Hoogte: 260 cm vanaf de bovenkant mat, 280 cm vanaf de vloer

Transcriptie

1 Sectie 12 Ringen Hoogte: 260 cm vanaf de bovenkant mat, 280 cm vanaf de vloer Artikel 12.1 Beschrijving van de oefening Een oefening aan de ringen is samengesteld uit houdingen, zwaai- en krachtelementen in een ongeveer gelijke verdeling. Deze onderdelen en combinaties worden uitgevoerd in een hangende positie, door of tot houdingen en door of tot handstand. De uitvoering moet voornamelijk met gestrekte armen zijn. Kenmerkend voor hedendaagse ringenoefeningen zijn de overgangen tussen zwaai en kracht, en vice-versa. Het zwaaien van de kabels en het kruisen van de kabels is niet toegestaan. Artikel 12.2 Inhoud en Samenstelling Artikel Informatie over de presentatie van de oefening 1. De turner moet vanuit stilstand aanspringen, met of zonder hulp, tot een stille hang aan de ringen met de benen bij elkaar en een goede houding. De beoordeling van de oefening begint op het moment dat de turner de grond verlaat. Het is niet toegestaan dat de coach de turner een initiële zwaai geeft. 2. De turner moet in zijn oefening alleen elementen opnemen die hij kan uitvoeren met volledige veiligheid en met een grote mate van esthetische en technische controle. 3. Alle oefeningen bestaan uit een ongeveer gelijke verdeling van houdingen, zwaai- en krachtelementen verdeeld over de gehele oefening. Als gevolg hiervan mag een oefening niet meer dan drie elementen uit elementgroepen III en/of IV in directe verbinding bevatten. 4. Achterzwaaien in steun die niet leiden tot minimaal een A-element maar tot een eenvoudige verandering van richting of tot een hangpositie leiden, zullen worden bestraft door de E-jury. Een typisch voorbeeld van zo n zwaaibeweging aan de ringen is: vanuit kip tot steun, achterwaarts zwaaien en dalen tot hang en dan vooropzet. 5. Overige technische, esthetische en uitvoeringeisen in de opbouw van de oefening zijn: a) Houdingen moeten direct worden bereikt met rechte armen en zonder correcties van positie of lichaamshouding. b) Alle houdingen moeten minimaal 2 seconden worden aangehouden. c) Opwaartse zwaaien moeten tot of door handstand zijn of eindigen in een krachthouding wanneer de zwaai dit toelaat. d) Bij zwaaien die eindigen in een krachthouding mogen de schouders niet boven het niveau van de schouders in de eindpositie uitkomen. Elke afwijking wordt door de E-jury bestraft en, afhankelijk van het element, niet door de D-jury erkend. Zwaaielementen naar krachthoudingen waarbij de bewegingsrichting omdraait (bijvoorbeeld vooropzet naar zwaluw; vooropzet naar omgekeerde kruishang, etc.) worden als twee afzonderlijke elementen erkend. e) Een verkeerde greep (overgreep) bij krachthoudingen is niet toegestaan. f) Als het element het toelaat moet het altijd met gestrekte armen uitgevoerd worden. 118

2 g) Samenstellingsfouten worden bestraft met 0,30 punten. Voorbeeld: Honma tot steun gevolgd door heffen naar hoeksteun of van gespreide hoeksteun tot hoeksteun. 6. Yamawaki/Jonasson elementen met een volledige steun of stop worden bestraft met 0,50 punten voor zwaai met kracht (en worden niet erkend). De elementen met een geringe steun of stop worden erkend en worden bestraft met een kleine of middelzware fout voor zwaaien met kracht. 7. Voor een volledige lijst van fouten en aftrekken betreffende de beoordeling van de oefening wordt verwezen naar hoofdstuk 9 en de opsomming van aftrekken in artikel 9.4 en 12.3 Artikel Informatie over de D score 1. De Element Groepen zijn: I. Kip en zwaai elementen (inclusief tot hoeksteun) II. Zwaai tot handstand (2 sec.) III. Zwaai tot krachtelementen (geen hoeksteun) (2 sec.) IV. Houdingen en krachtelementen (2 sec.) V. Afsprongen 2. Het is niet toegestaan om elementen (met hetzelfde identificatienummer) te herhalen voor de D score. Op ringen is deze regel uitgebreid zodat dezelfde krachthouding maximaal twee keer geturnd mag worden, echter alleen als deze via verschillende elementen wordt bereikt. Bijvoorbeeld: een omgekeerde breedtehang, een zwaluw enzovoorts mag maximaal twee keer gebruikt worden (behorende tot elementgroepen III en of IV) voor de moeilijkheid. Echter niet meer dan 3 van dergelijke elementen mogen in directe verbinding geturnd worden. Het 4 de opeenvolgende element van groep III en/of IV in dezelfde serie wordt door de D-jury als herhaling gezien en dus niet erkend. Indien de turner toch meer elementen uit groep III en/of IV wil laten erkennen door de D-jury, zal de serie onderbroken moeten worden door een zwaaielement met minimaal B-waarde uit groep I of II (niet zijnde een kip-vorm, of elementen in hetzelfde plaatje), tussen de eerste serie van maximaal 3 elementen en het andere element of serie uit elementgroep III en/of IV. 3. Extra informatie en regelingen: a) Alle houdingen moet minimaal 2 seconden worden aangehouden. Niet aanhouden leidt tot het niet erkennen van het onderdeel door de D-jury voor de moeilijkheid en voor de elementgroepeis. b) Opduwen met kracht volgt altijd uit een houding en eindigt in een houding die twee seconden aangehouden moet worden. Deze onderdelen worden enkel toegekend wanneer de beginhouding is erkend en wanneer de eindhouding minimaal 1 seconde is aangehouden. c) Elementen met gekruiste kabels zijn niet toegestaan en worden bestaft als samenstellingsfout door de E-jury. d) Voor junioren is het verboden salto s achterwaarts tot hang en Li Ning elementen te maken. e) Pineda type elementen moeten met gestrekt lichaam, gestrekte armen en langzaam worden uitgevoerd om aftrek te voorkomen en om niet te worden ingeschaald als zwaai tot kracht elementen. f) Er mogen maximaal 2 Guczoghy en maximaal 2 Li Ning elementen worden opgenomen in de oefening. Het 3 e en volgende van dergelijke elementen worden gezien als herhaling. g) Yamawaki/Jonasson elementen met een volledige steun of stop worden niet erkend voor de moeilijkheid. Een Honma tot steun en zwaai voorwaarts met dalen tot hang wordt niet gezien als twee elementen, vanwege de intentie van de turner. De elementen met minder steun worden erkend en bestraft met een kleine of middelzware fout voor zwaai met kracht. 119

3 4. Voor een volledige lijst van regels over het niet erkennen van elementen en andere aspecten over de D-score, zie hoofdstuk 7 en de opsomming van aftrekken in Artikel 7.6 Artikel 12.3: Tabel van specifieke aftrekken voor de ringenoefening Fout Klein 0,10 Middel 0,30 Groot 0,50 Een lichte zwaai voor het begin van + de oefening De coach geeft de turner een initiële + zwaai Eenvoudig wegleggen in de + achterzwaai Het kruisen van de kabels tijdens + een element Samenstellingsfout + Benen uit elkaar of andere fouten bij + het aanspringen of aantillen aan de ringen Verkeerde greep (overgreep) tijdens + krachtelementen (elke keer) Gebogen armen tijdens elementen van zwaai naar krachthoudingen of bij het komen tot een krachthouding Raken van de kabels met armen, + voeten of andere lichaamsdelen Steunen met voeten of benen tegen de kabels + niet erkennen Een val vanuit handstand + niet erkennen Zwaaien van de kabels per element Opdrukken tot een volgende + + krachthouding vanuit een houding met een te grote hoek (geldt ook voor het tweede element) Meer dan 2 Guczoghy elementen of + meer dan 2 Li Ning elementen en niet erkennen door de D-jury 120

