HANDBOEK COMMANDO PLAATS INCIDENT 2008/ mei 2008
|
|
- Hanne Jacobs
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 HANDBOEK COMMANDO PLAATS INCIDENT 2008/ mei 2008
2 Colofon Dit document is tot stand gekomen onder regie van de Stafdirectie Risico- en Crisisbeheersing. Adres Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond Stafdirectie Risico- en Crisisbeheersing Postbus 9154, 3007 AD Rotterdam Druk Conceptversie 0.5, april 2008 Eindredactie M. de Jonge Met medewerking van Roel Geus, Emil van Schie: Regionale Brandweer Rotterdam-Rijnmond Willemjan Muysson, Aad Kinnegen, Ger de Jong: Politie Rotterdam-Rijnmond Leo Verhoog: Geneeskundige Hulpverlening Ongevallen en Rampen Rotterdam-Rijnmond Daan van Gent: Divisie Havenmeester Rotterdam/DHMR Martin Meijer: DCMR Milieudienst Rijnmond Brenda van Breemen: De regiogemeenten Anja Boogaard, Marcel van Vugt, Jolanda Trijselaar: Stafdirectie Risico- en Crisisbeheersing Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond, Handboek CoPI, versie 0.5, april
3 Leeswijzer Het handboek Commando Plaats Incident (CoPI) heeft als doel een duidelijk overzicht te geven van hoe een CoPI georganiseerd is en welke taken de verschillende functionarissen dienen uit te voeren. Dit handboek wordt ter beschikking gesteld aan alle deelnemers aan het CoPI. Per functie kan, zo nodig, een draaiboek met een korte samenvatting van dit handboek gemaakt worden. In hoofdstuk 1 de inleiding- wordt verder toegelicht waar het handboek CoPI voor gebruikt kan worden. In hoofdstuk 2 wordt de organisatie van het CoPI beschreven, in hoofdstuk 3 worden de taken van de functionarissen van de verschillende diensten genoemd. In de bijlagen van dit document vindt u diverse protocollen en procedures die van belang zijn voor het werken in een CoPI. Tevens zijn de competentieprofielen, horende bij de beschreven functies, opgenomen in de bijlagen. Overal waar 'hij' en 'hem' staat, kan vanzelfsprekend ook 'zij' en 'haar' worden ingevuld. Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond, Handboek CoPI, versie 0.5, april
4 Inhoud LEESWIJZER INLEIDING ORGANISATIE COPI INLEIDING ALARMERING LOCATIE SAMENSTELLING COPI TAKEN COPI WERKAFSPRAKEN AFLOSSING EVALUATIE VAKBEKWAAMHEID FUNCTIES TAAKBESCHRIJVING LEIDER COPI TAAKBESCHRIJVING VOORLICHTER TAAKBESCHRIJVING INFORMATIEMANAGER TAAKBESCHRIJVING OFFICIER VAN DIENST BRANDWEER TAAKBESCHRIJVING COPI-LID POLITIE TAAKBESCHRIJVING COMMANDANT VAN DIENST GENEESKUNDIG TAAKBESCHRIJVING ADVISEUR GEVAARLIJKE STOFFEN TAAKBESCHRIJVING OFFICIER VAN DIENST DIVISIE HAVENMEESTER TAAKBESCHRIJVING AMBTENAAR RAMPENBESTRIJDING TAAKBESCHRIJVING (OVERIGE) AD HOC ADVISEURS BIJLAGEN BIJLAGE 1: STANDAARD AGENDA COPI BIJLAGE 2: GEBRUIK VAN CEDRIC IN HET COPI BIJLAGE 3: STANDAARD SITRAP (UIT CEDRIC) BIJLAGE 4: EVALUATIE COPI BIJLAGE 5: COMPETENTIES VERSCHILLENDE ROLLEN BIJLAGE 6: VERANTWOORDELIJKEN DEELPROCESSEN RAMPENBESTRIJDING BIJLAGE 7: AFKORTINGEN BIJLAGE 8: VERZENDLIJST HANDBOEK COPI Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond, Handboek CoPI, versie 0.5, april
5 1. Inleiding De Stafdirectie Risico- en Crisisbeheersing (SRC) van de Veiligheidsregio Rotterdam- Rijnmond (VRR) heeft drie handboeken voor crisisteams ontwikkeld; het handboek Commando Plaats Incident (CoPI), het handboek Regionaal Operationeel Team (RegOT) en het handboek Veiligheidsstaven (GVS/RVS). Voor u ligt het handboek CoPI. Het Handboek CoPI is een verzamelpunt van documenten en afspraken met betrekking tot taken en processen van verschillende diensten. De basis voor het Handboek CoPI is de GRIP-regeling (versie 4.2). Het handboek is bestemd voor medewerkers van de verschillende diensten en organisaties die deelnemen aan het Commando Plaats Incident (CoPI). Het doel van het handboek is het scheppen van duidelijkheid over de verschillende rollen en processen die zich in het CoPI afspelen. Per teamrol in het CoPI (voorzitter, adviseur en ondersteuner) zijn de competenties opgenomen die nodig zijn om de rol naar behoren uit te voeren. De competenties in het handboek zijn afkomstig uit het landelijk ontwikkelde werkboek competentiegericht oefenen. Dit handboek moet worden gezien als een naslagwerk, een overzicht van gemaakte multidisciplinaire afspraken en als introductiedocument, ter voorbereiding op de werkzaamheden binnen het CoPI. Het beheer van het handboek ligt bij de Stafdirectie Risico- en Crisisbeheersing (SRC) van de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond (VRR). Het handboek wordt één keer per twee jaar geactualiseerd 1. Per dienst wordt hiervoor een contactpersoon aangewezen. Bij dit overleg dient tenminste één leider CoPI aanwezig te zijn die vanuit de praktijk kan spreken. 1 Na afloop van de CoPI trainingen. Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond, Handboek CoPI, versie 0.5, april
6 2. Organisatie CoPI 2.1 Inleiding Het CoPI is belast met de uitvoering van de operationele leiding op de plaats van het incident en staat onder leiding van de leider CoPI. De leider CoPI wordt bijgestaan door een operationele staf ter plaatse die bestaat uit functionarissen van de diverse organisaties betrokken bij de rampenbestrijding. Het CoPI wordt operationeel als het incident lokaal van aard is, maar de aanpak multidisciplinaire afstemming tussen de diensten vergt om tot een goede inzet te kunnen komen: GRIP 1. Effecten naar de omgeving zijn beperkt van aard en kunnen vanaf de plaats incident worden beheerst. De nadruk ligt op het sturen van operationele processen ter plaatse. Als blijkt dat een incident een duidelijke uitstraling heeft naar de omgeving, dus ook duidelijke effecten buiten de plaats incident heeft, wordt naast een CoPI ook een Regionaal Operationeel Team (RegOT) ingesteld. Het CoPI blijft dan operationeel. 2.2 Alarmering GRIP 1 kan worden ingesteld door: De leidinggevende functionarissen op officiersniveau van Brandweer, Politie, GHOR of Havenbedrijf die ter plaatse zijn van het incident. De vaste leidinggevende functionarissen van het CoPI 2. De dienstdoende functionarissen op officiersniveau die functioneel boven de vaste leden van het CoPI zijn gesteld, inclusief de leden van de (Regionale) Veiligheidsstaf. De dienstdoende leidinggevende van de GMK. Voor alle CoPI-leden en vaste ondersteuners geldt dat zij zich zo snel mogelijk naar de plaats incident begeven. In principe is de opkomsttijd een half uur 3, behalve voor de ambtenaren rampenbestrijding (ARB) en andere ad-hoc ondersteuners die in de vrije oproep zitten. Zij hebben een opkomsttijd van een uur 4. De alarmering van de operationele functionarissen en de van de betrokken gemeenten vindt plaats door de Gemeenschappelijke Meldkamer. 2 Functionarissen op officiersniveau van Brandweer, Politie en Havenbedrijf en de Commandant van Dienst Geneeskundig. 3 CoPI-leden en -ondersteuners dienen in 80% van de oproepen vanaf hun verblijfplaats binnen een half uur in het CoPI aanwezig te zijn. 4 Deze afwijkende opkomsttijd heeft te maken met het feit dat een ARB niet beschikt over een piketvoertuig en bovendien ter plaatse geen veldeenheden hoeft aan te sturen. Het alarmeren en formeren van de gemeentelijke actiecentra zal door een complexere wijze van alarmeren van medewerkers die in het dagelijks leven geen operationele functie hebben ook langer duren dan bij operationele organisaties het geval is. Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond, Handboek CoPI, versie 0.5, april
7 Melding Havencoördinatiecentrum (HCC) Gemeenschappelijke meldkamer (Politie, Brandweer, Ambulance) Meldkamer DCMR Milieudienst Rijnmond Alarmering operationele diensten conform procedures Alarmering CoPI Figuur 1: Alarmering CoPI 2.3 Locatie De coördinatiepost (CP, ook wel CoPI-bak genoemd) van de Regionale Brandweer dient als overlegcentrum en wordt automatisch gealarmeerd door de Gemeenschappelijke Meldkamer (MK-Brandweer). De locatie van het CoPI wordt door de leider CoPI, na overleg met aanwezigen, bepaald. De verbindingscommandowagens van de diensten kunnen na overleg met het CoPI-lid van hun eigen dienst aangewezen worden als CoPI-locatie. Indien wenselijk kan ook een bedrijfsruimte worden aangewezen als CoPI-locatie. 2.4 Samenstelling CoPI Het CoPI bestaat uit functionarissen van de volgende organisaties: Vaste leden: Leider CoPI (gemandateerd Operationeel Leider). Officier van Dienst Regionale Brandweer Rotterdam-Rijnmond. CoPI-lid Politie Rotterdam-Rijnmond. Commandant van Dienst Geneeskundig. Officier van Dienst Havenbedrijf/Divisie Havenmeester. Adviseur gevaarlijke stoffen van de DCMR Milieudienst Rijnmond. Vaste Ondersteuning: De voorlichtingsfunctionaris van de Politie 5. Een informatiemanager van de VRR. Ad-hoc adviseurs: De Ambtenaar Rampenbestrijding (ARB) van de getroffen gemeente. Op verzoek van operationele leidinggevenden of op initiatief van de Ambtenaar Rampenbestrijding kunnen de gemeentelijke diensten ingeschakeld worden. De Ambtenaar Rampenbestrijding neemt na alarmering contact op met de Leider CoPI. Het CoPI kan worden uitgebreid met functionarissen van andere diensten en bedrijven die op de plaats van het incident zijn of worden ingezet. Te denken valt bijvoorbeeld aan, maar niet uitputtend: Waterschappen, nutsbedrijven, Rijkswaterstaat, RET, Prorail, KNRM etc. 5 Tot op heden kan een opkomsttijd van maximaal een half uur in 80% van de gevallen nog niet gegarandeerd en geëist worden. De deelnemers aan de poule hebben hiertoe nog geen adequate opleiding gevolgd en niet de vereiste middelen tot hun beschikking. De politie volgt de landelijke ontwikkelingen op dit terrein op de voet en zal indien noodzakelijk hierin gefaseerd aanpassingen aanbrengen. Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond, Handboek CoPI, versie 0.5, april
