GEMEENSCHAPSCENTRA EEN ONDERZOEK NAAR HET PROFIEL VAN DE BEZOEKERS VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAPSCENTRA IN BRUSSEL. LUK VAN MENSEL & RUDI JANSSENS

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "GEMEENSCHAPSCENTRA EEN ONDERZOEK NAAR HET PROFIEL VAN DE BEZOEKERS VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAPSCENTRA IN BRUSSEL. LUK VAN MENSEL & RUDI JANSSENS"

Transcriptie

1 CENTRUM VOOR DE INTERDISCIPLINAIRE STUDIE VAN BRUSSEL PUBLIEKSONDERZOEK GEMEENSCHAPSCENTRA EEN ONDERZOEK NAAR HET PROFIEL VAN DE BEZOEKERS VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAPSCENTRA IN BRUSSEL. LUK VAN MENSEL & RUDI JANSSENS VUB BRUT 5M427 Pleinlaan Brussel Contact: lvmensel@vub.ac.be Rudi.Janssens@vub.ac.be

2 INHOUDSTAFEL Inleiding 1 Hoofdstuk 1. Profiel bezoekers Doelpubliek gemeenschapscentra Het taalaspect Lokale verankering Sociodemografische achtergrond centrumbezoekers Impact van sociodemografische variabelen Impact op de keuze van activiteit Impact op de keuze van het centrum 33 Hoofdstuk 2. Andere gebruikers Onthaalfunctie Verenigingen Scholen Lezers infoblad 44 Hoofdstuk 3. Profiel van de centra Het Candelaershuys De Kriekelaar De Kroon De Linde De Maalbeek De Markten De Pianofabriek De Platoo De Rinck De Vaartkapoen De Zeyp Den Dam Elzenhof Essegem Everna Heembeek-Mutsaard Kontakt Nekkersdal Op-Weule Ten Noey Ten Weyngaert WABO 105

3 Hoofdstuk 4. Conclusies Doelpubliek gemeenschapscentra Appreciatie centra Beleidsopties 123 Bibliografie 126

4 INLEIDING In de strijd tegen de verfransing en voor de ontwikkeling van een eigen Vlaams identiteitsgevoel speelde, naast het onderwijs, het Nederlandstalig verenigingsleven in Brussel een belangrijke rol. De ondersteuning van dit verenigingsleven was al van bij de staatshervorming van 1970 en de oprichting van de NCC een belangrijk aandachtspunt. De Vlaamse Gemeenschap heeft steeds getracht door subsidiëring en omkadering dit verenigingsleven te ondersteunen en de zichtbaarheid en slagkracht ervan te versterken (zie bijvoorbeeld S. Parmentier, 1988). Een cruciaal middel daartoe was de oprichting van eigen instellingen. In een samenleving die gekenmerkt wordt door twee traditionele taalgroepen is het claimen van eigen instellingen een logische keuze voor elke minderheidsgroep om het identiteitsgevoel van de taal- en/of cultuurgemeenschap verder te ontwikkelen en naar de volgende generatie over te dragen. Het is in deze beleidsoptiek dat de huidige gemeenschapscentra hun voedingsbodem vinden. Deze 22 centra, verspreid over de 19 Brusselse gemeenten 1, vormen lokale ontmoetingsplaatsen voor de Nederlandstaligen en het Nederlandstalige verenigingsleven in Brussel. Ze evolueerden echter naar veel meer dan steunpunten van het verenigingsleven en werden uitgebouwd tot ontmoetingsplaatsen voor alle Nederlandstalige Brusselaars. Ze fungeren deels als culturele centra waar activiteiten worden georganiseerd en waar het verenigingsleven terecht kan, maar tegelijkertijd is hun opdracht ook ruimer. Zo behoort ook gemeenschapsvorming met zowel behartiging van de Nederlandstalige belangen als de openheid naar en integratie van anderstalige buurtbewoners tot de basistaken van een gemeenschapscentrum. Dit ambitieuze uitgangspunt plaatst hen in een unieke positie tussen de traditionele community centres, met nadruk op de emancipatie via networking van een, meestal, gedepriveerde buurt, en de cultural centres als steunpunt van een bepaalde taal- en/of cultuurgemeenschap. Deze optie kan uiteraard niet los gezien worden van de demografische en institutionele evolutie die Brussel na de Tweede Wereldoorlog doormaakte en de specifieke meerderheids/minderheidsverhoudingen in de Belgische context. Door de opsplitsing van bevoegdheden over Gemeenschappen en Gewesten bezetten de gemeenschapscentra een terrein dat in Vlaanderen door de gemeentelijke autoriteiten wordt ingevuld, maar dat door de specifieke Brusselse situatie met dominant Franstalige gemeenten en een beperkte Vlaamse vertegenwoordiging door de Vlaamse Gemeenschap via de VGC wordt gerealiseerd. Het is voor het beleid dan ook een permanent aftasten van wat via eigen instellingen, in samenwerking met andere lokale actoren en via de bestaande structuren kan worden bereikt. Hierin spelen de Brusselse gemeenschapscentra een centrale rol. De opdracht van dit onderzoek is op zoek te gaan naar het profiel van de bezoekers van de gemeenschapscentra en te kijken of ze het beoogde publiek bereiken dan wel of er specifieke groepen niet aan de werking van het gemeenschapscentrum participeren. Het is echter verre van evident het doelpubliek van deze centra af te bakenen. Uit de evolutie van het beleid van de Vlaamse Gemeenschap in het algemeen en dus ook van het beleid ten aanzien van de 1 Door de Wet van 13 mei 1931 resorteren de deelgemeenten Laken, Haren en Neder-Over-Heembeek onder Brussel stad, maar ze hebben wel elk een eigen gemeenschapscentrum. 1

5 gemeenschapscentra in het bijzonder blijkt een duidelijke verschuiving van een exclusieve gerichtheid op de Vlaamse minderheid naar een beleid dat steunt op de uitbouw van een Vlaamse (infra)structuur die niet enkel open staat voor de traditionele Nederlandstalige gemeenschap van het hoofdstedelijk gewest, maar ook voor niet-nederlandstaligen die aan de initiatieven van deze gemeenschap willen participeren. De diversiteit die wordt beoogd wordt ondermeer geïllustreerd door het actieplan voor de gemeenschapscentra. Zo wordt de functie van de gemeenschapscentra als complementair aan het gemeentelijk beleid gezien, waardoor dus per gemeente/centrum dient afgewogen of men daadwerkelijk in die opdracht slaagt, waardoor de doelgroep per gemeente kan verschillen. De centra krijgen eveneens de rol van participant aan lokale netwerken toebedeeld, waardoor in principe alle Brusselaars tot de doelgroep van de werking van de centra behoren. Toch komen er duidelijk een aantal groepen expliciet aan bod in het beleidsplan: uiteraard de Nederlandstaligen (de gemeenschapscentra dienen een belangrijke rol te spelen in de belangenbehartiging van de Nederlandstalige bevolking en dragen zorg voor de dienstverlening aan Nederlandstalige verenigingen), maar eveneens de leden van allochtone verenigingen, de cursisten Nederlandse taallessen en kinderen. In het Zomerakkoord 3 wordt dit onder meer vertaald in de intentie tot ontwikkeling van een intern en extern taalbeleid. Bij de opbouw van het profiel van onze bezoeker vormt de taalachtergrond dan ook de rode draad. Men kan hierbij een onderscheid maken tussen diegenen die het Nederlands als thuistaal spreken, en die tot de primaire doelgroep van het VGC-beleid horen, en het beleid ter ondersteuning van het Nederlands. Met taalachtergrond wordt in de eerste plaats verwezen naar de taal van het gezin waarin de ondervraagde opgroeit of opgroeide, dit eventueel aangevuld met het taalgebruik binnen het huidige gezin waarvan hij of zij deel uit maakt. De aandacht gaat dan ook in eerste instantie uit naar de participatie van de Nederlandstalige Brusselaars, waarbij een onderscheid kan worden gemaakt tussen de Nederlandstaligen die in Brussel geboren en getogen zijn en de inwijkelingen uit Vlaanderen. In het verlengde hiervan wordt ook gekeken in welke mate leden van tweetalige gezinnen, waarbij de ondervraagden naast het Nederlands nog een andere thuistaal spreken - in Brussel voornamelijk Frans - eveneens aan de activiteiten deelnemen. De migranten/allochtonen (nieuw- en oudkomers, 2 /3 /4 -generatie) vormen de kern van de tweede groep. Anderstaligen die traditioneel niet tot de migranten worden gerekend (de Europese inwoners of leden van de internationale gemeenschap van wie slechts een minderheid naar Brussel komt om er zich permanent te vestigen) worden in dit onderzoek niet als prioritaire doelgroep beschouwd, evenmin als de Franstaligen die hun eigen ondersteunende structuren hebben uitgebouwd, al zal ook naar hun aanwezigheid op de verschillende activiteiten gepeild worden. Gegeven de budgettaire marges en het tijdsbestek waarin het onderzoek diende afgerond te worden werd geopteerd voor een toevallige bevraging van centrumbezoekers. Om binnen dit kader een maximale representativiteit te garanderen werd met de verantwoordelijken van de respectievelijke gemeenschapscentra, afhankelijk van de geprogrammeerde activiteiten, een aantal bevragingstijdstippen afgesproken. Op die momenten vroegen studenten de bezoekers om een korte vragenlijst in te vullen. Gezien de aard van het instrument werden geen kinderen jonger dan 12 bevraagd. De activiteiten die voor deze doelgroep worden georganiseerd en het succes ervan 2 VGC beleidsplan Cultuurcentrum Brussel, Zomerakkoord. De Vlaamse Gemeenschapscommissie partner in stedelijk beleid VGC (20/07/2004) 2

6 kunnen ongetwijfeld makkelijk in de respectievelijke centra zelf worden achterhaald. Wel werden de ouders die hun kinderen van en naar de activiteiten begeleidden in de te bevragen groep opgenomen. Uiteindelijk leverde het onderzoek gegevens op over ruim 2000 bezoekers. Tabel 1 geeft een overzicht van het aantal bevraagden per centrum. CENTRUM FREQUENTIE PERCENT CENTRUM FREQUENTIE PERCENT CANDELAERSHUYS 62 3,1 ELZENHOF 89 4,4 DE KRIEKELAAR 58 2,9 ESSEGEM 70 3,5 DE KROON 116 5,8 EVERNA 110 5,5 DE LINDE 30 1,5 HEEMBEEK- MUTSAARD 60 3,0 DE MAALBEEK 94 4,7 KONTAKT 64 3,2 DE MARKTEN 158 7,9 NEKKERSDAL ,0 DE PIANOFABRIEK 102 5,1 OP-WEULE 102 5,1 DE PLATOO 21 1,0 TEN NOEY 83 4,1 DE RINCK 169 8,4 TEN WEYNGAERT 92 4,6 DE VAARTKAPOEN 81 4,0 WABO 69 3,4 DE ZEYP 81 4,0 DEN DAM 98 4,9 Totaal ,0 Tabel 1. Ondervraagden per gemeenschapscentrum Naast deze vragenlijst werden per centrum ook de verenigingen en de scholen aangeschreven die van de centra gebruik maken. Samen met de gesprekken die de onderzoeker met vrijwilligers en beroepskrachten van de respectievelijke centra voerde, de registratiegegevens van de balie en de vragenlijst die bij het tijdschrift van de centra werd gevoegd, en die ook via het web in te vullen was, moet het mogelijk zijn om tot een duidelijk beeld van de bezoekers en hun appreciatie van de werking van de centra te komen. Gegeven de diversiteit aan activiteiten is het moeilijk te bepalen wat die 2000 ondervraagden effectief vertegenwoordigen. Om een indicatie te hebben van het gewicht die deze ondervraagde personen per centrum vertegenwoordigen werd aan de centrumverantwoordelijken eveneens gevraagd om op eenzelfde week het totaal aantal bezoekers bij te houden, ongeacht het doel van hun komst. In onderstaande tabel wordt bij het bepalen van het bereik van de bevraging rekening gehouden met het aantal keer dat de ondervraagde personen wekelijks het gemeenschapscentrum bezoeken. Bij de berekening van het bereik werd uitgegaan van de premisse dat deze week ook representatief is voor gans de periode dat de bevraging liep. Op basis van de zelfgerapporteerde bezoekfrequentie is elke ondervraagde er op die manier gemiddeld 1,67 waard, alhoewel dit sterk schommelt van centrum tot centrum. Uiteraard zijn deze cijfers louter indicatief maar ze geven bij gebrek aan een permanente en/of eenvormige registratie door de centra zelf toch een idee van het aandeel van de bevraagden (zie tabel 2). Tenslotte dient nog opgemerkt dat 22,5% van de ondervraagden ook andere gemeenschapscentra bezoeken, wat uiteraard de dekking nog verhoogt maar hetgeen hier niet in rekening werd gebracht. 3

