Evaluatie Rotterdams Restauratiefonds 2006

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Evaluatie Rotterdams Restauratiefonds 2006"

Transcriptie

1 Evaluatie Rotterdams Restauratiefonds 2006

2

3 Evaluatie Rotterdams Restauratiefonds 2006 L.P.M. van Dun en M.L.H. van Rhee Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) september 2008 In opdracht van ds+v, afdeling Ruimtelijke Ordening, Bureau Monumenten

4 Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) Auteur: L.P.M. van Dun en M.L.H. van Rhee Project: Adres: Goudsesingel 78, 3011 KD Rotterdam Postbus 21323, 3001 AH Rotterdam Telefoon: (010) Telefax: (010) Website: 2 Evaluatie Rotterdams Restauratiefonds 2006

5 INHOUD Samenvatting en conclusies 5 1 Inleiding Aanleiding Onderzoeksvragen en opzet Opbouw rapport 10 2 Methodische verantwoording Aanpak Respons 12 3 Wat is het Rotterdams Restauratiefonds Bekendheid Rotterdams Restauratiefonds Bekendheid onder recente aanvragers monumentenvergunning Bekendheid onder particuliere eigenaren Bekendheid onder niet-particuliere eigenaren 17 5 Gebruik Rotterdams Restauratiefonds Inschatting staat van het pand Gebruik particuliere eigenaren Rotterdams Restauratiefonds Gebruik niet-particuliere eigenaren Rotterdams Restauratiefonds Rotterdams Restauratiefonds 2006: suggesties Particuliere eigenaren: suggesties Niet-particuliere eigenaren: suggesties 26 7 Besluit: hoe verder 27 Bijlagen 7.1 Informatiebehoefte Conclusies 27 A. Vragenlijst Evaluatie Rotterdams Restauratiefonds B. Begeleidende brief vragenlijst 37 C. Percentuele verdeling antwoorden 39 D. Antwoorden open vragen 41 Evaluatie Rotterdams Restauratiefonds

6 4 Evaluatie Rotterdams Restauratiefonds 2006

7 Samenvatting en conclusies Op verzoek van de afdeling Ruimtelijke Ordening, Bureau monumenten, heeft het COS voorliggende evaluatie van het Rotterdams Restauratiefonds 2006 (verder RRF genoemd) uitgevoerd. Het onderzoek probeert een antwoord te vinden op de vraag waarom het gebruik van de regeling achterblijft bij de verwachtingen, en wat verbeterd/veranderd kan worden om de regeling aantrekkelijk(er) te maken. Verwacht werd dat het nieuw opgezette, aantrekkelijkere RRF 2006, beter zou worden benut dan de oude regeling die slechts beperkt werd gebruikt. Het onderzoek bestaat uit een schriftelijke enquête onder particuliere eigenaren en een telefonische enquête onder niet-particuliere eigenaren van een gemeentelijk monument. We hebben gekeken naar de bekendheid en het gebruik van het RRF, we hebben gevraagd naar redenen om (eventueel) geen gebruik te maken van het RRF. Tot slot hebben we naar verbetersuggesties gevraagd. Het RRF 2006 is niet algemeen bekend onder eigenaren van gemeentelijke monumenten. Via acties van het bureau Monumenten van ds+v is het RRF bekend(er) geraakt. Toch kent op dit moment maar ongeveer één op de vijf particuliere eigenaren de regeling redelijk tot goed. Hetzelfde geldt in grote mate voor niet-particuliere eigenaren. Een hele grote groep particuliere eigenaren (85 procent) schat de staat van zijn pand in als redelijk tot goed; slechts 15 procent omschrijft zijn pand als matig tot slecht. Vergelijking met gegevens uit een behoefteraming uit 2005 van gemeentelijke monumenten laat zien dat die inschatting vrij accuraat is. Meer dan de helft van de eigenaren heeft in de afgelopen drie jaar werkzaamheden aan zijn pand laten uitvoeren of is van plan in de komende drie jaar zijn pand op te knappen. Deze werkzaamheden vallen vooral onder de regeling van het RRF 2006; slechts een vijfde noemt andere werkzaamheden. De bekendheid met het RRF is overigens aanzienlijk groter (twee maal zo groot) onder eigenaren die iets hebben laten doen aan hun pand en/of dat van plan zijn, dan onder eigenaren die niets hebben laten doen en dat in de komende drie jaar ook niet van plan zijn. Een vijfde zegt gebruik te willen maken van het RRF 2006, en ruim een derde is misschien van plan van het RRF gebruik te maken. Meer dan de helft staat dus (gematigd) positief tegenover het RRF Particuliere eigenaren die de staat van hun pand als matig tot slecht bestempelen zijn eerder geneigd gebruik te maken van het RRF. Het zijn ook vooral actieve eigenaren die open staan voor een regeling als het RRF Van de eigenaren die niet of nauwelijks van het RRF hebben gehoord staat ruim de helft positief tegenover het RRF, onder eigenaren die redelijk tot goed op de hoogte zijn van het RRF is twee derde positief. In de groep die heeft aangegeven in de komende drie jaar te gaan restaureren geven bijna acht op de tien eigenaren aan dat ze (misschien) gebruik gaan maken van het RRF. Evaluatie Rotterdams Restauratiefonds

8 Ruim een derde noemt gering financieel voordeel als argument geen gebruik te maken van het RRF 2006; een even grote groep noemt papierwerk/bureaucratie Vooral grote organisaties geven aan weinig tot geen gebruik te maken van het RRF 2006; belangrijkste argument is het financiële aspect. Doorgaans kunnen zij ook elders tegen gunstige rentetarieven lenen. Ook belangrijk is dat in grote renovatieprojecten het gedeelte dat betrekking heeft op het in stand houden van het pand (en dat in aanmerking zou komen voor het RRF) maar een klein onderdeel vormt van het totale bouwplan. Procedures en tijdsdruk zijn ook veel voorkomende argumenten. Kleinere organisaties of bedrijven zijn vaak bevreesd dat het RRF veel papierwerk en lange procedures met zich meebrengt; ook speelt de onbekendheid met de regeling een rol. Zij zouden graag meer voorlichting willen. De verbetersuggesties van een belangrijke doelgroep van het RRF 2006 (de particuliere eigenaren) liggen in de lijn van de redenen geen gebruik te maken van het RRF; vooral financiën en voorwaarden zouden verbeterd/veranderd moeten worden. De meeste suggesties onder grote en kleine niet-particuliere eigenaren gaan ook vooral over de financiële kant van de regeling. Een tegemoetkoming en niet zozeer een lening (grote organisaties vinden elders financiering) wordt vaak genoemd. Financieel hebben grote organisaties het RRF niet nodig. Weegt het eventuele financiële voordeel op tegen de bureaucratie die het RRF met zich meebrengt? Subsidie blijft overigens altijd welkom. Efficiënter en vlotter werken, betere voorlichting, en een steuntje in de rug (door bijvoorbeeld gunstiger voorwaarden) zijn vooral suggesties van kleinere eigenaren. Het ontbreekt sommige kleinere eigenaren aan tijd en voldoende kennis van het RRF om het RRF op zijn waarde te schatten. Daarbij voegt zich ook een zeker wantrouwen tegen bureaucratie en de angst dat het RRF veel papierwerk met zich meebrengt. Conclusies Om de groep particuliere eigenaren beter in kaart te brengen hebben we ze verdeeld in drie groepen : De groep particuliere eigenaren die niets heeft gedaan en niets gaat doen in de komende drie jaar kent het RRF niet of nauwelijks (bijna 90 procent) en is (vanzelfsprekend) ook niet van plan te restaureren (hoewel een derde gebruik zou maken van het RRF als ze dat wel zou doen). Zij schatten de staat van hun pand vrijwel allemaal redelijk tot goed in. Voor hen is het RRF niet aan de orde, en dat ze het RRF (nog) niet kennen ligt dan ook voor de hand. Ze vormen bijna de helft van alle particuliere eigenaren. De groep eigenaren die in de afgelopen drie jaar iets hebben laten doen aan hun pand, is het meest op de hoogte van het RRF (bijna een derde kent het RRF redelijk tot goed), ze staat ook positiever ten opzichte van het RRF dan de vorige groep eigenaren, maar kent ook het grootste aantal eigenaren dat geen gebruik zal maken van het RRF. 6 Evaluatie Rotterdams Restauratiefonds 2006

9 De derde groep is het interessantst in het licht van de onderzoeksvraag. Het zijn de eigenaren die in de afgelopen drie jaar niets aan hun pand hebben laten doen, maar dat wel van plan zijn in de komende drie jaar. Zijn kennen het RRF niet of nauwelijks (vergelijkbaar met de eerste groep, bijna 90 procent), maar geven wel in grote getale aan na een korte uitleg dat ze (eventueel) het RRF wel willen gebruiken (bijna negen op de tien). Onder deze eigenaren is de groep afwijzers van het RRF relatief het kleinst. Hier ligt ruimte om de bekendheid van het RRF op te voeren. Deze groep vormt ongeveer een kwart van alle particuliere eigenaren. De eigenaren in deze groep vinden vooral het geringe financiële voordeel en de bijkomende voorwaarden het grootste bezwaar. We hebben gezien dat ook de bekendheid onder niet-particuliere eigenaren (grote organisaties en kleinere organisaties en bedrijven) te wensen overlaat. Vraag is echter of deze nietparticuliere eigenaren behoefte hebben aan een regeling als het RRF, die door grote organisaties als financieel niet aantrekkelijk (genoeg) wordt gezien en door kleinere niet-particuliere eigenaren als (te) bureaucratisch wordt beschouwd. Bovendien vindt de laatste groep dat het RRF relatief weinig financieel voordeel oplevert. Het laatste hangt uiteraard samen met de onbekendheid van de regeling. Slot Een grote groep eigenaren zal niet voldoende noodzaak zien gebruik te maken van het vernieuwde Rotterdams Restauratiefonds Diegenen onder de particuliere eigenaren die wel positief staan tegenover het RRF zijn voor een groot gedeelte niet op de hoogte. Dit ondanks pogingen van het Bureau Monumenten om middels een website, het toesturen van een brief begeleid met folders over het RRF en een poging tot het opstarten van een digitale nieuwsbrief, de regeling breder bekend te maken. Wellicht zou de regeling meer aan de man gebracht moeten worden; de eigenaren (groot én klein) zouden pro-actiever en persoonlijker benaderd kunnen worden. De vraag is of dat zal leiden tot een substantieel ruimer gebruik van het RRF. Evaluatie Rotterdams Restauratiefonds