8 COMMANDO PLAATS INCIDENT VELD Officier van Dienst Brandweer Officier van Dienst Brandweer Eenheden Adviseur Gevaarlijke Stoffen (AGS) AGS / MPL* Meetploegen Leider CoPI CoPI-lid Politie Chef van Dienst Politie Eenheden Voorlichter Commandant van Dienst GHOR Officier van Dienst GHOR Eenheden Informatiemanager Officier van Dienst DHMR Officier van Dienst DHMR Eenheden (Ambtenaar Rampenbestrijding) (Vertegenwoordiger Ad hoc) Figuur 2: Samenstelling CoPI * Indien beschikbaar 2.5 Taken CoPI Het bepalen van de situatie op de plaats incident en de mogelijke ontwikkelingen. Het bepalen van de te volgen tactiek om te komen tot een snelle en gecoördineerde hulpverlening en/of incidentbestrijding. Het afbakenen van het inzetgebied (brongebied). Het ter plaatse leiding geven aan de aan de crisisbestrijding deelnemende disciplines op en in de directe omgeving van plaats incident 6. Het gevraagd en ongevraagd periodiek informeren van de leider RegOT over de ontwikkelingen op plaats incident (vanaf GRIP 2). Het informeren van de betrokken burgemeester. Het (laten) inzetten van eenheden op en/of om de plaats incident. Het treffen van maatregelen gericht op het voorkomen en beperken van slachtoffers op de plaats incident. Het coördineren en aansturen van de hulpverlening aan slachtoffers. Het vanaf GRIP 2-situaties aanvragen van personeel, (bijzonder) materieel en bijstandspotentieel bij het Regionaal Operationeel Team. Het bepalen van de inzet van gemeentelijke diensten zoals bij (tijdelijke) ontruimingen en/of registratie van slachtoffers (vanaf GRIP 2 via het RegOT). Het verstrekken van informatie over de incidentbestrijding aan de op het incidentterrein opererende eenheden en vanaf GRIP 2-situaties aan het RegOT. Voorlichting: Ten tijde van GRIP 1 is er een CoPI-voorlichter aanwezig in het CoPI. Deze functie wordt ingevuld door een Politievoorlichter afkomstig van de Politie Rotterdam- Rijnmond. De voorlichter verzorgt de woordvoering over het incident. De voorlichter staat de pers ter plaatse te woord, maar ook telefonisch. Tevens zorgt de voorlichter er voor dat eventuele adviezen aan de bevolking via de pers en de hulpverleningsdiensten worden gecommuniceerd. De officier van justitie van het Openbaar Ministerie (OM) is in alle gevallen verantwoordelijk voor de strafrechtelijke handhaving. Met betrekking tot de voorlichting kan het zo zijn dat het strafrechtelijk onderzoek dat loopt, geschaad kan 6 Onder incidentterrein of rampterrein wordt verstaan: het terrein waarbinnen een gecoördineerde inzet van diensten en organisaties van verschillende disciplines plaatsvindt, gericht op de bestrijding van de gevolgen van een crisis. Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond, Handboek CoPI, versie 0.5, april
9 worden door mededelingen richting pers en publiek. In alle GRIP-situaties wordt indien van toepassing- hierover afstemming gezocht tussen gemeente, Politie en OM, vooral in situaties van terreurdreiging of aanslag. 2.6 Werkafspraken Na alarmering/aanrijdend wordt door de functionarissen van de operationele diensten direct geschakeld op de gezamenlijke gespreksgroep in C2000 (SRR-RMG-01). Tijdens plenaire sessies worden mobiele telefoons/mobilofoons afgegeven (aan Verbinding- en Commandowagen of andere ondersteuner buiten het CoPI) of uitgeschakeld. Voor de Adviseur Gevaarlijke Stoffen wordt, zo nodig, een uitzondering gemaakt in overleg met de leider CoPI. In de eerste plenaire sessie worden vergaderafspraken gemaakt. 2.7 Aflossing Bij verwachting van een langdurig incident dient een tijdstip van aflossing te worden afgesproken. In principe wordt na een dienstverband van maximaal 13 uur (inclusief de reguliere functie) gedifferentieerd afgelost. Het is raadzaam tijdig een aflossingsschema op te laten stellen. De operationele diensten en ad hoc partijen waarborgen zelf hun vervanging. 2.8 Evaluatie Na afloop van een incident vindt een debriefing plaats. In principe worden na afloop van elke GRIP situatie door de Stafdirectie Risico- en Crisisbeheersing van de VRR digitale evaluatieformulieren toegestuurd naar de deelnemers van het CoPI. De deelnemers moeten de formulieren binnen twee weken invullen en retour zenden. Bij GRIP 1 incidenten met een geringe impact zal geen evaluatie worden opgesteld, tenzij 1 van de betrokken diensten hierom verzoekt. Indien besloten wordt tot een evaluatie zal de leider CoPI binnen twee weken, in overleg met de verantwoordelijke beleidsmedewerker van de Stafdirectie Risico- en Crisisbeheersing, de deelnemers van de betreffende crisisstaf bijeenroepen. Het bijwonen van de evaluatie is verplicht. Een medewerker van SRC is verantwoordelijk voor het opstellen van het uiteindelijke evaluatierapport. Het definitieve evaluatierapport en bijhorende actiepunten worden, na instemming van de deelnemers van het CoPI en/of RegOT, via de Adviesraad Risico- en Crisisbeheersing (ARC) ter vaststelling voorgelegd aan de Veiligheidsdirectie. Indien besloten wordt dat een evaluatie niet nodig wordt geacht, zal dit beargumenteerd moeten worden en wordt hiervan melding gemaakt door middel van een hiervoor opgesteld formulier. 2.9 Vakbekwaamheid Jaarlijks worden de leden van het CoPI beoefend in de rol die zij vervullen in het CoPI tijdens een training. Daarnaast wordt van elk CoPI-lid verwacht dat hij voldoet aan de in dit handboek gestelde bekwaamheidseisen en de basisopleiding crisisbeheersing heeft gevolgd. Deze opleiding wordt georganiseerd door de Stafdirectie Risico- en Crisisbeheersing en is landelijk gecertificeerd. Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond, Handboek CoPI, versie 0.5, april
10 3. Functies In dit hoofdstuk is per functie weergegeven wat de functie inhoudt, de bijbehorende taken, functie-eisen en algemene bekwaamheden. De opsomming van algemene bekwaamheden is opgenomen om een complete omschrijving te geven ten behoeve van teksten in bijvoorbeeld vacatures. 3.1 Taakbeschrijving Leider CoPI Functie Bij grootschalig multidisciplinair optreden wordt de Hoofdofficier van Dienst Brandweer (HO) ingezet als leider CoPI. Afhankelijk van de aard van het incident kan de burgemeester van de getroffen gemeente of de coördinerend burgemeester beslissen een gekwalificeerde leidinggevende van een andere dienst te benoemen als leider CoPI. Hij is eindverantwoordelijk voor de multidisciplinaire aanpak in het brongebied en treedt op als technisch voorzitter van het CoPI. De leider CoPI is primair verantwoordelijk voor de integrale besluitvorming en de processturing en treedt op als gemandateerd Operationeel Leider (bron: Operationele leiding en commandovoering, 2006). Taken Is gemandateerd Operationeel Leider. Zorgt dat alle voorbereidende maatregelen uitgevoerd worden (conform rampbestrijdingsplannen en procesdeelplannen). Is eindverantwoordelijk voor besluitvorming. Is eindverantwoordelijk voor de SITRAPS. Is eindverantwoordelijk voor de voorlichting vanuit het CoPI. Adviseert Burgemeester (bij GRIP 1). Adviseert de Leider RegOT (vanaf GRIP 2). (Gegeven de aard van het incident inschatten of andere operationele dienst de Operationeel Leider moet leveren en hiertoe burgemeester adviseren.) Functionele eisen Is bekend met processen, procedures en verantwoordelijkheden van de verschillende disciplines. Heeft kennis van alle rampbestrijdingsprocessen. Heeft kennis van de structuur van de rampenbestrijding tot op nationaal niveau. Heeft inzicht in zijn verantwoordelijkheden en bevoegdheden en in die van de andere leden van het CoPI. Deze zijn per dienst bepaald. Heeft inzicht in de rol die het RegOT en de gemeentelijke/regionale veiligheidsstaf (GVS/RVS) vervullen. Algemene bekwaamheid HBO werk- en denkniveau. Basisopleiding crisisbeheersing. Heeft een multidisciplinair voorbereidingsprogramma gevolgd. Minimaal enkele jaren leidinggevende ervaring op het gebied van crisismanagement; kan omgaan met meervoudige belangen in multidisciplinaire teams en met complexe problemen. Beschikt over de onderstaande competenties voor het vervullen van de aangegeven taken onder tijdsdruk/crisisomstandigheden: leiderschap, politiek-bestuurlijk inzicht, communiceren, stressbestendig handelen, coördineren, analyseren, samenwerken en daadkracht (zie bijlage 5). Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond, Handboek CoPI, versie 0.5, april
11 3.2 Taakbeschrijving Voorlichter Functie De voorlichter is ondersteuner van het CoPI en krijgt leiding van de leider CoPI. De voorlichter CoPI maakt onderdeel uit van de regionale voorlichterspool en wordt geleverd door de politie. De voorlichter CoPI stemt de voorlichtingsboodschap af met de leider CoPI. De voorlichter CoPI overlegt over de voorlichtingsboodschap met de voorlichter RegOT en de coördinator persvoorlichting van de getroffen gemeente. Taken Ondersteunt het CoPI bij communicatie met media en publiek. Adviseert over de communicatietactiek vanuit zijn communicatiedeskundigheid. Organiseert ter plaatse informatievoorziening voor en informatieverstrekking aan de aanwezige media en voert het woord namens het CoPI naar de media. Informeert media over feiten, omstandigheden, te voorziene ontwikkelingen en aandachtspunten. Helpt/begeleidt media veilig hun werk te doen: maken opnames, bezoeken plaats incident, afnemen interviews. Informeert media over besluiten, voornemens en ontwikkelingen. Informeert media over plaats en aard van eerstvolgende officiële persmomenten. Reageert in overleg met contactpersoon in gemeente op mediaverzoeken. Ondersteunt tijdens bezoeken, bijeenkomsten ter plaatse inzake mediacontacten. Maakt aantekeningen van alle werkzaamheden (zoals vragen, antwoorden, afspraken, ontmoetingen). Rapporteert contactpersoon continu over communicatievraagpunten/ - aandachtspunten (toon media, geruchten). Rapporteert contactpersoon over (dreigende) conflicten met of vijandigheid vanuit de media. Rapporteert contactpersoon continu over aard, omvang en inhoud van de mediacontacten. Functionele eisen Heeft oog en oor voor relevante communicatiefeiten en gebeurtenissen en kan daarover rapporteren aan contactpersoon. Beschikt over kennis en inzicht betreffende de deelprocessen rampenbestrijding. Heeft inzicht in zijn verantwoordelijkheden en bevoegdheden en in die van de leden van het CoPI. Deze zijn per dienst bepaald. Kan de geldende richtlijnen/procedures hanteren. Heeft inzicht in de rol die het RegOT en de gemeentelijke/ regionale veiligheidsstaf (GVS/RVS) vervullen. Algemene bekwaamheid HBO werk- en denkniveau. Basisopleiding crisisbeheersing. Minimaal 1 jaar ervaring op het gebied van crisiscommunicatie. Beschikt over de onderstaande competenties voor het vervullen van de aangegeven taken onder tijdsdruk/crisisomstandigheden: communiceren, accuraat, stressbestendig, analyseren, samenwerken (zie bijlage 5). Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond, Handboek CoPI, versie 0.5, april
