrosclerose, diffuse (vaak interstitiële) afwijkingen, arteriosclerose met tekenen van ischemie, etc). Literatuur 1 Fioretto P, Steffes MW, Brown DM, Mauer SM. An overview of renal pathology in insulin-dependent diabetes mellitus in relation to altered glomerular hemodynamics. Am J Kidney Dis 1992; 20: Harris RD, Steffes MW, Bilous RW, Sutherland DE, Mauer SM. Global glomerular sclerosis and glomerular arteriolar hyalinosis in insulin dependent diabetes. Kidney Int 1991; 40: Gambara V, Mecca G, Gemuzzi G, Bertani T. Heterogeneous nature of renal lesions in Type II diabetes. J Am Soc Nephrol 1993; 3: Diabetische nefropathie 39

Diabetische retinopathie

Diabetische retinopathie Diabetische retinopathie Inleiding Een van de meest frequent voorkomende afwijkingen bij diabetes is de aantasting van het netvlies van de ogen, retinopathie genoemd. Retinopathie is een vorm van aantasting

Nadere informatie

Screening Diabetische Retinopathie bij Diabetes mellitus type 2. Daniel Tavenier, kaderhuisarts diabetes 17 mei 2011

Screening Diabetische Retinopathie bij Diabetes mellitus type 2. Daniel Tavenier, kaderhuisarts diabetes 17 mei 2011 Screening Diabetische Retinopathie bij Diabetes mellitus type 2 Daniel Tavenier, kaderhuisarts diabetes 17 mei 2011 Diabetische retinopathie Microvasculaire pathologie van de retina. Teken van andere microvasculaire

Nadere informatie

Samenvatting Richtlijnen Diabetische Retinopathie

Samenvatting Richtlijnen Diabetische Retinopathie Samenvatting Richtlijnen Diabetische Retinopathie Indeling diabetische retinopathie (DR) Indeling Afwijkingen Niet-proliferatieve DR (NPDR): Geringe NPDR alleen MA en/of bloedinkjes Matige NPDR enkele

Nadere informatie

Retinopathie. S. Verhoeven

Retinopathie. S. Verhoeven Retinopathie S. Verhoeven Casus 1 Controle Patiënt A heeft DM type 2 en een zgn. proliferatieve retinopathie vlg. de brief van de oogarts. Mevrouw is 1 jaar geleden door de oogarts gezien en weet niet

Nadere informatie

Diabetische Oogziekten

Diabetische Oogziekten Diabetische Oogziekten F. Hageman, Oogarts OPSIS oogziekenhuis Amstelveen Den Burg DIABETES MELLITUS GLUCOSE Bloedglucosespiegel : Maat voor hoeveelheid glucose opgelost in het bloed. Wordt uitgedrukt

Nadere informatie

Samenvatting Evidence based Richtlijnen Diabetische Retinopathie

Samenvatting Evidence based Richtlijnen Diabetische Retinopathie Samenvatting Evidence based Richtlijnen Diabetische Retinopathie Definities Biomicroscopie binoculair onderzoek van het netvlies met behulp van een spleetlamp en een funduscontactglas of een andere lens

Nadere informatie

Diagnostiek van hypercholesterolemie

Diagnostiek van hypercholesterolemie The basics of diabetes Cholesterol + Nieren + Ogen N. Kleefstra Diabetes kenniscentrum UMCG Langerhans Eindhoven, 12-12-13 Diagnostiek van hypercholesterolemie 2 Patiënt 1 Man, diabetes type 2 heeft een

Nadere informatie

Diabetes mellitus en de gevolgen voor de ogen

Diabetes mellitus en de gevolgen voor de ogen Diabetes mellitus en de gevolgen voor de ogen Patiënten met diabetes mellitus (suikerziekte) kunnen hiervan in veel delen van hun lichaam complicaties ondervinden. De ogen - en vooral de netvliezen - kunnen

Nadere informatie

28-12-2011 WELKE OOGHEELKUNDIGE PROBLEMEN BIJ DM?? WIE BESCHIKT OP POLI/ZH OVER FUNDUSCAMERA? Welke oogheelkundige problemen kunnen optreden bij DM?

28-12-2011 WELKE OOGHEELKUNDIGE PROBLEMEN BIJ DM?? WIE BESCHIKT OP POLI/ZH OVER FUNDUSCAMERA? Welke oogheelkundige problemen kunnen optreden bij DM? VRAAG: WELKE OOGHEELKUNDIGE PROBLEMEN BIJ DM?? Welke oogheelkundige problemen kunnen optreden bij DM? Cataract Maculadegeneratie Glaucoom Diabetische Retinopathie (DR) VRAAG WIE BESCHIKT OP POLI/ZH OVER

Nadere informatie

Samenvatting en adviezen uitgebreid

Samenvatting en adviezen uitgebreid Samenvatting en adviezen uitgebreid Doel De doelstelling van deze richtlijn is het bevorderen van de preventie en het ondersteunen van een zo goed mogelijke en gecoördineerde behandeling van patiënten

