Aanpak van lichamelijk onverklaarde klachten door de huisarts:
|
|
- Gert Desmet
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Aanpak van lichamelijk onverklaarde klachten door de huisarts: Ontwikkeling van een toets die peilt naar het diagnostisch redeneren van huisartsen bij lichamelijk onverklaarde klachten Masterthesis Huisartsgeneeskunde AUTEUR Eline Goethaert Huisarts in Opleiding, K.U.Leuven Departement Huisartsgeneeskunde PROMOTOR Prof. J. Degryse K.U.Leuven Departement Huisartsgeneeskunde Leuven, mei
2 INHOUDSTAFEL ABSTRACT... 3 INLEIDING 5 Achtergrond Doelstelling MATERIAAL EN METHODE 7 Literatuuronderzoek Verantwoording onderzoeksmethodiek Doelgroep Achtergrondvariabelen Variabelen Implementatie tot toets Codering Analyse van de resultaten RESULTATEN 13 REFERENTIES 14 ADDENDUM 17 Aanwijzingen naar lichamelijk onverklaarde klachten 2
3 ABSTRACT Achtergrond: Elke huisarts wordt geregeld geconfronteerd met patiënten die zich presenteren met moeilijk te duiden lichamelijke klachten waarvoor geen organische basis kan worden weerhouden. Uit voorgaand onderzoek blijkt dat de meerderheid van de Vlaamse huisartsen van mening is dat geen psychologische noch multifactoriële oorzaken, maar een somatische oorzaak aan de grondslag ligt van het ontstaan van lichamelijk onverklaarde klachten. Doelstellingen: Dat de meerderheid van de Vlaamse huisartsen een biomedische kijk hanteert bij lichamelijk onverklaarde klachten, doet vermoeden dat men het somatisch spoor eindeloos blijft volgen. In dit onderzoeksproject willen we een toets ontwikkelen die de verschillen in diagnostisch redeneren van huisartsen in kaart brengt bij lichamelijk onverklaarde klachten, waarbij we willen onderzoeken hoe snel het somatische spoor wordt losgelaten om het cognitief-gedragsmatig spoor te verkennen en hoe sterk deze drempels verschillen tussen huisartsen onderling. Methode: Werken met focusgroepen, audio- of videotape analyse met postinterview debriefing of de script-concordance test zijn beschikbare methoden die peilen naar diagnostisch redeneren. We kozen voor het opstellen van een eigen variant van de scriptconcordance test. Er werd een audiovisuele toets ontwikkeld, waarbij drie fictieve casussen werden verfilmd met de hulp van acteurs. De casussen werden in een vaste volgorde aangeboden, met een toenemende positief predictieve waarde voor lichamelijk onverklaarde klachten. De voorgestelde klachten waren thoracale pijn, duizeligheid, en maagpijn. Naarmate elke casus vordert werden enkele variabelen geïntegreerd die de probabiliteit voor lichamelijk onverklaarde klachten verhogen. Elke casus werd in drie fragmenten aangeboden waarbij aan de deelnemers werd gevraagd hun eerstvolgende diagnostische stap aan te duiden, hun werkhypothese te beschrijven en via een zekerheidsschaal aan te geven in welke mate verder diagnostisch onderzoek nodig is dan wel empirische therapie gestart kan worden. Op basis van een literatuuronderzoek en eigen ervaring werden een aantal responspatronen gedefinieerd. Resultaten: Dit beschrijvend explorerend onderzoek wordt momenteel afgenomen bij de laatstejaarsstudenten geneeskunde met afstudeerrichting huisartsgeneeskunde, de haio s van 3
4 het eerste en tweede jaar en de praktijkopleiders. De resultaten zullen via longitudinaal en transversaal onderzoek geanalyseerd worden en zullen voorgesteld worden op 29 mei 2010 te Leuven. Trefwoorden: lichamelijk onverklaarde klachten, diagnostisch redeneren 4
5 INLEIDING ACHTERGROND Uit voorgaand onderzoekblijkt dat de meerderheid van de Vlaamse huisartsen in opleiding en hun opleiders van mening is dat geen psychologische noch multifactoriële oorzaken, maar een somatische oorzaak aan de grondslag ligt van het ontstaan van lichamelijk onverklaarde klachten. (1) Patiënten met lichamelijk onverklaarde klachten (LOK) zijn patiënten die frequent een (meerdere) arts(en) consulteren met lichamelijke klachten waarvoor geen duidelijke medische verklaring kan worden gevonden, ook niet na (vaak meerdere) aanvullende technische onderzoeken (bvb bloedonderzoek, beeldvorming, functieonderzoek ) of verwijzingen naar gespecialiseerde medische diensten. Dit biomedisch model brengt met zich mee dat deze artsen een breed spectrum van verder technisch onderzoek en verwijzingen zullen voorstellen aan de patiënt met LOK om geen potentieel ernstige ziekten te missen. In plaats van de patiënt gerust te stellen, versterkt dit de overtuiging van de patiënt dat de klacht inderdaad van lichamelijke oorsprong is. De stap naar somatische fixatie is gezet. Bij de arts ontstaat frustratie omdat de klachten ondanks uitgebreid en herhaald onderzoek niet te diagnosticeren zijn als een bekende, classificeerbare ziekte. (2) Er is gebleken dat slechts een minderheid van patiënten zelf naar medicatie, verwijzing of verder technisch onderzoek vragen, maar dat het de artsen zijn die onnodig medisch handelen veroorzaken. (2,3) Patiënten zelf vragen vooral om uitleg, geruststelling emotionele zorg voor hun klacht. Het grondig verkennen van de ideeën, bezorgdheden en verwachtingen bij patiënten met lichamelijk onverklaarde klachten duidelijk kan maken waar de voornaamste noden en verwachtingen liggen zodat de als arts samen met de patiënt naar de meest geschikte aanpak kan zoeken. Dit veronderstelt naast taakgerichte, vooral affectgerichte communicatieaspecten. (4) De laatste jaren is er groeiende aandacht voor cognitief-gedragsmatige technieken die de 5
6 huisarts kan toepassen om lichamelijk onverklaarde klachten te benaderen. Er zijn verschillende studies die de effectiviteit van cognitieve gedragstherapie versus conventionele zorg ( counselen ) in de eerste lijn ondersteunen. De studie van Escobar et al. toont aan dat CGT de ernst van LOK tijdelijk kan verbeteren. (5) Blankenstein onderzocht het effect van CGT door de eigen huisarts bij somatiserende patiënten en besloot na een follow up van twee jaar dat de interventie superieur was aan de gewone medische zorg. Het reattributiemodel bleek een positief effect te hebben op de subjectief ervaren gezondheid van de patiënt, het hulpzoekgedrag en het werkverzuim. (6) Ongeveer 40% van de patiënten met lichamelijk onverklaarde klachten lijkt het reattributiemodel te aanvaarden. (5,6) Het reattributiemodel, waarbij de link tussen onderliggende psychosociale problemen of emotionele stoornissen en de lichamelijk onverklaarde klachten duidelijk gemaakt wordt, en het gevolgenmodel, waarbij de klemtoon ligt op het optimaal leren omgaan met de gevolgen van de klachten in het dagelijks leven, zijn het meest bestudeerd. Hierbij wordt psychologische reattributie het meeste toegepast bij acuut somatiserende patiënten, terwijl het gevolgenmodel vooral gehanteerd wordt bij chronische lichamelijk onverklaarde klachten. (7) Aangezien één op vier van de patiënten met lichamelijk onverklaarde klachten ook aan angst of depressie lijdt, kan psychotrope medicatie in deze groep ook een oplossing bieden. (8) In Vlaanderen ontbreekt het vooralsnog in de eerste lijn aan concrete richtlijnen voor de aanpak van lichamelijk onbegrepen klachten. Verschillende auteurs stellen voor dat bij vermoeden van lichamelijk onverklaarde klachten de huisarts in elk geval een tweesporenbeleid voert. (9-11) De huisarts kan van in het begin aangeven dat deze klachten verschillende oorzaken kunnen hebben en dat de mogelijkheid van interactie tussen stress en klachten exploreren, terwijl de klacht ondertussen ook op somatisch vlak verder onderzocht wordt. Als na anamnese en klinisch onderzoek, zonodig aangevuld met advies uit de tweede lijn, een somatische verklaring weinig waarschijnlijk is, wordt voorgesteld om in overleg met de patiënt het somatisch spoor voorlopig te verlaten en een specifiek model voor de aanpak van patiënten met lichamelijk onverklaarde klachten in de eerste lijn op te starten. In Nederland is een cursus cognitief-gedragstherapeutische technieken voor de huisarts beschikbaar, toegepast op lichamelijk onverklaarde klachten. (12) 6