12 3.3 Taakbeschrijving Informatiemanager Functie De informatiemanager is een multidisciplinaire functie voor interne informatievoorziening. Het proces interne informatievoorziening is één van de vier randvoorwaardelijk processen voor alle onderdelen van de bestrijding en is daarom ook kritisch: zonder de randvoorwaardelijke processen is er geen hoofdstructuur, laat staan dat deze kan functioneren (Basisvereisten Crisismanagement, 2006). De informatiemanager werkt nauw samen met de leider CoPI die verantwoordelijk is voor het tweede randvoorwaardelijke proces leiding en coördinatie en de voorlichter, die verantwoordelijk is voor de externe informatievoorziening. De taak van de leider CoPI is coördinatie en van de informatiemanager is de taak het halen, valideren en brengen van informatie. Hij/ zij neemt met een laptop plaats in het CoPI. Tijdens het plenair overleg is hij verantwoordelijk voor het bijhouden van de actielijst en het vastleggen van het gezamenlijk operationeel beeld. Taken Informatie (tekst/grafisch) valideren, halen en brengen (eigenstandige taak, hulpmiddelen zijn onder meer het informatiesysteem en Internet); Is eindverantwoordelijk voor het communiceren van het gezamenlijk operationeel beeld op een bepaald tijdstip vanuit het CoPI naar andere staven in de vorm van situatierapportages (SITRAPS). In nauw overleg met en in opdracht van de leider CoPI kan het sitrap worden uitgebreid met concrete vragen en problemen (met inbegrip van de voorgestelde oplossingsrichtingen en de bijbehorende consequenties) gericht aan een ander team (zoals het RegOT). Opstellen, bijhouden en bewaken actielijst CoPI; Door gebruik van het informatiesysteem en verzamelen van informatie ontstaat automatisch als bijproduct een chronologisch overzicht van het incidentverloop (voor evaluatie en langdurige incidenten); Het toezien op het invullen van papieren aanwezigheids- en bereikbaarheidslijsten ten behoeve van evaluatie achteraf. Functionele eisen Beschikt over kennis en inzicht in alle rampbestrijdingsprocessen op hoofdlijnen. Kan in een plenaire vergadering onderscheid maken tussen hoofd- en bijzaken en is daarbij gespitst op besluiten. Heeft nadrukkelijk aandacht voor het evenwicht tussen de snelheid van communiceren van informatie versus het valideren van informatie. Is in staat om besproken zaken kort en bondig te formuleren in sitraps en besluitenlijsten. Heeft inzicht in zijn verantwoordelijkheden en bevoegdheden en in die van de leden van het CoPI. Deze zijn per dienst bepaald. Heeft inzicht in de rol die het RegOT en de gemeentelijke/ regionale veiligheidsstaf (GVS/RVS) vervullen. Algemene bekwaamheid HBO werk- en denkniveau. Basisopleiding crisisbeheersing. Kan werken met het gebruikte informatiesysteem (Cedric). Beschikt over de onderstaande competenties voor het vervullen van de aangegeven taken onder tijdsdruk/crisisomstandigheden: communiceren, accuraat, stressbestendig, analyseren, samenwerken (zie bijlage 5). Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond, Handboek CoPI, versie 0.5, april
13 3.4 Taakbeschrijving Officier van Dienst Brandweer Functie De Officier van Dienst Brandweer (OD) krijgt leiding van de leider CoPI en heeft contact met de Officier van Dienst Brandweer in het veld. Is procesverantwoordelijk voor de uitvoering van de processen: Alarmering. Bron- en effectbestrijding. Waarschuwen bevolking. Ontsmetten van mens en dier. Ontsmetten voertuigen en infrastructuur. Waarnemen en meten. Toegankelijk/begaanbaar maken en opruimen. Logistiek rampbestrijdingspotentieel. Verbindingen. Taken Geeft leiding aan de brandweerinzet. Stemt de bestrijding af met de andere leden van het CoPI. Bij GRIP 2 of hoger: rapporteert aan het Hoofd Sectie Brandweer in het RegOT. Functionele eisen Beschikt over kennis en inzicht betreffende de brandweerprocessen en over die van andere diensten op hoofdlijnen. Heeft inzicht in zijn verantwoordelijkheden en bevoegdheden en in die van de andere leden van het CoPI. Deze zijn per dienst bepaald. Kan de geldende richtlijnen/procedures hanteren. Heeft inzicht in de rol die het RegOT en de gemeentelijke/ regionale veiligheidsstaf (GVS/RVS) vervullen. Algemene bekwaamheid HBO werk- en denkniveau. Basisopleiding crisisbeheersing. Brandweerfunctionaris, minimaal in het bezit van diploma Adjunct Hoofdbrandmeester of de Leergang Officier van Dienst. Beschikt over onderstaande competenties voor het vervullen van de aangegeven taken onder tijdsdruk/crisisomstandigheden: politiek-bestuurlijk inzicht, communiceren, stressbestendig handelen, analyseren, samenwerken, daadkracht, overtuigen (zie bijlage 5). Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond, Handboek CoPI, versie 0.5, april
14 3.5 Taakbeschrijving CoPI-lid Politie 7 Functie Het CoPI-lid krijgt leiding van de leider CoPI en geeft leiding aan de totale inzet van politie in het brongebied 8. Is procesverantwoordelijk voor de uitvoering van de processen: Ontruiming en evacuatie. Afzetten en afschermen. Regelen verkeer. Handhaven openbare orde en rechtsorde. Berging en identificatie overleden slachtoffers. Begidsen. Strafrechtelijk onderzoek. Taken Ter plaatse van het incident zo spoedig mogelijk de CoPI-taken overnemen van de Chef van Dienst. Zet CoPI-besluiten om in maatregelen en ziet toe op de uitvoering daarvan d.t.v. de Chef van Dienst-politie. Overleggen en afstemmen met de Chef van Dienst. Bewaken van de uitvoering van de zeven politieprocessen. Overleggen en afstemmen met betrekking tot maatregelen en inzet politie-eenheden, met de andere diensten in het CoPI. Treffen van maatregelen gericht op het voorkomen en beperken van slachtoffers op de plaats van het incident. Verstrekken van informatie over de rampenbestrijding of de hulpverlening aan de MKpolitie of actiecentrum politie. Informeren van de districtschef. Zo mogelijk door tussenkomst van de chef van dienst Aanvragen van (districtelijke of interdistrictelijke) politiebijstand. Functionele eisen Beschikt over kennis en inzicht betreffende de politieprocessen en over die van andere diensten op hoofdlijnen. Heeft inzicht in zijn verantwoordelijkheden en bevoegdheden en in die van de andere leden van het CoPI. Deze zijn per dienst bepaald. Kan de geldende richtlijnen/procedures hanteren. Heeft inzicht in de rol die het RegOT en de gemeentelijke/ regionale veiligheidsstaf (GVS/RVS) vervullen. Algemene bekwaamheid HBO werk- en denkniveau. Gecertificeerd hulpofficier van justitie. Is aangewezen als CoPI-lid door de Korpsleiding. Basisopleiding crisisbeheersing. Basisopleiding plaats-delictmanagement. Operationele achtergrond en ervaring op leidinggevend niveau. Ervaring in werkzaamheden bij Grootschalig en/of Bijzonder optreden op het gebied van rampenbestrijding. Beschikt over onderstaande competenties voor het vervullen van de aangegeven taken onder tijdsdruk/crisisomstandigheden: politiek-bestuurlijk inzicht, communiceren, stressbestendig handelen, analyseren, samenwerken, daadkracht, overtuigen (zie bijlage 5). 7 Deze beschrijving is op hoofdlijnen, details in het Deelplan Crisisbeheersing Politie. 8 Wanneer het brongebied Rotterdam-airport is, dan wordt een Officier van Dienst van de KMAR CoPI-lid politie. Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond, Handboek CoPI, versie 0.5, april
15 3.6 Taakbeschrijving Commandant van Dienst Geneeskundig Functie De Commandant van Dienst Geneeskundig krijgt leiding van de leider CoPI en geeft leiding aan de totale inzet van geneeskundige eenheden in het brongebied. Is procesverantwoordelijk voor de uitvoering van de processen: Preventieve openbare gezondheidszorg. Geneeskundige hulpverlening. Hulpverlening psychosociaal (pshor). Taken Geeft leiding aan de geneeskundige inzet op de plaats incident. Stemt de bestrijding af met de andere leden van het CoPI. Beoordeelt de toestand op het rampterrein t.a.v. de rampenbestrijding in het algemeen en de geneeskundige hulpverlening in het bijzonder. Schat de gezondheidrisico s in van de veiligheid in het algemeen en van de GHOR eenheden op het rampterrein in het bijzonder. Rapporteert functioneel aan het Hoofd Sectie GHOR. Functionele eisen Beschikt over kennis en inzicht betreffende de GHOR processen en over die van andere diensten op hoofdlijnen. Heeft inzicht in zijn verantwoordelijkheden en bevoegdheden en in die van de andere leden van het CoPI. Deze zijn per dienst bepaald. Kan de geldende richtlijnen/procedures hanteren. Heeft inzicht in de rol die het RegOT en de gemeentelijke/ regionale veiligheidsstaf (GVS/RVS) vervullen. Algemene bekwaamheid HBO werk- en denkniveau. Basisopleiding crisisbeheersing. Is aangewezen als Commandant van Dienst Geneeskundig door de Regionaal Geneeskundig Functionaris (RGF). Beschikt over de onderstaande competenties voor het vervullen van de aangegeven taken onder tijdsdruk/crisisomstandigheden: politiek-bestuurlijk inzicht, communiceren, stressbestendig handelen, analyseren, samenwerken, daadkracht, overtuigen (zie bijlage 5). Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond, Handboek CoPI, versie 0.5, april
16 3.7 Taakbeschrijving Adviseur Gevaarlijke Stoffen Functie De Adviseur Gevaarlijke Stoffen (AGS) krijgt leiding van de leider CoPI en opereert onder gezag van de brandweer. De Adviseur Gevaarlijke stoffen wordt geleverd door de Dienst Centraal Milieubeheer Rijnmond (DCMR). Taken Geeft advies t.a.v. de bronbestrijding. Stemt de bestrijding af met de andere leden van het CoPI en de AGS in het RegOT. Stemt af met de Meetplanleider (MPL) ten aanzien van het scenario op plaats incident waarbij gevaarlijke stoffen betrokken zijn en het adviseren ten aanzien van de te nemen veiligheidsmaatregelen. Functionele eisen Kan direct telefonisch of mobilofonisch advies geven. Beschikt over kennis en inzicht betreffende Milieuzorg en over de processen van andere diensten op hoofdlijnen. Heeft inzicht in zijn verantwoordelijkheden en bevoegdheden en in die van de andere leden van het CoPI. Deze zijn per dienst bepaald. Kan de geldende richtlijnen/procedures hanteren. Heeft inzicht in de rol die het RegOT en de gemeentelijke/ regionale veiligheidsstaf (GVS/RVS) vervullen. Algemene bekwaamheid HBO niveau chemie/fysica. Hoofdbrandmeester module ROGS/AGS. Stralingsdeskundige niveau 5. Basisopleiding crisisbeheersing. Enkele jaren ervaring met incidentbestrijding. Beschikt over de onderstaande competenties voor het vervullen van de aangegeven taken onder tijdsdruk/crisisomstandigheden: politiek-bestuurlijk inzicht, communiceren, stressbestendig handelen, analyseren, samenwerken, daadkracht, overtuigen (zie bijlage 5). Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond, Handboek CoPI, versie 0.5, april