10

11 1 Inleiding 1.1 Aanleiding De gemeente Rotterdam kent sinds 1993 een subsidieregeling die eigenaren van een rijks- en gemeentelijk monument de mogelijkheid biedt tegen een lage rente een lening af te sluiten voor de kosten van de instandhouding van het monument. Sinds 1 december 2006 is de regeling vernieuwd officieel heet de regeling Verordening Rotterdams Restauratiefonds 2006, verder aan te duiden als RRF 2006 zodat meer eigenaren er gebruik van gaan maken. De regeling geldt niet meer voor rijksmonumenten 1. Belangrijke reden om de regeling te vernieuwen was het beperkte gebruik van de regeling door een belangrijke doelgroep: particuliere eigenaren van woonhuismonumenten. De regeling verruimt de mogelijkheden voor eigenaren van gemeentelijke monumenten en maakt ook voor eigenaren van beeldbepalende panden in een beschermd stadsgezicht een beperkte lening mogelijk; tevens is geprobeerd de regeling eenvoudiger en transparanter te maken en is het te lenen bedrag opgehoogd. Bij de vaststelling van het RRF 2006 door B&W werd bovendien besloten binnen twee jaar na inwerkingtreding de doeltreffendheid en de effecten van de regeling te evalueren. Het bureau Monumenten van de afdeling Ruimtelijke Ordening van ds+v heeft het COS gevraagd de evaluatie uit te voeren. Voorliggend rapport is daarvan het verslag. 1.2 Onderzoeksvragen en opzet Het onderzoek probeert een antwoord te vinden op de vraag waarom het gebruik van de regeling achterblijft bij de verwachtingen, en wat er verbeterd/veranderd moet worden. Verwacht werd dat het nieuw opgezette, aantrekkelijkere RRF 2006 beter zou worden benut dan de oude regeling. Sinds de invoering per 1 december 2006 is voor twee panden een beroep gedaan op het nieuwe RRF 2006 (via de hardheidsclausule). Het gaat om in totaal circa 225 gemeentelijke monumenten (peildatum 1 april 2008). Het onderzoek bestond uit twee fasen. In de eerste fase hebben we de groep eigenaren waaraan in de periode december 2006 april 2008 wel een monumentenvergunning is verleend, en die in aanmerking komen voor het RRF 2006 maar er geen beroep op hebben gedaan, telefonisch benaderd. Die groep bestond uit 11 eigenaren. We hebben gevraagd naar de bekendheid met het RRF 2006 (en zo ja hoe men ervan gehoord heeft); of men wist dat men in aanmerking komt voor het RRF 2006; waarom men geen gebruik heeft gemaakt van het RRF 2006; wat er eventueel aan de regeling kan worden verbeterd; en hoe het RRF 2006 er volgens hen uit zou moeten zien opdat men wel bereid is daarvan gebruik te maken. Met de resultaten en ervaringen van deze telefonische rondgang hebben we vervolgens een korte schriftelijke, gesloten vragenlijst ontwikkeld die in de tweede fase is voorgelegd aan parti- 1 Voor eigenaren van een rijksmonument zijn er financiële tegemoetkomingen vanuit het Rijk. Evaluatie Rotterdams Restauratiefonds

12 culiere eigenaren (van een of meer panden, of eigenaar-bewoners). Deze groep particuliere eigenaren vormt een belangrijke doelgroep van de regeling. We hebben geen eigenaren van beeldbepalende panden in een beschermd stadsgezicht benaderd, simpelweg omdat die niet bekend zijn. Eigenaren die geen natuurlijk persoon zijn (organisaties, bedrijven) hebben we telefonisch benaderd. Dat betreft alle eigenaren van gemeentelijke monumenten die 10 of meer adressen vertegenwoordigen, en een steekproef uit de eigenaren van monumenten die maximaal 9 adressen vertegenwoordigen; bij de ongeveer 225 gemeentelijke monumenten horen meer eigenaren (ongeveer 470): een aantal monumenten bevat veel meer adressen (en dus eigenaren). Bij de particuliere eigenaren hebben we, voor zover mogelijk, een onderscheid gemaakt tussen overige eigenaren en eigenaren van panden die slecht scoren in de behoefteraming Opbouw rapport Na de inleiding bestaat het rapport uit zes hoofdstukken en een bijlage. In hoofdstuk 2 laten we zien hoe het onderzoek is aangepakt. Hoofdstuk 3 gaat kort in op wat het Rotterdams Restauratiefonds 2006 inhoudt. De bekendheid van het RRF staat centraal in hoofdstuk 4. Het gebruik van het RRF wordt beschreven in hoofdstuk 5. Hoofdstuk 6 laat verbetersuggesties de revue passeren. Daarin wordt ook een beeld geschetst van hoe het RRF beter of anders zou kunnen. In hoofdstuk 7 laten we de informatiebehoefte zien en trekken we conclusies in het licht van de onderzoeksvraag. 2 Behoefteraming gemeentelijke monumenten Rotterdam, januari 2006, uitgevoerd door TAK architecten in opdracht van ds+v, bureau Monumenten; in dit onderzoek is de bouwtechnische staat van de gemeentelijke monumenten in kaart gebracht met het doel vast te stellen met welke reservering de gemeente Rotterdam rekening diende te houden als het vernieuwde RRF zou worden ingevoerd. 10 Evaluatie Rotterdams Restauratiefonds 2006

13 2 Methodische verantwoording In dit hoofdstuk leggen we uit hoe het onderzoek is aangepakt en waarom voor die aanpak is gekozen. 2.1 Aanpak Het onderzoek kent de volgende opzet. We onderscheiden een drietal groepen van eigenaren: Eigenaren die een monumentenvergunning hebben gekregen, in aanmerking komen voor het RRF 2006, maar geen beroep hebben gedaan op het RRF 2006 Eigenaren van panden die slecht scoren in de behoefteraming 1 Overige eigenaren van gemeentelijke monumenten In de eerste fase hebben we de groep eigenaren die wel een monumentenvergunning hebben aangevraagd, en die in aanmerking komen voor het RRF 2006 maar er geen beroep op hebben gedaan, telefonisch benaderd. Die groep bestond uit 11 eigenaren. We hebben gevraagd: Of men bekend is met het RRF 2006, en zo ja hoe men ervan gehoord heeft; Of men wist dat men in aanmerking komt voor het RRF 2006; Waarom men geen gebruik heeft gemaakt van het RRF 2006; Welke pijnpunten en verbeterpunten men ziet; Hoe het RRF 2006 veranderd zou moeten worden opdat men wel bereid is daarvan gebruik te maken. Met de resultaten en ervaringen van deze telefonische rondgang hebben we vervolgens een schriftelijke gesloten vragenlijst ontwikkeld die in de tweede fase is voorgelegd aan alle particuliere eigenaren. Voor zover mogelijk is gekeken naar eigenaren van panden die slecht scoren in de behoefteraming 2. De vragenlijst (zie bijlage A) is per post verstuurd, maar men heeft ook de mogelijkheid gekregen de vragenlijst via internet in te vullen. Bij de ongeveer 225 gemeentelijke monumenten horen veel meer eigenaren (ongeveer 470); een aantal monumenten bestaat namelijk uit veel meer adressen. Deze adressen hebben we (voor zover mogelijk) achterhaald door de lijst met gemeentelijke monumenten te koppelen aan een bestand met eigenaren waarover het COS beschikt; deze lijst met eigenaren was bijgewerkt tot augustus Om de respons positief te beïnvloeden hebben we met de schriftelijke vragenlijst een begeleidende brief (zie bijlage B) meegestuurd namens het COS waarin doel en reden van het onderzoek zijn uiteengezet. Na drie weken is de particuliere eigenaren die nog niet gereageerd hadden, een rappel gestuurd. 1 Behoefteraming gemeentelijke monumenten Rotterdam, januari 2006, uitgevoerd door TAK architecten in opdracht van ds+v, bureau Monumenten. Zie verder noot 2, hoofdstuk 1. 2 De behoefteraming ging uit van de lijst met monumenten per augustus 2005; daarop stonden 77 gemeentelijke monumenten: de lijst per 1 april 2008 kent ongeveer 225 gemeentelijke monumenten. Evaluatie Rotterdams Restauratiefonds

14 De lijst per 1 april 2008 bevat ongeveer 225 monumenten; daaronder vallen 17 objecten zonder adres (vooral bruggen (11), maar ook een tuinhek, een fontein (2), een muziektent, een telefoonkabelhuisje, en een gemaal). De rest bestaat dus uit woonhuis- en overige monumenten. Bij die monumenten horen ongeveer 1430 adressen met 470 eigenaren, waarvan bijna 400 particuliere eigenaren (85 procent) en ongeveer 70 niet-particuliere eigenaren (15 procent). De particuliere eigenaren vertegenwoordigen ongeveer 440 adressen. Dus de particuliere eigenaren vormen 85 procent van alle eigenaren, maar zij vertegenwoordigen slechts 30 procent van alle adressen. 2.2 Respons In tabel 2.1 staat de respons op de schriftelijke- en internet vragenlijst onder de particuliere eigenaren. Tabel 2.1 Respons vragenlijst particuliere eigenaren Rotterdams Restauratiefonds 2006 aantal verstuurde vragenlijsten 400 schriftelijke reactie 100 via internet beantwoord Respons 32% Bijna een derde heeft de vragenlijst ingevuld; 6 procent is oningevuld teruggestuurd (als gevolg van (vooral) verhuizingen, onbekend en weigering). Een niet al te hoge respons, maar tegenwoordig niet ongebruikelijk in enquêteonderzoek. We hebben geen reden om aan te nemen dat deze groep respondenten geen goede afspiegeling is van de hele groep particuliere eigenaren. We mogen voorzichtig stellen dat de non-respons vooral eigenaren betreft die geen interesse in het RRF hebben, of voor wie restaureren niet aan de orde is. De bekendheid met het RRF zal in werkelijkheid dus wat lager zijn. Zoals tabel 2.2 laat zien, zijn het vooral eigenaren van woonhuismonumenten die gereageerd hebben, en dat is een belangrijke doelgroep van het RRF Ruim 70 procent van de eigenaren die óf alleen een woonhuismonument óf zowel een woonhuis- als overig monument bezitten, is bovendien lid van een Vereniging van Eigenaren (VVE). Tabel 2.2 Type monument, lid van VVE Type monument N % woonhuismonument(en) (gemeentelijk monument dat in gebruik is als woonhuis) 98 80% overig monument(en) 14 11% zowel woonhuis- als overig monument 11 9% Totaal % Lid VVE N % Ja 77 72% Nee 30 28% Totaal % 12 Evaluatie Rotterdams Restauratiefonds 2006

15 3 Wat is het Rotterdams Restauratiefonds 2006 In dit hoofdstuk komt kort het Rotterdams Restauratiefonds aan de orde 1. Het Rotterdams Restauratiefonds 2006 (RRF 2006) is een regeling die door de gemeente Rotterdam in het leven is geroepen om eigenaren van een gemeentelijk monument en van beeldbepalende panden in een beschermd stadsgezicht te stimuleren hun waardevolle, monumentale bezit goed te onderhouden. Het biedt eigenaren de mogelijkheid tegen een lage rente een lening af te sluiten voor de kosten van de restauratie. Dit zijn de belangrijkste punten van de regeling: De lening, een zogenaamde Restauratiehypotheek, is een laagrentende lening met een maximale looptijd van dertig jaar; Rente ligt vijf procent onder de gemiddelde marktrente, met een minimum van anderhalf procent; Maximaal te lenen bedrag: voor woonhuismonumenten , voor overige monumenten ; het minimale bedrag is Lening is bedoeld voor kosten die nodig zijn voor de instandhouding van het monument; Niet onder de regeling vallen: normaal onderhoud, comfortverbetering, vervanging of onderhoud van technische installaties; De gemeente werkt voor de uitvoering van de regeling samen met het Nationaal Restauratiefonds, die de administratie en uitbetaling van de lening verzorgt; Voorwaarden: lid worden van de Monumentenwacht; eigenaar moet zich bereid verklaren het pand gedurende minimaal vijftien jaar in dezelfde goede staat te houden. Welke werkzaamheden vallen onder de regeling? herstellen van de fundering; herstellen van balklagen; herstellen van vloeren; werkzaamheden aan de gevel (onder andere herstel van metselwerk en voegwerk; geen reiniging); herstellen en/of vervangen (indien technisch noodzakelijk) van kozijnen, ramen en deuren (niet het plaatsen van isolatieglas); werkzaamheden aan daken (constructie en dakbedekking; niet het isoleren); herstellen en/of vervangen (indien technisch noodzakelijk) van goten en hemelwaterafvoeren; herstellen van historische ornamenten; herstellen van historische interieurs. Een aanvraag voor een Restauratiehypotheek moet worden ingediend bij bureau Monumenten van de afdeling Ruimtelijke Ordening van de ds+v. Hiervoor zijn speciale formulieren beschikbaar. De gemeente stelt vast welke kosten in aanmerking komen voor de Restauratiehypotheek. Het Rotterdams Restauratiefonds 2006 is een revolving fund: een fonds waaruit wordt geleend, 1 Voor meer informatie verwijzen we naar de website Evaluatie Rotterdams Restauratiefonds

