BELFIUS PENSION FUND LOW EQUITIES

Transcriptie

1 BELFIUS PENSION FUND LOW EQUITIES FCP GBF Rapport annuel révisé au 31 décembre 2014 Gereviseerd jaarverslag 31 december 2014 Fonds commun de placement belge agréé dans le cadre des dispositions légales en matière d épargne du troisième âge ou Epargne-Pension Catégorie instruments financiers et liquidités Belgisch gemeenschappelijk beleggingsfonds erkend in het kader van de wettelijke bepalingen inzake derdeleeftijds of pensioensparen Categorie financiële instrumenten en liquide middelen

2 Belfius Pension Fund Low Equities FCP GBF Rapport annuel révisé au 31 décembre 2014 Gereviseerd jaarverslag 31 december 2014 Aucune souscription ne peut être acceptée sur la base du présent rapport. Les souscriptions ne sont valables que si elles sont effectuées après la remise à titre gratuit du document d informations clés pour l investisseur. Geen enkele inschrijving mag worden aanvaard op basis van dit verslag. Inschrijvingen zijn slechts geldig indien ze worden uitgevoerd na kosteloze overlegging van het document met essentiële beleggersinformatie.

3 1. ORGANISATION DE L ORGANISME DE PLACEMENT COLLECTIF 1. ORGANISATIE VAN DE INSTELLING VOOR COLLECTIEVE BELEGGING Date de constitution du Fond Commun de Placement Oprichtingsdatum van het Gemeenschappelijk Beleggingsfonds 3 novembre november 1989 Type de gestion Fonds Commun de placement Société de gestion Candriam Belgium Avenue des Arts Bruxelles Forme Juridique : société anonyme Conseil d administration de la société de gestion Président Yie-Hsin HUNG Senior Vice Président New York Life Insurance Company Senior Managing Director and Co-President of New York Life Investment Management Administrateurs passifs Naïm ABOU-JAOUDE Président du Comité Exécutif de Candriam Vice President, New York Life Investment Management John M. GRADY Senior Managing Director, New York Life Investment Management John T. FLEURANT Executive Vice President and Chief Financial Officer of New York Life Insurance Company John YONG KIM Vice Chairman, President, Investments Group Chief Investment Officer, New York Life Insurance Company Chairman, New York Life Investment Management David BEDARD Senior vice-président, New York Life Insurance Company Senior Managing Director and Chief Financial Officer, New York Life Investment Management Jeffrey PHLEGAR Senior Vice President, New York Life Insurance Company Chairman and Chief Executive Officer of MacKay Shields LLC Chief Executive Officer, MacKay Shields UK LLP Daniel GILLET Administrateur indépendant Beheertype Gemeenschappelijk beleggingsfonds Beheervennootschap Candriam Belgium Kunstlaan Brussel Rechtsvorm : naamloze vennootschap Raad van Bestuur van de Beheervennootschap Voorzitter Yie-Hsin HUNG Senior Vice President New York Life Insurance Company Senior Managing Director and Co-President of New York Life Investment Management Passieve bestuurders Naïm ABOU-JAOUDE Voorzitter van het Uitvoerend Comité van Candriam Vice President, New York Life Investment Management John M. GRADY Senior Managing Director, New York Life Investment Management John T. FLEURANT Executive Vice President and Chief Financial Officer of New York Life Insurance Company John YONG KIM Vice Chairman, President, Investments Group Chief Investment Officer, New York Life Insurance Company Chairman, New York Life Investment Management David BEDARD Senior vice-président, New York Life Insurance Company Senior Managing Director and Chief Financial Officer, New York Life Investment Management Jeffrey PHLEGAR Senior Vice President, New York Life Insurance Company Chairman and Chief Executive Officer of MacKay Shields LLC Chief Executive Officer, MacKay Shields UK LLP Daniel GILLET Onafhankelijke bestuurder 3

4 1. ORGANISATION DE L ORGANISME DE PLACEMENT COLLECTIF (SUITE) 1. ORGANISATIE VAN DE INSTELLING VOOR COLLECTIEVE BELEGGING (VERVOLG) Administrateurs actifs Tanguy DE VILLENFAGNE Membre du Comité Exécutif Candriam Il exerce également les activités suivantes : Président du Comité de Direction Candriam Belgium Actieve bestuurders Tanguy DE VILLENFAGNE Lid van het Executief Comité Candriam Hij oefent tevens volgende functies uit: Voorzitter van het Directiecomité Candriam Belgium Vincent HAMELINK Membre du Comité Exécutif Candriam Il exerce également les activités suivantes : Membre du Comité de Direction Candriam Belgium Mandats d administrateur dans différents OPC Vincent HAMELINK Lid van het Executief Comité Candriam Hij oefent tevens volgende functies uit: Lid van het Directiecomité Candriam Belgium Bestuursmandaten in diverse ICB s Henric VAN WEELDEN Membre du Comité Exécutif Candriam Il exerce également les activités suivantes : Membre du Comité de Direction Candriam Belgium Henric VAN WEELDEN Lid van het Executief Comité Candriam Hij oefent tevens volgende functies uit: Lid van het Directiecomité Candriam Belgium Commissaire de la société de gestion PricewaterhouseCoopers Réviseurs d Entreprises/ Bedrijfsrevisoren, Dont le permanent est Monsieur Roland JEANQUART Woluwedal Woluwe-Saint-Etienne Commissaris van de beheervenootschap PricewaterhouseCoopers Bedrijfsrevisoren/ Réviseurs d Entreprises, Vast vertegenwoordigd door de heer Roland JEANQUART Woluwedal Sint-Stevens-Woluwe Commissaire Deloitte Réviseurs d entreprises / Bedrijfsrevisoren S.C. s.f.d. S.C.R.L. dont le représentant permanent est Monsieur Maurice VROLIX Berkenlaan 8b 1831 Diegem Commissaris Deloitte Bedrijfsrevisoren / Réviseurs d entreprises B.V. o.v.v.e. C.V.B.A. vast vertegenwoordigd door de heer Maurice VROLIX Berkenlaan 8b 1831 Diegem Promoteur(s) Belfius Banque S.A. Boulevard Pachéco Bruxelles Candriam Belgium Avenue des Arts Bruxelles Promotor(s) Belfius Bank N.V. Pachecolaan Brussel Candriam Belgium Kunstlaan Brussel Dépositaire Belfius Banque S.A. Boulevard Pachéco Bruxelles Bewaarder Belfius Bank N.V. Pachecolaan Brussel Gestion financière du portefeuille Candriam Belgium Avenue des Arts Bruxelles Financieel portefeuillebeheer Candriam Belgium Kunstlaan Brussel Gestion administrative et comptable RBC Investor Services Belgium S.A. Place Rogier Bruxelles Administratief en boekhoudkundig beheer RBC Investor Services Belgium N.V. Rogierplein Brussel 4

5 1. ORGANISATION DE L ORGANISME DE PLACEMENT COLLECTIF (SUITE) 1. ORGANISATIE VAN DE INSTELLING VOOR COLLECTIEVE BELEGGING (VERVOLG) Pour certaines fonctions de l administration liées à l activité d Agent de Transfert : Belfius Banque S.A. Boulevard Pachéco Bruxelles Les fonctions de l administration liées à l activité de Montage sont assurées par la Société de Gestion. Voor bepaalde functies van de administratie verbonden aan de activiteit van Transfertagent : Belfius Bank N.V. Pachecolaan Brussel De functies van de administratie verbonden aan de activiteit van Montage worden door de Beheervennootschap verzekerd. Service financier Belfius Banque S.A. Boulevard Pachéco Bruxelles Financiële dienst Belfius Bank N.V. Pachecolaan Brussel Distributeur(s) Belfius Banque S.A. Boulevard Pachéco Bruxelles Distributeur(s) Belfius Bank N.V Pachecolaan Brussel 5

6 2. RAPPORT DE GESTION DE L ORGANISME DE PLACEMENT COLLECTIF 2. BEHEERVERSLAG VAN DE INSTELLING VOOR COLLECTIEVE BELEGGING Mesdames, Messieurs, Nous avons le plaisir de vous présenter les comptes annuels arrêtés au 31 décembre 2014 du Fonds Commun de Placement Belfius Pension Fund Low Equities Date de lancement du compartiment et prix de souscription des parts Le Fonds Commun de Placement a été lancé le 17 décembre La période de souscription initiale a été fixée du 22 novembre 2004 au 17 décembre 2004 inclus et le prix initial de souscription à EUR Cotation en bourse Non applicable. Dames, Heren, Wij hebben het genoegen het jaarverslag per 31 december 2014 van het Gemeenschappelijk Beleggingsfonds Belfius Pension Fund Low Equities aan de aandeelhouders voor te leggen Lanceringsdatum en inschrijvingsprijs van het compartiment Het Gemeenschappelijk Beleggingsfonds werd gelanceerd op 17 december De initiële inschrijvingsperiode liep van 22 november 2004 tot en met 17 december 2004 en de initiële inschrijvingsprijs bedroeg 75 EUR Beursnotering Niet van toepassing 2.3. Information aux actionnaires 2.3. Informatie aan de aandeelhouders Belfius Pension Fund Low Equities est un Fonds Commun de Placement belge ouvert et à composition variable, créé en juillet 2004, il a été agréé par le Ministre des Finances dans le cadre des dispositions légales en matière d épargne du troisième âge et d épargne pension. Il s agit d un patrimoine collectif en indivision, sans personnalité juridique, permettant de grouper les capitaux d un grand nombre de participants qui souhaitent se constituer une pension plus confortable tout en bénéficiant d avantages fiscaux appréciables. Le nombre de participants et les avoirs du Fonds sont illimités. Ce Fonds est un organisme de placement collectif en valeurs mobilières et liquidités soumis aux dispositions de l article 7 paragraphe 1, 2 de la loi du 3 août 2012 relative aux opérations financières et aux marchés financiers. Belfius Pension Fund Low Equities is een open Belgisch Gemeenschappelijk pensioenfonds met een wisselende samenstelling dat in juli 2004 is opgericht en erkend door het Ministerie van Financiën in het kader van de wettelijke bepalingen inzake derdeleeftijds- en pensioensparen. Het betreft een collectief vermogen in onverdeeldheid zonder rechtspersoonlijkheid dat toelaat het kapitaal van de deelnemers, die een beter pensioen willen vergaren, samen te brengen en daarbij interessante fiscale voordelen genieten. Het aantal deelnemers en het vermogen van het Fonds is onbegrensd. Dit Fonds is een instelling voor collectieve belegging in roerende waarden en liquiditeiten en is onderworpen aan de bepalingen van artikel 7 paragraaf 1, 2 van de wet van 03 augustus 2012 betreffende de financiële verrichtingen en financiële markten Vue d ensemble des marchés 2.4. Algemeen overzicht van de markten En janvier 2014, la Réserve fédérale met en œuvre son plan de réduction d achats d actifs décidé mi-décembre... à savoir réduire ses achats de 10 milliards de dollar répartis de manière égale entre les obligations à long terme du Trésor et les MBS. Alors que fin 2013 la croissance était sur un niveau élevé, celle-ci ralentit quelque peu au premier trimestre. Cette atonie provient des conditions météorologiques particulièrement dégradées tout au long du premier trimestre, de la fin des mesures exceptionnelles d accompagnement des chômeurs, d une accumulation importante de stocks au quatrième trimestre 2013 et d un environnement mondial marqué par les incertitudes sur un certain nombre de pays émergents... d autant que la Réserve fédérale lors de sa réunion de mars maintient le rythme de réduction de ses achats d actifs. Ces différents événements affectent légèrement la progression de la Bourse qui n augmente que de 1,3 entre fin décembre 2013 et fin mars 2014 tandis que pendant la même période, les taux d intérêt à 10 ans baissent de 28 points de base. La publication, fin avril, de la première estimation du PIB du premier trimestre à 0,1 confirme la faiblesse de l activité. Toutefois, ce ralentissement n est que passager. En effet, au deuxième trimestre, les indices ISM manufacturier et des services remontent vers 55. C est également le raisonnement du comité de politique monétaire de la Réserve fédérale qui continue de réduire lors de ses réunions du avril et du juin ses achats d actifs. Malgré la baisse relativement rapide du taux de chômage (6,1 en juin), l économie reste loin du plein emploi : l emploi vient à peine de retrouver son niveau de 2007 et le taux d emploi des ans In januari 2014 startte de Federal Reserve met het in midden december aangekondigde plan om de activa-aankopen te verminderen... meer bepaald het verminderen van de aankopen met 10 miljard dollar per maand, gelijkmatig verdeeld over langlopende obligaties en herverpakte hypotheken (MBS). Terwijl de groei eind 2013 nog aan de hoge kant was, vertraagde hij in het eerste kwartaal enigszins. Deze lichte verslapping was te wijten aan de bijzonder slechte weersomstandigheden in het eerste kwartaal, het stopzetten van uitzonderlijke begeleidingsmaatregelen voor werklozen, een aanzienlijke voorraadopbouw in het vierde kwartaal van 2013 en het wereldwijde klimaat van onzekerheid met betrekking tot een aantal opkomende landen. Bovendien besliste de Fed op de vergadering van maart om het lagere activa-aankooptempo aan te houden. Deze verschillende gebeurtenissen hadden een lichte impact op de beurs, die slechts met 1,3 steeg tussen eind december 2013 en eind maart 2014, terwijl de tienjaarsrente in dezelfde periode daalde met 28 basispunten. De publicatie eind april van de eerste schatting van het bbp in het eerste kwartaal met een stijging van 0,1 bevestigde de zwakke activiteit. Deze vertraging was evenwel van voorbijgaande aard. In het tweede kwartaal steeg het ISM-indexcijfer voor de industrie en de dienstensector immers tot 55. Het monetair beleidscomité van de Fed ging dan ook door met de afbouw van de activa-aankopen - zowel op de bijeenkomst van april als die van juni. Ondanks de relatief snelle daling van de werkloosheid (6,1 in juni), bleef volledige werkgelegenheid nog altijd ver weg : de werkgelegenheid kwam amper terug op het niveau van 2007 en 6