17 3.8 Taakbeschrijving Officier van Dienst Divisie Havenmeester Functie De Officier van Dienst Divisie Havenmeester (OvD DHMR) krijgt leiding van de leider CoPI en geeft leiding aan de totale inzet van Havenbedrijf-eenheden in het brongebied. Taken Geeft leiding aan de DHMR eenheden. Stemt de bestrijding af met de andere leden van het CoPI. Rapporteert aan de OPTL. Functionele eisen Beschikt over globale kennis en inzicht betreffende de deelprocessen rampenbestrijding. Heeft inzicht in zijn verantwoordelijkheden en bevoegdheden en in die van de andere leden van het CoPI. Deze zijn per dienst bepaald. Kan de geldende richtlijnen/procedures hanteren. Heeft inzicht in de rol die het RegOT en de gemeentelijke/ regionale veiligheidsstaf (GVS/RVS) vervullen. Algemene bekwaamheid HBO werk- en denkniveau. Basisopleiding crisisbeheersing. Minimaal enkele jaren ervaring met incidentbestrijding. Beschikt over de onderstaande competenties voor het vervullen van de aangegeven taken onder tijdsdruk/crisisomstandigheden: politiek-bestuurlijk inzicht, communiceren, stressbestendig handelen, analyseren, samenwerken, daadkracht, overtuigen (zie bijlage 5). Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond, Handboek CoPI, versie 0.5, april
18 3.9 Taakbeschrijving Ambtenaar Rampenbestrijding Functie De ambtenaar rampenbestrijding krijgt leiding van de leider CoPI en is in het CoPI verantwoordelijk voor de coördinatie van en de advisering over de gemeentelijke processen (zie bijlage 6) 9. Taken Bewaakt de bestuurlijke aspecten van een incident en/of crisis in relatie tot de operationele acties. Is liaison naar het Gemeentelijk Actiecentrum. Legt de leider CoPI alternatieven/mogelijkheden voor inzake inzet gemeentelijke organisatie. Overlegt met leider CoPI over ondersteuning van gemeentelijke organisatie. Onderhoudt contact met de verantwoordelijken van het betreffende deelproces. Vanaf GRIP 2: Informeert de sectie gemeenten in het RegOT over feitelijke en te verwachten ontwikkelingen en (voor)genomen acties ter plaatse. Bij GRIP 3 verlaat de Ambtenaar Rampenbestrijding het CoPI om deel te nemen aan de Gemeentelijke Veiligheidsstaf. In relatie tot andere overheden Informeert de burgemeester van de betreffende gemeente (vanaf GRIP2: of vraagt het RegOT dit te doen). Onderhoudt contact met hoger bestuur, voorzitters van deelgemeenteraden, wijkraden en buurgemeenten (vanaf GRIP2: of vraagt het RegOT dit te doen). Informeert elke relevante organisatie tijdig en eenduidig, maar uitsluitend op basis van gefiatteerde berichten (vanaf GRIP2: of vraagt het RegOT dit te doen). Is telefonisch beschikbaar voor het beantwoorden van vragen en ontvangen van verzoeken. Functionele eisen Kan binnen korte tijd mandaat verkrijgen om acties uit te zetten. Heeft inzicht in zijn verantwoordelijkheden en bevoegdheden en in die van de leden van het CoPI. Deze zijn per dienst bepaald. Beschikt over de benodigde kennis, inzicht en vaardigheden, om de werkzaamheden taken te vervullen. Heeft inzicht in de rol die het RegOT en de gemeentelijke/ regionale veiligheidsstaf (GVS/RVS) vervullen. Algemene bekwaamheid HBO werk- en denkniveau. Basisopleiding crisisbeheersing. Beschikt over onderstaande competenties voor het vervullen van de aangegeven taken onder tijdsdruk/crisisomstandigheden: politiek-bestuurlijk inzicht, communiceren, stressbestendig handelen, analyseren, samenwerken, daadkracht, overtuigen (zie bijlage 5). 9 Het oproepen van de Ambtenaar Rampenbestrijding is afhankelijk van de aard, locatie en omvang van het incident en de mate waarin gemeentelijke processen dienen te worden ingezet (GRIP 4.2). Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond, Handboek CoPI, versie 0.5, april
19 3.10 Taakbeschrijving (overige) Ad hoc Adviseurs Functie De vertegenwoordiger van een ad hoc partij schuift aan als adviseur van het CoPI en bevordert met zijn specifieke kennis het hulpverleningsproces. Hij is vertegenwoordiger van zijn organisatie betrokken bij het incident. Organisaties waar aan kan worden gedacht, zijn: Defensie, Waterschappen, Rijkswaterstaat, RET, Prorail, KNRM, Kustwacht, nutsbedrijven, etc. of een vertegenwoordiger van een bedrijf. Op verzoek van de leidinggevenden in het CoPI wordt vanuit de Gemeenschappelijke Meldkamer contact gezocht met deze organisaties of bedrijven. Indien er reeds iemand van de betreffende instantie in het CoPI aanwezig is kan hij direct contact (laten) opnemen met de juiste persoon. Taken Stelt specifieke en relevante organisatiekennis ter beschikking aan andere diensten. Is verantwoordelijk voor de afstemming ten aanzien van de processen waar zijn organisatie verantwoordelijk voor is. Koppelt relevante informatie en besluitvorming van het CoPI terug aan zijn organisatie. Adviseert de eigen organisatie ten aanzien van te nemen maatregelen binnen de eigen taak. Adviseert de eigen organisatie over opschaling van de eigen organisatie (in relatie tot de opschaling van overige diensten in het CoPI). Adviseert de operationele diensten over maatregelen om uitbreiding van schade te voorkomen/beperken. Draagt zorg voor afstemming van de communicatie van de eigen organisatie met de voorlichter van het CoPI. Gewenst profiel Kan binnen korte tijd mandaat verkrijgen om acties uit te zetten. Heeft inzicht in zijn verantwoordelijkheden en bevoegdheden. Kan acties vanuit de eigenstandige bevoegdheden afstemmen. Beschikt over kennis en inzicht betreffende de processen binnen eigen organisatie. Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond, Handboek CoPI, versie 0.5, april
20 Bijlagen Bijlage 1: Standaard agenda CoPI De agenda voor het CoPI kan worden gebruikt als richtlijn voor het verloop van de vergadering. De agenda dient voor de leider CoPI als geheugensteun en geeft aan welke onderwerpen in ieder geval besproken/afgesproken worden. In de coördinatiepost wordt niet met dikke stapels papier gewerkt. De agenda zal dan ook niet fysiek op tafel worden gelegd maar is in dit handboek weergegeven als richtlijn voor de plenaire overleggen. AGENDA 1 e plenaire vergadering 1. Opening 2. Voorstellen aanwezigen a. Leider CoPI b. GHOR c. Politie d. Brandweer e. AGS f. DHMR g. Voorlichting h. Informatiemanager i. Gemeente j. Ad hoc liaisons 3. Afspraken: a. Afgeven of uitzetten communicatiemiddelen tijdens plenair b. Bij zeer dringende zaken mag ingebroken worden in het plenair overleg c. Vergaderfrequentie d. Invullen presentielijst e. SITRAP (t.a.v. beeldvorming) via informatiesysteem/informatiemanager f. Verdere werkwijze 4. Beeldvorming, Oordeelvorming, Besluitvorming: a. Het afbakenen van het inzetgebied (brongebied) b. algemene informatie / situatieschets c. aanvullingen diensten d. is verdere opschaling noodzakelijk? 5. Voorstellen / maatregelen / besluiten 6. Actiepunten en actiehouders 7. Samenvatting en controle actiepunten en genomen besluiten dit plenair overleg 8. Afspraak volgende plenaire sessie AGENDA volgende plenaire vergadering(en) 1. Stand van zaken actiepunten vorige vergadering Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond, Handboek CoPI, versie 0.5, april
21 2. Beeldvorming, Oordeelvorming, Besluitvorming: a. algemene informatie / situatieschets b. aanvullingen diensten 3. Voorstellen / maatregelen / besluiten 4. Samenvatting en controle actiepunten en genomen besluiten dit plenair overleg 5. Afspraak volgende plenaire sessie AGENDA laatste plenaire vergadering 1. Stand van zaken actiepunten vorige vergadering 2. Beeldvorming incident: a. algemene informatie / situatieschets b. aanvullingen diensten 3. Vaststellen tijdstip afschalen of routine (elke dienst communiceert dit met eigen dienst) 4. Bepalen hoe nog lopende zaken afgeregeld worden. 5. Peilen behoefte aan latere evaluatie (bij GRIP-3 altijd) of first impression evaluatie en prikken datum. Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond, Handboek CoPI, versie 0.5, april
22 Bijlage 2: Gebruik van Cedric in het CoPI De landelijke basisvereisten crisisbeheersing van het Landelijk Beraad Crisisbeheersing (LBCB) van november 2006 geven de kaders voor operationeel informatiemanagement. De Basisvereisten betreffen een beperkte set op termijn juridisch te verankeren- kwantitatieve en kwalitatieve normen voor de voorwaardenscheppende processen binnen de rampenbestrijding/crisisbeheersing, waaraan iedere veiligheidsregio onder operationele omstandigheden moet kunnen voldoen. Voor informatiemanagement geldt dat informatie: Tussen beschikbaar en belanghebbenden zijn op de hoogte Tussen beschikbaar en verwerkt in eigen beeld Tussen beschikbaar en verwerkt in totaalbeeld A. Prio 1 Max.5 minuten Max.5 minuten Max.10 minuten B. Prio 2 Max.15 minuten Max.15 minuten Max.20 minuten Prio 1 informatie heeft direct gevolgen voor de bestrijding en/ of veiligheid van mensen. Prio 2 informatie past binnen het verwachte incidentverloop. De regio moet dus kunnen beschikken over een totaalbeeld dat binnen de gestelde norm opgebouwd en ververst kan worden. Momenteel wordt de Netcentrische informatiedeling als meest geschikte basis erkend voor de beeldvorming binnen de crisisbeheersing. Bij de Netcentrische werkwijze is de hiërarchie niet meer bepalend voor de snelheid waarmee informatie binnen het netwerk van crisisstaven bekend wordt gesteld. Figuur: verschil tussen de klassieke hiërarchische en de netcentrisch werkwijze (T= het tijdstip dat informatie binnen een staf bekend wordt). Bovenstaand figuur laat zien dat volgens de klassieke hiërarchische manier van informatievoorziening het anderhalf uur kan duren voordat informatie vanuit het veld (onderste niveau) bij bijvoorbeeld een bestuurlijke staf bekend is. Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond, Handboek CoPI, versie 0.5, april