7 GC GEWICHT BEZOEKERS TELLING BEZOEKERS 1 WEEK DEKKING CANDELAERSHUYS ,4 % DE KRIEKELAAR ,1 % DE KROON ,4 % DE LINDE ,2 % DE MAALBEEK ,9 % DE MARKTEN ,0 % DE PIANOFABRIEK ,6 % DE PLATOO ,5 % DE RINCK ,3 % DE VAARTKAPOEN ,8 % DE ZEYP ,1 % DEN DAM ,8 % ELZENHOF ,2 % ESSEGEM ,7 % EVERNA ,7 % HEEMBEEK-MUTSAARD ,2 % KONTAKT ,9 % NEKKERSDAL ,6 % OP-WEULE ,1 % TEN NOEY ,6 % TEN WEYNGAERT % WABO ,0 % Tabel 2. Aandeel ondervraagden per centrum Om een idee te krijgen van de diversiteit van de ondervraging vermeldt tabel 3 per gemeenschapscentra voor welke activiteit de ondervraagden die dag naar het centrum kwamen. De activiteiten die in hetzelfde centrum door meer dan 10% van de ondervraagden werd vermeld staat in vette karakters aangegeven. Indien dergelijke activiteit niet door de categorieën die de reguliere werking omvatten werd gedekt, kan je deze onder de categorie andere terugvinden waarbij deze dan tussen haakjes nader gespecifieerd wordt. 4

8 CENTRUM CANDELAERSHUYS AARD ACTIVITEIT Vergadering / bib / muziek / cursus DE KRIEKELAAR Vergadering / bib / theater / muziek / repetitie / cursus / jeugdact. / sport DE KROON Vergadering / film / muziek / tentoonstelling / repetitie / cursus / jeugdact / sport DE LINDE Vergadering / theater / cursus / jeugdact / sport DE MAALBEEK Vergadering / debat / bib / theater / muziek / repetitie / cursus / jeugdact / sport DE MARKTEN Vergadering / debat / info / muziek / tentoonstelling / repetitie / cursus / jeugdact / lezing / sport / andere (vormingsactiviteit animo) DE PIANOFABRIEK Vergadering / debat / info / theater / muziek / repetitie / cursus / jeugdact / sport / andere (afhalen biogroenten) DE PLATOO Bib / muziek / cursus / jeugdact / lezing / andere (wijnclub) DE RINCK Vergadering / info / bib / muziek / repetitie / cursus / jeugdact / sport / andere (etentje) DE VAARTKAPOEN Vergadering / debat / info / theater / film / muziek / tentoonstelling / cursus / jeugdact DE ZEYP DEN DAM ELZENHOF Vergadering / debat / muziek / tentoonstelling / cursus / sport / andere (etentje ) Vergadering / debat / bib / theater / muziek / cursus / sport Vergadering / debat / theater / cursus / lezing / andere (conversatietafel) ESSEGEM Vergadering / debat / bib / theater / muziek / repetitie / cursus / jeugdact / sport EVERNA HEEMBEEK-MUTSAARD Vergadering / info / theater / film / muziek / tentoonstelling / repetitie / cursus / sport Cursus / jeugdact / sport / andere (scrabble) KONTAKT Vergadering / info / theater / film / tentoonstelling / repetitie / cursus / lezing / sport / andere (koffieklets) NEKKERSDAL Vergadering / debat / bib / theater / muziek / repetitie / cursus / jeugdact / sport / andere (etentje ) OP-WEULE Vergadering / debat / info / theater / muziek / repetitie / cursus / sport / andere (karaoke) TEN NOEY TEN WEYNGAERT Debat / info / film / tentoonstelling / cursus / sport / andere (conversatietafel) Bib / theater / film / cursus / jeugdact / sport WABO Vergadering / cursus / lezing / sport / andere (etentje ) Tabel3. Doelactiviteit ondervraagden Dit onderzoek heeft niet de pretentie een omvattende evaluatie van de werking van de individuele centra af te leveren. Deze kan uiteraard niet uitsluitend op basis van de parameter publieksbezoek geëvalueerd worden. Voor het meten van onder meer de inspanningen inzake gemeenschapsvorming, de relatie met de lokale actoren en de informatiefunctie van de centra dienen andere instrumenten gebruikt. Evenmin geeft het een gedetailleerd beeld van de bezoeker per centrum. Het aantal ondervraagden staat garant voor de representativiteit op algemeen niveau 5

9 maar per centrum zijn de aantallen dikwijls beperkt zodat in die gevallen bezoekers die sterk van het algemene profiel afwijken te zwaar kunnen doorwegen. Om deze beperking te ondervangen werd dit rapport als volgt opgevat. In een eerste hoofdstuk wordt op basis van de algemene bevraging een algemeen profiel van de bezoekers gereconstrueerd. Dit impliceert wel de presentatie van cijfermateriaal en een aantal vaststellingen op het niveau van de individuele centra, doch geen systematische bespreking van de kenmerken van de bezoekers per centrum. In een tweede hoofdstuk worden de gegevens die via andere kanalen werden verzameld (verenigingen, scholen, webenquête etc.) besproken. Op basis van deze twee eerste hoofdstukken wordt in een derde hoofdstuk het profiel van elk centrum gededuceerd. In een afrondend hoofdstuk tenslotte wordt gekeken welk doelpubliek wordt bereikt, hoe de werking van de centra door hen wordt geapprecieerd en welke eventuele beleidsopties in de toekomst kunnen genomen worden. Tenslotte nog een paar methodologische opmerkingen. Wat de presentatie van de cijfergegevens betreft hebben we er meestal voor gekozen met absolute getallen, percentages en kruistabellen te werken. Dit betekent evenwel niet dat de analyses zich tot het bivariate niveau hebben beperkt maar om een maximale leesbaarheid te behouden opteerden we voor deze voorstelling. Indien de cijfers toch op een andere manier worden gepresenteerd wordt de nodige uitleg voorzien om de tabellen te kunnen interpreteren. Ook het aantal personen waarop de analyses betrekking hebben kan al eens verschillen. Sommige bezoekers participeren aan verschillende activiteiten van het centrum of bezoeken meerdere gemeenschapscentra. Dit impliceert dat afhankelijk van de analyse deze zich soms beperkt tot de aanwezigen op het moment van afname (bijvoorbeeld voor de evaluatie van het centrum en de betrokken activiteit) waar voor andere analyses de bezoekers die bevraagd werden in centrum A ook in centrum B in aanmerking worden genomen (bijvoorbeeld de mate dat het centrum lokaal recruteert of niet, welke personen men bereikt...). Tevens werden niet alle vragenlijsten volledig ingevuld. Ook hierdoor kan het uiteindelijke bezoekersaantal waarop de analyses betrekking hebben wat variëren. 6

10 HOOFDSTUK 1. PROFIEL BEZOEKERS 1.1. Doelpubliek gemeenschapscentra Twee criteria staan bij het bepalen van het doelpubliek centraal: de taal van de bezoeker en het lokale kader waarbinnen de centra functioneren. In eerste instantie wordt dan ook op deze beide aspecten wat dieper ingegaan HET TAALASPECT Traditioneel richten de gemeenschapscentra zich in de eerste plaats naar de Nederlandstalige Brusselaars. Tabel 4 geeft een overzicht van de thuistaal van de huidige bezoekers. Onder Nederlandstalige bezoekers worden diegene verstaan die zijn opgegroeid in een gezin met Nederlands als enige thuistaal. Het is dus een louter taalkundige categorisering en verwijst niet naar personen die zichzelf als Vlamingen beschouwen (maar eventueel thuis ook andere talen spreken) of door anderen alsdusdanig worden beschouwd (denken we maar aan de Franstalige Vlamingen). We beperken ons hier louter tot verifieerbare criteria. Zo leidt de operationalisering op basis van de twee officiële talen van het gewest tot 5 groepen: Nederlandstaligen, Franstaligen (opgegroeid in een eentalig Franstalig milieu), traditionele tweetaligen (die in het gezin waarin men opgroeide zowel Frans als Nederlands spraken), de nieuwe tweetaligen (die thuis het Frans met een andere taal dan het Nederlands combineerden) en de anderstaligen (die thuis geen van beide officiële talen spraken). Die groep die thuis het Nederlands met een andere taal combineerde was dusdanig klein (1,7% van de ondervraagden) dat ze bij de Nederlandstaligen worden gerekend. Dat deze categorie erg klein is wordt ook bevestigd door de survey van 2000 die op basis van een representatieve steekproef slechts 0,2% respondenten in dat geval vond (Janssens, 2001). Deze vaststelling illustreert dat het Nederlands voor niet-nederlandstalige gezinnen niet als tweede thuistaal wordt geadopteerd, hetgeen met het Frans wel gebeurt. Was dit wel het geval dan zou deze groep zeker in Vlaamse gemeenschapscentra uitdrukkelijker aanwezig moeten zijn. Taalachtergrond Brussel Doelpubliek Gemeenschapscentra GC-gezin in Brussel Nederlandstalig 9,3 % 19,2 % 53,8 % 52,6 % Franstalig 51,5 % - 14,1 % 17,1 % Trad. 2-talig 10,3 % 21,6 % 14,9 % 17,3 % Nieuw 2-talig 9,1 % 18,2 % 6,9 % 5,3 % Anderstalig 19,8 % 41,0 % 10,2 % 7,7 % Tabel 4. Verdeling naar taalachtergrond In de eerste kolom van tabel 4 vinden we de taalachtergrond van de volwassen Brusselaars op basis van de survey van In de tweede kolom zien we de verdeling van de taalgroepen wanneer we de eentalig Franstaligen buiten beschouwing laten hetgeen sterker aanleunt bij het publiek dat de gemeenschapscentra wensen te bereiken. Dit betekent uiteraard niet dat de Franstaligen in deze centra niet gewenst zijn, doch de culturele ondersteuning van deze groep 7

11 gebeurt via andere kanalen en ook de complementariteit met de gemeentelijke structuren en het gemeentelijk beleid maakt dat deze groep de laagste prioriteit geniet voor het Vlaamse beleid. Gezien de lokale netwerkvorming en de buurtwerking ook integraal deel uit maken van het takenpakket van de gemeenschapscentra kan men op die manier Franstaligen toch als een partner van het VGC-beleid beschouwen. In de derde kolom vinden we de verdeling naar taalgroep van de bezoekers die effectief werden bevraagd. Het taalgebruik van het gezin waarin men opgroeide is niet noodzakelijkerwijze de taal van het gezin waarin men momenteel leeft. Daarom wordt in de vierde kolom het taalgebruik in het huidige gezin vermeld. Toch blijven we omwille van de robuustheid van de vergelijkingsstandaard de taal van het gezin van oorsprong als vergelijkingsbasis hanteren, omdat deze keuze exclusieve en exhaustive categorieën garandeert en de stabiliteit niet verdwijnt door een wijzigende gezinssamenstelling, waardoor bijvoorbeeld met het wisselen van partner ook de eigen taalachtergrond zou wijzigen. Hierbij komt nog dat de in een stedelijke omgeving niet onbelangrijke categorie alleenstaanden sowieso op de thuistaal als basisvariabele dient terug te vallen. Uiteraard betekent deze indeling niet dat Franstaligen, nieuwe tweetaligen en anderstaligen geen Nederlands zouden kennen. De term Nederlandstalige (en bijgevolg ook de andere taalcategorieën) verwijst uitsluitend naar het taalgebruik in het gezin van herkomst. Het is enkel in haar rol als thuistaal dat het Nederlands hier als basis voor categorisering wordt aangewend. De cijfers illustreren duidelijk dat vooral Nederlandstaligen de weg naar het gemeenschapscentrum vinden. Uit de tabel blijkt dat ongeveer 70% van de ondervraagden thuis onder meer Nederlands spreekt, en de meerderheid zelfs uitsluitend Nederlands. Dit cijfer blijft vrij constant als we eveneens naar het taalgebruik in het huidige gezin kijken. Dit is opmerkelijk vermits uit de surveygegevens van 2000 (Janssens, 2001) blijkt dat iets minder dan de helft van de Nederlandstalige Brusselaars een relatie aangaan met een Nederlandstalige partner. Zo n 40% van de Brusselse Nederlandstaligen kiezen een Franstalige partner en een klein aantal, veelal inwijkelingen uit Vlaanderen, opteren voor iemand die van huis uit noch Nederlands noch Frans spreekt. Dit resulteert in het feit dat ongeveer een derde van de Nederlandstalige Brusselaars in hun nieuw gevormd gezin niet langer Nederlands spreekt. De cijfers uit tabel 4 doen vermoeden dat deze Nederlandstaligen zich veel minder betrokken voelen bij het Nederlandstalige culturele leven van het Hoofdstedelijke Gewest. Op basis van de beschikbare data valt dit moeilijk uit te klaren maar het is waarschijnlijk niet toevallig dat Nederlandstaligen die taalgebruik in de partnerkeuze niet primordiaal achten ook minder geneigd zijn hun sociale leven op de activiteiten van de gemeenschapscentra te richten. Ze identificeren zich waarschijnlijk meer met het multiculturele of zelfs Franstalige Brussel (uiteraard afhankelijk van wat men onder die term verstaat) dan met de Vlaamse Gemeenschap. Dit zou dan in de lijn liggen van de houding van de nieuwe tweetaligen en de anderstaligen die zich, ondanks het feit dat velen thuis ook Frans spreken, zelden met de Franstalige Gemeenschap identificeren maar zich eerder als Brusselaar, Belg of lid van de oorspronkelijke taal- of cultuurgemeenschap zien. Beide groepen zijn ook maar in beperkte mate aanwezig in de gemeenschapscentra. Ook bij de traditionele tweetaligen die naar het gemeenschapscentrum komen vermoeden we een gelijkaardige houding dan degene die we bij de Nederlandstaligen aantroffen. Waar van de Brusselaars in de survey die in een tweetalig gezin opgegroeid zijn na de gezinsformatie 7% overschakelt op het Nederlands als enige gezinstaal en 8

