De effectiviteit van een variabele kilometerheffing

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De effectiviteit van een variabele kilometerheffing"

Transcriptie

1 De effectiviteit van een variabele kilometerheffing in Nederland

2 DE EFFECTIVITEIT VAN EEN VARIABELE KILOMETERHEFFING IN NEDERLAND ADVIESDIENST VERKEER EN VERVOER Rotterdam rapportage van de afdeling VMO 28 april 1999

3 1 Concluderende beschouwinq In opdracht van DGP-Mobiliteitsmarkt (contact-persoon J.Tils) is door AW (contact-persoon H.Kleijn) -met inschakeling van een adviesbureau (Hague Consulting Group)- een studie verricht naar de effectiviteit van een variabele kilometerheffing (KMheffing) in Nederland. Variabel is in dit verband gedefinieerd als congestie-afhankelijk, d.w.z. dat de heffing per autokilometer varieert naar gelang er congestie optreedt. Als zodanig is zo'n heffing een uiterste vorm van Rekeningrijden. De studie heeft zich uitdrukkelijk beperkt tot de verwachte verkeerskundige effecten van een landelijke variabele KMheffing in het jaar De uitvoerbaarheid van zo'n heffing in technisch, organisatorisch, financieel en maatschappelijk opzicht -met veel meer heffingsplichtige wegvakken dan bij Rekeningrijden zijn voorzien- is buiten beschouwing gebleven. Voor een variabele KM-heffing in 2010 zijn vijf varianten onderzocht, namelijk: 1. Lage spitsheffing in ochtend- en avondspits met een tarief van f.o,lo/km op wegvakken met congestie (IC-verhouding boven 0,8) en vervolgens van f.o,lo/km als er bij een tarief van f.o,lo nog congestie optreedt. 2. Hoge spitsheffing in ochtend- en avondspits met een tarief van f.o,25/km op wegvakken met congestie en vervolgens van f.o,50/km als er bij f.0,25 nog congestie optreedt. 3. Maximale spitsheffing in ochtend- en avondspits, gericht op een maximale reductie van de congestie met achtereenvolgens oplopende tarieven van f.o,lo/km via f.o,20/km en f.o,50/km tot f.l,=/km. 4. Lage dagheffing (gehele werkdag) met een tarief van f.o,lo/km op wegvakken met congestie en vervolgens van f.o,20/km als er bij f.o,lo nog congestie optreedt. 5. Lage dag- en hoge spitsheffing met tarieven tijdens ochtend- en avondspits conform variant 2 en tijdens overige uren conform variant 4. Bij deze variant is tijdens de analyse een sub-variant (5a) toegevoegd waarin op zeer korte wegvakken -waarop het tarief in variant 5 zou uitkomen op minder dan f.o,lo- geen heffing plaatsvindt. Achtergrond van 5a is het streven naar een reductie van het aantal wegvakken dat onder de heffing valt. Bij de analyse is gebruik gemaakt van het Landelijk Modelsysteem Verkeer en Vervoer. Als indicatoren voor de effectiviteit van de heffingsvarianten zijn de autokilometrages (KM) en de congestie-uren (CU) gehanteerd. De effecten zijn uitgedrukt in indexcijfers ten opzichte van een referentie-situatie 2010 zonder heffing. Daarnaast is gelet op neven-effecten zoals het aantal wegvakken dat onder de heffing valt, het aantal reizigers per openbaar vervoer en de financiele opbrengsten.

4 2 De belangrijkste resultaten zijn samengevat in tabel 1. ============================================================= Tabel 1: Werkdag-indexcijfers Kilometrages en Congestie-uren in 2010 in Nederland; indexcijfers t.o.v. referentie=100 varianten: a kilometers HWN Congestie HWN kilometers OWN Congestie OWN KM op HWN+OWN CU op HWN+OWN ================ Deze resultaten over de gehele werkdag tonen al aan dat de heffing een effectief instrument is ter bestrijding van de congestie. Een nadere beschouwing van de meer gedetailleerde resultaten leidt tot de volgende bevindingen. Van de eerste drie varianten -met alleen een spitsheffingkomt variant 3 qua effectiviteit het gunstigste uit, zowel voor de ochtend- als voor de avondspits. Maar deze drie varianten gaan ook gepaard met een stijging van de congestie op het wegennet tijdens de restdagperiode (variant 3 vertoont de grootste stijging). Indien aan dit nadeel een groot gewicht wordt toegekend dan verdient een dagheffing de voorkeur omdat dan minder verschuiving van het verkeer van de spitsen naar de restdagperiode optreedt. De vierde variant met een lage dagheffing heeft echter het kleinste effect op de spitsen. Vandaar dat uit een oogpunt van effectiviteit over de gehele dag de voorkeur uitgaat naar de varianten 5 en 5a die zowel tijdens de spitsen gunstig scoren (alleen variant 3 scoort beter) als tijdens de restdagperiode (ongeveer gelijk aan variant 4). Qua neven-effecten gaan de varianten 5 en 5a gepaard gaan met een stijging van de kilometrage op het onderliggende wegennet, vooral in de Randstad. Voor wat betreft de totale kilometrage verschillen de varianten onderling en ten opzichte van de referentie-situatie slechts in geringe mate. Op basis hiervan moet worden vastgesteld dat een variabele KM-heffing, gericht op congestie-bestrijding, amper bijdraagt aan doelstellingen uit hoofde van milieu en verkeersveiligheid. Tenslotte vormt het aantal wegvakken dat onder de heffing valt een netelige kwestie. Zelfs de daarvoor speciaal geintroduceerde variant 5a brengt een enorm aantal heffingsplichtige wegvakken met zich mee. Bij een nadere uitwerking kan dit aantal wellicht enigszins worden gereduceerd. Samenvattend luidt de conclusie dat een variabele KM-heffing, vooral in de vorm van variant 5a, een aantrekkelijk instrument is ter bestrijding van de congestie. Verdere studies moeten inzicht verschaffen in de uitvoerbaarheid ervan, mede gelet op het aantal heffingsplichtige wegvakken.