23 Rechts wordt het delen van informatie via de netcentrische werkwijze weergegeven. Hiermee wordt inzichtelijk de noodzaak om -indien de regio wil voldoen aan de Basisvereisten crisisbeheersing voor informatiemanagement (informatie binnen minuten in het gezamenlijk beeld verwerkt)- netcentrisch werken onontbeerlijk is. Ook is deze structuur beter uitbreidbaar met nieuwe partijen zoals waterschappen, nutbedrijven etc. dan de klassieke lijnstructuur. Het programma Cedric ondersteunt de netcentrische werkwijze vanuit de ICT technologie. Binnen het CoPI beschikt de informatiemanager in over Cedric. Cedric bestaat uit een online informatiebibliotheek en speciale faciliteit ( In dit programma maakt de informatiemanager situatierapporten (sitraps) namens het CoPI. Het situatierapport van het CoPI bevat de het gezamenlijk operationeel beeld op een bepaald tijdstip in het CoPI. In nauw overleg met en in opdracht van de leider CoPI kan het sitrap worden uitgebreid met concrete vragen en problemen (met inbegrip van de voorgestelde oplossingsrichtingen en de bijbehorende consequenties) waarover het RegOT zich moet buigen. De informatiemanager raadpleegt, naast de diensten zelf, bronnen zoals het programma Cedric om relevante informatie voor het team beschikbaar te maken. Hierbij kan gedacht worden worst case scenario s, bedrijfsfoto s, plattegronden, opvangcentra, kwetsbare objecten, aantal aanwezigen etc. Ook bewaakt de informatiemanager incident informatie die van andere crisiscentra binnenkomt via Cedric (situatierapportages, berichten, besluit van derden en gevraagde acties voor het CoPI). Hij attendeert andere CoPI leden indien voor hen relevante nieuwe informatie via Cedric beschikbaar is gekomen. Tevens beoordeelt hij of informatie zo dringend is dat deze bijvoorbeeld acuut moet worden ingebracht tijdens een plenair overleg. Indien het CoPI niet in plenair overleg is, overlegt hij zo nodig met de leider CoPI of de informatie aanleiding geeft het plenair overleg te vervroegen. In Cedric zijn online raadpleegbaar: plannen, procedures en algemene gegevens; berichten, situatierapportages en grafische plots met dynamisch incident. Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond, Handboek CoPI, versie 0.5, april
24 Bijlage 3: Standaard SITRAP (uit Cedric) Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond, Handboek CoPI, versie 0.5, april
25 Bijlage 4: Evaluatie CoPI Procedure Indien besloten wordt tot een evaluatie, zullen na afloop de GRIP situatie door de Stafdirectie Risico- en Crisisbeheersing van de VRR digitale evaluatieformulieren worden toegestuurd naar de deelnemers van het CoPI. De deelnemers moeten de formulieren binnen twee weken invullen en retour zenden. De leider CoPI zal bovendien binnen twee weken, in overleg met de verantwoordelijke beleidsmedewerker van de Stafdirectie Risico- en Crisisbeheersing, de deelnemers van de betreffende crisisstaf bijeenroepen. Het bijwonen van de evaluatie is verplicht. Het definitieve evaluatierapport en bijhorende actiepunten worden, na instemming van de deelnemers van het CoPI en/of RegOT, via de Adviesraad Risico- en Crisisbeheersing (ARC) ter vaststelling voorgelegd aan de Veiligheidsdirectie. Indien besloten wordt dat een evaluatie niet nodig wordt geacht, zal dit beargumenteerd moeten worden en wordt hiervan melding gemaakt door middel van een hiervoor opgesteld formulier. Standaard evaluatievragen EVALUATIEFORMULIER VOOR HET OPTREDEN VOLGENS DE GECOÖRDINEERDE REGIONALE INCIDENTENBESTRIJDINGS PROCEDURE (GRIP) Betreft incident : Ingevuld door : Dienst : Functie tijdens incident : Datum ingevuld : -VERTROUWELIJK- A. OPSTARTEN GRIP, ALARMERING EN INSTELLING CoPI 1. Op welke wijze en hoe laat kwam de melding van het incident bij uw dienst binnen? 2. Welke maatregelen zijn door uw meldkamer genomen voor en na de melding van het incident? (tijden vermelden en zo mogelijk verwijzen naar bijlagen met meldkamer journaal) 3. Op welke wijze en hoe laat ontving a) uw dienst b) uzelf de melding dat de GRIP opgestart moest worden? Indien er sprake was een vertraging, reden hiervan aangeven. 4. Wanneer was u aanwezig in het CoPI? Indien er sprake was een vertraging, reden hiervan aangeven. 5. Wanneer heeft u uw CoPI activiteiten beëindigd? 6. In hoeverre was er naar uw mening behoefte aan het instellen van een coördinatie-alarm? 7. (In te vullen door degene die het coördinatie-alarm heeft ingesteld en/of verhoogd of verlaagd of daarbij heeft geadviseerd). Wat was de reden tot het instellen, verhogen of verlagen van het coördinatie-alarm? Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond, Handboek CoPI, versie 0.5, april
26 B. FUNCTIONEREN CoPI 1. Algemene indruk functioneren CoPI a) Samenwerking: b) Beeldvorming: c) Besluitvorming: d) Actie-opvolging: 2. Voor (plv.) leider CoPI: Kunt u de Sitraps bijvoegen. 3. Heeft u suggesties om het functioneren van het CoPI te verbeteren? Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond, Handboek CoPI, versie 0.5, april
27 Bijlage 5: Competenties verschillende rollen Naast de competenties voor de monodisciplinaire aansturing (commandorol) hebben de CoPI-leden ook bepaalde competenties nodig om te kunnen samenwerking in een team. De competentieprofielen voor rollen in het CoPI (onder algemene bekwaamheid in hoofdstuk 3) zijn afkomstig uit het Werkboek competentiegericht oefenen, versie Dit werkboek is in opdracht van de Directie Crisisbeheersing van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties uitgevoerd door een multidisciplinair samengestelde projectgroep in opdracht van de Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding. Competenties en competentieprofielen Een competentie is het samenhangende geheel van kennis, vaardigheden en houding, beschreven in gedragsmatige termen, dat onderscheidend bijdraagt aan succesvol functioneren. Met behulp van competentieprofielen kan zichtbaar worden gemaakt welke mate van gedrag voor bepaalde functies/taken gewenst is. Een competentieprofiel geeft een gedragsmatige beschrijving van de eisen die worden gesteld aan de leden van crisisteams. Een competentieprofiel dient te worden gelezen als één geheel. De competenties in het profiel geven samen aan welk gedrag gewenst is voor de betreffende crisisfunctionaris. In de oefensetting echter, komt steeds slechts een deel van het competentieprofiel terug als oefendoel. Dit om het overzicht te behouden en aandacht te kunnen besteden aan kernachtige leerdoelen. De competentieprofielen die hierna staan omschreven, bevatten alleen competenties en de daarbij behorende gedragsbeschrijvingen, die van het belang zijn in het kader van crisisbeheersing in multidisciplinaire teams. Het gaat om de crisiscompetenties. Dit neemt niet weg dat er overlap kan bestaan in de competenties die iemand nodig heeft in zijn dagdagelijkse taken. Om praktische redenen worden in de profielen drie rollen onderscheiden: voorzitter: leider CoPI adviseur: vertegenwoordigers van de verschillende diensten ondersteuner: informatiemanager De competentieprofielen maken duidelijk wat het gewenste gedrag is van de voorzitter, adviseurs en ondersteuners. De competentieprofielen staan dus los van de vakinhoudelijke bijdrage die een adviseur in het team heeft. Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond, Handboek CoPI, versie 0.5, april
Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure (GRIP)
Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure (GRIP) Inleiding Een goede coördinatie tussen betrokken hulpdiensten is bij de bestrijding van complexe incidenten van groot belang. Het model voor
Nadere informatieHANDBOEK REGIONAAL OPERATIONEEL TEAM 2011-2013
HANDBOEK REGIONAAL OPERATIONEEL TEAM 2011-2013 Colofon Dit document is tot stand gekomen onder regie van de Stafdirectie Risico- en Crisisbeheersing. Adres Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond Stafdirectie
Nadere informatieFuncties en teams in de rampenbestrijding
B Functies en teams in de rampenbestrijding De burgemeester - De burgemeester heeft de eindverantwoordelijkheid voor en de algehele leiding bij het bestrijden van incidenten in de eigen gemeente; - De
Nadere informatieVeiligheidsregio Zaanstreek-Waterland
Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland Inhoudsopgave Grip op hulpverlening 4 Routinefase 6 GRIP 1 8 GRIP 2 12 GRIP 3 18 GRIP 4 24 Gebruikte afkortingen 30 4 Grip op hulpverlening Dit boekje bevat de samenvatting
Nadere informatieReferentiekader GRIP en eisen Wet veiligheidsregio s
Kennispublicatie Referentiekader GRIP en eisen Wet veiligheidsregio s 1 Infopunt Veiligheid In 2006 heeft de toenmalige Veiligheidskoepel een landelijk Referentiekader GRIP opgesteld. De op 1 oktober 2010
Nadere informatieGRIP-teams en kernbezetting
GR P Wat is GRIP? GRIP is de afkorting van Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings Procedure en staat voor: het snel en multidisciplinair organiseren van de juiste mensen en middelen die nodig
Nadere informatieB2 - Hoofdproces Coördinatie en Commandovoering: GRIP Noord-Holland Noord
B2 - Hoofdproces Coördinatie en Commandovoering: GRIP Noord-Holland Noord B2-0 Overzicht Samenvatting In dit deel is de Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings- Procedure (GRIP) Noord-Holland Noord
Nadere informatieBijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s
Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Supplement u. Functie officier van dienst Functie zoals genoemd in artikel 2 lid 1 sub u Besluit personeel veiligheidsregio
Nadere informatie1 De coördinatie van de inzet
1 De coördinatie van de inzet Zodra zich een incident voordoet of dreigt voor te doen, wordt de rampenbestrijdingsorganisatie via het proces van opschaling opgebouwd. Opschalen kan worden gedefinieerd
Nadere informatieOperationele Regeling VRU
Operationele Regeling VRU Uitwerking van de Wet veiligheidsregio s over de organisatie en werking van de hoofdstructuur van de rampenbestrijding en crisisbeheersing van de Veiligheidsregio Utrecht. Vastgesteld
Nadere informatieGECOÖRDINEERDE REGIONALE INCIDENTENBESTRIJDINGSPROCEDURE ROTTERDAM-RIJNMOND
GECOÖRDINEERDE REGIONALE INCIDENTENBESTRIJDINGSPROCEDURE ROTTERDAM-RIJNMOND Colofon Dit document is tot stand gekomen onder regie van de afdeling Crisisbeheersing. Adres Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond
Nadere informatieGecoördineerde Regionale Incidentbestrijding Procedure (GRIP) Drenthe/Assen
Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijding Procedure (GRIP) Drenthe/Assen 25 juni 2007 Inhoudsopgave Inleiding... 1 1 Niveaus in de incident- en crisismanagementorganisatie... 1 1.1 Operationeel niveau...
