1. Het plan Hatert vast te stellen met daarin het inhoudelijk en financieel kader;

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "1. Het plan Hatert 2.0 2012-2015 vast te stellen met daarin het inhoudelijk en financieel kader;"

Transcriptie

1 Voorstel aan de Raad Datum raadsvergadering / Nummer raadsvoorstel 15 februari 2012 / 20/2012 Fatale termijn: besluitvorming vóór: 1 februari 2012 Onderwerp Vaststelling Hatert 2.0 Programma / Programmanummer Wijken / 1063 Portefeuillehouder T. Tankir Voorstel van het College van Burgemeester en Wethouders d.d. (Onder voorbehoud van goedkeuring vergadering college van B&W op 23 januari 2012) Samenvatting In 2007 is in nauw overleg met bewoners, bewonersorganisaties, vele instellingen en woningbouwcorporaties Talis, Portaal en WoonGenoot het Wijkactieplan (WAP) Hatert opgesteld en ingediend bij voormalig minister Vogelaar. In 2008 is vervolgens gestart met het Uitvoeringsprogramma WAP Hatert fase 1. Vanaf die tijd zijn de bewoners, gemeente, corporaties en tal van instellingen intensief aan de slag gegaan om van Hatert een prettige wijk te maken. In 2011 heeft een evaluatie en visitatie plaatsgevonden. De inzichten daaruit zijn verwerkt in een nieuw plan voor fase 2: Hatert , dat wederom in nauwe samenwerking met de corporaties is ontwikkeld. De financiering bestaat uit de resterende gelden van de eerste fase, dit zijn grotendeels corporatiemiddelen. Het plan is slanker met een sterke focus op de werkzame onderdelen uit de eerste fase. Het plan bevat de uitdaging om zaken met aantoonbaar effect te verduurzamen. Het doel is om in tweede fase zoveel mogelijk toe te groeien naar een stabiele en reguliere situatie en Hatert te ontdoen van het Vogelaarimago. Middels dit raadsvoorstel informeren we uw raad over de evaluatie en de visitatie van fase 1 en leggen we het plan Hatert ter vaststelling voor. Voorstel om te besluiten 1. Het plan Hatert vast te stellen met daarin het inhoudelijk en financieel kader; Opgesteld door, telefoonnummer, Carole Derks c2.derks@nijmegen.nl Raadsvoorstel Vaststelling Hatert 2 0.doc

2 Voorstel aan de Raad Aan de Raad van de gemeente Nijmegen 1 Inleiding In 2007 is in nauw overleg met bewoners, bewonersorganisaties, vele instellingen en woningbouwcorporaties Talis, Portaal en WoonGenoot het Wijkactieplan (WAP) Hatert opgesteld en ingediend bij voormalig minister Vogelaar. De ambitie was om van Hatert in 10 jaar tijd een prachtwijk te maken. In 2010 kwam de 1-meting van het CBS (zie bijlage 1 CBS-1 meting november 2010). Zowel door de vertraagde start van het WAP als door de start van de recessie waren daar nog geen verbeteringen te zien. In 2011 heeft een inhoudelijke evaluatie en visitatie plaatsgevonden (zie bijlage 2 WAP Hatert doorgelicht, evaluatie Wijkactieplan Hatert juni 2011, en bijlage 3 Eindrapportage visitatie Nijmegen 2010). De inzichten daaruit zijn verwerkt in een nieuw plan Hatert 2.0 (zie bijlage 4 Hatert 2.0, wijkactieplan ) dat wederom in nauwe samenwerking met de corporaties is ontwikkeld. Het nieuwe plan is slanker, gericht op verduurzaming van de werkzame onderdelen uit de eerste fase en meer aansluitend op het reguliere beleid. 1.1 Wettelijk kader of beleidskader In 2008 werd een charter getekend met het Rijk en de gemeente Nijmegen. Hatert was één van de 40 zogenaamde Vogelaarwijken in de rijksregeling Actieprogramma Krachtwijken. De gemeente Nijmegen en de betrokken corporaties Portaal, Talis en WoonGenoot hebben een Uitvoeringsovereenkomst getekend voor de bedragen die vanuit corporaties en gemeente beschikbaar werden gesteld voor Hatert respectievelijk 9,8 miljoen en 7,6 miljoen. De partijen hebben zich verbonden aan een langdurig samenwerkingverband voor Hatert. Er is een Uitvoeringsprogramma Wijkactieplan Hatert fase 1 ( ) opgesteld. Daarin is afgesproken om een evaluatie uit te voeren en vóór 2012 afspraken te maken over de resterende periode Relatie met programma Het WAP was een integraal wijkactieplan bestaande uit een veelheid aan projecten binnen de sporen Jong, Werkt, Thuis, Ontmoet, Integratie en Veiligheid. Deze hadden een inhoudelijke relatie met diverse gemeentelijke programma s. Hatert 2.0 heeft vooral een relatie met de programma s Werk & Inkomen en Zorg & Welzijn. Het Wmobeleidsplan met de wijkpilots sluiten naadloos aan op Hatert 2.0. De paraplu van het plan wordt net als voorheen gevormd door het programma Wijken. 2 Doelstelling Vaststellen van Hatert met als financieel kader de beschikbare budgetten, die resteren vanuit het Wap bij de corporaties en de gemeente (zie financiële paragraaf). 3 Argumenten De visitatiecommissie Wijkenaanpak heeft in 2010 Hatert gevisiteerd. De commissie geeft feedback op de inzet in de krachtwijk(en) en de vraag of deze in haar ogen maatschappelijk rendement opleveren. Corporaties en gemeente hebben samen ook een uitgebreide evaluatie uitgevoerd met bewoners en sleutelfiguren in de wijk. De belangrijkste leerpunten uit de visitatie en evaluatie zijn: Raadsvoorstel Vaststelling Hatert 2 0.doc

3 Voorstel aan de Raad Vervolgvel 2 - Hou vast aan een integrale benadering van de wijkproblematiek, met een focus op sociaal-economische problematiek. - Koester de formules Hatert Werkt en regieteam (voorheen wijkteam overlast- en multiprobleemhuishoudens) en laat ze goed samenwerken - Zorg voor ontdubbelingen in de extra hulpstructuren in de wijk en voor nóg passender maatwerk. - Blijf samenwerken als gemeente, corporaties en bewoners en veranker de aanpak in de reguliere werkwijze van de betrokken instellingen. - Stimuleer de woningbouwdifferentiatie of ontwikkel alternatieven. De werking van de woningmarkt is van grote betekenis voor de wijkontwikkeling. - Stop met de stapeling van projecten en breng focus aan. Na de evaluatie is er een diagnose opgesteld van de wijk op basis van de meest recente wijkstatistieken. Daarna zijn de doelstellingen voor de komende 4 jaar bepaald. Het zijn meer realistische doelstellingen: Hatert heeft een grote sociale woningvoorraad en kent vooral op het sociaal-economische vlak nog uitdagingen, het zal niet op korte termijn een gemiddelde wijk worden en heeft daarom blijvend extra aandacht nodig. Tenslotte zijn in onderhandeling met de corporaties de bouwstenen bepaald waar in de volgende fase aan gewerkt gaat worden. De bouwstenen uit het plan Hatert 2.0 zijn gekozen omdat ze zich richten op de uitdagingen in Hatert die nog een extra impuls kunnen gebruiken. Daarbij is goed gekeken naar wat de gemeente en corporaties regulier al doen in de wijk. Diagnose, doelstellingen en bouwstenen zijn allemaal opgenomen in het plan Hatert 2.0. Het plan is slanker met een sterke focus op de werkzame onderdelen uit de eerste fase. Het plan bevat de uitdaging om zaken met aantoonbaar effect te verduurzamen. Het doel is om in de 2 e fase van het WAP zoveel mogelijk toe te groeien naar een stabiele en reguliere situatie en Hatert te ontdoen van het Vogelaarimago. Bouwstenen uit Hatert 2.0: o We kiezen voor behoud en doorontwikkeling van het Actiecentrum Hatert Werkt: de groep niet-werkende werkzoekenden rechtvaardigt zowel in volume als in afstand tot de arbeidsmarkt een blijvende extra ondersteuning op het gebied van arbeidsparticipatie en armoedebestrijding. Werk en inkomen zijn zeer belangrijk voor de stabiliteit van huishoudens. o We kiezen voor behoud en doorontwikkeling van het Regieteam (voorheen wijkteam): de inbedding van dit team in de bestaande structuur vergt aandacht, evenals de doelgroep waarop zij de hulpverlening organiseert, overlast- en multiprobleemhuishoudens. Het regieteam zal nauw verbonden zijn aan het sociale wijkteam waarvoor in Hatert een pilot zal gaan lopen. De samenwerking tussen het hulpaanbod in de wijk en Hatert Werkt zal worden verstevigd en waar mogelijk worden overlappende diensten ontdubbeld. o We werken aan het bevorderen van het Imago van Hatert. o We verrichten een onderzoek naar de manier waarop de woningmarkt een rol speelt in het binden van kansrijke bewoners aan de wijk. o We werken aan burgerkracht door de aandacht voor bewonersparticipatie in het vorige wijkactieplan te continueren. Dit doen we door burgers actief te betrekken bij de activiteiten in Hatert en bij de overige bouwstenen bijvoorbeeld door het koppelen van burgers aan professionals. Raadsvoorstel Vaststelling Hatert 2 0.doc

4 Voorstel aan de Raad Vervolgvel 3 o We zetten extra in op het bestrijden van eenzaamheid onder ouderen. Dit is het enige nieuwe project dat we starten omdat Hatert een vergrijzende wijk is met de hoogste eenzaamheidsscores van de stad. Met de bewoners is gesproken over de bouwstenen. Zij onderschrijven het belang van de bouwstenen. Ze hebben wel de vraag gesteld waarom voor jongeren en integratie geen expliciete bouwsteen is gemaakt zoals voorheen. Voor jongeren is vanuit het reguliere beleid al veel (extra) aandacht (zie ook Hoofdstuk 5 Hatert 2.0). Daarnaast wordt mede voor hen het wijkcentrum verbouwd en wordt vanuit Hatert Werkt aandacht besteed aan de problematiek van jongeren op de arbeidsmarkt. Integratie of het benaderen van allochtone doelgroepen wordt onderdeel van het reguliere hulp- en activiteitenaanbod in de wijk. 4 Risico s Omdat de risico s enkel financieel zijn, is ervoor gekozen deze onder de financiële paragraaf op te nemen. 5 Financiën Hieronder ziet u op hoofdlijnen de begroting en realisatie van het WAP Hatert Bijlage 5 Verantwoording WAP Hatert bevat een gedetailleerde inhoudelijke en financiële verantwoording. Bijlage 6 Communicatie WAP Hatert geeft een beeld over hoe over de projecten van het WAP gecommuniceerd is. Tabel 1 Financiën WAP Hatert fase 1 (Bedragen * 1000) Begroot Realisatie & Verplichting Restant Gemeente Corporaties Overgeheveld via de najaarsnota Het restant bij de corporaties kan pas in januari 2012 definitief bepaald worden en valt hoogstwaarschijnlijk hoger uit. Op basis van de op 9 oktober 2008 gesloten Uitvoeringsovereenkomst tussen de gemeente en Portaal, Talis en WoonGenoot, dient voornoemd restant bedrag beschikbaar te blijven voor het wijkactieplan in Hatert. Op het restant van de corporaties rustte tot november 2011 een risico omdat het grotendeels afkomstig was van het Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting waar nog juridische procedures liepen. Met dat risico is in de planvorming van Hatert 2.0 rekening gehouden in de zin van dat een bedrag van 1,86 miljoen dat nog niet ontvangen is en ook nog niet bestemd is. Mogelijk is een klein deel nodig nodig voor de bekostiging van Hatert 2.0 (zie tabel 2). De corporaties zullen in overleg met de gemeente een bestemming bepalen voor de resterende gelden zodra ze ontvangen zijn. Wel is afgesproken met de corporaties dat deze middelen ingezet worden voor de leefbaarheid in Hatert. Onderstaande tabel laat zien hoe de resterende, a-structurele middelen worden ingezet. Raadsvoorstel Vaststelling Hatert 2 0.doc

5 Voorstel aan de Raad Vervolgvel 4 Tabel 2. Kosten van de extra bouwstenen van Hatert Bouwstenen Totaal 1. Actiecentrum Hatert Werkt 2. Regieteam In nog als verplichting WAP fase 1 3. Imago Woningmarkt aanpak 5. Burgerkracht Bestrijden eenzaamheid Organisatie en communicatie Totaal Zoals in tabel 2 zichtbaar is, dalen de jaarkosten van Hatert 2.0 vanaf In de onderhandeling met de corporaties over het plan is verduurzaming van de voorzieningen voorop gesteld. Daarom moeten in 2014 en 2015 structurele middelen gevonden worden voor Hatert Werkt en het Regieteam. Daartoe zullen we in 2012 maatschappelijke kostenbaten analyses gaan opstellen die zichtbaar maken wat de maatschappelijke baten zijn en welke partijen profiteren van de aanpak. Op die partijen wordt vervolgens een beroep gedaan om naar rato mee te investeren en die investeringen te verankeren in de reguliere budgetten. Voor de zoektocht naar verduurzaming zijn organisatiekosten gereserveerd en er is ook een subsidieaanvraag ingediend bij het rijk voor ondersteuning op dit vlak. In het meest negatieve scenario zullen we de voorzieningen moeten afbouwen na Maar het ligt meer voor de hand dat we zoeken naar een nog meer efficiënte samenwerking tussen het Sociale Wijkteam, Hatert Werkt en het Regieteam zodat de hulpstructuren in de wijk functioneren zonder overlap en dubbelingen. Financieel effect op de gemeentebegroting : Via de najaarsnota zijn de resterende middelen van de gemeente overgeheveld. De gemeentelijke budgetten zullen ingezet worden voor de bekostiging van voornamelijk personeel in het huidige Actiecentrum Hatert Werkt. Dit betreft een continuering van de huidige situatie. Voor het Actiecentrum Hatert Werkt wordt er naast de WAP-middelen vanuit de begroting van Werk & Inkomen jaarlijks nog een bijdrage van euro geleverd en worden 2,5 fte te werk gesteld. Daarnaast is er geld overheveld bij het programma Onderwijs voor een project voor de Brede School. Dit was een project vanuit de eerste fase van het WAP Hatert School. Het is in 2011 gestart in samenwerking met Conexus en loopt door in 2012 vandaar dat de helft van de gelden beschikbaar moeten blijven voor Raadsvoorstel Vaststelling Hatert 2 0.doc

6 Voorstel aan de Raad Vervolgvel 5 Ook de vouchergelden voor bewonersinitiatieven ter verbetering van de leefbaarheid zijn overgeheveld. Deze worden beheerd door de bewonersgroep Hatert Fortuna. 6 Communicatie Tijdens de evaluatie is uitgebreid contact geweest met bewoners en professionals door middel van interviews (bewoners en professionals) en bewonersavonden. Vervolgens is intensief samengewerkt met de drie betrokken woningbouwcorporaties Portaal, Talis en WoonGenoot bij het opstellen van het nieuwe plan. Het plan Hatert 2.0 is tijdens een bewonersavond besproken, de uitkomsten daarvan zijn teruggekoppeld en verwerkt en worden bij de uitvoering meegenomen. Na besluitvorming door het college is een persbericht verspreid (zie bijlage 7). 7 Uitvoering en evaluatie Na vaststelling van Hatert 2.0 door uw raad kan de uitvoering starten c.q. gecontinueerd worden (Actiecentrum Hatert Werkt, het Regieteam en de bewonersinitiatieven). College van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester, De Gemeentesecretaris, mr. Th.C. de Graaf drs. B. van der Ploeg Ter inzage: 1 CBS-1 meting november WAP Hatert doorgelicht, evaluatie Wijkactieplan Hatert juni Eindrapportage visitatie Nijmegen Hatert 2.0, wijkactieplan Verantwoording WAP Hatert Communicatie WAP Hatert Persbericht Raadsvoorstel Vaststelling Hatert 2 0.doc

7 16. Nijmegen 16.1 Inleiding In Nijmegen ligt de aandachtswijk Hatert. In deze wijk wonen 6,5 duizend mensen. Van de inwoners van Hatert is 22 procent van niet-westerse herkomst, dat is een hoger percentage dan van Nijmegen als geheel waar 12 procent niet-westerse allochtoon is. De wijk, die van oorsprong een dorps karakter had, kent nu een grote voorraad aan goedkope huurwoningen die in de naoorlogse periode gebouwd zijn. Meer dan gemiddeld zijn de wijkbewoners afhankelijk van uitkeringen. De arbeidsparticipatiegraad is er dan ook laag, net als het inkomen van de bewoners in de wijk. Er zijn relatief veel niet-werkend werkzoekende jongeren in de wijk. De kansen van jongeren op de arbeidsmarkt worden beperkt doordat zij vaker een laag opleidingsniveau hebben. Daarbij komt dat er in Hatert meer voortijdig schoolverlaters (VSVers) zijn dan gemiddeld in de stad. In het wijkactieplan heeft de gemeente Nijmegen een aantal speerpunten geformuleerd waarmee ze tracht de situatie in de wijk te verbeteren. Diversificatie van de woningvoorraad, armoedebestrijding, aanpak van jeugdproblematiek en de bevordering van arbeidsparticipatie en integratie zijn de sleutelwoorden hierbij De Nulmeting ten opzichte van de Eerste Voortgangsrapportage De achterstand van Hatert ten opzichte van het stedelijk gemiddelde is voor de meeste dimensies niet verbeterd of zelfs licht toegenomen in vergelijking met de situatie ten tijde van de Nulmeting. De positie van Hatert veranderde nauwelijks voor de dimensies Wonen, Leren, Veiligheid en Integratie. Binnen de dimensie Wonen valt op dat de Leefbaarheidsscore verbeterde voor Hatert, maar dit gold ook voor de stad als geheel. De achterstand op het stedelijk gemiddelde bleef daarmee behouden. Het aandeel sociale huurwoningen is wat afgenomen en komt daarmee dichter bij stedelijk gemiddelde. Voor de dimensie Leren geldt dat de achterstand wat betreft het aandeel VSVers in Hatert toenam. Het aantal leerlingen in Hatert is te klein om uitspraken over de andere indicatoren te kunnen doen. De veiligheidsscore voor Hatert verbeterde ongeveer evenveel als de score voor de stad als geheel. Per saldo is de achterstand op het gemiddelde van Nijmegen daarmee min of meer gelijk gebleven. Integratie laat een verbetering zien voor niet-westerse allochtonen met een WWuitkering en voor de inkomsten uit arbeid voor deze groep, echter de achterstand van niet-westerse allochtonen op autochtonen nam toe voor de niet-werkend werkzoekenden en de langdurige bijstandsafhankelijken. De dimensies Werken en Inkomen en schuldenproblematiek scoren ten opzichte van het stedelijk gemiddelde nu minder goed dan op het moment van de Nulmeting. Het aandeel niet-werkend werkzoekenden en het aandeel personen met een WW-uitkering is gestegen ten opzichte van het stedelijk gemiddelde. Binnen de dimensie Inkomen en schuldenproblematiek is het aandeel personen met een laag inkomen meer gestegen dan het stedelijk gemiddelde, net als het aandeel wanbetalers van de zorgverzekeringspremie en het aandeel gestarte schuldsaneringen. 168

8 16.3 Wonen 16.1 Dimensie Wonen, Eerste Voortgangsrapportage: Hatert ten opzichte van het stedelijk gemiddelde van Nijmegen* Personen per bewoonde woning Meergezinswoningen 2,0 1,8 1,6 1,4 1,2 1,0 0,8 0,6 0,4 0,2 0,0 Kleine woningen Verkooppunten dagelijks aanbod Sociale huurwoningen Leefbaarheidsscore Verkoopprijs woningen Hatert Stedelijk gemiddelde * De grafiek laat de waarde voor de indicatoren van de aandachtswijk zien ten opzichte van het stedelijk gemiddelde. Het stedelijk gemiddelde is voor elke indicator op 1 gesteld. Bron: CBS, Kadaster, Locatus, ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, Leefbaarometer, Syswov. De gemeente Nijmegen streeft naar een grotere woningdifferentiatie in Hatert. Al voordat het wijkactieplan opgesteld werd, was besloten tot het bouwen van 800 nieuwe woningen die het woningaanbod zouden moeten diversifiëren. In de figuur is te zien dat de wijk zich ten tijde van de Eerste Voortgangsrapportage kenmerkt door een groot aandeel sociale huurwoningen. Ruim 70 procent van de woningen in de wijk zijn sociale huurwoningen. De figuur toont verder dat de prijzen van koopwoningen in Hatert ruim onder die van het stedelijk gemiddelde liggen. Ten opzichte van het stedelijk gemiddelde is de situatie tussen de Nulmeting en de Eerste Voortgangsrapportage maar weinig veranderd. Merk op dat veranderingen in de woningvoorraad vaak langere tijd op zich laten wachten en dus niet direct tot uitdrukking zullen komen in de hier gehanteerde indicatoren. De Leefbaarheidsscores laten voor Hatert een verbetering zien, maar niet voldoende om te spreken van een verbetering ten opzichte van het stedelijk gemiddelde. Verkoopprijs woningen De gemiddelde verkoopprijs van woningen in Hatert is verder gedaald ten opzichte van het stedelijk gemiddelde tussen de Nulmeting en de Eerste Voortgangsrapportage. In Hatert daalden de verkoopprijzen van woningen met 11 procent, terwijl de verkoopprijzen in Nijmegen als geheel juist gemiddeld 3 procent stegen. Hierdoor nam de achterstand van Hatert op het stedelijk gemiddelde toe. 169

9 16.2 Verkoopprijs woningen: Hatert ten opzichte van het stedelijk gemiddelde van Nijmegen Stedelijk gemiddelde = 1,20 1,10 1,00 0,90 0,80 0,70 0,60 0,50 0,40 0,30 0,20 0,10 0, Bron: Kadaster. Een indicator die meer gericht is op het woonklimaat in plaats van op de woningvoorraad is de Leefbaarheidsscore uit de door VROM ontwikkelde Leefbaarometer. 1 De Leefbaarheidsscore voor Hatert is verbeterd sinds de Nulmeting. De score lag op een 3 matig, en komt op het moment van de Eerste Voortgangsrapportage uit op een 4 matig positief. De Leefbaarheidsscore voor Nijmegen als geheel is eveneens verbeterd van een 4 matig positief naar een 5 positief. De achterstand van Hatert op het stedelijk gemiddelde is daarmee nauwelijks veranderd Leren In het wijkactieplan van Hatert is er specifieke aandacht voor de jongeren in de wijk. Twee van de instrumenten om de jongerenproblematiek aan te pakken richten zich op het verminderen van voortijdig schooluitval en het verhogen van het opleidingsniveau van leerlingen in de wijk. De enige indicator die voor Hatert opgenomen kan worden in de dimensie Leren is die over VSVers. Vanwege de geringe aantallen scholieren in Hatert worden geen gegevens gepubliceerd over Citoscores van leerlingen, over zittenblijvers en over leerlingen in het derde leerjaar die naar havo of vwo gaan. Voortijdig schoolverlaters Het aandeel VSVers in de Nijmeegse wijk Hatert lag ten tijde van de Eerste Voortgangsrapportage 21 procent boven het niveau van het stedelijk gemiddelde. Ten tijde van de Nulmeting was dat nog 17 procent. De achterstand op het stedelijk gemiddelde is daarmee toegenomen. Desalniettemin was er in de wijk zelf sprake van een lichte verbetering sinds de Nulmeting. Het aandeel VSVers daalde van 5,9 procent naar 4,8 procent. Doordat in Nijmegen als geheel het aandeel VSVers sterker daalde, is er ondanks de verbetering toch sprake van een toename van de achterstand op het stedelijk gemiddelde. 170

10 16.3 Voortijdige schoolverlaters: Hatert ten opzichte van het stedelijk gemiddelde van Nijmegen 1,60 1,40 1,20 Stedelijk gemiddelde = 1,00 0,80 0,60 0,40 0,20 0, /' /' /' /'09 Bron: CBS Werken 16.4 Dimensie Werken, Eerste Voortgangsrapportage: Hatert ten opzichte van het stedelijk gemiddelde van Nijmegen* Inkomsten uit arbeid 2,5 2,0 Langdurig bijstandsafhankelijken 1,5 1,0 WW-uitkeringen 0,5 0,0 Arbeidsongeschiktheidsuitkeringen Niet-werkend werkzoekenden Niet-werkend werkzoekende jongeren Hatert Stedelijk gemiddelde * De grafiek laat de waarde voor de indicatoren van de aandachtswijk zien ten opzichte van het stedelijk gemiddelde. Het stedelijk gemiddelde is voor elke indicator op 1 gesteld. Bron: Kadaster. 171

11 Het bevorderen van de arbeidsparticipatie is een van de speerpunten in het wijkactieplan om de problematiek in Hatert aan te pakken. Het terugdringen van de werkloosheid wordt daarbij eveneens gezien als een belangrijk instrument om de integratie en sociale cohesie in deze aandachtswijk te bevorderen. In het spinnenweb wordt zichtbaar dat Hatert op alle indicatoren slechter scoort dan het stedelijk gemiddelde: meer dan gemiddeld in de stad ontvangen personen uit de wijk WW-, arbeidsongeschiktheids- of langdurige bijstandsuitkeringen. Opvallend voor Hatert is het grote aandeel niet-werkend werkzoekenden en niet-werkend werkzoekende jongeren. Samen met het aandeel langdurige bijstandsafhankelijken liggen deze aandelen ongeveer twee keer hoger dan gemiddeld in de stad. Sinds de Nulmeting is het beeld voor Hatert licht verslechterd ten opzichte van het stedelijk gemiddelde. De achterstand op het stedelijk gemiddelde is gegroeid voor het aandeel personen met een WW-uitkering en het aandeel niet-werkend werkzoekende jongeren. In mindere mate geldt dit ook voor het aandeel niet-werkend werkzoekenden in totaal. Voor de andere indicatoren is de afstand tot het stedelijk gemiddelde vrijwel niet veranderd. Personen met een WW-uitkering Het aandeel personen met een WW-uitkering in Hatert is toegenomen van 2,7 procent naar 3,7 procent tussen de Nulmeting en de Eerste Voortgangsrapportage. In Nijmegen als geheel nam het aandeel personen met een WW-uitkering ook toe maar minder sterk dan in Hatert, namelijk van 2,3 procent naar 2,7 procent. Hierdoor raakte het stedelijk gemiddelde verder uit het zicht voor Hatert Personen met een WW-uitkering: Hatert ten opzichte van het stedelijk gemiddelde van Nijmegen 1,60 1,40 1,20 Stedelijk gemiddelde = 1,00 0,80 0,60 0,40 0,20 0, Bron: CBS. 172

12 Niet-werkend werkzoekenden Ten opzichte van de Nulmeting is het aandeel niet-werkend werkzoekenden in Hatert licht afgenomen op het moment van de Eerste Voortgangsrapportage (van 12 procent naar 11 procent). Deze afname was niet zo groot als die in de stad als geheel. Daar daalde het aandeel niet-werkend werkzoekenden namelijk van 7 procent naar 6 procent. Daarmee verslechterde de positie van Hatert ten opzichte van Nijmegen als geheel op dit punt. Immers ten tijde van de Nulmeting was het aandeel niet-werkend werkzoekenden 1,7 keer zo hoog en ten tijde van de Eerste Voortgangsrapportage was deze factor nog 1, Niet-werkend werkzoekenden: Hatert ten opzichte van het stedelijk gemiddelde van Nijmegen 2,00 1,80 1,60 1,40 1,20 Stedelijk gemiddelde = 1,00 0,80 0,60 0,40 0,20 0, Bron: CBS Inkomen en schuldenproblematiek Figuur 16.7 laat zien dat de financiële positie van personen in Hatert slechter is dan gemiddeld in Nijmegen. Op alle drie de indicatoren toont de figuur een achterstand op het stedelijk gemiddelde. Er zijn in Hatert relatief meer huishoudens met een laag inkomen en meer mensen met een betalingsachterstand op de zorgverzekeringspremie. Ook worden er meer schuldsaneringstrajecten gestart dan gemiddeld in de stad. Tussen de Nulmeting en de Eerste Voortgangsrapportage is de achterstand op het stedelijk gemiddelde voor alle drie indicatoren groter geworden. 173