4 15 basis sec. Niveau 15: Handen niet naast heupen Niveau 15+: Handen niet naast heupen I vluchtige streksteun, komen tot strekhang met hulp streksteun 2 sec., komen tot strekhang met hulp Automatisch niveau 15+ Niveau 15+: Zwaai bij komen tot vouwhang II gehurkt omtrekken tot vouwhang Niveau 15: Niveau 15+: 2 de voorzwaai bepaalt inschaling niveau basis/+ III 2x voorzwaai 2x voorzwaai voeten op ringhoogte Automatisch niveau 15+ Niveau 15+: IV 2x Achterzwaai 2 sec. Niveau 15: Geen hol/bol actie voor loslaten Wegschieten/te vroeg loslaten Niveau 15+: Hoofd in de nek te vroeg loslaten V in de 3 de achterzwaai neerspringen tot stand 2 e voorzwaai (traject III) komen tot vouwhang, ruglingse hang 2 sec. neerspringen 121

5 14 basis sec. 2 sec. Niveau 14: Handen niet naast heupen Niveau 14+: Handen niet naast heupen Geen streksteun tussen traject I en II streksteun 2 sec., komen tot strekhang met hulp streksteun 2 sec., gevolgd door vluchtige hurksteun I Zelfstandig via voor- of achterover duikelen komen tot vouwhang en dalen tot strekhang Niveau 14: Zwaai bij komen tot vouwhang Niveau 14+: Zwaai bij komen tot vouwhang Gebogen armen Afwaarderen naar 14 basis II gehurkt omtrekken tot vouwhang gehurkt omtrekken tot vouwhang met gestrekte armen Automatisch niveau 14+ Niveau 14+: Gehoekte heupen (per keer) III 2x voorzwaai voeten op ringhoogte Niveau 14: Niveau 14+: Duimen niet naar buiten gedraaid Afwaarderen naar 14 basis IV 2x achterzwaai 2x achterzwaai met duimen naar buiten gedraaid Automatisch niveau sec. Niveau 14+: Hoofd in de nek Te vroeg loslaten V 2 e voorzwaai (traject III) komen tot vouwhang, ruglingse hang 2 sec. neerspringen 122

6 2 sec. 13 basis sec. 2 sec. Niveau 13: Handen niet naast heupen Geen streksteun tussen traject I en II I streksteun 2 sec. gevolgd door vluchtige hurksteun Zelfstandig via voor- of achterover duikelen komen tot vouwhang en dalen tot strekhang streksteun 2 sec. gevolgd door hurksteun 2 sec. Zelfstandig via voor- of achterover duikelen komen tot vouwhang en dalen tot strekhang Niveau 13+: Handen niet naast heupen Geen streksteun tussen traject I en II Niveau 13: Zwaai bij komen tot vouwhang Gebogen armen II gehurkt omtrekken tot vouwhang gehoekt omtrekken tot vouwhang Niveau 13+: Zwaai bij komen tot vouwhang Gebogen armen Niveau 13: Gehoekte heupen (per keer) Niveau 13+: Gehoekte heupen (per keer III 2x voorzwaai voeten op ringhoogte 2x omgekeerde hang Automatisch niveau 13+ Niveau 13+: Duimen niet naar buiten gedraaid (per keer) IV 2x achterzwaai Automatisch niveau sec. Niveau 13+: Hoofd in de nek Te vroeg loslaten V 2 e voorzwaai of omgekeerde hang (traject III) komen tot vouwhang, ruglingse hang 2 sec. neerspringen 123

7 2 sec. 12 basis sec. 2 sec. 2 sec. Niveau 12: Handen niet naast heupen Geen streksteun tussen traject I en II I streksteun 2 sec. gevolgd door hurksteun 2 sec. streksteun 2 sec. gevolgd door hoeksteun 2 sec. 2 sec. Niveau 12+: Handen niet naast heupen Geen streksteun tussen traject I en II Niveau 12: Gebogen armen Zwaai bij komen tot vouwhang II Vanuit traject I: Zelfstandig via voor- of achterover duikelen komen tot vouwhang en dalen tot strekhang gehoekt omtrekken tot vouwhang streksteun 2 sec. gevolgd door vluchtige hurksteun Zelfstandig via voor- of achterover duikelen komen tot vouwhang Niveau 12+: Handen niet naast heupen Geen streksteun tussen traject II en III Automatisch niveau 12+ Niveau 12+: Gehoekte heupen (per keer) III 2x omgekeerde hang Automatisch niveau 12+ Niveau 12+: Duimen niet naar buiten gedraaid (per keer) IV 2x achterzwaai Automatisch niveau sec. Niveau 12+: Hoofd in de nek Te vroeg loslaten V Vanuit 2 e omgekeerde hang (traject III) komen tot vouwhang, ruglingse hang 2 sec. neerspringen 124

8 2 sec. 11 basis sec. 2 sec. Niveau 11: Handen niet naast heupen Niveau 11+: Handen niet naast heupen (per keer) I streksteun 2 sec. gevolgd door hoeksteun 2 sec. 2 sec. 2 sec. steunzwaai 3x, 3 e voorzwaai hoeksteun 2 sec. 2 sec. Niveau 11: Handen niet naast heupen Geen streksteun tussen traject II en III II streksteun 2 sec. gevolgd door vluchtige hurksteun Zelfstandig via voor- of achterover duikelen komen tot vouwhang streksteun 2 sec. gevolgd door hurksteun 2 sec. Zelfstandig via voor- of achterover duikelen komen tot vouwhang Niveau 11+: Handen niet naast heupen Geen streksteun tussen traject II en III Niveau 11: Gehoekte heupen (per keer) Niveau 11+: Gehoekte heupen Pinken niet naar binnen gedraaid (per keer) (per keer) III 2x omgekeerde hang 2x basis zwaai Niveau 11: Duimen niet naar buiten gedraaid (per keer) IV 2x (traject V 11 basis) of 3x (traject V 11+) achterzwaai 2 sec. 2x (traject V 11 basis) of 3x (traject V 11+) achterzwaai voeten op hoofdhoogte Niveau 11+: Duimen niet naar buiten gedraaid 2 de + 3 de achterzwaai bepaalt inschaling basis/+ Niveau 11: Hoofd in de nek Te vroeg loslaten (per keer) V 2 e voorzwaai of omgekeerde hang (traject III) komen tot vouwhang, ruglingse hang 2 sec. neerspringen hurksalto a.o. Niveau 11+: Geen duidelijke stijging Te laat loslaten 125

9 126

10 10-10 basis 10 + I Streksteun (2sec) en hoeksteun (2sec) 3x steunzwaai, 3 de voorzwaai hoeksteun (2sec) 5x steunzwaai, 5 de voorzwaai hoeksteun (2sec) II Streksteun (2sec) en vluchtige hurksteun Streksteun (2sec) en hurksteun (2sec) Streksteun (2sec) en hoeksteun (2sec) III 2x omgekeerde hang 2x basiszwaai 2x zwaai met vastgezette arm-romp hoek IV 2x achterzwaai 2x achterzwaai met voeten op hoofdhoogte 2x achterzwaai met voeten op ringhoogte V Ruglingse hang neerspringen Achterzwaai hurksalto (aw) Achterzwaai spreidsalto (aw) 127

