Internationale macro-economische gegevens
|
|
- Hanne Brabander
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Internationale macro-economische gegevens Luc Hens 24 januari 2017 In de bijlages en de opgaven voor de werkstukken die je voor deze cursus moet maken, zal je kennismaken met enkele belangrijke bronnen voor macroeconomische gegevens. De websites van nationale statistische instituten (zoals belgostat.be), alsook van internationale instellingen zoals de OESO (de Organisatie voor Economische samenwerking en Ontwikkeling, OECD in het Engels), de Europese Unie (via Eurostat), de Europese Centrale Bank, het Internationaal Monetair Fonds (IMF), de Wereldbank, zijn een belangrijke bron. In wat volgt bekijken we een belangrijke gegevensbank die in druk aanwezig is in de universiteitsbibliotheek: het jaarboek van International Financial Statistics uitgegeven door het Internationaal Monetair Fonds. We overlopen de Country Tables, die gegevens per land groeperen. De Country Table met betrekking tot de eurozone staan op de cursuswebstek. Druk dit document en de pagina s uit het jaarboek van International Financial Statistics (International Monetary Fund, 2016, pp ) af, en breng ze mee naar de WPO s. Nationale Rekeningen De nationale rekeningen (het bruto binnenlands product en zijn componenten, besproken in Mankiw and Taylor (2014, hoofdstuk 20)) vind je onder het kopje National Accounts van de Country Tables; zie International Monetary Fund (2016, p. 347) voor de nationale rekeningen geaggregeerd voor de landen van de eurozone. De tabel geeft de componenten van de identiteit Y C + I + G + NX De regel Household.Cons.Expend.,incl.NPISHs (Household Consumption Expenditures, including Non-Profit Institutions Serving Households, code 96f.c) geeft de consumptie van de huishoudens (C). De regel Government Consumption Expend. (code 91f.f) geeft de bestedingen van de overheid aan goederen en diensten (G). De regel Gross Fixed Capital Formation (code 93e.c) geeft de investeringen zonder de veranderingen in de voorraden; die zijn apart vermeld onder Changes in Inventories (code 93i.c). De som van Gross Fixed Capital Formation en Changes in Inventories geeft de investeringen (I). De regels Exports of Goods and Services (code 90c.c) en Imports of Goods and Services (code 98c.c) geven de uitvoer en invoer van goederen en diensten. Het verschil geeft de netto-uitvoer (NX ) of handelsbalans. De som van C, I, G, en Bijlage bij hoofdstuk 20 in Mankiw and Taylor (2014) 1
2 NX geeft het bruto-binnenlands product (bbp) (Y ), dat is weergegeven in de regel Gross Domestic Product (GDP) (code 99b.c). Zoals het kopje boven de tabel aangeeft, gaat het telkens om nominale bedragen uitgedrukt in miljarden euro. Het reële bbp (in prijzen van 2010) is GDP Volume 2010 Ref., Chained. (code 99b.r). De regel GDP Volume (2010 = 100) geeft het reële bbp uitgedrukt als een index (een maatstaf zonder eenheden, met basisjaar 2010). Oefening 1 (a) Kies een jaar uit de tabel en ga na dat de som C + I + G + NX hetzelfde resultaat oplevert als het bedrag op de regel Gross Domestic Product (GDP). (b) Bereken voor het jaar uit (a) de procentuele aandelen van C, I, G, en NX in het bbp. Toon je rekenwerk. Vergelijk met de waarden voor België uit de eerste handreiking voor dit hoofdstuk. (c) Bereken voor twee opeenvolgende jaren de procentuele groeivoet van het nominale bbp. Toon je rekenwerk. (d) Bereken voor dezelfde twee opeenvolgende jaren als in (c) de procentuele groeivoet van het reële bbp; gebruik de bedragen in euro, niet het indexcijfer. Toon je rekenwerk. Prijzenpeil De bbp-deflator (een maatstaf voor het algemene prijzenpeil) besproken in Mankiw and Taylor (2014, hoofdstuk 21) vind je onder het kopje National Accounts van de Country Tables; zie International Monetary Fund (2016, p. 347) voor de nationale rekeningen geaggregeerd voor de landen van de eurozone. De bbpdeflator is de laatste regel ( GDP deflator (2010=100), code 99bir). Het gaat om een indexcijfer dat in het basisjaar 2010 de waarde 100 aanneemt. De index van de consumptieprijzen vind je onder het kopje Prices, Production, Labor (p. 344) als Harmonized CPI (hcpi) (code 64h). Oefening 2 (a) Bereken het inflatiepercentage aan de hand van de index van de consumptieprijzen in twee opeenvolgende jaren. Toon je rekenwerk. (b) Bereken het inflatiepercentage aan de hand van de bbp-deflator voor dezelfde twee opeenvolgende jaren als in (a). Toon je rekenwerk. Verschilt het cijfer van je resultaat in (a)? Hoe kan je dat verklaren? (c) Bereken met behulp van een rekenbladprogramma voor alle beschikbare jaren de inflatiepercentages aan de hand van beide prijsindices (de bbpdeflator en de index van de consumptieprijzen). Maak een tijdreeksdiagram (een lijndiagram met de tijd op de horizontale as) dat de inflatiepercentages vergelijkt (zie Mankiw and Taylor (2014, afbeelding 21.1 p. 464)). Volgen de twee maatstaven voor de inflatie een vergelijkbaar pad? 2