12 25% beide talen blijft gebruiken lopen deze cijfers bij de tweetalige bezoekers hier op tot respectievelijk 23% en 65%. Zelfs de Franstaligen die het centrum frequenteren zijn meer op het Nederlands gericht dan de doorsnee Brusselse Franstalige. Van de Franstalige bezoekers leeft 14% in een gezin waar ook Nederlands wordt gesproken. Voor de Franstalige Brusselaars in het algemeen is dit slechts 7% (Janssens, 2001). Alhoewel we hier niet in termen van oorzaak en gevolg kunnen redeneren, ontwikkelt zich rond de gemeenschapscentra toch wel een potentieel netwerk van Nederlandstalige Brusselaars en Brusselaars met een andere taalachtergrond die het Nederlands en/of de Vlaamse aanwezigheid in de hoofdstad weten te waarderen. Tabel 5 geeft een overzicht van de taalachtergrond van de bezoekers per centrum. Uiteraard kunnen we op basis van deze cijfers alleen weinig concluderen maar toch illustreert het de grote diversiteit tussen de verschillende centra. Een aantal cijfers vallen toch wel op. Volgens cijfers over het administratieve taalgebruik in Brussel (Janssens, 1998) tellen zowel Sint Gillis als Ukkel iets meer dan 5% administratieve Nederlandstaligen terwijl de Pianofabriek zo n 25% van de bezoekers Nederlandstalig is (een cijfer dat overeenstemt met de bevindingen van het publieksonderzoek dat in dit centrum werd uitgevoerd, zie Debusscher, Elchardus en Stevens, 2002) en in het Candelaershuis ruim 70%. Dit is ongeveer even veel als De Zeyp, ondanks het feit dat Ganshoren ruim 17% administratief tweetaligen telt. De verschillende centra hebben dus duidelijk elk wel een verschillend publieksprofiel. 9

13 GC NEDERLANDS FRANS NL/FR FR/ANDERE ANDERE CANDELAERSHUYS Ukkel 71,7 % 10,0 % 15,0 % 1,7 % 1,7 % DE KRIEKELAAR Schaarbeek 35,8 % 9,4 % 5,7 % 22,6 % 26,4 % DE KROON S-A-B 55,9 % 13,7 % 15,7 % 9,8 % 4,9 % DE LINDE Haren 62,1 % 13,8 % 3,4 % 17,2 % 3,4 % DE MAALBEEK Etterbeek 47,7 % 11,6 % 14,0 % 10,5 % 16,3 % DE MARKTEN Brussel 68,9 % 9,5 % 12,2 % 3,4 % 6,1 % PIANOFABRIEK St Gillis 26,3 % 24,2 % 10,5 % 10,5 % 28,4 % DE PLATOO Koekelberg 50,0 % 15,0 % 20,0 % 5,0 % 10,0 % DE RINCK Anderlecht 50,6 % 13,3 % 19,0 % 10,8 % 6,3 % DE VAARTKAPOEN Molenbeek 34,8 % 25,8 % 12,1 % 7,6 % 19,7 % DE ZEYP Ganshoren 74,7 % 7,6 % 16,5 % - 1,3 % DEN DAM Oudergem 64,1 % 12,0 % 15,2 % - 8,7 % ELZENHOF Elsene 25,3 % 35,6 % 14,9 % 8,0 % 16,1 % ESSEGEM Jette 58,8 % 11,8 % 20,6 % 4,4 % 4,4 % EVERNA Evere 60,2 % 9,7 % 20,4 % 5,8 % 3,9 % HEEMBEEK-MUTS. N-O-H 44,8 % 17,2 % 13,8 % 12,1 % 12,1 % KONTAKT SPW 82,0 % 1,6 % 14,8 % - 1,6 % NEKKERSDAL Laken 72,6 % 8,1 % 13,7 % 1,0 % 4,6 % OP-WEULE S-L-W 57,3 % 11,5 % 24,0 % 1,0 % 6,3 % TEN NOEY St-Joost 31,2 % 19,5 % 11,7 % 16,9 % 20,8 % TEN WEYNGAERT Vorst 27,6 % 25,3 % 13,8 % 16,1 % 17,2 % WABO Watermaal 52,3 % 12,3 % 12,3 % 4,6 % 18,5 % Tabel 5. Taalachtergrond per centrum 10

14 LOKALE VERANKERING Gemeenschapscentra zijn niet alleen een referentiepunt in het sociale en culturele leven van de Nederlandstalige Brusselaars maar willen ook een rol spelen op lokaal niveau. Op basis van de woonplaats is dit duidelijk ook het geval, zoals tabel 6 illustreert, maar beperkt het publiek zich zeker niet tot de inwoners van de gemeente waar het gemeenschapscentrum is gevestigd. Woonplaats Frequentie Percent Lokaal ,3 Buurgemeente ,0 Rest BHG ,6 Rand ,6 Verder ,5 Tabel 6. Plaatselijke recrutering gemeenschapscentra Het recruteringspatroon is duidelijk. Bijna 40% van de bezoekers worden lokaal, in de gemeente waar het centrum is gevestigd, gerecruteerd, ruim 55% als we ook de buurgemeenten in aanmerking nemen. Zo n 30% van het publiek komt van buiten het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, netjes verdeeld over de Rand 4 en de rest van het land. Toch blijken uit tabel 7 duidelijke verschillen naargelang de taalachtergrond. Tabel 7 illustreert een hoge mate van diversiteit naargelang het centrum. Een aantal dingen vallen toch op. De Kriekelaar, De Linde, De Rinck en Elzenhof recruteren voor zo n 60% uit de gemeente zelf, in tegenstelling tot bijvoorbeeld De Markten dat voor de helft bezoekers van buiten het Brussels Hoofdstedelijk Gewest aantrekt. De Maalbeek, De Vaartkapoen, Nekkersdal en Ten Noey trekken dan weer minder dan 30% inwoners uit de eigen gemeente aan. Ook varieert het aantal bezoekers uit de Rand sterk ondanks een vergelijkbare ligging: Ten Weyngaert recruteert slechts 3,5% uit de Rand terwijl het nabijgelegen Candelaershuys bijna 30% bezoekers uit die Rand betrekt. 4 De gemeenten die in dit onderzoek worden beschouwd als behorende tot de Rand zijn: Alsemberg, Asse, Beersel, Beigem, Brussegem, Buizingen, Diegem, Dilbeek, Drogenbos, Dworp, Grimbergen, Groot-Bijgaarden, Halle, Hoeilaart, Humbeek, Itterbeek, Koningslo, Kraainem, Lot, Machelen, Meise, Overijse, Peuti, Ruisbroek, Schepdaal, Sint-Genesius-Rode, Sint-Pieters-Leeuw, Sint-Stevens-Woluwe, Sterrebeek, Strombeek-Bever, Tervuren, Vilvoorde, Wemmel, Wezembeek-Oppem, Wolvertem, Zaventem en Zellik. 11

15 GC % UIT GEMEENTE BUURGEMEENTEN REST BHG RAND REST CANDELAERSHUYS Ukkel 25,0 % 15,0 % 15,0 % 28,3 % 16,7 % DE KRIEKELAAR Schaarbeek 58,2 % 23,5 % 11,0 % 3,6 % 1,8 % DE KROON S-A-B 38,5 % 3,1 % 14,7 % 29,2 % 14,6 % DE LINDE Haren 64,3 % 10,7 % 17,9 % 7,1 % - DE MAALBEEK Etterbeek 12,0 % 38,4 % 18,3 % 13,3 % 18,0 % DE MARKTEN Brussel 32,2 % 13,7 % 11,6 % 12,3 % 30,1 % DE PIANOFABRIEK St Gillis 34,1 % 28,6 % 13,1 % 3,3 % 10,9 % DE PLATOO Koekelberg 38,9 % 16,7 % 32,2 % - 22,2 % DE RINCK Anderlecht 66,0 % 12,0 % 7,6 % 10,7 % 3,7 % DE VAARTKAPOEN Molenbeek 29,0 % 20,2 % 20,4 % 13,0 % 17,4 % DE ZEYP Ganshoren 49,3 % 19,7 % 9,9 % 12,7 % 8,5 % DEN DAM Oudergem 33,3 % 14,1 % 26,8 % 7,5 % 18,3 % ELZENHOF Elsene 59,3 % 20,9 % 8,2 % 5,8 % 5,8 % ESSEGEM Jette 38,2 % 30,9 % 8,9 % 17,6 % 4,4 % EVERNA Evere 46,5 % 19,2 % 2,0 % 24,2 % 8,1 % HEEMBEEK-MUTS. N-O-H 44,4 % 1,9 % 9,3 % 44,4 % - KONTAKT SPW 44,8 % 5,1 % 12,2 % 27,6 % 10,3 % NEKKERSDAL Laken 26,2 % 11,5 % 12,6 % 27,7 % 22,0 % OP-WEULE S-L-W 46,1 % 10,1 % 10,1 % 18,0 % 15,7 % TEN NOEY St-Joost 27,0 % 33,8 % 27,0 % 5,4 % 6,8 % TEN WEYNGAERT Vorst 49,4 % 20,0 % 16,5 % 3,5 % 10,6 % WABO Watermaal 40,9 % 24,3 % 15,1 % 10,6 % 9,1 % Tabel 7. Plaatselijke recrutering per gemeenschapscentra In tabel 8 worden beide kenmerken, lokaliteit en taalachtergrond, in elkaar geschoven. Ongeacht de taalachtergrond wordt er vooral lokaal gerecruteerd. Zo n 50% van de inwoners uit de gemeente komen uit eentalig Nederlandstalige families, iets meer dan 15% uit een traditioneel tweetalige milieu en een vergelijkbaar aandeel uit een eentalig Franstalig gezin. Bijna de helft van de Franstaligen komt uit de gemeente zelf, en hun aandeel neemt gradueel af naarmate men verder naar de periferie gaat. Dit is eveneens het geval voor de anderstaligen en de nieuwe tweetaligen. Van de traditioneel tweetaligen komt er evenwel een belangrijk deel uit de Rand. Van hoe verder de bezoeker komt, hoe groter de kans dat hij Nederlandstalig is, ruim 70% van de bezoekers uit de Rand en ruim 80% van diegenen die van nog verder komen komen uit een Nederlandstalig milieu. 12

16 WOONPLAATS NEDERLANDS FRANS NL/FR FR/ANDERE ANDERE TOTAAL Lokaal 48,5 % 17,6 % 16,7% 7,1 % 10,2 % 33,8 % 47,8 % 42,6 % 40,7 % 39,9 % 38,2 % Buur 43,3 % 17,9 % 15,4 % 9,4 % 14,1 % 14,2 % 22,9 % 18,5 % 25,4 % 26,0 % 18,0 % Rest BHG 41,2% 16,5% 14,5% 11,4% 16,5% 10,8 % 16,9 % 14,0 % 24,6 % 24,3 % 14,4 % Rand 71,3% 5,3% 17,4% 2,8% 3,2% 20,7 % 6,0 % 18,5 % 6,8 % 5,2 % 15,9 % Overige 81,9% 6,6% 7,0% 1,2% 3,3% 20,5 % 6,4 % 6,4 % 2,5 % 4,6 % 13,7 % Totaal 54,7 % 14,0 % 14,9 % 6,6 % 9,7 % 100 % Tabel 8. Plaatselijke recrutering gemeenschapscentra Toch is hier een duidelijke evolutie merkbaar. Van de groep bezoekers die reeds van voor 1990 voor de eerste keer naar het centrum kwamen komt 52% uit de gemeente zelf, ook al komt ook 20% van deze groep uit de Rand. Het aandeel van de lokale bevolking daalt bij diegenen die recenter voor de eerste keer met het centrum in contact kwamen hetgeen kan wijzen op een verschuiving van de klemtoon naar een breder publiek. Op basis van dit onderzoek kan hier uiteraard geen uitsluitsel over gegeven worden vermits het ook gewoon om een numerieke groei kan gaan. Toch is het duidelijk dat het groeipotentieel uit het Brussels Hoofdstedelijke Gewest niet langer bij het oorspronkelijke doelpubliek zit maar bij de nieuwe tweetaligen en de anderstaligen. Zeker de anderstaligen hebben pas recent het centrum ontdekt. Van de nieuwe Nederlandstalige bezoekers die in 2005 pas voor de eerste keer naar het centrum kwamen woont slechts 8% in de gemeente zelf maar komt 70% van buiten Brussel. Zo n 20% van alle Nederlandstalige bezoekers komt van buiten Brussel en is in 2005 pas voor het eerst naar het gemeenschapscentrum gekomen. Ook de traditioneel tweetaligen komen reeds lang naar het centrum, maar hun aandeel blijft over de tijd vrij constant. Ze blijven dus wel komen en er is een evenwichtige mix tussen de trouwe klanten en de nieuwkomers. De Franstaligen komen eerder recent naar het centrum, de helft pas het laatste jaar, ruim 80% had zelfs voor 2000 geen stap in het centrum gezet. Dat van de bezoekers die slechts sporadisch naar een gemeenschapscentrum komen diegenen van buiten het Brussels Hoofdstedelijk Gewest sterker vertegenwoordigd zijn, wekt weinig verbazing, maar toch blijken de meeste bezoekers na de eerste keer geregeld terug te komen. Hier geldt echter niet dat wie het dichtst woont het meest frequent het centrum bezoekt, 2/3 van de bezoekers uit Brussel, ongeacht hun woonplaats, komen wekelijks langs in het centrum, maar toch geldt dit ook voor bijna de helft van diegenen die buiten Brussel wonen. 13