11 Traject I Niveau 10- : streksteun (2sec.) hoeksteun (2 sec.) o Afwijking > 45 Niveau 10 : steunzwaai 3x, 3e voorzwaai hoeksteun (2 sec.) o Streksteunzwaai zonder gestrekt lichaam o Leunen met de armen tegen de kabels tijdens de streksteunzwaai o Hoeksteun Afwijking > 45 o Naar binnen gedraaide ringen o Hoeksteun > 1 sec < 2 sec o Hoeksteun < 1sec Niveau 10+ : steunzwaai 5x, 5e voorzwaai hoeksteun (2 sec.) o Zie specifieke aftrekken niveau 10 Traject II Niveau 10- : streksteun (2 sec.) + vluchtige hurksteun o Leunen met de armen tegen de kabels Niveau 10 : streksteun (2 sec.) + hurksteun (2 sec.) o Leunen met de armen tegen de kabels o hurksteun > 1 sec < 2 sec o Hurksteun <1 sec Niveau 10+ : streksteun (2 sec.) + hoeksteun (2 sec.) o Leunen met de armen tegen de kabels o hurksteun > 1 sec < 2 sec o Hurksteun <1 sec o Hoeksteun Afwijking > 45 Traject III Niveau 10- : omgekeerde hang 2x o Geen specifieke aftrekken Halve waarde Halve waarde Halve waarde Waarde 10- Halve waarde Halve waarde Niveau 10 : basis zwaai 2x o Geen specifieke aftrekken Niveau 10+ : zwaai met vastgezette arm-romp hoek 2x o Voeten moeten in de voorzwaai wijzen naar het ophangpunt met gestrekte heupen o Voeten wijzen naar voren ipv naar ophangpunt (per zwaai) o Heuphoek (per zwaai) Traject IV Niveau 10- : achterzwaai 2x o Sluiten van de schouderhoek Niveau 10 : achterzwaai voeten hoofdhoogte 2x o Sluiten van de schouderhoek Niveau 10+ : achterzwaai voeten op ringhoogte 2x o Sluiten van de schouderhoek Traject V Niveau 10- : ruglingse hang neerspringen o Geen specifieke aftrekken Niveau 10 : Achterzwaai hurksalto (aw.) o Geen specifieke aftrekken Niveau 10+ : Achterzwaai spreidsalto (aw.) o Geen specifieke aftrekke 128

12 9-9 basis 9 + I 3x steunzwaai, 3 de voorzwaai hoeksteun (2sec) 5x steunzwaai, 5 de voorzwaai hoeksteun (2sec) 5x steunzwaai, 5 de achterzwaai spreidhoeksteun (2sec) II Streksteun (2sec) en hurksteun (2sec) Streksteun (2sec) en hoeksteun (2sec) streksteun (2 sec), hoeksteun (2 sec) heffen naar spreidhoeksteun (2 sec) heffen naar streksteun (2 sec) III 2x basiszwaai 2x zwaai met vastgezette arm-romp hoek 2x zwaai openen tot horizontaal IV 2x achterzwaai met voeten op hoofdhoogte 2x achterzwaai met voeten op ringhoogte 2x achterzwaai heupen op ringhoogte V Achterzwaai hurksalto (aw) Achterzwaai spreidsalto (aw) Achterzwaai hurksalto (aw) HEUPEN op/boven ringhoogte OF hurksalto (vw) 129

13 Traject I Niveau 9- : steunzwaai 3x, 3e voorzwaai hoeksteun (2 sec.) o Streksteunzwaai zonder gestrekt lichaam o Leunen met de armen tegen de kabels tijdens de streksteunzwaai o Hoeksteun Afwijking > 45 o Naar binnen gedraaide ringen o Hoeksteun > 1 sec < 2 sec o Hoeksteun < 1sec Halve waarde Halve waarde Niveau 9 : steunzwaai 5x, 5e voorzwaai hoeksteun (2 sec.) o Zie specifieke aftrekken niveau 9- Niveau 9+ : steunzwaai 5x, 5e achterzwaai spreidhoeksteun (2 sec.) o Zie specifieke aftrekken niveau 9- Traject II Niveau 9- : streksteun (2 sec.) + hurksteun (2 sec.) o Leunen met de armen tegen de kabels o hurksteun > 1 sec < 2 sec o Hurksteun <1 sec Niveau 9 : streksteun (2 sec.) + hoeksteun (2 sec.) o Leunen met de armen tegen de kabels o hurksteun > 1 sec < 2 sec o Hurksteun <1 sec o Hoeksteun Afwijking > 45 Niveau 9+ : streksteun (2 sec.) + hoeksteun (2 sec.) heffen naar spreidhoeksteun (2 sec.) heffen naar streksteun (2 sec.) o Zie specifieke aftrekken niveau 9, plus o Geen duidelijke verhoging van de heupen (boven de schouder hoogte) Traject III Niveau 9- : basis zwaai 2x o Lichaam niet gestrekt Niveau 9 : zwaai met vastgezette arm-romp hoek 2x o Voeten moeten in de voorzwaai wijzen naar het ophangpunt met gestrekte heupen o Voeten wijzen naar voren ipv naar ophangpunt (per zwaai) o Heuphoek (per zwaai) Niveau 9+ : zwaai openen tot horizontaal 2x o Zie specifieke aftrek niveau 9 Traject IV Niveau 9- : achterzwaai voeten hoofdhoogte 2x o Sluiten van de schouderhoek Niveau 9 : achterzwaai voeten op ringhoogte 2x o Sluiten van de schouderhoek Niveau 9+ : achterzwaai heupen op ringhoogte 2x o Sluiten van de schouderhoek Traject V Niveau 9- : Achterzwaai hurksalto (aw.) o Geen specifieke aftrekken Waarde 10- Halve waarde Halve waarde Niveau 9 : Achterzwaai spreidsalto (aw.) o Geen specifieke aftrekken Niveau 9+ : Achterzwaai hurksalto (aw.) HEUPEN op/boven ringhoogte of hurksalto (vw.) o Geen specifieke aftrekken 130

14 8-8 basis 8 + I 5x steunzwaai, 5 de voorzwaai hoeksteun (2sec) 5x steunzwaai, 5 de achterzwaai spreidhoeksteun (2sec) komen tot vouwhang, achterzwaai, stutrol 5x steunzwaai, 5 de achterzwaai spreidhoeksteun (2 sec) II Streksteun (2sec) en hoeksteun (2sec) streksteun (2 sec), hoeksteun (2 sec) heffen naar spreidhoeksteun (2 sec) heffen naar streksteun (2 sec) streksteun (2 sec), hoeksteun (2 sec) heffen met gespreide benen naar handstand III 2x zwaai met vastgezette arm-romp hoek 2x zwaai openen tot horizontaal Disloque uit zwaai IV 2x achterzwaai met voeten op ringhoogte 2x achterzwaai heupen op ringhoogte Gestrekte inloque uit zwaai V Achterzwaai spreidsalto (aw) Achterzwaai hurksalto (aw) HEUPEN op/boven ringhoogte OF hurksalto (vw) Achterzwaai streksalto (aw) HEUPEN op ringhoogte OF hurksalto (vw) HEUPEN op / boven ringhoogte 131