13 16.7 Dimensie Inkomen en schuldenproblematiek, Eerste Voortgangsrapportage: Hatert ten opzichte van het stedelijk gemiddelde van Nijmegen* Lage inkomens 3,0 2,5 2,0 1,5 1,0 0,5 0,0 Gestarte schuldsaneringen Wanbetalers zorgverzekering Hatert Stedelijk gemiddelde * De grafiek laat de waarde voor de indicatoren van de aandachtswijk zien ten opzichte van het stedelijk gemiddelde. Het stedelijk gemiddelde is voor elke indicator op 1 gesteld. Bron: CBS. Een eerste manier waarop de financiële kwetsbaarheid van personen in Hatert tot uitdrukking komt is via het aandeel wanbetalers van de zorgverzekeringpremie. Dit aandeel was ten tijde van de Nulmeting een kleine 1,3 keer zo groot als het gemiddelde in Nijmegen. Op het moment van de Eerste Voortgangsrapportage is deze factor gestegen tot 1,7. Dit betekent dat de achterstand op het stedelijk gemiddelde groter is geworden. Een andere manier waarop de financiële kwetsbaarheid van bewoners van Hatert zich toont, is via de indicator gestarte schuldsaneringen. Deze indicator betreft gestarte trajecten in het kader van de Wet schuldsanering natuurlijke personen. 2 Op het moment van de Eerste Voortgangsrapportage zitten bewoners van Hatert 2,7 zo vaak in een schuldsaneringstraject als gemiddeld in Nijmegen. Op het moment van de Nulmeting was dit lager, namelijk 2,5 keer zo vaak. Er is dus sprake van een verslechtering ten opzichte van het stedelijk gemiddelde. Een negatieve ontwikkeling van deze indicator hoeft niet per se te betekenen dat ook de financiële positie van mensen in de wijk is verslechterd. Het kan er evenzeer op duiden dat mensen al dan niet als gevolg van de wijkaanpak meer gebruik weten te maken van de mogelijkheden die er voor hen zijn om hun financiële positie te verbeteren Veiligheid In deze voortgangsrapportage wordt de dimensie Veiligheid gemeten aan de hand van de Leefbaarometer-score voor overlast en veiligheid. De schaal van deze indicator loopt van -50 (voor gebieden met maximale negatieve afwijking) tot 50 (voor gebieden met maximale positieve afwijking). Een gebied met score 0 wordt gekenmerkt door een mate van overlast en veiligheid die vergelijkbaar is met de gemiddelde overlast en veiligheid in Nederland in

14 Ten opzichte van de Nulmeting is de Leefbaarometer-score voor overlast en veiligheid voor Hatert met 9 punten gestegen en komt nu uit op -37. Desondanks is er geen ontwikkeling richting het stedelijk gemiddelde zichtbaar, omdat de score voor Nijmegen als geheel in deze periode met 10 punten is gestegen van -31 in 2006 tot -21 in Gezondheid In de dimensie Gezondheid wordt de gezondheid van mensen in de aandachtswijken op twee indicatoren vergeleken met het stedelijk gemiddelde. Dit zijn de relatieve voortijdige sterfte en de gezondheid van pasgeborenen het aandeel pasgeborenen met een extra zorgbehoefte in het bijzonder. Omdat er in Hatert te weinig pasgeborenen met zorgbehoefte zijn om er statistische uitspraken over te doen, wordt deze indicator hier niet besproken. De relatieve voortijdige sterfte in Hatert is gemiddeld op het moment van de Eerste Voortgangsrapportage. Dit wil zeggen dat het sterfterisico van 0- tot 65-jarigen in Hatert rond het landelijk gemiddelde ligt. Dat geldt ook voor Nijmegen. Bij de Nulmeting was de relatieve voortijdige sterfte nog hoog in Hatert en gemiddeld in Nijmegen als geheel. De achterstand van Hatert op het stedelijk gemiddelde is daarmee ingehaald. Bij deze indicator moet opgemerkt worden dat fluctuaties te verwachten zijn, vanwege het geringe aantal sterftegevallen op wijkniveau. Bij de interpretatie van de indicator is dus enige voorzichtigheid geboden Integratie Bij het vaststellen van de mate van integratie van allochtonen in de Nederlandse samenleving worden meestal twee aspecten onderscheiden: het sociaal-culturele aspect en het sociaal-economische aspect. Sociaal-cultureel aspect De indicator voor het sociaal-culturele aspect van integratie, is het aandeel paren met één nietwesterse partner. De waarde die deze indicator aanneemt, hangt deels samen met de bevolkingssamenstelling binnen en buiten de aandachtswijk. In Nijmegen is 12 procent van de bevolking niet-westers allochtoon, terwijl dat in Hatert een groter deel is met 22 procent. Het aandeel paren met één niet-westerse partner is 6 procent Hatert en 5 procent in Nijmegen als geheel. Sociaalcultureel gezien is er in Hatert dus iets meer integratie dan in Nijmegen als geheel. De afgelopen jaren is deze situatie nauwelijks veranderd. Sociaal-economisch aspect Binnen het sociaal-economische aspect gaat het om leerprestaties en arbeidsmarktparticipatie van niet-westerse allochtonen. Dit aspect komt voor een belangrijk deel al aan bod in de dimensies Leren en Werken. 4 Om de mate van sociaal-economische integratie te meten, wordt de ontwikkeling van de positie van niet-westerse allochtonen ten opzichte van autochtonen in Hatert vergeleken met die in de niet-aandachtswijken van Nijmegen. We spreken in het kader van de wijkenaanpak van een positieve integratie-ontwikkeling van de aandachtswijken als de achterstand van niet-westerse allochtonen in de aandachtswijken zich gunstiger ontwikkelt dan die van niet-westerse allochtonen in de nietaandachtswijken. De arbeidsmarktpositie van niet-westerse allochtonen is minder goed dan die van autochtonen, zowel in Hatert als in de overige wijken in Nijmegen. Niet-westerse allochtonen hebben vaker een langdurige 175

15 bijstandsuitkering, zijn vaker niet-werkend werkzoekende en hebben minder vaak inkomsten uit arbeid. Alleen de WW-uitkeringen laten een ander beeld zien. Het aandeel autochtonen met een WWuitkering in Hatert ligt namelijk iets hoger (3,8 procent) dan het aandeel niet-westerse allochtonen met een WW-uitkering (3,5 procent). Sinds de Nulmeting heeft de integratie in Hatert zich positief ontwikkeld voor de indicatoren WWuitkeringen en inkomsten uit arbeid. Dit geldt echter niet voor niet-westerse allochtonen die nietwerkend werkzoekend zijn of langdurig afhankelijk zijn van de bijstand. Voor hen is de afstand ten opzichte van de autochtonen in Hatert toegenomen, en bovendien was deze toename sterker dan in de niet-aandachtswijken. Langdurige bijstand In zowel Hatert als Nijmegen als geheel is het aandeel niet-westerse allochtonen met een langdurige bijstandsuitkering veel hoger dan het aandeel autochtonen met een langdurige bijstandsuitkering. Sinds de Nulmeting is het verschil tussen autochtonen en niet-westerse allochtonen met een langdurige bijstandsuitkering toegenomen. In Hatert is dit verschil meer toegenomen dan in de overige wijken in Nijmegen, zie staat De achterstand van niet-westerse allochtonen op autochtonen in Hatert (+44 procent) is dus sterker toegenomen dan in de niet-aandachtswijken (+12 procent). Dit betekent een slechtere integratie in Hatert. Staat 16.1 Dimensie Integratie: aandeel langdurig bijstandsafhankelijken Autochtonen Niet-westerse allochtonen Verschil tussen nietwesterse allochtonen en autochtonen* Verandering verschil tussen niet-westerse allochtonen en autochtonen % Hatert Nulmeting 5,0 10,9 120 Eerste Voortgangsrapportage 3,4 9, ,2 Niet-aandachtswijken Nulmeting 2,5 10,0 298 Eerste Voortgangsrapportage 1,8 7, ,1 * In de berekening van de cijfers is geen rekening gehouden met verschillen in de bevolkingssamenstelling in de onderliggende wijken. Hierdoor kan het voorkomen dat het verschil tussen autochtonen en niet-westerse allochtonen in het totaal van de nietaandachtswijken groter is dan het verschil in de afzonderlijke wijken. Bron: CBS. 1 Voor meer informatie over de Leefbaarometer zie: 2 Schuldsaneringstrajecten in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen zijn bedoeld voor niet-verwijtbare schulden door bijvoorbeeld ziekte, werkloosheid of scheiding. Een schuldsaneringstraject start pas na een uitspraak van de rechter. Het is niet zo dat personen die betalingsachterstanden hebben ten aanzien van hun zorgverzekering ook automatisch in een schuldsaneringstraject komen, of andersom, dat personen die in een schuldsaneringstraject zitten betalingsachterstanden hebben bij hun zorgverzekeraar. 3 Voor meer informatie over de Leefbaarometer zie: 176

16 4 In Hatert wonen te weinig niet-westerse allochtone leerlingen om statistische uitspraken te kunnen doen over de dimensie Leren. Om die reden worden in deze paragraaf enkel vier indicatoren uit de dimensie Werken besproken, namelijk aandeel personen met een WW-uitkering, niet-werkend werkzoekenden, langdurig bijstandsafhankelijken en het aandeel personen met inkomsten uit arbeid. Andere indicatoren waren niet geschikt om in de analyse op te nemen vanwege kleine aantallen. 177

17 17. Rotterdam 17.1 Inleiding Rotterdam is de op één na grootste stad van Nederland, en heeft bijna 600 duizend inwoners. Van hen wonen 222 duizend personen in één van de zeven aandachtswijken die Rotterdam kent. De grootste aandachtswijk is Oud Zuid met 73 duizend inwoners en de kleinste aandachtswijk is Overschie met maar 7 duizend inwoners. De overige aandachtswijken zijn Noord, Zuidelijke Tuinsteden, Vreewijk, Bergpolder en West. De wijken verschillen sterk qua bevolkingssamenstelling. De leeftijdsopbouw in Bergpolder wijkt het meest van het Rotterdams gemiddelde af, want in deze wijk wonen veel studenten. 1 In Rotterdam als geheel is net iets meer dan de helft van de bewoners autochtoon, 11 procent is westers allochtoon en 37 procent is niet-westers allochtoon. In de aandachtswijken wonen juist bijna evenveel niet-westerse allochtonen als autochtonen. Wel zijn de verschillen tussen de aandachtswijken groot. De twee uitersten zijn de aandachtswijken West en Vreewijk. In West is 62 procent van de inwoners nietwesters allochtoon, terwijl dat in Vreewijk slechts 24 procent is. Rotterdam gaat uit van een integrale en lokale aanpak. Hiervoor kent Rotterdam de Rotterdamse herstructurering en het Pact op Zuid. 2 Binnen het Pact op Zuid wordt bijvoorbeeld gewerkt aan de themas Jeugd en Onderwijs, Economie en Arbeidsparticipatie De Nulmeting ten opzichte van de Eerste Voortgangsrapportage Tussen de Nulmeting en de Eerste Voortgangsrapportage is in Rotterdam nog niet veel veranderd. De dimensie Integratie laat een verslechtering zien op alle indicatoren. De dimensie Wonen laat geen ontwikkeling zien. Binnen de dimensies Gezondheid, Leren en Werken is het beeld wisselend en laat een enkele indicator een verbetering zien, maar een andere indicator binnen de dimensie toont juist een verslechtering. Voor de dimensie Inkomen en schuldenproblematiek neemt de afstand tot het stedelijk gemiddelde iets af en voor de dimensie Veiligheid hebben de aandachtswijken een deel van hun achterstand op het stedelijk gemiddelde goed gemaakt Wonen De meeste aandachtswijken in Rotterdam willen meer differentiatie in de woningvoorraad aanbrengen. Hierdoor moet selectieve migratie worden tegengegaan zodat de mensen met midden- en hogere inkomens niet de wijken uitgaan. De bewonerstevredenheid van huidige en nieuwe bewoners moet sterk verbeteren. Dit geldt ook voor de buitenruimte in de aandachtswijken

18 Bijlage 2. WAP Hatert doorgelicht Evaluatie Wijkactieplan Hatert

19

20 Bijlage 2. WAP Hatert doorgelicht Evaluatie Wijkactieplan Hatert Datum: juni 2011 Gemeente Nijmegen, Afdeling Onderzoek en Statistiek, Kees Goderie Woningcorporatie Portaal, Johan Noppe tel.: (024) (O&S) e mailadres: onderzoek.statistiek@nijmegen.nl

21

22 Inhoudsopgave Samenvatting en conclusies 3 1 Inleiding 9 2 Verantwoording: doelstelling, thema s en uitvoering 11 3 Het WAP Hatert 15 4 Resultaten: proces in zijn geheel Wat gaat er goed? Wat gaat er minder goed? Overige aandachtspunten 21 5 De sporen Hatert Thuis Hatert Werkt Hatert Jong Hatert Ontmoet Spoor integratie Spoor veiligheid Hatert Gezond Hatert onder de pannen 31 6 Bevindingen output Outputinformatie zoals toegepast Onderscheid in soorten projecten Output per spoor Resumé output 38 7 Effecten WAP (outcome) Outcomegegevens tot nu toe Bevindingen Stads en Wijkmonitor Bevindingen landelijke outcomemonitor Bevindingen interviews Demografische ontwikkeling 44 8 Conclusies Totaalbeeld vanuit evaluatie Bevindingen visitatie 47

23 8.3 Agendapunten en conclusies voor beleid 48 9 Bijlagen 51 Bijlage 1 Subthema s en onderzoeksvragen 53 Bijlage 2 Deelnemers klankbordgroep en geïnterviewde personen 55 Bijlage 3 Verslag visitatiecommissie 27 september

24 Samenvatting en conclusies 1 Inleiding In 2007 is vanuit de rijksoverheid de aanpak van 40 stedelijke achterstandswijken gelanceerd, de zogenaamde vogelaarwijken, prachtwijken, krachtwijken. Voor Nijmegen kwam Hatert daarvoor in aanmerking. Kern van de aanpak is een samenwerkingsverband tussen gemeente en corporaties. Het Rijk faciliteert en verschaft (beperkte) de financiële middelen. De aanpak strekt zich uit over 10 jaar ( ). Voor de eerste vier jaar ( ) hebben de drie betrokken corporaties (WoonGenoot, Portaal en Talis) en de gemeente Nijmegen het Wijkactieplan (WAP) Hatert opgesteld. Corporaties en gemeente investeren hierin elk bijna 10 miljoen euro. Bij de totstandkoming van het plan zijn ook bewoners organisaties en bewoners betrokken geweest. Monitoring en evaluatie vormen voor alle steden vaste onderdelen van de aanpak. Het ministerie heeft hiervoor instrumenten ontwikkeld. Daarnaast is voor Hatert besloten een gemeentelijke evaluatie uit te voeren, bedoeld als onderlegger voor de planvorming vanaf Door de bezuinigingen op rijks en gemeentelik niveau is de relevantie daarvan toegenomen. De evaluatie heeft eind 2010/begin 2011 plaats gevonden door de afdeling Onderzoek & Statistiek van de gemeente Nijmegen i.s.m. de corporaties. De rapportage zal meegaan als onderbouwend document bij het beleidsvoorstel van het Bestuursteam Hatert over de vervolgaanpak waarover het college van Burgemeester en Wethouders een besluit moet nemen. 2 Verantwoording: doelstelling, thema s en uitvoering Het geven van inzicht in de voortgang van het WAP en het (kunnen) bereiken van de doelstellingen is dus het doel van de evaluatie. Behalve naar het WAP zelf kijken we daarbij ook naar de context (het reeds bestaande beleid, landelijke ontwikkelingen, etc.). De volgende drie onderzoeksvragen staan centraal: Verloopt de organisatie van de wijkteamaanpak zoals bedacht en gewenst (het proces)? Wat zijn de directe opbrengsten en beantwoorden ze aan de verwachtingen (output)? Wat zijn de effecten op de wijk en dragen ze bij aan de gestelde doelen (outcome)? Interviews met betrokkenen (projectleiders, spoortrekkers, participerende instellingen, bewonersorganisaties) vormden het belangrijkste onderzoeksinstrument. Daarnaast zijn andere methodieken toegepast waaronder de analyse van beschikbare registratiegegevens en dossieronderzoek. Ter begeleiding heeft een klankbordgroep gefunctioneerd. 3 Het WAP Hatert Het wijkactieplan is vanuit de gemeente opgezet, i.s.m. corporaties, andere instellingen én bewoners. Het plan schetst in een aparte analyse eerst de problemen in de wijk. De thema s daarbij zijn: problemen achter de voordeur, jongerenproblematiek, werkloosheid en (te weinig) sociale cohesie. Voor de aanpak van die problemen zijn vier sporen en twee dwarssporen afgebakend: Hatert Jong, Hatert Thuis, Hatert Werkt, Hatert Ontmoet en de dwarssporen integratie en veiligheid. Voor elk van de sporen fungeert een spoortrekker als projectleider. Samenvatting en conclusies 3

25 Los van het WAP georganiseerd, maar wel in relatie ermee, bestaat het project Hatert Gezond (t.b.v. gezondheid en beweging). En het woningbouwplan Hatert onder de pannen, dat voorziet in o.a. de nieuwbouw van zo n 800 woningen in de wijk (corporaties en ontwikkelaars). 4 Resultaten: proces in zijn geheel Wat gaat er goed? Bij de planvorming was er een intensief voortraject in samenwerking met alle betrokkenen. Het vertrekpunt was dus goed: een in de wijk gedragen Wijkactieplan. De overleg en beslisstructuur bestaande uit een Bestuurlijk overleg (wethouders en corporatiedirecteuren), een MT (managers van gemeente en corporaties) en een projectgroep (gemeentelijke spoortrekkers). De dagelijkse aansturing van het WAP is gebeurd door de wijkmanager van de gemeente en één procesmanager namens de drie betrokken corporaties. Deze overleg en besliscultuur heeft goed gewerkt. Er zijn veel nieuwe projecten voortvarend opgestart, waaronder ook grote projecten zoals de wijkteams en het actiecentrum Hatert werkt. Hiervoor is veel organiserend vermogen nodig geweest, maar partijen hebben elkaar steeds weten te vinden (overigens is ook een aantal projecten zeer langzaam en moeizaam opgestart; zie hieronder). De WAPactiviteiten leven, niet allemaal in gelijke mate, maar er is een duidelijk gevoel dat er iets losgetrokken wordt. Wat gaat er minder goed? Het WAP bevat een mozaïek aan plannen en projecten. Gebleken is dat er geen sprake is geweest van een doordachte en eenduidige uitvoeringsstrategie, hetgeen zo nu en dan verwarrend heeft gewerkt. Het WAP bracht met zich mee dat er veel nieuwe en oude structuren naast elkaar ontstonden, want er gebeurde al veel in de wijk, voordat het WAP er was. Dit leidde tot onduidelijkheid bij gebruikers en extra werk (organisatie, communicatie). Een belangrijk leerpunt is om in de toekomst meer aan te sluiten bij bestaande activiteiten en structuren. Veel projecten blijken erg aanbodgericht. Het blijkt moeilijk te zijn om nieuwe activiteiten echt toe te snijden op de vraag die bij bewoners leeft. Het doel om bewoners vooruit te helpen en zonodig bemoeizorg te organiseren heeft geleid tot een stapeling van projecten en tot overorganisatie. Bewoners weten daardoor vaak niet waar ze terecht kunnen en de effectiviteit van de projecten wordt aangetast. Ondanks de aandacht voor communicatie (nieuwsbrief en wijkkrant) blijkt de (persoonlijke) terugkoppeling van resultaten of bevindingen aan bewoners of andere professionals nogal eens tekort te schieten. Het wijkactieplan impliceert gebiedsgericht beleid. De daarvoor binnen het gemeentelijk apparaat benodigde schakeling tussen de verschillende sectoren en afdelingen blijkt niet vanzelf te gaan. Om na afloop van een project te kunnen beoordelen of het geslaagd is moeten er zaken worden geregistreerd. Dit was niet altijd (voldoende) het geval, zodat de benodigde managementinformatie tekortschoot. Overige aandachtspunten De gezamenlijke uitvoering van en verantwoordelijkheid voor het Wijkactieplan betekenen een unieke samenwerking tussen gemeente en corporaties. Na een ingewikkeld 4 Samenvatting en conclusies

26 onderhandelingsproces is die harmonie ontstaan. Soms zijn er in de praktijk nog wel onderlinge hobbels die genomen moet worden. Veel projecten, m.n. als het gaat om (bemoei)zorg en werk vinden plaats in netwerken en via (het schakelen tussen) ketens. Daarin is nog veel te verbeteren. Heel positief in Hatert is dat er steeds meer professionals zijn die elkaar op de werkvloer opzoeken en zaken regelen. Een ander samenwerkingspunt betreft de afspraken met de instanties in het maatschappelijk middenveld. De vraag hoe (budget)afspraken te maken is veel breder dan alleen voor Hatert. 5 De sporen Hatert Thuis Het wijkteam dat de kern vormt van dit spoor loopt goed. Zo n 100 casussen zijn er in Hatert aan de orde geweest c.q. zijn nog aan de orde. Er is een toenemend enthousiasme bij werkers en organisaties. Processen gaan sneller en er wordt meer kwaliteit geleverd. Belangrijke aandachtspunten zijn de inverdieneffecten en afstemming met andere bemoeizorgtrajecten, zoals het Veiligheidshuis, CJG, OT en de ZATS. Hatert Werkt De laagdrempeligheid van de voorziening dichtbij de bewoners werkt. Er zijn veel activiteiten in en vanuit het actiecentrum en veel bewoners lopen binnen voor informatie. Ook de onderlinge nabijheid van verschillende organisaties werkt, evenals de aanpak van werk in relatie tot armoede en de aanpak van andere problemen. Minpunt is dat de resultaten van het actiecentrum niet altijd eenduidig te interpreteren zijn, ook volgens de visitatiecommissie. Andere aandachtspunten zijn het functioneren van het jongerenloket voor Hatert en de uitvoering van de gebiedsgerichte benadering. Ook vanuit de gemeente gaat deze niet vanzelf. Hatert Jong Al voor het WAP speelden de Open Wijkschool en het Ouder Kind Centrum een belangrijke rol bij de opvoedingsondersteuning. In het WAP zijn daarnaast veel andere activiteiten voorgesteld, waaronder het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG), en de vergroting van naschools aanbod voor 12+. In totaal lagen er acht deelplannen met elk subplannen. Gebleken is dat het in zo n korte tijd opzetten van zoveel activiteiten niet mogelijk was en wellicht ook niet efficiënt. Zo bevindt het CJG zich nog in de opstartfase en is een deel van de plannen te aanbodgericht. Wel is de laatste tijd het jongerenwerk geïntensiveerd, met een meer individugerichte aanpak. De jongerenproblematiek wordt in de wijk de laatste tijd in ieder geval als veel minder ervaren. Hatert Ontmoet Een aantal projecten, waaronder ook projecten buiten het kader van het WAP, is succesvol waaronder, de meideninloop, Chill Out (jeugdhonk), Kleurrijk Hatert (jaarlijkse wijkmarkt). Maar ook bij dit spoor speelt dat het doel zeer abstract was en de projecten nogal aanbodgericht waren (top down bedacht). Het was voorts moeilijk om de projecten zelf van de grond te krijgen. M.b.t. het voorzieningenhart is het besluitvormingstraject (dat uiteindelijk niet zou leiden tot een nieuw voorzieningenhart voor de wijk) als knellend ervaren. Integratie Het is niet gelukt om dit spoor te operationaliseren. Het is gebleven bij intenties en de vaststelling dat integratie van belang is. Ook de multiculturele adviesgroep opereerde in haar adviezen te Samenvatting en conclusies 5

27 theoretisch. Inmiddels is door de groep wel een meer praktische insteek gekozen door het organiseren van een clinic. Veiligheid Dit dwarsspoor functioneert goed en is een herkenbaar spoor. De basis wordt gevormd door het wijkveiligheidsplatform, waaraan naast gemeente en politie ook bewoners deelnemen. Verder hebben enkele specifieke projecten bijgedragen aan het spoor, zoals Jolo en diverse fysieke projecten (bijv. bij de herinrichting van de speeltuin). Minpunt is dat het buurtpreventieproject, omdat er niet genoeg geschikte mensen te vinden waren. Hatert Gezond Dit spoor maakt formeel geen onderdeel uit van het WAP en is in 2009 concreet opgestart. Het werkt vanuit een door een gemeentelijke projectleider voorgezeten stuurgroep. Succesvolle projecten zijn o.a. de beweegtuin en de ommetjes en (de betrokkenheid bij) het project zichtbare schakels waarin wijkverpleegkundigen huisbezoeken bij ouderen afleggen. Aandachtspunt is dat het project erg afhankelijk is van beperkte middelen en goede wil. Hatert onder de pannen Het woningbouwprogramma Hatert onder de pannen maakt eveneens geen onderdeel uit van het WAP omdat de afspraken hierover al veel eerder afspraken gemaakt zijn. Door de woningmarktontwikkelingen van de afgelopen jaren is er een kink gekomen in de voortgang van het programma. Met name blijkt het voor de corporaties moeilijk om koopwoningen te realiseren. De vraag is dan ook of op korte termijn de differentiatiedoelstelling wel te behalen is. 6 Bevindingen output De bevindingen per spoor laten zien dat er grote verschillen zijn tussen de sporen, samenhangend met de voortgang van de projecten. Met name bij de sporen Jong, Ontmoet en Integratie is de outputspoeling in de breedte nogal dun. Bij Hatert Werkt, Thuis, Veilig en ook Gezond zit er meer vlees aan de botten. Ook m.b.t. de gerealiseerde woningbouw zijn concrete cijfers beschikbaar. Met betrekking tot Hatert Werkt en Thuis wijzen de (kwantitatieve) gegevens op flinke opbrengsten, d.w.z. uitstroom naar werk en andere vormen van participatie en toename van gebruik van financiële ondersteuningsmiddelen door minima. Binnen Hatert Thuis is reeds een groot aantal casussen van multiprobleemhuishoudens aan de orde uitgevoerd (96 in 2010). Bij dit alles zijn de cijfers niet altijd even hard en ook nog niet volledig M.b.t. Hatert Werkt zijn kanttekeningen geplaatst m.b.t. het inzicht in de opbrengst van de bemiddelingsactiviteiten. De verantwoording geschiedt nu vooral via de omweg van centrale bestanden, zonder verbinding met de registraties vanuit het Actiecentrum. De intentie is wel dat dit verbetert. Er wordt gewerkt aan formats en afspraken. Met betrekking tot Hatert Thuis voorziet het wijkteamregistratiesysteem al in veel van de benodigde informatie, maar er zijn nog verbeterpunten en ook is nog niet alle achterstand ingehaald als het gaat om het (volledig) invoeren van de casusgegevens. 6 Samenvatting en conclusies

28 7 Effecten WAP (outcome) De Stads en Wijkmonitor 2009 laat zien dat de kwetsbare positie van Hatert als aandachtsgebied blijft bestaan. De kwetsbare samenstelling van de bevolking blijkt uit het relatief hoge aandeel mensen met een lage sociaal economische status, veel ouderen, veel achter de voordeurproblematiek en een groot aantal kinderen met lage startkansen op school. Tegelijkertijd echter waren er op dat moment op verschillende fronten positieve ontwikkelingen te melden. Zo gaven de bewoners aan dat Hatert vooruit ging, en waardeerden ze de woonomgeving wat beter. En ook wijkprofessionals en bewonersorganisaties gaven aan dat zij de wijk op sociaal gebied vooruit zagen gaan. Naast de gemeentelijke Stads en Wijkmonitor is er ook een landelijke outcomemonitor met resultaten voor de 40 Vogelaarwijken. Na een 0 meting in 2008 verscheen in oktober 2010 een eerste voortgangsrapportage, op basis van cijfers van 2009 en uiterlijk 1 januari De bevindingen kunnen dus slechts zeer gedeeltelijk in verband worden gebracht met de (veelal later op gang gekomen) WAP activiteiten. Met inachtneming hiervan geeft de voortgangsrapportage aan dat de achterstand van Hatert ten opzichte van het stedelijk gemiddelde voor de meeste dimensies niet verbeterd of zelfs licht toegenomen is in vergelijking met de situatie ten tijde van de nulmeting. Overigens blijkt uit meer recente NWW cijfers dat zich m.n. in de tweede helft van 2010 een verbetering heeft voorgedaan m.b.t. de werkloosheid onder de Hatertse bevolking. Wat betreft leefbaarheid en veiligheid indiceert de voortgangsmonitor overigens een verbetering, overigens hand in hand met een verbetering op stedelijk niveau. Tenslotte geven de interviews uit deze evaluatie enkele positieve punten aan: enige verbetering in de onderlinge omgang afname van de verloedering (straatvuil, vernielingen). Een specifiek punt van aandacht bij dit alles is de demografische ontwikkeling. Zijn er verschillen in sociaal maatschappelijke positie en kwetsbaarheid tussen de mensen die binnenkomen en die vertrekken uit de wijk? Voor de duiding van de WAP resultaten is dit van belang. Een nog heel voorlopige analyse van verhuisgegevens over 2010 lijkt erop te wijzen dat er iets meer instromers met een uitkering zijn dan uitstromers met uitkering, maar het gaat niet om grote aantallen. Voor verdere analyse is meer (bestands)materiaal nodig. 8 Conclusies Het totaalbeeld vanuit evaluatie levert positieve punten op (communicatie in voorbereiding, overleg en beslisstructuur, veel nieuwe projecten), maar ook nogal wat minpunten (o.a. ontbreken eenduidigheid en overzicht, aanbodgerichtheid en stapeling projecten). Wat betreft de afzonderlijke sporen lijken Hatert Thuis en Hatert Werkt het best aan te slaan. Bij Hatert Jong en Hatert Ontmoet is het beeld wisselend. Van de twee dwarssporen is Integratie vaag en intentioneel gebleven. Veiligheid daarentegen functioneert als een herkenbaar spoor. Binnen het niet WAPspoor Hatert Gezond bevinden zich enkele succesvolle projecten. Het woningbouwprogramma Hatert onder de pannen kampt met de ongunstige situatie op de woningmarkt, m.n. in het koopsegment. Voor wat betreft de effecten van de aanpak komen uit de interviews onder professionals en bewonersvertegenwoordigers gunstige signalen m.b.t. sociale cohesie en verloedering. Samenvatting en conclusies 7