7 2. RAPPORT DE GESTION DE L ORGANISME DE PLACEMENT COLLECTIF (SUITE) 2. BEHEERVERSLAG VAN DE INSTELLING VOOR COLLECTIEVE BELEGGING (VERVOLG) est toujours très inférieur à celui qui prévalait avant à la crise. Les hausses de salaires demeurent modestes et l inflation est toujours en deçà de l objectif de la Réserve fédérale. Dans ce contexte, au deuxième trimestre, la Bourse a crû de 4,7 tandis que le taux d intérêt à 10 ans baisse de huit points de base... preuve s il en est que la croissance du premier trimestre finalement estimée à-2,1 a concentré tous les éléments négatifs et n est qu un épiphénomène. Au troisième trimestre, les indicateurs d activité ISM ne cessent de s améliorer pour s établir en moyenne à 57,6 et 59 respectivement pour les secteurs manufacturiers et des services. La confiance des consommateurs augmente. L inflation, toujours légèrement en-dessous de 2, n est pas une source de crainte. Dans cet environnement, la Réserve fédérale confirme le rythme de ralentissement de ses achats lors de ses réunions des juillet et septembre. Même si, début juillet et fin septembre, la Bourse était autour de 1975 et les taux à 10 ans autour de 2,5, ces actifs ont connu une forte volatilité. Le S&P 500 est passé par 1910 début août pour ensuite s envoler vers 2011 mi-septembre. Quant aux taux, ils ont baissé vers 2,3 dans la seconde moitié du mois d août en réaction aux développements en Ukraine et au Moyen-Orient. Au cours des quinze premiers jours d octobre, tant la Bourse que les taux d intérêt ont été secoué par une vague d aversion au risque. En effet, des chiffres économiques moins bons tant en Allemagne (commandes de biens d équipement, production industrielle) qu aux États-Unis (ventes au détail), une croissance plus faible en Europe émergente, des doutes sur la Chine, des craintes sur l évolution de la maladie Ebola et les mouvements à la tête du fond PIMCO ont conduit temporairement le S&P 500 à 1820 et les taux à 10 ans à 1,82. Toutefois, très rapidement, des membres de la Fed sont intervenus pour rappeler que la Réserve fédérale prendra le temps nécessaire avant de commencer à relever ses taux d intérêt. La publication dans les jours suivants de chiffres économiques meilleurs dont la croissance annoncée en première estimation à 3,5 après 4,6 au deuxième trimestre et le nouvel assouplissement quantitatif de la Banque du Japon, ont permis aux Bourses de rebondir pour terminer le mois de novembre vers 2070 soit 4,8 plus haut que fin septembre. En revanche, le marché obligataire demeure plus attentiste. Alors que le prix du pétrole diminue légèrement mais continuellement depuis le début du troisième trimestre passant de 105 à 91 dollar par baril la baisse connaît une première phase d accélération en octobre (passant de 90 à 80 dollar) suivi assez rapidement mi-novembre par un nouveau mouvement de repli qui perdure jusqu à la fin de l année. Le prix du pétrole baisse de 80 à 55 dollar par baril. Ce mouvement pousse les taux à long terme à la baisse d autant que l inquiétude croît sur l économie russe avec l effondrement du rouble vis-à-vis du dollar passant de 50 à presque 80 roubles pour un dollar. Au total, l année se termine sur un niveau de 2059 pour le S&P 500 et de 2,17 pour les taux d intérêt à 10 ans. Dans la zone euro, au premier trimestre 2014, l activité continue de progresser sur un rythme plus lent (+ 1,3 en rythme annuel après +1 l année précédente). Mais l Allemagne dont le PIB a crû à 3,1 explique la quasi-totalité de cette hausse. Dans le reste de la zone, l activité a même légèrement baissé : stable en France, en baisse aux Pays-Bas et dans la périphérie, seule l Espagne a vu son activité progresser (+1,4 )! Si ces chiffres viennent rappeler la fragilité de la reprise dans la zone euro, ils ne doivent pas pour autant masquer la nette amélioration conjoncturelle en cours : les indicateurs de confiance se sont clairement redressés et les niveaux observés dans les pays les plus durement touchés par la crise sont désormais proches de la moyenne de la zone. Par ailleurs, l évolution aux États-Unis, au Japon et dans les pays émergents a freiné quelque peu l enthousiasme lié à l amélioration de la situation économique de arbeidsparticipatie bij jarigen lag nog steeds onder het niveau van vóór de crisis. De loonsverhogingen bleven bescheiden en de inflatie lag nog steeds onder het richtcijfer van de Federal Reserve. In deze context steeg de beurs in het tweede kwartaal met 4,7, terwijl de rente op 10 jaar daalde met acht basispunten... wat bewees dat de groei uit het eerste kwartaal - die uiteindelijk op-2,1 geraamd werd - alle negatieve elementen in een keer te verwerken kreeg, maar uiteindelijk slechts een kortstondige dip bleek. In het derde kwartaal bleven de ISM-indexcijfers van de verwerkende nijverheid en de dienstverlenende sector in de maand augustus erop vooruitgaan tot op een niveau van respectievelijk 57,6 en 59. Het vertrouwen van de consument nam toe. De inflatie, nog altijd net onder 2, vormde geen reden tot bezorgdheid. Tegen deze achtergrond bevestigde de Federal Reserve op de vergaderingen van juli en september dat het tegen hetzelfde tempo zou doorgaan met de afbouw van zijn aankopen. Ondanks het feit dat de beurs begin juli en eind september in de buurt van de 1975 punten noteerde en de langetermijnrente op 2,5, ondervonden deze activa grote schommelingen. De S&P 500 zakte begin augustus terug tot 1910 punten om dan midden september 2011 opnieuw flink te stijgen. De rente daalde tot 2,3 in de tweede helft van augustus als reactie op de ontwikkelingen in Oekraïne en het Midden-Oosten. In de eerste helft van oktober werden zowel de beurs als de obligatiemarkten getroffen door een golf van risicoaversie. De minder gunstige indicatoren uit zowel Duitsland (bestellingen van kapitaalgoederen, industriële productie) als de VS (detailhandelverkopen), de zwakkere groei in de opkomende Europese landen, twijfels omtrent China, een toenemende bezorgdheid over het verloop van de ebola-uitbraak en de wijzigingen aan de top van vermogensbeheerder PIMCO zorgden ervoor dat de S&P 500 kortstondig daalde tot 1820 punten en de rente op 10 jaar tot 1,82. Al snel kwamen de leden van de Fed tussenbeide, en herinnerden eraan dat de Federal Reserve de nodige tijd zou nemen vooraleer de centrale bank de rente opnieuw zou beginnen te verhogen. Toen er in de dagen nadien betere economische cijfers gepubliceerd werden, waaronder een eerste groeischatting van 3,5 na de 4,6 uit het tweede kwartaal en de nieuwe kwantitatieve versoepeling van de Japanse centrale bank, veerden de beurzen opnieuw op en sloten de maand november in de buurt van 2070 punten af, m.a.w. 4,8 hoger in vergelijking met eind september. De obligatiemarkten namen een eerder afwachtende houding aan. Terwijl de olieprijzen traag maar zeker daalden sinds het begin van het derde kwartaal - van 105 tot 91 dollar per vat - nam de daling een eerste keer in snelheid toe in oktober (van 90 naar 80 dollar), midden november al snel gevolgd door een nieuwe terugval die tot het einde van het jaar voortduurde. De olieprijs daalde van 80 naar 55 dollar per vat. Deze trend deed de langetermijnrente dalen, ook omdat de onzekerheid over de economie van Rusland toenam na de instorting van de roebel ten opzichte van de dollar van 50 tot bijna 80 roebel per dollar. In totaal werd het jaar afgesloten op het niveau van 2059 punten voor de S&P 500 en op 2,17 voor de rente op 10 jaar. In de eurozone bleef de economie in het eerste kwartaal van 2014 groeien aan een trager tempo (1,3 op jaarbasis na 1 het jaar voordien). Deze stijging was echter nagenoeg volledig toe te schrijven aan Duitsland, dat groeide met 3,1 In de rest van de zone ging de activiteit er zelfs licht op achteruit : bbp stabiel in Frankrijk, een daling in Nederland en in de perifere landen slaagde enkel Spanje erin om groei op te tekenen (+1,4 )! Ook al toonden deze cijfers opnieuw aan hoe kwetsbaar het herstel in de eurozone is, ze wezen er niettemin ook op dat er een duidelijke conjuncturele verbetering aan de gang was : de vertrouwensindicatoren hadden zich duidelijk hersteld en de cijfers die opgetekend werden in de 7

8 2. RAPPORT DE GESTION DE L ORGANISME DE PLACEMENT COLLECTIF (SUITE) 2. BEHEERVERSLAG VAN DE INSTELLING VOOR COLLECTIEVE BELEGGING (VERVOLG) dans la zone euro. Au total, la Bourse progresse de 1,7 entre fin décembre 2013 et fin mars 2014 tandis que pendant la même période, les taux d intérêt allemands à 10 ans baissent de 37 points de base. En avril, comme aux États-Unis, les indicateurs de confiance s améliorent, la Bourse progresse très légèrement et les taux allemands à long terme baissent... sous la barre des 1,50 en réponse aux craintes de déflation. En effet, en mai, l inflation de la zone euro s établit à 0,5 contre 1,4 un an auparavant. Dès lors, faute d une demande intérieure dynamique, cette reprise reste fragile : si le risque de déflation est exagéré, celui d une croissance nominale dangereusement faible est bien réel. La BCE ne l ignore pas. Elle a ainsi, début juin, abaissé son taux de refinancement de 10 points de base (à 0,15 ) et porté le taux de facilité marginale de dépôt en territoire négatif (-0,1 ). Elle a surtout, pour lutter contre la fragmentation du système bancaire et favoriser le crédit aux petites entreprises, mis en place une facilité exceptionnelle de financement des banques pour quatre ans (TLTRO). En réponse aux différents événements survenus au cours du deuxième trimestre, la Bourse a crû de 1,2 et le taux d intérêt allemand à 10 ans a baissé de 32 points de base à 1,25 fin juin. Au troisième trimestre, partiellement à cause de la plus grande sensibilité de l activité européenne au conflit ukrainien, les indicateurs d activité PMI se dégradent pour s établir en moyenne à 50,9 et 53,2 respectivement pour les secteurs manufacturiers et des services. La confiance des consommateurs se détériore. La faiblesse de l inflation est toujours une source de crainte. Elle est inférieure ou égale à 0,5 depuis le mois de mai. Dans cet environnement, début septembre, la BCE baisse à nouveau de dix points de base (à 0,05 ) son taux de refinancement et porte le taux de la facilité marginale de dépôt à-0,2. Fin septembre, la bourse perd 2 sur le trimestre et les taux à long terme allemands perdent 35 points de base à 0,90. Au quatrième trimestre, la zone euro est entrainée dans la tourmente. Alors que la dynamique des taux d intérêt à 10 ans est assez semblable entre les deux zones sur le trimestre, la Bourse américaine gagne 4,4 alors que la zone euro perd 0,3. Cette différence s explique par la proximité de la Russie pour la zone euro, par la croissance du troisième trimestre qui s établit à 0,6 dans la zone euro contre 5 aux États-Unis, par un taux de chômage de 11,5 contre 5,8 et une inflation en novembre à 0,3 contre 1,3. Ceci permet de comprendre pourquoi le taux d intérêt à 10 ans allemand termine l année à 0,54. landen die het hardst getroffen werden door de crisis, kwamen nu opnieuw in de buurt van het gemiddelde van de eurozone. Anderzijds werd het enthousiasme over de betere economische situatie in de eurozone enigszins getemperd door de evolutie in de Verenigde Staten, Japan en de groeilanden. In totaal steeg de beurs tussen eind december 2013 en eind maart 2014 met 1,7, terwijl de Duitse rente op 10 jaar in dezelfde periode daalde met 37 basispunten. In april gingen de vertrouwensindicatoren in navolging van de Verenigde Staten erop vooruit. De beurs boekte een bescheiden winst en de Duitse langetermijnrente daalde... tot onder de drempel van 1,50, een gevolg van de toenemende angst voor deflatie. In mei bedroeg de inflatie in de eurozone 0,5 tegenover 1,4 een jaar eerder. Door het gebrek aan een sterke binnenlandse vraag, bleef dit herstel dus kwetsbaar : ook al was het risico op deflatie ietwat overdreven, het risico op een gevaarlijk zwakke nominale groei was wel degelijk reëel. En de ECB besefte dat. Daarom verlaagde de bank begin juni de herfinancieringsrente met 10 basispunten (tot 0,15 ) en liet ze de marginale depositorente tot onder nul zakken (-0.1 ). Maar de ECB voerde vooral een uitzonderlijk financieringsmechanisme voor de banken in voor een periode van vier jaar (TLTRO), om de fragmentatie van het banksysteem tegen te gaan en de kredietverlening aan de kleine ondernemingen te stimuleren. Als reactie op de verschillende gebeurtenissen in de loop van het tweede kwartaal, steeg de beurs met 1,2 en daalde de Duitse rente op 10 jaar met 32 basispunten tot op 1,25 eind juni. Deels vanwege de grotere gevoeligheid van de Europese economie voor het conflict in Oekraïne, daalden de PMI-indexcijfers, een maatstaf voor de economische activiteit, in het derde kwartaal respectievelijk tot gemiddeld 50,9 en 53,2 voor de verwerkende nijverheid en de dienstverlenende sector. Het vertrouwen van de consument ging erop achteruit. De zwakke inflatie was nog altijd een bron van ongerustheid. Sinds mei was ze lager of gelijk aan 0,5. Tegen deze achtergrond verlaagde de ECB begin september opnieuw zijn herfinancieringsrente met tien basispunten (tot 0,5 ) en de marginale depositofaciliteit tot-0,2. Eind september daalde de beurs 2 over het kwartaal en daalde de Duitse langetermijnrente met 35 basispunten tot 0,90. In het vierde kwartaal kwam de eurozone in zwaar weer terecht. Terwijl de trend van de langetermijnrente in de twee zones min of meer gelijk verliep, boekte de Amerikaanse beurs een winst van 4,4 terwijl de eurozone 0,3 daalde. Dit verschil was te wijten aan de nabijheid van Rusland en de eurozone, een groei in het derde kwartaal van 0,6 in de eurozone tegenover 5 in de Verenigde Staten, een werkloosheidscijfer van 11,5 tegenover 5,8 en een inflatie in november van 0,3 tegen 1,3. Dat verklaart waarom de Duitse rente op 10 jaar het jaar afsloot op 0,54. 8