17 1.2. Sociodemografische achtergrond centrumbezoekers In dit deel wordt de centrumbezoeker nader doorgelicht op basis van een aantal demografische en sociale achtergrondsvariabelen. Als basis voor de vergelijking grijpen we telkens terug naar de taalachtergrond van de bezoekers. De meeste bezoekers zijn vrouw en Belg. Zo n 60% van de bezoekers zijn vrouwen, ongeacht de taalachtergrond, alhoewel onder de jongere bezoekers het mannelijke aandeel stijgt. De meesten hebben de Belgische nationaliteit, niettegenstaande zo n 15% een andere nationaliteit heeft, waarbij deze laatsten net als in Brussel zelf evenwichtig verdeeld zijn tussen bezoekers met de nationaliteit van een EU-land en andere nationaliteiten. Tabel 9 geeft een overzicht van de taalachtergrond naar nationaliteit. De cijfers liggen in de lijn van eerdere bevindingen dat niet enkel de Nederlandstaligen maar ook de Franstaligen vooral Belgen zijn. De niet-belgen die thuis uitsluitend deze talen spreken zijn vooral Nederlanders en Fransen. Er zijn relatief weinig vreemdelingen die van hun oorspronkelijke taal naar het Nederlands of het Frans overschakelen. Thuistaal Belg Niet-Belg Nederlandstalig 60,4 % 16,2 % Franstalig 14,0 % 14,3 % Trad. 2-talig 16,4 % 3,4 % Nieuw 2-talig 5,2 % 16,5 % Anderstalig 3,5 % 49,6 % Tabel 9. Taalachtergrond naar nationaliteit Bij de niet-belgen zijn vooral de Nederlandstaligen en Franstaligen oververtegenwoordigd in verhouding met hun reële aanwezigheid in het Brussels Hoofdstedelijke Gewest. Hier vormen ze samen 30% van deze groep bezoekers waar ze in Brussel zelf slechts zo n 10% van de niet-belgen uitmaken. De groep niet-belgen is erg divers en omvat maar liefst 70 verschillende nationaliteiten. De grootste groep zijn de Nederlanders (zo n 2% van de bezoekers) gevolgd door de Fransen (1,6%), hetgeen meteen het grootste deel van niet-belgen die opgroeide in eentalig Nederlandstalige of Franstalige gezinnen verklaart. Er zijn echter geen nationaliteiten die echt domineren. De top-5 van niet-belgen wordt vervolledigd door de Marokkanen (1,1%) de Congolezen (0,8%) en de Britten en de Italianen (elk 0,7%). Enkele uitzonderingen niet te na gesproken (bijvoorbeeld wanneer een vereniging die vooral mensen van een andere nationaliteit groepeert een zaal huurt in een gemeenschapscentrum) lijken niet-belgen ook niet in groepen bewoners met dezelfde nationaliteit naar de centra te komen. Waar ongeveer een derde van de Belgen alleen naar het centrum komt is dit bij de niet-belgen uit de EU voor 50% van de bezoekers het geval en bij de niet-eu nationaliteiten zelfs voor 60%. Het zou dan ook erg interessant zijn na te gaan van welke netwerken deze niet-belgen deel uit maken. Richten ze zich vooral op de Vlaamse, Brusselse of Belgische leefwereld, hebben ze een erg divers netwerk qua nationaliteit of maken ze toch vooral deel uit van netwerken gebaseerd op de eigen nationaliteit? Zoals reeds gezegd opteerden we er voor de kinderen niet te ondervragen, vandaar dat de groep - 18-jarigen eerder beperkt is. Toch zijn er duidelijke verschillen: de Nederlandstaligen en nieuwe 14

18 tweetaligen zijn de oudste groepen, gevolgd door de Franstaligen. De nieuwe tweetaligen vormen de jongste groep. De leeftijd verjongt dus mee met de veranderende doelgroep van de gemeenschapscentra. LEEFTIJD NEDERLANDS FRANS NL/FR FR/ANDERE ANDERE ,1% 16,9% 18,0% 15,7% 12,4% 3,3 % 5,8 % 5,8 % 11,1 % 5,8 % 4,8 % ,1% 16,2% 13,6% 10,2% 8,9% 12,0 % 14,7 % 11,5 % 19,0 % 11,1 % 12,7 % ,2% 16,6% 11,0% 10,7% 16,6% 28,4 % 40,3 % 24,8 % 53,2 % 55,0 % 33,9 % ,2% 13,3% 16,2% 3,6% 7,7% 33,0 % 28,7 % 32,4 % 15,9 % 22,8 % 30,1 % ,2% 7,9% 20,7%,3% 2,9% 23,4 % 10,5 % 25,5 % 0,8 % 5,3 % 18,5 % 54,0 % 13,9 % 15,0 % 6,8 % 10,2 % 100 % Tabel 10. Leeftijd naar taalachtergrond Qua gezinssamenstelling wijkt de bezoekersgroep van de gemeenschapscentra duidelijk af van het gemiddelde Brusselse gezin. Waar 31,8% van de Brusselse gezinnen uit partners bestaat, eventueel met kinderen, is dit in de gemeenschapscentra voor 67,5% van de bezoekers het geval. Alleenstaanden en eenoudergezinnen zijn dan weer significant ondervertegenwoordigd: waar de helft van de Brusselaars een eengezinshuishouding vormt is slechts een kwart van de bezoekers alleenstaand, van de bezoekers komt 4,7% uit een eenoudergezin die nochtans 13,2% van de Brusselse gezinnen uitmaken. Tabel 11 toont aan dat de Franstalige bezoekersgroep wel meer alleenstaanden en eenoudergezinnen telt, waar de nieuwe tweetaligen significant meer bezoekers uit gezinnen telt. Deze tendens bleek evenwel ook uit de cijfers van de survey (zie Janssens, 2001), waar de Nederlandstaligen ook het hoogst aantal gehuwden of samenwonenden en de Franstaligen het meeste allenstaanden telden. 15

19 GEZINSSAMENSTELLING NEDERLANDS FRANS NL/FR FR/ANDERE ANDERE TOTAAL Alleenstaand 55,8% 17,0% 14,2% 3,0% 12,4% 27,4 % 32,1 % 25,2 % 11,5 % 26,3 % 26,5 % Eenoudergezin 34,5% 21,8% 18,4% 11,5% 13,8% 3,0 % 7,3 % 5,8 % 7,7 % 6,5 % 4,7 % Partners/kinderen 54,7% 12,3% 15,0% 8,1% 9,9% 68,4 % 58,8 % 68,0 % 78,5 % 66,7 % 67,5 % Andere 52,0% 20,0% 12,0% 12,0% 4,0% 1,3 % 1,9 % 1,1 % 2,3 % 0,5 % 1,3 % Totaal 54,0 % 14,1 % 14,9 % 7,0 % 10,0 % 100 % Tabel 11. Gezinssituatie naar taalachtergrond De relatief beperkte aanwezigheid van eenoudergezinnen en alleenstaanden zou er kunnen op wijzen dat de zwakkere bevolkingsgroepen ondervertegenwoordigd zijn bij de bezoekers. Deze ondervertegenwoordiging wordt nog duidelijker bevestigd als we naar het diplomaniveau van de bezoekers kijken (zie tabel 12). GEZINSSAMENSTELLING NEDERLANDS FRANS NL/FR FR/ANDERE ANDERE TOTAAL Geen 64,7 % 14,7 % - 5,9 % 14,7 % 2,2 % 1,9 % - 1,6 % 2,7 % 1,8 % Lager onderwijs 52,7 % 10,8 % 15,1 % 4,3 % 17,2 % 5,0 % 3,8 % 5,0 % 3,2 % 8,5 % 5,1 % Middelbaar onderwijs 51,2 % 11,4 % 18,4 % 9,6 % 9,4 % 25,4 % 21,5 % 32,4 % 37,6 % 24,5 % 26,6 % Hoger onderwijs 54,2 % 16,5 % 17,5 % 5,6 % 6,2 % 32,6 % 37,7 % 37,4 % 26,4 % 19,7 % 32,3 % Universitair onderwijs 56,3 % 14,4 % 10,2 % 5,1 % 14,0 % 28,0 % 27,3 % 18,0 % 20,0 % 36,7 % 26,7 % Nog student 49,6 % 14,6 % 14,6 % 10,2 % 10,9 % 6,9 % 7,7 % 7,2 % 11,2 % 8,0 % 7,4 % Totaal 53,8 % 14,1 % 15,1 % 6,8 % 10,2 % 100 % Tabel 12. Diploma naar taalachtergrond In het totaal hebben 59% van de bezoekers een diploma hoger onderwijs, met de Franstaligen als de hoogstgeschoolde en de anderstaligen, maar vooral de nieuwe tweetaligen, als de laagstgeschoolde groep. Het mag geen verwondering wekken dat de scheidingslijn tussen hoog- en laaggeschoolden bij deze laatste groepen vooral door het al dan niet bezitten van de nationaliteit van een EU-land wordt bepaald. Deze hoge scholingsgraad weerspiegelt zich maar deels in de arbeidssituatie van de bezoekers. De noodzaak van de kennis van het Nederlands wordt geïllustreerd door de lage werkloosheidscijfers bij de Nederlandstaligen en traditioneel tweetaligen. De Franstaligen scoren ondanks hun hoger diplomaniveau significant hoger qua werkloosheidsgraad, doch waar gemiddeld 9% van de bezoekers werkloos is, is een kwart van de anderstaligen en de nieuwe tweetaligen op zoek naar een job ondanks hun gemiddeld hoog opleidingsniveau. 16

20 GEZINSSAMENSTELLING NEDERLANDS FRANS NL/FR FR/ANDERE ANDERE TOTAAL Werk 61,8% 13,3% 13,7% 4,5% 6,7% 57,2% 47,3% 45,3% 32,5% 33,2% 49,9% Werkloos 21,2% 24,2% 7,3% 18,8% 28,5% 3,5% 15,5% 4,3% 24,6% 25,5% 9,0% Inactief 51,6% 12,7% 18,5% 7,1% 10,1% 39,3% 37,2% 50,4% 42,9% 41,3% 41,1% Totaal 54,0% 14,0% 15,1% 6,9% 10,0% 100 % Tabel 13. Tewerkstelling naar taalachtergrond Dit deel van de beschrijving van het publiek wordt afgerond met een gedetailleerd beeld van de trouw van het publiek aan het centrum en hun bezoekfrequentie. GC Wekelijks Voor CANDELAERSHUYS 25,0 % 15,8 % 21,1 % 14,0 % 49,1 % DE KRIEKELAAR 66,7 % 3,7 % 14,8 % 31,5 % 50,0 % DE KROON 57,3 % 17,6 % 25,5 % 20,6 % 36,3 % DE LINDE 51,7 % 7,4 % 37,0 % 29,6 % 25,9 % DE MAALBEEK 58,2 % 7,6 % 22,8 % 25,0 % 44,6 % DE MARKTEN 68,8 % 9,2 % 18,4 % 30,5 % 41,8 % DE PIANOFABRIEK 89,1 % - 15,7 % 44,9 % 39,3 % DE PLATOO 47,1 % 10,0 % 35,0 % 35,0 % 20,0 % DE RINCK 66,7 % 19,9 % 16,6 % 16,6 % 31,1 % DE VAARTKAPOEN 54,2 % 1,6 % 21,9 % 32,8 % 43,8 % DE ZEYP 25,0 % 38,6 % 30,0 % 17,1 % 14,3 % DEN DAM 50,8 % 9,4 % 16,5 % 18,8 % 55,3 % ELZENHOF 69,7 % 11,5 % 16,7 % 34,6 % 37,2 % ESSEGEM 64,2 % 16,1 % 24,2 % 40,3 % 19,4 % EVERNA 54,2 % 11,2 % 31,6 % 23,5 % 33,7 % HEEMBEEK-MUTS. 87,5 % 3,4 % 13,8 % 41,4 % 41,4 % KONTAKT 72,2 % 21,1 % 24,6 % 28,1 % 26,3 % NEKKERSDAL 34,3 % 15,2 % 21,2 % 28,8 % 34,8 % OP-WEULE 65,5 % 20,7 % 22,8 % 33,7 % 22,8 % TEN NOEY 66,2 % 10,4 % 11,9 % 25,4 % 52,2 % TEN WEYNGAERT 78,7 % 2,4 % 19,3 % 30,1 % 48,2 % WABO 41,8 % 23,7 % 8,5 % 28,8 % 39,0 % Tabel 14. Bezoekfrequentie en eerste contact per gemeenschapscentra In de eerste kolom vinden we het percentage van bezoekers die wekelijks wel eens naar het gemeenschapscentrum komen. De verschillende gemeenschapscentra hebben duidelijk een trouw publiek, zo n 60% van de ondervraagden beweert wekelijks het centrum te bezoeken. De ondervraagden zijn dus geen toevalstreffers die uitzonderlijk naar een activiteit kwamen. Dit hoge cijfer komt zeker de betrouwbaarheid van de analyses ten goede. Enkel het publiek van het Candelaershuis, De Zeyp en Nekkerdal blijkt voor 2/3 uit bezoekers te bestaan die niet wekelijks in het centrum zelf over de vloer komen. 17

