Groep: 6/7/8 Thema: Halloween Inhoud: Een nieuw lied, ritmezinnen, klankspel a.h.v. afbeeldingen en informatie over het kerkorgel.

Transcriptie

1 Groep: 6/7/8 Thema: Halloween Inhoud: Een nieuw lied, ritmezinnen, klankspel a.h.v. afbeeldingen en informatie over het kerkorgel. Warming-up Doel: Losmaken van lijf en stem; concentratie vergroten; richten op leraar voor de klas. Welkom Doel: Stellen van doelen voor deze les; terughalen van doelen van vorige les. 1e les: Waarover zou deze les gaan? Hoe weet je dat? Wat is de titel van deze les 2e les: Wat hebben we vorige keer geleerd? Inleiding 1 Doel: Kritisch luisteren en kijken. (Een deel uit de korte film Ghosts van Michael Jackson) (Tekst van de hele clip: zie onderaan de handleiding.) Geef twee vragen vooraf: 1. Wie is de zanger met het witte shirt? (Michael Jackson. Een aantal kinderen zal hem niet kennen ) 2. Je hoort muziek. Maar daarnaast ook heel veel andere geluiden. Onthoud er minstens vijf. Stilte-afspraak maken. Zet de film aan. Bespreek na de film de antwoorden. Extra vraag: Wat weet de klas over deze muziek, over Michael Jackson? Inleiding 2: Voor de 2e les Doel: Kritisch luisteren en kijken. (Een ander deel uit de korte film Ghost van Michael Jackson) Geef twee vragen vooraf: 1. Het is best een griezelige vertoning. Maar vindt dat iedereen? ( Nee, sommige kinderen in de film vinden het leuk, ze lachen ) 2. Welke geluidseffecten gebruikt men om het enger te maken? (Wind, schreeuwen, bepaalde synthesizergeluiden, ) Stilte-afspraak maken. Zet de film aan. Bespreek na de film de antwoorden. Verborgen link voor een 3e les: Klik op Inleiding 2 en je ziet een derde deel uit deze film. Kern 1 Doel: Leren van de tekst en de melodie van het refrein. (Tekstblad: Zie verder naar onder.) Vraag: Luister goed: Welke geluiden hoor je voordat de muziek begint? (Klok, wind, deur, stampen, ) Laat de speler 1x horen. Laat een kind de tekst voorlezen. Laat de speler 1x horen; alle kinderen lezen zacht mee. Laat de speler 1x horen: De kinderen neuriën mee. Tip: Je hoort de diepe fluit twee tonen geven voordat de melodie begint. Dat is meteen de begintoon van de melodie. Laat de speler 1x horen: De kinderen zingen zacht mee. Tel af 1,2,3,4 in het juiste tempo: De kinderen zingen het refrein zonder begeleiding van een speler.

2 Kern 2 Doel: Leren van de tekst en melodie van de eerste coupletten. Laat 1 kind de groene tekst hardop spreken. Laat de speler 1x horen: De kinderen luisteren en lezen mee. Het refrein zingen ze meteen mee. Laat de speler 1x horen: De kinderen neuriën mee. Luister naar het laatste refrein: Wat valt je op? ( Er komt een tweede stem bij ) Laat de speler 1x horen: De kinderen zingen mee. Wijs op de vormblokjes onderaan. Laat kinderen uitleggen hoe het werkt. (Blauw=intro, rood=refrein, groen=couplet) Kern 3 Doel: Leren van de tekst van de volgende coupletten. Laat 1 kind de groene tekst hardop spreken. Laat de speler 1x horen: De kinderen luisteren en lezen mee. Het refrein zingen ze meteen mee. Laat de speler 1x horen: De kinderen zingen zacht mee. Luister naar het laatste refrein: Wat valt je op? ( Er komt een derde stem bij ) Laat de speler 1x horen: De kinderen zingen mee. Kern 4 Doel: Leren van de tekst van de laatste couplet. geluid-improvisatie. Laat 1 kind de groene tekst hardop spreken. Laat de speler 1x horen: De kinderen luisteren en lezen mee. Het refrein zingen ze meteen mee. Laat de speler 1x horen: De kinderen zingen mee. Opdracht: I.p.v. whoeaa kun je ook een ander eng geluid verzinnen in het refrein. Pas op: Niet te lang want anders mis je de volgende zin. Kern 5 Doel: Spreken van zinnen in een bepaald ritme. Spelen van instrumenten. Vraag: Wie leest de eerste zin even voor? Een kind leest voor. Laat speler 1 horen. Daarna nog eens, de kinderen doen mee. Let op: Eerst 4 tellen vooraf. Tel zelf nu 1,2,3,4 in hetzelfde tempo af: De kinderen spreken de zin ritmisch, zonder begeleiding. Zo ook met zin 2 en 3. Tip: je kunt aan de spatiëring van de tekst zien waar rusten zitten in elke zin. Verdeel de klas in 3 groepen: Elke groep krijgt een zin. De groepen spreken na de aftel na elkaar hun zin 1x uit. Hetzelfde nog eens; Maar nu als loop: Je begint na de 3e zin weer bij de 1e zin, enz. De kinderen spreken en klappen/tikken het ritme van de woorden mee. De kinderen spreken de zinnen in hun hoofd en klappen/tikken daarbij. Je kunt er nu evt. instrumenten bij nemen. Suggesties: 1e zin: Trom, 2e zin: woodblock, 3e zin: Claves/ ritmestokken. Stapelen: Zin 1 begint, zin 2 komt erbij en daarna zin 3. Geef met je hand aan wanneer allen of elke groep moet stoppen. Kern 6 Doel: Improvisatie van klanken.

