Handleiding Aan de slag met SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Handleiding Aan de slag met SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint"

Transcriptie

1 Handleiding Aan de slag met SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint SAP BusinessObjects XI3.1 Service Pack 4

2 Copyright 2011 SAP AG. Alle rechten voorbehouden. SAP, R/3, SAP NetWeaver, Duet, PartnerEdge, ByDesign, SAP BusinessObjects Explorer, Streamwork en andere producten en diensten van SAP die in dit document worden genoemd, alsook de respectieve logo's, zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van SAP AG in Duitsland en andere landen. Sybase en Adaptive Server, ianywhere, Sybase 365, SQL Anywhere en andere producten en diensten van Sybase die in dit document worden genoemd, alsook de respectieve logo's, zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Sybase, Inc. Sybase is een onderneming van SAP. Alle andere genoemde namen van producten en services zijn handelsmerken van hun respectieve bedrijven. Gegevens in dit document zijn uitsluitend bedoeld ter informatie. Nationale productspecificaties kunnen verschillen. Dit materiaal kan zonder kennisgeving worden gewijzigd. Het wordt uitsluitend ter informatie geleverd door SAP AG en de aan haar gelieerde ondernemingen ( SAP Group ), zonder dat hier enige rechten aan kunnen worden ontleend en zonder garantie van enige aard, en SAP Group is niet aansprakelijk voor fouten of omissies met betrekking tot het materiaal. De enige garanties voor producten en diensten van SAP Group zijn de garanties in de uitdrukkelijke garantieverklaringen die bij dergelijke producten en diensten worden geleverd, indien van toepassing. Niets in deze publicatie mag worden opgevat als een aanvullende garantie

3 Inhoud Hoofdstuk 1 Inleiding tot de Integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software 7 Voor wie is deze handleiding bedoeld?...8 Info over deze handleiding...8 Wat is de integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software?...8 Hoofdstuk 2 Webonderdelen 11 Overzicht...12 Webonderdelen in de Integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software Webonderdeel Content Explorer...13 Webonderdeel User Actions...17 Webonderdeel Advanced Search...18 Webonderdeel Crystal Report Viewer...19 Webonderdeel Dashboard...19 Webonderdeel Document Viewer...20 Webonderdeel Analytical Report Viewer...20 Webonderdeel Xcelsius Viewer...21 Hoofdstuk 3 De software installeren 23 Nieuwe voorzieningen...24 Vereisten...25 Aanbevolen schijfruimte...26 Installeren met behulp van gebruikersinterface...26 Stille installatie...27 Installeren met behulp van een antwoordbestand...27 Installeren met behulp van de opdrachtregelinterface...27 Handleiding Aan de slag met SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint 3

4 Inhoud Hoofdstuk 4 Aan de slag 29 Overzicht...30 Aanmelden bij de integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software...32 Afmelden bij de BusinessObjects Enterprise-inhoud...34 Hoofdstuk 5 Voorkeuren instellen 35 Overzicht...36 De algemene voorkeuren instellen...36 De voorkeuren voor Web Intelligence instellen...38 Een weergave-indeling selecteren voor Web Intelligence-documenten Een landinstelling voor de opmaak van Web Intelligence-documenten selecteren...40 Een standaardhulpprogramma voor maken/bewerken selecteren...40 Een universe selecteren...41 De analyseopties instellen...42 Een MS Excel-indeling selecteren...46 De voorkeuren voor Desktop Intelligence instellen...46 Weergavevoorkeuren voor Desktop Intelligence instellen...47 De voorkeuren voor Crystal Reports instellen...48 Een Crystal Reports-rapportviewer selecteren...48 Crystal Reports-rapportviewers...49 Uw wachtwoord wijzigen...52 Hoofdstuk 6 Werken met objecten 55 Overzicht...56 Door mappen en categorieën navigeren...57 Objecten opvragen in persoonlijke mappen of Postvak IN...57 Een object selecteren om weer te geven Handleiding Aan de slag met SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint

5 Inhoud Een object bekijken...58 Objecten ordenen in mappen en categorieën...59 Objecten aan een map toevoegen...60 Een map of categorie maken...60 Eigenschappen bewerken van een map of categorie...61 Objecten sorteren...61 Zoeken in de Integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software...62 Een object zoeken...62 Een geavanceerde zoekopdracht uitvoeren...64 Inhoud zoeken...66 Objecten plannen...74 Een object plannen...75 De exemplaarnaam instellen...77 Een terugkeerpatroon selecteren...77 Objecten met aanmeldingsgegevens voor de database plannen...79 Beschikbare exemplaarindelingen...80 Een exemplaardoel opgeven...90 Een recordselectieformule toepassen...98 Afdrukinstellingen voor een Crystal Report-rapport opgeven...98 Afdrukinstellingen opgeven voor een Desktop Intelligence-document Objecten met gebeurtenissen plannen De instellingen opgeven van de servergroep voor plannen Objecten met parameters plannen Een cache-indeling selecteren voor Web Intelligence of Desktop Intelligence-documenten De uitvoering van een exemplaar onderbreken of hervatten Objectpakketten Een exemplaar opnieuw plannen Een exemplaar vervangen Het nieuwste exemplaar van een object bekijken Handleiding Aan de slag met SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint 5

6 Inhoud Een exemplaar wissen De geschiedenis van een object bekijken Objecten of exemplaren verzenden Objecten maken Objecten toevoegen Een Crystal Report-rapport toevoegen Een document toevoegen vanaf uw computer Objecten kopiëren Een object verplaatsen Objecten verwijderen Een snelkoppeling naar een object maken Een hyperlink maken Objecteigenschappen instellen Objecten vasthechten Een rapport vasthechten Het laatst bekeken rapport vasthechten Een rapport koppelen zonder het webonderdeel Content Explorer Hoofdstuk 7 Mijn InfoView 121 Mijn InfoView maken Mijn InfoView en dashboards bewerken Bijlage A Meer informatie 125 Index Handleiding Aan de slag met SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint

7 Inleiding tot de Integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software 1

8 Inleiding tot de Integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software 1 Voor wie is deze handleiding bedoeld? Voor wie is deze handleiding bedoeld? Deze handleiding is bedoeld voor gebruikers die willen weten hoe ze met objecten kunnen werken via de geïntegreerde webonderdelen van de SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software. Het is belangrijk dat u bekend bent met de volgende toepassingen: Microsoft Office SharePoint Server 2007 (MOSS 2007) Microsoft Office SharePoint Portal Server 2003 Windows SharePoint Services 3.0 (WSS 3.0) BusinessObjects Enterprise (BOE) Meer informatie over de SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software vindt u in de SAP BusinessObjects Integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software Beheerdershandleiding en de SAP BusinessObjects Integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software Installatiehandleiding. Onlineversies van deze handleidingen staan in de map Docs van uw productdistributie. Info over deze handleiding In deze handleiding wordt beschreven hoe de SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software moet worden geïnstalleerd. Ook worden de verschillende kenmerken en functies van de sofware beschreven. Wat is de integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software? De SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software wordt in uw webbrowser uitgevoerd en is uw hoofdinterface voor het werken met objecten in BusinessObjects Enterprise vanuit een Microsoft SharePoint-platform. De verschillende typen objecten zijn onder andere Crystal Reports-rapporten, Voyager-werkruimten, Web Intelligence-documenten, Desktop Intelligence-documenten en andere objecten die via de plug-inonderdelen van BusinessObjects Enterprise zijn 8 Handleiding Aan de slag met SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint

9 Inleiding tot de Integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software Wat is de integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software? 1 gemaakt. Met de webonderdelen in de Integratieoptie-software kunt u in uw SharePoint-systeem objecten openen, weergeven, organiseren en gebruiken. Opmerking: U kunt de weergave en functies van de software aanpassen. Daarom kan de weergave op uw desktop afwijken van de weergave die in deze Help wordt beschreven. U kunt echter wel gewoon de in dit document beschreven procedures gebruiken. Handleiding Aan de slag met SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint 9

10 Inleiding tot de Integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software 1 Wat is de integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software? 10 Handleiding Aan de slag met SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint

11 Webonderdelen 2

12 Webonderdelen 2 Overzicht Overzicht Een webonderdeel is een modulaire informatie-eenheid waarmee u de inhoud van een of meer webpagina's kunt weergeven. U kunt met een webonderdeel ook de inhoud, het uiterlijk en het gedrag van webpagina's direct in een browser wijzigen. Met webonderdelen kunt u een SharePoint-site aanpassen door eigenschappen in te stellen, documenten op te slaan en te volgen, inhoud uit talrijke bronnen weer te geven, rapporten over bedrijfsprocessen te delen enzovoort. U kunt een webonderdeel ook gebruiken om informatie in bestaande lijsten en bibliotheken op de SharePoint-site weer te geven. Een webonderdeelpagina bevat een verzameling webonderdeelzones. Site-eigenaren kunnen hun eigen webonderdeelpagina's maken. U kunt een webonderdeel toevoegen aan een webonderdeelpagina door het webonderdeel te plaatsen in een webonderdeelzone. Een webonderdelenzone is een gedeelte van een webpagina dat webonderdelen bevat. U kunt webonderdelen in een webonderdelenzone groeperen en ordenen. Met de webonderdelen in de Integratieoptie-software kunt u in uw SharePoint-systeem objecten openen, weergeven, organiseren en gebruiken. De volgende BOE-webonderdelen worden ondersteund: Webonderdeel Content Explorer Webonderdeel User Actions Webonderdeel Advanced Search Webonderdeel Dashboard Webonderdeel Document Viewer Webonderdeel Xcelsius Viewer Webonderdeel Crystal Report Viewer Webonderdeel Analytical Report Viewer Opmerking: Gebruik de knop Vorige van uw webbrowser niet om in de integratieoptie-software of een deel van BusinessObjects Enterprise te navigeren. 12 Handleiding Aan de slag met SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint

13 Webonderdelen Webonderdelen in de Integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software 2 Webonderdelen in de Integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software In dit gedeelte worden de verschillende webonderdelen in de Integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software besproken. Webonderdeel Content Explorer Met het "webonderdeel Content Explorer" kunt u door uw documentenlijst bladeren, naar mappen en categorieën navigeren en inhoud direct vanaf uw systeem bereiken. Als u beheerdersrechten hebt, kunt u ook een aangepaste lijst maken met alleen de documenten die u wilt weergeven. In het "webonderdeel Content Explorer" is een viewer opgenomen waarmee u uw documenten in tabelvorm kunt weergeven. Dit webonderdeel heeft de volgende onderdelen: Werkbalk Boomstructuur Venster Details Opmerking: Het "webonderdeel Content Explorer" moet zijn geïnstalleerd om met BOE-inhoud te kunnen werken. Werkbalk De volgende tabel bevat de opties die beschikbaar zijn in de werkbalk van het "webonderdeel Content Explorer": Handleiding Aan de slag met SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint 13

14 Webonderdelen 2 Webonderdelen in de Integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software Optie Beschrijving Hiermee kunt u mappen weergeven in het structuurvenster. Schakelen naar mappen Hiermee kunt u categorieën weergeven in het structuurvenster. Schakelen naar categorieën Hiermee kunt u de rapportgegevens vernieuwen. Vernieuwen Nieuw Toevoegen Ordenen Hiermee kunt u nieuwe objecten maken in BusinessObjects Enterprise via de SAP BusinessObjects XI 3.1, integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software. Hiermee kunt u objecten toevoegen aan BusinessObjects Enterprise. Hiermee kunt u de geselecteerde objecten ordenen. 14 Handleiding Aan de slag met SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint

15 Webonderdelen Webonderdelen in de Integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software 2 Optie Acties Zoeken Beschrijving Hiermee kunt u acties uitvoeren als het instellen van objecteigenschappen, het plannen van objecten, het bekijken van de objectgeschiedenis, enzovoort. Hiermee kunt u zoeken naar objecten. Hiermee kunt u navigeren tussen pagina's. Boomstructuur In de Boomstructuur van het webonderdeel "Content Explorer" kunt u de mappen en categorieën in BusinessObjects Enterprise weergeven in een hiërarchische structuur. U kunt ook door de mappen en categorieën navigeren. Als u een map of categorie in de boomstructuur selecteert, wordt de inhoud ervan in het venster Details weergegeven. Opmerking: Objectpakketten worden ook in de "boomstructuur" weergegeven en werken hetzelfde als mappen. Als u een objectpakket selecteert, wordt de inhoud ervan weergegeven in het venster Details. Venster Details Met het venster Details van het webonderdeel "Content Explorer" kunt u de inhoud van mappen, categorieën en objectpakketten weergeven die beschikbaar zijn in het BusinessObjects Enterprise-systeem. Als u de vereiste rechten hebt, kunt u objecten die worden weergegeven in het venster Details filteren, sorteren, wijzigen, weergeven, ordenen of plannen. Handleiding Aan de slag met SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint 15

16 Webonderdelen 2 Webonderdelen in de Integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software Mappen en categorieën Wanneer u een webpagina opent die het "webonderdeel Content Explorer" bevat, wordt in het webonderdeel de standaardlocatie geladen die door de beheerder van BusinessObjects Enterprise is ingesteld. De standaardlocatie is een map of categorie. Het "webonderdeel Content Explorer" in de SAP BusinessObjects XI 3.1, integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software bevat de volgende maptypen: Openbare mappen: de Openbare mappen bevatten alle documenten waartoe u toegang hebt. Sommige van deze documenten kunnen zich in submappen bevinden. Selecteer documenten uit de openbare mappen en abonneer u erop om de documenten toe te voegen aan uw persoonlijke lijst. Andere gebruikers kunnen uw aangepaste lijst weergeven als ze daartoe zijn gemachtigd. Alleen de beheerder van BusinessObjects Enterprise en gebruikers met beheerdersrechten kunnen echter Openbare mappen maken. Opmerking: Welke documenten u in de Openbare mappen kunt weergeven, hangt af van uw toegangsrechten. Het is dus mogelijk dat andere leden van uw organisatie een andere set documenten in hun Openbare mappen hebben. Raadpleeg uw BusinessObjects Enterprise-beheerder voor meer informatie over uw toegangsrechten. Mijn favorieten: de map Mijn favorieten bevat uw aangepaste documentenlijst. Documenten en submappen waarop u zich abonneert, worden aan deze map toegevoegd. U kunt aan de map Mijn favorieten alle gewenste submappen toevoegen om uw objecten te organiseren. U kunt objecten aan de map Mijn favorieten toevoegen. Ook kunt u snelkoppelingen maken naar objecten of kopieën van objecten in openbare mappen. U kunt ook nieuwe objecten maken. Afgezien van de beheerder, hebt alleen u toegang tot de map Mijn favorieten. Postvak IN: postvak IN bevat documenten die u ontvangt van andere gebruikers van de BI-portal (Business Intelligence). Het postvak IN heeft geen submappen of categorieën. Alle documenten worden op hetzelfde niveau vermeld. 16 Handleiding Aan de slag met SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint

17 Webonderdelen Webonderdelen in de Integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software 2 Het "webonderdeel Content Explorer" in de SAP BusinessObjects XI 3.1, integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software bevat de volgende categorietypen: Persoonlijke categorieën: u kunt alle Persoonlijke categorieën maken die u nodig hebt om uw objecten te organiseren. De categorieën die u maakt, worden in de boomstructuur weergegeven onder Persoonlijke categorieën. Bedrijfscategorieën: de beheerder van BusinessObjects Enterprise en gebruikers met beheerdersmachtigingen kunnen Bedrijfscategorieën maken. Raadpleeg uw beheerder van BusinessObjects Enterprise voor meer informatie over het maken van persoonlijke categorieën. Verwante onderwerpen Objecten ordenen in mappen en categorieën Webonderdeel User Actions Met het "webonderdeel User Actions" kunt u de volgende acties uitvoeren: Objecten aan categorieën toewijzen Map- en categorie-eigenschappen instellen Objectexemplaren weergeven Geschiedenis weergeven Hyperlinks maken Objecteigenschappen instellen Crystal Reports-rapporten toevoegen Lokale documenten toevoegen Objecten plannen Objectexemplaren pauzeren Objectexemplaren voortzetten Inhoud doorzoeken Al naar gelang de bewerking die u uitvoert, worden in het "webonderdeel User Actions" de juiste pagina en werkbalkopties weergegeven. Opmerking: We raden u aan het "webonderdeel User Actions" toe te voegen aan de webpagina. Als u dat niet doet, wordt er met iedere actie die u in het Handleiding Aan de slag met SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint 17

18 Webonderdelen 2 Webonderdelen in de Integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software "webonderdeel Content Explorer" start een nieuw browservenster geopend en wordt de actie niet naar behoren uitgevoerd. Verwante onderwerpen Werken met objecten Webonderdeel Advanced Search Gebruik de functies van het "webonderdeel Geavanceerd zoeken" om een geavanceerde zoekactie uit te voeren op alle documenten in de SAP BusinessObjects XI 3.1, integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software. Met Advanced Search kunt u gerichter naar objecten zoeken op grond van trefwoorden, titel, beschrijving, eigenaar, type of tijd waarop het object voor het laatst is gewijzigd. U kunt deze velden naar wens met elkaar combineren om meer complexe zoekacties samen te stellen. U werkt bijvoorbeeld voor de afdeling Financiën van uw bedrijf. U hebt een verkooprapport over vorig jaar gelezen, maar weet niet meer of het rapport zich in een openbare map of uw postvak IN van BusinessObjects Enterprise bevond. U herinnert u echter dat uw manager het document had geüpload in de periode tussen het einde van het vorige belastingjaar en het einde van de eerste maand van het huidige belastingjaar. U weet ook nog dat het om een Web Intelligence-document ging. U kunt het rapport terugvinden door alle zoekparameters op te geven in het "webonderdeel Advanced Search". De zoekresultaten worden in een nieuw venster weergegeven. Het zoekresultaat bevat alleen documenten die aan al uw zoekparameters voldoen. U kunt in het zoekresultaat objecten kopiëren, objecten verplaatsen, snelkoppelingen naar objecten maken en objecten verwijderen. U kunt in het zoekresultaat ook objecteigenschappen instellen, een andere categorie kiezen, objecten plannen en de objectgeschiedenis weergeven. Al naar gelang de actie die u op objecten in het zoekresultaat uitvoert, wordt de bijbehorende pagina in het overeenkomstige webonderdeel weergegeven. Als u bijvoorbeeld een object uit het zoekresultaat plant, wordt de pagina Planning weergegeven in het "webonderdeel Advanced Search". U kunt met het "webonderdeel Advanced Search" ook zoeken naar objecten in BusinessObjects Enterprise-inhoud en SharePoint-inhoud. 18 Handleiding Aan de slag met SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint

19 Webonderdelen Webonderdelen in de Integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software 2 Opmerking: Geavanceerde zoekbewerkingen kunnen alleen worden uitgevoerd met het "webonderdeel Advanced Search". Als dit webonderdeel niet op uw systeem is geïmplementeerd, wordt er een signaalbericht weergegeven wanneer u probeert een geavanceerde zoekactie uit te voeren. Verwante onderwerpen Een geavanceerde zoekopdracht uitvoeren Webonderdeel Crystal Report Viewer Met het "webonderdeel Crystal Report Viewer" kunt u Crystal Reports-rapporten weergeven die op de SharePoint-site beschikbaar zijn. Dit webonderdeel biedt een viewer en een ingebouwde werkbalk waarmee u activiteiten kunt uitvoeren, zoals door pagina's bladeren, analyses op een lager niveau uitvoeren op diagrammen en samenvattingsgegevens, parameterwaarden selecteren, enzovoort. Als dit webonderdeel niet als het primaire webonderdeel is geselecteerd, worden de door u geselecteerde documenten geopend in het "webonderdeel Document Viewer", dat het secundaire webonderdeel is. Als het secundaire webonderdeel niet is geconfigureerd, worden de door u geselecteerde documenten geopend in een nieuw browservenster. Opmerking: In het "webonderdeel Crystal Report Viewer" worden de documenten weergegeven in de Crystal Report-indeling (.rpt). Webonderdeel Dashboard U kunt het "webonderdeel Dashboard" gebruiken om dashboards te maken en weer te geven en Mijn InfoView weer te geven. In Mijn InfoView en in dashboards worden objecten weergegeven (zoals rapporten, documenten en websites) die u regelmatig wilt raadplegen. Deze objecten worden weergegeven volgens de instellingen die u opgeeft. Als u bijvoorbeeld voor de juridische afdeling werkt, dan moet u mogelijk naast de interne financiële rapporten ook juridische websites nauw volgen. In zo'n context kunt u met het "webonderdeel Dashboard" dashboards aanpassen en personaliseren Handleiding Aan de slag met SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint 19

20 Webonderdelen 2 Webonderdelen in de Integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software om de gewenste rapporten en websites in een handige indeling weer te geven. Opmerking: Als het "webonderdeel Dashboard" niet aan de pagina wordt toegevoegd, wordt er een nieuw browservenster geopend wanneer u een nieuw dashboard maakt. Verwante onderwerpen Mijn InfoView Webonderdeel Document Viewer Met het "webonderdeel Document Viewer" kunt u gegevens in documenttypen van derden weergeven, zoals MS Word, MS Excel, PDF enzovoort. Als dit webonderdeel niet is vastgelegd als het primaire webonderdeel, worden de door u geselecteerde documenten weergegeven in een nieuw browservenster. Wanneer u een document selecteert, wordt in het webonderdeel de standaardviewer gebruikt die geschikt is voor het betreffende documenttype. Als u bijvoorbeeld een PDF-bestand opent, wordt Acrobat Reader gestart in het "webonderdeel Document Viewer". Webonderdeel Analytical Report Viewer Met het "webonderdeel Analytical Report Viewer" kunt u Web Intelligenceen Desktop Intelligence-documenten maken en Web Intelligence- en Desktop Intelligence-documenten die in uw SharePoint-omgeving beschikbaar zijn, weergeven. Met dit webonderdeel kunt u deze documenten bovendien bewerken. Als uw BusinessObjects Enterprise-beheerder het "webonderdeel Analytical Report Viewer" heeft geconfigureerd als het primaire webonderdeel, worden door u geselecteerde documenten geopend in het "webonderdeel Analytical Report Viewer". Als er geen primair webonderdeel is vastgelegd, worden de documenten geopend in het secundaire webonderdeel, te weten het "webonderdeel Document Viewer". Als er geen secundair webonderdeel is opgegeven, worden de documenten geopend in een nieuw browservenster. 20 Handleiding Aan de slag met SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint

21 Webonderdelen Webonderdelen in de Integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software 2 Webonderdeel Xcelsius Viewer Met het "webonderdeel Xcelsius Viewer" kunt u de Xcelsius-documenten weergeven die in uw SharePoint-omgeving beschikbaar zijn. Als uw BusinessObjects Enterprise-beheerder het "webonderdeel Xcelsius Viewer" heeft geconfigureerd als het primaire webonderdeel, worden door u geselecteerde documenten geopend in het "webonderdeel Xcelsius Viewer". Als er geen primair webonderdeel is vastgelegd, worden de documenten geopend in het "webonderdeel Document Viewer", dat het secundaire webonderdeel is. Als er geen secundair webonderdeel is opgegeven, worden de documenten geopend in een nieuw browservenster. Handleiding Aan de slag met SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint 21

22 Webonderdelen 2 Webonderdelen in de Integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software 22 Handleiding Aan de slag met SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint

23 De software installeren 3

24 De software installeren 3 Nieuwe voorzieningen Deze sectie biedt een installatieoverzicht voor de Service Pack 4-softwarepatch van de integratieoptie. Meer informatie over de verschillende aspecten en kenmerken van de installatie vindt u in de Installatiehandleiding voor de Integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software. Nieuwe voorzieningen De integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software Service Pack 4 wordt geleverd als patch en niet als volledige versie, zoals bij Service Pack 3. Zodoende moet u Service Pack 2 of Service Pack 3 van de integratieoptie op uw systeem geïnstalleerd hebben. Beide eerdere Service Packs worden ondersteund en zijn voldoende voor installatie van Service Pack 4. Service Pack 3 van de integratieoptie kan rechtstreeks worden geïnstalleerd op de BusinessObjects Enterprise XI 3.1.NET SDK, zonder dat de weblaag van de BusinessObjects Enterprise-suite nodig is. Voorafgaand hieraan moet echter de MSXML4-patch van Microsoft geïnstalleerd zijn. U moet de MSXML4-patch installeren voordat u Service Pack 3 van de integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software installeert. Met deze patch kunt u Web Intelligence-documenten maken. U kunt deze patch downloaden van de volgende website: lyid=3144b72b-b4f2-46da-b4b6-c5d7485f2b42&displaylang=en. Als u de toepassing al geïnstalleerd hebt en de minimumvereiste wilt wijzigen in SAP BusinessObjects Enterprise XI 3.1.NET SDK, moet u de SAP BusinessObjects Enterprise-weblaag verwijderen en dan de volgende toepassingen in onderstaande volgorde installeren: SAP BusinessObjects Enterprise XI 3.1.NET SDK SAP BusinessObjects Enterprise XI 3.1 Service Pack 3 MSXML4-patch van Microsoft SAP BusinessObjects XI 3.1, integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software Service Pack 3 (volledige versie) SAP BusinessObjects XI 3.1, integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software Service Pack 4 (patch) Als u een nieuwe klant bent, moet u de software in onderstaande volgorde installeren: SAP BusinessObjects Enterprise XI 3.1 Service Pack 2 of Service Pack 3 (volledige versie) 24 Handleiding Aan de slag met SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint

25 De software installeren Vereisten 3 MSXML4-patch van Microsoft SAP BusinessObjects XI 3.1, integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software Service Pack 2 (patch) of Service Pack 3 (volledige versie) SAP BusinessObjects Enterprise XI 3.1 Service Pack 4 (patch) SAP BusinessObjects XI 3.1, integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software Service Pack 4 (patch) Raadpleeg de Beheerdershandleiding voor SAP BusinessObjects Enterprise voor meer informatie over BusinessObjects Enterprise.NET SDK. Opmerking: Het servicepack van de integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software kan alleen worden geïnstalleerd op hetzelfde niveau als het servicepack van de SAP BusinessObjects Enterprise-software. Als u bijvoorbeeld SAP BOE Service Pack 2 op uw systeem geïnstalleerd hebt, kunt u niet direct Service Pack 3 van de Integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software installeren. U moet eerst Service Pack 3 van SAP BOE installeren om daarop de integratieoptie te kunnen installeren. Vereisten In Service Pack 4 is de integratieoptiesoftware een patch die alleen bovenop een bestaande installatie van de Integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software geïnstalleerd kan worden. Als de Integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software niet beschikbaar is, wordt de volgende foutmelding weergegeven wanneer u probeert om de Service Pack 4-softwarepatch te installeren: De upgradepatch kan niet door Windows Installer worden geïnstalleerd, omdat het bij te werken programma ontbreekt, of omdat de upgradepatch niet geschikt is voor deze versie van het programma. Controleer of het programma dat u wilt bijwerken op de computer staat en of u over de juiste upgradepatch beschikt. Handleiding Aan de slag met SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint 25