Nadere informatie

Richtlijn DIABETISCHE NEFROPATHIE

Richtlijn DIABETISCHE NEFROPATHIE Richtlijn DIABETISCHE NEFROPATHIE ADDENDUM 2003 Richtlijn Diabetische Nefropathie ADDENDUM pagina 1 Verantwoording en aansprakelijkheid De Nederlandse Diabetes Federatie (NDF) heeft deze richtlijnen en

Nadere informatie

Stadia chronische nierschade

Stadia chronische nierschade Factsheet Nieren en nierschade deel 3 Nierschade vraagt om continue alertheid en aandacht van de behandelaar Nierfunctie en eiwitverlies: voorspellers van complicaties Stadia chronische nierschade Nierschade

Nadere informatie

Chronische nierschade: hoe vaak, stadia en risico s

Chronische nierschade: hoe vaak, stadia en risico s Factsheet Nieren en nierschade deel 3 Nierschade vraagt om continue alertheid en aandacht van de behandelaar Nierfunctie en eiwitverlies: voorspellers van complicaties Chronische nierschade: hoe vaak,

Nadere informatie

SUIKERZIEKTE EN HET OOG (DIABETISCHE RETINOPATHIE)

SUIKERZIEKTE EN HET OOG (DIABETISCHE RETINOPATHIE) SUIKERZIEKTE EN HET OOG (DIABETISCHE RETINOPATHIE) 1096 Wat is diabetische retinopathie? Diabetische retinopathie is een complicatie van suikerziekte (diabetes), waarbij veranderingen optreden in de bloedvaten

Nadere informatie

Retinopathie (ROP) bij te vroeg geboren kinderen. Oogheelkunde

Retinopathie (ROP) bij te vroeg geboren kinderen. Oogheelkunde Retinopathie (ROP) bij te vroeg geboren kinderen Oogheelkunde Wat is prematuren retinopathie? Prematuren retinopathie (ROP) is een aandoening die kan ontstaan in het netvlies van te vroeg geboren kinderen.

Nadere informatie

Nierschade: erger voorkomen... Wybe Douwe Kloppenburg, nefroloog

Nierschade: erger voorkomen... Wybe Douwe Kloppenburg, nefroloog Nierschade: erger voorkomen.... Wybe Douwe Kloppenburg, nefroloog Inleiding Begrippen Indeling en voorkomen van chronische nierschade (CNS) Proteinurie en GFR als risicofactoren voor progressie nierschade

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Het aantal mensen met een gestoorde nierfunctie is de afgelopen decennia sterk toegenomen. Dit betekent dat er steeds meer mensen moeten dialyseren of een niertransplantatie moeten

Nadere informatie

Dr. A.G. Lieverse (red.) LEIDRAAD DIABETES MELLITUS TYPE 2 glucoseregulatie

Dr. A.G. Lieverse (red.) LEIDRAAD DIABETES MELLITUS TYPE 2 glucoseregulatie Dr. A.G. Lieverse (red.) LEIDRAAD DIABETES MELLITUS TYPE 2 glucoseregulatie Leidraad Diabetes mellitus type 2 glucoseregulatie Leidraad Diabetes mellitus type 2 glucoseregulatie Onder redactie van: Dr.

Nadere informatie

Suikerziekte en het oog

Suikerziekte en het oog Suikerziekte en het oog Inleiding U heeft suikerziekte (diabetes mellitus). In deze folder leest u meer over suikerziekte en de mogelijke gevolgen voor uw ogen. Suikerziekte en het oog Ten gevolge van

Nadere informatie

Prematuren Retinopathie

Prematuren Retinopathie Prematuren Retinopathie Oogheelkunde Locatie Hoorn/Enkhuizen (ROP=Retinopathie of Prematurity) (ROP=Retinopathie of Prematurity) Wat is ROP? Prematuren retinopathie (ROP) is een aandoening die kan ontstaan

Nadere informatie

All Presentations Diabetische retinopathie Screening op diabetische retinopathie R.O. Schlingemann

All Presentations Diabetische retinopathie Screening op diabetische retinopathie R.O. Schlingemann All Presentations 26 April, 2001 Diabetische retinopathie Screening op diabetische retinopathie R.O. Schlingemann Oogheelkunde, AMC, Amsterdam Diabetes en het oog-3 stadia Hoornvlies 0-15 jaar: Vroege

Nadere informatie

Transmurale Afspraak Nierfunctiestoornis. 30 september 2010

Transmurale Afspraak Nierfunctiestoornis. 30 september 2010 Transmurale Afspraak Nierfunctiestoornis 30 september 2010 Onderwerpen 1. Definitie 2. Prevalentie 3. Richtlijnen 4. Diagnostiek 5. Preventie nierfunctieverlies 6. Behandeling metabole complicaties 7.