16 maar ook weer in teruggestort. Voor de uitvoering werkt de gemeente samen met de Stichting Nationaal Restauratiefonds; die zorgt onder meer voor de administratie en uitbetaling van de lening. Na deze korte introductie van het Rotterdams Restauratiefonds 2006, gaan we in de volgende hoofdstukken over tot het beantwoorden van de vraag waarom (particuliere) eigenaren van gemeentelijke monumenten weinig of geen gebruik maken van de regeling, en wat er verbeterd/veranderd zou moeten worden. 14 Evaluatie Rotterdams Restauratiefonds 2006

17 4 Bekendheid Rotterdams Restauratiefonds 2006 In dit hoofdstuk laten we zien hoe het staat met de bekendheid van het RRF Is men op de hoogte van de regeling, en zo ja op welke manier is men geïnformeerd. In de eerste paragraaf kijken we naar de bekendheid onder de eigenaren die in de afgelopen anderhalf jaar gebruik hadden kunnen maken van het RRF 2006 (maar dat niet hebben gedaan). In de paragraaf daarna komen de resultaten van de schriftelijke enquête onder particuliere eigenaren aan de orde. De volgende paragraaf behandelt de reacties van de organisaties en bedrijven die eigenaar zijn van een of meer adressen die onderdeel uitmaken van een gemeentelijk monument. 4.1 Bekendheid onder recente aanvragers monumentenvergunning Deze informatie is verkregen uit telefonische interviews met de elf eigenaren die recentelijk een monumentenvergunning hebben gekregen. Het blijkt dat grotere eigenaren wel bekend zijn met de regeling, maar het financieel niet nodig hebben (kunnen elders al lagere rentetarieven krijgen), of door de tijdsdruk van het lopende bouwplan geen tijd willen verliezen aan lange procedures. Ook kunnen zij vaak een beroep doen op andere regelingen. Kleinere eigenaren zijn over het algemeen niet op de hoogte; in een enkel geval zijn de ervaringen met monumentenzorg reden voor enige terughoudendheid. Ook schrikt men terug voor tijdrovende procedures Bekendheid onder particuliere eigenaren Particuliere eigenaren is de vraag gesteld of ze bekend zijn met de regeling. Figuur 4.1 toont de resultaten. 1 Niet met name genoemd door de ondervraagde eigenaren, maar wellicht dat ook de lage rentestand van de afgelopen jaren, waardoor de rente die via een Restauratiehypotheek kan worden verkregen effectief minder dan vijf procent onder de gemiddelde marktrente ligt, een rol heeft gespeeld. Evaluatie Rotterdams Restauratiefonds

18 Figuur 4.1 Bekendheid met Rotterdams Restauratiefonds % 4% 27% 55% niet bekend nauw elijks bekend/ w el eens van gehoord redelijk bekend goed bekend Meer dan de helft van het aantal particuliere eigenaren kent het RRF 2006 niet; ruim een kwart kent de regeling nauwelijks of heeft er wel eens van gehoord. Bijna één op de vijf particuliere eigenaren is redelijk tot goed op de hoogte van de regeling. Kortom: de bekendheid met het Rotterdams Restauratiefonds 2006 is niet groot te noemen. Aan diegenen die op zijn minst wel eens hadden gehoord van het RRF 2006 (45 procent, of 56 respondenten), is gevraagd op welke manier ze informatie over het RRF 2006 hebben gekregen. In tabel 4.2 staan de resultaten. Op deze vraag kon men meerdere antwoorden geven. Door een kwart is via een brief en folders uit 2006 genoemd; een bijna even grote groep heeft via ds+v, bureau Monumenten genoemd. Dat laatste contact was vooral schriftelijk. Tabel 4.2 Op welke manier gehoord van Rotterdams Restauratiefonds 2006 % via een brief en folders uit december % via ds+v, Bureau Monumenten 23% via VVE / beheerder 14% zelf geïnformeerd 13% via de w ebsite w w w.rotterdam.nl/monumenten 7% via de folder 'Rotterdams Restauratiefonds 2006' 7% via de folder 'Monument en Vergunning' 7% anders, namelijk 7% via informatieavond 5% via het City Informatiecentrum 2% Totaal aantal particuliere eigenaren Evaluatie Rotterdams Restauratiefonds 2006

19 Diegenen die op zijn minst wel eens hebben gehoord van het RRF 2006, hebben dat vooral via acties van Bureau Monumenten gehoord, waarbij de brief en folders uit december 2006 en direct contact met Bureau Monumenten de grootste rol speelden. De antwoorden op anders, namelijk staan in bijlage D. 4.3 Bekendheid onder niet-particuliere eigenaren De rondgang langs organisaties en bedrijven die eigenaar zijn van een of meerdere adressen, laat een vergelijkbaar beeld als onder particuliere eigenaren zien. Velen hebben niet van het RRF 2006 gehoord, of weten zelfs niet dat ze eigenaar zijn van gemeentelijke monumenten. De wel aanwezige kennis over het RRF is bij grote organisaties versnipperd aanwezig, dat wil zeggen afhankelijk van wie wordt aangesproken. Kleinere eigenaren zijn over het algemeen nauwelijks op de hoogte. Dat heeft met name te maken met het feit dat ze nog geen noodzaak zien tot restaureren. Ook verwachten ze dat de regeling veel papierwerk met zich meebrengt. Samengevat kunnen we stellen dat het RRF 2006 niet algemeen bekend is onder eigenaren van gemeentelijke monumenten. Via acties van het bureau Monumenten van ds+v is het RRF bekend(er) geraakt. Toch kent op dit moment maar ongeveer één op de vijf particuliere eigenaren de regeling redelijk tot goed. In het volgende hoofdstuk gaan we in op de inschatting van particuliere eigenaren van de staat van hun pand(en), en of men in de komende drie jaar van het RRF gebruik gaat maken. Evaluatie Rotterdams Restauratiefonds

20

21 5 Gebruik Rotterdams Restauratiefonds 2006 In dit hoofdstuk beschrijven we hoe particuliere eigenaren de staat van hun pand(en) inschatten. Daarbij komt ook ter sprake of ze in de afgelopen drie jaar werkzaamheden aan hun pand(en) hebben uitgevoerd, en zo ja, welke werkzaamheden. Ook hebben we gevraagd of ze in de komende drie jaar van plan zijn werkzaamheden aan hun pand(en) te laten uitvoeren. Vervolgens gaan we in op de vraag of men in de komende drie jaar gebruik zou maken van het RRF. Aan diegenen die nog niet van het RRF hadden gehoord is een korte uitleg over het RRF 2006 gegeven. 5.1 Inschatting staat van het pand Aan particuliere eigenaren is de vraag voorgelegd hoe zij de staat van hun pand(en) inschatten. Figuur 5.1 toont de resultaten. Figuur 5.1 Inschatting staat van pand(en) 10% 5% 47% 38% goed redelijk matig slecht Een hele grote groep particuliere eigenaren (85 procent) schat de staat van zijn pand in als redelijk tot goed; slechts 15 procent omschrijft zijn pand als matig tot slecht. We hebben de gegevens uit de behoefteraming 1, voor zover de panden van de responderende particuliere eigenaren zijn meegenomen in de behoefteraming, gekoppeld aan het enquêtebestand 2. Het valt op dat de eigenaren een vrij accurate inschatting hebben gegeven van de staat van hun pand. Er is geen significant verband gevonden tussen de inschatting van de staat van het pand en de 1 Zie noot 1 in hoofdstuk 2. De behoefteraming betrof 77 gebouwen en complexen (aantal gemeentelijke monumenten per augustus 2005). 2 Het gaat om ongeveer 40 eigenaren. De panden van die eigenaren hadden in de behoefteraming zonder uitzondering weinig tot geen herstel nodig. Evaluatie Rotterdams Restauratiefonds

22 bekendheid met de regeling; particuliere eigenaren die hun pand als matig tot slecht beoordelen zijn weliswaar iets beter op de hoogte dan eigenaren die hun pand als redelijk tot goed beoordelen, maar het verschil is niet statistisch aantoonbaar (mede ook vanwege de kleine aantallen). Ook is particuliere eigenaren gevraagd of ze in de afgelopen drie jaar werkzaamheden aan hun pand(en) hebben laten uitvoeren (dan wel hebben overwogen dat te doen), en of ze van plan zijn in de komende drie jaar hun pand(en) te laten opknappen. Dat geldt voor meer dan de helft (54 procent, 68 respondenten). De rest (46 procent, 57 respondenten) heeft dus aangegeven in de afgelopen drie jaar niets te hebben laten uitvoeren, dat ook niet te hebben overwogen, én niet van plan te zijn in de komende drie jaar iets te laten uitvoeren aan hun pand(en). Tabel 5.2 toont de cijfers. Tabel 5.2 Restauratie afgelopen en komende drie jaar Bent u van plan in de komende 3 jaar uw pand(en) te restaureren? ja nee totaal ja (N=22) (N=13) (N=35) 18% 10% 28% Heeft u in de afgelopen 3 jaar uw pand(en) gerestaureerd? nee (N=30) (N=59) (N=89) 24% 48% 72% totaal (N=52) (N=72) (N=124) 42% 58% 100% Het blijkt dat 18 procent zowel in de afgelopen drie jaar werkzaamheden heeft laten uitvoeren, als in de komende drie jaar van plan is werkzaamheden te laten uitvoeren; een kwart heeft in de afgelopen drie jaar niets laten uitvoeren, maar is wel van plan dat in de komende drie jaar te laten doen. Een aanzienlijke groep (42 procent, 52 respondenten) is dus van plan in de komende drie jaar werkzaamheden te laten uitvoeren. Er is geen verband tussen de inschatting van de staat van het pand en wel/geen werkzaamheden hebben laten doen in de afgelopen drie jaar; dat verband is er wel als we kijken naar de werkzaamheden die men in de komende drie jaar wil laten doen. Eigenaren die hun pand als matig tot slecht beoordelen, zijn ook inderdaad veel vaker van plan daaraan iets te gaan doen dan eigenaren die hun pand in orde vinden. Van die laatste groep is toch nog ruim een derde van plan in de komende drie jaar wat aan hun pand te laten doen. De bekendheid met het RRF is overigens aanzienlijk groter (twee maal zo groot) onder eigenaren die iets hebben laten doen aan hun pand en/of dat van plan zijn, dan onder eigenaren die niets hebben laten doen en dat in de komende drie jaar ook niet van plan zijn. 20 Evaluatie Rotterdams Restauratiefonds 2006