5 3 1. Inleidinq In opdracht van DGP-Mobliteitsmarkt (contact-persoon J.Tils) is door AW (contactpersoon H.Kleijn) -met inschakeling -. van. een adviesbureau (Hague Consulting Group)- een studie verricht naar de effectiviteit van een variabele kilometerheffing (KMheffing) in Nederland. Variabel is in dit verband gedefinieerd als congestie-afhankelijk, d.w.z. dat de heffing per autokilometer varieert naar gelang er congestie optreedt. De opbrengsten van de heffing kunnen worden aangewend in de richting van een verlaging van de vaste, tijdgebonden heffingen op het autobezit zoals een verlaging van de motorrijtuigenbelasting. In 1995 is een studie verricht naar de effecten van een vervanging van de motorrijtuigenbelasting door een vaste heffing per autokilometer in geheel Nederland. De resultaten van de toen geintroduceerde varianten -namelijk een heffing van f.0,065 per autokilometer op alle wegen resp. een heffing van f.0,15 per autokilometer op alleen de hoofdwegengaven aan dat met zo'n vaste heffing slechts een beperkte reductie van de congestie kan worden verkregen; de effecten zijn in feite gelijk aan een verhoging van de accijns op brandstoffen. Vandaar dat nu een variabele KM-heffing wordt geintroduceerd waarbij de vermindering van de congestie voorop staat. Met nadruk moet worden gesteld dat deze rapportage zich beperkt tot de verwachte verkeerskundige effecten in het jaar 2010 van een variabele KM-heffing, uitgedrukt in veranderingen van autokilometrages en congestie-uren. Ook worden enkele neven-effecten behandeld. De uitvoerbaarheid van zo'n heffing in techmisch, organisatorisch, financieel en maatschappelijk opzicht -met veel meer wegvakken waarvoor een heffing geldt dan nu bij Rekeningrijden zijn voorzien- blijft echter buiten beschouwing. De opbouw van dze rapportage ziet er als volgt uit: - punt 2 vermeldt de uitgangspunten; - punt 3 behandelt de varianten; - punt 4 beschrijft het prognose-instrumentarium; - punt 5 gaat in op de resultaten. 2. Uitqanqspunten Samengevat zijn bij de studie de studie de volgende uitgangspunten gehanteerd (kortheidshalve moet voor een volledige opsomming worden verwezen naar de rapportage van HCG "Variabele kilometerheffing in het LMS", maart 1999) : - Een situatie 2010 zonder KM-heffing (of rekeningrijden), de z9 referentie-situatie, waarin exogene ontwikkelingen zijn verdisconteerd (zo zijn omvang en spreiding van wonen en werken gelijk aan het CPB-ER-scenario) en waarin rekening is gehouden met voorziene uitbreidingen en verbeteringen van het verkeers- en (openbaar) vervoerssysteem alsmede met het voorziene prijs- en parkeerbeleid.

6 De introductie van de variabele KM-heffing heeft geen consequenties voor het autobezit, ook niet indien simultaan de motorrijtuigenbelasting wordt verlaagd. NB: De resultaten van verschillende studies spreken elkaar tegen m.b.t. het effect van het verlagen/vervallen van deze belasting op het autobezit. Een critische grens van 0,8 voor de intensiteits-capaciteitsverhouding (IC-verhouding): indien deze verhouding voor een bepaald wegvak boven 0,8 komt, treedt er congestie op en vindt er een heffing plaats. Deze heffing blijft bestaan, ook indien in een later stadium van de analyse -als gevolg van een toegevoegde heffing op andere wegvakken- de IC-verhouding op dat wegvak beneden 0,8 daalt. - Behalve op het interlokale (hoofd)wegennet geldt de variabele KM-heffing ook voor de belangrijke lokale wegen. NB: Op voorhand moet worden gesteld dat het achterwege laten van een heffing op het lokale net leidt tot een grote hoeveelheid ontwijk- en sluipverkeer op dit net (bv. stedelijk verkeer, dat nu gebruik maakt van de tot het hoofdwegennet behorende ringen en ruiten rond de steden, gaat weer gebruik maken van het lokale net). 3. Varianten van een variabele KM-heffinq Voor een variabele KM-heffing in 2010 zijn vijf varianten onderzocht, namelijk: 1. Lage spitsheffing in ochtend- en avondspits met een tarief van f.o,lo/km op wegvakken met congestie (IC-verhouding boven 0,8) en vervolgens van f.o,20/km als er bij een tarief van f.o,lo nog congestie optreedt. 2. Hoge spitsheffing in ochtend- en avondspits met een tarief van f.o,25/km op wegvakken met congestie en vervolgens van f.o,50/km als er bij f.0,25 nog congestie optreedt. 3. Maximale spitsheffing in ochtend- en avondspits, gericht op een maximale reductie van de congestie met achtereenvolgens oplopende tarieven van f.o,lo/km via f.o,20/km en f.o,50/km tot f.i,=/km; een nog hoger tarief heeft bezwaren vanuit de mogelijkheden van het toegepaste model. 4. Lage dagheffing (gehele werkdag) met een tarief van f.o,lo/km op wegvakken met congestie en vervolgens van f.o,20/km als er bij f.o,lo nog congestie optreedt. 5. Lage dag- en hoge spitsheffing met tarieven tijdens ochtend- en avondspits conform variant 2 en tijdens overige uren conform variant 4. Bij deze variant is tijdens de analyse een sub-variant (5a) toegevoegd waarin op zeer korte wegvakken -waarop het tarief in variant 5 zou uitkomen op minder dan f.o,lo- geen heffing plaatsvindt. Achtergrond van 5a is het streven naar een reductie van het aantal wegvakken dat onder de heffing valt. 4

7 5 4. Prognose-instrumentarium De schattingen zijn uitgevoerd met behulp van het Landelijk Model Systeem Verkeer en Vervoer (LMS). Dit model biedt de mogelijkheid om in de achtereenvolgende toedelingsprocedures - voor dezelfde variant- aan het netwerk een KM-heffing toe te voegen die afhangt van de intensiteit op de verschillende wegvakken (en de lengte ervan). Deze variabele KM-heffing speelt niet alleen een rol bij de toedeling maar ook, daaraan voorafgaand, bij de bepaling van het verplaatsingspatroon en de verdeling over de verschillende vervoerwijzen en dagdelen. Bij de vervoerwijzen is onderscheid gemaakt tussen autobestuurder, autopassagier, trein, overig openbaar vervoer en langzaam verkeer. In de toedelingsprocedure is vervolgens alleen gelet op het autoverkeer. Bij de dagdelen is onderscheid gemaakt tussen ochtend- en avondspits en restdag. Bij het LMS moeten nog twee opmerkingen worden gemaakt: - het betreft een lange termijn model waarin is aangenomen dat voorziene gedragswijzigingen volledig zijn doorgewerkt bij alle reizigers; - het gaat om een landelijk model dat vooral geschikt is om op strategisch niveau zoals heel Nederland, Randstad en hoofdwegennet (HWN) uitspraken te doen over de effecten van beleidsmaatregelen; voor uitspraken over specifieke wegvakken is het LMS minder geschikt, vooral als het gaat om secundaire interlokale en lokale wegen (overig wegennet,own). Voor een meer uitgebreide beschrijving van het LMS wordt verder verwezen naar de literatuur (o.a. "Het Landelijk Modelsysteem Verkeer en Vervoer", RWS-DVK, 1990" en "The predictive power of operational demand models, a case study", H.Gunn en T.v.d.Hoorn,l998) en voor de toepassing van de variabele KM-heffing in het LMS naar de onder punt 2 aangehaalde HCG-rapportage. 5. Resultaten 5.1. Selectie indicatoren De doelstelling van een variabele KM-heffing is een vermindering van de congestie via een vermindering van de autokilometrage op de daarvoor in aanmerking komende wegvakken. Met "vermindering" wordt bedoeld het verschil tussen een situatie 2010 met een variabele KM-heffing en een situatie 2010 zonder zo'n heffing, de zg. referentie-situatie (zie uitgangspunten). Deze doelstelling kan worden bv de congestie moet 30% lager geoperationaliseerd in criteria, zijn dan in de referentiesituatie. Bij deze criteria kunnen vervolgens indicatoren (meetbare eenheden) worden gezocht aan de hand waarvan de effecten van de varianten onderling en met de referentiesituatie kunnen worden vergeleken. Als indicator is gehanteerd: de ontwikkeling van de voertuigverliesuren, in het vervolg met congestieuren (CU) aangeduid.

