Praktijkdag Sprong - Brug TD1 Jurycursus NTS Voorgeschreven Oefenstof Niveau D2/D3

Transcriptie

1 Praktijkdag Sprong - Brug TD1 Jurycursus NTS Voorgeschreven Oefenstof Niveau D2/D3 Docent: Femke van der Beek josientje78@live.nl

2 Programma Brug Theorie Praktijk Sprong Theorie Praktijk jurycursus TD1 2

3 Programma Theorie Herhaling Modules Toestelspecifiek Praktijk Jureren Balk Vloer jurycursus TD1 3

4 Opbouw van het cijfer Eindscore D-score + E-score - Neutrale aftrekken Inhoud van de oefening (zijn alle elementen geturnd?) Uitvoering van de oefening (Uitvoering elementen + Artisticiteit) - Elementen weglaten of niet herkenbaar turnen - Fouten tijd/lijnoverschrijding - Gedragsfouten turnster/coach

5 Omschrijving oefenstof Alle tekst is niet onderstreept Voor de D-score moet het gehele vak geturnd worden jurycursus TD1 5

6 Kurbets (hol/bol) Indien 2x kurbet: D Indien 1x kurbet: D N Indien geen kurbet: D N jurycursus TD1 6

7 Kurbet-zwaai Houding: Hol (gespannen), schouders open, armen recht, hoofd neutraal Bol: Bolle houding in schouders en heupen (geen hoek), hoofd tussen armen Armen krom Schouderhoek, hoofd niet tussen armen Ideale houding Borst eruit Afwijking Ideale houding Hoek in heupen

8 Strekhangzwaai (3.001) Strekhangzwaai 3x in één vak (zelfde regel als kurbet) Indien 2x zwaai: D Indien 1x zwaai: D N -1,00 Indien geen zwaai: D N Strekhangzwaai in apart vak iedere ontbrekende zwaai = ontbrekend element D N-2.00 (voor iedere missende zwaai) jurycursus TD1 8

9 Opzwaai/Zwaai Amplitude jurycursus TD1 9

10 Strekhangzwaai Houding: Voorzwaai: voeten lijdend en bolle houding Achterzwaai: schouders open, hoofd tussen armen en bolle houding Hoogte: lijn van schouders en heupen is bepalend. Voeten lijdend voorzwaai ligger achterzwaai Ideale houding (zwaai is horizontaal) Bolle houding heupen Bolle houding schouders (geen hoek), hoofd er tussen Schouders open, hoofd er tussen Bolle houding, heupen afgevlakt

11 Strekhangzwaai voorzwaai achterzwaai ligger Hol (niet bol) Hol Afwijking ideale houding Voeten niet lijdend heuphoek Duidelijke hoek in schouders Schouders gesloten. Hoofd is niet tussen armen.

12 Opzwaai Houding: recht/licht bol, rechte armen Hoogte: Lijn van schouder, heupen en voeten bepalend (laagste punt telt) Ideale houding (opzwaai is horizontaal) ligger Afwijking Ideale houding Gehoekt Hol Buik is laagste punt Voeten zijn laagste punt

13 Toestelspecifieke aftrekken Fouten Tussenzwaai (geen aftrek bij voorgeschreven strekhangzwaai) of meer 0.50 Toucheren van het toestel (raken LL in zwaai) x 0.50 Onvoldoende hoogte in de afsprong x x Hoogste heuppositie: Boven liggerhoogte Op liggerhoogte Onder liggerhoogte jurycursus TD1 13

14 Einde theoriedeel Brug

15 D-score Sprong Een turnster kan kiezen uit een aantal sprongen afhankelijk van haar leeftijdsklasse en niveau. De sprongen hebben een bepaalde D-score. Er moeten 2 sprongen gemaakt worden waarvan het gemiddelde telt. Deze sprongen mogen hetzelfde zijn! De sprong die gesprongen wordt, dient vooraf door de train(st)er/turnster aan de juryleden bekend gemaakt te worden. Juryscholing TD1 15

16 Sprong Omschrijving sprongsituatie Sprongnummer Toegestane keuzes van verschillende sprongen Vastgestelde D-score per sprong

17 Berekenen eindscore sprong 1. Het voorgenomen sprongnummer dient vooraf bekend gemaakt te worden aan de jury. 2. Jury beoordeelt de uitgevoerde sprong 3. Het gemiddelde van de 2 sprongen is de eindscore jurycursus TD1 17