Nadere informatieCrisisorganisatie uitgelegd
GRIP Snelle opschaling, vaste teams, eenhoofdige leiding Wat kan er gebeuren? KNOPPENMODEL Meer tijd voor opschaling, maatwerk in teams en functionarissen GRIP 4 / 5 STRATEGISCH OPERATIONEEL / TACTISCH
Nadere informatieErratum Regionaal Crisisplan Uitwerking calamiteitencoördinator (CaCo)
Erratum Regionaal Crisisplan Uitwerking calamiteitencoördinator (CaCo) Erratum Calamiteitencoördinator (CaCo) Dit erratum geeft invulling aan de huidige taakopvatting en werkwijze van de CaCo en dient
Nadere informatieOperationele Regeling VRU
Operationele Regeling VRU Uitwerking van de Wet veiligheidsregio s over de organisatie en werking van de hoofdstructuur van de rampenbestrijding en crisisbeheersing van de Veiligheidsregio Utrecht. Vastgesteld
Nadere informatieBijlage E: Observatievragen
Bijlage E: Observatievragen Inhoudsopgave Waarnemervragen Meldkamer (MK) Waarnemervragen Commando Plaats Inicident (CoPI) Waarnemervragen Regionaal Operationeel Team (ROT) Waarnemervragen Team Bevolkingszorg
Nadere informatieAGP 13 REGIONAAL CRISISPLAN VEILIGHEIDSREGIO BRABANT-NOORD
AGP 13 REGIONAAL CRISISPLAN VEILIGHEIDSREGIO BRABANT-NOORD 2012 Inhoudsopgave Inleiding...2 Bedrijfsprocessen...2 Regionaal Beleidsteam...6 Gemeentelijk Beleidsteam...10 Regionaal Operationeel Team...12
Nadere informatieBeschrijving toets Basisscholing crisisbeheersing. Inhoud 1. Inleiding 2. Eindtermen 3. Leerboom 4. Leerstof 5. Toetsmatrijs
Beschrijving toets Basisscholing crisisbeheersing Inhoud 1. Inleiding 2. Eindtermen 3. Leerboom 4. Leerstof 5. Toetsmatrijs Bijlage: Organogram crisisorganisatie 04-06-2010 1 Inleiding De toets Basisscholing
Nadere informatieB1 - Basisplan en hoofdprocessen Inleiding en leeswijzer
B1 - Basisplan en hoofdprocessen B1 0 Inleiding en leeswijzer Inleiding In het basisplan ligt het accent op de bestuurlijke, organisatorische en coördinerende elementen bij het bestrijden van een ramp
Nadere informatie5. Beschrijving per organisatie en
5. Beschrijving per organisatie en taken secties in de hoofdstructuur 5.1 In organieke zin worden binnen de hoofdstructuur het RBT, BT, ROT, CoPI de GMK/ CMK, de secties en de actiecentra onderscheiden.
Nadere informatieKWALIFICATIEPROFIEL VOOR COMMANDANT VAN DIENST
KWALIFICATIEPROFIEL VOOR COMMANDANT VAN DIENST werkzaam bij de brandweer Status Dit kwalificatieprofiel is op 3 maart 2009 te Arnhem vastgesteld door de Deelprojectgroep Kwaliteitsinstrumenten van het
Nadere informatiein samenwerking met de 21 gemeenten in de Regio Zuidoost-Brabant Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings Procedure
in samenwerking met de 21 gemeenten in de Regio Zuidoost-Brabant 2011 Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings Procedure Someren Son en Breugel Valkenswaard Veldhoven Waalre Helmond Laarbeek Nuenen
Nadere informatieBijlagenboek. Processen Bevolkingszorg
Bijlagenboek Processen Bevolkingszorg Dit bijlagenboek is voor het laatst herzien op : 10-12-2013 Colofon Format: Bureau Bevolkingszorg Actualisatie: Bureau Bevolkingszorg Versie geschiedenis: Versiedatum
Nadere informatieBijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s
Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Supplement s. Functie meetplanleider Functie zoals genoemd in artikel 2 lid 1 sub s Besluit personeel veiligheidsregio s 1.1
Nadere informatieGemeentelijk Draaiboek, gemeente Helmond. Organisatorisch deel. Alarmering Deelproces 1
Gemeentelijk Draaiboek, gemeente Helmond Organisatorisch deel Alarmering Deelproces 1 Gemeente Helmond Vastgesteld door burgemeester en wethouders d.d. 23 december 2008 Inhoudsopgave organisatorisch deel
Nadere informatieCONVENANT. SLOTERVAART ZIEKENHUIS VEILIGHEIDSREGIO Amsterdam-Amstelland SAMENWERKINGSAFSPRAKEN VOOR RAMPEN EN CRISES
CONVENANT SLOTERVAART ZIEKENHUIS VEILIGHEIDSREGIO Amsterdam-Amstelland SAMENWERKINGSAFSPRAKEN VOOR RAMPEN EN CRISES 2012 Ondergetekenden: 1. Het Slotervaart, gevestigd te Amsterdam, in deze rechtsgeldig
Nadere informatieFunctieboek Rampenbestrijding. Brandweer (versie 1.0, 22-03-2005)
Functieboek Rampenbestrijding Gelderland-Zuid Brandweer (versie 1.0, 22-03-2005) Beuningen Buren Culemborg Druten Geldermalsen Groesbeek Heumen Lingewaal Maasdriel Millingen a/d Rijn Mook & Middelaar Neerijnen
Nadere informatieOmgevingszorg. Regionaal Crisisplan - Bevolkingszorg
Omgevingszorg Regionaal Crisisplan - Bevolkingszorg Omgevingszorg Handboek Bevolkingszorg Deel D Datum: Kenmerk: Auteurs: Werkgroep Regionaal Crisisplan Bevolkingszorg Pagina 2 van 12 Inhoudsopgave 1.
Nadere informatiei/s /M Velligheidsregio Rotterdam-Rijnmond 010-4468 663 Directie Risico- en Crisisbeheersing Postadres Postbus 9154 3007 AD Rotterdam Bezoekadres
INGEKOMEN lohmi im/icg Velligheidsregio Rotterdam-Rijnmond Directie Risico- en Crisisbeheersing Postadres Postbus 9154 3007 AD Rotterdam Bezoekadres Telefoon Telefax E-Mail Ons kenmerk Datum Behandeld
Nadere informatieOrganisatieplan Multidisciplinaire crisisbeheersing en rampenbestrijding Veiligheidsregio Gooi en Vechtstreek
Organisatieplan Multidisciplinaire crisisbeheersing en rampenbestrijding Veiligheidsregio Gooi en Vechtstreek Datum 18 december 2014 Versie 1.0 Status Definitief Auteur Pieter Benschop, hoofd veiligheidsbureau
Nadere informatieBLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING
BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING Officiële uitgave van gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant. Nr. 420 14 december 2015 Organisatiebesluit Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant
Nadere informatiePastorale zorg bij rampen
2 Inhoud: 1. Doelstelling pag. 3 2. Realisatie pag. 4 3. Begrippen pag. 5 4. Verantwoordelijkheid pag. 6 5. Pastorale verzorger pag. 7 6. Taken pastorale verzorger pag. 8 7. Coördinator pastorale zorg
Nadere informatieBijlage A bij voorstel Systeemoefening VRU 2013
Bijlage A bij voorstel Systeemoefening VRU 2013 1 Rapportage Systeemoefening VRU 4 december 2013 2 Inleiding Voor u ligt het ingevulde toetsingskader van de Inspectie Veiligheid & Justitie (IV&J). De gegevens,
Nadere informatieDe Veiligheidsregio NHN in vogelvlucht. 28-03-2011 Commissie Bestuur en middelen
De Veiligheidsregio NHN in vogelvlucht 28-03-2011 Commissie Bestuur en middelen Welkom Veiligheidsregio NHN Wet veiligheidsregios Bezuinigingen Regionalisering brandweer Praktijk Veiligheidsregio Noord-Holland
Nadere informatieEvaluatie van het incident op 4 april 2007 WIT STOF
Evaluatie van het incident op 4 april 2007 WIT STOF Inhoud Inhoudsopgave 2 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding van de evaluatie 3 1.2 Onderzoeksvragen 3 1.3 Aanpak 3 1.4 Uitvoering 3 1.5 Opbouw van het rapport
Nadere informatieBeschrijving GRIP 0 t/m 4
RCP pocket Beschrijving GRIP 0 t/m 4 GRIP GRIP 0 Kenmerken incident Normaal dagelijkse werkwijzen van de hulpdiensten Afstemming in motorkapoverleg Dreigingsfase Preparatiestaf Aanwijzingen voor het ontstaan
Nadere informatieVoor de inhoud van het Regionaal Crisisplan en de aanpassingen, wordt u verwezen naar de bijlage.