29 De visitatiecommissie die in september 2010 de wijk bezocht, beoordeelde de aanpak over het algeheel genomen als positief, maar er waren ook punten die naar het oordeel van de commissie voor verbetering vatbaar waren, zoals het afstemmen van oude en nieuwe (bemoeizorg)structuren en het actiever opereren van het actiecentrum Hatert Werkt naar partners op de arbeidsmarkt. Als agendapunten en conclusies voor beleid zijn vanuit deze evaluatie diverse punten geformuleerd. De belangrijkste hiervan zijn: Vasthouden aan een integrale benadering van de wijkproblematiek, maar niet meer in de vorm van de sporenaanpak van de afgelopen jaren. Koesteren van de formules uit de sporen Hatert Thuis en Hatert Werkt, evenals diverse succesvolle projecten uit andere sporen. Als afgeleide hiervan: schrappen in structuren en de aanpak inbedden in regulier gemeentelijk instrumentarium. De aanpak van Hatert Thuis en Hatert Werkt en de afstemming (onderling en met instellingen) vorm geven in één actiecentrum Hatert voor werk en bemoeizorg. Goed nadenken over de functie en positie van het Centrum voor Jeugd en Gezin. Op volkshuisvestingsgebied zolang het woningmarktperspectief niet verbetert (voorlopige) alternatieven voor differentiatie ontwikkelen (woningbouw, toewijzing). 8 Samenvatting en conclusies

30 1 Inleiding Samenwerking gemeente corporaties in de prachtwijkenaanpak Op basis van afspraken in het toenmalige kabinetsakkoord hebben landelijke overheid en corporaties in 2007 afgesproken extra te investeren in een aantal sociaaleconomisch zwakkere wijken in steden. De keuze viel op 40 wijken, waaronder één Nijmeegse wijk, Hatert. Voor de wijken bestaan meerdere etiketten: vogelaarwijken, prachtwijken, krachtwijken. De aanpak strekt zich in principe uit over ongeveer 10 jaar ( ). Het Rijk faciliteert en verschaft (een zeer beperkt deel van) de financiële middelen. De kern van de aanpak wordt gevormd door de samenwerking tussen gemeente en corporaties. Op 16 juni 2008 is een Charter getekend tussen het Rijk en de gemeente Nijmegen, waarin de inzet van stad, corporaties en rijk voor de komende jaren is vastgelegd. Als vervolg daarop is op 9 oktober 2008 tussen de 3 betrokken corporaties WoonGenoot, Portaal en Talis, en de gemeente Nijmegen een samenwerkingsovereenkomst en samenhangend aanpakplan Ongedeeld Hatert getekend. Hiermee is de bijdrage van de corporaties in de periode 2008 t/m 2011 voor een bedrag van 9,85 miljoen afgesproken. De gemeente investeert een vergelijkbaar bedrag in diezelfde periode. Organisatie en verantwoording Voor wat betreft de concrete aanpak is in 2008 een projectorganisatie opgetuigd en is er een uitvoeringsprogramma samengesteld: het Wijkactieplan Hatert (WAP) Fase Behalve gemeente en corporaties zijn bij de samenstelling ook bewoners organisaties en bewoners betrokken geweest. Bij de planaanpak hoort ook verantwoording, naar gemeenteraad, corporatiebesturen en ministerie. Tevens is vastgelegd, dat vóór 2012 afspraken worden gemaakt voor de periode 2012 t/m Monitoring en evaluatie vormen dus vaste onderdelen van de aanpak. Speciaal voor de monitoring en evaluatie heeft het ministerie (VROM WWI) rapportages en instructies ontwikkeld, waarmee de steden de resultaten en effecten (resp. output en outcome) kunnen volgen en meten. Daarbij is het de taak van de projectorganisatie de outputgegevens op te leveren en daarover te rapporteren. De outcome informatie komt voor wat betreft Nijmegen vanuit de Stads en Wijkmonitor en centrale bronnen (m.n. CBS). Behalve de gemeente zelf rapporteert het ministerie van VROM (directie WWI) hier ook over in een tweejaarlijkse rapportage (outcomemonitor). In september 2010 heeft bovendien een visitatieronde plaats gevonden (georganiseerd vanuit het ministerie van VROM). Het onafhankelijke rapport van de visitatiecommissie komt aan de orde in deze evaluatie en is bij dit rapport opgenomen in bijlage 3. Met de corporaties is de afspraak gemaakt om in 2010 op basis van output en outcome gegevens een eerste gemeentelijke evaluatie uit te voeren, bedoeld als onderlegger voor de planvorming vanaf Urgentie evaluatie toegenomen Deze evaluatie is gedurende het afgelopen jaar in een wat ander daglicht komen te staan door de bezuinigingen op rijks en gemeentelijk niveau. De urgentie van evaluatie is daarmee toegenomen. De gemeente heeft vanuit het coalitieakkoord een omvangrijk pakket bezuinigingen aangekondigd. Hoe deze precies uitpakken was bij het uitvoeren van de evaluatie nog onbekend. Maar dat ze invloed hebben op onderdelen van de wijkaanpak zoals die in Hatert tot nu toe is Inleiding 9

31 uitgevoerd is onmiskenbaar. Al is het maar omdat ook door rijksmaatregelen de gemeente scherpe keuzes moet maken. Diezelfde rijksoverheid heeft ook aangegeven weliswaar door te willen gaan met de wijkenaanpak zoals door eerdere kabinetten ingang gezet, maar daar geen omvangrijke rijksmiddelen meer tegenover te stellen. Tenslotte hebben ook woningcorporaties als gevolg van heffingen door de rijksoverheid en de gevolgen van de crisis de komende jaren moeite om de investeringen op peil te houden. Eind 2010/begin 2011 heeft de evaluatie plaats gevonden door de afdeling Onderzoek & Statistiek van de gemeente i.s.m. de corporaties. De resultaten worden beschreven in deze rapportage. De rapportage zal meegaan als onderbouwend document bij het beleidsvoorstel van het Bestuursteam Hatert over de vervolgaanpak waarover het college van Burgemeester en Wethouders een besluit moet nemen. Opzet rapportage De opzet van de rapportage is als volgt: Hoofdstuk 2 geeft een verantwoording: de doelstelling en thema s van de uitgevoerde evaluatie (wat willen we te weten komen?) en de wijze van uitvoering (methodiek). Hoofdstuk 3 vervolgens schetst de achtergrond: een beknopte beschrijving van de wijk en het ontstaan en de opbouw van het Wijkaanpakplan (WAP) Hatert, inclusief de organisatorische aanpak. De hoofdstukken 4, 5, 6 en 7 bevatten de bevindingen m.b.t. de te evalueren thema s (resp. de organisatie als geheel, de onderdelen (sporen) van het WAP, de resultaten (output) en de effecten (outcome). Hoofdstuk 8 sluit af met de conclusies. 10 Inleiding

32 2 Verantwoording: doelstelling, thema s en uitvoering Doel evaluatie De beleidscontext zoals hiervoor beschreven is bepalend voor de hoofddoelstelling van de evaluatie. De resultaten van de evaluatie dragen bij aan verantwoording en moeten bijdragen aan de planvorming na 2011 en gewenste aanpassingen in het WAP. Daarvoor is inzicht nodig in de voortgang van het WAP. Worden de daarin geformuleerde doelstellingen behaald c.q. is er uitzicht dat de doelstellingen gehaald gaan worden? Daarbij is het van belang te beseffen dat veel deelprojecten nog niet zo lang lopen, nog in de kinderschoenen staan of zelfs dat nog niet eens. Het lange termijn perspectief is dus van belang. Het geven van inzicht in de voortgang van het WAP en in het (kunnen) bereiken van de doelstellingen is dus het doel van de evaluatie. Het is van belang om niet alleen naar het WAP zelf en de uitvoering daarvan te kijken, maar ook naar de context, zowel binnen de gemeente (bijv. het reeds bestaande beleid) als daarbuiten (bijv. de invloed van de landelijke economie). Een ander voorbeeld zijn de verhuisbewegingen in, uit en ook binnen de wijk. Een mogelijk verschijnsel is dat bewoners die (mede) door deelname aan projecten of trajecten hun positie verbeteren naar elders verhuizen. Deze en andere factoren moeten betrokken worden bij het duiden van de resultaten van het WAP. Waar mogelijk besteden we er in deze evaluatie aandacht aan. Onderzoeksvragen Ten behoeve van het verkrijgen van het benodigde inzicht onderscheiden we drie hoofdvragen. Het betreft algemene vragen die bij veel evaluaties van (sociale) projecten aan de orde zijn. 1. Verloopt de organisatie van de wijkteamaanpak zoals bedacht en gewenst (het proces)? 2. Wat zijn de directe opbrengsten en beantwoorden ze aan de verwachtingen (output)? In feite gaat het hierbij om een (geaggregeerde) beschrijving van de bereikte resultaten van wijk, groeps en persoonsgerichte projecten en trajecten. 3. Wat zijn de effecten op de wijk en dragen ze bij aan de gestelde doelen (outcome)? Bij elk van de drie vragen horen subthema s c.q. meer specifieke onderzoeksvragen. De vragen die we t.b.v. deze evaluatie als werkvragen hebben onderscheiden zijn opgenomen in bijlage 1. Deze onderzoeksvragen vormen een breed spectrum. Het was niet de bedoeling om ze op alle onderdelen tot in de finesses uit te werken, maar wel vormden ze de leidraad om de hoofdlijnen te pakken te krijgen. Toegepaste methodieken In de onderzoeksopzet zijn voor de benadering van de geformuleerde thema s en vragen de volgende methodieken benoemd: Verantwoording: doelstelling, thema s en uitvoering 11

33 Dossieronderzoek opbouw en voortgang WAP projecten: raadplegen van bestaande dossiers uit de projectorganisatie (beleids en uitvoeringsplannen, overlegverslagen, voortgangsrapportages). Raadpleging en/of analyse van beschikbare registratiegegevens cliëntgerichte projecten: een belangrijk deel van de projecten bestaat uit persoons of cliëntgerichte trajecten. Op basis van de beschikbare registraties hebben we geprobeerd inzicht te krijgen in concrete aantallen geholpen bewoners, maar ook in typering daarvan (doelgroepen, aard problematiek) en effectiviteit op persoonsniveau (uitstroom, duurzaamheid resultaat). Raadpleging van beschikbare deelnamegegevens algemene en gemeenschappelijke projecten: een ander deel van de projecten speelt zich meer af op het niveau van doelgroepen, deelgebieden of de hele wijk. Analyse beschikbare statistieken en bevolkingsenquêtes: het doel hiervan is meer te weten te komen over mogelijke effecten van de aanpak. De bronnen betreffen statistieken en enquêtebevindingen, zoals tweejaarlijks vastgelegd in gemeentelijke Stads en Wijkmonitor (SWM). Verder zijn cijfers over verhuisbewegingen en klanttevredenheidsonderzoeken van de corporaties toegepast. Ook hebben we gebruik gemaakt van de landelijke outcomemonitor van VROM en de cijfers van het CBS (Statline). Interviews met betrokkenen: zij hebben met name informatie aangeleverd over het verloop van het project. Gesproken is met de projectleiders van Hatert, de spoortrekkers van alle zes sporen en met diverse participanten in het proces: bewonersorganisaties, ondernemers, politie, basisscholen en jongerenwerk. Voor een overzicht van de geïnterviewden zie bijlage 2. Toepassing resultaten landelijke visitatie najaar 2010 Op enkele punten zijn bevindingen uit andere steden betrokken. Al met al kunnen we stellen dat de interviews de belangrijkste component hebben gevormd in het onderzoek. Uitvoering door O&S gemeente Nijmegen en corporaties Nijmegen en de corporaties hebben samen de uitvoering van het WAP ter hand genomen. Daarom is besloten om de evaluatie door beide partijen samen te laten uitvoeren. Het aandeel O&S is geleverd vanuit het gemeentelijk Onderzoeksprogramma 2010, het aandeel corporaties vanuit de bedrijfsvoering. Klankbordgroep Voor het onderzoek is een klankbordgroep c.q. begeleidingscommissie samengesteld die in het begin van de uitvoering (oktober 2010) voor de eerste keer bij elkaar is geweest ter bespreking van de onderzoeksopzet. Voor de samenstelling van de begeleidingscommissie zie bijlage 2. Vervolgens vond begin februari een bijeenkomst plaats ter presentatie en bespreking van de voorlopige onderzoeksresultaten. Hierbij waren ook de projectleiders, spoortrekkers en de (overige) leden van het managementteam aanwezig. Het doel van deze bijeenkomsten was het leveren van commentaar en suggesties voor de onderzoekers. Kanttekeningen vooraf Vooraf zijn enkele kanttekeningen op zijn plaats, ter weging van de resultaten: De evaluatie betreft de beginperiode van de (in principe 10 jarige) aanpak. Maar het oog is vooral ook gericht op het lange termijnperspectief: welke beleidsconclusies kunnen we trekken voor langere periode. 12 Verantwoording: doelstelling, thema s en uitvoering

34 Het WAP is een zeer uitgebreid en divers plan. In deze evaluatie vindt beschrijving en analyse op hoofdlijnen plaats, met waar zinnig aandacht voor specifieke onderdelen. Met betrekking tot de tweede onderzoeksvraag (opbrengsten, output) zijn we afhankelijk geweest van de beschikbaarheid en kwaliteit van de beschikbare gegevens. In de praktijk blijkt dat de (bestands)informatie nogal eens gebrekkig is of moeilijk ontsloten kan worden. Dit legt beperkingen op bij de beschrijving en analyse. De derde onderzoeksvraag betreft de effecten op de wijk van de aanpak. Onderzoek naar effecten is lastig, Het is in dit soort evaluaties altijd heel erg moeilijk om het verband tussen maatregelen en effecten te meten. Hoe bewijs je dat het door inzet komt? Je hebt te maken met de reeds eerder genoemde context, d.w.z. het overige beleid en aanpakken zoals die neerslaan op de wijk, de economische ontwikkeling in het algemeen, etc. In deze evaluatie zullen we in hoofdstuk 7 ontwikkelingen in de wijk (outcome) benoemen en in het concluderende hoofdstuk 8 proberen enkele relaties te leggen met de inzet van het WAP. Verantwoording: doelstelling, thema s en uitvoering 13

35 14 Verantwoording: doelstelling, thema s en uitvoering

36 3 Het WAP Hatert Wijkactieplan Na de aanwijzing door minster Vogelaar van Hatert is er van alles in gang gezet: ambtelijk, bestuurlijk, overleg met bewoners, overleg met ministerie. De plannen voor Hatert voor de prachtwijkaanpak zijn zoals gezegd neergelegd in het Uitvoeringsprogramma Wijkactieplan Hatert WAP Fase , met als ondertitel Hou van Hatert. Formeel is de prachtwijk afgebakend als postcodegebied 6535 (zuidzijde Hatertseweg), maar in de planvorming is ook het (kleinere) deel aan de noordelijke kant opgenomen. De uitvoering (organisatie) van het plan is vanuit de gemeente opgezet, i.s.m. corporaties, andere instellingen én bewoners. Het plan schetst in een aparte analyse eerst de problemen in de wijk. Deze zijn te verdelen in vier thema s : problemen achter de voordeur, jongerenproblematiek, werkloosheid en (te weinig) Het WAP Hatert 15

37 sociale cohesie. Dit sluit aan bij datgene wat corporaties en gemeente in hun gemeenschappelijk charter stellen, nl. dat: de sociaaleconomische positie van veel inwoners van Hatert de afgelopen jaren onvoldoende omhoog is gegaan; er vaak sprake is van een cumulatie van complexe sociale en maatschappelijke problemen die vraagt om een goed afgestemde integrale aanpak; de kloof tussen kansrijk en kansarm moet worden verkleind met een gecoördineerde veranderstrategie. Vier sporen en twee dwarssporen De ambitie is om van de wijk Hatert in een tijdsbestek van 10 jaar een gemiddelde wijk te maken. Het WAP geeft aan hoe dat moet gebeuren. De aanpak voorziet in een viersporenbeleid (aansluitend op de vier genoemde thema s) en twee dwarssporen: Hatert Thuis: een goede thuishaven is een basis voor geluk Hatert Werkt: iedereen telt Hatert Jong: wie de jeugd heeft de toekomst Hatert Ontmoet: plaatsen voor contact en ontmoeting. De twee verbindende dwarssporen zijn integratie en veiligheid. Voor elk van de sporen fungeert een spoortrekker als projectleider. Inhoud plannen Hieronder volgt een opsomming van de inhoud van de plannen per spoor, zoals die in het oorspronkelijke uitvoeringsprogramma van het WAP (van december 2008) zijn omschreven. Hatert Thuis: het hoofdbestanddeel van dit spoor is de inrichting en uitwerking van een goed functionerend (interdisciplinair) wijkteam in Hatert. Taak van het wijkteam is het verzamelen van signalen van multiprobleem en overlastgedrag en zorgen voor een adequate aanpak en begeleiding van de betreffende (multiprobleem)huishoudens. Hatert Werkt: binnen het WAP betreffen de activiteiten van dit spoor het inschrijven en begeleiden van nieuwe werkzoekenden, dienstverlening aan reeds ingeschreven werkzoekenden en de re integratie van wwb ers. Daarnaast zijn in relatie tot participatie andere deelplannen opgenomen, nl. m.b.t. inburgering, het extra stimuleren van allochtonen met een uitkering, dienstverlening aan arbeidsongeschikten, het bevorderen van economische bedrijvigheid in Hatert en nog andere activiteiten. Daarnaast voorziet dit spoor in activiteiten om armoede te bestrijden en diverse activiteiten in het kader van schuldhulpverlening. Hatert Jong: in het uitvoeringsplan van dit spoor zijn 8 deelplannen opgenomen: het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG), opvang en peuterspeelzaalwerk, onderwijs/brede school, sport/combinatiefuncties (sportleerkrachten), cultuur, naschoolse activiteiten jeugd, jeugdigen van de straat/veiligheid en jeugd en integratie. Binnen elk deelplan bevinden zich meerdere (sub) plannen, projecten en activiteiten. Hatert Ontmoet: dit plan onderscheidt een zestal thema s: aanpassen wijkcentrum, ondersteuning van de buurt, cultuur, bibliotheek, verplaatsing SV Hatert (voetbal) en de dinnerservice (laagdrempelige eetgelegenheid). Binnen buurtondersteuning en cultuur 16 Het WAP Hatert

38 worden deelactiviteiten onderscheiden: enerzijds de ondersteuning van bewonersinitiatieven en het stimuleren van zelforganisaties, anderzijds het regelen van een muzieklokaal voor de wijk, het stimuleren van cultuurdeelname onder volwassenen, een wijktheater en cultuur activiteiten door (o.a.) de Lindenberg. Integratie: de planonderdelen zijn m.n. afgeleid van het karakter als dwarsspoor. De volgende drie worden onderscheiden: effectieve ondersteuning aan hoofdsporen, participatie van allochtone bewoners en stimuleren ontmoeting en meer perspectief voor allochtone (Marokkaanse) jongeren. Veelal betreft het ondersteuning van plannen ui andere sporen of aanhaking aan bestaand beleid. Concrete activiteiten die benoemd zijn zijn de Adviesgroep Integratie Hatert en het stimuleren van het wijkfestival Kleurrijk (bij het tweede thema) en een project voor Marokkaanse jongeren (bij het derde onderdeel). Veiligheid: een belangrijk onderdeel is (het voortzetten van) het wijkveiligheidsplatform (overleg met bewoners), en verder ook het JOLOproject (gericht op gedrag van en bemiddeling door jongeren). Daarnaast onderscheidt men binnen dit (dwars)spoor een aantal fysieke ingrepen (winkelcentrum en winkelstrip Couwenbergstraat, opknap achterommen, wegblokkades (verbetering verkeersdoorgang), opplussen rozenperken, herinrichting speeltuin en nog enkele andere. Naast deze sporen bestaat in Hatert ook het project Hatert Gezond. Dit project is buiten het WAP opgestart, maar inmiddels zijn er in de praktijk wel samenhangen. Het project wordt georganiseerd vanuit een stuurgroep, die 6x per jaar vergadert. Binnen deze stuurgroep participeren naast de gemeentelijke projectleider diverse professionals (huisarts, fysiotherapeut, GGZ, ZZG/thuiszorg, wijkverpleegkundige). Binnen Hatert Gezond bestaan diverse projecten m.b.t. de verbetering van de gezondheid (bijv. aanhaking bij project zichtbare schakels) en het stimuleren van beweging ( beweegtuin en ommetjes ).. Tenslotte is ook wonen een belangrijk onderdeel van de aanpak van Hatert. Voor een belangrijk deel evenwel zat dit thema al vervat in een al bestaand plan van corporaties en gemeente, nl. Hatert onder de pannen. Dit plan voorziet o.a. in de nieuwbouw van zo n 800 woningen in de wijk. In formele zin gaat het hierbij dus om een plan buiten het eigenlijke WAP. Het WAP Hatert 17

39 18 Het WAP Hatert

40 4 Resultaten: proces in zijn geheel In eerste instantie zijn dossiers en stukken geraadpleegd om een beeld te krijgen van de inkleding en voortgang van projecten uit het WAP alsmede van de beschikbaarheid van registratie en resultaatgegevens. De meeste bevindingen in dit hoofdstuk komen evenwel uit de gehouden interviews. 4.1 Wat gaat er goed? Intensief voortraject in samenwerking met betrokkenen Om te komen tot een goed wijkactieplan voor Hatert is destijds een zeer uitgebreid interactief traject opgezet. Bewoners, ondernemers en instellingen zijn allemaal intensief betrokken geweest bij de totstandkoming van het WAP. Tijdens grootschalige wijkbijeenkomsten is eerst bij die partijen opgehaald hoe de wijk verbeterd zou kunnen worden. Vervolgens is een plan op hoofdlijnen gemaakt, waarin de thema s voor de wijkaanpak een plek hebben gekregen. Vervolgens is getoetst bij bewoners en instellingen of dit de juiste thema s waren en of het hoofdlijnen plan verder uitgewerkt zou kunnen worden. De verdere uitwerking van het plan is steeds teruggelegd bij bewoners en instellingen en heeft uiteindelijk geleid tot het plan dat is vastgesteld door College en Raad. Kortom het vertrekpunt was een goed en in de wijk gedragen Wijkactieplan. Overleg en beslisstructuur Onder verantwoordelijkheid van de gemeentelijke spoortrekkers is geleidelijk gewerkt aan de uitvoering van het plan. Om daar goed en adequaat over te kunnen besluiten is een overleg en beslisstructuur gemaakt bestaande uit een Bestuurlijk overleg (wethouders en corporatiedirecteuren), een MT bestaande uit managers van gemeente en corporaties en een projectgroep bestaande uit gemeentelijke spoortrekkers. De dagelijkse aansturing van het WAP is gebeurd door de wijkmanager van de gemeente en één procesmanager namens de drie betrokken corporaties. Om een goede voortgang te waarborgen en om strak te sturen op middelen en resultaten zijn projectdocumenten gestandaardiseerd en is een financiële administratie ingericht. De laatste speelt tevens een belangrijke rol in de verantwoording van de bestede middelen. De gekozen overleg en besliscultuur heeft goed gewerkt. Gemeente en corporaties hebben samen de schouders eronder gezet om de plannen redelijk snel tot uitvoer te brengen. Op onderdelen is dat niet gelukt, maar dat heeft niet aan bovenstaande structuur gelegen. Opstart projecten Er zijn veel nieuwe projecten voortvarend opgestart, waaronder ook grote projecten waar veel disciplines en organisaties bij betrokken waren. Voorbeelden hiervan zijn de wijkteams en het actiecentrum Hatert werkt. Voor het opstarten van deze majeure projecten is veel organiserend vermogen nodig geweest, maar partijen hebben elkaar steeds weten te vinden en hebben gezamenlijk de zich altijd voordoende hobbels in deze trajecten weten te nemen. In een dergelijke opstartfase wordt het voor de bewoners natuurlijk even stil. Na de intensieve betrokkenheid bij de totstandkoming van het WAP, lijkt het er op alsof er niets gebeurt. Resultaten: proces in zijn geheel 19

41 Er is ook een aantal projecten zeer langzaam en moeizaam opgestart. Op de oorzaken daarvan komen we terug bij de betreffende sporen. WAPactiviteiten leven Uit de interviews met de betrokkenen bewoners en ondernemers blijkt duidelijk dat de WAP activiteiten leven in de wijk. Natuurlijk niet allemaal in gelijke mate en voor sommige hoeft dat natuurlijk ook niet. Maar er is een duidelijk gevoel dat er iets losgetrokken wordt. Natuurlijk gebeurde er al veel in de wijk voordat het WAP er was. Deze activiteiten zijn natuurlijk gewoon doorgegaan en worden opvallend vaak genoemd als succesvol en zichtbaar (Kleurrijk Hatert, Ouder Kind centrum, wijkveiligheidsplatform). Belangrijk leerpunt is om in de toekomst aan te sluiten bij bestaande activiteiten en structuren in de wijk. 4.2 Wat gaat er minder goed? Natuurlijk gaan er in een project van zo n grote omvang en met zoveel betrokken partijen ook zaken minder goed. Het is goed die te benoemen en daarvan te leren. Uitvoeringsstrategie Het Wijkactieplan bevat letterlijk een mozaïek aan plannen en projecten, verdeeld over een aantal beleidssporen. De doelstellingen zijn zeer divers. Van heel duidelijke concrete doelstellingen tot vage en intentionele bedoelingen. Ook werkwijzen om die doelen te behalen lopen zeer uiteen. Soms kon een project direct aan de slag, soms moesten allerlei partijen eerst nog worden overtuigd alvorens te kunnen starten. Uit de bestudering van de relevante stukken blijkt dat er geen sprake is geweest van een doordachte en eenduidige uitvoeringsstrategie, hetgeen zo nu en dan verwarrend heeft gewerkt. Dit beeld komt ook naar voren uit de interviews die met betrokkenen zijn gehouden. Nieuwe en oude structuren naast elkaar Met het benoemen van Hatert als Vogelaarwijk en het opstellen van het Wijkactieplan is er natuurlijk geen sprake van een soort blanco startsituatie. Er waren gelukkig al heel veel goede initiatieven en bestaand wijkbeleid. Veelal zijn daaroverheen nieuwe structuren of extra coördinatielagen gekomen. Voorbeelden daarvan zijn het CJG, de wijkteams, Hatert Werkt. Maar de oude structuren zijn voort blijven bestaan. Dat levert onduidelijkheid voor de gebruiker op. Het naast elkaar bestaan van de oude en nieuwe structuren levert natuurlijk ook extra werk op. Er moet meer worden georganiseerd, het levert meer communicatie en overdrachtsmomenten op. Ook de externe visitatiecommissie wijst hierop. Aanbodgerichtheid van projecten Wat er nodig is om de wijk te verbeteren is via een uitgebreid proces echt van onderop opgehaald. Bewoners geven ook aan daar zeer tevreden over te zijn. Desondanks blijken veel projecten erg aanbodgericht. Het blijkt moeilijk te zijn om nieuwe activiteiten echt toe te snijden op de vraag die bij bewoners leeft. Ook het simpele feit dat er geld voor wijkontwikkeling is creëert kennelijk een aanbod. 20 Resultaten: proces in zijn geheel