9 2. RAPPORT DE GESTION DE L ORGANISME DE PLACEMENT COLLECTIF (SUITE) 2. BEHEERVERSLAG VAN DE INSTELLING VOOR COLLECTIEVE BELEGGING (VERVOLG) 2.5. Informations requises en vertu de l article 96 du Code des Sociétés Description des principaux risques auxquels est exposée la société Les risques auxquels est exposée la société diffèrent en fonction de la politique d investissement de chaque compartiment. L'investisseur est invité à prendre connaissance d'une part des facteurs de risques repris ci-dessous, ainsi que dans les fiches techniques de chaque compartiment du prospectus et d'autre part du chapitre "profil de risque et de rendement" figurant dans les informations clés pour l'investisseur. La liste des risques décrits ne prétend pas être exhaustive Informatie die vereist is op grond van artikel 96 van het Wetboek van Vennootschappen Beschrijving van de voornaamste risico s waarmee de venootschap geconfronteerd wordt De risico s waarmee de vennootschap geconfronteerd wordt, verschillen in functie van het beleggingsbeleid van ieder compartiment. De belegger dient enerzijds kennis te nemen van de specifieke risicofactoren die vermeld staan hieronder alsook in de technische informatiebladen van elk compartiment en anderzijds van het hoofdstuk Risico- en opbrengstprofiel in de essentiële beleggersinformatie. De lijst van vermelde risico s is zeker niet volledig. Type de risque / Risicotype Néant / Geen Faible / Laag Moyen / Middel Elevé / Hoog Risque de marché / Marktrisico X Risque de crédit / Kredietrisico X Risque de dénouement / Afwikkelingsrisico X Risque de liquidité / Liquiditeitsrisico X Risque de change / Wisselkoers- of valutarisico X Risque de conservation / Bewaarnemingsrisico X Risque de concentration / Concentratierisico X Risque de performance / Rendementsrisico X Risque lié aux pays émergents / Risico s gebonden X aan landen met opkomende economieën Risque de flexibilité / Flexibiliteitsrisico X Risque d inflation / Inflatierisico X Risque lié à des facteurs externes / Risico X afhankelijk van externe factoren Risque de modèle / Modelrisico X L investisseur est averti que son capital n est pas garanti et qu il ne fait pas l objet d une protection. Il peut donc ne pas lui être intégralement restitué. Il est donc susceptible de subir une perte. Pour ce qui concerne les autres aspects relatifs à l évolution des affaires, aux résultats et à la situation de la société, conformément à l article 96, 1 du Code des sociétés, veuillez vous référer aux chapitres infra Données sur des événements importants survenus après la clôture de l exercice Aucun événement particulier n est survenu depuis la clôture de l exercice Indications sur les circonstances susceptibles d avoir une influence notable sur le développement de la société, pour autant qu elles ne soient pas de nature à porter gravement préjudice à la société Aucune circonstance particulière n a été relevée qui serait susceptible d avoir une influence notable sur le développement de la société. De belegger wordt ervoor gewaarschuwd dat geen kapitaalgarantie wordt gegeven, waardoor de kans bestaat dat hij het ingelegde bedrag niet volledig terugkrijgt. Hij loopt dus het risico verlies te lijden. De andere aspecten met betrekking tot de ontwikkeling en de resultaten van de vennootschap, overeenkomstig artikel 96, 1 van het Wetboek van Vennootschappen worden besproken in de hierna vermelde hoofdstukken Informatie omtrent de belangrijkste gebeurtenissen die na het einde van het boekjaar hebben plaatsgevonden Geen enkele bijzondere gebeurtenis heeft plaatsgevonden na het einde van het boekjaar Inlichtingen over de omstandigheden die de ontwikkeling van de vennootschap aanmerkelijk kunnen beïnvloeden, voor zover zij niet van aard zijn dat zij ernstig nadeel zouden berokkenen aan de vennootschap Er hebben zich geen omstandigheden voorgedaan die de ontwikkeling van de vennootschap aanmerkelijk kunnen beïnvloeden. 9

10 2. RAPPORT DE GESTION DE L ORGANISME DE PLACEMENT COLLECTIF (SUITE) 2. BEHEERVERSLAG VAN DE INSTELLING VOOR COLLECTIEVE BELEGGING (VERVOLG) Mentions à insérer au rapport annuel en vertu du Code des Sociétés Le présent rapport annuel comprend toutes les mentions que le Code des sociétés impose d y faire figurer En ce qui concerne l utilisation des instruments financiers par la société et lorsque cela est pertinent pour l évaluation de son actif, de son passif, de sa situation financière et de ses pertes ou profits Mention des objectifs et de la politique de la société en matière de gestion des risques financiers A cet égard, veuillez vous référer aux chapitres relatifs du FCP Indications relatives à l exposition de la société au risque de prix, au risque de crédit, au risque de liquidité et au risque de trésorerie A cet égard, veuillez vous référer au tableau récapitulatif des risques Informations requises en vertu des articles 22 et 23.4 de la législation AIFMD Art Vermeldingen op te nemen in het jaarverslag volgens het Wetboek van Vennootschappen Voorliggend jaarverslag bevat al de vermeldingen waartoe het Wetboek van Vennootschappen verplicht Wat betreft het gebruik door de vennootschap van financiële instrumenten en voor zover zulks van betekenis is voor de beoordeling van haar activa, passiva, financiële positie en resultaat Vermelding van de doelstellingen en het beleid van de vennootschap inzake de beheersing van het risico Gelieve hiertoe het hoofdstuk van het GBF in kwestie te raadplegen Informatie betreffende het door de vennootschap gelopen prijsrisico, kredietrisico, liquiditeitsrisico, en kasstroomrisico Gelieve hiertoe de bovenvermelde tabel te raadplegen die de verschillende risico s herneemt Informatie die vereist is op grond van artikel 22 en 23.4 van de wetgeving AIFMD Art Pourcentage d actifs de l OPCA qui font l objet d un traitement spécial du fait de leur nature non liquide : Néant Percentage activa van de AICD waarvoor bijzondere maatregelen gelden vanwege de illiquide aard ervan : Nihil Nouvelle disposition prise pour gérer la liquidité du fonds : Néant. Art Eventuele nieuwe maatregelen voor het beheer van de liquiditeit van de AICB Nihil. Art Profil de risque du fonds et dépassements éventuels des limites de risque : Niveau de levier net (méthode AIFM) 31/12/2014: 94, Risicoprofiel van het fonds en eventuele overschrijdingen van de risicolimieten : Niveau van het netto hefboomeffect (AIFM) 31/12/2014: 94,20 Niveau de levier brut (méthode AIFM) 31/12/2014: 94,50 Niveau van het bruto hefboomeffect (AIFM) 31/12/2014: 94,50 10

11 2. RAPPORT DE GESTION DE L ORGANISME DE PLACEMENT COLLECTIF (SUITE) 2. BEHEERVERSLAG VAN DE INSTELLING VOOR COLLECTIEVE BELEGGING (VERVOLG) Le montant total des rémunérations versées par le gestionnaire : Montant total brut des rémunérations fixes versées (excluant les paiements ou avantages pouvant être considérés comme faisant partie d une politique générale et non discrétionnaire et n ayant aucun effet incitatif sur la gestion des risques) : EUR Montant total brut des rémunérations variables versées : EUR Nombre de bénéficiaires : Bedrag van de vergoedingen gestort door de beheerder : Het totale brutobedrag van de uitgekeerde vaste beloning (zonder de betalingen of voordelen die kunnen worden beschouwd als onderdeel van een algemeen, niet-discretionair beleid en die geen enkele aansporende invloed hebben op het risicobeheer): EUR Het totale brutobedrag van de uitgekeerde variabele beloning: EUR Aantal begunstigden: 247. Montant agrégé des rémunérations, ventilé entre les cadres supérieurs et les membres du personnel du gestionnaire dont les activités ont une incidence significative sur le profil de risque de l OPCA Les systèmes de Candriam Belgium ne permettent pas une telle identification par OPCA géré. Aussi les chiffres ci-dessous présentent le montant agrégé des rémunérations au niveau global de Candriam Belgium. Montant agrégé des rémunérations des cadres supérieurs : EUR Montant agrégé des rémunérations des membres du personnel de Candriam Belgium dont les activités ont une incidence significative sur le profil de risque des OPCA dont elle est la société de gestion (excluant les cadres supérieurs): EUR Het geaggregeerde bedrag van de beloning, onderverdeeld naar de hoogste directie en de personeelsleden van de beheerder wier handelen het risicoprofiel van de AICB in belangrijke mate beïnvloedt. De systemen van Candriam Belgium staan een dergelijke identificatie door de beheerde OPCA niet toe. Ook de cijfers hieronder stellen het geaggregeerde bedrag voor van de beloning op globaal niveau van Candriam Belgium. Het geaggregeerde bedrag van de beloning van de hoogste directie: EUR Het geaggregeerde bedrag van de beloning van de personeelsleden van Candriam Belgium wier handelen het risicoprofiel van de AICB waarvan het de beheermaatschappij is in belangrijke mate beïnvloedt (behalve de hoogste directie): EUR 2.7. Objectif et lignes de force de la politique de placement 2.7. Doel en krachtlijnen van het beleggingsbeleid Objectif du compartiment Doel van het compartiment L objectif du fonds est de faire bénéficier l investisseur de l évolution des marchés financiers au travers d un portefeuille mixte d actions et d obligations de différents pays et secteurs économiques, sélectionnées par le gestionnaire sur base de leur rentabilité attendue et ce, tout en répondant aux conditions fixées par la loi du 17 mai 2004 adaptant, en matière d épargne-pension, le Code des impôts sur les revenus Ce fonds est donc un fonds d épargne-pension au sens de la loi précitée. Les actifs de ce fonds seront investis principalement en obligations et valeurs assimilables. Het fonds heeft als doel de belegger te laten profiteren van de evolutie van de financiële markten via een gemengde portefeuille van aandelen en obligaties uit verschillende landen en economische sectoren. Die effecten worden door de beheerder geselecteerd op basis van hun verwachte rentabiliteit en dit binnen de wettelijke voorwaarden vastgesteld door de wet van 17 mei 2004 tot aanpassing van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992 op het vlak van pensioensparen. Dit fonds is dus een pensioenspaarfonds in de zin van de voormelde wet. De activa van het fonds worden voornamelijk belegd in obligaties en in daarmee gelijk te stellen waarden Politique de placement du compartiment Beleggingsbeleid van het compartiment Catégories d actifs autorisés: Les actifs de ce fonds seront investis principalement en obligations etvaleurs assimilables.conformément à la législation relative aux fonds d épargne-pension, lesactifs du fonds seront affectés en investissements visés et dans les limites fixées aux 1 à 4 ci-après: 1 20 p.c. au plus des investissements détenus tels que définis aux 2 à 4 ci-après peuvent être libellés dans une monnaie autre que l euro; Categorieën toegelaten activa: De activa van dit fonds worden voornamelijk belegd in obligaties en daarmee gelijk te stellen waarden. Overeenkomstig de wetgeving betreffende de pensioenspaarfondsen worden de activa van het fonds belegd in de categorieën en binnen de grenzen die hieronder zijn vastgesteld in punt 1 tot 4 : 1 ten hoogste 20 pct. van de in bezit zijnde investeringen die hierna zijn omschreven in punt 2 tot 4, mag in een andere munt 11

