SECUNDAIR ONDERWIJS ASO. derde graad. eerste en tweede leerjaar ASO. Humane wetenschappen. (vervangt 2004/050)

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "SECUNDAIR ONDERWIJS ASO. derde graad. eerste en tweede leerjaar ASO. Humane wetenschappen. (vervangt 2004/050)"

Transcriptie

1 SECUNDAIR ONDERWIJS Onderwijsvorm: ASO Graad: derde graad Jaar: eerste en tweede leerjaar Studiegebied: ASO Studierichting: Humane wetenschappen Vak(ken): AV Gedragswetenschappen 4/3 lt/w Leerplannummer: 2006/049 (vervangt 2004/050) Nummer inspectie: 2004 / 52 // 1 / E / SG / 2H / III / / D/ (vervangt 2004 / 52 // 1 / E / SG / 1 / III / / V/06)

2 ASO 3e graad Specifiek gedeelte Humane wetenschappen 1 INHOUD Beginsituatie...2 Algemene doelstellingen...3 Leerplandoelstellingen, leerinhouden en specifieke pedagogisch-didactische wenken...4 Algemene pedagogisch-didactische wenken...46 Minimale materiële vereisten...53 Evaluatie...54 Bibliografie...56

3 ASO 3e graad Specifiek gedeelte Humane wetenschappen 2 BEGINSITUATIE Leerlingen die de keuze maken voor de studierichting Humane wetenschappen doen dit omwille van hun belangstelling voor de studie van leerinhouden met een sterk psychologische en sociaal-culturele inslag. Zij beschikken over een abstractievermogen dat van elke leerling in de derde graad ASO kan verwacht worden. Daarom kunnen zij enerzijds, onder begeleiding, in de aangereikte gegevens uit de sociale werkelijkheid de samenhang zoeken. Anderzijds kunnen zij de tegenstellingen begrijpen die zij ervaren tussen de verschillende segmenten van de maatschappelijke realiteit. De te bereiken doelstellingen zijn haalbaar voor emotioneel en sociaal intelligente leerlingen die de psychologische, de sociologische en de culturele werkelijkheid willen herkennen en exploreren. Humane wetenschappen is een ASO-studierichting met een uitgesproken doorstromingskarakter naar opleidingen in het hoger onderwijs waar mens en samenleving centraal staan. De leerlingen zijn daarom in staat een breed gamma theoretische en abstracte leerinhouden te verwerken. Zij kunnen de ervaringswereld in een breder perspectief plaatsen en relaties leggen vanuit onder meer een juridisch, kunstwetenschappelijk, psychologisch en sociologisch referentiekader. Daarbij doen zij afstand van een intuïtieve en impulsieve benadering van de gebeurtenissen. Zij willen daarentegen een objectiveerbaar en zo mogelijk wetenschappelijk onderbouwd standpunt innemen en kunnen dit ook verdedigen. De vakken gedragswetenschappen en cultuurwetenschappen doen ook een beroep op de verbale en sociale vaardigheden van de leerlingen. De individuele verschillen in de ontwikkeling van de persoonlijkheid tijdens de adolescentiefase zijn een factor waarmee de leraar rekening dient te houden. De leraar is er zich van bewust zijn dat er 2 groepen leerlingen in de derde graad kunnen instromen: - leerlingen met een vooropleiding Humane wetenschappen in de tweede graad; - directe instromers, zonder vooropleiding Humane wetenschappen in de tweede graad. De leerplanmakers vertrekken van het uitgangspunt dat de grote meerderheid van de instromers in de derde graad met succes de tweede graad Humane wetenschappen heeft doorlopen. De leraar zal in de derde graad dus rekening houden met deze beginsituatie. De polyvalentie van de tweede graad ASO maakt het evenwel mogelijk dat ook leerlingen vanuit een andere studierichting in de tweede graad kunnen instromen in de derde graad Humane wetenschappen. Dit vormt op zich geen probleem als hun belangstelling voor het betrokken vakgebied gewekt werd. In principe hebben die leerlingen enkel een gebrek aan vooropleiding voor de vakken cultuur- en gedragswetenschappen omdat de vakken en de doelstellingen voor de basisvorming voor alle leerlingen gelijk zijn in de tweede graad. De school is verantwoordelijk voor de instroom in de derde graad. Zij voert een eigen oriënteringsbeleid waarbij zij zowel rekening houdt met het welzijn van de leerling als met het niveau van elke studierichting. Indien zich toch leerlingen aanbieden in de derde graad die geen Humane wetenschappen hebben gevolgd in de tweede graad, dan zullen zij wellicht één en ander moeten inlopen. Elke school kan daar een eigen remediëringsprogramma voor voorzien. De school kan dit aanbieden voor de aanvang van de derde graad, maar wellicht is het meer aangewezen om voor de betrokken leerlingen een individuele coaching doorheen de derde graad uit te werken. Alleszins moet vermeden worden dat de andere leerlingen benadeeld worden doordat te veel tijd wordt besteed aan het inlopen van achterstanden bij de instromers.

4 ASO 3e graad Specifiek gedeelte Humane wetenschappen 3 ALGEMENE DOELSTELLINGEN Uit het studieprofiel Humane wetenschappen kunnen volgende algemene doelstellingen worden afgeleid. De leerlingen: 1 zijn bereid te reflecteren op eigen gedrag en dat van anderen. 2 zijn bereid hun mogelijkheden tot maatschappelijk engagement te verkennen. 3 zijn bereid te reflecteren op het maatschappelijk functioneren. 4 kunnen verklaringen geven voor fenomenen uit de cultuur- en gedragswetenschappen. 5 kunnen visies omtrent het menselijk en maatschappelijk handelen vanuit historische en socioculturele context begrijpen. 6 kunnen theoretische concepten toepassen in concrete situaties. 7 kunnen verbanden leggen tussen theoretische concepten uit de cultuur- en gedragswetenschappen. 8 kunnen media hanteren om informatie te verwerven, te verwerken en te presenteren. 9 kunnen een onderzoeksopdracht met betrekking tot een cultuurwetenschappelijk of gedragswetenschappelijk vraagstuk uitvoeren. Deze algemene doelstellingen zijn identiek aan deze van de tweede graad, maar ze worden in de derde graad gerealiseerd binnen een complexere humane werkelijkheid en grondiger wetenschappelijk onderbouwd. De aandacht gaat sterk uit naar de wijze waarop in humane wetenschappen kennis wordt opgebouwd en verspreid. De vakken cultuurwetenschappen en gedragswetenschappen kunnen verder een bijdrage leveren tot het nastreven van de vakoverschrijdende eindtermen: leren leren; sociale vaardigheden; opvoeden tot burgerzin; gezondheidseducatie; milieueducatie; muzisch-creatieve vorming; technisch-technologische vorming. De algemene doelstellingen worden geconcretiseerd in het hoofdstuk leerplandoelstellingen, leerinhouden en specifieke pedagogisch-didactische wenken.

5 ASO 3e graad Specifiek gedeelte Humane wetenschappen 4 LEERPLANDOELSTELLINGEN, LEERINHOUDEN EN SPECIFIEKE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN De leerplandoelstellingen en de leerinhouden zijn geordend volgens het ordeningskader in het studieprofiel Humane wetenschappen. Zij bevatten voor het vak gedragswetenschappen (zoals ook voor cultuurwetenschappen) de volgende onderdelen: organisatie; interactie en communicatie; identiteit, continuïteit en verandering; samenhang en wisselwerking; expressie; waarden en normen; onderzoekscompetentie. Deze indeling kan de indruk wekken dat de onderdelen afzonderlijk en/of na elkaar behandeld moeten worden. De leraar kan echter vrij kiezen wanneer hij welke leerinhouden behandelt. Hij hoeft zich dus niet te houden aan de volgorde van de leerinhouden in dit leerplan. We vinden het bovendien wenselijk dat hij waar mogelijk leerinhouden uit verschillende onderdelen als een samenhangend geheel behandelt. Bij het uitwerken van thema s of projecten streeft de leraar bewust een integratie van de verschillende onderdelen na. Dit is bijv. uitdrukkelijk gewenst voor de onderzoeksvaardigheden die via de andere onderdelen gerealiseerd dienen te worden. De leerinhouden moeten gelezen worden met de bijbehorende doelstelling: die geeft immers aan wat de leerling met die inhouden moet kunnen doen. Leraren die meer willen doen dan in de doelstelling is aangegeven, mogen dat, op voorwaarde dat het leerplan in zijn totaliteit gerealiseerd wordt. De leraar zal in overleg met de vakgroep zelf bepalen hoe de spreiding van de onderdelen gebeurt over de volledige graad. Verschillende opties zijn hierbij mogelijk: de verschillende onderdelen kunnen zowel in het eerste als in het tweede leerjaar worden behandeld in concentrische vorm, bepaalde onderdelen kunnen in het eerste leerjaar worden behandeld en andere in het tweede leerjaar, bepaalde onderdelen kunnen gespreid worden over het eerste en het tweede leerjaar terwijl andere onderdelen volledig in een bepaald leerjaar worden behandeld. Volgende factoren kunnen de keuze mee helpen bepalen: samenhang met het vak cultuurwetenschappen of samenhang binnen de pool, moeilijkheidsgraad van de leerinhouden, interesse van de leerlingen, deskundigheid van de leraar, gebeurtenissen in de actualiteit, relatie met vakoverstijgende activiteiten in de school, Uitbreidingsdoelstellingen worden aangeduid met een U en zijn cursief gedrukt. Deze zijn niet verplicht, maar bedoeld voor de meer gevorderde klassen en/of leerlingen. Deze doelstellingen zijn gekoppeld aan uitbreidingsleerinhouden. Bij elk onderdeel zijn er specifieke pedagogisch-didactische wenken geformuleerd. Soms betreft het achtergrondinformatie bij een leerplandoelstelling of een leerinhoud. Het kan ook om een mogelijkheid m.b.t. een bepaalde pedagogisch-didactische aanpak gaan. Deze specifieke pedagogisch-didactische wenken zijn bedoeld als hulpmiddel voor de leraar, als suggestie, en houden geen enkele verplichting in. Het is wel aangewezen om ze te lezen omdat ze de bedoelingen van de leerplancommissie verduidelijken.

6 ASO 3e graad Specifiek gedeelte Humane wetenschappen 5 ORGANISATIE: LEERPLANDOELSTELLINGEN EN LEERINHOUDEN Decretale specifieke eindtermen (DSET) De leerlingen kunnen: 1 organisatievormen zoals gezin, peergroep, sociale klasse en beroepsgroep omschrijven, in tijd en ruimte plaatsen en de functies ervan bespreken. 2 aantonen dat het behoren tot een organisatievorm, het individuele gedrag en de maatschappelijke integratie beïnvloedt. 1 Gezin DSET De leerlingen LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 1 1 kunnen een beeld schetsen van veranderende familiale verbanden doorheen tijd en ruimte. 2 2 kunnen een beeld schetsen van de invloed van veranderende familieverbanden op de belevingswereld van de familieleden. 1 Veranderende familiale verbanden doorheen tijd en ruimte 2 Veranderende belevingswereld omtrent kinderen binnen deze familiale verbanden 3 kunnen evoluties in rolpatronen binnen het gezin illustreren (U). 3 Evoluties in rolpatronen (U) Wijzigingen in rolpatronen m.b.t. taakverdeling, opvoeding van de kinderen, arbeid, ontspanning, seksualiteit 2 4 kunnen aantonen dat het gezin als instituut een rol blijft vervullen binnen de samenleving. 2 5 kunnen de effecten van het behoren tot een gezinsvorm op de ontwikkeling van jongeren illustreren. 4 Maatschappelijke aandacht voor het gezin binnen twee laatscgappelijke velden naar keuze Het politieke veld Het sociale veld Het juridische veld Het economische veld Het culturele veld 5 Thema s naar keuze uit Een algemeen ontwikkelingspsychologische invalshoek Een specifiek actueel onderwerp