7 DOELSTELLING Over de verschillen in aanpak van lichamelijk onverklaarde klachten bij de Vlaamse huisarts is nog weinig bekend. Dat de meerderheid van de Vlaamse huisartsen er een biomedische kijk op nahoudt, doet vermoeden dat men het somatisch spoor eindeloos blijft volgen. In dit onderzoeksproject willen we een toets ontwikkelen die de verschillen in diagnostisch redeneren van huisartsen in kaart brengt bij lichamelijk onverklaarde klachten, waarbij we willen onderzoeken hoe snel het somatische spoor wordt losgelaten om het cognitiefgedragsmatig spoor te verkennen en hoe sterk deze drempels verschillen tussen huisartsen onderling. MATERIAAL EN METHODE LITERATUURONDERZOEK Er bestaan verschillende onderzoeksmethoden om diagnostisch redeneren bij artsen te benaderen. Enkele voorbeelden zijn de video of audiotape analyse met postinterview debriefing, werken met focusgroepen of script-concordance test van Bernard Charlin. Kappen en van Dulmen onderzochten in een videotape analyse hoe huisartsen reageren op de initiële presentatie van lichamelijk onverklaarde klachten. Mogelijke responspatronen waren ontkenning, exploratie naar aanwijzingen voor LOK, niet-directionele exploratie, of medische exploratie. Huisartsen gingen meestal wel in op de bezorgdheid van de patiënt maar exploreerden het probleem vooral via het somatische spoor. (11) Olde Hartman bestudeerde via focusgroepenonderzoek hoe huisartsen omgaan met patiënten met persisterende lichamelijk onverklaarde klachten. Huisartsen erkennen het belang van een aangepast verklaringsmodel bij de diagnose van lichamelijk onverklaarde klachten maar ervaren beperkingen om dit helder uit te leggen aan de patiënt. Ze proberen de patient gerust te stellen op niet-specifieke manieren, bijvoorbeeld door te zeggen dat er geen ziekte is, door het gebruik van metaforen of door de symptomen te normaliseren. Als patiënten blijven terugkomen met LOK, wordt het belang van een goeie arts-patiëntrelatie beklemtoond. (13) 7
8 De Script-concordance test van Bernard Charlin is een test die het klinisch redeneren evalueert binnen een context van onzekerheid. Er wordt een script voorgelegd, een authentieke klinische situatie die wordt voorgesteld in geschreven vorm. Hierbij kunnen de testpersonen voor elk klinisch gegeven uit het script aanduiden in welke mate de hypothese, ofwel een diagnose of een beleidsvoorstel, bevestigd of ontkend wordt. Op die manier wordt nagegaan hoe verschillende kwalitatieve argumenten leiden tot een klinische beslissing. De scores worden vergeleken met die van een referentiepanel van experten waarbij de graad van overeenstemming tussen beide responspatronen wordt beoordeeld. Deze test kent reeds toepassingen binnen de huisartsgeneeskunde, vroedkunde, heelkunde en radiologie. (14-15) Deze testmethode is bijzonder interessant omdat ze rekening houdt met de specifieke manier van klinisch redeneren die huisartsen vaak hanteren, gebaseerd op patroonherkenning. Tijdens een consult krijgt een arts een grote hoeveelheid informatie te verwerken. Bij eenvoudige gevallen worden de relevante gegevens snel geclusterd tot een bekend ziektepatroon. Dit categoriseren verloopt via het matchen van casusgegevens met concrete voorbeelden of abstracte prototypes opgeslagen in het geheugen van de arts. Naast patroonherkenning doet de arts ook beroep op de sequentiële hypothesetoetsende methode, waarbij aan de hand van sleutelsignalen van de patiënt globale herkenningsbeelden in het geheugen van de arts, de zogenaamde ziektescripts, worden aangesproken. Deze herkenningsbeelden leiden tot een lijst van werkhypothesen die de één na de andere (sequentieel) door anamnese en onderzoek worden getoetst. (16) Deze tweede methode van diagnostisch redeneren is ook van toepassing bij het vermoeden van lichamelijk onverklaarde klachten. De werkhypothese van lichamelijk onverklaarde klachten vereist dat eerst een aantal somatische werkhypothesen werden getoetst, waaruit blijkt dat de aanwezige symptomen niet (volledig) verklaard kunnen worden door een bekende somatische aandoening of door het gebruik van een stof (drugs of medicijnen). De meeste somatische werkhypothesen kunnen op basis van anamnese en klinisch onderzoek getoetst worden. Samen met dit gegeven zijn er vaak nog een aantal andere aanwijzingen voor lichamelijk onverklaarde klachten beschikbaar voor de arts. De belangrijkste zijn het vermoeden van psychosociale problematiek, een voorgeschiedenis van lichamelijk onverklaarde klachten, frequent doktersbezoek, hardnekkige ongerustheid bij de patiënt, en een gevoel van onbehagen bij de arts. (17) Andere mogelijke aanwijzingen worden voorgesteld in addendum. (11, 17-20) 8
9 VERANTWOORDING ONDERZOEKSMETHODIEK Wij kozen ervoor om onze onderzoeksvraag te beantwoorden via een eigen interpretatie van de script-concordance test. We ontwikkelden een audiovisuele toets met drie casussen van patiënten met lichamelijk onverklaarde klachten, met de bedoeling die voor te leggen aan een grote groep artsen. De voordelen van dit soort onderzoek zijn de reproduceerbaarheid bij een grote groep testpersonen en de non-variabiliteit van de aangeboden gegevens. Het voordeel ten opzichte van een geschreven script is dat ook niet-verbale vaardigheden worden weergegeven en dat de reële situatie van een consultatie in de huisartspraktijk beter wordt benaderd. DOELGROEP Naar analogie met het onderzoek van Grypdonck et al. kozen we voor de doelgroep van de Vlaamse huisartsen-praktijkopleiders en de huisartsen in opleiding. (1) Ook de laatstejaarsstudenten arts met afstudeerrichting huisartsgeneeskunde kozen, werden geïncludeerd in de doelgroep. Bij de uitnodiging tot deelname werd de toets voorgesteld als onderzoek naar diagnostisch redeneren huisartsen zonder hierbij te suggereren dat het om lichamelijk onverklaarde klachten ging. We verwachten deelname van een 250-tal respondenten, waarvan 100 respondenten van het 7 e jaar huisartsgeneeskunde, 100 haio s, en 50 huisarts-praktijkopleiders. ACHTERGRONDVARIABELEN Om na te gaan of bepaalde subgroepen sneller het somatische spoor loslaten, werd geopteerd volgende achtergrondvariabelen mee te bevragen: geslacht, laatstejaarsstudent arts met afstudeerrichting huisartsgeneeskunde, haio eerste of tweedejaar, huisarts-praktijkopleider. VARIABELEN Voor het bepalen van het gepresenteerde symptoom in onze drie casussen, hebben we ons gebaseerd op een onderzoek van Aiarzaguena et al. waarbij een positief predictieve waarde voor een organische basis werd toegekend aan een aantal frequent voorkomende lichamelijk 9