42 Stapeling van projecten en overorganisatie Belangrijk doel van het wijkactieplan is om bewoners vooruit te helpen en zonodig bemoeizorg te organiseren. In de uitwerking van deze doelen is wel een behoorlijke stapeling van projecten en daarbij behorende structuren ontstaan. Bewoners weten daardoor vaak niet waar ze terecht kunnen en je kunt ook vraagtekens zetten bij de effectiviteit van dat geheel. De terugkoppeling Er is bij de uitvoering van het wijkactieplan veel aandacht voor communicatie. In nieuwsbrief en wijkkrant is veel aandacht voor de activiteiten die gaan lopen, of resultaten die worden geboekt. Toch is op dit punt nog wel verbetering mogelijk. Het gaat dan om het communicatie vaardiger maken van de WAP organisatie en de werkzame professionals, en vooral ook om het persoonlijk terugkoppelen van resultaten of bevindingen aan bewoners of andere professionals. Gebiedsgericht beleid Het uitvoeren van een wijkactieplan is wat we in beleidstermen gebiedsgericht beleid noemen. Daarvoor is het nodig dat op het niveau van het gemeentelijk apparaat geschakeld wordt tussen de verschillende sectoren en afdelingen. Dit blijkt niet vanzelf te gaan. Dit is ook in andere beleidsevaluaties geconstateerd en blijkt dus een hardnekkig punt te zijn. Management informatie en registratie Bij het maken van nieuw beleid of het opzetten van een project wordt veel aandacht besteed aan de inhoudelijke kant van de zaak. Hoe kunnen we het doel bereiken, welke werkwijze te volgen, procedures ontworpen, etc. Vaak wordt pas in laatste instantie bedacht, of soms helemaal niet, dat je ook een aantal zaken moet registeren om na afloop te kunnen beoordelen of een project geslaagd is. Deze informatie ontbreekt vaak of moet achteraf met veel moeite worden gereconstrueerd. 4.3 Overige aandachtspunten Samenwerking gemeente en corporaties Met het uitvoeren van het wijkactieplan, waarvan de gemeente en de corporaties de belangrijkste financiers zijn, is wel iets heel unieks tot stand gebracht. Organisaties werken op een netwerkachtige manier samen. Ontmoeten elkaar op alle niveau s van de organisatie en zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor het resultaat. Ook worden er gezamenlijk besluiten genomen en bijgestuurd. Hiervoor is al aandacht gegeven aan de structuur die daarvoor is opgezet. Ook uniek is dat de drie betrokken corporaties de uitvoering overlaten aan een gezamenlijk aangestelde procesmanager. Die harmonie is er niet vanaf het begin geweest. Het rijk dwong de corporaties om mee te doen voor een vooraf vastgesteld bedrag. Dat leverde ingewikkelde onderhandelingen op. Toen er eenmaal een akkoord lag is de samenwerking veel vlotter gegaan. Maar soms ontstaat toch weer een hobbel die genomen moet worden. Vaak is de oorzaak hiervoor als de corporatie geld moet uitgeven aan zaken die wel erg ver van haar taakveld af liggen. Ketenaanpak In de loop van dit rapport zal duidelijk worden dat nog veel verbeteringen kunnen worden gevonden in het beter neerzetten en organiseren van wat we ketenaanpak noemen. Het gaat er Resultaten: proces in zijn geheel 21

43 dan vooral om te schakelen tussen ketens. Bijvoorbeeld van het jongerenwerk en de wijkteamaanpak naar de aanpak van veiligheid en omgekeerd. Heel positief in Hatert is dat er steeds meer professionals zijn die elkaar op de werkvloer opzoeken en tot goede geïntegreerde acties komen. Aansturing maatschappelijk middenveld Een ander samenwerkingspunt is de aansturing van het maatschappelijk middenveld. Zeg maar de instanties die nodig zijn om de resultaten te behalen in de wijk. We werken met veel instanties samen. Die instanties zijn vaak afhankelijk van een budget van de gemeente. Welke afspraken maak je dan in ruil voor het beschikbaar stellen van het budget? Kan er ook sprake zijn van een zekere resultaatverplichting? Dit thema speelt natuurlijk veel breder dan alleen in Hatert. 22 Resultaten: proces in zijn geheel

44 5 De sporen De kern van het Wijkactieplan voor Hatert wordt gevormd door de zogenaamde sporenaanpak. Aan die aanpak lag de analyse ten grondslag dat Hatert een sociaal kwetsbare wijk is. Dat wordt veroorzaakt door verhoudingsgewijs veel bewoners met een laag inkomen, waaronder veel uitkeringen en de combinatie met een lage opleiding. Ook de jongerenproblematiek, soms gepaard gaand met overlast vormde een kern van de analyse. De sporenaanpak is verdeeld over de sporen Thuis, Werkt, Ontmoet en Jong. Ook zijn twee dwarssporen veiligheid en integratie opgezet. Deze twee thema s zouden in de gehele aanpak een plek moeten krijgen. Vanuit deze sporenaanpak zijn de meeste projecten en activiteiten voor de wijk opgezet. In het vorige hoofdstuk is in zijn algemeenheid naar proces en resultaten gekeken. In dit hoofdstuk kijken we per spoor. We maken gebruik van de gegevens uit dossiers en stukken en met name de interviews. Hier en daar wordt ook iets vermeld over de output, maar deze komt met name in het volgende hoofdstuk aan de orde. 5.1 Hatert Thuis De aanpak in dit spoor concentreert zich op de problematiek achter de voordeur. Vaak is sprake van meerdere problemen. Het gaat dan om huishoudens met financiële problemen, maar ook problemen bij de opvoeding van de kinderen, psychische problematiek, huiselijk geweld, drugsverslaving, etc. Vaak worden deze gezinnen al geholpen door meerdere hulpverleners, vanuit diverse instellingen, vaak een onduidelijke en meestal ook onwenselijke situatie. Voor het betreffende gezin omdat zij niet goed meer weten bij wie ze terecht kunnen. Maar ook vanuit het perspectief van de hulpverlening. Met zo n conglomeraat aan hulpverleners is het moeilijk om een efficiënte doorzettingsmacht te organiseren. In de aanpak staat centraal het opzetten van een wijkteam waar, onder regie van een gemeentelijke wijkteamregisseur, alle signalen m.b.t. probleemhuishoudens bij elkaar komen en m.b.v. de expertise van de deelnemende partijen een plan van aanpak wordt bepaald. De uitvoering daarvan wordt toegeleid naar een (casemanager bij een) uitvoerende instantie of in een aantal gevallen naar een gezinscoach. Uit de interviews met direct betrokkenen blijkt dat het beeld over het functioneren van dit spoor en de resultaten die worden geboekt overwegend positief te zijn. Niettemin zijn er nog wel degelijk aandachtspunten. Wat gaat er goed? Het wijkteam vormt de kern van het programma Hatert Thuis. Uiteraard heeft het opstarten van een dergelijk multidisciplinair team vanuit even zovele instellingen de nodige voeten in aarde. Maar inmiddels loopt het team goed. Zo n 100 casussen zijn er in Hatert aan de orde geweest c.q. zijn nog aan de orde. Er is een toenemend enthousiasme bij werkers en organisaties om hier samen de schouders onder te zetten, zo blijkt uit de interviews. Men wil echt samen resultaten bereiken. Daardoor gaan processen sneller en wordt meer kwaliteit geleverd. Politie en corporatie zijn vaak de signalerende instanties. Deze signalen worden goed opgepakt en krijgen een vervolg. In dezelfde periode als deze evaluatie is voor alle zeven in Nijmegen actieve wijkteams een evaluatie uitgevoerd. In november 2010 is in het kader hiervan ook een zogenaamde effectenarena De sporen 23

45 gehouden. De voorlopige bevindingen zijn positief tot zeer positief. Onderzoek en het mede op basis daarvan opgestelde beleidsadvies worden op korte termijn openbaar. Aandachtspunten Door het instellen van een wijkteam en de regisserende werking daarvan is er in feite een nieuwe structuur bovenop de bestaande hulpverleningstructuren gelegd. De voordelen van deze aanpak, namelijk vanuit één, compact en goed samenwerkend, (wijk)team worden door bijna niemand betwist. Natuurlijk kost deze aanpak extra geld. Die is in Hatert vanuit de extra financiële ruimte die beschikbaar was ook betaald. Je zou mogen verwachten dat door deze aanpak ook inverdieneffecten gaan optreden. Immers de reguliere aanpak vanuit de bestaande structuren kan een tandje minder. De externe visitatiecommissie wijst daar ook op en beveelt aan dat de gemeente op dit onderdeel sterker dan nu het voortouw moet nemen. De gemeente is in de positie, als financier van veel instellingen, maar ook als beleidsbepaler, om instellingen te dwingen op dit terrein met innovaties en een effectievere organisatievorm voordelen te behalen. Het wijkteam functioneert naast andere zogenaamde bemoeizorgtrajecten, zoals het Veiligheidshuis, CJG, OT en de ZATS. Met deze trajecten moet natuurlijk zeker voor afstemming worden gezorgd. Eerste stappen zijn gezet. Heel positief is dat de werkers op werkvloerniveau elkaar steeds meer opzoeken en afspraken maken. Het succes van het wijkteam is voor een groot deel afhankelijk van de kwaliteit van de medewerkers die betrokken zijn. Ze moeten goed zijn op hun vakgebied, maar vooral ook de bereidheid hebben de nek uit te steken en soms ook de werkcultuur en gewoonten van de eigen organisatie ter discussie willen stellen. De fysieke nabijheid van professionals in de wijk, maar ook op gezette tijden direct bij elkaar, vormt een belangrijke randvoorwaarde voor het goed en slagvaardig opereren van het wijkteam en andere ketens. 5.2 Hatert Werkt Dit spoor is opgezet om aan de achterstand die Hatert heeft op het gebied van werk en armoede echt iets te doen. Hatert telt circa 1½ keer zo veel werkzoekenden en uitkeringsgerechtigden als gemiddeld in Nijmegen. Huishoudens met lage inkomens en armoede zijn daardoor in de wijk oververtegenwoordigd. Het is de vaste overtuiging dat het hebben van werk mensen weer laat participeren in de samenleving en dat ook op andere gebieden problematiek beter beheersbaar wordt. Kortom werk is een belangrijke katalysator om mensen vooruit te helpen. Vanuit deze gedachte is het Actiecentrum Hatert Werkt opgezet waarbij de arbeidsparticipatie moet worden bevorderd, en via schuldhulpverlening en het terugdringen van het niet gebruik van financiële voorzieningen, de armoede wordt tegengegaan. In dit hoofdstuk komen de opbrengsten (de output) wel aan de orde, maar in het volgende hoofdstuk worden meer concrete outputgegevens behandeld. In dit hoofdstuk is de beantwoording van de vraag aan de orde of, volgens de geïnterviewden, een dergelijke laagdrempelige wijkvoorziening succesvol bij kan dragen aan de oplossing van de problemen zoals hiervoor geschetst. 24 De sporen

46 Wat gaat er goed? De laagdrempeligheid van de voorziening dichtbij de bewoners heeft gewerkt. Er zijn veel activiteiten in en vanuit het actiecentrum. Bewoners worden gemakkelijk bereikt. Bewoners lopen spontaan binnen voor informatie. Vernieuwend aan de samenwerking binnen het Actiecentrum is dat medewerkers van verschillende organisaties letterlijk bij elkaar aan het bureau zitten om gezamenlijk te werken aan de doelstelling van het actiecentrum. Deze aanpak werkt, zo blijkt uit de gehouden interviews. Medewerkers zijn ook speciaal geselecteerd om over de grenzen van de eigen organisatie heen te springen. Niet alleen worden verbanden gelegd met aan werk en armoede gerelateerde onderwerpen, maar ook naar sectoren daarbuiten. Een grote afstand tot de arbeidsmarkt heeft vaak ook te maken met andere soorten van problematiek die weer in andere sporen aangepakt worden. Wat gaat er minder goed? De resultaten van het actiecentrum zijn deels zichtbaar gemaakt, maar niet altijd zijn die resultaten eenduidig te interpreteren (zie hoofdstuk 6). Een deel van de resultaten komt uit centrale bestanden waarvan het de vraag is of de resultaten m.b.t. de cliënten uit Hatert nu direct kunnen worden toegeschreven aan de bemoeienis van het Actiecentrum. Zo gaat de verantwoording vanuit het spoor tot nu toe vooral via totaalstatistieken van in en uitstroom NWW en NWW percentages. Die zeggen op zich niet zo veel over de resultaten zelf van het actiecentrum. Ook de visitatiecommissie liet zich hierover op vergelijkbare manier uit.. Wat zich wreekt dat het tot dusver niet goed mogelijk is gebleken om tot goede productiecijfers uit het actiecentrum te komen. Dat zou in principe moeten kunnen vanuit de centrale informatiesystemen, maar dat lukt nog niet goed. De accounts hebben eigen werkoverzichten, maar die zijn niet gestandaardiseerd en onvolledig. Eigenlijk moet je kunnen zien hoeveel mensen er in het centrum zijn begeleid en wat per persoon het resultaat is. Overigens is er vanuit Hatert Werkt (c.q. het Actiecentrum) recent een verbetering ingezet in de vastlegging van productiegegevens (via formatontwikkeling). Overige aandachtspunten Wat het WAP met het instellen van het actiecentrum heeft gedaan is het doorvoeren van een stijlbreuk t.o.v. het regulier stedelijk werken, nl. door een transformatie naar gebiedsgericht werken. Die keuze is gemakt omdat de vindplaats van de problematiek in de wijk is gelegen. Daarmee ontstaat de mogelijkheid om de verschillende gemeentelijke en andere disciplines heel gebiedsgericht met elkaar te verbinden en het concept heel laagdrempelig in de wijk neer te zetten. Vanuit de interviews wordt aangegeven dat het doorzetten van deze beweging binnen de gemeente vaak nog voeten in de aarde heeft en niet altijd consequent gebeurt. Ook bij de Inkomensondersteuning en schuld hulpverlening speelt dat het op grond van de informatie niet altijd inzichtelijk is wat de exacte opbrengsten zijn van de inspanningen van het Actiecentrum. Wel is duidelijk dat het aantal mensen dat een beroep doet op inkomensaanvullende maatregelen de afgelopen twee jaar flink is toegenomen. De sporen 25

47 Een apart punt van aandacht vormen de jongeren. Zij worden in principe naar het jongerenloket op de Mariënbeurs verwezen, waar zij een aparte (wijk)account krijgen. Uit de bestandsgegevens is niet af te leiden wat de extra inzet is geweest en in hoeverre die succes heeft gehad. De laagdrempeligheid van het actiecentrum is een positief punt. Het bereikt daardoor heel gemakkelijk bewoners. Wel is door enkele geïnterviewden aangegeven dat er toch enige (negatieve) drempelwerking is. Niet iedereen wil in het actiecentrum gezien wil worden. 5.3 Hatert Jong In het wijkactieplan is de analyse gemaakt dat jongerenproblematiek in Hatert veel voorkomt. Overlast, bedreiging, vernieling, baldadigheid, schelden en ook jongeren met een criminele inslag. Het zijn allemaal zaken die voorkomen. Ouders c.q. omstandigheden thuis spelen vaak een cruciale rol in dit geheel. Er waren ook al vòòr het wijkactieplan goede initiatieven om in te spelen op de jongerenproblematiek. De Open Wijkschool, maar ook het Ouder Kind Centrum, speelt een belangrijke rol bij de opvoedingsondersteuning. In het kader van het wijkactieplan zijn allerlei aanvullende doelen gesteld om ouders beter bij de opvoeding te begeleiden. Jeugdigen worden intensief begeleid en er is voor jongeren altijd iets te doen in de wijk. Om die doelen te behalen is een veelheid aan activiteiten voorgesteld in het WAP, zoals ook al aangeduid in hoofdstuk 3. Voorbeelden zijn de oprichting van het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG), uitbreiding van opvoedingsondersteuning, intensiveringen bij de open wijkscholen, vergroting naschools aanbod voor 12+, intensivering ambulant jongerenwerk, etc. Gebleken is dat het in zo n korte tijd opzetten van zoveel activiteiten gewoon niet mogelijk is. Dit nog los van de vraag of het ook efficiënt is. Wat gaat er goed? Opvallend is dat veel activiteiten in dit thema die in de interviews succesvol worden genoemd al vòòr het WAP liepen. Het gaat bijvoorbeeld dan om het functioneren van de Open Wijkschool, het Ouder Kind Centrum en de kinderopvang en Boemerang. Het jongerenwerk door welzijnsorganisatie Tandem is de laatste periode geïntensiveerd. De aanpak is gerichter en ook meer op het individu gericht, waarbij ook de samenwerking met andere instanties nadrukkelijk wordt opgezocht. Behalve individueler wordt de aanpak richting de jongere ook veeleisender en met meer drang en dwang: je zult je aan een aantal regels moeten houden, pas dan krijg je mijn steun. De jongerenproblematiek wordt in de wijk de laatste tijd in ieder geval als veel minder ervaren. Dat is op te maken uit gesprekken met o.a. politie en bewonersorganisaties. Wat gaat er niet zo goed? Binnen het spoor Hatert Jong is een veelheid aan activiteiten voorzien. Dat blijkt ook uit de opzet van het spoor. Er wordt gewerkt met 8 deelplannen, waaronder nog weer subplannen hangen. 26 De sporen

48 Daardoor is de samenhang binnen het spoor al moeilijk te vinden, laat staan de relatie met de andere sporen en ketens. Veel projecten hebben lang in de opstartfase gezeten. Ze zijn niet of pas heel laat daadwerkelijk van start gegaan (bijv. onderdelen van de brede schoolactiviteiten, van de naschoolse activiteiten en van het deelthema jeugdigen van de straat). Dat blijkt uit de kwartaaloverzichten die zijn gemaakt. De oorzaken daarvoor zijn divers maar een rode draad daarvoor is wel te trekken. Ook dit spoor werd door de gemeente getrokken, maar veelal was medewerking nodig van veel andere partners op diverse niveaus. Het organiseren van deze samenwerking blijkt niet eenvoudig. Het Centrum voor Jeugd en Gezin bevindt zich nog heel duidelijk in de opstartfase. Het heeft zich nog niet weten te positioneren in de wijk en resultaten zijn nog niet zichtbaar. Die positionering is een belangrijk punt, immers er zijn vele andere structuren die zich eveneens met de opvoedingsondersteuning en jongeren bezig houden. Deze organisatorische drukte is een belangrijk aandachtspunt. Met name in het spoor Jong komen veel aanbodgerichte activiteiten voor. Goede ideeën worden omgezet in plannen en activiteiten zonder dat de doelgroep goed in kaart is. Het sluit niet aan bij de behoefte van de bewoners in Hatert. Eerder is al aangegeven dat veel activiteiten pas laat op gang zijn gekomen. Behalve dat veel samenwerkingspartners nodig waren, speelde ook de personele capaciteit en de personele wisselingen een belangrijke rol bij de ontstane vertraging. Overige aandachtspunten In de gesprekken is enkele malen gewezen op de wijze waarop opdrachten aan instellingen worden verleend. Dat gebeurt nu in de vorm van budgetafspraken, waarbij de inzet niet duidelijk wordt omschreven en er ook geen goede afspraken zijn over verantwoording. 5.4 Hatert Ontmoet Hatert Ontmoet is opgezet vanuit de constatering dat Hatert een multiculturele wijk is. Bij de integratie van de verschillende bevolkingsgroepen speelt ontmoeting een belangrijke rol. De ontmoetingen vinden overal plaats: op straat, in de winkel, op de sportclub, op school, het werk en in het wijkcentrum. Ontmoeting is volgens het WAP van belang zodat mensen elkaar leren kennen en elkaar ook aanspreken. Doel is het bevorderen van participatie en actief burgerschap. Het spoor ontmoet moet daarvoor de voorwaarden creëren. Ook moet het aanbod aan fysieke voorzieningen worden vergroot. Wat gaat er goed? Een aantal projecten is succesvol waaronder, de meideninloop, Chill Out (jeugdhonk), Kleurrijk Hatert (jaarlijkse wijkmarkt). Dat zijn niet allemaal WAP projecten. Dus ook hier valt op dat wat De sporen 27

49 bepaalde projecten die al voor het WAP bestonden of parallel aan het WAP tot stand zijn gebracht minstens even succesvol als bepaalde WAP projecten. Wat gaat er minder goed? Ook hier speelt dat het doel van het spoor zeer abstract was omschreven en dat er geen doordachte uitvoeringsstrategie voorhanden was. Daardoor kreeg het spoor een zeer moeizame vertaling naar concrete activiteiten en projecten, waartussen de samenhang niet zichtbaar was Vervolgens kostte het veel moeite om de projecten zelf van de grond te krijgen, zo blijkt uit de kwartaalverslagen. Projecten werden veelal top down neergezet. Van achter de tekentafel werd bedacht wat goed is voor bewoners, in plaats van aansluiting te zoeken bij wat leeft bij de bewoner en de professional te laten optreden als facilitator. Overigens vormden ook personeelswisselingen aan gemeentelijke kant een factor van betekenis. Een specifiek punt betreft het voorzieningenhart. Het besluitvormingstraject dat zou moeten leiden tot een nieuw voorzieningenhart voor de wijk is als knellend ervaren en het niet doorgaan wordt door sommigen gezien als een gemiste kans. Alles bij elkaar maakten deze zaken het spoor als geheel niet herkenbaar en is een van de hoofddoelstellingen namelijk het actief participeren van de bewoners in de volle breedte nog onvoldoende behaald. Overige aandachtspunten De betrokkenheid van de bewoners van Hatert bij de wijk is steeds groter aan het worden. Dat blijkt uit een aantal grote activiteiten in de wijk, waaronder bijvoorbeeld Kleurrijk Hatert. Daar komen veel bewoners op af en men doet mee. Dat vertaalt zich nog niet in een actievere betrokkenheid bij andere activiteiten. 5.5 Spoor integratie Het spoor integratie vormt volgens het WAP een dwarsspoor op de andere vier hoofdsporen. Integratie is steeds een doel bij alle activiteiten die vanuit het WAP worden ingestoken. Integratie zou bij alle activiteiten centraal moeten staan. Vanuit het dwarsspoor moet een sturende werking uitgaan. Geconstateerd wordt vanuit de gehouden interviews dat het niet gelukt is die sturende werking vanuit een herkenbaar dwarsspoor neer te zetten. Wat gaat er minder goed? Het is niet gelukt om dit spoor te operationaliseren. Het is gebleven bij intenties en de vaststelling dat integratie van belang is. Kennelijk is het lastig om vanuit het abstracte gedachtegoed sturing te geven aan de concrete activiteiten binnen de andere sporen. Ook de multiculturele adviesgroep opereerde in haar adviezen te theoretisch. Inmiddels is door de groep wel een meer praktische insteek gekozen door het organiseren van een clinic. 28 De sporen

50 Overige aandachtspunten Door de geïnterviewden wordt aangegeven dat door de aard van de sporen het onderwerp integratie meer of minder een rol speelt. Bij het spoor Hatert Werkt zit integratie impliciet in de manier van werken opgenomen. Een ander punt van aandacht is dat de neiging bestaat, bijvoorbeeld vanuit het perspectief om overlast te voorkomen, bepaalde doelgroepgerichte activiteiten opzetten. Dat is heel begrijpelijk maar staat anderzijds wel op gespannen voet met het uitgangspunt van integratie. 5.6 Spoor veiligheid Evenals integratie is Veiligheid een dwarsspoor dat de andere sporen steeds kruist. In het WAP is geconstateerd dat veiligheid in Hatert een issue is. Belangrijk daarbij is het (on)veiligheidsgevoel dat bewoners hebben. In de interviews is naar voren gekomen dat bij het thema veiligheid in Hatert vooral ook moet worden gedacht aan geweldsdelicten die zich afspelen binnen woningen. Deze worden veroorzaakt door burenconflicten, huiselijk geweld en andere sociale problematiek. Geweld op straat komt minder vaak voor dan elders in Nijmegen. Het doel is ook m.b.t. veiligheid in het algemeen te komen tot het Nijmeegs gemiddelde. Het dwarsspoor veiligheid probeert daar aan bij te dragen. Uit de verslagen en gesprekken komt naar voren dat het spoor zich heeft zich kunnen neerzetten als een goed functionerend en herkenbaar spoor. Wat gaat er goed? De basis voor het goede functioneren van het spoor is het wijkveiligheidsplatform. Dat bestond al en is onder het WAP voortgezet. Ook bewoners maken onderdeel uit van het platform en kunnen zaken inbrengen. Over de ingebrachte zaken vindt terugkoppeling plaats. Ook de politie oordeelt positief over de werking van het platform. In het verlengde van het platform zijn ook projecten aan te wijzen die duidelijk hebben bijgedragen aan de verhoging van de veiligheid in de wijk. Bijvoorbeeld het schooldeel van het project Jolo ( Jongeren lossen het op ) en diverse fysieke projecten waarmee ook nog de participatie van bewoners is bevorderd (bijv. bij de herinrichting van de speeltuin). De politie geeft aan dat zij meer dan in het verleden de inzet wil concentreren op veiligheid sec en zich minder richt op leefbaarheid in brede zin. Bij deze omslag komt het accent meer te liggen op criminaliteitsbestrijding. Wat gaat er minder goed? Het wijkdeel van het Jolo project is gestopt. De zaken die zich aandienden bleken te ingewikkeld om bemiddeld te kunnen worden door jongeren die aan het project hadden deelgenomen. Het schooldeel (gericht op gedragsverandering) is succesvol afgesloten en krijgt een vervolg. De sporen 29

51 Het buurtpreventieproject, gestart onder de naam Sirocco, is voorlopig gestopt. Na de problemen met Sirocco is een herstart wel opnieuw bekeken, maar voorlopig even stilgelegd. Het blijkt niet eenvoudig om voldoende geschikte mensen te vinden. Overige aandachtspunten Vanuit de politie wordt gewezen op het gevaar dat het m.b.t. het WAP in het algemeen (en daardoor m.b.t. veiligheid) teveel een praatcircuit wordt. Het moet van praten naar doen Tenslotte wordt door de spoortrekker van dit kleine spoor aangegeven dat de projectgroep voor het WAP Hatert relatief veel tijd kost. 5.7 Hatert Gezond Dit spoor maakt formeel geen onderdeel uit van het WAP. Het bestond al. Maar ook hier is sprake van een langdurige aanpak gespreid over 10 jaar. Het doel is heel algemeen, namelijk het bevorderen van de gezondheid in de wijk Hatert. Wat gaat er goed? Het project is na de gebruikelijke opstartfase en daarbij behorende zoekproces in 2009 concreet opgestart. Het werkt vanuit een door een gemeentelijke projectleider voorgezeten stuurgroep en heeft goede relaties met de WAP sporen, bijvoorbeeld Hatert Werkt. Succesvolle projecten (bijv. beweegtuin, ommetjes, gezonde week) zijn in meerdere gesprekken genoemd. Van de beweegtuin en ommetjes wordt veel gebruik gemaakt. Er is ook een wekelijkse wandelploeg (HUF) Los van Hatert Gezond draait het project zichtbare schakels waarin wijkverpleegkundigen huisbezoeken bij ouderen afleggen om een goed beeld te krijgen over eenzaamheid, hulpbehoefte bij het zelfstandig wonen, etc. Dit project wordt uitgevoerd vanuit de Stichting Maat, een samenwerkingsverband van zorginstellingen, levert veel nuttige informatie op voor bijvoorbeeld huisartsen. In het algemeen bestaat er binnen het project een goede inzet van professionals vanuit bestaande instituties en als van een specifiek bij de GGD aangestelde gezondheidsmakelaar. Aandachtspunten Ook hier geldt het aandachtspunt dat er nog geen aansluiting is op het Centrum voor Jeugd en Gezin. Volgens projectleidster komt dat doordat CJG nog erg zoekend is naar positionering. Een specifiek punt dat is genoemd is dat de preventieve gezondheidsinbreng in scholen nog van de grond moet komen. 30 De sporen