7 ASO 3e graad Specifiek gedeelte Humane wetenschappen 6 2 Peergroep DSET De leerlingen LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 2 6 kunnen in concrete voorbeelden het onderscheid tussen positieve en negatieve referentiegroepen herkennen kunnen uitleggen waarom een peergroep als een referentiegroep beschouwd kan worden. 8 kunnen gedragsuitingen van ontwikkelingsgelijken onder jongeren als uitingen van een subcultuur aanduiden (U). 2 9 kunnen voorbeelden aangeven van groepsconformisme als uiting van emancipatie 2 10 kunnen voorbeelden aangeven van het gevaar van groepsconformisme voor de identiteitsvorming kunnen groepscohesie als factor aanduiden bij conflicten en bij agressie tegenover andere groepen (U). 6 Referentiegroepen Positieve referentiegroep: groep waarvan men de attitudes en eigenschappen wil verwerven Negatieve referentiegroep: groep waarvan men de attitudes en eigenschappen wil vermijden 7 Een peergroep als referentiegroep Het innemen van een bepaalde plaats binnen de groepsstructuur Het naleven van groepsnormen 8 Uitingen van een subcultuur (U) Kenmerken van een subcultuur in jeugdculturen Jeugdcultuur typeren als een proces van het opeisen van een eigen materiële en symbolische ruimte voor jongeren Jongerenculturen als een verzet tegen een volwassen cultuur of als het creëren van een jeugdige vrijetijdsruimte 9 Relatie groepsconformisme emancipatie Het stellen van doelen binnen de vrije tijd, sport, studies en studiekeuze Sociale mobiliteit als gevolg van het bereiken van die doelen 10 Relatie groepsconformisme anti-emancipatie Rol van groepscohesie, het collectief en leiderschapsstijl Belang van externe controle 11 Belang van groepscohesie (U) Belang van de wij-groep en de zij-groep (o.m. auto- en heterostereotypen en hun vertaling o.a. op het politieke vlak) Relatie groepscohesie conflictniveau

8 ASO 3e graad Specifiek gedeelte Humane wetenschappen 7 3 Beroepsgroepering en beroepsorganisatie DSET De leerlingen LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 2 12 kunnen factoren toelichten die leiden tot studie- en beroepskeuze. 12 Studie- en beroepskeuze Rationele en emotionele factoren die een studiekeuze beïnvloeden Rationele en emotionele factoren die een beroepskeuze beïnvloeden Persoonlijkheidskenmerken met het oog op studie- en beroepskeuze 1 13 kunnen het verband aanduiden tussen de indeling van het onderwijs in studiegebieden en beroepen. 13 Verband studiegebieden beroepen Indeling van het secundair onderwijs in studiegebieden beroepen Indeling van het hoger onderwijs in Vlaanderen in studiegebieden beroepen 14 kunnen beroepen classificeren (U). 14 Mogelijke classificatie van beroepen (U) Voorbeelden van beroepen in elk van de maatschappelijke velden Classificatie van beroepen naar - economische sector - juridisch statuut 1 15 kunnen functies van beroepsorganisaties aangeven. 15 Functies van beroepsorganisaties Interne functies Externe functies 16 kunnen de relatieve invloed aangeven van de scholarisatie op de waardering voor beroepen (U) kunnen de gevolgen beschrijven van een veranderend politiek beleid op de tewerkstelling. 16 Relatie scholarisatie waardering voor beroepen (U) Parameters om de maatschappelijke waardering te meten voor bepaalde beroepen De historische evolutie van de maatschappelijke waardering voor bepaalde beroepen 17 Relatie politiek beleid tewerkstelling Rol van de Vlaamse, de federale, de Europese en internationale overheden Overheidsinstrumenten inzake tewerkstelling Doelgroepenbeleid inzake tewerkstelling

9 ASO 3e graad Specifiek gedeelte Humane wetenschappen 8 4 Sociale klasse DSET De leerlingen LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 1 18 kunnen gelaagdheid van de samenleving in ruimte en tijd beschrijven. 18 Het begrip sociale klasse in ruimte en tijd 2 19 kunnen het behoren tot een sociale klasse en de positionering van individuen in de samenleving bespreken a.d.h.v. een aantal kenmerken. 19 Kenmerken van een sociale klasse in onze huidige samenleving SES-factor Rol van scholingsgraad Smaak/life-style 2 20 kunnen mogelijkheden van sociale mobiliteit geven. 20 Voorbeelden van sociale mobiliteit Intra- en intergenerationele sociale mobiliteit Horizontale en verticale sociale mobiliteit Kansen en beperkingen van sociale mobiliteit

10 ASO 3e graad Specifiek gedeelte Humane wetenschappen 9 ORGANISATIE: SPECIFIEKE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN 1 Gezin Doelstelling 1 Hier kan in grote lijnen worden nagegaan hoe de samenstelling van het gezin er in een aantal periodes uitzag. De evolutie van een multigenerationele samenstelling naar het klassieke kerngezin en uiteindelijk naar de andere samenlevingsvormen in de 20 e en 21 e eeuw, kan hier worden aangehaald. Met andere samenlevingsvormen bedoelt men o.m. nieuw-samengestelde gezinnen, homokoppels, bewust ongehuwde moeders (BOM), gescheiden ouders, samenwonenden, singles, kinderloze gezinnen. De wijzigingen worden niet zozeer beschrijvend verkend maar vooral onderzocht omwille van hun band met economische en arbeidsverdelende evoluties en hun maatschappelijke consequenties (bijv. overgang van landbouweconomie naar industriële economie en het ontstaan van het burgerlijk kerngezin, overgang van industriële economie naar diensteneconomie en het ontstaan van nieuwe gezinsvormen, effect van samenhang tussen secularisering/toenemende economische onafhankelijkheid/betere beheersing van de vruchtbaarheid op samenstelling van gezinsvormen, invloed van migratie en versnelde urbanisatie (na WOII) op de samenstelling en cohesie van migrantenfamilies ). Doelstelling 2 Tijdens de realisering van deze doelstelling kan nagegaan worden in welke mate de snelle wijzigingen in gezinsvormen in tegenstelling staat tot: - de langere sociale en emotionele afhankelijkheid van de kinderen t.o.v. de ouders; - het uitstellen van de economische zelfstandigheid o.m. omwille van hoge consumptie- en welvaartsverwachtingen. Doelstelling 3 (uitbreiding) Voor deze doelstelling kan vertrokken worden van de taakverdeling zoals de leerlingen ze nu vanuit hun eigen leefwereld kennen. Er kan een vergelijking gemaakt worden tussen de taakverdeling binnen een klassiek kerngezin en een andere samenlevingsvorm. Bij de bespreking hiervan kan stelselmatig worden verwezen naar hoe het vroeger was. Zo kan de link worden gelegd met doelstelling 1. Tevens werd in de 2e graad reeds gewezen op de verschuivingen van functies van en binnen het gezin. Toch blijven o.m. voortplanting, voedselvoorziening, veiligheid, verzorging, doorgeven van waarden en normen nog altijd behoren tot het takenpakket van het hedendaagse gezin. De spanning tussen enerzijds de veranderingen in de samenstelling van het gezin zoals ze hierboven werden aangehaald en de verschuivingen van functies weg van het gezin en anderzijds de continuïteit van het belang van het gezin kan hier verder worden uitgediept. Doelstelling 4 - Politiek veld: de politiek interesseert zich voor de nieuwe gezinsvormen; dit leidt o.m. tot: herziening erfrecht, institutionaliseren van het homohuwelijk, wijziging in het familierecht (bijv. regelingen omtrent echtscheiding en adoptie) - Sociaal veld: welke zijn de consequenties van de nieuwe gezinsvormen voor de betrokken volwassenen en kinderen? (identificatieproces bij jongeren, maatschappelijke aanvaarding van de gezinsvorm, groter of kleiner worden van het sociaal netwerk waartoe men behoort, consequenties voor de opvoeding ). - Juridisch veld: toename aantal echtscheidingsprocedures, afschaffing van de familieraad en toename van de belangrijkheid van de rol van de rechter in familiezaken. - Economisch veld: de grote gezinnen van vroeger zijn uiteengevallen in meerdere kleinere kernen, wat een grotere economische afzetmarkt inhoudt. Vrije tijd is een individuele zaak geworden, men geniet minder samen van de vrije tijd. Vrije tijd is bijgevolg een nog belangrijker economisch segment geworden. Vaak spelen economische overwegingen mee in de keuze voor een nieuwe gezinsvorm. Zo kiezen singles er vaak bewust voor single door het leven te gaan omwille van hun beroep of andere financieel-economische overwegingen.

11 ASO 3e graad Specifiek gedeelte Humane wetenschappen 10 - Cultureel veld: specifiek aanbod van activiteiten voor homo s, voor alleenstaande ouders, voor singles Doelstelling 5 Wat een algemeen ontwikkelingspsychologische invalshoek betreft kan gewezen worden op aspecten als: - spanning tussen verbondenheid en verzelfstandiging in verschillende fasen van de ontwikkeling, onder andere erg uitgesproken in de koppigheidsfase en in de adolescentie; - basisbegrippen uit de psychologie kunnen aan bod komen zoals: basisvertrouwen, behoefte aan geborgenheid, hechtingsgedrag, scheidingsangst, angst voor vreemden, geen-bodem-syndroom ; - de problematiek van verwaarlozing en verwenning. In deze doelstelling gaat het vooral om de wisselwerking/relatie met anderen - individueel gedrag (door ouders/opvoeders). Dit kan besproken worden aan de hand van een actueel onderwerp met consequenties voor opvoeding en ontwikkeling (o.m. bespreking van rechtszaken m.b.t. gezinsdrama s, verwaarlozing, mishandeling ). 2 Peergroep Doelstelling 6 De leerlingen geven aan van welke groepen zij attitudes en eigenschappen overnemen of willen overnemen. Dit kan o.m. gebeuren via het gebruik van foto's, muziekgenres. Ze verantwoorden deze keuze: heeft het te maken met wat in bepaalde referentiegroepen goed wordt bevonden of is het helemaal hun eigen keuze? Spelen de ouders hier een rol in? Een goede vriend(in)? Idem voor de negatieve referentiegroepen. Hierbij kan enerzijds gewezen worden op het blijvende belang van de ouders (opvoeding) op attitudes en anderzijds op het belang van de peers voor de uiterlijkheden. Een andere invalshoek kan zijn: rond het thema jeugdbeweging een debat houden waarbij wie een jeugdbeweging als een positieve referentiegroep aanziet, argumenten en uitingsvormen vergelijkt met wie een jeugdbeweging als een negatieve referentiegroep aanziet. Een aanzet voor de discussie kan ook zijn het bekijken van een (actueel) favoriete videoclip. Doelstelling 7 Een peergroep is een vergelijkingsgroep waarin het individu zonder formeel lidmaatschap als een persoon (= een socio-psycho-somatische eenheid) participeert. De leerlingen gaan na van welke referentiegroepen zij deel uitmaken (o.m. school, klas, specifiek Humane Wetenschappen, jeugdbeweging, buurt), welk gedrag bekrachtigd wordt, door wie en hoe. Doelstelling 8 (uitbreiding) Peer = ontwikkelingsgelijke, maar hoeft niet noodzakelijk een leeftijdsgenoot te zijn Let op bepaalde vormen van expressie, jargon, kledingstijl en opmaak in jeugdculturen. Aanpak: jongerenculturen verkennen als vormen van subcultuur die tot uiting komt in de omgeving rondom ons. Bovendien kan men o.m. aan de hand van filmbeelden, journaaluittreksels, getuigenissen van ouderen gelijkenissen nagaan tussen de jongerenculturen zoals ze nu tot uiting komen en jongerenculturen die in de 20e eeuw spraakmakend en tijdsbepalend waren.