26 De software installeren 3 Installeren met behulp van gebruikersinterface Aanbevolen schijfruimte Zorg ervoor dat het systeem waarop u de Integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software Service Pack 4 wilt installeren, de minimale vrije schijfruimte heeft. De minimale schijfruimte die vereist is om het Service Pack te installeren is 600 MB. Dit omvat de online-help en alle taalpakketten. De update van elk taalpakket vereist ten minste 20 MB vrije schijfruimte. Voor meer informatie over vereisten voor schijfruimte, raadpleegt u het PAR (Platform Availability Report) op: Installeren met behulp van gebruikersinterface Voer de volgende stappen uit om de software te installeren: 1. Download het zelfuitpakkende bestand voor SAP BusinessObjects XI 3.1, integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software Service Pack 4 van de SAP Service Marketplace-website. 2. Pak de softwarepatch uit en dubbelklik op het bestand setup.exe. 3. Klik op Uitvoeren. Het venster "Set-up van SAP BusinessObjects XI 3.1, integratieoptie voor Microsoft SharePoint Software SP4-update" wordt weergegeven. 4. Klik op Volgende. Het scherm "Licentieovereenkomst" wordt weergegeven. 5. Lees en accepteer de licentieovereenkomst door de optie Ik ga akkoord met de licentieovereenkomst te selecteren en klik op Volgende. Het venster "Installatie starten" verschijnt. 6. Klik op Volgende. De installatie van de toepassing wordt gestart. 7. Klik op Voltooien als de installatie is voltooid. Vervolgens verschijnt een bericht dat de installatie van de toepassing is gelukt. 26 Handleiding Aan de slag met SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint

27 De software installeren Stille installatie 3 Stille installatie Deze sectie beschrijft de methoden voor stille installatie van de Integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software Service Pack 4. Installeren met behulp van een antwoordbestand Het antwoordbestand bevat de details van de set-up en configuratie die worden opgegeven via installatieoptieparameters. U kunt dit bestand gebruiken om de toepassing te installeren zonder handmatige correctie. U kunt dit bestand ook gebruiken om identieke stille installaties op meerdere systemen uit te voeren. Als u een stille installatie wilt uitvoeren met een antwoordbestand, moet u eerst een.ini-bestand maken. U kunt het.ini-bestand maken door de opdracht setup.exe uit te voeren binnen de optie schrijven (-s). U moet ervoor zorgen dat de naam van het antwoordbestand dat u wilt genereren op de volgende manier in de opdracht is opgenomen: setup.exe -w <responsefilepath\filename.ini> waarbij antwoordbestandspad de locatie van het antwoordbestand is en bestandsnaam.ini de naam van het antwoordbestand. U kunt een stille installatie uitvoeren nadat u het INI-bestand hebt gemaakt, door de opdracht setup.exe met de optie lezen (-l) als volgt uit te voeren: setup.exe -r <filepath\filename.ini> Installeren met behulp van de opdrachtregelinterface Voer de volgende stappen uit via de interface van de opdrachtregel om de software te installeren: 1. Download het zelf-uitpakkende bestand Integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software Service Pack 4 van de SAP Service Marketplace-website. 2. Maak een tijdelijke map om de uitgepakte setup.exe-bestanden in op te slaan (bijvoorbeeld C:\temp\). Handleiding Aan de slag met SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint 27

28 De software installeren 3 Stille installatie 3. Klik op Start > Uitvoeren. 4. Voer cmd in het veld Openen in. Het venster met opdrachtregel verschijnt. Het pad verschijnt standaard als C:\Documents and Settings\Administrator. 5. Wijzig het pad in C:\temp (tijdelijke map waarin u de uitgepakte set up.exe-bestanden hebt opgeslagen) en voer vervolgens de volgende opdracht in: setup.exe /qn+. De stille installatie van het Service Pack begint. U kunt "Windows Taakbeheer" gebruiken om de voortgang van de installatie te controleren. Opmerking: Als u een melding wilt ontvangen wanneer de installatie voltooid is, gebruikt u de parameter /qn+ in de installatieopdrachtregel. Als u geen melding wilt ontvangen wanneer de installatie voltooid is, gebruikt u de parameter qn in de installatieopdrachtregel. 28 Handleiding Aan de slag met SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint

29 Aan de slag 4

30 Aan de slag 4 Overzicht Overzicht BusinessObjects Enterprise bevat de SAP BusinessObjects XI 3.1, integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software, een webbureaublad dat fungeert als venster voor een scala aan nuttige zakelijke informatie over uw bedrijf. Via deze toepassing hebt u toegang tot Crystal-rapporten, Voyager-documenten, Web Intelligence-documenten, Desktop Intelligence-documenten en andere objecten en deze volgens uw voorkeuren organiseren. De functies die ondersteund worden door de SAP BusinessObjects XI 3.1, integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software, variëren per inhoudstype. In het algemeen kunt u echter informatie bekijken in uw webbrowser, exporteren naar andere bedrijfstoepassingen (zoals Microsoft Excel) en opslaan naar een specifieke locatie. De SAP BusinessObjects XI 3.1, integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software ondersteunt de volgende functies: Documentnavigatie U kunt door de inhoud van BusinessObjects Enterprise (BOE) navigeren met het "webonderdeel Content Explorer". Via dit webonderdeel hebt u toegang tot de volgende BOE-mappen: Mijn favorieten Postvak IN Openbare mappen U kunt objecten sorteren, objecten filteren op type, documenten maken, bewerken en uploaden en documenten naar verschillende doelen verzenden. In het "webonderdeel Content Explorer" worden objecten weergegeven in de mapweergave of in de categorieweergave. De mapweergave is de standaardweergave. U kunt echter schakelen tussen de twee weergaveopties. Documentweergave U kunt een rapport weergeven door te navigeren naar de map waarin het rapport zich bevindt en vervolgens te dubbelklikken op de bestandsnaam. De SAP BusinessObjects XI 3.1, integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software geeft het geselecteerde object weer in het desbetreffende viewerwebonderdeel. U kunt de volgende BusinessObject-inhoudstypen weergeven: 30 Handleiding Aan de slag met SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint

31 Aan de slag Overzicht 4 Web Intelligence-documenten Crystal Reports-rapporten Xcelsius-documenten Desktop Intelligence-documenten Objectpakketten Voyager-documenten Documenten van derden, zoals MS Word, MS Excel, PDF, enzovoort. Zoeken in documenten Met Inhoud zoeken, een gespecialiseerde zoekfunctie, kunt u zoeken in de inhoud van objecten die worden beheerd via BusinessObjects Enterprise. Met Inhoud zoeken kunt u ook profiteren van een aantal andere functies, zoals het groeperen van zoekresultaten, het markeren van overeenkomende woorden, suggesties voor zoekacties, meertalige zoekopdrachten en zoektechnieken. Via de geavanceerde zoekfunctie beschikt u over één punt van waaruit u alle objecten kunt zoeken, of ze zich nu bevinden in de SharePoint-gegevensopslagruimte of in de BOE-gegevensopslagruimte. Als aan de zoekcriteria wordt voldaan, worden in de zoekresultaten documenten uit beide gegevensopslagruimtes weergegeven. U kunt ook acties, zoals weergeven, plannen, enzovoort, uitvoeren die van toepassing zijn voor het objecttype dat u selecteert in de zoekresultaten. Plannen Als u een object plant, wordt het object automatisch op opgegeven tijden uitgevoerd. Als een gepland object met succes wordt uitgevoerd, wordt er een exemplaar gemaakt. Een exemplaar is een versie van het object die gegevens bevat vanaf het tijdstip waarop het object de laatste keer is uitgevoerd. Door exemplaren te plannen en weer te geven, kunt u ervoor zorgen dat de objecten de nieuwste gegevens weergeven die kunnen worden weergegeven, afgedrukt en gedistribueerd. Voorkeurenbeheer Met de SAP BusinessObjects XI 3.1, integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software kunt u voorkeuren instellen voor het weergeven van de BOE-inhoud en voor het weergeven van verschillende objecttypen. U kunt de taalinstellingen voor de webpagina en de opmaakconventies voor datum, tijd en getallen bepalen. U kunt ook de tijdzone voor uw webpagina instellen. Het is heel belangrijk dat u de juiste tijdzone instelt, omdat activiteiten zoals plannen afhankelijk zijn van de door u ingestelde tijdzone. Handleiding Aan de slag met SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint 31

32 Aan de slag 4 Aanmelden bij de integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software Publiceren Met de publicatiefunctie kunt u documenten, zoals Crystal-rapporten, Web Intelligence-documenten enzovoort, beschikbaar stellen aan alle gebruikers. U kunt ook documenten publiceren in meerdere indelingen en doelen. Bovendien ondersteunt deze functie aangepaste verwerkingsextensies, dynamische geadresseerden en bezorgingsregels. U kunt de documenten op maat maken voor verschillende gebruikers of geadresseerden. U kunt bijvoorbeeld plannen dat een publicatie met bepaalde intervallen worden gepubliceerd en deze vervolgens naar een aantal doelen verzenden, waarbij u de Postvakken IN van BusinessObjects en de adressen van de geadresseerden opgeeft. Verwante onderwerpen Door mappen en categorieën navigeren Een object bekijken Zoeken in de Integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software Objecten plannen Voorkeuren instellen Aanmelden bij de integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software U kunt de SAP BusinessObjects XI 3.1, integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software alleen gebruiken als een van de volgende webbrowsers op uw computer is geïnstalleerd: Microsoft Internet Explorer - versie 6 of 7 Firefox - versie 2 of 3 U kunt u als volgt aanmelden bij de SAP BusinessObjects XI 3.1, integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software: 1. Open de webbrowser. 2. Voer de desbetreffende URL in. De SharePoint-pagina met daarin de BusinessObjects Enterprise-webonderdelen wordt weergegeven. 3. Klik in een van de weergegeven webonderdelen op Aanmelden. De pagina "Aanmelden bij InfoView" wordt weergegeven. 32 Handleiding Aan de slag met SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint

33 Aan de slag Aanmelden bij de integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software 4 4. Voer uw aanmeldgegevens in in de velden Gebruikersnaam en Wachtwoord. 5. Voer in het veld Systeem de naam in van de Central Management Server (CMS). 6. Selecteer het juiste verificatietype in de vervolgkeuzelijst Verificatie. De volgende verificatietypen worden ondersteund: Enterprise - Voor Enterprise-verificatie zijn een gebruikersnaam en een wachtwoord vereist die door BusinessObjects Enterprise worden herkend. LDAP - Voor LDAP-verificatie zijn een gebruikersnaam en een wachtwoord vereist die worden herkend door een LDAP-directoryserver. Windows AD - Voor Windows AD-verificatie zijn een gebruikersnaam en een wachtwoord vereist die door Windows AD worden herkend. Windows NT - Voor Windows NT-verificatie zijn een gebruikersnaam en een wachtwoord vereist die door Windows NT worden herkend. Enterprise-verificatie is de standaardverificatiemethode. Voor LDAP, Windows AD, Windows NT en andere externe verificatietypen zijn speciale Handleiding Aan de slag met SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint 33

34 Aan de slag 4 Afmelden bij de BusinessObjects Enterprise-inhoud instellingen vereist. Zie de SAP BusinessObjects Enterprise Beheerdershandleiding voor meer informatie. Opmerking: Als de BusinessObjects-beheerder de systeemnaam en het verificatietype al heeft geconfigureerd, worden de velden die hierop betrekking hebben niet weergegeven op de pagina "Aanmelden bij InfoView". 7. Klik op Aanmelden. De webonderdelen worden weergegeven. Afmelden bij de BusinessObjects Enterprise-inhoud Wanneer u klaar bent met het werken met BusinessObjects Enterprise-inhoud, kunt u de sessie beëindigen door u af te melden. Als u zich wilt afmelden, klikt u boven aan de pagina op Welkom <Uw aanmeldingsnaam> en selecteert u Afmelden bij Business Objects. 34 Handleiding Aan de slag met SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint

35 Voorkeuren instellen 5

36 Voorkeuren instellen 5 Overzicht Overzicht Met de optie Voorkeuren kunt u de weergave van de hoofdpagina van de toepassing aanpassen. Deze wordt weergegeven wanneer u zich aanmeldt bij de SAP BusinessObjects XI 3.1, integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software. Met deze optie kunt u ook specifieke instellingen configureren voor de verschillende objecten die u weergeeft, zoals viewers voor Crystal Reports-rapporten en weergave-indelingen voor Web Intelligence- en Desktop Intelligence-documenten. Opmerking: U wordt aanbevolen uw voorkeuren in te stellen voordat u met objecten in de SAP BusinessObjects XI 3.1, integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software gaat werken. Afhankelijk van de implementatie is het echter mogelijk dat uw BusinessObjects Enterprise-beheerder uw systeem zo heeft geconfigureerd dat de vooraf gedefinieerde instellingen worden gebruikt. Verwante onderwerpen De voorkeuren voor Web Intelligence instellen De voorkeuren voor Desktop Intelligence instellen De voorkeuren voor Crystal Reports instellen De algemene voorkeuren instellen Ga als volgt te werk om de algemene voorkeuren in te stellen: 1. Meld u aan bij de SAP BusinessObjects XI 3.1, integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software. 2. Klik boven aan de pagina op Welkom <Uw aanmeldingsnaam> en selecteer Business Objects Preferences Settings. Het gedeelte "Algemeen" van de pagina "Voorkeuren" wordt geopend in een nieuw venster. 36 Handleiding Aan de slag met SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint

37 Voorkeuren instellen De algemene voorkeuren instellen 5 3. Selecteer in het gebied "Beginpagina van InfoView" van de sectie "Algemene voorkeuren" de map of pagina die u als initiële weergave wilt instellen. Als u bijvoorbeeld Favorieten selecteert, wordt de map Favorieten de volgende keer dat u zich aanmeldt automatisch weergegeven in de boomstructuur van het "webonderdeel Content Explorer". De map is gemarkeerd en de objecten in de map worden in het venster Details weergegeven. 4. Selecteer Map of Categorie in het gebied "Navigatieweergave van document" van de sectie "Algemene voorkeuren". Afhankelijk van de optie die u selecteert, worden objecten in de boom structuur op map of op categorie weergegeven. Handleiding Aan de slag met SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint 37

38 Voorkeuren instellen 5 De voorkeuren voor Web Intelligence instellen 5. Geef in het gebied "Stel het aantal objecten (max.) per pagina in" van de sectie "Algemene voorkeuren" het maximum aantal objecten dat u per pagina wilt weergeven wanneer u de lijsten met objecten weergeeft. 6. Selecteer de samenvattingsgegevens die u in het venster Detail voor ieder object wilt weergeven. De volgende opties worden ondersteund: beschrijving: eigenaar datum aantal exemplaren 7. Selecteer uw huidige taal in het gebied "Landinstelling van product" van de sectie "Algemene voorkeuren". Met deze instelling bepaalt u welke taal door de SAP BusinessObjects XI 3.1, integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software wordt gebruikt. 8. Selecteer de juiste tijdzone in het gebied "Huidige tijdzone" van de sectie "Algemene voorkeuren". Opmerking: U moet de tijdzone configureren voordat u objecten plant. De standaardtijdzone is de tijdzone van de webserver waarop BusinessObjects Enterprise wordt uitgevoerd en niet de tijdzone van de CMS-computer (Central Management Server) waarmee iedere gebruiker verbinding maakt. Als u de tijdzone juist instelt, weet u zeker dat de geplande objecten worden verwerkt in overeenstemming met de tijdzone waarin u werkt. 9. Selecteer de landinstelling in het gebied "Voorkeurslandinstellingen voor weergave" van de sectie "Algemene voorkeuren" om de notatieregels voor de datum, tijd en getallen te definiëren. 10. Klik op OK. De voorkeuren voor Web Intelligence instellen Voordat u de Web Intelligence-documenten via de SAP BusinessObjects XI 3.1, integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software opent, moet u de voorkeuren voor Web Intelligence instellen voor uw query- en rapportagevereisten. 38 Handleiding Aan de slag met SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint

39 Voorkeuren instellen De voorkeuren voor Web Intelligence instellen 5 Opmerking: U kunt de voorkeuren voor Web Intelligence-documenten alleen instellen als u over de vereiste licentie voor Web Intelligence beschikt. Neem voor meer informatie over licenties contact op met uw leverancier. Een weergave-indeling selecteren voor Web Intelligence-documenten Ga als volgt te werk om een weergave-indeling voor Web Intelligence-documenten te selecteren: 1. Meld u aan bij de SAP BusinessObjects XI 3.1, integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software. 2. Klik boven aan de pagina op Welkom <Uw aanmeldingsnaam> en selecteer Business Objects Preferences Settings. De pagina "Voorkeuren" wordt in een nieuw venster geopend. 3. Klik op de sectie Web Intelligence. 4. Selecteer in het gebied "Selecteer een standaardweergave-indeling" van de sectie Web Intelligence de indeling waarin u Web Intelligence-documenten wilt weergeven. U hebt de keuze uit de volgende weergave-indelingen: Web - Selecteer deze optie om documenten weer te geven en af te drukken, op aanwijzingen te reageren en een diepteanalyse uit te voeren. Als u de vereiste rechten hebt, kunt u gegevenswijzigingen ook bijhouden in de webviewer. PDF (Adobe Acrobat Reader vereist) - Selecteer deze optie om op aanwijzingen te reageren en documenten rechtstreeks in PDF-indeling weer te geven en af te drukken. Afhankelijk van hoe de BusinessObjects Enterprise-beheerder uw systeem configureert, kunt u een PDF van het hele document weergeven of alleen van het standaardtabblad. Als u een PDF van het standaardtabblad weergeeft, kunt u PDF's van de andere tabbladen in het rapport maken. Klik hiervoor op de koppelingen onder aan het scherm. 5. Klik op OK. Handleiding Aan de slag met SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint 39

40 Voorkeuren instellen 5 De voorkeuren voor Web Intelligence instellen Een landinstelling voor de opmaak van Web Intelligence-documenten selecteren Ga als volgt te werk om een landinstelling voor de opmaak van Web Intelligence-documenten te selecteren: 1. Meld u aan bij de SAP BusinessObjects XI 3.1, integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software. 2. Klik boven aan de pagina op Welkom <Uw aanmeldingsnaam> en selecteer Business Objects Preferences Settings. De pagina "Voorkeuren" wordt in een nieuw venster geopend. 3. Klik op de sectie Web Intelligence. 4. Selecteer de landinstelling die u wilt gebruiken in het gebied "Bij het weergeven van een document" van de sectie Web Intelligence. De geselecteerde landinstelling bepaalt in welke notatie de datum, tijd en getallen in de Web Intelligence-documenten worden weergegeven. U hebt de keuze uit de volgende opties: De landinstelling van het document gebruiken om de gegevens op te maken - Selecteer deze optie om de landinstelling te behouden die u voor het opmaken van de gegevens hebt gebruikt toen u het document maakte. Mijn voorkeurslandinstellingen voor weergave gebruiken - Selecteer deze optie om de gegevens op te maken volgens de landinstelling die u in de sectie "Algemene voorkeuren" van de pagina "Voorkeuren" hebt geselecteerd. 5. Klik op OK. Een standaardhulpprogramma voor maken/bewerken selecteren Met het hulpprogramma voor maken/bewerken kunt u Web Intelligence-documenten maken en bewerken. Afhankelijk van hoe het systeem is geconfigureerd en hoe u wilt dat de interactie met Web Intelligence-documenten verloopt, kunt u de indeling van een specifiek rapportvenster gebruiken. 40 Handleiding Aan de slag met SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint

41 Voorkeuren instellen De voorkeuren voor Web Intelligence instellen 5 Ga als volgt te werk om een standaardhulpprogramma voor maken/bewerken te selecteren: 1. Meld u aan bij de SAP BusinessObjects XI 3.1, integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software. 2. Klik boven aan de pagina op Welkom <Uw aanmeldingsnaam> en selecteer Business Objects Preferences Settings. De pagina "Voorkeuren" wordt in een nieuw venster geopend. 3. Klik op de sectie Web Intelligence. 4. Selecteer in het gebied "Selecteer een standaardhulpprogramma voor maken/bewerken" van de sectie Web Intelligence het hulpprogramma dat u voor het maken of bewerken van Web Intelligence-documenten wilt gebruiken. Opmerking: De volgende opties zijn alleen beschikbaar als de beheerder Web Intelligence in de JSP-modus heeft geïmplementeerd: Geavanceerd - Selecteer deze optie om een grafische editor te gebruiken voor het maken van formules. Met het Java-rapportvenster, een geavanceerd hulpmiddel voor bewerkingen, kunt u de inhoud van documenten uit verschillende gegevensbronnen samenstellen en query's waarop nieuwe of bestaande documenten zijn gebaseerd maken en wijzigen. U kunt ook subquery's en gecombineerde query's maken en gegevens classificeren. Desktop - Selecteer deze optie om uw Web Intelligence-documenten offline in Web Intelligence te bewerken of te maken. Opmerking: dit kan alleen als Web Intelligence Offline op uw computer is geïnstalleerd. 5. Klik op OK. Een universe selecteren U kunt een universe als standaardgegevensbron voor uw Web Intelligence-documenten selecteren. Ga als volgt te werk om een universe te selecteren: Handleiding Aan de slag met SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint 41

42 Voorkeuren instellen 5 De voorkeuren voor Web Intelligence instellen 1. Meld u aan bij de SAP BusinessObjects XI 3.1, integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software. 2. Klik boven aan de pagina op Welkom <Uw aanmeldingsnaam> en selecteer Business Objects Preferences Settings. De pagina "Voorkeuren" wordt in een nieuw venster geopend. 3. Klik op de sectie Web Intelligence. 4. Klik in het gebied "Selecteer een standaard-universe" van de sectie Web Intelligence op Bladeren en selecteer een van de volgende opties: De naam van een universe als u een standaard-universe wilt toewijzen. Geen standaard-universe als u geen standaard-universe wilt instellen. 5. Klik op OK. De analyseopties instellen Voor het analyseren van een rapport moet u doorgaans omhoog en omlaag navigeren in de rapporthiërarchie. Bij het selecteren van gegevens kunt u een hiërarchie uit- of samenvouwen door de analyse op een lager of hoger niveau uit te voeren. Zo kunt u gegevens die op land zijn ingedeeld bijvoorbeeld op een lager niveau analyseren om de gegevens op regio weer te geven of gegevens die op stad zijn ingedeeld op een hoger niveau analyseren om deze op land te bekijken. Voordat u met een analysesessie begint, moet u opgeven hoe uw Web Intelligence-documenten moeten worden gewijzigd wanneer u een analyse uitvoert. Ga als volgt te werk om de analyseopties in te stellen: 1. Meld u aan bij de SAP BusinessObjects XI 3.1, integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software. 2. Klik boven aan de pagina op Welkom <Uw aanmeldingsnaam> en selecteer Business Objects Preferences Settings. De pagina "Voorkeuren" wordt in een nieuw venster geopend. 3. Klik op de sectie Web Intelligence. 4. Selecteer in het gebied "Analyseopties" van de sectie Web Intelligence de algemene opties die u op de analysesessies wilt toepassen. U hebt de keuze uit de volgende opties: 42 Handleiding Aan de slag met SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint

43 Voorkeuren instellen De voorkeuren voor Web Intelligence instellen 5 Prompt wanneer analyse aanvullende gegevens nodig heeft - Selecteer deze optie als u wilt dat Web Intelligence een vraag stelt wanneer een analysebewerking een nieuwe query nodig heeft om meer gegevens uit de gegevensbron op te halen. Wanneer u bijvoorbeeld de resultaten in een Web Intelligence-document analyseert, wilt u gegevens die buiten het analyseniveau vallen misschien op een hoger of lager niveau analyseren. In dat geval moet Web Intelligence een nieuwe query uitvoeren om aanvullende gegevens uit de gegevensbron op te halen. U kunt de analyseoptie zodanig instellen dat een signaal wordt weergegeven wanneer een nieuwe query vereist is. De toepassing vraagt u of u de extra query wilt uitvoeren. U kunt bij deze vraag mogelijk ook filters toepassen op de extra dimensies die u in de nieuwe query wilt opnemen. U kunt deze filters gebruiken om het bereik van de query te beperken, zodat alleen de voor uw analyse benodigde gegevens worden opgehaald. Opmerking: U dient over beheerdersrechten te beschikken om tijdens een analysesessie filters toe te passen. Analysebewerking op rapportblokken synchroniseren - Selecteer deze optie als u wilt dat Web Intelligence de analyses van alle rapportblokken synchroniseert. Elke tabel, elk diagram of elke vrije cel in een rapport geeft een bepaald gegevensblok weer. U kunt een rapport met meerdere rapportblokken op de volgende manieren analyseren: Analysebewerkingen op alle blokken in een rapport synchroniseren Alleen het geselecteerde blok analyseren In de volgende voorbeelden ziet u hoe elke optie een rapport beïnvloedt als u in een tabel een analyse op een lager niveau uitvoert om gedetailleerde resultaten per servicelijn te analyseren: a. In dit voorbeeld is de optie Analysebewerking op rapportblokken synchroniseren geselecteerd. Daarom worden de geanalyseerde waarden in zowel de tabel als het diagram weergegeven. In de volgende afbeelding ziet u de resultaten van de analyse: Handleiding Aan de slag met SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint 43

44 Voorkeuren instellen 5 De voorkeuren voor Web Intelligence instellen b. In dit voorbeeld is de optie Analysebewerking op rapportblokken synchroniseren niet geselecteerd. Alleen het geselecteerde blok wordt geanalyseerd. Daarom worden de geanalyseerde waarden alleen in de tabel weergegeven. In de volgende afbeelding ziet u de resultaten van de analyse: Analysewerkbalk bij opstarten verbergen - Selecteer deze optie als u wilt dat Web Intelligence de analysewerkbalk verbergt wanneer u naar de analysemodus schakelt. Als u de analysemodus start, verschijnt de analysewerkbalk standaard boven aan het geanalyseerde rapport. De werkbalk toont de waarden waarop het rapport is geanalyseerd. Deze waarden filteren de resultaten die in het geanalyseerde rapport worden weergegeven. 44 Handleiding Aan de slag met SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint

45 Voorkeuren instellen De voorkeuren voor Web Intelligence instellen 5 Als u bijvoorbeeld een analyse op het rapport voor het jaar 2001 uitvoert, worden de resultaten voor kwartaal 1, 2, 3 en 4 van het jaar 2001 weergegeven. Dit betekent dat de kwartaalwaarden waarop u een analyse hebt uitgevoerd, zijn gefilterd op de waarde De analysewerkbalk toont 2001, de waarde die is gebruikt om het rapport te analyseren. Op de analysewerkbalk kunt u andere waarden selecteren om de resultaten anders te filteren. Als u bijvoorbeeld 2002 selecteert in de analysewerkbalk, worden de resultaten voor kwartaal 1, 2, 3 en 4 van het jaar 2002 weergegeven. Als het geanalyseerde rapport dimensies uit meerdere query s bevat, verschijnt er knopinfo als u de cursor op de waarde plaatst die op het filter wordt weergegeven. De knopinfo geeft de naam van de query en de dimensie voor de waarde weer. U kunt ervoor kiezen de werkbalk Analyse te verbergen als u de Analysemodus start. Dit is handig als u tijdens de analyse geen filters wilt selecteren. 5. Selecteer in het gebied "Analysesessie starten" van de sectie Web Intelligence de optie die u op de analysesessies wilt toepassen. U hebt de keuze uit de volgende opties: Bij dubbel rapport - Selecteer deze optie om een kopie van het oorspronkelijke document te behouden. Op die manier kunt u de resultaten van de analyse vergelijken met de gegevens in het oorspronkelijke document. In Web Intelligence wordt een kopie van het oorspronkelijke rapport gemaakt. Wanneer u de analysemodus verlaat, blijven het oorspronkelijke rapport en het geanalyseerde rapport beschikbaar, zodat u deze kunt bekijken. Bij bestaand rapport - Selecteer deze optie om the resultaten van de analyse in het oorspronkelijke rapport weer te geven. Nadat de analyse is voltooid, worden in het rapport de geanalyseerde waarden weergegeven. 6. Klik op OK. Handleiding Aan de slag met SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint 45

46 Voorkeuren instellen 5 De voorkeuren voor Desktop Intelligence instellen Een MS Excel-indeling selecteren Wanneer u documenten plant of naar MS Excel-indeling exporteert, kunt u opgeven hoe de gegevens in deze exemplaren van de Web Intelligence-documenten moeten worden weergegeven. Ga als volgt te werk om een MS Excel-indeling te selecteren: 1. Meld u aan bij de SAP BusinessObjects XI 3.1, integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software. 2. Klik boven aan de pagina op Welkom <Uw aanmeldingsnaam> en selecteer Business Objects Preferences Settings. De pagina "Voorkeuren" wordt in een nieuw venster geopend. 3. Klik op de sectie Web Intelligence. 4. Selecteer in het gebied "Selecteer een prioriteit voor opslaan in MS Excel:" van de sectie Web Intelligence de gewenste optie. U hebt de keuze uit de volgende opties: Prioriteit toekennen aan de opmaak van de documenten - Selecteer deze optie om de gegevens in een indeling weer te geven die vergelijkbaar is met de weergave van het rapport in Web Intelligence. Prioriteit toekennen aan eenvoudige verwerking van gegevens in Excel - Selecteer deze optie om de gegevens in tekstindeling weer te geven. 5. Klik op OK. De voorkeuren voor Desktop Intelligence instellen Voordat u Desktop Intelligence-documenten in de SAP BusinessObjects XI 3.1, integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software weergeeft, moet u de voorkeuren voor Desktop Intelligence afstemmen op uw weergavebehoeften. 46 Handleiding Aan de slag met SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint

47 Voorkeuren instellen De voorkeuren voor Desktop Intelligence instellen 5 Weergavevoorkeuren voor Desktop Intelligence instellen Ga als volgt te werk om de weergavevoorkeuren voor Desktop Intelligence in te stellen: 1. Meld u aan bij de SAP BusinessObjects XI 3.1, integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software. 2. Klik boven aan de pagina op Welkom <Uw aanmeldingsnaam> en selecteer Business Objects Preferences Settings. De pagina "Voorkeuren" wordt in een nieuw venster geopend. 3. Klik op de sectie Desktop Intelligence. 4. Selecteer in het gebied "Selecteer een standaardweergave-indeling:" van de sectie Desktop Intelligence de indeling waarin u Desktop Intelligence-documenten wilt weergeven. U hebt de keuze uit de volgende opties: Web - Als u deze optie selecteert, worden de Desktop Intelligence-documenten in HTML-indeling in webviewers weergegeven. In deze indeling kunt u ook rapportanalyses uitvoeren. PDF - Als u deze optie selecteert, worden de Desktop Intelligence-documenten in PDF-indeling weergegeven. U kunt het document afdrukken of opslaan. Afhankelijk van hoe de BusinessObjects Enterprise-beheerder uw systeem configureert, kunt u een PDF van het hele document weergeven of alleen van het standaardtabblad. Als u een PDF van het standaardtabblad weergeeft, kunt u een PDF-versie van de andere tabbladen in het rapport maken. Klik hiervoor op de koppelingen onder aan het scherm. Desktop Intelligence (alleen Windows) - Als u deze optie selecteert, worden de documenten in de Desktop Intelligence-client weergegeven. De Desktop Intelligence -client moet op de computer zijn geïnstalleerd om het rapport in deze indeling te kunnen weergeven. 5. Klik op OK. Handleiding Aan de slag met SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint 47

48 Voorkeuren instellen 5 De voorkeuren voor Crystal Reports instellen De voorkeuren voor Crystal Reports instellen Voordat u in de SAP BusinessObjects XI 3.1, integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software met Crystal Reports-rapporten aan de slag gaat, moet u de Crystal Reports-voorkeuren afstemmen op uw rapportagebehoeften. Een Crystal Reports-rapportviewer selecteren Ga als volgt te werk om een Crystal Reports-rapportviewer te selecteren: 1. Meld u aan bij de SAP BusinessObjects XI 3.1, integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software. 2. Klik boven aan de pagina op Welkom <Uw aanmeldingsnaam> en selecteer Business Objects Preferences Settings. De pagina "Voorkeuren" wordt in een nieuw venster geopend. 3. Klik op de sectie Crystal Reports. 4. Selecteer in het gebied "Selecteer een standaardweergave-indeling" van de sectie Crystal Reports de indeling waarin u Crystal Reports-rapporten wilt weergeven. U hebt de keuze uit de volgende opties: Web - U hoeft voor de webviewer geen toepassing te downloaden. De viewer kan zonder Java of ActiveX functioneren. a. Als u Web als weergave-indeling selecteert, moet u ook de afdrukoptie selecteren in het gebied "Selecteer afdrukbesturingselement (voor Web):" van de sectie Crystal Reports. U hebt de keuze uit de volgende afdrukopties: PDF - Als u deze optie selecteert, exporteert de viewer het rapport naar een PDF-bestand. U kunt het rapport vervolgens afdrukken. Opmerking: U wordt aangeraden de optie PDF te selecteren om te zorgen dat Flash-objecten in het afgedrukte rapport worden opgenomen. ActiveX-afdrukken met één klik - Als u ActiveX-afdrukken met één klik selecteert, kunt u het rapport rechtstreeks vanuit de Crystal Reports-rapportviewer afdrukken. 48 Handleiding Aan de slag met SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint

49 Voorkeuren instellen De voorkeuren voor Crystal Reports instellen 5 Opmerking: Voor de ActiveX-optie moet ActiveX zijn geïnstalleerd. b. Geef in het gebied "Selecteer een weergaveresolutie" van de sectie Crystal Reports de juiste resolutie op. U hebt de keuze uit de volgende opties: 96 DPI 120 DPI Web ActiveX - De ActiveX-viewer wordt ingeschakeld als u een versie van Microsoft Internet Explorer met ondersteuning voor ActiveX-besturingselementen gebruikt. Web Java - De Java-viewer is ontworpen voor webbrowsers die Java Virtual Machine ondersteunen. 5. Selecteer in het gebied "Selecteer een standaardmaateenheid:" van de sectie Crystal Reports het juiste papierformaat voor het afdrukken van de Crystal Reports-rapporten. Het door u geselecteerde formaat wordt als standaardeenheid gebruikt wanneer u een Crystal Reports-rapport plant. De volgende opties worden ondersteund: Inch Millimeter 6. Klik op OK. Crystal Reports-rapportviewers Met de Crystal Reports-rapportviewers kunt u rapporten weergeven, door meerdere pagina's bladeren, gegevens vernieuwen, analyses op een lager niveau uitvoeren om detailgegevens in diagrammen en samenvattingsgegevens weer te geven, parameters selecteren, enzovoort. Deze viewers bieden bovendien krachtige afdruk- en exportmogelijkheden De online Crystal Reports-rapportviewers ondersteunen ActiveX, Java en een webalternatief zonder downloaden. Meestal selecteert de BusinessObjects Enterprise-beheerder het type viewer dat het beste aan de bedrijfsbehoeften voldoet. U kunt het type viewer van uw voorkeur echter ook handmatig selecteren op de pagina met voorkeurinstellingen van Crystal Reports. Zie De voorkeuren voor Crystal Reports instellen voor meer informatie. Handleiding Aan de slag met SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint 49

50 Voorkeuren instellen 5 De voorkeuren voor Crystal Reports instellen Opmerking: De BusinessObjects Enterprise-beheerder kan bepaalde functies van de Crystal Reports-rapportviewers uitschakelen. Neem voor meer informatie contact op met de beheerder van BusinessObjects Enterprise. Web ActiveX-viewer Met de Web ActiveX-viewer kunt u rapporten weergeven, vernieuwen, afdrukken en naar diverse indelingen exporteren. U kunt de Web ActiveX-viewer gebruiken met versies van Microsoft Internet Explorer die ActiveX-besturingselementen ondersteunen. U moet echter een ActiveX-onderdeel downloaden en installeren. Naast de functies die beschikbaar zijn op de standaardwerkbalk van de browser, bevat de Web ActiveX-viewer de volgende extra functies op de aangepaste werkbalk: Rapport exporteren Rapport afdrukken Groepsstructuur wisselen Ga naar eerste pagina Ga naar vorige pagina Ga naar volgende pagina Ga naar laatste pagina Ga naar pagina Stoppen met laden Vernieuwen Zoektekst In-/uitzoomen Huidige weergave sluiten 50 Handleiding Aan de slag met SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint

51 Voorkeuren instellen De voorkeuren voor Crystal Reports instellen 5 Webviewer Met de webviewer kunt u rapporten weergeven, vernieuwen en afdrukken, parameters bewerken en rapporten exporteren naar diverse indelingen. U kunt de webviewer openen in uw browser. U hoeft geen plug-in te downloaden om de webviewer te gebruiken. Naast de functies die beschikbaar zijn op de standaardwerkbalk van de browser, bevat de webviewer de volgende extra functies op de aangepaste werkbalk: Rapport exporteren Rapport afdrukken Parametervenster weergeven/verbergen Groepsstructuur weergeven/verbergen Ga naar eerste pagina Ga naar vorige pagina Ga naar pagina Ga naar volgende pagina Ga naar laatste pagina Pagina vernieuwen In-/uitzoomen Zoeken naar tekst Opmerking: De webviewer is de enige Crystal Reports-rapportviewer waarmee u toegang hebt tot het parametervenster. Web Java-viewer Met de Web Java-viewer kunt u uw rapporten weergeven, vernieuwen, afdrukken en naar diverse indelingen exporteren. U kunt de Web Java-viewer openen in een webbrowser die Java Virtual Machine ondersteunt. Handleiding Aan de slag met SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint 51

52 Voorkeuren instellen 5 Uw wachtwoord wijzigen Naast de functies die beschikbaar zijn op de standaardwerkbalk van de browser, bevat de Web Java-viewer de volgende extra functies op de aangepaste werkbalk: Rapport exporteren Rapport afdrukken Groepsstructuur weergeven/verbergen Stoppen Gegevens vernieuwen Ga naar eerste pagina Ga naar vorige pagina Ga naar volgende pagina Ga naar laatste pagina Nummer van huidige en laatste pagina Zoeken naar tekst Vergrotingsfactor Als u de muisaanwijzer op een knop op de aangepaste werkbalk plaatst, wordt de knopinfo links op de statusbalk van de browser weergegeven. Opmerking: Er kunnen zich kleine problemen voordoen als u in de Java-viewer door de rapporten bladert. Deze problemen worden veroorzaakt door de implementatie van Java Virtual Machine in bepaalde webbrowsers. Als u dergelijke problemen ondervindt, klikt u herhaaldelijk op de bladerknoppen om te bladeren. Houd de bladerknoppen niet ingedrukt. Uw wachtwoord wijzigen U kunt het wachtwoord wijzigen dat u gebruikt om u aan te melden bij de SAP BusinessObjects XI 3.1, integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software. Ga als volgt te werk om uw wachtwoord te wijzigen: 52 Handleiding Aan de slag met SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint

53 Voorkeuren instellen Uw wachtwoord wijzigen 5 1. Meld u aan bij de SAP BusinessObjects XI 3.1, integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software. 2. Klik boven aan de pagina op Welkom <Uw aanmeldingsnaam> en selecteer Business Objects Preferences Settings. De pagina "Voorkeuren" wordt in een nieuw venster geopend. 3. Klik op de sectie Wachtwoord wijzigen. 4. Voer uw oude wachtwoord in het veld Oud wachtwoord in. 5. Geef uw nieuwe wachtwoord op in het veld Nieuw wachtwoord. 6. Geef het nieuwe wachtwoord nogmaals op in het veld Bevestig het nieuwe wachtwoord. 7. Klik op OK. Opmerking: De volgende keer dat u zich aanmeldt bij de SAP BusinessObjects XI 3.1, integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software, moet u het nieuwe wachtwoord gebruiken. Handleiding Aan de slag met SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint 53

54 Voorkeuren instellen 5 Uw wachtwoord wijzigen 54 Handleiding Aan de slag met SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint

55 Werken met objecten 6

56 Werken met objecten 6 Overzicht Overzicht In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u objecten opent en ordent en hoe u met objecten werkt in de SAP BusinessObjects XI 3.1, integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software. Er wordt ook beschreven hoe u naar objecten moet zoeken en hoe ze te plannen. Het plannen van een object stelt u in staat de meest recente informatie te verkrijgen over een rapport op een opgegeven tijdstip. De documenten en bestanden in uw BusinessObjects Enterprise-systeem worden objecten genoemd. Voorbeelden van objecten zijn hyperlinks, snelkoppelingen, lay-outs van MyInfoview-pagina's, Crystal Reports-rapporten, Web Intelligence-documenten, Voyager-werkruimten en Desktop Intelligence-documenten. In het "webonderdeel Content Explorer" van de SAP BusinessObjects XI 3.1, integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software kunt u objecten ordenen in mappen of categorieën. Elk object moet aan een map worden toegekend. Een object kan niet aan meerdere mappen worden toegekend. U kunt een object wel aan meerdere categorieën toekennen. Het is echter niet verplicht om een object aan een categorie toe te kennen. Mappen en categorieën kunnen openbaar (bedrijfsmatig) of persoonlijk zijn. Als u over de benodigde rechten beschikt, kunt u de openbare mappen en categorieën bekijken. U hebt aanvullende rechten nodig om objecten in mappen en categorieën toe te voegen, te bewerken en te rangschikken. De persoonlijke mappen en categorieën kunnen niet door een andere gebruiker bekeken worden, behalve door de beheerder van BusinessObjects Enterprise. Deze beheerder kan indien nodig de mappen bewerken. De SAP BusinessObjects XI 3.1, integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software stelt u ook in staat om objecten of exemplaren (of snelkoppelingen naar objecten of exemplaren) naar andere gebruikers te verzenden. U kunt objecten verzenden vanuit mappen of categorieën tijdens het navigeren of exemplaren verzenden vanaf de pagina "Geschiedenis". De objecten die aan u zijn verzonden, worden in uw Postvak IN opgeslagen. 56 Handleiding Aan de slag met SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint

57 Werken met objecten Door mappen en categorieën navigeren 6 Door mappen en categorieën navigeren In deze sectie wordt beschreven hoe u door mappen en categorieën kunt navigeren in de SAP BusinessObjects XI 3.1, integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software. Opmerking: Gebruik de knop Vorige van uw webbrowser niet om te navigeren binnen de SAP BusinessObjects XI 3.1, integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software of een onderdeel van BusinessObjects Enterprise. Voer de volgende stappen uit om door mappen en categorieën te bladeren: 1. Klik op de taakbalk van het "webonderdeel " op Schakelen naar mappen of op Schakelen naar categorieën om de mappen en categorieën te bekijken. 2. Klik op een map of categorie om de onderliggende mappen en categorieën te bekijken. Tip: U kunt een map/categorie uitvouwen door op het plusteken + naast de naam van de map/categorie te klikken. De onderliggende mappen of categorieën en objecten in de geselecteerde map/categorie worden weergegeven in het venster Details. 3. Klik in de boomstructuur op een onderliggende map/categorie om de objecten te bekijken. De objecten worden weergegeven in het venster Details. Verwante onderwerpen Mappen en categorieën Objecten opvragen in persoonlijke mappen of Postvak IN Voer de volgende stappen uit om objecten in uw mappen of Postvak IN op te vragen: 1. Klik in het "webonderdeel Content Explorer" op Schakelen naar mappen. Handleiding Aan de slag met SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint 57

58 Werken met objecten 6 Een object selecteren om weer te geven De mappen worden weergegeven in de boomstructuur. Standaard worden Mijn favorieten, Postvak IN en Openbare mappen weergegeven. 2. Klik op Mijn favorieten of op Postvak IN. De onderliggende mappen worden weergegeven in de boomstructuur. De onderliggende mappen en objecten worden, indien aanwezig, ook weergegeven in de detailstructuur. Verwante onderwerpen De algemene voorkeuren instellen Een object selecteren om weer te geven Als u een map of categorie selecteert, geeft de SAP BusinessObjects XI 3.1, integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software alle objecten weer waarvoor u over de juiste rechten beschikt. Om het zoeken te vergemakkelijken, kunt u ervoor kiezen om alleen objecten van een specifiek type weer te geven. Objecttypen zijn onder andere Crystal Reports-rapporten, Web Intelligence-documenten, Excel-werkbladen, PowerPoint-presentaties, programmaobjecten, tekstbestanden, enzovoort. Voer de volgende stappen uit om een objecttype te selecteren: 1. Klik in het venster Details van het "webonderdeel " op Type. 2. Selecteer uit de vervolgkeuzelijst Type de objecttypen die u wilt weergeven. Tip: Selecteer Alle typen om alle objecten weer te geven. 3. Klik op OK. De geselecteerde objecttypen worden weergegeven in het venster Details. Een object bekijken U kunt objecten bekijken in de SAP BusinessObjects XI 3.1, integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software afhankelijk van de rechten waarover u beschikt, en de instellingen die door de BusinessObjects Enterprise-beheerder zijn opgegeven. Mogelijk ziet u in het rapport rechtstreeks uit de gegevensbron, het nieuwste exemplaar van het object 58 Handleiding Aan de slag met SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint

59 Werken met objecten Objecten ordenen in mappen en categorieën 6 of diens opgeslagen kopie. Als u over de benodigde rechten beschikt, kunt u het rapport ook vernieuwen. Opmerking: Het vernieuwen van een object kan de systeembronnen aanzienlijk belasten. Daarom raden wij aan dat u een object alleen vernieuwt als u denkt dat de gegevens zijn gewijzigd. Voer de volgende stappen uit om een object te bekijken: 1. Navigeer naar een object en klik op de naam. Afhankelijk van het objecttype dat u selecteert, wordt het object weergegeven in het overeenkomstige webonderdeel. 2. Als u het object op aanvraag wilt bekijken, klikt u in de objectviewer op Vernieuwen. Als u een ouder exemplaar wilt bekijken, selecteert u het object in het venster Details, klikt u op Acties op de taakbalk van het "webonderdeel " en selecteert u vervolgens Geschiedenis uit de vervolgkeuzelijst. Opmerking: U kunt objecten niet vernieuwen of de geschiedenis van objecten bekijken als u niet over de benodigde rechten beschikt. Het exemplaar wordt weergegeven in het "webonderdeel User Actions". 3. Dubbelklik vervolgens op het exemplaar dat u wilt weergeven. Afhankelijk van het objecttype dat u selecteert, worden de details van het exemplaar weergegeven in het overeenkomstige webonderdeel. Verwante onderwerpen Objecten plannen De geschiedenis van een object bekijken Objecten ordenen in mappen en categorieën In deze sectie wordt beschreven hoe objecten in mappen en categorieën worden geordend in het "webonderdeel Content Explorer" van de SAP BusinessObjects XI 3.1, integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software. Hierin wordt ook beschreven hoe u mappen en categorieën maakt, de eigenschappen van mappen en categorieën instelt, objecten toevoegt aan mappen en categorieën en objecten sorteert. Handleiding Aan de slag met SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint 59

60 Werken met objecten 6 Objecten ordenen in mappen en categorieën Normaliter maakt de BusinessObjects Enterprise-beheerder de mappen en categorieën, die toegankelijk zijn voor alle gebruikers. Als u echter over de juiste rechten beschikt, kunt u ook zelf mappen en categorieën maken in de SAP BusinessObjects XI 3.1, integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software. Verwante onderwerpen Webonderdeel Content Explorer Mappen en categorieën Objecten aan een map toevoegen Als u over de juiste rechten beschikt, kunt u de nieuwe objecten toevoegen aan een map in de SAP BusinessObjects XI 3.1, integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software of meerdere objecten toevoegen aan BusinessObjects Enterprise door middel van de wizard Publiceren. Zie de SAP BusinessObjects Enterprise Beheerdershandleiding voor meer informatie over de wizard Publiceren. U kunt ook nieuwe objecten maken in de SAP BusinessObjects XI 3.1, integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software als u over de juiste rechten beschikt. Verwante onderwerpen Objecten toevoegen Een map of categorie maken Voer de volgende stappen uit om een map of categorie te maken: 1. Klik op de taakbalk van het "webonderdeel Content Explorer"op Schakelen naar mappen of op Schakelen naar categorieën. 2. Ga naar de map of categorie waar u een nieuwe map of categorie wilt toevoegen. 3. Klik op Nieuw en selecteer Map of Categorie. U wordt gevraagd een naam voor de nieuwe map/categorie op te geven. 4. Voer een naam in voor de map/categorie. 60 Handleiding Aan de slag met SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint

61 Werken met objecten Objecten ordenen in mappen en categorieën 6 5. Klik op OK. Eigenschappen bewerken van een map of categorie U kunt de eigenschappen van gemaakte mappen of categorieën bewerken. U kunt ook de eigenschappen van mappen en categorieën bewerken, waarvan u over de juiste rechten beschikt. Met de functie Eigenschappen bewerken kunt u de naam, beschrijving en trefwoorden van de map of categorie wijzigen. U kunt de trefwoorden gebruiken om naar specifieke mappen en categorieën te zoeken. Voer de volgende stappen uit om de eigenschappen van een map/categorie te bewerken: 1. Klik op de taakbalk van het "webonderdeel Content Explorer"op Schakelen naar mappen of op Schakelen naar categorieën. 2. Navigeer naar de map/categorie die u wilt bewerken. 3. Klik op Acties en selecteer Eigenschappen. De pagina "Algemene eigenschappen" verschijnt in het "webonderdeel User Actions". Op deze pagina worden ook de datum en de tijd weergegeven, waarop het rapport was aangemaakt, het laatst aangepast en het laatst uitgevoerd. 4. Bewerk de gegevens op de pagina "Algemene eigenschappen". 5. Klik op OK. Objecten sorteren De SAP BusinessObjects XI 3.1, integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software sorteert objecten standaard op alfabetische volgorde. U kunt de volgorde echter omkeren of u kunt de objecten sorteren op laatste uitvoeringsdatum, type of eigenaar. U sorteert de objecten door op de kop van de gewenste kolom te klikken. Als u de objecten bijvoorbeeld op titel wilt sorteren, klikt u op de kolomkop Titel. Wilt u de objecten op eigenaar sorteren, dan klikt u op de kolomkop Eigenaar. U kunt objecten ook sorteren op Laatst uitgevoerd en Type. Handleiding Aan de slag met SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint 61

62 Werken met objecten 6 Zoeken in de Integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software Wanneer u op de kolomkop klikt, worden de objecten in oplopende volgorde gesorteerd. Wanneer u nogmaals op de kolomkop klikt, worden de objecten in aflopende volgorde gesorteerd. Zoeken in de Integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software Met de zoekfunctie in de SAP BusinessObjects XI 3.1, integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software kunt u eenvoudige zoekopdrachten uitvoeren. Met een eenvoudige zoekopdracht kunt u uw zoekgegevens overeen laten komen met trefwoord, naam, beschrijving en eigenaarinformatie. De resultaten van een eenvoudige zoekopdracht worden weergegeven in de boomstructuur. Op deze manier kunt u binnen de zoekresultaten zoeken en ze tijdens uw sessie nog eens gebruiken. U kunt ook geavanceerde zoekopdrachten uitvoeren. Een geavanceerde zoekopdracht werkt op dezelfde manier als een eenvoudige zoekopdracht, met het verschil dat u kunt aangeven dat alle zoekresultaten overeen moeten komen met andere vereisten. Als u naar een tekst moet zoeken in bepaalde typen objecten kunt u dit opgeven door middel van de functie Inhoud zoeken. Deze functie kijkt naar de tekst in trefwoorden, namen, beschrijvingen, eigenaarinformatie en rapportgegevens. Opmerking: Eenvoudige zoekopdrachten worden uitgevoerd op alle objecten in de map of categorie die u in de boomstructuur hebt geselecteerd, waaronder alle onderliggende objecten en mappen/categorieën. Een eenvoudige zoekopdracht kan niet gelijktijdig op openbare mappen/categorieën en op persoonlijke mappen/categorieën worden uitgevoerd. Een object zoeken U kunt een gestructureerde zoekopdracht uitvoeren om objecten te vinden. Dit is een eenvoudige zoekopdracht waarin de tekenreeks die u invoert, overeenkomt met de tekenreeks in het opgegeven eigenschappenveld van elk object. 62 Handleiding Aan de slag met SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint

63 Werken met objecten Zoeken in de Integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software 6 Voer de volgende stappen uit om een object te zoeken: 1. Navigeer in het "webonderdeel " naar de map waarin u naar een object wilt zoeken. 2. Voer in het veld Zoeken de tekst in waarnaar u in de geselecteerde map wilt zoeken. 3. Selecteer de juiste optie in de vervolgkeuzelijst naast het veld Zoeken. De volgende opties worden ondersteund: Alle velden zoeken Titel zoeken Trefwoord zoeken Inhoud zoeken Advanced Search Met de optie Alle velden zoeken kunt u in alle velden van een document zoeken. Met de optie Titel zoeken kunt u naar de naam van een opgegeven document zoeken. Met de optie Trefwoord zoeken kunt u naar opgegeven trefwoorden zoeken die in het document zijn gedefinieerd. U kunt ook op Advanced Search klikken om extra opties weer te geven waarmee u naar objecten kunt zoeken op locatie, beschrijving, eigenaar, type en het tijdstip waarop een object voor het laatst is gewijzigd. Als u over de vereiste rechten beschikt en de beheerder Inhoud zoeken heeft ingeschakeld, kunt u ook zoeken in de inhoud van objecten. 4. Klik op Zoeken. Een lijst objecten die overeenkomt met uw zoekparameters verschijnt in het venster Details. De zoekresultaten worden opgeslagen als knooppunt in de boomstructuur. U kunt teruggaan naar de resultaten van uw eenvoudige zoekopdracht, totdat u zich afmeldt bij de SAP BusinessObjects XI 3.1, integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software. Opmerking: U kunt binnen de zoekresultaten zoeken, totdat u de resultaten van de eerste zoekopdracht verlaat. Verwante onderwerpen Een geavanceerde zoekopdracht uitvoeren Handleiding Aan de slag met SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint 63

64 Werken met objecten 6 Zoeken in de Integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software Inhoud zoeken Een geavanceerde zoekopdracht uitvoeren Voer de volgende stappen uit om een geavanceerde zoekopdracht uit te voeren: 1. Klik op de taakbalk van het "webonderdeel " op de toets Zoeken en selecteer Advanced Search uit de vervolgkeuzelijst. De pagina "Advanced Search" verschijnt in het "webonderdeel Advanced Search" in een nieuw venster. Opmerking: U kunt de pagina "Geavanceerd zoeken" ook openen vanuit het deelvenster Snel openen. Het deelvenster Snel openen wordt weergegeven onder de koppeling Alle site-inhoud weergeven. 2. Selecteer de locaties waarin u wilt zoeken: De volgende opties worden ondersteund: Openbare map: Hiermee kunt u zoeken naar objecten in alle openbare mappen. Persoonlijke map: Hiermee kunt u zoeken naar objecten in Mijn Favorieten-mappen. Map Postvak IN: Hiermee kunt u zoeken naar objecten in het Postvak IN van BusinessObjects Enterprise. Bedrijfscategorieën: Hiermee kunt u zoeken naar objecten die zijn toegewezen aan een of meer bedrijfscategorieën. Persoonlijke categorieën: Hiermee kunt u zoeken naar objecten die zijn toegewezen aan een of meer persoonlijke categorieën. U kunt meerdere locaties opgeven om in te zoeken. Als u alle objecten wilt doorzoeken, moet u Openbare map, Privé-map en Map Postvak IN selecteren. De map of categorie die werd weergegeven of die was geselecteerd op het moment waarop u naar de pagina "Advanced Search" navigeerde, heeft geen invloed op de mappen en categorieën die worden doorzocht. Opmerking: Als u geen locatie opgeeft, worden objecten in alle locaties gezocht. 64 Handleiding Aan de slag met SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint

65 Werken met objecten Zoeken in de Integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software 6 3. Selecteer de parameters waarop u naar objecten wilt zoeken. De volgende opties worden ondersteund: Trefwoord zoeken - Hiermee kunt u zoeken naar objecten die de trefwoorden bevatten die u hebt opgegeven. Zoeken op titel - Hiermee kunt u zoeken naar objecten met een specifieke naam. Als u het bereik van uw zoekopdracht wilt vergroten, kunt u ok de belangrijkste woorden invoeren die in de naam van objecten voorkomt. De zoekresultaten bevatten alle objecten met namen die deze woorden bevatten. Beschrijving zoeken - Hiermee kunt u zoeken naar objecten die specifieke woorden of een specifieke tekenreeks bevatten in de beschrijving van de objecten. Eigenaar zoeken - Hiermee kunt u zoeken naar objecten op naam van de gebruiker die het object toevoegde. De zoekresultaten bevatten alle objecten die door die gebruiker zijn toegevoegd. Alle woorden - Hiermee kunt u zoeken naar objecten die alle woorden bevatten die u hebt opgegeven. Objecten moeten al deze woorden bevatten om in de lijst zoekresultaten te verschijnen. DB zoeken - Hiermee kunt u zoeken naar objecten gebaseerd op de database waarin ze zich bevinden. De volgende opties worden ondersteund: Beide - Deze optie is standaard geselecteerd. Hiermee kunt u zoeken naar objecten in zowel de inhoud van Business Objects als de inhoud van SharePoint. De zoekresultaten verschijnen onder de secties "Zoekresultaten Business Objects" en "Zoekresultaten SharePoint" in een nieuw venster. U kunt de handelingen uitvoeren die van toepassing zijn op het geselecteerde objecttype in de zoekresultaten, ongeacht tot welke database zij behoren. Alleen inhoud Business Objects - Hiermee kunt u zoeken naar rapporten in de inhoud van Business Objects. Alleen inhoud SharePoint - Hiermee kunt u zoeken naar rapporten in de inhoud van SharePoint. Type - Hiermee kunt u zoeken naar objecten van een bepaald type. Als u alle objecttypen in de zoekopdracht wilt opnemen, selecteert u Alles uit de vervolgkeuzelijst. Laatste wijzigingstijd zoeken - Hiermee kunt u zoeken naar objecten gebaseerd op het tijdstip waarop ze voor het laatst zijn gewijzigd. U kunt het tijdbereik opgeven in de velden Begin en Einde. Handleiding Aan de slag met SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint 65

66 Werken met objecten 6 Zoeken in de Integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software Als u niet op het tijdstip van de laatste aanpassingen wilt zoeken, selecteert u Niet zoeken op tijd. 4. Klik op Zoeken. Een lijst objecten die overeenkomt met uw zoekparameters verschijnt in een nieuw venster. In het nieuwe venster worden taakbalkopties zoals Ordenen, Verzenden en Acties alleen ondersteund voor de resultaten van Business Objects. U kunt een document bekijken in de bijbehorende webonderdeelviewer. U kunt een object wijzigen in de bijbehorende webonderdeelviewer of toepassing van de klant, afhankelijk van het type. Alle andere handelingen in het nieuwe venster worden geleid naar het "webonderdeel User Actions". Verwante onderwerpen Webonderdeel Advanced Search Inhoud zoeken Inhoud zoeken is een geavanceerde zoekfunctie waarmee u kunt zoeken in de inhoud van objecten die via BusinessObjects Enterprise worden beheerd. Deze objecten zijn bijvoorbeeld Crystal Reports-rapporten, Web Intelligenceen Desktop Intelligence-documenten, Microsoft Word- en Excel-documenten, en RTF-, PDF- en TXT-bestanden. Met Inhoud zoeken kunt u ook profiteren van een aantal andere functies die het terugvinden van gegevens vergemakkelijken, zoals het groeperen van zoekresultaten, het markeren van overeenkomende woorden, suggesties voor zoekacties en meertalige zoekopdrachten. U kunt ook zoektechnieken gebruiken waarmee u met uw zoekacties betere resultaten boekt. Verwante onderwerpen Functies van Inhoud zoeken Zoektechnieken In de inhoud van objecten zoeken Naast de zoekopties zoals trefwoord zoeken, titel zoeken, alle velden zoeken en geavanceerd zoeken, kunt u ook naar objecten zoeken door middel van 66 Handleiding Aan de slag met SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint

67 Werken met objecten Zoeken in de Integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software 6 de optie Inhoud zoeken in de SAP BusinessObjects XI 3.1, integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software. Zoekopdrachten naar inhoud worden uitgevoerd op alle objecten in de SAP BusinessObjects XI 3.1, integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software, tenzij een gebruiker met de benodigde rechten bepaalde objecten heeft uitgesloten van de bewerking Inhoud zoeken. Voer de volgende stappen uit om in de inhoud van objecten te zoeken: 1. In het veld Zoeken van de taakbalk van het "webonderdeel " voert u de woorden in die u wilt localiseren. 2. Selecteer Inhoud zoeken uit de vervolgkeuzelijst die naast het zoekveld verschijnt. 3. Klik op Zoeken. Een lijst objecten die overeenkomt met uw zoekparameters verschijnt in het "webonderdeel User Actions". 4. Dubbelklik in het "webonderdeel User Actions" op een documentkoppeling om diens inhoud te bekijken. Afhankelijk van het objecttype dat u koos om te bekijken, wordt het rapport weergegeven in het overeenkomstige webonderdeel. Als u bijvoorbeeld hebt gekozen een Crystal Report-rapport te bekijken uit de zoekresultaten, opent het rapport in het "webonderdeel Crystal Report Viewer". Verwante onderwerpen Zoektechnieken Functies van Inhoud zoeken De optie Inhoud zoeken ondersteunt de volgende functies: Inhoud zoeken U kunt in de inhoud van objecten zoeken door de optie Inhoud zoeken in de SAP BusinessObjects XI 3.1, integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software te selecteren. Handleiding Aan de slag met SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint 67

68 Werken met objecten 6 Zoeken in de Integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software Zoeken in objecten met gecombineerde talen U kunt zoeken in objecten met gecombineerde talen door een zoekopdracht met meerdere talen op te geven. De volgende afbeelding laat verschillende voorbeelden zien van de bewerking Inhoud zoeken met meer dan één taal. Er worden resultaten weergegeven als de woorden in beide talen worden gevonden in een document. Zoektechnieken U kunt zoeken naar inhoud met technieken die vergelijkbaar zijn met de technieken die worden gebruikt in andere zoekmachines. Suggesties voor alternatieve spelling Het systeem geeft tot vijf mogelijk alternatieve spellingswijzen weer als een zoekopdracht niet juist gespeld is, of als de zoekopdracht geen resultaten oplevert. Hierbij worden woorden in de oorspronkelijke invoer vervangen door woorden uit het systeem met een soortgelijke spelling als de oorspronkelijke spelling. Als u bijvoorbeeld zoekt naar Verkooptrent Euroa, worden de onjuist gespelde woorden herkend en wordt Verkooptrend Europa voorgesteld. Opmerking: Er wordt alleen een alternatieve zoekterm voorgesteld als de oorspronkelijke zoekterm geen resultaten oplevert en voor de voorgestelde zoekterm wél overeenkomsten worden gevonden. 68 Handleiding Aan de slag met SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint

69 Werken met objecten Zoeken in de Integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software 6 Deze functionaliteit is niet van toepassing op tekst in het Chinees, Japans of Koreaans. Voorgestelde query Wanneer een zoekopdracht wordt uitgevoerd, worden er automatisch nieuwe documenten voorgesteld die zijn gegenereerd op basis van de zoektermen. Wanneer u de zoekactie uitvoert, is het mogelijk dat geen van de resultatendocumenten de gewenste informatie bevat of dat er geen resultaten zijn. In dit geval worden uw vragen mogelijk beantwoord door voorgestelde documenten die door het systeem worden gegenereerd. Voorgestelde documenten worden gemaakt door de zoektermen te vergelijken met de structuur van de universes en gegevens in bestaande documenten. Als u bijvoorbeeld zoekt naar Verkoop Mexico 2006, wordt mogelijk herkend dat verkoop een waarde is in een universe die alle verkoopgegevens van het bedrijf bevat. Daarnaast wordt mogelijk herkend dat het veld land in een ander document gelijk is aan Mexico en wordt dit gebruikt om de gegevens te filteren. Voorts wordt mogelijk herkend dat 2006 een vooraf gedefinieerde filter is. De optie Inhoud zoeken maakt vervolgens een document aan door middel van de gegevens van het universe en de geïdentificeerde filters. Hierna kunt u het nieuwe document weergeven en bewerken. U kunt klikken op de link Query uitvoeren om het document weer te geven dat werd gegenereerd en indien gewenst, dit opslaan. Klik op Query bewerken om het document voor bewerking te openen. Hiermee kunt u de query verder verfijnen, zoals gewenst. Opmerking: De functie Voorgestelde Query is alleen van toepassing op Web Intelligence-rapporten. Markering van overeenkomende woorden Wanneer de gezochte tekst overeenkomt met de woorden in de titel of beschrijving van een object, worden de overeenkomende woorden geel gemarkeerd. Groepering van zoekresultaten Sommige zoekopdrachten geven te veel resultaten waardoor het navigeren erg moeilijk wordt. Met Inhoud zoeken wordt informatie in en over de Handleiding Aan de slag met SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint 69

70 Werken met objecten 6 Zoeken in de Integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software resultaten gebruikt om deze onder te verdelen in groepen, of facetten. De zoekresultaten kunnen geclassificeerd worden in facetten, zoals documenttype, openbare categorie, gegevens in rapporten en aspecten van de rapportinhoud. U kunt een groep selecteren en de zoekresultaten van deze groep bekijken. U kunt bijvoorbeeld zoeken op Verkoop 2006 per werknemer. Het facet van de openbare categorie kan HR rapporten, Juridische documenten en Verkooprapporten bevatten. De objecten verschijnen in de zoekresultaten omdat elk van deze categorieën een object bevat die eraan is toegewezen. Als u echter wilt kijken in een verkooprapport, kunt u klikken op Verkooprapport om de specifieke zoekresultaten van deze categorie weer te geven. Voor het maken facetten die zijn gebaseerd op rapportinhoud, worden velden of variabelen gebruikt die in veel documenten voorkomen. De variabele Product wordt bijvoorbeeld mogelijk in veel verkooprapporten gebruikt, waardoor hiervoor een facet wordt gemaakt via Inhoud zoeken. Hiermee kunt u uw zoekopdracht verfijnen met de productnaam om resultaten weer te geven die alleen met dat product te maken hebben. Wanneer u de zoekactie hebt verfijnd, kunt u de verfijning sluiten door terug te gaan naar de volledige lijst met resultaten of de lijst verder verfijnen door opties van andere facetten te selecteren. Alle actieve verfijningen worden boven in het venster met verfijnde zoekacties weergegeven. Opmerking: De groepering van facetten op velden in rapportinhoud is alleen beschikbaar voor Crystal Reports-rapporten en Web Intelligence-documenten. Classificatie van zoekresultaten Aan elk object op de pagina met zoekresultaten wordt een score toegewezen van 1 tot 5 balken, afhankelijk van de relevantie voor de zoekterm. Een score van 5 balken geeft aan dat het object veel overeenkomt en een score van 1 balk geeft aan dat het object weinig overeenkomt. Verwante onderwerpen Zoeken in de Integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software Wat wordt doorzocht met Inhoud zoeken? Zoektechnieken 70 Handleiding Aan de slag met SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint

71 Werken met objecten Zoeken in de Integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software 6 Wat wordt doorzocht met Inhoud zoeken? De volgende tabel laat de inhoudtypen zien die worden gezocht, wanneer u de functie Inhoud zoeken gebruikt in verschillende objecttypen: Objecttype Wat wordt doorzocht Crystal Reports-rapporten Titel, beschrijving, selectieformule, opgeslagen gegevens, tekstvelden in secties, parameterwaarden en subrapporten (voor opgeslagen gegevensrapporten) en tekst in de titel en as van diagrammen. Rapporten (zowel met als zonder opgeslagen gegevens) worden gezocht. Web Intelligence- en Desktop Intelligence-documenten Titel, beschrijving, naam van de universe-filters die worden gebruikt in het rapport, constanten in de filtervoorwaarde die lokaal zijn gedefinieerd in het rapport, naam van de universe-waarden die worden gebruikt in het rapport, naam van de universe-objecten die worden gebruikt in het rapport, gegevens in de recordset en statische tekst in cellen. Rapporten (zowel met als zonder opgeslagen gegevens) worden gezocht. Microsoft Excel-documenten Gegevens in cellen, velden op de overzichtspagina van de documenteigenschappen (titel, onderwerp, auteur, manager, bedrijf, categorie, trefwoorden en opmerkingen) en tekst in documentkop- en voetteksten. Voor cellen waarin berekeningen of formules worden gebruikt, kan worden gezocht naar de waarde na de evaluatie. Handleiding Aan de slag met SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint 71

72 Werken met objecten 6 Zoeken in de Integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software Objecttype Wat wordt doorzocht Microsoft Word-documenten Tekst in alle alinea's en tabellen, velden op de overzichtspagina van de documenteigenschappen (titel, onderwerp, auteur, manager, bedrijf, categorie, trefwoorden en opmerkingen), tekst in documentkopen voetteksten en numerieke tekst. RTF-, PDF- en TXTbestanden Alle teksten worden in deze bestanden gezocht. Opmerking: U kunt naar trefwoorden, titel en beschrijving zoeken voor de volgende objecten: Hyperlink Programma Objectpakket Publicatie Enkelvoudig dashboard (MyInfoView) EPM-dashboard EPM-analyses Zoektechnieken Inhoud zoeken is een gespecialiseerde zoekfunctie waarmee u een zoekopdracht kunt uitvoeren met technieken die vergelijkbaar zijn met de technieken die worden gebruikt in andere zoekmachines. De volgende tabel toont de manieren waarop u een bewerking Inhoud zoeken kunt uitvoeren. Opmerking: inhoud doorzoeken is NIET hoofdlettergevoelig. De zoekresultaten voor de term 'rapport' zijn gelijk aan de resultaten voor de zoekterm 'RAPPORT'. 72 Handleiding Aan de slag met SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint

73 Werken met objecten Zoeken in de Integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software 6 Techniek Voorbeeld Beschrijving Zoektermen scheiden met spaties financieel rap port Er worden alleen zoekresultaten gegenereerd wanneer alle woorden worden gevonden in het document. Opmerking: als u zoektermen scheidt met een spatie, komt dit op hetzelfde neer als het gebruik van het scheidingsteken AND. Zoektermen tussen aanhalingstekens plaatsen totale verkooptoe name Er worden alleen zoekresultaten gegenereerd wanneer de exacte term wordt gevonden in een document. Zoektermen vooraf laten gaan door een + episode +I Er worden alleen zoekresultaten gegenereerd wanneer alle woorden worden gevonden in het document. Deze techniek is handig voor het zoeken naar woorden die meestal via een filter worden uitgesloten tijdens het zoeken. bijvoorbeeld een, voor, door, is, de. Zoektermen vooraf laten gaan door een - Verkoop Europa -omzet Er worden alleen zoekresultaten gegenereerd als het woord achter het minteken NIET wordt gevonden en alle andere woorden wel worden gevonden. Handleiding Aan de slag met SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint 73

74 Werken met objecten 6 Objecten plannen Techniek Voorbeeld Beschrijving Zoektermen scheiden met OR in hoofdletters rapport aantal bugs OR fouten Er worden zoekresultaten gegenereerd als een of meer van de woorden die worden gebruikt met OR, worden gevonden in het document. Verschillende zoektechnieken combineren marketing OF verkoop -finan cieel trend toename OF af name Er worden zoekresultaten gegenereerd als het document het woord marketing of het woord verkoop en de woordgroep trend toename of afname bevat, maar niet het woord finan cieel bevat. Objecten plannen Als u een object plant, wordt het object automatisch op opgegeven tijden uitgevoerd. Als een gepland object met succes wordt uitgevoerd, wordt er een exemplaar gemaakt. Een exemplaar is een versie van het object die gegevens bevat vanaf het tijdstip waarop het object uitgevoerd werd. U kunt een lijst exemplaren bekijken door in de geschiedenis van een object te kijken. Als u over de rechten beschikt om objecten op aanvraag weer te geven, kunt u elk exemplaar bekijken en vernieuwen om de meest recente gegevens uit de gegevensbron op te halen. Door exemplaren te plannen en weer te geven, kunt u ervoor zorgen dat u over de nieuwste gegevens beschikt die kunnen worden weergegeven, afgedrukt en gedistribueerd. U kunt de volgende objecttypen plannen: Crystal Reports Programs Objectpakketten 74 Handleiding Aan de slag met SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint

75 Werken met objecten Objecten plannen 6 Publicaties Web Intelligence-documenten Desktop Intelligence-documenten Opmerking: Voordat u objecten plant, dient u ervoor te zorgen dat u de tijdzone in uw regio op de pagina "Voorkeuren" hebt ingesteld. De standaardtijdzone is de lokale tijdzone van de webserver waarop BusinessObjects Enterprise wordt uitgevoerd, niet van de CMS waarmee gebruikers verbinding maken. Stel de tijdzone in om ervoor te zorgen dat de geplande objecten worden verwerkt in overeenstemming met de tijdzone waarin u werkt. Verwante onderwerpen Voorkeuren instellen Een object plannen Voer de volgende stappen uit om een object te plannen: 1. Navigeer in het "webonderdeel " naar de map waarin het object zich bevindt dat u wilt plannen. Klik op Acties en selecteer Planning uit de vervolgkeuzelijst. De pagina "Planning" verschijnt in het "webonderdeel User Actions". Handleiding Aan de slag met SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint 75

76 Werken met objecten 6 Objecten plannen 2. Geef de planningsopties op die u wilt gebruiken. Zie de volgende secties voor meer informatie over elke optie: Naam van exemplaar: De exemplaarnaam instellen Terugkeerpatroon: Een terugkeerpatroon selecteren Aanmeldingsgegevens voor de database: Objecten met aanmeldingsgegevens voor de database plannen Indelingen: Een indeling opgeven voor een exemplaar Doelen: Doellocaties Filters: Een recordselectieformule toepassen Afdrukken: Afdrukinstellingen voor een Crystal Report-rapport opgeven In cache opslaan: Een cache-indeling selecteren voor Web Intelligence of Desktop Intelligence-documenten Gebeurtenissen: Objecten met gebeurtenissen plannen Servergroep: De instellingen opgeven van de servergroep voor plannen 76 Handleiding Aan de slag met SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint

77 Werken met objecten Objecten plannen 6 Parameters/aanwijzingen: Objecten met parameters plannen Opmerking: In het geval van bepaalde planningsopties worden de instellingen die de beheerder al voor het object heeft gespecificeerd, geselecteerd als u deze opties selecteert. U kunt de objecten met deze opties plannen of u kunt uw eigen opties specificeren. 3. Klik op Planning. De exemplaarnaam instellen U kunt voor elk exemplaar een naam typen die voor elk geplande exemplaar moet worden gebruikt. Op de pagina "Planning", die verschijnt in het "webonderdeel Gebruikershandelingen", voert u de naam in in het veld Naam van exemplaar. Standaard wordt de naam van het geselecteerde object in dit veld weergegeven. Een terugkeerpatroon selecteren Met de optie Terugkeerpatroon geeft u een planning op voor het uitvoeren van een object. Voor elke parameter in de lijst Object uitvoeren gelden specifieke vereisten voor het invoeren van gegevens. De volgende parameters worden ondersteund: Nu Als u op Planning klikt, wordt het object één keer uitgevoerd (onmiddellijk). Eenmaal Voor deze optie is een parameter voor de begin- en eindtijd vereist. Het object wordt één keer op de opgegeven tijd uitgevoerd. Als u het object plant met gebeurtenissen, wordt het object één keer uitgevoerd als de gebeurtenis wordt geactiveerd tussen de begin- en eindtijd. Elk uur Deze optie vereist gegevens in uren en minuten om te bepalen hoe vaak het object moet worden uitgevoerd. Er worden regelmatig exemplaren Handleiding Aan de slag met SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint 77

78 Werken met objecten 6 Objecten plannen gemaakt volgens de parameters die u hebt ingevoerd. Het eerste exemplaar wordt gemaakt op de opgegeven begintijd en het uitvoeren van het object op basis van de uurlijkse planning wordt beëindigd op de eindtijd die u opgeeft. Dagelijks Voor deze optie is een parameter voor de begin- en eindtijd vereist. Het object wordt elke N dagen één keer op de opgegeven tijd uitgevoerd. Het stopt nadat de opgegeven eindtijd is verstreken. Wekelijks Voor deze optie is een parameter voor de begin- en eindtijd vereist. Elke week wordt het object op de geselecteerde dagen op de opgegeven tijd uitgevoerd. Er wordt geen exemplaar gemaakt nadat de opgegeven eindtijd is verstreken. Maandelijks Deze optie vereist naast een startdatum en een starttijd een terugkeerinterval in maanden. Het object wordt elke N maanden op de opgegeven datum en tijd uitgevoerd. Er wordt geen exemplaar gemaakt nadat de opgegeven eindtijd is verstreken. Ne dag van de maand Deze optie vereist dat u een dag van de maand opgeeft, waarop het object moet worden uitgevoerd. Exemplaren worden regelmatig elke maand gemaakt op de dag die u hebt ingevoerd en de tijd die u hebt opgegeven. Er wordt geen exemplaar gemaakt nadat de opgegeven eindtijd is verstreken. }1e maandag van de maand Voor deze optie is een parameter voor de begin- en eindtijd vereist. Er wordt een exemplaar gemaakt op de eerste maandag van elke maand op de opgegeven tijd. Er wordt geen exemplaar gemaakt nadat de opgegeven eindtijd is verstreken. Laatste dag van de maand Voor deze optie is een parameter voor de begin- en eindtijd vereist. Er wordt een exemplaar gemaakt op de laatste dag van elke maand op de opgegeven tijd. Er wordt geen exemplaar gemaakt nadat de opgegeven eindtijd is verstreken. 78 Handleiding Aan de slag met SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint

79 Werken met objecten Objecten plannen 6 X dag van de Nde week van de maand Voor deze optie is een parameter voor de begin- en eindtijd vereist. Er wordt maandelijks een exemplaar gemaakt op een opgegeven dag van de week. Er wordt geen exemplaar gemaakt nadat de opgegeven eindtijd is verstreken. Agenda Met deze optie kunt u een agenda met datums selecteren. (Agenda's zijn aangepaste lijsten met planningsdatums die worden gemaakt door de BusinessObjects Enterprise-beheerder.) Er wordt een exemplaar gemaakt op elke dag die in de agenda is aangegeven vanaf de opgegeven begintijd tot aan de opgegeven eindtijd. In het veld Toegestaan aantal pogingen kunt u het aantal pogingen opgeven dat de server een opdracht probeert uit te voeren, mocht de opdracht mislukken. In het veld Herkansingsinterval in seconden kunt u de tijd opgeven, hoe lang de server moet wachten voordat er een herkansing ondernomen wordt. Objecten met aanmeldingsgegevens voor de database plannen Voor het plannen van sommige objecten moet u zijn aangemeld bij een database. U kunt dit doen op de pagina "Planning" als u over referenties voor de gegevensbron van het object beschikt. Voer de volgende stappen uit om een object met aanmeldingsgegevens voor de database te plannen: 1. Op de pagina "Planning" die verschijnt in het "webonderdeel User Actions" klikt u op Aanmelding bij database. Wijzig zo nodig de aanmeldingsgegevens voor de gegevensbron van het object. 2. Stel de overige planningsparameters in en klik op Planning. Verwante onderwerpen Een object plannen Handleiding Aan de slag met SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint 79