15 Traject I Niveau 8- : steunzwaai 5x, 5e voorzwaai hoeksteun (2 sec.) o Streksteunzwaai zonder gestrekt lichaam o Leunen met de armen tegen de kabels tijdens de streksteunzwaai o Hoeksteun Afwijking > 45 o Naar binnen gedraaide ringen o Hoeksteun > 1 sec < 2 sec o Hoeksteun < 1sec Halve waarde Halve waarde Niveau 8 : steunzwaai 5x, 5e achterzwaai spreidhoeksteun (2 sec.) o Zie specifieke aftrekken niveau 8- Niveau 8+ : komen tot vouwhang, achterzwaai, stutrol, steunzwaai 5x, 5e achterzwaai spreidhoeksteun (2 sec.) o Zie specifieke aftrekken niveau 8- Traject II Niveau 8- : streksteun (2 sec.) + hoeksteun (2 sec.) o Leunen met de armen tegen de kabels o hurksteun > 1 sec < 2 sec o Hurksteun <1 sec o Hoeksteun Afwijking > 45 Niveau 8 : streksteun (2 sec.) + hoeksteun (2 sec.) heffen naar spreidhoeksteun (2 sec.) heffen naar streksteun (2 sec.) o Zie specifieke aftrekken niveau 8-, plus o Geen duidelijke verhoging van de heupen (boven de schouder hoogte) Niveau 8+ : streksteun (2 sec.) + hoeksteun (2 sec.) heffen met gespreide benen naar handstand o Zie specifieke aftrekken niveau 8- Traject III Niveau 8- : zwaai met vastgezette arm-romp hoek 2x o Voeten moeten in de voorzwaai wijzen naar het ophangpunt met gestrekte heupen o Voeten wijzen naar voren ipv naar ophangpunt (per zwaai) o Heuphoek (per zwaai) Halve waarde Halve waarde Niveau 8 : zwaai openen tot horizontaal 2x o Zie specifieke aftrek niveau 8- Niveau 8+ : disloque uit zwaai o Geen specifieke aftrekken Traject IV Niveau 8- : achterzwaai voeten op ringhoogte 2x o Sluiten van de schouderhoek Niveau 8 : achterzwaai heupen op ringhoogte 2x o Sluiten van de schouderhoek Niveau 8+ : gestrekte inloque uit zwaai o Heuphoek in de inloque Traject V Niveau 8- : Achterzwaai spreidsalto (aw.) o Geen specifieke aftrekken Niveau 8 : Achterzwaai hurksalto (aw.) HEUPEN op/boven ringhoogte of hurksalto (vw.) o Geen specifieke aftrekken Niveau 8+ : Achterzwaai streksalto (aw.) HEUPEN op ringhoogte of hurksalto (vw.) HEUPEN op of boven ring hoogte o Geen specifieke aftrekken 132

16 7-7 basis 7 + I 5x steunzwaai, 5 de achterzwaai spreidhoeksteun (2sec) komen tot vouwhang, achterzwaai, stutrol 5x steunzwaai, 5 de achterzwaai spreidhoeksteun (2 sec) komen tot vouwhang, achterzwaai, stutrol hoeksteun (2 sec) heffen tot gehurkte bovenbalans (2 sec) II streksteun (2 sec), hoeksteun (2 sec) heffen naar spreidhoeksteun (2 sec) heffen naar streksteun (2 sec) streksteun (2 sec), hoeksteun (2 sec) heffen met gespreide benen naar handstand streksteun (2 sec), hoeksteun (2 sec) heffen met gespreide benen naar handstand (2sec) III 2x zwaai openen tot horizontaal disloque uit zwaai 2x disloque uit zwaai met lichte stijging schouders IV 2x achterzwaai heupen op ringhoogte Gestrekte inloque uit zwaai 2 x gestrekte inloque uit zwaai met lichte stijging schouders V Achterzwaai hurksalto (aw) HEUPEN op/boven ringhoogte OF hurksalto (vw) Achterzwaai streksalto (aw) HEUPEN op ringhoogte OF hurksalto (vw) HEUPEN op / boven ringhoogte Achterzwaai streksalto (aw) HEUPEN boven ringhoogte OF streksalto (vw) HEUPEN op / boven ringhoogte 133

17 Traject I Niveau 7- : steunzwaai 5x, 5e achterzwaai spreidhoeksteun (2 sec.) o Streksteunzwaai zonder gestrekt lichaam o Leunen met de armen tegen de kabels tijdens de streksteunzwaai o Hoeksteun Afwijking > 45 o Naar binnen gedraaide ringen o Hoeksteun > 1 sec < 2 sec o Hoeksteun < 1sec Niveau 7 : komen tot vouwhang, achterzwaai, stutrol, steunzwaai 5x, 5e achterzwaai spreidhoeksteun (2 sec.) o Zie specifieke aftrekken niveau 7- Niveau 7+: komen tot vouwhang, achterzwaai, stutrol, hoeksteun (2 sec.) heffen tot gehurkte bovenbalans (2 sec.) o Zie specifieke aftrekken niveau 7- plus o Leunen met de armen tegen de kabels tijdens de bovenbalans o Geen duidelijke verhoging van de heupen (boven de schouder hoogte) o Bovenbalans > 1 sec < 2 sec o Bovenbalans < 1sec Traject II Niveau 7- : streksteun (2 sec.) + hoeksteun (2 sec.) heffen naar spreidhoeksteun (2 sec.) heffen naar streksteun (2 sec.) o Leunen met de armen tegen de kabels o hurksteun > 1 sec < 2 sec o Hurksteun <1 sec o Hoeksteun Afwijking > 45 o Geen duidelijke verhoging van de heupen (boven de schouder hoogte) Niveau 7 : streksteun (2 sec.) + hoeksteun (2 sec.) heffen met gespreide benen naar handstand o Zie specifieke aftrekken niveau 7-, Niveau 7+ : streksteun (2 sec.) + hoeksteun (2 sec.) heffen met gespreide benen naar handstand (2 sec) o Zie specifieke aftrekken niveau 7-,plus o Handstand > 1 sec < 2 sec o Handstand < 1sec Traject III Niveau 7- : zwaai openen tot horizontaal 2x o Sluiten van de schouderhoek Niveau 7 : disloque uit zwaai 1x o Geen specifieke aftrekken Niveau 7+: disloque uit zwaai 2x met lichte stijging schouders o Geen specifieke aftrekken Traject IV Niveau 7- : achterzwaai heupen op ringhoogte 2x o Lichaam niet gestrekt Niveau 7 : gestrekte inloque uitzwaai 1x o Heuphoek in de inloque Niveau 7+ : gestrekte inloque uit zwaai 2x met lichte stijging schouders o Heuphoek in de inloque Halve waarde Halve waarde Halve waarde Halve waarde Traject V Niveau 7- : Achterzwaai hurksalto (aw.) HEUPEN op/boven ringhoogte of hurksalto (vw.) o Geen specifieke aftrekken Niveau 7 : Achterzwaai streksalto (aw.) HEUPEN op ringhoogte of hurksalto (vw.) HEUPEN op of boven ring hoogte o Geen specifieke aftrekken Niveau 7+ : Achterzwaai streksalto (aw.) HEUPEN boven ringhoogte of streksalto (vw.) HEUPEN op of boven ring hoogte o Bij hurksalto of hoek terug naar min 134

18 6-6 basis 6 + I komen tot vouwhang, achterzwaai, stutrol 5x steunzwaai, 5 de achterzwaai spreidhoeksteun (2 sec) komen tot vouwhang, achterzwaai, stutrol hoeksteun (2 sec) heffen tot gehurkte bovenbalans (2 sec) vouwhang, achterzwaai, stutrol tot hoeksteun (2 sec) vouwhang, achterzwaai, stutrol tot hoeksteun (2 sec) II streksteun (2 sec), hoeksteun (2 sec) heffen met gespreide benen naar handstand streksteun (2 sec), hoeksteun (2 sec) heffen met gespreide benen naar handstand (2sec) streksteun (2 sec), hoeksteun (2 sec) heffen met gespreide benen naar handstand (4sec) III disloque uit zwaai 2x disloque uit zwaai met lichte stijging schouders 2x disloque uit zwaai in 2 de disloque schouders op / boven ringhoogte IV Gestrekte inloque uit zwaai 2 x gestrekte inloque uit zwaai met lichte stijging schouders 2x gestrekte inloque uit zwaai in 2 de inloque schouders op / boven ringhoogte V Achterzwaai streksalto (aw) HEUPEN op ringhoogte OF hurksalto (vw) HEUPEN op / boven ringhoogte Achterzwaai streksalto (aw) HEUPEN boven ringhoogte OF streksalto (vw) HEUPEN op / boven ringhoogte Achterzwaai dubbel salto (aw) OF streksalto ½ draai (vw) 135