10 onverklaarde klachten. (10) De PPV s varieerden van 14 tot 26% en lagen bij patiënten met LOK beduidend lager dan in de algemene populatie. In de lijst van meest voorkomende LOK s kozen we twee symptomen: thoracale pijn met een eerder lage probabiliteit voor LOK (PPV 25% voor organische basis bij somatiserende patiënten, >65% bij algemene populatie), maagpijn met een eerder hoge probabiliteit voor LOK (PPV 15% voor organische basis bij somatiserende patiënten, in algemene populatie ongeveer gelijk). Daarnaast kozen we ook voor duizeligheid als klacht met een intermediaire probabiliteit voor LOK (PPV 33% voor organische basis in algemene populatie). (21) De casussen werden in een vaste volgorde aangeboden, met een toenemende positief predictieve waarde voor LOK. Eerst werd de casus over thoracale pijn aangeboden, daarna de klacht over duizeligheid, en tenslotte de klacht over maagpijn, zodat zo weinig mogelijk de indruk werd gewekt dat we de aanpak van lichamelijk onverklaarde klachten onderzoeken. IMPLEMENTATIE TOT TOETS Deze drie fictieve casussen werden verfilmd met medewerking van acteurs die vooraf een scenario instudeerden. Elke casus werd via twee à drie videofragmenten aangeboden, aangevuld met geschreven tekst en gesproken tekst via een off-screen stem. Elke casus start met een voorstelling van de patiënt met zijn voorgeschiedenis, probleemlijst, medicatie en eventueel relevante sociale gegevens. Bij de eerste twee casussen over thoracale pijn en duizeligheid, gaat het om een nieuwe klacht, bij de laatste casus over maagpijn is er sprake van chronisch bestaan. Naarmate elke casus vordert werden enkele variabelen geïntegreerd die de probabiliteit voor LOK verhogen: de arts krijgt bijkomende gegevens uit anamnese uit klinisch onderzoek die de waarschijnlijkheid van somatische werkhypothesen niet kunnen bevestigen, of de arts krijgt aanwijzingen die kunnen wijzen op onderliggende psychosociale problematiek of kenmerken die richtinggevend zijn voor somatisatie (zie addendum) (11, 17-20) Tijdens de opnames werden de casussen zoveel mogelijk opgesteld met de bedoeling een zekere twijfel in stand te houden over de werkhypothese zodat beide sporen in principe kunnen gehanteerd worden. 10
11 Er zijn per casus drie bevragingsmomenten, waarbij we in totaal negen evaluatiemomenten bekomen om na te gaan hoe snel in het diagnostisch redeneren, het somatisch spoor wordt losgelaten. Na elk fragment werden aan de artsen drie vragen gesteld. De eerste vraag peilt naar de volgende diagnostische stap die de arts zou kiezen. We hebben hierbij geen meerkeuze antwoordmogelijkheden voorgesteld om zoveel mogelijk het cueingeffect te vermijden, en lieten het antwoord noteren als vrije tekst om een zo ruim mogelijke interpretatie toe te laten, maar stelden wel enkele voorbeelden voor ter illustratie. We vroegen ook om een eerste en tweede keuze aan te geven zodat het diagnostisch landschap breed kan worden gehouden. Vervolgens werd gevraagd om een voorlopige werkhypothese of diagnose te noteren, zoals de arts die zou noteren in het medisch dossier. De derde vraag bestond erin om via een schuifpasser scoresysteem te beoordelen in hoeverre de arts het nodig vond verder diagnostisch onderzoek uit te voeren dan wel een empirische behandeling zou toepassen. CODEREN Het coderen van de antwoordmogelijkheden moest zo goed mogelijk aansluiten bij onze onderzoeksvraag: hoe snel wordt het somatische spoor losgelaten om het cognitiefgedragsmatig spoor te verkennen? Voor het coderen van de eerste vraag, waarin de eerstvolgende diagnostische stap wordt aangegeven, gingen we als volgt tewerk. Kappen T et al. maakten een onderverdeling in antwoordcategoriëen op basis van eerder verschenen publicaties. (11, 18, 22, 23) De eerste categorie bestond uit een ontkennende respons. Hierbij slaagde de huisarts er helemaal niet in om het gepresenteerde symptoom, de gegeven aanwijzingen of bezorgdheden van de patiënt bespreekbaar te maken. Mogelijke antwoorden waren veranderen van onderwerp, overgaan tot klinisch onderzoek, of kortom geen antwoord geven. In een tweede categorie werden de niet-explorerende antwoorden ondergebracht. Hier ging de arts in op het symptoom zonder de kans te bieden aan de patiënt om bijkomende informatie over zijn situatie te verschaffen of zelf naar bijkomende informatie te vragen. Voorbeelden van antwoorden waren normalisatie van het probleem, geruststellen zonder aangepast 11
12 verklaringsmechanisme te bieden, de verantwoordelijkheid bij de patiënt leggen, reageren met humor, het bestaan van de symptomen zonder meer erkennen. De derde categorie bevatte de explorerende antwoorden. Deze categorie werd nog eens onderverdeeld in drie subcategorieën. De eerste bestond uit niet-directionele exploratie. Hier wordt de patiënt gestimuleerd om meer over zijn situatie te vertellen via een open vraag. De tweede bestond uit directe exploratie, wanneer de arts probeert om de onderliggende bezorgdheid te begrijpen of verheldering vraagt naar een expliciete psychosociale aanwijzing. De derde bestond uit louter somatische exploratie. We vertaalden deze antwoordcategorieën naar onze onderzoeksvraag hoe snel wordt het somatische spoor losgelaten om het cognitief-gedragsmatig spoor te verkennen op de volgende manier: 1. Het somatisch spoor volgen: Verder exploreren op somatisch vlak. Biomedisch verklaringsmodel hanteren. Autoriteit van een negatief testresultaat: geruststellen. Medicamenteuze behandeling of verwijzing. 2. Neutraal spoor volgen. Verder exploreren op een niet-directionele wijze. Afwachtende houding aannemen. Normaliseren en geruststelling zonder effectief verklaringmechanisme of door enkel empathische houding aan te nemen 3. Het cognitief-gedragsmatig spoor verkennen. Verder exploreren naar ideeën, bezorgdheden en ongerustheid over de klacht, exploreren naar aanwijzingen voor onderliggende psychosociale problematiek. Biopsychosociaal model hanteren. 4. Het cognitief-gedragsmatig spoor toepassen. Specifieke cognitief-gedragsmatige technieken hanteren: toepassen gevolgenmodel, reatrributiemodel, verwijzen naar psycholoog of psychiater 5. Andere respons. Voor het coderen van de tweede vraag, de werkhypothesen die de arts invult na het bekijken van elk fragment, kozen we deze drie categorieën: 1. Een biomedische werkhypothese. Hier wordt het somatisch spoor overduidelijk gevolgd. 2. Een andere werkhypothese. Het somatisch spoor wordt verlaten. 3. Een onduidelijke werkhypothese, die niet in de eerste of tweede categorie kan worden ondergebracht. 12
