INDIVIDUEEL SPRINGEN ZWN

Transcriptie

1 INDIVIDUEEL SPRINGEN ZWN Dit reglement is compleet afgeleid van het landelijke reglement Tafelspringen Minimale hoogte bovenkant tafel, gemeten vanaf de vloer: a. Voor dames jeugd/heren jeugd 1.15 meter. a. Voor dames junioren/heren junioren 1.25 meter. b. Voor dames senioren 1.45 meter c. Voor heren senioren (vaste hoogte) 1.65 meter. Springtoestel Minimale hoogte bovenkant Pegasus, gemeten vanaf de vloer: a. Voor dames jeugd/heren jeugd 1.15 meter. b. Voor dames junioren/heren junioren 1.25 meter. c. Voor dames senioren 1.35 meter. d. Voor heren senioren (vaste hoogte) 1.65 meter. LET OP: Er mag alleen maar verhoogd worden in stappen van 10 cm. Als men verhoogd moeten alle 3 de sprongen op die hoogte uitgevoerd worden. Heren senioren hebben een vaste hoogte van 1.65mtr. Individueel reglement ZWN Augustus 2016 rev-1 Page 1

2 AFTREKKEN: Uitvoering Houdingsfouten, per springer Technische fouten, per springer Uit de richting van het toestel Het geven van een teken aan of praten met de springer, per keer Onvoldoende hoogte, per springer Onvoldoende kaats bij steunelementen, per springer Met een of meer sprongen buiten de verende vloer komen, per keer Aftrek 0,1 0,5 punt 0,1 0,5 punt 0,1 0,2 punt 0,1 0,1 Aanvulling uitvoeringsaftrek bij stabiele landing bij Individueel Kleine pas, stap of hup Grote pas, stap of hup Meerdere passen, stappen of huppen Diepe landing Val, individueel Aftrek 0,5 punt 1,0 punt Toegestaan verschil van de twee cijfers van de uitvoeringsjury bij individuele wedstrijden met uitzondering van een (air)tumbling wedstrijd Het verschil mag niet groter zijn dan: 0,2 punt bij 3,5 punt en mee. bij 2,6 tot 3,4 punt 0,5 punt bij 2,5 punt of minder Toegestaan verschil van de twee cijfers van de uitvoeringsjury bij individuele wedstrijden (air)tumbling Het verschil mag niet groter zijn dan: 0,2 punt bij 7,0 punt of meer bij 6,5 tot 6,9 punt 0,5 punt bij 6,4 punt of minder Individueel reglement ZWN Augustus 2016 rev-1 Page 2

3 Leeftijd Deelname aan wedstrijden is mogelijk in de volgende leeftijdscategorieën, dit is vastgelegd in het HHR: Dames jeugd 9 t/m 12 jaar ( ) Heren jeugd 9 t/m 12 jaar ( ) Dames junioren 13 t/m 15 jaar ( ) Heren junioren 13 t/m 15 jaar ( ) Dames senioren 16 jaar en ouder (2001 of eerder) Heren senioren 16 jaar en ouder (2001 of eerder) Voor Dubbele Minitramp gelden dezelfde leeftijdscategorieën: Technische regels voor alle onderdelen 1. Voor aanvang van de springwedstrijden is er gelegenheid in te springen. De deelnemers van een gevormde tijdsgroep mogen voor het optreden ± 2 minuten inspringen, welke buiten de beoordeling valt. Dit inspringen zal worden aangegeven door de algehele wedstrijdleiding en moet terstond worden beëindigd op zijn stopteken. 2. Voor het begin van het inspringen zal door de deelnemer vier sprongformulieren aan het hoofdjurylid moeten worden overhandigd met daarop de genoemde sprongen of sprongseries. 3. De deelnemer mag beginnen met zijn optreden, wanneer het hoofdjurylid duidelijk kenbaar maakt, dat de jury gereed is. Niveau en toestellen: Er kan gesprongen worden op 3 niveaus, n.l. A, B en C - niveau. Men mag op een wedstrijddag per toestel maar op 1 niveau uitkomen,m.a.w. men kan per toestel kiezen welk niveau men uitkomt. Voor deze niveaus zijn echter wel minimale en maximale waardes van toepassing. De toestellen die gesprongen kunnen worden zijn: Minitramp, MT Springtoestel, MT Tafel, Dubbele MT, Airtumbling. Individueel reglement ZWN Augustus 2016 rev-1 Page 3