80 Werken met objecten 6 Objecten plannen Beschikbare exemplaarindelingen Afhankelijk van het type object dat u wilt plannen, kunt u de indeling selecteren waarin het exemplaar van het object wordt opgeslagen wanneer dit wordt gegenereerd in BusinessObjects Enterprise. U kunt de opgegeven objecttypen in de volgende indelingen verzenden of plannen. Crystal Reports-rapportindelingen Voor de Crystal Reports-rapporten worden de volgende indelingen ondersteund: Crystal Reports-rapporten Microsoft Excel ( ) Microsoft Excel ( ) Microsoft Excel ( ) (alleen gegevens) Microsoft Word ( ) PDF Rich Text Format (RTF) Microsoft Word ( ) bewerkbaar (RTF) Tekst zonder opmaak Tekst met pagina-indeling Door tabs gescheiden tekst (TTX) Gescheiden waarden (CSV) XML Opmerking: Als u een andere bestandsindeling selecteert dan Crystal Reports-rapporten, wordt er zoveel opmaak behouden als mogelijk is met de exportindeling. Het is daarom mogelijk dat alle opmaak of een gedeelte hiervan in het rapport verloren gaat. 80 Handleiding Aan de slag met SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint

81 Werken met objecten Objecten plannen 6 Het verschil tussen de indelingen Excel en Excel (alleen gegevens) is dat bij de optie Excel de opmaak en de functionaliteit van het oorspronkelijke rapport zo veel mogelijk wordt gehandhaaft, terwijl de optie Excel (alleen gegevens) vooral is bedoeld om de gegevens te behouden, waarbij cellen niet worden samengevoegd. Bij de indeling Door tabs gescheiden tekst wordt er een tab tussen de waarden geplaatst en wordt de rapportopmaak zoveel mogelijk behouden. Bij de indeling Gescheiden waarden wordt er een vooraf gedefinieerd teken tussen de waarden geplaatst en wordt niet geprobeerd de rapportopmaak te behouden. Bij de indeling Microsoft Word ( ) wordt de opmaak zoveel mogelijk gehandhaafd, waaronder ook grafische afbeeldingen. Elk object wordt in een afzonderlijk tekstveld weergegeven. Bij de indeling Microsoft Word ( ) bewerkbaar blijft de opmaak minder goed intact; tekst wordt per regel weergegeven en afbeeldingen worden bij de tekst geplaatst. RTF (Rich Text Format) is vergelijkbaar met Microsoft Word ( ). Zie en de sectie over exporteren in de Gebruikershandleiding voorextra opmaakopties voor Crystal Reports-rapportenCrystal Reports voor meer informatie over de opties die moeten worden ingesteld als u een Crystal Reports-rapport in een bepaalde indeling wilt plannen. Desktop Intelligence-documentindelingen Voor Desktop Intelligence-documenten worden de volgende indelingen ondersteund: Desktop Intelligence Microsoft Excel PDF Tekst zonder opmaak RTF-tekst Web Intelligence-documentindelingen Voor Web Intelligence-documenten worden de volgende indelingen ondersteund: Web Intelligence Microsoft Excel Handleiding Aan de slag met SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint 81

82 Werken met objecten 6 Objecten plannen PDF Een indeling opgeven voor een exemplaar Voer de volgende stappen uit om een indeling voor een exemplaar op te geven: 1. Op de pagina "Planning " die verschijnt in het "webonderdeel User Actions" klikt u op Indelingen. 2. Selecteer uit de vervolgkeuzelijst Indelingsopties de indeling waarnaar u het rapport wilt plannen. 3. Selecteer zonodig aanvullende opties voor de indeling. Voor bepaalde Crystal Reports-indelingen moet u extra indelingsopties opgeven. Deze opties zijn afhankelijk van de indeling die u hebt geselecteerd. 4. Stel de overige planningsparameters in en klik op Planning. Verwante onderwerpen Extra opmaakopties voor Crystal Reports-rapporten Een object plannen Extra opmaakopties voor Crystal Reports-rapporten Wanneer u een Crystal Reports-rapport naar verschillende indelingen plant, moet u soms extra opties instellen. In deze sectie worden de extra opties voor elke indeling besproken: "Microsoft Excel ( )" "Microsoft Excel ( ) (Data Only)" "Microsoft Word ( )" "PDF" "Rich Text Format (RTF)" "Microsoft Word - Editable (RTF)" "Plain Text" "Paginated Text" "Separated Values (CSV)" "XML" 82 Handleiding Aan de slag met SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint

83 Werken met objecten Objecten plannen 6 Tabel 6-3: Microsoft Excel ( ) Optie Beschrijving De exportopties gebruiken die zijn gedefinieerd in het rapport Selecteer deze optie als u de exportopties wilt gebruiken die al in het rapport zijn gedefinieerd. Als u deze optie selecteert, is het niet toegestaan andere extra indelingsopties in te stellen. Kolombreedte instellen Selecteer deze optie als u de breedte van afzonderlijke kolommen in Excel wilt instellen. De volgende opties worden ondersteund: Selecteer Kolombreedte gebaseerd op objecten in: om de breedte van de Excel-kolommen in te stellen, gebaseerd op de objecten in het rapport. Selecteer vervolgens het vlak van het rapport, wiens breedte u wilt toepassen op de Excel-kolommen. Als u bijvoorbeeld Geheel rapport selecteert, is de waarde die ingesteld is als de breedte van de kolommen, hetzelfde als de waarde van het vlak van het rapport met de maximale breedte. Als de paginakop de maximale breedte heeft, dan wordt de breedte van de paginakop toegepast op de Excel-kolommen. Nu kunt u er zeker van zijn dat er geen rapportgegevens verloren raken. Selecteer Constante kolombreedte (in punten) om de constante kolombreedte als constante in te stellen en geef de breedte op. Paginakoptekst en -voettekst exporteren Als u de paginakopteksten en -voetteksten in uw rapportexemplaar wilt opnemen, geeft u aan of deze Eenmaal per rapport of Op elke pagina moeten worden geëxporteerd. Wilt u de paginakopteksten en -voetteksten uitsluiten, dan selecteert u Geen. Handleiding Aan de slag met SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint 83

84 Werken met objecten 6 Objecten plannen Optie Beschrijving Pagina-einden maken voor elke pagina Selecteer deze optie als u pagina-einden wilt gebruiken. Datumwaarden omzetten in tekenreeksen Selecteer deze optie als u datumwaarden wilt exporteren als tekenreeksen. Rasterlijnen weergeven: Selecteer deze optie als u rasterlijnen in het geëxporteerde document wilt weergeven. Als u alle pagina's van het rapport wilt, selecteert u Alles. Paginabereik Als u een paginabereik wilt opgeven, voert u de paginanummers in die u wilt opnemen in de velden van: en tot: Tabel 6-4: Microsoft Excel ( ) alleen gegevens Optie Beschrijving De exportopties gebruiken die zijn gedefinieerd in het rapport Selecteer deze optie als u de exportopties wilt gebruiken die al in het rapport zijn gedefinieerd. Het is niet toegestaan andere extra indelingsopties in te stellen. 84 Handleiding Aan de slag met SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint

85 Werken met objecten Objecten plannen 6 Optie Kolombreedte instellen Beschrijving Selecteer Kolombreedte gebaseerd op objecten in de/het: om de breedte van de Excel-kolommen in te stellen, gebaseerd op de objecten in het rapport. Selecteer vervolgens het vlak van het rapport, wiens breedte u wilt toepassen op de Excel-kolommen. Als u bijvoorbeeld Geheel rapport selecteert, is de waarde die ingesteld is als de breedte van de kolommen, hetzelfde als de waarde van het vlak van het rapport met de maximale breedte. Als de paginakop de maximale breedte heeft, dan wordt de breedte van de paginakop toegepast op de Excel-kolommen. Nu kunt u er zeker van zijn dat er geen rapportgegevens verloren raken. Selecteer Constante kolombreedte (in punten) om de kolombreedte als constante in te stellen en geef de breedte op. Objectopmaak exporteren Selecteer deze optie als u de objectopmaak wilt behouden. Afbeeldingen exporteren Selecteer deze optie als u de afbeeldingen in het rapport wilt exporteren. Werkbladfuncties gebruiken voor samenvattingen Selecteer deze optie als u samenvattingen in het rapport wilt gebruiken om werkbladfuncties in Excel te maken. Selecteer deze optie als u de positie van de objecten ten opzichte van elkaar wilt behouden. Relatieve objectpositie behouden Kolomuitlijning behouden Selecteer deze optie als u de uitlijning van tekst in de kolommen van het rapport wilt behouden. Handleiding Aan de slag met SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint 85

86 Werken met objecten 6 Objecten plannen Optie Beschrijving Paginakoptekst en -voettekst exporteren Selecteer deze optie als u de paginakoptekst en -voettekst in uw rapportexemplaar wilt opnemen. Selecteer deze optie als u paginakopteksten wilt vereenvoudigen. Paginakopteksten vereenvoudigen Groepsoverzichten weergeven Selecteer deze optie als u groepsoverzichten wilt weergeven. Tabel 6-5: Microsoft Word ( ) Optie Beschrijving Als u alle pagina's van het rapport wilt, selecteert u Alles. Paginabereik Als u een paginabereik wilt opgeven, voert u de paginanummers in die u wilt opnemen in de velden van: en tot: Tabel 6-6: PDF Optie Beschrijving De exportopties gebruiken die zijn gedefinieerd in het rapport Selecteer deze optie als u de exportopties wilt gebruiken die al in het rapport zijn gedefinieerd. Het is niet toegestaan andere extra indelingsopties in te stellen. 86 Handleiding Aan de slag met SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint

87 Werken met objecten Objecten plannen 6 Optie Beschrijving Als u alle pagina's van het rapport wilt, selecteert u Alles. Paginabereik Als u een paginabereik wilt opgeven, voert u de paginanummers in die u wilt opnemen in de velden van: en tot: Bladwijzers maken van groepsstructuur Selecteer deze optie als u bladwijzers in het PDF-bestand wilt maken op basis van de boomstructuur van het rapport. Hiermee kunt u gemakkelijk door het rapport bladeren. Tabel 6-7: Rich Text Format (RTF) Optie Beschrijving Als u alle pagina's van het rapport wilt, selecteert u Alles. Paginabereik Als u een paginabereik wilt opgeven, voert u de paginanummers in die u wilt opnemen in de velden van: en tot: Tabel 6-8: Microsoft Word - bewerkbaar (RTF) Optie Beschrijving De exportopties gebruiken die zijn gedefinieerd in het rapport Selecteer deze optie als u de exportopties wilt gebruiken die al in het rapport zijn gedefinieerd. Het is niet toegestaan andere extra indelingsopties in te stellen. Handleiding Aan de slag met SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint 87

88 Werken met objecten 6 Objecten plannen Optie Beschrijving Als u alle pagina's van het rapport wilt, selecteert u Alles. Paginabereik Als u een paginabereik wilt opgeven, voert u de paginanummers in die u wilt opnemen in de velden van: en tot: Pagina-einde invoegen na elke rapportpagina Selecteer deze optie als u pagina-einden wilt invoegen na elke rapportpagina in het RTF-bestand. Tabel 6-9: Tekst zonder opmaak Optie Beschrijving Aantal tekens per inch Voer een waarde tussen 8 en 16 in om aan te geven hoeveel tekens er per inch moeten worden gebruikt. Met deze instelling regelt u de weergave en de indeling van het tekstbestand. Tabel 6-10: Tekst met pagina-indeling Optie Beschrijving De exportopties gebruiken die zijn gedefinieerd in het rapport Selecteer deze optie als u de exportopties wilt gebruiken die al in het rapport zijn gedefinieerd. Het is niet toegestaan andere extra indelingsopties in te stellen. Aantal regels per pagina Voer het aantal regels tekst in die tussen de pagina-einden moeten worden gebruikt. 88 Handleiding Aan de slag met SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint

89 Werken met objecten Objecten plannen 6 Optie Beschrijving Aantal tekens per inch Voer een waarde tussen 8 en 16 in om aan te geven hoeveel tekens er per inch moeten worden gebruikt. Met deze instelling regelt u de weergave en de indeling van het tekstbestand. Tabel 6-11: Gescheiden waarden (CSV) Optie Beschrijving De exportopties gebruiken die zijn gedefinieerd in het rapport Selecteer deze optie als u de exportopties wilt gebruiken die al in het rapport zijn gedefinieerd. Het is niet toegestaan andere extra indelingsopties in te stellen. Scheiding steken Voer het teken in dat u wilt gebruiken als scheidingsteken. Scheiding steken Voer een teken in om waarden te scheiden of selecteer Tab. Modus Selecteer Standaard of Overgenomen. In de modus Standaard kunt u rapport-, pagina- en groepssecties in uw rapportexemplaar opnemen. In de modus Overgenomen kunt u deze opties niet selecteren. Rapport- en paginasecties Als u de modus Standaard hebt geselecteerd, kunt u aangeven of u de rapport- en paginasecties wilt exporteren. Zo ja, geef op of u ze wilt isoleren of niet. Handleiding Aan de slag met SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint 89

90 Werken met objecten 6 Objecten plannen Optie Beschrijving Groepssecties Als u de modus Standaard hebt geselecteerd, kunt u aangeven of u de groepssecties wilt exporteren. Zo ja, geef op of u ze wilt isoleren of niet. Tabel 6-12: XML Optie Beschrijving XML-exportin delingen Selecteer de XML-exportindeling die u wilt gebruiken. Een exemplaardoel opgeven U kunt een objectexemplaar zo plannen dat het exemplaar wordt verzonden naar een specifiek doel op uw computer of netwerk, een standaardbestandslocatie, een programma of een FTP-server. Als de beheerder een bepaald doel voor het object heeft opgegeven, wordt deze doeloptie weergegeven. U kunt een ander doel selecteren als u over de juiste rechten beschikt. U moet extra gegevens opgeven voor het gekozen doel. Voer de volgende stappen uit om een doel op te geven: 1. Op de pagina "Planning " die verschijnt in het "webonderdeel User Actions" klikt u op Indelingen en bestemmingen, Indelingen en bestemming of op Doel. 2. Selecteer het doel in het gebied Uitvoerindeling en -doel of Doel, nadat u de indeling hebt geselecteerd waarin u wilt plannen. Opmerking: Als u een Crystal Report-rapport plant, hoeft u geen indeling te kiezen voordat u een doel kiest. Laat de doelinstellingen leeg als u het standaarddoel wilt gebruiken. 90 Handleiding Aan de slag met SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint

91 Werken met objecten Objecten plannen 6 Selecteer Een exemplaar in de geschiedenis behouden als u het exemplaar wilt behouden op de server nadat het is uitgevoerd en naar het doel is verzonden. 3. Stel de overige planningsparameters in en klik op Planning. Verwante onderwerpen Opties voor doelen Een object plannen Opties voor doelen Als u opties wilt opgeven voor een object dat u plant naar een doel (bijvoorbeeld de namen van ontvangers van het exemplaar, de adressen of een FTP-server om het exemplaar te uploaden), moet u gegevens invoeren over het gekozen doel. Opmerking: De doelen moeten geconfigureerd zijn op de servers waarop planningstaken worden uitgevoerd. Neem contact op met uw BusinessObjects Enterprise-beheerder om hier zeker van te zijn. "Inbox" "File Location" "FTP Server" " Recipients" Tabel 6-13: Postvak IN Optie Beschrijving Geselecteerde ontvangers Selecteer Gebruikers of Groepen in de lijst Kiezen en selecteer de gewenste ontvangers in de lijst "Beschikbare ontvangers". Klik op > om gebruikers of groepen toe te voegen aan de lijst "Geselecteerde ontvangers". Handleiding Aan de slag met SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint 91

92 Werken met objecten 6 Objecten plannen Optie Beschrijving Als u wilt dat BusinessObjects Enterprise een naam voor het exemplaar genereert, selecteert u Automatisch gegenereerd. Als u een specifieke bestandsnaam wilt gebruiken, voert u deze in in het veld Specifieke naam. Doelnaam Opmerking: Als u variabelen in het onderwerp wilt opnemen, selecteert u variabelen in de lijst naast het gegevensveld. De variabele wordt aan het einde van de tekst in het tekstvak toegevoegd. Variabelen die u kunt toevoegen, zijn bijvoorbeeld de naam van het object, de id, de eigenaar, datum en tijd, uw e- mailadres en uw naam. Verzenden als: Als u een snelkoppeling van het exemplaar naar ontvangers wilt verzenden, selecteert u Snelkoppeling. Als u een kopie van het exemplaar naar de ontvangers wilt verzenden, selecteert u Kopie. Tabel 6-14: Bestandslocatie Optie Beschrijving Map Voer het pad in naar de map waarnaar u het exemplaar wilt verzenden. 92 Handleiding Aan de slag met SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint

93 Werken met objecten Objecten plannen 6 Optie Beschrijving Als u wilt dat BusinessObjects Enterprise een naam voor het exemplaar genereert, selecteert u Automatisch gegenereerd. Bestand snaam Als u een specifieke bestandsnaam wilt gebruiken, voert u deze in in het veld Specifieke naam. Als u de bestandsextensie wilt opnemen, selecteert u Bestandsextensie toevoegen. Opmerking: Als u variabelen in het onderwerp wilt opnemen, selecteert u variabelen in de lijst naast het gegevensveld. De variabele wordt aan het einde van de tekst in het tekstvak toegevoegd. Variabelen die u kunt toevoegen, zijn bijvoorbeeld de naam van het object, de id, de eigenaar, datum en tijd, uw e- mailadres en uw naam. Gebruiker snaam Voer de gebruikersnaam in die vereist is om toegang te krijgen tot de bestandslocatie. Wachtwoord Voer het wachtwoord in dat vereist is om toegang te krijgen tot de bestandslocatie. Tabel 6-15: FTP-server Optie Beschrijving Host Voer de naam van de FTP-server in. Poort Voer het poortnummer in dat gebruikt wordt om de FTPserver te openen. De standaardpoort is 21. Gebruiker snaam Voer de naam van de gebruiker in die toegangsrechten tot de FTP-server heeft. Handleiding Aan de slag met SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint 93

94 Werken met objecten 6 Objecten plannen Optie Beschrijving Wachtwoord Voer het wachtwoord in dat vereist is om toegang te krijgen tot de FTP-server. Account Voer het account in dat vereist is om toegang te krijgen tot de FTP-server, indien van toepassing. Map Voer het pad in naar de map waarnaar u het exemplaar wilt verzenden. Als u wilt dat BusinessObjects Enterprise een naam voor het exemplaar genereert, selecteert u Automatisch gegenereerd. Bestand snaam Als u een specifieke bestandsnaam wilt gebruiken, voert u deze in in het veld Specifieke naam. Als u de bestandsextensie wilt opnemen, selecteert u Bestandsextensie toevoegen. Opmerking: Als u variabelen in het onderwerp wilt opnemen, selecteert u variabelen in de lijst naast het gegevensveld. De variabele wordt aan het einde van de tekst in het tekstvak toegevoegd. Variabelen die u kunt toevoegen, zijn bijvoorbeeld de naam van het object, de id, de eigenaar, datum en tijd, uw adres en uw naam. Tabel 6-16: ontvangers Optie Beschrijving Van Voer een retouradres in. 94 Handleiding Aan de slag met SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint

95 Werken met objecten Objecten plannen 6 Optie Beschrijving Aan Voer het adres van de ontvangers in waarnaar u het exemplaar wilt verzenden. Plaats een puntkomma tussen de adressen als u er meerdere opgeeft. Cc Voer de adressen in waarnaar u een kopie van het exemplaar wilt verzenden. Plaats een puntkomma tussen de adressen als u er meerdere opgeeft. Voer een onderwerp van het bericht in. Onderwerp Opmerking: Als u variabelen in het onderwerp wilt opnemen, selecteert u variabelen in de lijst naast het gegevensveld. Variabelen die u kunt toevoegen, zijn bijvoorbeeld de naam van het object, de id, de eigenaar, datum en tijd, uw adres en uw naam. Bijlage toevoegen Vink dit vakje aan om het exemplaar als bijlage bij het e- mailbericht te verzenden. Als u Bijlage toevoegen hebt geselecteerd, kunt u de naam van de bijlage nu controleren. Als u wilt dat BusinessObjects Enterprise een naam voor het exemplaar genereert, selecteert u Automatisch gegenereerd. Bijlage Als u een specifieke bestandsnaam wilt gebruiken, voert u deze in in het veld Specifieke naam. Als u de bestandsextensie wilt opnemen, selecteert u Bestandsextensie toevoegen. Opmerking: Als u variabelen in het onderwerp wilt opnemen, selecteert u variabelen in de lijst naast het gegevensveld. Variabelen die u kunt toevoegen, zijn bijvoorbeeld de naam van het object, de id, de eigenaar, datum en tijd, uw adres en uw naam. Handleiding Aan de slag met SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint 95

96 Werken met objecten 6 Objecten plannen Optie Beschrijving Voer de tekst die u als bericht wilt verzenden in. Bericht: Opmerking: Als u variabelen in het onderwerp wilt opnemen, selecteert u variabelen in de lijst naast het gegevensveld. De variabele wordt aan het einde van de tekst in het tekstvak toegevoegd. Variabelen die u kunt toevoegen, zijn bijvoorbeeld de naam van het object, de id, de eigenaar, datum en tijd, uw adres en uw naam. Doellocaties In BusinessObjects Enterprise kunt u objecten plannen, verzenden of publiceren naar de volgende doellocaties: Standaard Enterprise-locatie Met deze optie kunt u het exemplaar opslaan naar een standaard BusinessObjects Enterprise-locatie (de Output File Repository Server). Postvak IN Met deze optie kunt u het exemplaar opslaan naar de Output File Repository Server en naar Postvakken IN als volgt: Als u de optie Standaardwaarden van de Job Server gebruiken selecteert, worden kopieën van het exemplaar opgeslagen naar de Postvakken IN die zijn geconfigureerd op de Job Server. Als u de optie Standaardwaarden van de Job Server gebruiken niet selecteert, kunt u de Postvakken IN opgeven waarnaar u het exemplaar wilt opslaan. Bestandslocatie Met deze optie kunt u het exemplaar opslaan naar de Output File Repository Server en naar de opgegeven bestandslocatie: 96 Handleiding Aan de slag met SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint

97 Werken met objecten Objecten plannen 6 Als u de optie Standaardwaarden van de Job Server gebruiken selecteert, worden kopieën van het exemplaar opgeslagen naar de onbeheerde schijflocatie die is geconfigureerd op de Job Server. Als u de optie De standaardwaarden van de Job Server gebruiken niet selecteert, wordt een kopie van het exemplaar opgeslagen naar de bestandslocatie die u hebt opgegeven. FTP-server Met deze optie kunt u het exemplaar opslaan naar de Output File Repository Server en naar de opgegeven FTP-server: Als u de optie Standaardwaarden van de Job Server gebruiken selecteert, wordt een kopie van het exemplaar opgeslagen naar de FTP-server die is geconfigureerd op de Job Server. Als u de optie De standaardwaarden van de Job Server gebruiken niet selecteert, kunt u de FTP-server opgeven waarnaar u het exemplaar wilt opslaan. ontvangers Met deze optie kunt u het exemplaar opslaan naar de Output File Repository Server en naar de opgegeven ontvangers: Als u de optie Standaardwaarden van de Job Server gebruiken selecteert, worden kopieën van het exemplaar in een bericht verzonden naar de ontvangers die zijn geconfigureerd op de Job Server. Als u de optie Standaardwaarden van de Job Server gebruiken niet selecteert, kunt u de ontvangers opgeven waarnaar u de kopieën van het exemplaar wilt verzenden. Opmerking: Als u een andere optie selecteert dan Standaard Enterprise-locatie en besluit de optie De standaardwaarden van de Job Server te gebruiken, moet u er zeker van zijn dat de beheerder de locatie naar de juiste Job Server heeft gekopieerd. Zie de SAP BusinessObjects Enterprise Beheerdershandleiding voor meer informatie. Handleiding Aan de slag met SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint 97

98 Werken met objecten 6 Objecten plannen Een recordselectieformule toepassen Als een object een selectieformule voor records of groepen records bevat, kunt u de formule wijzigen voordat u het object plant. Met selectieformules kunt u bepalen welke gegevens er in een rapport worden weergegeven en kunt u tevens de prestaties verbeteren door geen records op te nemen die u niet nodig hebt. Zie de Gebruikershandleing voor Crystal Reports voor meer informatie over recordselectieformules. Voer de volgende stappen uit om een recordselectieformule toe te passen: 1. Op de pagina "Planning", die verschijnt in het "webonderdeel User Actions", klikt u op Filters. 2. Wijzig indien nodig de selectieformule voor records of groepen records. 3. Stel de overige planningsparameters in en klik op Planning. Verwante onderwerpen Een object plannen Afdrukinstellingen voor een Crystal Report-rapport opgeven Wanneer u een Crystal Report-rapport plant, kunt u het objectexemplaar afdrukken, nadat het is gegenereerd. Voer de volgende stappen uit om de afdrukinstellingen voor een Crystal Report-rapport op te geven: 1. Op de pagina "Planning " die verschijnt in het "webonderdeel User Actions" klikt u op Afdrukinstellingen. 2. Selecteer om het rapport af te drukken Crystal Report-rapporten afdrukken bij plannen. 3. Als u de standaardprinter wilt gebruiken, selecteert u uit de vervolgkeuzelijst Indeling instellen op:afdrukinstellingen specificeren en vervolgens selecteert u Standaardprinter. Als u een andere printer wilt gebruiken, geeft u de printerinformatie op in het veld De printer specificeren. 4. Voer in het veld Aantal kopieën het aantal kopieën in dat u wilt afdrukken. 98 Handleiding Aan de slag met SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint

99 Werken met objecten Objecten plannen 6 5. Selecteer onder AfdrukbereikAlles om alle pagina's van een rapport af te drukken, of selecteer Pagina's om bepaalde pagina's van het rapport af te drukken en geeft het paginabereik op in de velden van: en tot:. 6. Als u de afgedrukte kopieën wilt rangschikken, selecteert u de juiste optie uit de vervolgkeuzelijst Sorteeroptie instellen op:. 7. In de lijst Paginaschaal geeft u de schaalvoorkeuren op. 8. Als u een pagina wilt centreren, selecteert u De pagina centreren. 9. Als u liggende pagina's op een enkele pagina wilt krijgen, selecteert u Horizontale pagina's passend maken op één pagina. 10. Selecteer de gewenste indeling onder De pagina-indeling van het rapport instellen. Als u de afdrukinstellingen wilt aangeven, selecteert u Printerinstellingen opgeven. Als u Aangepaste instellingen selecteert, geeft u aan of u standaardindelingsinstellingen of aangepaste indelingsinstellingen wilt gebruiken. Als u Aangepaste indeling gebruiken hebt geselecteerd, geeft u de gewenste afdrukstand en het gewenste papierformaat aan. 11. Stel de overige planningsparameters in en klik op Planning. Verwante onderwerpen Een object plannen Afdrukinstellingen opgeven voor een Desktop Intelligence-document Wanneer u een Desktop Intelligence-document plant, kunt u het objectexemplaar afdrukken, nadat het is gegenereerd. Voer de volgende stappen uit om de afdrukinstellingen voor een Desktop Intelligence-document op te geven: 1. Op de pagina "Planning " die verschijnt in het "webonderdeel User Actions" klikt u op Afdrukken. 2. Selecteer de optie Ingeschakeld om de instellingen die u in stap 3 hebt opgegeven, in te schakelen. Handleiding Aan de slag met SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint 99

100 Werken met objecten 6 Objecten plannen 3. Als u de standaardprinter wilt gebruiken, selecteert u de optie Standaardprinter of selecteert u De printer specificeren en geeft u vervolgens de juiste printerinformatie op. Verwante onderwerpen Een object plannen Objecten met gebeurtenissen plannen Op gebeurtenissen gebaseerd plannen geeft u extra controle over het plannen van objecten: u kunt het systeem zo configureren dat objecten alleen na een opgegeven gebeurtenis uitgevoerd wordt. Het werken met gebeurtenissen verloopt in twee stappen: eerst maakt u een gebeurtenis en vervolgens plant u een object met gebeurtenissen. Wanneer u dus een gebeurtenis aanmaakt, kunt u het als een afhankelijkheid selecteren wanneer u een object plant. De geplande taak wordt dan alleen uitgevoerd als de gebeurtenis plaatsvindt. U kunt gebeurtenissen in Central Management Console (CMC) maken en de gebeurtenissen vervolgens selecteren bij het plannen van objecten. Zie de SAP BusinessObjects Enterprise Beheerdershandleiding voor meer informatie over het maken van gebeurtenissen en de CMC. Voer de volgende stappen uit om een object met gebeurtenissen te plannen: 1. Op de pagina "Planning " die verschijnt in het "webonderdeel User Actions" klikt u op Gebeurtenissen. 2. Als u een gebeurtenis wilt opgeven om het geplande object te activeren, selecteert u de gebeurtenis in het venster "Beschikbare gebeurtenissen" en klikt u vervolgens op >. De geselecteerde gebeurtenissen worden naar het venster "Gebeurtenissen wachten op:" verplaatst. 3. Als u wilt dat er een andere gebeurtenis wordt geactiveerd zodra deze geplande taak is voltooid, selecteert u de gebeurtenis in het venster "Beschikbare planningsgebeurtenissen" en vervolgens op >. De geselecteerde gebeurtenissen worden naar het venster "Te activeren gebeurtenissen na voltooiing:" verplaatst. 4. Stel de overige planningsopties in en klik op Planning. 100 Handleiding Aan de slag met SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint

101 Werken met objecten Objecten plannen 6 Zie het hoofdstuk Objecten plannen in de SAP BusinessObjects Enterprise Beheerdershandleiding voor meer informatie over het plannen met gebeurtenissen. Verwante onderwerpen Een object plannen De instellingen opgeven van de servergroep voor plannen Wanneer u een object plant, kunt u de servergroep selecteren die door het systeem moet worden gebruikt om het object uit te voeren. Voer de volgende stappen uit om de instellingen van de servergroep voor plannen op te geven: 1. Op de pagina "Planning " die verschijnt in het "webonderdeel User Actions" klikt u op Servergroep voor plannen. 2. Selecteer de gewenste servergroepoptie voor plannen. De volgende opties worden ondersteund: De eerste beschikbare server gebruiken Dit is de standaardoptie. BusinessObjects Enterprise gebruikt de server die op het moment van de planning de meeste bronnen beschikbaar heeft. Voorkeur geven aan servers die bij de geselecteerde groep horen Selecteer een servergroep uit de vervolgkeuzelijst. Met deze optie wordt geprobeerd het object te verwerken op de servers uit de servergroep. Als de opgegeven servers niet beschikbaar zijn, wordt het object op de eerstvolgende beschikbare server verwerkt. Alleen servers gebruiken die bij de geselecteerde groep horen Als u deze optie kiest, wordt door BusinessObjects Enterprise alleen de servers uit de geselecteerde servergroep gebruikt. Als geen van de servers in de servergroep beschikbaar is, wordt het object niet verwerkt. 3. Als in uw BusinessObjects Enterprise-implementatie gebruik wordt gemaakt van federatie en u het object wilt uitvoeren op de federatiesite Handleiding Aan de slag met SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint 101

102 Werken met objecten 6 Objecten plannen waarop het zich bevindt, selecteert u Uitvoeren op oorspronkelijke locatie. 4. Stel de overige planningsparameters in en klik op Planning. Verwante onderwerpen Een object plannen Objecten met parameters plannen Sommige objecten maken gebruik van parameters. Met parameters wordt de gebruiker gevraagd gegevens in te voeren. Voor rapportobjecten bepaalt deze informatie welke gegevens er in het rapport worden weergegeven. In een rapport dat wordt gebruikt door de afdeling Verkoop, kan bijvoorbeeld een parameter zijn opgenomen waarin de gebruiker wordt gevraagd een regio in te voeren. Als de gebruiker een regio kiest, worden in het rapport alleen de resultaten voor de desbetreffende regio weergegeven. Opmerking: In Web Intelligence-documenten worden parameters 'aanwijzingen' genoemd. U kunt parameters instellen op de pagina "Planning" die verschijnt in het "webonderdeel User Actions". De parameteroptie verschijnt niet op de pagina "Planning" als het object dat u plant, geen parameters bevat. Voer de volgende stappen uit om een object met parameters te plannen: 1. Op de pagina "Planning " die verschijnt in het "webonderdeel User Actions" klikt u op Parameters of Aanwijzingen. Opmerking: De weergave van de parameteraanwijzingen op de pagina "Planning" kan per object verschillen, afhankelijk van de manier waarop het parameterveld is gemaakt. Voor programmaobjecten wordt in plaats hiervan mogelijk een veld Argument weergegeven. 2. Als u de waarde van een parameter wilt wijzigen, klikt u op de waarde. Als u een Web Intelligence-document plant, klikt u op Bewerken om aanwijzingswaarden te bewerken. 3. Stel de overige planningsparameters in en klik op Planning. Verwante onderwerpen Een object plannen 102 Handleiding Aan de slag met SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint

103 Werken met objecten Objecten plannen 6 Een cache-indeling selecteren voor Web Intelligence of Desktop Intelligence-documenten Wanneer een gepland Web Intelligence- of Desktop Intelligence-document wordt uitgevoerd, wordt het exemplaar dat wordt gegenereerd, opgeslagen op de Output File Repository Server. U kunt een cache-indeling ook selecteren voor een document, zodat het systeem in staat gesteld wordt het rapport op de juiste rapportserver op te slaan. Het systeem slaat het rapport niet op, tenzij u een cache-indeling opgeeft. Opmerking: Als u een cache-optie wilt kiezen, moet de uitvoerindeling die u voor het object hebt opgegeven Web Intelligence of Desktop Intelligence zijn. Selecteert u een andere indeling, dan hebben de opgegeven cache-opties geen effect. Voer de volgende stappen uit om een cache-indeling voor documenten op te geven: 1. Navigeer in het "webonderdeel " naar een map of categorie en selecteer een Web Intelligence- of Desktop Intelligence-object. 2. Controleer of het object dat u plant de geplande indeling heeft. Bijvoorbeeld: Als u een Web Intelligence-document plant, moet u plannen in de Web Intelligence-indeling. Als u een Desktop Intelligence-document plant, moet u plannen in de Desktop Intelligence-indeling. 3. Klik op de taakbalk van het "webonderdeel " op Acties en selecteer Plannen uit de vervolgkeuzelijst. 4. Selecteer uit Beschikbare cache-indelingen de indeling waarnaar u het object vooraf in de cache wilt laden. Opmerking: Selecteer de landinstellingen die u vooraf in de cache wilt laden als u een Web Intelligence-document plant. Wanneer u het Web Intelligence-document plant, genereert BusinessObjects Enterprise in de cache versies van het document volgens de landinstellingen die u opgeeft. 5. Klik op Planning. Handleiding Aan de slag met SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint 103

104 Werken met objecten 6 Objecten plannen Verwante onderwerpen Een object plannen De uitvoering van een exemplaar onderbreken of hervatten U kunt de uitvoering van een objectexemplaar onderbreken en later weer hervatten. Als bijvoorbeeld een BusinessObjects Enterprise Job Server om onderhoudsredenen niet bereikbaar is, wilt u een gepland exemplaar misschien onderbreken om te voorkomen dat het systeem het object uitvoert. U kunt een exemplaar onderbreken om het mislukken van de geplande opdrachten te voorkomen, wanneer de Job Server niet actief is. U kunt de uitvoering van het geplande object hervatten wanneer de Job Server weer actief is. Opmerking: U kunt een exemplaar alleen onderbreken of hervatten als dit is gepland. Dat wil zeggen dat het onderbreken en hervatten van bewerkingen alleen op een object uitgevoerd kunnen worden waarvan de status op In behandeling of Terugkerend is. Een exemplaar onderbreken Voer de volgende stappen uit om een exemplaar te onderbreken: 1. Navigeer in het "webonderdeel " naar de map waarin het object voor het exemplaar zich bevindt dat u wilt onderbreken. Klik op Acties en selecteer Geschiedenis uit de vervolgkeuzelijst. De pagina "Geschiedenis" verschijnt in het "webonderdeel User Actions". 2. Selecteer het geplande exemplaar dat u wilt onderbreken. 3. Klik op de taakbalk van het "webonderdeel " op Acties en selecteer Onderbreken uit de vervolgkeuzelijst. Een exemplaar hervatten na onderbreking Voer de volgende stappen uit om een exemplaar te hervatten na onderbreking: 104 Handleiding Aan de slag met SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint

105 Werken met objecten Objecten plannen 6 1. Navigeer in het "webonderdeel " naar de map waarin het object voor het exemplaar zich bevindt dat u wilt hervatten. Klik op Acties en selecteer Geschiedenis uit de vervolgkeuzelijst. De pagina "Geschiedenis" verschijnt in het "webonderdeel User Actions". 2. Selecteer het exemplaar dat u wilt hervatten. 3. Klik op Hervatten. Objectpakketten Een objectpakket is een type object dat werkt als container voor subobjecten of onderdelen. Deze kunnen alleen worden gemaakt of bewerkt in de CMC en kunnen alle objecttypen bevatten die kunnen worden gepland. Voor het toevoegen van objecten aan een objectpakket moet een gebruiker met de benodigde toegangsrechten het object kopiëren en in de CMC in het objectpakket plakken. Wanneer u een objectpakket plant, worden exemplaren gemaakt voor elk onderdeel, zodat u verschillende objecten tegelijk kunt plannen. U kunt niet een afzonderlijk onderdeel van een objectpakket plannen. Het plannen van een objectpakket verschilt enigszins van het plannen van een afzonderlijk object, omdat bepaalde planningsopties moeten worden ingesteld op objectpakketniveau. Deze planningsopties zijn het terugkeerpatroon, de doelen, de gebeurtenissen en de servergroepinstellingen. Andere planningsopties worden ingesteld voor elk onderdeel van het objectpakket. Deze planningsopties zijn melding, aanmeldingsinstellingen voor de database, filters (indien van toepassing), indeling, afdrukinstellingen en parameters, aanwijzingen of argumenten (indien van toepassing). Objectpakketten plannen Voer de volgende stappen uit om een objectpakket te plannen: 1. Selecteer in het "webonderdeel " het objectpakket dat u wilt plannen. Klik op Acties op de taakbalk en selecteer Plannen uit de vervolgkeuzelijst. 2. Stel de instellingen in voor exemplaarnaam, terugkeerpatroon, doel, gebeurtenissen en servergroep. Volg de procedure die van toepassing is als u deze instellingen opgeeft voor een object. Handleiding Aan de slag met SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint 105

106 Werken met objecten 6 Objecten plannen Zie de volgende secties voor meer informatie over het instellen van deze opties. De exemplaarnaam instellen Een terugkeerpatroon selecteren Doellocaties Objecten met gebeurtenissen plannen De instellingen opgeven van de servergroep voor plannen 3. Klik op Onderdelen. 4. Klik op de naam van elk onderdeel om de melding, aanmelding bij de database, filters, indeling, afdrukinstellingen en cache en de instellingen voor de parameters/aanwijzingen voor elk onderdeel op te geven. Zie de volgende secties voor meer informatie over het instellen van deze opties. Objecten met aanmeldingsgegevens voor de database plannen Een recordselectieformule toepassen Beschikbare exemplaarindelingen Afdrukinstellingen voor een Crystal Report-rapport opgeven Een cache-indeling selecteren voor Web Intelligence of Desktop Intelligence-documenten Objecten met parameters plannen Wanneer u de planningsparameters voor een onderdeel hebt voltooid, klikt u op OK om terug te gaan naar de planningspagina voor het objectpakket en de resterende planningsparameters in te stellen. 5. Klik op Planning. Een exemplaar opnieuw plannen Met de Integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software kunt u een exemplaar opnieuw plannen. De status van het exemplaar dat u opnieuw wilt plannen kan Voltooid, Terugkerend of Mislukt zijn. Als u een exemplaar opnieuw plant, wordt er een nieuw exemplaar gemaakt. Voer de volgende stappen uit om een exemplaar opnieuw te plannen: 1. Navigeer in het "webonderdeel Content Explorer" naar de map met het object en selecteer het object. 106 Handleiding Aan de slag met SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint

107 Werken met objecten Objecten plannen 6 2. Klik op de taakbalk van het webonderdeel op Acties en selecteer in de vervolgkeuzelijst de optie Geschiedenis. De pagina "Geschiedenis" verschijnt in het "webonderdeel User Actions". Op deze pagina worden alle beschikbare exemplaren voor het geselecteerde object weergegeven. Als een exemplaar niet beschikbaar is, wordt op de pagina "Geschiedenis" het volgende bericht weergegeven: Geen items om weer te geven. 3. Selecteer in de lijst met beschikbare exemplaren, het exemplaar dat u opnieuw wilt plannen. 4. Klik in het "webonderdeel Gebruikersacties" op Acties en selecteer in de vervolgkeuzelijst de optie Opnieuw plannen. De pagina "Opnieuw plannen" wordt weergegeven. 5. Geef de opties op die u wilt gebruiken voor de nieuwe planning. 6. Klik op Planning. De pagina "Geschiedenis", die wordt weergegeven in het "webonderdeel User Actions", bevat de details van het nieuwe exemplaar. Verwante onderwerpen Een object plannen Het nieuwste exemplaar van een object bekijken Een exemplaar vervangen Met de Integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software kunt u een exemplaar vervangen of een nieuw exemplaar maken door gebruik te maken van de planningsparameters die zijn gedefinieerd voor een bestaand exemplaar. U kunt deze optie echter alleen gebruiken als de status van het bestaande exemplaar Terugkerend of In behandeling is. Voer de volgende stappen uit om een exemplaar te vervangen: 1. Navigeer in het "webonderdeel Content Explorer" naar de map met het object en selecteer het object. 2. Klik op de taakbalk van het webonderdeel op Acties en selecteer in de vervolgkeuzelijst de optie Geschiedenis. De pagina "Geschiedenis" verschijnt in het "webonderdeel User Actions". Op deze pagina worden alle beschikbare exemplaren voor het geselecteerde object weergegeven. Als een exemplaar niet beschikbaar Handleiding Aan de slag met SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint 107

108 Werken met objecten 6 Het nieuwste exemplaar van een object bekijken is, wordt op de pagina "Geschiedenis" het volgende bericht weergegeven: Geen item om weer te geven. 3. Selecteer in de lijst met beschikbare exemplaren, het exemplaar dat u opnieuw wilt plannen. 4. Klik in het "webonderdeel Gebruikersacties" op Acties en selecteer in de vervolgkeuzelijst de optie Opnieuw plannen. De pagina "Opnieuw plannen" wordt weergegeven. 5. Selecteer in de lijst met opties voor opnieuw plannen op de pagina "Opnieuw plannen" de optie Vervangen. 6. Selecteer op basis van uw vereisten een van de volgende opties: Bestaande planning vervangen Nieuwe planning maken op basis van bestaande planning 7. Klik op Planning. De pagina "Geschiedenis", die wordt weergegeven in het "webonderdeel User Actions", bevat de details van het nieuwe exemplaar. Verwante onderwerpen Een object plannen Een exemplaar opnieuw plannen Het nieuwste exemplaar van een object bekijken U kunt objectexemplaren weergeven, bijvoorbeeld Crystal Reports-rapporten, Web Intelligence-documenten, Desktop Intelligence-documenten, publicaties en objectpakketten. Opmerking: U kunt het nieuwste exemplaar alleen weergeven als succesvolle exemplaren van een object beschikbaar zijn. Voer de volgende stappen uit om het nieuwste exemplaar van een object te bekijken: 1. Navigeer in het "webonderdeel " naar de map waarin het object zich bevindt dat u wilt bekijken. 108 Handleiding Aan de slag met SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint

109 Werken met objecten Een exemplaar wissen 6 2. Selecteer het object, klik op Acties op de taakbalk van het webonderdeel en selecteer vervolgens Nieuwste exemplaar bekijken uit de vervolgkeuzelijst. Afhankelijk van het geselecteerde objecttype wordt het object weergegeven in het overeenkomstige webonderdeel. Als u dubbelklikt op een Crystal Reports-rapport, wordt het meest recente exemplaar weergegeven in het "webonderdeel Crystal Report Viewer". 3. Als u over de benodigde rechten beschikt in BusinessObjects Enterprise, klikt u op Vernieuwen op de taakbalk van het webonderdeel om het rapport te vernieuwen met de nieuwste gegevens uit de gegevensbron van het rapport. Een exemplaar wissen U kunt exemplaren van elk object verwijderen. Voer de volgende stappen uit om een exemplaar te verwijderen: 1. Selecteer in het "webonderdeel " naar het hoofdobject van de exemplaren die u wilt verwijderen. Klik op Acties en selecteer Geschiedenis uit de vervolgkeuzelijst. De pagina "Geschiedenis" verschijnt in het "webonderdeel User Actions". Op deze pagina worden de succesvolle exemplaren van het geselecteerde hoofdobject weergegeven. 2. Selecteer de exemplaren die u wilt verwijderen. 3. Klik op Ordenen op de taakbalk van het "webonderdeel User Actions" en selecteer Verwijderen. De geschiedenis van een object bekijken BusinessObjects Enterprise bewaart de geschiedenis van succesvolle objectexemplaren. De geschiedenislijst is chronologisch gerangschikt (waarbij de meest recente exemplaren als eerste worden weergegeven) en bevat de volgende informatie: Exemplaartijd Titel Uitgevoerd door Handleiding Aan de slag met SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint 109

110 Werken met objecten 6 De geschiedenis van een object bekijken Parameters Indeling Status Voer de volgende stappen uit om de geschiedenis van een object te bekijken: 1. Navigeer in het "webonderdeel " naar de map waarin het object zich bevindt. Klik op Acties en selecteer Geschiedenis uit de vervolgkeuzelijst. De pagina "Geschiedenis" verschijnt in het "webonderdeel User Actions". U kunt kiezen alle beschikbare exemplaren weer te geven of alleen de exemplaren die u bezit door de juiste optie te kiezen. 2. Dubbelklik op een koppeling onder de kolom Exemplaartijd om een objectexemplaar te bekijken. Tip: Als u de exemplaren chronologisch wilt sorteren, klikt u op de kolomkop Exemplaartijd. Klik opnieuw op de kolomkop om de sorteervolgorde om te draaien. U kunt de exemplaren ook sorteren op eigenaar en status. Klik hiervoor op de juiste kolomkop. 110 Handleiding Aan de slag met SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint

111 Werken met objecten Objecten of exemplaren verzenden 6 3. Dubbelklik om een objectexemplaar te bekijken. Het exemplaar opent in het webonderdeel dat overeenkomt met het objecttype. Als u bijvoorbeeld het exemplaar van een Crystal Report-rapport wilt bekijken, opent het rapport in het "webonderdeel Crystal Report Viewer". Opmerking: Welke informatie beschikbaar is, hangt af van het type object dat u bekijkt. De pagina Geschiedenis voor Desktop Intelligence-documenten bevat bijvoorbeeld Argumenten in plaats van Parameters en de pagina Geschiedenis van objectpakketten bevat minder kolommen. Objecten of exemplaren verzenden Met de functie Verzenden kunt u bestaande objecten of exemplaren van objecten naar verschillende locaties verzenden. U kunt ook kopieën van de objecten, exemplaren of snelkoppelingen verzenden. Objecten maken Naast het werken met objecten die uw beheerder en andere bevoegde gebruikers aan de Integratieoptie voor Microsoft SharePoint-softwarehebben toegevoegd, kunt ook u, indien u over de juiste rechten beschikt, objecten maken in de Integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software. Klik op Nieuwin de taakbalk "Webonderdeel Content Explorer" om een nieuw object te maken en selecteer het type object dat u wilt maken. Zie voor meer informatie over het maken van specifieke objecttypen de volgende secties: Met Enkelvoudig dashboard kunt u een nieuwe pagina in Mijn InfoView maken. Een hyperlink maken Objecten ordenen in mappen en categorieën U kunt ook bestaande objecten toevoegen. Zie Objecten toevoegen voor meer informatie over het toevoegen van bestaande objecten. Raadpleeg voor extra informatie ook de SAP BusinessObjects Enterprise Beheerdershandleiding, de Crystal Reports Gebruikershandleiding, het Help-onderwerp Rapporten maken met het Web Intelligence-rapportvenster Handleiding Aan de slag met SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint 111

112 Werken met objecten 6 Objecten toevoegen (deze informatie is beschikbaar wanneer u een Web Intelligence-document weergeeft), de Gebruikershandleiding voor SAP BusinessObjects Voyager en de Handleiding voor toegang en analyse van SAPBusinessObjects Desktop Intelligence. Objecten toevoegen Als u over de juiste rechten beschikt, kunt u objecten toevoegen aan de SAP BusinessObjects XI 3.1, integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software vanaf uw lokale computer. Stel bijvoorbeeld dat een bedrijfsanalist een rapport heeft samengesteld over de invloed van een recente fusie op de verkoopresultaten en dit rapport nu wil verspreiden in het bedrijf. Wanneer de bedrijfsanalist het rapport toevoegt aan BusinessObjects Enterprise kan iedereen binnen het bedrijf met de juiste rechten het rapport bekijken. Zie voor meer informatie over het tegelijkertijd toevoegen van een groot aantal objecten aan de SAP BusinessObjects XI 3.1, integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software de sectie over de wizard Publiceren in de SAP BusinessObjects Enterprise Beheerdershandleiding. Zie voor aanvullende informatie de Gebruikershandleiding voor Crystal Reports-rapporten en het Help-onderdeel Rapporten maken met het Web Intelligence-rapportenvenster. U kunt het Web Intelligence-rapportenvenster alleen openen als u een Web Intelligence-document bekijkt. Verwante onderwerpen Webonderdeel User Actions Een Crystal Report-rapport toevoegen Voer de volgende stappen uit om een Crystal Report-rapport toe te voegen: 1. Navigeer in het "webonderdeel " naar de map waaraan u het Crystal Report-rapport wilt toevoegen. Klik op Toevoegen en selecteer Crystal Reports uit de vervolgkeuzelijst. De relevante pagina verschijnt in het "webonderdeel User Actions". 2. In de sectie "Crystal Reports" van de pagina voert u de naam van het Crystal Report-rapport in in het veld Bestandsnaam: of klikt u op 112 Handleiding Aan de slag met SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint

113 Werken met objecten Objecten toevoegen 6 Bladeren om het rapport vanaf een specifieke locatie op uw computer te selecteren. 3. Selecteer Beschrijving uit rapport gebruiken als u het rapport samen met de bijbehorende beschrijving wilt toevoegen. Als u de opgeslagen gegevens in het rapport wilt handhaven, selecteert u Opgeslagen gegevens behouden. Als u deze optie niet selecteert, wordt het rapport toegevoegd met de bijbehorende lay-out, maar zijn de rapportgegevens niet opgenomen. In de sectie "Algemene eigenschappen" van de pagina kunt u zo nodig de rapporteigenschappen zoals titel, beschrijving en trefwoorden wijzigen. 4. Vergroot "Categorieën"en selecteer een categorie waaraan u het Crystal Report-rapport wilt toekennen. 5. Klik op OK. Een document toevoegen vanaf uw computer Voer de volgende stappen uit om een document vanaf uw computer toe te voegen: 1. Navigeer in het "webonderdeel " naar de map waaraan u het document wilt toevoegen. 2. Klik op de taakbalk van het webonderdeel op Toevoegen en selecteer Lokaal document uit de vervolgkeuzelijst. De pagina "Lokaal document" verschijnt in het "webonderdeel User Actions". 3. In het veld Bestandsnaam: voert u de naam van het bestand in dat u wilt toevoegen of klikt u op Bladeren om het document vanaf een specifieke locatie op uw computer te selecteren. Selecteer indien nodig uit de vervolgkeuzelijst Bestandstype: het type bestand dat u wilt toevoegen. Opmerking: Als u Overig selecteert uit de vervolgkeuzelijst Bestandstype, voert u het MIME-type van het bestand in in het veld MIME. In de sectie "Algemene eigenschappen" van de pagina "Lokaal document" kunt u zo nodig de rapporteigenschappen zoals titel, beschrijving en trefwoorden wijzigen. Handleiding Aan de slag met SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint 113