8 6 Deze indicator (CU) is verbijzonderd naar ochtend-, avondspits en restdag, resp. aangeduid met A, B en C, en vervolgens toegespitst op HWN, OWN en totale net (HWN+OWN) in de Randstad en in overig Nederland (NL). Ochtendspits A.1 : CU op HWN en OWN in Randstad A.11 : CU op HWN en OWN in overig NL A.111: CU op HWN en OWN in geheel NL Avondspits B.1 : CU op HWN en OWN in Randstad B.11 : CU op HWN en OWN in overig NL B.111: CU op HWN en OWN in geheel NL Restdag c.1 : CU op HWN en OWN in Randstad c.11 : CU op HWN en OWN in overig NL c.111: CU op HWN en OWN in geheel NL NB: Terwille van het overzicht zijn niet toegevoegd (maar wel beschikbaar) de werkdagcijfers verbijzonderd naar de vier grote steden in de Randstad en naar overig NL. NEVEN-EFFECTEN Daarnaast is gelet op de neven-effecten van een variabele KM-heffing. Deze neven-effecten beïnvloeden andere doelstellingen zoals woon- en leefmilieu en verkeersveiligheid. Als indicator is gehanteerd de ontwikkeling van de voertuigkilometrage(km) op werkdag-basis (ochtend-+avondspits+ restdag), toegespitst op HWN en OWN (veiligheid en milieu). Verder is het aandeel van het betaalde kilometrage in het totale kilometrage nagegaan. Als volgt: Gehele werkdag D.1 : KM op HWN en OWN in Randstad D.11 : KM op HWN en OWN in overig NL D.111: KM op BMN en OWN in geheel NL D.IV : Aandeel betaald KM in totaal KM Zowel uit een oogpunt van uitvoerbaarheid en (maatschappelijke) haalbaarheid als vanuit kosten-standpunt is het aantal wegvakken waarvoor een tarief cq tariefsverandering geldt van groot belang.in dit stadium wordt volstaan met een indicatie: E. : Indicatie aantal heffingsplichtige wegvakken In de discussies over variabele heffingen speelt het effect op het openbaar vervoer een grote rol. Indicator: F. : Aantal reizigers per openbaar vervoer (ov) in NL NB: Voor het ov zijn geen toedelingen gemaakt. Een kleine invloed van de heffing op dit vervoer in geheel Nederland betekent niet dat zo'n heffing wel degelijk effect kan hebben op het ov-gebruik in bepaalde corridors. Tenslotte zijn ook de opbrengsten interessant. Uiteraard gaat het om een voorlopige indicatie: G. : Indicatie opbrengsten per werkdag

9 7 5.2 Resultaten m.b.t. de doelstelling Tabel 2 geeft een overzicht van de congestie-uren (CU) TABEL 2: CU op HWN en OWN in 2010 voor heffingsvarianten; indexcijfers t.o.v. referentie=100 varianten a lage hoge max. lage dag(4) selectie spits spits spits dag spits(2) uit (5) ochtendspits A.l.RANDSTAD HWN OWN HWN+OWN A.2.OVERIG NL HWN OWN HWN+OWN A.3.GEHEEL NL OWN HWN+OWN 65 -_ avondspits B.l.RANDSTAD HWN OWN HWN+OWN B.2.OVERIG NL OWN HWN+OWN B.3.GEHEEL NL HWN OWN HWN+OWN _ restdaq C.l.RANDSTAD HWN 106 OWN 101 HWN+OWN C.2.OVERIG NL HWN 103 OWN 101 HWN+OWN 102 C.3.GEHEEL NL HWN 105 OWN 101 HMN+owN

10 8 OPMERKINGEN BIJ TABEL 2: -algemeen a. Het gaat hier om indicaties die vooral dienen ter onderlinge vergelijking van de varianten; hierbij zijn de cijfers bij HWN+OWN minder betrouwbaar dan die bij HWN en OWN afzonderlijk; b. Op werkdagbasis (=ochtend-+avondspits+restdag) zijn de varianten 5 en 5a het gunstigst (zie tabel l), ook bij HWN en OWN afzonderlijk. c. De weergegeven CU kunnen worden gewogen met autokilometers. Deze congestie per autokilometer is vermeld in de HCG-rapportage. Op werkdagbasis resulteren ongeveer dezelfde indexcijfers. -bij spitsheffingen (varianten 1, 2 en 3) d. Een verandering van tijdstip van weggebruik treedt uiteraard vooral op bij de varianten met louter spitsheffingen. De negatieve effecten van deze varianten op de restdag vallen nogal mee. Opvallend is dat het hierbij niet veel uitmaakt welk tarief in de spits wordt geheven. e. Een verhoging van de spitstarieven met een factor 2,5 (variant 2 t.o.v. variant 1) heeft een minder dan proportionele vermindering van de congestie tot gevolg tijdens de spitsen, vooral op het OWN; zie indicaties onder ochtend- en avondspits. f. In het algemeen hebben de spitsheffingen een iets groter effect op de avond- dan op de ochtendspits hetgeen waarschijnlijk samenhangt met de verdeling naar ritmotieven (meer verkeer uit hoofde van "overige" motieven -dat is geen woon-werk of zakelijk verkeer- waarop de heffing meer invloed heeft). g* Variant 3 met de hoogste spitsheffing (en de grootste differentiatie) bewerkstelligt uiteraard de grootste congesatie-reductie tijdens de spitsen en leidt niet tot significant ongunstiger congestie-effecten tijdens de restdag. Afgezien van andere aspecten (zoals haalbaarheid en perceptie-kosten) is deze variant qua congestie-reductie tijdens de spitsen gunstiger dan de varianten 1 en 2. Overigens: ondanks een max. tarief van f.l,=/km is het niet mogelijk de congestie geheel te doen verdwijnen hetgeen komt door lokale knelpunten in het netwerk, vooral op het OWN. h. Variant 1 komt voor de Randstad tijdens de ochtendspits (A.l) ongeveer gelijk uit met Rekeningrijden. -bij dagheffingen (4, 5 en 5a) t.o.v. spitsheffingen i. De daling van de congestie tijdens de spitsen is in variant 4 (lage dagheffing) minder dan in varianten 1 en beduidend veel minder dan in de varianten 2 en 3; dit komt omdat uitwijken in de tijd in 4 geen voordeel biedt.