4 Minimale en maximale waardes (Deze waardes zijn gelijk aan de landelijke waardes) Minimale moeilijkheidswaarde individueel springen A-niveau, per sprongbeurt: Springtoestel (3) Minitrampoline (3) ATB / Tumbling (2) Jeugd 0,7 punt 0,7 punt 1,6 punt Junior 1,8 punt Senior 1,0 punt 1,0 punt 2,0 punt Minimale, maximale moeilijkheidswaarde individueel springen B-niveau, per sprongbeurt: Springtoestel (3) Minitrampoline (3) ATB / Tumbling (2) Jeugd 0,4-0,4 1,0 punt 1,1 1.7 punt Junior 0,5-1,1 punt 0,5-1,2 punt 1,3 1.9 punt Senior 0,6-1,3 punt 0,6-1,3 punt 1,5 2,1 punt Maximale moeilijkheidswaarde individueel springen C-niveau, per sprongbeurt: Springtoestel (3) Minitrampoline (3) ATB / Tumbling (2) Jeugd 1,2 punt Junior 1,4 punt Senior 1,0 punt 1,0 punt 1,6 punt Dubbele minitramp: Bij dubbele minitramp zijn geen minimale en maximale waardes. Hier zijn echter wel bepaalde eisen waar aan voldaan moet worden. Eisen A-niveau: Jeugd: Vrije moeilijkheid Junioren: Vrije moeilijkheid Senioren: Vrije moeilijkheid Eisen B-niveau: Jeugd: Combinatie van sprongen met max. moeilijkheid per sprong van 0,9 (full of schroef) Junioren: Combinatie van sprongen met max. moeilijkheid per sprong van 1,2 (Rudy of 1 ½ schroef) Senioren: Combinatie van sprongen met max. moeilijkheid per sprong van 1,2 (Rudy of 1 ½ schroef) Individueel reglement ZWN Augustus 2016 rev-1 Page 4

5 Eisen C-niveau: Jeugd: minimaal 2 salto vormen in 3 doorgangen max. moeilijkheid per sprong 0,7 (salto ½ gehurkt, gehoekt, of gestrekt) Junioren: minimaal 3 salto vormen in 3 doorgangen max. moeilijkheid per sprong 0,9 (full of schroef) Senioren: minimaal 3 salto vormen in 3 doorgangen max. moeilijkheid per sprong 0,9 (full of schroef) Voorbeelden: A serie Junior: B serie Junior: C serie Jeugd: streksprong spothurksalto (salto a.o.) dubbele salto hurksalto 1 ½ schroef of streksprong spotsalto (salto a.o op het spotterdeel 1 ½ schroef) streksprong hurksprong hurksalto ½ draai Individueel reglement ZWN Augustus 2016 rev-1 Page 5

6 MINITRAMPOLINE (INDIVIDUEEL) Algemeen 1. De individuele wedstrijd minitrampoline bestaat uit drie verschillende sprongen. 2. Springers mogen hun eigen minitrampoline meebrengen. Deze moet voor aanvang van de wedstrijd, bij de toestelcommissie, ter keuring worden afgegeven. 3. Sprongen via of over hindernissen, geplaatst tussen de minitrampoline en landingsmat, zijn niet toegestaan. 4. Een tweede poging voor een sprong is straffeloos toegestaan zolang de springer de minitrampoline of landingsmat niet heeft aangeraakt. 5. De moeilijkheid van de gemaakte sprongen moet minimaal behoren tot de basiselementen. 6. Bij herhalingen van een sprong, is deze ongeldig (een 0-beurt). 7. Een andere volgorde van sprongen aanhouden dan vermeld op de sprongformulier is toegestaan zonder aftrek van punten. Hulpverlenen De springer moet zijn sprong uitvoeren zonder hulp van derden. Indien de trainer de springer aanraakt, is de sprong ongeldig (een 0-beurt). Start van een sprong Elke springer start zijn sprong op aangeven van het hoofdjurylid. Moeilijkheid Aan ieder element wordt een moeilijkheidswaarde toegekend. De waarde van elk basiselement kan worden verhoogd door extra moeilijkheid. De laagste extra waarde voor lichaamshouding in dubbele salto s wordt toegevoegd. Basiselementen Salto 0,6 punt Speciale waarde Streksprong gevolgd door salto achterover Toe te voegen extra waarde Hoeken bij enkele salto Strekken bij enkele salto Bij enkele salto s voor elke ½ lengte as draai 0,2 punt Individueel reglement ZWN Augustus 2016 rev-1 Page 6