12 ASO 3e graad Specifiek gedeelte Humane wetenschappen 11 - Het gaat dan o.m. om uitingsvormen van verzet tegen de bestaande volwassenencultuur (o.m. de vrije Duitse jeugdbeweging/de Wandervögel, padvinderij/verkennerij, studentenprotest, nozems, de kraakbeweging) Het begrip tegencultuur kan hier worden aangetoond (wanneer het cultuurpatroon een protest inhoudt tegen de dominante cultuur en bijgevolg een alternatief propageert). Hierbij kan gewezen worden op factoren als leerplicht, scholingsniveau van jongeren en hun relatie tot bepaalde vormen van verzet. - Het gaat ook om jongerenculturen waarbij jongeren een eigen jeugdige vrijetijdsruimte willen creëren (o.m. charlestonjeugd, discogangers, gabbers). Er kan daarbij gewezen worden op het zich afzetten van werkende jongeren tegen de moraal van de volwassenen. Aan de hand van voorbeelden (o.a. biografie van leiders van protestbewegingen) kan zowel het belang als de relativiteit aangegeven worden van de jongerensubculturen in de tijd. Doelstelling 9 De leerlingen kunnen o.m. uit biografieën voorbeelden geven van groepen of individuen die omwille van de groepswerking en het gezamenlijk nastreven van doelen (o.m. in de sport) in de loop van de jaren heel wat hebben bereikt. Doelstelling 10 Rol van groepscohesie: o.m. intensiteit, regels. Rol van het collectief: o.m. recht van collectief handelen. Belang van externe controle: adolescenten bij wie de externe controle overheerst, zijn gevoeliger voor de invloed van de groep (o.m. bij jongere adolescenten, sociaal zwakkeren, lagere sociale klassen - cf. supportersvandalisme, jeugdcriminaliteit). (zie ook onderdeel identiteit, continuïteit en verandering ) Doelstelling 11 (uitbreiding) Grote groepscohesie leidt vaak tot hoog conflictniveau ten opzichte van andere groepen (o.m. doordat interne agressie vermeden wordt en verschoven wordt naar personen of andere groepen zondebokvorming ten aanzien van bijv. asielzoekers, buitenlanders, de pers of het eigen groepslid dat aan de kant gaat staan). (zie ook onderdeel interactie en communicatie )

13 ASO 3e graad Specifiek gedeelte Humane wetenschappen 12 3 Beroepsgroepering en beroepsorganisatie Doelstelling 12 De leerlingen kunnen een persoonlijkheidsclassificatie op zichzelf toepassen als bijkomend middel om te onderzoeken in welke mate een bepaald beroep aansluit bij de eigen persoonlijkheidsstructuur. Ze kunnen verkennen hoe de evolutie van hun eigen interesses voor beroepen en beroepsactiviteiten aansluit bij de theorievorming rond de ontwikkeling van interesse. Boeiend is de visie over het belang van de intelligentie op de studie- en beroepskeuze. Zien leerlingen intelligentie als een statische factor of als een dynamische factor. De visie die zij daarover hebben is bepalend voor het belang van andere persoonlijkheidskenmerken (zoals doorzettingsvermogen, zin voor uitproberen en onderzoeken) voor het slagen of niet slagen in een opleidingsvorm. Doelstelling 13 Bedoeling is dat de leerlingen 2 classificaties, vertrekkend van verschillende invalshoeken, vergelijken. In dit concrete geval betreft het een classificatie uit het sociale veld (onderwijs) en een classificatie uit het economische veld (sociale partners). Studiegebieden secundair onderwijs: zie omzendbrieven SO betreffende het studieaanbod voltijds secundair onderwijs. Studiegebieden hoger onderwijs: zie decreet betreffende de herstructurering van het hoger onderwijs in Vlaanderen d.d Doelstelling 14 (uitbreiding) Classificatie van de beroepen naar: - economische sector: bijv. classificatie van beroepen typisch voor de primaire, secundaire, tertiaire en quartaire sector - juridisch statuut: bijv. de classificatie arbeider bediende zelfstandige vrij beroep, de classificatie werkgever werknemer De leerlingen kunnen reflecteren over de functie van beroepsprofielen voor de diverse maatschappelijke velden. Verstrekkers van beroepsprofielen: - de beroepsgroeperingen als leverancier van beroepsprofielen - de SERV als leverancier van beroepsprofielen - de onderwijsoverheid (o.a. via de VLOR) als leverancier van beroepsprofielen Zie ook: en Doelstelling 15 Interne functies: bijv. professionalisering. Externe functies: bijv. belangenbehartiging.

14 ASO 3e graad Specifiek gedeelte Humane wetenschappen 13 Doelstelling 16 (uitbreiding) Uitingsvormen van waardering voor beroepen: - blue collar en white collar beroepen; - financiële waardering van bepaalde beroepen; - waardering binnen de eigen beroepsgroep versus waardering buiten de eigen beroepsgroep; - het gebruik van statussymbolen om de waardering voor een beroep uit te drukken; - voorbeelden van beroepsgroepen met hogere waardering, niettegenstaande beperkte scholing (bijv. professionele sporters) en van beroepsgroepen met lagere waardering, niettegenstaande hogere scholing (bijv. hooggeschoolde werklozen); - analyse van het begrip BV; - voorbeelden van verschuivingen in de studie- en beroepskeuzes; - Men kan hiervoor ook een beroep doen op de opvattingen van Pierre Bourdieu. Doelstelling 17 Initiatieven om de tewerkstelling te beïnvloeden: - de initiatieven van de Vlaamse minister van tewerkstelling (o.a. VDAB); - de initiatieven van de federale minister van tewerkstelling (o.a. Rosetta-plan voor jonge zelfstandigen); - de Europese initiatieven voor tewerkstelling (o.a. promotie van ICT, grensoverschrijdend werken, ).

15 ASO 3e graad Specifiek gedeelte Humane wetenschappen 14 4 Sociale klasse (zie ook onderdeel samenhang en wisselwerking ) Doelstelling 18 Alle samenlevingen, zowel in het verleden als nu en zowel hier bij ons als in andere culturen, vertonen vormen van sociale stratificatie of sociale gelaagdheid. Een traditioneel onderscheid hierbij is dit tussen standen-, kasten- en klassenmaatschappij. Aan de hand van voorbeelden (bijv. fragmenten uit films zoals Daens, Ghandi ) kan men de leerlingen vertrouwd maken met deze begrippen (bijv. het Indische kastenstelsel, de feodale standenmaatschappij ). Definitie van de begrippen: - Standen: zijn bevolkingsgroepen die zich ten opzichte van elkaar onderscheiden naargelang van de plaats die ze in de maatschappij innemen op basis van geboorte, macht of beroepsfunctie. Men spreekt in dit verband van geboortestanden (vb. adel, burgerij, landbouwers: zie feodaliteit), machtsstanden (heersers en beheersten), beroepsstanden (zie: gilden in de ME). Standen zijn vaak endogaam (men huwt met een lid uit dezelfde stand). Ze vertonen doorgaans ook een sterk gesloten karakter, dwz. dat er geen of weinig mobiliteit bestaat tussen de standen onderling en dat er sterke beperkingen (vb. ingewikkelde opleidings-, initiatie- en inwijdingsrituelen) bestaan om nieuwe leden toe te laten tot de eigen stand. - Kasten: zijn bevolkingsgroepen waarvan de leden allen verwantschappelijk met elkaar verbonden zijn via hun afstamming van eenzelfde (mythische of reële) stamouder (stamvader of stammoeder). Daarnaast onderscheiden ze zich van elkaar door hun economische of beroepsmatige monopolies. (Zie: het Indische kastensysteem). Mobiliteit tussen de kasten is uitgesloten. Tevens zijn kasten totaal gesloten systemen: ze laten geen nieuwe leden toe van buitenuit. Geboorte bepaalt levenslang tot welke kaste men behoort. Huwelijken tussen de verschillende kasten onderling zijn bijgevolg uitgesloten. Hieraan worden sterk-uitgewerkte systemen van reinheidsregels gekoppeld. De economische motor van een kastensysteem is gebaseerd op (complementaire en/of ongelijke) ruil van diensten tussen monopoliehoudende beroepsgroepen. Klassen: zijn niet-verwantschappelijk georganiseerde bevolkingsgroepen die zich ten opzichte van elkaar onderscheiden op basis van de positie die men inneemt ten aanzien van cruciale economische en politieke variabelen zoals arbeid, kapitaal, kennis, macht, enz. Zie ook de klassieke Marxistische definitie: klassen worden bepaald op basis van de plaats die de leden ervan innemen binnen het kapitalistische productieproces: eigenaars van de productiemiddelen, arbeiders Doelstelling 19 Op het begrip sociale klasse kan verder ingegaan worden. Doorgaans worden er 3 elementen onderscheiden in het klassenbegrip: het inkomen (het vermogen), het beroep (beroepsstatuut, beroepsprestige, uitgeoefende functie) en de opleiding. Tezamen worden zij de SES-factor genoemd, wat verwijst naar de sociaal-economische status die bepaald wordt door een mix van de factoren opleiding, beroep(sprestige) en inkomen. Er lijkt tegenwoordig een consensus te groeien dat scholing in sterke mate de andere (beroep en inkomen) bepaalt. Maar genoten scholing staat op zijn beurt natuurlijk niet los van milieu, opvoeding, kansen en stimulansen. Doelstelling 20 De leerlingen kunnen voorbeelden aangeven van vormen van sociale mobiliteit: - horizontale en verticale mobiliteit - inter- en intragenerationele mobiliteit Mogelijkheden en beperkingen van mobiliteit worden besproken a.d.h.v. statistisch materiaal, bespreking van The American dream, My fair Lady Invloed van sociale klasse op individueel gedrag: bijv. taalgebruik, gezondheid, leefomstandigheden, Invloed van sociale klasse op maatschappelijke integratie: bijv. het Mattheuseffect,

16 ASO 3e graad Specifiek gedeelte Humane wetenschappen 15 INTERACTIE EN COMMUNICATIE: LEERPLANDOELSTELLINGEN EN LEERINHOUDEN Decretale specifieke eindtermen (DSET) De leerlingen kunnen: 5 de interactie en communicatie tussen personen, tussen groepen en tussen personen en groepen beschrijven en in concrete situaties analyseren. 6 factoren herkennen die de communicatie en interactie tussen personen, tussen groepen en tussen personen en groepen beïnvloeden en deze kennis aanwenden om de communicatie en interactie te verbeteren. 1 Interactie en communicatie tussen personen DSET De leerlingen LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 5 21 kunnen vormen van interactie tussen personen in concrete situaties beschrijven. 21 Vormen van interactie Intrapersoonlijk: opbouw zelfbeeld, intrapersoonlijke conflicten (o.m. motivationele conflicten, rolconflicten, leeftijdsgebonden conflicten ) Interpersoonlijke: ruil, samenwerking, competitie, macht, conflict 6 22 kunnen de dynamiek van interacties tussen personen beschrijven. 22 Interpersoonlijke interactiemodellen O.m. Roos van Leary, axenroos 23 kunnen de gevolgen van niet-opgeloste conflicten herkennen (U). 23 Gevolgen van niet-opgeloste conflicten (U) Intrapersoonlijk: o.m. sublimatie, verdringing, frustratie, identiteitsproblemen, pathologieën Interpersoonlijke: stress, generatieconflicten 2 Interactie tussen personen en groepen DSET De leerlingen LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 5 24 kunnen vormen van interactie tussen personen en groepen in concrete situaties beschrijven. 24 Posities van personen in groepen O.m.: rol van de leider, de underdog, de meeloper, de verstotene Rol van de groepsdruk 5 25 kunnen vormen van interactie tussen groepen onderling beschrijven. 25 Vormen van interactie tussen groepen Ruil, samenwerking, competitie, macht, conflict

17 ASO 3e graad Specifiek gedeelte Humane wetenschappen 16 DSET De leerlingen LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 26 kunnen een sociaal-psycholgische duiding geven van conflicten tussen groepen kunnen in concrete conflictsituaties het effect van interne en externe attributie op interactie en communicatie herkennen en bespreken. 28 kunnen conflicten herkennen als een interactievorm tussen personen en groepen en tussen groepen onderling. 26 Sociaal-psychologische theorieën over conflicten tussen groepen Bijv. zondeboktheorie, projectietheorie, Adorno (de autoritaire persoonlijkheid), territoriumtheorie 27 Effect van interne en externe attributie in conflicten Onderscheid tussen interne en externe attributie Gegevens over attributie vanuit de motivatie- en persoonlijkheidspsychologie 28 Fasen in een conflict Oorzaak versus aanleiding Escalatie Wel oplossing/geen-oplossing 6 29 kunnen strategieën van conflicthantering bespreken. 29 Strategieën van conflicthantering Consensus Compromis Stemmen Bemiddeling Autoriteit 6 30 kunnen een strategie van conflicthantering uitwerken voor een concrete situatie of een gegeven conflict. 30 Toepassing van een strategie voor conflicthantering

