Geld en prijzen op de lange termijn

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Geld en prijzen op de lange termijn"

Transcriptie

1 Geld en prijzen op de lange termijn Luc Hens 16 maart 2016 De geldvoorraad in de eurozone Cijfers over de geldvoorraad in de eurozone vind je in European Central Bank, Economic Bulletin, tabel 5.1. Tabel 1 geeft de opsplitsing van de geldvoorraad in de eurozone en vult afbeelding 26.1 in Mankiw and Taylor (2014, p. 563) aan. Tabel 1: De opsplitsing van de geldvoorraad in de eurozone (november 2015). Noot. Gegevens uit: European Central Bank (2016). Economic Bulletin 2016/01, tabel 5.1. Deposito s op spaar- of termijnrekeningen betreft deposito s met een vaste looptijd tot 2 jaar of een opzegtermijn tot 3 maanden. chartaal geld miljard plus: girale deposito s miljard is: M miljard plus: deposito s op spaar- of termijnrekeningen miljard is: M miljard Oefening 1. Ga naar de webstek van de ECB: en volg de koppeling: Research & Publications Economic Bulletin. Haal het meest recente nummer van het Economic Bulletin af. Zoek tabel 5.1 en kijk of je de cijfers van tabel 1 kan terugvinden. Construeer een tabel zoals tabel 1 voor de geldvoorraad op het einde van De Europese Centrale Bank Bekijk het filmpje De ECB en het Eurosysteem in drie minuten uitgelegd : Bijlage bij hoofdstukken 26 en 27 in Mankiw and Taylor (2014). 1

2 De informatie in het filmpje (dat is gemaakt door de ECB) is eenzijdig: ze benadrukt de voordelen van een muntgebied maar zegt nauwelijks iets over de nadelen. We komen terug op de voor- en nadelen van een muntzone in hoofdstuk 36. De belangrijkste beleidsrente van de Europese Centrale Bank is de gewone herfinancieringsrente (refi, de rente op main refinancing operations ). Ga naar de webstek van de ECB: Volg de koppeling: Statistics Monetary operations. Figuur 1 toont de herfinancieringsrente sedert Als de Europese Centrale Bank de herfinancieringsrente wijzigt, doet ze dat doorgaans met veelvouden van een kwart procentpunt (of 25 basispunten; een basispunt is een honderste van een procentpunt). Figuur 1: Herfinancieringsrente van de Europese Centrale Bank. Noot. Data van European Central Bank (2016). Monetary operations. Geraadpleegd op 15 maart 2016 op Procent De Europese Centrale Bank wijzigde de reserveverplichtingen één keer: in 2

3 januari 2012 verlaagde ze de minimale reserveratio van 2% naar 1%. De centrale banken van landen als China, Brazilië, India, en Rusland daarentegen gebruiken de reserveverplichtingen frequent als beleidsinstrument om de geldhoeveelheid te controleren. Figuur 2 toont de minimale reserveratio opgelegd door de Chinese centrale bank aan banken in China. Figuur 2: Minimale reserveratio opgelegd door de Chinese centrale bank aan grote banken in China. Noot. Data van People s Bank of China ( en Trading Economics (2016). China Cash Reserve Ratio Big Banks ( Procent De geldmultiplicator We zagen dat in de opeenvolgende stappen telkens geld wordt gecreëerd (Mankiw and Taylor, 2014, p ): Oorspronkelijk deposito = 100,00 Leningen van Eerste Europese Bank = 90,00 (= 0,9 100) Leningen van Tweede Europese Bank = 81,00 (= 0,9 90) Leningen van Derde Europese Bank = 72,90 (= 0,9 81)... =... Totale geldschepping = 1000,00 3

4 Mankiw and Taylor (2014, p. 570) verklaren de laatste regel (Totale geldschepping = 1000,00) dan als volgt: Als je de lastige taak zou vervullen om de oneindige opeenvolging van getallen uit het vorige voorbeeld bij elkaar op te tellen, vind je dat de 100 aan reserves voor 1000 aan geld creëert. Oefening 2. Gebruik een rekenbladprogramma om de eerste 150 stappen (en hun som) van de oneindige rij te berekenen. Creëer eerst een nieuw rekenblad in je favoriete rekenbladprogramma (File New spreadsheet). Geef in in cel A1: extra giraal geld per stap Geef in in cel B1: extra giraal geld na... stappen Bewaar het rekenblad (File Save). Geef het oorspronkelijke deposito in in cel A2: 100 Geef in in cel B2: =A2 Door deze formule stelt het programma de inhoud van B2 gelijk aan de inhoud van A2. Als je return drukt, moet cel B2 nu ook het cijfer 100 tonen. We gaan nu het extra giraal geld per stap (kolom A) berekenen, voor 150 stappen. In stap 2 zijn de leningen van de Eerste Europese Bank gelijk aan 0,9 maal het bedrag van het oorspronkelijke deposito ( 100) dat in cel A2 staat. Geef in in cel A3: =0.9*A2 (* in een rekenblad betekent ) Als je return drukt, toont cel A3 nu het resultaat van de formule (90). In elke volgende stap is het bedrag van de leningen telkens gelijk aan de waarde van de cel erboven vermenigvudigd met 0,90. Je kan zulke waarden in een rekenblad makkelijk berekenen als volgt: selecteer cel A3 en copieer (Edit Copy). Selecteer nu cellen A4 tot A151 en doe Edit Paste. Het programma copieert de formule uit cel A3, maar past bij het plakken automatisch de verwijzing naar andere cellen (in dit geval: neem de cel erboven ) aan. Je hebt nu het extra giraal geld per stap berekend voor de 150 eerste stappen. In kolom B zullen we nu de som van de laatste en alle voorgaande stappen berekenen. Cel B3 moet dus de geldschepping na twee stappen tonen: de geldcreatie na 1 stap (cel B2) plus de bijkomende geldcreatie in stap 2 (cel A3). Tik dus in cel B3: =B2+A3. Als je return drukt, toont cel B3 nu het resultaat van de formule (190). Selecteer cel B3 en copieer (Edit Copy). Selecteer cellen B4 tot B151 en doe Edit Paste. Hoeveel giraal geld is er gecreëerd na 25 stappen? Na 50 stappen? Na 100 stappen? Na 150 stappen? Wat besluit je voor de totale geldschepping? (Opmerking: je rekenblad toont afgeronde waarden. Om meer cijfers na de komma te zien, selecteer kolom B. Kies: Format Cells Numbers, en verhoog het aantal decimalen dat het rekenblad toont.) Dit resultaat is een toepassing van meetkundige rijen en reeksen uit je wiskundecursus (Carette et al., 2013, pp ). De bedragen vormen een meetkundige rij: 100, 100 0,9, 100 0,9 2, 100 0,9 3,... 4