7 Hoeken bij dubbele salto s, per salto Strekken bij dubbele salto s, per salto Bij enkele breedte as draai, met 1/1 lengte as draai of meer, per ½ lengte as draai Bij dubbele salto s voor elke 1/2 lengte as draai Hoeken bij drievoudige salto s, per salto Strekken bij drievoudige salto s, per salto Bij 3-voudige salto s voor elke ½ lengte as draai Arabier insprong 0,2 punt 0,4 punt 0,2 punt 0,5 punt 0,4 punt 0,5 punt Beoordelingssysteem Voor de uitvoering van sprong wordt uitgegaan van vier punten. Het eindcijfer van een sprongbeurt bestaat uit het gemiddelde uitvoeringscijfer vermeerderd met het moeilijkheidscijfer. Voor de einduitslag van de wedstrijd worden de drie eindcijfers opgeteld. De aanloop en de sprong naar de minitrampoline worden niet beoordeeld, zij zal echter wel gelden als beurt bij het aanraken van de minitrampoline en/of landingsmat. Individueel reglement ZWN Augustus 2016 rev-1 Page 7

8 SPRONGTABEL MINITRAMPOLINESPRINGEN (VOORBEELDLIJST) Streksprong alleen B-, C-niveau 0,2 punt Streksprong, zijwaarts gespreide benen alleen B,-, C-niveau 0,2 punt Streksprong, spreidof hoek van de benen alleen B-, C-niveau Streksprong, hurken van de benen alleen B-, C-niveau Streksprong, hoeken van de benen alleen B-, C-niveau Streksprong, ½ lengte as draai alleen B-, C-niveau Streksprong, 1 draai lengte as draai alleen B-, C-niveau 0,4 punt Streksprong gevolgd door salto gehurkt achterover Streksprong gevolgd door salto gehoekt achterover Streksprong gevolgd door salto gestrekt achterover 1,0 punt Salto gehurkt 0,6 punt Salto gehoekt 0,7 punt Salto gestrekt Salto gehurkt met ½ lengte as draai 0,7 punt Salto gehoekt met ½ lengte as draai Salto gestrekt met ½ lengte as draai Salto gehurkt met 1/1 lengte as draai Salto gehoekt met 1/1 lengte as draai Salto gestrekt met 1/1 lengte as draai 1,0 punt Salto gehurkt met 1 ½ lengte as draai Salto gehoekt met 1 ½ lengte as draai 1,0 punt Salto gestrekt met 1 ½ lengte as draai 1,1 punt Dubbele salto gehurkt 1,3 punt Dubbele salto gehoekt 1,5 punt Dubbele salto gestrekt 1,9 punt Dubbele salto gehurkt, ½ lengte as draai 1,7 punt Dubbele salto gehoekt, ½ lengte as draai 1,9 punt Dubbele salto gestrekt, ½ lengte as draai 2,3 punt Dubbele salto gehurkt met 1/1 lengte as draai 2,1 punt Dubbele salto gehoekt met 1/1 lengte as draai 2,3 punt Dubbele salto gestrekt met 1/1 lengte as draai 2,7 punt Dubbele salto gehurkt met 1 ½ lengte as draai 2,5 punt Dubbele salto gehoekt met 1 ½ lengte as draai 2,7 punt Dubbele salto gestrekt met 1 ½ lengte as draai 3,1 punt Dubbele salto gestrekt met 2/2 lengte as draai 3,5 punt Individueel reglement ZWN Augustus 2016 rev-1 Page 8

