BELFIUS CASH STRATEGY

Transcriptie

1 BELFIUS CASH STRATEGY FCP GBF Rapport annuel révisé au 31 décembre 2015 Gereviseerd jaarverslag 31 december 2015 Fonds commun de placement de droit belge, à nombre variable de parts Catégorie Instruments financiers et liquidités Openbaar gemeenschappelijk beleggingsfonds naar Belgisch recht met een veranderlijk aantal rechten van deelneming Categorie Financiële instrumenten en liquide middelen Aucune souscription ne peut être acceptée sur la base du présent rapport. Les souscriptions ne sont valables que si elles sont effectuées après la remise à titre gratuit du document d informations clés pour l investisseur. Geen enkele inschrijving mag worden aanvaard op basis van dit verslag. Inschrijvingen zijn slechts geldig indien ze worden uitgevoerd na kosteloze overlegging van het document met essentiële beleggersinformatie.

2

3 INFORMATIONS GENERALES SUR LA SOCIETE D INVESTISSEMENT 1. ORGANISATION DE L ORGANISME DE PLACEMENT COLLECTIF ALGEMENE INFORMATIE OVER DE ELEGGINGSVENNOOSCHAP 1. ORGANISATIE VAN DE INSTELLING VOOR COLLECTIEVE BELEGGING 1.1. Date de constitution du Fond Commun de Placement 1.1. Oprichtingsdatum van het Gemeenschappelijk Beleggingsfonds 19 décembre december Type de gestion Fonds commun de placement régi, en ce qui concerne son fonctionnement et ses placements, par la loi du 19 avril 2014 relative aux organismes de placement collectif alternatifs et à leurs gestionnaires («la Loi OPCA») Beheertype Gemeenschappelijk beleggingsfonds dat, wat zijn werking en beleggingen betreft, wordt geregeld door de wet van 19 april 2014 betreffende de alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheerders («de aicb-wet») Société de gestion 1.3. Beheervennootschap Candriam Belgium Avenue des Arts Bruxelles Conseil d administration de la société de gestion Président Candriam Belgium Kunstlaan Brussel Raad van Bestuur van de Beheervennootschap Voorzitter Yie-Hsin HUNG Chairman and Chief Executive Officer New York Life Investment Management LLC Administrateurs passifs Naïm ABOU-JAOUDE Chief Executive Officer and Chairman of the Executive Committee Candriam Christopher O. BLUNT Executive Vice President and President of the Investments Group New York Life Insurance Company John M. GRADY Senior Managing Director, New York Life Investment Management John T. FLEURANT Executive Vice President and Chief Financial Officer of New York Life Insurance Company David BEDARD Senior Vice-Président, New York Life Insurance Company Senior Managing Director and Chief Financial Officer, New York Life Investment Management Jeffrey PHLEGAR Senior Vice President, New York Life Insurance Company Chairman and Chief Executive Officer of MacKay Shields LLC Chief Executive Officer, MacKay Shields UK LLP Daniel GILLET Administrateur indépendant Yie-Hsin HUNG Chairman and Chief Executive Officer New York Life Investment Management LLC Passieve bestuurders Naïm ABOU-JAOUDE Chief Executive Officer and Chairman of the Executive Committee Candriam Christopher O. BLUNT Executive Vice President and President of the Investments Group New York Life Insurance Company John M. GRADY Senior Managing Director, New York Life Investment Management John T. FLEURANT Executive Vice President and Chief Financial Officer of New York Life Insurance Company David BEDARD Senior Vice-Président, New York Life Insurance Company Senior Managing Director and Chief Financial Officer, New York Life Investment Management Jeffrey PHLEGAR Senior Vice President, New York Life Insurance Company Chairman and Chief Executive Officer of MacKay Shields LLC Chief Executive Officer, MacKay Shields UK LLP Daniel GILLET Onafhankelijk bestuurder 3

4 1. ORGANISATION DE L ORGANISME DE PLACEMENT COLLECTIF (SUITE) 1. ORGANISATIE VAN DE INSTELLING VOOR COLLECTIEVE BELEGGING (VERVOLG) Administrateurs actifs Tanguy DE VILLENFAGNE Membre du Comité Exécutif Candriam Il exerce également les activités suivantes : Président du Comité de Direction Candriam Belgium Actieve bestuurders Tanguy DE VILLENFAGNE Lid van het Executief Comité Candriam Hij oefent tevens volgende functies uit: Voorzitter van het Directiecomité Candriam Belgium Vincent HAMELINK Membre du Comité Exécutif Candriam Il exerce également les activités suivantes : Membre du Comité de Direction Candriam Belgium Mandats d administrateur dans différents OPC Myriam VANNESTE Global Head of Distribution Candriam Belgium Elle exerce également les activités suivantes : Membre du Comité de Direction Candriam Belgium Mandats d administrateur dans différents OPC Vincent HAMELINK Lid van het Executief Comité Candriam Hij oefent tevens volgende functies uit: Lid van het Directiecomité Candriam Belgium Bestuursmandaten in diverse ICB s Myriam VANNESTE Global Head of Distribution Candriam Belgium Ze oefent tevens volgende functies uit: Lid van het Directiecomité Candriam Belgium Bestuursmandaten in diverse ICB s Commissaire de la société de gestion PricewaterhouseCoopers Réviseurs d Entreprises/ Bedrijfsrevisoren, Dont le permanent est Monsieur Roland JEANQUART Woluwedal Woluwe-Saint-Etienne Commissaris van de beheervennootschap PricewaterhouseCoopers Bedrijfsrevisoren/ Réviseurs d Entreprises, Vast vertegenwoordigd door de heer Roland JEANQUART Woluwedal Sint-Stevens-Woluwe 1.4. Commissaire S.C. s.f.d. S.C.R.L. Deloitte Réviseurs d entreprises/ Bedrijfsrevisoren dont le représentant permanent est Monsieur Maurice Vrolix Berkenlaan 8b 1831 Diegem 1.4. Commissaris B.V. o.v.v.e. C.V.B.A. Deloitte Bedrijfsrevisoren / Réviseurs d entreprises vast vertegenwoordigd door de heer Maurice Vrolix Berkenlaan 8b 1831 Diegem 1.5. Promoteurs Belfius Banque S.A. Boulevard Pachéco Bruxelles Candriam Belgium Boulevard des Arts Bruxelles 1.6. Dépositaire Belfius Banque S.A. Boulevard Pachéco Bruxelles 1.7. Gestion financière du portefeuille Candriam Belgium Avenue des Arts Bruxelles 1.8. Gestion administrative et comptable RBC Investor Services Belgium S.A. Place Rogier Bruxelles 1.5. Promotors Belfius Bank N.V. Pachecolaan Brussel Candriam Belgium Kunstlaan Brussel 1.6. Bewaarder Belfius Bank N.V. Pachecolaan Brussel 1.7. Financieel portefeuillebeheer Candriam Belgium Kunstlaan Brussel 1.8. Administratief- en boekhoudkundig beheer RBC Investor Services Belgium N.V. Rogierplein Brussel 4

5 1. ORGANISATION DE L ORGANISME DE PLACEMENT COLLECTIF (SUITE) 1. ORGANISATIE VAN DE INSTELLING VOOR COLLECTIEVE BELEGGING (VERVOLG) Pour certaines fonctions de l administration liées à l activité d Agent de Transfert : Belfius Banque S.A. Boulevard Pachéco Bruxelles Les fonctions de l administration liées à l activité de Montage sont assurées par la Société de Gestion Service financier Belfius Banque S.A. Boulevard Pachéco Bruxelles Distributeur(s) Belfius Banque S.A. Boulevard Pachéco Bruxelles Voor bepaalde functies van de administratie verbonden aan de activiteit van Transferagent: Belfius Bank N.V. Pachecolaan Brussel De functies van de administratie verbonden aan de activiteit van Montage worden door de Beheervennootschap verzekerd Financiële dienst Belfius Bank N.V. Pachecolaan Brussel Distributeur(s) Belfius Bank N.V. Pachecolaan Brussel 5

6 2. RAPPORT DE GESTION DE L ORGANISME DE PLACEMENT COLLECTIF 2. BEHEERVERSLAG VAN DE INSTELLING VOOR COLLECTIEVE BELEGGING Mesdames, Messieurs, Nous avons le plaisir de vous présenter les comptes annuels arrêtés au 31 décembre 2015 du Fonds Commun de Placement Belfius Cash Strategy Date de lancement du compartiment et prix de souscription des parts Le Fonds Commun de Placement a été lancé le 9 janvier La période de souscription initiale a été fixée du 20 décembre 2002 jusqu au 9 janvier 2003 et le prix initial de souscription à EUR payable le 10 janvier Dames, Heren, Wij hebben het genoegen het jaarverslag per 31 december 2015 van het gemeenschappelijk beleggingsfonds Belfius Cash Strategy aan de aandeelhouders voor te leggen Lanceringsdatum en inschrijvingsprijs van het compartiment Het Gemeenschappelijk Beleggingsfonds werd gelanceerd op 9 januari De initiële inschrijvingsperiode liep van 20 december 2002 tot en met 9 januari 2003 en de initiële inschrijvingsprijs bedroeg EUR op 10 januari Délégation de la gestion du portefeuille d investissement 2.2. Delegatie van het beheer van de beleggingsportefeuille Candriam Belgium Candriam Belgium Avenue des Arts 58 Kunstlaan Bruxelles 1000 Brussel 2.3. Distributeur 2.3. Distributeur Belfius Banque S.A. Belfius Bank N.V Boulevard Pachéco 44 Pachecolaan Bruxelles 1000 Brussel 2.4. Cotation en bourse Non applicable Beursnotering Niet van toepassing 2.5. Information aux actionnaires 2.5. Informatie aan de aandeelhouders Belfius Cash Strategy, est un fonds commun de placement Belfius Cash Strategy, is een gemeenschappelijk ayant opté pour des placements ne répondant pas aux conditions de la Directive 2009/65/CE et régie, en ce qui concerne son fonctionnement et ses placements, par la loi du 19 avril 2014 relative à certaines formes de gestion collective de portefeuilles d investissement. beleggingsfonds die geopteerd heeft voor beleggingen die niet voldoen aan de voorwaarden van de richtlijn 2009/65/EG en die, wat haar werking en beleggingen betreft, wordt beheerst door de wet van 19 april 2014 betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles. Vente publique des titres au porteur : Dans le cadre de l Arrêté Royal du 25 juillet 2014 fixant les modalités de la vente des titres au porteur et au terme de la session de vente publique sur Euronext (ayant eu lieu le 27 octobre 2015), tous les titres au porteur de la sicav encore en circulation ont été vendus. Conformément à la législation, les sommes ont été déposées à la Caisse des dépôts et consignation. Le commissaire a émis un rapport le 1er mars 2015 dans lequel ce dernier a certifié avoir effectué un contrôle de la conformité et du respect des obligations de la procédure. Openbare verkoop van effecten aan toonder : In het kader van het Koninklijk Besluit van 25 juli 2014 dewelke de modaliteiten vastlegt van de verkoop van de effecten aan toonder en na verloop van de publieke verkoop op Euronext die op 27 oktober heeft plaats gehad zijn alle effecten aan toonder in omloop van de bevek verkocht. De commissaris heeft op 1 maart zijn rapport opgesteld waarin deze certifieert dat hij de nodige controles heeft uitgevoerd op de conformiteit en het respecteren van de verplichtingen beschreven in de procedure Vue d ensemble des marchés 2.6. Algemeen overzicht van de markten Malgré la forte dégradation des conditions météorologiques au premier trimestre aux États-Unis, le prix du baril de Brent est Ondanks de barslechte weersomstandigheden in het eerste kwartaal in de VS, is de prijs van een vat Brent-olie gedaald van passé de 76,5 dollar en moyenne au quatrième trimestre 2014 à gemiddeld 76,5 dollar in het vierde kwartaal 54,5 dollar au premier trimestre Cette baisse du prix de l énergie a eu un double effet. D une part, elle a poussé l inflation en territoire négatif et, d autre part, les investisseurs se sont inquiétés de l avenir du secteur de l énergie. Toutefois, mi-mars, la Réserve fédérale retire le mot «patient» de son communiqué, préparant ainsi le marché un peu plus à une première hausse de taux en Mais, en même temps, pour van 2014 tot 54,5 dollar in het eerste kwartaal van Deze daling van de energieprijs had een dubbel effect. Enerzijds deed het de inflatie tot onder nul zakken, en anderzijds begonnen beleggers zich zorgen te maken over de toekomst van de energiesector. Midden maart schrapte de Fed echter het woord geduldig uit zijn persbericht en bereidde de markt zo nog iets meer voor op een eerste renteverhoging in Maar tegelijk éviter toute remontée excessive des taux à long terme, elle stelde de bank haar groeiverwachtingen revoit à la baisse ses prévisions de croissance voor 2015 en 2016 neerwaarts bij om te grote stijgingen van de pour 2015 et Au total, au premier trimestre 2015, alors langetermijnrentes te vermijden. Hoewel de index van de 6