5 of, met a = 100 en de reden r van de rij gelijk aan 0,9 : a, ar, ar 2, ar 3,... Hierbij is a de oorspronkelijke toename van de reserves en de reden r = 1 reserveratio. Men kan bewijzen dat voor een meetkundige rij a, ar, ar 2, ar 3,... met r < 1 geldt dat de meetkundige reeks convergeert naar a + ar + ar 2 + ar a 1 1 r (zie Carette et al. (2013, p. 99)). In ons geval is r = 0,9 = 0,9 < 1 en gaat bovengaande eigenschap dus op. Bijgevolg convergeert , , , naar ,9 = ,1 = = De oorspronkelijke toename van de reserves ( 100) wordt dus vermenigvuldigd met: 1 reserveratio = 1 = 10 = geldmultiplicator 0,1 De omloopsnelheid van het geld De omloopsnelheid van het geld (V, Mankiw and Taylor (2014, p. 589)) meet hoe snel het geld van eigenaar verandert, en wordt berekend als omloopsnelheid = nominaal bbp geldhoeveelheid In 2014 bedroeg het nominale bbp van het eurogebied ,1 miljard, en de geldhoeveelheid (M 1) was gemiddeld 5 653,6 miljard (het gemiddelde van de geldhoeveelheid van eind-2013 en eind-2014). De omloopsnelheid van M 1 was dus: 10108,1 miljard miljard 1,8 Je vindt deze gegevens in: Europese Centrale Bank, Economic Bulletin, tabel 3.1 (nominale bbp) en tabel 5.1 (geldhoeveelheid M 1). 5

6 Oefening 3. Ga naar de webstek van de ECB: en volg de koppeling: Research & Publications Economic Bulletin. Haal het meest recente nummer van het Economic Bulletin af. Kijk of je de cijfers van bovenstaande berekening kan terugvinden. Bereken dan de omloopsnelheid in het voorgaande jaar. Is de omloopsnelheid ongeveer constant gebleven? De geldhoeveelheidstheorie en de geldmarkt Het model van de geldmarkt op de lange termijn toont de geldvraag als een negatieve functie van de waarde van het geld (1/P ) en het geldaanbod als een verticale rechte (Mankiw and Taylor, 2014, afbeelding 27.1 p. 585). Als het geldaanbod stijgt, schuift de geldaanbodcurve naar rechts. Om het evenwicht in de geldmarkt te herstellen daalt de waarde van het geld, en stijgt dus het prijzenpeil. De geldhoeveelheidstheorie stelt hetzelfde: omdat M V = P Y zal, onder de aanname dat V en Y constant zijn, het prijzenpeil stijgen als het geldaanbod stijgt. De twee theorieën voorspellen dus hetzelfde. Het is niet moeilijk om aan te tonen dat de geldhoeveelheidstheorie en het model van de geldmarkt op de lange termijn equivalent zijn. Het is plausibel om te veronderstellen dat de geldvraag stijgt als het nominale inkomen (P Y ) toeneemt of als de omloopsnelheid (V ) afneemt. In de meest eenvoudige vorm kunnen we dat weergeven door de volgende geldvraagfunctie: M d = P Y V Als Y en V constant zijn, kunnen we deze geldvraagfunctie schrijven als: M d = k P waarbij k = Y/V een constante is. Deel beide leden door M d en vermenigvuldig beide leden met 1/P : 1 1/P = k M d In een assenstelsel met op de verticale as de waarde van het geld (1/P ) en op de horizontale as de geldhoeveelheid, geeft deze vergelijking van de geldvraagcurve dus een hyperbool weer, net zoals in afbeelding 27.1 (Mankiw and Taylor, 2014, p. 585). (Herinner je dat in het x-y-assenstelsel een hyperbool een vergelijking heeft van de vorm: y = k 1 x In dit geval is y = 1/P en x = M d.) De geldmarkt is in evenwicht als de aangeboden en gevraagde hoeveelheid geld aan elkaar gelijk zijn: M s = M d 6

7 wat we kunnen schrijven als M s = P Y V Vermenigvuldig beide leden met V : M s V = P Y wat de geldhoeveelheidsvergelijking oplevert. Onder de aanname dat V en Y constant zijn, is de evenwichtsvoorwaarde op de geldmarkt dus equivalent met de geldhoeveelheidstheorie. Het model van geldmarkt op de lange termijn en de geldhoeveelheidstheorie zijn dus twee verschillende uitdrukkingen van hetzelfde mechanisme. Geldgroei en inflatie: Brazilië, De ervaring van Brazilië in de periode illustreert hoe zoals voorspeld door de geldhoeveelheidstheorie snelle geldgroei een hoog inflatiepercentage veroorzaakt (figuur 3). Figuur 3: Geldgroei en inflatie: Brazilië, Noot. Consumentenprijsindex (reeks 64.c) en geldvoorraad (reeks 34) uit International Monetary Fund, International Financial Statistics, juli 1994, september 1995, september Cijfers omgerekend naar een index met 1992Q1 = Index 1991Q1= Geldaanbod Prijspeil

8 Referenties Carette, P., Guerry, M.-A., Theuns, P., and Vanderhoeft, C. (2013). Brugcursus Wiskunde voor Humane Wetenschappen. VUB Press, Brussel. Mankiw, N. G. and Taylor, M. P. (2014). Economics. Cengage Learning, Andover, 3 rd edition. 8

Geld en prijzen op de lange termijn

Geld en prijzen op de lange termijn Geld en prijzen op de lange termijn De geldvoorraad in de eurozone Cijfers over de geldvoorraad in de eurozone vind je in Europan Central Bank, Economic Bulletin, tabel 5.. Tabel geeft de opsplitsing van