9 Dubbele salto gestrekt met 2 ½ lengte as draai Dubbele salto gestrekt met 3/3 lengte as draai Dubbele salto gestrekt met 3 ½ lengte as draai Tsukahara Tsukahara gehoekt Tsukahara gestrekt Tsukahara gehurkt met ½ draai Tsukahara gehoekt met ½ draai Tsukahara gestrekt met ½ draai Tsukahara dubbel gehurkt Drievoudige salto gehurkt Drievoudige salto gehoekt Drievoudige salto gestrekt Drievoudige salto gehurkt, ½ lengte as draai Drievoudige salto gehoekt, ½ lengte as draai Drievoudige salto gestrekt, ½ lengte as draai Drievoudige salto gehurkt, 1/1 lengte as draai Drievoudige salto gehoekt, 1/1 lengte as draai Drievoudige salto gestrekt, 1/1 lengte as draai 3,9 punt 4,3 punt 4,7 punt 1,6 punt 1,9 punt 2,3 punt 2,1 punt 2,3 punt 2,7 punt 3,0 punt 3,3 punt 3,9 punt 4,8 punt 3,7 punt 4,3 punt 5,2 punt 4,1 punt 4,7 punt 5,6 punt Opmerking Streksalto met gespreide benen, minimale beenspreiding is 45 graden. Dubbele salto s met 1 ½ lengte as draai, mogen op vier manieren gesprongen worden: 1. ½ lengte as draai 1 ste salto - 1/1 lengte as draai 2 de salto. 2. 1/1 lengte as draai 1 ste salto ½ lengte as draai 2 de salto 3. 1 ½ lengte as draai 1 ste salto - geen lengte as draai 2 de salto 4. geen lengte as draai 1 ste salto - 1 ½ lengte as draai 2 de salto. In het A-niveau mag je alleen drievoudige salto s springen, deze mogen maximaal in 2 beurten voorkomen en alleen met toestemming van de LTC-GS. Zelfde sprongen De volgende sprongen worden beschouwd als dezelfde sprong. Deze mag dus maar één keer uitgevoerd worden. Zijwaartse overslag met spreid en gesloten benen. Barani en streksalto met halve draai Kasamatsu en Tsukahara gehurkt met 1 draai Bij meerdere draaien in bovengenoemde sprongen is deze regel ook van toepassing. Individueel reglement ZWN Augustus 2016 rev-1 Page 9

10 MINITRAMPOLINE met SPRINGTOESTEL of TAFEL (INDIVIDUEEL) Algemeen 1. Deze individuele springwedstrijd: bestaat uit met drie verschillende steunsprongen. 2. Het is niet toegestaan om het springtoestel in hoogte te verstellen. 3. Alle beurten moeten op dezelfde hoogte uitgevoerd worden. Bij verlaging van het toestel tijdens de sprongserie wordt de sprong als niet gemaakt beschouwd. De sprong is dan ongeldig, een 0-beurt. 4. Een tweede poging voor een sprong is straffeloos toegestaan zolang de springer de minitrampoline, springtoestel of landingsmat niet heeft aangeraakt. 5. Sprongen via of over een hindernis, geplaatst op het springtoestel zijn niet toegestaan. 6. Bij herhalingen van een sprong, is deze ongeldig (een 0-beurt). 7. Een andere volgorde van sprongen aanhouden dan vermeld op de sprongformulier is toegestaan zonder aftrek van punten. 8. In het A-niveau zijn tipsalto s niet toegestaan. 9. De minimum hoogte van het springtoestel, gemeten vanaf de vloer: a. Dames jeugd/heren jeugd 1.15 meter b. Dames junioren/heren junioren 1.25 meter c. Dames senioren 1.35 meter d. Heren senioren (vaste hoogte) 1.65 meter Minimale hoogte bovenkant tafel, gemeten vanaf de vloer: a. Voor dames jeugd/heren jeugd 1.15 meter. a. Voor dames junioren/heren junioren 1.35 meter. b. Voor dames senioren 1.45 meter c. Voor heren senioren (vaste hoogte) 1.65 meter. Opmerking Er mag alleen maar verhoogd worden in stappen van 10 cm. Heren senioren heeft een vaste hoogte. Hulpverlenen De springer moet zijn sprong uitvoeren zonder hulp van derden. Indien de trainer de springer aanraakt, is de sprong ongeldig (een 0-beurt). Start van een sprong Elke springer start zijn sprong op aangeven van het hoofdjurylid. Individueel reglement ZWN Augustus 2016 rev-1 Page 10