12 2. RAPPORT DE GESTION DE L ORGANISME DE PLACEMENT COLLECTIF (SUITE) 2. BEHEERVERSLAG VAN DE INSTELLING VOOR COLLECTIEVE BELEGGING (VERVOLG) 2 75 p.c. au plus des actifs détenus peuvent être investis directement en actions et autres valeurs assimilables à des actions dans les limites et selon les modalités suivantes : - maximum 70 p.c. du total de ces actions et valeurs peuvent consister directement en actions et autres valeurs assimilables à des actions de sociétés du droit d un Etat membre de l Espace économique européen (EEE) dont la capitalisation boursière est supérieure à EUR ou sa contre-valeur exprimée dans la monnaie d un Etat membre de l EEE et qui sont cotées sur un marché réglementé; - maximum 30 p.c. du total de ces actions et valeurs peuvent consister directement en actions et autres valeurs assimilables à des actions de sociétés du droit d un Etat membre de l EEE, dont la capitalisation boursière est inférieure à EUR ou sa contrevaleur exprimée dans la monnaie d un Etat membre de l EEE, et qui sont cotées sur un marché réglementé; - maximum 20 p.c. du total de ces actions et valeurs peuvent consister directement en actions et autres valeurs assimilables à des actions de sociétés du droit d un Etat non membre de l EEE, non libellées en euro ou dans une monnaie d un Etat membre de l EEE, et cotées sur un marché de fonctionnement régulier, surveillé par les autorités reconnues des pouvoirs publics d un Etat membre de l Organisation de coopération et de développement économique; 3 75 p.c. au plus des actifs détenus peuvent être investis en obligations et autres titres de créances négociables sur le marché des capitaux, en prêts hypothécaires et en dépôts d argent dans les limites et selon les modalités suivantes: - en obligations et autres titres de créances libellés en euro ou dans la monnaie d un Etat membre de l EEE, émis ou garantis inconditionnellement, en principal et en intérêts, par un Etat membre de l EEE, par l une de ses subdivisions politiques, par d autres organismes ou établissements publics d un Etat membre de l EEE ou par un organisation supranationale dont font partie un ou plusieurs Etats membres de l EEE ou en prêts hypothécaires libellés en euro ou dans la monnaie d un Etat membre de l EEE; - maximum 40 p.c. du total de ces obligations et autres titres de créances négociables sur le marché des capitaux, de ces prêts hypothécaires et de ces dépôts d argent peuvent consister en actifs libellés en euro ou dans la monnaie d un Etat membre de l EEE émis par des sociétés de droit public ou privé d un Etat membre de l EEE ou en dépôts d argent effectués en euro ou dans la monnaie d un Etat membre de l EEE pour une durée supérieure à un an auprès d un établissement de crédit agréé et contrôlé par une autorité de contrôle de cet Etat membre ; - maximum 40 p.c. du total de ces obligations et autres titres de créances négociables sur le marché des capitaux, de ces prêtshypothécaires et de ces dépôts d argent peuvent consister en actifs libellés dans la monnaie d un Etat non membre de l EEE, émis ou garantis inconditionnellement, en principal et en intérêts, par un Etat non membre de l EEE, par d autres organismes ou établissements publics d un Etat non membre de l EEE ou par une organisation supranationale dont aucun Etat membre de l EEE ne fait partie, ou en actifs libellés dans la monnaie d un Etat non membre de l EEE, d une durée supérieure à un an, émis par des sociétés de droit public ou privé issues de ce même Etat, ou en dépôts d argent effectués dans la monnaie d un Etat non membre de l EEE pour une durée supérieure à un an auprès d un établissement de crédit agréé et contrôlé par une autorité de contrôle de cet Etat; 4 10 p.c. au plus des liquidités peuvent être investis sur un compte en euro ou dans une monnaie d un Etat membre de l EEE, auprès d un établissement de crédit agréé et contrôlé par une autorité de contrôle d un Etat membre de l EEE. " Le fonds a obtenu une dérogation l autorisant à placer jusqu à 75 de ses actifs dans différentes émissions de valeurs mobilières et d instruments du marché monétaire émis ou garantis par un Etat membre de l Espace économique européen, 12 dan de euro uitgedrukt zijn; 2 ten hoogste 75 pct. van de in bezit zijnde activa mag rechtstreeks worden geïnvesteerd in aandelen en andere met aandelen gelijk te stellen waarden binnen de volgende grenzen en overeenkomstig de volgende modaliteiten: - maximaal 70 pct. van het totaal van die aandelen en waarden mag rechtstreeks bestaan uit aandelen en andere met aandelen gelijk te stellen waarden van vennootschappen naar het recht van een Lidstaat van de Europese Economische Ruimte (EER) waarvan de beurskapitalisatie meer bedraagt dan EUR of de tegenwaarde daarvan uitgedrukt in de munt van een Lidstaat van de EER en die genoteerd zijn op een gereglementeerde markt; - maximaal 30 pct. van het totaal van die aandelen en waarden mag rechtstreeks bestaan uit aandelen en andere met aandelen gelijk te stellen waarden van vennootschappen naar het recht van een Lidstaat van de Europese Economische Ruimte (EER) waarvan de beurskapitalisatie minder bedraagt dan EUR of de tegenwaarde daarvan uitgedrukt in de munt van een Lidstaat van de EER en die genoteerd zijn op een gereglementeerde markt; - maximaal 20 pct. van het totaal van die aandelen en waarden mag rechtstreeks bestaan uit aandelen en andere met aandelen gelijk te stellen waarden van vennootschappen naar het recht van een Staat die geen lid is van de EER, die niet in euro of in een munt van een Lidstaat van de EER zijn uitgedrukt, en die genoteerd zijn op een regelmatig werkende markt, waarop wordt toegezien door overheden die erkend zijn door de publieke overheid van een Lidstaat van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO); 3 ten hoogste 75 pct. van de in bezit zijnde activa mag worden geïnvesteerd in obligaties en andere schuldinstrumenten die op de kapitaalmarkt verhandelbaar zijn, in hypothecaire leningen en in gelddeposito s binnen de volgende grenzen en overeenkomstig de volgende modaliteiten: - in obligaties en andere schuldinstrumenten in euro of in de munt van een Lidstaat van de EER, uitgegeven of onvoorwaardelijk gewaarborgd, in hoofdsom en in interest, door een Lidstaat van de EER, door een van zijn politieke onderafdelingen, door andere openbare lichamen of instellingen van een Lidstaat van de EER of door een supranationale organisatie waarvan een of meer leden van de EER deel uitmaken of in hypothecaire leningen in euro of in de munt van een Lidstaat van de EER: - maximaal 40 pct. van het totaal van die obligaties en andere schuldinstrumenten die op de kapitaalmarkt verhandelbaar zijn, van die hypothecaire leningen en van die gelddeposito s mag bestaan uit activa, in euro of in de munt van een Lidstaat van de EER, uitgegeven door publiekof privaatrechtelijke vennootschappen uit een Lidstaat van de EER, of uit gelddeposito s, in euro of in de munt van een Lidstaat van de EER, met een looptijd van meer dan één jaar bij een kredietinstelling die is erkend en wordt gecontroleerd door een toezichthoudende overheid van deze Lidstaat; - maximaal 40 pct. van het totaal van die obligaties en andere schuldinstrumenten die op de kapitaalmarkt verhandelbaar zijn, van die hypothecaire leningen en van die gelddeposito s mag bestaan uit activa, in de munt van een Staat die geen lid is van de EER, uitgegeven of onvoorwaardelijk gewaarborgd, in hoofdsom en in interest, door een Staat die geen lid is van de EER, door andere openbare lichamen of instellingen van een Staat die geen lid is van de EER, of door een supranationale organisatie waarvan geen enkel lid van de EER deel uitmaakt, of uit activa in de munt van een Staat die geen lid is van de EER, met een looptijd van meer dan één jaar, uitgegeven door publiek- of privaatrechtelijke vennootschappen uit diezelfde Staat, of uit gelddeposito s, in de munt van een Staat die geen lid is van de EER, met een looptijd van meer dan één jaar bij een kredietinstelling die is erkend en wordt gecontroleerd door een

13 2. RAPPORT DE GESTION DE L ORGANISME DE PLACEMENT COLLECTIF (SUITE) 2. BEHEERVERSLAG VAN DE INSTELLING VOOR COLLECTIEVE BELEGGING (VERVOLG) par ses collectivités publiques territoriales, par une Etat non membre de l Espace économique européen ou par des organismes internationaux à caractère public dont font partie un ou plusieurs Etats membres de l Espace économique européen. Le cas échéant, compte tenu de l évolution de l indice de référence, le fonds pourra être amené à faire usage de cette dérogation. Le fonds pourra placer plus de 35 de ses actifs dans des valeurs mobilières et des instruments du marché monétaire émis ou garantis par tous les Etats de la zone Euro. Opérations sur instruments financiers dérivés autorisées: Le fonds pourra également avoir recours, dans le respect des règles légales en vigueur, à l utilisation de produits dérivés, comme par exemple des options, des futures et des opérations de change et ce, tant dans un but d investissement que dans un but de couverture. L investisseur doit être conscient du fait que ces types de produits dérivés sont plus volatils que les instruments sous-jacents. - La politique d investissement veille à assurer une diversification des risques du portefeuille. L évolution de la valeur nette d inventaire est toutefois incertaine car elle est soumise aux différents types de risque évoqués ci-dessous. Il peut en résulter une volatilité relativement importante de son cours. Description de la stratégie générale visant à couvrir le risque de change: Le fonds n a pas l intention de couvrir systématiquement l exposition au risque de change. Aspects sociaux, éthiques et environnementaux: La politique d investissement du fonds n est pas particulièrement basée sur des critères sociaux, éthiques ou environnementaux. Néanmoins le fonds n investira pas dans des titres d une société dont l activité consiste en la fabrication, l utilisation, la détention de mines antipersonnel et/ou d armes à l uranium appauvri. toezichthoudende overheid van deze Staat; 4 ten hoogste 10 pct. van de tegoeden mag worden geïnvesteerd in contanten op een rekening in euro of in een munt van een Lidstaat van de EER, bij een kredietinstelling die is erkend en wordt gecontroleerd door een toezichthoudende overheid van een Lidstaat van de EER. " Het fonds heeft een afwijking verkregen om tot 75 van zijn activa te beleggen in verschillende emissies van effecten en geldmarktinstrumenten die worden uitgegeven of gewaarborgd door een lidstaat van de Europese Economische Ruimte, door zijn territoriale publiekrechtelijke lichamen, door een niet-lidstaat van de Europese Economische Ruimte of door internationale publiekrechtelijke instellingen waarin een of meer lidstaten van de Europese Economische Ruimte deelnemen. Naargelang van de ontwikkeling van de referentie-index (benchmark) kan het fonds zo nodig gebruikmaken van deze afwijking. Het fonds mag meer dan 35 van zijn activa beleggen in effecten of geldmarktinstrumenten die worden uitgegeven of gewaarborgd door alle lidstaten van de eurozone. Toegelaten derivatentransacties: Met inachtneming van de van kracht zijnde wettelijke bepalingen mag het fonds ook gebruikmaken van afgeleide producten (derivaten), zoals bijvoorbeeld opties, futures en valutatermijntransacties (forward exchange deals), zowel om het beleggingsdoel te verwezenlijken als voor risicodekkingsdoeleinden (hedging). De belegger moet erop bedacht zijn dat de volatiliteit (koersbeweeglijkheid) van dergelijke afgeleide producten (derivaten) groter is dan die van de onderliggende instrumenten. -Het beleggingsbeleid is erop gericht de portefeuillerisico s te spreiden. De ontwikkeling van de netto-inventariswaarde is evenwel onzeker omdat die onderhevig is aan de verschillende soorten risico s die hierna worden toegelicht. Dat kan leiden tot een relatief hoge koersbeweeglijkheid of volatiliteit. Beschrijving van de algemene strategie ter dekking van het wisselkoers- of valutarisico: Het fonds neemt zich niet voor het gelopen wisselkoers- of valutarisico systematisch af te dekken. Sociale, ethische en milieuaspecten: Het beleggingsbeleid van het fonds is niet specifiek gebaseerd op sociale, ethische of milieucriteria. Niettemin belegt het fonds niet in effecten van ondernemingen waarvan de activiteit gericht is op de productie, het gebruik of het bezit van antipersoonsmijnen en/of wapens met verarmd uranium Indice(s) et benchmark(s) 2.8. Index en benchmark Non applicable. Niet van toepassing 2.9. Politique suivie pendant l exercice 2.9. Tijdens het boekjaar gevoerd beleid 1er trimestre 2014 Q Contexte de marché Les marchés d actions ont connu un démarrage difficile dans le premier mois de l année en raison de tensions (géo)politiques et des chiffres décevants des marchés émergents. Toutefois, début février, les investisseurs ont dépassé leurs doutes et accepté de moins bons résultats aux États-Unis (causés par des conditions hivernales extrêmes) et ont été encouragés par les bons résultats économiques de la zone euro. Les investisseurs ont également été encouragés par l annonce du président de la 13 Marktoverzicht De aandelenmarkten kenden tijdens de eerste maand van het jaar een moeilijke start vanwege (geo)politieke spanningen en de teleurstellende cijfers van de opkomende markten. Toch schudden de beleggers begin februari de twijfels van zich af en aanvaardden ze minder sterke cijfers in de Verenigde Staten (veroorzaakt door de extreem strenge winter) en trokken ze zich op aan de sterke economische cijfers uit de eurozone. Investeerders werden ook opgemonterd door de woorden van