18 ASO 3e graad Specifiek gedeelte Humane wetenschappen 17 INTERACTIE EN COMMUNICATIE: SPECIFIEKE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN 1 Interactie en communicatie tussen personen Doelstellingen 21, 22 en 23 (uitbreiding) Wat de intrapersoonlijke conflicten betreft, kan men wijzen op het feit dat men als individu geconfronteerd wordt met tegengestelde doelen of verlangens. Dit bezorgt een psychische spanning. Het kan ook zijn dat anderen het individuele gedrag als vreemd ervaren terwijl men er zelf niet voor verantwoordelijk is en dit kan leiden tot psychisch lijden. Om de interacties (en nadien de conflicten binnen die interacties) te herkennen, kan men best uitgaan van de basisvormen van interactie: uitwisseling of ruil, samenwerking, het conflict, conformiteit, machtsuitoefening. Deze interactievormen zijn in dagelijkse situaties te herkennen. Het is de bedoeling dat de leerlingen de situaties analyseren binnen een sociologisch begrippenkader. Er kan geopteerd worden om voorbeelden van interactie tussen groepen in tekst-, video- en filmmateriaal te analyseren vanuit een theoretisch kader of omgekeerd om een theoretisch kader te distilleren vanuit de voorbeelden. Onderwijsleergesprek en groepswerk zijn aangewezen werkvormen. Voor het luik botsing van rollen kan inspiratie gevonden worden in het boek Het misverstand opvoeding van Judith Harris. De leerlingen kunnen voorbeelden zoeken van een aantal verschillende situaties waarin men een andere rol speelt en de gevolgen hiervoor op interactie en communicatie. Er kan ook gewerkt worden met rollenspelen waarin de leerlingen een rol dienen te spelen die hen wel/niet ligt of die hen wordt opgedragen. Gebruik van de Roos van Leary is aangewezen. 2 Interactie tussen personen en groepen Doelstellingen 24 en 25 Ook bij de interacties tussen groepen kunnen de basisinteractievormen besproken worden waarbij de rol van de verschillende interactoren aan de orde is. De leerlingen kunnen ook als opdracht krijgen om al dan niet individueel voorbeelden te zoeken van interactie tussen groepen en die eventueel te interpreteren naar vorm en effect. Voorbeelden van groepen: voetbalploegen, leerlingen en leraren, jeugdbewegingen, familieclans, autochtonen en allochtonen Goede voorbeelden zijn te vinden in films als Daens, West Side Story, Romeo en Julia, Grease, Doelstellingen 26 en 27 Leerlingen leren dat sociologen via theorieën het grote aantal conflicten tussen groepen proberen te verklaren. Doel is dat zij zien dat er verschillende invalshoeken mogelijk zijn en dat er geen eenduidige verklaring voor handen is. Het gaat niet om de theorie op zich maar om de herkenbaarheid van de theorie in het verleden en in situaties in het dagelijkse leven. Aspecten als etnocentrisme, racisme, multiculturalisme zijn hierbij aan de orde. Wat de begrippen m.b.t. attributie betreft, kan uitgegaan worden van de basiskennis uit de 2e graad. Het is vooral de bedoeling dat zij op basis van de attributietheorie situaties uit hun dagelijks leven kunnen verklaren zoals zij die tegenkomen in de omgang met andere personen en andere groepen. Zij moeten ook argumenten aangereikt worden om in discussie te gaan en standpunten in te nemen m.b.t. actuele thema s als onverdraagzaamheid, superioriteitsgevoelens van de ene cultuur versus een andere, racisme, multiculturalisme

19 ASO 3e graad Specifiek gedeelte Humane wetenschappen 18 Doelstelling 28 en 29 - Aanleiding: verschil met oorzaak invloed van belangen en meningen invloed van versterkende en verzwakkende factoren - Escalatie: kenmerken, invloed van versterkende en verzwakkende factoren, geweld Voor de behandeling van deze doelstelling wordt best vertrokken vanuit voorbeelden (fictief of reëel en actueel) of vanuit een rollenspel. Men kan deductief of inductief te werk gaan: de gegeven fasen ontdekken in beschreven of gefilmde voorbeelden of in voorbeelden de fasen aanduiden. De laatste werkwijze is ook aangewezen als evaluatiemethode. (zie werken van Pat Patfoort, o.a. Bouwen aan geweldloosheid, Ik wil, jij wilt niet geweldloos opvoeden ) De leerlingen zoeken voorbeelden voor zichzelf en voor anderen van attributiegedrag. In beschreven voorbeelden van conflicten herkennen zij het attributiegedrag. In de videoreeks Ontdek de psychologie, deel 12 spreekt M. Seligman over de invloed van attributie op pessimisme en optimisme. Omschrijving van attributie, ook in het gelijknamige boek, p. 178, Lemma, Utrecht. Ook praktijkvoorbeelden over optimisme en pessimisme in Emotionele intelligentie van D. Goleman, Uitgeverij Contact, p en p en in Gelukkig zijn kan je leren van M. Seligman, Uitgeverij Het Spectrum, 2002, p Doelstelling 30 Via groepswerk een strategie voor de omgang met een conflict uit de eigen omgeving of uit de realiteit uitwerken of in een case de strategie ontdekken.

20 ASO 3e graad Specifiek gedeelte Humane wetenschappen 19 IDENTITEIT, CONTINUÏTEIT EN VERANDERING: LEERPLANDOELSTELLINGEN EN LEERINHOUDEN Decretale specifieke eindtermen (DSET) De leerlingen kunnen: 9 uitleggen hoe persoonlijke identiteit en groepsidentiteit tot stand komen en veranderen. 10 aantonen dat de perceptie van persoonlijke identiteit en groepsidentiteit afhankelijk is van een aantal factoren en het persoonlijk en groepsgedrag beïnvloedt. 1 Persoonlijkheid en identiteit DSET De leerlingen LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 9 31 kunnen in een persoonsomschrijving de begrippen persoonlijkheid, identiteit, karakter en temperament herkennen kunnen aan de hand van twee persoonlijkheidstheorieën het verband aantonen tussen de theoretische invalshoek en de omschrijving van het begrip persoonlijkheid. 33 kunnen binnen wetenschappelijk onderzoek elementen aangeven die het debat nature-nurture stofferen (U) kunnen een onderscheid maken tussen de verschillende vormen van identiteit die doorheen de ontwikkeling van de persoon tot stand kunnen komen. 31 Omschrijving van de begrippen persoonlijkheid, identiteit, karakter en temperament 32 Een theoretische benadering van het begrip persoonlijkheid Een psychodynamische persoonlijkheidstheorie De trekkentheorie 33 Het nature-nurture debat (U) Historische kadering van het debat Consequenties voor opvattingen over mens- en wereldbeeld Gegevens uit recent wetenschappelijk onderzoek 34 Soorten identiteit Persoonlijke identiteit Geslachtsidentiteit Groepsidentiteit Culturele identiteit

21 ASO 3e graad Specifiek gedeelte Humane wetenschappen 20 2 Maatschappij en identiteit DSET De leerlingen LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 9 35 kunnen met voorbeelden aantonen dat identiteit onder meer bepaald wordt door tijd en plaats. 36 kunnen instellingen en groepsdynamische technieken herkennen in de manier waarop zowel de persoonlijke identiteit als de groepsidentiteit kan worden beïnvloed (U) kunnen aantonen dat factoren uit de maatschappij de perceptie van de persoonlijke identiteit en de groepsidentiteit beïnvloeden. 35 Het tijds- en plaatsgebonden karakter van de beleving van identiteit (twee naar keuze) Persoonlijke identiteit Geslachtsidentiteit Groepsidentiteit Culturele identiteit 36 Het totstandkomen van persoonlijke en groepsidentiteit (U) Actoren Processen 37 Impact van volgende maatschappelijke velden op de perceptie van de persoonlijke identiteit en de groepsidentiteit Het juridische veld Het economische veld Het culturele veld 3 Groepsidentiteit versus persoonlijke identiteit DSET De leerlingen LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN kunnen met voorbeelden de relatieve betekenis aangeven van het overtreden van groepsgebonden normen voor de persoonlijke identiteit kunnen in voorbeeldsituaties de oorzaken van deviant gedrag illustreren vanuit een psychologische en vanuit een sociologische invalshoek. 40 kunnen in actuele maatschappelijke vraagstukken m.b.t. deviant gedrag een standpunt innemen onderbouwd door theorieën over deviant gedrag (U). 38 Positieve en negatieve betekenis van deviant gedrag Functionele gevolgen Disfunctionele gevolgen 39 Oorzaken van deviant gedrag Vanuit een psychologische invalshoek Vanuit een sociologische invalshoek 40 Eigen standpunt tegenover deviant gedrag (toepassing van 38 en 39) (U)

22 ASO 3e graad Specifiek gedeelte Humane wetenschappen 21 4 Conformisme versus persoonlijke identiteit DSET De leerlingen LEERPLANDOELSTELLINGEN 41 kunnen via sociaal-psychologische experimenten uitleggen hoe conformisme en gehoorzaamheid ons gedrag en onze identiteit beïnvloeden. LEERINHOUDEN 41 Experimenten rond conformisme en gehoorzaamheid Experiment van Asch Experiment van Milgram Experiment van Zimbardo

23 ASO 3e graad Specifiek gedeelte Humane wetenschappen 22 IDENTITEIT, CONTINUÏTEIT EN VERANDERING: SPECIFIEKE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN 1 Persoonlijkheid en identiteit Doelstelling 31 Het is o.m. de bedoeling dat de leerlingen de verschillende begrippen i.v.m. persoonlijkheid, identiteit, karakter en temperament op een correcte manier hanteren in het dagelijkse taalgebruik. Dit kan tot uiting komen in de interpretatie van persoonsbeschrijvingen. Men kan ook uitgaan van zelfbeschrijvingen (antwoorden op de vraag "Wie ben ik?") met nevenvragen als: Ben ik veranderd?, Welke factoren spelen een rol bij eventuele verandering? Het is aangewezen dit te kaderen in de verschillende identiteiten onder 34 en 35 (antwoorden op de vraag "Bij wie hoor ik thuis?"). Doelstellingen 32 en 33 (uitbreiding) De schets van een psychodynamische theorie omtrent de persoonlijkheidsontwikkeling en -structuur zal aanwijzingen geven dat de theoretische uitgangspunten een grote rol spelen bij de theorievorming. In de overgang naar de trekkentheorie kan gewezen worden op de verschillende visies die bestaan in de psychologie. Het tijdsgebonden karakter ervan kan aangetoond worden: psychoanalytische visie, humanistische visie, de sociale leertheorie, de trekkentheorie. Bij het bestuderen van de trekkentheorie wordt als vanzelf de link gelegd naar het al of niet erfelijk zijn/aangeleerd zijn van persoonlijkheidstrekken. In dit naturenurture debat kunnen de consequenties aangetoond worden van een rigoureus vasthouden aan één of andere pool: visies gebaseerd op enerzijds de mens is van bij de geboorte goed/slecht, de mens is van bij geboorte een onbeschreven blad, iedereen is van bij de geboorte gelijk, de cultuur bepaalt wie of wat je wordt ; het al of niet aannemen van de persoonlijke factor in de ontwikkeling. Hier kan verwezen worden naar tweelingenonderzoek o.m. Minnesota Twin Study, VTM-reportage over de Gigle-twins, VRT-programma De keuze van De Keyser (Jufe Twins). Doelstelling 34 Met voorbeelden toelichten dat ieders identiteit een complexe gelaagdheid vertoont: - persoonlijke identiteit: de identiteit die men opbouwt vanuit de persoonlijke verwerking van alle ervaringen uit de vorige en huidige ontwikkelingsfase; - geslachtsidentiteit: deze aspecten van de eigen identiteit als jongen of als meisje, als vrouw of als man, als homo, bi of hetero ; - groepsidentiteit: deze aspecten van de eigen identiteit die men verwerft via groepsbindingen; men kan meerdere groepsidentiteiten hebben ; - culturele identiteit: zie cultuurwetenschappen: de macro-identiteit die men verwerft als lid van een bepaalde culturele gemeenschap. Het is interessant er hierbij op te wijzen dat deze verschillende identiteiten elkaar kunnen versterken, maar dat er eveneens conflicten en zelfs onverenigbaarheden tussen kunnen bestaan. Voorbeeld: de carrièrevrouw in een mannenbastion, die graag kinderen zou willen.

