Beantwoording vragen VVD n.a.v. de Duurzaamheidsagenda en het Uitvoeringsprogramma milieu en duurzaamheid 2012.

Transcriptie

1 Memo Aan Directie Van Doorkiesnummer Deelraad Paulus de Wilt Datum Onderwerp Beantwoording vragen VVD n.a.v. de Duurzaamheidsagenda en het Uitvoeringsprogramma milieu en duurzaamheid Geachte leden van de deelraad, Naar aanleiding van de behandeling van de Duurzaamheidsagenda en het Uitvoeringsprogramma milieu en duurzaamheid 2012 heb ik via de Griffie een ontvangen met vragen van de VVD. Onderstaand beantwoord ik deze vragen. Uitvoeringsprogramma milieu en duurzaamheid U heeft het in uw uitvoeringsprogramma over 1500 bedrijven. Hebben we het dan over iedere (rechts) persoon met een KvK-nummer? Kortom: ook ZZP ers e.d? Heeft u hen allemaal in beeld (adressenbestand). Het gaat hier over het bedrijvenbestand in het kader van de wettelijke taken. Het bestand is daarom gebaseerd op Inrichtingen Wet milieubeheer. Dit zijn bedrijven die op grond van de Wm. een wettelijke meldings- of vergunningsplicht hebben. Het bedrijvenbestand wordt ook gevoed door klachten en meldingen over b.v. stank en geluid. Er wordt geen gebruik gemaakt van bestanden van de KvK omdat daar veel bedrijven inzitten die niet (milieu) relevant zijn en veel bureaucratie veroorzaken. ZZP ers zijn geen WM-inrichting en derhalve geen doelgroep bij het toezicht en handhaving. Het bovenstaande laat onverlet dat zzp ers wel een doelgroep zijn in het duurzaamheidsbeleid. Zij kunnen net als bedrijven bijvoorbeeld meedingen naar de ondernemersmilieuprijs. Ook worden zij betrokken bij communicatie over energiebesparing bij bedrijven en kunnen zij desgevraagd gebruik maken van de adviezen van het stadsdeel. 2. P6: wat zeggen de getallen in deze tabel en wat zijn de eenheden? Ten aanzien van het toezicht is het getal het aantal bedrijven in een bepaalde milieucategorie dat dit jaar moet worden bezocht door een milieu-inspecteur van de

2 Pagina 2 van 6 Dienst Milieu en Bouwtoezicht (zwaar) of het stadsdeel (licht). De controlecyclus is vastgelegd in het Amsterdamse protocol Bedrijven Op Maat (BOM). De overige taken zijn incidenteel en vloeien deels voort uit toezicht, controles en klachten en zijn geschat op basis van voorgaande jaren. 3. P10: u noemt hier energieonderzoeken gefaciliteerd door het stadsdeel. Wat voor onderzoeken gaat dit om en voor wie zijn deze bedoeld? Het stadsdeel wil duurzame gebiedsontwikkeling stimuleren en werkt hierbij samen met ontwikkelende partijen als woningbouwcorporaties. Zo nodig wordt een op de situatie afgestemd energieonderzoek uitgevoerd dat zich richt op: Bouwen van zeer zuinige woningen en utiliteitsgebouwen; Mogelijkheden voor duurzame warmte en eventueel ook een duurzame koudevoorziening; Duurzame renovatie; Duurzame inrichting openbare ruimte; Aan sommige adviezen en onderzoeken zijn workshops gekoppeld met medewerkers van het stadsdeel en de corporatie, en eventueel overige betrokken partijen. En indien van toepassing worden de plannen doorgerekend met de door Amsterdam ontwikkelde Leidraad Energetische Stedenbouw. 4. P10; kunt u voorbeelden geven van welke tools u wilt inzetten om projectleider te ondersteunen bij duurzaam bouwen? Voor projectleiders is bijvoorbeeld een warmte koudekaart van het stadsdeel opgesteld als hulpmiddel voor het toepassen van duurzame warmte en koude bij projecten. In het tweede kwartaal 2012 wordt een checklist milieuaspecten voor stedelijke ontwikkelingsprojecten opgesteld. Ook wordt regelmatig een klimaatplatform georganiseerd om kennis te delen en ervaring met duurzame innovaties uit te wisselen met in- en externe partijen. 5. P10: u schrijft dat u de ambities van corporaties wilt faciliteren voor zover aanwezig. Maar die moeten ze o.i. gewoon hebben! Ook elders wilt u een aanjagende en coördinerende functie hebben. Wat doet met onwelwillende partijen? Wat is uw ultieme stok achter de deur? Het stadsdeel heeft geen machtsmiddel om bovenwettelijke eisen op te leggen. Er zijn diverse wettelijke regels waar corporaties aan moeten voldoen. Bij nieuwbouw geldt bijvoorbeeld de eis van een EPC van 0,6. Naast wettelijke eisen worden ook afspraken gemaakt met corporaties zoals in het convenant Bouwen aan de stad ll dat de gemeente Amsterdam met de corporaties heeft afgesloten. Hierin staan afspraken over het nemen van labelstappen bij de bestaande bouw. Om ambities te realiseren die verder gaan dan wat wettelijk verplicht is, richt het stadsdeel zich op het stimuleren van corporaties om duurzaam te bouwen door onder meer op projectniveau adviezen te geven, de doelstellingen in uitwerkingsplannen e.d. op te