23 Meer dan de helft van de respondenten heeft in de afgelopen drie jaar werkzaamheden aan zijn pand(en) laten uitvoeren (dan wel overwogen dat te doen), of is van plan in de komende drie jaar zijn pand(en) te laten opknappen. Aan hen is gevraagd welke werkzaamheden ze hebben laten uitvoeren of van plan zijn uit te voeren. Men kon meerdere werkzaamheden aankruisen. De werkzaamheden waaruit men kon kiezen, zijn de werkzaamheden die onder het RRF 2006 vallen. In tabel 5.3 staan de resultaten. Tabel 5.3 Uitgevoerde/nog uit te voeren werkzaamheden aan pand(en) % herstellen en/of vervangen (indien technisch noodzakelijk) van kozijnen, ramen en deuren (niet het plaatsen van isolatieglas) 51% w erkzaamheden aan de gevel (onder andere herstel van metselw erk en voegw erk; geen reiniging) 49% w erkzaamheden aan daken (constructie en dakbedekking; niet het isoleren) 34% herstellen van vloeren 29% herstellen en/of vervangen (indien technisch noodzakelijk) van goten en hemelw aterafvoeren 28% herstellen van historische interieurs 22% herstellen van historische ornamenten 19% herstellen van de fundering 12% herstellen van balklagen 9% andere w erkzaamheden 22% Aantal particuliere eigenaren 68 De helft van de particuliere eigenaren noemt herstellen en/of vervangen (indien technisch noodzakelijk) van kozijnen, ramen en deuren (niet het plaatsen van isolatieglas), en werkzaamheden aan de gevel (onder andere herstel van metselwerk en voegwerk, geen reiniging). Een derde heeft werkzaamheden aan daken laten uitvoeren, of is dat van plan te gaan doen. Ruim een vijfde noemt werkzaamheden die niet onder het RRF 2006 vallen (zoals normaal onderhoud, comfortverbetering, vervanging of onderhoud van technische installaties). Alle andere werkzaamheden staan in bijlage D. We kunnen concluderen dat particuliere eigenaren in de afgelopen jaren vooral werkzaamheden aan hun pand hebben laten uitvoeren, en in de komende jaren zullen laten uitvoeren, die onder de regeling van het RRF 2006 vallen. We moeten hierbij wel aantekenen dat we niet weten welke kosten met de genoemde werkzaamheden zijn gemoeid; het RRF komt pas in beeld vanaf Slechts een vijfde van de particuliere eigenaren noemt andere werkzaamheden. 5.2 Gebruik particuliere eigenaren Rotterdams Restauratiefonds 2006 In deze paragraaf komt de vraag naar het gebruik van het RRF 2006 onder particuliere eigenaren aan de orde. Zij kregen de vraag voorgelegd of ze gebruik zouden maken van het RRF 2006 als ze in de komende drie jaar hun pand(en) gaan restaureren. Figuur 5.4 toont de resultaten. Evaluatie Rotterdams Restauratiefonds

24 Figuur 5.4 Gebruik Rotterdams Restauratiefonds 2006 in komende drie jaar 19% 25% 36% 20% ik ben (nog lang) niet van plan te restaureren ja ja, misschien nee Een kwart geeft aan (nog lang) niet van plan te zijn in de komende drie jaar te restaureren; een vijfde zegt gebruik te willen maken van het RRF 2006, en ruim een derde is misschien van plan van het RRF gebruik te maken. Een vijfde geeft aan geen gebruik te zullen maken van het RRF als ze in de komende drie jaar hun pand(en) gaan restaureren. Meer dan de helft staat dus (gematigd) positief tegenover het RRF Kijken we naar de samenhang tussen de inschatting van de staat van het pand en het eventuele gebruik van het RRF, dan zijn particuliere eigenaren die de staat van hun pand als matig tot slecht bestempelen ook eerder geneigd gebruik te maken van het RRF. Het zijn vooral de actieve eigenaren dus eigenaren die wat hebben laten doen of van plan zijn dat te gaan doen die open staan voor een regeling als het RRF Ook de bekendheid met het RRF speelt een rol: van de eigenaren die niet of nauwelijks van het RRF hebben gehoord staat ruim de helft positief tegenover het RRF, onder eigenaren die redelijk tot goed bekend zijn met het RRF is twee derde positief. Opvallend is nog dat onder eigenaren die aangeven geen gebruik te maken van het RRF de mate van bekendheid met het RRF niet uitmaakt. In de groep die heeft aangegeven in de komende drie jaar te gaan restaureren (42 procent, zie tabel 5.2), geven bijna acht op de tien eigenaren aan dat ze (misschien) gebruik gaan maken van het RRF. Een vijfde gaat geen gebruik maken van de regeling. Tot slot van deze paragraaf gaan we in op de redenen die worden aangevoerd om geen gebruik te maken van het RRF Deze vraag is voorgelegd aan respondenten die ja, misschien of nee hebben geantwoord op de vraag of ze gebruik zouden maken van het RRF (55 procent of 67 respondenten). Tabel 5.5 laat zien welke argumenten tegen het meest worden genoemd. Er konden meerdere redenen worden genoemd. 22 Evaluatie Rotterdams Restauratiefonds 2006

25 Tabel 5.5 Belangrijkste redenen geen gebruik te maken van het RRF 2006 % gering financieel voordeel 37% papierw erk/bureaucratie 36% bijkomende verplichtingen, zoals: eigenaar moet het pand na restauratie gedurende tenminste 15 jaar in dezelfde goede staat houden; lid w orden van de Monumentenw acht. 33% gering aantal subsidiabele kosten dat onder de Restauratiehypotheek valt (nu vallen alleen casco en monumentale onderdelen binnen de Restauratiehypotheek) 28% andere regelingen w aarop ik of mijn organisatie een beroep kan doen 15% ingew ikkeldheid/ondoorzichtigheid van de regeling 15% RRF 2006 is voor mij of mijn organisatie niet nodig 12% lengte van de procedure 9% ongunstige aflossingsvoorw aarden 4% mate van ondersteuning bij de aanvraag van een RRF-lening 4% te gering maximaal te lenen bedrag 3% andere redenen 19% Aantal particuliere eigenaren 67 Ruim een derde noemt gering financieel voordeel als argument geen gebruik te maken van het RRF 2006; een even grote groep noemt papierwerk/bureaucratie, en een derde noemt bijkomende verplichtingen, zoals: eigenaar moet het pand na restauratie gedurende tenminste 15 jaar in dezelfde goede staat houden; lid worden van de Monumentenwacht als reden geen gebruik te zullen maken in de komende drie jaar. Het geringe aantal kosten dat onder de regeling valt komt als vierde argument tegen naar voren. Bijna een vijfde noemt andere redenen: een eigenaar merkt op 'het zal niet eenvoudig zijn om de eigenaren van het appartementengebouw op één lijn te krijgen; onduidelijk is of een en ander voor eigenaren (positieve) fiscale consequenties heeft. Een ander merkt op restaureren is duur, dat halen we er bij de verkoop nooit uit!. Ook wordt de regeling te bemoeizuchtig genoemd. Enkele malen wordt verwezen naar de VVE ( die beheert de eigenaarspot ). In bijlage D staan alle volledige antwoorden. We vatten samen: een hele grote groep particuliere eigenaren (85 procent) schat de staat van zijn pand in als redelijk tot goed; slechts 15 procent omschrijft zijn pand als matig tot slecht. Vergelijking met gegevens uit de behoefteraming laat zien dat eigenaren (van wie het pand was meegenomen in de behoefteraming) de staat van hun pand accuraat inschatten. Meer dan de helft van de eigenaren heeft in de afgelopen drie jaar werkzaamheden aan zijn pand laten uitvoeren (dan wel overwogen dat te doen), of is van plan in de komende drie jaar zijn pand op te knappen. Deze werkzaamheden vallen vooral onder de regeling van het RRF 2006; slechts een vijfde noemt andere werkzaamheden. Eigenaren die hun pand als matig tot slecht beoordelen, zijn ook inderdaad veel vaker van plan daaraan iets te gaan doen dan eigenaren die hun pand in orde vinden. Van die laatste groep is toch nog ruim een derde van plan in de komende drie jaar wat aan hun pand te laten doen. De bekendheid met het RRF is overigens aanzienlijk groter (twee maal zo groot) onder eigenaren Evaluatie Rotterdams Restauratiefonds

26 die iets hebben laten doen aan hun pand en/of dat van plan zijn, dan onder eigenaren die niets hebben laten doen en dat in de komende drie jaar ook niet van plan zijn. Een vijfde zegt gebruik te willen maken van het RRF 2006, en ruim een derde is misschien van plan van het RRF gebruik te maken. Meer dan de helft staat dus (gematigd) positief tegenover het RRF Particuliere eigenaren die de staat van hun pand als matig tot slecht bestempelen zijn eerder geneigd gebruik te maken van het RRF. Het zijn ook vooral actieve eigenaren die open staan voor een regeling als het RRF Van de eigenaren die niet of nauwelijks van het RRF hebben gehoord staat ruim de helft positief tegenover het RRF, onder eigenaren die redelijk tot goed op de hoogte zijn van het RRF is twee derde positief. Opvallend is nog dat onder eigenaren die aangeven geen gebruik te maken van het RRF de mate van bekendheid met het RRF niet uitmaakt. In de groep die heeft aangegeven in de komende drie jaar te gaan restaureren geven bijna acht op de tien eigenaren aan dat ze (misschien) gebruik gaan maken van het RRF. Ruim een derde noemt gering financieel voordeel als argument geen gebruik te maken van het RRF 2006; een even grote groep noemt papierwerk/bureaucratie. 5.3 Gebruik niet-particuliere eigenaren Rotterdams Restauratiefonds 2006 Vooral grote organisaties geven aan weinig tot geen gebruik te maken van het RRF 2006; belangrijkste argument dat naar voren wordt gebracht is het financiële aspect. Doorgaans kunnen zij ook elders tegen gunstige rentetarieven lenen. Ook belangrijk is dat in grote renovatieprojecten het gedeelte dat betrekking heeft op het in stand houden van het pand (en dat in aanmerking zou komen voor het RRF) maar een klein onderdeel vormt van het totale bouwplan. Procedures en tijdsdruk zijn ook veel voorkomende argumenten. Kleinere organisaties of bedrijven zijn vaak bevreesd dat het RRF veel papierwerk en lange procedures met zich meebrengt; ook speelt de onbekendheid met de regeling een rol. Zij zouden graag meer voorlichting willen. 24 Evaluatie Rotterdams Restauratiefonds 2006

27 6 Rotterdams Restauratiefonds 2006: suggesties Dit hoofdstuk laat zien welke veranderingen dan wel verbeteringen particuliere eigenaren en niet-particuliere eigenaren zouden willen aanbrengen in een subsidie-instrument voor gemeentelijke monumenten, zoals het RRF In bijlage D staan alle volledige (ongecensureerde) antwoorden. 6.1 Particuliere eigenaren: suggesties Particuliere eigenaren is de vraag voorgelegd hoe volgens hun idee een subsidie-instrument voor gemeentelijke monumenten eruit zou moeten zien zodat het voor hen aantrekkelijk(er) is er gebruik van te maken. Veertig procent (52 respondenten) heeft suggesties gedaan; zestig procent niet (geen antwoord 43 procent, geen idee 11 procent en geen mening 6 procent). We hebben de suggesties teruggebracht tot een vijftal categorieën. Tabel 6.1 toont de meestvoorkomende suggesties. Tabel 6.1 Suggesties ter verandering en/of verbetering van het RRF 2006 financiële aanpassingen 1 42% aanpassing in voorwaarden 35% (meer) voorlichting / advies 15% Rotterdam actiever / gemeentebijdrage hoger 12% via VVE 10% overige 15% Aantal particuliere eigenaren 52 % Ruim vier op de tien particuliere eigenaren doen suggesties van financiële aard: subsidie in plaats van lening, halveren onroerend goedbelasting, BTW vrije inkoop materiaal, fiscaal aftrekbaar (zoals bij Rijksmonumenten), medefinancieren door gemeente, te lenen bedrag koppelen aan kosten van de renovatie. Ook aanpassing van de voorwaarden wordt vaak genoemd (door een derde van de eigenaren): 15 jaar is te lang, meer kosten moeten onder de regeling vallen ( moeilijke opsplitsing tussen restauratie/onderhoud ). Een kleine groep wenst meer voorlichting; ook de gemeente Rotterdam wordt aangesproken actiever te worden, ze moet niet alleen maar gemeentelijke monumenten aanwijzen ( alleen het aanwijzen van monumenten is niet genoeg ). Voor de volledigheid: de categorie overige bevat enige suggesties over minder bureaucratie en minder bemoeizucht, en verder vooral algemene opmerkingen van regeling is prima in orde tot kan ik niet beoordelen helaas. De verbetersuggesties van een belangrijke doelgroep van het RRF 2006 (de particuliere eigenaren) liggen in de lijn van de redenen geen gebruik te maken van het RRF; vooral financiën en voorwaarden zouden verbeterd/veranderd moeten worden. 1 De genoemde financiële aanpassingen betreffen vooral een tegemoetkoming/bijdrage/subsidie in plaats van een lening, en het fiscaal aftrekbaar maken van de restauratie; verder worden nog genoemd: aanpassing van de aflossingsstructuur, maximaal te lenen bedrag afhankelijk maken van de hoogte van de kosten van de renovatie, halveren onroerendgoedbelasting, BTW vrije inkoop materiaal, vermindering WOZ. Evaluatie Rotterdams Restauratiefonds