24 ASO 3e graad Specifiek gedeelte Humane wetenschappen 23 2 Maatschappij en identiteit Doelstellingen 35, 36 (uitbreiding) en 37 Differentiatie van de identiteit naarmate men in verschillende sociale kringen thuishoort (o.m. arbeid, hobby, woonplaats, verenigingsleven). Tijdsgebonden kadering van de identiteitsbepaling (zo is de jeugd als begrip pas in de loop van de 20e eeuw ontstaan, Belg versus Vlaming, jongerenarbeid versus scholing). Belang van de media, de overheid, school, ouders, peergroep op de beeldvorming van identiteit (en dus de eigen identiteit). Harris: persoonlijkheid wordt vanaf de adolescentie meer bepaald door de peers dan door de ouders. Vorming van hetero- en homostereotypering, attributietheorie. Zie: HARRIS, J., Het misverstand opvoeding, Uitgeverij Contact, Amsterdam/Antwerpen, De effecten op de persoonlijke en de groepsidentiteit van o.m. werkloosheid, het behoren tot de dominante/niet-dominantie cultuur. Invloed op de groepsidentiteit als een Belg een internationale wedstrijd wint (o.m. muziek, wetenschap, sport), invloed op de persoonlijke identiteit bij het winnen/verliezen van een proces, wel of niet geslaagd zijn in de studies, niet halen van gestelde doelen. Concretisering van de maatschappelijke invloeden op de perceptie van identiteit vanuit het juridische, economische en culturele veld: juridische veld: - seks vanaf 16 of vanaf 18? Vanaf welke leeftijd wordt een jongere beschouwd als seksueel volwassen, zelfstandig? - jeugdsanctierecht of jeugdbeschermingsrecht? Is een minderjarige moordenaar een volwassene of een opvoedbare jongere? economische veld: - elke 6-jarige een eigen bankrekening? - de jongeren als belangrijk, strekgedifferentieerd marktsegment van autonoom beslissende consumenten culturele veld: - jongeren als cultuurconsumenten, met eigen smaken en voorkeuren. Jongerenculturen. Cultuurconflicten: conflicten in de randgemeenten van de grote steden - hoofddoekendebat: dragen moslimmeisjes hoofddoeken om hun ouders te gehoorzamen, om erbij te horen in hun culturele omgevingen, om hun culturele identiteit te manifesteren? 3 Groepsidentiteit versus persoonlijke identiteit Doelstelling 38 Normovertreding is een relatief begrip in tijd, plaats, cultuur. Functionele gevolgen van normovertredend gedrag: het kan bijdragen tot een beter functioneren van de samenleving doordat normen en regelgeving worden aangepast, het kan een signaalfunctie hebben voor wat fout gaat, het kan als uitlaatklep dienen voor opgehoopte ontevredenheid (cf. historiek euthanasiewetgeving, Ghandi). Disfunctionele gevolgen: normovertredend gedrag kan maatschappelijke desorganisatie als gevolg hebben, het kan wantrouwen aanscherpen. Voor de overtreder kan het sociale uitsluiting inhouden, hij kan sancties oplopen.

25 ASO 3e graad Specifiek gedeelte Humane wetenschappen 24 Doelstellingen 39 en 40 (uitbreiding) Psychologische invalshoek van oorzaken van deviant gedrag heeft het over het deviant zijn als anders zijn, als afwijkend gedrag (bijv. verschillende visies op ontstaan van agressie en van asociaal gedrag). Sociologische invalshoek: legt het accent bij de sociale omgeving van de deviant (o.m. anomietheorie van zowel Durkheim als van Merton). 4 Conformisme versus persoonlijke identiteit Doelstelling 41 A.d.h.v. genoemde experimenten het effect van groepsdruk bespreken. Het verschil kan besproken worden tussen conformisme en gehoorzaamheid, de voor- en nadelen van conformisme en gehoorzaamheid kunnen aan de orde zijn. In het boek Experimenten op mensen van Ank Hermes, 1982, wordt voor verschillende wetenschappelijke disciplines besproken hoever men mag gaan bij experimenteren en komt ook de visie van Milgram aan bod. Dit kan ook gebruikt worden bij onderzoekscompetentie. De experimenten van Asch, Milgram en Zimbardo kunnen bekeken worden op video (Teleac, Ontdek de Psychologie, 1996). Recenter materiaal is te bekijken in De Box van Skinne, van Slater, 2004 en Bizarre Wetenschap van Schneider, 2005 Hedendaagse vormen van druk vanuit de groep op individuen o.m. mode, meningen, gehoorzaamheid, rol van groepsleiders, neonazisme, jeugdbendes. Bespreking van een citaat van C.P. Snow over de oorlogsmisdaden door de Nazi s: "Er zijn meer misdaden tegen de mensheid begaan uit gehoorzaamheid dan uit protest".

26 ASO 3e graad Specifiek gedeelte Humane wetenschappen 25 SAMENHANG EN WISSELWERKING: LEERPLANDOELSTELLINGEN EN LEERINHOUDEN Decretale specifieke eindtermen (DSET) De leerlingen kunnen: 13 de sociale stratificatie en de evolutie ervan beschrijven en gevolgen ervan toelichten in termen van sociale mobiliteit, gelijke kansen, breuklijnen in de samenleving, actieve participatie en machtsstructuren. 14 de spanning tussen individualisme en collectivisme in voorbeelden analyseren. 1 Sociale stratificatie DSET De leerlingen LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN kunnen het begrip sociale stratificatie toelichten aan de hand van voorbeelden. 42 Begripsomschrijving sociale stratificatie kunnen de evolutie van de sociale stratificatie beschrijven. 43 Vergelijking van de sociale stratificatie in Landbouwsamenleving Industriële samenleving Postindustriële samenleving kunnen mechanismen en gevolgen van sociale stratificatie in onze tijd herkennen en analyseren. 44 Mechanismen en gevolgen van sociale stratificatie in onze tijd herkennen in twee velden naar keuze Het politieke veld Het sociale veld Het juridische veld Het economische veld Het culturele veld kunnen verschillende soorten van sociale mobiliteit toelichten. 45 Sociale mobiliteit Horizontale en verticale mobiliteit Intragenerationele mobiliteit en intergenerationele mobiliteit kunnen met voorbeelden aantonen hoe de maatschappij gelijke kansen en actieve participatie op verschillende maatschappelijke velden probeert te sturen. 46 Voorbeelden op 2 verschillende maatschappelijke velden naar keuze Het politieke veld Het sociale veld Het juridische veld Het economische veld Het culturele veld

SECUNDAIR ONDERWIJS ASO. derde graad. eerste en tweede leerjaar ASO. CW-r. Onderwijsvorm: Graad: Jaar: Studiegebied:

SECUNDAIR ONDERWIJS ASO. derde graad. eerste en tweede leerjaar ASO. CW-r. Onderwijsvorm: Graad: Jaar: Studiegebied: SECUNDAIR ONDERWIJS Onderwijsvorm: ASO Graad: derde graad Jaar: eerste en tweede leerjaar Studiegebied: ASO Vak(ken): AV Gedragswetenschappen 3/3 lt/w Vakkencode: CW-r Leerplannummer: 2004/050 Nummer inspectie:

Nadere informatie

Profilering derde graad

Profilering derde graad Profilering derde graad De leerling heeft in de eerste en de tweede graad de gelegenheid gehad om zijn of haar interesses te ontdekken. Misschien heeft hij of zij al enig idee ontwikkeld over toekomstige

Nadere informatie

Inhoud. Inleiding quiz. Specifieke vakken binnen HW VAKDIDACTIEK HUMANE WETENSCHAPPEN. Situering Humane Wetenschappen binnen SO

Inhoud. Inleiding quiz. Specifieke vakken binnen HW VAKDIDACTIEK HUMANE WETENSCHAPPEN. Situering Humane Wetenschappen binnen SO Inhoud VAKDIDACTIEK HUMANE WETENSCHAPPEN Inleiding quiz Situering HW binnen SO Specifieke vakken binnen HW Lessentabel Profiel leerlingen Vervolgopleidingen Jaarplan Ruben Delafontaine Inleiding quiz Surf

Nadere informatie

Overzicht modulefiches ASO3 Humane wetenschappen : specifiek gedeelte

Overzicht modulefiches ASO3 Humane wetenschappen : specifiek gedeelte Overzicht modulefiches ASO3 Humane wetenschappen : specifiek gedeelte Inhoud Communicatie en Expressie... 2 Identiteit en Normering... 3 Organisatie en Samenhang... 4 CVO-STEP Modulefiche naam module +

Nadere informatie

ASO - studierichtingen in VIA-TIENEN

ASO - studierichtingen in VIA-TIENEN ASO - studierichtingen in VIA-TIENEN De onderwijsvorm ASO is een breed algemeen vormende doorstroomrichting waarin de leerlingen zich voorbereiden op een academische of professionele bacheloropleiding.

Nadere informatie

INTERACTIE EN COMMUNICATIE: BEGRIPPEN EN CLASSIFICATIE

INTERACTIE EN COMMUNICATIE: BEGRIPPEN EN CLASSIFICATIE INTERACTIE EN COMMUNICATIE: BEGRIPPEN EN CLASSIFICATIE 1. INLEIDING...3 2. INTERACTIE...3 2.1. WAT EN WIE?...4 2.2. DRAMATURGIE...5 2.3. FYSIEKE AFSTAND...5 2.4. BELEEFDE INATTENTIE...7 2.5. KENMERKEN

Nadere informatie

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING Modulaire opleiding Humane Wetenschappen ASO3 AO AV 008 Versie 1.0 BVR Pagina 1 van 24 Inhoud 1 Deel 1 Opleiding... 5 1.1 Korte beschrijving... 5 1.1.1 Inhoud... 5 1.1.2 Modules...

Nadere informatie

WIE? WAT? WAAROM? HUMANE. wetenschappen. Infodocument voor ouders en leerlingen, door het GO! Atheneum Vilvoorde.

WIE? WAT? WAAROM? HUMANE. wetenschappen. Infodocument voor ouders en leerlingen, door het GO! Atheneum Vilvoorde. WIE? WAT? WAAROM? HUMANE wetenschappen Infodocument voor ouders en leerlingen, door het GO! Atheneum Vilvoorde. HUM WET IS HET IETS VOOR MIJ? HUMANE WETENSCHAPPEN VISIE Van leerlingen Humane wetenschappen

Nadere informatie

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING Modulaire opleiding Economie - Moderne Talen AO AV 006 Versie 1.0 BVR Pagina 1 van 28 Inhoud Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap 23 november 2006 1 Deel 1 Opleiding... 5

Nadere informatie

Hoe kan de school in het algemeen werk maken van het nieuwe concept (stam + contexten)?