Nadere informatie

Diabetische retinopathie

Diabetische retinopathie Diabetische retinopathie Afdeling Oogheelkunde Locatie Purmerend/Volendam Algemeen Ten gevolge van suikerziekte, ofwel diabetes mellitus, kunnen er beschadigingen optreden aan het netvlies. Vaak wordt

Nadere informatie

VUmc Basispresentatie

VUmc Basispresentatie Samenwerking waarover? Richtlijnen en zorgstandaarden Cardiovasculair risicomanagement (zorgstandaard) Samenwerking e en e lijn Prof dr Piet ter Wee Afdeling Nefrologie Hypertensie Diabetes mellitus (zorgstandaard)

Nadere informatie

Suikerziekte en het oog

Suikerziekte en het oog Suikerziekte en het oog Als gevolg van suikerziekte (diabetes mellitus) kunnen beschadigingen optreden binnen in het oog. Men noemt dit: diabetische retinopathie : afwijkingen aan het netvlies als gevolg

Nadere informatie

Oogafwijkingen door diabetes

Oogafwijkingen door diabetes Oogafwijkingen door diabetes Een van de mogelijke complicaties bij diabetes is het optreden van beschadigingen in het oog. Het gaat hierbij om de bloedvaten in het netvlies. Deze oogafwijkingen door diabetes

Nadere informatie

Oogzorg bij diabetes

Oogzorg bij diabetes Oogzorg bij diabetes Oogzorg bij DM Wat doet een oogarts en optometrist tijdens een oogonderzoek bij diabeten? Menco Bijnen, optometrist Waartoe dient het onderzoek? Nulmeting Vastleggen wel/geen DRP In

Nadere informatie

COMPLICATIES Lange termijn complicaties Complicaties van de ogen (retinopathie) Complicaties van de nieren (nefropathie)

COMPLICATIES Lange termijn complicaties Complicaties van de ogen (retinopathie) Complicaties van de nieren (nefropathie) COMPLICATIES Lange termijn complicaties Wanneer u al een lange tijd diabetes heeft, kunnen er complicaties optreden. Deze treden zeker niet bij alle mensen met diabetes in dezelfde mate op. Waarom deze

Nadere informatie

Bloeddrukstreefwaarden bij diabetes mellitus: lager of toch niet? Erik Serné Internist- vasculair geneeskundige

Bloeddrukstreefwaarden bij diabetes mellitus: lager of toch niet? Erik Serné Internist- vasculair geneeskundige Bloeddrukstreefwaarden bij diabetes mellitus: lager of toch niet? Erik Serné Internist- vasculair geneeskundige Bloeddrukstreefwaarden bij patiënten met type 2 diabetes? A. Huidige richtlijn CVRM is achterhaald

Nadere informatie

PATIËNTEN INFORMATIE. Oogaandoening. Diabetische retinopathie

PATIËNTEN INFORMATIE. Oogaandoening. Diabetische retinopathie PATIËNTEN INFORMATIE Oogaandoening Diabetische retinopathie 2 PATIËNTENINFORMATIE Door middel van deze folder wil het Maasstad Ziekenhuis u informeren over oogafwijkingen die kunnen voorkomen bij suikerziekte

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 121 Nederlandse samenvatting Patiënten met type 2 diabetes mellitus (T2DM) hebben een verhoogd risico op de ontwikkeling van microvasculaire en macrovasculaire complicaties. Echter,

Nadere informatie

Diabetische retinopathie. Afdeling Oogheelkunde

Diabetische retinopathie. Afdeling Oogheelkunde Diabetische retinopathie Afdeling Oogheelkunde Algemeen Ten gevolge van suikerziekte, ofwel diabetes mellitus, kunnen er beschadigingen optreden aan het netvlies. Vaak wordt niet direct het zien aangetast,

Nadere informatie

Samenvatting voor niet-ingewijden

Samenvatting voor niet-ingewijden Samenvatting 188 Samenvatting Samenvatting voor niet-ingewijden Diabetes mellitus type 2 (DM2), oftewel ouderdomssuikerziekte is een steeds vaker voorkomende aandoening. Dit heeft onder andere te maken

Nadere informatie

Vroeg opsporen en voorkomen achteruitgang chronische nierschade

Vroeg opsporen en voorkomen achteruitgang chronische nierschade Factsheet Nieren en nierschade deel 5 Vroeg opsporen en voorkomen achteruitgang chronische nierschade In Nederland hebben 1,7 miljoen mensen chronische nierschade. Dit is in veel gevallen het gevolg van

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 134 Nederlandse samenvatting De laatste 20 jaar is er aanzienlijke vooruitgang geboekt in de preventie en behandeling van cardiovasculaire ziekten. Deze winst kan in belangrijke

Nadere informatie

Voorstellen. Winnie van El Verpleegkundig Specialist Diabeteszorg Universitair Medisch Centrum Groningen

Voorstellen. Winnie van El Verpleegkundig Specialist Diabeteszorg Universitair Medisch Centrum Groningen Voorstellen Winnie van El Verpleegkundig Specialist Diabeteszorg Universitair Medisch Centrum Groningen Niertransplantatie UMCG Niertransplantatie 8 centra NL * UMC 1 e jaar UMC vervolg 2 e lijn, periferie

Nadere informatie

FORUM. B.H.R. Wolffenbuttel 1. en Rijksuniversiteit Groningen. Overgenomen uit Nederlands Tijdschrift voor Diabetologie 2008-1; p.