3 Pagina 3 van 6 nemen en bijeenkomsten en miniconferenties over duurzaam bouwen voor corporaties en eigen medewerkers te organiseren. 6. P10: u noemt de Green-Deal van Ymere. Wat is hierin de rol van het stadsdeel? Het stadsdeel deelt haar expertise en ervaring met betrekking tot duurzame bouwprojecten, bewonersparticipatie en energiebesparingsprojecten met bewoners. Daarnaast kan het stadsdeel de resultaten van het project communiceren naar andere partijen en zo verder brengen. 7. P11: een externe partij kan op grote schaal met subsidie zonnepanelen aanleggen op woningen van (voormalig) Far-West. Is die externe partij al in beeld? Gaat u actief werven? Wat als niemand zich meldt? Waarom kan het niet bij andere woningen ook? In februari 2012 is de plaatsing van 1215 zonnepanelen op woningen van (voormalig) Far West afgerond. De investering voor de zonnepanelen is gedaan door het bedrijf YSS (samenwerking tussen International Solar en energiemaatschappij Greenchoice) die de panelen de komende 20 jaar ook zal exploiteren. Binnenkort is er een eerste overleg met een andere externe partij over een mogelijk nieuw project voor plaatsing van zonnepanelen bij corporatiewoningen. 8. P12: u schrijft dat het stadsdeel met succes de ondernemersmilieuprijs organiseert. Wat maakt dit zo succesvol? organiseerde als eerste in Amsterdam de ondernemersmilieuprijs. Inmiddels is deze prijs al drie jaar georganiseerd waarvan het eerste jaar in Slotervaart. Het belang van de ondernemersmilieuprijs komt onder meer tot uiting doordat: de gemeente Amsterdam het concept heeft overgenomen en het dit jaar voor het eerst in de 7 stadsdelen wordt georganiseerd met één stedelijke winnaar; in 2011 namen 22 bedrijven deel aan de ondernemersmilieuprijs; aan het project is een communicatietraject gekoppeld waarbij regelmatig bedrijven worden geïnformeerd over bijvoorbeeld de mogelijkheden voor energiebesparing en de voordelen van duurzaam ondernemen; door de publiciteit in de media is er extra aandacht voor de genomineerde ondernemers. 9. P14: wat doet u allemaal om het imago van de fiets en het fietsgebruik te verbeteren/promoten? Ten eerste wordt er onderzoek gedaan naar het imago van de fiets en de mogelijkheden om dit te verbeteren. Op de tweede plaats wordt er in de eerste helft van dit jaar een Meerjarenbeleidsplan Fiets ontwikkeld. Ook wordt een visie Sportstimulering ontwikkeld waarin fietsen een van de voorgestelde focussporten is waarvoor een programmatische sportaanpak voor wordt ontwikkeld. Intussen is ook het project Beweegvriendelijke Omgeving gestart, met de focus op gezond bewegen.