13 Voor het coderen van de derde vraag waarbij de huidige houding van de arts wordt beschreven aan de hand van een zekerheidsschaal, kozen we voor een onderverdeling van 1 tot 5 via een schuifpassersysteem. Bij een score van 1 wordt gekozen voor verdere diagnose en wil de arts zijn werkdiagnose verder bevestigd of ontkracht zien. Er is dus sprake van veel twijfel. Bij een score van 5 is de arts zeker van zijn werkhypothese en kan een empirische behandeling worden gestart. De scores 2 tem 4 liggen hiertusssen in en weerspiegelen een stijgende zekerheidsgraad. ANALYSE We wensen de resultaten op twee manieren te analyseren. In een eerste fase willen we bekijken hoe elke proefpersoon afzonderlijk het diagnostisch traject aflegt. Dezelfde vragen worden bij eenzelfde proefpersoon op negen opeenvolgende testmomenten herhaald. Hier is er dus spraken van longitudinale analyse waarbij we hopen een ontwikkeling in kaart te brengen waarbij na verloop van tijd het somatisch spoor losgelaten wordt. De resultaten zullen ook transversaal bekeken worden. Hier zal bij elk afzonderlijk testmoment vergeleken worden hoe elk individu scoort ten opzichte van de groep. Op deze manier zullen de verschillen tussen huisartsen onderling om het somatisch spoor te verlaten, duidelijk worden, zowel per testmoment afzonderlijk als per casus. RESULTATEN Dit beschrijvend explorerend onderzoek wordt momenteel afgenomen bij de laatstejaarsstudenten geneeskunde met afstudeerrichting huisartsgeneeskunde, de haio s van het eerste en tweede jaar en de praktijkopleiders. De resultaten zullen voorgesteld worden op 29 mei 2010 te Leuven. 13
14 REFERENTIES 1. Grypdonck L, Van Mechelen W, Degryse J. The perception of general practice trainees and their trainers concerning patients with medical unexplained physical symptoms Eur. J of General practice (2010) (in press). 2. Ring A, Dowrick C, Humphris G, et al. Do patients with unexplained physical symptoms pressurize general practitioners for somatic treatment? A qualitative study. BMJ 2004; 328; Van den Brink-Muinen A, Van Dulmen AM, jung HP, et al. Communiceren artsen volgens de verwachtingen van hun patiënten, Huisarts Wet 2008; 51 (3): µ 4. Escobar JI, Gara MA, Diaz-Martinez AM, et al. Effectiveness of a time-limited cognitive behavior therapy-type intervention among primary care patients with medically unexplained symptoms. Ann Fam Med 2007;5: Blankenstein AH, van der Horst HE, Schilte, et al. Development and feasibility of a modified reattribution model for somatising patients, applied by their own general practitioners. Patient Educ Couns 2002; 47: Van Houdenhove B. Somatiserende patiënten in de huisartsenpraktijk. Psychologische reattributie of leren omgaan met de klachten? Huisarts Nu 2010; 39: Arnold IA, De Waal MWM, Eekhof JAH, Spinhoven P, Assendelft WJJ, Van Hemert AM. Onverklaarde lichamelijke klachten en de samenhang met depressie en angst. Huisarts Wet 2007; Declercq T, Rogiers R. Lichamelijk onverklaarde klachten in de huisartsenpraktijk. Het reattributiemodel. Huisarts Nu 2007; 36 (5): Aiarzaguena JM, Grandes G, Salazar A et al. The diagnostic challenges presented by patientes with medically unexplained symptoms in general practice. Scandinavian Journal of Primary Health Care, 2008; 26:
15 10. Kappen T, van Dulmen S. General practitioners responses to the initial presentation of medically unexplained symptoms: a quantitative analysis. BioPsychoSocial Medicine 2008; 2: Essers G, Floor E, Blankenstein AH, et al. Nascholingscursus Beleid bij patiënten met lichamelijk onverklaarde klachten: cognitief-gedragtherapeutische technieken voor de huisarts. Utrecht: NHG, Olde Hartman TC, Hassink-Franke LJ, Lucassen PL et al. Explanation and relations. How do general practitioners deal with patients with persistent medically unexplained symptoms: a focus group study. BMC Family Practice 2009, 10: Brailovsky C, Charlin B, Beausoleil S, et al. Measurement of clinical reflective capacity early in training as a predictor of clinical reasoning performance at the end of residency: an experimental study on the script concordance test. Med Educ. 2001;35(5): Fournier JP, Demeester A, Charlin B. Script Concordance Tests: Guidelines for Construction. BMC Medical Informatics and Decision Making 2008, 8: Van Puymbroeck H, De Wachter J, Blanckaert F, et al. Klinische logica (deel 1): van aanmelding(sklacht) tot diagnostisch landschap. Huisarts Nu 2004; 33(3): Van der Feltz-Cornelis C, van der Hortst H. Handboek somatisatie. Lichamelijk onverklaarde klachten in de eerste en de tweede lijn (2 de druk) Utrecht: de Tijdstroom, Salmon P, Dowrick CF, Ring A et al. Voiced but unheard agendas: qualitative analysis of the psychosocial cues that patients with unexplained symptoms present tot general practitioners. Br J of Gereal Practice 2004; 54: Lang F, Floyd M, Beine K. Clues to patient s explanations and concerns about their ilnesses. A call for active listening. Arch Fam Med 200; 9: Page LA. Medically unexplained symptoms: exacerbating factors in the doctor-patient encounter. J R Soc Med 2003; 96:
16 20. Verheij AAA, Van Weert HCPM, Lubbers WJ, Van Sluisveld ILL, Saes GAF, Eizenga WH, Boukes FS, Van Lieshout J. NHG standaard duizeligheid. Huisarts & Wetenschap 2002;45: Dowrick CF, Ring A, Humphris GM, Salmon P. Normalisation of unexplained medical symptoms by general practitioners: a functional typology. Br J of General Practice 2004, 54, Floyd MR, Lang F, Mc Cord RS, Keener M. Patients with worry: presentation of concerns and expectation for respons. Patient Educ Couns 2005, 57:
17 ADDENDUM AANWIJZINGEN NAAR LICHAMELIJK ONVERKLAARDE KLACHTEN Aanwijzingen in communicatiestijl: (11, 17-20) uiten van hardnekkige bezorgdheid of onzekerheid over de oorzaak van de klacht uiten van gevoelens rond de klacht, verhalen over andere patiënten met dezelfde klacht uiten van vermoeden van ernstige ziekte uiten van onzekerheid door normaliseren expliciete vraag naar verklaring van de klacht uiten van verwachting over oplossing uiten van psychosociaal of emotioneel probleem: stress, stemmingsstoornis of depressie, gebruik van metaforen levendig beschrijven of overdrijven van de klacht non verbale expressie uiten van nood aan emotionele steun Aanwijzingen door beschikbare patiëntengegevens: vrouw > man frequente doktersbezoeken vage en inconsistente presentatie van de klacht overmatige bezorgdheid over onschuldige aandoeningen die in het algemeen zelflimiterend zijn voorgeschiedenis lichamelijk onverklaarde klachten aanwezige psychosociale problematiek problematische jeugd ervaring van zieke ouder tijdens kinderperiode buikpijn als kind angst en depressie vaak samen voorkomend life events voorafgegaan aan LOK ervaring van frustratie bij andere hulpverleners eerder uitgevoerde onderzoeken negatief, veel verwijzingen Persoonlijkheidsstoornissen: dwangmatig en antisociaal gedrag, hulpeloos gedrag vraag naar vrijstelling van sociale activiteiten 17
huisartsgeneeskunde & ouderengeneeskunde
huisartsgeneeskunde & ouderengeneeskunde Dokter, hoe moet ik nu toch verder met die pijn? Pijnrevalidatie in de eerste lijn Henriëtte van der Horst, huisarts Hoofd afdeling huisartsgeneeskunde & ouderengeneeskunde
Nadere informatieLet s talk. Trea Broersma psychiater
Let s talk about SOLK Trea Broersma psychiater SOLK??? Let s talk about..solk SOLK in de huisartsenpraktijk Lichamelijke klachten zonder somatische oorzaak SOLK en somatisatie Problemen bij SOLK en somatisatie
Nadere informatie! "! " #)% Lichamelijke Klachten Lichamelijk Onverklaarde Klachten (LOK) Somatoforme stoornissen
Bert van Hemert psychiater Parnassia psycho-medisch centrum Leids Universitair Medisch Centrum L U M C Shakespeare Lichamelijke klachten Door de dokter niet verklaard door pathologische bevindingen Door
Nadere informatieInhoud. H.E. van der Horst. T.C. olde Hartman en P.L.B.J. Lucassen. A.H. Blankenstein. H. Woutersen-Koch
VII 1 Inleiding SOLK in de huisartsenpraktijk: begrippen en epidemiologie... 1 H.E. van der Horst 1.1 Wat is SOLK?... 2 1.2 Andere (veel)gebruikte termen.... 3 1.3 Relatie tussen SOLK en somatisatie....