114 Werken met objecten 6 Objecten kopiëren 4. Vergroot Categorieën en selecteer een categorie waaraan u het document wilt toekennen. 5. Klik op OK. Objecten kopiëren Met de SAP BusinessObjects XI 3.1, integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software kunt u kopieën van objecten maken en deze in mappen/categorieën opslaan waarvoor u over de juiste rechten beschikt. Door het maken van een kopie van een bestaand object kunt u het nieuwe object bewerken zonder het origineel te veranderen. De opdracht Kopiëren kopieert de objecten naar een klembord. Er wordt geen kopie in dezelfde map gemaakt. U moet de opdracht Plakken gebruiken om het gekopieerde object daar te plaatsen. Voer de volgende stappen uit om een object te kopiëren: 1. Navigeer in het "webonderdeel " naar het object dat u wilt kopiëren en selecteer het. Tip: U kunt ook meerdere objecten selecteren om te kopiëren. Druk op de toets CTRL of SHIFT om de objecten te selecteren. 2. Klik op Ordenen op de taakblak van het "webonderdeel " en selecteer Kopiëren uit de vervolgkeuzelijst. Het object wordt naar een klembord gekopieerd. 3. Navigeer naar de map waarin u de kopie wilt opslaan. 4. Klik op Ordenen op de taakblak van het "webonderdeel " en selecteer Plakken uit de vervolgkeuzelijst. Het object wordt opgeslagen in de geselecteerde map. Verwante onderwerpen Webonderdeel Content Explorer Een snelkoppeling naar een object maken 114 Handleiding Aan de slag met SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint

115 Werken met objecten Een object verplaatsen 6 Een object verplaatsen U kunt objecten herordenen door middel van de opdracht Knippen en ze van hun huidige locatie verplaatsen. De opdracht Knippen verwijdert het object van zijn huidige locatie en kopieert het op een prikbord. Vervolgens moet u de opdracht Plakken gebruiken om op te slaan. Neem bijvoorbeeld een bedrijf dat onlangs een tweede vestiging heeft geopend. Men wil de personeelsrapportage per locatie opslaan. Er bestaan al mappen voor elke locatie. Nu wil men de rapporten over werknemers die bij de tweede vestiging werken, verplaatsen naar de juiste map. Men kan de rapporten verplaatsen door de opdrachten Knippen en Plakken te gebruiken. Voer de volgende stappen uit om een object te verplaatsen: 1. In het "webonderdeel Content Explorer" gaat u naar het object dat verplaatst moet worden. Klik op Ordenen op de taakbalk in het webonderdeel en selecteer Knippen uit de vervolgkeuzelijst. Opmerking: Zodra u op Knippen klikt, wordt het object gekopieerd. Het object wordt echter pas vewijderd wanneer u het op een nieuwe locatie plakt. 2. Navigeer naar de map waarnaar u het object wilt verplaatsen. 3. Klik op Ordenen en selecteer Plakken uit de vervolgkeuzelijst. Het object komt nu alleen nog voor in de map waarin u het hebt geplakt. Opmerking: Snelkoppelingen naar een object blijven functioneel nadat het object is verplaatst. Als u de opdracht Knippen gebruikt om een object te verwijderen en vervolgens de opdracht Knippen of Kopiëren gebruikt voor een tweede object, heeft alleen de tweede handeling effect. U ben het eerste object, waarop u de opdracht Knippen had gebruikt, niet kwijt. Verwante onderwerpen Webonderdeel Content Explorer Handleiding Aan de slag met SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint 115

116 Werken met objecten 6 Objecten verwijderen Objecten verwijderen Als u over de juiste rechten beschikt, kunt u objecten verwijderen uit de SAP BusinessObjects XI 3.1, integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software. Voer de volgende stappen uit om een object te verwijderen: 1. Navigeer in het "webonderdeel " naar het object dat u wilt verwijderen en selecteer het. 2. Klik op Ordenen op de taakblak van het "webonderdeel " en selecteer Verwijderen uit de vervolgkeuzelijst. Het systeem vraagt om een bevestiging. 3. Klik op OK om te bevestigen. Opmerking: U kunt geen snelkoppelingen naar een verwijderd object volgen. Verwante onderwerpen Webonderdeel Content Explorer Een snelkoppeling naar een object maken Met de SAP BusinessObjects XI 3.1, integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software kunt u snelkoppelingen naar objecten maken. Snelkoppelingen geven gemakkelijke toegang tot de objecten vanuit toegankelijkere locaties. De snelkoppeling verschijnt in de boomstructuur van het "webonderdeel " en leidt u naar de meest recente versie van het object. De medewerkers van de personeelsafdeling moeten bijvoorbeeld dagelijks naar een rapport verwijzen over de vakantietijden van de werknemers. Men moet waarschijnlijk door verschillende mappen navigeren om dit rapport te openen. In plaats daarvan kan men een snelkoppeling naar het rapport maken in de map Mijn favorieten voor eenvoudige toegang. Opmerking: Snelkoppelingen zijn objecten. Alle handelingen die beschikbaar zijn voor een object, zijn ook van toepassing op een snelkoppeling, waaronder de optie om de eigenschappen in te stellen. 116 Handleiding Aan de slag met SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint

117 Werken met objecten Een hyperlink maken 6 Voer de volgende stappen uit om een snelkoppeling naar een object te maken: 1. Navigeer in het "webonderdeel " naar het object waarvoor u een snelkoppeling wilt maken. Klik op Ordenen op de taakbalk van het webonderdeel en selecteer Snelkoppeling kopiëren uit de vervolgkeuzelijst. 2. Navigeer naar de map waarin u de snelkoppeling wilt maken. 3. Klik op Ordenen in het "webonderdeel " en selecteer Snelkoppeling plakken uit de vervolgkeuzelijst. Verwante onderwerpen Webonderdeel Content Explorer Een hyperlink maken Als u over de juiste rechten beschikt, kunt u hyperlinks maken naar webpagina's in de SAP BusinessObjects XI 3.1, integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software. Met hyperlinks kunt u gebruikers leiden naar een relevante website buiten de toepassing. Met hyperlinks kunt u ook een koppeling naar een belangrijke site behouden die gemakkelijk toegankelijk is. Laten we bijvoorbeeld aannemen dat er een artikel over de huidige koopkrachttrends op verschillende belangrijke demografische punten online beschikbaar komt. U kunt een hyperlink naar dit artikel maken om het uit te wisselen met anderen. Hyperlinks worden opgeslagen in mappen. Klik op de naam van de hyperlink om de website te bekijken. U kunt voorkeuren instellen om te bepalen of de koppeling in een nieuw venster geopend moet worden of in het venster Details van desap BusinessObjects XI 3.1, integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software. Voer de volgende stappen uit om een hyperlink te maken. 1. Navigeer in het "webonderdeel " naar de map waarin u de hyperlink wilt maken. Klik op Nieuw op de taakbalk van het webonderdeel en selecteer Hyperlink uit de vervolgkeuzelijst. De relevante pagina verschijnt in het "webonderdeel User Actions". 2. In de sectie "Algemene eigenschappen" van de pagina voert u de naam, beschrijving en trefwoorden van de hyperlink in. Handleiding Aan de slag met SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint 117

118 Werken met objecten 6 Objecteigenschappen instellen 3. In de sectie URL voert u het volledige URL-adres, inclusief van de website in. 4. In de sectie Categorieën selecteert u de categorie waaraan u de hyperlink wilt toewijzen. 5. Klik op OK. Verwante onderwerpen Webonderdeel Content Explorer Webonderdeel User Actions Objecteigenschappen instellen Als u over de benodigde toegangsrechten beschikt, kunt u de volgende eigenschappen wijzigen voor een object: titel beschrijving sleutelwoorden categorieën Voer de volgende stappen uit om de eigenschappen van een object in te stellen: 1. Navigeer in het "webonderdeel " naar de map waarin het object zich bevindt. Klik op Acties op de taakbalk van het webonderdeel en selecteer Eigenschappen uit de vervolgkeuzelijst. De pagina "Algemene eigenschappen" verschijnt in het "webonderdeel User Actions". 2. Wijzig zonodig de naam, de beschrijving of de trefwoorden voor het object. 3. Klik op OK. 4. Selecteer het object opnieuw en klik op Acties op de taakbalk van het "webonderdeel " en selecteer vervolgens Categorieën uit de vervolgkeuzelijst. De pagina "Categorieën" verschijnt in het "webonderdeel User Actions". 5. Selecteer de categorieën waaraan u het object wilt toevoegen. 6. Klik op OK. 118 Handleiding Aan de slag met SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint

119 Werken met objecten Objecten vasthechten 6 Verwante onderwerpen Webonderdeel Content Explorer Webonderdeel User Actions Objecten vasthechten Dit rapport koppelen is een optie waarmee u een object aan een viewerwebonderdeel kunt koppelen in de SAP BusinessObjects XI 3.1, integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software. Met deze functie wordt de afhankelijkheid van het "webonderdeel Content Explorer" verwijderd en wordt ervoor gezorgd dat er geen leeg viewerwebonderdeel in uw gedeelde en persoonlijke weergaven staat. U kunt deze optie gebruiken als u beheerders- of aanpassingsrechten hebt. Een rapport vasthechten. Als u een rapport aan een viewerwebonderdeel wilt koppelen, doorloopt u de volgende stappen: 1. Selecteer het gewenste rapport in het "webonderdeel Context Explorer". Het rapport wordt geopend in het bijbehorende viewerwebonderdeel. 2. Selecteer de optie Dit rapport koppelen in het menu van het viewerwebonderdeel. Het rapport is gekoppeld aan het viewerwebonderdeel. Het laatst bekeken rapport vasthechten Als u het laatst bekeken rapport aan het viewerwebonderdeel wilt toewijzen in uw persoonlijke weergave, voert u de volgende stappen uit: 1. Selecteer een rapport in het webonderdeel "Content Explorer". Het rapport wordt geopend in het bijbehorende viewerwebonderdeel. 2. Selecteer Mijn webonderdeel aanpassen in het menu van het viewerwebonderdeel. De pagina wordt opnieuw geladen in de modus Bewerken. Handleiding Aan de slag met SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint 119

120 Werken met objecten 6 Objecten vasthechten 3. Klik op SAPBusinessObjects en selecteer vervolgens Laatst weergegeven rapport koppelen. 4. Klik op Toepassen en vervolgens op OK. Het laatst weergegeven rapport wordt gekoppeld aan het viewerwebonderdeel. Een rapport koppelen zonder het webonderdeel Content Explorer Als u een rapport wilt toewijzen aan het viewerwebonderdeel wanneer het "webonderdeel Content Explorer" is uitgeschakeld, voert u de volgende stappen uit: 1. Selecteer Mijn webonderdeel aanpassen in het menu van het viewerwebonderdeel. De pagina wordt opnieuw geladen in de modus Bewerken. 2. Klik op SAPBusinessObjects en geeft vervolgens de CUID van het rapport op in het veld Gewenste rapport-cuid. 3. Klik op Toepassen en vervolgens op OK. Het rapport is gekoppeld aan het viewerwebonderdeel. 120 Handleiding Aan de slag met SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint

121 Mijn InfoView 7

122 Mijn InfoView 7 Mijn InfoView maken In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u Mijn InfoView maakt. U kunt slechts één Mijn InfoView maken. Als u de My Infoview-pagina wilt bekijken, navigeert u naar de map die de pagina bevat en dubbelklikt u op de documentnaam. De pagina wordt geopend in het "webonderdeel Dashboard". Verwante onderwerpen Webonderdeel Dashboard Mijn InfoView maken Voer de volgende stappen uit om de Mijn Infoview-pagina te maken: 1. Meld u aan bij de SAP BusinessObjects XI 3.1, integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software. 2. Selecteer in het deelvenster Snel openen de optie Dashboard. Het deelvenster Snel openen wordt weergegeven onder de koppeling Alle site-inhoud weergeven. De pagina "Mijn InfoView" wordt weergegeven. Opmerking: Als u een nieuw dashboard wilt maken, klikt u op Nieuwop de taakbalk van het "webonderdeel " en selecteert u Enkelvoudig dashboard. De pagina opent in het "webonderdeel Dashboard". Als het webonderdeel Dashboard niet beschikbaar is, worden de documenten geopend in een nieuw browservenster. 3. Selecteer een sjabloon. Een sjabloon bestaat uit frames die de indeling van de objecten op uw pagina bepalen. U kunt slechts één object in elke frame opnemen. 4. Klik op Inhoud definiëren. 122 Handleiding Aan de slag met SAP BusinessObjects, integratieoptie voor Microsoft SharePoint

Handleiding voor de Integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software

Handleiding voor de Integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software Handleiding voor de Integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software XI 3.1 Copyright 2009 SAP BusinessObjects. Alle rechten voorbehouden. SAP BusinessObjects en haar logo's, BusinessObjects, Crystal

Nadere informatie

Aan de slag met de integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software SAP BusinessObjects 4.0, Service Pack 2

Aan de slag met de integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software SAP BusinessObjects 4.0, Service Pack 2 Aan de slag met de integratieoptie voor Microsoft SharePoint-software SAP BusinessObjects 4.0, Service Pack 2 Copyright 2011 SAP AG. Alle rechten voorbehouden. SAP, R/3, SAP NetWeaver, Duet, PartnerEdge,

Nadere informatie

ondersteunde platforms...5 Installatie en activering...7 Integratie met SAP BusinessObjects-platform...11 Integratie met SAP-systemen...

ondersteunde platforms...5 Installatie en activering...7 Integratie met SAP BusinessObjects-platform...11 Integratie met SAP-systemen... 2009-11-24 Copyright 2009 SAP AG. Alle rechten voorbehouden. Alle rechten voorbehouden. SAP, R/3, SAP NetWeaver, Duet, PartnerEdge, ByDesign, SAP Business ByDesign en andere producten en services van SAP

Nadere informatie

Gebruikershandleiding voor Portal Integration Kit voor Microsoft SharePoint.

Gebruikershandleiding voor Portal Integration Kit voor Microsoft SharePoint. Gebruikershandleiding voor Portal Integration Kit voor Microsoft SharePoint. SAP BusinessObjects Enterprise XI 3.1 Service Pack 3 windows Copyright 2010 SAP AG. Alle rechten voorbehouden. Alle rechten

Nadere informatie

Novell Vibe-invoegtoepassing

Novell Vibe-invoegtoepassing Novell Vibe-invoegtoepassing 5 juni 2012 Novell Snel aan de slag Met behulp van de Novell Vibe-invoegtoepassing voor Microsoft Office kunt u werken met documenten op de Vibe-site zonder dat u Microsoft

Nadere informatie

2 mei 2014. Remote Scan

2 mei 2014. Remote Scan 2 mei 2014 Remote Scan 2014 Electronics For Imaging. De informatie in deze publicatie wordt beschermd volgens de Kennisgevingen voor dit product. Inhoudsopgave 3 Inhoudsopgave...5 openen...5 Postvakken...5

Nadere informatie

Snel aan de slag met Novell Vibe Mobile

Snel aan de slag met Novell Vibe Mobile Snel aan de slag met Novell Vibe Mobile Maart 2015 Aan de slag Mobiele toegang tot de Novell Vibe-site kan door uw Vibe-beheerder worden gedeactiveerd. Raadpleeg uw Vibe-beheerder als u geen toegang kunt

Nadere informatie

Installatiehandleiding voor SAP BusinessObjects Process Tracker

Installatiehandleiding voor SAP BusinessObjects Process Tracker Installatiehandleiding voor SAP BusinessObjects Process Tracker SAP BusinessObjects Enterprise XI3.1 Service Pack 3 windows Copyright 2010 SAP AG. Alle rechten voorbehouden. Alle rechten voorbehouden.

Nadere informatie

Snel aan de slag met Cisco Unity Connection Postvak IN Web (versie 9.x)

Snel aan de slag met Cisco Unity Connection Postvak IN Web (versie 9.x) Snel aan de slag Snel aan de slag met Cisco Unity Connection Postvak IN Web (versie 9.x) Cisco Unity Connection Postvak IN Web (versie 9.x) 2 Cisco Unity Connection Postvak IN Web 2 Opties in Postvak IN

Nadere informatie

Gebruikershandleiding voor BI-startpunt SAP BusinessObjects Business Intelligence platform 4.0 Support Package 2

Gebruikershandleiding voor BI-startpunt SAP BusinessObjects Business Intelligence platform 4.0 Support Package 2 Gebruikershandleiding voor BI-startpunt SAP BusinessObjects Business Intelligence platform 4.0 Support Package 2 Copyright 2011 SAP AG. Alle rechten voorbehouden. Alle rechten voorbehouden. SAP, R/3, SAP

Nadere informatie

Qlik Sense Desktop. Qlik Sense 1.1 Copyright 1993-2015 QlikTech International AB. Alle rechten voorbehouden.

Qlik Sense Desktop. Qlik Sense 1.1 Copyright 1993-2015 QlikTech International AB. Alle rechten voorbehouden. Qlik Sense Desktop Qlik Sense 1.1 Copyright 1993-2015 QlikTech International AB. Alle rechten voorbehouden. Copyright 1993-2015 QlikTech International AB. Alle rechten voorbehouden. Qlik, QlikTech, Qlik

Nadere informatie

VMware Identity Manager Desktop gebruiken. VMware Identity Manager 2.8 VMware Identity Manager 2.9.1

VMware Identity Manager Desktop gebruiken. VMware Identity Manager 2.8 VMware Identity Manager 2.9.1 VMware Identity Manager Desktop gebruiken VMware Identity Manager 2.8 VMware Identity Manager 2.9.1 VMware Identity Manager Desktop gebruiken U vindt de recentste technische documentatie op de website

Nadere informatie

Fiery Remote Scan. Fiery Remote Scan openen. Postvakken

Fiery Remote Scan. Fiery Remote Scan openen. Postvakken Fiery Remote Scan Met Fiery Remote Scan kunt u scantaken op de Fiery-server en de printer beheren vanaf een externe computer. Met Fiery Remote Scan kunt u het volgende doen: Scans starten vanaf de glasplaat

Nadere informatie

Nintex Workflow 2007 moet op Microsoft Windows Server 2003 of 2008 worden geïnstalleerd.

Nintex Workflow 2007 moet op Microsoft Windows Server 2003 of 2008 worden geïnstalleerd. Systeemvereisten Besturingsysteem Nintex Workflow 2007 moet op Microsoft Windows Server 2003 of 2008 worden geïnstalleerd. Clientbrowser Microsoft Internet Explorer 6.x, hoewel Microsoft Internet Explorer

Nadere informatie

Nieuwe functies in SAP Crystal Reports SAP Crystal Reports 2011

Nieuwe functies in SAP Crystal Reports SAP Crystal Reports 2011 Nieuwe functies in SAP Crystal Reports SAP Crystal Reports 2011 Copyright 2010 SAP AG. Alle rechten voorbehouden. Alle rechten voorbehouden. SAP, R/3, SAP NetWeaver, Duet, PartnerEdge, ByDesign, SAP Business

Nadere informatie

Inhoudsopgave. 2014 web2work Pagina 1 van 16

Inhoudsopgave. 2014 web2work Pagina 1 van 16 Inhoudsopgave Aanmelden bij Office 365... 2 Office 365 voor het eerste gebruiken... 2 Persoonlijke instellingen Office 365... 3 Wijzigen wachtwoord... 4 Instellen voorkeurstaal... 4 Office Professional

Nadere informatie

Updatehandleiding voor SAP Business Intelligence Suite patch 11.x

Updatehandleiding voor SAP Business Intelligence Suite patch 11.x SAP BusinessObjects Business Intelligence Suite Documentversie: 4.0 Support Package 11 2015-02-19 Updatehandleiding voor SAP Business Intelligence Suite patch 11.x Inhoud 1 Inleiding.... 3 1.1 Over dit

Nadere informatie

Gebruikershandleiding voor BI-startpunt SAP BusinessObjects Business Intelligence platform 4.0 Support Package 4

Gebruikershandleiding voor BI-startpunt SAP BusinessObjects Business Intelligence platform 4.0 Support Package 4 Gebruikershandleiding voor BI-startpunt SAP BusinessObjects Business Intelligence platform 4.0 Support Package 4 Copyright 2012 SAP AG. Alle rechten voorbehouden. SAP, R/3, SAP NetWeaver, Duet, PartnerEdge,

Nadere informatie

Gebruikershandleiding Bi-LINK Version 1.0

Gebruikershandleiding Bi-LINK Version 1.0 Gebruikershandleiding Bi-LINK Version 1.0 (1) INSTALLEREN (2) GEGEVENS UPLOADEN (3) GEGEVENS BEKIJKEN (4) EEN PARAMETER MAKEN (5) EEN PARAMETER BEWERKEN (6) DEELNEMEN AAN EEN PROGRAMMA (7) WERKEN MET UW

Nadere informatie

Migreren naar Access 2010

Migreren naar Access 2010 In deze handleiding Het uiterlijk van Microsoft Access 2010 verschilt aanzienlijk van Access 2003. Daarom hebben we deze handleiding gemaakt, zodat u niet te veel tijd hoeft te besteden aan het leren werken

Nadere informatie

Aan de slag met BusinessObjects XI Release 2 Service Pack 2/Productivity Pack

Aan de slag met BusinessObjects XI Release 2 Service Pack 2/Productivity Pack Aan de slag met BusinessObjects XI Release 2 Service Pack 2/Productivity Pack Over deze handleiding Over deze handleiding In deze handleiding wordt beschreven hoe u kunt werken met BusinessObjects XI Release

Nadere informatie

System Updates Gebruikersbijlage

System Updates Gebruikersbijlage System Updates Gebruikersbijlage System Updates is een hulpprogramma van de afdrukserver dat de systeemsoftware van uw afdrukserver met de recentste beveiligingsupdates van Microsoft bijwerkt. Het is op

Nadere informatie

Nero AG SecurDisc Viewer

Nero AG SecurDisc Viewer Handleiding SecurDisc Nero AG SecurDisc Informatie over auteursrecht en handelsmerken De handleiding en de volledige inhoud van de handleiding worden beschermd door het auteursrecht en zijn eigendom van

Nadere informatie

Versienotities voor de klant Xerox EX Print Server, Powered by Fiery voor de Xerox Color 800/1000 Press, versie 1.3

Versienotities voor de klant Xerox EX Print Server, Powered by Fiery voor de Xerox Color 800/1000 Press, versie 1.3 Versienotities voor de klant Xerox EX Print Server, Powered by Fiery voor de Xerox Color 800/1000 Press, versie 1.3 Dit document bevat belangrijke informatie over deze versie. Zorg dat deze informatie

Nadere informatie

Installatiegids. 1 Installatiegids Nintex Workflow 2010

Installatiegids. 1   Installatiegids Nintex Workflow 2010 Installatiegids Nintex USA LLC 2012, alle rechten voorbehouden. Fouten en weglatingen uitgezonderd. support@nintex.com 1 www.nintex.com Inhoudsopgave 1. Nintex Workflow 2010 installeren... 4 1.1 Het installatieprogramma

Nadere informatie

Introductie Werken met Office 365

Introductie Werken met Office 365 Introductie Werken met Office 365 Een introductie voor gebruikers Inhoud Inleiding... 4 Aanmelden bij Office 365... 4 Werken met Office 365 Outlook... 5 Werken met Outlook 2007/2010... 5 Werken met de

Nadere informatie

4.1 4.2 5.1 5.2 6.1 6.2 6.3 6.4

4.1 4.2 5.1 5.2 6.1 6.2 6.3 6.4 Handleiding CMS Inhoud 1 Inloggen 2 Algemeen 3 Hoofdmenu 4 Pagina s 4.1 Pagina s algemeen 4.2 Pagina aanpassen 5 Items 5.1 Items algemeen 5.2 Item aanpassen 6 Editor 6.1 Editor algemeen 6.2 Afbeeldingen

Nadere informatie

Google Drive: uw bestanden openen en ordenen

Google Drive: uw bestanden openen en ordenen Google Drive: uw bestanden openen en ordenen Gebruik Google Drive om vanaf elke gewenste locatie uw bestanden, mappen, Google-documenten, Google-spreadsheets en Google-presentaties op te slaan en te openen.

Nadere informatie

Office 365 gebruiken op uw Windows Phone

Office 365 gebruiken op uw Windows Phone Office 365 gebruiken op uw Windows Phone Snelstartgids E-mail controleren U kunt uw Windows Phone instellen voor het versturen en ontvangen van e-mail van uw Office 365-account. Altijd toegang tot uw agenda,

Nadere informatie

Handleiding Werken met Office 365

Handleiding Werken met Office 365 Handleiding Werken met Office 365 Een introductie voor gebruikers Inhoud Inleiding... 4 Aanmelden bij Office 365... 4 Navigeren... 5 Werken met Office 365 Outlook... 6 Werken met Outlook 2007/2010... 6

Nadere informatie

Van Dale Elektronisch groot woordenboek versie 4.5 activeren en licenties beheren

Van Dale Elektronisch groot woordenboek versie 4.5 activeren en licenties beheren De nieuwste editie van dit document is altijd online beschikbaar: Activeren en beheren licenties Inhoudsopgave Van Dale Elektronisch groot woordenboek versie 4.5 activeren Automatisch activeren via internet

Nadere informatie

Office 365 gebruiken op uw iphone of ipad

Office 365 gebruiken op uw iphone of ipad Office 365 gebruiken op uw iphone of ipad Snelstartgids E-mail controleren U kunt uw iphone of ipad instellen voor het versturen en ontvangen van e-mail van uw Office 365-account. Altijd toegang tot uw

Nadere informatie

TOELICHTING BIJ DE HANDLEIDING

TOELICHTING BIJ DE HANDLEIDING 1 2 3 TOELICHTING BIJ DE HANDLEIDING De voorbeeldsite van waaruit vertrokken is, is de standaardsite aangeboden door het KU Leuven-SharePoint team Elke site heeft standaard één sitebeheerder (kan de standaardsite

Nadere informatie

Outlook Web App 2010 XS2office

Outlook Web App 2010 XS2office Handleiding Outlook Web App 2010 XS2office Toegang tot uw contacten, adressen en e-mail berichten via internet XS2office Versie: 22 juli 2014 Helpdesk: 079-363 47 47 Handleiding OWA Helpdesk: 079-363 47

Nadere informatie

Handleiding. Outlook Web App 2010 - CLOUD. Versie: 22 oktober 2012. Toegang tot uw e-mailberichten via internet

Handleiding. Outlook Web App 2010 - CLOUD. Versie: 22 oktober 2012. Toegang tot uw e-mailberichten via internet Handleiding Outlook Web App 2010 - CLOUD Versie: 22 oktober 2012 Toegang tot uw e-mailberichten via internet Handleiding Multrix Outlook Web App 2010 - CLOUD Voorblad Inhoudsopgave 1 Inleiding...3 2 Inloggen...4

Nadere informatie

Resusci Anne Skills Station

Resusci Anne Skills Station MicroSim Frequently Asked Questions 1 Resusci Anne Skills Station Resusci_anne_skills-station_installation-guide_sp7012_NL.indd 1 24/01/08 13:06:06 2 Resusci_anne_skills-station_installation-guide_sp7012_NL.indd

Nadere informatie

Introductie Werken met OneDrive voor Bedrijven

Introductie Werken met OneDrive voor Bedrijven Introductie Werken met OneDrive voor Bedrijven Inhoud Wat is OneDrive voor Bedrijven?... 2 Eerste aanmelding... 2 OneDrive gebruiken via de webbrowser... 6 Aanmaken van een nieuwe map... 6 Waar ben ik?...