28 6.2 Niet-particuliere eigenaren: suggesties De meeste suggesties onder grote en kleine niet-particuliere eigenaren gaan ook vooral over de financiële kant van de regeling. Een tegemoetkoming en niet zozeer een lening (grote organisaties vinden elders financiering) wordt vaak genoemd. Financieel hebben ze het RRF niet nodig. Grotere organisaties kunnen ook een beroep doen op andere regelingen; gesuggereerd werd dat het effectiever zou zijn om topfinanciering (boven-begrotelijk) te ondersteunen; er zijn al heel veel prikkels aanwezig (en regelingen) waardoor het moeilijker/ingewikkelder wordt om binnen één project voor verschillende onderdelen (en restauratie is vaak slechts één onderdeel van het hele project) verschillende geldstromen te hebben. Weegt het eventuele financiële voordeel op tegen de bureaucratie die het RRF met zich meebrengt? Subsidie blijft overigens altijd welkom. Efficiënter en vlotter werken, betere voorlichting, en een steuntje in de rug (door bijvoorbeeld gunstiger voorwaarden) zijn vooral suggesties van kleinere eigenaren. Enkele keren werd de vraag gesteld hebben wij gemeentelijke monumenten in ons bezit? Een pand wisselt namelijk nogal eens van eigenaar, soms is de juridische eigenaar een andere dan de economische eigenaar. Het ontbreekt sommige kleinere eigenaren aan tijd en voldoende kennis van het RRF om het RRF op zijn waarde te schatten. Daarbij voegt zich ook een zeker wantrouwen tegen bureaucratie en de angst dan wel het vermoeden dat het RRF veel papierwerk met zich meebrengt. In het volgende, laatste hoofdstuk kijken we naar de informatiebehoefte onder particuliere eigenaren en trekken we enige conclusies naar aanleiding van de onderzoeksvraag waarom het gebruik van het RRF 2006 achterblijft bij de verwachtingen. 26 Evaluatie Rotterdams Restauratiefonds 2006

29 7 Besluit: hoe verder Dit laatste hoofdstuk gaat in op de informatiebehoefte onder particuliere eigenaren en trekt conclusies in het licht van de onderzoeksvraag. 7.1 Informatiebehoefte We hebben de particuliere eigenaren gevraagd of en op welke manier en wanneer ze geïnformeerd willen worden over het RRF Tabel 7.1 geeft de resultaten. Meerdere antwoorden waren mogelijk met uitzondering van ik wil niet verder geïnformeerd worden. Tabel 7.1 Informatiebehoefte RRF 2006 % via een brief 29% via /digitale nieuw sbrief 21% via een folder 19% via de w ebsite w w w.rotterdam.nl/monumenten 16% via persoonlijk gesprek met Bureau Monumenten 11% via informatieavond(en) 9% anders, namelijk 7% via telefonisch gesprek met Bureau Monumenten 5% via het City Informatiecentrum 2% ik w il niet verder geïnformeerd w orden 21% Totaal aantal particuliere eigenaren 129 Bijna 80 procent van alle particuliere eigenaren geeft in ieder geval aan verder geïnformeerd te willen worden over het RRF; de meest genoemde manieren zijn via een brief, /digitale nieuwsbrief of via een folder 1. Via de VVE was het meest genoemde antwoord uit de categorie anders. De volledige antwoorden die onder anders, namelijk zijn genoemd, staan in bijlage D. De particuliere eigenaren die verder geïnformeerd wilden worden is gevraagd op welk moment. 70 procent wil geïnformeerd worden op het moment dat er belangrijke informatie vrijkomt over het RRF Zie bijlage tabel C.4 voor de precieze cijfers. 7.2 Conclusies In de afgelopen hoofdstukken is een beschrijvend beeld geschetst van de hele groep particuliere eigenaren van één of meer gemeentelijke monumenten; we hebben laten zien hoe bekend het RRF is, hoe zij de staat van hun pand(en) inschatten, of en welke werkzaamheden ze hebben laten uitvoeren en welke werkzaamheden ze nog uit willen laten voeren, en of ze gebruik zouden maken van het RRF als ze hun pand willen gaan restaureren in de komende drie jaar. Om de onderzoeksvraag zo nauwkeurig mogelijk te beantwoorden, maken we in deze paragraaf onderscheid naar een drietal groepen: 1 Opgemerkt dient te worden dat het Bureau Monumenten via een brief uit december 2006 heeft gepolst of er belangstelling was voor het uitbrengen van een digitale nieuwsbrief. Er was nauwelijks belangstelling voor. Evaluatie Rotterdams Restauratiefonds

30 Een eerste groep wordt gevormd door eigenaren die niets hebben laten uitvoeren aan hun pand in de afgelopen drie jaar en dat in de komende drie jaar ook niet van plan zijn (48 procent) Een tweede groep wordt gevormd door eigenaren die in de afgelopen drie jaar iets hebben laten doen aan hun pand (28 procent) De derde groep, tenslotte, wordt gevormd door eigenaren die in de afgelopen drie jaar niets aan hun pand hebben laten doen, maar dat wel van plan zijn in de komende drie jaar (24 procent) Hoe staat het met de bekendheid en het gebruik van het RRF als je deze drie groepen onderling vergelijkt? In figuur 7.2 staan de resultaten voor de bekendheid en het gebruik van het RRF 2006 onder de drie groepen. Figuur 7.2 Bekendheid en gebruik Rotterdams Restauratiefonds 2006, drie groepen particuliere eigenaren 100% 80% 60% 40% 20% 0% nee/nauw elijks redelijk/goed (nog lang) niet van plan te restaureren ja/ja, misschien nee bekend met RRF gebruik RRF afgelopen drie jaar w el afgelopen drie jaar niet, komende drie jaar niet afgelopen drie jaar niet, komende drie jaar w el De groep particuliere eigenaren die niets heeft gedaan en niets gaat doen in de komende drie jaar kent het RRF niet of nauwelijks (bijna 90 procent) en is (vanzelfsprekend) ook niet van plan te restaureren (hoewel een derde gebruik zou maken als ze dat wel zou doen). Zij schatten de staat van hun pand vrijwel allemaal redelijk tot goed in. Voor hen is het RRF niet aan de orde, en dat ze het RRF (nog) niet kennen ligt dan ook voor de hand. Ze vormen zoals gezegd bijna de helft van alle particuliere eigenaren. De groep eigenaren die in de afgelopen drie jaar iets hebben laten doen aan hun pand, is het meest op de hoogte van het RRF (bijna een derde kent het RRF redelijk tot goed), ze staat ook positiever ten opzichte van het RRF dan de vorige groep eigenaren, maar kent ook het grootste aantal eigenaren dat geen gebruik zal maken van het RRF. 28 Evaluatie Rotterdams Restauratiefonds 2006

Rotterdams Restauratiefonds 2006

Rotterdams Restauratiefonds 2006 Rotterdams Restauratiefonds 2006 2 Een stad vol bijzondere monumenten Rotterdam is rijk aan bouwwerken uit diverse periodes. Moderne architectuur en monumenten gaan daarbij hand in hand. Neem het rijksmonument

Nadere informatie

Onderzoek naar de restauratiebehoefte bij eigenaren van gemeentelijke monumenten

Onderzoek naar de restauratiebehoefte bij eigenaren van gemeentelijke monumenten Samenvatting Onderzoek naar de restauratiebehoefte bij eigenaren van gemeentelijke monumenten Juli / augustus 2011 2 Onderzoeksopzet Datum: 30 september 2011 Opdrachtgever: Nationaal Restauratiefonds Uitgevoerd

Nadere informatie

Leeuwarder Restauratiefonds

Leeuwarder Restauratiefonds Financiële regeling voor eigenaren van gemeentelijke monumenten en beeldbepalende panden in Leeuwarden Leeuwarder Restauratiefonds Leeuwarden heeft een van de mooiste historische binnensteden van Noord-Nederland.

Nadere informatie

Behandeld door Voorlichting & Advies. Onderwerp resultaten onderzoek gemeenteiijke monumenten

Behandeld door Voorlichting & Advies. Onderwerp resultaten onderzoek gemeenteiijke monumenten Nationaal Restauratiefonds Afd. Kopie Gemeente 2 6OKT 201K Doc./bijlage' I Productnr Gemeente T.a.v. mevrauw E. Rijneveld Postbus 78 2600 ME Datum 25 oktober 2011 Kenmerk 2011256-3 Behandeld door Voorlichting

Nadere informatie

Amsterdam een stad met een rijke cultuurhistorie. Bijdrage in de restauratiefinanciering

Amsterdam een stad met een rijke cultuurhistorie. Bijdrage in de restauratiefinanciering De gemeente Amsterdam biedt vanaf 15 november 2009 eigenaren de mogelijkheid gebruik te maken van een aantrekkelijke financiering van restauraties van gemeentelijke monumenten. Informatie over deze voordelige

Nadere informatie

Rijksmonumentale kerken en het Restauratiefonds

Rijksmonumentale kerken en het Restauratiefonds Rijksmonumentale kerken en het Restauratiefonds 1. Onderzoeksopzet Datum: 23 november 2009 Opdrachtgever: Nationaal Restauratiefonds Doelgroep: Eigenaren van rijksmonumentale kerkgebouwen (3.880 panden)

Nadere informatie

Openingstijden Stadswinkels 2008

Openingstijden Stadswinkels 2008 Openingstijden Stadswinkels 2008 Openingstijden Stadswinkels 2008 René van Duin & Maaike Dujardin Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) december 2008 In opdracht van Publiekszaken afdeling Beleid

Nadere informatie

Klanttevredenheidsonderzoek Nationaal Restauratiefonds eerste halfjaar 2013

Klanttevredenheidsonderzoek Nationaal Restauratiefonds eerste halfjaar 2013 2013 Klanttevredenheidsonderzoek Nationaal Restauratiefonds eerste halfjaar 2013 1 Klanttevredenheidsonderzoek Nationaal Restauratiefonds 2013 1 Inleiding Voor u ligt het rapport met de uitkomsten van

Nadere informatie

KTO Monumenten. Sociaal Geografisch Bureau gemeente Dordrecht. drs. R.D.J. Scheelbeek

KTO Monumenten. Sociaal Geografisch Bureau gemeente Dordrecht. drs. R.D.J. Scheelbeek KTO Monumenten Sociaal Geografisch Bureau gemeente Dordrecht drs. R.D.J. Scheelbeek juni 2006 Colofon Opdrachtgever Tekst Drukwerk Informatie Sector Stadsontwikkeling Sociaal Geografisch Bureau Stadsdrukkerij

Nadere informatie

Rijksmonumentale kerken en het Restauratiefonds

Rijksmonumentale kerken en het Restauratiefonds Rijksmonumentale kerken en het Restauratiefonds Onderzoeksresultaten Rijksmonumentale kerken en het Restauratiefonds 2 1. Onderzoeksopzet Datum: 4 december 2009 Opdrachtgever: Nationaal Restauratiefonds

Nadere informatie

Algemeen Heeft de monumentenstatus alleen betrekking op de buitenkant of ook op de binnenkant?