4 Pagina 4 van 6 De resultaten van deze producten zijn nog niet bekend. Maar het is de bedoeling om het onderdeel fiets in deze producten zoveel mogelijk aan elkaar te koppelen c.q. te combineren en de komende jaren een brede, vernieuwende en integrale aanpak voor fietsstimulering uit te rollen. 10. P15: u geeft aan dat er 10 fietscursussen voor volwassen gegeven gaan worden. De VVD krijgt signalen dat bij sommige bijeenkomsten er geen deelnemers zijn, maar de docent toch wordt betaald. Klopt dit? Een docent wordt ingezet op vastgestelde lesuren en daarvoor betaald. Het kan voorkomen dat deelnemers verstek laten gaan. In het slechtste geval laten alle deelnemers verstek gaan. Ook in dat geval is de docent ingepland en wordt gewoon betaald. Wij hebben echter geen signalen dat dit heeft voorgedaan. Sterker: er blijkt telkens weer veel belangstelling voor fietscursussen. Ook achteraf wordt er positief gereageerd door deelnemers. Bij verstek laten gaan vindt overigens geen restitutie van kosten plaats. 11. De VVD wenst graag inzage in het plan van aanpak om de stadsdeelorganisatie klimaatneutraal te maken. Wilt u toezeggen deze, uiteraard als pdf. via de mail, ons toe te sturen? Het plan van aanpak voor een klimaatneutrale stadsdeelorganisatie wordt momenteel opgesteld en zal naar verwachting in mei naar het db gaan en daarna ter kennisname naar de raad worden gestuurd. 12. P16: bij de renovatie van het Tuinstadhuis wilt u energiebesparende maatregelen meenemen. Waar denkt u aan, naast de aansluiting op stadswarmte? De plannen voor de renovatie van het Tuinstadhuis moeten nog verder uitgewerkt worden. Dit betekent dat nu nog niet precies bekend is welke maatregelen zullen worden uitgevoerd. Bij de uitwerking zal ook duurzaamheid worden betrokken. Een mogelijke maatregel is energiezuinige verlichting en het gebruik van bewegingssensoren. Begin 2012 is al een nieuwe regelinstallatie geïnstalleerd die het mogelijk maakt om de verwarming energiezuinig in te regelen. 13. P16: Vuilnisophaalwagens moeten zeer vaak optrekken en stoppen. Waarom schat u de besparing op het brandstofgebruik zo laag in? Vuilnisauto s zijn door gewicht, functie en toepassing per definitie grote brandstofgebruikers. Zolang er geen serieuze duurzame alternatieven voor deze voertuigen beschikbaar zijn is er geen aanmerkelijk brandstofbesparing mogelijk. Overigens zijn de meeste personenvoertuigen in 2011 al vervangen door elektrische voertuigen. Hierdoor zijn de mogelijkheden voor extra besparing op het brandstofverbruik beperkt.