21 De vier volgende kolommen geven aan wanneer de ondervraagden voor het eerst naar het centrum kwamen. De traditioneel Vlaamsere gemeenten in het noord-westen van het Brussels Hoofdstedelijke Gewest en de rijkere gemeenten in het zuiden en zuid-oosten van Brussel hebben een publiek dat nog voor 15% en meer uit mensen bestaat die reeds voor 1990 naar het centrum kwamen en voornamelijk tot de oorspronkelijke doelgroep van de gemeenschapscentra behoren. In De Pianofabriek, De Vaartkapoen, Heembeek-Mutsaard, Ten Weyngaert en De Kriekelaar leerde het overgrote deel van de bezoekers pas de laatste vijf jaren het centrum kennen. Als we naar de taalachtergrond van hun publiek kijken is deze veel diverser. Ook uit deze tabel kunnen we de evolutie van het beleid van de Vlaamse Gemeenschap in Brussel aflezen: van gemeenschapscentra voor de Vlaamse Gemeenschap in Brussel naar centra die open staan voor mensen die geïnteresseerd zijn in het Nederlandstalige gemeenschapsleven van de hoofdstad. 18

22 1.3. Impact van sociodemografische variabelen In vorige paragrafen werd dieper ingegaan op de verschillende achtergrondsvariabelen om op die manier een algemeen beeld van de bezoeker te kunnen schetsen. Om dit hoofdstuk af te sluiten gaan we na of deze achtergrondsvariabelen een bepalende rol spelen in het al dan niet kiezen van een bepaalde activiteit of de preferentie voor een bepaald centrum. Hierbij beperken we ons niet tot de plaats en activiteit van afname maar houden we eveneens rekening met de bezoekers die aan de verschillende activiteiten deelnemen en/of verschillende centra frequenteren. Voor deze analyse maken we gebruik van de MCA-techniek. Omdat sommige lezers hier mogelijk minder mee vertrouwd zijn en om de interpretatie van de volgende tabellen te vergemakkelijken staan we hier kort even stil bij deze techniek. Het is hierbij de bedoeling om vertrekkende van een aantal nominale of non-parametrische achtergrondsvariabelen (het model genoemd) het effect hiervan op een afhankelijke parametrische variabele te meten. Als basismodel voor de analyse werden volgende variabelen geselecteerd: geslacht, diplomaniveau, gezinssituatie, leeftijd, taalachtergrond, woonplaats (omwille van het feit dat een vrij groot aantal personen activiteiten in verschillende gemeenschapscentra volgen, werd hier voor de eerder algemene indeling BHG Rand rest geopteerd en wordt het lokale aspect door de eerste categorie opgeslorpt), het moment dat men voor het eerst in contact kwam met het gemeenschapscentrum, de plaats van geboorte, de bezoekfrequentie en de arbeidssituatie. Bij de keuze van een specifiek centrum nemen we ook de aard van de activiteit in het model op. Als afhankelijke variabelen worden in het eerste deel de verschillende types activiteiten weerhouden, in het tweede deel de respectievelijke gemeenschapscentra. We gaan nu kort in op de verschillende statistieken die in de tabellen werden weerhouden. De F- waarde (eerste kolom) van de verschillende variabelen geeft aan in hoeverre de variantie van de verschillende categorieën binnen deze variabele van elkaar afwijken. Een F-waarde van 1 geeft aan dat de gemiddelde waarden van deze groepen aan elkaar gelijk zijn, hoe groter de waarde hoe groter de verschillen. Bijvoorbeeld indien F=1 voor de variabele geslacht betekent dit dat de spreiding van mannen respectievelijk vrouwen over de afhankelijke variabele dezelfde is. Hoe groter de F-waarde, hoe groter het verschil en hoe groter de impact van deze variabele op de totale variantie, zijnde de keuze voor een bepaalde activiteit of gemeenschapscentrum. De beslissing of de afwijking van 1 groot genoeg is om deze niet langer als toevallig te beschouwen wordt genomen op basis van een significantietest (zie tweede kolom). Wanneer deze waarde kleiner of gelijk is aan.05 kunnen we toeval uitsluiten en spreken we van structurele of significante verschillen. De methode is dus gebaseerd op verschillen van gemiddelden en deze vinden we in de laatste kolom terug (althans de afwijking t.a.v. dat gemiddelde). Het gaat hier echter niet om het bruto-effect op basis van het rekenkundig gemiddelde, maar het is een gecorrigeerde afwijking na controle van de overige variabelen van het basismodel (dus nettoeffect). 19

23 IMPACT OP DE KEUZE VAN ACTIVITEIT Bij de opdrachten van het gemeenschapscentrum staat de organisatie van activiteiten in het teken van de gemeenschapsvorming en het bereiken van een specifiek doelpubliek (en niet omgekeerd). Het is dan ook eigen aan het concept van de gemeenschapscentra dat, afhankelijk van het centrum, verschillende activiteiten zullen georganiseerd worden naargelang het publiek dat men wil bereiken en de rol die het centrum voor zichzelf in die gemeente ziet weggelegd. Het is er ons hier niet om te doen het activiteitenaanbod zelf te evalueren, maar op zoek te gaan naar het specifieke publiek dat door bepaalde types van activiteiten wordt aangesproken. Tabel 15 geeft een overzicht van de geprefereerde activiteiten naar taalachtergrond. AARD ACTIVITEIT NEDERLANDS FRANS NL/FR FR/ANDERE ANDERE TOTAAL Vergadering 67,0% 9,9% 14,2%,9% 8,2% 15,4% 8,7% 11,8% 1,5% 9,9% 12,4% Debat/Lezing 56,8% 15,9% 15,9% 2,3% 9,1% 2,5% 2,7% 2,5%,8% 2,1% 2,3% Optreden 67,4% 10,7% 15,6% 1,6% 4,7% 32,4% 19,8% 27,1% 6,2% 12,0% 25,9% Cursus Nederlands 5,5% 22,7% 3,9% 30,1% 37,9% 1,4% 22,1% 3,6% 59,2% 50,5% 13,6% Taalcursus 58,5% 10,6% 21,3% 2,1% 7,4% 5,4% 3,8% 7,1% 1,5% 3,6% 5,0% Cursus 67,1% 6,4% 20,7% 4,3% 1,4% 9,3% 3,4% 10,4% 4,6% 1,0% 7,5% Sport 47,5% 17,9% 15,4% 11,7% 7,5% 11,3% 16,3% 13,2% 21,5% 9,4% 12,8% Kinder/jeugd 42,5% 16,1% 24,1% 4,6% 12,6% 3,7% 5,3% 7,5% 3,1% 5,7% 4,6% Andere 64,0% 15,8% 15,8%,7% 3,7% 18,8% 17,9% 16,8% 1,5% 5,7% 15,8% Totaal 53,9% 14,0% 14,9% 6,9% 10,2% 100% Tabel 15. Activiteit naar taalachtergrond De verschillende activiteiten die uit de vragenlijst naar voor kwamen werden in de tabel in volgende categorieën samengevat: vergaderingen (inclusief activiteiten die in verenigingsverband worden georganiseerd en/of het eenmalige karakter overstijgen, samen met de inherente voorbereidingen), debatten (inclusief lezingen, voordrachten en eenmalige vormingsactiviteiten die louter mondelinge kennisoverdracht veronderstellen), passieve cultuurconsumptie (theater, film, dans, muziek, tentoonstelling en andere optredens), taalcursussen Nederlands, andere taalcursussen, andere cursussen exclusief taalcursussen, sport (en andere bewegingsactiviteiten), kinder- en jeugdactiviteiten en tenslotte een restcategorie met andere gemeenschapsvormende activiteiten (etentjes, samenkomst met vrienden, informele ontmoetingen aan de bar, afhalen van biogroenten...). 20

24 Nederlandstaligen en traditioneel tweetaligen zijn diegenen die het meest vergaderingen bijwonen in verenigingsverband. Lezingen en voordrachten zijn weinig populair en bijna uitsluitend Nederlandstaligen wonen ze bij. Passieve cultuurconsumptie is het minst populair bij de anderstaligen en nieuwe tweetaligen die dan weer vooral voor de taalcursussen naar het centrum komen. De helft van hen bezocht het centrum voor een cursus Nederlands. Andere cursussen boeien dan weer vooral Nederlandstaligen en traditioneel tweetaligen. Sportactiviteiten zijn het populairst bij nieuwe tweetaligen en in mindere mate ook bij de Franstaligen. De kinderactiviteiten spreken dan weer alle groepen aan, ongeacht de taalachtergrond. De andere gemeenschapsvormende activiteiten vooral gericht op het informeel ontmoeten van anderen worden door de nieuwe tweetaligen maar ook door de anderstaligen eerder gemeden. Bovenstaande analyse geeft een algemeen beeld van wie welke activiteiten prefereert. In de volgende analyses gaan we echter bekijken in welke mate het hier de taalachtergrond is die het verschil maakt dan wel dat andere variabelen een bepalende rol spelen in de beslissing om aan een activiteit deel te nemen. We moeten deze rol wel in het juiste perspectief plaatsen. Zo spelen er ongetwijfeld nog een heleboel andere factoren in deze beslissing mee die niet zijn opgenomen in het model. Onderaan de verschillende tabellen wordt de totale verklaarde variantie weergegeven. Hoe lager deze variantie, hoe beperkter de impact van het verklaringsmodel, zijnde de respectievelijke achtergrondsvariabelen. Als een bepaalde categorie oververtegenwoordigd is en significante verschillen introduceert moet dit ook binnen dit kader geïnterpreteerd worden en dient men in het achterhoofd te houden dat het hier niet om de meest cruciale variabele gaat om voor een bepaalde activiteit te kiezen. Het is belangrijk binnen het relatieve kader van het model. 21

EEN ANALYSE VAN DE TAALSITUATIE IN DE RAND ROND BRUSSEL OP BASIS VAN DE BRIO-TAALBAROMETER. Rudi Janssens

EEN ANALYSE VAN DE TAALSITUATIE IN DE RAND ROND BRUSSEL OP BASIS VAN DE BRIO-TAALBAROMETER. Rudi Janssens EEN ANALYSE VAN DE TAALSITUATIE IN DE RAND ROND BRUSSEL OP BASIS VAN DE BRIO-TAALBAROMETER Rudi Janssens 1.1. BRIO-onderzoek en de Vlaamse Rand 1993 Frans/Nederlandse codewisseling 2002 Taalgebruik in

Nadere informatie

EEN ANALYSE VAN DE TAALSITUATIE IN DE RAND ROND BRUSSEL OP BASIS VAN DE BRIO-TAALBAROMETER. Rudi Janssens

EEN ANALYSE VAN DE TAALSITUATIE IN DE RAND ROND BRUSSEL OP BASIS VAN DE BRIO-TAALBAROMETER. Rudi Janssens EEN ANALYSE VAN DE TAALSITUATIE IN DE RAND ROND BRUSSEL OP BASIS VAN DE BRIO-TAALBAROMETER Rudi Janssens 1. De Rand als onderzoeksobject 1.1. BRIO-onderzoek en de Vlaamse Rand 1993 Frans/Nederlandse codewisseling

Nadere informatie

Brusselse bevolking per nationaliteitsgroep - alle leeftijden (2014)

Brusselse bevolking per nationaliteitsgroep - alle leeftijden (2014) Dat onze samenleving steeds diverser wordt is een open deur intrappen. Opeenvolgende migratiestromen brachten mensen uit alle hoeken van de wereld naar Brussel: werknemers uit Italië, Spanje, Marokko,

Nadere informatie

Wisselwerking Vlaams-Brabant en Brussel. Steunpunt Sociale Planning

Wisselwerking Vlaams-Brabant en Brussel. Steunpunt Sociale Planning Wisselwerking Vlaams-Brabant en Brussel Profiel (deel)gemeenten Pendel Inhoud Verhuisbewegingen: richting Vlaams-Brabant I. II. Het profiel van de verhuizers III. Verschillen tussen (deel)gemeenten Pendel:

Nadere informatie

Persbericht, 26 juli 2013

Persbericht, 26 juli 2013 Persbericht, 26 juli 2013 Verbrusseling neemt op verscheidene plaatsen dramatische proporties aan Nieuwe geboortecijfers Kind en Gezin: aandeel Nederlandstaligen in Halle-Vilvoorde blijft dalen Drie jaar

Nadere informatie

Demografische evoluties in het BHG Uitdagingen voor de basisvoorzieningen voor gezinnen met jonge kinderen

Demografische evoluties in het BHG Uitdagingen voor de basisvoorzieningen voor gezinnen met jonge kinderen Demografische evoluties in het BHG Uitdagingen voor de basisvoorzieningen voor gezinnen met jonge kinderen Commissie voor Brussel en de Vlaamse Rand, 18 maart 2015 Prof. Michel Vandenbroeck Vakgroep Sociale

Nadere informatie

Een verkenning van de relatie tussen taal en identiteit in Brussel en de Vlaamse Rand. Rudi Janssens

Een verkenning van de relatie tussen taal en identiteit in Brussel en de Vlaamse Rand. Rudi Janssens Een verkenning van de relatie tussen taal en identiteit in Brussel en de Vlaamse Rand Rudi Janssens Inhoud Identiteit: een actueel debat Taal en identiteit: een referentiekader De groei van een meertalige

Nadere informatie

Inburgeringsbeleid: taaldiversiteit als politieke uitdaging voor Brussel en de Vlaamse Rand

Inburgeringsbeleid: taaldiversiteit als politieke uitdaging voor Brussel en de Vlaamse Rand Nederlands Home BRIO-matrix BRIO Home > BRIO-matrix > FICHE - Inburgeringsbeleid Inburgeringsbeleid: taaldiversiteit als politieke uitdaging voor Brussel en de Vlaamse Rand Download FICHE Inburgeringsbeleid:

Nadere informatie

Halle-Vilvoorde) (Arrondissement Asse-Halle. Vlaams-Brabant. Analyse e van de resultaten

Halle-Vilvoorde) (Arrondissement Asse-Halle. Vlaams-Brabant. Analyse e van de resultaten Vlaams-Brabant (Arrondissement Asse-Halle Halle-Vilvoorde) Analyse e van de resultaten 1. Inleiding De gestelde vragen Bent U een inwoner van Vlaams-Brabant (Asse-Halle-Vilvoorde)? (filtervraag) Waar ben

Nadere informatie

Op 1 september 2012 startte het nieuwe omkaderingssysteem in het gewoon basisonderwijs.