11 j- Bij variant 5 (combinatie van 2 met 4) is er weliswaar eveneens een geringer effect op de spitsen maar uit een vergelijking tussen deze variant met variant 2 komt naar voren dat de effecten weinig verschillen als het om de spitsen gaat. k. Tijdens de restdag scoren de varianten 4 en 5 ongeveer gelijk en uiteraard beter dan de overige varianten. -samenvattend 1. Al met al kan voorlopig worden gesteld dat de varianten 1, 2 en 3 ongunstig uitpakken voor de restdag en dat variant 4 minder gunstig scoort tijdens de spitsen. Variant 5 scoort gunstig in de spitsen (alleen 3 scoort beter) en gunstig buiten de spitsen (alleen 4 scoort even goed). Variant 5a -met aanzienlijk minder heffingswegvakken- scoort slechts weinig minder dan variant Resultaten m.b.t. neven-effecten De gemelde veranderingen in de congestie-uren worden bewerkstelligd door veranderingen in de kilometrages. Tabel 3 geeft een overzicht van de kilometrages (D) ============================================================= Tabel 3: Kilometrages op HWN en OWN in 2010 voor varianten indexcijfers t.o.v. referentie=100 varianten a. lage hoge max. lage dag (4) selectie spits spits spits dag spits(l) uit (5) 9 werkdaq D.l.RANDSTAD HWN 98 0W.N 101 HwN+owN 99 D.2.Overig HWN NL 100 OWN 100 HWN+OWN D.3.Geheel HWN NL OWN HWN+OWN ============================================================= 98 OPMERKINGEN BIJ TABEL 3: -algemeen m. Behalve bij de varianten 4, 5 en 5a, waar de kilometrage op het OWN in de Randstad 5% hoger is dan in de referentiesituatie, kan worden gesteld dat de neven-effecten uit hoofde van veiligheid (etmaalkilometrage op OWN) en van milieu (etmaalkilometrage op HWN+OWN) klein zijn. Uit de gegevens in de HCG-rapportage kan worden afgeleid dat deze 5% zich grosso modo zowel tijdens de spitsen als tijdens de restdag voordoet.

12 n. Bij vergelijking van de indexcijfers voor congestie-uren met kilometrages, zoals die in de tabellen 1, 2 en 3 zijn vermeld, blijkt dat een gelijkblijvende of weinig dalende kilometrage gepaard gaat met een (forse) daling van de congestie-uren; in een enkel geval -0WN in varianten 4 en 5- treedt de CU-daling zelfs op bij een per saldo iets stijgend kilometrage. Dit komt doordat het verkeer als gevolg van de heffing beter over het beschikbare net wordt gespreid. Het gekozen criterium (i/c verhouding van 0,8) heeft geleid tot een goede selectie van wegvakken waaruit een uitermate gunstige verhouding tussen verandering CU en verandering KM resulteert. De overige neven-effecten (D.IV, E, F en G) zijn vermeld in tabel m mm mm w-m === Tabel 4: Indicaties m.b.t. aandeel betaald KM in totaal KM, aantallen heffingsplichtige wegvakken, aantallen reizigers ov en opbrengsten voor varianten varianten: _ _ _ a D.IV: aandeel betaald KM ochtendspits 19% 17% 18% 19% 18% 17% avondspits 22% 21% 21% 22% 21% 20% restdag 8 % 8% 7% _ _--~---~-~~~--~~-~~~~ E: aantal wegvakken index 5a=lOO F: index reizigers ov (referentie=loo) ~~-~~-~~~~~~~~~~~~~ 101 G: opbrengsten per werkdag in mln gld 2,5 4,9 5,4 4,g 7,2 index 5a=lOO = mm _--_---_ OPMERKINGEN BIJ -bij D.IV TABEL 4 o. Het aantal verreden KM in het Landelijk Model is om diverse redenen lager dan het werkelijk verreden aantal (verkeer binnen de zones is niet verdisconteerd; alleen het interlokale net en de belangrijke lokale wegen zijn in het toegedeelde netwerk opgenomen). Dit impliceert dat de noemer in de gehanteerde breuk in werkelijkheid groter is; dientengevolge is het werkelijke aandeel betaalde KM lager dan in de tabel. Overigens treden er geen grote verschillen tussen de varianten op indien in gedachten wordt gehouden dat in de eerste drie varianten geen heffing tijdens de restdag plaatsvindt. -bij E P* Ten aanzien van de aantallen wegvakken waarvoor een heffing geldt gaat het om een maximale indicatie die bij een nadere uitwerking lager kan uitvallen. Desondanks zijn deze aantallen zeer hoog, ook in variant 5a die juist is geintroduceerd om het aantal heffingspunten te reduceren. 10

13 -bij F q* Zoals eerder gemeld (zie 5.1), impliceren de vermelde indexcijfers niet dat er in bepaalde corridors wel degelijk sprake kan zijn van een toeneming van het ov-gebruik, vooral tijdens de spitsuren. -bij G r. In de varianten 5 en 5a met de hoogste opbrengsten kunnen bij 255 heffingsdagen/jaar de jaarlijkse opbrengsten bruto (zonder aftrek van de perceptiekosten) resp. circa 1,8 en I,7 miljard gulden bedragen

NRM LIMBURG 2.1 REFERENTIEMATRICES Deel 3: Waar komt de groei vandaan?

NRM LIMBURG 2.1 REFERENTIEMATRICES Deel 3: Waar komt de groei vandaan? NRM LIMBURG 2.1 REFERENTIEMATRICES 2020 Deel 3: Waar komt de groei vandaan? Uitgebracht aan: Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Rijkswaterstaat, Directie Limburg Uitgevoerd door: NEA Transportonderzoek

Nadere informatie

Bijlage B: Ontwerp-tracébesluit A7/N7 Zuidelijke Ringweg Groningen, fase 2

Bijlage B: Ontwerp-tracébesluit A7/N7 Zuidelijke Ringweg Groningen, fase 2 Bijlage B: Ontwerp-tracébesluit A7/N7 Zuidelijke Ringweg Groningen, fase 2 Uitgangspunten van de verkeersberekeningen Datum mei 2013 Inhoud 1 Beschrijving gehanteerde verkeersmodel 3 1.1 Het Nederlands

Nadere informatie

Opgesteld in samenwerking met de Adviesdienst Verkeer en Vervoer van Rijkswaterstaat

Opgesteld in samenwerking met de Adviesdienst Verkeer en Vervoer van Rijkswaterstaat CPB Notitie Opgesteld in samenwerking met de Adviesdienst Verkeer en Vervoer van Rijkswaterstaat Datum : 29 september 6 Aan : Ministerie van Verkeer en Waterstaat (DGP) WLO mobiliteitscenario s met prijsbeleid

Nadere informatie

Commentaar bij het Onderzoeksrapport Tussenfase Planstudie Ring Utrecht (Twijnstra&Gudde, november 2009)

