Uitwerking opgaven Brugboek 18.5 t/m 18.8 en t/m 18.16

Transcriptie

1 Uitwerking opgaven Brugboek 18.5 t/m 18.8 en t/m Opgave 18.5 In deze opgave interestberekeningen. A. Bereken de interest voor 2016 Je kunt een aflossingschema per jaar maken, maar het kan sneller. Let op: het gaat over de interest van de lening niet over de aanschafwaarde! De aanschafprijs per is Hiervoor is een 8% hypothecaire lening van voor 30 jaar tegen 8% interest afgesloten. Er wordt met een gelijk bedrag per jaar afgelost. De aflossing per jaar is dus: / 30 = ,33 Voordat de interest over 2016 wordt berekend zijn er voor de periode 2013 t/m 2015 drie aflossingen geweest van ,33. Dit is Interest 2016 is: ( / ) x 8% = B. Bereken de interst voor 2023 Zelfde methode. Nu 2013 t/m 2022 tien aflossingen geweest van ,33. Dit is totaal ,30. Interest 2023 is: ( / ,30) x 8% = ,34 Zie ook volgende pagina

2 Opgave 18.5 Jaar Boekwaarde begin Rente % Rente Aflossing Boekwaarde eind % , , , ,67 8% , , , ,33 8% , , , ,00 8% , , , ,67 8% , , , ,33 8% , , , ,00 8% , , , ,67 8% , , , ,33 8% , , , ,00 8% , , , ,67 8% , , ,33

3 Opgave 18.6 Wederom een interestsom. Dit keer met een vast percentage van de lening. Feitelijk hetzelfde als een vast bedrag per jaar aflossen. A. Bereken de interest voor 2013 Lening per van jaar tegen 8% rente per jaar. Interest betaal je jaarlijks achteraf. De aflossing begint echter pas twee jaar later per en is 20% per jaar. Lening is afgelost na 5 jaar per Interest in 2013 gaat dus ver volledige bedrag lening. Er is nog niets afgelost: 8% x = B. Bereken de interest voor 2017 Inmiddels is er afgelost per en Tweemaal 20% = 40%. Schuldrestant : x 60% = Of x 20% = per jaar / / = Interest 2017: x 8% =

4 Opgave 18.7 Een opgave over de kosten van het leverancierskrediet. Bereken het rentepercentage van het ontvangen leverancierskrediet. Betaling binnen 45 dagen zonder korting of Betaling binnen 8 dagen met 2% korting. Er staan geen aankoopbedragen, dus we stellen het bedrag op 100. Bij 2% korting betaalt de afnemer 100 -/- 2% van 100 = 98. Dit krediet van (45 -/- 8) 37 dagen kost dus 2. ( 2 / 98) x 100% = 2, %. Op jaarbasis x 365 / 37 = 20,13% Of: (100 / 98 -/- 1) x 100% x (365/37) = 20,13% Of (krediet 0,02 / te betalen 0,98) x (365 / 37) x 100% = 20,13%

5 Opgave 18.8 Nog een som met de kosten van leverancierskrediet. Zelfde methode toe te passen. Bereken het rentepercentage van het ontvangen leverancierskrediet. Betaling binnen 5 weken zonder korting of Betaling binnen 8 dagen met aftrek 1,5% korting. 5 weken is hetzelfde als 35 dagen. Krediettermijn: 35 8 dagen = 27 dagen Korte methode: (krediet 0,015 / te betalen 0,985) x (365 / 27) x 100% = 20,59% Zie 18.7 voor andere methoden.

6 Opgave We krijgen nu een aantal opgaven met huurkoop. Bereken het kredietpercentage. Contante prijs is Bij huurkoop aanbetaling 700 en daarna 5 maandelijkse aflossingen van 580. Eerste betaling een maand na de aanbetaling. Kredietbedrag is /- 700 = Af te lossen 5 x 580 = Kredietkosten zijn dus 100 Krediettermijn: 1 maand 580 = maanden 580 = maanden 580 = maanden 580 = maanden 580 = = Gemiddelde krediettermijn = / x 1 maand = 3 maanden Kredietkosten per jaar: 100 x 12/3 = 400 Kredietpercentage = 400 / x 100% = 14,29%

7 Opgave A. Maak een schatting van het kredietpercentage Contante betaling 200 Bij gelijke termijnen gemiddeld (4 + 1) / 2 = 2,5 maand Bij huurkoop maanden x 40 = 210 Krediet 160 Kredietkosten 10 voor 2,5 maand Per jaar ongeveer 5x zo veel is 50 voor 160 is ruim 30%. B. Bereken het kredietpercentage Contante prijs is 200 Bij huurkoop aanbetaling 50 en daarna 4 maandelijkse aflossingen van 40. Eerste betaling een maand na de aanbetaling. Kredietbedrag is 200 -/- 50 = 150 Af te lossen 4 x 40 = 160 Kredietkosten zijn dus 10 Krediettermijn: 1 maand 40 = 40 2 maanden 40 = 80 3 maanden 40 = maanden 40 = = 400 Gemiddelde krediettermijn = 400 / 160 x 1 maand = 2,5 maanden Kredietkosten per jaar: 10 x 12/2,5 = 48 Kredietpercentage = 48 / 150 x 100% = 32% Ligt dus in de buurt van de schatting van A.

8 Opgave Bereken het kredietpercentage. Herhaling van zetten met andere perioden. Contante prijs is Bij huurkoop aanbetaling 900 en daarna 8 tweemaandelijkse termijnen van 100. Gevolgd door 8 tweemaandelijkse stortingen van 300 Eerste betaling twee maanden na de aanbetaling. Kredietbedrag is /- 900 = Af te lossen 8 x x 300 = Kredietkosten zijn dus 200 Gemiddelde krediettermijn: termijnbedragen Termijnen Gewogen Maanden Gemiddelde krediettermijn = / x 1 maand = 21 maanden Kredietkosten per jaar: 200 x 12/21 = 114,2857 Kredietpercentage = 114,2857 / x 100% = 3,81%

9 Opgave We gaan nu uitgaande van de uitkomst van het kredietpercentage van 20% de contante prijs berekenen. Het kredietpercentage bedraagt 20% op jaarbasis. De gemiddelde krediettermijn bedraagt bij 10 maanden gemiddeld ( ) / 10 = 55 / 10 = 5,5 maanden Of volledig te berekenen: termijnbedragen Termijnen Gewogen Maanden ( / af te lossen 1.310) x 1 maand = 5,5 maanden Kredietkosten per jaar 20%. Voor 5,5 maanden: 20% x 5,5 / 12 = 9, % De kredietkosten zitten in de termijnbedragen van 10 x 131 = Exclusief de kredietkosten is het krediet: / 1, = Contante prijs = aanbetaling + krediet 100% = 20% + 80% Contante prijs = 100/80 x = 1.500

10 Opgave A. Nu een andere onbekende. Bereken het maandelijkse termijnbedrag. De kredietkosten bedragen 630. De gemiddelde krediettermijn is = 9 54 = 6 mnd Kredietkosten per jaar 630 x 12/6 = Het kredietpercentage per jaar bedraagt 25%. Het krediet bedraagt dan: / 0,25 = Krediet Kredietkosten 630 = In 9 termijnen, dus per termijn 630 B. Bereken de aanbetaling Contante prijs = aanbetaling + kredietbedrag. 100% = 20% + 80% 100% = 20% Aanbetaling 20/80 x = Of: De contante prijs is / 0,8 = De aanbetaling bedraagt 20% van =