7 2. RAPPORT DE GESTION DE L ORGANISME DE PLACEMENT COLLECTIF (SUITE) 2. BEHEERVERSLAG VAN DE INSTELLING VOOR COLLECTIEVE BELEGGING (VERVOLG) que l indice des services demeure quasiment inchangé à 56,5, la grève des dockers des ports de la côte ouest et l appréciation du dollar effectif (+8,9 % sur un an) pèsent sur l activité manufacturière. En mars, l indice ISM manufacturier baisse à 51,5 et seuls emplois sont créés. Sur le trimestre, la Bourse croît de 0,4 % et le taux à dix ans baisse de 24 points de base à 1,93 %. La publication, fin avril, de la première estimation du PIB du premier trimestre à 0,2 % confirme la faiblesse de l activité. Toutefois, ce ralentissement n est que passager. En effet, l indice ISM manufacturier accélère et passe à 53,5 en juin aidé par la fin de la grève des dockers alors que celui des services continue d osciller autour de 56. Les créations d emplois accélèrent au rythme mensuel de L inflation repasse en zone positive... le prix du pétrole ayant augmenté de près de 10 dollars en moyenne sur le trimestre. En réponse à ce nouvel environnement et aux développements sur le marché obligataire européen, les taux à long terme remontent au-delà de 2,3 %. En revanche, la Bourse baisse de 0,2 % sur le trimestre. Cette mauvaise performance s est produite sur les dix derniers jours de juin suite aux développements en Grèce. Début juillet, l accord sur la levée des sanctions pesant sur l Iran poussent le prix du pétrole vers un nouveau plancher... d autant que la hausse de production en Arabie Saoudite et en Irak depuis le début de l année compense la baisse de la production américaine dans un environnement où les stocks mondiaux sont déjà très élevés. Cette baisse du prix du pétrole a été renforcée, à partir de mi-juillet, par la publication, en provenance de Chine, de chiffres économiques de plus en plus décevants. En août, la publication de chiffres à nouveau en baisse conduit à une accélération du repli de la Bourse chinoise. En sept séances consécutives, celle-ci baisse d un peu plus de 25 % et contamine l ensemble des Bourses des pays développés. La Bourse américaine perd 10 % sur la même période. Les toutes dernières mesures de soutien des autorités gouvernementales et de la Banque centrale chinoise (PBOC) permettent finalement de stabiliser la Bourse à partir du 26 août, ce qui permet aux Bourses des pays développés de récupérer une partie de leurs baisses. Début septembre, bien que l ISM services demeure sur un niveau élevé à 59, le rythme des créations d emplois baisse de unités passant de à et l appréciation du dollar continue de peser sur l activité du secteur manufacturier. Dans ce contexte de ralentissement de l activité et de plus forte volatilité des marchés, contre toute attente, la Réserve fédérale ne monte pas son taux directeur lors de sa réunion du 17 septembre. Elle invoque le marché du travail et l inflation mais également les développements internationaux et financiers récents. Le S&P 500 termine le mois de septembre à 1920 soit-6,9 % sur le troisième trimestre. Le taux d intérêt à dix ans, quant à lui, baisse de 27 points de base sur le trimestre (à 2,06 %). En octobre, l ISM non-manufacturier baisse légèrement à 56,9, le chiffre de l emploi n est que de et l activité manufacturière ralentit encore un peu plus... l ISM baisse à 50,2. En revanche, l environnement international se stabilise grâce aux annonces de la Banque centrale européenne (BCE) et de la Banque centrale de Chine (PBOC). Le prix du pétrole remonte légèrement. Ceci permet à la Bourse de reprendre quelques couleurs et au marché obligataire de se stabiliser. Fin octobre, la Réserve fédérale se réunit. Et là encore, elle surprend doublement. D abord, en ne faisant plus référence aux développements économiques et financiers globaux, ensuite, en mentionnant que la première hausse de taux depuis 2006 pourrait avoir lieu lors de la réunion de décembre ce qui se confirme le 16 décembre, et ce, malgré un secteur manufacturier en contraction pour la première fois depuis novembre Sur l année, la Bourse baisse de 0,7 % et le taux d intérêt à dix ans monte de 10 points à 2,27 %. Début janvier, dans la zone euro, les craintes de déflation et de ralentissement de la croissance ne cessent d enfler d autant que dienstensector vrijwel onveranderd bleef (56,5), wogen de staking van de havenarbeiders aan de westkust en de effectieve stijging van de dollar (+8,9 % op een jaar) samen op de verwerkende nijverheid. De ISM-index voor de industrie daalde tot 51,5 en er werden slechts nieuwe banen gecreëerd. In dit kwartaal steeg de beurs met 0,4 % en daalde de rente op tien jaar met 24 basispunten tot 1,93 %. De publicatie eind april van de eerste schatting van het bbp in het eerste kwartaal met een stijging van 0,2 % bevestigde de zwakke activiteit. Deze vertraging was evenwel van voorbijgaande aard. In juni schakelde de index van de verwerkende nijverheid een versnelling hoger en steeg tot 53,5, onder meer doordat de havenwerkers hun staking in de havens hadden beëindigd, terwijl de index van de dienstensector rond 56 bleef schommelen. Het aantal banen steeg maandelijks met De inflatie kwam weer boven nul nadat de olieprijs in het kwartaal gemiddeld met bijna 10 dollar was gestegen. Als reactie op dit nieuwe klimaat en op de ontwikkelingen op de Europese obligatiemarkt klom de langetermijnrente tot boven 2,3 %. De beurs daarentegen daalde gedurende het kwartaal met 0,2 %. Dit slechte resultaat in de laatste tien dagen van juni was een gevolg van de ontwikkelingen in Griekenland. Begin juli dreef het akkoord over de opheffing van de sancties tegen Iran de olieprijs naar een nieuw dieptepunt temeer omdat de productiestijging in Saoedi-Arabië en in Irak sinds het begin van het jaar ruimschoots compenseerde voor de daling van de Amerikaanse productie, terwijl de wereldvoorraden al zeer hoog waren. De daling van de olieprijzen werd vanaf midden juli nog in de hand gewerkt toen China steeds teleurstellender economische cijfers publiceerde. Toen er in augustus nog slechtere cijfers bekendgemaakt werden, zakte de Chinese beurs nog sneller. In zeven opeenvolgende handelsdagen daalde de beurs met iets meer dan 25 % en besmette ze alle beurzen in de ontwikkelde landen. De Amerikaanse beurs verloor 10 % over dezelfde periode. De laatste steunmaatregelen van de overheid en de centrale bank van China (PBOC) hielpen uiteindelijk om de beurs vanaf 26 augustus te stabiliseren, waardoor de beurzen in de ontwikkelde landen een deel van hun verliezen konden recupereren. Begin september, hoewel de ISM-cijfers voor de diensten op een hoog niveau van 59 bleven, daalde de groei van de werkgelegenheid met eenheden, van naar , en bleef de opwaardering van de dollar wegen op de activiteit van de industriële sector. In deze context van economische vertraging en grotere volatiliteit op de markten, verhoogde de Federal Reserve, tegen alle verwachtingen in, zijn basisrente niet tijdens zijn vergadering van 17 september. Er werd verwezen naar de arbeidsmarkt en de inflatie, maar ook naar de recente internationale en financiële ontwikkelingen. De S&P 500 eindigde de maand september op 1920 punten, een daling van -6,9 % over het derde kwartaal. Intussen daalde de rente op 10 jaar met 27 basispunten over het kwartaal (tot 2,06 %). In oktober daalde de ISM Non-manufacturing lichtjes tot 56,9, de tewerkstelling bedroeg slechts en de verwerkende nijverheid vertraagde nog een beetje meer... de ISM daalde tot 50,2. De internationale context daarentegen stabiliseerde zich dankzij de aankondigingen van de Europese Centrale Bank (ECB) en de centrale bank van China (PBOC). De olieprijs steeg licht. Dat stelde de Beurs in staat om zich een beetje te herpakken en de obligatiemarkt om zich te stabiliseren. Eind oktober kwam de Federal Reserve opnieuw bijeen. Eens te meer zorgde ze voor een dubbele verrassing. In de eerste plaats door niet meer te verwijzen naar de wereldwijde economische en financiële ontwikkelingen, en vervolgens door aan te geven dat de eerste renteverhoging sinds 2006 mogelijk op de vergadering van december zal plaatsvinden wat bevestigd werd op 16 december, en dit ondanks de eerste krimp van de industriële sector sinds 7