3 (d) Gebruik de index der consumptieprijzen om de consumptiebestedingen van de gezinnen van 2005 en 2015 (uit de nationale rekeningen) uit te drukken in prijzen van Toon je rekenwerk. Rentevoeten Enkele belangrijke rentevoeten vind je onder het kopje Interest Rates (International Monetary Fund, 2016, p. 344). Als maatstaf voor de nominale (markt-)rentevoet (i) die voorkomt in het model van de leenfondsen (Mankiw and Taylor, 2014, hoofdstuk 24) en de geldmarkt (Mankiw and Taylor, 2014, hoofdstukken 24, 33) gebruiken economen doorgaans de rente op overheidsobligaties met een looptijd van 10 jaar ( Government Bond Yield, code 61). De beleidsrente van de centrale bank besproken in Mankiw and Taylor (2014, hoofdstuk 26) is Central Bank Policy Rate (EOP) (code 60; EOP staat voor end of period ). Oefening 3 In oefening 2a berekende je voor een bepaald jaar het inflatiepercentage aan de hand van de index van de consumptieprijzen. Bereken voor datzelfde jaar de reële rente. Toon je rekenwerk. Werkloosheid De gegevens over de arbeidsmarkt (Mankiw and Taylor, 2014, hoofdstuk 23) vind je onder het kopje Prices, Production, Labor (International Monetary Fund, 2016, p. 344). Employment (code 67e) is de werkgelegenheid, en Unemployment (code 67c) is de werkloosheid. De som van werkgelegenheid en werkloosheid geeft de beroepsbevolking. Het aandeel van de werkloosheid in de beroepsvolking (uitgedrukt als een percentage) geeft het werkloosheidspercentage ( Unemployment Rate (%), code 67r). Oefening 4 (a) Bereken voor een jaar uit de tabel de beroepsbevolking. Toon je rekenwerk. (b) Bereken voor hetzelfde jaar het werkloosheidspercentage. Toon je rekenwerk. Verschilt je resultaat van het cijfer gerapporteerd als Unemployment Rate (%)? (c) Bereken het gemiddelde werkloosheidspercentage over de periode Beschouw dit gemiddelde als een maatstaf van het natuurlijk werkloosheidspercentage. Wat was dan het cyclische werkloosheidspercentage in 2007? In 2014? 3
4 Geldvoorraad De geldvoorraad (M) bestaat uit de munten en bankbiljetten in omloop (C) plus de deposito s op betaalrekeningen (D): M = C + D Gegevens over de geldvoorraad vind je onder het kopje Monetary Aggregates (International Monetary Fund, 2016, p. 343). De regel M1, Seasonally Adjusted (code 59mau) komt overeen met de geldvoorraad M zoals gedefinieerd in Mankiw and Taylor (2014, hoofdstuk 26). De componenten (C en D) vind je onder het kopje Depository Corporations (p. 343; Depository Corporations zijn banken): de munten en bankbiljetten in omloop (C) zijn Currency outside Depository Corps (code 34a) en de deposito s op betaalrekeningen (D) zijn Transferable Deposits (code 34). De som van deze twee componenten is (ongeveer) gelijk aan M1, Seasonally Adjusted (code 59mau). Oefening 5 Bereken voor een jaar uit de tabel de som van de munten en bankbiljetten in omloop (C) plus de deposito s op betaalrekeningen (D). Verschilt de som van het cijfer gerapporteerd als M1, Seasonally Adjusted? (Kleine verschillen zijn mogelijk omdat de precieze definities van de C, D, en M wat kunnen afwijken.) Oefening 6 (a) Bereken voor een jaar uit de tabel de reële rentevoet (de nominale rentevoet min de inflatie). Gebruik voor de nominale rentevoet de rente op overheidsobligaties met een looptijd van 10 jaar ( Government Bond Yield, code 61). Gebruik om de inflatie te berekenen de bbp-deflator. (b) Maak een tijdreeksdiagram van de nominale rentevoet, de inflatie, en de reële rentevoet (zie oefening 2(c); vergelijk met Mankiw and Taylor (2014, afbeelding 21.3 p. 468) en Mankiw and Taylor (2014, afbeelding 27.4 p. 594). Is de grafiek consistent met het Fisher-effect (Mankiw and Taylor, 2014, pp )? (c) (optioneel) Als je weet wat een correlatiecoëfficiënt is, bereken dan (met behulp van een rekenbladprogramma, een wetenschappelijke rekenmachine met statistische functies zoals de TI-84, of een statistisch programma zoals SPSS of R) de correlatiecoëfficiënt tussen de nominale rentevoet en de inflatie, en interpreteer het cijfer dat je bekomt. Wisselkoersen Wisselkoersen (Mankiw and Taylor, 2014, hoofdstuk 28) vind je onder de afdeling Exchange Rates (International Monetary Fund, 2016, p. 342). De gemiddelde nominale wisselkoers van de US dollar ten opzichte van de thuismunt (in dit geval de euro) is de regel Market Rate (code rf) (uitgedrukt in euro per dollar). Opgelet: om de wisselkoers van de euro ten opzichte van de dollar 4
5 (uitgedrukt in dollar per euro) te bekomen, moet je het omgekeerde van dit getal berekenen: 1 dollar/euro = euro/dollar De reële wisselkoers (weergegeven als een indexcijfer) is de regel CPI-Based Real Effect. Ex. Rate (code rec). Een stijging van de index geeft een reële appreciatie van de euro weer. Effectieve wisselkoers betekent dat het gaat om een gewogen gemiddelde van de wisselkoersen ten opzichte van de handelspartners, met de aandelen van de handel met elk van de handelspartners in de totale handel als de gewichten. Oefening 7 (a) Bereken voor twee opeenvolgende jaren uit de tabel de nominale wisselkoers van de euro ten opzichte van de US dollar. Toon je rekenwerk. (b) Aan de hand van je resultaat uit (a), bereken de procentuele nominale appreciatie of depreciatie van de euro over dezelfde twee opeenvolgende jaren. Toon je rekenwerk. Is de euro in nominale termen geapprecieerd of gedeprecieerd ten opzichte van de dollar? (c) Bereken de procentuele reële appreciatie of depreciatie van de euro over dezelfde twee opeenvolgende jaren. Toon je rekenwerk. Is de euro in reële termen