14 2. RAPPORT DE GESTION DE L ORGANISME DE PLACEMENT COLLECTIF (SUITE) 2. BEHEERVERSLAG VAN DE INSTELLING VOOR COLLECTIEVE BELEGGING (VERVOLG) BCE, M. Draghi, qui s est déclaré prêt à intervenir si nécessaire pour maintenir la stabilité des prix (risque de déflation). Mars s est également révélé un mois volatile sur les marchés en raison des tensions en Ukraine et des chiffres de la Chine, qui ne revêtent qu un caractère modéré. En revanche, les marchés obligataires ont bien entamé 2014, les investisseurs se réfugiant encore une fois, suite aux tensions politiques, dans des obligations d État (allemandes) offrant plus de sécurité, alors que les obligations des pays périphériques ont tiré parti du flux de bonnes nouvelles. Activités du portefeuille et stratégie Dans ce contexte, nous avons maintenu notre position positive sur les actifs risqués, y compris une surpondération en actions. Dans la partie actions, nous avons maintenu notre surpondération dans les actions européennes et japonaises. En mars, nous avons augmenté notre exposition aux actions italiennes et espagnoles. D un point de vue sectoriel, nous avons mis en place une surpondération sur les services publics, tout en restant positif sur les matières premières, l énergie, les services financiers et les soins de santé. Dans la partie obligataire, nous avons maintenu une duration modifiée autour de 3,5. D un point de vue régional, nous avons une sous-pondération considérable en France, tout en ayant une surpondération au Royaume-Uni, aux États-Unis et en Norvège. En mars, nous avons augmenté notre exposition aux obligations indexées sur l inflation (allemandes et françaises), tout en réduisant notre exposition aux obligations d État et aux entités supranationales avec une longue durée. 2ème trimestre 2014 Contexte de marché Les marchés boursiers ont bien débuté le deuxième trimestre La confiance des investisseurs a été restaurée par des chiffres macro-économiques corrects dans la zone euro, la hausse des fusions et acquisitions et un bon début de la saison des résultats du 1er trimestre aux États-Unis. Dans le même temps, les tensions concernant la crise en Ukraine se sont presque entièrement dissipées, après la promesse de Poutine de soutenir le nouveau président de l Ukraine. Début juin, les marchés boursiers ont été dopés après l annonce des mesures de soutien mises en place par la BCE pour contenir le risque de déflation et stimuler les PME. En outre, la bonne performance du marché obligataire affichée depuis le début de l année s est poursuivie au même rythme. Le taux allemand à 10 ans a encore baissé, à environ 1,25, après des chiffres d inflation décevants dans la zone euro et une nouvelle déception concernant la croissance au 1er trimestre aux États-Unis, alors que la relance des pays périphériques s est poursuivie. Les périphériques ont été aidés par de bons chiffres macro-économiques et des mesures supplémentaires de Mario Draghi. Activités du portefeuille et stratégie ECB-voorzitter Mario Draghi, die stelde dat hij bereid was te interveniëren teneinde prijsstabiliteit te garanderen (risico op deflatie). Daarnaast was ook maart een volatiele maand op de markten, door de spanningen in Oekraïne en slechts matige cijfers uit China. Tegelijkertijd maakten de obligatiemarkten in 2014 een goede start aangezien beleggers door politieke spanningen opnieuw hun heil zochten in veiliger (Duits) overheidspapier terwijl de obligaties van de perifere landen het beter deden dankzij een stroom aan goed nieuws. Portefeuilleactiviteiten en strategie In deze context behielden we onze positieve voorkeur voor risicohoudende activa, met inbegrip van een overweging voor aandelen. Bij het gedeelte aandelen behielden we onze overweging voor Europese en Japanse waarden. In maart hebben we onze blootstelling aan Italiaanse en Spaanse waarden verhoogd. Sectormatig kozen we voor een overweging in nutsbedrijven terwijl we positief bleven op materialen, energie, financiën en gezondheidszorg. Voor de obligaties behielden we een modified duration van rond de 3,5. Regionaal gezien hebben we een aanzienlijke onderweging in Frankrijk, en een overweging in het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten en Noorwegen. In maart hebben we onze blootstelling aan (Duitse en Franse) inflatiegerelateerde obligaties verhoogd terwijl we onze blootsteling aan staatsobligaties en supranationale emittenten met lange looptijd hebben verlaagd. Q Marktoverzicht De aandelenmarkten namen een goede start in het tweede kwartaal van Het beleggersvertrouwen werd hersteld door de degelijke macro-economische cijfers in de eurozone, de toename van de M&A-activiteit en de goede aftrap van het resultatenseizoen voor het eerste kwartaal in de Verenigde Staten. Intussen zijn de spanningen rond de crisis in Oekraïne nagenoeg volledig verdwenen nadat Poetin beloofd heeft de nieuwe president van Oekraïne te steunen. Begin juni schoten de beurzen omhoog na de aankondiging van de steunmaatregelen die door de ECB ingevoerd werden om het spook van de inflatie te bestrijden en kmo s te stimuleren. Ook de obligatiemarkten breiden een vervolg aan de goede resultaten die sinds de start van het jaar geboekt werden. De Duitse rente op 10 jaar daalde verder tot circa 1,25 na teleurstellende inflatiecijfers in de eurozone, met daarbovenop de ontgoocheling over de Amerikaanse groei in het eerste kwartaal, terwijl de rally in de perifere landen doorging. De perifere landen werden ondersteund door de goede macro-economische cijfers en de bijkomende maatregelen van Mario Draghi. Portefeuilleactiviteiten en strategie Dans la partie actions, nous avons actuellement une surpondération dans les actions européennes et une légère surpondération dans les actions japonaises. En outre, en prenant en considération le cadre juridique régissant les fonds de pension belges, nous avons une légère surpondération dans les actions des marchés émergents à travers un FNB qui suit le marché boursier coréen. Du point de vue sectoriel, nous avons une surpondération dans l énergie, les services aux collectivités et les matières premières. Nous avons réduit notre exposition au secteur bancaire européen, car nous pensons que les valorisations sont devenues moins attrayantes. Dans la partie 14 In het aandelengedeelte hebben we momenteel een overweging in Europese aandelen en een lichte overweging in Japanse aandelen. Rekening houdend met het wettelijk kader betreffende Belgische pensioenfondsen, hebben we een lichte overweging in aandelen uit opkomende markten via een ETF dat de Koreaanse aandelenmarkt traceert. Sectormatig hebben we een overweging in energie, nutsbedrijven en materialen. We hebben onze blootstelling aan de Europese banksector verlaagd omdat we denken dat waarderingen minder aantrekkelijk zijn geworden. In het vastrentende gedeelte hebben we onze rentegevoeligheid (modified duration rond 3) verlaagd door een deel van onze

15 2. RAPPORT DE GESTION DE L ORGANISME DE PLACEMENT COLLECTIF (SUITE) 2. BEHEERVERSLAG VAN DE INSTELLING VOOR COLLECTIEVE BELEGGING (VERVOLG) revenu fixe, nous avons encore réduit notre sensibilité aux taux d intérêt (duration modifiée de l ordre de 3) en vendant une partie de notre exposition aux obligations de sociétés et en réinvestissant le produit des transactions dans des obligations à taux variable. Bien que restant positifs sur les obligations à rendement élevé et les obligations convertibles, nous avons légèrement réduit notre exposition à ces classes d actifs, car les valorisations sont devenues moins attrayantes qu elles ne l étaient au début de l année. 3ème trimestre 2014 Contexte de marché Les marchés boursiers européens ont entamé le troisième trimestre sur une fausse note. Le marché a chuté de 1,5 en juillet en raison de chiffres économiques décevants et des difficultés de la Banco Espirito Santo, l une des plus grandes institutions financières du Portugal. La correction a commencé à se faire sentir début août en raison des tensions géopolitiques entre la Russie et l Ukraine. À partir du milieu du mois d août, les marchés ont commencé à se redresser quelque peu grâce à la bonne saison des résultats aux États-Unis et dans la zone euro, à la croissance plus forte que prévu de l économie américaine et à la spéculation sur les éventuelles mesures supplémentaires de la BCE. Cependant, les marchés ont continué à se montrer relativement volatiles en septembre en raison du référendum sur l indépendance écossaise. En conséquence, les marchés européens ont pour ainsi dire fait surplace au troisième trimestre, tandis que les actions américaines ont légèrement augmenté. Les marchés obligataires ont réalisé de très bons résultats dans l intervalle, les taux d intérêt ayant chuté au cours du trimestre à environ 0,90 pour le taux allemand à 10 ans. Le crédit a également enregistré de bonnes performances, alors que le haut rendement et les marchés émergents ont tous deux quelque peu souffert de l incertitude en ce qui concerne les tensions géopolitiques. Activités du portefeuille et stratégie Nous avons maintenu notre surpondération dans les actifs à risque, notamment les actions. Notre allocation régionale d actions est restée plus ou moins la même : une légère sous-pondération aux États-Unis en faveur d une surpondération dans les actions européennes et une légère surpondération dans les actions japonaises et émergentes. D un point de vue sectoriel, nous avons encore une surpondération dans les soins et les matériaux de santé, alors que nous avons réduit notre exposition à l énergie. Dans la partie obligataire, nous avons maintenu une duration courte relative. Nous avons encore une sous-pondération en France et avons réduit notre exposition aux obligations d État espagnoles, italiennes et allemandes en septembre. 4ème trimestre 2014 Contexte de marché blootstelling aan bedrijfsobligaties te verkopen en de opbrengst van de transacties te herbeleggen in floating-rate notes. Hoewel we positief blijven op hoogrentende en converteerbare obligaties, hebben we onze blootstelling aan deze activaklassen verlaagd omdat waarderingen minder aantrekkelijk zijn geworden dan in het begin van het jaar. Q Marktoverzicht De Europese beurzen namen in het derde kwartaal een valse start. De markt daalde in juli met 1,5 vanwege de teleurstellende economische cijfers en de moeilijkheden bij Banco Espirito Santo, een van de grootste financiële instellingen van Portugal. De correctie werd begin augustus voelbaar vanwege de aanhoudende geopolitieke spanningen tussen Rusland en Oekraïne. Midden augustus begonnen de markten zich ietwat te herstellen dankzij het degelijke resultatenseizoen in de VS en de eurozone, de sterker dan verwachte groei van de Amerikaanse economie en de speculatie over eventuele bijkomende maatregelen van de ECB. De markten bleven echter relatief volatiel in september vanwege het referendum over de Schotse onafhankelijkheid. Bijgevolg bleven de Europese beurzen in het derde kwartaal als het ware ter plaatse trappelen, terwijl de Amerikaanse aandelen licht stegen. De obligatiemarkten deden het intussen behoorlijk goed, aangezien de rentevoeten in de loop van het kwartaal daalden, tot 0,90 voor de Duitse rente op 10 jaar. Ook bedrijfsobligaties presteerden goed, terwijl zowel de hoogrentende obligaties als obligaties uit de opkomende markten licht verlies leden door de onzekerheid over de geopolitieke spanningen. Portefeuilleactiviteiten en strategie We hebben onze overwogen positie in risicovolle activa behouden, met name in aandelen. Onze regionale indeling blijft min of meer dezelfde : een lichte onderweging van de VS ten gunste van een overwogen positie in Europese aandelen en een lichte overweging van zowel aandelen uit Japan als uit de opkomende markten. Sectormatig hebben we nog steeds een overweging in gezondheidszorg en materialen terwijl we onze blootstelling aan energie hebben verlaagd. Voor de obligaties behielden we een relatief korte duration. We behouden onze onderwogen positie in Frankrijk en hebben onze blootstelling aan Spaanse, Italiaanse en Duitse staatsobligaties in september verlaagd. Q Marktoverzicht Un troisième trimestre plus difficile a été suivi par une plus grande volatilité dans le dernier trimestre de Début octobre, les investisseurs ont pris leurs bénéfices alors que le marché est resté largement indifférent à l annonce de la BCE relatif à son imminent programme d assouplissement quantitatif et que l Allemagne a publié des chiffres décevants. Cela a été suivi en novembre par la relance du marché des actions européen. La crédibilité du marché de la BCE a été renforcée par la promesse de Draghi que la banque centrale retirerait tous les freins pour faire monter à la fois l inflation et les attentes d inflation dans la zone euro le plus rapidement possible. 15 In 2014 werd een moeilijker derde kwartaal gevolgd door een volatieler laatste kwartaal. Begin oktober konden de beleggers innen toen de markt grotendeels onbewogen bleef bij de aankondiging van de ECB om het programma voor kwantitatieve versoepeling in te voeren en Duitsland teleurstellende cijfers noteerde. Dit werd in november gevolgd door de rally op de Europese aandelenmarkt. De geloofwaardigheid van de ECB-markt verbeterde na de belofte van Draghi dat de centrale bank alle stops zou wegnemen om zo snel mogelijk zowel de inflatie als de inflatieverwachtingen in de eurozone op te voeren. December nam een verrassend valse start. In de eerste week