Nadere informatiehoofdstuk 1 doelstellingen hoofdstuk 2 diagnosen
Dit proefschrift gaat over moeheid bij mensen die dit als belangrijkste klacht presenteren tijdens een bezoek aan de huisarts. In hoofdstuk 1 wordt het onderwerp moeheid in de huisartspraktijk kort geïntroduceerd,
Nadere informatieSomatisch onvoldoende verklaarde lichamelijke klachten in de 1e lijn Ingrid Arnold
Somatisch onvoldoende verklaarde lichamelijke klachten in de 1e lijn Ingrid Arnold LUMC Public Health en Eerstelijnsgeneeskunde Huisarts te Leiderdorp Uw spreekuur Moeheid Pijnklachten Buikpijn Hoofdpijn
Nadere informatieKomt stress van de patiënt aan bod bij de huisarts? Factsheet Databank Communicatie, oktober 2007.
Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL De gegevens mogen met bronvermelding (Komt stress van de patiënt aan bod bij de huisarts? J Noordman, J van Weert, A van den Brink-Muinen, S van Dulmen, J Bensing
Nadere informatieSomatisch onvoldoende verklaarde lichamelijke klachten: De richtlijn
Somatisch onvoldoende verklaarde lichamelijke klachten: De richtlijn Ingrid Arnold LUMC Public Health en Eerstelijnsgeneeskunde Huisarts te Leiderdorp Dokter, ik ben zo moe. Vermoeidheid Hoofdpijn Buikklachten
Nadere informatieOnverklaarde klachten (SOLK)
Onverklaarde klachten (SOLK) de rol van de huisarts de rol van de patiënt de rol van het consult Peter Lucassen Tim olde Hartman De rol van de dokter Wat zat er in ons hoofd? Onverklaarde klachten hebben
Nadere informatieMindfulness bij somatoforme stoornissen. Hiske van Ravesteijn psychiater i.o.
Mindfulness bij somatoforme stoornissen Hiske van Ravesteijn psychiater i.o. Mindfulness-based cognitieve therapie (MBCT) bij somatoforme stoornissen Onverklaarde lichamelijke klachten 20% Persisterende
Nadere informatieSOLK: de persoon, de symptomen en de dialoog
Juul Houwen, Peter Lucassen, Hugo Stappers, Pim Assendelft, Sandra van Dulmen, Tim olde Hartman SOLK: de persoon, de symptomen en de dialoog Samenvatting Houwen J, Lucassen PL, Stappers HW, Assendelft
Nadere informatieOmgaan met onzekerheid. Domus Medica vzw Afdeling Kwaliteitsbevordering 2007
Omgaan met onzekerheid Domus Medica vzw Afdeling Kwaliteitsbevordering 2007 Ontstaan programma EQuiP Conference Barcelona 2006: Congres over kwaliteitsbevordering binnen de eerstelijn. Taak van de EQuiP
Nadere informatie2015 Enny Versteeg Kenniscentrum Psychosomatiek & Stress
2 2015 Enny Versteeg Kenniscentrum Psychosomatiek & Stress Boeken SOLKNET en de pers Psychosomatiek therapie Opleiding PST PST & SOLK Versteeg, E. (2014). SOLK verdient diagnostiek en behandeling van de
Nadere informatieOmgaan met (onbegrepen) lichamelijke klachten. Prof. dr. Sako Visser Universiteit van Amsterdam Pro Persona GGZ Dr. Michel Reinders GGZinGeest
Omgaan met (onbegrepen) lichamelijke klachten Prof. dr. Sako Visser Universiteit van Amsterdam Pro Persona GGZ Dr. Michel Reinders GGZinGeest Van DSM IV naar DSM 5 DSM IV - somatisatie stoornis, - somatoforme
Nadere informatieOnverklaard maakt onbemind. 8 februari 2011 Utrecht
Psychiatrisch Consultatieve Dienst SLAZ/VUmc Onverklaard maakt onbemind Prof.dr.Adriaan Honig 8 februari 2011 Utrecht Onverklaard maakt onbemind AGENDA Wat verstaan we onder somatisch onvoldoende verklaarde
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting 200 NEDERLANDSE SAMENVATTING Duizeligheid is een veel voorkomend probleem bij ouderen. Tot 30% van de thuiswonende ouderen van 65 jaar en ouder ervaart enige vorm van duizeligheid.
Nadere informatieCommunicating about Concerns in Oncology K. Brandes
Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Nederlandse samenvatting Uit een recente rapportage van KWF Kankerbestrijding blijkt dat 64% van de (ex-) patiënten met kanker zorgen ervaart over psychosociale
Nadere informatieHandleiding bouwstenen zorgpaden basis ggz
Handleiding bouwstenen zorgpaden basis ggz 3. Zorgpad Signaleren en Screenen Handleiding bouwstenen zorgpaden 2012-12 27 Signaleren en screenen van psychische klachten Inleiding 29 1. Signaleren en screenen
Nadere informatieGGz in de huisartsenpraktijk. Christina Van der Feltz-Cornelis Symposium: Huisarts en POH GGz: samen sterker! Nieuwegein 22 januari 2015
GGz in de huisartsenpraktijk Christina Van der Feltz-Cornelis Symposium: Huisarts en POH GGz: samen sterker! Nieuwegein 22 januari 2015 MODEL BASISGGZ Model BasisGGz-Generalistische GGz-Specialistische
Nadere informatieCommunicatie met de SOLKpatiënt
Communicatie met de SOLKpatiënt Congres SOLK, niet te verklaren? wel te behandelen! Zwolle, 0 1 Doelstellingen: In gesprek met patiënt met SOLK Aandachtspunten Valkuilen Handvatten Metaforen Workshop!
Nadere informatieOnverklaarde lichamelijke klachten
Tim olde Hartman, Hiske van Ravesteijn, Peter Lucassen Onverklaarde lichamelijke klachten Samenvatting Olde Hartman TC, Van Ravesteijn H, Lucassen P. Onverklaarde lichamelijke klachten. Huisarts Wet 2012;55(7):301-5.
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Addendum A 173 Nederlandse samenvatting Het doel van het onderzoek beschreven in dit proefschrift was om de rol van twee belangrijke risicofactoren voor psychotische stoornissen te onderzoeken in de Ultra
Nadere informatieBegeleiding van HIV-patiënten
Symposium Up-to-Date in Infectieziekten Zaterdag 11 februari 2012 Begeleiding van HIV-patiënten Anneleen Lijnen Nurse physician assistant Dienst Infectieziekten 1) Voorstelling Verpleegkundige Ondersteuning
Nadere informatieVan Klacht naar Probleem
Thema Ma.1.B / Meeloopdag HAG Van Klacht naar Probleem a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a
Nadere informatieOnverklaard maakt onbemind
Onverklaard maakt onbemind 6 december 2012 Henriëtte van der Horst Dit komt aan de orde Wat is SOLK Werkwijze huisartsen LO?K-spreekuur Effectieve interventies/ lopend onderzoek Vragen en discussie 2 Wat
Nadere informatieArts-patiënt communicatie en medisch onverklaarde lichamelijke klachten:
Arts-patiënt communicatie en medisch onverklaarde lichamelijke klachten: [Attitudes, gedrag, verklaringen, verbetering] Bachelorthese Klinische Psychologie Universiteit van Amsterdam Auteur: Annelies de
Nadere informatieHandreiking signalering en begeleiding GGZ-problematiek bij diabetes
Handreiking signalering en begeleiding GGZ-problematiek bij diabetes September 2017 Handreiking signalering en begeleiding GGZ-problematiek tgv diabetes 1 Vooraf Patiënten met diabetes kampen met veel
Nadere informatieSamenvatting. Samenvatting
amenvatting Het aantal mensen met dementie neemt toe. De huisarts speelt een sleutelrol in het (h)erkennen van signalen die op dementie kunnen wijzen en hiermee in het stellen van de diagnose dementie,
Nadere informatieSomatoforme stoornissen - diagnostiek en behandelprincipes -
sen - diagnostiek en behandelprincipes - 1988 1994 Interne Geneeskunde Polikliniek Bert van Hemert psychiater epidemioloog 1998 2006 Huisartspraktijk 25 september 2007 Nascholing Opleidingscluster Psychiatrie
Nadere informatieDe waarde van een warm contact onderzoek naar affectieve zorgverlener-patiënt communicatie
De waarde van een warm contact onderzoek naar affectieve zorgverlener-patiënt communicatie iii Sandra van Dulmen Ziel en Zakelijkheid in de Zorg 30 september 2012 Ik vind het belangrijk dat mijn arts Ik
Nadere informatiePsychologische behandeling voor SOLK-patiënten door de POH-GGZ: resultaten van een rct
Psychologische behandeling voor SOLK-patiënten door de POH-GGZ: resultaten van een rct Kate Sitnikova 8 november 2018 Amsterdam UMC Locatie VUmc Afdeling Huisartsgeneeskunde & Ouderengeneeskunde Sheet
Nadere informatieNaar een Landelijk Opleidingsplan Huisartsgeneeskunde
Naar een Landelijk Opleidingsplan Huisartsgeneeskunde Zorg voor patiënten met Somatisch Onvoldoende Verklaarde Lichamelijke Klachten ( SOLK ) Colofon Expertgroep Zorg voor patiënten met Somatisch Onvoldoende
Nadere informatie15Niet-pluisgevoel Rubriekhouder: Mw. dr. G. A. Donker, (NIVEL) ( )
15Niet-pluisgevoel Rubriekhouder: Mw. dr. G. A. Donker, (NIVEL) (2010-2012) Inleiding Tijdens de opleiding leren huisartsen systematisch en door middel van vragen en onderzoek tot een diagnose te komen.
