COMMUNICATIE. Versie 1.1

Transcriptie

1 COMMUNICATIE Versie 1.1

2 Dit programma zorgt ervoor dat de vanuit de databank op de FTP-server van terecht komen. En omgekeerd dat zendingen vanop de FTP-server in de WISAdatabank terecht komen. Je hoeft dit programma enkel te installeren op de PC waarop de databank en/of Wisa-server zich bevinden. Installatie : U moet de gebruikersnaam en het paswoord leeg laten. Bij de set-up krijg je een aantal schermen die vragen naar de volgende gegevens :

3

4 Klik op de knop Installeren om het WISA - M@trix communicatieprogramma te installeren. Volgende gegevens kun je instellen in het communicatieprogramma: Scheduler Path : Waar staat de M@trix Scheduler? In welke map heb je het programma geinstalleerd? Config Path In welke map bevinden zich de config-bestanden? Disable scheduling from... till... Tussen welk uur mag het programma geen zendingen doorsturen of ophalen? Bv. indien er een backup van de databank gemaakt wordt. Databases Hier kun je via de knoppen nieuwe databanken aanmaken, verwijderen of gegevens aanpassen. Op voorwaarde dat er op die machine een Firebird-client/server geinstalleerd is die de databank kan aanspreken. De verwijzing naar die databank is van de vorm: E:\WISA\CSWisAdmin\Server\Data\OSP.GDB. Je geeft het exacte pad van de databank op. Het is aangeraden om de matrix sheduler op hetzelfde toestel te installeren als de WISA-server. Polling Geef op of het zoeken naar nieuwe zendingen op de M@trix-server dagelijks om het uur of op een bepaald tijdstip moet gebeuren.

5 Sending Geef op of het sturen van nieuwe zendingen vanuit de databank dagelijks om het uur of op een bepaald tijdstip moet gebeuren.

6 WISA-administratieprogramma Binnen het WISA-administratieprogramma moet je bij elke instelling die gebruik maakt van de binnen het tabblad Extra de velden login en paswoord invullen. Deze gegevens worden je door toegekend opdat je de zendingbestanden op hun server kan plaatsen. Deze gegevens worden dan gebruikt door het programma communicatie dat ervoor zorgt dat de zendingbestanden via het FTP-protocol (hiervoor heb je die login en paswoord nodig) op de server van geplaatst worden. Hier vind je nog een aantal punten die in het WISA-administratieprogramma moeten ingevuld worden voor het werken met de Schoolstructuur Instellingen - Contactpersonen Je hebt volgende types contactpersonen zeker nodig : MATRIX : Naam en telefoonnummer van de contactpersoon moeten zeker ingevuld zijn. Dit is een fysiek persoon die door M@trix gecontacteerd moet kunnen worden indien er zich problemen voordoen met de zendingen. HVN : De naam van de contactpersoon is het nummer van het Huis van het Nederlands. Bv Deze contactpersoon zul je aanduiden bij het aanmaken van de M@trix-zending om te bepalen naar welk HvN je zending verstuurd dient te worden. Indien 1 van bovenstaande types niet bestaat, kun je dit steeds zelf aanmaken door op de functietoets 'F7' te drukken wanneer je je gepositioneerd hebt op het veld 'Type'. In het daarop opengaande scherm kun je deze types bij aanmaken. Schoolstructuur OSP Klassen In dit scherm moet je aanvinken of de klas opgenomen wordt in de M@trix-zending Schoolstructuur - Instellingen Vestigingsplaatsen

7 Hier moet je onderaan zeker het veld 'Huis v/h Nederlands' invullen. De waarde komt overeen met het Huis waarmee je samenwerkt.de waarde die je hier kunt kiezen maak je aan door op de functietoets 'F7' te drukken. En een nieuwe contactpersoon aan te maken van het type 'HVN'. De naam van de contactpersoon komt overeen met het nummer van het Huis v/h Nederlands, bv Bestaat het type 'HVN' nog niet, dan maak je dit ook aan door op de functietoets 'F7' te drukken en een nieuw type aan te maken met code 'HVN'. Het veld 'Max leerlingen' en het vinkje 'Klaar voor moeten zeker ingevuld of aangevinkt zijn. De zendingen van een bepaalde instelling kan je raadplegen in het scherm Cursisten Overzicht zendingen Hier zie je het overzicht van de voor de gekozen instelling. Dit zijn de mogelijke codes van de status : A In aanmaak B Bestand is verzonden en correct bevestigd F Bestand is verzonden en fout bevonden N Bestand is ontvangen en nagekeken (zendingen die vanuit HvN verzonden zijn) O Bestand is ontvangen V Bestand is verzonden Z Te verzenden

8 Door het dubbelklikken op een zendingslijn krijg je een detailoverzicht van de gegevens binnen deze zending :