8 2. RAPPORT DE GESTION DE L ORGANISME DE PLACEMENT COLLECTIF (SUITE) 2. BEHEERVERSLAG VAN DE INSTELLING VOOR COLLECTIEVE BELEGGING (VERVOLG) la baisse du prix de l essence pousse l inflation en territoire encore plus négatif. La BCE annonce lors de sa réunion de janvier la mise en place d un plan d achats d actifs incluant l achat d obligations souveraines de l ordre de 1000 milliards d euros. Dès l annonce de ce plan, par anticipation, les taux à dix ans européens baissent à nouveau. Le 9 mars, la BCE commence ses achats, ce qui fait encore plus baisser les taux à long terme. Le taux d intérêt à 10 ans allemand termine le trimestre à 0,18 %! La Bourse, elle, profite pleinement de ce nouveau plan de la BCE (+18,5 % sur le premier trimestre) d autant que la baisse de l euro en terme effectif (-10,6 % sur un an) et la baisse du prix de l essence (équivalent potentiellement à un supplément de pouvoir d achat de 0,6 % de PIB) font remonter les perspectives de croissance pour Pendant une grande partie du mois d avril, la tendance se poursuit tant sur les marchés obligataires que pour les actions. Toutefois, la remontée du prix du pétrole, la dépréciation de l euro et l accélération de l activité (les PMI sont en hausse sur le second trimestre tant dans le secteur manufacturier (52,2) que des services (54,1)) poussent l inflation en territoire légèrement positif ce qui conduit à une réappréciation du risque de déflation. Ces différents développements mais aussi des problèmes de liquidité au sein du marché obligataire provoquent une augmentation de près de 100 points de base du taux allemand à 10 ans... celui-ci passant de 0,08 % fin avril à 0,99 % mi-juin. Et, alors qu elle était en croissance de plus de 3 % mi-avril, la Bourse n a cessé de fléchir pour perdre 6,3 % sur le trimestre. Cette accélération du repli de la Bourse est à mettre en relation avec l évolution des pourparlers entre la Grèce et les Institutions et avec la date butoir du 30 juin... date à laquelle les autorités grecques doivent rembourser plus d un milliard au FMI. Ces dernières annoncent le 30 juin qu elles ne peuvent pas rembourser et commence alors une période de trente jours avant que la Grèce ne soit considérée en défaut de paiement... Alors que la crise grecque trouve finalement une issue favorable début juillet, les développements dans les pays émergents en général et en Chine, en particulier, marquent l été. Malgré des statistiques économiques toujours bien orientées, en réponse aux mêmes chocs, la Bourse européenne subit le même repli qu aux États-Unis. De même, l attente... et la déception suite à la décision de la Réserve fédérale marquent l évolution de la Bourse européenne (-8,7 % sur le troisième trimestre). Le taux d intérêt allemand à 10 ans, quant à lui, baisse de 18 points de base par rapport à fin juin à 0,59 %. En octobre, outre les développements aux États-Unis, lors de la réunion du conseil des Gouverneurs de la BCE du 22 octobre, Mario Draghi laisse la porte ouverte à de possibles actions futures. Le lendemain, la PBOC décide de baisser de 25 points de base ses taux de référence et de 50 points le taux de réserve obligatoire (et 50 points supplémentaires pour les institutions de financement des petites entreprises). De plus, elle libéralise les taux offerts par les banques commerciales. Début décembre, la BCE baisse son taux de facilité de dépôt de 10 points de base à-0,3 %. Le taux de refinancement et de la facilité marginale de prêts, eux, demeurent inchangés à respectivement 0,05 % et 0,3 %. Outre le mouvement de la BCE, le mois de décembre a été marqué par les mesures de libéralisation du yuan afin de pouvoir intégrer le panier des DTS du FMI. Cette libéralisation du yuan s est accompagnée d une dépréciation de la devise chinoise qui, comme en août, a provoqué quelques remous sur les marchés. Sur 2015, la Bourse européenne croît de 7,7 % et le taux à 10 ans allemand en hausse de 9 points termine l année à 0,63 %. november Op het jaar daalde de beurs met 0,7 % en steeg de rente op tien jaar met 10 basispunten tot 2,27 %. Begin januari bleef de vrees voor deflatie en een groeivertraging in de eurozone almaar toenemen, temeer omdat de inflatie door de daling van de brandstofprijzen nog negatiever werd. Op de vergadering in januari kondigt de ECB haar intentie aan om van start te gaan met een obligatieaankoopprogramma, met onder meer de aankoop van staatsobligaties, voor ongeveer miljard euro. Na deze aankondiging begon de Europese rentevoet op 10 jaar opnieuw te dalen. Op 9 maart begon de ECB met haar aankopen, waarna de langetermijnrente nog verder daalde. De Duitse rente op 10 jaar sloot het kwartaal af op 0,18 %! De beurs profiteerde ten volle van het nieuwe plan van de ECB (+18,5 % over het eerste kwartaal), temeer omdat de daling van de euro (-10,6 % op één jaar) en de daling van de brandstofprijzen (potentieel gelijk aan een toename van de koopkracht van 0,6 % van het bbp) de groeiverwachtingen voor 2015 deden toenemen. Gedurende een groot deel van april zette deze tendens zich voort, zowel op de obligatiemarkt als op de beurs. De stijging van de olieprijs, de daling van de euro en het aantrekken van de economie (de PMI-cijfers stegen in het tweede kwartaal zowel in de verwerkende nijverheid (52,2) als in de dienstverlenende sector (54,1)), duwden de inflatie in licht positief terrein, waardoor de meningen over het deflatierisico veranderden. Deze verschillende ontwikkelingen, maar ook de liquiditeitsproblemen op de obligatiemarkt deden de Duitse rente op 10 jaar met bijna 100 basispunten stijgen...van 0,08 % eind april tot 0,99 % midden juni. Na een stijging van meer dan 3 % midden april, begon de beurs te dalen en verloor uiteindelijk 6,3 % over het kwartaal. Deze snellere terugval van de beurs hing samen met de ontwikkelingen in de gesprekken tussen Griekenland en de instellingen en met de deadline van 30 juni; op die datum moest de Griekse overheid meer dan een miljard terugbetalen aan het IMF. Deze kondigde op 30 juni aan dat ze hiertoe niet in staat was, waarna een periode van 30 dagen aanving vooraleer Griekenland als wanbetaler werd beschouwd. Op de Griekse crisis werd begin juli eindelijk een goede oplossing gevonden, en het waren de ontwikkelingen in de groeilanden in het algemeen en in China in het bijzonder die hun stempel drukten op de zomer. Ondanks nog steeds gunstig georiënteerde economische cijfers, onderging de Europese beurs dezelfde terugval als die in de Verenigde Staten. Ook de gespannen verwachtingen en de teleurstelling na het besluit van de Fed waren bepalend voor de ontwikkeling van de Europese beurzen (-8,7 % in het derde kwartaal). Ondertussen daalde de Duitse rente op tien jaar ten opzichte van eind juni met 18 basispunten tot 0,59 %. Mario Draghi liet in oktober de deur open voor mogelijke toekomstige acties, naast de ontwikkelingen in de Verenigde Staten, tijdens de vergadering van de raad van de Gouverneurs van de ECB van 22 oktober. De volgende dag besliste de PBOC om de basisrente met 25 basispunten te verlagen en de verplichte reserves met 50 punten (en 50 punten extra voor de financieringsinstellingen van de kleine ondernemingen). Bovendien liberaliseerde ze de rentevoeten die door de commerciële banken worden aangeboden. Begin december verlaagde de ECB de rente op de depositofaciliteit met 10 basispunten tot -0,3 %. De herfinancieringsrente en de marginale beleningsrente daarentegen bleven ongewijzigd op respectievelijk 0,05 % en 0,3 %. Naast de ingreep van de ECB werd de maand december bepaald door de maatregelen voor de liberalisering van de yuan, om deel te kunnen uitmaken van de korf met speciale trekkingsrechten van het IMF. Deze liberalisering van de yuan ging gepaard met een devaluatie van de Chinese munt, die net als in augustus voor opschudding zorgde op de markten. De Europese beurs steeg in 2015 met 7,7 % en de Duitse rente op tien jaar steeg met 9 basispunten tot 0,63 % op het einde van het jaar. 8

9 2. RAPPORT DE GESTION DE L ORGANISME DE PLACEMENT COLLECTIF (SUITE) 2. BEHEERVERSLAG VAN DE INSTELLING VOOR COLLECTIEVE BELEGGING (VERVOLG) 2.7. Informations requises en vertu de l article 96 du Code des Sociétés Description des principaux risques auxquels est exposée la société Les risques auxquels est exposée la société diffèrent en fonction de la politique d investissement de chaque compartiment. L'investisseur est invité à prendre connaissance d'une part des facteurs de risques repris ci-dessous, ainsi que dans les fiches techniques de chaque compartiment du prospectus et d'autre part du chapitre "profil de risque et de rendement" figurant dans les informations clés pour l'investisseur. La liste des risques décrits ne prétend pas être exhaustive Informatie die vereist is op grond van artikel 96 van het Wetboek van Vennootschappen Beschrijving van de voornaamste risico s waarmee de venootschap geconfronteerd wordt De risico s waarmee de vennootschap geconfronteerd wordt, verschillen in functie van het beleggingsbeleid van ieder compartiment. De belegger dient enerzijds kennis te nemen van de specifieke risicofactoren die vermeld staan hieronder alsook in de technische informatiebladen van elk compartiment en anderzijds van het hoofdstuk Risico- en opbrengstprofiel in de essentiële beleggersinformatie. De lijst van vermelde risico s is zeker niet volledig. Type de risque / Risicotype Néant / Geen Faible / Laag Moyen / Middel Elevé / Hoog Risque pesant sur le capital / Kapitaalrisico X Risque de crédit / Kredietrisico X Risque lié aux produits dérivés / Derivatenrisico X Risque d inflation / Inflatierisico X Risque de taux / Renterisico X Risque de dénouement / Afwikkelingsrisico X Risque lié à des facteurs externes / Risico X afhankelijk van externe factoren Risque de performance / Rendementsrisico X L investisseur est averti que son capital n est pas garanti et qu il ne fait pas l objet d une protection. Il peut donc ne pas lui être intégralement restitué. Il est donc susceptible de subir une perte. De belegger wordt ervoor gewaarschuwd dat geen kapitaalgarantie wordt gegeven, waardoor de kans bestaat dat hij het ingelegde bedrag niet volledig terugkrijgt. Hij loopt dus het risico verlies te lijden. Pour ce qui concerne les autres aspects relatifs à l évolution des affaires, aux résultats et à la situation de la société, conformément à l article 96, 1 du Code des sociétés, veuillez vous référer aux chapitres infra. De andere aspecten met betrekking tot de ontwikkeling en de resultaten van de vennootschap, overeenkomstig artikel 96, 1 van het Wetboek van Vennootschappen worden besproken in de hierna vermelde hoofdstukken Données sur des événements importants survenus après la clôture de l exercice Aucun événement particulier n est survenu depuis la clôture de l exercice Indications sur les circonstances susceptibles d avoir une influence notable sur le développement de la société, pour autant qu elles ne soient pas de nature à porter gravement préjudice à la société Aucune circonstance particulière n a été relevée qui serait susceptible d avoir une influence notable sur le développement du FCP Informatie omtrent de belangrijkste gebeurtenissen die na het einde van het boekjaar hebben plaatsgevonden Geen enkele bijzondere gebeurtenis heeft plaatsgevonden na het einde van het boekjaar Inlichtingen over de omstandigheden die de ontwikkeling van de vennootschap aanmerkelijk kunnen beïnvloeden, voor zover zij niet van aard zijn dat zij ernstig nadeel zouden berokkenen aan de vennootschap Er hebben zich geen omstandigheden voorgedaan die de ontwikkeling van het GBF aanmerkelijk kunnen beïnvloeden. 9

10 2. RAPPORT DE GESTION DE L ORGANISME DE PLACEMENT COLLECTIF (SUITE) 2. BEHEERVERSLAG VAN DE INSTELLING VOOR COLLECTIEVE BELEGGING (VERVOLG) Mentions à insérer au rapport annuel en vertu du Code des Sociétés Le présent rapport annuel comprend toutes les mentions que le Code des Sociétés impose d y faire figurer En ce qui concerne l utilisation des instruments financiers par la société et lorsque cela est pertinent pour l évaluation de son actif, de son passif, de sa situation financière et de ses pertes ou profits Mention des objectifs et de la politique de la société en matière de gestion des risques financiers A cet égard, veuillez vous référer aux chapitres relatifs du compartiment dans le prospectus. Indications relatives à l exposition de la société au risque de prix, au risque de crédit, au risque de liquidité et au risque de trésorerie A cet égard, veuillez vous référer au tableau récapitulatif des risques Pourcentage d actifs de l OPCA qui font l objet d un traitement spécial du fait de leur nature non liquide (Art. 71, 1 de la Loi du 19 avril 2014) : Néant Nouvelle disposition prise pour gérer la liquidité du fonds (Art. 71, 2 de la Loi du 19 avril 2014): Néant Profil de risque du fonds et dépassements éventuels des limites de risque (Art. 72 de la Loi du 19 avril 2014) : Niveau de levier net (méthode AIFM) au 31/12/2015 : 20,90 % Niveau de levier brut (méthode AIFM) au 31/12/ ,90 % Vermeldingen op te nemen in het jaarverslag volgens het Wetboek van Vennootschappen Voorliggend jaarverslag bevat al de vermeldingen waartoe het Wetboek van Vennootschappen verplicht Wat betreft het gebruik door de vennootschap van financiële instrumenten en voor zover zulks van betekenis is voor de beoordeling van haar activa, passiva, financiële positie en resultaat Vermelding van de doelstellingen en het beleid van de vennootschap inzake de beheersing van het risico Gelieve hiertoe het hoofdstuk van het compartiment in kwestie in het prospectus te raadplegen. Informatie betreffende het door de vennootschap gelopen prijsrisico, kredietrisico, liquiditeitsrisico, en kasstroomrisico Gelieve hiertoe de bovenvermelde tabel te raadplegen die de verschillende risico s herneemt Percentage activa van de AICB waarvoor bijzondere maatregelen gelden vanwege de illiquide aard ervan (Art. 71, 1 van de wet van 19 april 2014). Nihil Eventuele nieuwe maatregelen voor het beheer van de liquiditeit van de AICB (Art. 71, 2 van de wet van 19 april 2014). Nihil Risicoprofiel van het fonds en eventuele overschrijdingen van de risicolimieten (Art. 72 van de wet van 19 april 2014) : Niveau van het netto hefboomeffect ( methode AIFM) op 31/12/2015 : 20,90 % Niveau van het bruto hefboomeffect (methode AIFM) op 31/12/2015 : 20,90 % Informations communiquées aux investisseurs en vertu de l article 61 1er, 5 et 6 de la Loi du 19 avril 2014 relative aux organismes de placement collectif alternatifs et à leurs gestionnaires 1. Montant total brut des rémunérations fixes versées (excluant les paiements ou avantages pouvant être considérés comme faisant partie d une politique générale et non discrétionnaire et n ayant aucun effet incitatif sur la gestion des risques) : EUR Aan de beleggers meegedeelde informatie krachtens artikel 61,1elid, 5 en 6 van de wet van 19 april 2014 betreffende de alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheerders. 1. Het totale brutobedrag van de uitgekeerde vaste beloning (zonder de betalingen of voordelen die kunnen worden beschouwd als onderdeel van een algemeen, niet-discretionair beleid en die geen enkele aansporende invloed hebben op het risicobeheer): EUR 2. Montant total brut des rémunérations variables versées : BE : EUR FR : EUR LU : EUR 3. Nombre de bénéficiaires : Het totale brutobedrag van de uitgekeerde variabele beloning: BE : EUR FR : EUR LU : EUR 3. Aantal begunstigden: Montant agrégé des rémunérations, ventilé entre les cadres supérieurs et les membres du personnel du gestionnaire dont Het geaggregeerde bedrag van de beloning, onderverdeeld naar de hoogste directie en de personeelsleden van de