FORUM. B.H.R. Wolffenbuttel 1. en Rijksuniversiteit Groningen. Overgenomen uit Nederlands Tijdschrift voor Diabetologie 2008-1; p. FORUM EPIDEMIOLOGIE EN PATHOFYSIOLOGIE VAN DIABETISCHE NEFROPATHIE B.H.R. Wolffenbuttel 1 1 Internist-endocrinoloog, Afd. Endocrinologie, Universitair Medisch Centrum Groningen en Rijksuniversiteit Groningen

Nadere informatie

RTA Diabetes en Oogartsen

RTA Diabetes en Oogartsen RTA Diabetes en Oogartsen Verwijsafspraken voor fundusscreening door de huisartsen Wanneer fundusfotografie bij DM type 2: Diagnose diabetes Volwassenen met de diagnose diabetes type 2 Vrouwen met bestaande

Nadere informatie

Samenvatting Hoofdstuk 2

Samenvatting Hoofdstuk 2 CHAPTER 10 Nederlandse Samenvatting Samenvatting De aandoening diabetes mellitus wordt gekenmerkt door een chronisch verhoogd glucosegehalte in het bloed, oftewel hyperglykemie. Karakteriserend voor patiënten

Nadere informatie

Chronische Nierschade

Chronische Nierschade Chronische Nierschade Uitingen nieraandoeningen: Verlies van eiwit via de urine, albuminurie Specifieke sedimentsafwijkingen Afname van de glomerulaire filtratiesnelheid Micro-albuminurie: In een willekeurige

Nadere informatie

Verwijzing van patiënten met chronische nierschade

Verwijzing van patiënten met chronische nierschade Verwijzing van patiënten met chronische nierschade VERSCHILLEN IN VERWIJSCRITERIA TUSSEN ZIEKENHUIZEN Loes J. Meijer en François G. Schellevis Gerelateerd artikel: Ned Tijdschr Geneeskd. 2012;156:A5679

Nadere informatie

Prediabetes : ontwikkelt iedereen diabetes? Wie screenen en hoe? C. De Block Endocrinologie-Diabetologie Voorzitter Diabetes Liga

Prediabetes : ontwikkelt iedereen diabetes? Wie screenen en hoe? C. De Block Endocrinologie-Diabetologie Voorzitter Diabetes Liga Prediabetes : ontwikkelt iedereen diabetes? Wie screenen en hoe? C. De Block Endocrinologie-Diabetologie Voorzitter Diabetes Liga Inhoudsweergave Wie is at risk & Diagnose Prevalentie Klinisch belang van

Nadere informatie

RTA Diabetes en Oogartsen

RTA Diabetes en Oogartsen RTA Diabetes en Oogartsen Verwijsafspraken voor fundusscreening door de huisartsen Wanneer fundusfotografie bij DM type 2: Diagnose diabetes Volwassenen met de diagnose diabetes type 2 Vrouwen met bestaande

Nadere informatie

Chronische nierschade

Chronische nierschade Chronische nierschade Pauline Heijstee Kaderhuisarts diabetes Nierfunctie n Afvalstoffen klaren n Vochtbalans handhaven n Electrolytenbalans handhaven Nierschade n Verlies van stoffen die we niet willen

Nadere informatie

Risk factors for renal function abnormalities

Risk factors for renal function abnormalities Risk factors for renal function abnormalities Nederlandse samenvatting Dit proefschrift probeert mogelijke risicofactoren voor progressief nierfunctieverlies te identificeren in een niet-diabetische populatie.

Nadere informatie

Chronische Nierschade. Wim de Grauw. Huisarts te Berghem Afd. Eerstelijnsgemeeskunde UMC St. Radboud Nijmegen Bestuurslid DiHAG

Chronische Nierschade. Wim de Grauw. Huisarts te Berghem Afd. Eerstelijnsgemeeskunde UMC St. Radboud Nijmegen Bestuurslid DiHAG Chronische Nierschade Wim de Grauw Huisarts te Berghem Afd. Eerstelijnsgemeeskunde UMC St. Radboud Nijmegen Bestuurslid DiHAG Wie moet ik extra in de gaten houden? DiHAG sterrencursus 11 juni 2009 2 Omvang

Nadere informatie

Richtlijn Diabetische retinopathie: screening, diagnostiek en behandeling (herziening)

Richtlijn Diabetische retinopathie: screening, diagnostiek en behandeling (herziening) voor de praktijk Richtlijn Diabetische retinopathie: screening, diagnostiek en behandeling (herziening) B.C.P.Polak, W.W.Hartstra, P.J.Ringens en R.J.P.M.Scholten* De herziene evidence-based richtlijn

Nadere informatie

OOGHEELKUNDE. Suikerziekte in het oog

OOGHEELKUNDE. Suikerziekte in het oog OOGHEELKUNDE Suikerziekte in het oog Suikerziekte in het oog Deze folder geeft u een globaal overzicht van de klachten en de behandeling van suikerziekte in het oog. Het is goed u te realiseren dat de

Nadere informatie

Suikerziekte en het oog

Suikerziekte en het oog Suikerziekte en het oog Deze folder is tot stand gekomen onder redactie van de commissie Patiëntenvoorlichting van het Nederlands Oogheelkundig Gezelschap (NOG) 2014. (www.oogheelkunde.org) Inhoudsopgave

Nadere informatie

Glaucoom. Wat is glaucoom. Oorzaak

Glaucoom. Wat is glaucoom. Oorzaak Wat is glaucoom Glaucoom is een oogziekte waarbij de zenuwvezels van de oogzenuw geleidelijk aan verloren gaan. Deze zenuwvezels verbinden het netvlies met de hersenen. Door het verloren gaan van de zenuwvezels