Commentaar bij het Onderzoeksrapport Tussenfase Planstudie Ring Utrecht (Twijnstra&Gudde, november 2009) Commentaar bij het Onderzoeksrapport Tussenfase Planstudie Ring Utrecht (Twijnstra&Gudde, november 2009) Op 3 juli 2009 heeft de Tweede Kamer een motie aangenomen over De Kracht van Utrecht. Deze luidde

Nadere informatie

Notitie. blad 1 van 8

Notitie. blad 1 van 8 Notitie datum 14 april 2017 aan Williard van der Sluis Rijkswaterstaat van Hans van Herwijnen Antea Group kopie Marijke Visser Antea Group project Corridor Amsterdam-Hoorn projectnr. 0410260.00 Notitie

Nadere informatie

Van eindbeeld naar tussenfase Anders Betalen voor Mobiliteit

Van eindbeeld naar tussenfase Anders Betalen voor Mobiliteit Van eindbeeld naar tussenfase Anders Betalen voor Mobiliteit Methodologie voor verkeerskundige effecten van een kilometerprijs voor alleen het hoofdwegennet in 2011 Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid

Nadere informatie

Bijlage 1: Achtergrond, verantwoording en rekenresultaten

Bijlage 1: Achtergrond, verantwoording en rekenresultaten Pagina 2 limieten zijn er immers niet voor niets. Zo blijft van de ruim 9.000 km autosnelweg en autoweg, ruim 4.000 km over waar een snelheidsverhoging is toegepast. Dit zijn vooral autosnelwegen buiten

Nadere informatie

Voertuigverliesuren Verkeersbeeld provincie Utrecht

Voertuigverliesuren Verkeersbeeld provincie Utrecht Voertuigverliesuren 2017 - Verkeersbeeld provincie Utrecht Eindrapport Provincie Utrecht Voertuigverliesuren 2017 - Verkeersbeeld provincie Utrecht Eindrapport Datum 2 oktober 2018 Kenmerk 002134.20181002.R1.01

Nadere informatie

Bijlage B: bij Toelichting Tracébesluit A7/N7 Zuidelijke Ringweg Groningen, fase 2

Bijlage B: bij Toelichting Tracébesluit A7/N7 Zuidelijke Ringweg Groningen, fase 2 Bijlage B: bij Toelichting Tracébesluit A7/N7 Zuidelijke Ringweg Groningen, fase 2 Uitgangspunten van de verkeersberekeningen Datum Augustus 2014 Inhoud 1 Beschrijving gehanteerde verkeersmodel 3 1.1 Het

Nadere informatie

Deelrapport Doorrekeningen Plan-MER Oosterweelverbinding (Fase 4) Bijlage 9: Overzichtsgrafieken indicatoren Scenario s zonder exploitatievarianten

Deelrapport Doorrekeningen Plan-MER Oosterweelverbinding (Fase 4) Bijlage 9: Overzichtsgrafieken indicatoren Scenario s zonder exploitatievarianten Deelrapport Doorrekeningen Plan-MER Oosterweelverbinding (Fase 4) Bijlage 9: Overzichtsgrafieken indicatoren Scenario s zonder en Departement Mobiliteit en Openbare Werken Verkeerscentrum Anna Bijnsgebouw

Nadere informatie

Mobiliteit in Nederland onder de loep

Mobiliteit in Nederland onder de loep Mobiliteit in Nederland onder de loep Jan van der Waard Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM) Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid Kort iets over het KiM Recente ontwikkelingen in mobiliteit in

Nadere informatie

Onderzoek ontlasten Vlietbruggen. Onderzoeksresultaten. Adviesgroep 10 mei 2016

Onderzoek ontlasten Vlietbruggen. Onderzoeksresultaten. Adviesgroep 10 mei 2016 Onderzoek ontlasten Vlietbruggen Onderzoeksresultaten Adviesgroep 10 mei 2016 2 Algemene conclusies Verkeer Voertuigverliesuren ochtendspits Voertuigverliesuren avondspits 10000 9000 8000 7000 6000 5000

Nadere informatie

Mobiliteit in Nederland onder de loep

Mobiliteit in Nederland onder de loep Mobiliteit in Nederland onder de loep Jan van der Waard Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM) Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid Kort iets over het KiM Recente ontwikkelingen in mobiliteit in

Nadere informatie

Voertuigverliesuren Verkeersbeeld provincie Utrecht

Voertuigverliesuren Verkeersbeeld provincie Utrecht Voertuigverliesuren 2016 - Verkeersbeeld provincie Utrecht Eindrapport Provincie Utrecht Voertuigverliesuren 2016 - Verkeersbeeld provincie Utrecht Eindrapport Datum 16 augustus 2017 Kenmerk UTA018/Fok/0054.02

Nadere informatie

Factsheet effecten bedrijfsleven 16 oktober 2009

Factsheet effecten bedrijfsleven 16 oktober 2009 Factsheet effecten bedrijfsleven 16 oktober 2009 Inhoud De feiten en cijfers verzameld ten aanzien van de impact van de kilometerprijs voor het bedrijfsleven. 1. Opbouw en verdeling wagenpark Motieven

Nadere informatie

De latente vraag in het wegverkeer

De latente vraag in het wegverkeer De latente vraag in het wegverkeer Han van der Loop, Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid KiM, kennislijn 1 en 2, 5 juni 2014 Vraagstuk * Veel gehoord bij wegverbreding of nieuwe wegen: Roept extra autogebruik

Nadere informatie

R-89-25 Ir. A. Dijkstra Leidschendam, 1989 Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid SWOV

R-89-25 Ir. A. Dijkstra Leidschendam, 1989 Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid SWOV SCHEIDING VAN VERKEERSSOORTEN IN FLEVOLAND Begeleidende notitie bij het rapport van Th. Michels & E. Meijer. Scheiding van verkeerssoorten in Flevoland; criteria en prioriteitsstelling voor scheiding van

Nadere informatie

Automobiliteit in de stadsregio in 2030: Verkenning van de bandbreedte

Automobiliteit in de stadsregio in 2030: Verkenning van de bandbreedte Automobiliteit in de stadsregio in 2030: Verkenning van de bandbreedte Will Clerx Rotterdam Stadsontwikkeling / Stadsregio Rotterdam Bijdrage aan Platos Colloquium 13 maart 2013 Inhoud Aanleiding van de

Nadere informatie

DGMR Totaal. Figuur 1. DGMR - Milieubelasting per jaar

DGMR Totaal. Figuur 1. DGMR - Milieubelasting per jaar Notitie Project DGMR Duurzaam Betreft Milieubarometer 2011-2012 Ons kenmerk A.2007.5221.01.N006 Versie 001 Datum 7 oktober 2013 Verwerkt door VI GA Contactpersoon drs. ing. B.E.A. (Bianca) van Osch E-mail

Nadere informatie

Effecten op de koopkracht variant A en variant B Anders Betalen voor Mobiliteit/ ABvM

Effecten op de koopkracht variant A en variant B Anders Betalen voor Mobiliteit/ ABvM Effecten op de koopkracht variant A en variant B Anders Betalen voor Mobiliteit/ ABvM Samenvatting belangrijkste resultaten Op verzoek van V&W heeft SZW een eerste inschatting gemaakt van de koopkrachteffecten