Op 1 september 2012 startte het nieuwe omkaderingssysteem in het gewoon basisonderwijs. MONITORING VAN DE NIEUWE OMKADERING BASISONDERWIJS SCHOOLJAAR tem I. Inleiding Op 1 september 212 startte het nieuwe omkaderingssysteem in het gewoon basisonderwijs. Sinds dan bestaat de basisomkadering

Nadere informatie

Taaldiversiteit in Brussel: een analysekader. Rudi Janssens Studiedag 27 mei 2016 VUB-Jette

Taaldiversiteit in Brussel: een analysekader. Rudi Janssens Studiedag 27 mei 2016 VUB-Jette Taaldiversiteit in Brussel: een analysekader Rudi Janssens Studiedag 27 mei 2016 VUB-Jette Overzicht Welke begrippenkader voor discussie en beleid? Overzicht van meertaligheid in Brussel Communicatie in

Nadere informatie

BAROMETER. Taalgebruik in de Vlaamse Rand

BAROMETER. Taalgebruik in de Vlaamse Rand FEBRUARI 2015 BAROMETER Taalgebruik in de Vlaamse Rand Deze nieuwe editie van de barometer gaat in op het onderzoek Taalgebruik in de Vlaamse Rand dat Brussels Informatie-, Documentatie- en Onderzoekscentrum

Nadere informatie

Op 1 september 2012 startte het nieuwe omkaderingssysteem in het gewoon basisonderwijs.

Op 1 september 2012 startte het nieuwe omkaderingssysteem in het gewoon basisonderwijs. MONITORING VAN DE NIEUWE OMKADERING BASISONDERWIJS SCHOOLJAAR tem I. Inleiding Op 1 september 2012 startte het nieuwe omkaderingssysteem in het gewoon basisonderwijs. Sinds dan bestaat de basisomkadering

Nadere informatie

Studiepopulatie. Gezondheidsenquête, België, 1997.

Studiepopulatie. Gezondheidsenquête, België, 1997. In deze paragraaf worden een aantal kenmerken van de steekproef besproken. Het gaat om de volgende socio-demografische karakteristieken : verblijfplaats : per regio en per provincie; geslacht en leeftijd;

Nadere informatie

Uw gemeente in cijfers: Brussel

Uw gemeente in cijfers: Brussel Inleiding Brussel : Brussel maakt deel uit van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Buurgemeentes zijn Anderlecht, Elsene, Etterbeek, Evere, Grimbergen, Jette, Machelen (Halle-Vilvoorde), Schaarbeek, Sint-Gillis,

Nadere informatie

nr. 437 van WILLY SEGERS datum: 1 maart 2017 aan LIESBETH HOMANS Huis van het Nederlands Brussel - Werking

nr. 437 van WILLY SEGERS datum: 1 maart 2017 aan LIESBETH HOMANS Huis van het Nederlands Brussel - Werking SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 437 van WILLY SEGERS datum: 1 maart 2017 aan LIESBETH HOMANS VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE

Nadere informatie

FACTS & FIGURES Participatie aan erfgoedactiviteiten Mathijs De Baere

FACTS & FIGURES Participatie aan erfgoedactiviteiten Mathijs De Baere Inleiding Erfgoed is een brede en overkoepelende term waarbinnen roerend, onroerend en immaterieel erfgoed wordt onderscheiden. Deze drie categorieën zijn in de praktijk sterk verweven met elkaar, maar

Nadere informatie

Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging

Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging Respons thuiszorgorganisaties en GGD en In deden er tien thuiszorgorganisaties mee aan het, verspreid over heel Nederland. Uit de

Nadere informatie

B. Werkende beroepsbevolking en interne werkgelegenheid

B. Werkende beroepsbevolking en interne werkgelegenheid B. Werkende beroepsbevolking en interne werkgelegenheid Deze gegevens zijn afkomstig van de Federale Overheidsdienst Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie (ADSEI), meer bepaald

Nadere informatie

Pendelarbeid tussen Gewesten en provincies

Pendelarbeid tussen Gewesten en provincies ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 19 juli 2007 Pendelarbeid tussen Gewesten en provincies Eén op de tien Belgen werkt in een ander gewest; één op de vijf in een andere

Nadere informatie

GEMEENTEFINANCIËN: WAAR GAAN DE OCMW S NAARTOE?

GEMEENTEFINANCIËN: WAAR GAAN DE OCMW S NAARTOE? Association de la Ville et des Communes de la Région de Bruxelles-Capitale ASBL Vereniging van de Stad en de Gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest VZW GEMEENTEFINANCIËN: WAAR GAAN DE OCMW S

Nadere informatie

1. Basisbepaling De hoger geciteerde formele krachtlijnen uit het VGC-beleidsplan Cultuur en de inhoudelijke criteria.

1. Basisbepaling De hoger geciteerde formele krachtlijnen uit het VGC-beleidsplan Cultuur en de inhoudelijke criteria. SUBSIDIEREGLEMENT BETREFFENDE DE UITVOERING VAN PROJECTEN IN HET KADER VAN EEN GEMEENTELIJK CULTUURBELEID Goedgekeurd bij collegebesluit nr. 03/215 van 22 mei 2003 In het VGC-beleidsplan Cultuur 2003-2005

Nadere informatie

Huisartsen in het Brussels Gewest: wie zijn ze, waar houden ze praktijk, en waar zijn er mogelijke tekorten?

Huisartsen in het Brussels Gewest: wie zijn ze, waar houden ze praktijk, en waar zijn er mogelijke tekorten? OBSERVATOIRE DE LA SANTÉ ET DU SOCIAL BRUXELLES Huisartsen in het Brussels Gewest: wie zijn ze, waar houden ze praktijk, en waar zijn er mogelijke tekorten? Sarah Missinne & Sarah Luyten Gegevensbronnen

Nadere informatie

VR MED.0231/2

VR MED.0231/2 VR 217 26 MED.231/2 MONITORING VAN DE NIEUWE OMKADERING BASISONDERWIJS SCHOOLJAAR 212-213 tem 215-216 I. Inleiding Op 1 september 212 startte het nieuwe omkaderingssysteem in het gewoon basisonderwijs.

Nadere informatie

Tabel 2.1 Overzicht van de situatie op de arbeidsmarkt van de onderzochte personen op 30/06/97. Deelpopulatie 1996

Tabel 2.1 Overzicht van de situatie op de arbeidsmarkt van de onderzochte personen op 30/06/97. Deelpopulatie 1996 Dit deel van het onderzoek omvat alle personen tussen de 18 en 55 jaar oud (leeftijdsgrenzen inbegrepen) op 30 juni 1997, wiens dossier van het Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met

Nadere informatie

Taal en identiteit bij de Brusselaars

Taal en identiteit bij de Brusselaars BRIO-FICHE 2 Taal en identiteit bij de Brusselaars IN HET KORT: Het taalbarometeronderzoek toont de toenemende culturele en taaldiversiteit van de Brusselse bevolking aan. Tegelijk is de politieke en maatschappelijke

Nadere informatie

Overzicht aan te besteden ritten Openbare Aanbesteding d.d. 2 mei Beschikbaarheid (van - tot) 's morgens 's avonds woensdagmid

Overzicht aan te besteden ritten Openbare Aanbesteding d.d. 2 mei Beschikbaarheid (van - tot) 's morgens 's avonds woensdagmid Martelarenplein 19, 3000 Zaveldal BUSO Nieuwland 198 1000 Brussel 02/512.14.75 1 Brussel 3/BRU/002 66 16 D10 Brussel - Sint-Pieters-Woluwe - Evere - Laken - Anderlecht - Schaarbeek - Brussel 6:15-8:45

Nadere informatie

Bijlage 10: Het kustgebied

Bijlage 10: Het kustgebied Bijlage 10: Het kustgebied Om de kustmigraties te bestuderen, moet er een kustgebied afgebakend worden om te onderzoeken. Om dit op een verantwoorde manier te doen, zijn we vertrokken van de migratiegegevens

Nadere informatie

Vraag nr. 351 van 26 februari 2013 van PAUL DELVA

Vraag nr. 351 van 26 februari 2013 van PAUL DELVA VLAAMS PARLEMENT SCHRIFTELIJKE VRAGEN PASCAL SMET VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS, JEUGD, GELIJKE KANSEN EN BRUSSEL Vraag nr. 351 van 26 februari 2013 van PAUL DELVA Nederlandstalig onderwijs Brussel Capaciteit

Nadere informatie

Evolutie 0-19-jarigen en evolutie 65-jarigen en ouder in de gemeente Grimbergen

Evolutie 0-19-jarigen en evolutie 65-jarigen en ouder in de gemeente Grimbergen Tabel 1 Evolutie 0-19-jarigen en evolutie 65-jarigen en ouder in de gemeente Grimbergen Tabel 2 Aandeel (%) van de inwoners dat vindt dat er voldoende geschikte plekken voor de jeugd zijn Tabel 3 Gemiddelde

Nadere informatie

Onderwijs in een meertalige Brusselse omgeving Inhoud Stad en onderwijs: topdown bottom up

Onderwijs in een meertalige Brusselse omgeving Inhoud Stad en onderwijs: topdown bottom up Onderwijs in een meertalige Brusselse omgeving BEO-studiedag 16 maart 212 - Rudi Janssens Inhoud Stad en onderwijs Politiek-institutionele context Pedagogische context Demografisch-geografische context

Nadere informatie

Sociale kracht in Houten Burgerpeiling 2014

Sociale kracht in Houten Burgerpeiling 2014 in Houten Burgerpeiling 2014 Onderzoek uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Houten Projectnummer 598 / 2015 Samenvatting Goede score voor Sociale Kracht in Houten Houten scoort over het algemeen goed als

Nadere informatie

De Brusselse arbeidsmarkt: statistische gegevens - Zelfstandige arbeid. Zelfstandige arbeid

De Brusselse arbeidsmarkt: statistische gegevens - Zelfstandige arbeid. Zelfstandige arbeid De Brusselse arbeidsmarkt: statistische gegevens - Zelfstandige arbeid Zelfstandige arbeid Deze gegevens zijn afkomstig van het Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen (RSVZ), meer

Nadere informatie

Spotlight. Een onderwerp telkens beknopt uitgelicht. 1 Inleiding. 3 Resultaten. 3.1 Gewest en jaar. 2 Methodologie

Spotlight. Een onderwerp telkens beknopt uitgelicht. 1 Inleiding. 3 Resultaten. 3.1 Gewest en jaar. 2 Methodologie Lange duur werkfractie / werkfractie Werkfractie Spotlight Een onderwerp telkens beknopt uitgelicht Deze keer: De evoluties van de overgangen naar werk van de werklozen volgens hun profiel. 1 Inleiding

Nadere informatie

b) Welke projecten werden in het verleden door de VGC ingediend? Welke werden goedgekeurd? Voor welk bedrag?

b) Welke projecten werden in het verleden door de VGC ingediend? Welke werden goedgekeurd? Voor welk bedrag? SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 109 van KARL VANLOUWE datum: 6 februari 2015 aan SVEN GATZ VLAAMS MINISTER VAN CULTUUR, MEDIA, JEUGD EN BRUSSEL Toepassing sectorale decreten - Brussel Om tegemoet te komen aan

Nadere informatie

BRUSSEL RAPPORT PERSONEEL 2012

BRUSSEL RAPPORT PERSONEEL 2012 Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming Departement Onderwijs en Vorming Afdeling Beleid Onderwijspersoneel Koning Albert II-laan 5, 2 BRUSSEL RAPPORT PERSONEEL 22 Basisonderwijs en Secundair Onderwijs

Nadere informatie

Huishoudens in schuldbemiddeling: profielen en regionale verschillen

Huishoudens in schuldbemiddeling: profielen en regionale verschillen PERSONEN IN FINANCIËL E MOEILIJKHEDEN : PROFIELEN? Colloquium van het Observatorium Krediet en Schuldenlast, 5 december 2013, Brussel Huishoudens in schuldbemiddeling: profielen en regionale verschillen

Nadere informatie

BIJLAGE. Bijlage nr. 1. Fiches. Titel initiatief: Caleidoscoop. Initiatiefnemer: GC De Vaartkapoen. Projectomschrijving

BIJLAGE. Bijlage nr. 1. Fiches. Titel initiatief: Caleidoscoop. Initiatiefnemer: GC De Vaartkapoen. Projectomschrijving BIJLAGE Bijlage nr. 1 Fiches Titel initiatief: Caleidoscoop Initiatiefnemer: GC De Vaartkapoen Caleidoscoop is een zelforganisatie die is ingebed in het gemeenschapscentrum. Een 8-tal vrouwelijke, allochtone

Nadere informatie

De vrouwen hebben dan ook een grotere kans op werkloosheid (0,39) dan de mannen uit de onderzoekspopulatie (0,29).