Nadere informatie

Nierinsufficiëntie bij DM en CVRM

Nierinsufficiëntie bij DM en CVRM Nierinsufficiëntie bij DM en CVRM Dr. Tom Geers, internist - nefroloog en opleider St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein Nierfunctie beloop met de leeftijd 1 Hoge sterfte bij dialyse patiënten Prevalentie

Nadere informatie

Diabetes Mellitus en Nierfunctie

Diabetes Mellitus en Nierfunctie Dr. M.P. Brugts, internist endocrinoloog Diabetes Mellitus en Nierfunctie SYMPOSIUM Renale Fysiologie Primair: Regulatie water en electrolyten balans homeostase Handhaving intravasculaire volume Regulatie

Nadere informatie

Peggy Roestenberg - The role of CTGF in diabetic nephropathy. Chapter 10. Samenvatting in het Nederlands

Peggy Roestenberg - The role of CTGF in diabetic nephropathy. Chapter 10. Samenvatting in het Nederlands Chapter 10 Samenvatting in het Nederlands Chapter 10 Peggy Roestenberg - The role of CTGF in diabetic nephropathy DIABETES MELLITUS Diabetes mellitus, in de volksmond beter bekend als suikerziekte of diabetes,

Nadere informatie

Wat is leeftijdsgebonden maculadegeneratie (LMD) Afdeling Oogheelkunde

Wat is leeftijdsgebonden maculadegeneratie (LMD) Afdeling Oogheelkunde Wat is leeftijdsgebonden maculadegeneratie (LMD) Afdeling Oogheelkunde Wat is leeftijdsgebonden maculadegeneratie (LMD) Maculadegeneratie is een aandoening van het centrale gedeelte van het netvlies, de

Nadere informatie

OOGHEELKUNDE. Suikerziekte in het oog

OOGHEELKUNDE. Suikerziekte in het oog OOGHEELKUNDE Suikerziekte in het oog Suikerziekte in het oog Deze folder geeft u een globaal overzicht van de klachten en de behandeling van suikerziekte in het oog. Het is goed u te realiseren dat de

Nadere informatie

Glaucoom. Wat is glaucoom. Oorzaak. Oogdruk

Glaucoom. Wat is glaucoom. Oorzaak. Oogdruk Wat is glaucoom Glaucoom is een oogziekte waarbij de zenuwvezels van de oogzenuw geleidelijk aan verloren gaan. Deze zenuwvezels verbinden het netvlies met de hersenen. Door het verloren gaan van de zenuwvezels

Nadere informatie

vernieuwing in de DM2 zorg Ida Spelt, huisarts Wassenaar

vernieuwing in de DM2 zorg Ida Spelt, huisarts Wassenaar Scoop op vernieuwing in de DM2 zorg Ida Spelt, huisarts Wassenaar Kwaliteitsfunctionaris Zorggroep Haaglanden Verandermodel 4 camerabewegingen uitzoomen huisartsen in zorggroepen voor zorg bij chronische

Nadere informatie

SAMENVATTING. 140 Samenvatting

SAMENVATTING. 140 Samenvatting Samenvatting 140 Samenvatting SAMENVATTING Diabetes mellitus, ofwel suikerziekte, is een veelvoorkomende stofwisselingsziekte die gekenmerkt wordt door hyperglykemie (verhoogde bloedsuikerspiegels) als

Nadere informatie

Waarom aandacht chronische nierschade (CNS)? CNS. Controle nieren: meer dan albumine en kreatinine. Dr. Wim JC de Grauw. MDRD vs kreatinine klaring

Waarom aandacht chronische nierschade (CNS)? CNS. Controle nieren: meer dan albumine en kreatinine. Dr. Wim JC de Grauw. MDRD vs kreatinine klaring MDRD vs kreatinine klaring Controle nieren: meer dan albumine en kreatinine Dr. Wim JC de Grauw Huisarts Afd. Eerstelijnsgeneeskunde UMC St. Radboud Nijmegen Diabetes Huisartsen Adviesgroep (DiHAG) Lid

Nadere informatie

Opportunistic targeted screening for for type type 2 2 diabetes in in primary care care

Opportunistic targeted screening for for type type 2 2 diabetes in in primary care care Opportunistic targeted screening for for type type 2 2 diabetes in in primary care care The The Diabscreen study study Erwin Erwin P. Klein P. Klein Woolthuis 142 Samenvatting Dit proefschrift richt zich

Nadere informatie

Preventie van chronische complicaties bij type 2 diabetes: samen sterk! Inleiding Chronische complicaties Samen sterk: hoe?