18 Aantal aanlopen Per De sprong zijn is gemaakt 2 aanlopen bij aanraken toegestaan. afzettoestel en/of Een springtoestel. extra aanloop is alleen toegestaan als een turnster de De trampolineplank aanloop is gemaakt, en het zodra springtoestel de turnster meer niet dan heeft één pas aangeraakt. maakt. Voorbeeld 23 Voorbeeld 1 1ste aanloop 1ste geen aanloop sprong geen sprong 2de aanloop geen 2de aanloop sprong sprong 3 de aanloop 1 ste sprong niet toegestaan 32 de aanloop 3 de aanloop (2 de sprong) (2 de sprong) sprong 0.00 Trampolineplank / springtoestel 0.00 Sprongcijfer / landingsvlak aangeraakt neutraal Sprongcijfer Gemiddelde eindcijfer Gemiddelde Gemiddelde eindcijfer eindcijfer Juryscholing TD1 18

19 Beoordeling sprong Eerste vluchtfase Heuphoek -0.1/0.3 Overstrekking -0.1/0.3 Gebogen knieen -0.1/0.3/0.5 Geopende benen -0.1/0.3 Voorbereidende fase Afstootfase Gebogen armen -0.1/0.3/0.5 Schouderhoek -0.1/0.3 Niet door verticaal -0.1 Hoogte Verte 2 de vluchtfase Afhoeken -0.1/0.3 Overstrekking -0.1/0.3 Gebogen knieen -0.1/0.3/0.5 Geopende benen -0.1/0.3 Landing Aanloop -0.1/0.3 Insprong -0.1/0.3 Juryscholing TD1

20 Voorbereidende fase Voorbereidende fase Aanloop (ritmisch en versnellend) x x - Insprong (vlak/ver, arminzet) x x Juryscholing TD1

21 Eerste vluchtfase Fouten, slechte techniek Heuphoek x x Hol / overstrekking x x Gebogen knieën x x x Geopende benen of knieën x x Juryscholing TD1 21

22 Afstootfase - Slechte techniek Gebogen armen Fouten Ongelijktijdig of na elkaar plaatsen van de handen bij voorwaarts sprongen Schouderhoek Niet door verticaal Juryscholing TD1 22

23 Tweede Vluchtfase Fouten Hoogte x x x - Zuiverheid van (LA) draai x - Lichaamshouding niet gestrekt blijven lichaam (afhoeken van gestrekte sprongen) arabier Gebogen knieën x x x Geopende benen of knieën x x - Onvoldoende verte (afstand) x x x x Juryscholing TD1 23

24 Hoogte richtlijnen! Veel stijging Geen aftrek! Lichte stijging 0.1 aftrek

25 Nauwelijks stijging 0.3 aftrek Daling/sterke daling 0.5 aftrek

26 Fouten Zweefrol en Salto Vluchtfase Fouten Salto Onvoldoende snelle strekking heupen Fouten zweefrol (D2 en D3) Vluchtfase -Onvoldoende strekking benen -Onvoldoende strekking heupen -Onvoldoende hoogte Landingsfase -Handen gebruiken om op te komen Juryscholing TD1

27 Lijnaftrek De turnster dient: 1. Te landen binnen de zonemarkering aftrek voor afwijking rechte lijn (-0.1) (E-score) 2. De sprong te beeindigen tot een stabiele stand binnen de zonemarkering Lijnaftrek (Neutraal)

28 Lijnaftrek dicht bij de lijn & geen stap of landen buiten de lijn: geen aftrek voor afwijking van de rechte lijn (sectie 8). geen lijn aftrek voor stap of landen buiten de lijn met 1 voet/hand voor afwijking van de rechte lijn (sectie 8) voor stap of landen buiten de lijn met 2 voeten/handen voor afwijking van de rechte lijn (sectie 8).

29 BIJZONDERE SITUATIES Aanloop met aanraken van afzettoestel en/of springtoestel zonder uitvoeren van de sprong Sprong zonder aanraken van springtoestel Het niet eerst op de voeten landen Ongeldig Ongeldig Ongeldig Iedere vorm van beveiligd hulpverlenen ** Ongeldig Andere sprong dan voorgeschreven sprong Geen afzet van beide voeten ** Leiding binnen 1 meter van het springtoestel en/of afzettoestel Ongeldig Ongeldig 1.00 p Juryscholing TD1 29

30 Einde theoriedeel Sprong Juryscholing TD1 30