11 Moeilijkheid Aan ieder element wordt een moeilijkheidswaarde toegekend. De waarde van elk basis element kan worden verhoogd door extra moeilijkheid. Basiselementen Overslag Yamashita Tsukahara Overslag salto 1,4 punt 1,5 punt Toe te voegen extra waarde Bij de overslag voor elke ½ lengte as draai in de aanzweeffase Bij de overslag voor elke ¼ lengte as draai in de afzweeffase Bij de overslag en arabier insprong voor elke ½ lengte as draai in de aanzweeffase Bij de overslag voor elke ¼ lengte as draai in de afzweeffase Bij dubbele breedte as draaien voor elke ½ lengte as draai Bij driedubbele breedte as draaien voor elke ½ lengte as draai Bij tsukahara voor elke ½ lengte as draai in de afzweeffase Arabier insprong 0,2 punt 0,4 punt 0,4 punt Beoordelingssysteem Voor de uitvoering van sprong wordt uitgegaan van vier punten. Het eindcijfer van een sprongserie bestaat uit het gemiddelde uitvoeringscijfer vermeerderd met het moeilijkheidscijfer. Voor de einduitslag van de wedstrijd worden de drie eindcijfers opgeteld. De aanloop en de sprong naar de minitrampoline worden niet beoordeeld. Deze zal echter wel gelden als beurt bij het aanraken van de minitrampoline en/of landingsmat. Individueel reglement ZWN Augustus 2016 rev-1 Page 11

12 SPRONGTABEL MINITRAMPOLINE MET SPRINGTOESTEL Ophurken, steun van de handen streksprong af alleen C-niveau 0,2 punt Ophurken, steun van de handen en afspreiden alleen C-niveau 0,2 punt Hurksprong alleen jeugd B-niveau, C-niveau 0,2 punt Spreidsprong alleen jeugd B-niveau, C-niveau 0,2 punt Hurksprong met ½ draai alleen C-niveau, jeugd B-niveau Spreidsprong met ½ draai alleen C-niveau, jeugd B-niveau Bücksprong alleen C-niveau 0,4 punt Kopkip alleen C-niveau 0,2 punt Schouderrol met afkippen alleen C-niveau 0,2 punt Dievensprong alleen C-niveau 0,2 punt Zweefhurksprong alleen B-, C-niveau, Jeugd A-niveau 0.3 punt Overslag zijwaarts met ¼ draai buitenwaarts 0,7 punt Overslag zijwaarts met ¼ draai binnenwaarts 0,7 punt Overslag zijwaarts met ¾ draai binnen of buitenwaarts Yamashita (er zijn twee uitvoeringen en allebei geldig) Tsukahara gesteund 1,4 punt Tsukahara gehoekt gesteund 1,6 punt Tsukahara gestrekt gesteund 2,0 punt Tsukahara gehurkt, ½ draai gesteund 1,7 punt Tsukahara gehoekt, ½ draai gesteund 1.9 punt Tsukahara gestrekt, ½ draai gesteund 2,3 punt Tsukahara gehurkt, 1/1 draai gesteund 2,0 punt Tsukahara dubbel gesteund 3,5 punt Tipsalto gehurkt alleen B- en C-niveau 0,6 punt Tipsalto gehoekt alleen B- en C-niveau 0,7 punt Cuervo (overslag -½ draai - salto a.w.) 1,6 punt Kasamatsu (overslag zijwaarts - ¼ draai - salto voorwaarts - ½ draai) 2,0 punt Handenstand overslag Handenstand overslag, ½ lengte as draai (½ in) Handenstand overslag, ½ lengte as draai (½ uit) 1,0 punt Handenstand overslag, ½ draai in de aan- en afzweeffase 1,1 punt Handenstand overslag, 1 lengte as draai 1,2 punt Handenstand overslag, salto voorwaarts gehurkt 1,5 punt Handenstand overslag, salto voorwaarts gehoekt 1,7 punt Handenstand overslag, salto voorwaarts gestrekt 2,1 punt Individueel reglement ZWN Augustus 2016 rev-1 Page 12