Preventie van chronische complicaties bij type 2 diabetes: samen sterk! Inleiding Chronische complicaties Samen sterk: hoe? Preventie van chronische complicaties bij type 2 diabetes: samen sterk! Inleiding Chronische complicaties Samen sterk: hoe? Preventie van chronische complicaties bij type 2 diabetes: samen sterk! DM type

Nadere informatie

Wat is glaucoom. Oogdruk

Wat is glaucoom. Oogdruk Glaucoom Deze folder geeft in het kort weer wat glaucoom is en wat de gevolgen kunnen zijn van te hoge oogdruk. Tevens wordt aangegeven wat daaraan gedaan kan worden. Wat is glaucoom Glaucoom is een oogziekte

Nadere informatie

Oogheelkundige complicatie bij Suikerziekte

Oogheelkundige complicatie bij Suikerziekte Oogheelkundige complicatie bij Suikerziekte (Diabetische Retinopathie) Mensen zien. Mensen laten zien. Wat is diabetische retinopathie? Eén van de meest voorkomende complicaties bij suikerziekte is beschadiging

Nadere informatie

Nierfunctie: perindopril 174

Nierfunctie: perindopril 174 Nierfunctie: perindopril 174 Deze Medisch Farmaceutische Beslisregel (MFB) is ontwikkeld door de KNMP en Health Base, in samenwerking met de Expertgroep MFB. Datum December 2013 Doel Het voorkomen van

Nadere informatie

Suikerziekte en laserbehandeling van het oog

Suikerziekte en laserbehandeling van het oog Oogheelkunde Suikerziekte en laserbehandeling van het oog i Patiënteninformatie Slingeland Ziekenhuis Deze folder is gebaseerd op de folder van het Nederlands Oogheelkundig Gezelschap (www.oogheelkunde.org)

Nadere informatie

Avastin-injecties. bij natte maculadegeneratie en macula-oedeem

Avastin-injecties. bij natte maculadegeneratie en macula-oedeem Avastin-injecties bij natte maculadegeneratie en macula-oedeem Inleiding Uw oogarts heeft met u besproken dat uw oogaandoening behandeld kan worden met Avastin-injecties. In deze folder leest u meer over

Nadere informatie

Nefrotisch syndroom Symptomen

Nefrotisch syndroom Symptomen Nefrotisch syndroom Het Nefrotisch Syndroom (NS) is een zeldzame aandoening van de nieren. Het is geen ziekte op zich, maar een combinatie van ziekteverschijnselen (symptomen) die samen optreden. Verschillende

Nadere informatie

Samenvatting voor niet-ingewijden

Samenvatting voor niet-ingewijden voor niet-ingewijden Type 2 diabetes Diabetes is een ernstige chronische ziekte, die wordt gekenmerkt door te hoge glucosespiegels (de suikers ) in het bloed. Er zijn verschillende typen diabetes, waarvan

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/31463 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Ocak, Gürbey Title: Vascular complications in kidney disease Issue Date: 2015-01-14

Nadere informatie

density lipoproteïne (LDL cholesterol) lijkt een belangrijke rol te spelen in de initiatie van Nederlandse samenvatting

density lipoproteïne (LDL cholesterol) lijkt een belangrijke rol te spelen in de initiatie van Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Hart- en vaatziekten zijn de belangrijkste doodsoorzaak van dialysepatiënten en dit beperkt hun levensverwachting sterk. Er zijn steeds meer aanwijzingen dat milde tot matige nierschade

Nadere informatie

Nierfunctie: benazepril 186

Nierfunctie: benazepril 186 Nierfunctie: benazepril 186 Deze Medisch Farmaceutische Beslisregel (MFB) is ontwikkeld door de KNMP en Health Base, in samenwerking met de Expertgroep MFB. Datum December 2013 Doel Het voorkomen van bijwerkingen

Nadere informatie

Nierinsufficiëntie 24/04/2013. Nierinsufficiëntie. Functies van de nieren Universitair

Nierinsufficiëntie 24/04/2013. Nierinsufficiëntie. Functies van de nieren Universitair Nierinsufficiëntie Stand van zaken Behandeling Vroegbegeleiding Impact op arbeidsongeschiktheid Nierinsufficiëntie Definitie van chronisch nierlijden (CKD) CKD en co-morbiditeit Hoe de evolutie van CKD

Nadere informatie

Chronische Nierschade in Nederland

Chronische Nierschade in Nederland Chronische Nierschade in Nederland Stadium GFR (ml/min/1,73m 2 ) Albuminurie > 30 mg/24 hr Prevalentie VS (%) Prevalentie Nederland (%) 1 >90 Ja 3,3 1,3 2 60-89 Ja 3,0 3,8 3 30-59 Ja/nee 4,3 5,3 4 15-29

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/21978 holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/21978 holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/21978 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Goeij, Moniek Cornelia Maria de Title: Disease progression in pre-dialysis patients:

Nadere informatie

WAT IS HYPOGLYKEMIE? 1.1 Inleiding 11 INLEIDING

WAT IS HYPOGLYKEMIE? 1.1 Inleiding 11 INLEIDING HYPOGLEKEMIE_BINNENWERK_48 x 20 (A5) 4-4 3--2 0:2 Pagina WAT IS HYPOGLYKEMIE?. Inleiding Philip Cryer, een vooraanstaand Amerikaans diabetoloog, heeft aangetoond en beschreven dat hypoglykemie de belangrijkste

Nadere informatie

Avastin-injecties. bij natte maculadegeneratie en maculaoedeem. Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op

Avastin-injecties. bij natte maculadegeneratie en maculaoedeem. Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op Avastin-injecties bij natte maculadegeneratie en maculaoedeem Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op www.asz.nl/brmo. Inleiding Uw oogarts heeft met u besproken dat uw oogaandoening behandeld