Nadere informatie

Geld en prijzen op de lange termijn

Geld en prijzen op de lange termijn Geld en prijzen op de lange termijn Luc Hens 6 maart 206 De geldvoorraad in de eurozone Cijfers over de geldvoorraad in de eurozone vind je in European Central Bank, Economic Bulletin, tabel 5.. Tabel

Nadere informatie

Geld en prijzen op de lange termijn

Geld en prijzen op de lange termijn Geld en prijzen op de lange termijn De geldvoorraad in de eurozone Cijfers over de geldvoorraad in de eurozone vind je in Europan Central Bank, Monthly Bulletin, tabel 2.3. Tabel 2.C geeft de opsplitsing

Nadere informatie

Financiële economie. Luc Hens 7 maart Opbrengsvoet en risico van een aandeel

Financiële economie. Luc Hens 7 maart Opbrengsvoet en risico van een aandeel Financiële economie Luc Hens 7 maart 2016 Opbrengsvoet en risico van een aandeel Financiële economen gebruiken de wiskundige verwachting E(x) van de opbrengstvoet x als een maatstaf van de verwachte opbrengstvoet,

Nadere informatie

HOOFDSTUK 17: DE GELDMARKT

HOOFDSTUK 17: DE GELDMARKT 1 HOOFDSTUK 17: DE GELDARKT 1. GELDSOORTEN 1.1. De geldhoeveelheid in enge zin (1) 1 = CP + D met CP = Chartaal geld, in handen van het Publiek D = giraal geld, in handen van het publiek Chartaal geld

Nadere informatie

Financiële economie. Opbrengsvoet en risico van een aandeel

Financiële economie. Opbrengsvoet en risico van een aandeel Financiële economie Opbrengsvoet en risico van een aandeel Financiële economen gebruiken de wiskundige verwachting E(x) van de opbrengstvoet x als een maatstaf van de verwachte opbrengstvoet, en de standaardafwijking

Nadere informatie

auteursrechtelijk beschermd materiaal OPLOSSINGEN OEFENINGEN HOOFDSTUK 18

auteursrechtelijk beschermd materiaal OPLOSSINGEN OEFENINGEN HOOFDSTUK 18 OPLOSSINGEN OEFENINGEN HOOFDSTUK 18 Open vragen OEFENING 1 a) Inkomen is de stroomvariabele, vermogen is de voorraadveranderlijke. Het vermogen is de optelsom van al je inkomens tot nog toe, die je gespaard

Nadere informatie

HOOFDSTUK 17: OEFENINGEN

HOOFDSTUK 17: OEFENINGEN 1 HOOFDSTUK 17: OEFENINGEN 1. Antwoord met juist of fout op elk van de onderstaande beweringen. Geef telkens een korte verklaring bij je antwoord. a) Door zijn liquiditeit is geld altijd een uitstekend

Nadere informatie

Macro-economische gegevens

Macro-economische gegevens Macro-economische gegevens Luc Hens 9 februari 2015 In de handreikingen en de opgaves voor de werkstukken die je voor deze cursus moet maken, zal je kennismaken met enkele belangrijke bronnen voor macro-economische

Nadere informatie

Macro-economische gegevens

Macro-economische gegevens Macro-economische gegevens In de handreikingen en de opgaves voor de werkstukken die je voor deze cursus moet maken, zal je kennismaken met enkele belangrijke bronnen voor macro-economische gegevens. De

Nadere informatie

Indexcijfers. - We rekenen volumes van allerlei zaken om naar procenten - We vergelijken vervolgens die cijfers om conclusies te trekken

Indexcijfers. - We rekenen volumes van allerlei zaken om naar procenten - We vergelijken vervolgens die cijfers om conclusies te trekken Wat is een? Binnen de economie vergelijken we vaak procentuele ontwikkelingen. Die ontwikkelingen zijn in geld uitgedrukt soms lastig te doorzien. Zo wordt de economische groei van een land uitgedrukt

Nadere informatie

Internationale macro-economische gegevens

Internationale macro-economische gegevens Internationale macro-economische gegevens Luc Hens 24 januari 2017 In de bijlages en de opgaven voor de werkstukken die je voor deze cursus moet maken, zal je kennismaken met enkele belangrijke bronnen

Nadere informatie

6 Geaggregeerde vraag en geaggregeerd aanbod

6 Geaggregeerde vraag en geaggregeerd aanbod 6 Geaggregeerde vraag en geaggregeerd aanbod Opgave 1 a Noem vier factoren die bij een gegeven prijsniveau tot een verandering van de Effectieve Vraag kunnen leiden. b Met welke (macro-economische) instrumenten

Nadere informatie

M * V = P * T (T kan ook Y (reëel inkomen zijn)

M * V = P * T (T kan ook Y (reëel inkomen zijn) Centrale bank leent aan banken geld. Banken kunnen geld uitlenen aan gezinnen en bedrijven. Gezinnen consumeren meer, bedrijven investeren meer. De bedrijven gaan meer produceren. (Er ontstaat meer welvaart

Nadere informatie

Het inkomen van een land berekenen

Het inkomen van een land berekenen Het inkomen van een land berekenen Waar vind je het bruto binnenlands product van België? Tabel 23.1C vult tabel 23.1 in Mankiw and Taylor (2011, p. 494) aan. Tabel 23.1C. De besteding van het Belgische

Nadere informatie

Onderneming en omgeving - Economisch gereedschap

Onderneming en omgeving - Economisch gereedschap Onderneming en omgeving - Economisch gereedschap 1 Rekenen met procenten, basispunten en procentpunten... 1 2 Werken met indexcijfers... 3 3 Grafieken maken en lezen... 5 4a Tweedegraads functie: de parabool...

Nadere informatie

Inleiding tot de Macro-economie Examen juni 2015

Inleiding tot de Macro-economie Examen juni 2015 Voornaam: ACHTERNAAM: Studentennummer: Scores: 1 2 3 4 5 Tot. Inleiding tot de Macro-economie Examen juni 2015 Lees dit eerst: Het examen duurt maximaal 2,5 uur. Je mag het examen niet verlaten tijdens

Nadere informatie

Macro-economie examenvragen

Macro-economie examenvragen Macro-economie examenvragen Deel II 1. Indien de reële productie en het arbeidsaandeel constant blijven, dan kan het aantal tewerkgestelde personen van het ene jaar op het andere slechts toenemen indien.