11 2. RAPPORT DE GESTION DE L ORGANISME DE PLACEMENT COLLECTIF (SUITE) 2. BEHEERVERSLAG VAN DE INSTELLING VOOR COLLECTIEVE BELEGGING (VERVOLG) les activités ont une incidence significative sur le profil de risque de l OPCA. Les systèmes de Candriam Belgium ne permettent pas une telle identification par OPCA géré. Aussi les chiffres ci-dessous présentent le montant agrégé des rémunérations au niveau global de Candriam Belgium beheerder wier handelen het risicoprofiel van de AICB in belangrijke mate beïnvloedt. De systemen van Candriam Belgium staan een dergelijke identificatie door de beheerde OPCA niet toe. Ook de cijfers hieronder stellen het geaggregeerde bedrag voor van de beloning op globaal niveau van Candriam Belgium. 5. Montant agrégé des rémunérations des cadres supérieurs : BE : EUR 5. Het geaggregeerde bedrag van de beloning van de hoogste directie: BE : EUR 6. Montant agrégé des rémunérations des membres du personnel de Candriam Belgium dont les activités ont une incidence significative sur le profil de risque des OPCA dont elle est la société de gestion (excluant les cadres supérieurs): BE : EUR 6. Het geaggregeerde bedrag van de beloning van de personeelsleden van Candriam Belgium wier handelen het risicoprofiel van de AICB waarvan het de beheermaatschappij is in belangrijke mate beïnvloedt (behalve de hoogste directie): BE : EUR Informations communiquées aux investisseurs en vertu de l article 61 1er, 4 de la Loi du 19 avril 2014 relative aux organismes de placement collectif alternatifs et à leurs gestionnaires Aan de beleggers meegedeelde informatie krachtens artikel 61,1elid, 4 van de wet van 19 april 2014 betreffende de alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheerders. Aucun changement substantiel n est invervenu. Er hebben zich geen wijzigingen voorgedaan Objectif et lignes de force de la politique de placement 2.8. Doel en krachtlijnen van het beleggingsbeleid Objectif du compartiment L objectif du fonds est de faire bénéficier l investisseur de l évolution des marchés monétaires et obligataires au travers d un portefeuille d organismes de placement collectif (OPC) sélectionnés par le gestionnaire sur base de la stabilité et de la pérennité de leurs performances relatives à l univers de gestion. Les OPC monétaires seront toujours majoritaires Doel van het compartiment Het fonds heeft als doel de belegger te laten profiteren van de evolutie van de monetaire en obligatiemarkten en dit via een portefeuille van instellingen voor collectieve belegging (ICB) die door de beheerder worden geselecteerd op basis van de stabiliteit en bestendigheid van hun rendementen in verhouding tot het beleggingsuniversum. Het merendeel wordt steeds belegd in monetaire ICB s Politique de placement du compartiment Beleggingsbeleid van het compartiment Catégories d actifs autorisés : Les actifs de ce fonds seront investis principalement en parts d autres organismes de placement collectif de type ouvert. Les actifs du fonds pourront également être investis accessoirement au travers des autres catégories d actifs mentionnées dans le règlement de gestion annexé au présent document. Ainsi, à titre accessoire, les actifs pourront par exemple être placés en instruments du marché monétaire, dépôts et/ou liquidités. Stratégie particulière : Le Fonds sera investi principalement en parts d autres OPC de type ouvert investissant eux-mêmes essentiellement en : - liquidités et instruments du marché monétaire (tels que par exemple papier commercial, dépôts bancaires, certificats de trésorerie, etc), - et/ou obligations et valeurs mobilières assimilables telles que par exemple obligations «investment grade», obligations liées à l inflation, etc. Les OPC monétaires seront toujours majoritaires. Categorieën van toegelaten activa: De activa van dit fonds worden overwegend belegd in rechten van deelneming van andere instellingen voor collectieve belegging van het open-end-type. De activa van het fonds kunnen accessoir ook worden belegd via andere activacategorieën die vermeld staan in het bij dit document gevoegde beheerreglement. Zo mogen de activa bijvoorbeeld accessoir worden belegd in geldmarktinstrumenten, deposito s en/of liquide middelen. Bepaalde strategie: Het fonds zal voornamelijk belegd worden in rechten van deelneming van andere ICB s van het open type, die op hun beurt voornamelijk beleggen in - liquide middelen en geldmarktinstrumenten (zoals bijvoorbeeld commercial paper, bankdeposito s, schatkistcertificaten, enz), - en/of obligaties en daarmee gelijk te stellen effecten - zoals bijvoorbeeld «investment grade»-obligaties, inflatiegelinkte obligaties, enz. Het merendeel wordt steeds belegd in monetaire ICB s. 11

12 2. RAPPORT DE GESTION DE L ORGANISME DE PLACEMENT COLLECTIF (SUITE) 2. BEHEERVERSLAG VAN DE INSTELLING VOOR COLLECTIEVE BELEGGING (VERVOLG) En outre, la majorité des organismes de placement collectif sélectionnés investiront leurs actifs principalement en Euro. Opérations sur instruments financiers dérivés autorisées : Le fonds pourra également avoir recours, dans le respect des règles légales en vigueur, à l utilisation de produits dérivés, comme par exemple des options, des futures et ce, tant dans un but d investissement que dans un but de couverture. L investisseur doit être conscient du fait que ces types de produits dérivés sont plus volatils que les produits sous-jacents. Caractéristiques des obligations et des titres de créance : Les valeurs à revenu fixe ou variable détenues par les OPC en position seront émises principalement par des émetteurs réputés de bonne qualité (investment grade : minimum BBB- et/ou Baa3). Les obligations des OPC en position seront principalement émises par des gouvernements, des institutions supranationales, le secteur public et/ou le secteur privé. Le gestionnaire pourra faire varier la duration globale du fonds dans une fourchette de 0 à 2 ans en fonction de ses attentes visà-vis de l évolution des taux d intérêt. Description de la stratégie générale visant à couvrir le risque de change: Le fonds n a pas l intention de couvrir systématiquement l exposition au risque de change. Si la composition du portefeuille doit respecter des règles et limites générales prescrites par la loi ou le règlement de gestion, il n en reste pas moins qu une concentration de risques peut se produire dans des catégories d actifs plus restreintes. La politique d investissement veille à assurer une diversification des risques du portefeuille. L évolution de la valeur nette d inventaire est toutefois incertaine car elle est soumise aux différents types de risque évoqués ci-dessous. Il peut en résulter une volatilité relativement importante de son cours. Aspects sociaux, éthiques et environnementaux: La sélection des OPC n est pas particulièrement basée sur des critères sociaux, éthiques ou environnementaux. Bovendien beleggen het merendeel van de geselecteerde instellingen voor collectieve belegging hun activa voornamelijk in Euro. Toegelaten derivatentransacties: Met inachtneming van de geldende wettelijke regels mag het fonds ook gebruikmaken van afgeleide producten zoals bijvoorbeeld opties, futures en dit zowel ter verwezenlijking van beleggingsdoelstellingen als ter risicodekking. De belegger moet zich bewust zijn van het feit dat dit soort afgeleide producten volatieler is dan de onderliggende instrumenten. Kenmerken van de obligaties en schuldinstrumenten: De vastrentende of niet-vastrentende waarden in het bezit van de ICB s in portefeuille worden voornamelijk uitgegeven door emittenten met een erkende goede kwaliteit (investment grade : minimum BBB- en/of Baa3). De obligaties van de ICB s in portefeuille worden voornamelijk uitgegeven door overheden, supranationale instellingen, de openbare sector en/of de privé-sector. De beheerder kan de globale looptijd van het fonds doen schommelen in een vork van 0 tot 2 jaar, afhankelijk van zijn verwachtingen ten aanzien van de rente-evolutie. Beschrijving van de algemene strategie ter dekking van het wisselrisico: Het fonds heeft niet de intentie om systematisch de blootstelling aan het wisselrisico in te dekken. Het feit dat de samenstelling van de portefeuille weliswaar voldoet aan algemene, wettelijke en in het beheerreglement vermelde voorschriften en beperkingen, verhindert niet dat een risicoconcentratie kan ontstaan in bepaalde kleinere categorieën van activa. Het beleggingsbeleid is erop gericht de risico s van de portefeuille te spreiden. De evolutie van de netto-inventariswaarde is echter onzeker omdat ze onderworpen is aan verschillende soorten risico s die hierna worden beschreven. Dit kan leiden tot een relatief hoge volatiliteit van de koers. Sociale, ethische en milieuaspecten: De selectie van de ICB s is niet specifiek gebaseerd op sociale, ethische of milieucriteria Indice(s) et benchmark(s) 2.9. Index en benchmark Non applicable. Niet van toepassing Politique suivie pendant l exercice Tijdens het boekjaar gevoerd beleid Le premier trimestre 2015 a été marqué par l annonce en janvier Het eerste kwartaal van 2015 werd bepaald door de d un programme d assouplissement quantitatif (Quantitative Easing) pour soutenir l économie en zone euro par l achat de dettes (obligations souveraines, sécurisées et ABS) pour un montant total de 60 milliards par mois. Il s agit d un geste fort pour soutenir l économie en zone euro, qui s ajoute aux facilités de financement accordées aux banques par les programmes de type Targeted LTRO, débutées en septembre Ces opérations ont un impact important sur l excédent de liquidités qui va grimper en flèche sur les 2 prochaines années, avec pour conséquence un Eonia qui va s enfoncer encore plus en territoire négatif de manière durable. Le bras de fer entre le nouveau gouvernement grec et les parlementaires européens n a pas eu pour l instant de répercussion aux autres pays de la zone. La bonne santé de l économie américaine et les interventions aankondiging in januari van een programma voor kwantitatieve verruiming (Quantitative Easing) om de economie van de eurozone te ondersteunen via de aankoop van schuldpapier (staatsobligaties, gedekte obligaties en ABS) voor een totaal van 60 miljard per maand. Dat sterke gebaar werd gesteld om de economie van de eurozone te ondersteunen. Het kwam bovenop de financieringsfaciliteiten die werden toegekend aan banken in het kader van de programma's van het type Targeted LTRO die in september 2014 van start waren gegaan. Die operaties hadden een grote impact op het liquiditeitsoverschot, dat de volgende twee jaar de hoogte inschiet, met als gevolg een EONIA die voor langere tijd verder wegzakt in negatief terrein. De politieke krachtmeting tussen de nieuwe Griekse regering en de Europese politici had niet meteen weerslag op de andere landen 12