19 Traject I Niveau 6- : komen tot vouwhang, achterzwaai, stutrol, steunzwaai 5x, 5e achterzwaai spreidhoeksteun (2 sec.) o Streksteunzwaai zonder gestrekt lichaam o Leunen met de armen tegen de kabels tijdens de streksteunzwaai o Hoeksteun Afwijking > 45 o Naar binnen gedraaide ringen o Hoeksteun > 1 sec < 2 sec o Hoeksteun < 1sec Niveau 6: komen tot vouwhang, achterzwaai, stutrol, hoeksteun (2 sec.) heffen tot gehurkte bovenbalans (2 sec.) o Zie specifieke aftrekken niveau 6- plus o Leunen met de armen tegen de kabels tijdens de bovenbalans o Geen duidelijke verhoging van de heupen (boven de schouder hoogte) o Bovenbalans > 1 sec < 2 sec o Bovenbalans < 1sec Niveau 6+ : vouwhang, achterzwaai, stutrol tot hoeksteun (2 sec), heffen tot gespreide boven balans (2 sec) o Zie specifieke aftrekken niveau 6, plus o Bovenbalans Afwijking heupen > 45 Traject II Niveau 6- : streksteun (2 sec.) + hoeksteun (2 sec.) heffen met gespreide benen naar handstand o Leunen met de armen tegen de kabels o hurksteun > 1 sec < 2 sec o Hurksteun <1 sec o Hoeksteun Afwijking > 45 Niveau 6 : streksteun (2 sec.) + hoeksteun (2 sec.) heffen met gespreide benen naar handstand (2 sec) o Zie specifieke aftrekken niveau 6-,plus o Handstand > 1 sec < 2 sec o Handstand < 1sec Niveau 6+ :streksteun (2 sec.) + hoeksteun (2 sec.) heffen met gespreide benen naar handstand (4 sec), o Zie specifieke aftrekken niveau 6-,plus o Handstand > 3 sec < 4 sec o Handstand < 3 sec Traject III Niveau 6- : disloque uit zwaai 1x o Geen specifieke aftrekken Niveau 6: disloque uitzwaai 2x met lichte stijging schouders o Geen specifieke aftrekken Niveau 6+ : disloque uit zwaai 2x schouders 2e disloque op / boven ringhoogte o Geen specifieke aftrekken Traject IV Niveau 6- : gestrekte inloque uit zwaai 1x o Heuphoek in de inloque Niveau 6 : gestrekte inloque uit zwaai 2x met lichte stijging schouders o Heuphoek in de inloque Niveau 6+ : gestrekte inloque uit zwaai 2x schouders 2e inloque op of boven ringhoogte o Heuphoek in de inloque Traject V Niveau 6-: Achterzwaai streksalto (aw.) HEUPEN op ringhoogte of hurksalto (vw.) HEUPEN op of boven ring hoogte o Geen specifieke aftrekken Niveau 6 : Achterzwaai streksalto (aw.) HEUPEN boven ringhoogte of streksalto (vw.) HEUPEN op of boven ring hoogte o Bij hurksalto of hoek terug naar min Niveau 6+ : Achterzwaai Dubbel salto ao of Streksalto vo ½ draai o Geen specifieke aftrekken Halve waarde Halve waarde Halve waarde Halve waarde Halve waarde Waarde lager 136

20 I II III IV V ta 1. Honma gehurkt 1. Steunzwaai naar handenstand met gebogen armen 1. Disloque direct door tot plank voor 1. Schouderstand 1. Salto achterover gehurkt (ook met draai) ta 2. Stutrol gehurkt 2. vanuit steunzwaai naar bovenbalans met gespreide benen 2. Gelijkhandig opzetten tot steun 2. Salto voorover gehurkt (ook met draai) ta 3. Plank voor met gespreide benen ta 4. vanuit ruglingse (2sec) langzaam terugkomen tot vouwhang verboden voor junioren 137

21 A = 0,10 B = 0,20 C = 0,30 D = 0,40 E = 0,50 F = 0,60 ELEMENTGROEP I : Kip- en zwaaielementen 1. Vooropzet tot steun 2. Vooropzet tot hoeksteun (2s.) Uit steun in de achterzwaai rol voorover tot hang 8. #1 met rol voorover tot hang (Chechi) Uit hang stut met de schouders boven de ringen (Nakayama) 14. Li Ning met rol voorover tot hang (Csollány) Uit hang achteroverdraaien tot hang ruglings en vooropzet tot steun (Li Ning) 21. Uit steun achteroverdraaien tot hang ruglings en vooropzet tot steun (Li Ning 2) verboden voor junioren 138

22 A = 0,10 B = 0,20 C = 0,30 D = 0,40 E = 0,50 F = 0,60 ELEMENTGROEP I : Kip- en zwaaielementen 25. Stut tot steun 26. Stut met gestrekte armen door de handstand 27. Dubbelstut gehurkt tot hang (Guzcoghy) 28. Guzcoghy gehoekt tot hang 29. Guzcoghy gestrekt tot hang (O Neill) Dislocque gehoekt of gestrekt 32. Stut tot steun met gespreid met de benen op de kabels (2s.) (Deltchev) 33. Guzcoghy gehurkt uit of tot Li Ning hang 34. Guzcoghy gehoekt tot Li Ning hang 35. Guzcoghy gestrekt tot Li Ning hang Achteropzet tot steun 38. Achteropzet gehoekt of gestrekt door de handstand Inlocque gehoekt of gestrekt 44. Salto voorwaarts gehoekt tot steun of hoeksteun (2s) (Honma) 45. Honma gestrekt verboden voor junioren 139

23 A = 0,10 B = 0,20 C = 0,30 D = 0,40 E = 0,50 F = 0,60 ELEMENTGROEP I : Kip- en zwaaielementen 49. Uit hang langzaam inkogelen Dubbele rol voorwaarts gehurkt tot hang (Yamawaki) 52. Dubbele rol voorwaarts gehoekt of gestrekt tot hang (Jonasson) Kip tot steun 56. Kip tot hoeksteun (2s.) Kruiskip tot steun 62. Kruiskip met gestrekte armen tot steun Uit steun in de voorzwaai dalen tot hang 68. Achteropzet tot spreidhoeksteun (2s) 69. In steun, achterzwaai salto voorwaarts gehurkt of gehoekt tot steun verboden voor junioren 140

24 A = 0,10 B = 0,20 C = 0,30 D = 0,40 E = 0,50 F = 0,60 ELEMENTGROEP I : Kip- en zwaaielementen 73. Stut rugwaarts gehoekt of gestrekt tot steun NTS Heren v verboden voor junioren 141

25 A = 0,10 B = 0,20 C = 0,30 D = 0,40 E = 0,50 F = 0,60 ELEMENTGROEP II : Zwaaien tot handstand Kruiskip of rol rugwaarts tot handstand (2s.) Stut of reuzendraai met gestrekte armen tot handstand (2s.) NTS Heren v Achteropzet of reuzendraai met gestrekte armen tot handstand (2s.) In steun zwaai tot handstand (2s.) 15. Honma gevolgd door zwaai tot handstand (2s.) 16. Honma gestrekt gevolgd door zwaai tot handstand (2s.) verboden voor junioren 142