Nadere informatie

OneTouch ZOOM Pro Diabetes Management Software met SnapShot. Installatiehandleiding. Installatieprocedure

OneTouch ZOOM Pro Diabetes Management Software met SnapShot. Installatiehandleiding. Installatieprocedure OneTouch ZOOM Pro Diabetes Management Software met SnapShot Installatiehandleiding Installatieprocedure 1. Plaats de OneTouch Zoom Pro installatie-cd in de cd-rom-lezer. OPMERKING: Als u het programma

Nadere informatie

Handleiding InCD Reader

Handleiding InCD Reader Handleiding InCD Reader Nero AG Informatie over auteursrecht en handelsmerken De handleiding en de volledige inhoud van de handleiding worden beschermd door het auteursrecht en zijn eigendom van Nero AG.

Nadere informatie

Central Station. CS website

Central Station. CS website Central Station CS website Versie 1.0 18-05-2007 Inhoud Inleiding...3 1 De website...4 2 Het content management systeem...5 2.1 Inloggen in het CMS... 5 2.2 Boomstructuur... 5 2.3 Maptypen... 6 2.4 Aanmaken

Nadere informatie

Novell Vibe 4.0. Maart 2015. Snel aan de slag. Novell Vibe starten. Kennismaken met de interface en functies van Novell Vibe

Novell Vibe 4.0. Maart 2015. Snel aan de slag. Novell Vibe starten. Kennismaken met de interface en functies van Novell Vibe Novell Vibe 4.0 Maart 2015 Snel aan de slag Wanneer u voor het eerst gaat werken met Novell Vibe is het raadzaam om te beginnen met het configureren van uw persoonlijke workspace en het maken van een workspace

Nadere informatie

Nero ControlCenter Handleiding

Nero ControlCenter Handleiding Nero ControlCenter Handleiding Nero AG Informatie over auteursrecht en handelsmerken De handleiding Nero ControlCenter en de inhoud daarvan worden beschermd door auteursrecht en zijn eigendom van Nero

Nadere informatie

cbox UW BESTANDEN GAAN MOBIEL! WEBINTERFACE GEBRUIKERSHANDLEIDING

cbox UW BESTANDEN GAAN MOBIEL! WEBINTERFACE GEBRUIKERSHANDLEIDING cbox UW BESTANDEN GAAN MOBIEL! WEBINTERFACE GEBRUIKERSHANDLEIDING BV Inleiding cbox is een applicatie die u eenvoudig op uw computer kunt installeren. Na installatie wordt in de bestandsstructuur van uw

Nadere informatie

WorldShip Upgrade op een enkel werkstation of een werkstation voor werkgroepen

WorldShip Upgrade op een enkel werkstation of een werkstation voor werkgroepen INSTRUCTIES VOORAFGAAND AAN DE INSTALLATIE: Dit document bespreekt het gebruik van de WorldShip-dvd om WorldShip bij te werken. U kunt ook WorldShip installeren vanaf het web. Ga naar de volgende webpagina

Nadere informatie

Werken met Office 365

Werken met Office 365 Werken met Office 365 Een introductie voor gebruikers Inhoud Inleiding... 4 Werken met Office 365 via de web browser... 4 Aanmelden bij Office 365... 4 Navigeren in het Office 365 web portaal... 4 Werken

Nadere informatie

Aan de slag Integration Option for SharePoint Software 4.1

Aan de slag Integration Option for SharePoint Software 4.1 Aan de slag Integration Option for SharePoint Software 4.1 Copyright 2013 SAP AG of een aan SAP gelieerde onderneming. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag in welke vorm of voor welk doel

Nadere informatie

McAfee epolicy Orchestrator Pre-Installation Auditor 2.0.0

McAfee epolicy Orchestrator Pre-Installation Auditor 2.0.0 Versie-informatie McAfee epolicy Orchestrator Pre-Installation Auditor 2.0.0 Te gebruiken bij McAfee epolicy Orchestrator Inhoud Over deze versie Nieuwe functies Verbeteringen Opgeloste problemen Overzicht

Nadere informatie

cbox UW BESTANDEN GAAN MOBIEL! VOOR LAPTOPS EN DESKTOPS MET WINDOWS PRO GEBRUIKERSHANDLEIDING

cbox UW BESTANDEN GAAN MOBIEL! VOOR LAPTOPS EN DESKTOPS MET WINDOWS PRO GEBRUIKERSHANDLEIDING cbox UW BESTANDEN GAAN MOBIEL! VOOR LAPTOPS EN DESKTOPS MET WINDOWS PRO GEBRUIKERSHANDLEIDING Inleiding cbox is een applicatie die u eenvoudig op uw computer kunt installeren. Na installatie wordt in de

Nadere informatie

Het installeren van Microsoft Office 2012-09-12 Versie: 2.1

Het installeren van Microsoft Office 2012-09-12 Versie: 2.1 Het installeren van Microsoft Office 2012-09-12 Versie: 2.1 INHOUDSOPGAVE Het installeren van Microsoft Office... 2 Informatie voor de installatie... 2 Het installeren van Microsoft Office... 3 Hoe te

Nadere informatie

OFFICE 365. Start Handleiding Leerlingen

OFFICE 365. Start Handleiding Leerlingen OFFICE 365 Start Handleiding Leerlingen Meer info: Naast deze handleiding is er zeer veel informatie reeds voorhanden op het internet of door op het vraagteken te klikken in de Office 365 omgeving. Ook

Nadere informatie

Qlik Sense Desktop. Qlik Sense 2.0.4 Copyright 1993-2015 QlikTech International AB. Alle rechten voorbehouden.

Qlik Sense Desktop. Qlik Sense 2.0.4 Copyright 1993-2015 QlikTech International AB. Alle rechten voorbehouden. Qlik Sense Desktop Qlik Sense 2.0.4 Copyright 1993-2015 QlikTech International AB. Alle rechten voorbehouden. Copyright 1993-2015 QlikTech International AB. Alle rechten voorbehouden. Qlik, QlikTech, Qlik

Nadere informatie

Windows 98 en Windows ME

Windows 98 en Windows ME Windows 98 en Windows ME In dit onderwerp wordt het volgende besproken: Voorbereidende stappen op pagina 3-29 Stappen voor snelle installatie vanaf cd-rom op pagina 3-30 Andere installatiemethoden op pagina

Nadere informatie

VERSIE 5.1/5.2 WINDOWS 16-BITS SNELSTARTKAART

VERSIE 5.1/5.2 WINDOWS 16-BITS SNELSTARTKAART VERSIE 5.1/5.2 WINDOWS 16-BITS SNELSTARTKAART TM GROUPWISE 5.2 SNELSTARTKAART GroupWise is software waarmee u berichten kunt verzenden, planningen kunt maken en uw agenda kunt bijhouden. Hieronder volgt

Nadere informatie

Nokia C110/C111 draadloze LAN-kaart Installatiehandleiding

Nokia C110/C111 draadloze LAN-kaart Installatiehandleiding Nokia C110/C111 draadloze LAN-kaart Installatiehandleiding CONFORMITEITSVERKLARING NOKIA MOBILE PHONES Ltd. verklaart op eigen verantwoordelijkheid dat de producten DTN-10 en DTN-11 conform zijn aan de

Nadere informatie

Manager. Doro Experience. voor Doro PhoneEasy 740. Nederlands

Manager. Doro Experience. voor Doro PhoneEasy 740. Nederlands Doro Experience voor Doro PhoneEasy 740 Nederlands Manager Inleiding Gebruik Doro Experience Manager om toepassingen op een Doro Experience -apparaat te installeren en te beheren met behulp van elk type

Nadere informatie

De Fiery-software installeren voor Windows en Macintosh

De Fiery-software installeren voor Windows en Macintosh 13 De Fiery-software installeren voor Windows en Macintosh Op de cd-rom met gebruikerssoftware bevinden zich softwareinstallatieprogramma s voor Fiery Link. Fiery-hulpprogrammasoftware wordt ondersteund

Nadere informatie

Licenties voor Fiery-opties beheren op een clientcomputer

Licenties voor Fiery-opties beheren op een clientcomputer Licenties voor Fiery-opties beheren op een clientcomputer Als u een Fiery-optie die is geïnstalleerd op een clientcomputer bruikbaar wilt maken, moet u de licentie ervan activeren. De Fiery-optie vereist

Nadere informatie

Verkorte handleiding. 1. Installeren van Readiris TM. 2. Opstarten van Readiris TM

Verkorte handleiding. 1. Installeren van Readiris TM. 2. Opstarten van Readiris TM Verkorte handleiding Deze Verkorte handleiding helpt u bij de installatie en het gebruik van Readiris TM 15. Voor gedetailleerde informatie over alle mogelijkheden van Readiris TM, raadpleeg het hulpbestand

Nadere informatie

P-touch Editor starten

P-touch Editor starten P-touch Editor starten Versie 0 DUT Inleiding Belangrijke mededeling De inhoud van dit document en de specificaties van dit product kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden aangepast. Brother behoudt

Nadere informatie

Voor alle printers moeten de volgende voorbereidende stappen worden genomen: Stappen voor snelle installatie vanaf cd-rom

Voor alle printers moeten de volgende voorbereidende stappen worden genomen: Stappen voor snelle installatie vanaf cd-rom Windows NT 4.x In dit onderwerp wordt het volgende besproken: "Voorbereidende stappen" op pagina 3-24 "Stappen voor snelle installatie vanaf cd-rom" op pagina 3-24 "Andere installatiemethoden" op pagina

Nadere informatie

Installatie van sqlserver

Installatie van sqlserver Installatie van sqlserver Download SQLserver 2005 Express basis van de website van 2work: www.2work.nl, tabblad downloads; beveiligde zone. De inlog gegevens kunnen via de helpdesk aangevraagd worden.

Nadere informatie

De gebruikershandleiding mag in zijn geheel in digitale of gedrukte versie vrij worden verspreid onder alle

De gebruikershandleiding mag in zijn geheel in digitale of gedrukte versie vrij worden verspreid onder alle Copyright Deze gebruikershandleiding is auteursrechtelijk beschermd. Wijzigingen in de inhoud, of gedeeltelijke overname van de inhoud, is alleen toegestaan na toestemming van de houder van het auteursrecht.

Nadere informatie

Qlik Sense Cloud. Qlik Sense 2.0.2 Copyright 1993-2015 QlikTech International AB. Alle rechten voorbehouden.

Qlik Sense Cloud. Qlik Sense 2.0.2 Copyright 1993-2015 QlikTech International AB. Alle rechten voorbehouden. Qlik Sense Cloud Qlik Sense 2.0.2 Copyright 1993-2015 QlikTech International AB. Alle rechten voorbehouden. Copyright 1993-2015 QlikTech International AB. Alle rechten voorbehouden. Qlik, QlikTech, Qlik

Nadere informatie

Fiery Remote Scan. Verbinden met Fiery servers. Verbinding maken met een Fiery server bij het eerste gebruik

Fiery Remote Scan. Verbinden met Fiery servers. Verbinding maken met een Fiery server bij het eerste gebruik Fiery Remote Scan Met Fiery Remote Scan kunt u scantaken beheren op de Fiery server en de printer vanaf een externe computer. Met Fiery Remote Scan kunt u het volgende doen: Scans starten vanaf de glasplaat

Nadere informatie

BASIS HANDLEIDING CLOUD ASSISTENT

BASIS HANDLEIDING CLOUD ASSISTENT BASIS HANDLEIDING CLOUD ASSISTENT 2018 web2work Pagina 1 van 8 Inhoudsopgave 1. Installatie... 3 2. Instellingen... 5 3. Problemen/oplossingen... 7 2018 web2work Pagina 2 van 8 1. Installatie In dit hoofdstuk

Nadere informatie

Installatie- en gebruikshandleiding Risicoverevening. 11 april 2007 ZorgTTP

Installatie- en gebruikshandleiding Risicoverevening. 11 april 2007 ZorgTTP Installatie- en gebruikshandleiding Risicoverevening 11 april 2007 ZorgTTP Inleiding In het kader van Risicoverevening wordt gepseudonimiseerd informatie aangeleverd aan het College voor Zorgverzekeringen

Nadere informatie

HANDLEIDING HVZ FLUVIA MAIL

HANDLEIDING HVZ FLUVIA MAIL HANDLEIDING HVZ FLUVIA MAIL RDS (Remote Desktop Services) Inloggen Surf naar https://mail.hvzfluvia.be/owa Druk op enter Dit scherm verschijnt: Vul in het vak domein\gebruiker je log-in gegevens in. Dit

Nadere informatie

OneDrive voor bedrijven en scholen

OneDrive voor bedrijven en scholen OneDrive voor bedrijven en scholen V1.0 26 juni 2014 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 Eerste aanmelding... 3 Aanmaken van een nieuwe folder... 4 Toevoegen van een document.... 5 1. Het documenten aanmaken

Nadere informatie

LCD MONITOR SHARP INFORMATION DISPLAY GEBRUIKSAANWIJZING

LCD MONITOR SHARP INFORMATION DISPLAY GEBRUIKSAANWIJZING LCD MONITOR SHARP INFORMATION DISPLAY DOWNLOADER Versie 1.1 GEBRUIKSAANWIJZING Inleiding Deze software Kan controleren of er nieuwe versies zijn van de gebruikte software. Indien er een nieuwe versie is,

Nadere informatie

Installatiegids Command WorkStation 5.6 met Fiery Extended Applications 4.2

Installatiegids Command WorkStation 5.6 met Fiery Extended Applications 4.2 Installatiegids Command WorkStation 5.6 met Fiery Extended Applications 4.2 Fiery Extended Applications Package (FEA) v4.2 bevat Fiery-toepassingen voor het uitvoeren van taken die zijn toegewezen aan

Nadere informatie

Google products. Het gebruik van Picasa 2 is gratis. Het programma is in veel verschillende talen verkrijgbaar, waaronder Nederlands.

Google products. Het gebruik van Picasa 2 is gratis. Het programma is in veel verschillende talen verkrijgbaar, waaronder Nederlands. 1 Picasa 2 Picasa 2 is een foto-organizer van zoekmachinefabrikant Google. Het gratis programma bevat handige functies om uw foto's te beheren, te bewerken en te delen. Het gebruik van Picasa 2 is gratis.

Nadere informatie

Cloudplatform. Versie 1.0. Gebruikershandleiding

Cloudplatform. Versie 1.0. Gebruikershandleiding Cloudplatform Versie 1.0 Gebruikershandleiding September 2017 www.lexmark.com Inhoud 2 Inhoud Wijzigingsgeschiedenis...3 Overzicht... 4 Aan de slag... 5 Systeemvereisten... 5 Toegang tot Cloudplatform...

Nadere informatie

Aanmelden op het Office 365 portaal

Aanmelden op het Office 365 portaal Aanmelden op het Office 365 portaal Met bovenstaande accountgegevens kan je je aanmelden op het Office 365 portaal op http://portal.office.com In het bovenste tekstveld vul je jouw gebruikersnaam in. Vergeet

Nadere informatie

De nieuwste editie van dit document is altijd online beschikbaar: Activeren en beheren licenties

De nieuwste editie van dit document is altijd online beschikbaar: Activeren en beheren licenties De nieuwste editie van dit document is altijd online beschikbaar: Activeren en beheren licenties Inhoudsopgave Van Dale Elektronisch groot woordenboek versie 5.0 activeren... 2 Automatisch activeren via

Nadere informatie

Crystal Reports Gebruikershandleiding. Crystal Reports XI R2 installeren

Crystal Reports Gebruikershandleiding. Crystal Reports XI R2 installeren Crystal Reports Gebruikershandleiding Crystal Reports XI R2 installeren Crystal Reports XI R2 installeren Crystal Reports XI R2 installeren U wordt bij het installatieproces begeleid door de Crystal Reports-wizard

Nadere informatie

Qlik Sense Desktop. Qlik Sense 2.1.1 Copyright 1993-2015 QlikTech International AB. Alle rechten voorbehouden.

Qlik Sense Desktop. Qlik Sense 2.1.1 Copyright 1993-2015 QlikTech International AB. Alle rechten voorbehouden. Qlik Sense Desktop Qlik Sense 2.1.1 Copyright 1993-2015 QlikTech International AB. Alle rechten voorbehouden. Copyright 1993-2015 QlikTech International AB. Alle rechten voorbehouden. Qlik, QlikTech, Qlik

Nadere informatie

Installatie Avalanche Webview

Installatie Avalanche Webview Installatie Avalanche Webview Deze handleiding beschrijft de stappen om software voor Avalanche Webview op een huidige omgeving te updaten en te installeren. 1. Deïnstalleer de huidige Avalanche Webview

Nadere informatie

Fiery Command WorkStation 5.8 met Fiery Extended Applications 4.4

Fiery Command WorkStation 5.8 met Fiery Extended Applications 4.4 Fiery Command WorkStation 5.8 met Fiery Extended Applications 4.4 Fiery Extended Applications (FEA) v4.4 bevat Fiery software voor het uitvoeren van taken met een Fiery Server. In dit document wordt beschreven

Nadere informatie

Van Dale Groot woordenboek van de Nederlandse taal 14 activeren

Van Dale Groot woordenboek van de Nederlandse taal 14 activeren Home Inhoudsopgave Van Dale Groot woordenboek van de Nederlandse taal 14 activeren Automatisch activeren via internet Automatisch opnieuw activeren via internet Licenties beheren en licentiebestand downloaden

Nadere informatie

Windows Update. PC'S ONDERHOUDEN & UPGRADEN Windows bijwerken

Windows Update. PC'S ONDERHOUDEN & UPGRADEN Windows bijwerken 2 Windows bijwerken Windows Update Microsoft heeft voor haar Windows-klanten een uitstekende service op internet staan: de website Windows Update. Op deze website kunt u eenvoudig aan de meest recente

Nadere informatie

VMware Identity Manager Desktop Client gebruiken. September 2017 VMware Identity Manager 3.0 VMware AirWatch 9.2

VMware Identity Manager Desktop Client gebruiken. September 2017 VMware Identity Manager 3.0 VMware AirWatch 9.2 VMware Identity Manager Desktop Client gebruiken September 2017 VMware Identity Manager 3.0 VMware AirWatch 9.2 U vindt de recentste technische documentatie op de website van VMware: https://docs.vmware.com/nl/

Nadere informatie

Toegang tot uw e-mailberichten via internet

Toegang tot uw e-mailberichten via internet Basishandleiding Multrix Outlook Web App 2010 Versie: 24 februari 2011 Toegang tot uw e-mailberichten via internet Handleiding Multrix Outlook Web Access 2010 Voorblad Inhoudsopgave 1 Inloggen...3 2 Veelgebruikte

Nadere informatie

Help, hij doet het niet

Help, hij doet het niet Help, hij doet het niet Studiewijzers en agenda-items zijn niet te plaatsen. Magister vraagt om inlognaam maar er gebeurt niets. Schoolmail van de leerlingen doet het niet. Je bent aangemeld en je komt

Nadere informatie

Updatehandleiding voor ondersteuningspakketten voor SAP Business Intelligence Suite

Updatehandleiding voor ondersteuningspakketten voor SAP Business Intelligence Suite SAP BusinessObjects Business Intelligence Suite Documentversie: 4.0 Support Package 11 2015-02-19 Updatehandleiding voor ondersteuningspakketten voor SAP Business Intelligence Suite Inhoud 1 Documentgeschiedenis....4

Nadere informatie

CycloAgent v2 Handleiding

CycloAgent v2 Handleiding CycloAgent v2 Handleiding Inhoudsopgave Inleiding...2 De huidige MioShare-desktoptool verwijderen...2 CycloAgent installeren...4 Aanmelden...8 Uw apparaat registreren...8 De registratie van uw apparaat

Nadere informatie

Google Drive: uw bestanden openen en organiseren

Google Drive: uw bestanden openen en organiseren Google Drive: uw bestanden openen en organiseren Met Google Drive kunt u bestanden, mappen en Google documenten opslaan en openen, waar u ook bent. Wanneer u een bestand op internet, uw computer of een

Nadere informatie

Procedure voor het inrichten van een TIC cliënt + Installeren van de TIC Narrow Casting cliënt software

Procedure voor het inrichten van een TIC cliënt + Installeren van de TIC Narrow Casting cliënt software Procedure voor het inrichten van een TIC cliënt + Installeren van de TIC Narrow Casting cliënt software Inhoud Inleiding... 2 Bios instellen... 3 Windows 10 installatie... 4 Windows configureren... 10

Nadere informatie

Dell Command Integration Suite for System Center

Dell Command Integration Suite for System Center Dell Command Integration Suite for System Center Versie 5.0 Installatiehandleiding Opmerkingen, voorzorgsmaatregelen,en waarschuwingen OPMERKING: Een OPMERKING duidt belangrijke informatie aan voor een

Nadere informatie

Sharpdesk V3.3. Installatiehandleiding Versie 3.3.07

Sharpdesk V3.3. Installatiehandleiding Versie 3.3.07 Sharpdesk V3.3 Installatiehandleiding Versie 3.3.07 Copyright 2000-2009 SHARP CORPORATION. Alle rechten voorbehouden. Het reproduceren, aanpassen of vertalen van deze publicatie zonder voorafgaande schriftelijke

Nadere informatie

Met een mailing of massaverzending kunt u een groot aantal documenten verzenden naar gebruikelijke adressen, die in een gegevensbestand staan.

Met een mailing of massaverzending kunt u een groot aantal documenten verzenden naar gebruikelijke adressen, die in een gegevensbestand staan. Een mailing verzorgen Met een mailing of massaverzending kunt u een groot aantal documenten verzenden naar gebruikelijke adressen, die in een gegevensbestand staan. Voor deze techniek zijn twee bestanden

Nadere informatie

1 INTRODUCTIE...5 2 SYSTEEMVEREISTEN...6. 2.1 Minimum Vereisten...6 2.2 Aanbevolen Vereisten...7

1 INTRODUCTIE...5 2 SYSTEEMVEREISTEN...6. 2.1 Minimum Vereisten...6 2.2 Aanbevolen Vereisten...7 NEDERLANDS...5 nl 2 OVERZICHT nl 1 INTRODUCTIE...5 2 SYSTEEMVEREISTEN...6 2.1 Minimum Vereisten...6 2.2 Aanbevolen Vereisten...7 3 BLUETOOTH VOORZIENINGEN...8 4 SOFTWARE INSTALLATIE...9 4.1 Voorbereidingen...10

Nadere informatie

Inloggen op het schoolaccount van office 365

Inloggen op het schoolaccount van office 365 Inloggen op het schoolaccount van office 365 Als leerling van Campus Sint-Jozef kunnen jullie gratis inloggen op Office365. Hiermee kan je online documenten, mails, formulieren gebruiken én kan je thuis

Nadere informatie

Handleiding FOCWA Kennisbank. Kennisbank V 1.0 Remco Jansen

Handleiding FOCWA Kennisbank. Kennisbank V 1.0 Remco Jansen Handleiding FOCWA Kennisbank Kennisbank V 1.0 Remco Jansen 1 Inhoud : Login Loginnaam laten bewaren Zoeken naar FOCWA Kennisbank documenten Taal, Categorie en Subcategorieën Trefwoord Verfijnen van uw

Nadere informatie

Met deze module heeft u de mogelijkheid om gemakkelijk, snel en efficiënt uw documenten als naslag in Unit 4 Multivers te koppelen.

Met deze module heeft u de mogelijkheid om gemakkelijk, snel en efficiënt uw documenten als naslag in Unit 4 Multivers te koppelen. Handleiding Scan+ Introductie Met Scan+ gaat een lang gekoesterde wens voor vele gebruikers van Unit 4 Multivers in vervulling: eenvoudig koppelen van documenten in relatiebeheer of documentmanagement

Nadere informatie

VERSIE 5.1/5.2 SNELSTARTKAART VOOR WEBACCESS JAVA

VERSIE 5.1/5.2 SNELSTARTKAART VOOR WEBACCESS JAVA VERSIE 5.1/5.2 SNELSTARTKAART VOOR WEBACCESS JAVA TM GROUPWISE 5.2 SNELSTARTKAART Met GroupWise WebAccess krijgt u via elke HTML 3-webbrowser toegang tot uw post en uw agenda. Berichten verzenden Dankzij

Nadere informatie

Update Infine Jaarrekening Versie 3.9.1

Update Infine Jaarrekening Versie 3.9.1 Update Infine Jaarrekening Versie 3.9.1 Telefoon 085-7600500 Email support@infine.nl Website www.infine.nl Infine Jaarrekening v.3.9.1 Januari 2017 Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Installatie Infine Office

Nadere informatie

Verbinding maken met whiteboard op afstand

Verbinding maken met whiteboard op afstand RICOH Interactive Whiteboard Client for Windows Snel aan de slag Lees deze handleiding zorgvuldig door voordat u dit product in gebruik neemt. Bewaar de handleiding op een handige plek voor eventueel toekomstig

Nadere informatie

Online delen 3.1. Uitgave 1

Online delen 3.1. Uitgave 1 Online delen 3.1 Uitgave 1 2008 Nokia. Alle rechten voorbehouden. Nokia, Nokia Connecting People en Nseries zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Nokia Corporation. Nokia tune is een geluidsmerk

Nadere informatie

Basis handleiding CMS

Basis handleiding CMS Basis handleiding CMS Inhoud Basis handleiding CMS... 1 Inloggen... 3 Pagina beheren... 4 Pagina toevoegen/wijzigen... 6 WYSIWYG editor... 8 externe / interne link toevoegen... 9 Plaatjes toevoegen...

Nadere informatie

Shell Card Online e-invoicing Service Gebruikershandleiding. Versie 2.8

Shell Card Online e-invoicing Service Gebruikershandleiding. Versie 2.8 Gebruikershandleiding Versie 2.8 november 2012 Inhoud 1 Voor toegang tot Shell Card Online e-invoicing Service... 3 1.1 Inloggen in Shell Card Online... 3 1.2 Wat als u uw wachtwoord bent vergeten... 3

Nadere informatie