13 Handenstand overslag, salto voorwaarts gehurkt ½ draai Handenstand overslag, salto voorwaarts gehoekt ½ draai Handenstand overslag, salto voorwaarts gestrekt ½ draai Handenstand overslag, salto voorwaarts gestrekt 1 draai Handenstand overslag, salto voorwaarts gestrekt 1 ½ draai Handenstand overslag, dubbele salto voorwaarts gehurkt Handenstand overslag, dubbele salto voorwaarts gehoekt Handenstand overslag, dubbele salto voorwaarts gestrekt Yurchenko (arabier landen op plank of minitramp - flikflak handen op toestel - salto achterwaarts) 1,8 punt 2,0 punt 2,4 punt 2,7 punt 3,0 punt 3,0 punt 3,9 punt 4,5 punt 1,5 punt Opmerking De volgende sprongen worden beschouwd als dezelfde sprong. Deze mag dus maar 1x uitgevoerd worden. Zijwaartse overslag met spreid en gesloten benen. Barani en streksalto met halve draai Kasamatsu en Tsukahara gehurkt met 1 draai Bij meerdere draaien in bovengenoemde sprongen is deze regel ook van toepassing Individueel reglement ZWN Augustus 2016 rev-1 Page 13

14 DUBBELE MINITRAMPOLINE (INDIVIDUEEL) Een wedstrijd wordt bepaald door de gezamenlijke scores van 3 doorgangen. Verder wordt het DMT FIG reglement gehanteerd. Leeftijden: Eisen: Dames jeugd 9 t/m 12 jaar ( ) Heren jeugd 9 t/m 12 jaar ( ) Dames junioren 13 t/m 15 jaar ( ) Heren junioren 13 t/m 15 jaar ( ) Dames senioren 16 jaar en ouder (2001 of eerder) Heren senioren 16 jaar en ouder (2001 of eerder) Bij dubbele minitramp zijn geen minimale en maximale waardes. Hier zijn echter bepaalde eisen waar aan voldaan moet worden. Eisen A-niveau: Jeugd: Vrije moeilijkheid Junioren: Vrije moeilijkheid Senioren: Vrije moeilijkheid Eisen B-niveau: Jeugd: Combinatie van sprongen met max. moeilijkheid per sprong van 0,9 (full of schroef) Junioren: Combinatie van sprongen met max. moeilijkheid per sprong van 1,2 (Rudy of 1 ½ schroef) Senioren: Combinatie van sprongen met max. moeilijkheid per sprong van 1,2 (Rudy of 1 ½ schroef) Eisen C-niveau: : Jeugd: minimaal 2 salto vormen in 3 doorgangen max. moeilijkheid per sprong 0,7 (salto ½ gehurkt, gehoekt, of gestrekt) Junioren: minimaal 3 salto vormen in 3 doorgangen max. moeilijkheid per sprong 0,9 (full of schroef) Senioren: minimaal 3 salto vormen in 3 doorgangen max. moeilijkheid per sprong 0,9 (full of schroef) Voorbeelden: A serie Junior: B serie Junior: C serie Jeugd: streksprong spothurksalto (salto a.o.) dubbele salto hurksalto 1 ½ schroef of streksprong spotsalto (salto a.o op het spotterdeel 1 ½ schroef) streksprong hurksprong hurksalto ½ draai LET OP! Bij de DMT hebben de sprongen een andere waarde. Zie het reglement DMT. Individueel reglement ZWN Augustus 2016 rev-1 Page 14