De vrouwen hebben dan ook een grotere kans op werkloosheid (0,39) dan de mannen uit de onderzoekspopulatie (0,29). In het kader van het onderzoek kreeg de RVA de vraag om op basis van de door het VFSIPH opgestelde lijst van Rijksregisternummers na te gaan welke personen op 30 juni 1997 als werkloze ingeschreven waren.

Nadere informatie

VOLTIJDS LOONTREKKEND DOOR HET LEVEN Hoofdstuk 21

VOLTIJDS LOONTREKKEND DOOR HET LEVEN Hoofdstuk 21 VOLTIJDS LOONTREKKEND DOOR HET LEVEN Hoofdstuk 21 Seppe Van Gils Kort samengevat In dit hoofdstuk volgen we de loopbaan van de voltijds en uit het tweede kwartaal van 1998 op tot en met het derde kwartaal

Nadere informatie

Lancering Vlaamse Migratie- en Integratiemonitor 2018 en survey Samenleven in Diversiteit 2017

Lancering Vlaamse Migratie- en Integratiemonitor 2018 en survey Samenleven in Diversiteit 2017 PERSBERICHT - 8 mei 2018 Lancering Vlaamse Migratie- en Integratiemonitor 2018 en survey Samenleven in Diversiteit 2017 Het Agentschap Binnenlands Bestuur en Statistiek Vlaanderen publiceren vandaag de

Nadere informatie

BRIO-taalbarometer(s): taalkennis en taalgebruik in Brussel IN HET KORT:

BRIO-taalbarometer(s): taalkennis en taalgebruik in Brussel IN HET KORT: BRIO-taalbarometer(s): taalkennis en taalgebruik in Brussel IN HET KORT: In 1961 werden de gecontesteerde talentellingen afgeschaft. Nadien doken op tijd en stond schattingen op van de omvang van het aantal

Nadere informatie

Sociaal-ruimtelijke relaties tussen Brussel en Vlaams-Brabant. Steunpunt Sociale Planning

Sociaal-ruimtelijke relaties tussen Brussel en Vlaams-Brabant. Steunpunt Sociale Planning Sociaal-ruimtelijke relaties tussen Brussel en Vlaams-Brabant Profiel (deel)gemeenten Pendel Inhoud Verhuisbewegingen: richting Vlaams-Brabant I. Omvang en evolutie II. Het profiel van de verhuizers III.

Nadere informatie

Uw gemeente in cijfers: Ukkel

Uw gemeente in cijfers: Ukkel Inleiding Ukkel : Ukkel maakt deel uit van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Buurgemeentes zijn Beersel, Brussel, Drogenbos, Elsene, Linkebeek, Sint-Genesius-Rode, Vorst (Brussel-Hoofdstad) en Watermaal-Bosvoorde.

Nadere informatie

Evaluatie van Open Bedrijvendag

Evaluatie van Open Bedrijvendag Evaluatie van Open Bedrijvendag Departement Economie, Wetenschap en Innovatie Afdeling Strategie en Coördinatie Koning Albert II-laan 35 bus 10 1030 Brussel April 2011 Samenvatting De Open Bedrijvendag

Nadere informatie

FACTS & FIGURES Cultuur- en gemeenschapscentra Franne Mullens

FACTS & FIGURES Cultuur- en gemeenschapscentra Franne Mullens Inleiding Vanaf de jaren 60 70 van de vorige eeuw werden in Vlaanderen verschillende lokale cultuur- en gemeenschapscentra opgericht. Deze lokale en toegankelijke cultuurtempels hadden tot doel, net als

Nadere informatie

Uw gemeente in cijfers: Anderlecht

Uw gemeente in cijfers: Anderlecht Inleiding Anderlecht : Anderlecht maakt deel uit van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Buurgemeentes zijn Brussel, Dilbeek, Drogenbos, Sint-Gillis, Sint-Jans-Molenbeek, Sint-Pieters-Leeuw en Vorst (Brussel-Hoofdstad).

Nadere informatie

FACTS & FIGURES Bibliotheekbezoek Franne Mullens

FACTS & FIGURES Bibliotheekbezoek Franne Mullens Inleiding Uit onderzoek blijkt dat vooral jongeren hun weg vinden naar de bibliotheek. 65% van alle jongeren onder de 18 jaar bezochten in hun vrijetijd de bibliotheek en ze waren zo goed als allemaal

Nadere informatie

DE TEWERKSTELLING OP BRUSSELS AIRPORT:

DE TEWERKSTELLING OP BRUSSELS AIRPORT: Didier Gosuin Brussels minister van Economie en Tewerkstelling DE TEWERKSTELLING OP BRUSSELS AIRPORT: DE WAARHEID OVER DE CIJFERS Voorgaande studies. Voorgaande studies. 1. SERV (De Sociaaleconomische

Nadere informatie

Afsluiten van verzekeringsportefeuille van VGC. Inschrijvingsformulier Verzekeraar. De onderneming ofwel (1) De ondergetekende:. (naam en voornaam)

Afsluiten van verzekeringsportefeuille van VGC. Inschrijvingsformulier Verzekeraar. De onderneming ofwel (1) De ondergetekende:. (naam en voornaam) De kandidaat-verzekeraar Inschrijvingsformulier Verzekeraar De onderneming ofwel (1) De ondergetekende:. (naam en voornaam) Bekwaamheid of beroep: Nationaliteit: Wonende te:.. (Land, woonplaats, straat,

Nadere informatie

FACTS & FIGURES Trends in museum- en tentoonstellingsbezoek ( ) Mathijs De Baere

FACTS & FIGURES Trends in museum- en tentoonstellingsbezoek ( ) Mathijs De Baere Inleiding In deze fiche zal het museum- en tentoonstellingsbezoek van de Vlamingen in kaart gebracht worden op basis van de participatiesurveygegevens van 2004 (n=2849), 2009 (n=3144) en 2014 (n=3965).

Nadere informatie

Gezinsenquête. 1. Situering

Gezinsenquête. 1. Situering Gezinsenquête 1. Situering De gezinsenquête is een schriftelijke enquête (postenquête) Bij gezinnen met kinderen tussen 0 en 25 jaar in het Vlaamse Gewest en Brussels Hoofdstedelijk Gewest Met vragen over

Nadere informatie

BRIO-taalbarometer 3: diversiteit als norm

BRIO-taalbarometer 3: diversiteit als norm BRIO-taalbarometer 3: diversiteit als norm De analyse van de taalsituatie op basis van 12 jaar BRIO-taalbarometeronderzoek biedt een mooie spiegel van de ontwikkelingen die zich binnen Brussel voltrekken.

Nadere informatie

Taalgebruik in de faciliteitengemeenten

Taalgebruik in de faciliteitengemeenten 1 Taalgebruik in de faciliteitengemeenten 1. Inleiding Hoewel de dagelijkse taalpraktijk in de Vlaamse Rand rond Brussel vaak aanleiding geeft tot politieke wrijvingen tussen de twee grootste taalgemeenschappen,

Nadere informatie

DE VLAAMSE MINISTER VAN CULTUUR, JEUGD, SPORT, BRUSSELSE AANGELEGENHEDEN EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING,

DE VLAAMSE MINISTER VAN CULTUUR, JEUGD, SPORT, BRUSSELSE AANGELEGENHEDEN EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING, Ministerieel besluit van 29 mei 2002 houdende vastlegging van de structuur van een gemeentelijk cultuurbeleidsplan, een beleidsplan van een bibliotheek en een beleidsplan van een cultuurcentrum DE VLAAMSE

Nadere informatie

Overzicht aan te besteden ritten Openbare Aanbesteding d.d. 24 mei Beschikbaarheid (van - tot) 's morgens 's avonds woensdagmid

Overzicht aan te besteden ritten Openbare Aanbesteding d.d. 24 mei Beschikbaarheid (van - tot) 's morgens 's avonds woensdagmid De Brug Amerstraat 3 3200 Aarschot 016/56 74 15 1 Aarschot 3/AAR/009 102 30 D10 's Morgens: Aarschot - Herent - Wijgmaal - Keerbergen - Haacht - Rotselaar - Wijgmaal - Aarschot // 's Avonds: Aarschot -

Nadere informatie

FACTS & FIGURES Bioscoopbezoek Mathijs De Baere

FACTS & FIGURES Bioscoopbezoek Mathijs De Baere Inleiding Al begin 20ste eeuw opende de eerste bioscopen hun deuren in België en midden de jaren twintig van de 20 e eeuw telde België al meer dan 1000 bioscopen (Convents, 2007; Biltereyst & Meers, 2007)

Nadere informatie

Het egalitaire gezin: nog niet voor morgen

Het egalitaire gezin: nog niet voor morgen Het egalitaire gezin: nog niet voor morgen Bevindingen uit het Belgische tijdsbudgetonderzoek Glorieux, I. en J. Vandeweyer (2002), Tijdsbestedingsonderzoek 1999 Deel A: naar gewest, leeftijd, context

Nadere informatie

UITBREIDING VOORSCHOOLSE KINDEROPVANG 2008 ADVIES LOKAAL BESTUUR VOOR HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST. Versie 23 april 2008

UITBREIDING VOORSCHOOLSE KINDEROPVANG 2008 ADVIES LOKAAL BESTUUR VOOR HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST. Versie 23 april 2008 BIJLAGE Bijlage nr. 1 Advies Vlaamse Gemeenschapscommissie inzake het toekennen van nieuwe plaatsen gesubsidieerde voorschoolse kinderopvang in het Brussels hoofdstedelijk gewest Hallepoortlaan 27 B-1060

Nadere informatie

B. Werkende beroepsbevolking en interne werkgelegenheid

B. Werkende beroepsbevolking en interne werkgelegenheid B. Werkende beroepsbevolking en interne werkgelegenheid Deze gegevens zijn afkomstig van de Federale Overheidsdienst Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie (ADSEI), meer bepaald

Nadere informatie

4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes. In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau.

4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes. In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau. 4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes 4.2.1. Algemeen In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau. Instellingsniveau (vragenlijst coördinator) provincie,

Nadere informatie

Uw gemeente in cijfers: Sint-Lambrechts-Woluwe

Uw gemeente in cijfers: Sint-Lambrechts-Woluwe Inleiding Sint-Lambrechts-Woluwe : Sint-Lambrechts-Woluwe maakt deel uit van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Buurgemeentes zijn Etterbeek, Evere, Kraainem, Schaarbeek, Sint-Pieters-Woluwe en Zaventem.

Nadere informatie

Collegelidbesluit houdende de erkenning en de subsidiëring van jeugdwerkinitiatieven - deel 1

Collegelidbesluit houdende de erkenning en de subsidiëring van jeugdwerkinitiatieven - deel 1 Vlaamse Gemeenschapscommissie Collegelidbesluit nr. 20182019-0457 05-03-2019 COLLEGELIDBESLUIT Collegelidbesluit houdende de erkenning en de subsidiëring van jeugdwerkinitiatieven - deel 1 Het collegelid,

Nadere informatie

1,9 miljoen Belgen hebben nog nooit een computer gebruikt; 2,6 miljoen Belgen hebben nog nooit op het internet gesurft.

1,9 miljoen Belgen hebben nog nooit een computer gebruikt; 2,6 miljoen Belgen hebben nog nooit op het internet gesurft. ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 8 november 2006 1,9 miljoen Belgen hebben nog nooit een computer gebruikt; 2,6 miljoen Belgen hebben nog nooit op het internet gesurft.