26 A = 0,10 B = 0,20 C = 0,30 D = 0,40 E = 0,50 F = 0,60 ELEMENTGROEP III : Zwaaien tot krachthoudingen (geen hoeksteun) (2 sec.) Vooropzet tot breedtehang of gehoekte breedtehang (2s.) Vooropzet tot omgekeerde zwaluw (2s.) (Rodrigues) Vooropzet tot Spitzwinkelstutz (2s.) 10. Li Ning 2 tot breedtehang of gehoekte breedtehang (2s.) 11. Li-ning tot Spitzwinkelstutz breedtehang (2s) (Tsukahara) Li Ning tot breedtehang of gehoekte breedtehang (2s.) 16. Achteropzet tot Spitzwinkelstutz breedtehang (2s) (Kato) Stut tot gespreide bovenbalans (2s.) 22. Stut tot bovenbalans (2s.) 23. Stut tot zwaluw (2s.) 24. verboden voor junioren 143

27 A = 0,10 B = 0,20 C = 0,30 D = 0,40 E = 0,50 F = 0,60 ELEMENTGROEP III : Zwaaien tot krachthoudingen (geen hoeksteun) (2 sec.) Stut tot breedtehang of gehoekte breedtehang (2s.) 28. Stut met gestrekte armen tot omgekeerde breedtehang (2s.) Achteropzet tot gespreide bovenbalans (2s.) 34. Achteropzet tot bovenbalans (2s.) 35. Achteropzet tot zwaluw (2s.) Achteropzet tot breedtehang of gehoekte breedtehang (2s.) 40. salto vw tot breedtehang of gehoekte breedtehang (2s.) Kip tot breedtehang of gehoekte breedtehang (2s.) 46. Uit steun salto voorwaarts gehoekt tot breedtehang of gehoekte breedtehang (2s.) verboden voor junioren 144

28 A = 0,10 B = 0,20 C = 0,30 D = 0,40 E = 0,50 F = 0,60 ELEMENTGROEP III : Zwaaien tot krachthoudingen (geen hoeksteun) (2 sec.) Kip tot Spitzwinkelstutz (2s.) 52. Achteropzet tot omgekeerde breedtehang (2s.) Kip tot omgekeerde zwaluw (2s.) Kruiskip tot gespreide bovenbalans (2s.) 58. Kruiskip tot bovenbalans (2s.) 59. Kruiskip tot zwaluw (2s.) Kruiskip tot breedtehang of gehoekte breedtehang (2s.) 64. Kruiskip tot omgekeerde breedtehang (2s.) Kip tot spitzwinkelstutz breedtehang (2s.) (Molinari) verboden voor junioren 145

29 A = 0,10 B = 0,20 C = 0,30 D = 0,40 E = 0,50 F = 0,60 ELEMENTGROEP III : Zwaaien tot krachthoudingen (geen hoeksteun) (2 sec.) Stut rugwaarts tot bovenbalans (2s.) verboden voor junioren 146

30 A = 0,10 B = 0,20 C = 0,30 D = 0,40 E = 0,50 F = 0,60 ELEMENTGROEP IV : Kracht- en houdingselementen 1. Hoeksteun (2s.) of spreidhoeksteun (2s.) NTS Heren v Spitzwinkelstutz (2s.) 3. Omgekeerde breedtehang (2s.) 4. Vanuit omgekeerde breedtehang opduwen naar handstand (2s.) Plank achter (2s.) 8. Gespreide bovenbalans (2s.) 9. Bovenbalans (2s.) 10. Zwaluw (2s.) 11. Omgekeerde zwaluw (2s.) (Hirondelle) Plank voor (2s.) 14. Alle breedtehangen (2s.) 15. Spitzwinkelstutz breedtehang (2s ) verboden voor junioren 147

31 A = 0,10 B = 0,20 C = 0,30 D = 0,40 E = 0,50 F = 0,60 ELEMENTGROEP IV : Kracht- en houdingselementen 25. Handstand (2s.) heffen met gebogen heupen en gebogen armen (2s.) Ook gespreid. 26. Met gestrekte heupen en gebogen armen of met gestrekte armen en gebogen heupen of uit gespreide bovenbalans heffen tot hdst (2s.) Ook gespreid. 27. Met gestrekte heupen en gestrekte armen of uit bovenbalans heffen tot handstand (2s.) NTS Heren v Uit zwaluw met gestrekte heupen en gestrekte armen heffen tot handstand (2s.) Uit steun rol voorwaarts gehoekt tot steun (2s.) 32. Uit steun rol voorwaarts gestrekt tot steun (2s.) 33. Uit steun rol voorwaarts gestrekt tot handstand (2s.) 34. Uit steun rol vw met gestrekte armen en lichaam tot omgekeerde breedtehang.(2s) 35. Langzaam achterover draaien tot spitwinkelstutz breedtehang (2s.) (Tay) rol achterwaarts met gestrekte armen en gestrekt lichaam tot hoeksteun (2s.) 39. Uit steun rol voorwaarts gestrekt met gestrekte armen tot breedtehang of gehoekte breedtehang (2s.) 40. Uit hang door plank voor komen tot kruishang (2s.) (Pineda) 41. Uit hang via plank voor komen tot zwaluw (2s.) (Bhavsar). 42. via plank achteropduwen via breedtehang tot omgekeerde zwaluw (2s) (Zahran) Uit hang langzaam achter overdraaien met gestrekte armen en gestrekt lichaam tot bovenbalans (2s.) (Yan Mijayoung) 48. Uit hang langzaam achter overdraaien met gestrekte armen en gestrekt lichaam tot zwaluw (2s.) verboden voor junioren 148

32 A = 0,10 B = 0,20 C = 0,30 D = 0,40 E = 0,50 F = 0,60 ELEMENTGROEP IV : Kracht- en houdingselementen Gelijkhandige opzet met gebogen armen tot plank achter (2s.) 51. Gelijkhandige opzet met gestrekte armen tot plank achter (2s.) Uit hang langzaam gestrekt achterover draaien tot breedtehang of gehoekte breedtehang (2s.) (Azarian) 53. Gelijkhandige opzet met gestrekte armen tot zwaluw (2s.) of bovenbalans (2s) (Balandin 1) Uit breedtehang of gehoekte breedtehang vooroverdraaien tot plank achter (2s.) 57. Gelijkhandige opzet met gestrekte armen tot steun 58. Uit plank achter achterover draaien tot breedtehang of gehoekte breedtehang (2s.) (Nakayama) 59. Gelijkhandige opzet met gestrekte armen tot omgekeerde breedtehang (2s.) (Balandin 2) 60. Vanuit plank achter opduwen met gestrekte armen en lichaam naar omgekeerde breedtehang (2s.) (Carmona) Uit handstand dalen tot plank achter (2s.) 63. Uit steun dalen met gestrekte armen tot hang en weer terug tot breedtehang (2s.) (Li Xiaoshuang) 64. Uit hang met gestrekte armen komen tot kruishang of gehoekte kruishang (2s.) 65. Uit bovenbalans dalen tot plank achter en heffen tot zwaluw of uit zwaluw dalen naar plank en heffen tot bovenbalans (2s.) (van Gelder) Uit handstand via omgekeerde breedtehang dalen tot omgekeerde hang Uit zwaluw heffen tot bovenbalans (2s.) 71. Uit zwaluw dalen tot plank achter en heffen tot zwaluw (2s.) 72. Uit plank achter heffen tot zwaluw (2s.) of tot bovenbalans (2s) (Zanetti) verboden voor junioren 149