16 2. RAPPORT DE GESTION DE L ORGANISME DE PLACEMENT COLLECTIF (SUITE) 2. BEHEERVERSLAG VAN DE INSTELLING VOOR COLLECTIEVE BELEGGING (VERVOLG) Etonnamment, le mois de décembre a commencé sur une assez fausse note. Dans la première semaine, les marchés boursiers mondiaux ont connu leur plus forte baisse hebdomadaire depuis plus de trois ans, alors que les investisseurs se sont inquiétés des nouveaux risques politiques en Grèce. La phase de récupération qui a suivi a cependant assuré, une nouvelle fois, un rendement annuel positif pour les marchés boursiers. En attendant, l annonce de la BCE, associée à l augmentation précoce de l aversion au risque, a poussé les taux d intérêt vers le bas. Le rendement allemand à 10 ans a terminé l année à 0,54 (par rapport à près de 1,9 au début de 2014). Activités du portefeuille et stratégie Au cours du dernier trimestre de 2014, nous avons maintenu une surpondération dans les actions. Nous avons gardé notre positionnement stratégique régional inchangé, ce qui signifie une surpondération dans les actions de la zone euro, une légère surpondération au Japon et dans les marchés émergents et une légère sous-pondération aux États-Unis. Vers la fin de l année, nous avons augmenté notre exposition à l Allemagne, car ce pays a le plus bénéficié de la dépréciation de l euro et de la reprise cyclique dans la zone euro. Dans la partie obligataire, nous avons maintenu une duration courte par rapport à l indice de référence et pris partiellement nos bénéfices sur les obligations convertibles. En ce qui concerne les devises, nous avons augmenté notre exposition à l USD en octobre. kenden de globale aandelenmarkten hun grootste wekelijkse daling in meer dan drie jaar doordat de beleggers zich zorgen maakten over de nieuwe politieke risico s in Griekenland. De herstelfase achteraf garandeerde echter opnieuw een positief jaarrendement voor de aandelenmarkten. Onderstussen deden de aankondiging van de ECB en de vroege toename van de risicoaversie de rentevoeten verder dalen. De Duitse rente op 10 jaar sloot het jaar af met 0,54 (in tegenstelling tot bijna 1,9 begin 2014). Portefeuilleactiviteiten en strategie In het laatste kwartaal van 2014 behielden we een overweging in aandelen. We bleven vasthouden aan onze strategische regionale positionering, wat een overweging in aandelen uit de eurozone betekende, alsook een lichte overweging in Japan en de opkomende markten en een lichte onderweging in de VS. Tegen het einde van het jaar hebben we onze blootstelling aan Duitsland verhoogd, omdat dat land het meest heeft geprofiteerd van de depreciatie van de euro en het conjuncturele herstel in de eurozone. Voor de obligaties hebben we een short duration in relatie tot de benchmark behouden en gedeeltelijk winst genomen op converteerbare obligaties. Wat de valuta s betreft, hebben we onze blootstelling aan de USD in oktober verhoogd. Date de VNI Dépassement de limite (légale ou prospectus) Datum NIW Overtreding limieten (wettelijke of prospectus) 03/01/2014 Le compartiment investit principalement en obligations (>50 ) : 66,56 03/01/2014 Het compartiment belegt hoofdzakelijk in obligaties (> 50) : 66,56 10/01/2014 Le compartiment investit principalement en obligations (>50 ): 66,39 10/01/2014 Het compartiment belegt hoofdzakelijk in obligaties (> 50): 66,39 15/01/2014 Le compartiment peut investir au maximum 70 de sa valeur totale en actions dans des actions de sociétés dont la capitalisation boursière dépasse EUR, ou la même valeur dans la devise d un État membre de l EEE, cotée sur un marché réglementé. 70,02 > 70 15/01/2014 Het compartiment mag maximaal 70 van zijn totale waarde van aandelen beleggen in aandelen van bedrijven met een beurswaarde van meer dan EUR, of dezelfde waarde in een munt van een lidstaat van de EER, en die genoteerd staat op een gereglementeerde markt. 70,02 > 70 21/01/2014 Le compartiment investit principalement en obligations (>50 ): 66,42 21/01/2014 Het compartiment belegt hoofdzakelijk in obligaties (> 50): 66,42 12/02/2014 Le compartiment investit principalement en obligations (>50 ): 66,64 12/02/2014 Het compartiment belegt hoofdzakelijk in obligaties (> 50): 66,64 21/02/2014 Le compartiment peut investir au maximum 70 de sa valeur totale en actions dans des actions de sociétés dont la capitalisation boursière dépasse EUR, ou la même valeur dans la devise d un État membre de l EEE, cotée sur un marché réglementé. 70,52 > 70 21/02/2014 Het compartiment mag maximaal 70 van zijn totale waarde van aandelen beleggen in aandelen van bedrijven met een beurswaarde van meer dan EUR, of dezelfde waarde in een munt van een lidstaat van de EER, en die genoteerd staat op een gereglementeerde markt. 70,52 > 70 05/03/2014 Le compartiment peut investir au maximum 70 de sa valeur totale en actions dans des actions de sociétés dont la capitalisation boursière dépasse EUR, ou la 05/03/2014 Het compartiment mag maximaal 70 van zijn totale waarde van aandelen beleggen in aandelen van bedrijven met een beurswaarde van meer dan EUR, of 16

17 2. RAPPORT DE GESTION DE L ORGANISME DE PLACEMENT COLLECTIF (SUITE) 2. BEHEERVERSLAG VAN DE INSTELLING VOOR COLLECTIEVE BELEGGING (VERVOLG) même valeur dans la devise d un État membre de l EEE, cotée sur un marché réglementé. 70,22 > 70 dezelfde waarde in een munt van een lidstaat van de EER, en die genoteerd staat op een gereglementeerde markt. 70,22 > 70 26/11/2014 Le compartiment peut investir au maximum 70 de sa valeur totale en actions dans des actions de sociétés dont la capitalisation boursière dépasse EUR, ou la même valeur dans la devise d un État membre de l EEE, cotée sur un marché réglementé. 70,13 > 70 26/11/2014 Het compartiment mag maximaal 70 van zijn totale waarde van aandelen beleggen in aandelen van bedrijven met een beurswaarde van meer dan EUR, of dezelfde waarde in een munt van een lidstaat van de EER, en die genoteerd staat op een gereglementeerde markt. 70,13 > 70 31/12/2014 Securities Lending : La quantité prêtée est plus grande que la quantité en portefeuille. US IBM Différence : 140,00 31/12/2014 Securities Lending: De geleende hoeveelheid is hoger dan de hoeveelheid in de portefeuille. US IBM Verschil : 140, Politique future Toekomstig beleid Notre scénario multi-actifs à moyen terme relatif à une croissance quelque peu améliorée, aux conditions financières mondiales propices et à une augmentation modérée des taux d intérêt reste favorable aux actifs risqués, avec plus de volatilité dans les périodes de hausse des taux d intérêt. Les actions de la zone euro constituent notre principal objectif pour 2015, car la région devrait tirer profit de la dépréciation de l euro et des bénéfices qu elle devrait commencer à engendrer. Dans la partie obligataire, nous avons maintenu une duration inférieure à la référence et une diversification des convertibles, des obligations indexées sur l inflation et des OTV. Ons activaklassen overkoepelend scenario voor de middellange termijn met een iets betere groei, gunstige globale financiële omstandigheden en een matige stijging van de rentevoeten blijft gunstig voor risicodragende activa, met meer volatiliteit in periodes van renteverhogingen. Voor 2015 ligt onze belangrijkste focus op aandelen uit de eurozone aangezien deze regio zou moeten profiteren van de depreciatie van de euro en de winst die dat zou moeten beginnen opbrengen. Voor de obligaties hebben we een duration onder de benchmark behouden, alsook een diversificatie in converteerbare, inflatiegerelateerde obligaties en FRN s Classe de risque Risicoklasse L indicateur synthétique de risque et de rendement est calculé, conformément aux dispositions du Règlement 583/2010 et reflète la volatilité de l historique du fonds, éventuellement complétée de celle de son cadre de référence. La volatilité indique dans quelle ampleur la valeur du fonds peut fluctuer à la hausse comme à la baisse. Cet indicateur est disponible, dans sa version la plus récente, dans les informations clés pour l investisseur. Il classe le fonds sur une échelle allant de 1 à 7. Plus le fonds est situé haut sur l échelle, plus le rendement possible est élevé, mais plus le risque de perte est important également. Le chiffre le plus bas ne signifie pas que le fonds ne présente aucun risque, mais que comparé à des chiffres plus élevés, ce produit offre en principe un rendement plus faible mais aussi plus prévisible. Les principales limites de l indicateur sont les suivantes : l indicateur de risque est calculé à partir des données passées, qui ne préjugent en rien de l évolution future. En conséquence, le degré de risque pourra évoluer dans le temps. Même si le fonds se situe dans la catégorie de risque la plus basse, l investisseur peut subir des pertes car aucune catégorie n est totalement exempte de risque. Ce compartiment se situe en classe 4. De synthetische risico- en opbrengstindicator wordt berekend overeenkomstig de bepalingen van Verordening 583/2010 en geeft de historische volatiliteit van het fonds weer, zo nodig aangevuld met die van zijn referentiekader. De meest recente versie is terug te vinden in de essentiële beleggersinformatie. De synthetische risico- en opbrengstindicator rangschikt het compartiment op een schaal van 1 tot 7. Hoe hoger het compartiment gerangschikt is op de schaal, hoe hoger de potentiële opbrengst is, maar bijkomend is het verliesrisico eveneens hoog. Het laagste cijfer betekent niet dat het fonds risicoloos is, maar dat in vergelijking met hogere cijfers het product in principe een lagere opbrengst zal bieden met een hogere voorspelbaarheid. De voornaamste beperkingen van de synthetische risico- en opbrengstindicator zijn dat de historische gegevens die worden gebruikt voor de berekening van deze indicator, niet altijd een betrouwbare indicatie vormen van de toekomstige evolutie. Aldus kan de risicocategorie in de tijd variëren. Zelfs indien het compartiment gerangschikt in de laagste categorie is, kan de belegger nog steeds verliezen incasseren want geen enkele categorie is totaal risicoloos. Het compartiment is ondergebracht in klasse Vote par procuration Stemmen bij volmacht Le Conseil d Administration de la Société qui s est tenu le 28 janvier 2004 a décidé de déléguer à Candriam Belgium, Op zijn vergadering van 28 januari 2004 besloot de Raad van Bestuur van de vennootschap zijn bevoegdheid om het aan de 17

18 2. RAPPORT DE GESTION DE L ORGANISME DE PLACEMENT COLLECTIF (SUITE) 2. BEHEERVERSLAG VAN DE INSTELLING VOOR COLLECTIEVE BELEGGING (VERVOLG) gestionnaire de la SICAV, la faculté d exercice du droit de vote attaché aux sous-jacents détenus par la SICAV. onderliggende activa van de beleggingsfonds verbonden stemrecht uit te oefenen, te delegeren aan Candriam Belgium, beheerder van het beleggingsfonds. Candriam Belgium a formulé et mis en œuvre une politique de vote reposant sur quatre principes de gouvernement d entreprise. Les décisions de vote sont prises en fonction de ces principes : 1. Protection de tous les droits des actionnaires selon la règle : «une action un vote un dividende». 2. Garantie d égalité de traitement des actionnaires, y compris les actionnaires minoritaires et étrangers. 3. Communication d informations financières correctes et transparence. 4. Responsabilité et indépendance du Conseil d Administration, et des auditeurs externes. Dans le cadre de ses décisions de vote, Candriam Belgium s assure d avoir obtenu toutes les informations nécessaires pour la prise de décision. Les analystes financiers de Candriam Belgium étudient les résolutions présentées aux actionnaires, prenant en compte les recommandations de vote données par des conseillers de gouvernement d entreprise extérieurs. Candriam Belgium garde néanmoins une indépendance complète pour ses votes. Candriam Belgium a décidé d exercer activement les droits de vote liés aux actions d entreprises européennes de premier plan. Cette décision témoigne de la volonté de Candriam Belgium de prendre ses responsabilités dans le cadre du gouvernement d entreprise, et d exercer pleinement les droits de vote dans les sociétés dans lesquelles elle investit pour le compte de ses clients. Dans ce contexte, le gestionnaire de Belfius Pension Fund High Equities s est présenté aux Assemblées Générales des sociétés suivantes : Candriam Belgium heeft een stembeleid geformuleerd en toegepast dat op vier principes van Corporate Governance is gebaseerd. De beslissingen om de stemmen uit te brengen zullen op basis van de volgende principes worden genomen: 1. Bescherming van alle rechten van de aandeelhouders volgens de regel: «een aandeel - een stem - een dividend». 2. Garantie van gelijke behandeling voor alle aandeelhouders, ook de minderheidsaandeelhouders en de buitenlandse aandeelhouders. 3. Mededeling van correcte financiële inlichtingen en transparantie. 4. Verantwoordelijkheid en onafhankelijkheid van de Raad van Bestuur en van de externe accountants. In het kader van haar stembeslissingen zal Candriam Belgium zich ervan vergewissen dat zij alle informatie heeft gekregen die zij nodig heeft om haar beslissing te nemen. De financieel analisten van Candriam Belgium bestuderen de resoluties die aan de aandeelhouders worden voorgelegd. Hierbij houden zij rekening met de stemaanbevelingen van de externe adviseurs voor Corporate Governance. Candriam Belgium blijft echter volledig onafhankelijk om haar stemgedrag te bepalen. Candriam Belgium heeft besloten de stemrechten die verbonden zijn aan de aandelen van Europese eersterangsbedrijven, actief uit te oefenen. Deze beslissing getuigt van de wil van Candriam Belgium om zijn verantwoordelijkheid inzake corporate governance op te nemen en de stemrechten in de bedrijven waarin het voor rekening van zijn cliënten belegt, ten volle uit te oefenen. Daarom heeft de beheerder van Belfius Pension Fund High Equities zich aangeboden op de Algemene Vergaderingen van de volgende ondernemingen: Nom de société Pays AGM 2014 Naam onderneming Landen AGM 2014 Adidas AG DE 8/05/2014 Akzo Nobel NV NL 29/04/2014 Allianz SE DE 7/05/2014 Alstom FR 1/07/2014 ASML Holding NV NL 23/04/2014 Banco Bilbao Vizcaya Argentaria, S.A. ES 13/03/2014 Banco Santander S.A. ES 14/09/2014 Barclays plc UK 24/04/2014 BASF SE DE 2/05/2014 Bayer AG DE 29/04/2014 Beiersdorf AG DE 17/04/2014 BG Group plc UK 15/05/2014 BHP Billiton plc UK 23/10/2014 BMW Group Bayerische Motoren Werke AG DE 15/05/2014 BNP Paribas SA FR 14/05/2014 BP plc UK 10/04/2014 BT Group plc UK 16/07/