52 Het project Hatert Gezond is erg afhankelijk van beperkte middelen en goede wil. Dat maakt het project kwetsbaar. 5.8 Hatert onder de pannen Het woningbouwprogramma Hatert onder de pannen staat voor de fysieke aanpak van de wijk. Het maakt geen onderdeel uit van het WAP omdat de afspraken hierover al veel eerder gemaakt zijn. Destijds is afgesproken om de wijk gedifferentieerder te maken. Nu bestaat de wijk overwegend uit sociale huurwoningen. Een deel van het programma is gerealiseerd. Zie daarvoor hoofdstuk 6.3 over de output. Door de woningmarktontwikkelingen van de afgelopen jaren is er een kink gekomen in de voortgang van het programma. Met name blijkt het voor de corporaties moeilijk om koopwoningen te realiseren. De vraag is dan ook of op korte termijn de differentiatiedoelstelling wel te behalen zijn. Dit noodzaakt om nog eens goed naar het functioneren van de woningmarkt te kijken. Ook de visitatiecommissie dringt aan op grondige analyse van de woningmarkt Hatert. De vraag hoe Hatert presteert op de koop en huurmarkt moeten worden beantwoord, inclusief de verkopen uit de bestaande voorraad. Ook moet een analyse worden gemaakt waarom doelgroepen, zowel in de koop als de huur, voor Hatert kiezen. Een gedegen analyse van het functioneren van de woningmarkt en het gedrag daarbij van doelgroepen is volgens de corporaties van grote betekenis op de wijkontwikkeling en behoeft dan ook een nadrukkelijker plaats in de totale wijkaanpak. De sporen 31

53 32 De sporen

54 6 Bevindingen output 6.1 Outputinformatie zoals toegepast Voor wat betreft de verantwoording naar het ministerie van outputgegevens staat het de steden met Vogelaarwijken vrij om daar zelf structuur aan te geven. Het ministerie heeft daar wel een handreiking voor ontwikkeld. De opvrage die het ministerie zelf doet betreft heel algemene indicatoren ( is er een Cruijffcourt? ) en zegt maar in beperkte mate iets over de opbrengst van projecten. De rapportages die tot nu toe vanuit het WAP zelf ten behoeve van Hatert zijn gemaakt hebben vooral het karakter van voortgangsrapportages, met daarin veel procesinformatie. Aan de spoortrekkers wordt gevraagd om periodiek voor hun projecten outputgegevens aan te leveren. Daarbij hoort ook informatie over de aantallen, inhoud, voortgang, resultaat etc. van casussen, trajecten en projecten zoals die zijn uitgezet bij bewoners en bewonersgroepen van Hatert. 6.2 Onderscheid in soorten projecten Wanneer je de diverse projecten van het WAP de revue laat passeren is het volgende onderscheid aan te brengen: Fysieke projecten, zoals bijv. binnen Hatert ontmoet en het spoor Veilig. Specifieke voorbeelden zijn verkeersmaatregelen, tuintjes, speeltuintjes, Cruijffcourt, wijkaccommodatie, voorzieningen Hatert Gezond Groepsgerichte projecten, m.n. in de sporen Jong, Ontmoet, Integratie en Veilig). Voorbeelden zijn de wijkmanifestatie Kleurrijk, voetbalprojecten, cultuurprojecten, activiteiten bibliotheek. Het gaat als het ware om groepsgebeurens. Persoonsgerichte projecten, te zien in Hatert Werkt, Thuis en Jong. Het gaat om cliëntgerichte activiteiten zoals begeleiding, coaching, zorg, enz. M.b.t. alle drie soorten projecten zijn op basis van de kwartaalrapportages van de spoortrekkers diverse voorbeelden te geven. Voor wat betreft de groeps en persoonsgerichte projecten gaat het daarbij vaak om indicaties en deels ook procesinformatie. Meer exacte gegevens zijn niet verzameld of (nog) niet beschikbaar. Hieronder hebben we op basis van de kwartaalrapportages en verdere informatie (uit dossiers en van spoortrekkers en projectleiders) per spoor een aantal gegevens bij elkaar gezet. Bevindingen output 33

55 6.3 Output per spoor Hieronder volgt beknopt een overzicht van de beschikbare outputinformatie, d.w.z. de vier hoofdsporen (Thuis, Werkt, Jong, Ontmoet) en de twee dwarssporen (Veilig, Integratie). De sporen Hatert Gezond en Wonen ( Onder de Pannen ) horen formeel niet tot het WAP Hatert, maar de hoofdactiviteiten zullen kort worden benoemd. Hatert Thuis Het spoor Hatert Thuis komt in feite overeen met het Wijkteam Hatert, een van de zeven wijkteams die sinds najaar 2009 in Nijmegen functioneren. Medio 2010 is de verbetering van de informatie serieus in gang gezet via een eigen werkbestand. Hiervoor is een systeem ontwikkeld dat zowel handzaam moet zijn voor de wijkteamregisseurs voor t dagelijkse praktische werk als voor management en onderzoekdoeleinden. Overigens zijn nog niet alle gegevens ingebracht in het systeem. Verder is het nog een systeem in ontwikkeling en zullen er in overleg met de wijkteamregisseurs verbeteringen in worden aangebracht. Vanaf eind 2009 tot begin maart 2011 zijn er binnen Hatert Thuis 96 casussen aan de orde gesteld binnen het wijkteam. Bij driekwart gaat het om huishoudens met kinderen, bij 40% om nietwesters allochtone huishoudens. Voor een groot deel is de problematiek complex. Vaak voorkomende thema s zijn opvoedingsproblemen, financiën, relationele problemen en psychische (psychiatrische) problematiek, maar ook overlast, huiselijk geweld en vervuiling komen vaak voor. De helft van de casussen is inmiddels met resultaat afgehandeld (zoals vastgelegd binnen het wijkteamregistratiesysteem). In de praktijk betekent dit dat de (multi)problematiek bij de betreffende huishoudens van zijn urgentie is ontdaan en dat er een meer stabiele situatie is ontstaan. Daarbij is meestal nog wel sprake van hulpverlening en begeleiding door een daarvoor aangezochte instantie, maar op een lager niveau. Daarnaast is bij nog eens zo n 15% een vergelijkbare oplossing gecreëerd, maar is er nog sprake van monitoring. Overigens kan pas (veel) later definitief worden vastgesteld of de huishoudens die aldus zijn geholpen zich blijvend hebben verbeterd. Hatert Werkt In het jaarverslag 2010 van het Actiecentrum Hatert zijn de volgende outputgegevens vermeld m.b.t. de werkloosheidsbestrijding en participatiebevordering: Vaststelling P trede t.b.v. participatietrajecten: 140 personen Begeleid in re integratietrajecten: 286 personen Toepassing ondersteunende instrumenten: competentietesten (31 pers.), training Werken aan Werk (22 pers.), inloopochtenden solliciteren (72 pers.),groepscoaching (38 pers.). Dit alles heeft bijgedragen aan de uitstroom naar regulier werk in 2010 van 164 inwoners van Hatert. Verder zijn er 60 wwb ers uit Hatert op een andere manier geholpen op weg naar participatie (gesubsidieerd werk, werken met behoud van uitkering, vrijwilligerswerk). Bijna 60 re integreerders zaten ook in de schuldhulpverlening. 34 Bevindingen output

56 De constatering is dat (de meeste van) deze cijfers boven de gestelde doelstellingen uitgaan. Het werkt ook door op de totale werkloosheidscijfers (zie daarvoor de outcomebevindingen in het volgende hoofdstuk). Een kanttekening hierbij is wel dat geen directe relatie kan worden gelegd tussen de reintegratietrajecten en de uitstroomgegevens. Deze laatste komen uit de centrale bestanden, waarin alle uitkeringsgerechtigden en trajectdeelnemers uit Nijmegen (en dus ook Hatert) zijn opgenomen. De uitstroom kan dus ook (mede) door andere factoren dan de ondersteuning vanuit het Actiecentrum tot stand zijn gekomen. De registratie vanuit het actiecentrum van de re integratieresultaten op persoonsniveau schiet tekort om het verband tussen ondersteuning en resultaat te kunnen vaststellen. Op basis van de per re integratiespecialist verschillend opgemaakte caseloadoverzichten zijn geen eenduidige indicaties te geven. Vooralsnog lijkt het erop dat zo n 10 tot 15% van de (286) cliënten van de re integratiespecialisten door hen is genoteerd als doorgestroomd naar werk 1. Op dit moment wordt gewerkt aan werkafspraken en formats om dit beter te kunnen monitoren. Een belangrijke activiteit van het Actiecentrum is het terugdringen van het niet gebruikminimabeleid. In 2010 zijn 330 inkomenschecks uitgevoerd, 78 netwerkbezoeken afgelegd en 94 huisbezoeken. Het aantal verstrekkingen is in 2010 toegenomen van ca naar Bij de verstrekkingen gaat het bijvoorbeeld om wasmachines en koelkasten, langdurigheidstoeslagen (voor mensen die langdurig op een minimuminkomen zijn aangewezen), uitkeringen aan chronisch zoeken, bijzondere bijstand voor huishoudelijke hulp, huisraad, enz. Hierbij is conform de doelstelling een groter deel van het stedelijk minimabudget naar mensen uit Hatert gegaan. Daarbij is ook het aandeel verstrekkingen naar niet wwb gerechtigden toegenomen. Op het vlak van schuldhulpverlening zijn in 2010 nieuwe activiteiten ontplooid. 76 deelnemers waren er voor de cursus Weet wat je besteedt en 13 aan de workshops incasso en administratie. Qua concrete hulpverlening zijn er 77 nieuwe schuldhulpverleningstrajecten in gang gezet (waaronder 17 multiprobleemgezinnen in overleg met de corporaties). Zoals eerder gezegd is er bovendien bij 58 re integratiedeelnemers schuldhulpverlening toegepast. De kanttekening die zojuist gemaakt is m.b.t. werkloosheid en participatie geldt in zekere zin ook voor het minimabeleid. De output gegevens zijn ontleend aan centrale bestanden. En hoewel er uiteraard een stevig verband zal zijn tussen de activiteiten van het Actiecentrum en de gerealiseerde verstrekkingen is dit vanuit de beschikbare registraties niet (goed) op huishoudensniveau na te trekken. Tenslotte is voor wat betreft de schuldhulpverlening niet duidelijk in welke mate en op wat voor manier de trajecten al succes hebben gehad of perspectiefrijk zijn. De registratie hiervan is zelfs voor de medewerkers van het Actiecentrum moeilijk te ontsluiten. 1 Hetzelfde geldt voor de bemiddeling naar werk vanuit UWV. Dit vindt (ook) vanuit het Actiecentrum plaats. In 2010 is er met ongeveer 220 inwoners contact geweest. Een schatting is dat er in een derde van de gevallen sprake is van werkhervatting, maar op basis van de registraties is niet goed te traceren op wat voor manier en bij welke personen dit (mede) door bemiddeling vanuit het Actiecentrum is gerealiseerd. 2 Het aantal verstrekking betekent het aantal betalingen. Eén gezin kan meerdere verstrekkingen per jaar ontvangen. Bevindingen output 35

57 Hatert Jong De verslaggeving van de output vanuit Hatert Jong is deels procesmatig van karakter. Daarbij gaat het om diverse thema s. Voorbeelden uit de kwartaalrapportage vierde kwartaal 2010: De uitrol van het CJG en in samenhang daarmee thema avonden, plan ouderparticipatie, afstemming met wijkteams en ZAT vergaderingen. Vaststelling in Management Team van deelplan ontwikkelingsstimulering 0 4 jarigen en van deelplan onderwijs/brede school. Ten behoeve van deze evaluatie zijn ook gegevens opgevraagd bij de ZATs en vanuit de Verwijsindex Jeugd om iets te kunnen zeggen over de (CJG)aanpak van kinderen/jeugd. De informatie uit de ZATs is versnipperd en niet echt gestructureerd. Het is daardoor niet mogelijk om daar duidelijke (management)informatie uit te halen. Op de Verwijsindex staan thans ruim 50 Hatertse kinderen uit 35 verschillende gezinnen. Verdere informatie over de aanpak hiervan is vanuit het CJG niet beschikbaar. Met betrekking tot sport en cultuur is er sprake van concrete projecten: sportnetwerker/combinatiefuncties op de basisscholen; activiteiten sportservice cultuurlessen in en buiten schooltijd, wegwerken taalachterstanden kennismaken culturele omgeving wijktheater (wordt genoemd bij Hatert Jong, maar ook bij Hatert Ontmoet, zie hieronder) In de rapportage wordt verder geen verslag gedaan van de aantallen deelnemers aan de projecten en de beoordeling door en tevredenheid bij uitvoerders en deelnemers. M.b.t. de sportactiviteiten is wel een aparte evaluatie opgesteld. Het eerste onderdeel betreft de zogenaamde combinatiefuncties. In het verslag wordt aangegeven welke activiteiten de combinatiefunctionarissen op de Vossenburcht en de Klumpert hebben uitgevoerd: (lessen bewegingsonderwijs, ondersteuning sportdocenten bij naschools sportprogramma, kinderen in contact brengen met sportverenigingen, gebruikmaking met studenten HAN en CIOS of stagiaire. In het verslag blijkt verder dat er m.b.t. de voetbalvereniging SV Hatert grote stappen zijn gemaakt, zoals het structureren van de jeugdcommissie en het opstarten van een voetbalteam voor autistische kinderen. Hierbij was er samenwerking met de Vossenburcht. M.b.t. de Klumpert werd een vergelijkbare samenwerking gezocht met Nijmegen Atletiek. Omdat deze vereniging niet in de wijk is gelegen, zo stelt het rapport, heeft deze vereniging niet zo veel voor de Klumpert kunnen betekenen. Niettemin zijn er wel enkele activiteiten geweest waaraan kinderen van de Klumpert hebben meegedaan. Het tweede onderdeel betreft het opzetten van een schoolsportvereniging en activiteitenprogramma s voor doelgroepen. Doordat de voorbereiding meer tijd kostte dan eerder gedacht was en door de energie die de andere activiteiten opeisten zijn deze plannen nog in het stadium van voorbereiden of opstarten. Hatert Ontmoet Hatert Ontmoet bestaat uit diverse deelprojecten. M.b.t. het buurtrestaurant en het wijkcentrum zijn er wel oriënterende activiteiten, maar wordt verdere besluitvorming en uitwerking afhankelijk gesteld van de resultaten van onderhavige evaluatie. 36 Bevindingen output

58 Met betrekking tot de eventuele verplaatsing van de voetbalvelden van SV Hatert naar een locatie dichter in de wijk zijn is een quick scan uitgevoerd. De resultaten van de uitgevoerde quick scan gaven geen aanleidingtot verdere planontwikkeling. Binnen dit spoor wordt voor het onderdeel Ondersteuning buurtactiviteiten en bewonersinitiatieven bij het TOS project ( Tweetraps Ouderen Screening ), ook wel Zichtbare Schakels genoemd. Via huisbezoeken aan ouderen door verpleegkundigen en in samenspraak met relevante organisaties (waaronder SWON) wordt het thema eenzaamheid uitgediept. Het spoor voorziet verder in drie cultuurtrajecten: het wijktheater: is goed geland; in september 2010 zijn de repetities gestart met 15 deelnemers; juni/juli 2011 volgen uitvoeringen project New Arts loopt (videoclips). Verder is geen actuele informatie gedocumenteerd over projecten en over de andere projecten van de Lindenberg in de wijk. bibliotheek is bezig met investeringen in projecten, waaronder nationale voorleesdagen, activiteiten voor laaggeletterden en kinderen, het Taalpunt en het Makkelijke Lezen Plein. Verder geeft de kwartaalrapportage geen nadere informatie hierover. Dwarsspoor Integratie De adviesgroep integratie voert twee workshops/clinics uit over culturele gewoonten en opvoeding. Hierover zal een evaluatieverslag worden uitgebracht. Verder gaan afspraken gemaakt worden over de inbedding van de adviesgroep in bestaande overlegstructuren in Hatert. Het Meideninloophuis is tot in ieder geval september 2011 gecontinueerd. Informatie over de activiteiten en ervaringen m.b.t. het meideninloophuis is niet beschreven. Dwarsspoor Veiligheid Een belangrijk onderdeel van het spoor is het JOLOproject (empowerment jeugd). Het bestaat uit twee onderdelen. Het wijkdeel leverde 24 getrainde jongeren op, waaruit 10 buurtbemiddelaars konden worden onttrokken. De schaal van Hatert bleek evenwel te klein voor voldoende bemiddelbare casussen. Daarom is dit deel van het project stopgezet. JOLOschool, het andere deel, is met ingang van het nieuwe schooljaar wel weer gestart op twee scholen: 120 eersteklassers VMBO worden getraind in sociale vaardigheden en conflicthandeling, 120 leerlingen krijgen na deelname in het vorige jaar een verdieping. De school is enthousiast over de trainers. Voorts zijn er binnen dit spoor enkele fysieke projecten. Het eerste betreft de herinrichting van de speeltuin Mual. Voor wat betreft de speeltuin is een viertal sessies met omwonenden gehouden (15 deelnemers per sessie, gemengde samenstelling Molukse en autochtone bewoners), gevolgd door een extra informatiebijeenkomst voor alle belangstellende omwonenden. Voorjaar 2011 vond de opening plaats. Andere projecten betreffen Veilig Oversteken Vossenburcht, aanpassingen winkelcentra, het opplussen van wegblokkades en van rozenperken. Deze projecten zijn of worden gerealiseerd door de gemeente. Bevindingen output 37

59 Binnen dit spoor vindt ook het Wijkveiligheidsoverleg Hatert plaats. In dit 6 tot 8 wekelijks overleg zijn naast gemeente en politie alle drie de buurten goed vertegenwoordigd. Andere gerealiseerde punten zijn een extra wijkagent en extra communicatie o.a. via wijkkrant en website om het onveiligheidsgevoel te verminderen. Het lag in de bedoeling om na Sirocco een doorstart te maken met de buurtpreventie, maar recent is deze poging toch gestaakt, met name door gebrek aan vrijwilligers. Hatert Gezond In 2009 waren er activiteiten als gezonde week en (deelname aan) Kleurrijk, en verder een themabijeenkomst met professionals over GGDonderzoek. In 2010 zijn de activiteiten uitgebouwd met o.a.: subsidie aan Fortuna (de werkgroep voor bewonersinitiatieven) de Beweegtuin, t.b.v. lichaamsoefening ouderen de Ommetjes, wandelpaden in de wijk het blad lange leve Hatert bewegingsprogramma s fysiotherapie overgewicht. Hatert Onder de Pannen Het oorspronkelijke bouwprogramma van Hatert onder de Pannen bevatte ca. 800 woningen. Ruim de helft daarvan zou door woningcorporaties worden gebouwd en de rest door ontwikkelaars. Op dit moment hebben Talis en Portaal samen een kleine 400 woningen in Hatert gerealiseerd. Vooral het aantal gerealiseerde koopwoningen blijft achter op de planning. De particuliere ontwikkelaar heeft ca. 80 woningen gerealiseerd (waarvan 25 koop). 6.4 Resumé output De bevindingen per spoor laten zien dat er grote verschillen zijn tussen de sporen, samenhangend met de voortgang van de projecten. Met name bij de sporen Jong, Ontmoet en Integratie is de outputspoeling in de breedte nogal dun. Bij Hatert Werkt, Thuis, Veilig en ook Gezond zit er meer vlees aan de botten. Met betrekking tot Hatert Werkt en Thuis zijn er ook relevante kwantitatieve gegevens. Deze wijzen op flinke opbrengsten, d.w.z. uitstroom naar werk en andere vormen van participatie en toename van gebruik van financiële ondersteuningsmiddelen door minima. Binnen Hatert Thuis is reeds een groot aantal casussen van multiprobleemhuishoudens aan de orde uitgevoerd. Bij dit alles zijn de cijfers niet altijd even hard en ook nog niet volledig. M.b.t. Hatert Werkt zijn kanttekeningen geplaatst m.b.t. het inzicht in de opbrengst van de bemiddelingsactiviteiten. De verantwoording geschiedt nu vooral via de omweg van centrale bestanden, zonder verbinding met de registraties vanuit het Actiecentrum. De intentie is wel dat dit verbetert. Er wordt gewerkt aan formats en afspraken. 38 Bevindingen output

60 Met betrekking tot Hatert Thuis voorziet het wijkteamregistratiesysteem al in veel van de benodigde informatie, maar er zijn nog verbeterpunten en ook is nog niet alle achterstand ingehaald als het gaat om het (volledig) invoeren van de casusgegevens. Bevindingen output 39

61 40 Bevindingen output

62 7 Effecten WAP (outcome) 7.1 Outcomegegevens tot nu toe De achterstandssituatie van Hatert komt met name naar voren uit de wijkanalyses die tweejaarlijks worden uitgevoerd in het kader van de gemeentelijke Stads en Wijkmonitor. De laatste monitor is januari 2010 uitgebracht. Statistieken, bevolkingsenquêtes en kwalitatief onderzoek in de vorm van gesprekken met werkers in de wijk vormen de input voor de wijkanalyses. De problematieken, zoals benoemd in het WAP, komen met name uit de Stads en Wijkmonitor. Overigens is het zeker niet zo dat Hatert daarin alleen maar ongunstig scoort. Er zijn ook positieve kenmerken en tendensen. De in hoofdstuk 3 genoemde landelijke outcomemonitor biedt resultaten die ook als benchmarkgegevens kunnen worden toegepast. Het betreft gegevens uit hoofdzakelijk landelijke (CBS)bronnen. De cijfers zijn te raadplegen in de databank van het CBS (Statline). Om de twee jaar wordt er gerapporteerd. De eerste rapportage kwam uit in 2008 en is te zien als een soort nulmeting. Hieronder beschrijven we een aantal relevante bevindingen uit beide monitoren. Tenslotte vermelden we ook wat constateringen uit de interviews. Aan iedereen hebben we (aan het eind van het gesprek) gevraagd: Vind je dat Hatert erop vooruit is gegaan c.q. op vooruit gaat? Het betreft kwalitatieve en niet geheel representatieve bevindingen, maar wanneer daar veel eenduidigheid in zit, is het van betekenis. 7.2 Bevindingen Stads en Wijkmonitor 2009 De Stads en Wijkmonitor (SWM) is een tweejaarlijkse monitor, waarin de staat en ontwikkeling van de stad en de wijken worden beschreven. De monitor bestaat uit twee delen, een deel Stad en een deel Wijk. In het deel Wijk worden de stadsdelen en wijken daarbinnen geanalyseerd. Dit gebeurt op basis van statistieken, enquêtebevindingen (de Stadspeiling) en kwalitatief onderzoek onder professionals die werkzaam zijn in de wijken (politie, corporaties, welzijn, zorg, etc.). De aandachtsgebieden, waaronder Hatert, worden specifiek behandeld. De SWM 2009 laat zien dat de kwetsbare positie van Hatert als aandachtsgebied blijft bestaan, maar tegelijkertijd waren er op dat moment op verschillende fronten positieve ontwikkelingen te melden. Zo gaven de bewoners aan dat Hatert vooruit ging, en waardeerden ze de woonomgeving wat beter. De kwetsbare samenstelling van de bevolking blijkt uit het relatief hoge aandeel mensen met een lage sociaal economische status, veel ouderen, veel niet westerse allochtonen. De gezondheidssituatie is minder gunstig, ook is er door de professionals opnieuw aandacht gevraagd voor achter de voordeurproblematiek. De basisscholen kennen veel kinderen met lage startkansen. Vanuit deze achterstandssituatie heeft Hatert zich de laatste jaren ook verbeterd. Het sociaal klimaat laat gunstige ontwikkelingen zien op het gebied van maatschappelijke participatie en waardering van het sociaal klimaat door bewoners. De meeste wijkprofessionals en bewonersorganisaties zien de wijk op sociaal gebied vooruit gaan. De eerste resultaten van de intensieve wijkaanpak zijn voor hen zichtbaar. Bewoners geven daarnaast aan dat de situatie rond integratie en samenleven van etnische Effecten WAP (outcome) 41

63 groepen duidelijk is verbeterd. Ook laat Hatert gunstiger tevredenheidscores op het gebied van voorzieningen voor jeugd en jongeren zien. Het voorzieningenniveau is uitstekend, bewoners zijn bovengemiddeld tevreden met winkels en openbaar vervoer, en melden weinig verkeersproblemen. De verbetering behoeft wel enige nuance. In de wijk wordt door relatief veel bewoners verloedering ervaren. En meer mensen dan twee jaar geleden geven aan zich onveilig te voelen. Ook is er sprake van jongerenoverlast. In Tabel 1 staan voor een aantal relevante indicatoren de cijfers uit de SWM 2009 bij elkaar. 3 Tabel 1 Indicatoren Stads en Wijkmonitor 2009 onderwerp Hatert 2007 Hatert 2009 Nijmegen 2007 Nijmegen 2009 werk & inkomen % met laag inkomen % in WBB 8,1 6,2 5,4 4,1 % hoogste welstandsklasse % gesubsidieerde arbeid 1,3 1,2 1,0 0,9 leren % lage startkansen onderwijs citoscore ,3 534,8 534,9 % advies VMBO-T/ HAVO wonen % huurwoningen % koopwoningen WOZ-waarde integreren % regelmatig contact met andere culturen % positieve kanten andere etniciteiten % negatieve kanten andere etniciteiten % verhouding allochtonen/autocht goed veiligheid % onveilig gevoel algemeen % onveilig gevoel eigen buurt % vaak overlast jongeren gezondheid % voelt zich gezond % contact huisarts % contact specialist Deze cijfers van beide tabellen in deze paragraaf zijn ook opgenomen in het beleidsstuk Hatert Effecten WAP (outcome)

64 Tabel 2 laat zien dat Hatert qua totaalbeeld vergelijkbaar is met een aantal ander aandachtsgebieden. Tabel 2 Kernindicatoren SWM 2009* Wijk aandeel allocht aandeel uitkering opleid. niveau verloedering jongeren probltiek onveilig gevoel achter uitgang buurt Biezen Wolfskuil Heseveld Neerbosch-Oost Willemskwartier Hatert Zwanenveld Meijhorst Malvert rapport cijfer buurt * 5 betekent: sterke aanleiding voor extra beleidsaandacht. Bij 1 is het tegendeel het geval. 7.3 Bevindingen landelijke outcomemonitor Om de voortgang van het aandachtswijkenbeleid voert het CBS een zogenaamde outcomemonitor uit voor de aandachtswijken. Centrale vraag is of de achterstanden in de 40 aandachtswijken toe of afnemen t.o.v. het gemiddelde van de gemeente. De volgende dimensies worden onderscheiden: wonen, leren, werken, inkomen en schuldenproblematiek, veiligheid, gezondheid en integratie. De outcomemonitor geeft géén informatie over de effectiviteit van het beleid, d.w.z. of en in welke mate dankzij het gevoerde beleid doelen worden gehaald. In juli 2008 is een nulmeting gepubliceerd op basis van cijfers uit (begin 2007). In oktober 2010 verscheen een eerste voortgangsrapportage waarbij de peildata van de metingen grotendeels ofwel 1 januari 2009 zijn (bijv. bij wonen) of 1 januari 2010 (werken). Veel activiteiten van het WAP zijn pas in de loop van 2009 tot ontwikkeling en uitvoering gekomen. M.a.w. de gemeten veranderingen tussen nulmeting en eerste voortgangsmeting kunnen slechts zeer gedeeltelijk in verband worden gebracht met WAP activiteiten. De voortgangsrapportage geeft aan dat de achterstand van Hatert 4 ten opzichte van het stedelijk gemiddelde voor de meeste dimensies niet verbeterd of zelfs licht toegenomen is in vergelijking met de situatie ten tijde van de nulmeting. Deze laatste constatering vindt plaats op basis van indicatoren NWW en WW, lage inkomens en schulden. Rekening houdend met de kleine absolute aantallen geldt voor de schooluitval dat deze is absolute zin wel iets is verbeterd, maar dat deze verbetering achter is gebleven bij de verbetering voor Nijmegen als geheel. Overigens blijkt uit meer recente cijfers dat zich m.n. in de tweede helft van 2010 een verbetering heeft voorgedaan m.b.t. de NWW. 4 De landelijke outcomemonitor gaat niet uit van de totale wijk Hatert, maar alleen van de door het ministerie afgebakende prachtwijk, nl. postcodegebied 6535,. Dat is Hatert exclusief het deel van de wijk ten noorden van de Hatertseweg. In dit deel is de (achetstands)problematiek naar verhouding minder. Effecten WAP (outcome) 43