Hoe kan de school in het algemeen werk maken van het nieuwe concept (stam + contexten)? Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel VOET EN STUDIEGEBIED ASO STUDIERICHTING : ECONOMIE Hoe kan de school in het algemeen werk maken van het nieuwe concept

Nadere informatie

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING Modulaire opleiding Economie - Wiskunde AO AV 007 Versie 1.0 BVR Pagina 1 van 26 Inhoud Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap 23 november 2006 1 Deel 1 Opleiding... 5 1.1

Nadere informatie

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING Modulaire opleiding Moderne Talen - Wiskunde AO AV 010 Versie 1.0 BVR Pagina 1 van 27 Inhoud Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap 23 november 2006 1 Deel 1 Opleiding... 5

Nadere informatie

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING Modulaire opleiding Moderne Talen - Wetenschappen AO AV 009 Versie 1.0 BVR Pagina 1 van 27 Inhoud Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap 23 november 2006 1 Deel 1 Opleiding...

Nadere informatie

Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap 23 november 2006 STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING. Modulaire opleiding Wetenschappen - Wiskunde AO AV 011

Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap 23 november 2006 STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING. Modulaire opleiding Wetenschappen - Wiskunde AO AV 011 STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING Modulaire opleiding Wetenschappen - Wiskunde AO AV 011 Versie 1.0 BVR Pagina 1 van 26 Inhoud Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap 23 november 2006 1 Deel 1: Opleiding...

Nadere informatie

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING Modulaire opleiding Humane Wetenschappen ASO2 AO AV 003 Versie 1.0 BVR Pagina 1 van 24 Inhoud Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap 23 november 2006 1 Deel 1 Opleiding...

Nadere informatie

Is een klas een veilige omgeving?

Is een klas een veilige omgeving? Is een klas een veilige omgeving? De klas als een vreemde sociale structuur Binnen de discussie dat een school een sociaal veilige omgeving en klimaat voor leerlingen moet bieden, zouden we eerst de vraag

Nadere informatie

SOCIALE EN BURGERSCHAPSCOMPETENTIE

SOCIALE EN BURGERSCHAPSCOMPETENTIE Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel SOCIALE EN BURGERSCHAPSCOMPETENTIE Algemene vorming op het einde van de derde graad secundair onderwijs Voor de sociale

Nadere informatie

HUMANE WETENSCHAPPEN S I N T - J A N S C O L L E G E. w w w. s j c - g e n t. b e

HUMANE WETENSCHAPPEN S I N T - J A N S C O L L E G E. w w w. s j c - g e n t. b e S I N T - J A N S C O L L E G E w w w. s j c - g e n t. b e Campus Heiveld Heiveldstraat 117 9040 Sint-Amandsberg Tel: 09 228 32 40 heiveld@sjc-gent.be Campus Visitatie Visitatiestraat 5 9040 Sint-Amandsberg

Nadere informatie

x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x

x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x Jaarplan GESCHIEDENIS Algemene doelstellingen Eerder gericht op kennis en inzicht 6 A1 A2 A3 A4 A5 Kunnen hanteren van een vakspecifiek begrippenkader en concepten, nodig om zich van het verleden een wetenschappelijk

Nadere informatie

Latijn-wiskunde Latijn-moderne talen wetenschappen economie-wiskunde economie-moderne talen humane wetenschappen

Latijn-wiskunde Latijn-moderne talen wetenschappen economie-wiskunde economie-moderne talen humane wetenschappen Tweede graad aso In de tweede graad aso kies je voor een bepaalde richting. Ongeacht je keuze, blijft er een groot gemeenschappelijk basispakket van 26 lesuren algemene vakken. Het niveau van deze vakken,

Nadere informatie

Profilering derde graad

Profilering derde graad De leerling heeft in de 1ste en de 2de graad, de gelegenheid gehad zijn/haar interesses te ontdekken en heeft misschien al enig idee ontwikkeld over toekomstige werk- of studieplannen. Vaardigheden, inzet,

Nadere informatie

Hoofdstuk I: Eindtermen de basics

Hoofdstuk I: Eindtermen de basics Maatschappelijk debat eindtermen Hoofdstuk I: Eindtermen de basics Inhoud Inleiding... 2 Gewoon lager onderwijs... 2 Kleuteronderwijs... 2 Gewoon secundair onderwijs... 3 Buitengewoon onderwijs... 4 Overzichtstabel...

Nadere informatie

DOELSTELLINGEN LESPAKKET OVERAL DNA

DOELSTELLINGEN LESPAKKET OVERAL DNA DOELSTELLINGEN LESPAKKET OVERAL DNA HOE TE GEBRUIKEN Als leerkracht kun je kiezen hoe je dit lespakket gebruikt in de klas. Je kunt de verschillende delen los van elkaar gebruiken, afhankelijk van de beschikbare

Nadere informatie

Geschiedenis en VOET

Geschiedenis en VOET Geschiedenis en VOET Per 1 september 2010 traden de nieuwe vakoverschrijdende eindtermen (VOET) in werking en vanaf 1 september 2011 zal de doorlichting de VOET meenemen in de focus van de scholen. De

Nadere informatie

VOET EN STUDIEGEBIED ASO STUDIERICHTING: HUMANE WETENSCHAPPEN CULTUURWETENSCHAPPEN

VOET EN STUDIEGEBIED ASO STUDIERICHTING: HUMANE WETENSCHAPPEN CULTUURWETENSCHAPPEN Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel VOET EN STUDIEGEBIED ASO STUDIERICHTING: HUMANE WETENSCHAPPEN CULTUURWETENSCHAPPEN 3 de jaar Algemeen: Afhankelijk van

Nadere informatie

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING Modulaire opleiding Wetenschappen AO AV 004 Versie 1.0 BVR Pagina 1 van 24 Inhoud Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap 23 november 2006 1 Deel 1 Opleiding... 5 1.1 Korte

Nadere informatie

LANDSEXAMEN VWO

LANDSEXAMEN VWO LANDSEXAMEN VWO 2018-2019 Examenprogramma I&S/MAATSCHAPPIJLEER V.W.O. 1 Het eindexamen Het vak Individu en Samenleving/maatschappijleer (I&S/maatschappijleer) kent slechts het commissie-examen. Er is voor

Nadere informatie

INFORMATIEBROCHURE HUMANE WETENSCHAPPEN

INFORMATIEBROCHURE HUMANE WETENSCHAPPEN INFORMATIEBROCHURE HUMANE WETENSCHAPPEN Waarom kiezen voor Humane Wetenschappen? Hoe zit onze samenleving in elkaar? Welke mechanismen gaan er schuil achter onze menselijke gedragingen en interacties?

Nadere informatie

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING Modulaire opleiding Economie AO AV 002 Versie 1.0 BVR Pagina 1 van 26 Inhoud 1 Deel 1 Opleiding... 5 1.1 Korte beschrijving... 5 1.1.1 Inhoud... 5 1.1.2 Modules... 5 1.2 Plaats

Nadere informatie

Jaarplan Jaarplan PAV 5dejaar

Jaarplan Jaarplan PAV 5dejaar Schooljaar 2011-2012 Leerkracht(en): Vak: Klassen: Ann Debecker, Sonia Mannaerts, Carine Peeters, Ivo Thyssen, Jo Vonckx Jaarplan PAV 5dejaar 5GK, 5RK1, 5RK2 Schooljaar: 2011-2012 Algemene gegevens Leerjaar

Nadere informatie

Inhoud. Deel 1 Psychologie Gedrag en invloeden op gedrag Persoonlijkheid Leerprocessen Motivatie 91

Inhoud. Deel 1 Psychologie Gedrag en invloeden op gedrag Persoonlijkheid Leerprocessen Motivatie 91 Inhoud Deel 1 Psychologie 13 1 Gedrag en invloeden op gedrag 15 1.1 Gedrag van mensen 16 1.2 Definitie van gedrag 17 1.3 Invloeden op gedrag 19 Samenvatting 27 Eindvragen 28 2 Persoonlijkheid 31 2.1 Het

Nadere informatie

1 Basiscompetenties voor de leraar secundair onderwijs

1 Basiscompetenties voor de leraar secundair onderwijs 1 Basiscompetenties voor de leraar secundair onderwijs Het Vlaams parlement legde de basiscompetenties die nagestreefd en gerealiseerd moeten worden tijdens de opleiding vast. Basiscompetenties zijn een

Nadere informatie

DOELSTELLINGEN EN VOET VAN COUDENBERG TOT KUNSTBERG

DOELSTELLINGEN EN VOET VAN COUDENBERG TOT KUNSTBERG DOELSTELLINGEN EN VOET VAN COUDENBERG TOT KUNSTBERG 2 DE GRAAD SECUNDAIR ONDERWIJS - ASO - De volgende doelstellingen en VOET komen aan bod. Aangezien de leerlingen in groepjes worden onderverdeeld, onderzoek

Nadere informatie

Vakoverschrijdende eindtermen die van toepassing zijn tijdens de klimaatexcursie

Vakoverschrijdende eindtermen die van toepassing zijn tijdens de klimaatexcursie Vakoverschrijdende eindtermen die van toepassing zijn tijdens de klimaatexcursie Context 4: Omgeving en duurzame ontwikkeling. De leerlingen: 1. participeren aan milieubeleid en -zorg op school; 2. herkennen

Nadere informatie

Profilering derde graad

Profilering derde graad De leerling heeft in de 1ste en de 2de graad, de gelegenheid gehad zijn/haar interesses te ontdekken en heeft misschien al enig idee ontwikkeld over toekomstige werk- of studieplannen. Vaardigheden, inzet,

Nadere informatie

Secundair onderwijs - Tweede graad ASO/KSO/TSO - Natuurwetenschappen - Vakgebonden eindtermen

Secundair onderwijs - Tweede graad ASO/KSO/TSO - Natuurwetenschappen - Vakgebonden eindtermen Eindtermen educatief project Korstmossen, snuffelpalen van ons milieu 2 de en 3 de graad SO Secundair onderwijs - Tweede graad ASO/KSO/TSO - Natuurwetenschappen - Vakgebonden eindtermen I. Gemeenschappelijke

Nadere informatie

Profilering derde graad

Profilering derde graad De leerling heeft in de 1ste en de 2de graad, de gelegenheid gehad zijn/haar interesses te ontdekken en heeft misschien al enig idee ontwikkeld over toekomstige werk- of studieplannen. Vaardigheden, inzet,

Nadere informatie

LESVOORBEREIDINGSFORMULIER (LVF)

LESVOORBEREIDINGSFORMULIER (LVF) LESVOORBEREIDINGSFORMULIER (LVF) 2014-2015 Stationsstraat 36 3590 Diepenbeek tel 011 350429 fax 011 350428 e-mail info@cvolimlo.be www.cvolimlo.be Naam en voornaam student Onderwijsvorm, studierichting,

Nadere informatie

AANSLUITING BIJ VAKKEN & VAKOVERSCHRIJDENDE EINDTERMEN (VOETen)

AANSLUITING BIJ VAKKEN & VAKOVERSCHRIJDENDE EINDTERMEN (VOETen) AANSLUITING BIJ VAKKEN & VAKOVERSCHRIJDENDE EINDTERMEN (VOETen) (VAN KRACHT VANAF SEPTEMBER 00) VOOR DE DERDE GRAAD AANSLUITING BIJ DE VAKKEN De ethische matri aardrijkskunde biologie ecologie economie

Nadere informatie

Onderwijssociologie & Diversiteit

Onderwijssociologie & Diversiteit Onderwijssociologie & Diversiteit Hoorcollege 1: inleiding sociologie en burgerschap IVL Leike van der Leun Om deze presentatie te kunnen volgen op je mobiele telefoon, tablet of laptom, ga je naar: www.presentain.com

Nadere informatie

VSKO. Leerplan STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING. Modulaire opleiding Humane Wetenschappen ASO3 AO AV 008 Specifiek gedeelte

VSKO. Leerplan STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING. Modulaire opleiding Humane Wetenschappen ASO3 AO AV 008 Specifiek gedeelte VSKO Leerplan STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING Modulaire opleiding Humane Wetenschappen ASO3 AO AV 008 Specifiek gedeelte Goedkeuringscode: 07-08/1763/N/G September 2007 Structuurschema specifiek gedeelte

Nadere informatie

THEMA SOCIAAL-EMOTIONELE ONTWIKKELING Kern Subkern 0-4 groep 1-2 groep 3-6 groep 7-8 Onderbouw vo Bovenbouw vmbo Bovenbouw havo-vwo