5 Pagina 5 van P16: kunt u schetsen waar je aan moet voldoen om een ISO14001 mms te verkrijgen en waarom voldoet het nieuwe kantoor aan de Calandlaan daar nog niet aan? Voor milieumanagementsystemen is de internationale ISO norm gangbaar. Deze norm bestaat uit verschillende onderdelen waaraan voldaan moet worden. De eisen zijn vooral planningsgericht en procesmatig. De organisatie kiest zelf de doelstellingen op basis van de milieuaspecten en ambities van de organisatie. Volgens de ISO norm dient de organisatie aan te tonen dat het systematisch werkt aan het realiseren van de eigen doelstellingen. Het stadsdeelgebouw aan de Pieter Calandlaan voldoet wel al aan de eisen van de ISO en is bijvoorbeeld ook in de interne audit meegenomen. Formeel valt het momenteel echter nog niet onder het certificaat. Gepland is om ook andere gebouwen zoals het stadsdeelkantoor aan de Pieter Calandlaan formeel onder het certificaat te laten vallen. Een externe audit hiervoor zal naar verwachting in het vierde kwartaal 2012 plaatsvinden zodat het aansluit bij het aflopen van geldigheidstermijn van het huidige certificaat. Het nieuwe certificaat zal vervolgens gelden voor meer locaties. 15. P17: waarom wilt u niet naar 90% biologische groenten/vlees (waren) in de catering van de eigen gebouwen? Momenteel is 10% van de catering biologisch. De gemeentelijk doelstelling is 40% biologische catering. In stappen wordt er naar gestreefd om deze doelstelling te realiseren. Biologische producten zijn iets duurder en medewerkers wordt ten dele de mogelijkheid gegeven om te kiezen voor wel of niet biologisch. 16. P18: u schrijft dat er voor de wettelijke milieutaken een rijksuitkering van ,- beschikbaar is. Is dat voor die 0.8 fte. (P5), of wat wordt daarvan bekostigd? Dit is inderdaad grotendeels bestemd voor de personele lasten, plus overhead, van de aan het stadsdeel overgedragen fte. milieu-inspecteur. Duurzaamheidsagenda 1. P8: u schrijft over de gevaren van vliegverkeer: vliegen is een van de meest veilige vormen van vervoer. Bedoelt u hier niet de overlast? En hoe houdt u rekening met het vliegverkeer in bestemmingsplannen en de projecten die voortvloeien uit de Wabo? Waar moet ik dan aan denken? Hier wordt inderdaad de overlast mee bedoeld. Ik stel voor om deze tekst te verwijderen en onder afbakening het onderstaande aparte tekstblok op te nemen, zoals verwoord in het toegevoegde Erratum. Voor vliegverkeer in bestemmingsplannen, in het bijzonder de bepalingen over externe veiligheid, worden de gebruikelijke juridisch-planologische procedures doorlopen waarin plannen worden getoetst aan het LuchthavenIndelingsBesluit (LIB).

6 Pagina 6 van 6 2. U wilt een voorbeeld zijn op het gebied van duurzaamheid voor bewoners, corporaties en bedrijven. Is dat op alle terreinen? Het stadsdeel heeft de ambitie om op alle terreinen het duurzame voorbeeld te geven. Hiermee heeft het stadsdeel meer recht van spreken als ze duurzaamheid bij bewoners, bedrijven en corporaties wil stimuleren. De voorbeeldfunctie betreft de activiteiten en gebouwen van de eigen organisatie op het gebied van duurzame energie (o.a. zonnepanelen), energiebesparing, duurzaam vervoer (o.a. elektrische voertuigen), duurzaam inkopen en duurzaam onkruidbeheer. 3. P16: u schrijft dat u binnen NL als koploper wordt gezien op het gebied van klimaatadaptatie. Waaruit blijkt dat? Is dat alleen Stadsdeel NW of alle deelnemers van GraBS? Denkende aan klimaatadaptatie, waar moet ik aan denken, behalve groene daken? participeerde in het Europese GRaBS project. Het stadsdeel was de enige Nederlandse partij in dit Europese klimaatadaptatieproject. De EU beschouwt zelf GRaBS als een voorbeeld van een succesvol project. In het kader van het GRaBSproject heeft het stadsdeel onder meer het Adaptatie Actie Plan met bijbehorende ontwerprichtlijnen opgesteld. Deze is in 2011 door het db vastgesteld en is onderdeel van het beleidskader voor ruimtelijke plannen. Bij klimaatadaptatie wordt onder meer geanticipeerd op het hitte-eiland-effect. Dat ontstaat in hete zomers doordat in stedelijke gebieden met veel gebouwen en verharding warmte wordt vastgehouden en wind tegengehouden. Samen met de centrale stad wordt nu een hittegevoeligheidskaart opgesteld waarbij de oorzaken hiervan en de effecten op bewoners en gebruikers in kaart worden gebracht. Klimaatadaptatie richt zich ook op eventuele wateroverlast als gevolg van extreme regenval door bijvoorbeeld voorzieningen voor wateropvang en waterinfiltratie in de openbare ruimte. Paulus de Wilt.