geapprecieerd of gedeprecieerd ten opzichte van de dollar? (d) Verschilt de nominale appreciatie of depreciatie uit (b) van de reële depreciatie of depreciatie uit (c)? Hoe kan je dat verklaren? De aggregatieve vraag Oefening 8 De marginale neiging tot consumeren (MNC) speelt een belangrijke rol in de analyse van de aggregatieve vraag (Mankiw and Taylor, 2014, hoofdstuk 31 pp en hoofdstuk 33 p. 709). (a) Gebruik een rekenbladprogramma of een rekenmachine om, aan de hand van de index der consumptieprijzen, de consumptie van elk jaar van 2004 tot 2015 uit te drukken in reële termen (in prijzen van 2010) (zie oefening 2(d)). (b) Maak (met de hand of met een rekenbladprogramma) een spreidingsdiagram met op de horizontale as het reële bbp (Y ) en op de verticale as de consumptie voor de periode (cijfers in miljarden euros en prijzen van 2010). Teken met een meetlat een rechte lijn die de puntenwolk op het zicht zo goed mogelijk benadert. Deze rechte lijn is een benadering van de consumptiefunctie. (c) Bereken aan de hand van twee geraamde punten van de geschatte consumptiefunctie uit (b) de richtingscoëfficiënt. De richtingscoëfficiënt geeft een raming van de marginale neiging to consumeren (MNC) (Mankiw and Taylor, 2014, hoofdstuk 31 pp ). Interpreteer het resultaat. 5
6 (d) Bereken aan de hand van de geschatte marginale neiging to consumeren uit (c) de bestedingsmultiplicator (onder de aannames dat de belastingen exogeen zijn en de economie gesloten is) (Mankiw and Taylor, 2014, hoofdstuk 31 pp ). Interpreteer het resultaat. (e) (optioneel) Als je weet wat regressie-analyse is, bereken dan (met behulp van een rekenbladprogramma, een wetenschappelijke rekenmachine met statistische functies zoals de TI-84, of een statistisch programma zoals SPSS of R) de regressierechte door het spreidingsdiagram. De richtingscoëfficiënt van de regressierechte geeft een raming van de marginale neiging to consumeren. Vergelijk met wat je vond in (c); de twee resultaten zouden in elkaars buurt moeten liggen. Referenties International Monetary Fund (2016). International Financial Statistics Yearbook International Monetary Fund, Washington, DC. Mankiw, N. G. and Taylor, M. P. (2014). Economics. Cengage Learning, Andover, 3 rd edition. 6
Macro-economische gegevens
Macro-economische gegevens Luc Hens 9 februari 2015 In de handreikingen en de opgaves voor de werkstukken die je voor deze cursus moet maken, zal je kennismaken met enkele belangrijke bronnen voor macro-economische
Nadere informatieMacro-economische gegevens
Macro-economische gegevens In de handreikingen en de opgaves voor de werkstukken die je voor deze cursus moet maken, zal je kennismaken met enkele belangrijke bronnen voor macro-economische gegevens. De
Nadere informatieHet inkomen van een land berekenen
Het inkomen van een land berekenen Luc Hens 17 februari 2015 Waar vind je het bbp van België? De Nationale Bank van België publiceert vier maal per jaar het Statistisch Tijdschrift, dat de macro-economische
Nadere informatieHet inkomen van een land berekenen
Het inkomen van een land berekenen Waar vind je het bruto binnenlands product van België? Tabel 23.1C vult tabel 23.1 in Mankiw and Taylor (2011, p. 494) aan. Tabel 23.1C. De besteding van het Belgische
Nadere informatieHet inkomen van een land berekenen
Het inkomen van een land berekenen Luc Hens 8 februari 2017 Waar vind je het bbp van België? De Nationale Bank van België publiceert vier maal per jaar het Statistisch Tijdschrift, dat de macro-economische
Nadere informatieFinanciële economie. Luc Hens 7 maart Opbrengsvoet en risico van een aandeel
Financiële economie Luc Hens 7 maart 2016 Opbrengsvoet en risico van een aandeel Financiële economen gebruiken de wiskundige verwachting E(x) van de opbrengstvoet x als een maatstaf van de verwachte opbrengstvoet,
Nadere informatieGeld en prijzen op de lange termijn
Geld en prijzen op de lange termijn De geldvoorraad in de eurozone Cijfers over de geldvoorraad in de eurozone vind je in Europan Central Bank, Monthly Bulletin, tabel 2.3. Tabel 2.C geeft de opsplitsing
Nadere informatieFinanciële economie. Opbrengsvoet en risico van een aandeel
Financiële economie Opbrengsvoet en risico van een aandeel Financiële economen gebruiken de wiskundige verwachting E(x) van de opbrengstvoet x als een maatstaf van de verwachte opbrengstvoet, en de standaardafwijking
Nadere informatieGeld en prijzen op de lange termijn
Geld en prijzen op de lange termijn De geldvoorraad in de eurozone Cijfers over de geldvoorraad in de eurozone vind je in Europan Central Bank, Economic Bulletin, tabel 5.. Tabel geeft de opsplitsing van
Nadere informatieGeld en prijzen op de lange termijn
Geld en prijzen op de lange termijn Luc Hens 16 maart 2016 De geldvoorraad in de eurozone Cijfers over de geldvoorraad in de eurozone vind je in European Central Bank, Economic Bulletin, tabel 5.1. Tabel
Nadere informatieGeld en prijzen op de lange termijn
Geld en prijzen op de lange termijn Luc Hens 6 maart 206 De geldvoorraad in de eurozone Cijfers over de geldvoorraad in de eurozone vind je in European Central Bank, Economic Bulletin, tabel 5.. Tabel
Nadere informatieInleiding tot de Macro-economie Examen juni 2015