Nadere informatie

3. De Brusselse gemeenten: leeftijdsstructuur

3. De Brusselse gemeenten: leeftijdsstructuur 3 DE CONJUNCTUURBAROMETER VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST 3. De Brusselse gemeenten: leeftijdsstructuur In 1970 is de Brusselse demografie begonnen aan een lange neerwaartse periode van bijna dertig

Nadere informatie

Hoofdstuk 3 KINDEREN EN DE WERKSITUATIE VAN HUN OUDERS

Hoofdstuk 3 KINDEREN EN DE WERKSITUATIE VAN HUN OUDERS Hoofdstuk 3 KINDEREN EN DE WERKSITUATIE VAN HUN OUDERS De tijd die kinderen doorbrengen in en buiten het eigen gezin, o.a. in de kinderopvang, hangt nauw samen met de werksituatie van de ouders. Werk is

Nadere informatie

VLAANDEREN OP HET EUROPESE SCOREBORD Hoofstuk 4

VLAANDEREN OP HET EUROPESE SCOREBORD Hoofstuk 4 VLAANDEREN OP HET EUROPESE SCOREBORD Hoofstuk 4 Seppe Van Gils In vergelijking met Europa (EU-15) wordt Vlaanderen gekenmerkt door een gemiddeld aandeel werkenden (63,4%). Ten opzichte van het gemiddelde

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 2 december 2016

PERSBERICHT Brussel, 2 december 2016 PERSBERICHT Brussel, 2 december 2016 Gemiddeld inkomen van de Belg bedroeg in 2014 17.684 euro Fiscale statistiek van de inkomens op basis van het aanslagjaar 2015 Het netto belastbare inkomen van de Belg

Nadere informatie

Samenleven in Diversiteit in cijfers: Taalkennis, taalgebruik en taalbeleid

Samenleven in Diversiteit in cijfers: Taalkennis, taalgebruik en taalbeleid Samenleven in Diversiteit in cijfers: Taalkennis, taalgebruik en taalbeleid Cijfers uit de survey Achtergrondvariabelen Geboorteland Gemiddelde tijd in België Opleidingsniveau Taalkennis Taalgebruik Cijfers

Nadere informatie

Hoeveel werkzoekenden telt uw gemeente?

Hoeveel werkzoekenden telt uw gemeente? Hoeveel werkzoekenden telt uw gemeente? Tanja Termote Sociaaleconomisch beleid, WES Van de 25.500 werkzoekenden in West-Vlaanderen wonen er 306 in en 166 in Moorslede. Maar hoe zit dat precies in uw gemeente?

Nadere informatie

NOVEMBER 2014 BAROMETER

NOVEMBER 2014 BAROMETER NOVEMBER 2014 BAROMETER In deze nieuwe editie van de barometer staan we stil bij de Census 2011 die afgelopen maand werd gepubliceerd door Statistics Belgium, onderdeel van de FOD Economie. We vertalen

Nadere informatie

Het beroep van loontrekkende kinesitherapeut in de sector van de gezondheidszorg

Het beroep van loontrekkende kinesitherapeut in de sector van de gezondheidszorg 2013 Het beroep van loontrekkende kinesitherapeut in de sector van de gezondheidszorg Ipsos Public Affairs 24/06/2013 1 Het beroep van loontrekkende kinesitherapeut in de sector van de gezondheidszorg

Nadere informatie

Uw gemeente in cijfers: Watermaal-Bosvoorde

Uw gemeente in cijfers: Watermaal-Bosvoorde Inleiding Watermaal-Bosvoorde : Watermaal-Bosvoorde maakt deel uit van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Buurgemeentes zijn Brussel, Elsene, Hoeilaart, Oudergem, Overijse, Sint-Genesius-Rode en Ukkel.

Nadere informatie

Uw gemeente in cijfers: Schaarbeek

Uw gemeente in cijfers: Schaarbeek Inleiding Schaarbeek : Schaarbeek maakt deel uit van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Buurgemeentes zijn Brussel, Etterbeek, Evere, Sint-Joost-ten-Node en Sint-Lambrechts-Woluwe. Schaarbeek heeft een

Nadere informatie

Onderzoek mediagebruik Maastricht mei 2017

Onderzoek mediagebruik Maastricht mei 2017 Onderzoek mediagebruik Maastricht 2016 mei 2017 1 Publicatiedatum donderdag 4 mei 2017 Contact Gemeente Maastricht Team Communicatie (043) 350 42 00 communicatie@maastricht.nl pagina 2 Onderzoek Mediagebruik

Nadere informatie

Demografische levensloop van jongeren na het uit huis gaan

Demografische levensloop van jongeren na het uit huis gaan Carel Harmsen en Liesbeth Steenhof In dit artikel wordt de levensloop gevolgd van jongeren die in 1995 het ouderlijk huis hebben verlaten. Hierbij wordt ook aandacht besteed aan de verschillen tussen herkomstgroeperingen.

Nadere informatie

Welzijnsbarometer 2015

Welzijnsbarometer 2015 OBSERVATOIRE DE LA SANTÉ ET DU SOCIAL BRUXELLES OBSERVATORIUM VOOR GEZONDHEID EN WELZIJN BRUSSEL "Cultuur aan de macht" de sociale rol van cultuur en kunst 26 november 2015 Welzijnsbarometer 2015 Marion

Nadere informatie

LEZERSONDERZOEK RANDKRANT EN GEMEENSCHAPSKRANTEN

LEZERSONDERZOEK RANDKRANT EN GEMEENSCHAPSKRANTEN LEZERSONDERZOEK RANDKRANT EN GEMEENSCHAPSKRANTEN Een rapport aan het DDAR en De Rand GfK Significant 2013 Lezersonderzoek RandKrant en Gemeenschapskranten 14 June 2013 1 Inleiding: Achtergrond en doelstellingen

Nadere informatie

Belg tevreden over arts Transparantie en kostprijs blijven pijnpunt

Belg tevreden over arts Transparantie en kostprijs blijven pijnpunt Belg tevreden over arts Transparantie en kostprijs blijven pijnpunt Bijlage Naar aanleiding van het vijftigjarig bestaan van de ziekte- en invaliditeitsverzekering heeft CM de tevredenheid van de Belgen

Nadere informatie

FOCUS. De springplank

FOCUS. De springplank FOCUS De springplank Nummer 19 Oktober 2017 1. Inleiding De vraag stelt zich dikwijls, of de activerings- en andere maatregelen die de OCMW s opzetten, een duurzaam effect hebben. Met andere woorden: hebben

Nadere informatie

Sociale Groene Lening 12 oktober 2010

Sociale Groene Lening 12 oktober 2010 Persconferentie Sociale Groene Lening 12 oktober 2010 Bijlage 1. Geografische spreiding van de aanvragen Sinds het begin van de activiteit (september 2008) zijn er 160 leningen toegekend die als volgt

Nadere informatie

Verslag consumentenonderzoek zorgsector Breda

Verslag consumentenonderzoek zorgsector Breda Verslag consumentenonderzoek zorgsector Breda Inleiding: In het kader van het project economische barometer is in 2012 gekozen voor het onderwerp zorgverlening en vooral het gebruik van de zorgverleners,

Nadere informatie

PERSBERICHT CIM 22/04/2015

PERSBERICHT CIM 22/04/2015 PERSBERICHT CIM 22/04/2015 Nieuwe CIM studie over kijkgedrag op nieuwe schermen Belgen keken nooit eerder zoveel naar TV-content Het CIM, verantwoordelijk voor kijkcijferstudies in België, volgt sinds

Nadere informatie

Huishoudens die niet gecontacteerd konden worden

Huishoudens die niet gecontacteerd konden worden 4.2. Participatiegraad Om de vooropgestelde steekproef van 10.000 personen te realiseren, werden 35.023 huishoudens geselecteerd op basis van het Nationaal Register. Met 11.568 huishoudens werd gepoogd

Nadere informatie

infobrochure dé vrijetijdspas voor brussel

infobrochure dé vrijetijdspas voor brussel infobrochure dé vrijetijdspas voor brussel 3 Paspartoe in het kort Spaar punten bij tal van vrijetijdsactiviteiten. Registreer je online op www.paspartoebrussel.be om je puntensaldo te checken. Dat kan

Nadere informatie

Algemeen rapport: vergelijk Postzones: Antwerpen Noord (2060), Antwerpen Kiel (2020), Antwerpen Linkeroever (2050), Borgerhout (2140)

Algemeen rapport: vergelijk Postzones: Antwerpen Noord (2060), Antwerpen Kiel (2020), Antwerpen Linkeroever (2050), Borgerhout (2140) Inhoud Algemeen rapport: vergelijk Postzones: Antwerpen Noord (2060), Antwerpen Kiel (2020), Antwerpen Linkeroever (2050), Borgerhout (2140) Dit rapport brengt de Postzones: Antwerpen Noord (2060), Antwerpen

Nadere informatie

4. Onderzoeksresultaten

4. Onderzoeksresultaten 4. Onderzoeksresultaten In dit hoofdstuk gaan we eerst in op de beschrijving van de instellingen waaruit we de onderzoekspopulatie selecteerden. Vervolgens worden de onderzoeksresultaten aan de hand van

Nadere informatie

Evolutie van de toestand op de arbeidsmarkt van een cohorte van werkzoekenden

Evolutie van de toestand op de arbeidsmarkt van een cohorte van werkzoekenden Evolutie van de toestand op de arbeidsmarkt van een cohorte van werkzoekenden 1 Inleiding Dankzij de gegevens afkomstig van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid konden we de evolutie nagaan van de

Nadere informatie

Uw gemeente in cijfers: Sint-Joost-ten-Node

Uw gemeente in cijfers: Sint-Joost-ten-Node Inleiding Sint-Joost-ten-Node : Sint-Joost-ten-Node maakt deel uit van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Buurgemeentes zijn Brussel en Schaarbeek. Sint-Joost-ten-Node heeft een oppervlakte van 1,1 km

Nadere informatie

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Samenvatting Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Stabiliteit en verandering in gerapporteerde levensgebeurtenissen over een periode van vijf jaar Het belangrijkste doel van dit longitudinale,

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Lichamelijke Activiteit Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Lichamelijke Activiteit Gezondheidsenquête, België, 1997 6.3.1. Inleiding Recente onderzoeken hebben toegelaten aan te tonen dat lichamelijke activiteiten een wezenlijke impact hebben op de gezondheidstoestand en dat ze van groot belang zijn op het vlak van

Nadere informatie

Uw gemeente in cijfers: Kraainem

Uw gemeente in cijfers: Kraainem Inleiding Kraainem : Kraainem is een gemeente in de provincie Vlaams-Brabant en maakt deel uit van het Vlaams Gewest. Buurgemeentes zijn Sint-Lambrechts-Woluwe, Sint-Pieters-Woluwe, Tervuren, Wezembeek-Oppem

Nadere informatie

Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid

Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid Juli 2013 De evolutie van de werkende beroepsbevolking te Brussel van demografische invloeden tot structurele veranderingen van de tewerkstelling Het afgelopen

Nadere informatie

Advies van de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC) aan Kind en Gezin inzake de uitbreiding voorschoolse en buitenschoolse kinderopvang 2010

Advies van de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC) aan Kind en Gezin inzake de uitbreiding voorschoolse en buitenschoolse kinderopvang 2010 BIJLAGE Bijlage nr. 1 Advies van de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC) aan Kind en Gezin inzake de uitbreiding voorschoolse en buitenschoolse kinderopvang 2010 Hallepoortlaan 27 B-1060 Brussel Telefoon:

Nadere informatie

2010-2. De recente interna*onalisering van het Brussels gewest en de Vlaamse Rand. Interface Demography Working Paper.

2010-2. De recente interna*onalisering van het Brussels gewest en de Vlaamse Rand. Interface Demography Working Paper. Interface Demography Working Paper 2010-2 De recente interna*onalisering van het Brussels gewest en de Vlaamse Rand Didier Willaert Didier.Willaert@vub.ac.be Interface Demography, Vrije Universiteit Brussel,

Nadere informatie

Uw gemeente in cijfers: Zaventem

Uw gemeente in cijfers: Zaventem Inleiding Zaventem : Zaventem is een gemeente in de provincie Vlaams-Brabant en maakt deel uit van het Vlaams Gewest. Buurgemeentes zijn Brussel, Evere, Kortenberg, Kraainem, Machelen (Halle-Vilvoorde),

Nadere informatie

FOCUS : TOEKENNINGSDUUR

FOCUS : TOEKENNINGSDUUR FOCUS : TOEKENNINGSDUUR 2013.2 1 De toekenningsduur: een nieuwe variabele van de POD Maatschappelijke Integratie 1. INLEIDING Onderzoek naar toekenningsduur binnen de Belgische bijstand werd eerder door

Nadere informatie

Uw gemeente in cijfers: Jette

Uw gemeente in cijfers: Jette Inleiding Jette : Jette maakt deel uit van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Buurgemeentes zijn Asse, Brussel, Ganshoren, Koekelberg, Sint-Jans-Molenbeek en Wemmel. Jette heeft een oppervlakte van 5,0

Nadere informatie

Geslacht, leeftijdsklasse en dichtheid 2014 Nationaliteit 2013

Geslacht, leeftijdsklasse en dichtheid 2014 Nationaliteit 2013 De Brusselse arbeidsmarkt: statistische gegevens - Kenmerken van de gemeenten van het Brussels Gewest December 2015 F. Kenmerken van de gemeenten van het Brussels Gewest Dit bestand verstrekt verschillende

Nadere informatie