13 2. RAPPORT DE GESTION DE L ORGANISME DE PLACEMENT COLLECTIF (SUITE) 2. BEHEERVERSLAG VAN DE INSTELLING VOOR COLLECTIEVE BELEGGING (VERVOLG) récentes de la BCE ont poussé le cours de change eurodollar à explorer les 1,05 à la mi-mars. Cet affaiblissement de l euro pourrait permettre aux entreprises européennes d exporter plus et ainsi insuffler un rebond de la croissance européenne. En raison d un marché soutenu par la Banque Centrale Européenne via ses programmes d achat d actifs et d apports de liquidités, nous avons gardé le positionnement positif sur les expositions taux et crédit sans pour autant être trop agressif en raison d un portage drastiquement bas. Nous tentons de ne pas détenir de papier à rendement négatif dans le portefeuille mais cela devient de plus en plus difficile. Notre salut repose désormais exclusivement sur les obligations à taux variable (FRN) sur des maturités allant de 6 à 24 mois sur des émetteurs de bonne qualité. Il s agit en effet du dernier support qui offre un rendement attractif. uit de eurozone. De blakende gezondheid van de Amerikaanse economie en de recente ingrepen van de ECB stuwden de eurodollarwisselkoers midden maart richting 1,05. Die verzwakking van de euro zou de Europese bedrijven kunnen helpen om meer te exporteren en zo een herstel van de economische groei te bewerkstelligen. Omdat de markt ondersteund werd door de Europese Centrale Bank via haar opkoopprogramma's voor activa en via de liquiditeiten die ze in de markt pompte, handhaafden we onze positieve positionering op de geld- en obligatiemarkt, zonder daarbij echter te agressief te beleggen vanwege de lage carry. We probeerden geen schuldpapier met een negatieve rente op te nemen in de portefeuille, maar dat was almaar moeilijker. Ons heil hing nu uitsluitend af van obligaties met een variabele rente (FRN's) met een looptijd van 6 tot 24 maanden van emittenten van goede kwaliteit. Het ging immers om het laatste obligatiesegment nog een aantrekkelijk rendement bood. Q Après un premier trimestre favorable sur les marchés, le retour des inquiétudes sur les négociations entre la Grèce et ses créanciers a relancé la volatilité. Au deuxième trimestre les marchés ont été chahutés au rythme des périodes d élections (UK et en Espagne), ou encore et surtout par les incertitudes soulevées quant à la solvabilité de la Grèce. L incertitude sur l aboutissement du dossier grec, pour éviter le défaut de paiement, a dominé le sentiment du marché. De l autre côté de l atlantique, les publications des statistiques américaines ont été en demi-teinte signifiant toujours une reprise de l activité mais moins rapide que prévue, et mettant des doutes sur un durcissement de la politique monétaire de la Fed dès la rentrée de septembre. Dans un contexte d aversion au risque provoqué par les tensions sur le dossier grec et de fin de trimestre (manque de liquidité), les marchés sont restés volatils, provoquant un écartement du marché du crédit court. L image est complètement différente du côté des taux courts monétaires : ils ont été peu volatils sur la période, impactés par un excédent croissant de liquidités injectées par la BCE. Les incertitudes liées au dossier grec conjuguées au manque de liquidités nous ont conduits à adopter en fin de trimestre une approche plus défensive sur notre exposition crédit, à la différence de la première partie. Ainsi, la politique de gestion a privilégié sur le mois les supports à taux fixes sur des périodes inférieures à 1an afin de continuer à profiter de la détente des Euribor, nous avons également effectué quelques transactions opportunistiques sur des émetteurs à taux variable de très bonne qualité, afin de bénéficier de la prime crédit de ces émetteurs. La duration taux s établit sur un niveau de 70 jours en moyenne. La part de notre portefeuille directement indexée à l Eonia ou à l Euribor est stable et s affiche à 52 % en fin de semestre engendrant une duration crédit en moyenne de 250 jours. Q Na een gunstig eerste kwartaal op de beurs, flakkerde de ongerustheid over de onderhandelingen tussen Griekenland en zijn schuldeisers opnieuw op, wat de volatiliteit opnieuw deed toenemen. In het tweede kwartaal was er veel turbulentie op de markten naarmate de ene verkiezing de andere opvolgde (VK en Spanje), maar ook en vooral door de onzekerheid over de solvabiliteit van Griekenland. Het sentiment op de markt werd bepaald door de onzekere afloop van de Griekse crisis, waarbij getracht werd een 'default' te vermijden. Aan de andere kant van de Atlantische Oceaan waren de Amerikaanse indicatoren zwak. Ze wezen weliswaar nog altijd op een economisch herstel, maar minder sterk dan voorzien. Dat zorgde voor twijfels over de verstrakking van het monetair beleid van de Fed vanaf september. In deze risicoaverse context vanwege de spanningen rond Griekenland en het naderende einde van het kwartaal (gebrek aan liquiditeiten), bleven de markten volatiel, wat leidde tot een verruiming van de spread op kortlopende obligaties. Bij de kortlopende geldmarktinstrumenten zagen we een heel ander beeld: weinig volatiliteit over de periode en impact van het groeiende overschot aan door de ECB geïnjecteerde liquiditeiten. Door de onzekerheid omtrent Griekenland en het gebrek aan liquiditeiten, namen we op het einde van het kwartaal een defensievere houding aan op de obligatiemarkt, in tegenstelling tot het begin van het kwartaal. Zo werd bij het beheer die maand de voorkeur gegeven aan vastrentende instrumenten met een looptijd van minder dan 1 jaar om te kunnen blijven profiteren van de versoepeling van de Euribor. We belegden daarnaast enkele malen opportunistisch in hoogwaardige emittenten met een variabele rente om te kunnen profiteren van de kredietpremie die zij ons opleverden. De duration van het geldmarktsegment bedroeg gemiddeld 70 dagen. Het gedeelte van onze portefeuille dat aan de EONIA of de Euribor was gekoppeld bleef stabiel en bedroeg 52% op het einde van het kwartaal, wat een duration voor het obligatiesegment van 250 dagen opleverde. Q Q Après un deuxième trimestre chahuté par les incertitudes soulevées quant à la solvabilité de la Grèce, le troisième trimestre a fait place à des inquiétudes sur le ralentissement chinois et à des risques idiosyncratiques. En effet certaines valeurs ont décroché comme par exemple Glencore qui malgré une annonce d un plan de mesures financières de plusieurs milliards n a pas réussi à convaincre le marché, et surtout Volkswagen avec le scandale sur les émissions de NOx qui a 13 Na een woelig tweede kwartaal vanwege de onzekerheid over de solvabiliteit van Griekenland, werd het derde kwartaal bepaald door de onzekerheid over een vertraging in China en bedrijfsspecifieke risico's. Enkele waarden moesten inderdaad terrein prijsgeven, zoals Glencore, dat ondanks de aangekondigde financiële maatregelen van meerdere miljarden de markt niet kon overtuigen, en vooral Volkswagen met het schandaal in verband met de stikstofuitstoot, dat zich uitbreidde

14 2. RAPPORT DE GESTION DE L ORGANISME DE PLACEMENT COLLECTIF (SUITE) 2. BEHEERVERSLAG VAN DE INSTELLING VOOR COLLECTIEVE BELEGGING (VERVOLG) entrainé une contagion sur tout le secteur automobile. Sur le plan des fusions et acquisitions, nous avons assisté à une offre d achat du brasseur numéro 1 mondial ABInbev sur le numéro 2 SABMiller. L évolution des taux souverains a été relativement volatile sur la période. Cette nervosité des opérateurs a été suscitée d une part par des publications macro-économiques mitigées, faisant planer des doutes quant à la potentielle hausse des taux de la Fed en décembre, et d autre part suite aux déclarations de Mario Draghi à l issue du conseil de politique monétaire de la BCE. En effet, sans annonces concrètes, mais avec un ton très accommodant, Mr Draghi a clairement tracé la voie à une prochaine action de la part de la BCE lors du comité de décembre, justifiée par des risques baissiers pesant sur les scénarios d inflation et de croissance. L ensemble des mesures non conventionnelles de la BCE engendre désormais un surplus de liquidité proche des 500 milliards d euros. Sur le trimestre nous avons conservé notre objectif de WAL plus défensif, craignant quelques sources de volatilité générée par des risques idiosyncratiques, l approche d un resserrement de la politique monétaire aux US avec un risque de contagion sur les taux euros et une liquidité moindre à l approche de la fin d année. Nous avons également effectué quelques transactions d arbitrages ou opportunistes (ex : primaires) qui présentaient une prime relativement attractive. La part de notre portefeuille indexée à l Eonia ou à l Euribor a oscillé autour des 57 % sur la période. naar de volledige autosector. Wat fusies en overnames betreft, bracht de grootste brouwer ter wereld ABInbev een overnamebod uit op de nummer 2 SABMiller. De evolutie van de rente op overheidsobligaties was relatief volatiel over de periode. De nervositeit op de markt werd enerzijds veroorzaakt door de publicatie van gemengde macroeconomische indicatoren, die vraagtekens plaatsen bij een mogelijke renteverhoging van de Fed in december, en anderzijds door de uitspraken van Mario Draghi na afloop van het monetair beleidscomité van de ECB. Zonder concrete maatregelen aan te kondigen, maar met een erg inschikkelijke toon, stuurde Draghi duidelijk aan op een volgende ingreep van de ECB op de vergadering van december. Die ingreep is gerechtvaardigd door het risico op een daling dat boven de groei- en inflatieprognoses hangt. Alle onconventionele maatregelen van de ECB zorgden samen voor een liquiditeitsoverschot van om en bij de 500 miljard euro. Over het kwartaal bleven we dus bij onze defensieve WALdoelstelling, uit vrees voor enkele factoren die voor volatiliteit kunnen zorgen zoals bedrijfsspecifieke risico's, de nakende monetaire verstrakking in de VS, met een mogelijk besmettingsgevaar naar de Europese rentevoeten, en de dalende liquiditeit naarmate het einde van het jaar in zicht kwam. We verrichten ook enkele opportunistische (bv. primaire uitgiftes) of arbitragetransacties die een relatief aantrekkelijke premie boden. Het gedeelte van onze portefeuille dat aan de Eonia of de Euribor was gekoppeld bedroeg 57% over de periode. Q Au début du trimestre, les opérateurs de marché ont montré quelques signes de nervosité entrainant une certaine volatilité sur l évolution des taux souverains. Ces incertitudes ont été suscitées d une part par des publications mitigées des données macro-économiques, faisant planer des doutes quant à la potentielle hausse des taux de la Fed en décembre, et d autre part suite aux déclarations de Mario Draghi à l issue du conseil de politique monétaire de la BCE. Au cours des deux premiers mois du trimestre, l Eonia a évolué autour des-13/-14pb (points de base) contenu par un excédent de liquidité approchant les 550 milliards d euros. Sur la courbe Euribor, nous avons assisté à un resserrement sur toute la courbe entre 4 et 6pb sur les maturités 3 mois à un an. Q In het begin van het kwartaal vertoonden de markten hier en daar tekenen van nervositeit, die voor een zekere volatiliteit zorgden in de evolutie van de rente op overheidsobligaties. Die onzekerheid werd enerzijds veroorzaakt door de publicatie van gemengde macro-economische indicatoren, die vraagtekens plaatsen bij een mogelijke renteverhoging van de Fed in december, en anderzijds door de uitspraken van Mario Draghi na afloop van het monetair beleidscomité van de ECB. In de twee eerste maanden van het kwartaal schommelde de Eonia-rente rond -13 / -14 basispunten, in toom gehouden door het overschot aan liquiditeiten van circa 550 miljard euro. Op de curve van de Euribor zagen we hoe de rentevoeten over de volledige curve verkrapten, en met 4 tot 6 basispunten voor looptijden van drie maanden tot een jaar. Le dernier mois de l année fût essentiellement marqué par la matérialisation des divergences des politiques monétaires des deux côtés de l Atlantique avec d une part, la BCE qui a continué sa politique monétaire accommodante et d autre part, la Fed qui a entamé son cycle de relèvement des taux. En effet, la BCE a de nouveau abaissé son taux directeur de 10pb, début décembre, le portant à-0.30 % et a annoncé l extension de son programme de rachats d actifs jusqu au mois de mars Parallèlement, la Fed a sans surprise entrepris sa première hausse de taux depuis 9 ans, de 25pb, soulignant la confiance dans la bonne tenue de l économie US. Nous avons donc assisté courant décembre à un repricing des taux : les Euribors ont en effet observé un écartement de 3pb sur les maturités de 3 mois à 1 an, et le taux 2 ans allemand est passé de-0.45 % à-0.31 %. Sur le marché des changes, l EUR/USD, après un point bas de au cours du mois de novembre, est remonté à L Eonia a reflété la baisse du taux de dépôt, oscillant autour des-23pb, contenu par le niveau très conséquent d excédent de liquidité, proche des 650 milliards d euros à la fin de l année. 14 De laatste maand van het jaar werd hoofdzakelijk bepaald door het verschil in monetair beleid aan beide zijden van de Atlantische Oceaan dat nu een feit was, met enerzijds de ECB die doorging met haar soepel monetair beleid, en anderzijds de Fed die was begonnen aan een cyclus van renteverhogingen. De ECB verlaagde in december immers opnieuw de beleidslente met 10 bp tot -0,30% en kondigde een verlenging aan van het activa-aankoopprogramma tot maart Tegelijkertijd verhoogde de Fed zoals verwacht voor het eerst in 9 jaar de rente, met 25 bp, en onderstreepte daarmee haar vertrouwen in de gezondheid van de Amerikaanse economie. In de loop van december zagen we vervolgens hoe de rentevoeten hoger gingen: de Euribor-rentevoeten zagen de spread met 3 bp toenemen op looptijden van 3 maanden tot een jaar, en de Duitse rente op 2 jaar evolueerde van -0,45% naar - 0,31%. Op de valutamarkten steeg de EUR/USD-wisselkoers tot 1,0902 na het dieptepunt van 1,056 van november. De verlaging van de depositorente kwam tot uiting in de Eonia-rente, die schommelde rond -23 bp, in toom gehouden door het overschot aan liquiditeiten van om en bij de 650 miljard euro op het einde