Voornaam: ACHTERNAAM: Studentennummer: Scores: 1 2 3 4 5 Tot. Inleiding tot de Macro-economie Examen juni 2015 Lees dit eerst: Het examen duurt maximaal 2,5 uur. Je mag het examen niet verlaten tijdens
Nadere informatiebruto inkomen (per persoon)
Opgave 1 Lorenzcurve en economische kringloop Definities: Bruto inkomen Loon/pensioen, interest, winst/dividend, huur/pacht Netto inkomen Bruto inkomen inkomstenbelasting (IB) Netto besteedbaar inkomen
Nadere informatieMacro-economisch scorebord 2015K4
Macro-economisch scorebord 2015K4 Saldo lopende rekening als % bbp Netto extern vermogen als % bbp Reële effectieve wisselkoers (36 handelspartners) 3-jaars voortschrijdend gemiddelde 3-jaars mutatie in
Nadere informatieDEEL 1: Antwoordformulier voor de meerkeuzevragen, vragen 1 tot en met 9 (9 vragen van 2 punten = 18 punten)
VERSIE DEEL : Antwoordformulier voor de meerkeuzevragen, vragen tot en met 9 (9 vragen van 2 punten = 8 punten). Veronderstel een economie waar drie goederen worden geproduceerd. Alles wat in een jaar
Nadere informatieMacro-economie voor AEO (225P05) Proeftentamen 1
Faculteit Economie en Bedrijfskunde Universiteit van Amsterdam Macro-economie voor AEO (225P05) Proeftentamen 1 November 2008 1. Zorg dat er niets op je tafel ligt behalve deze vragenbundel (plus lijsten
Nadere informatieMacro-economie voor AEO (225P05) Voortgangstoets
Faculteit Economie en Bedrijfskunde Universiteit van Amsterdam Macro-economie voor AEO (225P05) Voortgangstoets December 2008 1. Zorg dat er niets op je tafel ligt behalve deze vragenbundel (plus een lijst
Nadere informatieDEEL 1: Antwoordformulier voor de meerkeuzevragen, vragen 1 tot en met 6 (6 vragen van 3 punten = 18 punten)
DEEL 1: Antwoordformulier voor de meerkeuzevragen, vragen 1 tot en met 6 (6 vragen van 3 punten = 18 punten) 1. Hieronder zie je de bevolking in landen met een BBP per hoofd van de bevolking tussen x1
Nadere informatieINKOMEN PER HOOFD IN BELGIË EN INDIA 1
INKOMEN PER HOOFD IN BELGIË EN INDIA 1 Waarom is het inkomen per hoofd in België zoveel hoger dan in India? Mariane De Wilde (1ste Bachelor TEW) Eric De Jong (1ste Bachelor HI) Romelu Lukaku (Voorbereidingsprogramma
Nadere informatiemethode, indexen en (grond)prijzen
Bijlage I methode, indexen en (grond)prijzen koopen vrije sector huuren sociale huuren functie methode grondprijs 2013 index grondprijs 2014 eenheid opmerking excl. btw bron index excl. btw inclusief particuliere
Nadere informatieEconomische opleving, een zegen voor de aandelenmarkt?
Economische opleving, een zegen voor de aandelenmarkt? Frank Lierman Chief Economist Dexia Bank België Quest Investor Club Osterriethhuis, Antwerpen 11.2.2 1 1. Verenigde Staten: een te snelle expansie?
Nadere informatieAlgemene Economie II: Definities van kernbegrippen
Algemene Economie II: Definities van kernbegrippen Van de kernbegrippen met een sterretje (*) moet je de definities studeren voor vraag 1 van het schriftelijke examen. Je vindt de verklarende woordenlijst
Nadere informatiePropedeusecursus Macro-economie (6011P0125) Proeftussentoets
Faculteit Economie en Bedrijfskunde Universiteit van Amsterdam Propedeusecursus Macro-economie (6011P0125) Proeftussentoets Lente 2013 1. Zorg dat er niets op je tafel ligt behalve deze vragenbundel (plus
Nadere informatieConsumptieve bestedingen van de particulieren 2.0 2.6 1.4 Consumptieve bestedingen van de overheid 0.0 2.1 2.6 Bruto vaste kapitaalvorming 4.2 5.9 4.
Kerncijfers voor de Belgische economie Wijzigingspercentages in volume - tenzij anders vermeld Consumptieve bestedingen van de particulieren 2.0 2.6 1.4 Consumptieve bestedingen van de overheid 0.0 2.1
Nadere informatie6 Geaggregeerde vraag en geaggregeerd aanbod
6 Geaggregeerde vraag en geaggregeerd aanbod Opgave 1 a Noem vier factoren die bij een gegeven prijsniveau tot een verandering van de Effectieve Vraag kunnen leiden. b Met welke (macro-economische) instrumenten
Nadere informatieDomein Goede Tijden, Slechte Tijden
Domein Goede Tijden, Slechte Tijden Zie steeds de eenvoud!! havo Frans Etman Hoog- of laagconjunctuur Het Centraal Bureau van de Statistiek (CBS) heeft 2 filmpjes gemaakt over de indicatoren van de economie.
Nadere informatieEconomie (TEW) - Formule blad
Economie Formuleblad Hoofdstuk 1. Marginaal product van arbeid = de toename in de productie van een goed bij inzet van één extra eenheid arbeid. MPL = X/ L of MPL = dx/dl Hoofdstuk 2. Prijselasticiteit
Nadere informatieDEEL 1: Antwoordformulier voor de meerkeuzevragen, vragen 1 tot en met 6 (6 vragen van 3 punten = 18 punten)
VERSIE 1 DEEL 1: Antwoordformulier voor de meerkeuzevragen, vragen 1 tot en met 6 (6 vragen van 3 punten = 18 punten) 1. Zijn de volgende stellingen waar of niet waar? I. Voorraadinvesteringen kunnen negatief
Nadere informatieMacro-economie voor AEO (225P05) Tentamen 1
Faculteit Economie en Bedrijfskunde Universiteit van Amsterdam Macro-economie voor AEO (225P05) Tentamen 1 Januari 2009 1. Zorg dat er niets op je tafel ligt behalve deze vragenbundel (plus lijsten met
Nadere informatieProefexamen Macro-economie: verbetering
Proefexamen Macro-economie: verbetering Deel 1: Drie open vragen op telkens 6 punten. 1. H9 a) Leid wiskundig de Philipscurve af uit de prijszettingsrelatie op de arbeidsmarkt. Verklaar de gebruikte symbolen.