65 Tegenover de voorgaande bevindingen stelt de voortgangsmonitor een verbetering van de leefbaarheid en veiligheid vast, overigens hand in hand met een verbetering op stedelijk niveau. Bij de leerbaarheid betreft het de landelijk toegepaste leefbarometer. De leefbaarheidsscore voor Hatert is verbeterd sinds de Nulmeting. De score lag op een 3 matig, en komt op het moment van de eerste voortgangsrapportage uit op een 4 matig positief. De Leefbaarheidsscore voor Nijmegen als geheel is eveneens verbeterd van een 4 matig positief naar een 5 positief. De achterstand van Hatert op het stedelijk gemiddelde is daarmee dus nauwelijks veranderd. Als het gaat om het algemeen beeld van Hatert en de positie t.o.v. de andere wijken lijken de bevindingen uit de Stads en Wijkmonitor SWM 2009 en landelijke outcomemonitor in grote lijnen met elkaar te stroken. 7.4 Bevindingen interviews In de interviews hebben we (meestal aan het eind) de vraag gesteld hoe men vond dat het ging in Hatert en of er verbetering in zat. Meerdere interviews leverden positieve antwoorden op, met ook een behoorlijke mate van overeenstemming in de inhoudelijke duiding. Men ziet de volgende zaken: enige verbetering in de onderlinge omgang; als voorbeeld is genoemd de ontmoetingsplek die de markt vormt en door veel bewoners van Hatert ook benut wordt om een praatje te maken en contact te leggen. De jaarlijkse wijkmarkt Kleurrijk levert in dit verband een positieve bijdrage. In enkele gesprekken wees men op de afname van de verloedering (straatvuil, vernielingen). Minder positief maar wel realistisch was dat de ervaring c.q. inschatting van een aantal van de geïnterviewden dat bij alle sociale inzet dit er al is, de wijk voorlopig nog te maken heeft met veel multiprobleemhuishoudens. Men vond dit ook verklaarbaar, gezien de goedkope woningvoorraad, die toch voor een groot deel bezet wordt door huishoudens met lage inkomens en ook in andere opzichten kwetsbaarheden. 7.5 Demografische ontwikkeling Een specifiek punt van aandacht bij dit alles is de demografische ontwikkeling. Veel van de indicatorscores en samenhangende problematieken in de wijk hebben te maken met de huishoudenssamenstelling. De goedkope woningvoorraad trekt vooral huishoudens met lage inkomens en in samenhang daarmee (sociale) problematiek. De vraag die (ook m.b.t. andere achterstandswijken) wel wordt gesteld is of het aandeel kwetsbare huishoudens toeneemt door instroom van kansarme huishoudens en vertrek van huishoudens die het (inmiddels) beter gaat. Met behulp van (vertrek en vestigings)gegevens uit het bevolkingsbestand hebben we geprobeerd hier enkele indicaties over te verkrijgen. Zijn er verschillen tussen de mensen die binnenkomen en die vetrekken uit de wijk. Een nog heel voorlopige bewerking op de verhuizers in en uit de wijk over lijkt erop te wijzen dat er iets meer instromers met een uitkering zijn dan uitstromers met uitkering, maar het gaat niet 44 Effecten WAP (outcome)

66 om grote aantallen. Voor verdere analyse is meer (bestands)materiaal en tijd nodig, maar deze zou wel meer licht kunnen laten schijnen over eventuele veranderingen in de wijk. Effecten WAP (outcome) 45

67 46 Effecten WAP (outcome)

68 8 Conclusies 8.1 Totaalbeeld vanuit evaluatie Het beeld uit de interviews (hfdst. 4 en 5) en de output (hfdst. 6), levert een scala aan positieve en minder positieve bevindingen op. Het totaalbeeld is dat over het WAP vooral in de voorbereidingsfase goed is gecommuniceerd met instanties en bewoners en dat de overleg en beslisstructuur in orde was. Dit heeft geresulteerd in veel nieuwe projecten en activiteiten. Tegelijkertijd zijn er nogal wat kanttekeningen en kritiekpunten, bijv. m.b.t. de uitvoeringsstrategie (niet eenduidig), het naast elkaar bestaan van oude en nieuwe structuren, de aanbodgerichtheid en stapeling van projecten en het tekort schieten van adequate managementinformatie. Ook in de schakeling met andere aanpakken (m.n. de ketens in de bemoeizorg) is nog veel te verbeteren. Wat betreft de afzonderlijke sporen lijken Hatert Thuis en Hatert Werkt het best aan te slaan, hoewel er bij beide ook sprake is van verbeterpunten. Bij Hatert Jong en Hatert Ontmoet is het beeld wisselend: een aantal activiteiten loopt goed, waaronder nogal wat die niet tot het WAP zelf behoren. Maar andere activiteiten kwamen niet uit de verf, deels ook omdat het om projecten ging die niet aansloten op de vraag. Van de twee dwarssporen is Integratie vaag en intentioneel gebleven. Veiligheid daarentegen functioneert als een herkenbaar spoor. Tenslotte zijn er twee sporen die niet als zodanig binnen het WAP zijn gedefinieerd, maar wel een sterke relatie hebben met de algehele aanpak. Het betreft Hatert Gezond, waarbinnen zich enkele succesvolle projecten bevinden, en daarnaast Hatert onder de pannen, het woningbouwprogramma voor de wijk, dat vooral stuurt op meer differentiatie. De algehele situatie op de woningmarkt bemoeilijkt de sowieso al niet gunstige uitgangspositie van de wijk, m.n. in het koopsegment. Over de effecten (outcome) van het WAP (hfdst. 7) is nog niet veel concreets te zeggen. De recentste uitgaven van de gemeentelijke Stads en Wijkmonitor en van de Outcomemonitor van het rijk gaan dan niet verder dan de startperiode van het WAP. Niettemin komen uit de interviews onder professionals en bewonersvertegenwoordigers gunstige signalen m.b.t. sociale cohesie en verloedering. 8.2 Bevindingen visitatie Op 27 september 2010 vond de visitatie van Hatert plaats. Eind oktober lag er een eindrapportage van de visitatiecommissie (opgenomen in bijlage 3).Hiervan is een verslag gemaakt. Het doel van de visitatie is om te inspireren en adviseren over door de gemeente, corporaties en bewoners zelf aangedragen issues. Nadat alle gemeenten en relevante departementen zijn bezocht, zal de commissie in het voorjaar van 2011 de balans opmaken in haar brede eindrapportage. De visitatiecommissie trof Hatert aan als een wijk waar de kwaliteit van de woningen en de ruimtelijke omgeving in orde waren, maar men zag ook dat de sociaal economische problematiek Conclusies 47

69 overheerst. Over de aanpak was men over het algeheel genomen positief, maar er waren ook punten die naar het oordeel van de commissie voor verbetering vatbaar waren: Waardering had men voor de betrokkenheid en participatie van bewoners en professionals, m.n. bij de initiatieven die gezamenlijk worden ondernomen. Men zag in de zorgverlening oude en nieuwe structuren door elkaar heen lopen, maar vond de nieuwe aanpak via wijkteams productief. Over Hatert werkt was het oordeel positief, maar men vond het actiecentrum nog te reactief opereren; een actievere opstelling naar partners op de arbeidsmarkt zou gewenst zijn (meer naar werkgevers toestappen) en er zouden nieuwe instrumenten bedacht moeten worden; daarbij hoort ook een betere analyse van de doelgroep en aandacht voor de effectiviteit van de inzet (wat is het causaal verband tussen maatregelen en werkloosheid?). De sturing op de jongerenproblematiek was te beperkt, zo werd mede n.a.v. het Sirocco project geconcludeerd. Er is behoefte aan een grondige analyse van de woningmarkt in Hatert. Door daarbij ook de kracht en sterke kanten van de wijk te betrekken ontstaat een ander perspectief voor de woningmarkt in de wijk. In het algemeen is de aanpak nogal aanbodgericht; het kan creatiever, meer van onderop. Een laatste punt is dat verankering nodig is om de aanpak minder subsidiegedreven en vrijblijvend te maken, maar ook financieel duurzaam. Het betreft hier een algemeen punt; men ziet veel goede dingen, maar dat komt door de extra inzet, drang en (subsidie)geld. Dat moet je dus zien vast te houden. 8.3 Agendapunten en conclusies voor beleid Welke agendapunten en richtinggevende conclusies levert de evaluatie op? De evaluatie (alsmede de visitatie) heeft uitgewezen, dat Hatert in vergelijking met de Vogelaarwijken in de grote steden aanzienlijk minder problemen kent, zeker als het gaat om de fysieke kwaliteiten van de wijk. Niettemin is het imago wel negatief. Dit laat onverlet dat de Hatertse bevolking voorlopig nog wel een laag sociaal/maatschappelijk profiel heeft, waardoor Hatert binnen Nijmegen een van de serieuze aandachtsgebieden is. Met andere woorden, een integrale benadering van de wijkproblematiek, zoals neergelegd in het Wijkactieprogramma blijft aan de orde. Voor wat betreft de invulling daarvan in organisatie en planvorming zet de evaluatie flinke twijfels bij de sporenaanpak als geheel zoals die de afgelopen jaren is uitgezet. Tegelijkertijd wijst de evaluatie uit dat de formules uit de sporen Hatert Thuis en Hatert Werkt gekoesterd moeten worden (en waar nodig verbeterd). Hetzelfde geldt voor diverse succesvolle projecten uit andere sporen, waarvan er overigens meerdere al bestonden vòòr het WAP of los van het WAP zijn opgezet. Alles bij elkaar leidt de evaluatie tot de constatering dat er geschrapt zou moeten worden in structuren en dat de aanpak ingebed zou moeten worden in regulier stedelijk instrumentarium i.p.v. in een aparte organisatie en stapeling (nieuwe) projecten 48 Conclusies

70 Als het gaat om de vaststelling van prioriteiten en de uitwerking daarvan kunnen vanuit de evaluatie de volgende suggesties worden gedaan: Algemeen (landelijk) onderzoek wijst uit, dat werk en thuisvoelen in buurt (sociale cohesie) dominante factoren zijn als het gaat om de leefbaarheid van een wijk In samenhang met de (positieve) bevindingen voor de afzonderlijke sporen Thuis en Werkt zou de aanpak van beide sporen en de afstemming (onderling en met instellingen) wellicht vorm gegeven kunnen worden in één actiecentrum Hatert voor werk en bemoeizorg. In relatie hiermee moet goed worden nagedacht over de functie en positie van het Centrum voor Jeugd en Gezin. De activiteiten m.b.t. werk en bemoeizorg vragen om goede professionals, met brede scope en in staat zelf verbindingen te leggen en initiatieven te nemen. Bij het inrichten van de aanpak moet dit accent krijgen. Voor wat betreft de andere WAPsporen moet een selectie worden gemaakt van (WAP en niet WAP)projecten die voortgezet moeten worden. Daarbij is het van belang verfijnder te kijken naar de wijk en haar bewoners, bijv. door de doelgroepen meer op te zoeken en daar de aanpak op te richten. Op volkshuisvestingsgebied zouden er zolang het woningmarktperspectief niet verbetert (voorlopige) alternatieven voor differentiatie ontwikkeld moeten worden (woningbouw, toewijzing). Om tot aanpassing van het plan te komen kunnen de volgende uitgangspunten gelden, zoals die overigens voor een belangrijk deel ook al van toepassing waren op het huidige WAP: Gemeente en corporaties maken samen en interactief met bewoners en instellingen een nieuw programma (op hoofdlijnen en flexibel). Daarbij staan perspectief verbetering en activering van bewoners centraal. De instellingen worden hierin meegenomen, met de bedoeling dat zij participeren in de uitvoering (en daarbij ook verantwoordelijkheid en zonodig risico s willen nemen). Zorgen dat er bij cliëntgerichte projecten (personen, huishoudens) goede outputverantwoording en managementinformatie georganiseerd wordt. De planvorming voor Hatert moet niet meer exclusief zijn. Voor het gemeentelijk beleid betekent dit: parallel aan en ingebed in de doorontwikkeling van het gebiedsbeleid voor alle wijken. Conclusies 49

71 50 Conclusies

72 9 Bijlagen Bijlagen 51

73 52 Bijlagen

74 Bijlage 1 Subthema s en onderzoeksvragen Ad 1: Subvragen organisatie van de aanpak: 1. Zijn de doelen en de aanpak van de projecten duidelijk omschreven? 2. Wordt goed vastgelegd wat de resultaten van projecten en trajecten zijn? Zijn registraties en managementinformatie op orde? Worden de resultaten, ook na afronding van trajecten, gemonitord? 3. Hoe verlopen projectleiding, overleg en samenwerking? Zijn betrokkenen partijen (zowel professionele instellingen als bewonersorganisaties) daar tevreden over? Worden de rollen goed ingevuld? 4. Is er voldoende aandacht voor verduurzaming, d.w.z. dat (succesvolle) projecten niet ophouden na de prachtwijkenaanpak, maar ook op langere termijn gewaarborgd zijn. Ad 2: Subvragen output: 1. Welke projecten en trajecten zijn daadwerkelijk van start gegaan en in welke fase bevinden ze zich (voorbereiding, uitvoering, afronding)? 2. Bij gemeenschappelijke activiteiten en projecten: hoeveel mensen doen er mee en hoe is de betrokkenheid? 3. Bij persoons c.q. cliëntgerichte projecten: hoeveel en wat voor mensen nemen deel, wat zijn de voortgangsresultaten (bijv. in termen van uitstroom naar werk of opleiding)? Beklijven de resultaten (vallen mensen niet terug), ook na afronding van een project? 4. De fysieke aanpak van Hatert hoort, zoals eerder gesteld, formeel niet tot het WAP. Landelijk is dit een uitzonderingssituatie. Het betrekken van gegevens hierover is niettemin relevant, m.n. productiegegevens en investeringsbedragen, afgezet tegen wat ooit in Hatert onder de pannen is afgesproken en beknopte analyse van eventuele afwijkingen. Ad 3: Subvragen outcome: 1. Zijn we met de aanpak op de goede weg? Werken met we met effectieve ingrepen? Wat vinden de professionals daarvan? Worden de juiste bewoners bereikt? Leveren de registraties van de resultaten in dit opzicht een positief beeld op? 2. Kijkend naar statistieken en bewonersonderzoek: is Hatert op weg is naar de gemiddelde wijk in Nijmegen? Hoe ontwikkelen zich de scores op hoofdindicatoren? Extra vragen: context en relatie met overig beleid Zojuist hebben we aangegeven dat niet alleen het WAP zelf van belang is, maar ook de omgeving. In dit verband kunnen aan de voorgaande drie vragen twee extra, niet onbelangrijke, vragen worden toegevoegd. Het zijn vragen die meer beleidsmatig van aard zijn. Ze zullen niet specifiek onderwerp van evaluatie zijn, maar bij de conclusies zullen we op basis van de resultaten uit de evaluatie wel proberen een brug hiernaar te slaan: Bijlagen 53

75 1. Wijkaanpakken zoals in Hatert moet je jarenlang volhouden om blijvende resultaten te boeken. De context is daarbij evenwel wezenlijk. Tijdens de looptijd van het WAP hebben we niet alleen te maken met Hatert zelf, maar met de hele stad en met veranderende omstandigheden, zoals de macro economische omstandigheden (crisis), de al dan niet stagnerende woningmarkt, verhuisbewegingen naar, binnen en uit de wijk, bezuinigingen, veranderende college accoorden, etc. Dit soort zaken kunnen van invloed zijn op de uitvoering van het WAP. Wat voor aangrijpingspunten biedt de evaluatie hierbij? 2. Behalve in Hatert voert de gemeente een groot aantal (sociale) projecten uit in (achterstands)wijken en gericht op doelgroepen. Tegelijkertijd zijn er qua organisatie grote ontwikkelingen, zoals de invoering van de Centra voor Jeugd en Gezin (CJG), de start van het Veiligheidshuis (VHH) en de uitbreiding van de wijkteams (m.n. gericht op multiprobleemsituaties). Veel projecten in Hatert kruisen met het reguliere beleid en de ontwikkelingen daarin. Naast organisatie gaat het hier ook om wijze van aanpak, zoals verbetering van samenhang (tegengaan van dubbels) en een tendens om problemen minder afwachtend en meer outreachend te lijf te gaan. Ook wat dit betreft zullen we dit onderwerp niet specifiek uitwerken. Maar uit oogpunt van verduurzaming van het WAP (dat een periode van 10 jaar bestrijkt) zijn deze ontwikkelingen wel van belang en zullen we bij de samenvattende analyse wel verbindingen leggen en wellicht aanbevelingen formuleren. 3. In aansluiting hierop zullen we hierbij ook ingaan op de toepasbaarheid van goede aanpakken vanuit Hatert in de rest van de stad. 54 Bijlagen

76 Bijlage 2 Deelnemers klankbordgroep en geïnterviewde personen Deelnemers klankbordgroep: Wouter Hamers, directeur woningcorporatie Talis Theo Heijnen, directeur woningcorporatie Woongenoot Marcel Loermans, bewonersgroep Kastelenbuurt, secretaris werkgroep Fortuna Francine Stevens, directeur Open Wijkschool de Klumpert Peter Steijn, directeur Directe Wik en Stad gemeente Nijmegen Carole Derks, hoofd afd. Beleidsverantwoording en Realisatie Directie Inwoners gemeente Nijmegen Wim Cousijn, wijkmanager Nijmegen Zuid, projectleider Hatert, gemeente Nijmegen Geïnterviewden André Thijssen (woningcorporatie Portaal) en Wim Cousijn (wijkmanager gemeente Nijmegen); projectleiders Wijkactieplan Hatert Willem van t Hekke (gemeente Nijmegen, spoortrekker Hatert Werkt) en Helen Franken (manager actiecentrum Hatert Werkt) Marjolein Paalman (gemeente Nijmegen, spoortrekker Hatert Thuis) en Sophie Meijer (wijkteamregisseur Hatert) Rik Verdellen (gemeente Nijmegen, spoortrekker Hatert Jong) Agnes Coumans (gemeente Nijmegen, spoortrekker Hatert Ontmoet) Igor v.d. Vlist (gemeente Nijmegen, spoortrekker Integratie) Joep Ratering Arntz (gemeente Nijmegen, spoortrekker Veiligheid) Chrstine Mouritz (gemeente Nijmegen, spoortrekker Hatert Gezond) Annemarie Huisman, Marcel Loermans, Herman de Graaff en Marry Slob (bewonersorganisaties Hatert) Francine Stevens (directeur Open Wijkschool de Klumpert) en Mieke Suijskens (directeur Open Wijkschool de Vossenburcht) André Stokkermans en Henk Teunissen (Ondernemersvereniging Winkelcentrum) Willy Kuijpers en Loet van Kleef (Teamchefs Politie Gelderland Zuid district Stad) Harald te Grotenhuis en Kim Zegers (Welzijnsorganisatie Tandem, jongerenwerk) (telef.) Bas Vosbeek (gemeente Nijmegen, Centrum voor Jeugd en Gezin) (telef.) Fem Groen (Ondersteuningsteam Hatert) Bijlagen 55

77 56 Bijlagen

78 Bijlage 3 Verslag visitatiecommissie 27 september 2010 Eindrapportage bezoek visitatiecommissie wijkenaanpak aan Hatert Nijmegen 27 september 2010 (concept) Inleiding: Op 27 september 2010 heeft de visitatiecommissie wijkenaanpak de wijk Hatert in Nijmegen bezocht. Voorzitter was de heer J. van der Lans. 5 Het doel van de visitatie is om te inspireren en adviseren over door de gemeente, corporaties en bewoners zelf aangedragen issues. Het advies wil bijdragen aan de kennis over effectieve en doelmatige oplossingen voor de wijkenaanpak en het stedelijke vernieuwingsbeleid. De commissie geeft feedback op de inzet van instrumenten en ingezette middelen in de wijk(en) en de vraag of deze in haar ogen maatschappelijk rendement opleveren. Verantwoording over en evalueren van het tot nu toe gevoerde beleid, of het langs de meetlat leggen van activiteiten van gemeenten, corporaties en bewoners, is niet aan de orde. De commissie zoekt bewust in de gesprekken naar problemen en weerstanden in de gekozen wijkenaanpak, maar tekent daar nadrukkelijk bij aan dat daar geen definitieve oordelen, positief noch negatief, aan verbonden kunnen of mogen worden. Daarvoor is het te vroeg. Het gaat in de wijkenaanpak per definitie om processen die tijd nodig hebben. Inspireren, leren en verbeteren zijn de kernbegrippen in de werkwijze van de commissie. Nadat alle gemeenten en relevante departementen zijn bezocht, zal de commissie in het voorjaar van 2011 de balans opmaken in haar eindrapportage, waarbij zal worden aangegeven of de wijkenaanpak op koers ligt. Voor u ligt de eindrapportage voor Nijmegen met daarin de bevindingen van de commissie. Door kennisname van relevante stukken en door middel van gesprekken met bewoners, uitvoerende professionals van gemeente, drie corporaties en andere in de wijk actieve organisaties, de wethouder, een schooldirecteur en de corporatiedirecteuren en een wandeling door de wijk heeft de visitatiecommissie zich gedurende haar bezoek aan Hatert een beeld gevormd van de uitvoering, organisatie en voortgang van de wijkenaanpak. Het accent van de visitatiedag is gelegd op een viertal door corporaties, gemeente en bewoners gezamenlijk aangedragen thema s: arbeidsparticipatie, jongerenproblematiek, sturen op de samenstelling van de woningvoorraad, en organisatie van het sociale netwerk. Algemeen Nijmegen heeft een traditie waar het gaat om de nadruk die vanuit de politiek bij het wijk en buurtgericht werken wordt gelegd; aanvankelijk alleen in de negentiende eeuwse schil en de vooroorlogse wijken, de afgelopen jaren ook steeds meer in de naoorlogse wijken. 5 Overige commissieleden: de heren S. Houben, N. Rozema, A. Reijndorp, J. Verhoeven en B. van Eeten (dagcommissielid). Bijlagen 57

79 De commissie is onder de indruk van de betrokkenheid van bewoners en professionals, en de energie die dit oplevert in de wijk. Er zit vitaliteit in de aanpak samen met de bewoners. Ook hebben gemeente en corporaties met het oog op de visitatiedag hun vragen dusdanig scherp geformuleerd, dat met de leden van de commissie een goede, verdiepende discussie kon worden gevoerd om in de toekomst weer stappen vooruit te kunnen maken. Daar spreekt kracht uit en zegt veel over de intensiteit waarmee in Nijmegen het wijkgericht werken wordt vormgegeven. De stad is een lerende gemeente, en dat is een verdienste. De kwaliteit van de woningen en de directe leefomgeving in Hatert zijn op orde, de sociaaleconomische problematiek overheerst. De eerste resultaten van de wijkmonitor laten zien dat het ook op dit terrein de goede kant op gaat. Gemeenten en corporaties (h)erkennen de successen die behaald zijn en willen deze uitbreiden naar andere wijken. Bevindingen: - Vogelaarwijk Tijdens de visitatiedag heeft de commissie vernomen dat de mededeling uit 2007 dat Hatert één van de 40 aandachtswijken in Nederland was niet op veel bijval vanuit Nijmegen kon rekenen. De commissie deelt deze aarzeling. De cijfers en statistieken wezen die kant op, maar het spoort niet met het beeld van de wijk als je er doorheen heenloopt. Er zit zeker vergeleken met andere aandachtswijken meer positiviteit en leven in. Dit komt bijvoorbeeld naar voren in de verbindingen tussen de verschillende bevolkingsgroepen in Hatert. Er is veel connectiviteit tussen de bewoners, dat zich uit in initiatieven en projecten die samen worden ondernomen. - Label Hatert en verduurzaming aanpak Met de extra middelen, die in het kader van de wijkenaanpak zijn ingezet, zijn er in Hatert verbindingen tot stand gekomen tussen de gemeente, corporaties, politie, scholen en het welzijnswerk. Een goed voorbeeld vormen de achter de voordeur projecten. De nieuwe coalitie in Nijmegen is bezorgd of dergelijke projecten naar de toekomst toe kunnen worden doorgezet. Om deze trajecten te verankeren als de extra middelen wegvallen is het zaak dat alle genoemde partijen, gedeeld met bewoners, een gemeenschappelijke visie / filosofie zouden moeten delen wat ze samen met elkaar in Hatert willen bereiken. Hierop kunnen ze vervolgens ook worden aangesproken, wat de samenwerking minder subsidiegedreven, en vrijblijvend maakt. Tijdens de visitatiedag kreeg de commissie het beeld dat de wijk nu vooral het label van een Vogelaarwijk heeft op basis waarvan het proces van verbetering is aangegaan; er bestaat veel drang om te helpen. Dit leidt er enerzijds toe dat de vele sociale projecten veel subsidiegeld opslokken en mogelijk afhankelijkheid creëren, en anderzijds dat de wereld van de hulpverlening centraal komt te staan in het beeld van de wijk. Dat laatste is te weinig voor een aansprekende en gedeelde ambitie naar de toekomst toe. Overigens heeft de commissie in Nijmegen al interessante initiatieven gezien, waarbij bewoners uiteindelijk zelf de verantwoordelijkheid voor een project nemen en die voor de verankering naar de toekomst toe kansen bieden. Door seedmoney of een startsubsidie te spenderen start een zichzelf in beweging houdend vliegwiel. Het tuintjesproject in Hatert is daar een goed voorbeeld van. Bij het doorzetten van succesvolle projecten is het ook zaak te zorgen dat de financiering structureel wordt geregeld. Daarbij kan het helpen om op een andere manier naar de problemen te kijken. Bijvoorbeeld door problemen te duiden in termen van een business case, waarbij 58 Bijlagen

80 geldstromen, die door initiatieven van bijvoorbeeld bewoners worden bespaard, worden verlegd en elders in andere sectoren worden ingezet. Bij een scherpe business case analyse komen de winsten die worden gemaakt in beeld. Met andere woorden: het is zaak rondom de interventies die je pleegt economie te maken, een kosten en batenanalyse; tot welke besparingen in welke sectoren leiden de interventies die bijvoorbeeld met de achter de voordeur aanpak in gang zijn gezet. De intentie van de wijkenaanpak is dat deze vragen niet langer uit de weg gegaan kunnen worden, zodat op termijn deze manier van rekenen ook bijdraagt aan de verduurzaming van de aanpak. - Arbeidsparticipatie/ arbeidsmarkt Hatert Werkt is een actiecentrum, dat werklozen in de wijk helpt en ondersteunt op weg naar een baan. Het centrum heeft een ruim aanbod beschikbaar voor haar klanten. Inmiddels is voor 110 niet werkende werkzoekenden nieuw werk gevonden. Daarnaast heeft het centrum gezorgd voor een groot aantal toekenningen in het kader van het minimabeleid en schuldhulpverleningstrajecten. De aanwezigheid in de wijk maakt dat het centrum voor velen laagdrempelig is. In de opzet van Hatert Werkt gaat het om het koppelen van mensen aan bestaande vacatures (binnen en buiten de wijk). Het centrum functioneert in de ogen van de commissie voor wat betreft het bedienen van de individuele vraag, of voor individuele hulpverlening, in deze vorm met energie en effectief. Op alle probleemgebieden van de desbetreffende persoon kan in principe worden ingezoomd. Tegelijkertijd suggereert de naam Hatert Werkt dat de activiteiten zich over een breder terrein uitspreiden. In de ogen van de commissie acteert het centrum wat betreft de arbeidsvraag vrij reactief; er is een vacature en daar worden mensen naar toe geleid. Er is geen structurele actie om werkgevers te organiseren, de doelgroep te analyseren en hoe deze te matchen op de arbeidsmarkt. De commissie raadt aan in dit verband niet alleen naar de individuele vraag te kijken, maar ook omgekeerd te denken, nl. na te gaan wat er aan werkgelegenheid is in Nijmegen (een stadsbrede aanpak) en dit naar de wijk toe te brengen. Hierbij gaat het om het opstellen van een arbeidsmarktanalyse van de bestaande bevolkingsgroepen in Hatert, waarbij o.m. in kaart wordt gebracht welke competenties er zijn, welke skills ontwikkeld moeten worden om op de bestaande arbeidsmarkt aan te sluiten, hoe scholen hierin een rol kunnen spelen en welke bedrijven verleid kunnen worden hierop te reageren. De wethouder heeft aangegeven bezig te zijn met een analyse van de arbeidsmarkt en samen met scholen en werkgevers in bijvoorbeeld de zorg en bouw aan nieuwe werkvormen te werken, de zogenaamde werkcorporaties. Hierbij staat centraal het in de toekomst voorkomen van een mismatch tussen arbeidsvraag en aanbod. In het verlengde hiervan geeft de commissie in overweging het werken aan werk en werkgelegenheid een meer structureel karakter te geven. In samenwerking met de gemeente, bedrijfsverenigingen en scholen en beroepsopleidingen kan Hatert Werkt bijdragen om genoemde match met de economische regio veilig te stellen. Het gaat er hierbij om na te gaan wat voor werkgelegenheid er is in Nijmegen, wie de (grote en MKB) werkgevers zijn, welke coalities gesloten kunnen worden, en vervolgens naar de wijk kunnen worden gebracht. Tenslotte geeft de commissie in overweging bij het in kaart brengen van de resultaten niet alleen te focussen op de statistieken; het aan het werk helpen van 110 mensen, of het terugdringen van de werkloosheid in de wijk zegt weinig over de effectiviteit en efficiency van de ingezette maatregelen; er hoeft niet direct een causaal verband te zijn. Ook de uitstraling / het imago van Bijlagen 59