Voorstel AGP 10 Aan : Algemeen Bestuur Datum : 3 november 2014 Bijlagen : 1 Steller : Christel Verschuren Onderwerp : Regionaal Crisisplan 2014 Algemene toelichting Aanleiding Voor u ligt het. Veiligheidsregio
Nadere informatieCrisismanagement Groningen. Basismodule
Crisismanagement Groningen Basismodule Doel van de module Kennismaken met crisismanagement Groningen Inzicht krijgen in rollen en taken Beeld krijgen bij samenwerken in de crisis-organisatie Programma
Nadere informatieBijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s
Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Supplement a. Functie adviseur gevaarlijke stoffen Functie zoals genoemd in artikel 2 lid 1 sub a Besluit personeel veiligheidsregio
Nadere informatieAlgemeen Commandant Bevolkingszorg
Algemeen Commandant Bevolkingszorg Functie Als Algemeen Commandant Bevolkingszorg ben je lid van het Regionaal Operationeel Team bij opschaling vanaf GRIP 2. Je bent aanspreekpunt voor de Operationeel
Nadere informatieREFERENTIEKADER REGIONAAL CRISISPLAN 2009. Procesmodellen
REFERENTIEKADER REGIONAAL CRISISPLAN 2009 Het Referentiekader Regionaal Crisisplan 2009 Leeswijzer Begin vorig jaar is het projectteam Regionaal Crisisplan, in opdracht van de Veiligheidskoepels, gestart
Nadere informatieBeschrijving van de organisatie, verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden in het kader van de rampenbestrijding en crisisbeheersing.
Beschrijving van de organisatie, verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden in het kader van de rampenbestrijding en crisisbeheersing. 1 Inhoud Processen per kolom / hulpdienst Netcentrisch werken GRIP-opschaling
Nadere informatieToelichting RADAR. Pagina 1 van 8
Toelichting RADAR Inleiding De ambitie van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is dat eind 2009 de (organisatie van de) rampenbestrijding en crisisbeheersing op orde moet zijn
Nadere informatieRegionaal crisisplan Regio Zuidoost-Brabant. Deel 2: Deelplan Bevolkingszorg
Regionaal crisisplan Regio Zuidoost-Brabant Deel 2: Deelplan Bevolkingszorg Colofon Opdrachtgever dhr. H.A.M. Arkesteijn Auteur(s) mw. D. Aarts dhr. B.M.J. Peute Versie geschiedenis: Versiedatum Veranderingen
Nadere informatieAfsprakenlijst behorende bij het Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen Veiligheidsregio s, Politie en ProRail
Afsprakenlijst behorende bij het Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen s, Politie en Art. 1 Doelen Partijen maken afspraken over: 1. organiseert bijeenkomsten voor de Doorlopend naar - Het vergroten
Nadere informatieGRIP 1 zeer grote brand Portiekflat
GRIP 1 zeer grote brand Portiekflat 26 januari 2017 Alkmaar 1. Overzicht Incident Donderdag 26 januari 2017 GRIP 1 Zeer grote brand portiekflat Gemeente Alkmaar, Cornelis Evertsenplein 31. Omschrijving
Nadere informatiePastorale zorg bij rampen
2 Inho ud: 1. Doelstelling pag. 4 2. Realisatie pag. 5 3. Begrippen pag. 6 4. Verantwoordelijkheid pag. 7 5. Pastorale verzorger pag. 8 6. Taken pastorale verzorger pag. 8 7. Coördinator pastorale zorg
Nadere informatieAan Regiegroep 17.02.2014. Aan Veiligheidsdirectie 27.02.2014. Goedkeuring Dagelijks bestuur 26.03.2014. Vaststelling Algemeen Bestuur 09.04.
Voorstel CONCEPT AGP 12 Aan : Algemeen Bestuur Datum : 9 april 2014 Bijlage : 1 Steller : Ruud Huveneers Onderwerp : Continuïteitsplan sleutelfunctionarissen hoofdstructuur Algemene toelichting De Veiligheidsregio
Nadere informatieOpleiding Liaison CoPI voor zorginstellingen
Opleiding Liaison CoPI voor zorginstellingen Uitgangspunten Opdracht Ontwikkelen van een opleiding om vertegenwoordigers van zorginstellingen toe te rusten als liaison in het CoPI. Pilot voor vijf Limburgse
Nadere informatieDeel 4. Informatiebronnen, taakkaarten en bijlagen. Versie 2.0
Deel 4 Informatiebronnen, Versie 2.0 Inhoudsopgave 1. Informatiebronnen... 3 1.1 Leidraad COBRA... 3 1.2 4all... 3 1.3 Witte kaart voor zorgcontinuïteit en rampenbestrijding... 4 1.4 Risicokaart (www.risicokaart.nl
Nadere informatieFase 1: Alarmeren. Stap 1. Stap 2. Stap 3. Actie. Toelichting. Betrokken partijen. Betrokken partijen. Actie. Toelichting. Betrokken partijen
Draaiboek Brand 2016 Het Draaiboek Brand is onderdeel van het Protocol Grootschalige calamiteiten van het Verbond van Verzekeraars. In het draaiboek is beschreven hoe de coördinatie vanuit de branche Brand
Nadere informatieKwalificatiedossier Hoofd Acute Gezondheidszorg
Kwalificatiedossier Hoofd Acute Gezondheidszorg Versie definitief Vastgesteld door Cluster Veiligheid GGD GHOR Nederland op 17 september 2015 1 Inhoud Leeswijzer... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
Nadere informatieGRIP 1, XTC-laboratorium.
GRIP 1, XTC-laboratorium. 09 februari 2017 Alkmaar 1. Overzicht Incident Donderdag 9 februari 2017 GRIP 1, XTC-laboratorium Gemeente Alkmaar, Hamsterkoog 13 K. Omschrijving Op donderdag 9 februari 2017
Nadere informatieDecember Deelproces Verslaglegging en archivering
December 2006 Deelproces Verslaglegging en archivering Deelproces verslaglegging en archivering December 2006 Inhoudsopgave 1 Algemeen...2 2 Verslaglegging en dossiervorming...2 2.1 Doel...2 2.2 Doelgroep...2
Nadere informatieBeschrijving operationeel proces politie Ontruimen en evacueren
Beschrijving operationeel proces politie Ontruimen en evacueren December 2006 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 2 2. Doel... 2 3. Doelgroep... 2 4. Kritische proceselementen... 2 5. Uitvoering: activiteiten
Nadere informatieAlle activiteiten zijn op maat te maken in overleg met de opdrachtgever. Ook kunt u activiteiten combineren.
Introduceren en in gebruik nemen Regionaal Crisisplan: Wij zijn gespecialiseerd in de rampenbestrijding en crisisbeheersing en uiteraard op de hoogte van de ontwikkelingen rondom het Regionaal CrisisPlan
Nadere informatieBijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s
Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Supplement b. Functie bevelvoerder Functie zoals genoemd in artikel 2 lid 1 sub b Besluit personeel veiligheidsregio s 1.1
Nadere informatieIn the hot seat. NIBHV Ede 24 november 2015. de crisis samen de baas
In the hot seat NIBHV Ede 24 november 2015 de crisis samen de baas Programma: Inleiding workshop Film: Samenwerking tijdens een GRIP incident Sitting in the hot seat: CoPI Even voorstellen Ymko Attema
Nadere informatieVoorzitter Crisisbeleidsteam
- generieke - - Voorzitter Crisisbeleidsteam Naam: Reguliere functie: Crisisfunctie sinds: ROP-coördinator: Organisatie: Periode: Typering van de functie De voorzitter van het Crisisbeleidsteam is (in
Nadere informatieCollegevoorstel. Inleiding. Feitelijke informatie. Zaaknummer: BVJL11. Regionaal Crisisplan Veiligheidsregio Brabant-Noord
Zaaknummer: BVJL11 Onderwerp Regionaal Crisisplan Veiligheidsregio Brabant-Noord Collegevoorstel Inleiding Met de vaststelling van de Wet veiligheidsregio s heeft de veiligheidsregio Brabant-Noord de verplichting
Nadere informatieInrichting piket Incidentbestrijding gevaarlijke stoffen
Bestuursvoorstel Onderwerp Status Gevraagd besluit Intrekken van eerdere besluitvorming Piketten incidentbestrijding gevaarlijke stoffen (Adviseur gevaarlijke stoffen, Meetplanleider en Waarschuwings-
Nadere informatieOndersteuning. Proces: Preparatie nafase. Positionering van proces in structuur
Ondersteuning Proces: Preparatie nafase Positionering van proces in structuur Doel van proces Ondersteunen van de overdracht van de crisisorganisatie naar de projectorganisatie Nafase 11, door in de acute
Nadere informatieMultidisciplinair Opleiden en Oefenen
Toetsingskader en positiebepalingssystematiek (definitieve versie) Inhoudsopgave Inleiding. Verdeling in oordeel, hoofdonderwerpen, onderwerpen, hoofd- en subaspecten. Banden voor positiebepaling. Prestatieniveaus.
Nadere informatieBeschrijving Incident- en crisismanagementorganen Drenthe/Assen
Beschrijving Incident- en crisismanagementorganen Drenthe/Assen 25 juni 2007 Inhoudsopgave: Inleiding... 2 1 Motorkapoverleg (MKO)... 2 2 Commando Plaats Incident (CoPI)... 2 2.1 Taken... 3 2.2 Bemensing...
Nadere informatieBranchestandaard blijvende vakbekwaamheid
Branchestandaard blijvende vakbekwaamheid Functie hoofdofficier van dienst werkzaam bij de brandweer De Brandweeracademie is onderdeel van het Instituut Fysieke Veiligheid. 2 Branchestandaard blijvende
Nadere informatieOverdracht naar de Nafase (advies aan lokale gemeente)
Overdracht naar de Nafase (advies aan lokale gemeente) Format Plan van Aanpak (PvA) Nafase Omschrijving incident Locatie/gemeente(n) Datum 1. Opdrachtbeschrijving Het
Nadere informatieGecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure GRIP) bijlage van het Regionaal Crisisplan Veiligheidsregio Twente
Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure GRIP) bijlage van het Regionaal Crisisplan Veiligheidsregio Twente Autorisatie OPSTELLERS: Barrett,Annelies Voorde ten, Jaqueline BIJDRAGE IN DE
Nadere informatieAGENDAPUNT VOOR HET AB
AGENDAPUNT VOOR HET AB Agendapunt: 2014.04.02/06 Datum vergadering: 2 april 2014 Onderwerp: Portefeuillehouder: Indiener: Operationele Regeling VRU Mevrouw Westerlaken Jacqueline Buitendijk 1. Gevraagd
Nadere informatiecrisis bestuurders ramp netcentrisch werken CoPI crisismanagement informatiemanager informatie delen regionaal veiligheidsregio
regionaal interactief operationeel netwerk team netcentrisch werken veiligheidsregio plotter informatievoorziening crisismanagement bestuurders informatie delen CoPI informatiemanager ramp meldkamer crisis
Nadere informatieGRIP-regeling 1 t/m 5 en GRIP Rijk
GRIP-regeling 1 t/m 5 en GRIP Rijk Al jaren is het de dagelijkse praktijk om bij grote, complexe incidenten op te schalen binnen de GRIP-structuur. Deze structuur beschrijft in vier fasen de organisatie
Nadere informatieDE NIEUWE GHOR. 24 NOVEMBER 2011 Jan Woldman
DE NIEUWE GHOR 24 NOVEMBER 2011 Jan Woldman De GHOR komt in de pubertijd 13 jaar WAT NU? Andere omgeving Nieuwe Rector Nieuwe conrectrice De werelden van zorg en veiligheid Wetgeving Departement Sturing
Nadere informatieDe veiligheidsregio Midden- en West-Brabant is gebaseerd op verlengd lokaal bestuur en is een samenwerkingsverband tussen 26 gemeenten.