Nadere informatieInhoud. Nieuw in de NHG Standaard Angst. Vraag 2. Vraag 1. Vraag 3. Nieuw in de NHG standaard in beleid. Nieuw?! Diagnose en beleid RCT Implementatie
Inhoud Nieuw in de NHG Standaard Angst Christine van Boeijen PAO H 2012 Nieuw?! Diagnose en beleid RCT Implementatie En verder Wat hebt u geleerd? Vraag 1 Waarmee presenteert een patient met een angststoornis
Nadere informatieINFO VOOR PATIËNTEN PIJN EN VERMOEIDHEID. Els Tobback
INFO VOOR PATIËNTEN PIJN EN VERMOEIDHEID Els Tobback INHOUD 01 Inleiding 4 02 Diagnostisch traject 5 03 Aanmelding 6 04 Multidisciplinair onderzoek 7 05 Wetenschappenlijk onderzoek 9 06 Contact 9 4 /
Nadere informatieSneltesten voor respiratoire virussen: geschikt voor point-of-care? 13 juni 2017 Werkgroep Algemene Medische Microbiologie
Sneltesten voor respiratoire virussen: geschikt voor point-of-care? 13 juni 2017 Werkgroep Algemene Medische Microbiologie Andrea Bruning, MD PhD AIOS Medische Microbiologie Overzicht Introductie - Point-of-care
Nadere informatieSomatoforme stoornissen. Bert van Hemert, psychiater
Somatoforme stoornissen Bert van Hemert, psychiater Somatoforme stoornissen Algemene typering Classificatie DSM-IV + DSM-5 1. Lichamelijke klachten stoornis 2. Ziekte-angst stoornis 3. Conversie stoornis
Nadere informatieHow to present online information to older cancer patients N. Bol
How to present online information to older cancer patients N. Bol Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Goede informatievoorziening is essentieel voor effectieve
Nadere informatieSomatoforme stoornissen
Somatisch Onverklaarde Lichamelijke Klachten (SOLK) Somatoforme stoornissen Somatoforme stoornissen Somatoforme stoornissen Lichamelijke klachten Ziektegedrag Geen lichamelijke ziekte Er is een verschil
Nadere informatieSamen op weg: communicatie met kinderen en jongeren met SOLK. Voorbij de scheiding tussen lichaam en geest. Yvette Krol, klinisch psycholoog,
Samen op weg: communicatie met kinderen en jongeren met SOLK. Voorbij de scheiding tussen lichaam en geest. Yvette Krol, klinisch psycholoog, Deventer Ziekenhuis Ingeborg Visser, GZ-psycholoog i.o. tot
Nadere informatieNiet-pluisgevoel. Rubriekhouder: Mw. dr. G. A. Donker, (NIVEL) (2010-2013) Inleiding
Niet-pluisgevoel Rubriekhouder: Mw. dr. G. A. Donker, (NIVEL) (2010-2013) Inleiding Tijdens de opleiding leren huisartsen systematisch en door middel van vragen en onderzoek tot een diagnose te komen.
Nadere informatieSAMENVATTING. Achtergrond en doelstellingen van dit proefschrift
153 SAMENVATTING Achtergrond en doelstellingen van dit proefschrift Angst en depressie zijn de meest voorkomende psychische stoornissen, de ziektelast is hoog en deze aandoeningen brengen hoge kosten met
Nadere informatieDoor dwang gegijzeld. (Laat-begin) obsessieve-compulsieve stoornis bij Ouderen. Roos C. van der Mast
Door dwang gegijzeld (Laat-begin) obsessieve-compulsieve stoornis bij Ouderen Roos C. van der Mast OCS bij ouderen De obsessieve-compulsieve stoornis is een persisterende en stabiele diagnose die zelden
Nadere informatieDisclosures. De combinatie van lichamelijke klachten en psychische stoornissen. Inhoud. Vaak voorkomende SOLK. Wat is SOLK?
Hak de knoop niet te snel door, je kunt hem ook ontwarren Disclosures Dr. Jonna van Eck van der Sluijs Psychiater en senior onderzoeker Symposium: Behandeling van SOLK en persoonlijkheidsstoornissen bij
Nadere informatieEBM. Domein arts. Overwegingen bij domein arts
EBM Wetenschappelijke uitkomsten uit klinisch relevant prognostisch, diagnostisch en therapeutisch onderzoek. Kennis, ervaring, persoonlijke waarden en verwachtingen van de dokter zelf. De individuele
Nadere informatiePsychofysiologische begeleiding zinvol bij SOLK. (Somatisch Onvoldoende verklaarde Lichamelijk Klachten)
Psychofysiologische begeleiding zinvol bij SOLK. (Somatisch Onvoldoende verklaarde Lichamelijk Klachten) Eveline Kempenaar Algemene Leden Vergadering VDV november 2012 In het nieuws! 1 Definitie SOLK Lichamelijke
Nadere informatieCHAPTER. Samenvatting
CHAPTER 9 Samenvatting CHAPTER 9 Klachten aan pols en hand komen veel voor; bij 9 tot 12.5% van de Nederlandse volwassenen. Niet alle mensen bezoeken de huisarts voor pols- of handklachten. De huisarts
Nadere informatieZorgprogramma Angststoornissen
Zorgprogramma Angststoornissen Doelgroep Het Zorgprogramma Angststoornissen is bedoeld voor volwassenen die een angststoornis hebben. Mensen met een angststoornis hebben last van angsten zonder dat daar
Nadere informatieConclusies van het praktijkproject: Hoe goed schat de opleider de kwetsbaarheid en de graad
Conclusies van het praktijkproject: Hoe goed schat de opleider de kwetsbaarheid en de graad van zelfredzaamheid van zijn chronische bejaarde patiënten in? 0.VOORWOORD De laatste jaren is de aanpak van
Nadere informatieDe rol van de psycholoog. Prof. dr. Geert Crombez Geert.Crombez@UGent.be
De rol van de psycholoog Prof. dr. Geert Crombez Geert.Crombez@UGent.be Chronisch VermoeidheidsSyndroom Fukuda et al., 1994 Natuurlijk verloop 80% Costs 26% 17% 13% 8% 7 days 4 weeks 7 weeks 12 weeks 6
Nadere informatieSummary & Samenvatting. Samenvatting
Samenvatting De meeste studies na rampen richten zich op de psychische problemen van getroffenen zoals post-traumatische stress stoornis (PTSS), depressie en angst. Naast deze gezondheidsgevolgen van psychische
Nadere informatieHOOFDSTUK 1: INLEIDING
168 Samenvatting 169 HOOFDSTUK 1: INLEIDING Bij circa 13.5% van de ouderen komen depressieve klachten voor. Met de term depressieve klachten worden klachten bedoeld die klinisch relevant zijn, maar niet
Nadere informatieCharlotte Penders, Verpleegkundig Specialist Marc Kamps, Medisch Maatschappelijk Werker 17 december 2014
Charlotte Penders, Verpleegkundig Specialist Marc Kamps, Medisch Maatschappelijk Werker 17 december 2014 Zorgpad Casus Cervixcarcinoom Follow up Supportive care Soorten zorg in de psychosociale ondersteuning
Nadere informatieEVIDENCE BASED WERKEN MET E-HEALTH: BIJ ELKE CLIËNT? PROF. DR. ANNEMIEKE VAN STRATEN
EVIDENCE BASED WERKEN MET E-HEALTH: BIJ ELKE CLIËNT? PROF. DR. ANNEMIEKE VAN STRATEN 2 Hoogleraar Klinische Psychologie VU POH- GGZ in huisartsenpraktijk 3 E-health Wat bedoel ik daarmee? 4 Uitgangspunt:
Nadere informatieWetenschappelijk onderzoek naar somatisatie en somatoforme stoornissen
9 Wetenschappelijk onderzoek naar somatisatie en somatoforme stoornissen Samenvatting Dit hoofdstuk geeft een overzicht van het wetenschappelijk onderzoek naar somatisatie en somatoforme stoornissen. De
Nadere informatieSamenvatting, met de AAA checklist
Samenvatting, met de AAA checklist 187 Huisarts-patiënt communicatie in de palliatieve zorg Aanwezigheid, actuele onderwerpen en anticiperen Huisartsen spelen in veel landen een centrale rol in de palliatieve
Nadere informatieDeel één Ȃ communicatie over het levenseinde in Europa: een vergelijkend onderzoek.