Nadere informatieMaak bij de beantwoording van de volgende vraag gebruik van onderstaande grafiek.
Opgave 1 M-vragen Maak bij de beantwoording van de volgende vraag gebruik van onderstaande grafiek. Euros to 1 RL 1 Is in de periode 31 maart 17 april sprake van een devaluatie van de euro ten opzichte
Nadere informatieDEEL 1: Antwoordformulier voor de meerkeuzevragen, vragen 1 tot en met 9 (9 vragen van 2 punten = 18 punten)
VERSIE 1 DEEL 1: Antwoordformulier voor de meerkeuzevragen, vragen 1 tot en met 9 (9 vragen van 2 punten = 18 punten) 1. Veronderstel een economie waar drie goederen worden geproduceerd. Alles wat in een
Nadere informatieDEEL 1: Antwoordformulier voor de meerkeuzevragen, vragen 1 tot en met 9 (9 vragen van 2 punten = 18 punten)
DEEL 1: Antwoordformulier voor de meerkeuzevragen, vragen 1 tot en met 9 (9 vragen van 2 punten = 18 punten) 1. De grafiek hieronder geeft de participatiegraad voor Nederland, de V.S. en de 12 kernlanden
Nadere informatie: Macro-economie voor Bedrijfseconomie
TENTAMEN inclusief antwoorden Vaknaam : Macro-economie voor Bedrijfseconomie Vakcode : 330091 Datum tentamen : donderdag 16 mei 2013 Duur tentamen : 3 uur Docent : Dr. B.J.A.M. van Groezen ANR : 649627
Nadere informatieHoofdstuk 2: Het Taylor-Romer model
Hoofdstuk 2: Het Taylor-Romer model 1. Opbouw van de AV-lijn A. Relatie tussen reële bbp en rente Fragment: Belgische glansprestatie (Tijd, 31/12/2004) Bestedingen De consumptie van de gezinnen groeide
Nadere informatieStatistisch Magazine Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012
Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012 Inleiding Lorette Ford De economische ontwikkeling van een land kan door middel van drie belangrijke economische indicatoren
Nadere informatieSlechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)!
Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Vragen aangeduid met een * toetsen in het bijzonder het inzicht en toepassingsvermogen. Deze vragenreeksen zijn vrij beschikbaar.
Nadere informatieDOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM SAMENGESTELDE MACRO- ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED
DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM SAMENGESTELDE MACRO- ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED Op basis van de tot 20 mei 2005 beschikbare informatie hebben medewerkers van het Eurosysteem projecties
Nadere informatieUitleg theorie AS-AD model. MEV Wat betekent AS-AD. Aggregated demand: de macro-economische vraag.
Uitleg theorie AS-AD model. Het AS-AD model is een theoretisch model over de werking van de economie. Het model is daarmee een macro-economisch model. Het model maakt sterk gebruik van het marktmodel uit
Nadere informatieDomein Goede Tijden, Slechte Tijden
Domein Goede Tijden, Slechte Tijden Zie steeds de eenvoud!! vwo Frans Etman Hoog- of laagconjunctuur Het Centraal Bureau van de Statistiek (CBS) heeft 2 filmpjes gemaakt over de indicatoren van de economie.
Nadere informatieSPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE DINSDAG 4 OKTOBER UUR
SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE DINSDAG 4 OKTOBER 2016 09.00 10.30 UUR SPD Bedrijfsadministratie Algemene economie Dinsdag 4 oktober 2016 B / 11 2016 NGO-ENS B / 11 Opgave 1
Nadere informatieCentraal Bureau voor de Statistiek Factsheet Macro-economische onevenwichtigheden
Factsheet Macro-economische onevenwichtigheden 8 december 2014 pagina 1 Inleiding De uitbraak van de kredietcrisis in 2008 en de daaropvolgende Europese schuldencrisis hebben grote macro-economische onevenwichtigheden
Nadere informatie0. Wat is Macro-economie? 1. Totale Productie ( Aggregate Output ) 2. Werkloosheid 3. Prijsstijging (Inflatie) 4. Wegwijzer = Structuur cursus
Economie De basis 0. Wat is Macro-economie? 1. Totale Productie ( Aggregate Output ) 2. Werkloosheid 3. Prijsstijging (Inflatie) 4. Wegwijzer = Structuur cursus Slide #2 2.0 Wat is macro-economie Slide
Nadere informatieMacro-economie voor AEO (225P05) Proeftentamen 2
Faculteit Economie en Bedrijfskunde Universiteit van Amsterdam Macro-economie voor AEO (225P05) Proeftentamen 2 November 2008 1. Zorg dat er niets op je tafel ligt behalve deze vragenbundel (plus lijsten
Nadere informatieDomein E: Ruilen over de tijd. fransetman.nl
Domein E: Ruilen over de tijd Rente : prijs van tijd Nu lenen: een lagere rente Nu sparen: een hogere rente Individuele prijs van tijd: het ongemak dat je ervaart Algemene prijs van tijd: de rente die
Nadere informatieMacro-economie. Oefenpakket ECONOMIE & BEDRIJFSKUNDE, JAAR 1
Macro-economie Oefenpakket ECONOMIE & BEDRIJFSKUNDE, JAAR 1 JoHo Samenvattingen Hoe te verkrijgen? JoHo biedt een compleet pakket samenvattingen aan. In dé studentenwinkels van Nederland vind je bijvoorbeeld
Nadere informatieMacro-economie (ES-250) Verklarende Woordenlijst
Macro-economie (ES-250) Verklarende Woordenlijst Dit zijn de definities van de kernbegrippen uit Mankiw (2009) die je moet kennen voor het examen voor ES-250 Macro-economie. Hoofdstuk 1 Inflatie: Een toename
Nadere informatieEindexamen economie havo II
Opgave 1 Buitenland en overheid in de kringloop In de economische wetenschap wordt gebruikgemaakt van modellen. Een kringloopschema is een model waarmee een vereenvoudigd beeld van de economie van een
Nadere informatieEindexamen economie 1 havo 2000-I
Opgave 1 Meer mensen aan de slag Het terugdringen van de werkloosheid is in veel landen een belangrijke doelstelling van de overheid. Om dat doel te bereiken, streeft de overheid meestal naar groei van
Nadere informatieGa indien nodig naar het toilet voor je aan het examen begint. Tijdens het examen mag je het lokaal niet verlaten.