Nadere informatie

Inleiding tot de economie Test december 2008 H17 tem H25 VERBETERING 1

Inleiding tot de economie Test december 2008 H17 tem H25 VERBETERING 1 Inleiding tot de economie Test december 2008 H17 tem H25 VERBETERING 1 Vraag 1 Bin. Munt/Buit. munt Hoeveelheid buitenlandse munt Beschouw bovenstaande grafiek met op de Y-as de hoeveelheid binnenlandse

Nadere informatie

Eindexamen economie 1 havo 2000-I

Eindexamen economie 1 havo 2000-I Opgave 1 Meer mensen aan de slag Het terugdringen van de werkloosheid is in veel landen een belangrijke doelstelling van de overheid. Om dat doel te bereiken, streeft de overheid meestal naar groei van

Nadere informatie

Het inkomen van een land berekenen

Het inkomen van een land berekenen Het inkomen van een land berekenen Luc Hens 17 februari 2015 Waar vind je het bbp van België? De Nationale Bank van België publiceert vier maal per jaar het Statistisch Tijdschrift, dat de macro-economische

Nadere informatie

UIT geld en banken

UIT geld en banken Hoe ontstaat geld in de economie? Geld heb je nodig om spullen mee te kunnen kopen, zonder geld valt er niets te kopen, en als er te weinig geld is zitten mensen te wachten op geld voordat ze het uit kunnen

Nadere informatie

Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)!

Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Vragen aangeduid met een * toetsen in het bijzonder het inzicht en toepassingsvermogen. Deze vragenreeksen zijn vrij beschikbaar.

Nadere informatie

5 FORMULES EN FUNCTIES

5 FORMULES EN FUNCTIES 72 5 FORMULES EN FUNCTIES Dit hoofdstuk behandelt één van de belangrijkste aspecten van spreadsheet programma s: het rekenen met formules en functies. 5.1 Formules invoeren Bij dit onderwerp gebruikt u

Nadere informatie

Samenvatting Economie Rekonomie

Samenvatting Economie Rekonomie Samenvatting Economie Rekonomie Samenvatting door een scholier 1570 woorden 24 oktober 2011 5,3 76 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Rekonomie Hoofdstuk 1 De cijfers achter de komma worden ook

Nadere informatie

DEEL 1: Antwoordformulier voor de meerkeuzevragen, vragen 1 tot en met 9 (9 vragen van 2 punten = 18 punten)

DEEL 1: Antwoordformulier voor de meerkeuzevragen, vragen 1 tot en met 9 (9 vragen van 2 punten = 18 punten) DEEL 1: Antwoordformulier voor de meerkeuzevragen, vragen 1 tot en met 9 (9 vragen van 2 punten = 18 punten) 1. De grafiek hieronder geeft de participatiegraad voor Nederland, de V.S. en de 12 kernlanden

Nadere informatie

UIT theorie Fisher

UIT theorie Fisher De econoom Fisher. Fisher was een econoom die zijn theorie over de werking van geld lang voor de depressie in de jaren 30 van vorige eeuw publiceerde (the purchasing power of money 1911). Dit was een uitbreiding

Nadere informatie

INKOMEN PER HOOFD IN BELGIË EN INDIA 1

INKOMEN PER HOOFD IN BELGIË EN INDIA 1 INKOMEN PER HOOFD IN BELGIË EN INDIA 1 Waarom is het inkomen per hoofd in België zoveel hoger dan in India? Mariane De Wilde (1ste Bachelor TEW) Eric De Jong (1ste Bachelor HI) Romelu Lukaku (Voorbereidingsprogramma

Nadere informatie

Een formule is een berekening die jij zelf maakt in Excel. Een formule begint met het isgelijkteken en bevat celverwijzingen.

Een formule is een berekening die jij zelf maakt in Excel. Een formule begint met het isgelijkteken en bevat celverwijzingen. Formules Een formule is een berekening die jij zelf maakt in Excel. Een formule begint met het isgelijkteken en bevat celverwijzingen. Figuur 1. Elke formule begint met = Stappen bij het maken van een

Nadere informatie

H2 Te veel geld maakt ongelukkig

H2 Te veel geld maakt ongelukkig Samenvatting door M. 940 woorden 15 november 2012 3.3 2 keer beoordeeld Vak Methode Economie Index H2 Te veel geld maakt ongelukkig 2.1 introductie De oorzaak van hyperinflatie is bijna altijd dezelfde:

Nadere informatie

Ga indien nodig naar het toilet voor je aan het examen begint. Tijdens het examen mag je het lokaal niet verlaten.

Ga indien nodig naar het toilet voor je aan het examen begint. Tijdens het examen mag je het lokaal niet verlaten. Voornaam ACHTERNAAM: Studentennummer: Omcirkel de correcte richting (WS = werkstudent): 1 Ba HI 1 Ba TEW 1 Ba TEW WS 2 Ba HI 2 Ba TEW 2 Ba TEW WS 3 Ba HI 3 Ba TEW 3 Ba TEW WS andere Scores: 1 2 3 4 Tot.

Nadere informatie

Monetaire beleidsinstrumenten van de ECB

Monetaire beleidsinstrumenten van de ECB Monetaire beleidsinstrumenten van de ECB Bronnen: www.nbb.be en www.ecb.int A. Definitie van prijsstabiliteit Prijsstabiliteit is gedefinieerd als inflatie beneden, maar dicht bij de 2%. Besluiten over

Nadere informatie

VAARDIGHEDEN EXCEL. MEETWAARDEN INVULLEN In de figuur hieronder zie je twee keer de ingevoerde meetwaarden, eerst ruw en daarna netjes opgemaakt.