81 het centrum kan beter. In dit verband wijst de commissie bijvoorbeeld op de Kansenflat in Dordrecht, dat als een uithangbord voor de vernieuwing in de Dordtse wijk Wielwijk fungeert. Aanpak Jongerenoverlast Over de omvang van de groep overlast veroorzakende jongeren verschillen de meningen. De commissie heeft hier tijdens de visitatiedag geen duidelijkheid over gekregen. Het meest wordt gesproken over een harde kern van zo n 20 jongeren, waar omheen een schil zit met meer jongeren. Sommigen geven aan dat de groep goed in beeld is, anderen vinden van niet. Ondanks alle inzet en maatregelen nemen de problemen niet af. De overlast is in de ogen van de gemeente, corporaties en bewoners slecht voor de leefbaarheid in de wijk. Er is in Hatert een veelheid aan projecten om de overlast tegen te gaan. Of er tussen deze projecten ook verbindingen tot stand komen is de commissie niet helemaal duidelijk geworden. Veelzeggend is dat de verbinding tussen de jongerenwerker en de gesproken jongeren en bijvoorbeeld Hatert Werkt er niet is. Momenteel is niet helder wie van alle betrokken instanties daadwerkelijk de probleemeigenaar is in de wijk. Heldere beslislijnen, en een eenduidige richting waar het naar toe moet, ontbreken. Met andere woorden, wie is de baas, wie hakt de knopen door. Tijdens de visitatiedag had de commissie de indruk dat jongeren de vrijheid voelen om alles ter discussie te stellen; bijvoorbeeld de aanwezigheid van veiligheidscamera s, terwijl ze zelf de overlast veroorzaken. Volgens de commissie is de gemeente als verantwoordelijke voor de openbare orde de primaire probleemeigenaar. Het sturend vermogen zou sterker moeten worden ingevuld. Uiteraard is het goed om te overleggen met de partners, maar de gemeente is de instantie met doorzettingsmacht in de wijk en richting moet geven aan het proces. De problemen met het Sirocco project in Hatert zijn hier deels op terug te voeren. De verantwoordelijke is de gemeente. Die heeft inschattingsfouten gemaakt en het project aan de voorkant niet goed op de rails gezet; er heeft onvoldoende screening van de deelnemers plaatsgevonden, en ook de begeleiding was onder de maat. Een adequaat antwoord op de incidenten die zich hebben voorgedaan is uitgebleven. De netwerken, of het sociaal kapitaal in de wijk, die dit hadden kunnen de escaleren, functioneren op die momenten onvoldoende. Bij wat voor incident dan ook zouden deze netwerken het moeten oppakken. Ook op dit punt is een meer regisserende rol en het nemen van verantwoordelijkheid door de gemeente op zijn plaats. Dit laat uiteraard geheel onverlet, dat het gedrag van de desbetreffende jongeren ook door de commissie wordt afgekeurd, en dat zij zich niet achter deze kritische kanttekening kunnen verschuilen. Zoals bovenstaand al aangegeven zijn de bewoners goed aangesloten op initiatieven en projecten die instanties in Hatert ondernemen. De sociale connectiviteit in de wijk is groot. Deze kracht kan verder worden uitgedaagd en uitgebouwd. Veel innovaties in de Vogelaaraanpak gaan over een nieuwe verhouding tussen bewoners en professionals. De commissie ziet in Hatert nog weinig bruggenbouwers vanuit de gemeenschap, die naar de jongeren verbindingen leggen. Wat er momenteel bijvoorbeeld richting de eenoudergezinnen gebeurt is niet duidelijk. Juist deze gezinnen met vaak een meervoudige problematiek zorgen voor een nieuwe aanwas van overlastgevers. Dit vraagt om een analyse van dieper liggende oorzaken. Op het terrein van opvoedingsondersteuning is een lange termijn diepte investering nodig. Een project met een doorlooptijd van enkele maanden is niet voldoende. In Utrecht heeft de commissie kennis gemaakt met het succesvolle Homestart, een opvoedingsondersteuningsprogramma dat is ontstaan uit een coalitie tussen bewoners en professionals. Bewoners die voor andere bewoners iets kunnen betekenen op het terrein van de opvoeding worden aan elkaar gekoppeld als coach en mentor. Een dergelijke nieuwe civiele structuur sluit meer aan bij de vraag die van onderop 60 Bijlagen

82 bestaat, en heeft mede daardoor een groter bereik dan de meer traditionele aanbodgerichte trajecten; met andere woorden, minder denken in termen van voorzieningen, maar meer in het verbinden van mensen met professionals en met elkaar. Dit geldt ook voor het contact met de jongeren. Door met een helder verhaal met hen aan tafel te gaan zitten wordt ruimte gegeven, maar kan ook wederkerigheid worden gecreëerd. Dit komt niet vanzelf tot stand, het moet wel georganiseerd worden. Op dit punt kan de Nijmeegse wijkenaanpak creatiever. Samenstelling van de woningvoorraad Volgens gemeente en corporaties zorgen de economische crisis, de concurrentie op de (regionale) woningmarkt en het stigma van Hatert als Vogelaarwijk tot een moeizame verkoop van nieuwbouwappartementen. Ook de wat oudere (huur)flats zonder lift staan bij verkoop soms erg lang leeg. Maatregelen als prijsverlagingen, tussenvormen koop huur, terugkoopregelingen en omzetting van koop naar huur zijn inmiddels doorgevoerd. Nieuwbouw koop staat momenteel in de wacht. Genoemde partijen vragen zich af of de ingezette koers aan heroverweging toe is, of dat het een kwestie van afwachten is totdat de economie en de woningmarkt zich herstellen; de mogelijkheden om de situatie te beïnvloeden zijn min of meer uitgeput. De gesprekspartners tijdens de visitatiedag refereerden aan een marktonderzoek, waarbij de uitkomst was dat Hatert feitelijk weinig kans van slagen heeft; mensen van binnen de wijk hebben geen geld, en mensen van buiten de wijk willen niet. Daarnaast zou de wijk een eigen identiteit ontberen. Op de eerste plaats is er volgens de commissie behoefte aan een grondige analyse op de woningmarkt. Op vragen als hoe presteert Hatert op de koop en huurwoningenmarkt (de verkoop van vrijkomende eengezinswoningen in de bestaande voorraad verloopt i.t.t. de nieuwbouwappartementen nog wel goed), waarom hebben bewoners voor Hatert gekozen, wat is voor bewoners van belang (imago, kwaliteit, prijs, locatie?), wat zijn de demografische ontwikkelingen, hoe ziet de in en uitstroom eruit, wat is de mutatiegraad, voor wie bouw je, lijkt nog geen afdoende antwoord te zijn geformuleerd. De commissie heeft tijdens de visitatiedag een andere indruk van Hatert gekregen dan in het marktonderzoek naar voren kwam. Naar aanleiding van de vraag aan bewoners waarom zij in Hatert wonen, ontstaat een beeld van meer vitaliteit, hoop en kleur. Het is geen wijk met alleen problemen en negativiteit, zoals nu, mede door het stempel Vogelaarwijk, volgens enkele aanwezigen de heersende norm is. Bewoners noemen de sociale connectiviteit tussen bewoners (het dorpse karakter en de bescheidenheid van mensen), de groene omgeving, en de week en jaarmarkt in de wijk als belangrijke kwaliteiten. Ook hebben veel bewoners van Hatert hun roots in de wijk; Hatert heeft met andere woorden historie. Door bij de analyse ook deze aspecten te betrekken begrijpen dus waar de kracht van de wijk in gelegen is ontstaat een ander perspectief voor de woningmarkt in Hatert; meer focus op de kansen en kwaliteiten van de wijk. De commissie geeft in overweging hierbij het hele maatschappelijk middenveld in de wijk te betrekken, en te organiseren dat hun activiteiten in het teken komen te staan van de marketing campagne, die mede op basis van deze kansen en kwaliteiten wordt uitgedragen. Behalve voor de gemeentelijke instanties en de corporaties geldt dit bijvoorbeeld ook voor de in de wijk aanwezige scholen. Elke activiteit zou moeten aanhaken bij het thema / een bindende strategie, waarbij het na te streven imago wordt bevestigd. Organisatie van het sociale netwerk De nieuwe structuren voor zorgverlening, die op wijkniveau zijn georganiseerd, bestaan nog naast de oude; feitelijk is sprake van een dubbele structuur. Dat levert verwarring op en het belemmert een voldoende snelle en integrale zorg. De vraag aan de commissie is hoe het Bijlagen 61

83 streefbeeld van korte lijnen, vermindering bureaucratie en duidelijke loketten kan worden bereikt. De aanwezigheid van een Ondersteuningsteam Hatert, de oprichting van een wijkteam en de komst van het Centrum voor Jeugd en Gezin gaat in de optiek van gemeente op dit moment ten koste van de efficiëntie; er gebeurt veel dubbel werk. Bij een aantal casussen in de wijk is er sprake van overlap in de aanpak, omdat de oude en nieuwe structuur naast elkaar bestaan. Het wijkteam in Hatert wordt gefinancierd uit de middelen die door de minister voor WWI in het kader van de wijkenaanpak ter beschikking zijn gesteld. Nu deze middelen opdrogen is er behalve het vraagstuk van efficiëntie ook een directe financiële noodzaak om het beter te organiseren. Daar waar in het verleden hulpverlenende instanties allemaal met hun eigen organisatie binnen een hulpbehoevend gezin actief waren, ontstaat nu binnen het wijkteam de opdracht voor één persoon uit dit team om naar een gezin te gaan; meer coördinerend vermogen. Deze persoon is het centrale aanspreekpunt voor het desbetreffende gezin en alle relevante instellingen. De commissie vindt deze nieuwe situatie productief. Het wijkteam, en de inzet van gezinscoaches zijn methodes waarbij iedereen het over eens is om hiermee door te gaan. Niemand zal meer terug willen naar een situatie waarbij meer dan tien instellingen bij een gezin over de vloer komen, die deelacties doen, maar van elkaar niet weten wat er gebeurt. Het is zaak deze eerste winst nu vast te houden. Deze structuur ligt nu bovenop de oude structuur en het is nu het moment om hierin keuzes te maken. Op het terrein van inhoud, organisatievorm (is dat bijvoorbeeld een nieuw team?), competenties van professionals, en financiering moeten knopen worden doorgehakt, zodat er een reguliere structuur ontstaat. Vragen als wie gaat wat betalen, welke partijen zullen naar voren moeten treden, en welke partijen zullen een stap terug moeten doen (hoe pijnlijk ook), moeten hiervoor beantwoord worden. De commissie heeft daar geen eenduidig, of vast model voorhanden. Wel zal de gemeente in deze zoektocht naar een effectieve organisatie, en het tempo waarin dit gebeurt, leidend moeten zijn en doorzettingsmacht moeten tonen. De gemeente is voor veel betrokken partijen verantwoordelijk voor de financiering, maar is ook in staat andere partijen bijvoorbeeld het Zorgkantoor, die innovatie en een effectievere organisatievorm kunnen stimuleren, erbij te betrekken. Van de verantwoordelijke wethouder vereist dit doorzettingsmacht en bindend vermogen. De commissie heeft op dit punt, gelet op de kwaliteiten die uit de manier van werken tot nu toe blijken, hoge verwachtingen van Nijmegen. Op het fysieke terrein is al veel op orde; ook op sociaal economisch terrein zouden de resultaten van dit proces over 2 3 jaar in Hatert terug moeten zijn te zien. De visitatiecommissie wijkenaanpak, 21 oktober 2010 J. van der Lans, voorzitter M. Cramers, secretaris 62 Bijlagen

84 Eindrapportage visitatie wijkenaanpak Nijmegen Hatert Inleiding: Op 27 september 2010 heeft de visitatiecommissie wijkenaanpak de wijk Hatert in Nijmegen bezocht. Voorzitter was de heer J. van der Lans. 1 Het doel van de visitatie is om te inspireren en adviseren over door de gemeente, corporaties en bewoners zelf aangedragen issues. Het advies wil bijdragen aan de kennis over effectieve en doelmatige oplossingen voor de wijkenaanpak en het stedelijke vernieuwingsbeleid. De commissie geeft feedback op de inzet van instrumenten en ingezette middelen in de wijk(en) en de vraag of deze in haar ogen maatschappelijk rendement opleveren. Verantwoording over en evalueren van het tot nu toe gevoerde beleid, of het langs de meetlat leggen van activiteiten van gemeenten, corporaties en bewoners, is niet aan de orde. De commissie zoekt bewust in de gesprekken naar problemen en weerstanden in de gekozen wijkenaanpak, maar tekent daar nadrukkelijk bij aan dat daar geen definitieve oordelen, positief noch negatief, aan verbonden kunnen of mogen worden. Daarvoor is het te vroeg. Het gaat in de wijkenaanpak per definitie om processen die tijd nodig hebben. Inspireren, leren en verbeteren zijn de kernbegrippen in de werkwijze van de commissie. Nadat alle gemeenten en relevante departementen zijn bezocht, zal de commissie in het voorjaar van 2011 de balans opmaken in haar eindrapportage, waarbij zal worden aangegeven of de wijkenaanpak op koers ligt. Voor u ligt de eindrapportage voor Nijmegen met daarin de bevindingen van de commissie. Door kennisname van relevante stukken en door middel van gesprekken met bewoners, uitvoerende professionals van gemeente, drie corporaties en andere in de wijk actieve organisaties, de wethouder, een schooldirecteur en de corporatiedirecteuren en een wandeling door de wijk heeft de visitatiecommissie zich gedurende haar bezoek aan Hatert een beeld gevormd van de uitvoering, organisatie en voortgang van de wijkenaanpak. Het accent van de visitatiedag is gelegd op een viertal door corporaties, gemeente en bewoners gezamenlijk aangedragen thema s: arbeidsparticipatie, jongerenproblematiek, sturen op de samenstelling van de woningvoorraad, en organisatie van het sociale netwerk. Algemeen Nijmegen heeft een traditie waar het gaat om de nadruk die vanuit de politiek bij het wijk- en buurtgericht werken wordt gelegd; aanvankelijk alleen in de negentiende eeuwse schil en de vooroorlogse wijken, de afgelopen jaren ook steeds meer in de naoorlogse wijken. 1 Overige commissieleden: de heren S. Houben, N. Rozema, A. Reijndorp, J. Verhoeven en B. van Eeten (dagcommissielid). 1

Outcomemonitor Wijkenaanpak. Eerste Voortgangsrapportage Totaalbeeld 40 aandachtswijken in Nederland Oktober 2010

Outcomemonitor Wijkenaanpak. Eerste Voortgangsrapportage Totaalbeeld 40 aandachtswijken in Nederland Oktober 2010 Outcomemonitor Wijkenaanpak Eerste Voortgangsrapportage Totaalbeeld 40 aandachtswijken in Nederland Oktober 2010 Centraal Bureau van de Statistiek Centrum voor Beleidsstatistiek 2 Inhoud 1. Inleiding 4

Nadere informatie

Beperkte ontwikkelingen in de aandachtswijken

Beperkte ontwikkelingen in de aandachtswijken Beperkte ontwikkelingen in de aandachtswijken Ivo Gorissen, Jeroen van den Tillaart, Linda Muller en Marleen Geerdinck Uit de meest recente actualisatie van de Outcomemonitor aandachtswijken blijkt dat

Nadere informatie

Op veel terreinen verbeteringen in de aandachtswijken

Op veel terreinen verbeteringen in de aandachtswijken Op veel terreinen verbeteringen in de aandachtswijken Mathilda Copinga, Ivo Gorissen, Tirza König en Martje Roessingh De ontwikkelingen in de aandachtswijken tussen eind 2006 en eind 2008 waren over het

Nadere informatie

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014. Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014. Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014 Nummer 6 juni 2014 Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014 Factsheet Ondanks eerste tekenen dat de economie weer aantrekt blijft de werkloosheid. Negen procent van de Amsterdamse beroepsbevolking is werkloos

Nadere informatie

Outcomemonitor Wijkenaanpak

Outcomemonitor Wijkenaanpak Outcomemonitor Wijkenaanpak De Tweede Voortgangsrapportage Het Totaalbeeld 12 1 Linda Muller Lydia Geijtenbeek Luuk Schreven Jeroen van den Tillaart Caroline van Weert Centraal Bureau voor de Statistiek

Nadere informatie

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam. nummer 5 maart 2013

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam. nummer 5 maart 2013 Fact sheet nummer 5 maart 2013 Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam Er zijn ruim 133.000 jongeren van 15 tot en met 26 jaar in Amsterdam (januari 2012). Met de meeste jongeren gaat het goed in het onderwijs

Nadere informatie

Datum raadsvergadering / Nummer raadsvoorstel 19 november 2014 / 137/2014. Fatale termijn: besluitvorming vóór:

Datum raadsvergadering / Nummer raadsvoorstel 19 november 2014 / 137/2014. Fatale termijn: besluitvorming vóór: Datum raadsvergadering / Nummer raadsvoorstel 19 november 2014 / 137/2014 Fatale termijn: besluitvorming vóór: Onderwerp Budgetoverheveling gezond in de stad / mantelzorg Programma / Programmanummer Zorg

Nadere informatie

Onderwerp Subsidieverlening Het Inter-lokaal inzake dienstverlening in het kader van Werk & Inkomen en de Papierwinkel

Onderwerp Subsidieverlening Het Inter-lokaal inzake dienstverlening in het kader van Werk & Inkomen en de Papierwinkel Openbaar Onderwerp Subsidieverlening Het Inter-lokaal inzake dienstverlening in het kader van Werk & Inkomen en de Papierwinkel Programma / Programmanummer Werk & Inkomen / 1061 BW-nummer Portefeuillehouder

Nadere informatie

Outcomemonitor onitor or Krachtwijken Nulmeting0o

Outcomemonitor onitor or Krachtwijken Nulmeting0o 07 Outcomemonitor onitor or Krachtwijken Nulmeting0o Daniëlle ter Haar, Luuk Schreven en Maartje Rienstra Centrum voor Beleidsstatistiek (rapport 08001) Voorburg/Heerlen, 2008 Verklaring van tekens. =

Nadere informatie

B en W-nummer 15.0379; besluit d.d. 12-5-2015. Onderwerp

B en W-nummer 15.0379; besluit d.d. 12-5-2015. Onderwerp B en W-nummer 15.0379; besluit d.d. 12-5-2015 Onderwerp Beantwoording van schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders van het raadslid A. Van den Boogaard (PvdA) inzake Arbeidsparticipatie

Nadere informatie

Wijkmanagement Ingekomen stuk D5 (PA 26 juni 2013) Contactpersoon Ed Van Dael. Doorkiesnummer (024)

Wijkmanagement Ingekomen stuk D5 (PA 26 juni 2013) Contactpersoon Ed Van Dael. Doorkiesnummer (024) Wijkmanagement Ingekomen stuk D5 (PA 26 juni 2013) Aan de gemeenteraad van Nijmegen Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen Telefoon 14024 Telefax (024) 329 96 10 E-mail gemeente@nijmegen.nl Postbus 9105

Nadere informatie

Onderwerp Beantwoording vragen raadskamer over het rapport Evaluatie Bestuurlijke Arrangementen Antillianengemeenten 2005-2008

Onderwerp Beantwoording vragen raadskamer over het rapport Evaluatie Bestuurlijke Arrangementen Antillianengemeenten 2005-2008 Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Beantwoording vragen raadskamer over het rapport Evaluatie Bestuurlijke Arrangementen Antillianengemeenten 2005-2008 Programma / Programmanummer Integratie & Emancipatie

Nadere informatie

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2013

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2013 Fact sheet nummer 9 juli 2013 Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2013 Er zijn in Amsterdam bijna 135.000 jongeren in de leeftijd van 15 tot 27 jaar (januari 2013). Veel jongeren volgen een opleiding of

Nadere informatie

Voorstel om te besluiten Het door de raad vastgestelde subsidieplafond voor de voorschoolse voorzieningen van te verhogen tot

Voorstel om te besluiten Het door de raad vastgestelde subsidieplafond voor de voorschoolse voorzieningen van te verhogen tot Datum raadsvergadering / Nummer raadsvoorstel 13 september 2017 / 74 / 2017 Fatale termijn: besluitvorming vóór: Onderwerp Ophoging subsidieplafond voorschoolse voorzieningen Programma Onderwijs Portefeuillehouder

Nadere informatie

Dordrecht in de Atlas 2013

Dordrecht in de Atlas 2013 in de Atlas Een aantrekkelijke stad om in te wonen, maar sociaaleconomisch kwetsbaar Inhoud:. Conclusies. Positie van. Bevolking. Wonen. De Atlas voor gemeenten wordt jaarlijks gepubliceerd. In mei is

Nadere informatie

Kanaleneiland Leert! Waar staan we en hoe gaan we verder? Wat gaat goed en wat kan beter?

Kanaleneiland Leert! Waar staan we en hoe gaan we verder? Wat gaat goed en wat kan beter? Kanaleneiland Leert! Waar staan we en hoe gaan we verder? Wat gaat goed en wat kan beter? Aanpak gaat door Duurzame verbeteringen vergt lange adem Programma van 10 jaar: 2008-2017 Zoeken naar meer bundeling

Nadere informatie

Onderwerp Aanpassen begroting programma Werk en Inkomen m.b.t. Jeugd aan de slag

Onderwerp Aanpassen begroting programma Werk en Inkomen m.b.t. Jeugd aan de slag Datum raadsvergadering / Nummer raadsvoorstel 28 september 211 / 16/211 Fatale termijn: besluitvorming vóór: 3-9-211 Onderwerp Aanpassen begroting programma Werk en Inkomen 211-212 m.b.t. Jeugd aan de

Nadere informatie

Atlas voor gemeenten 2014: de positie van Utrecht

Atlas voor gemeenten 2014: de positie van Utrecht Atlas voor gemeenten 2014: de positie van Utrecht een notitie van Onderzoek 6 juni 2014 Utrecht.nl/onderzoek Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht 030 286 1350 onderzoek@utrecht.nl internet

Nadere informatie

Sociaal-economisch wijkprofiel: De Wierden en gebied 1354

Sociaal-economisch wijkprofiel: De Wierden en gebied 1354 In het gebied groeit meer dan de helft van de kinderen op in een minimasituatie. Daarnaast groeit in De Wierden bijna de helft op in een eenoudergezin. De combinatie van relatief lage doorstroming en relatief

Nadere informatie

Sociale kracht in Houten Burgerpeiling 2014

Sociale kracht in Houten Burgerpeiling 2014 in Houten Burgerpeiling 2014 Onderzoek uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Houten Projectnummer 598 / 2015 Samenvatting Goede score voor Sociale Kracht in Houten Houten scoort over het algemeen goed als

Nadere informatie

Werkloosheid in Helmond 2012 Samenvatting en conclusies

Werkloosheid in Helmond 2012 Samenvatting en conclusies Werkloosheid in Helmond 2012 Samenvatting en conclusies Aanleiding Sinds 2006 publiceert de Gemeente Helmond jaarlijks gedetailleerde gegevens over de werkloosheid in Helmond. De werkloosheid in Helmond

Nadere informatie

Resultaten starterslening

Resultaten starterslening Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Resultaten starterslening Programma / Programmanummer Wonen / 1021 Portefeuillehouder J. van der Meer Samenvatting Oktober 2012 zijn de voorwaarden voor de Nijmeegse

Nadere informatie

Voorstel aan de Raad. Datum raadsvergadering / Nummer raadsvoorstel 29 maart 2017 / 29/2017. Fatale termijn: besluitvorming vóór:

Voorstel aan de Raad. Datum raadsvergadering / Nummer raadsvoorstel 29 maart 2017 / 29/2017. Fatale termijn: besluitvorming vóór: Datum raadsvergadering / Nummer raadsvoorstel 29 maart 2017 / 29/2017 Fatale termijn: besluitvorming vóór: Onderwerp Begrotingswijziging inzake bijdrage Rijk voortijdig schoolverlaten Programma Onderwijs

Nadere informatie

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010 FORUM Maart Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt 9-8e monitor: effecten van de economische crisis In steeg de totale werkloosheid in Nederland met % naar 26 duizend personen. Het werkloosheidspercentage

Nadere informatie

Leefbaarheid en leefklimaat volgens:

Leefbaarheid en leefklimaat volgens: Leefbaarheid en leefklimaat volgens: Atlas voor Gemeenten: Leefbaarometer Elsevier: De beste gemeenten 2013 notitie van Onderzoek www.onderzoek.utrecht.nl juli 2013 Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente

Nadere informatie

Rosmalen noord. Wijk- en buurtmonitor 2016

Rosmalen noord. Wijk- en buurtmonitor 2016 Wijk- en buurtmonitor 2016 Rosmalen noord Het stadsdeel Rosmalen ligt ten oosten van de rijksweg A2 en bestaat uit Rosmalen zuid en Rosmalen noord. Het oorspronkelijke zanddorp Rosmalen is vanaf eind jaren

Nadere informatie

-diensten. licht van de crisis valt dat niet altijd mee. Juist nu kan het handig zijn

-diensten. licht van de crisis valt dat niet altijd mee. Juist nu kan het handig zijn -diensten Inzicht in kwetsbare doelgroepen Analyse Ken uw doelgroep dé onderbouwing van uw beleid Meedoen in de maatschappij is niet voor iedereen vanzelfsprekend. Gemeenten, bibliotheken en andere maatschappelijke

Nadere informatie

Rosmalen zuid. Wijk- en buurtmonitor 2016

Rosmalen zuid. Wijk- en buurtmonitor 2016 Wijk- en buurtmonitor 2016 Rosmalen zuid Het stadsdeel Rosmalen ligt ten oosten van de rijksweg A2 en bestaat uit Rosmalen zuid en Rosmalen noord. Het oorspronkelijke zanddorp Rosmalen is vanaf eind jaren

Nadere informatie

Woningmarktrapport 3e kwartaal 2015. Gemeente Rotterdam

Woningmarktrapport 3e kwartaal 2015. Gemeente Rotterdam Woningmarktrapport 3e kwartaal 215 Gemeente Rotterdam Aantal verkochte woningen naar type (NVM) 9 Aantal verkocht 8 7 6 5 4 3 2 1 Tussenwoning Hoekwoning Twee onder één kap Vrijstaand Appartement 4e kwartaal

Nadere informatie

Initiatiefvoorstel aan de Raad. Formulierenbrigade. Klik hier voor de reactie d.d. 21 november 2006 van het college van B&W

Initiatiefvoorstel aan de Raad. Formulierenbrigade. Klik hier voor de reactie d.d. 21 november 2006 van het college van B&W Klik hier voor de reactie d.d. 21 november 2006 van het college van B&W Initiatiefvoorstel aan de Raad Datum raadsvergadering 29 november 2006 Nummer voorstel: 215/2006 Onderwerp: Initiatiefvoorstel van

Nadere informatie

Engelen. Wijk- en buurtmonitor 2018

Engelen. Wijk- en buurtmonitor 2018 Wijk- en buurtmonitor 2018 Engelen Engelen ligt ten noordwesten van s-hertogenbosch. De wijk bestaat uit de dorpen Engelen en Bokhoven. Ook staat de wijk bekend om de kastelen. Engelen heeft zich in de

Nadere informatie

Ons kenmerk ML40/13.0010618. Datum uw brief

Ons kenmerk ML40/13.0010618. Datum uw brief Ingekomen stuk D (PA 18 september 2013) Aan de gemeenteraad van Nijmegen Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen Telefoon 14024 Telefax (024) 329 95 81 E-mail gemeente@nijmegen.nl Postbus 9105 6500 HG Nijmegen

Nadere informatie

10. Veel ouderen in de bijstand

10. Veel ouderen in de bijstand 10. Veel ouderen in de bijstand Niet-westerse allochtonen ontvangen 2,5 keer zo vaak een uitkering als autochtonen. Ze hebben het vaakst een bijstandsuitkering. Verder was eind 2002 bijna de helft van

Nadere informatie

Ontwikkelprogramma armoede gemeente Leeuwarden 2014

Ontwikkelprogramma armoede gemeente Leeuwarden 2014 Ontwikkelprogramma armoede gemeente Leeuwarden 2014 Inleiding Uit onze gemeentelijke armoedemonitor 1 blijkt dat Leeuwarden een stad is met een relatief groot armoedeprobleem. Een probleem dat nog steeds

Nadere informatie

We zien in figuur 2 dat het aandeel personen met een migratieachtergrond toeneemt van 46 procent januari 2015 naar 51 procent in juni 2017.