Algemeen Heeft de monumentenstatus alleen betrekking op de buitenkant of ook op de binnenkant? Veelgestelde vragen Uw pand is voorgedragen als gemeentelijk monument. Wat betekent dit voor u? De gemeente Venlo heeft de meest gestelde vragen en antwoorden op een rij gezet. Staat uw vraag er niet bij,

Nadere informatie

3. Resultaten. Pagina 1 van 5

3. Resultaten. Pagina 1 van 5 Internetpanel Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Resultaten peiling 32: Subsidieregeling Investeringen in milieuvriendelijke maatregelen December 2014 1. Inleiding Deze nieuwsbrief beschrijft de resultaten

Nadere informatie

Financiële mogelijkheden instandhouding monumenten

Financiële mogelijkheden instandhouding monumenten Financiële mogelijkheden instandhouding monumenten Nationaal Restauratiefonds Restauratiefinancier sinds 1985 (onafhankelijke) particuliere stichting Behoud van beschermingswaardige panden rijksmonumenten,

Nadere informatie

Aanvraagformulier Rotterdams Restauratiefonds 2006

Aanvraagformulier Rotterdams Restauratiefonds 2006 Aanvraagformulier Rotterdams Restauratiefonds 2006 Afdeling Bouw- en Woningtoezicht Bureau Monumenten monumenten@rotterdam.nl Projectgegevens / monument Gegevens over het object waarvoor een aanvraag wordt

Nadere informatie

Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers

Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers nderzoek uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Goirle DIMENSUS beleidsonderzoek April 2012 Projectnummer 488 Het onderzoek De gemeente Goirle is eind april 2010

Nadere informatie

Onderzoek Gemeenteambtenaren 2013

Onderzoek Gemeenteambtenaren 2013 Onderzoek Gemeenteambtenaren Uitkomsten onderzoeken Gemeenteambtenaren Inleiding Voor u ligt het rapport met de uitkomsten van het onderzoek onder gemeenteambtenaren. In dit rapport wordt het resultaat

Nadere informatie

Monumenten in Midden-Delfland

Monumenten in Midden-Delfland Monumenten in Midden-Delfland In de gemeente Midden-Delfland staan veel monumenten. Deze geven de diverse dorpskernen ieder hun eigen sfeer en uitstraling. De gemeente Midden-Delfland is Cittaslow gecertificeerd.

Nadere informatie

Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2012 Wmo-hulpmiddelen onder de loep. Gemeente Ubbergen Juni 2013

Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2012 Wmo-hulpmiddelen onder de loep. Gemeente Ubbergen Juni 2013 Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2012 Wmo-hulpmiddelen onder de loep Gemeente Ubbergen Juni 2013 Colofon Uitgave I&O Research BV Zuiderval 70 7543 EZ Enschede tel. (053) 4825000 Rapportnummer 2013/033 Datum

Nadere informatie

Internetpanel Dienst Regelingen

Internetpanel Dienst Regelingen Internetpanel Dienst Regelingen Resultaten peiling 2: Ervaringen E met de aanvraag van SNL 203 April 203. Inleiding In januari en februari 203 is een peiling georganiseerd over de ervaringen met de aanvraag

Nadere informatie

Onderzoek draagvlak voor monumenten Nationaal Restauratiefonds 4 september 2014

Onderzoek draagvlak voor monumenten Nationaal Restauratiefonds 4 september 2014 Nationaal Restauratiefonds 4 september 2014 Nationaal Restauratiefonds Inleiding In augustus 2014 is in opdracht van het Nationaal Restauratiefonds een onderzoek uitgevoerd onder Nederlanders over hun

Nadere informatie

Mening inwoners over energiebesparing en duurzame energie Omnibusonderzoek 2011. Gemeente s-hertogenbosch

Mening inwoners over energiebesparing en duurzame energie Omnibusonderzoek 2011. Gemeente s-hertogenbosch Mening inwoners over energiebesparing en duurzame energie Omnibusonderzoek 2011 Gemeente s-hertogenbosch Afdeling Onderzoek&Statistiek Januari 2012 Samenvatting In het Omnibusonderzoek van 2011 onder bewoners

Nadere informatie

P r o v i n c i e F l e v o l a n d

P r o v i n c i e F l e v o l a n d Aan: Provinciale Staten Onderwerp: Provinciaal restauratie-uitvoeringsprogramma 2003-2008. Statenvergadering: 2 oktober 2003 Agendapunt: 10 1. Wij stellen u voor: Het Provinciaal restauratie-uitvoeringsprogramma

Nadere informatie

Financiering woningaanpassingen een onderzoek van seniorenorganisatie ANBO

Financiering woningaanpassingen een onderzoek van seniorenorganisatie ANBO 27-05-2015 Financiering woningaanpassingen een onderzoek van seniorenorganisatie ANBO Over dit onderzoek Dit onderzoek over wonen en verhuizen is uitgevoerd door seniorenorganisatie ANBO. Het betreft een

Nadere informatie

1 INLEIDING... 2 2 ALGEMENE VRAGEN... 3

1 INLEIDING... 2 2 ALGEMENE VRAGEN... 3 INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING... 2 2 ALGEMENE VRAGEN... 3 2.1 STAAT UW TURBINE IN FRYSLÂN?... 3 2.2 BENT U DE ENIGE EIGENAAR?... 3 2.3 ZO NIET, WELK AANDEEL IS UW EIGENDOM?... 4 2.4 HOEVEEL TURBINES HEEFT

Nadere informatie

Evaluatie online panel O+S

Evaluatie online panel O+S Evaluatie online panel O+S rapportage Project: 8029 In opdracht van: O+S dr. Clemens Wenneker drs. Elise Bos Eyssen dr. Esther Jakobs Weesperstraat 79 Postbus 658 1018 VN Amsterdam 1000 AR Amsterdam Telefoon

Nadere informatie

Evaluatie betaald parkeren Noorderplantsoenbuurt en Oranjebuurt

Evaluatie betaald parkeren Noorderplantsoenbuurt en Oranjebuurt B A S I S V O O R B E L E I D Evaluatie betaald parkeren Noorderplantsoenbuurt en Oranjebuurt Evaluatie betaald parkeren Noorderplantsoenbuurt en Oranjebuurt Erik van der Werff Onderzoek en Statistiek

Nadere informatie

INFORMATIEBROCHURE. Regelingen voor eigenaren van gemeentelijke monumenten

INFORMATIEBROCHURE. Regelingen voor eigenaren van gemeentelijke monumenten INFORMATIEBROCHURE Regelingen voor eigenaren van gemeentelijke monumenten regelingen voor eigenaren van gemeentelijke monumenten Inleiding De gemeente Doesburg is bijzonder rijk aan erfgoed. De binnenstad

Nadere informatie

Onderzoek Monumenteigenaren 2013

Onderzoek Monumenteigenaren 2013 Onderzoek Monumenteigenaren Uitkomsten onderzoeken Monumenteigenaren Inleiding Voor u ligt het rapport met de uitkomsten van het onderzoek onder monumenteigenaren. In dit rapport wordt het resultaat weergegeven

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 237 Vragen van de leden

Nadere informatie

Cliëntenonderzoek Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Zutphen 2015

Cliëntenonderzoek Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Zutphen 2015 Cliëntenonderzoek Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Zutphen 2015 Gemeente Deventer Team Kennis en Verkenning Jaap Barink Juni 2015 Inhoud Samenvatting... 4 Inleiding... 6 1. Indienen melding...

Nadere informatie

Enquête Revitalisering Bedrijventerrein Overvecht. Rapportage. Uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Utrecht

Enquête Revitalisering Bedrijventerrein Overvecht. Rapportage. Uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Utrecht Enquête Revitalisering Bedrijventerrein Overvecht Rapportage Uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Utrecht Uitgevoerd door: ETIN Adviseurs s-hertogenbosch, mei 2009 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 1 1.1 Populatie

Nadere informatie

Gescheiden gft inzameling Nesselande

Gescheiden gft inzameling Nesselande rotterdam.nl/onderzoek Gescheiden gft inzameling Nesselande Onderzoek en Business Intelligence Gescheiden gft inzameling Nesselande Een evaluatie M. van Rhee Onderzoek en Business Intelligence (OBI) 13

Nadere informatie

Peiling over Europa en EDIC

Peiling over Europa en EDIC Peiling over Europa en EDIC Peiling over Europa en EDIC Datum: september 2013 Colofon Gemeente Nijmegen Onderzoek en Statistiek contactpersoon: Ad Manders tel.: (024) 329 98 89 emailadres: onderzoek.statistiek@nijmegen.nl

Nadere informatie

Klanttevredenheidsonderzoek Nationaal Restauratiefonds eerste halfjaar 2015

Klanttevredenheidsonderzoek Nationaal Restauratiefonds eerste halfjaar 2015 Klanttevredenheidsonderzoek Nationaal Restauratiefonds 2015 1 Klanttevredenheidsonderzoek Nationaal Restauratiefonds 2015 1 Inleiding Voor u ligt het rapport met de uitkomsten van het doorlopend onderzoek

Nadere informatie

H Historische gebouwen zijn tastbare bewijzen van een rijk en. Financieel wegwijs in de monumentenwereld. Fiscale voordelen, subsidies en leningen

H Historische gebouwen zijn tastbare bewijzen van een rijk en. Financieel wegwijs in de monumentenwereld. Fiscale voordelen, subsidies en leningen Fiscale voordelen, subsidies en leningen Financieel wegwijs in de monumentenwereld Wonen in een historisch pand is een droom van velen. Niet alleen vanwege de tastbare sporen van het verleden, maar ook

Nadere informatie

Peiling stadspas. Hoe denken inwoners over de stadspas?

Peiling stadspas. Hoe denken inwoners over de stadspas? Peiling stadspas Hoe denken inwoners over de stadspas? Peiling stadspas Hoe denken inwoners over de stadspas? Datum: februari 2015 Colofon Gemeente Nijmegen Onderzoek en Statistiek contactpersoon: Marieke

Nadere informatie

Aanvraagformulier restauratiesubsidie

Aanvraagformulier restauratiesubsidie Aanvraagformulier restauratiesubsidie op grond van de 'Subsidieverordening Restauraties Gemeentelijke Monumenten en Beeldbepalende Panden s-hertogenbosch 2010' Aan het college van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

Enquête Monumenteigenaren Purmerend

Enquête Monumenteigenaren Purmerend Enquête Monumenteigenaren Purmerend In opdracht van: Afdeling VTH \ Vergunningen, mw. A. Schenk Uitgevoerd door: Monique van Diest Team Beleidsonderzoek en Informatiemanagement Gemeente Purmerend augustus

Nadere informatie

Wijkaanpak. bekendheid, betrokkenheid en communicatie

Wijkaanpak. bekendheid, betrokkenheid en communicatie Afdeling Onderzoek & Statistiek Gemeente Deventer Karen Teunissen April 2006 Inhoudsopgave Inleiding 3 Hoofdstuk 1 Bekendheid en betrokkenheid 4 Samenvatting 8 Hoofdstuk 2 Communicatie 9 Samenvatting 12

Nadere informatie

Datum 9 oktober 2018 Aanbieding reactie op schriftelijke vragen over uitvoering van motie Geluk-Poortvliet

Datum 9 oktober 2018 Aanbieding reactie op schriftelijke vragen over uitvoering van motie Geluk-Poortvliet >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG.. Erfgoed en Kunsten Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag

Nadere informatie

Algemene informatie Restauratiefinanciering

Algemene informatie Restauratiefinanciering Informatiemap deel B Algemene informatie Restauratiefinanciering In dit deel B van de informatiemap wordt ingegaan op de algemene zaken die betrekking hebben op de financiering van restauratieprojecten