Nadere informatie

Avastin-injecties bij natte maculadegeneratie en macula-oedeem

Avastin-injecties bij natte maculadegeneratie en macula-oedeem Avastin-injecties bij natte maculadegeneratie en macula-oedeem Albert Schweitzer ziekenhuis Polikliniek Oogheelkunde mei 2012 pavo 0642 Inleiding Uw oogarts heeft met u besproken dat uw oogaandoening behandeld

Nadere informatie

Diabetes Mellitus. Nieuwe behandelingsopties en perspectieven

Diabetes Mellitus. Nieuwe behandelingsopties en perspectieven Diabetes Mellitus Nieuwe behandelingsopties en perspectieven Diabetes Mellitus Nieuwe behandelingsopties en perspectieven Dr. Adriaan Kooy internist vasculair geneeskundige ISBN-13: 9789031353026 NUR 870

Nadere informatie

Suikerziekte en het oog

Suikerziekte en het oog Oogheelkunde Suikerziekte en het oog www.catharinaziekenhuis.nl Patiëntenvoorlichting: patienten.voorlichting@catharinaziekenhuis.nl OOG020 / Suikerziekte en het oog / 16-12-2015 2 Suikerziekte en het

Nadere informatie

Chronische nierschade. Nierschade volgens de richtlijn? Chronische nierschade volgens de richtlijn?

Chronische nierschade. Nierschade volgens de richtlijn? Chronische nierschade volgens de richtlijn? Chronische nierschade Wanneer verwijzen en wanneer telenefrologie En natuurlijk: wat zelf doen. Michiel Bleeker, internist-nefroloog Bernhoven Ellen van Ommen, internist-nefroloog Bernhoven Wim de Grauw,

Nadere informatie

Verdiepingscursus, 5 november 2013, Urmond Fundusproject Meditta en fundusfoto s beoordelen. Docenten en medewerkers:

Verdiepingscursus, 5 november 2013, Urmond Fundusproject Meditta en fundusfoto s beoordelen. Docenten en medewerkers: 1 Verdiepingscursus, 5 november 2013, Urmond Fundusproject Meditta en fundusfoto s beoordelen 2 Docenten en medewerkers: Yvonne van Leeuwen, Universitair hoofddocent Wilma Brassé, docent vaardigheden STOOHN

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 138 Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Een belangrijke functie van de nier is het uitscheiden van afvalstoffen via de urine. Grote hoeveelheden water en kleine stoffen

Nadere informatie

Glaucoom. Oogheelkunde OOGH-511 versie 2 pagina 1/7

Glaucoom. Oogheelkunde OOGH-511 versie 2 pagina 1/7 Glaucoom Deze folder geeft in het kort weer wat glaucoom is, wat de gevolgen kunnen zijn van te hoge oogdruk en wat er aan gedaan kan worden. Niet alle informatie in deze folder is noodzakelijk op u van

Nadere informatie

DIABETOgen Test. Diabetes mellitus Typ II. Risico s in kaart. Diabetes Mellitus

DIABETOgen Test. Diabetes mellitus Typ II. Risico s in kaart. Diabetes Mellitus DIABETOgen Test Diabetes mellitus Typ II Prof Dr. B. Weber Laboratoires Réunis Risico s in kaart De DIABETOgen test biedt u de mogelijkheid uw persoonlijk risico en predispositie op diabetes mellitus type

Nadere informatie

BSD september 2014. Huisarts: Pauline Heijstee Meggy van Kruijsdijk Nefroloog: Watske Smit Jaap Beutler

BSD september 2014. Huisarts: Pauline Heijstee Meggy van Kruijsdijk Nefroloog: Watske Smit Jaap Beutler BSD september 2014 Huisarts: Pauline Heijstee Meggy van Kruijsdijk Nefroloog: Watske Smit Jaap Beutler Casuïstiek chronische nierschade Wat kan de huisarts Wanneer consultatie nefroloog Wanneer verwijzing

Nadere informatie

5-4-2012. Diabetes & Nierziekten Zelfcontrole en hypoglycemie. Inhoud. Hypoglycemie. Verschillende definities: NHG<3.5, ADA<3.

5-4-2012. Diabetes & Nierziekten Zelfcontrole en hypoglycemie. Inhoud. Hypoglycemie. Verschillende definities: NHG<3.5, ADA<3. Diabetes & Nierziekten Zelfcontrole en hypoglycemie Ingrid de Vries, dialyseverpleegkundige Casper Franssen, internist-nefroloog Universitair Medisch Centrum Groningen Inhoud Hypoglycemie Verschillende

Nadere informatie

Epidemiologie en pathofysiologie nierziekten bij diabetes

Epidemiologie en pathofysiologie nierziekten bij diabetes Epidemiologie en pathofysiologie nierziekten bij diabetes Achtergrond Bruce H.R. Wolffenbuttel Afd Endocrinologie UMCG http://www.umcg.net Type 2 diabetes - 85-9% - insuline resistentie - luie ß-cellen,

Nadere informatie

De nieuwe NHG DM2 standaard, wat is er veranderd?