We zien in figuur 2 dat het aandeel personen met een migratieachtergrond toeneemt van 46 procent januari 2015 naar 51 procent in juni 2017. Bijlage 2 Cijfers uitvoering Participatiewet Bijstandsvolume stabiliseert Er zijn duidelijke signalen dat de economie en de arbeidsmarkt zich aan het herstellen zijn van de crisis. Het aantal mensen met

Nadere informatie

Empel. Wijk- en buurtmonitor 2018

Empel. Wijk- en buurtmonitor 2018 Wijk- en buurtmonitor 2018 Empel Empel ligt ten noordoosten van s-hertogenbosch. De wijk bestaat uit een ouder en een nieuwer gedeelte. De eerste woningen zijn in 1946 gebouwd. Deze oorspronkelijke kern

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL Rv. nr.: B en W-besluit d.d.: B en W-besluit nr.:

RAADSVOORSTEL Rv. nr.: B en W-besluit d.d.: B en W-besluit nr.: RAADSVOORSTEL 12.0091 Rv. nr.: 12.0091 B en W-besluit d.d.: 21-8-2012 B en W-besluit nr.: 120794 Naam programma: Stedelijke ontwikkeling Onderwerp: Eindrapportage Wijkontwikkelingsplan Zuidwest 2011 en

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL Agendanummer 7.4. Onderwerp: Nota Speelruimtebeleid Spelen in Moerdijk

RAADSVOORSTEL Agendanummer 7.4. Onderwerp: Nota Speelruimtebeleid Spelen in Moerdijk VANWEGE STAKEN VAN STEMMEN BIJ HET AMENDEMENT VAN ONAFHANKELIJK MOERDIJK OVER DIT ONDERWERP WORDT DIT OPNIEUW GEAGENDEERD IN DE RAADSVERGADERING VAN 25 FEBRUARI 2010. RAADSVOORSTEL Agendanummer 7.4 Raadsvergadering

Nadere informatie

monitor Marokkaanse Nederlanders in Maassluis bijlage(n)

monitor Marokkaanse Nederlanders in Maassluis bijlage(n) Raadsinformatiebrief (openbaar) gemeente Maassluis Aan de leden van de gemeenteraad in Maassluis Postbus 55 3140 AB Maassluis T 010-593 1931 E gemeente@maassluis.nl I www.maassluis.nl ons kenmerk 2010-4748

Nadere informatie

Ons kenmerk ML40/13.0009104. Datum uw brief

Ons kenmerk ML40/13.0009104. Datum uw brief Ingekomen stuk D42 (PA 4 september 2013) Aan de gemeenteraad van Nijmegen Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen Telefoon 14024 Telefax (024) 329 95 81 E-mail gemeente@nijmegen.nl Postbus 9105 6500 HG Nijmegen

Nadere informatie

Convenant betreffende een financiële impuls ten behoeve van de Kwaliteitssprong Rotterdam Zuid (2012-2015).

Convenant betreffende een financiële impuls ten behoeve van de Kwaliteitssprong Rotterdam Zuid (2012-2015). Convenant betreffende een financiële impuls ten behoeve van de Kwaliteitssprong Rotterdam Zuid (2012-2015). - Preambule - Partijen, De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, handelend

Nadere informatie

Woningmarktrapport 4e kwartaal 2015. Gemeente Amsterdam

Woningmarktrapport 4e kwartaal 2015. Gemeente Amsterdam Woningmarktrapport 4e kwartaal 215 Gemeente Amsterdam Aantal verkochte woningen naar type (NVM) 3 Aantal verkocht 25 2 15 1 5 Tussenwoning Hoekwoning Twee onder één kap Vrijstaand Appartement 1e kwartaal

Nadere informatie

Toelichting over de behandeling van: HAMERSTUK Raadsvoorstel aanvullende wsw middelen Van: Het college van B&W van 4 december 2012.

Toelichting over de behandeling van: HAMERSTUK Raadsvoorstel aanvullende wsw middelen Van: Het college van B&W van 4 december 2012. Toelichting over de behandeling van: HAMERSTUK Raadsvoorstel aanvullende wsw middelen 2012 Van: Het college van B&W van 4 december 2012 Doel: Toelichting: Besluiten Voorliggende besluitvorming Aan de raad

Nadere informatie

Alleen ter besluitvorming door het College Actief informeren van de Raad. Collegevoorstel Openbaar

Alleen ter besluitvorming door het College Actief informeren van de Raad. Collegevoorstel Openbaar Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Beantwoording vragen D66 over dagopvang ouderen Programma / Programmanummer Zorg & Welzijn / 1051 BW-nummer Portefeuillehouder B. Frings Samenvatting De fractie van D66

Nadere informatie

voorstel Beslisnota voor de raad Openbaar Ontwikkelagenda passend onderwijs en jeugdhulp Versienummer Portefeuillehouder Ed Anker

voorstel Beslisnota voor de raad Openbaar Ontwikkelagenda passend onderwijs en jeugdhulp Versienummer Portefeuillehouder Ed Anker Beslisnota voor de raad Openbaar Onderwerp Versienummer Ontwikkelagenda passend onderwijs en jeugdhulp V4 Portefeuillehouder Ed Anker Informant Jan-Willem Dollekamp Eenheid/Afdeling Ontwikkeling / OWS

Nadere informatie

Factsheet Maatschappelijke positie van Voormalig Antilliaanse / Arubaanse Migranten in Nederland

Factsheet Maatschappelijke positie van Voormalig Antilliaanse / Arubaanse Migranten in Nederland Factsheet Maatschappelijke positie van Voormalig Antilliaanse / Arubaanse Migranten in Nederland Onderwijs Het aandeel in de bevolking van 15 tot 64 jaar dat het onderwijs reeds heeft verlaten en hun onderwijscarrière

Nadere informatie

Raadsvoorstel Overheveling DU VO brede aanpak huiselijk geweld en ouderenmishandeling (incl. begrotingswijziging)

Raadsvoorstel Overheveling DU VO brede aanpak huiselijk geweld en ouderenmishandeling (incl. begrotingswijziging) Toelichting over de behandeling van: HAMERSTUK Raadsvoorstel Overheveling DU VO brede aanpak huiselijk geweld en ouderenmishandeling (incl. begrotingswijziging) Van: Het college van B&W van 2 juli 2013

Nadere informatie

Meerdere keren zonder werk

Meerdere keren zonder werk Meerdere keren zonder werk Antoinette van Poeijer Ontvangers van een - of bijstandsuikering en ers worden gestimuleerd (weer) aan de slag te gaan. In veel gevallen is dat succesvol. Er zijn echter ook

Nadere informatie

Alleen ter besluitvorming door het College. Collegevoorstel Openbaar

Alleen ter besluitvorming door het College. Collegevoorstel Openbaar Openbaar Onderwerp Subsidieverlening project School's cool en Coachproject Nijmegen 2014 tot en met 2016 Programma / Programmanummer Onderwijs / 1073 BW-nummer Portefeuillehouder H. Beerten Samenvatting

Nadere informatie

WijkWijzer 2016 De 10 Utrechtse wijken en 5 krachtwijken in cijfers. Utrecht.nl/onderzoek

WijkWijzer 2016 De 10 Utrechtse wijken en 5 krachtwijken in cijfers. Utrecht.nl/onderzoek WijkWijzer 2016 De 10 Utrechtse wijken en 5 krachtwijken in cijfers Utrecht.nl/onderzoek Inhoud Inleiding 3 Utrechtse wijken vergeleken 4 Bevolking & wonen 4 Sociaal-economisch 4 5 Sociale infrastructuur

Nadere informatie

Initiatiefvoorstel aan gemeenteraad

Initiatiefvoorstel aan gemeenteraad Initiatiefvoorstel aan gemeenteraad n.v.t. W.F. Mulckhuijse (SP), R. Pet (GroenLinks), K.G. van Rijn (PvdA), K. Jongejan (VVD) In te vullen door Raadsgriffie Portefeuillehouder nvt nvt RV-nummer: RV-68/2008

Nadere informatie

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2015

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2015 1 Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2015 Fact sheet juni 20 De werkloosheid onder Amsterdamse jongeren is het afgelopen jaar sterk gedaald. Van de 3.00 Amsterdamse jongeren in de leeftijd van 15

Nadere informatie

Empel. Wijk- en buurtmonitor 2016

Empel. Wijk- en buurtmonitor 2016 Wijk- en buurtmonitor 2016 Empel Empel ligt ten noordoosten van s-hertogenbosch. De wijk bestaat uit een ouder en een nieuwer gedeelte. De eerste woningen zijn in 1946 gebouwd. Deze oorspronkelijke kern

Nadere informatie

Woningmarktrapport - 4e kwartaal 2013. Gemeente Dordrecht

Woningmarktrapport - 4e kwartaal 2013. Gemeente Dordrecht Woningmarktrapport - 4e kwartaal 213 Gemeente Dordrecht Aantal verkochte woningen naar type (NVM) 1 aantal verkocht 9 8 7 6 5 4 3 2 1 Tussenwoning Hoekwoning Twee onder één kap Vrijstaand Appartement

Nadere informatie

WijkWijzer De tien Utrechtse wijken in cijfers.

WijkWijzer De tien Utrechtse wijken in cijfers. WijkWijzer 2011 De tien Utrechtse wijken in cijfers www.onderzoek.utrecht.nl Inleiding Voor u ligt de WijkWijzer 2011; een bron aan informatie over de tien Utrechtse wijken. Aan de hand van vijf belangrijke

Nadere informatie

Stefan Teeling Leeuwarden, november 2015 FACTSHEET METSLAWIER

Stefan Teeling Leeuwarden, november 2015 FACTSHEET METSLAWIER Stefan Teeling Leeuwarden, november 2015 FACTSHEET METSLAWIER Inhoud Inleiding... 3 Demografie... 4 Wonen... 7 Bronvermelding... 8 Inleiding In 2011 ging het experiment Duurzame beschermde dorpsgezichten

Nadere informatie

Personen met een uitkering naar huishoudsituatie

Personen met een uitkering naar huishoudsituatie Personen met een uitkering naar huishoudsituatie Ton Ferber Ruim 1 miljoen personen van 15 tot 65 jaar ontvingen eind 29 een werkloosheids-, bijstands- of arbeidsongeschiktheidsuitkering. Gehuwden zonder

Nadere informatie

Raadsvergadering. 17 mei

Raadsvergadering. 17 mei RAADSVOORSTEL Raadsvergadering Nummer 17 mei 2018 18-038 Onderwerp Versterking integratie nieuwe inwoners Aan de raad, Onderwerp Versterking integratie nieuwe inwoners Gevraagde beslissing 1. In te stemmen

Nadere informatie

venlo Raadsnotitie GEMEENTEBESTUUR Lokaal woonbeleid 5 H. Brauer

venlo Raadsnotitie GEMEENTEBESTUUR Lokaal woonbeleid 5 H. Brauer venlo Raadsnotitie GEMEENTEBESTUUR onderwerp Rn nummer 2016 Lokaal woonbeleid 5 collegevergadering d.d. 20 september 2016 raadsvergadering d.d. 12 oktober 2016 programma Wonen en Leefomgeving portefeuillehouder

Nadere informatie

Openbaar. Investering mini-containers voor inzameling oud papier en karton. Ter besluitvorming door de Raad. Collegevoorstel.

Openbaar. Investering mini-containers voor inzameling oud papier en karton. Ter besluitvorming door de Raad. Collegevoorstel. Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Investering mini-containers voor inzameling oud papier en karton Programma Openbare Ruimte Portefeuillehouder R. Helmer-Englebert Samenvatting Om het inzamelresultaat

Nadere informatie

Met een startkwalificatie betere kansen op de arbeidsmarkt

Met een startkwalificatie betere kansen op de arbeidsmarkt Met een startkwalificatie betere kansen op de arbeidsmarkt Ingrid Beckers en Tanja Traag Van alle jongeren die in 24 niet meer op school zaten, had 6 procent een startkwalificatie, wat inhoudt dat ze minimaal

Nadere informatie

Kredietaanvraag Verbouwing Nieuwe Dukenburgseweg 21

Kredietaanvraag Verbouwing Nieuwe Dukenburgseweg 21 Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Kredietaanvraag Verbouwing Nieuwe Dukenburgseweg 21 Programma / Programmanummer 1042,1043 / Bestuur en Middelen, Facilitaire Diensten Portefeuillehouder H. Tiemens, R.

Nadere informatie

Buurtprofiel: Pottenberg hoofdstuk 9

Buurtprofiel: Pottenberg hoofdstuk 9 Buurtprofiel: hoofdstuk. Inleiding In dit hoofdstuk worden de kenmerken van het buurtprofiel voor gepresenteerd. Over de jaren, en worden de ontwikkelingen weergegeven en tevens wordt de leefbaarheid in

Nadere informatie

Voorstel aan de Raad. Datum raadsvergadering / Nummer raadsvoorstel 15 november 2017 / 104/217. Fatale termijn: besluitvorming vóór:

Voorstel aan de Raad. Datum raadsvergadering / Nummer raadsvoorstel 15 november 2017 / 104/217. Fatale termijn: besluitvorming vóór: Datum raadsvergadering / Nummer raadsvoorstel 15 november 2017 / 104/217 Fatale termijn: besluitvorming vóór: Onderwerp Transformatieaanpak Binnenstad Programma Economie & Werk Portefeuillehouder B. van

Nadere informatie

SOCIALE KRACHT BUNNIK 2017

SOCIALE KRACHT BUNNIK 2017 SOCIALE KRACHT BUNNIK 2017 Wat is de Monitor Sociale Kracht? Brede burgerpeiling over o.a. sociaal domein, leefbaarheid, veiligheid Belevingsonderzoek, naast cijferbronnen Gericht op: benutten wat er al

Nadere informatie

De leefbaarometer.nl ontwikkeling van de leefsituatie 1998-2010 in Amersfoort

De leefbaarometer.nl ontwikkeling van de leefsituatie 1998-2010 in Amersfoort De leefbaarometer.nl ontwikkeling van de leefsituatie 1998-2010 in Amersfoort Gemeente Amersfoort Ben van de Burgwal augustus 2011 De Leefbaarometer.nl is een instrument dat is ontworpen om voor heel Nederland

Nadere informatie

Bestuurlijke nota onderzoek armoedebeleid

Bestuurlijke nota onderzoek armoedebeleid 1 Bestuurlijke nota onderzoek armoedebeleid Inleiding In haar jaarplan 2017 heeft de rekenkamercommissie een onderzoek naar het armoedebeleid aangekondigd. De armoedeproblematiek is lastig in kaart te

Nadere informatie

Monitor kredietcrisis begin 2010 Gemeente Purmerend

Monitor kredietcrisis begin 2010 Gemeente Purmerend Monitor kredietcrisis begin 2010 Gemeente Purmerend Colofon In opdracht van: De directeur Beleid Coördinatie en samenstellen rapportage: Team Beleidsonderzoek en Informatiemanagement Inhoud rapportage:

Nadere informatie

Wijk- en buurtmonitor 2018 Vinkel

Wijk- en buurtmonitor 2018 Vinkel Wijk- en buurtmonitor 2018 Vinkel Vinkel grenst in het noorden aan de rijksweg A59 tussen s-hertogenbosch en Oss. Na een herindeling in 1993 viel het grootste gedeelte onder de gemeente Maasdonk. Begin

Nadere informatie

Monitoring prestatieafspraken woningcorporaties 2014

Monitoring prestatieafspraken woningcorporaties 2014 Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Monitoring prestatieafspraken woningcorporaties 2014 Programma Wonen BW-nummer Portefeuillehouder B. Velthuis Samenvatting In 2012 zijn met de woningcorporaties Portaal,

Nadere informatie

Openbaar. Decentralisatie-uitkering Invoeringskosten Jeugdzorg

Openbaar. Decentralisatie-uitkering Invoeringskosten Jeugdzorg Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Decentralisatie-uitkering Invoeringskosten Jeugdzorg Programma / Programmanummer Zorg & Welzijn / 1051 Portefeuillehouder B. Frings Samenvatting Vanaf 1 januari 2015

Nadere informatie

Buurtprofiel: Heugemerveld hoofdstuk 11

Buurtprofiel: Heugemerveld hoofdstuk 11 Buurtprofiel: hoofdstuk. Inleiding In dit hoofdstuk worden de kenmerken van het buurtprofiel voor gepresenteerd. Over de jaren, en worden de ontwikkelingen weergegeven en tevens wordt de leefbaarheid in

Nadere informatie

: dhr. J.L.M. Vlaar : M. van Dam

: dhr. J.L.M. Vlaar : M. van Dam RAADSVOORSTEL ter besluitvorming in de raad Datum Forum vergadering : 29 november 2016 Zaaknummer : 368266 Datum Raadsvergadering : 12 december 2016 Portefeuillehouder Verantwoordelijk MT-lid Evaluatiedatum:

Nadere informatie

Regionale koers beschermd wonen en maatschappelijke opvang U16 gemeenten

Regionale koers beschermd wonen en maatschappelijke opvang U16 gemeenten Raadsvoorstel Voorstelnummer: 2017-084 Houten, 28 november 2017 Onderwerp: Regionale koers beschermd wonen en maatschappelijke opvang U16 gemeenten Beslispunten: 1. De regionale koers maatschappelijke

Nadere informatie

Gemeente Haarlem. Drs. Jur Botter, MPA. Retouradres: Stadhuis, Postbus PB Haarlem

Gemeente Haarlem. Drs. Jur Botter, MPA. Retouradres: Stadhuis, Postbus PB Haarlem Gemeente Drs. Jur Botter, MPA. Wethouder Wmo, Welzijn, Volksgezondheid, Cultuur en Vastgoed Retouradres: Stadhuis, Postbus 511 2003 PB Aan de commissie Samenleving Datum Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer

Nadere informatie

Onderzoeksflits. Atlas voor gemeenten 2015 Erfgoed positie van Utrecht uitgelicht. IB Onderzoek, 29 mei 2015. Utrecht.nl/onderzoek

Onderzoeksflits. Atlas voor gemeenten 2015 Erfgoed positie van Utrecht uitgelicht. IB Onderzoek, 29 mei 2015. Utrecht.nl/onderzoek Onderzoeksflits Atlas voor gemeenten 015 Erfgoed positie van Utrecht uitgelicht IB Onderzoek, 9 mei 015 Utrecht.nl/onderzoek Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht 030 86 1350 onderzoek@utrecht.nl

Nadere informatie

Onbenut arbeidsaanbod aandachtswijken

Onbenut arbeidsaanbod aandachtswijken Onbenut arbeidsaanbod aandachtswijken Binding met de arbeidsmarkt van 25 tot 65-jarigen in gemeenten met aandachtswijken Raad voor Werk en Inkomen Nicis Institute Juni 28 Onbenut arbeidsaanbod aandachtswijken

Nadere informatie

FYSIEK-ECONOMISCHE DOELSTELLINGEN

FYSIEK-ECONOMISCHE DOELSTELLINGEN FYSIEK-ECONOMISCHE DOELSTELLINGEN 1. BETERE WONINGVOORRAAD DOOR MEER VARIATIE IN WONINGEN 1A RAPPORTCIJFER WONING OUD KRISPIJN meetmomenten: 1x 2 jaar NIEUW KRISPIJN DORDT WEST 7,3 7,4 7,4 7,6 7,2 7,2

Nadere informatie

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 4 e editie. Opzet en inhoud

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 4 e editie. Opzet en inhoud 4 e editie Economische monitor Voorne PutteN Opzet en inhoud In 2010 verscheen de eerste editie van de Economische Monitor Voorne-Putten, een gezamenlijk initiatief van de vijf gemeenten Bernisse, Brielle,

Nadere informatie

Woningmarktrapport - 3e kwartaal 2013. Gemeente Haarlemmermeer

Woningmarktrapport - 3e kwartaal 2013. Gemeente Haarlemmermeer Woningmarktrapport - 3e kwartaal 213 Gemeente Haarlemmermeer Aantal verkochte woningen naar type (NVM) 12 aantal verkocht 1 8 6 4 2 Tussenwoning Hoekwoning Twee onder één kap Vrijstaand Appartement 4e

Nadere informatie

Crisismonitor Drechtsteden

Crisismonitor Drechtsteden Crisismonitor juni 211 (cijfers t/m maart 211) Inhoud: 1. Werkloosheid 2. Werkloosheid naar leeftijd 3. Vacatures, bedrijven, leegstand 4. Woningmarkt Hoe staan de er voor op de arbeidsmarkt en de woningmarkt?

Nadere informatie

Van baan naar eigen baas

Van baan naar eigen baas M200912 Van baan naar eigen baas drs. A. Bruins Zoetermeer, juli 2009 Van baan naar eigen baas Ruim driekwart van de ondernemers die in de eerste helft van 2008 een bedrijf zijn gestart, werkte voordat

Nadere informatie

Crisismonitor Drechtsteden augustus 2010 (cijfers tot en met juni 2010)

Crisismonitor Drechtsteden augustus 2010 (cijfers tot en met juni 2010) Crisismonitor Drechtsteden augustus 2010 (cijfers tot en met juni 2010) Uit de landelijke pers: Economie groet met 2,1% Voorzichtig herstel aantal banen Herstel uitzendmarkt Werkloosheid blijft afnemen

Nadere informatie

Landelijke Aanpak Adreskwaliteit

Landelijke Aanpak Adreskwaliteit Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Landelijke Aanpak Adreskwaliteit Programma Dienstverlening & Burgerzaken Portefeuillehouder H.M.F. Bruls Samenvatting Om de kwaliteit van de basisregistratie te verbeteren

Nadere informatie

Raadsvergadering, 29 januari 2008. Voorstel aan de Raad

Raadsvergadering, 29 januari 2008. Voorstel aan de Raad Raadsvergadering, 29 januari 2008 Voorstel aan de Raad Nr: 206 Agendapunt: 8 Datum: 11 december 2007 Onderwerp: Vaststelling speerpunten uit de conceptnota Lokaal Gezondheidsbeleid Wijk bij Duurstede 2008-2011

Nadere informatie

Datum Forum vergadering : 19 juni 2018 Zaaknummer : Datum Raadsvergadering : 2 juli 2018

Datum Forum vergadering : 19 juni 2018 Zaaknummer : Datum Raadsvergadering : 2 juli 2018 O 2 JULI 2018 RAADSVOORSTEL ter besluitvorming in de raad Datum Forum vergadering : 19 juni 2018 Zaaknummer : 550188 Datum Raadsvergadering : 2 juli 2018 Portefeuillehouder Verantwoordelijk MT-lid Evaluatiedatum:

Nadere informatie

Engelen. Wijk- en buurtmonitor 2016

Engelen. Wijk- en buurtmonitor 2016 Wijk- en buurtmonitor 2016 Engelen De wijk Engelen ligt ten noordwesten van s-hertogenbosch. De wijk bestaat uit de dorpen Engelen en Bokhoven. Ook staat de wijk bekend om de kastelen. Engelen heeft zich

Nadere informatie

Uitvoeringsplan Nationaal Programma Rotterdam Zuid. Marco Pastors 11 maart 2015

Uitvoeringsplan Nationaal Programma Rotterdam Zuid. Marco Pastors 11 maart 2015 Uitvoeringsplan Nationaal Programma Rotterdam Zuid Marco Pastors 11 maart 2015 1 1 Werkgebied 2 2 2 Rotterdam Zuid 2014 Nederland Totaal G4 Rotterdam Zuid 7 Focus wijken %huishoudens met WWB-AO-of WWuitkering

Nadere informatie

Resultaten starterslening 2015

Resultaten starterslening 2015 Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Resultaten starterslening 2015 Programma Wonen BW-nummer Portefeuillehouder B. Velthuis Samenvatting Sinds 2013 informeren we de gemeenteraad actief over de resultaten

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Besluit om: Inleiding. Beoogd effect

Raadsvoorstel. Besluit om: Inleiding. Beoogd effect Raadsvoorstel Agendapunt Raadsvergadering 21 december 2016 Portefeuillehouder L. Verspuij, H. Driessen Begrotingsprogramma Programma 2 Onderwerp Uitvoeringsplan Welzijn Next Level Besluit om: 1. Wensen

Nadere informatie

PAOG nascholing JGZ Integrale Aanpak Jeugdzorg Eerder, sneller, beter en goedkoper

PAOG nascholing JGZ Integrale Aanpak Jeugdzorg Eerder, sneller, beter en goedkoper PAOG nascholing JGZ 26-11-2013 Integrale Aanpak Jeugdzorg Eerder, sneller, beter en goedkoper Gemeenten: verantwoordelijk voor sociale domein Nieuwe verantwoordelijkheden Per 1-1-2015, invoering 3 decentralisaties

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Geachte raad,

Raadsvoorstel. Geachte raad, Raadsvoorstel Nummer: 165140 Behandeld door: J. van Dijk Agendapunt: 27 juni 2017 Onderwerp: Voorlopige voorkeur uitvoeringsvariant Participatiewet Geachte raad, Samenvatting: In opdracht van het algemeen

Nadere informatie

Sociaal-economische schets van Leiden Zuidwest 2011

Sociaal-economische schets van Leiden Zuidwest 2011 Sociaal-economische schets van Zuidwest 2011 Zuidwest is onderdeel van het en bestaat uit de buurten Haagwegnoord en -zuid, Boshuizen, Fortuinwijk-noord en -zuid en de Gasthuiswijk. Zuidwest heeft een

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid niet-westerse allochtonen in 2008 licht gedaald

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid niet-westerse allochtonen in 2008 licht gedaald Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB09-013 17 februari 2009 9.30 uur Werkloosheid niet-westerse allochtonen in 2008 licht gedaald Minder sterke daling werkloosheid niet-westerse allochtonen

Nadere informatie

Rosmalen zuid. Wijk- en buurtmonitor 2018

Rosmalen zuid. Wijk- en buurtmonitor 2018 Wijk- en buurtmonitor 2018 Rosmalen zuid Het stadsdeel Rosmalen ligt ten oosten van de rijksweg A2 en bestaat uit Rosmalen zuid en Rosmalen noord. Het oorspronkelijke zanddorp Rosmalen is vanaf eind jaren

Nadere informatie

Onderstaande tabel toont enkele algemene kenmerken afkomstig van het CBS, die een beeld geven van de vergelijkbaarheid van de gemeenten.

Onderstaande tabel toont enkele algemene kenmerken afkomstig van het CBS, die een beeld geven van de vergelijkbaarheid van de gemeenten. BIJLAGE 3: G4-Divosa Benchmark In de commissievergadering van 11 mei 2017 is toegezegd Divosa cijfers (G4 Divosa- Benchmark) met u te delen (toezegging 17/T83). Dit document bevat de G4-Benchmark van 2016.

Nadere informatie

IJsselland. Wijkgezondheidsprofiel Voorstad Deventer

IJsselland. Wijkgezondheidsprofiel Voorstad Deventer IJsselland Wijkgezondheidsprofiel Deventer Januari 2015 Wijkgezondheidsprofiel Dit wijkgezondheidsprofiel bestaat uit gegevens afkomstig van diverse bronnen, registraties en (bewoners)onderzoeken. Voor

Nadere informatie

Verkoop door woningcorporaties

Verkoop door woningcorporaties 34 Afspraken over verkoop van sociale huurwoningen Sinds 1998 worden in Amsterdam sociale huurwoningen verkocht. Aanleiding was de sterk veranderde samenstelling en woningbehoefte van de Amsterdamse bevolking.

Nadere informatie

Samenwerkingsafspraken Enschede 2014-2015 Vanuit een gedeelde visie, onderling vertrouwen en gelijkwaardigheid

Samenwerkingsafspraken Enschede 2014-2015 Vanuit een gedeelde visie, onderling vertrouwen en gelijkwaardigheid Samenwerkingsafspraken Enschede 2014-2015 Vanuit een gedeelde visie, onderling vertrouwen en gelijkwaardigheid Vastgesteld en ondertekend in het bestuurlijk overleg d.d. 26 november 2014 1 Jaarlijks terugkerend

Nadere informatie

Openbaar. Verdeelmodel BUIG. Alleen ter besluitvorming door het College Actief informeren van de Raad. Collegevoorstel. Onderwerp

Openbaar. Verdeelmodel BUIG. Alleen ter besluitvorming door het College Actief informeren van de Raad. Collegevoorstel. Onderwerp Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Verdeelmodel BUIG Programma Inkomen & Armoedebestrijding Portefeuillehouder T. Tankir Samenvatting Met bijgevoegde brief informeren wij de raad over de stand van zaken

Nadere informatie