Nadere informatie

Technische rapportage verkeersonderzoek SLP met statisch verkeersmodel

Technische rapportage verkeersonderzoek SLP met statisch verkeersmodel Technische rapportage verkeersonderzoek SLP met statisch verkeersmodel Door: Rik Froma, onderzoeker verkeer en vervoer bij cluster ruimtelijke ontwikkeling Datum: 29 april 2014 0 Inhoudsopgave GEBRUIKT

Nadere informatie

Milieubarometer 2009-2010

Milieubarometer 2009-2010 NOTITIE Nr. : A.2007.5221.01.N004 Versie : definitief Project : DGMR Duurzaam Betreft : Milieubarometer 2009-2010 Datum : 26 juli 2011 Milieubarometer 2009-2010 Inleiding De milieubarometer is een instrument,

Nadere informatie

Notitie Vergelijking Plateau- en Klagenfurtalternatief Rijksweg 74 ten aanzien van luchtkwaliteit

Notitie Vergelijking Plateau- en Klagenfurtalternatief Rijksweg 74 ten aanzien van luchtkwaliteit Notitie Vergelijking Plateau- en lagenfurt RWS Limburg juli 2007 1 1. Samenvatting en conclusies Rijkswaterstaat heeft in samenwerking met TNO de effecten in en rond Venlo van Rijksweg 74 op luchtkwaliteit

Nadere informatie

Wateringse Veld Noord. Verkeerskundig effect i.r.t. de A4

Wateringse Veld Noord. Verkeerskundig effect i.r.t. de A4 definitief revisie 00 17 november 2015 definitief revisie 00 17 november 2015 Auteurs R. Poorterman Opdrachtgever BPD Ontwikkeling B.V. Regio Zuid-West Postbus 75 2600 AB Delft datum vrijgave beschrijving

Nadere informatie

Evaluatieonderzoek VOC-gemeenten Kosten, Opbrengsten en Kostendekkingsgraad

Evaluatieonderzoek VOC-gemeenten Kosten, Opbrengsten en Kostendekkingsgraad Evaluatieonderzoek Kosten, Opbrengsten en Kostendekkingsgraad Technisch rapport bij Ex-post onderzoek Datum 29 juni 2001 Kenmerk AVV043.503 MuConsult B. V. Postbus 2054 3800 CB Telefoon 033-465 50 54 Fax

Nadere informatie

Stemgedrag Tweede Kamer % 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% Stemgedrag Tweede Kamer % 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100%

Stemgedrag Tweede Kamer % 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% Stemgedrag Tweede Kamer % 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% Kilometerheffing Wat vindt Nederland van de plannen van de regering m.b.t. kilometerheffing, nadat het eerste debat hierover in de kamer heeft plaatsgevonden? De regering heeft besloten de kilometerheffing

Nadere informatie

MEMO. Aan Robert in 't Veld (DVS) Van Paul van Lier (Advin B.V.) Datum 27 januari 2012 Projectnummer Status Definitief Versie 6

MEMO. Aan Robert in 't Veld (DVS) Van Paul van Lier (Advin B.V.) Datum 27 januari 2012 Projectnummer Status Definitief Versie 6 MEMO Aan Robert in 't Veld (DVS) Van Paul van Lier (Advin B.V.) Onderwerp Evaluatie Spoedaanpak - ontwikkeling verkeersprestatie (VP) per project Datum 27 januari 212 Projectnummer 7211112 Status Definitief

Nadere informatie

De latente vraag in het wegverkeer

De latente vraag in het wegverkeer De latente vraag in het wegverkeer Han van der Loop, Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid Jan van der Waard, Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid Contactpersoon DGB: Henk van Mourik Afdelingsoverleg

Nadere informatie

'foto bereikbaarheid 2016' hoe, wat en waarom

'foto bereikbaarheid 2016' hoe, wat en waarom Foto bereikbaarheid 2016 hoe, wat en waarom pagina 1 Foto Bereikbaarheid 2016 Algemeen over aanleiding en aanpak Bronnen Resultaat verder ingezoomd Voorbeelden Hoe verder pagina 2 Algemeen In BB1 stond

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 vwo 2005-II

Eindexamen economie 1-2 vwo 2005-II 4 Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 Een voorbeeld van een juist antwoord

Nadere informatie

N237: MBO Systeem. Agenda. Aanleiding en gevolgen. Van inzicht naar beslissing: Performance Indicatoren (PI)

N237: MBO Systeem. Agenda. Aanleiding en gevolgen. Van inzicht naar beslissing: Performance Indicatoren (PI) N237 Provincie Utrecht Monitoring en Beslissing Ondersteunend Systeem ir. Mark Snoek Agenda Aanleiding en gevolgen Van inzicht naar beslissing: Performance Indicatoren (PI) Automatische beoordeling op

Nadere informatie

Evaluatie spitsstrook E34-E313

Evaluatie spitsstrook E34-E313 Evaluatie spitsstrook E34-E313 Dr. Stefaan Hoornaert (Vlaams Verkeerscentrum) 11-13/09/2013 start: 21 14 13 10 86 415 12 11 97 53 sec Probleemstelling Evaluatie spitsstrook E34-E313 slide 1/11 Knelpunt

Nadere informatie

Emissieontwikkeling op onderliggend wegennet ten gevolge van realisatie Tweede Coentunnel en Westrandweg

Emissieontwikkeling op onderliggend wegennet ten gevolge van realisatie Tweede Coentunnel en Westrandweg Notitie Laan van Westenenk 501 Postbus 342 7300 AH Apeldoorn Aan RWS Noord Holland ir. E. Tenkink Van Ir. P.W.H.G. Coenen Kopie aan www.tno.nl T 055 549 34 93 F 055 541 98 37 Onderwerp Emissie ontwikkeling

Nadere informatie

1 Inleiding: de varianten vergeleken

1 Inleiding: de varianten vergeleken Deventer Den Haag Eindhoven Snipperlingsdijk 4 Verheeskade 197 Flight Forum 92-94 7417 BJ Deventer 2521 DD Den Haag 5657 DC Eindhoven T +31 (0)570 666 222 F +31 (0)570 666 888 Leeuwarden Amsterdam Postbus

Nadere informatie

Aanbod, gebruik en reistijdverlies hoofdwegennet,

Aanbod, gebruik en reistijdverlies hoofdwegennet, Indicator 6 september 2018 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Tussen 2000 en 2017 is het

Nadere informatie

Examen H111 Verkeerskunde Basis

Examen H111 Verkeerskunde Basis pagina 1 van 5 Examen H111 Verkeerskunde Basis Katholieke Universiteit Leuven Departement Burgerlijke Bouwkunde Datum: donderdag 30 augustus 2001 Tijd: 8u30 11u30 Instructies: Er zijn 5 vragen; start de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 25 816 Regels inzake een regulerende heffing op het gebruik van wegen in de Randstad tijdens spitsuren (Wet op het rekeningrijden) Nr. 8 NOTA VAN

