PSYCHOLOGIE. Stichting Kwaliteitscentrum Schoonheidsverzorging Utrecht

Transcriptie

1 PSYCHOLOGIE EXAMENEISEN THEORIE SCHOONHEIDSVERZORGING B VERSIE JULI 2010 STICHTING KWALITEITSCENTRUM SCHOONHEIDSVERZORGING Exameneisen

2 STRUCTUUR THEORIE-EXAMEN: PSYCHOLOGIE Examen Psychologie Structuur Mondeling Examentijd 30 minuten

3 THEORIE EXAMENEISEN PSYCHOLOGIE 1 ONTWIKKELINGSPSYCHOLOGIE van alle termen dient de kandidaat de betekenis te kennen en te weten wat het mogelijk belang daarvan is voor de beroepspraktijk. 1.1 ontwikkelingsfasen puberteit en puber adolescent jong volwassene volwassene mid-life crisis menopauze lege nest syndroom ouderdom 2 PERSOONLIJKHEIDSPSYCHOLOGIE verband tussen ontwikkelingsfase en psychologische betekenis van het eigen uiterlijk. 2.1 persoonlijkheid van alle termen dient de kandidaat de betekenis te kennen en te weten wat het mogelijk belang daarvan is voor de beroepspraktijk. karakter nature-nurture 2.2 het vijf factoren model de factoren kunnen omschrijven en toepassen met behulp van voorbeelden. introversie en extraversie altruïsme en emotionele intelligentie ordelijkheid intelligentie stabiliteit, labiliteit en faalangst 2.3 seksualiteit gender sekse seksuele identiteit hetero-, homo- en biseksualiteit travestie transseksualiteit seksualiteit in verband met ontwikkelingsfase, identiteit en uiterlijke verschijning. Theorie eisen blad 2 van 5

4 3 SOCIALE PSYCHOLOGIE de kandidaat dient de begrippen uit 1 en 2 en 3 ook in samenhang te kunnen zien: bijvoorbeeld: karakter en leiderschap, rol en communicatie, persoonlijkheid en conflict. 3.1 intrasubjectief en intersubjectief 3.2 attitude professionele of beroepsattitude 3.3. sociale rol bijvoorbeeld: sociale rol in verband met persoonlijkheid en identiteit socialisatie identificatie professionele of beroepsrol sociale status; sociale identiteit sociale integratie relatie met andere bevolkingsgroepen sociaal isolement rolconflict; intrapersoonlijk manifest-latent conflict 3.4 groep bijvoorbeeld: groepsgedrag in verband met ontwikkelingsfase en sociale identiteit groepsrol conformeren formele en informele groep primaire en secundaire groep procesgerichte en productgerichte groep 3.5 leiderschapsstijlen autoritair, democratisch, laissezfaire macht en gezag formeel en informeel 3.6 emancipatie 3.7 normen en waarden normen en waarden in de salon kunnen benoemen. positieve- en negatieve sancties sociale controle bijvoorbeeld in een groep 3.8 communicatie en relatie bijvoorbeeld: communicatie en relatie in samenhang met sociale rol en normen. verbale, non-verbale en tactiele communicatie metacommunicatie inhouds- en betrrekkingsaspect feedback interactie relatie 4 De mens in de psychologische hulpverlening van alle termen dient de kandidaat de betekenis te kennen en te weten wat het mogelijk belang daarvan is voor de beroepspraktijk. Theorie eisen blad 3 van 5

5 4.1 GGZ, RIAGG, PAAZ, CAD. betekenis van de afkortingen kennen en hun werkgebieden 4.2 psychotherapie 4.3 psychiatrie weten van verschil tussen psychologie en psychiatrie stemmingsstoornis angststoornis psychotische stoornis 4.4 farmacotherapie 4.5 rouwverwerking en fasen Theorie eisen blad 4 van 5

6 LITERATUURLIJST PSYCHOLOGIE Psychologie, theorie en praktijk F.F.O. Holzhauer en J.J.R. van Minden Stenfert Kroese, Leiden / Antwerpen ISBN Psychologie de Hoofdzaak R.P. Schreuder Peters & J.W. Boomkamp Wolters Noordhoff 2004 ISBN Psychologie voor dienstverleners Jan Verhulst & Guido van der Kroef Wolters Noordhoff 2003 ISBN Theorie eisen blad 5 van 5