Voornaam ACHTERNAAM: Studentennummer: Omcirkel de correcte richting (WS = werkstudent): 1 Ba HI 1 Ba TEW 1 Ba TEW WS 2 Ba HI 2 Ba TEW 2 Ba TEW WS 3 Ba HI 3 Ba TEW 3 Ba TEW WS andere Scores: 1 2 3 4 Tot.
Nadere informatieBlik op de macro-economische realiteit
Blik op de macro-economische realiteit Jan Van Hove, Chief Economist, KBC Groep BOLERO Tips & Trends - 9 September 17 Blik op de Macroeconomische Realiteit De Toekomst van de Wereldeconomie: De 1 Werken
Nadere informatieECONOMISCHE EN SOCIALE CONVERGENTIE IN DE EU: BELANGRIJKE FEITEN
VOLTOOIING VAN DE EUROPESE ECONOMISCHE EN MONETAIRE UNIE Bijdrage van de Commissie aan de Leidersagenda #FutureofEurope #EURoadSibiu ECONOMISCHE EN SOCIALE CONVERGENTIE IN DE EU: BELANGRIJKE FEITEN Figuur
Nadere informatieHOOFDSTUK 14: OEFENINGEN
1 HOOFDSTUK 14: OEFENINGEN 1. Antwoord met juist of fout op elk van de onderstaande beweringen. Geef telkens een korte a) Indien een Amerikaans toerist op de Grote Markt van Brussel een Deens bier drinkt,
Nadere informatieECONOMISCHE INDICATOREN VOOR BELGIE
WEKELIJKSE PUBLICATIE NATIONALE BANK VAN BELGIE DEPARTEMENT ALGEMENE STATISTIEK SYNTHESE VAN DE PROGNOSES 998 r r Realisaties NBB EC OESO EC OESO (veranderingspercentages tov het voorgaande jaar) A BBP
Nadere informatieKerncijfers voor de Belgische economie Wijzigingspercentages in volume - tenzij anders vermeld 2006 2007 2008 2009
Kerncijfers voor de Belgische economie Wijzigingspercentages in volume - tenzij anders vermeld Consumptieve bestedingen van de particulieren 2.0 2.6 1.4 0.8 Consumptieve bestedingen van de overheid 0.0
Nadere informatieBijlage HAVO. economie. tijdvak 1. Bronnenboekje
Bijlage HAVO 218 tijdvak 1 economie Bronnenboekje HA-122-a-18-1-b Opgave 1 bron 1 kosten Metolani constante kosten: ontwikkelkosten 2 miljoen management- & personeelskosten 15 miljoen verzekeringspremies
Nadere informatieCentraal Bureau voor de Statistiek Factsheet Macro-economische onevenwichtigheden
Factsheet Macro-economische onevenwichtigheden 13 april 2015 pagina 1 Inleiding De uitbraak van de kredietcrisis in 2008 en de daaropvolgende Europese schuldencrisis hebben grote macro-economische onevenwichtigheden
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 vwo 2003-I
4 Antwoordmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 Een voorbeeld van een juiste berekening
Nadere informatieCentraal Bureau voor de Statistiek Factsheet Macro-economische onevenwichtigheden
Factsheet Macro-economische onevenwichtigheden 9 december 2013 pagina 1 Inleiding Door de uitbraak van de kredietcrisis in 2008 en de daaropvolgende Europese schuldencrisis is het duidelijk geworden dat
Nadere informatieMACRO-VRAAG EN MACRO-AANBOD
pdf18 MACRO-VRAAG EN MACRO-AANBOD De macro-vraaglijn of geaggregeerde vraaglijn geeft het verband weer tussen het algemeen prijspeil en de gevraagde hoeveelheid binnenlands product. De macro-vraaglijn
Nadere informatieExamen HAVO. economie. tijdvak 2 woensdag 23 juni 13.30-16.00 uur. Bij dit examen hoort een bijlage.
Examen HAVO 2010 tijdvak 2 woensdag 23 juni 13.30-16.00 uur economie tevens oud programma economie 1,2 Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 27 vragen. Voor dit examen zijn maximaal
Nadere informatiePropedeusecursus Macro-economie (6011P0025) Proeftentamen 2
Faculteit Economie en Bedrijfskunde Universiteit van Amsterdam Propedeusecursus Macro-economie (6011P0025) Proeftentamen 2 Lente 2013 1. Zorg dat er niets op je tafel ligt behalve deze vragenbundel (plus
Nadere informatieSlechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)!
Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Vragen aangeduid met een * toetsen in het bijzonder het inzicht en toepassingsvermogen. Deze vragenreeksen zijn vrij beschikbaar.
Nadere informatie20.1 Wat is economische groei?!
20.1 Wat is economische groei? Om te beoordelen of er geproduceerd is, moet het BBP worden gecorrigeerd voor de inflatie. BBP is de totale product door binnenlandse sectoren. We vinden dan de toename van
Nadere informatieMacro-economie voor AEO (225P05) Tentamen
Faculteit Economie en Bedrijfskunde Universiteit van Amsterdam Macro-economie voor AEO (225P05) Tentamen Juni 2009 1. Zorg dat er niets op je tafel ligt behalve deze vragenbundel (plus lijsten met antwoordmogelijkheden
Nadere informatieVan BBP naar naar NBP Wat houdt ons tegen?