De nieuwe NHG DM2 standaard, wat is er veranderd? De nieuwe NHG DM2 standaard, wat is er veranderd? Alle veranderingen in de nieuwe NHG DM2 standaard zijn aangegeven in rood. Streefwaardes HbA1c : Nu met een ondergrens Leeftijd

Nadere informatie

PATIËNTEN INFORMATIE. Oogaandoening. Diabetische retinopathie

PATIËNTEN INFORMATIE. Oogaandoening. Diabetische retinopathie PATIËNTEN INFORMATIE Oogaandoening Diabetische retinopathie 2 PATIËNTENINFORMATIE Door middel van deze folder wil het Maasstad Ziekenhuis u informeren over oogafwijkingen die kunnen voorkomen bij suikerziekte

Nadere informatie

Richtlijn screening op diabetes type 2 goedgekeurd door ALV op 17 september 2015

Richtlijn screening op diabetes type 2 goedgekeurd door ALV op 17 september 2015 Richtlijn screening op diabetes type 2 goedgekeurd door ALV op 17 september 2015 VSG2267-1 - Goedgekeurd door ALV op 17-09-2015 Inhoudsopgave Inleiding 3 Algemeen 3 Meting en nauwkeurigheid 3 Interpretatie

Nadere informatie

Glaucoom. Poli Oogheelkunde

Glaucoom. Poli Oogheelkunde 00 Glaucoom Poli Oogheelkunde Wat is glaucoom Glaucoom is een oogziekte waarbij de zenuwvezels van de oogzenuw geleidelijk aan verloren gaan. Deze oogzenuwvezels leiden het beeld dat door het oog gevormd

Nadere informatie

Samenvatting. Belangrijkste bevindingen

Samenvatting. Belangrijkste bevindingen Samenvatting Chronische nierschade (CNS) en de complicaties daarvan, veroorzaken, naast de grote persoonlijke impact, veel druk op gezondheidszorg voorzieningen. Door de vergrijzing en de toename van suikerziekte

Nadere informatie

Suikerziekte en het oog

Suikerziekte en het oog DIENST OOGZIEKTEN Campus Brugge Stafleden Dr. Dewachter Anne Dr. Pollet Luc Dr. Lafaut Bart Dr. Vandelanotte Sylvie Geconsulteerde artsen Dr. Miroir Claire Dr. Kempeneers Anne t: 050 45 23 40 f: 050 45

Nadere informatie

Diabetes en Puberteit

Diabetes en Puberteit Diabetes en Puberteit Hormonale veranderingen en Diabetes Dr. R. Zeevaert, MD, PhD 21/03/2019 Diabetes en Puberteit Hormonale veranderingen en diabetes 1. Normale puberteit 2. Invloed van puberteit op

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING (DUTCH SUMMARY)

NEDERLANDSE SAMENVATTING (DUTCH SUMMARY) NEDERLANDE AMENVATTING (DUTCH UMMARY) 189 Nederlandse amenvatting (Dutch ummary) trekking van proefschrift Patiënten met een chronische gewrichtsontsteking, waaronder reumatoïde artritis (RA), de ziekte

Nadere informatie

Heartbeat. Ujala Radio. Leefwijzer is door Ujala Radio ontwikkeld voor met name Hindoestaanse Nederlanders. Leefwijzer 1.

Heartbeat. Ujala Radio. Leefwijzer is door Ujala Radio ontwikkeld voor met name Hindoestaanse Nederlanders. Leefwijzer 1. Heartbeat Leefwijzer 1 Ujala Radio Deze gezondheid Leefwijzer is door Ujala Radio ontwikkeld voor met name Hindoestaanse Nederlanders Met dank aan Stadsdeel Amsterdam Zuidoost Hart en vaatziekte, wat is

Nadere informatie

Diabetes en ouder worden Dr. K.J.J. van Hateren

Diabetes en ouder worden Dr. K.J.J. van Hateren Diabetes en ouder worden Dr. K.J.J. van Hateren Huisarts, lid DiHAG Senior-onderzoeker Diabetes kenniscentrum Disclosure Geen conflicts of interest De toekomst!!! >25% = >75 jaar Karakteristieken ouderen

Nadere informatie

Richtlijn Diabetische retinopathie

Richtlijn Diabetische retinopathie Richtlijn Diabetische retinopathie Richtlijn Diabetische retinopathie Screening, diagnostiek en behandeling Colofon Diabetische retinopathie Screening, diagnostiek en behandeling ISBN-10: 90-8523-125-6

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 166 Diabetes mellitus, ook wel suikerziekte genoemd, is een ziekte waarbij de patiënt een tekort of relatief tekort heeft aan het hormoon insuline. Insuline zorgt ervoor dat suiker

Nadere informatie

Diabetes en het oog. Informatie voor patiënten. Medisch Centrum Haaglanden www.mchaaglanden.nl

Diabetes en het oog. Informatie voor patiënten. Medisch Centrum Haaglanden www.mchaaglanden.nl Diabetes en het oog Informatie voor patiënten F0327-3415 mei 2013 Medisch Centrum Haaglanden www.mchaaglanden.nl MCH Antoniushove, Burgemeester Banninglaan 1 Postbus 411, 2260 AK Leidschendam 070 357 44

Nadere informatie