3 Wijs met een stokje naar de uil, wijs naar een kind en vraag hem non-verbaal welk geluid erbij hoort. (Door bijvoorbeeld je hand achter je oor te houden.) Zo ook met een paar andere figuren. De kinderen moeten onthouden welk geluid bij elk plaatje hoort. Wijs ze door elkaar aan: Heel de groep laat het geluid horen. Afspraak: Stokje van het plaatje weg: Meteen stilte. Breid nu dit spel uit met de rest van de plaatjes. Laat ook een kind een keer de plaatjes aanwijzen terwijl de klas de geluiden maakt. Kern 7 voor de 2e, 3e les Doel: Kennismaken maken met een kerkorgel. kennismaken met een stukje uit de Dance Macabre. Opdracht: Kijk en luister naar dit filmpje waarin je een kerkorgel ziet en hoort. Vragen vooraf: Een jongen speelt het orgel, wat doen die anderen? (De knoppen(registers) bedienen waardoor je telkens een andere klank krijgt.) Herkent iemand het muziekstuk dat deze jongen speelt? (Het heet Dance Macabre en het is gecomponeerd door Camille Saint Saëns. Normaal gesproken wordt het gespeeld door een orkest. Sommige kinderen zullen het herkennen van het Spookslot in de Efteling. Ook in de digiles Karoetsie wordt het gebruikt in de Inleiding.) Stilte-afspraak maken. Zet de film aan. Bespreek na de film de antwoorden Kern 8 voor de 2e, 3e les Doel: Nadere kennismaking met het kerkorgel. Opdracht: Kijk en luister naar dit filmpje waarin de werking van het kerkorgel wordt uitgelegd. Stilte-afspraak maken. Zet de film aan. Bespreek na de film de antwoorden Zie werkblad onderaan. Afsluiting 1 Doel: Het lied zelfstandig uitvoeren (m.b.v. de playbackversie) Vraag nog een keer aan de klas hoe het lied is opgebouwd. Gebruik de pompoentjes onderaan de pagina. Vraag: Waarom is het laatste vormteken anders? Zet de speler 1 aan. De kinderen zingen en luisteren naar het einde. (Fade out) Verdeel de klas in vijf groepen. Elke groep krijgt een couplet. Iedereen zingt het refrein. Zet de speler 2 aan. Afsluiting 2 voor de 2e, 3e les Doel: Het lied zelfstandig uitvoeren (m.b.v. de playbackversie); Spelen van ritmezinnen uit kern 5. Kies 3 kinderen en geef hen de instrumenten zoals die gebruikt zijn in kern 5. Zij spelen elk hun ritmezin tijdens elk refrein, maar ze zingen zelf niet mee. Let op: Laatste refrein: ook de spelers worden zachter. Zet speler 1 of 2 aan. Wissel van rollen. Extra: Kies een groepje dat tijdens de refreinen enge geluiden erbij gaat maken. Extra: Kies een groepje dat een dans uitvoert tijdens het hele lied.

4 (T+M: Roel Janssen/Willem van der Heijden) Spoken, spoken, spoken, griezel, griezel, griezelen Spoken, spoken, spoken, griezel, griezel, woohahahahahah! 31 oktober, het is weer Halloween Spoken en griezelen, monsters al gezien? Spoken. 31 oktober, dag van Halloween Graaf /Dracula wordt wakker, heksen te zien Spoken. 31 oktober, schrik van Halloween Spinnen in hun webben, wel een stuk of tien Spoken. 31 oktober, luguber Halloween De /nacht is al gevallen, je kunt nu niets meer zien Spoken. 31 oktober, angst van Halloween Alle mensen schrikken, jij het meest misschien Spoken. Spoken.