Nadere informatie

Aanvraagformulier. t.a.v. afdeling Subsidiezaken Postbus 20120 8900 HM LEEUWARDEN. Tweebaksmarkt 52 8911 KZ LEEUWARDEN

Aanvraagformulier. t.a.v. afdeling Subsidiezaken Postbus 20120 8900 HM LEEUWARDEN. Tweebaksmarkt 52 8911 KZ LEEUWARDEN Subsidieregeling Wurkje foar Fryslân Paragraaf 6.3 Renovatiesubsidie Aanvraagformulier Formulier retour sturen naar: Bezoekadres: Contactpersoon: Gedeputeerde Staten van de Provincie Fryslân t.a.v. afdeling

Nadere informatie

Gemeente Nissewaard - Subsidieregeling gemeentelijke monumenten Nissewaard

Gemeente Nissewaard - Subsidieregeling gemeentelijke monumenten Nissewaard GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Nissewaard Nr. 52082 31 maart 2017 Gemeente Nissewaard - Subsidieregeling gemeentelijke monumenten Nissewaard Het college van burgemeester en wethouders van

Nadere informatie

Parlementaire enquête: Meer rechten voor de huurder

Parlementaire enquête: Meer rechten voor de huurder Parlementaire enquête: Meer rechten voor de huurder Negende peiling Huurderspanel Woonwaard Woonwaard december 2014 Inleiding Aanleiding en doel onderzoek Woonwaard peilt periodiek de mening van de huurders

Nadere informatie

ONDERZOEK THUIS ACCU. 29 oktober 2015. Is Nederland klaar voor de thuis accu?! Auteur Y. Lievens. Panelleden ISO 26362 gecertificeerd

ONDERZOEK THUIS ACCU. 29 oktober 2015. Is Nederland klaar voor de thuis accu?! Auteur Y. Lievens. Panelleden ISO 26362 gecertificeerd ONDERZOEK THUIS ACCU Is Nederland klaar voor de thuis accu?! 29 oktober 2015 Panelleden ISO 26362 gecertificeerd Auteur Y. Lievens Onderzoek thuis accu De techniek gaat steeds meer vooruit en er blijven

Nadere informatie

Compensatie eigen risico is nog onbekend

Compensatie eigen risico is nog onbekend Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (M. Reitsma-van Rooijen, J. de Jong. Compensatie eigen risico is nog onbekend Utrecht: NIVEL, 2009) worden gebruikt. U

Nadere informatie

Onderzoek Ondernemerspanel: Actuele economische onderwerpen

Onderzoek Ondernemerspanel: Actuele economische onderwerpen Versie definitief Datum 8 oktober 2010 1 (8) Onderzoek Ondernemerspanel: Actuele economische onderwerpen Kleine bedrijven, ondernemersverenigingen, leegstand kantoren, parkmanagement en Bedrijfs Investerings

Nadere informatie

Onderzoek Ondernemerspanel 4: Actuele economische onderwerpen

Onderzoek Ondernemerspanel 4: Actuele economische onderwerpen Onderzoek Ondernemerspanel 4: Actuele economische onderwerpen Kleine bedrijven, ondernemersverenigingen, leegstand kantoren en Bedrijfs Investerings Zone (BIZ) Contactpersonen gemeente Nieuwegein: Team

Nadere informatie

Gedragscode Defensie. Draagvlakmeting. Ministerie van Defensie. Defensie Personele Diensten Gedragswetenschappen

Gedragscode Defensie. Draagvlakmeting. Ministerie van Defensie. Defensie Personele Diensten Gedragswetenschappen Bezoekadres: Van Alkemadelaan 357 Postadres: MPC 58 A Postbus 90701 2509 LS Den Haag Nederland www.cdc.nl Draagvlakmeting TNS NIPO: Drs. Anneloes Klaassen Lisanne van Thiel GW: Drs. Amber Vos +31 (070)

Nadere informatie

VERORDENING HILVERSUMS RESTAURATIEFONDS

VERORDENING HILVERSUMS RESTAURATIEFONDS CVDR Officiële uitgave van Hilversum. Nr. CVDR452421_1 20 februari 2018 Verordening Hilversums Restauratiefonds 2017 VERORDENING HILVERSUMS RESTAURATIEFONDS 2017 De raad van de gemeente Hilversum, in zijn

Nadere informatie

Flitspeiling begeleid wonen

Flitspeiling begeleid wonen Grote Bickersstraat 76 1013 KS Amsterdam Postbus 1903 1000 BX Amsterdam tel 020 522 59 99 fax 020 622 15 44 e-mail info@veldkamp.net www.veldkamp.net Flitspeiling begeleid wonen Bart Koenen, Valerie Vieira

Nadere informatie

Onderzoek Passend Onderwijs

Onderzoek Passend Onderwijs Rapportage Onderzoek passend onderwijs In samenwerking met: Algemeen Dagblad Contactpersoon: Ellen van Gaalen Utrecht, augustus 2015 DUO Onderwijsonderzoek drs. Liesbeth van der Woud drs. Tanya Beliaeva

Nadere informatie

Evenementen in Hoek van Holland - 2009

Evenementen in Hoek van Holland - 2009 Evenementen in Hoek van Holland - 2009 Evenementen in Hoek van Holland - 2009 René van Duin & Maaike Dujardin Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) december 2009 In opdracht van deelgemeente Hoek

Nadere informatie

Toelichting behorend bij de Concept Subsidieregeling Historisch Stadsbeeld 2015 (toelichting op de artikelen waar nodig) Afkorting: SHS

Toelichting behorend bij de Concept Subsidieregeling Historisch Stadsbeeld 2015 (toelichting op de artikelen waar nodig) Afkorting: SHS Toelichting behorend bij de Concept Subsidieregeling Historisch Stadsbeeld 2015 (toelichting op de artikelen waar nodig) Afkorting: SHS Artikel 1 Begrippen Dit artikel geeft aan op welke projecten, gebieden

Nadere informatie

Verordening Moerdijks Restauratie Fonds gemeente Moerdijk. De raad van de gemeente Moerdijk, in zijn vergadering van 18 januari 2018

Verordening Moerdijks Restauratie Fonds gemeente Moerdijk. De raad van de gemeente Moerdijk, in zijn vergadering van 18 januari 2018 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Moerdijk Nr. 17617 26 januari 2018 Verordening Moerdijks Restauratie Fonds gemeente Moerdijk De raad van de gemeente Moerdijk, in zijn vergadering van 18

Nadere informatie

Onderzoek hypotheken en bekendheid maatregelen Maart/april 2014

Onderzoek hypotheken en bekendheid maatregelen Maart/april 2014 Onderzoek hypotheken en bekendheid maatregelen Maart/april 2014 Doelgroepinformatie De doelgroep bestaat uit huizenbezitters met hypotheek, die voornemens zijn binnen 2 jaar een nieuw huis te kopen. Dit

Nadere informatie

Hoe bekend is het EnergiePrestatieCertificaat? Eerste resultaten van de EPC nulmeting.

Hoe bekend is het EnergiePrestatieCertificaat? Eerste resultaten van de EPC nulmeting. Hoe bekend is het EnergiePrestatieCertificaat? Eerste resultaten van de EPC nulmeting. Om de bekendheid van het EnergiePrestatieCertificaat in te schatten werd eind augustus, begin september 2008 een telefonische

Nadere informatie

18 december 2013. 1 van 10. Op vakantie na een niertransplantatie; NP online enquête

18 december 2013. 1 van 10. Op vakantie na een niertransplantatie; NP online enquête Op vakantie na een niertransplantatie; NP online enquête Nierpatiënten Perspectief online is een internetpanel voor mensen met een nierziekte*, naasten van nierpatiënten en nierdonoren. Zij kunnen via

Nadere informatie

INFORMATIEVOORZIENING URENAFTREK DOOR ZELFSTANDIGEN VANUIT WW

INFORMATIEVOORZIENING URENAFTREK DOOR ZELFSTANDIGEN VANUIT WW INFORMATIEVOORZIENING URENAFTREK DOOR ZELFSTANDIGEN VANUIT WW INFORMATIEVOORZIENING URENAFTREK DOOR ZELFSTANDIGEN VANUIT WW - eindrapport - drs. L.F. Heuts drs. R.C. van Waveren Amsterdam, december 2009

Nadere informatie

INFORMATIEBROCHURE. Gemeentelijke Monumenten

INFORMATIEBROCHURE. Gemeentelijke Monumenten INFORMATIEBROCHURE Gemeentelijke Monumenten INFORMATIEBROCHURE GEMEENTELIJKE MONUMENTEN Inleiding Uw eigendom is genomineerd om te worden aangewezen als gemeentelijk monument. In deze brochure wordt uitgelegd

Nadere informatie

Stichting Ster van de Elf Steden Juli 2015

Stichting Ster van de Elf Steden Juli 2015 Stichting Ster van de Elf Steden Juli 201 Samenvatting (context) Sinds medio 2011 dragen ondernemers in de binnenstad van Franeker via de reclamebelasting verplicht bij aan activiteiten, evenementen, faciliteiten

Nadere informatie

Gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene subsidieverordening Baarn 2006;

Gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene subsidieverordening Baarn 2006; Burgemeester en wethouders van Baarn Overwegende dat het wenselijk is aanvullende regels te geven voor de subsidieverlening ten behoeve van de organisatie van activiteiten op het gebied van gemeentelijke

Nadere informatie

Gemeente Moerdijk. Monumentenwijzer. Informatie over gemeentelijke monumenten

Gemeente Moerdijk. Monumentenwijzer. Informatie over gemeentelijke monumenten Gemeente Moerdijk Monumentenwijzer Informatie over gemeentelijke monumenten Inhoudsopgave Woord van de Wethouder... 3 Hoe wordt een object een gemeentelijk monument?... 5 Moet ik een vergunning aanvragen?...

Nadere informatie

Internetpanel Dienst Regelingen

Internetpanel Dienst Regelingen Internetpanel Dienst Regelingen Resultaten peiling 20: evaluatie panel December 2012 1. Inleiding Het Internetpanel Dienst Regelingen bestaat nu bijna vijf jaar. Dat vinden de opdrachtgever Dienst Regelingen

Nadere informatie

Stad en raad Een Stadspanelonderzoek

Stad en raad Een Stadspanelonderzoek Stad en raad Een Stadspanelonderzoek Kübra Ozisik 13 Juni 2016 Laura de Jong www.os-groningen.nl BASIS VOOR BELEID Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 1 1. Inleiding... 2 2. Resultaten... 3 2.1 Respons... 3

Nadere informatie

Een bijdrage-ineens of een meerjarige subsidie voor de instandhouding van uw monument

Een bijdrage-ineens of een meerjarige subsidie voor de instandhouding van uw monument Een bijdrage-ineens of een meerjarige subsidie voor de instandhouding van uw monument op basis van de WeVIM Weerter Verordening Instandhouding Monumenten mei 2008 De regeling in het kort Algemeen Monumenten

Nadere informatie

Cliëntenonderzoek Wet maatschappelijke ondersteuning 2010

Cliëntenonderzoek Wet maatschappelijke ondersteuning 2010 Cliëntenonderzoek Wet maatschappelijke ondersteuning 2010 Uitgave : Eenheid Strategische Ontwikkeling Naam : Jaap Barink Telefoonnummer : (0570) 693369 Mail : j.barink@deventer.nl Strategische Ontwikkeling

Nadere informatie

Subsidieverordening monumenten Heerhugowaard. De subsidieverordening monumenten Heerhugowaard 1996 in te trekken en tevens de gewijzigde

Subsidieverordening monumenten Heerhugowaard. De subsidieverordening monumenten Heerhugowaard 1996 in te trekken en tevens de gewijzigde CVDR Officiële uitgave van Heerhugowaard. Nr. CVDR41806_1 7 november 2017 Subsidieverordening monumenten Heerhugowaard Voorstel De subsidieverordening monumenten Heerhugowaard 1996 in te trekken en tevens