THEMA SOCIAAL-EMOTIONELE ONTWIKKELING Kern Subkern 0-4 groep 1-2 groep 3-6 groep 7-8 Onderbouw vo Bovenbouw vmbo Bovenbouw havo-vwo Kern Subkern 0-4 groep 1-2 groep 3-6 groep 7-8 Onderbouw vo Zelf Gevoelens Verbaal en non-verbaal primaire gevoelens beschrijven en uiten. Kwaliteiten Verbaal en non-verbaal beschrijven dat fijne en nare

Nadere informatie

Pedagogische begeleiding wiskunde oktober 2016 Pagina 1

Pedagogische begeleiding wiskunde oktober 2016 Pagina 1 Pedagogische begeleiding SO Vakbegeleiding wiskunde ONDERZOEKSCOMPETENTIES WISKUNDE DERDE GRAAD AS0 Specifieke eindtermen i.v.m. onderzoekscompetenties (SETOC) Wat? Leerplan a derde graad aso VVKSO De

Nadere informatie

Studierichtingen voor de derde graad

Studierichtingen voor de derde graad Studierichtingen voor de derde graad In de derde graad bestaan alle richtingen, behalve humane wetenschappen uit twee hoofddomeinen. Er wordt naast de algemene basis gekozen voor een pakket vakken dat

Nadere informatie

Vakoverschrijdende eindtermen/ontwikkelingsdoelen globaal voor het secundair onderwijs

Vakoverschrijdende eindtermen/ontwikkelingsdoelen globaal voor het secundair onderwijs t Gasthuys Stedelijk Museum Aalst op schoolmaat (16+) Eindtermen 3 de graad secundair onderwijs 1. inleiding In de tijdelijke tentoonstelling Aalst 1815-1830. Geschiedenis van een provinciestad tijdens

Nadere informatie

1. Algemene situering van de cursus NCZ leraar secundair onderwijs-groep 1 2. Doel van de cursus NCZ

1. Algemene situering van de cursus NCZ leraar secundair onderwijs-groep 1 2. Doel van de cursus NCZ 1. Algemene situering van de cursus NCZ leraar secundair onderwijs-groep 1 De cursus niet-confessionele zedenleer (NCZ) in de opleiding leraar secundair onderwijsgroep 1 (LSO-1) sluit aan bij de algemene

Nadere informatie

Profilering derde graad

Profilering derde graad De leerling heeft in de 1ste en de 2de graad, de gelegenheid gehad zijn/haar interesses te ontdekken en heeft misschien al enig idee ontwikkeld over toekomstige werk- of studieplannen. Vaardigheden, inzet,

Nadere informatie

WISKUNDIGE TAALVAARDIGHEDEN

WISKUNDIGE TAALVAARDIGHEDEN WISKUNDIGE TLVRDIGHEDEN Derde graad 1 Het begrijpen van wiskundige uitdrukkingen in eenvoudige situaties (zowel mondeling als 1V4 2V3 3V3 (a-b-c) schriftelijk) 2 het begrijpen van figuren, tekeningen,

Nadere informatie

Pedagogische Begeleidingsdienst Basisonderwijs GO! wereldoriëntatie

Pedagogische Begeleidingsdienst Basisonderwijs GO! wereldoriëntatie & Pedagogische Begeleidingsdienst Basisonderwijs GO! wereldoriëntatie E HO DIT T RK AL E W ITA? G I D IER H CA mens & maatschappij specifieke visie van leerlijn naar methodiek van methodiek naar leerlijn

Nadere informatie

MODERNISERING SO NAAR EEN OBSERVERENDE EN ORIËNTERENDE EERSTE GRAAD

MODERNISERING SO NAAR EEN OBSERVERENDE EN ORIËNTERENDE EERSTE GRAAD MODERNISERING SO NAAR EEN OBSERVERENDE EN ORIËNTERENDE EERSTE GRAAD LEIDRAAD Visie op vorming en vakken Een nieuwe generatie leerplannen - ruimte voor scholen Observerende en oriënterende functie van de

Nadere informatie

Eerste graad A-stroom

Eerste graad A-stroom EINDTERMEN en ONTWIKKELINGSDOELEN Vijverbiotoopstudie Eerste graad A-stroom Vakgebonden eindtermen aardrijkskunde Het natuurlijk milieu Reliëf 16* De leerlingen leren respect opbrengen voor de waarde van

Nadere informatie

PSYCHOLOGIE. Stichting Kwaliteitscentrum Schoonheidsverzorging Utrecht

PSYCHOLOGIE. Stichting Kwaliteitscentrum Schoonheidsverzorging Utrecht PSYCHOLOGIE EXAMENEISEN THEORIE SCHOONHEIDSVERZORGING B VERSIE JULI 2010 STICHTING KWALITEITSCENTRUM SCHOONHEIDSVERZORGING Exameneisen STRUCTUUR THEORIE-EXAMEN: PSYCHOLOGIE Examen Psychologie Structuur

Nadere informatie

STUDIERICHTINGEN DERDE GRAAD

STUDIERICHTINGEN DERDE GRAAD STUDIERICHTINGEN DERDE GRAAD WICO Campus Sint-Hubertus Stationsstraat 5 90 NEERPELT Tel. + 6 07 0 Fax + 6 6 info@shn.wico.be www.shn.wico.be www.wico.be STUDEREN IN DE DERDE GRAAD VAN HET ASO Het doel

Nadere informatie

Eekhoutcentrum Vliebergh. Wegwijzers voor Aardrijkskunde

Eekhoutcentrum Vliebergh. Wegwijzers voor Aardrijkskunde Eekhoutcentrum Vliebergh NASCHOLING AARDRIJKSKUNDE Wegwijzers voor Aardrijkskunde Geologie: - Opbouw en structuur van de aarde - Platentektoniek - Geologische geschiedenis Kulak 21/11/15 13h30-16h30 KUL

Nadere informatie

PROCESDOEL 1 VRIJ EN ZELFSTANDIG LEREN DENKEN EN HANDELEN

PROCESDOEL 1 VRIJ EN ZELFSTANDIG LEREN DENKEN EN HANDELEN PROCESDOEL 1 VRIJ EN ZELFSTANDIG LEREN DENKEN EN HANDELEN Bijzondere procesdoelen 1.1. Groei naar volwassenheid 1.2. Zelfstandig denken 1.3. Zelfstandig handelen 1.4. Postconventionele instelling 1.1 Groei

Nadere informatie

Handboek diagnostiek in de leerlingenbegeleiding: Kind en

Handboek diagnostiek in de leerlingenbegeleiding: Kind en Handboek diagnostiek in de leerlingenbegeleiding: Kind en context Recensie door Lien PLASSCHAERT 1 1 VERSCHUEREN, K. EN KOOMEN, H. Handboek diagnostiek in de leerlingenbegeleiding: Kind en context Uitgeverij

Nadere informatie

PROCESDOEL 3 HUMANISEREN VAN HET SAMENLEVEN MET ANDEREN

PROCESDOEL 3 HUMANISEREN VAN HET SAMENLEVEN MET ANDEREN PROCESDOEL 3 HUMANISEREN VAN HET SAMENLEVEN MET ANDEREN 3.1 Exploreren, verkennen en integreren van de mogelijkheden van de mens 3.2 Exploreren, verkennen en integreren van de grenzen van de mens 3.3 Ontdekken

Nadere informatie

EINDTERMEN Bosbiotoopstudie

EINDTERMEN Bosbiotoopstudie EINDTERMEN Bosbiotoopstudie Eerste graad A-stroom Vakgebonden eindtermen aardrijkskunde De mens en het landschap Het landelijk landschap 22 milieueffecten opnoemen die in verband kunnen gebracht worden

Nadere informatie

Onderwijskundige doelen

Onderwijskundige doelen Onderwijskundige doelen Het materiaal van Dit Ben Ik in Brussel beoogt vooral het positief omgaan met diversiteit. Daarom is het ook logisch dat heel wat doelen van het Gelijke Onderwijskansenbeleid aan

Nadere informatie

Educatief materiaal om te werken rond relaties en seksualiteit met de bijhorende VOET

Educatief materiaal om te werken rond relaties en seksualiteit met de bijhorende VOET 1 Educatief materiaal om te werken rond s en seksualiteit met de bijhorende VOET Beddengoed, voorbehoedmiddelengids voor jongeren Een heldere en leerrijke brochure, bruikbaar in klasverband. Het boekje

Nadere informatie

Profilering derde graad

Profilering derde graad De leerling heeft in de 1ste en de 2de graad, de gelegenheid gehad zijn/haar interesses te ontdekken en heeft misschien al enig idee ontwikkeld over toekomstige werk- of studieplannen. Vaardigheden, inzet,

Nadere informatie

19/12/2010. Vakconcept LO. Soorten ET/OD. Vakgebonden ET/OD LO. Vakconcept LO. Eindtermen/Ontwikkelingsdoelen. Regiovergaderingen LO

19/12/2010. Vakconcept LO. Soorten ET/OD. Vakgebonden ET/OD LO. Vakconcept LO. Eindtermen/Ontwikkelingsdoelen. Regiovergaderingen LO Eindtermen/Ontwikkelingsdoelen In 1993 door overheid ingevoerd Algemene, kwalitatieve doelen die aangeven wat leerlingen van een bepaalde leeftijd en onderwijsvorm moeten bereiken (ET) of nastreven (OD)

Nadere informatie

DOELSTELLINGEN EN VOET BUURTAMBASSADEURS

DOELSTELLINGEN EN VOET BUURTAMBASSADEURS DOELSTELLINGEN EN VOET BUURTAMBASSADEURS 3 DE GRAAD SECUNDAIR ONDERWIJS - BSO - De volgende doelstellingen en VOET kunnen aan bod komen. Dat is steeds afhankelijk van de onderzochte (school)omgeving. Die

Nadere informatie

DON BOSCO GENK AANBOD EERSTE GRAAD. Meer dan je denkt!

DON BOSCO GENK AANBOD EERSTE GRAAD. Meer dan je denkt! DON BOSCO GENK Meer dan je denkt! AANBOD EERSTE GRAAD Dag nieuwe leerling, Dag ouder, In onze Don Boscoschool willen wij een kwaliteitsvolle vorming aanbieden. Vanuit ons opvoedingsproject leggen wij

Nadere informatie

VSKO. Leerplan STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING. Modulaire opleiding Humane Wetenschappen ASO3 AO AV 008 Specifiek gedeelte

VSKO. Leerplan STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING. Modulaire opleiding Humane Wetenschappen ASO3 AO AV 008 Specifiek gedeelte VSKO Leerplan STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING Modulaire opleiding Humane Wetenschappen ASO3 AO AV 008 Specifiek gedeelte Goedkeuringscode: goedgekeurd September 2007 Structuurschema specifiek gedeelte HUM3

Nadere informatie

VOET EN STUDIEGEBIED HANDEL

VOET EN STUDIEGEBIED HANDEL Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel VOET EN STUDIEGEBIED HANDEL Elementen van de Stam Alle elementen van de stam zijn fundamenteel in de vorming van de leerling

Nadere informatie

Een voorlopige balans (Periode 1)

Een voorlopige balans (Periode 1) Een voorlopige balans (Periode 1) Omschrijving van deze periode We hebben tijdens dit schooljaar al heel wat gediscussieerd, besproken, nagedacht, Je hebt in deze gesprekken, maar ook in de logboekopdrachten

Nadere informatie

Maatschappijleer in kernvragen en -concepten

Maatschappijleer in kernvragen en -concepten Maatschappijleer in kernvragen en -concepten Deel I Kennis van de benaderingswijzen, het formele object Politiek-juridische concepten Kernvraag 1: Welke basisconcepten kent de politiek-juridische benaderingswijze?