Nadere informatie

Effect van spitsmijdingen op voertuigverliesuren

Effect van spitsmijdingen op voertuigverliesuren Effect van spitsmijdingen op voertuigverliesuren Han van der Loop KiM Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid han.vander.loop@minienm.nl Jan van der Waard KiM Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid jan.vander.waard@minienm.nl

Nadere informatie

Factsheet Verkeer. 1. Inleiding. 2. Ambities. Definities, bestaande wetgeving en beleid

Factsheet Verkeer. 1. Inleiding. 2. Ambities. Definities, bestaande wetgeving en beleid Factsheet Verkeer 1. Inleiding In deze factsheet Verkeer staan de voertuigen en personen centraal die de openbare weg gebruiken. Het gaat hier dus niet om de fysiek aanwezige infrastructuur (die komt aan

Nadere informatie

BEOORDELINGSCRITERIA FIETSOVERSTEEK EIKENLAAN. Algemeen

BEOORDELINGSCRITERIA FIETSOVERSTEEK EIKENLAAN. Algemeen BEOORDELINGSCRITERIA FIETSOVERSTEEK EIKENLAAN Algemeen Met het uitvoeren van het monitoringsplan wordt het functioneren van de fietsoversteek in de verschillende situaties in beeld gebracht, namelijk in

Nadere informatie

Mobiliteitsbeheersing en rekeningrijden

Mobiliteitsbeheersing en rekeningrijden Mobiliteitsbeheersing en rekeningrijden 22 april 2010 Overzicht De mobiliteit in cijfers.... 2 (avondspits) (ochtendspits) De mobiliteit in cijfers Files en meer files: waar? Files en meer files: wanneer?

Nadere informatie

STAQ in HAAGLANDEN. PLATOS 11 maart 2015. Beeld plaatsen ter grootte van dit kader. Bastiaan Possel

STAQ in HAAGLANDEN. PLATOS 11 maart 2015. Beeld plaatsen ter grootte van dit kader. Bastiaan Possel STAQ in HAAGLANDEN Beeld plaatsen ter grootte van dit kader PLATOS 11 maart 2015 Bastiaan Possel 2 Introductie Bastiaan Possel Adviseur Verkeersprognoses bij het team Verkeersprognoses (20 medewerkers)

Nadere informatie

Milieubarometer 2010-2011

Milieubarometer 2010-2011 NOTITIE Nr. : A.2007.5221.01.N005 Versie : definitief Project : DGMR Duurzaam Betreft : Milieubarometer 2010-2011 Datum : 6 januari 2012 Milieubarometer 2010-2011 Inleiding De milieubarometer is een instrument,

Nadere informatie

Parkeerbehoefte berekenen, niet schatten

Parkeerbehoefte berekenen, niet schatten (Bijdragenr. 71) Parkeerbehoefte berekenen, niet schatten Sjoerd Stienstra (ir. Sj. Stienstra Adviesbureau stedelijk verkeer BV) Samenvatting: Parkeerkentallen geven slechts een globale benadering van

Nadere informatie

CT2710 Transport & Planning Sommencollege delen 1 en 2

CT2710 Transport & Planning Sommencollege delen 1 en 2 CT2710 Transport & Planning Sommencollege delen 1 en 2 Rob van Nes, Transport & Planning 11-5-2012 Delft University of Technology Challenge the future Tentamenvorm Elektronisch tentamen (Etude) Open rekenvragen

Nadere informatie

BENCHMARK WOZ-KOSTEN

BENCHMARK WOZ-KOSTEN BENCHMARK WOZ-KOSTEN 2007 - Inleiding In 1999 is de Waarderingskamer begonnen met het organiseren van een benchmark over de kosten voor de uitvoering van de Wet WOZ. Eind 2003 heeft dit geleid tot een

Nadere informatie

Documentair onderzoek naar proefprojecten in het kader van de kilometerheffing

Documentair onderzoek naar proefprojecten in het kader van de kilometerheffing Documentair onderzoek naar proefprojecten in het kader van de kilometerheffing Dr. Inge Mayeres en Dr. Carolien Beckx VITO 13/09/2013 Dit onderzoek werd uitgevoerd in het kader van de wetenschappelijke

Nadere informatie

N33 Assen - Zuidbroek

N33 Assen - Zuidbroek N33 Assen - Zuidbroek Bijlage 5 Uitgangspunten bij de verkeersberekeningen Dit is een uitgave van Rijkswaterstaat Kijk voor meer informatie op www.rijkswaterstaat.nl of bel 0800-8002 (ma t/m zo 06.00-22.30

Nadere informatie

Welvaartseconomische toets investeringpakketten hoofdwegen. Wim Groot Henk van Mourik

Welvaartseconomische toets investeringpakketten hoofdwegen. Wim Groot Henk van Mourik Welvaartseconomische toets investeringpakketten hoofdwegen Wim Groot Henk van Mourik november 2007 Welvaartseconomische toets investeringspakketten hoofdwegen...............................................................................

Nadere informatie

BIJLAGE A KENGETALLEN In deze bijlage geven we in overzichtelijke tabellen de kengetallen weer die gebruikt zijn ter bepaling van de effecten van het kantoren- en bedrijventerreinenprogramma voor de regio

Nadere informatie

3 Gemiddeld aantal afgelegde kilometer per persoon per dag (gaakpppd)

3 Gemiddeld aantal afgelegde kilometer per persoon per dag (gaakpppd) 3 Gemiddeld aantal afgelegde kilometer per persoon per dag (gaakpppd) 3.1 Algemeen Het gemiddeld aantal afgelegde kilometer per persoon per dag bedraagt anno 2008 41,6 km 1. Ook voor deze indicator beschikken

Nadere informatie

N35 Nijverdal - Wierden Uitgangspunten verkeersberekeningen

N35 Nijverdal - Wierden Uitgangspunten verkeersberekeningen N35 Nijverdal - Wierden Uitgangspunten verkeersberekeningen Datum 2 november 2017 Status definitief 1 Inleiding In deze bijlage vindt u een beschrijving van de gehanteerde uitgangspunten bij het maken

Nadere informatie

Samenvatting Samenvatting

Samenvatting Samenvatting Samenvatting... Treingebruik gaat stijgen Het treingebruik groeit in de periode 2000-2020 met gemiddeld 0,9 tot 1,5% per jaar. Deze verwachte groei is hoger dan de groei die tussen 1991 en 2006 daadwerkelijk

Nadere informatie

Hoe gebeurt de beoordeling van de verschillende alternatieven?