33 A = 0,10 B = 0,20 C = 0,30 D = 0,40 E = 0,50 F = 0,60 ELEMENTGROEP IV : Kracht- en houdingselementen Uit hoeksteun heffen tot omgekeerde breedtehang (2s.) Uit gehoekte breedtehang heffen tot omgekeerde breedtehang (2s.) 77. Uit breedtehang heffen met gestrekt lichaam tot omgekeerde breedtehang (2s.) Uit breedtehang of gehoekte breedtehang heffen tot hoeksteun (2s.) 82. Uit bovenbalans heffen tot omgekeerde breedtehang (2s.) 83. Uit zwaluw heffen tot omgekeerde breedtehang (2s.) Uit breedtehang of gehoekte breedtehang heffen tot bovenbalans (2s.) 89. Uit breedtehang of gehoekte breedtehang heffen tot zwaluw (2s.) Uit omgekeerde breedtehang langzaam dalen naar omgekeerde hang en langzame stut tot breedtehang (2s.) (Vorobiov) 95. Uit omgekeerde breedtehang langzaam dalen tot omgekeerde hang en heffen tot zwaluw (2s.) (Jovtchev) 96. verboden voor junioren 150

34 A = 0,10 B = 0,20 C = 0,30 D = 0,40 E = 0,50 F = 0,60 ELEMENTGROEP V : Afsprongen 1. Salto voorwaarts gehoekt of gestrekt 2. Salto voorwaarts gehoekt of gestrekt met ½ draai 3. Salto voorwaarts gehoekt of gestrekt met 1/1 of 3/2 draai NTS Heren v Salto voorwaarts gehoekt of gestrekt met 2/1 draai Dubbelsalto voorwaarts gehurkt, ook met ½ draai 10. Dubbelsalto voorwaarts gehurkt met 3/2 draai (Fischer) Dubbelsalto voorwaarts gehoekt, ook met ½ draai (Balabanov) 17. Dubbelsalto voorwaarts gehoekt met 3/2 draai Achteropzet en salto rugwaarts gehurkt (Köste) 20. Achteropzet en salto rugwaarts gehoekt of gestrekt 21. Achteropzet en salto rugwaarts gestrekt met 1/1 draai verboden voor junioren 151

35 A = 0,10 B = 0,20 C = 0,30 D = 0,40 E = 0,50 F = 0,60 ELEMENTGROEP V : Afsprongen 25. Salto rugwaarts gehoekt of gestrekt 26. Salto rugwaarts gestrekt met ½ of 1/1 draai 27. Salto rugwaarts gestrekt met 3/2 of 2/1 draai NTS Heren v Salto rugwaarts gestrekt met 3/1 draai Dubbelsalto rugwaarts gehurkt of gehoekt 33. Dubbelsalto rugwaarts gestrekt Drievoudige salto rugwaarts gehurkt Dubbelsalto rugwaarts gehurkt, gehoekt, gestrekt-gehoekt of gehoekt-gestrekt met 1/1 draai 40. Dubbelsalto rugwaarts gehurkt met 3/2 draai 41. Dubbelsalto rugwaarts gehurkt met 2/1 draai Salto rugwaarts gestrekt met 1/1 draai en salto gehurkt 46. Dubbelsalto rugwaarts gestrekt met ½ of 1/1 draai dubbelsalto gestrekt met 2/1 draai verboden voor junioren 152

36 verboden voor junioren 153

37 Sectie 13 Sprong Hoogte: 135 cm gemeten vanaf de vloer Artikel 13.1 Beschrijving van een oefening op sprong De turner moet een sprong laten zien, behalve tijdens de kwalificatie voor de sprongfinale en de sprongfinale zelf, waarin hij twee sprongen uit verschillende spronggroepen en met een verschillende tweede vluchtfase moet laten zien (bijvoorbeeld: verschillende richtingen voorwaarts/achterwaarts; verschillende houdingen gehurkt/gehoekt; eenvoudige salto s met minimaal ½ draai zijn anders dan twistsalto s met eenvoudige vluchtfase). Elke sprong begint met een aanloop en een afzet met twee voeten (met of zonder een arabier) van de springplank met de benen gesloten waarna een korte steunfase op het toestel volgt met één of twee handen. De sprong mag één of meervoudige draaien om de twee lichaamsassen bevatten. Na de eerste sprong loopt de turner zonder enige vertraging terug naar de beginpositie en na het signaal van de D1-jury laat de turner zijn tweede sprong zien. Artikel 13.2 Informatie over de uitvoering van de oefening 1. De turner moet elke sprong beginnen vanuit stilstand met de benen bij elkaar op maximaal 25 meter van het sprongtoestel gemeten vanaf voorkant van het sprongtoestel tot aan de binnenkant van het blok dat welke bevestigd aan het eind van de aanloopbaan. De sprong begint met de eerste stap of hup, maar de beoordeling van de oefening begint op het moment dat de voeten van de turner de springplank raken. De lengte van de aanloop moet gemarkeerd zijn op of langs de aanloopbaan. 2. De sprong eindigt met een landing achter het sprongtoestel in een staande positie met gesloten benen en met het gezicht van het sprongtoestel af of naar het toestel toe (voorwaarts of achterwaarts). 3. De turner moet alleen sprongen turnen die hij veilig, met een hoge esthetische waarde en technisch beheersing kan uitvoeren. De turner is verplicht het identificatienummer van de geplande sprong te laten zien voordat hij springt. 4. De turner mag alleen voorwaarts of achterwaarts met gesloten benen afzetten vanaf de plank. Het enige element dat geturnd mag worden voor de afzet op de springplank is een arabier. Voor dergelijke sprongen is een veiligheidskraag om de plank verplicht. Deze veiligheidskraag moet beschikbaar worden gesteld door de wedstrijdorganisatie. De turner mag bij deze sprongen tevens gebruik maken van een hulpmat voor de handen voor de plank. Hij mag alleen gebruik maken van een officiële hulpmat die beschikbaar is gesteld door de wedstrijdorganisatie. 5. Sprongen met salto s gedurende de eerste vluchtfase en sprongen met gespreide benen zijn niet opgenomen in de moeilijkheidstabellen en zijn niet toegestaan. 6. De turner moet duidelijk laten zien welke lichaamshouding (gehurkt, gehoekt of gestrekt) hij aanhoudt zodat er geen twijfels over mogelijk zijn. Lichaamshoudingsfouten worden bestraft door de E-jury en kunnen resulteren in het erkennen van een sprong met een lagere waarde door de D-jury. 154