Van BBP naar naar NBP Wat houdt ons tegen? Paul Teule 7 juni 2018 (p.r.teule@uva.nl) Het komende uur: Kritiek op het Bruto Binnenlands Product Waarom geen Groen Netto Binnenlands Product? Probleem 1a:
Nadere informatieBijlage HAVO. economie. tijdvak 1. Bronnenboekje. Achter deze bijlage is een erratum opgenomen. HA-1022-a-18-1-b
Bijlage HAVO 2018 tijdvak 1 economie Bronnenboekje Achter deze bijlage is een erratum opgenomen. HA-1022-a-18-1-b Opgave 1 bron 1 kosten Metolani constante kosten: ontwikkelkosten 20 miljoen management-
Nadere informatieINLEIDING: Het BBP als welvaartsindicator van een land
INLEIDING: Het BBP als welvaartsindicator van een land A. Inleidende begrippen 1. Het begrip BBP Het BBP is de som van alle bruto toegevoegde waarden geproduceerd door alle ondernemingen in 1 land in een
Nadere informatieProefexamen Inleiding tot de Algemene Economie. Prof. Dr. Jan Bouckaert december 2015
Proefexamen Inleiding tot de Algemene Economie Prof. Dr. Jan Bouckaert 11-14 december 2015 1. Wat wordt niet meegerekend in het netto nationaal inkomen (nni) van België? A. Lonen van Belgische grensarbeiders
Nadere informatieDeze examenopgave bestaat uit 8 pagina s, inclusief het voorblad. Dit examen bestaat uit 5 opgaven en omvat 20 vragen.
SPD Bedrijfsadministratie Examenopgave ALGEMENE ECONOMIE VRIJDAG 16 DECEMBER 2016 15.30-17.00 UUR Belangrijke informatie Deze examenopgave bestaat uit 8 pagina s, inclusief het voorblad. Dit examen bestaat
Nadere informatieEconomische vooruitgang
#EURoad2Sibiu Economische vooruitgang Mei 219 NAAR EEN MEER VERENIGDE, STERKERE EN DEMOCRATISCHERE UNIE De ambitieuze EU-agenda voor banen, groei en investeringen en de versterking van de eengemaakte markt
Nadere informatie6,3 ECONOMIE. Samenvatting door een scholier 4680 woorden 25 januari keer beoordeeld. Lesbrief Globalisering INFLATIE
Samenvatting door een scholier 4680 woorden 25 januari 2011 6,3 17 keer beoordeeld Vak Economie ECONOMIE Lesbrief Globalisering INFLATIE Soort Oorzaken OPLOSSINGEN Vraag Bestedingsinflatie Door de oplevende
Nadere informatieTechnische aannames betreffende de rente, de wisselkoersen, de grondstoffenprijzen en het begrotingsbeleid
Kader DOOR MEDEWERKERS VAN DE SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED Op basis van de tot en met 18 februari 2011 beschikbare informatie hebben medewerkers van de projecties samengesteld
Nadere informatieSlechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)!
Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Vragen aangeduid met een * toetsen in het bijzonder het inzicht en toepassingsvermogen. Deze vragenreeksen zijn vrij beschikbaar.
Nadere informatieSTATISTIEKEN VAN DE ECB EEN KORT OVERZICHT
STATISTIEKEN VAN DE ECB EEN KORT OVERZICHT AUGUSTUS 2003 De statistieken van de Europese Centrale Bank (ECB) hebben als belangrijkste doel de ondersteuning van het monetaire beleid van de ECB en andere
Nadere informatieCPI = 122,5 Wat zegt dit? Hoe bereken je dit? Categorieën Aandeel Prijsstijging Optelling. Voeding 40% 10% Kleding 35% -5% Overig 0 CPI 102,25
CPI = 122,5 Wat zegt dit? Hoe bereken je dit? Categorieën Aandeel Prijsstijging Optelling Voeding 40% 10% Kleding 35% -5% Overig 0 CPI 102,25 ConsumentenPrijsIndexcijfer Consumenten Prijsindexcijfer in
Nadere informatieCentraal Bureau voor de Statistiek Factsheet Macro-economische onevenwichtigheden
Factsheet Macro-economische onevenwichtigheden 15 juli 2014 pagina 1 Inleiding Door de uitbraak van de kredietcrisis in 2008 en de daaropvolgende Europese schuldencrisis is het duidelijk geworden dat er
Nadere informatieVooruitzichten Belgische economie Herstel zet zich gematigd voort maar blijft fragiel
Vooruitzichten Belgische economie Herstel zet zich gematigd voort maar blijft fragiel Johan Van Gompel 9 mei 216 Economische groei Herstel Belgische economisch activiteit in lijn met die in Duitsland Reëel
Nadere informatieExamen VWO. economie. Voorbeeldopgaven Phillipscurve. voorbeeldopgaven Phillipscurve
Examen VWO 2017 Voorbeeldopgaven Phillipscurve economie voorbeeldopgaven Phillipscurve Opgave 1 Langs de glijbaan omhoog? Met het uitbreken van de kredietcrisis in 2008 ondervonden veel banken wereldwijd
Nadere informatieInleiding tot de economie Test december 2008 H17 tem H25 VERBETERING 1
Inleiding tot de economie Test december 2008 H17 tem H25 VERBETERING 1 Vraag 1 Bin. Munt/Buit. munt Hoeveelheid buitenlandse munt Beschouw bovenstaande grafiek met op de Y-as de hoeveelheid binnenlandse
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 9 en 10
Samenvatting Economie Hoofdstuk 9 en 10 Samenvatting door een scholier 2188 woorden 14 februari 2016 8,6 15 keer beoordeeld Vak Methode Economie Pincode Hoofdstuk 9: Schommelingen in de economie 9.1 Schommelingen
Nadere informatieEindexamen havo economie oud programma 2012 - I
Opgave 1 Beleggingen leiden tot inkomensverschillen Aangetrokken door voorspoedige ontwikkelingen op de effectenbeurs, zijn in een land de mensen steeds meer gaan beleggen in aandelen en obligaties. Mede