19 2. RAPPORT DE GESTION DE L ORGANISME DE PLACEMENT COLLECTIF (SUITE) 2. BEHEERVERSLAG VAN DE INSTELLING VOOR COLLECTIEVE BELEGGING (VERVOLG) Compagnie de Saint Gobain FR 5/06/2014 Compagnie generale des etablissements Michelin FR 16/05/2014 Croda International plc UK 24/04/2014 Daimler AG DE 9/04/2014 Danone FR 29/04/2014 Deutsche Telekom AG DE 15/05/2014 E.ON SE DE 30/04/2014 ENEL SpA IT 22/05/2014 Eni S.p.A. IT 8/05/2014 Essilor International FR 7/05/2014 GDF Suez FR 28/04/2014 GlaxoSmithKline plc UK 7/05/2014 HSBC Holdings plc UK 23/05/2014 Industria de Diseno Textil (INDITEX) ES 15/07/2014 ING Groep NV NL 12/05/2014 Intesa SanPaolo SPA IT 8/05/2014 Johnson Matthey plc UK 23/07/2014 Kerry Group plc IRL 1/05/2014 Kingfisher plc UK 12/06/2014 Koninklijke Philips N.V. NL 1/05/2014 Lafarge FR 7/05/2014 Linde AG DE 20/05/2014 Lloyds Banking Group plc UK 15/05/2014 LVMH Moet Hennessy Louis Vuitton FR 10/04/2014 Orange FR 27/05/2014 Pernod Ricard FR 6/11/2014 Red Electrica Corporacion SA ES 8/05/2014 Renault FR 30/04/2014 Rio Tinto plc UK 15/04/2014 Royal Dutch Shell plc UK 20/05/2014 RWE AG DE 16/04/2014 Sanofi FR 5/05/2014 SAP AG DE 21/05/2014 Schneider Electric SA FR 6/05/2014 Societe Generale FR 20/05/2014 Sodexo FR 21/01/2014 Telecom Italia Spa IT 16/04/2014 Telefonica S.A. ES 29/05/2014 Total SA FR 16/05/2014 Unibail Rodamco SE FR 23/04/2014 Unilever NV NL 14/05/2014 Vinci FR 15/04/2014 Vivendi FR 24/06/2014 Volkswagen AG (VW) DE 13/05/2014 Yoox S.p.A. IT 19/12/

20 2. RAPPORT DE GESTION DE L ORGANISME DE PLACEMENT COLLECTIF (SUITE) 2. BEHEERVERSLAG VAN DE INSTELLING VOOR COLLECTIEVE BELEGGING (VERVOLG) En outre, un Comité Proxy Voting a été mis sur pied au sein de Candriam Belgium. Son rôle est d évaluer, et de faire évoluer la politique de vote si cela s avère opportun. Ce Comité est composé de représentants de Candriam Belgium et de personnes externes à la Société. Les membres en sont les suivants : - Myriam Vanneste (Présidente) - Wim Moesen (Membre externe) - Jean-Louis Duplat (Membre externe) - Tanguy De Villenfagne (Membre) - Lucia Meloni (Membre) - Patrick Haustant (Membre) - David Drappier (Membre) Bovendien is binnen Candriam Belgium een Proxy Voting-commissie opgericht, met als taak het stembeleid te evalueren en eventueel te veranderen indien dit gepast lijkt. Deze commissie bestaat uit vertegenwoordigers van Candriam Belgium en uit personen van buiten de Vennootschap. Dit zijn de leden van deze commissie: - Myriam Vanneste (Voorzitter) - Wim Moesen (Externe lid) - Jean-Louis Duplat (Externe lid) - Tanguy De Villenfagne (Lid) - Lucia Meloni (Lid) - Patrick Haustant(Lid) - David Drappier (Lid) Prêt de titres Effectenleningen Compartiment : Belfius Pension Fund Low Equities Période sous revue : Compartiment: Belfius Pension Fund Low Equities Betrokken periode: 01/01/ /12/2014 Type de prêts : 01/01/ /12/2014 Type van de effectenleningen: Prêts réalisés par l intermédiaire d un système de prêt de titres organisé et standardisé géré par un ou plusieurs principal (principaux). Identité des contreparties De leningen worden afgesloten door middel van een georganiseerd en gestandaardiseerd effectenleningssysteem beheerd door één of meer «principals». Identiteit van de tegenpartijen ABN AMRO Bank Barclays,Capital BNP Paribas Arbitrage BNP Paribas Securities Services Credit Agricole Corporate and Investment Bank Merryll Lynch International Morgan Stanley and Co International plc Natixis Nomura International plc Société Générale Securities Services UBS Limited Défaut d une contrepartie In gebreke gestelde tegen partijen 20

21 2. RAPPORT DE GESTION DE L ORGANISME DE PLACEMENT COLLECTIF (SUITE) 2. BEHEERVERSLAG VAN DE INSTELLING VOOR COLLECTIEVE BELEGGING (VERVOLG) Aucune contrepartie n a fait défaut Geen enkele tegenpartij is in gebreke gebleven Nature des titres prêtés : Aard van de uitgeleende effecten: Actions et autres valeurs assimilables à des actions Aandelen en andere met aandelen gelijk te stellen waardepapieren Volume moyen : Gemiddeld volume: 31/01/ /02/ /03/ /04/ /05/ /06/ , , , , , ,00 31/07/ /08/ /09/ /10/ /11/ /12/ , , , , , ,00 Valeur réelle des titres prêtés : Reële waarde van de verrichtingen: ,48 EUR ,48 EUR Code Isin Isin Code Dénomination Benaming Quantité Hoeveelheid Prix Prijs Munt Valeur Valeur d évaluation d évaluation dans dans la devise du la devise du titre compartiment Waarderings-waa Waarderings-waard rde in de valuta van het effect e in de valuta van het compartiment FR EUROFINS SCIENTIFIC-CW17 54,00 81,73 EUR 4 413, ,42 FR NRJ GROUP 1 736,00 6,59 EUR , ,24 BE GALAPAGOS NV ,00 15,49 EUR , ,99 IT PIAGGIO & C. S.P.A ,00 2,40 EUR , ,02 NL AMG ADVANCED METALLURGICAL 1 442,00 6,75 EUR 9 739, ,27 IT YOOX SPA 7 902,00 18,49 EUR , ,98 BE TESSENDERLO CHEMIE 8 615,00 20,94 EUR , ,02 US00206R1023 AT&T INC 6 215,00 33,59 USD , ,98 BE COFINIMMO 2 228,00 95,97 EUR , ,16 DE HEIDELBERGER DRUCKMASCHINEN ,00 2,08 EUR , ,46 BE RHJ INTERNATIONAL 4 910,00 4,61 EUR , ,10 FR FAIVELEY TRANSPORT 1 766,00 47,90 EUR , ,40 US INTL BUSINESS MACHINES CORP 1 404,00 160,44 USD , ,21 FR BONDUELLE SCA 1 948,00 20,06 EUR , ,88 BE BEKAERT NV 7 981,00 26,34 EUR , ,44 BE THROMBOGENICS NV ,00 6,56 EUR , ,20 FR SAFT GROUPE SA 633,00 25,15 EUR , ,95 FR GENTICEL SA 7 112,00 5,61 EUR , ,32 DE DRILLISCH AG ,00 30,11 EUR , ,50 IT GRUPPO EDITORIALE L ESPRESSO ,00 0,98 EUR , ,42 GB00B019KW72 SAINSBURY (J) PLC ,00 246,70 GBp , ,43 US88579Y1010 3M CO 1 773,00 164,32 USD , ,13 IE00B1RR8406 SMURFIT KAPPA GROUP PLC 596,00 18,70 EUR , ,20 IT LANDI RENZO SPA ,00 0,99 EUR , ,82 FR AXA SA ,00 19,20 EUR , ,11 BE UMICORE ,00 33,30 EUR , ,74 IT TELECOM ITALIA SPA ,00 0,88 EUR , ,34 FI NOKIA OYJ ,00 6,60 EUR , ,38 FR ALTEN 1 741,00 35,35 EUR , ,35 21

22 2. RAPPORT DE GESTION DE L ORGANISME DE PLACEMENT COLLECTIF (SUITE) 2. BEHEERVERSLAG VAN DE INSTELLING VOOR COLLECTIEVE BELEGGING (VERVOLG) NL BRUNEL INTERNATIONAL 1 925,00 13,60 EUR , ,00 BE EXMAR NV 140,00 10,30 EUR 1 442, ,70 LU ARCELORMITTAL ,00 9,09 EUR , ,02 FI RAMIRENT OYJ 184,00 6,60 EUR 1 214, ,40 BE ROULARTA MEDIA GROUP NV 28,00 12,24 EUR 342,86 342,86 BE SOFINA 1 790,00 86,90 EUR , ,00 BE EVS BROADCAST EQUIPMENT S.A ,00 29,88 EUR , ,87 BE AEDIFICA 1 657,00 55,55 EUR , ,35 LU RTL GROUP 9 644,00 78,40 EUR , ,60 BE ECONOCOM GROUP ,00 6,56 EUR , ,35 FR MERSEN (EX CARBON LORRAINE) 4 565,00 20,12 EUR , ,80 BE NYRSTAR NV ,00 2,93 EUR , ,15 DE000BASF111 BASF SE 6 684,00 69,38 EUR , ,92 DE MORPHOSYS AG 550,00 76,35 EUR , ,50 DE MUENCHENER RUECKVER AG-REG 2 298,00 164,35 EUR , ,30 FR EUROFINS SCIENTIFIC 1 214,00 212,05 EUR , ,70 BE RECTICEL 1 740,00 5,15 EUR 8 957, ,52 FR SANOFI ,00 75,66 EUR , ,40 ES TUBOS REUNIDOS SA ,00 1,71 EUR , ,82 GB00BKX5CN86 JUST EAT PLC ,00 309,70 GBp , ,12 NL BINCKBANK NV 1 618,00 7,05 EUR , ,28 GB00BJ62K685 PETS AT HOME GROUP PLC ,00 202,20 GBp , ,58 FR SECHE ENVIRONNEMENT 407,00 19,90 EUR 8 099, ,30 IE KERRY GROUP PLC-A 7 331,00 57,07 EUR , ,17 FR NORBERT DENTRESSANGLE 12,00 122,00 EUR 1 464, ,00 BE CMB CIE MARITIME BELGE 1 263,00 15,32 EUR , ,84 BE SIPEF SA 116,00 47,68 EUR 5 530, ,88 IT TREVI FINANZIARIA INDUSTRIAL ,00 2,88 EUR , ,00 BE FAGRON 2 854,00 34,72 EUR , ,88 BE MOBISTAR SA 6 316,00 19,60 EUR , ,18 DE H&R AG 1 526,00 7,43 EUR , ,28 FR ALTAMIR 2 695,00 10,32 EUR , ,40 FI KONE OYJ-B ,00 37,75 EUR , ,75 BE CFE 160,00 85,02 EUR , ,20 AT0000A00Y78 CAT OIL AG ,00 14,84 EUR , ,53 BE BEFIMMO 1 604,00 60,21 EUR , ,84 FI FORTUM OYJ ,00 17,92 EUR , ,28 FR LAFARGE SA 2 063,00 58,08 EUR , ,04 BE EURONAV SA 1 260,00 10,37 EUR , ,20 DE000KSAG888 K+S AG-REG 7 437,00 22,70 EUR , ,08 US20030N1019 COMCAST CORP-CLASS A 3 756,00 58,01 USD , ,48 NL AEGON NV ,00 6,26 EUR , ,00 IE CRH PLC ,00 19,90 EUR , ,40 DE000A1EWWW0 ADIDAS AG 2 876,00 56,97 EUR , ,72 FR EUTELSAT COMMUNICATIONS 913,00 26,80 EUR , ,84 DE DEUTSCHE BANK AG-REGISTERED ,00 25,06 EUR , ,40 DE THYSSENKRUPP AG 3 168,00 21,16 EUR , ,88 FR VINCI SA ,00 45,51 EUR , ,44 FR AIR LIQUIDE SA 7 276,00 102,85 EUR , ,60 FR BNP PARIBAS 9 036,00 49,26 EUR , ,36 FR CARREFOUR SA 6 277,00 25,30 EUR , ,10 NL AKZO NOBEL 4 869,00 57,65 EUR , ,85 FR CREDIT AGRICOLE SA ,00 10,76 EUR , ,64 ES VISCOFAN SA 3 599,00 44,06 EUR , ,94 ES RED ELECTRICA CORPORACION SA 1 514,00 73,21 EUR , ,94 ES GAS NATURAL SDG SA 4 474,00 20,81 EUR , ,94 BE BANQUE NATIONALE DE BELGIQUE 1, ,05 EUR 3 346, ,05 US67011P1003 NOW INC 488,00 25,73 USD , ,77 DE CONTINENTAL AG 1 531,00 172,70 EUR , ,70 DE LINDE AG 439,00 153,20 EUR , ,80 IE00B1GKF381 RYANAIR HOLDINGS PLC ,00 9,80 EUR , ,07 22