38 7. Basis voor de beoordeling door de E-jury: a) Eerste vluchtfase, tot de steunfase met één of twee handen, b) Tweede vluchtfase, inclusief de afzet vanaf het sprongtoestel tot aan de landing in een staande positie. De turner moet een duidelijke stijging van het lichaam laten zien na de afzet van het sprongtoestel. c) Lichaamshouding in de korte steunfase op het sprongtoestel. d) met betrekking tot de afwijking van de as van het toestel. e) Technische uitvoeringsfouten gedurende de gehele sprong. f) De landing. 8. Regels voor de landing: a) De turner moet met beide voeten landen binnen het gemarkeerde gebied links en rechts van de centrale as van het toestel zoals weergegeven in de volgende tekening: Deze lijnen dienen duidelijk te zijn aangebracht op de landingsmat. Het stappen op de lijn, maar niet erover, is toegestaan. De mat waarop het gemarkeerde landingsgebied is aangebracht moet zodanig vastzitten dat het niet kan verschuiven tijdens de wedstrijd. b) Schroeven die gemaakt worden tijdens de sprong moeten uitgedraaid zijn voor de landing. Niet afgemaakte schroeven zullen bestraft worden met de daarvoor geldende aftrekken. Indien een schroef 90º of meer afwijkt resulteert dit in het niet erkennen van de sprong door de D-jury en in het erkennen van een sprong met een lagere moeilijkheidswaarde. 9. De turner moet in de tweede vluchtfase een duidelijke stijging van het lichaamszwaartepunt laten zien ten opzichte van het niveau van dit punt tijdens de steunfase. 10. Sprongen met salto gehoekt en gehurkt moeten een duidelijke strekking als voorbereiding op de landing laten zien. Een landing die niet goed is voorbereid wordt gezien als een technische fout, waarvoor normaal gesproken technische aftrek wordt toegepast en tevens leidt tot aftrek voor de landing. 11. Voor een volledige lijst van fouten en aftrekken betreffende de beoordeling van de oefening wordt verwezen naar hoofdstuk 9 en de opsomming van aftrekken in artikel 9.4 en Artikel 13.3 Informatie over de D Score 1. De turner moet één sprong laten zien in de kwalificatie, teamfinale en de allroundfinale. In de kwalificatie voor de sprongfinale en de sprongfinale moet de turner twee sprongen turnen. Deze sprongen moeten uit een verschillende spronggroep komen en mogen niet dezelfde tweede vluchtfase hebben. Groep I Overslagen en Yamashita sprongen Groep II Sprongen met een ¼ of ½ draai in de eerste vluchtfase (Tsukahara en Kasamatsu) Groep III Sprongen met een arabier voor de afzet en een achterwaartse 2 e vluchtfase Groep IV Sprongen met een arabier voor de afzet en een ½ draai in de 1 e vluchtfase en een voorwaartse 2 e vluchtfase Groep V Sprongen met een arabier voor de afzet en een ¾ of 1/1 draai in de 1 e vluchtfase en een achterwaartse 2 e vluchtfase 155

39 2. Elke sprong is opgenomen in een spronggroep in de moeilijkheidstabel en heeft daarbij een nummer en een waarde toegekend gekregen. De volgende principes zijn hierop van toepassing: c) Cuervo sprongen hebben dezelfde waarde als overslag salto sprongen met schroeven. d) Kasamatsu sprongen hebben dezelfde waarde als de gelijkwaardige Tsukahara sprongen. e) Yurchenko sprongen hebben dezelfde waarde als de gelijke Tsukahara of Kasamatsu sprongen. f) Indien niet anders is aangegeven hebben sprongen met een arabier voor de afzet en een ½ draai naar het sprongtoestel een waarde die 0,20 hoger is dan gelijke voorwaartse sprongen. g) Indien niet anders is aangegeven hebben sprongen met een arabier voor de afzet en een ¾ of 1/1 draai naar het sprongtoestel een waarde die 0,40 hoger is dan gelijke Tsukahara sprongen. h) Sprongen die met een éénhandige steun worden uitgevoerd worden gezien als identiek aan dezelfde sprong met tweehandige steun. 3. Elke sprong heeft een eigen moeilijkheidswaarde gekregen die gebaseerd is op de complexiteit van de sprong. 4. Voordat de sprong wordt uitgevoerd moet het correcte sprongnummer uit de waarderingsvoorschriften worden getoond aan de D-jury. Dit wordt gedaan door de turner of een assistent met behulp van het sprongbord. Fouten hierin worden niet bestraft. Voorbeeld: #319 De #3 staat voor de spronggroep en #19 geeft het sprongnummer binnen die spronggroep aan. 5. De turner moet een lichaamshouding (gehurkt, gehoekt of gestrekt) laten zien waarbij er geen discussie mogelijk is over wat deze was. Onduidelijke lichaamshoudingen kunnen resulteren in het niet erkennen van de sprong door de D-jury of als erkennen van een sprong met een lagere moeilijkheidswaarde (een definitie van de lichaamshoudingen zijn terug te vinden in paragraaf 13.1). De turner moet het sprongnummer tonen van de sprong die hij kan uitvoeren en niet van de sprong die hij hoopt te gaan maken. Deze waarschuwing geldt voornamelijk voor het erkennen van de gestrekte en gehoekte lichaamshoudingen. 6. De sprong is ongeldig (0,00 punten door de D-jury en de E-jury) wanneer: a) De aanloop is uitgevoerd en de turner de plank en/of het sprongtoestel aanraakt zonder een sprong uit te voeren. b) De sprong zo slecht is uitgevoerd dat de sprong niet kan worden herkend of dat de turner afzet vanaf het sprongtoestel met de voeten. c) De sprong wordt uitgevoerd zonder een steunfase. Bijvoorbeeld als geen enkele hand het toestel aanraakt. d) De turner niet eerst met zijn voeten landt. Dit betekend dat tenminste een voet contact met de landingsmat moet hebben gehad voordat een ander deel van het lichaam de mat raakt. e) De turner met opzet zijwaarts landt. f) De turner een ongeldige sprong uitvoert (gespreide benen, salto in de eerste vluchtfase of een niet toegestaan element voor de afzet). g) De eerste sprong herhaald wordt als tweede sprong tijdens de kwalificatie voor de sprongfinale of in de sprongfinale zelf. h) De turner geen veiligheidskraag gebruikt voor sprongen die een arabier bevatten voor de afzet (spronggroepen: III, IV en V). i) De hulpmat mag alleen gebruikt worden voor Yurchenko sprongen en is optioneel. De video opname wordt altijd bekeken door het D panel en de toestel supervisor als er een nul sprong is gemaakt. 156

40 De E juryleden voeren hun aftrekken in na elke sprong. Het D panel informeert hen als er een nul sprong is gemaakt en adviseert hen over de wijze om tot een nul E-score te komen. 7. In de kwalificatie (C I), teamfinale (C IV) en meerkamp (C II): - Moet er een sprong worden gemaakt - In de kwalificatie telt de eerste sprong voor het team en de meerkampscore. Om te kwalificeren (tijdens C I) en in de toestelfinale (C III), laat elke turner twee verschillende sprongen zien die uit verschillende spronggroepen komen en die elk een verschillende tweede vluchtfase hebben. Tijdens de kwalificatie voor (in wedstrijd C I) en in de toestelfinale (C III), de gemiddelde score van de twee sprongen bepaalt de eindscore voor de turner. 8. Extra aanlopen zijn toegestaan onder de volgende voorwaarden met een aftrek van 1,00 punt voor een extra aanloop (als de turner de plank of het sprongtoestel niet geraakt heeft) Als 1 sprong vereist is, is een tweede aanloop toegestaan met afrek. Een derde aanloop is niet toegestaan. Als 2 sprongen vereist zijn, is een derde aanloop toegestaan met aftrek. Een vierde aanloop is niet toegestaan. Artikel 13.4 Tabel met specifieke fouten en aftrekken voor de sprong D-jury Fout Klein 0,10 Middel 0,30 Groot 0,50 Het aanraken van de mat buiten het 0,10 punten neutrale aftrek landingsgebied met een voet of hand Het aanraken van de mat buiten het 0,30 punten neutrale aftrek landingsgebied met voeten, handen, een voet en een hand of met andere lichaamsdelen Direct landen buiten het 0,30 punten neutrale aftrek landingsgebied Een aanloop van meer dan 25 meter 0,50 punten neutrale aftrek Verboden of ongeldige sprong Een score van 0,00 voor de sprong Het niet gebruiken van de Een score van 0,00 voor de sprong veiligheidskraag rondom de springplank bij sprongen met een arabier voor de afzet. Het herhalen van de 1 e sprong Een score van 0,00 voor de sprong tijdens de kwalificatie voor of in de sprongfinale Het herhalen van de 1 e spronggroep 2,00 punten neutrale aftrek voor de tweede sprong tijdens de kwalificatie voor of in de sprongfinale Een identieke 2 e vluchtfase bij de 2,00 punten neurale aftrek voor de tweede sprong tweedesprong in de kwalificatie voor of in de sprongfinale Extra aanloop 1,00 punten neutrale aftrek 157