Nadere informatieHaarlem. Raadsfractie Trots Haarlem t.a.v. de heer Van den Raadt
Gemeente Haarlem Haarlem Retouradres Postbus 511, 2003PB Haarlem Raadsfractie Trots Haarlem t.a.v. de heer Van den Raadt Datum Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer E-mai] Onderwerp 31 maart 2015 CS//2015/107824
Nadere informatieDebt Sustainability Analysis (DSA)
BUREAU VOOR DE STAATSSCHULD Suriname Debt Management Office Debt Sustainability Analysis (DSA) Een analyse naar de kwetsbaarheid van de Surinaamse Staatsschuld in 2014-2018 Malty Dwarkasing Sarajane Omouth
Nadere informatieKeuzeonderwerp. Keynesiaans model. Gesloten /open economie zonder/met overheid met arbeidsmarkt. fransetman.nl
Keuzeonderwerp Keynesiaans model Gesloten /open economie zonder/met overheid met arbeidsmarkt Vraag op de goederenmarkt Alleen gezinnen en bedrijven kopen op de goederenmarkt. C = 0,6 Y Aa = 4 mln mensen
Nadere informatieErrata Economie: oefeningen
1 Errata Economie: oefeningen! Deze correcties gelden alleen voor de eerste druk van 2010! p. 11 Hoofdstuk 1 Open Vraag 1 e) We zetten nu voor het jaar 1990 het BBP van de randzone om in dollars. We delen
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk
Samenvatting Economie Hoofdstuk 21 22 23 Samenvatting door E. 2523 woorden 12 juli 2013 5,7 10 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Economie hoofdstuk 21 22 23 Havo 4 en 5 Hoofdstuk 21: Conjuctuur
Nadere informatieRente blijft verdacht laag Is de crisis (niet) over?
Rente blijft verdacht laag Is de crisis (niet) over? Peter Wuyts Research desk KBC Marktenzaal Hasselt 14 November Is de kredietcrisis voorbij? Markten/data geven een verdeeld beeld. Positieve signalen:
Nadere informatieKwartaalinzicht. Editie 7 Q3 2018
Kwartaalinzicht Editie 7 Q3 2018 BKR Cijfers Centraal Krediet Informatie Systeem (CKI) Nieuw verstrekt krediet in miljoenen op kwartaalbasis 2.400 2.200 2.000 1.800 1.600 1.400 1.200 1.000 800 600 400
Nadere informatieTURBULENTE TIJDEN. KOEN DE LEUS Hasselt, 23/11/2016
TURBULENTE TIJDEN KOEN DE LEUS Hasselt, 23/11/2016 Wereld: lage(re) groei-omgeving Financieel Forum - Hasselt 23/11/2016 2 IMF: Groundhog day Financieel Forum - Hasselt 23/11/2016 3 Wereldhandel vertraagt
Nadere informatiePress release Statistics Netherlands
Press release PR00-277 8-12-2000 9:30 AM Inflation rate in November levelling out Consumer prices in November were up 3.0% on November last year. The inflation rate is therefore 0.1% lower than last month,
Nadere informatieCentraal Bureau voor de Statistiek Factsheet Macro-economische onevenwichtigheden
Factsheet Macro-economische onevenwichtigheden 10 april 2014 pagina 1 Inleiding Door de uitbraak van de kredietcrisis in 2008 en de daaropvolgende Europese schuldencrisis is het duidelijk geworden dat
Nadere informatieEconomieeenInleiding. 1: Wereldreis. o Voorbeelden: VS, EU, Japan 2: Overzicht
EconomieeenInleiding 1: Wereldreis o Voorbeelden: VS, EU, Japan 2: Overzicht o Wat is macro-economie? o Concepten, variabelen o Overzicht boek = structuur cursus en lessen #1 1 Op wereldreis Inleiding
Nadere informatieGezinnen. Overheid. Bedrijven. Buitenland
Hoofdstuk 2 Basisinzichten Opgave 1 NBP fk 990 S = 120 Gezinnen Bg = 50 C = 820 Overheid NBPov = 90 Indir. Bel. = 70 Cov = 50 Iov = 10 NBPb = 900 Bedrijven I = 110 X = 910 M = 930 Buitenland B NBPfk Bg
Nadere informatieTentatieve berekening van de bijdrage van vermogensvolatiliteit aan consumptievolatiliteit
Tentatieve berekening van de bijdrage van vermogensvolatiliteit aan consumptievolatiliteit CPB Achtergronddocument Jasper Lukkezen en Adam Elbourne Maart 2015 3 Samenvatting In dit document maken wij een
Nadere informatieWil jij het gehele verslag ontvangen van deze en de andere vakken? Ga dan naar onze website:
Voorwoord Beste Bedrijfskundestudent, Voor je ligt een voorbeeldverslag van SlimStuderen. SlimStuderen weet als geen ander, wij zijn immers zelf ook studenten, dat je als student niet hele dagen met je
Nadere informatieDOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM OPGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED
DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM OPGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED Op basis van de tot 19 mei 2006 beschikbare informatie hebben medewerkers van het Eurosysteem projecties
Nadere informatieECONOMISCHE VOORUITZICHTEN 2003
Brussel, 10 maart 2003 Federaal Planbureau /03/HJB/bd/2027_n ECONOMISCHE VOORUITZICHTEN 2003 Veelbelovend herstel wereldeconomie in eerste helft van 2002 werd niet bevestigd in het tweede halfjaar In het
Nadere informatieLever ook het kladpapier na afloop van het examen in bij de toezichthouder. Dit wordt vernietigd en niet meegenomen in de beoordeling.
SPD Bedrijfsadministratie Examenopgave ALGEMENE ECONOMIE DINSDAG 4 OKTOBER 2016 09.00 10.30 UUR Belangrijke informatie Deze examenopgave bestaat uit 12 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer of alle
Nadere informatie