15 2. RAPPORT DE GESTION DE L ORGANISME DE PLACEMENT COLLECTIF (SUITE) 2. BEHEERVERSLAG VAN DE INSTELLING VOOR COLLECTIEVE BELEGGING (VERVOLG) A la fin du mois, en raison de la «trêve des confiseurs», la liquidité s est fortement réduite et l activité du marché primaire réduite à son minimum. Dans cet environnement de taux bas et politique monétaire accommodante, la politique de gestion a privilégié les investissements sur les supports obligataires crédits court terme. Les durations taux et crédit restent limitées respectivement à 78 jours et 112 jours en moyenne, du fait de l exposition aux fonds monétaires et permettent ainsi de limiter la volatilité dans le fonds. Dépassements de limites réglementaires en matière de politique d investissement: Nous vous informons qu aucun dépassement de la politique d investissement n a été constaté durant l exercice comptable de Belfius Cash Strategy. van het jaar. Met de eindejaarsperiode in zicht daalde de liquiditeit op het einde van de maand sterk en viel de activiteit op de primaire markt terug tot het minimum. In die context van lage rentes en een soepel monetair beleid werd in het beleid de voorkeur gegeven aan beleggingen in kredietobligaties op korte termijn. De looptijd van rentevoeten en krediet bleef beperkt tot respectievelijk gemiddeld 78 en 112 dagen vanwege de blootstelling aan geldmarktfondsen, wat het op die manier mogelijk maakte om de volatiliteit in het fonds te beperken. Overschrijdingen van reglementaire limieten van de beleggingspolitiek: Wij informeren u dat er geen enkele beleggingsovertreding werd vastgesteld tijdens het boekjaar van Belfius Cash Strategy Politique future Toekomstig beleid Notre vision long terme est restée et reste positive, portée par des fondamentaux qui demeurent solides (croissances mondiale et européenne positives, support toujours important de la BCE). Onze langetermijnvisie is en blijft positief, vanwege de nog altijd sterk ogende fundamentals (wereldwijde en Europese groei die positief is, nog steeds grote steun van de ECB) Classe de risque Risicoklasse L indicateur synthétique de risque et de rendement est calculé, conformément aux dispositions du Règlement 583/2010 et reflète la volatilité de l historique du fonds, éventuellement complétée de celle de son cadre de référence. La volatilité indique dans quelle ampleur la valeur du fonds peut fluctuer à la hausse comme à la baisse. Cet indicateur est disponible, dans sa version la plus récente, dans les informations clés pour l investisseur. Il classe le fonds sur une échelle allant de 1 à 7. Plus le fonds est situé haut sur l échelle, plus le rendement possible est élevé, mais plus le risque de perte est important également. Le chiffre le plus bas ne signifie pas que le fonds ne présente aucun risque, mais que comparé à des chiffres plus élevés, ce produit offre en principe un rendement plus faible mais aussi plus prévisible. Les principales limites de l indicateur sont les suivantes : l indicateur de risque est calculé à partir des données passées, qui ne préjugent en rien de l évolution future. En conséquence, le degré de risque pourra évoluer dans le temps. Même si le fonds se situe dans la catégorie de risque la plus basse, l investisseur peut subir des pertes car aucune catégorie n est totalement exempte de risque. Ce compartiment se situe en classe 1. LE CONSEIL D ADMINISTRATION De synthetische risico- en opbrengstindicator wordt berekend overeenkomstig de bepalingen van Verordening 583/2010 en geeft de historische volatiliteit van het fonds weer, zo nodig aangevuld met die van zijn referentiekader. De meest recente versie is terug te vinden in de essentiële beleggersinformatie. De synthetische risico- en opbrengstindicator rangschikt het compartiment op een schaal van 1 tot 7. Hoe hoger het compartiment gerangschikt is op de schaal, hoe hoger de potentiële opbrengst is, maar bijkomend is het verliesrisico eveneens hoog. Het laagste cijfer betekent niet dat het fonds risicoloos is, maar dat in vergelijking met hogere cijfers het product in principe een lagere opbrengst zal bieden met een hogere voorspelbaarheid. De voornaamste beperkingen van de synthetische risico- en opbrengstindicator zijn dat de historische gegevens die worden gebruikt voor de berekening van deze indicator, niet altijd een betrouwbare indicatie vormen van de toekomstige evolutie. Aldus kan de risicocategorie in de tijd variëren. Zelfs indien het compartiment gerangschikt is in de laagste categorie, kan de belegger nog steeds verliezen incasseren want geen enkele categorie is totaal risicoloos. Het compartiment is ondergebracht in klasse 1. DE RAAD VAN BESTUUR 15

16 3. RAPPORT D AUDITEUR 3. VERSLAG VAN DE COMMISSARIS 16

17 3. RAPPORT D AUDITEUR 3. VERSLAG VAN DE COMMISSARIS 17

18 3. RAPPORT D AUDITEUR 3. VERSLAG VAN DE COMMISSARIS 18

19 3. RAPPORT D AUDITEUR 3. VERSLAG VAN DE COMMISSARIS 19

20 3. RAPPORT D AUDITEUR 3. VERSLAG VAN DE COMMISSARIS 20

21 3. RAPPORT D AUDITEUR 3. VERSLAG VAN DE COMMISSARIS 21

22 4. BILAN 4. BALANS 31/12/2015 EUR 31/12/2014 EUR TOTAL ACTIF NET TOTAAL NETTO ACTIEF , ,58 I. Actifs immobilisés I. Vaste activa 0,00 0,00 II. A. Frais d établissement et d organisation A. Oprichtings- en organisatiekosten 0,00 0,00 B. Immobilisations incorporelles B. Immateriële vaste activa 0,00 0,00 C. Immobilisations corporelles C. Materiële vaste activa 0,00 0,00 Valeurs mobilières, instruments du marché monétaire, OPC et instruments financiers dérivés II. Effecten, geldmarktinstrumenten, ICB s en financiële derivaten , ,64 A. Obligations et autres titres de créance A. Obligaties en andere schuldinstrumenten 0,00 0,00 B. Instruments du marché monétaire B. Geldmarktinstrumenten 0,00 0,00 C. Actions et autres valeurs assimilables à des actions C. Aandelen en andere met aandelen gelijk te stellen waardepapieren 0,00 0,00 D. Autres valeurs mobilières D. Andere effecten 0,00 0,00 E. OPC à nombre variable de parts E. ICB s met een veranderlijk aantal rechten van deelneming , ,64 F. Instruments financiers dérivés F. Financiële derivaten 0,00 0,00 III. Créances et dettes à plus d un an III. Vorderingen en schulden op méér dan één jaar 0,00 0,00 A. Créances A. Vorderingen 0,00 0,00 B. Dettes B. Schulden 0,00 0,00 IV. Créances et dettes à un an au plus IV. Vorderingen en schulden op ten hoogste één jaar (85 606,92) (37 015,16) A. Créances A. Vorderingen 24,90 49,61 a. Montants à recevoir a. Te ontvangen bedragen 24,90 49,61 B. Dettes B. Schulden (85 631,82) (37 064,77) a. Montants à payer (-) a. Te betalen bedragen (-) (85 631,82) (37 064,77) V. Dépôts et liquidités V. Deposito s en liquide middelen , ,96 A. Avoirs bancaires à vue A. Banktegoeden op zicht , ,96 B. Avoirs bancaires à terme B. Banktegoeden op termijn 0,00 0,00 C. Autres C. Andere 0,00 0,00 VI. Comptes de régularisation VI. Overlopende rekeningen (14 570,06) (15 775,86) A. Charges à reporter A. Over te dragen kosten 0,00 0,00 B. Produits acquis B. Verkregen opbrengsten 0,00 0,00 C. Charges à imputer (-) C. Toe te rekenen kosten (-) (14 570,06) (15 775,86) D. Produits à reporter (-) D. Over te dragen opbrengsten (-) 0,00 0,00 TOTAL CAPITAUX PROPRES TOTAAL EIGEN VERMOGEN , ,58 A. Capital A. Kapitaal , ,21 B. Participations au résultat B. Deelneming in het resultaat ,71 (6 207,71) C. Résultat reporté C. Overdragen resultaat 0,00 0,00 D. Résultat de l exercice (du semestre) D. Resultaat van het boekjaar (halfjaar) ( ,46) ,08 22

23 5. POSTES HORS BILAN 5. POSTEN BUITEN-BALANSTELLING 31/12/2015 EUR 31/12/2014 EUR I. Sûretés réelles (+/-) I. Zakelijke zekerheden (+/-) 0,00 0,00 II. A. Collateral (+/-) A. Collateral (+/-) 0,00 0,00 B. Autres sûretés réelles B. Andere zakelijke zekerheden (+/-) 0,00 0,00 Valeurs sous-jacentes des contrats d option et des warrants (+) II. Onderliggende waarden van optiecontracten en warrants (+) 0,00 0,00 A. Contrats d option et warrants achetés A. Gekochte optiecontracten en warrants 0,00 0,00 B. Contrats d option et warrants vendus B. Verkochten optiecontracten en warrants 0,00 0,00 III. Montants notionnels des contrats à terme (+) III. Notionele bedragen van de termijncontracten (+) 0,00 0,00 A. Contrats à terme achetés A. Gekochte termijncontracten 0,00 0,00 B. Contrats à terme vendus B. Verkochten termijncontracten 0,00 0,00 IV. Montants notionnels des contrats de swap (+) IV. Notionele bedragen van de swapcontracten (+) 0,00 0,00 A. Contrats de swap achetés A. Gekochte swapcontracten 0,00 0,00 B. Contrats de swap vendus B. Verkochte swapcontracten 0,00 0,00 V. Montants notionnels d autres instruments financiers dérivés (+) V. Notionele bedragen van andere financiële derivaten (+) 0,00 0,00 A. Contrats achetés A. Gekochte contracten 0,00 0,00 B. Contrats vendus B. Verkochte contracten 0,00 0,00 VI. Montants non appelés sur actions VI. Niet-opgevraagde bedragen op aandelen 0,00 0,00 VII. VIII. Engagements de revente résultant de cessions-rétrocessions Engagements de rachat résultant de cessions-rétrocessions VII. VIII. Verbintenissen tot verkoop wegens cessie-retrocessie Verbintenissen tot terugkoop wegens cessie-retrocessie 0,00 0,00 0,00 0,00 IX. Instruments financiers prêtés IX. Uitgeleende financiële instrumenten 0,00 0,00 A. Actions A. Aandelen 0,00 0,00 B. Obligations B. Obligaties 0,00 0,00 23

24 6. COMPTE DE RESULTATS 6. RESULTATENREKENING 31/12/2015 EUR 31/12/2014 EUR I. Réductions de valeur, moins-values et plus-values I. Waardeverminderingen, minderwaarden en meerwaarden 24 (49 370,91) ,24 A. Obligations et autres titres de créance A. Obligaties en andere schuldinstrumenten 0,00 0,00 B. Instruments du marché monétaire B. Geldmarktinstrumenten 0,00 0,00 C. Actions et autres valeurs assimilables à des actions C. Aandelen en andere met aandelen gelijk te stellen waardepapieren 0,00 0,00 a. Actions a. Aandelen 0,00 0,00 a.1. Résultat réalisé a.1. Gerealiseerd resultaat 0,00 0,00 D. Autres valeurs mobilières D. Andere effecten 0,00 0,00 E. OPC à nombre variable de parts E. ICB s met een veranderlijk aantal rechten van deelneming (49 371,21) ,93 a. Résultat réalisé a. Gerealiseerd resultaat ,76 (2 446,68) b. Résultat non-réalisé b. Niet gerealiseerd resultaat ( ,97) ,61 F. Instruments financiers dérivés F. Financiële derivaten 0,00 0,00 G. Créances, dépôts, liquidités et dettes G. Vorderingen, deposito s, liquide middelen en schulden 0,00 0,00 H. Positions et opérations de change H. Wisselposities en -verrichtingen 0,30 0,31 b. Autres positions et opérations de change b. Andere wisselposities en -verrichtingen 0,30 0,31 b.1 Résultat réalisé b.1 Gerealiseerd resultaat 0,30 0,31 II. Produits et charges des placements II. Opbrengsten en kosten van de beleggingen (0,44) 22,65 A. Dividendes A. Dividenden 0,00 0,00 B. Intérêts (+/-) B. Interesten (+/-) 0,09 22,65 b. Dépôts et liquidités b. Deposito s en liquide middelen 0,09 22,65 C. Intérêts d emprunts (-) C. Interesten in gevolge ontleningen (-) (0,53) 0,00 D. Contrats de swap (+/-) D. Swapcontracten (+/-) 0,00 0,00 E. Précomptes mobiliers (-) E. Roerende voorheffingen (-) 0,00 0,00 F. Autres produits provenant des placements F. Andere opbrengsten van beleggingen 0,00 0,00 III. Autres produits III. Andere opbrengsten 0,00 0,00 A. Indemnité destinée à couvrir les frais d acquisition et de réalisation des actifs, à décourager les sorties et à couvrir les frais de livraison A. Vergoeding tot dekking van de kosten van verwerving en realisatie van de activa, tot ontmoediging van uittredingen en tot dekking van leveringskosten 0,00 0,00 B. Autres B. Andere 0,00 0,00 IV. Coûts d exploitation IV. Exploitatiekosten (63 502,11) (70 129,81) A. Frais de transaction et de livraison inhérents aux placements (-) A. Verhandelings- en leveringskosten betreffende beleggingen (-) (2 000,00) 0,00 B. Charges financières (-) B. Financiële kosten (-) (435,60) (217,80) C. Rémunération due au dépositaire (-) C. Vergoeding van de bewaarder (-) (168,29) (29,95) D. Rémunération due au gestionnaire (-) D. Vergoeding van de beheerder (-) (10 924,63) (11 801,45) a. Gestion financière a. Financieel beheer (1 346,03) (239,00) b. Gestion administrative et comptable b. Administratief- en boekhoudkundig beheer (9 578,60) (11 562,45) E. Frais administratifs (-) E. Administratie kosten (1 677,23) (2 037,56) F. Frais d établissement et d organisation (-) F. Oprichtings- en organisatiekosten (-) (3 273,64) (3 969,88) G. Rémunérations, charges sociales et pensions (-) G. Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen (-) 0,00 0,00 H. Services et biens divers (-) H. Diensten en diverse goederen (-) (35 384,51) (41 045,28) I. Amortissements et provisions pour risques et charges (-) I. Afschrijvingen en voorzieningen voor risico s en kosten (-) 0,00 0,00 J. Taxes J. Taksen (9 268,05) (8 997,75) K. Autres charges (-) K. Andere kosten (-) (370,16) (2 030,14) Produits et charges de l exercice (du semestre) Sous-total II+III+IV Opbrengsten en kosten van het boekjaar (halfjaar) Subtotaal II + III + IV (63 502,55) (70 107,16)