VAARDIGHEDEN EXCEL. MEETWAARDEN INVULLEN In de figuur hieronder zie je twee keer de ingevoerde meetwaarden, eerst ruw en daarna netjes opgemaakt. VAARDIGHEDEN EXCEL Excel is een programma met veel mogelijkheden om meetresultaten te verwerken, maar het was oorspronkelijk een programma voor boekhouders. Dat betekent dat we ons soms in bochten moeten

Nadere informatie

Macro-economie voor AEO (225P05) Voortgangstoets

Macro-economie voor AEO (225P05) Voortgangstoets Faculteit Economie en Bedrijfskunde Universiteit van Amsterdam Macro-economie voor AEO (225P05) Voortgangstoets December 2008 1. Zorg dat er niets op je tafel ligt behalve deze vragenbundel (plus een lijst

Nadere informatie

1.4 a. 6,54 wordt afgerond 6,5 en het antwoord: 6, = b. 6,54 wordt dan 7 en het antwoord: =

1.4 a. 6,54 wordt afgerond 6,5 en het antwoord: 6, = b. 6,54 wordt dan 7 en het antwoord: = Hoofdstuk 1 Rekenen 1.1 a. Bij het afronden van 5,45 op een heel getal kijk je naar het eerste cijfer achter de komma. Dat is een 4, dus moet je naar beneden afronden. 5,45 wordt dan een 5. b. De docent

Nadere informatie

Domein GTST havo. 1) Gezinnen, bedrijven, overheid en buitenland; of anders geformuleerd: (C + I + O + E M)

Domein GTST havo. 1) Gezinnen, bedrijven, overheid en buitenland; of anders geformuleerd: (C + I + O + E M) 1) Geef de omschrijving van trendmatige groei. 2) Wat houdt conjunctuurgolf in? 3) Noem 5 conjunctuurindicatoren. 4) Leg uit waarom bij hoogconjunctuur de bedrijfswinsten zullen stijgen. 5) Leg uit waarom

Nadere informatie

Grafieken veranderen met Excel 2007

Grafieken veranderen met Excel 2007 Grafieken veranderen met Excel 2007 Hoe werkt Excel? Eerste oefening Hieronder zie je een gedeelte van het openingsscherm van Excel. Let op hoe we alle onderdelen van het werkblad noemen! Aantal decimalen

Nadere informatie

Handleiding BreakEven Calculator Door Thomas Vulsma

Handleiding BreakEven Calculator Door Thomas Vulsma Handleiding BreakEven Calculator Door Thomas Vulsma Introductie Deze handleiding geeft een korte inleiding tot de werking en het gebruik van de BreakEven Calculator. Met een paar simpele stappen leert

Nadere informatie

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE DINSDAG 4 OKTOBER UUR

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE DINSDAG 4 OKTOBER UUR SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE DINSDAG 4 OKTOBER 2016 09.00 10.30 UUR SPD Bedrijfsadministratie Algemene economie Dinsdag 4 oktober 2016 B / 11 2016 NGO-ENS B / 11 Opgave 1

Nadere informatie

1. Rekenen en formules

1. Rekenen en formules 9 1. Rekenen en formules Microsoft Excel is een zogenaamd spreadsheetprogramma. Het woord spreadsheet is zo n typische computerterm die u pas gaat begrijpen als u met zo n programma werkt. Te vertalen

Nadere informatie

Praktische toepassing van functies

Praktische toepassing van functies Excellerend Heemraadweg 21 2741 NC Waddinxveen 06 5115 97 46 richard@excellerend.nl BTW: NL0021459225 ABN/AMRO: NL72ABNA0536825491 KVK: 24389967 Praktische toepassing van functies De laatste twee functies

Nadere informatie

UIT VWO geld en banken

UIT VWO geld en banken Hoe ontstaat geld in de economie? Geld heb je nodig om spullen mee te kunnen kopen, zonder geld valt er niets te kopen, en als er te weinig geld is zitten mensen te wachten op geld voordat ze het uit kunnen

Nadere informatie

: Macro-economie voor Bedrijfseconomie

: Macro-economie voor Bedrijfseconomie TENTAMEN inclusief antwoorden Vaknaam : Macro-economie voor Bedrijfseconomie Vakcode : 330091 Datum tentamen : donderdag 16 mei 2013 Duur tentamen : 3 uur Docent : Dr. B.J.A.M. van Groezen ANR : 649627

Nadere informatie

Rekenkundige en meetkundige rijen

Rekenkundige en meetkundige rijen CAMPUS BRUSSEL Opfriscursus Wiskunde Rekenkundige en meetkundige rijen Rekenkundige en meetkundige rijen 1 Kapitaal op samengestelde interest Een kapitaal van 10 000 euro staat uit aan een samengestelde

Nadere informatie

1 Limiet van een rij Het begrip rij Bepaling van een rij Expliciet voorschrift Recursief voorschrift 3

1 Limiet van een rij Het begrip rij Bepaling van een rij Expliciet voorschrift Recursief voorschrift 3 HOOFDSTUK 6: RIJEN 1 Limiet van een rij 2 1.1 Het begrip rij 2 1.2 Bepaling van een rij 2 1.2.1 Expliciet voorschrift 2 1.2.2 Recursief voorschrift 3 1.2.3 Andere gevallen 3 1.2.4 Rijen met de grafische

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 havo 2007-II

Eindexamen economie 1-2 havo 2007-II Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 Een antwoord waaruit blijkt dat

Nadere informatie

Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)!

Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Vragen aangeduid met een * toetsen in het bijzonder het inzicht en toepassingsvermogen. Deze vragenreeksen zijn vrij beschikbaar.

Nadere informatie

MACRO-VRAAG EN MACRO-AANBOD

MACRO-VRAAG EN MACRO-AANBOD pdf18 MACRO-VRAAG EN MACRO-AANBOD De macro-vraaglijn of geaggregeerde vraaglijn geeft het verband weer tussen het algemeen prijspeil en de gevraagde hoeveelheid binnenlands product. De macro-vraaglijn

Nadere informatie

http://www.economiepagina.com - Alle nuttige economielinks bij elkaar!

http://www.economiepagina.com - Alle nuttige economielinks bij elkaar! Opgave 1 Gulden (ƒ) wordt euro ( ) Geld is een (1) aanvaard ruilmiddel. De maatschappelijke geldhoeveelheid in Nederland bestaat uit munten, bankbiljetten en (2). De komende jaren worden de functies van

Nadere informatie

Proefexamen Inleiding tot de Algemene Economie. Prof. Dr. Jan Bouckaert december 2015

Proefexamen Inleiding tot de Algemene Economie. Prof. Dr. Jan Bouckaert december 2015 Proefexamen Inleiding tot de Algemene Economie Prof. Dr. Jan Bouckaert 11-14 december 2015 1. Wat wordt niet meegerekend in het netto nationaal inkomen (nni) van België? A. Lonen van Belgische grensarbeiders