15 Algemeen AIR-TUMBLINGSPRINGEN (INDIVIDUEEL) 1. Deze wedstrijd bestaat uit twee vrije sprongbeurten. Een sprongbeurt moet een verbinding zijn van verschillende voorwaartse, rugwaartse en zijwaartse elementen met of zonder draaien om de lengte as, zonder aarzeling of tussenstappen uitgevoerd, waarvan het laatste onderdeel van elke beurt eindigt met een tot stand komend element op de (air)tumblingbaan of op de landingsmat. 2. De sprongbeurt bestaat uit maximaal vijf elementen (minimaal drie). 3. De sprongbeurt mag slechts in één richting worden uitgevoerd, met uitzondering van de punchsalto. 4. Bij meer dan drie elementen, dient er minimaal 1 element met handplaatsing in verwerkt te zijn. Indien niet voldaan aan deze eis is het een 0-beurt. 5. Herkansing van een sprongbeurt wordt niet toegestaan. Als een springer duidelijk wordt gestoord van buitenaf kan een tweede poging worden toegestaan. Dit ter beoordeling van het hoofdjurylid. 6. Wijzigingen van elementen en de volgorde waarin zij op de wedstrijdkaart staan, zijn gedurende de sprongbeurt toegestaan. 7. Sprongen via of over een hindernis op de airtumbling zijn niet toegestaan. 8. Het gebruik van één of meer springplanken, minitrampolines is niet toegestaan. Hulpverlenen De springer moet de beurt uitvoeren zonder hulp van derden. Indien de trainer/coach of diens plaatsvervanger de springer aanraakt, zal de beurt op dit element onderbroken zijn en wordt voor dit element, waarbij hulp werd verleend, geen moeilijkheids- en uitvoeringswaardering worden gegeven. De trainer/coach of zijn plaatsvervanger mag de springer gedurende de uitvoering van de sprongbeurt niet aanspreken of toeroepen. Start van een beurt Elke springer start zijn beurt op aangeven van het hoofdjurylid. De sprongbeurt wordt geacht te zijn gestart als het eerste element is ingezet. Bij een foute aanloop mag de springer opnieuw starten zonder aftrek, op een teken van het hoofdjurylid, dit mag maximaal 2 keer. Beëindiging van de sprongserie De beurt moet eindigen op de airtumbling of landingsmat. Individueel reglement ZWN Augustus 2016 rev-1 Page 15

16 Opmerking Voor extra elementen zal een aftrek worden gegeven door het hoofdjurylid. Minder dan 3 elementen geeft geen waardering, is een 0 beurt. Moeilijkheid De moeilijkheid van de gemaakte elementen moet minimaal behoren tot de basiselementen. Aan ieder basiselement wordt een moeilijkheidswaarde toegekend. In een serie of verbinding wordt de moeilijkheidswaarde van de betreffende basiselementen opgeteld. De waarde van elk basiselement kan worden verhoogd door extra moeilijkheid. De laagste extra waarde voor lichaamshouding in de dubbele salto s wordt toegevoegd. Basiselementen Arabier Overslag Flik-flak Salto Toe te voegen extra waarden Hoeken Strekken Elke ¼ lengte as draai Voorwaartse salto Zijwaartse salto Punch salto 0,4 punt 0,5 punt 0,2 punt Opmerking Bij dubbel salto s wordt de totale waarde verdubbeld. Bij drievoudige breedte as draaien wordt de totale waarde verdrievoudigd Beoordelingssysteem Per sprong worden twee punten gegeven voor de uitvoering, het maximale totaal per serie zal acht punten per uitvoeringsjury kunnen zijn. De uitvoeringsaftrek van de elementen wordt afgetrokken van het maximale cijfer dat door het hoofdjurylid wordt aangegeven. Een element dat tot een onderbreking heeft geleid, heeft geen moeilijkheids- en uitvoeringswaarde. Het eindcijfer van een sprongbeurt bestaat uit het gemiddelde uitvoeringscijfer vermeerderd met het moeilijkheidscijfer. Voor de einduitslag van de wedstrijd worden de beide sprongserie cijfers samengeteld. Individueel reglement ZWN Augustus 2016 rev-1 Page 16