Nadere informatie

STUDIEGEBIED CHEMIE (tso)

STUDIEGEBIED CHEMIE (tso) (tso) Tweede graad... Techniek-wetenschappen Derde graad Techniek-wetenschappen Studierichting Techniek-wetenschappen de graad Een woordje uitleg over de studierichting... Logisch denken Laboratoriumwerk

Nadere informatie

PTA maatschappijleer 1&2 KBL Bohemen cohort 14-15-16

PTA maatschappijleer 1&2 KBL Bohemen cohort 14-15-16 Dit is een gecombineerd PTA voor twee vakken: voor maatschappijleer 1 (basis, behorend tot het gemeenschappelijk deel van het vakkenpakket) en voor maatschappijleer 2 (verdieping, behorend tot de sectorvakken

Nadere informatie

Lokaliseren situeren van plaatsen op een landkaart (in een beperkt of ruim kader).

Lokaliseren situeren van plaatsen op een landkaart (in een beperkt of ruim kader). De volgende vakken komen aan bod Aardrijkskunde Maatschappelijke vorming (MAVO) Nederlands Godsdienst Niet-conventionele zedenleer LEERDOELSTELLINGEN LESFICHE C Door aan de slag te gaan met lesfiche C

Nadere informatie

Profilering derde graad

Profilering derde graad Profilering derde graad De leerling heeft in de eerste en de tweede graad de gelegenheid gehad om zijn of haar interesses te ontdekken. Misschien heeft hij of zij al enig idee ontwikkeld over toekomstige

Nadere informatie

Examenprogramma maatschappijleer havo/vwo (gemeenschappelijk deel)

Examenprogramma maatschappijleer havo/vwo (gemeenschappelijk deel) Examenprogramma maatschappijleer havo/vwo (gemeenschappelijk deel) Havo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Vaardigheden

Nadere informatie

Verbinden vanuit diversiteit

Verbinden vanuit diversiteit Verbinden vanuit diversiteit Krachtgericht sociaal werk in een context van armoede en culturele diversiteit Studievoormiddag 6 juni 2014 Het verhaal van Ahmed Een zoektocht met vele partners Partners De

Nadere informatie

LANDSEXAMEN MAVO

LANDSEXAMEN MAVO LANDSEXAMEN MAVO 2017-2018 Examenprogramma GESCHIEDENIS M.A.V.O. 1 Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het commissie-examen. Het centraal examen wordt afgenomen in één zitting

Nadere informatie

9/27/06 pag. 1 FACULTES UNIVERSITAIRES NOTRE-DAME DE LA PAIX NAMUR. Cyberteens. Rapportering literatuuronderzoek Raadpleging betrokken sectoren

9/27/06 pag. 1 FACULTES UNIVERSITAIRES NOTRE-DAME DE LA PAIX NAMUR. Cyberteens. Rapportering literatuuronderzoek Raadpleging betrokken sectoren 9/27/06 pag. 1 FACULTES UNIVERSITAIRES NOTRE-DAME DE LA PAIX NAMUR Rapportering literatuuronderzoek Raadpleging betrokken sectoren Structuur I. Literatuuronderzoek 1. Welke literatuur 2. Bestaande empirische

Nadere informatie

MAATSCHAPPIJWETENSCHAPPEN HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0

MAATSCHAPPIJWETENSCHAPPEN HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0 MAATSCHAPPIJWETENSCHAPPEN HAVO VAKINFORMATIE STAATSEAMEN 2016 V15.7.0 De vakinformatie in dit document is vastgesteld door het College voor Toetsen en Examens (het CvTE). Het CvTE is verantwoordelijk voor

Nadere informatie

Sociale controle & deviantie

Sociale controle & deviantie Sociale controle & deviantie Hoofdstuk 4 4.1.1 Niveaus van sociale controle Sociale ongelijkheid klein groot Etihsche sociale controle Moraal Religie Politieke sociale controle Leger Politie 1 4.1.2 Ethische/Morele

Nadere informatie

AANSLUITING BIJ VAKKEN & VAKOVERSCHRIJDENDE EINDTERMEN (VOETen)

AANSLUITING BIJ VAKKEN & VAKOVERSCHRIJDENDE EINDTERMEN (VOETen) AANSLUITING BIJ VAKKEN & VAKOVERSCHRIJDENDE EINDTERMEN (VOETen) (VAN KRACHT VANAF SEPTEMBER 200) VOOR DE EERSTE GRAAD 2 2 AANSLUITING BIJ DE VAKKEN aardrijkskunde biologie sociaal-economische initiatie

Nadere informatie

Werkopdracht vijfde ontwikkelsessie. Opbrengsten ontwikkelsessie 5. Wat zijn bouwstenen?

Werkopdracht vijfde ontwikkelsessie. Opbrengsten ontwikkelsessie 5. Wat zijn bouwstenen? Werkopdracht vijfde ontwikkelsessie Wat hebben onze leerlingen nodig om uit te groeien tot volwassenen die bijdragen aan de samenleving, economisch zelfstandig zijn én met zelfvertrouwen in het leven staan?

Nadere informatie

De middenschool is ten einde. Iedereen vertrekt naar een andere school

De middenschool is ten einde. Iedereen vertrekt naar een andere school De middenschool is ten einde Iedereen vertrekt naar een andere school Een stapsgewijs proces Een gezamenlijk proces Leerling Ouders School CLB STAP 1: werken aan keuzerijpheid Wie ben ik? Rapportonderzoek

Nadere informatie

Verslag over de opvolgingsdoorlichting van K.T.A. Alicebourg te Lanaken

Verslag over de opvolgingsdoorlichting van K.T.A. Alicebourg te Lanaken Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming Onderwijsinspectie Hendrik Consciencegebouw Koning Albert II-laan 15 1210 BRUSSEL doorlichtingssecretariaat@ond.vlaanderen.be www.onderwijsinspectie.be Verslag

Nadere informatie

Inhoud Deel I Wat is sociologie? Sociologie, een eerste omschrijving Sociologie als wetenschap Weerstanden tegen sociologie

Inhoud Deel I Wat is sociologie? Sociologie, een eerste omschrijving Sociologie als wetenschap Weerstanden tegen sociologie Inhoud I Deel I 1 Wat is sociologie?.... 3 1.1 Sociologie, een eerste omschrijving.... 4 1.2 Sociologie als wetenschap... 6 1.3 Weerstanden tegen sociologie.... 8 1.4 Sociologie en verpleegkunde... 9 1.5

Nadere informatie

MAATSCHAPPIJLEER II VMBO KB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0

MAATSCHAPPIJLEER II VMBO KB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0 MAATSCHAPPIJLEER II VMBO KB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0 De vakinformatie in dit document is vastgesteld door het College voor Toetsen en Examens. Het CvTE is verantwoordelijk voor de afname

Nadere informatie

Onderwijs en Maatschappij (OMA) A. Algemeen. Theorie X Praktijk Semester 1 Semester 2 Semester 3 Semester 4 X

Onderwijs en Maatschappij (OMA) A. Algemeen. Theorie X Praktijk Semester 1 Semester 2 Semester 3 Semester 4 X MODULE Onderwijs en Maatschappij (OMA) A. Algemeen Situering binnen het programma Periode binnen het tweejarige modeltraject Theorie X Praktijk Semester 1 Semester 2 Semester 3 Semester 4 X Aantal studiepunten

Nadere informatie

Sociale kaders: Hoofdstuk 16 Cultuur

Sociale kaders: Hoofdstuk 16 Cultuur Sociale kaders: Hoofdstuk 16 Cultuur Begrippen: -Cultuur -Cultureel relativisme -Cultuur patroon -Cultural lag -Culturele uitrusting -Subcultuur -Contracultuur Definitie Cultuur Samenhangend geheel van

Nadere informatie

Programma workshop seksuele opvoeding: Daar praat je toch niet over met je kinderen?

Programma workshop seksuele opvoeding: Daar praat je toch niet over met je kinderen? Programma workshop seksuele opvoeding: Daar praat je toch niet over met je kinderen? Korte kennismaking Wat dragen ouders bij? Presentatie Stelling Presentatie Opdracht Voorbeeld opzet cursus en afsluiting

Nadere informatie

peiling burgerzin en burgerschapseducatie in de derde graad aso, bso, kso en tso

peiling burgerzin en burgerschapseducatie in de derde graad aso, bso, kso en tso peiling burgerzin en burgerschapseducatie in de derde graad aso, bso, kso en tso colloquium 7 juni 2017 dr. Eef Ameel overzicht de peiling burgerzin en burgerschapseducatie beschrijving van de steekproef

Nadere informatie

Workshop levensverhalen van Duitse soldaten infobrochure voor leraren

Workshop levensverhalen van Duitse soldaten infobrochure voor leraren Workshop levensverhalen van Duitse soldaten infobrochure voor leraren Deze infobrochure bevat een inhoudelijke beschrijving van de workshop en zijn doelstellingen. Ten tweede vinden begeleidende leraren

Nadere informatie

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep geschiedenis en/of esthetica

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep geschiedenis en/of esthetica Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep geschiedenis en/of esthetica In kolom 1 vind je 69 items waaraan je eventueel kan werken in de vakgroep geschiedenis/esthetica. Ze zijn ingedeeld in 8 categorieën.

Nadere informatie

Inleiding in de Sociologie

Inleiding in de Sociologie Inleiding in de Sociologie Johan Wets Academiejaar 2006-2007 SOCIOLOGIE Contact: Johan.Wets@hiva.kuleuven.be Met de vermelding cursus sociologie Info: http:// ://perswww.kuleuven.be/johan_wets/sociologie.html

Nadere informatie

Opvoedingsproject. Nieuwen Bosch Humaniora Gent

Opvoedingsproject. Nieuwen Bosch Humaniora Gent Opvoedingsproject Nieuwen Bosch Humaniora Gent Onze school wil aan jongeren kwalitatief hoogstaand onderwijs bieden in een hartelijk klimaat van samenwerken en samenleven stimuleren we de leerlingen vanuit

Nadere informatie

Deel 5: Maatschappelijke veranderingen

Deel 5: Maatschappelijke veranderingen Deel 5: Maatschappelijke veranderingen 5.1 Stabiliteit en verandering Maatschappelijke veranderingen zijn veranderingen in de maatschappelijke structuren. Ze kunnen variëren van een betekenisvolle overgang

Nadere informatie

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep technologische opvoeding.

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep technologische opvoeding. Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep technologische opvoeding. In kolom 1 vind je 61 items waaraan je eventueel kan werken in de vakgroep TO. Ze zijn ingedeeld in 8 categorieën. Duid in kolom 2 aan

Nadere informatie

Rijksuniversiteit Groningen

Rijksuniversiteit Groningen De adolescentiefase: over puberen, hersenontwikkeling, studiekeuze, risicogedrag en de relatie met ouders. Dr. Saskia Kunnen i.s.m. Dr. Anna Lichtwarck-Aschoff Afdeling Ontwikkelingspsychologie Rijksuniversiteit

Nadere informatie

Profilering derde graad

Profilering derde graad De leerling heeft in de 1ste en de 2de graad, de gelegenheid gehad zijn/haar interesses te ontdekken en heeft misschien al enig idee ontwikkeld over toekomstige werk- of studieplannen. Vaardigheden, inzet,

Nadere informatie

Verslag over de opvolgingsdoorlichting van het Don Bosco-Instituut ASO/TSO/BSO te Dilbeek

Verslag over de opvolgingsdoorlichting van het Don Bosco-Instituut ASO/TSO/BSO te Dilbeek Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming Onderwijsinspectie Hendrik Consciencegebouw Koning Albert II-laan 15 1210 BRUSSEL doorlichtingssecretariaat@ond.vlaanderen.be www.onderwijsinspectie.be Verslag

Nadere informatie

Syllabus maatschappijwetenschappen havo 2014

Syllabus maatschappijwetenschappen havo 2014 examenprogramma maatschappijwetenschappen Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Vaardigheden

Nadere informatie

Advies ten gronde over certificaatsupplementen

Advies ten gronde over certificaatsupplementen ADVIES Algemene Raad 27 november 2008 AR/KST/ADV/012 Advies ten gronde over certificaatsupplementen VLAAMSE ONDERWIJSRAAD, KUNSTLAAN 6 BUS 6, 1210 BRUSSEL www.vlor.be Advies ten gronde over certificaatsupplementen

Nadere informatie