23 2. RAPPORT DE GESTION DE L ORGANISME DE PLACEMENT COLLECTIF (SUITE) 2. BEHEERVERSLAG VAN DE INSTELLING VOOR COLLECTIEVE BELEGGING (VERVOLG) Nature des garanties financières obtenues : Aard van de verkregen financiële zekerheden: ,44 EUR Obligations gouvernementales émises par les pays suivants : Belgique, France, Allemagne, Italie, Pays-Bas, Suède, Canada, Japon, Suisse, Etats-Unis et Royaume-Uni ,44 EUR Overheidobligaties uitgeven door volgende landen : België, Frankrijk, Duitsland, Italië, Nederland, Zweden, Canada, Japan, Zwitserland, Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk. Code Isin Isin Code Dénomination Benaming Quantité Hoeveelheid Prix Prijs Munt Valeur Valeur d évaluation d évaluation dans dans la devise du la devise du titre compartiment 23 Waarderings-waa rde in de valuta van het effect Waarderings-waard e in de valuta van het compartiment XS DEKABANK DEUTSCHE 0,151 23NOV15 FRN ,00 123,47 EUR , ,74 FR FRANCE GOVERNMENT B 1,85 25JUL27 IL ,00 111,25 EUR , ,69 DE BUNDESREPUBLIK DEUTSCH 1,75 04JUL ,00 100,80 EUR , ,89 FR FRENCH TREASURY NOT 0,45 25JUL16 IL ,00 144,88 EUR , ,88 IT ITALY BUONI POLIENNALI 6,0 01MAY ,00 108,73 EUR , ,78 FR FRANCE GOVERNMENT BOND 3,75 25APR ,00 103,35 EUR , ,20 FR FRANCE GOVERNMENT BOND 1,0 25MAY ,00 103,54 EUR , ,60 FR FRANCE GOVERNMENT BOND 1,0 25NOV ,00 108,73 EUR , ,49 FR FRANCE GOVERNMENT BOND 1,75 25NOV ,00 120,40 EUR , ,14 DE KFW 3,5 04JUL ,00 140,66 EUR , ,12 ES C7 SPAIN GOVERNMENT BOND 5,9 30JUL ,00 111,80 EUR , ,76 ES Q7 SPAIN GOVERNMENT BOND 4,5 31JAN ,00 130,92 EUR , ,50 ES U9 SPAIN GOVERNMENT B 5,4 31JAN23 144A ,00 136,50 EUR , ,60 BE BELGIUM GOVERNMENT 4,5 28MAR26 144A ,00 103,16 JPY , ,34 JP B9 JAPAN(GOVT 1,8 BDS 20/09/16 JPY ,00 118,41 JPY , ,48 JP JAPAN GOVERNMENT TWENTY 2,0 20MAR ,00 143,47 EUR , ,79 FR FRANCE GOVERNMENT BOND 4,0 25OCT ,32 109,01 EUR , ,05 BE BELGIUM GOVERNMENT 4,0 28MAR17 144A ,00 117,85 EUR , ,28 NL NETHERLANDS GOVERN 4,0 15JUL19 144A ,00 112,09 EUR , ,68 FI FINLAND GOVERNMENT 2,0 15APR24 144A 0,25 100,07 EUR , ,67 FR FRANCE GOVERNMENT BOND 0,0 25OCT ,81 141,52 GBP 0,25 0,25 GB00B00NY175 UK(GOVT OF 4,75 STK 07/12/38 GBP ,12 113,44 EUR , ,25 BE BELGIUM GOVERNMENT BOND 3,0 28SEP ,15 104,26 EUR , ,34 BE BELGIUM GOVERNMENT BON 1,25 22JUN ,00 166,21 EUR , ,92 FR FRANCE(GOV 5,75 OAT 25/10/2032 EUR ,00 152,32 EUR , ,49 NL NETHERLANDS GOVERN 4,0 15JAN37 144A 565,00 112,00 EUR , ,72 FR FRANCE GOVERNMENT BOND 4,25 25OCT ,00 106,28 EUR 637,20 637,20 ES BANCO SANTANDER SA 4,625 21JUN ,00 119,84 EUR , ,97 XS TELEFONICA EMISIONES 3,987 23JAN ,00 109,50 EUR , ,70 XS IBERDROLA INTERNATIONAL 2,5 24OCT ,00 98,69 USD , ,56 US124857AL72 CBS CORP NE 2,3 15AUG ,00 103,00 USD , ,54 US92553PAT93 VIACOM INC NEW 4,25 01SEP ,00 101,15 JPY , ,20 JP D95 JAPAN GOVERNMENT FIVE Y 0,3 20SEP ,00 131,85 EUR , ,87 ES K0 SPAIN GOVERNMENT BOND 5,85 31JAN ,90 101,36 DKK , ,00 DK NYKREDIT REALKREDIT A/S 2,0 01OCT ,33 101,78 DKK , ,11 DK REALKREDIT DANMARK A/S 2,0 01JAN ,00 104,49 EUR , ,21 ES W5 SPAIN GOVERNMENT BOND 3,3 30JUL ,00 108,54 EUR , ,97 ES V5 SPAIN GOVERNMENT BOND 2,75 30APR ,00 114,20 EUR , ,38 AT AUSTRIA GOVERNMEN 4,65 15JAN18 144A 2 000,00 99,76 USD 3 560, ,08 US073928S466 BEAR STEARNS COS 0, NOV16 FRN 2 000,00 116,93 EUR 1 996, ,17 FI FINLAND GOVERNME 3,375 15APR20 144A 2 000,00 114,36 USD 2 386, ,60 US55608KAD72 MACQUARIE GROUP LTD SR 6,25 14JAN ,00 118,98 EUR 2 345, ,90 EU000A1G0AB4 EUROPEAN FINANCIAL ST 3,375 05JUL ,00 106,89 EUR 3 618, ,90 ES J2 SPAIN GOVERNMENT BOND 4,25 31OCT ,00 97,48 USD 3 227, ,95 US00205GAA58 APT PIPELINES LT 3,875 11OCT22 144A 2 000,00 100,44 USD 1 966, ,83 US02665WAA99 AMERICAN HONDA F 0, OCT16 FRN 2 000,00 103,21 USD 2 012, ,13 US36962G7K48 GENERAL ELEC CAP CORP 3,45 15MAY ,00 104,07 USD 2 073, ,13 US686330AG66 ORIX CORP 3,75 09MAR ,00 98,94 EUR 2 104, ,28 NL NETHERLANDS GOVERNMENT 0,0 15JAN ,00 152,32 EUR , ,64 NL NETHERLANDS GOVERN 4,0 15JAN37 144A ,21 143,95 EUR 3 365, ,34 DE BUNDESREPUBLIK DEUTSCH 3,25 04JUL ,00 138,19 EUR , ,43 BE BELGIUM GOVERNMENT BOND 4,0 28MAR ,00 112,19 EUR , ,74 NL NETHERLANDS GOVERNMENT 2,0 15JUL ,00 100,76 EUR , ,80

24 2. RAPPORT DE GESTION DE L ORGANISME DE PLACEMENT COLLECTIF (SUITE) 2. BEHEERVERSLAG VAN DE INSTELLING VOOR COLLECTIEVE BELEGGING (VERVOLG) NL NETHERLANDS GOVERNMENT 0,25 15JAN , ,15 Nature des titres prêtés : Aard van de uitgeleende effecten: Obligations et autres titres de créance Obligaties en andere schuldinstrumenten Volume moyen : Gemiddeld volume: 31/01/ /02/ /03/ /04/ /05/ /06/ , , ,00 31/07/ /08/ /09/ /10/ /11/ /12/ , , , , , ,00 Valeur réelle des titres prêtés : Reële waarde van de verrichtingen: ,13 EUR ,13 EUR Code Isin Isin Code Dénomination Benaming Quantité Hoeveelheid Prix Prijs Munt Intérêts Valeur Valeur d évaluation d évaluation dans dans la devise du la devise du titre compartiment Waarderings-waa Waarderings-waard rde in de valuta van het effect e in de valuta van het compartiment XS BARCLAYS BANK PLC 6 23/01/ ,00 114,39 EUR , , ,99 US912810RA88 TSY INFL IX N/B 0,625 15/02/ ,00 94,61 USD 3 320, , ,27 DE BUNDESREPUB ,00 112,59 EUR , , ,07 DEUTSCHLAND 2 4/01/2022 DE BUNDESREPUB ,00 103,44 EUR , , ,13 DEUTSCHLAND 3,5 4/01/2016 DE BUNDESREPUB ,00 99,80 EUR , , ,19 DEUTSCHLAND 3,75 4/01/2015 FR FRANCE (GOVT OF) 0,25 25/07/ ,00 104,15 EUR 6 493, , ,16 DE DEUTSCHLAND I/L BOND 0,1 15/04/ ,00 104,31 EUR 1 371, , ,30 NL NETHERLANDS ,00 117,82 EUR , , ,07 GOVERNMENT 4 15/07/2019 ES F2 BONOS Y OBLIG DEL ,00 100,83 EUR , , ,82 ESTADO 3 30/04/2015 DE BUNDESREPUB ,00 112,59 EUR 5 966, , ,43 DEUTSCHLAND 2 4/01/2022 XS SOLIDIUM OY 0,5 29/09/ ,00 100,12 EUR 245, , ,38 DE BUNDESREPUB ,00 112,59 EUR , , ,04 DEUTSCHLAND 2 4/01/2022 BE BELGIUM KINGDOM 2,25 22/06/ ,00 113,02 EUR , , ,95 DE BUNDESREPUB ,00 103,44 EUR 8 962, , ,46 DEUTSCHLAND 3,5 4/01/2016 XS SOLIDIUM OY 0 4/09/ ,00 103,25 EUR 0, , ,75 XS POHJOLA BANK PLC 0,432 3/03/ ,00 100,49 EUR 630, , ,79 XS ABBEY NATL TREASURY ,00 100,56 EUR 2 509, , ,32 SERV 0,779 13/08/2019 XS ENI SPA 0,625 18/01/ ,00 105,38 EUR 4 753, , ,42 IT BUONI POLIENNALI DEL ,00 126,02 EUR , , ,46 TES 4,75 1/09/2028 IT BUONI POLIENNALI DEL ,00 114,48 EUR , , ,00 24

25 2. RAPPORT DE GESTION DE L ORGANISME DE PLACEMENT COLLECTIF (SUITE) 2. BEHEERVERSLAG VAN DE INSTELLING VOOR COLLECTIEVE BELEGGING (VERVOLG) TES 3,75 1/03/2021 IT BUONI POLIENNALI DEL ,00 103,18 EUR , , ,38 TES 2,55 22/10/2016 IT BUONI POLIENNALI DEL ,00 103,46 EUR , , ,74 TES 2,15 12/11/2017 XS CEZ MH BV 0 4/08/ ,00 98,38 EUR 0, , ,00 Nature des garanties financières obtenues : Aard van de verkregen financiële zekerheden: EUR Obligations gouvernementales émises par les pays suivants : Belgique, France, Allemagne, Italie, Pays-Bas, Suède, Canada, Japon, Suisse, Etats-Unis et Royaume-Uni. EUR Overheidobligaties uitgeven door volgende landen : België, Frankrijk, Duitsland, Italië, Nederland, Zweden, Canada, Japan, Zwitserland, Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk. Produits nets réalisés par l OPC : Netto-gerealiseerde opbrengst voor de ICB: ,44 EUR ,44 EUR Rémunération provenant des prêts de titres après déduction de la rémunération du gestionnaire du système et du conservateur de la garantie financière, qui revient à la Société de Gestion : ,90 EUR Vergoeding voortvloeiend uit de effectenleningen, na aftrek van de vergoeding van de beheerder van het effectenleningssysteem en van de houder van de financiële zekerheid, die toekomt aan de Beheersvennootschap: ,90 EUR LE CONSEIL D ADMINISTRATION DE RAAD VAN BESTUUR 25

26 3. RAPPORT D AUDITEUR 3. VERSLAG VAN DE COMMISSARIS 26

27 3. RAPPORT D AUDITEUR 3. VERSLAG VAN DE COMMISSARIS 27

28 3. RAPPORT D AUDITEUR 3. VERSLAG VAN DE COMMISSARIS 28

29 3. RAPPORT D AUDITEUR 3. VERSLAG VAN DE COMMISSARIS 29

30 3. RAPPORT D AUDITEUR 3. VERSLAG VAN DE COMMISSARIS 30