17 SPRONGTABEL VOOR AIRTUMBLING, TUMBLINGSPRINGEN Airtumbling RUGWAARTSE ONDERDELEN Rollen alleen C-niveau 0,2 punt Stut tot handenstand alleen C-niveau 0,2 punt Flik-flak 0,4 punt Tempo salto 0,5 punt Salto gehurkt 0,5 punt Aanloop streksprong salto ao 0,6 punt Salto gehoekt 0,6 punt Salto gestrekt 0,7 punt Salto gehurkt, ½ lengte as draai 0,7 punt Salto gehoekt, ½ lengte as draai Salto gestrekt, ½ lengte as draai Twist salto gehurkt Twist salto gehoekt Salto gehurkt, 1/1 lengte as draai Salto gehoekt, 1/1 lengte as draai 1,0 punt Salto gestrekt, 1/1 lengte as draai 1,1 punt Salto gehurkt, 1 ½ lengte as draai 1,1 punt Salto gehoekt, 1 ½ lengte as draai 1,2 punt Salto gestrekt, 1 ½ lengte as draai 1,3 punt Salto gehurkt, 2/1 lengte as draai 1,3 punt Salto gehoekt, 2/1 lengte as draai 1,4 punt Salto gestrekt, 2/1 lengte as draai 1,5 punt Dubbele salto gehurkt 2,0 punt Dubbele salto gehoekt 2,4 punt Dubbele salto gestrekt 2,8 punt Drievoudige salto gehurkt 4,5 (3,0) punt Drievoudige salto gehoekt 5,4 (3,6) punt Drievoudige salto gestrekt 6,3 (4,2) punt Individueel reglement ZWN Augustus 2016 rev-1 Page 17

18 Airtumbling VOORWAARTSE ONDERDELEN Rollen alleen C-niveau 0,2 punt Zweefrol alleen C-niveau Handenstand doorrollen alleen C-niveau 0,2 punt Arabier Overslag Loopoverslag Flak Flik Overslag over 1 arm 0,4 punt Vrije overslag 0,5 punt Vrije Arabier 0,5 punt Salto gehurkt 0,6 punt Salto gehoekt 0,7 punt Salto gestrekt Punch salto gehurkt 0,7 punt Punch salto gehoekt Punch salto gestrekt Salto gehurkt, ½ lengte as draai Salto gehoekt, ½ lengte as draai Salto gestrekt, lengte as draai (Barani) 1,0 punt Salto gehurkt, 1/1 lengte as draai 1,0 punt Salto gehoekt, 1/1 lengte as draai 1,1 punt Salto gestrekt, 1/1 lengte as draai 1,2 punt Salto gehurkt, 1 ½ lengte as draai 1,2 punt Salto gehoekt, 1 ½ lengte as draai 1,3 punt Salto gestrekt, 1 ½ lengte as draai 1,4 punt Salto gehurkt, 2/1 lengte as draai 1,4 punt Salto gehoekt, 2/1 lengte as draai 1,5 punt Salto gestrekt, 2/1 lengte as draai 1,6 punt Dubbele salto gehurkt 2,4 punt Dubbele salto gehoekt 2,8 punt Dubbele salto gestrekt 3,2 punt Drievoudige salto gehurkt 5,4 (3,6) punt Drievoudige salto gehoekt 6,3 (4,2) punt Drievoudige salto gestrekt 7,2 (4,8) punt Individueel reglement ZWN Augustus 2016 rev-1 Page 18

19 Airtumbling ZIJWAARTSE ONDERDELEN Radslag alleen C-,B- niveau 0,2 punt Radslag over 1 arm alleen C-, B-niveau Vrije radslag 0,5 punt Salto gehurkt Salto gehoekt Salto gestrekt Opmerking 0,6 punt 0,7 punt Barani en streksalto met halve draai worden beschouwd als dezelfde sprong. Bij meerdere draaien in bovengenoemde twee sprongen is deze regel ook van toepassing. Individueel reglement ZWN Augustus 2016 rev-1 Page 19