25 6. COMPTE DE RESULTATS(SUITE) 6. RESULTATENREKENING (VERVOLG) V. Bénéfice courant (perte courante) avant impôts sur le résultat V. Winst (verlies) uit gewone bedrijfsuitoefening vóór belasting op het resultaat ( ,46) ,08 VI. Impôts sur le résultat VI. Belastingen op het resultaat 0,00 0,00 VII. Résultat de l exercice (du semestre) VII. Resultaat van het boekjaar (halfjaar) ( ,46) ,08 25

26 7. AFFECTATION ET PRELEVEMENTS 7. RESULTAATVERWERKING 31/12/2015 EUR 31/12/2014 EUR A. Bénéfice (Pertes) à affecter A. Te bestemmen Winst (Te verwerken Verlies) (91 797,75) ,37 a. Bénéfice reporté (Perte reportée) de l exercice précédent a. Overgedragen Winst (Verlies) van het vorige boekjaar 0,00 0,00 b. Bénéfice (Perte) de l exercice à affecter b. Te verwerken Winst (Verlies) van het boekjaar ( ,46) ,08 c. Participations au résultat perçues (versées) c. Ontvangen (Uitgekeerde) deelnemingen in het resultaat ,71 (6 207,71) B. (Affectations au) Prélèvements sur le capital B. Onttrekking (Toevoeging) aan het Kapitaal ,75 (51 679,37) C. (Bénéfice à reporter) Perte à reporter C. Over te dragen (Winst) Verlies 0,00 0,00 D. (Distribution des dividendes) D. (Dividenduitkering) 0,00 0,00 26

27 8. RESUME DES REGLES DE COMPTABILISATION ET D EVALUATION 8. SAMENVATTING VAN DE BOEKINGS- EN WAARDERINGSREGELS 8.1. Résumé des règles 8.1. Samenvatting van de regels L évaluation des avoirs de la SICAV est déterminée de la De waardering van de tegoeden van de bevek wordt als volgt manière suivante, conformément aux règles établies par l arrêté bepaald conform de regels van het koninklijk besluit royal du 10 novembre 2006 relatif à la comptabilité, aux van 10 november 2006 op de boekhouding, de jaarrekening en comptes annuels et aux rapports périodiques de certains organismes de placement collectif publics à nombre variable de part : de periodieke verslagen van bepaalde openbare instellingen voor collectieve belegging met een veranderlijk aantal rechten van deelneming: 1. Valeurs mobilières, instruments du marché monétaire et instruments financiers dérivés : Les valeurs mobilières, instruments du marché monétaire et instruments financiers dérivés détenus par la SICAV sont évalués à leur juste valeur. Afin de déterminer la juste valeur, la hiérarchie suivante doit être respectée : a) S il s agit d éléments du patrimoine pour lesquels il existe un marché actif fonctionnant à l intervention d établissements financiers tiers, ce sont le cours acheteur et le cours vendeur actuels formés sur ce marché qui sont retenus. S il s agit d éléments du patrimoine négociés sur un marché actif en dehors de toute intervention d établissements financiers tiers, c est le cours de clôture qui est retenu. b) Si les cours visés au point a) ne sont pas disponibles, c est le prix de la transaction la plus récente qui est retenu. c) Si, pour un élément du patrimoine déterminé, il existe un marché organisé ou un marché de gré à gré, mais que ce marché n est pas actif et que les cours qui s y forment ne sont pas représentatifs de la juste valeur, ou si, pour un élément du patrimoine déterminé, il n existe pas de marché organisé ni de marché de gré à gré, l évaluation à la juste valeur est opérée sur la base de la juste valeur actuelle d éléments du patrimoine similaires pour lesquels il existe un marché actif. d) Si, pour un élément du patrimoine déterminé, la juste valeur d éléments du patrimoine similaires telle que visée au point c) est inexistante, la juste valeur de l élément concerné est déterminée en recourant à d autres techniques de valorisation, en respectant certaines conditions, notamment leur validité doit être régulièrement testée. Si, dans des cas exceptionnels, il n existe pas, pour des actions, de marché organisé ou de marché de gré à gré et que la juste valeur de ces actions ne peut être déterminée de façon fiable conformément à la hiérarchie décrite ci-dessus, les actions en question sont évaluées au coût. C est en fonction de l instrument sous-jacent que les instruments financiers dérivés (contrat de swap, contrat à terme et contrat d option) évalués à leur juste valeur sont portés dans les sous-postes au bilan et/ou hors bilan. Les valeurs sous-jacentes des contrats d option et des warrants sont portées dans les postes hors bilan sous la rubrique «II. Valeurs sous-jacentes des contrats d option et des warrants». Les montants notionnels des contrats à terme et des contrats de swap sont portés dans les postes hors bilan respectivement 1. Effecten, geldmarktinstrumenten en afgeleide financiële instrumenten De effecten, geldmarktinstrumenten en afgeleide financiële instrumenten in de bevek worden gewaardeerd tegen hun waarde in het economisch verkeer. Om de waarde in het economisch verkeer te bepalen, moet de volgende hiërarchie in acht worden genomen: a) Als het gaat om vermogensbestanddelen waarvoor er een actieve markt bestaat die werkt door toedoen van derde financiële instellingen, worden de op die markt gevormde actuele aan- en verkoopkoers in aanmerking genomen. Gaat het om vermogensbestanddelen die verhandeld worden op een actieve markt zonder enige tussenkomst van derde financiële instellingen, dan wordt de slotkoers in aanmerking genomen. b) Als de in punt a) bedoeld koersen niet beschikbaar zijn, wordt de prijs van de recentste transactie in aanmerking genomen. c) Als er voor een bepaald vermogensbestanddeel een georganiseerde of een onderhandse markt bestaat, maar is die markt niet actief en zijn de koersen die er gevormd worden niet representatief voor de waarde in het economisch verkeer, of als er voor een bepaald vermogensbestanddeel geen georganiseerde noch onderhandse markt bestaat, dan wordt de waardering tegen de waarde in het economisch verkeer gedaan op basis van de actuele waarde in het economisch verkeer van gelijksoortige vermogensbestanddelen waarvoor er wel een actieve markt bestaat. d) Als de in punt c) bedoelde waarde in het economisch verkeer van gelijksoortige vermogensbestanddelen voor een bepaald vermogensbestanddeel onbestaande is, wordt de waarde in het economisch verkeer van dat bestanddeel bepaald door gebruik te maken van andere waarderingstechnieken, met inachtneming van bepaalde voorwaarden, zoals het regelmatig testen van hun rechtsgeldigheid. Als er in uitzonderlijke gevallen voor aandelen geen georganiseerde of onderhandse markt bestaat en de waarde in het economisch verkeer van die aandelen kan niet op betrouwbare wijze worden bepaald volgens de hierboven beschreven hiërarchie, worden de aandelen in kwestie gewaardeerd tegen kostprijs. De tegen hun waarde in het economisch verkeer gewaardeerde afgeleide financiële instrumenten (swapovereenkomst, termijnovereenkomst en optieovereenkomst) worden onder de subrubrieken in en/of buiten de balans geboekt volgens het onderliggende instrument. De onderliggende waarden van de optieovereenkomsten en van de warrants worden in de buitenbalansposten geboekt onder de rubriek «II. Onderliggende waarden van de optieovereenkomsten en van de warrants». De notionele bedragen van de termijnovereenkomsten en swapovereenkomsten worden respectievelijk in de buitenbalansposten geboekt onder de rubrieken «III. Notionele bedragen van de termijnovereenkomsten» en «IV. Notionele bedragen van de swapovereenkomsten». 27

28 8. RESUME DES REGLES DE COMPTABILISATION ET D EVALUATION (SUITE) 8. SAMENVATTING VAN DE BOEKINGS- EN WAARDERINGSREGELS (VERVOLG) sous les rubriques «III. Montants notionnels des contrats à terme» et «IV. Montants notionnels des contrats de swap». 2. Parts d organismes de placement collectif Les parts d organisme de placement collectif à nombre variable de parts qui sont détenues par la SICAV sont évaluées à leur juste valeur conformément à la hiérarchie définie au point 1. Les parts d organisme de placement collectif à nombre variable de parts pour lesquelles il n existe pas de marché organisé ni de marché de gré à gré détenues par la SICAV sont évaluées sur la base de la valeur nette d inventaire de ces parts. 3. Charges et produits La SICAV provisionne les charges et produits connus ou susceptibles de faire l objet d une évaluation suffisamment précise et ce, chaque jour où a lieu une émission ou un rachat de parts. Les charges et les produits à caractère récurrent sont exprimés prorata temporis dans la valeur des parts. 4. Créances et dettes Les créances à terme qui ne sont pas représentées par des valeurs mobilières ou des instruments du marché monétaire négociables sont évaluées à leur juste valeur, conformément à la hiérarchie décrite au point 1. Les avoirs à vue sur des établissements de crédit, les engagements en compte courant envers des établissements de crédit, les montants à recevoir et à payer à court terme autres que ceux concernant des établissements de crédit, les avoirs fiscaux et dettes fiscales ainsi que les autres dettes seront évalués à leur valeur nominale. Lorsque la politique d investissement n est pas principalement axée sur le placement de ses moyens dans des dépôts, des liquidités ou des instruments du marché monétaire, le conseil d administration peut toutefois, tenant compte de l importance relativement faible des créances à terme, opter pour l évaluation de celles-ci à leur valeur nominale. 5. Valeurs exprimées en autre devise Les valeurs exprimées en une autre devise que la monnaie d expression du compartiment concerné seront converties dans la monnaie dudit compartiment sur base du cours moyen au comptant entre les cours acheteur et vendeur représentatifs. Les écarts tant positifs que négatifs qui résultent de la conversion sont imputés au compte de résultat. 2. Rechten van deelneming van instellingen voor collectieve belegging De door de bevek aangehouden rechten van deelneming van een instelling voor collectieve belegging met een veranderlijk aantal rechten worden gewaardeerd tegen hun waarde in het economisch verkeer volgens de in punt 1 gedefinieerde hiërarchie. De door de bevek aangehouden rechten van deelneming van een instelling voor collectieve belegging met een veranderlijk aantal rechten van deelneming waarvoor er geen de georganiseerde noch onderhandse markt bestaat, worden gewaardeerd op base van de netto-inventariswaarde van die rechten van deelneming. 3. Kosten en opbrengsten Elke dag dat er rechten van deelneming worden uitgegeven of ingekocht, legt de bevek voorzieningen aan voor de kosten en opbrengsten die gekend zijn of voldoende nauwkeurig gewaardeerd kunnen worden. De recurrente kosten en opbrengsten worden pro rata temporis uitgedrukt in de waarde van de rechten van deelneming. 4. Schuldvorderingen en schulden De schuldvorderingen op termijn die niet vertegenwoordigd zijn door effecten verhandelbare of geldmarktinstrumenten, worden gewaardeerd tegen hun waarde in het economisch verkeer volgens de in punt 1 beschreven hiërarchie. De onmiddellijk opeisbare tegoeden op kredietinstellingen, de verbintenissen in rekening courant tegenover kredietinstellingen, de andere op korte termijn te ontvangen en te betalen bedragen dan die welke betrekking hebben op kredietinstellingen, de belastingtegoeden en belastingschulden en de andere schulden zullen worden gewaardeerd tegen hun nominale waarde. Als het beleggingsbeleid van de bevek niet hoofdzakelijk gericht is op het beleggen van haar middelen in deposito s, liquide middelen of geldmarktinstrumenten, kan de raad van bestuur, rekening houdend met de relatief geringe belangrijkheid van de schuldvorderingen op termijn, opteren voor de waardering van deze laatste tegen hun nominale waarde. 5. Effecten uitgedrukt in een andere munt De effecten die uitgedrukt zijn in een andere munt dan de referentiemunt van het desbetreffende compartiment, zullen in de munt van genoemd compartiment worden omgezet op basis van de gemiddelde contante koers tussen de representatieve aan- en verkoopkoers. De positieve en negatieve verschillen die uit de omzetting voortvloeien, worden toegerekend aan de resultaatrekening Cours de change 8.2. Wisselkoersen Les valeurs exprimées dans une autre devise que l euro sont converties en euro au dernier cours connu. Les cours de change utilisés au 31 décembre 2015 sont (comparaison avec les cours au 31 décembre 2014): De waarden die luiden in een andere munt dan de euro, worden omgezet in euro tegen de laatst bekende koers. De wisselkoersen die gehanteerd worden op 31 december 2015 zijn (vergelijking met de koersen van 31 december 2014): 28