BELEIDSPLAN 2011-2015 VEILIGHEIDSREGIO MIDDEN- EN WEST-BRABANT Bijlage 3. Sturing en organisatie De veiligheidsregio Midden- en West-Brabant is gebaseerd op verlengd lokaal bestuur en is een samenwerkingsverband
Nadere informatieKWALIFICATIEPROFIEL VOOR CENTRALIST MELDKAMER
KWALIFICATIEPROFIEL VOOR CENTRALIST MELDKAMER werkzaam bij de brandweer Status Dit kwalificatieprofiel is op 5 maart 2009 te Arnhem vastgesteld door de Deelprojectgroep Kwaliteitsinstrumenten van het Project
Nadere informatieIntroductie GRIP GRIP1 GRIP2 GRIP3 GRIP4 GRIP5 + GRIP RIJK
Risico- en crisisbeheersing Brandweer Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR) Gemeenschappelijke Meldkamer Zeeland (GMK) Introductie GRIP GRIP1 GRIP2 GRIP3 GRIP4 GRIP5 + GRIP RIJK Wie
Nadere informatieKwalificatiedossier Hoofd Publieke Gezondheidszorg
Kwalificatiedossier Hoofd Publieke Gezondheidszorg Versie definitief Vastgesteld door Cluster Veiligheid GGD GHOR Nederland op 17 september 2015 1 Inhoud Leeswijzer... 3 Deel A Algemene informatie... 4
Nadere informatieGR Pop crisissituaties
GR Pop crisissituaties De spil in crisisbeheersing Hulpverlening op maat De Friese samenleving kenmerkt zich door veerkracht. Burgers, bedrijven en instellingen redden zichzelf en helpen elkaar waar mogelijk.
Nadere informatieOpleiding Officier van Dienst Bevolkingszorg. De praktijk is de leermeester van alle dingen (Julius Caesar)
Opleiding Officier van Dienst Bevolkingszorg De praktijk is de leermeester van alle dingen (Julius Caesar) Internet: www.bevolkingszorgacademie.nl BTW.nr: NL8207.01.713.B01 KvK: 05063931 Opleiding Officier
Nadere informatieCrisismodel GHOR. Landelijk model voor de invulling van het geneeskundige deel van het regionaal crisisplan. Versie 1.0 Datum 4 juni 2013
Crisismodel GHOR Landelijk model voor de invulling van het geneeskundige deel van het regionaal crisisplan. Versie 1.0 Datum 4 juni 2013 Status Definitief Besluit Raad DPG d.d. 26 april 2013 Beheer PGVN
Nadere informatieZeeuwse GRIP 2011 Gecoördineerde Regionale IncidentenbestrijdingsProcedure Veiligheidsregio Zeeland
Zeeuwse GRIP 2011 Gecoördineerde Regionale IncidentenbestrijdingsProcedure Veiligheidsregio Zeeland versie 3.0 28 sep 2011 definitief i Versie- en wijzigingsbeheer Opsteller Projectleider Regionaal Crisisplan
Nadere informatieCrisiscommunicatie: wie neemt de lead? Door: Roy Johannink & Eveline Heijna
Crisiscommunicatie: wie neemt de lead? Door: Roy Johannink & Eveline Heijna Als het misgaat bij de communicatie in een crisis, dan is dit vaak een gebrek aan duidelijkheid op de vragen: wie doet wat, wie
Nadere informatieRegionaal Crisisplan Veiligheidsregio Limburg-Noord
2011 2012 Colofon Multidisciplinaire werkgroep Regionaal Crisisplan Regionaal Crisisplan 2011-2012 Versie: 0.9 Vaststellingsdata: Algemeen bestuur 18-11-2011 2 Inhoudsopgave 1. Algemeen...4 1.1 Inleiding...
Nadere informatieToelichting Rampenplan
Toelichting Rampenplan De gemeente Stein heeft tot taak rampen te voorkomen en te bestrijden. Hoe de gemeente Stein dit denkt te doen staat beschreven in het Rampenplan gemeente Stein 2007. Het rampenplan
Nadere informatieGRIP Zeeland. Veiligheidsregio Zeeland. Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings Procedure. (afgeleid van het landelijke referentiekader GRIP)
Veiligheidsregio Zeeland Vijf V s van Veiligheid Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings Procedure GRIP Zeeland (afgeleid van het landelijke referentiekader GRIP) Voorkomen Wij signaleren risico
Nadere informatieGR Pop crisissituaties
GR Pop crisissituaties De spil in crisisbeheersing Slagvaardig Tijdens een ramp of crisis moeten de inwoners van Fryslân kunnen rekenen op professionele hulp verleners, die snel paraat staan en weten wat
Nadere informatieRegionaal Crisisplan. Deel 1
Regionaal Crisisplan Deel 1 Regionaal Crisisplan Deel 1 Veiligheidsregio Hollands Midden Datum: Inhoud 1 Inleiding... 2 2 Voorwaardenscheppende processen... 3 2.1 Melden en alarmeren... 3 2.2 Op- en afschalen...
Nadere informatieRampenplan gemeente Heerhugowaard. Inhoudsopgave
Rampenplan gemeente Heerhugowaard Inhoudsopgave Vastgesteld door het college van Burgemeester en Wethouders op 08-07-2008 0. Inhoudsopgave Inhoud Dit document bevat de volgende onderwerpen. DEEL A RAMPENPLAN:
Nadere informatieRegionaal Crisisplan. Veiligheidsregio Haaglanden
1 Regionaal Crisisplan Veiligheidsregio Haaglanden Door: Bureau Gemeentelijke Crisisbeheersing Haaglanden Brandweer Haaglanden Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio Haaglanden Politie Haaglanden
Nadere informatieVersie 14-05-2009 1/6
Versie 14-05-2009 1/6 Draaiboek : 11 Titel: Draaiboekcoördinator: Ontruimen en evacueren Gerrit Kok Doelstelling: Bij crises kunnen zich dermate grote risico's voor de veiligheid van mens en dier in de
Nadere informatieConvenant voor samenwerkingsafspraken tussen Veiligheidsregio s, Politie en Openbaar Ministerie in Oost-Nederland
Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen Veiligheidsregio s, Politie en Openbaar Ministerie in Oost-Nederland Partijen A. De Veiligheidsregio s Twente, IJsselland, Noord- en Oost-Gelderland, Gelderland
Nadere informatieVRHM REGIONAAL CRISISPLAN
VRHM REGIONAAL CRISISPLAN Inhoud 1. Inleiding 4 2. Voorwaardenscheppende processen 6 2.1 Melden en alarmeren 6 2.2 Op- en afschalen 7 2.3 Leiding en coördinatie 8 2.4 Informatiemanagement 9 3. Beschrijving
Nadere informatieOp grond van de waarnemen en getoetst aan het toetsingskader van de Inspectie Veiligheid en Justitie wordt het volgende geconcludeerd:
Voorstel CONCEPT AGP 4 Aan : Algemeen Bestuur Datum : 6 november 2013 Bijlage : 1. Steller : PBMJW de Vet Onderwerp : Evaluatie systeemoefening 2013 Algemene toelichting In april 2013 is door de Inspectie
Nadere informatieKwalificatieprofiel. Algemeen Commandant Geneeskundige Zorg (ACGZ)
Kwalificatieprofiel Algemeen Commandant Geneeskundige Zorg (ACGZ) Inleiding Voortvloeiend uit de Wet veiligheidsregio s hebben de veiligheidsregio s in Nederland een aantal beleidsdocumenten vastgesteld,
Nadere informatieKWALIFICATIEPROFIEL VOOR HOOFDOFFICIER VAN DIENST
KWALIFICATIEPROFIEL VOOR HOOFDOFFICIER VAN DIENST werkzaam bij de brandweer Status Dit kwalificatieprofiel is op 5 juli 2009 te Arnhem vastgesteld door de Deelprojectgroep Kwaliteitsinstrumenten van het
Nadere informatiePlan van Aanpak. Onderzoek Zeer grote brand aan de Herenweg 6 te Houten op 25 juli 2015
Plan van Aanpak Onderzoek Zeer grote brand aan de Herenweg 6 te Houten op 25 juli 2015 Inspectie Veiligheid en Justitie 7 september 2015 1. Inleiding Aanleiding Op zaterdag 25 juli 2015, omstreeks 15:40
Nadere informatieManagementsamenvatting Referentiekader. Netcentrische crisisbeheersing
Achtergrond In de eindrapportage van het RADAR-onderzoek uit 2009 constateerde de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid dat het overgrote deel van de veiligheidsregio s op het gebied van informatiemanagement
Nadere informatieKWALIFICATIEPROFIEL VOOR OFFICIER VAN DIENST
KWALIFICATIEPROFIEL VOOR OFFICIER VAN DIENST werkzaam bij de brandweer Status Dit kwalificatieprofiel is op 30 september 2005 te Arnhem vastgesteld het Project Kwaliteit Brandweerpersoneel. Inleiding In
Nadere informatieOrganisatieverordening Veiligheidsregio Brabant-Noord 2007
Organisatieverordening Veiligheidsregio Brabant-Noord 2007 1 Het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio Brabant-Noord, in vergadering d.d. 28 februari 2007 bijeen; overwegende: 1. dat de Veiligheidsregio
Nadere informatieGemeentelijk Draaiboek, gemeente Helmond. Centraal Registratie- en Informatiebureau (CRIB) Deelproces 15. Organisatorisch deel
Gemeentelijk Draaiboek, gemeente Helmond Centraal Registratie- en Informatiebureau (CRIB) Deelproces 15 Organisatorisch deel Gemeente Helmond Vastgesteld door burgemeester en wethouders d.d. 23 december
Nadere informatieBepalingen over de brandweerzorg, de rampenbestrijding, de crisisbeheersing en de geneeskundige hulpverlening (Wet veiligheidsregio s)
31 117 Bepalingen over de brandweerzorg, de rampenbestrijding, de crisisbeheersing en de geneeskundige hulpverlening (Wet veiligheidsregio s) Nr. VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 10 juli
Nadere informatieGRIP 1, zeer grote brand industriepand 1 juni 2016, gemeente Hollands Kroon
GRIP 1, zeer grote brand industriepand 1 juni 2016, gemeente Hollands Kroon Quickscan Grip 1, zeer grote brand industriepand Hollands Kroon, 1 juni 2016 Incident 1 juni 2016. Zeer grote brand in een industriepand/agrarisch
Nadere informatie