5 Het kerkorgel Je naam: 1. In de film wordt een andere naam voor kerkorgel gebruikt: 2. Vertel in een paar zinnen hoe een kerkorgel werkt: 3. De pijpen worden van deze materialen gemaakt: en 4. Welke zin is waar: A. De toon wordt hoger als de pijp langer wordt. B. Lange pijpen klinken lager dan korte pijpen. 5. Het orgel bestaat uit drie delen: Het rugwerk, hoofdwerk en het b. Links en rechts heb je vaak ook twee torens. 6. De lengte van de pijp bepaalt de hoogte van de toon. De vorm, de doorsnede en het materiaal van de pijp bepaalt de k r 7. De pijpen worden geplaatst op een w. Voor elke pijp is er gat in gemaakt. Dat gat kan geopend worden als je een t indrukt. Via stangetjes en draadjes gaat er een klepje open onder dat gat. 8. Onder de gaten zit een schuif die alle gaten op een rij kan sluiten of openen. Zo kun je een hele rij pijpen wel of niet laten klinken. Die schuif wordt bediend met een knop naast het toetsenbord. Zo n knop heet een r. 9. De wind komt van de balg en stroomt door de windkanalen. Vroeger moesten een paar jongens de balg bedienen. Tegenwoordig gebruiken ze een. 10. Wat vind jij van het kerkorgel? Schrijf het in een paar zinnen op. Je mag er ook een tekening bij maken op de achterkant van dit blad als je tijd over hebt.

6 Het kerkorgel Antwoorden 1. In de film wordt een andere naam voor kerkorgel gebruikt: Pijporgel 2. Vertel in een paar zinnen hoe een kerkorgel werkt: Wind blaast door verschillende pijpen en laat de lucht trillen. Dat maakt geluid. Met behulp van toetsen en pedalen kun je verschillende tonen maken. 3. De pijpen worden van deze materialen gemaakt: lood en hout 4. Welke zin is waar: A. Lange pijpen klinken lager dan korte pijpen. 5. Het orgel bestaat uit drie delen: Het rugwerk, hoofdwerk en het bovenwerk. Links en rechts heb je vaak ook twee torens. 6. De lengte van de pijp bepaalt de hoogte van de toon. De vorm, de doorsnede en het materiaal van de pijp bepaalt de klankkleur. 7. De pijpen worden geplaatst op een windlade. Voor elke pijp is er gat in gemaakt. Dat gat kan geopend worden als je een toets indrukt. Via stangetjes en draadjes gaat er een klepje open onder dat gat. 8. Onder de gaten zit een schuif die alle gaten op een rij kan sluiten of openen. Zo kun je een hele rij pijpen wel of niet laten klinken. Die schuif wordt bediend met een knop naast het toetsenbord. Zo n knop heet een register. 9. De wind komt van de balg en stroomt door de windkanalen. Vroeger moesten een paar jongens de balg bedienen. Tegenwoordig gebruiken ze een motor. 10. Wat vind jij van het kerkorgel? Schrijf het in een paar zinnen op. Je mag er ook een tekening bij maken op de achterkant van dit blad als je tijd over hebt.

7 Michael Jackson - Ghosts There's a ghost out in the hall There's a ghoul under the bed There's something in the walls There's blood up on the stairs And it's floating through the room And there's nothing I can see And I know that that's the truth Because now it's haunting me. I don't understand it Hey! I don't understand it! Aaow! There's a thumpin' in the floor There's a creak behind the door There's a rocking in the chair But there's no-one sitting there There's a ghostly smell around But nobody to be found And a coffin that lay open Where a restless soul is going Don't understand it Hey! Don't understand it And who gave you the right to shake my family? And who gave you the right to shake my baby, She needs me And who gave you the right to shake my family tree? You put a knife in my back Shot an arrow in me!

8 Tell me are you the ghost of jealousy The ghost of jealousy There's a thumpin' in the floor There's a creak behind the door There's a rocking in the chair But nobody's sitting there There's a ghostly smell around But nobody to be found And a coffin that lay open Where a restless soul is going Don't understand it! Yeah Yeah! Don't understand it! Your just a doggone! Aaow! And who gave you the right to scare my family? And who gave you the right to scare my baby, She needs me And who gave you the right to shake my family tree? And who gave you the right to take intrusion, To see me? And who gave you the right to shake my family? And who gave you the right to hurt my baby, She needs me And who gave you the right to shake my family tree? You put a knife in my back, Shot an arrow in me! Tell me are you the ghost of jealousy A suckin' ghost of jealousy Aaow!

9 And who gave you the right to shake my family? And who gave you the right to shake my baby, She needs me And who gave you the right to shake my family tree? And who gave you the right to take intrusion To see me? And who gave you the right to hurt my family? And who gave you the right to hurt my baby, She needs me And who gave you the right to shake my family tree? You put a knife in my back Shot an arrow in me! Tell me are you the ghost of jealousy The ghost of jealousy Aaow! Tell me Are you the ghost of jealousy