Nadere informatie

Compex wiskunde A1-2 vwo 2003-I

Compex wiskunde A1-2 vwo 2003-I Epidemie Men spreekt van een epidemie als in korte tijd minstens 2% van de bevolking een besmettelijke ziekte oploopt. Een voorbeeld van zo n ziekte is griep. Rond 930 hebben twee Schotse wiskundigen,

Nadere informatie

Examen Algemene Economie II (VUB ES 10822), juni 2013 (Prof. Luc Hens) Maximum tijd: 2,5 uur

Examen Algemene Economie II (VUB ES 10822), juni 2013 (Prof. Luc Hens) Maximum tijd: 2,5 uur Voornaam: ACHTERNAAM: Studentennummer: Omcirkel de correcte richting: Ba HI Ba TEW Bedrijfskunde Ba TEW Werkstud. Bedrijfskunde Werkstud. Scores: 1 2 3 4 Tot. Examen Algemene Economie II (VUB ES 10822),

Nadere informatie

Microsoft Excel 2013 Berekeningen

Microsoft Excel 2013 Berekeningen Microsoft Excel 2013 Berekeningen Inleiding Het rekenprogramma van Microsoft Office heet Excel. Excel is onmisbaar als je met enige regelmaat overzichten moet maken en bijhouden. Excel 2013 is de opvolger

Nadere informatie

Proefexamen Macro-economie: verbetering

Proefexamen Macro-economie: verbetering Proefexamen Macro-economie: verbetering Deel 1: Drie open vragen op telkens 6 punten. 1. H9 a) Leid wiskundig de Philipscurve af uit de prijszettingsrelatie op de arbeidsmarkt. Verklaar de gebruikte symbolen.

Nadere informatie

Akternatieve doorrekenen. 7.2 Tabellen

Akternatieve doorrekenen. 7.2 Tabellen 7.2 Tabellen Een tabel geeft een overzicht van de uitkomsten van een berekening voor verschillende waarden van een of meerdere variabelen. Excel kent twee soorten tabellen. Een eenzijdige en een tweezijdige

Nadere informatie

MUZIEK EN WISKUNDE: samen klinkt het goed! INTERVALLEN: KWINT EN OCTAAF

MUZIEK EN WISKUNDE: samen klinkt het goed! INTERVALLEN: KWINT EN OCTAAF LES 1 INTERVALLEN: KWINT EN OCTAAF Basis notenleer We hebben 7 notennamen: do re mi fa- sol la si (-do) Deze notennamen kunnen we ook wel in letters weergeven: C D E F G A B (-C) Als we dan terug bij do

Nadere informatie

Hoofdstuk 2: Grafieken en formules

Hoofdstuk 2: Grafieken en formules Hoofdstuk 2: Grafieken en formules Wiskunde VMBO 2011/2012 www.lyceo.nl Hoofdstuk 2: Grafieken en formules Wiskunde 1. Basisvaardigheden 2. Grafieken en formules 3. Algebraïsche verbanden 4. Meetkunde

Nadere informatie

Examen VWO - Compex. wiskunde A1

Examen VWO - Compex. wiskunde A1 wiskunde A1 Examen VWO - Compex Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 25 mei totale examentijd 3 uur 20 05 Vragen 14 tot en met 21 In dit deel staan de vragen waarbij de computer

Nadere informatie

Algemene Economie II: Definities van kernbegrippen

Algemene Economie II: Definities van kernbegrippen Algemene Economie II: Definities van kernbegrippen Van de kernbegrippen met een sterretje (*) moet je de definities studeren voor vraag 1 van het schriftelijke examen. Je vindt de verklarende woordenlijst

Nadere informatie

bruto inkomen (per persoon)

bruto inkomen (per persoon) Opgave 1 Lorenzcurve en economische kringloop Definities: Bruto inkomen Loon/pensioen, interest, winst/dividend, huur/pacht Netto inkomen Bruto inkomen inkomstenbelasting (IB) Netto besteedbaar inkomen

Nadere informatie

Basistechnieken Microsoft Excel in 15 minuten

Basistechnieken Microsoft Excel in 15 minuten Basistechnieken Microsoft Excel in 15 minuten Microsoft Excel is een rekenprogramma. Je kan het echter ook heel goed gebruiken voor het maken van overzichten, grafieken, planningen, lijsten en scenario's.

Nadere informatie

Eindexamen economie 1 vwo 2004-II

Eindexamen economie 1 vwo 2004-II Opgave 1 Stoppen met roken!? In een land betalen rokers bij de aanschaf van tabaksproducten een flink bedrag aan indirecte belasting (tabaksbelasting)*. Dat vinden veel mensen terecht omdat de overheid

Nadere informatie

Errata Economie: oefeningen

Errata Economie: oefeningen 1 Errata Economie: oefeningen! Deze correcties gelden alleen voor de eerste druk van 2010! p. 11 Hoofdstuk 1 Open Vraag 1 e) We zetten nu voor het jaar 1990 het BBP van de randzone om in dollars. We delen

Nadere informatie

Hoofdstuk 1: Basisvaardigheden

Hoofdstuk 1: Basisvaardigheden Hoofdstuk 1: Basisvaardigheden Wiskunde VMBO 2011/2012 www.lyceo.nl Hoofdstuk 1: Basisvaardigheden Wiskunde 1. Basisvaardigheden 2. Grafieken en formules 3. Algebraïsche verbanden 4. Meetkunde Getallen

Nadere informatie

Basisvaardigheden Microsoft Excel

Basisvaardigheden Microsoft Excel Basisvaardigheden Microsoft Excel Met behulp van deze handleiding kun je de basisvaardigheden leren die nodig zijn om meetresultaten van een practicum te verwerken. Je kunt dan het verband tussen twee

Nadere informatie

In economische termen is geld de voorraad bezittingen die direct voor handen is om transacties te doen. Geld heeft drie functies:

In economische termen is geld de voorraad bezittingen die direct voor handen is om transacties te doen. Geld heeft drie functies: Hoofdstuk 4 Monetair beleid gaat over de nationale munt, valuta en bankieren. Monetair beleid wordt bepaald door de centrale bank. Fiscaal beleid gaat over overheidsuitgaven en belastingheffing. Samen

Nadere informatie

Computervaardigheden I

Computervaardigheden I 2 Inhoud Computervaardigheden I Hoofdstuk 1 Basisvaardigheden dataverwerking Rekenblad - Navigeren door een venster - Bewaren - Formules (relatieve referenties) - Floating Point (precisie) - Formules (absolute

Nadere informatie

Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)!

Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Vragen aangeduid met een * toetsen in het bijzonder het inzicht en toepassingsvermogen. Deze vragenreeksen zijn vrij beschikbaar.

Nadere informatie

Hieronder de vergelijking tussen de annuïteitenhypotheek en de lineaire hypotheek.

Hieronder de vergelijking tussen de annuïteitenhypotheek en de lineaire hypotheek. Hieronder de vergelijking tussen de annuïteitenhypotheek en de lineaire hypotheek. Inleiding: De genoemde vormen zijn voor starters de enige vormen die sinds 01-01-2013 leiden tot renteaftrek. Andere vormen,

Nadere informatie

Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België

Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België Financieel Forum West-Vlaanderen Kortrijk - 24 februari 2015 Jan Smets A. De stand van

Nadere informatie

Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België

Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België Financieel Forum Gent - 26 februari 2015 Jan Smets A. De stand van zaken 1. De (lange)

Nadere informatie

CPI = 122,5 Wat zegt dit? Hoe bereken je dit? Categorieën Aandeel Prijsstijging Optelling. Voeding 40% 10% Kleding 35% -5% Overig 0 CPI 102,25

CPI = 122,5 Wat zegt dit? Hoe bereken je dit? Categorieën Aandeel Prijsstijging Optelling. Voeding 40% 10% Kleding 35% -5% Overig 0 CPI 102,25 CPI = 122,5 Wat zegt dit? Hoe bereken je dit? Categorieën Aandeel Prijsstijging Optelling Voeding 40% 10% Kleding 35% -5% Overig 0 CPI 102,25 ConsumentenPrijsIndexcijfer Consumenten Prijsindexcijfer in

Nadere informatie

Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)!

Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Vragen aangeduid met een * toetsen in het bijzonder het inzicht en toepassingsvermogen. Deze vragenreeksen zijn vrij beschikbaar.

Nadere informatie

Basisvaardigheden Microsoft Excel

Basisvaardigheden Microsoft Excel Basisvaardigheden Microsoft Excel Met behulp van deze handleiding kun je de basisvaardigheden leren die nodig zijn om meetresultaten van een practicum te verwerken. Je kunt dan het verband tussen twee

Nadere informatie

Leren werken met Excel en Tabellen maken

Leren werken met Excel en Tabellen maken Leren werken met Excel en Tabellen maken Loek Halman & Josja Rokven I. Leren werken met Excel Instructie Excel is een van de meest gebruikte programma s. Het is bijna onmisbaar voor iedereen de veel met

Nadere informatie

Exact periode 3 Rechte lijn kunde

Exact periode 3 Rechte lijn kunde Exact periode 3 Rechte lijn kunde diktaat exact blok 3 1 6-3-2017 Hoofdstuk1 Wat analisten willen.. 1.1 Een voorbeeld. Standaard1 Standaard2 Standaard3 Standaard4 Monster Standaard1 Standaard2 Standaard3

Nadere informatie

Macro-economie. Oefenpakket ECONOMIE & BEDRIJFSKUNDE, JAAR 1

Macro-economie. Oefenpakket ECONOMIE & BEDRIJFSKUNDE, JAAR 1 Macro-economie Oefenpakket ECONOMIE & BEDRIJFSKUNDE, JAAR 1 JoHo Samenvattingen Hoe te verkrijgen? JoHo biedt een compleet pakket samenvattingen aan. In dé studentenwinkels van Nederland vind je bijvoorbeeld

Nadere informatie

Economie (TEW) - Formule blad

Economie (TEW) - Formule blad Economie Formuleblad Hoofdstuk 1. Marginaal product van arbeid = de toename in de productie van een goed bij inzet van één extra eenheid arbeid. MPL = X/ L of MPL = dx/dl Hoofdstuk 2. Prijselasticiteit

Nadere informatie

P2 Exponentiële groei

P2 Exponentiële groei P2 Exponentiële groei Opgave 1 a. Zet in Excel in A1: Aantal jaar en in B1: Spaarbedrag. b. Zet in A2-A11 de getallen 1 t/m 10. Handig doen. Zie hulp bij Excel blad 6. c. Zorg met een formule dat er in

Nadere informatie

Macro-economie voor AEO (225P05) Tentamen 1

Macro-economie voor AEO (225P05) Tentamen 1 Faculteit Economie en Bedrijfskunde Universiteit van Amsterdam Macro-economie voor AEO (225P05) Tentamen 1 Januari 2009 1. Zorg dat er niets op je tafel ligt behalve deze vragenbundel (plus lijsten met

Nadere informatie

Auteursrechtelijk beschermd materiaal. De investeringen zijn dus gelijk aan het private sparen en het publieke sparen

Auteursrechtelijk beschermd materiaal. De investeringen zijn dus gelijk aan het private sparen en het publieke sparen OPLOSSINGEN OEFENINGEN HOOFDSTUK 21 Open Vragen OEFENING 1 a) I. een gesloten economie zonder overheid AA = AV AA = Y = Yb = C + S AV = C + I C+I=C+S en bijgevolg S = I II. een gesloten economie met overheid

Nadere informatie

DEEL 1: Antwoordformulier voor de meerkeuzevragen, vragen 1 tot en met 9 (9 vragen van 2 punten = 18 punten)

DEEL 1: Antwoordformulier voor de meerkeuzevragen, vragen 1 tot en met 9 (9 vragen van 2 punten = 18 punten) VERSIE DEEL : Antwoordformulier voor de meerkeuzevragen, vragen tot en met 9 (9 vragen van 2 punten = 8 punten). Veronderstel een economie waar drie goederen worden geproduceerd. Alles wat in een jaar

Nadere informatie

Hoofdstuk1 Wat analisten willen..