Samenvatting 204 De ethische grondslag om patiënten te betrekken bij beslissingen over de medische behandelingen aan hun levenseinde wordt in Europa in toenemende mate erkend, net als de voordelen van
Nadere informatiePatient met angststoornis(sen) Video - casus
Behandeling van angststoornissen in de eerstelijnszorg; effectiviteit en toepasbaarheid van Begeleide Zelfhulp Christine van Boeijen Symposium Geen paniek 2010 Voorstellen Christine van Boeijen, psychiater
Nadere informatieAngst en depressie in de huisartspraktijk: signaleren van risicogroepen. Peter F M Verhaak NIVEL
Angst en depressie in de huisartspraktijk: signaleren van risicogroepen Peter F M Verhaak NIVEL 12-maands prevalentie stemmings-, angst- en middelenstoornis 250 200 N/1000 patiënten 150 100 50 Depressie
Nadere informatieCentrum voor Lichamelijk Onverklaarde Klachten (CLOK)
Centrum voor Lichamelijk Onverklaarde Klachten (CLOK) Wijzingen van DSM-IV naar DSM-5 Lisette t Hart & Ingeborg Visser Vragen Wie heeft in de afgelopen twee weken last gehad van buikpijn, maagpijn, misselijkheid,
Nadere informatieMoe en ni goe Kijk eens alles na in mijn bloed! Lenie Jacobs Zo 13/4/2014
Moe en ni goe Kijk eens alles na in mijn bloed! Lenie Jacobs Zo 13/4/2014 Casuïstiek adm: Marie, 35 jaar Beroep: Hoofdverantwoordelijke verkoop Gezin: Echtgenoot huisarts 3 kinderen, (1 ADHD) Hobby: 1x
Nadere informatieOnderwijsmateriaal voor toetsgroepen
1. Toelichting op het onderwijsmateriaal 1 Dit onderwijsmateriaal is gebaseerd op de NHG-Standaard M71 van mei 2012 Buikpijn is een veelvoorkomende klacht in de huisartsenpraktijk. Het is ook een moeilijke
Nadere informatieZELFMANAGEMENTONDERSTEUNING IN DE CHRONISCHE ZORG COMPETENTIES BIJ (STUDENT)VERPLEEGKUNDIGEN
ZELFMANAGEMENTONDERSTEUNING IN DE CHRONISCHE ZORG COMPETENTIES BIJ (STUDENT)VERPLEEGKUNDIGEN Veerle Duprez Prof. dr. Ann Van Hecke AANLEIDING Beroeps- & opleidingsprofiel Mensen met chronische aandoening
Nadere informatieSAMENVATTING. Samenvatting
SAMENVATTING Het onderwerp van dit proefschrift betreft somatisch onvoldoende verklaarde lichamelijke klachten (SOLK) in de huisartsenpraktijk. We spreken van SOLK als de lichamelijke klachten langer dan
Nadere informatieCognitieve gedragstherapie
Cognitieve gedragstherapie Een succesvolle psychotherapie voor diverse emotionele stoornissen en problemen Afdeling Psychiatrie en Medische Psychologie Wat is Cognitieve Gedragstherapie? Cognitieve gedragstherapie
Nadere informatieSOLK. Mindset Het SOLK consult Wat zit er nu in mijn hoofd. Dr. Tim olde Hartman
SOLK Mindset Het SOLK consult Wat zit er nu in mijn hoofd Dr. Tim olde Hartman MINDSET Bewegen Bewegen en mortaliteit 3 cross-sectional surveys patiënten overleden follow-up NHIS: 1990 40.760 11.088 (27.2%)
Nadere informatiehet laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en
Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens
Nadere informatieSamenvatting (Summary in Dutch)
Samenvatting (Summary in Dutch) Zowel beleidsmakers en zorgverleners als het algemene publiek zijn zich meer en meer bewust van de essentiële rol van kwaliteitsmeting en - verbetering in het verlenen van
Nadere informatieDepressie en comorbiditeit. Studies in de huisartsenpraktijk naar voorkomen en gevolgen voor de zorg.
Samenvatting Depressie en comorbiditeit. Studies in de huisartsenpraktijk naar voorkomen en gevolgen voor de zorg. Inleiding (hoofdstuk 1) Een depressie komt vaak tegelijkertijd voor met een chronische
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting 119 120 Samenvatting 121 Inleiding Vermoeidheid is een veel voorkomende klacht bij de ziekte sarcoïdose en is geassocieerd met een verminderde kwaliteit van leven. In de literatuur
Nadere informatieSamen met de kinderartsen
Samen met de kinderartsen L.H.M. Berg, kinder- en jeugdpsychiater GGNet Jeugd Indeling Visie beroepsvereniging (NVvP) op plaatsbepaling van psychiatrie Aanvulling afdeling Kinder en Jeugd Casus 5-jarige
Nadere informatieEen onverwachte draai in het verhaal Over valkuilen en blinde vlekken
Een onverwachte draai in het verhaal Over valkuilen en blinde vlekken dr. Geert-Jan Geersing huisarts-onderzoeker dr. Alfred Sachs huisarts-onderzoeker dr. Janneke Hendriksen aios Huisartsgeneeskunde Introductie
Nadere informatieOur brains are not logical computers, but feeling machines that think.
Drs. Fernando Cunha (Child Support Europe) Ontwikkelingspsycholoog Gezondheidspsycholoog (BIG) Kinder- en Jeugdpsycholoog (NIP) Onderwijsspecialist http://www.child-support-europe.com In dienst van kinderen,
Nadere informatieRoutinedata in de medische zorg in de avond, nacht en weekenden voor mensen met verstandelijke beperkingen
Focus congres 22 juni 2015 Routinedata in de medische zorg in de avond, nacht en weekenden voor mensen met verstandelijke beperkingen Prof. Dr. H. van Schrojenstein Lantman- de Valk Prof. Dr. W.J.J. Assendelft
Nadere informatiedr. M.F. Cox, huisarts C.M. van der Feltz-Cornelis, psychiater-epidemioloog dr. B. Terluin, huisarts Somatisatie
dr. M.F. Cox, huisarts C.M. van der Feltz-Cornelis, psychiater-epidemioloog dr. B. Terluin, huisarts Somatisatie Practicum huisartsgeneeskunde een serie voor opleiding en nascholing redactie dr. B.J.A.M.