Nadere informatie

De dienstverlening van Westerpark

De dienstverlening van Westerpark De dienstverlening van Westerpark Vanaf eind mei 2009 konden bewoners en ondernemers van Westerpark zich aanmelden bij het nieuw opgerichte digitale bewonerspanel. In deze rapportage wordt verslag gedaan

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Inkomstenbelasting. Aftrek van uitgaven voor monumentenpanden

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Inkomstenbelasting. Aftrek van uitgaven voor monumentenpanden STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. 13664 15 september 2009 Inkomstenbelasting. Aftrek van uitgaven voor monumentenpanden 7 september 2009 Nr. CPP2009/1290M

Nadere informatie

30 800 VIII Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2007

30 800 VIII Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2007 vra2007ocw-23 30 800 VIII Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2007 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld (wordt door griffie

Nadere informatie

Monitor Volwaardige Arbeidsrelaties

Monitor Volwaardige Arbeidsrelaties Monitor Volwaardige Arbeidsrelaties in de architectenbranche QUICKSCAN mei 2013 Inhoud Monitor Volwaardige Arbeidsrelaties 3 Resultaten 6 Bureau-intermediair I Persoonlijk urenbudget 6 Keuzebepalingen

Nadere informatie

Klanttevredenheidsonderzoek Afdeling Belastingen. Gemeente s-hertogenbosch

Klanttevredenheidsonderzoek Afdeling Belastingen. Gemeente s-hertogenbosch Klanttevredenheidsonderzoek Afdeling Belastingen Gemeente s-hertogenbosch Afdeling Onderzoek & Statistiek Oktober 2012 2 Conclusies en aanbevelingen In 2012 is voor de tweede keer een klanttevredenheidsonderzoek

Nadere informatie

Duurzame ontwikkeling

Duurzame ontwikkeling Duurzame ontwikkeling Rapportage duurzaamheid en groene energie 2010 Onderzoek & Statistiek Groningen is ondergebracht bij de dienst SOZAWE van de Gemeente Groningen Duurzame ontwikkeling Rapportage duurzaamheid

Nadere informatie

CLIëNTTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2011, van brief tot conclusie!!

CLIëNTTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2011, van brief tot conclusie!! CLIëNTTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2011, van brief tot conclusie!! De brief: Het Venster F.D. Rooseveltlaan 18 Postbus 2157 5600 CD Eindhoven Eindhoven, 29 november 2011 Betreft: Enquete cliënttevredenheid Beste

Nadere informatie

Subsidieverordening. gemeentelijke. monumenten. Boxtel 2003

Subsidieverordening. gemeentelijke. monumenten. Boxtel 2003 Subsidieverordening gemeentelijke monumenten Boxtel 2003 Inhoud Subsidieverordening Gemeentelijke Monumenten Boxtel 2003. Paragraaf 1: Artikel 1 Artikel 2 Artikel 3 Algemene bepalingen Begripsbepalingen

Nadere informatie

Boodschappenservice Binnenstad Amsterdam

Boodschappenservice Binnenstad Amsterdam Boodschappenservice Binnenstad Amsterdam Draagvlakmeting Projectnummer: 10063 In opdracht van: Ingenieursbureau Amsterdam (IBA) Rogier van der Groep Willem Bosveld Oudezijds Voorburgwal 300 Postbus 658

Nadere informatie

Campagne De Nieuwe Handhaver

Campagne De Nieuwe Handhaver Campagne De Nieuwe Handhaver Projectnummer: 10180 In opdracht van: Stedelijk Programma Regelgeving en Handhaving Manilde van der Oord Esther Jakobs Oudezijds Voorburgwal 300 Postbus 658 1012 GL Amsterdam

Nadere informatie

Investeren in monumenten: Verdieping financieel kader

Investeren in monumenten: Verdieping financieel kader Investeren in monumenten: Verdieping financieel kader ERM Informatiebijeenkomst 21 mei 2019 Frank Vehof Onderwerpen - Overzicht van financiële middelen voor rijksmonumenten - Woonhuisregeling - Restauratieregeling

Nadere informatie

STRAATENQUÊTE MASTERPLAN LIJNBAANHOVEN

STRAATENQUÊTE MASTERPLAN LIJNBAANHOVEN STRAATENQUÊTE MASTERPLAN LIJNBAANHOVEN Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) In opdracht van ds+v Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) Auteur: Project: 07-2610 Prijs: Adres: Goudsesingel 78,

Nadere informatie

Tevredenheid WWB-klanten 2013. Dienst SoZaWe NW Fryslân

Tevredenheid WWB-klanten 2013. Dienst SoZaWe NW Fryslân Tevredenheid WWB-klanten 2013 Dienst SoZaWe NW Fryslân COLOFON Samenstelling Andrew Britt Annelieke van den Heuvel Naomi Meys Vormgeving binnenwerk SGBO Benchmarking Druk SGBO Benchmarking Maart 2014 SGBO

Nadere informatie

Ontwikkeling R&D-uitgaven industrie 2009 en 2010

Ontwikkeling R&D-uitgaven industrie 2009 en 2010 Centraal Bureau voor de Statistiek Divisie Bedrijfseconomische Statistieken Statistische analyse Den Haag Postbus 24500 2490 HA Den Haag Ontwikkeling R&D-uitgaven industrie 2009 en 2010 Gert Buiten, Andries

Nadere informatie

Pilot Brandveilig Leven in Meerzicht

Pilot Brandveilig Leven in Meerzicht Pilot Brandveilig Leven in rzicht Evaluatie huisbezoeken VERSIEBEHEER Versie Datum Auteur 1. juni 212 RP 1.1 2 juni 212 RP 1 Samenvatting Dit is de evaluatie van de pilot Brandveilig leven in rzicht, die

Nadere informatie

Landelijk cliëntervaringsonderzoek

Landelijk cliëntervaringsonderzoek Landelijk cliëntervaringsonderzoek Monitor Januari t/m december 2016 Ons kenmerk: 17.0010587 Datum: 22-09-2017 Contactpersoon: Rosan Hilhorst E-mail: Contractbeheer@regiogv.nl Inhoud 1. Inleiding... 3

Nadere informatie

Klantenpanel RVO.nl Resultaten peiling 36: Koopsubsidie Januari 2016

Klantenpanel RVO.nl Resultaten peiling 36: Koopsubsidie Januari 2016 Klantenpanel RVO.nl Resultaten peiling 36: Koopsubsidie Januari 2016 1. Inleiding Deze nieuwsbrief beschrijft de resultaten van de gebruikerspeiling over de regeling Koopsubsidie. Meer specifiek gaat het

Nadere informatie

Onderzoek Bedrijvenpanel: Gevolgen economische crisis

Onderzoek Bedrijvenpanel: Gevolgen economische crisis Versie definitief Datum 29 april 2010 1 (8) Onderzoek Bedrijvenpanel: Gevolgen economische crisis Auteur Tineke Brouwers Het derde onderzoek Op 30 maart 2010 kregen alle leden van het Bedrijvenpanel van

Nadere informatie

Enquête Dienstverlening in het stadhuis

Enquête Dienstverlening in het stadhuis Enquête Dienstverlening in het stadhuis Enquête Dienstverlening in het stadhuis Colofon Titel:Enquête Dienstverlening in het stadhuis Opdrachtgever: Gemeente Velsen Opdrachtnemer: Marieke Galesloot Datum:

Nadere informatie

Fiets in de metro. Martijn Epskamp. Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) maart In opdracht van de Stadsregio

Fiets in de metro. Martijn Epskamp. Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) maart In opdracht van de Stadsregio Fiets in de metro Fiets in de metro Martijn Epskamp Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) maart 2008 In opdracht van de Stadsregio Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) Auteur: Martijn Epskamp

Nadere informatie

Onderzoek burgerinitiatief. Tevredenheid van indieners

Onderzoek burgerinitiatief. Tevredenheid van indieners Onderzoek burgerinitiatief Tevredenheid van indieners In opdracht van: De Raadsgriffier Uitgevoerd door: Team Beleidsonderzoek en Informatiemanagement Gemeente Purmerend Denise Floris Bert Mentink April

Nadere informatie

Onderzoek Inwonerspanel: Geinbeat (Cityplaza) Festival

Onderzoek Inwonerspanel: Geinbeat (Cityplaza) Festival 1 (12) Onderzoek Inwonerspanel: Auteur Tineke Brouwers Respons onderzoek Op 26 maart kregen de panelleden van 18 jaar en ouder (1.155 personen) een e-mail met de vraag of zij digitaal een vragenlijst over

Nadere informatie

Internetpanel Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Resultaten peiling 30: Communicatie nieuw Gemeenschappelijk Landbouwbeleid

Internetpanel Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Resultaten peiling 30: Communicatie nieuw Gemeenschappelijk Landbouwbeleid Internetpanel Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Resultaten peiling 30: Communicatie nieuw Gemeenschappelijk Landbouwbeleid 1. Inleiding Vanaf 2015 verandert het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (vanaf

Nadere informatie

Rapport onderzoek Afgevaardigden

Rapport onderzoek Afgevaardigden 1. Inleiding Op 30 november 2012 (herinnering op 12 december) hebben 28 afgevaardigden en 1 oudafgevaardigde van Badminton Nederland een mailing ontvangen met daarin een link naar de enquête Afgevaardigden

Nadere informatie

Evaluatie hinder bij wegwerkzaamheden

Evaluatie hinder bij wegwerkzaamheden Evaluatie hinder bij wegwerkzaamheden Projectnummer: 10203 In opdracht van: Dienst Infrastructuur, Verkeer en Vervoer drs. Merijn Heijnen dr. Willem Bosveld Oudezijds Voorburgwal 300 Postbus 658 1012 GL

Nadere informatie

Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) Auteur: M. Dujardin Project: 10-3303 Datum: februari 2011. In opdracht van ds+v, afdeling communicatie

Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) Auteur: M. Dujardin Project: 10-3303 Datum: februari 2011. In opdracht van ds+v, afdeling communicatie Bekendheid VVE-010 Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) Auteur: M. Dujardin Project: 10-3303 Datum: februari 2011 In opdracht van ds+v, afdeling communicatie Adres: Blaak 34, 3011 TA Rotterdam Postbus

Nadere informatie

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaringsonderzoek Wmo Cliëntervaringsonderzoek Wmo WIJ-gebieden 2017 Laura de Jong Marjolein Kolstein Oktober 2018 Inge de Vries www.oisgroningen.nl Inhoud Samenvatting... 2 2.9 Tot slot... 20 Bijlage 1: de WIJ-gebieden...

Nadere informatie

Telefoonnummer Monumentenstichting voor gemeentelijke monumentale eigendommen

Telefoonnummer Monumentenstichting voor gemeentelijke monumentale eigendommen Voorstel aan de gemeenteraad van Harlingen *GR15.00047* GR15.00047 Behandeld in Gezamenlijke commissie Mens & Bestuur en Omgeving Datum Commissie 27 mei 2015 Agendanummer 12 Datum Raad 10 juni 2015 Agendanummer

Nadere informatie

Nieuws en informatie over de gemeente

Nieuws en informatie over de gemeente Re a ge re n Conc e rnsta f Fe brua ri 2013 o.e n.s@ha a rle m.nl Afde ling Onde rzoe k e n S ta tistie k Grote ma rkt 2 2011 Ha a rle m Gemeente Haarlem, afdeling Onderzoek en Statistiek Digipanel Haarlem

Nadere informatie

[ENQUETE COMMUNICATIE]

[ENQUETE COMMUNICATIE] 13 [ENQUETE COMMUNICATIE] Enquête communicatie Brederode Wonen Inleiding Brederode Wonen zet zich in voor optimale communicatie met haar huurders en goede informatievoorziening voor een ieder die daar

Nadere informatie