Hoofdstuk1 Wat analisten willen.. Hoofdstuk Wat analisten willen... Een voorbeeld. Standaard Standaard Standaard Standaard Monster Standaard Standaard Standaard Standaard Monster Conc.,,5,,5????? (mol.l - ) Ext.,,,,5,7 Hierboven zie je

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 vwo 2003-I

Eindexamen economie 1-2 vwo 2003-I 4 Antwoordmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 Een voorbeeld van een juiste berekening

Nadere informatie

Je kan op verschillende manierenn gegevens verplaatsen. Je zal steeds eerst de cellen die je wilt

Je kan op verschillende manierenn gegevens verplaatsen. Je zal steeds eerst de cellen die je wilt Knippen - Plakken Je kan op verschillende manierenn gegevens verplaatsen. Je zal steeds eerst de cellen die je wilt verplaatsen, moeten selecteren om ze vervolgens te knippen en dan de cel te selecteren

Nadere informatie

www.digitalecomputercursus.nl 6. Reeksen

www.digitalecomputercursus.nl 6. Reeksen 6. Reeksen Excel kan datums automatisch uitbreiden tot een reeks. Dit betekent dat u na het typen van een maand Excel de opdracht kan geven om de volgende maanden aan te vullen. Deze voorziening bespaart

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 5 december 2014

PERSBERICHT Brussel, 5 december 2014 01/2010 05/2010 09/2010 01/2011 05/2011 09/2011 01/2012 05/2012 09/2012 01/2013 05/2013 09/2013 01/2014 05/2014 09/2014 Inflatie (%) PERSBERICHT Brussel, 5 december 2014 Geharmoniseerde consumptieprijsindex

Nadere informatie

Hoofdstuk 26: Modelleren in Excel

Hoofdstuk 26: Modelleren in Excel Hoofdstuk 26: Modelleren in Excel 26.0 Inleiding In dit hoofdstuk leer je een aantal technieken die je kunnen helpen bij het voorbereiden van bedrijfsmodellen in Excel (zie hoofdstuk 25 voor wat bedoeld

Nadere informatie

extra oefeningen HOOFDSTUK 4 VMBO 4

extra oefeningen HOOFDSTUK 4 VMBO 4 extra oefeningen HOOFDSTUK 4 VMBO 4 1. a. Teken in één assenstelsel de grafieken bij de formules y = 4x - 3 en y = 7 - x b. Bereken de coördinaten van het snijpunt c. Teken in hetzelfde assenstelsel de

Nadere informatie

20.1 Wat is economische groei?!

20.1 Wat is economische groei?! 20.1 Wat is economische groei? Om te beoordelen of er geproduceerd is, moet het BBP worden gecorrigeerd voor de inflatie. BBP is de totale product door binnenlandse sectoren. We vinden dan de toename van

Nadere informatie

Wiskunde - MBO Niveau 4. Eerste- en tweedegraads verbanden

Wiskunde - MBO Niveau 4. Eerste- en tweedegraads verbanden Wiskunde - MBO Niveau 4 Eerste- en tweedegraads verbanden OPLEIDING: Noorderpoort MBO Niveau 4 DOCENT: H.J. Riksen LEERJAAR: Leerjaar 1 - Periode 2 UITGAVE: 2018/2019 Wiskunde - MBO Niveau 4 Eerste- en

Nadere informatie

Opgaven bij het vormen van ruimte: van Poincaré tot Perelman

Opgaven bij het vormen van ruimte: van Poincaré tot Perelman Opgaven bij het vormen van ruimte: van Poincaré tot Perelman Roland van der Veen Inleiding Deze reeks opgaven is bedoeld voor de werkcolleges van de vakantiecursus Wiskunde in Wording, Augustus 2013. 1

Nadere informatie

Factor = het getal waarmee je de oude hoeveelheid moet vermenigvuldigen om een nieuwe hoeveelheid te krijgen.

Factor = het getal waarmee je de oude hoeveelheid moet vermenigvuldigen om een nieuwe hoeveelheid te krijgen. Samenvatting door een scholier 1569 woorden 23 juni 2017 5,8 6 keer beoordeeld Vak Methode Wiskunde Moderne wiskunde Wiskunde H1 t/m H5 Hoofdstuk 1 Factor = het getal waarmee je de oude hoeveelheid moet

Nadere informatie

INKIJKEXEMPLAAR WERKEN MET EXCEL. Werken met excel. Hoe? Zo!

INKIJKEXEMPLAAR WERKEN MET EXCEL. Werken met excel. Hoe? Zo! Werken met excel 1 WERKEN MET EXCEL In dit boek leer je werken met Excel. Met Excel maak je berekeningen. Het is een soort uitgebreide rekenmachine. Het boek bestaat uit 4 hoofdstukken. De eerste hoofdstukken

Nadere informatie

Wiskunde - MBO Niveau 4. Eerste- en tweedegraads verbanden

Wiskunde - MBO Niveau 4. Eerste- en tweedegraads verbanden Wiskunde - MBO Niveau 4 Eerste- en tweedegraads verbanden OPLEIDING: Noorderpoort MBO Niveau 4 DOCENT: H.J. Riksen LEERJAAR: Leerjaar 1 - Periode 2 UITGAVE: 2018/2019 Wiskunde - MBO Niveau 4 Eerste- en

Nadere informatie

DEEL 1: Antwoordformulier voor de meerkeuzevragen, vragen 1 tot en met 9 (9 vragen van 2 punten = 18 punten)

DEEL 1: Antwoordformulier voor de meerkeuzevragen, vragen 1 tot en met 9 (9 vragen van 2 punten = 18 punten) VERSIE 1 DEEL 1: Antwoordformulier voor de meerkeuzevragen, vragen 1 tot en met 9 (9 vragen van 2 punten = 18 punten) 1. Veronderstel een economie waar drie goederen worden geproduceerd. Alles wat in een

Nadere informatie

PARADOXEN 2 Dr. Luc Gheysens

PARADOXEN 2 Dr. Luc Gheysens PARADOXEN Dr. Luc Gheysens SPELEN MET ONEINDIG Historische nota De Griekse filosoof Zeno (ca. 90-0 v. Chr.) bedacht een aantal paradoen om aan te tonen dat beweging eigenlijk een illusie is. De meest bekende

Nadere informatie

5. Functies. In deze module leert u:

5. Functies. In deze module leert u: 5. Functies In deze module leert u: - Wat functies zijn; - Functies uitvoeren; - De verschillende functies van Calc kennen. - Naar een ander werkblad verwijzen. U kunt eenvoudige berekeningen, zoals aftrekken,

Nadere informatie