Nadere informatieCursus pijneducatie in de praktijk
Cursus pijneducatie in de praktijk Transcare & pain in motion organiseren in het voorjaar van 2016 in het Noorden van Nederland een driedaags cursus pijneducatie in de praktijk. Data: 18 februari, 25 februari,
Nadere informatieSOLK Inleiding. Dr. E.M. van de Putte, kinderarts-sociale pediatrie. SOLK Aristo 15 maart 2016
SOLK Inleiding Dr. E.M. van de Putte, kinderarts-sociale pediatrie SOLK Aristo 15 maart 2016 Wie zitten in de zaal? jeugdarts kinderarts kinderverpleegkundige huisarts GZ-psycholoog pedagogisch medewerker
Nadere informatieDiagnostiek- en behandelmogelijkheden van somatoforme stoornissen in de 2e en 3e lijns GGZ
Diagnostiek- en behandelmogelijkheden van somatoforme stoornissen in de 2e en 3e lijns GGZ Dr. Martina Bühring psychiater / medisch manager Altrecht Psychosomatiek Inhoud lezing Luisteren naar de patiënt,
Nadere informatieOntmedicalisering. Gezondheid voor iedereen
* Ontmedicalisering Gezondheid voor iedereen Keuze voor de huisartsgeneeskunde: voor continuïteit voor persoonlijke zorg voor integrale zorg Maar ook: voor het gezonde WHO definitie gezondheid (1948) Een
Nadere informatieVoorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel
Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel Een onderzoek naar de invloed van cognitieve stijl, ziekte-inzicht, motivatie, IQ, opleiding,
Nadere informatieCommunicatie met patiënten met chronische SOLK
Tim olde Hartman, Eric van Rijswijk, Sandra van Dulmen, Evelyn van Weel-Baumgarten, Peter Lucassen, Chris van Weel Onderzoek Communicatie met patiënten met chronische SOLK Samenvatting Olde Hartman TC,
Nadere informatieSamenvatting. (summary in Dutch)
(summary in Dutch) 193 Introductie Het medisch consult - waarin een huisarts en een patiënt met elkaar in gesprek gaan over ervaren gezondheidsproblemen, mogelijke diagnoses, en behandelingen - heeft een
Nadere informatieDokter ik wil hogerop Transmurale afspraken over patiënten met SOLK
Dokter ik wil hogerop Transmurale afspraken over patiënten met SOLK Ilona Statius Muller en Willem Blok Huisartsensymposium januari 2016 Doel: Hoe werken huisarts en specialist samen aan behandeling solk?
Nadere informatieBasisscholing Palliatieve Zorg voor artsen 2 november 2006 Nationaal Congres Palliatieve Zorg Sasja Mulder Onderwijs in palliatieve zorg in de medische specialisten opleiding 2001 2003 COPZ project ontwikkeling
Nadere informatieMOEILIJKE MENSEN? HTTP://WWW.YOUTUBE.COM/WATCH?V=GGHL0QQUXVU&FEATURE=REL ATED. Bernard Kloostra en Alie Schenk, Frontlijnteam 19-04-2012
MOEILIJKE MENSEN? HTTP://WWW.YOUTUBE.COM/WATCH?V=GGHL0QQUXVU&FEATURE=REL ATED Bernard Kloostra en Alie Schenk, Frontlijnteam 19-04-2012 Moeilijke mensen, ze zijn overal. In je huis, in je buurt, op je
Nadere informatieVan Klacht tot Patiënt
Van Klacht tot Patiënt Master I-fase 1 Toelichting Achtergrondinformatie In de fase tot het doctoraal examen krijgt u een visie op de taak van de arts aangereikt, die wordt bepaald door de gedachte dat
Nadere informatieDe beantwoordbare vraag (PICO)
4. Interpretatie effect (relevantie) 5. Toepassen in de praktijk De beantwoordbare vraag (PICO) Welke patiënten? P Welke interventie? Welk alternatief (comparison)? Welke uitkomst (outcome)? I C O P I
Nadere informatieInFoP 2. Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. Inhoud. Inleiding
Informatie voor Familieleden omtrent Psychose InFoP 2 Inhoud Introductie Module I: Wat is een psychose? Module II: Psychose begrijpen? Module III: Behandeling van psychose de rol van medicatie? Module
Nadere informatie4.3.1 Diagnostische Checklist voor cliënten zonder dementie: DSM-5 criteria
4.3.1 Diagnostische Checklist voor cliënten zonder dementie: DSM-5 criteria Stappen 1 t/m 4 betreffen Depressie, stappen 5 en 6 betreffen Apathiesyndroom STAP 1. Bepaal of de volgende hoofdsymptomen voorkomen.
Nadere informatieNVAB-richtlijn blijkt effectief
NVAB-richtlijn blijkt effectief Nieuwenhuijsen onderzocht de kwaliteit van de sociaal-medische begeleiding door bedrijfsartsen van werknemers die verzuimen vanwege overspannenheid, burn-out, depressies
Nadere informatieSomatoforme stoornissen in de huisartspraktijk: epidemiologie, behandeling en de co-morbiditeit met angst en depressie
Samenvatting Samenvatting Somatoforme stoornissen in de huisartspraktijk: epidemiologie, behandeling en de co-morbiditeit met angst en depressie Dit proefschrift beschrijft het Somatisatie Onderzoek Universiteit
Nadere informatieInformal Interpreting in Dutch General Practice. R. Zendedel
Informal Interpreting in Dutch General Practice. R. Zendedel Nederlandse samenvatting Informele tolken worden dagelijks ingezet in de medische praktijk wanneer arts en patiënt niet dezelfde taal spreken.
Nadere informatieTSCYC. Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum Ouderversie
TSCYC Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen HTS Report ID 15890-3156 Datum 18.07.2017 Ouderversie Informant: Jeroen de Vries Vader INLEIDING TSCYC 2/8 Inleiding De TSCYC is een vragenlijst
Nadere informatieCognitieve gedragstherapie en EMDR bij problematisch ernstig astma
Cognitieve gedragstherapie en EMDR bij problematisch ernstig astma Dr. Marieke Verkleij, GZ-psycholoog/postdoc onderzoeker VGCT najaarscongres 9-11-2018 Disclosure Interest Geen belangenverstrengeling
Nadere informatieHoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4. Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4
Samenvatting SAMENVATTING 189 Depressie is een veelvoorkomende psychische stoornis die een hoge ziektelast veroorzaakt voor zowel de samenleving als het individu. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO)
Nadere informatieAbnormale moeheid: als het chronisch dreigt te worden. Dr. An Bouwen KOLK AZ Sint-Jan Brugge
Abnormale moeheid: als het chronisch dreigt te worden. Dr. An Bouwen KOLK AZ Sint-Jan Brugge .. En na 6 maanden.. Evolutie naar gecompliceerde CVS patiënten door niet adequate opvang van in het begin.
Nadere informatiePsychologie Inovum. Informatie en productenboek voor cliënten, hun naasten en medewerkers
Psychologie Inovum Informatie en productenboek voor cliënten, hun naasten en medewerkers Waarom psychologie Deze folder is om bewoners, hun naasten en medewerkers goed te informeren over de mogelijkheden
Nadere informatieZelfmanagement ondersteuningsbehoeften. Bij mensen met EPA. Titus Beentjes Nationaal Congres GGz Verpleegkunde 16 juni 2016
Zelfmanagement ondersteuningsbehoeften Bij mensen met EPA Titus Beentjes Nationaal Congres GGz Verpleegkunde 16 juni 2016 Zelfmanagement ondersteuning behoeften & EPA Introductie Methode Bevindingen Discussie
Nadere informatieen psychosociale werkkenmerken voorspellen wie van de nog actief werkende bedrijfsen/
Moe! Studies naar hulpzoekend gedrag laten zien dat het besluit om een arts te bezoeken doorgaans het resultaat is van een complex proces. Niet alleen gezondheidsgerelateerde, maar ook sociale, culturele
Nadere informatie