29 8. RESUME DES REGLES DE COMPTABILISATION ET D EVALUATION (SUITE) 8. SAMENVATTING VAN DE BOEKINGS- EN WAARDERINGSREGELS (VERVOLG) 31/12/ /12/ /01/ /01/ EUR = 1, , , , USD 29

30 9. COMPOSITION DES AVOIRS ET CHIFFRES CLES 9. SAMENSTELLING VAN DE ACTIVA EN KERNCIJFERS 9.1. Composition des actifs au 31 décembre 2015 (exprimé en EUR) 9.1. Samenstelling van de activa op 31 december 2015 (uitgedrukt in EUR) Dénomination Benaming Statut OPC Status ICB Quantité Hoeveelheid Devise Munt Cours en devise Koers in valuta Evaluation Waarderingswaarde % détenu par l OPC % gehou den door de ICB s % portefeuille % portefeuille % actif net % netto - activa I. Valeurs mobilières, instruments du marché monétaire, OPC et instruments financiers dérivés Effecten, geldmarktinstrumenten, ICB s en financiële derivaten Autres valeurs moblilières Andere effecten OPC à nombre variable de parts ICB s met een veranderlijk aantal rechten van deelneming Monétaire Monetair France Frankrijk CANDR.TREASURY MGT/C-CAP(3DEC) 3 165,00 EUR , ,10 3,01 % 19,84 % 19,78 % Luxembourg (Grand-Duché) Luxemburg (Groot-Hertogdom) Total France Totaal Frankrijk : ,10 19,84 % 19,78 % CANDRIAM MONEY MARKET/EURO ,00 EUR 533, ,40 0,33 % 19,97 % 19,90 % CAP. CAN MONEY MKT EURO AAA -C- CAP ,00 EUR 105, ,56 0,40 % 19,37 % 19,31 % CAN MONEY MKT EURO SUST -C- CAP ,00 EUR 1 143, ,65 0,71 % 19,74 % 19,68 % Total Luxembourg (Grand-Duché) Totaal Luxemburg (Groot-Hertogdom) : ,61 59,08 % 58,89 % Total Monétaire Totaal Monetair : ,71 78,91 % 78,67 % Obligations et autres titres de creance Obligaties en andere schuldinstrumenten Belgique België CANDR SUST./EURO S.T.BDS/CAP ,00 EUR 254, ,00 0,78 % 6,91 % 6,89 % Luxembourg (Grand-Duché) Luxemburg (Groot-Hertogdom) Total Belgique Totaal België : ,00 6,91 % 6,89 % CAN BDS EURO ST -C- CAP ,00 EUR 2 077, ,40 0,17 % 14,18 % 14,13 % Total Luxembourg (Grand-Duché) Totaal Luxemburg (Groot-Hertogdom) : ,40 14,18 % 14,13 % Total Obligations et autres titres de creance Totaal Obligaties en andere schuldinstrumenten : ,40 21,09 % 21,02 % Total OPC à nombre variable de parts Total ICB s met een veranderlijk aantal rechten van deelneming : ,11 100,00 % 99,69 % Total Autres valeurs mobilières Totaal andere effecten: ,11 100,00 % 99,69 % Valeurs mobilières, instruments du marché monétaire, OPC et instruments financiers dérivés Effecten, geldmarktinstrumenten, ICB s en financiële derivaten ,11 100,00 % 99,69 % II. Dépôts et liquidités - Deposito s en liquide middelen Avoirs bancaires à vue - Banktegoeden op zicht BELFIUS BANQUE - BELFIUS BANK EUR ,86 0,89 % BELFIUS BANQUE - BELFIUS BANK USD 2,91 0,00 % Total Avoirs bancaires à vue Totaal banktegoeden op zicht: ,77 0,89 % Total Dépôts et liquidités Totaal deposito s en liquide middelen: ,77 0,89 % 30

31 9. COMPOSITION DES AVOIRS ET CHIFFRES CLES (SUITE) 9. SAMENSTELLING VAN DE ACTIVA EN KERNCIJFERS (VERVOLG) Dénomination Benaming Statut OPC Status ICB Quantité Hoeveelheid Devise Munt Cours en devise Koers in valuta Evaluation Waarderingswaarde % détenu par l OPC % gehou den door de ICB s % portefeuille % portefeuille % actif net % netto - activa III. Créances et dettes diverses Overige vorderingen en schulden ,92-0,49 % IV. Autres actifs nets - Andere netto-activa ,06-0,08 % V. Total de l actif net - Totaal van het netto-actief ,90 100,00 % (2) OPC inscrit auprès de l Autorité des Services et Marchés Financiers répondant aux conditions de la Directive 2009/65/CE ICB s ingeschreven bij de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten die voldoen aan de voorwaarden van de Richtlijn 2009/65/EEG. (3) OPC non inscrit auprès de l Autorité des Services et Marchés Financiers répondant aux conditions de la Directive 2009/65/CE ICB s niet ingeschreven bij de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten die voldoen aan de voorwaarden van de Richtlijn 2009/65/EEG. Les changements dans la composition du portefeuille-titres sont disponibles, sans frais, auprès de Belfius Banque S.A. ayant son siège Boulevard Pachéco Bruxelles qui assure le service financier. De wijzigingen in de samenstelling van de effectenportefeuille zijn gratis ter beschikking bij Belfius Bank N.V. met zetel te Pachecolaan Brussel die instaat voor de financiële dienst. Répartition économique du portefeuille-titres au 31/12/2015 (en pourcentage du portefeuille) Trusts / fonds d investissement - Beleggingsfondsen / 100,00 % Trusts Total - Totaal 100,00 % Economische spreiding van de effectenportefeuille op 31/12/2015 (in procenten van de effectenportefeuille) Répartition géographique du portefeuille-titres au 31/12/2015 (en pourcentage du portefeuille) Geografische spreiding van de effectenportefeuille op 31/12/2015 (in procenten van de effectenportefeuille) Luxembourg (Grand-Duché) - Luxemburg 73,25 % (Groot-Hertogdom) France - Frankrijk 19,84 % Belgique - België 6,91 % Total - Totaal 100,00 % Répartition par devise du portefeuille-titres au 31/12/2015 (en pourcentage du portefeuille) EUR 100,00 % Total - Totaal 100,00 % Spreiding per munt van de effectenportefeuille op 31/12/2015 (in procenten van de effectenportefeuille) 31

32 9. COMPOSITION DES AVOIRS ET CHIFFRES CLES (SUITE) 9. SAMENSTELLING VAN DE ACTIVA EN KERNCIJFERS (VERVOLG) 9.2. Changements dans la composition des avoirs du compartiment (exprimé en EUR) 9.2. Wijzigingen in de samenstelling van de activa van het compartiment (uitgedrukt in EUR) 1er semestre 1ste semester 2e semestre 2de semester Exercice complet Volledig boekjaar Achats Aankopen , , ,95 Ventes Verkopen , , ,27 Total 1 Totaal , , ,22 Souscriptions Inschrijvingen , , ,70 Remboursements Terugbetalingen , , ,92 Total 2 Totaal , , ,62 Moyenne de référence de l actif net total Referentiegemiddelde van het totale netto-vermogen , , ,51 Taux de rotation Omloopsnelheid 230,04 % 112,78 % 349,64 % Taux de rotation corrigé Gecorrigeerde omloopsnelheid 222,16 % 112,50 % 348,66 % Un chiffre proche de 0 % montre que les transactions portant, selon le cas, sur les valeurs mobilières ou sur les actifs, à l exception des dépôts et liquidités, ont été réalisées, durant une période déterminée, en fonction uniquement des souscriptions et remboursements. Un pourcentage négatif indique que les souscriptions et remboursements n ont donné lieu qu à un nombre limité de transactions ou, le cas échéant, à aucune transaction dans le portefeuille. La liste détaillée des transactions qui ont eu lieu pendant l exercice peut être consultée sans frais auprès de Belfius Banque S.A. ayant son siège à Boulevard Pacheco 44, B-1000 Bruxelles, qui assure le service financier. Een cijfer dat de 0 % benadert, impliceert dat de transacties met betrekking tot de effecten, respectievelijk met betrekking tot de activa met uitzondering van deposito s en liquide middelen tijdens een bepaalde periode uitsluitend in functie van de inschrijvingen en de terugbetalingen zijn uitgevoerd. Een negatief percentage toont aan dat de inschrijvingen en de terugbetalingen slechts weinig of, in voorkomend geval, helemaal geen transacties in de portefeuille teweeg hebben gebracht. De gedetailleerde lijst van de tijdens het boekjaar uitgevoerde transacties kan gratis worden ingekeken bij Belfius Bank N.V. met zetel te Pachecolaan 44, B-1000 Brussel, die instaat voor de financiële dienst Evolution des souscriptions et des remboursements ainsi que de la valeur nette d inventaire Evolution du nombre de parts en circulation au 31/12/ Evolutie van het aantal inschrijvingen, terugbetalingen en van de netto-inventariswaarde Evolutie van het aantal rechten van deelneming in omloop 31/12/2015 Période Periode Souscriptions Inschrijvingen Remboursements Terugbetalingen Fin de période Einde periode Capitalisation Kapitalisatie Distribution Uitkering Capitalisation Kapitalisatie Distribution Uitkering Capitalisation Kapitalisatie Distribution Uitkering Total Totaal 31/12/ , , , ,27 31/12/ , , , ,79 31/12/ , , , , Montants payés et reçus par l OPC (dans la devise du compartiment) Bedragen betaald en ontvangen door de ICB (in de valuta van het compartiment) Période Periode Souscriptions Inschrijvingen Remboursements Terugbetalingen Capitalisation Kapitalisatie Distribution Uitkering Capitalisation Kapitalisatie Distribution Uitkering 31/12/ , ,59 31/12/ , ,47 31/12/ , ,92 32

33 9. COMPOSITION DES AVOIRS ET CHIFFRES CLES (SUITE) 9. SAMENSTELLING VAN DE ACTIVA EN KERNCIJFERS (VERVOLG) Valeur nette d inventaire en fin de période (dans la devise du compartiment) Netto-inventariswaarde einde periode (in de valuta van het compartiment) Période Periode du compartiment van het compartiment par action Per aandeel Capitalisation Kapitalisatie 31/12/ , ,83 31/12/ , ,18 31/12/ , ,23 Distribution Uitkering 33

34 9. COMPOSITION DES AVOIRS ET CHIFFRES CLES (SUITE) 9. SAMENSTELLING VAN DE ACTIVA EN KERNCIJFERS (VERVOLG) 9.4. Performances (exprimé en %) 9.4. Rendementen (uitgedrukt in %) Classe C (CAP) / Klasse C (KAP) 1 an / 1 jaar 3 ans / 3 jaar 5 ans / 5 jaar 10 ans / 10 jaar Depuis le lancement / Sinds start -0,53 % -0,06 % 0,23 % 1,30 % 1,42 % 9.5. Diagramme en bâtons 9.5. Staafdiagram Classe C (CAP) / Klasse C (KAP) Année de création : 2002 Jaar van oprichting : 2002 Il s agit de chiffres de rendement basés sur des données historiques, qui ne peuvent donner aucune garantie quant au rendement futur et qui ne tiennent pas compte d éventuelles restructurations. Performances nettes annualisées, hors frais d entrées, sorties et ou conversion. Het gaat om rendementscijfers die gebaseerd zijn op historische gegevens die geen enkele waarborg kunnen geven met betrekking tot het toekomstige rendement en die geen rekening houden met mogelijke herstructureringen. Netto geannualiseerd rendement, zonder toetredings / uittredingskosten en/of conversiekosten 9.6. Frais (exprimé en %) 9.6. Kosten (uitgedrukt in %) Frais courant - Lopende Kosten : BE Classe / Klasse : C CAP 0,73 % Les frais courants, calculés conformément aux dispositions du Règlement 583/2010 de la Commission du 1er juillet 2010 mettant en œuvre la Directive 2009/65/CE du Parlement européen et du Conseil en ce qui concerne les informations clés pour l investisseur et les conditions à remplir lors de la fourniture des informations clés pour l investisseur ou du prospectus sur un support durable autre que le papier ou au moyen d un site web (ci-après le «Règlement 583/2010»), sont repris dans les informations clés pour l investisseur. 34