Hoe gebeurt de beoordeling van de verschillende alternatieven? Hoe gebeurt de beoordeling van de verschillende alternatieven? De beoordeling voor de discipline MENS-MOBILITEIT gebeurde op vlak van de doelstellingen van het MASTERPLAN 2020: verbeteren van de bereikbaarheid

Nadere informatie

Kosten en baten van robuustheid en comfort in OV modellen

Kosten en baten van robuustheid en comfort in OV modellen Kosten en baten van robuustheid en comfort in OV modellen 11-03-2015 Ir. Menno Yap Dr.ir. Niels van Oort Ir. Ties Brands Belang van robuust en comfortabel OV 2 3 Opzet presentatie Robuust OV Identificatie

Nadere informatie

Tabel 1: De bijdrage van RtHA aan de regionale economie op basis van 2,4 miljoen passagiers

Tabel 1: De bijdrage van RtHA aan de regionale economie op basis van 2,4 miljoen passagiers Prognose 2020 Door Alexander Otgaar, RHV Erasmus Universiteit Rotterdam Diverse studies zijn in het verleden uitgevoerd met als doel om de economische bijdrage van Rotterdam the Hague Airport (hierna aan

Nadere informatie

Flevokust_verkeersmodel_Lelystad\ LLS Met de varianten Referentie 2011 Planjaar 2020 GE Planjaar 2020 RC Planjaar 2030 GE Planjaar 2030 RC

Flevokust_verkeersmodel_Lelystad\ LLS Met de varianten Referentie 2011 Planjaar 2020 GE Planjaar 2020 RC Planjaar 2030 GE Planjaar 2030 RC Memo nummer 02 datum 11 november 2014 aan R. Wilms Provincie Flevoland W. Kaljouw van Hans van Herwijnen Antea Group kopie Marijke Visser Robin Huizenga Antea Group Antea Group project Vervolg op de plan-

Nadere informatie

Stand van zaken Proefproject. Sociaal-Economische Raad 17 oktober 2013

Stand van zaken Proefproject. Sociaal-Economische Raad 17 oktober 2013 Stand van zaken Proefproject Sociaal-Economische Raad 17 oktober 2013 Introductie & kennismaking Wat? Proefproject voor een kilometerheffing systeem voor lichte voertuigen in de GEN zone Waarom? Het doel

Nadere informatie

Mondgezondheidsrapport

Mondgezondheidsrapport Mondgezondheidsrapport sensibiliseringproject Glimlachen.be 2014 Effectevaluatie van een 4-jaar longitudinaal sensibiliseringproject in scholen in Vlaanderen Samenvatting J Vanobbergen Glimlachen - Souriez

Nadere informatie

Memo. Marco Duijnisveld, Jeroen Schrijver (beiden DIVV)

Memo. Marco Duijnisveld, Jeroen Schrijver (beiden DIVV) Memo Aan Van Marco Duijnisveld, Jeroen Schrijver (beiden DIVV) Doorkiesnummer 6 111 789 Faxnummer 2 556 574 E-mail m.duijnisveld@ivv.amsterdam.nl Kopie aan Datum 3 september 21 Onderwerp Effecten wijziging

Nadere informatie

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. G. Wenneker (D66) (d.d. 3 oktober 2007) Nummer Onderwerp Tarieven OV-chipkaart

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. G. Wenneker (D66) (d.d. 3 oktober 2007) Nummer Onderwerp Tarieven OV-chipkaart van Gedeputeerde Staten op vragen van G. Wenneker (D66) (d.d. 3 oktober 2007) Nummer 2109 Onderwerp Tarieven OV-chipkaart Aan de leden van Provinciale Staten Toelichting vragensteller Vooruitlopend op

Nadere informatie

Verkeersveiligheidsmonitor. Gemeente Slochteren

Verkeersveiligheidsmonitor. Gemeente Slochteren Verkeersveiligheidsmonitor Gemeente Slochteren INHOUDSOPGAVE Trend 3 Algemene ontwikkeling van het totale aantal slachtoffers... 3 Ontwikkeling aantal verkeersdoden (geïndexeerd) ten opzichte van het referentiegebied

Nadere informatie

Rapport: Een vergelijking tussen de ScenarioVerkenner en het Landelijk ModelSysteem

Rapport: Een vergelijking tussen de ScenarioVerkenner en het Landelijk ModelSysteem Rapport: Een vergelijking tussen de ScenarioVerkenner en het Landelijk ModelSysteem Drs. M. Pieters Eindrapport orderbon AVV Nr. FBB 00.01428 Projectnummer VM2000.021 Deelplannummer 4281063 Budgetcode

Nadere informatie

Erik Verhoef Vrije Universiteit Amsterdam

Erik Verhoef Vrije Universiteit Amsterdam Erik Verhoef Vrije Universiteit Amsterdam Kijkend naar 2040 Scenario s: rekening houden met toenemende verkeersdruk op Zuidas Maar: scenario s zijn beïnvloedbaar Aanbieden / faciliteren alternatieven voor

Nadere informatie

Stand van zaken onderzoek Brienenoordcorridor Zuid

Stand van zaken onderzoek Brienenoordcorridor Zuid RWS INFORMATIE Stand van zaken onderzoek Brienenoordcorridor Zuid 1. Inleiding Het onderzoek naar het verbeteren van de doorstroming op het NMCA knelpunt in de Brienenoordcorridor in momenteel in volle

Nadere informatie

Spitsvervoer naar 12 steden en Schiphol

Spitsvervoer naar 12 steden en Schiphol Spitsvervoer naar 1 steden en NSR Productmanagement / A W Adviesdienst Verkeer en Vervoer B Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Adviesdienst Verkeer en Vervoer De Adviesdienst Verkeer en Vervoer AVV is

Nadere informatie

Amsterdam, 11 mei 2005 Projectnummer: H870 Nanda Deen BA Tamara Deprez MA drs. Annemieke Blok MBA. 1 Motivaction International B.V.

Amsterdam, 11 mei 2005 Projectnummer: H870 Nanda Deen BA Tamara Deprez MA drs. Annemieke Blok MBA. 1 Motivaction International B.V. ANWB Kiezen voor mobiliteit - Files en bereikbaarheid - conclusies Amsterdam, 11 mei 2005 Projectnummer: H870 Nanda Deen BA Tamara Deprez MA drs. Annemieke Blok MBA 1 Motivaction International B.V. Inhoudsopgave

Nadere informatie

RWS BEDRIJFSINFORMATIE. NMCA Wegen. Achtergrondrapport. Datum 6 april 2017 Status Definitief

RWS BEDRIJFSINFORMATIE. NMCA Wegen. Achtergrondrapport. Datum 6 april 2017 Status Definitief RWS BEDRIJFSINFORMATIE NMCA Wegen Achtergrondrapport Datum 6 april 2017 Status Definitief RWS Bedrijfsinformatie Pagina 2 van 46 Colofon Uitgegeven door Rijkswaterstaat Informatie Robert Cellissen Telefoon

Nadere informatie

Uitgangspunten Verkeersmodel N34

Uitgangspunten Verkeersmodel N34 N34 provinciale weg gedeelte Witte Paal grens Drenthe Uitgangspunten Verkeersmodel N34 Planstudie ombouw provinciale weg N34 deelplan B wegvak J.C. Kellerlaan Krimweg (N377) naar een veilige regionale

Nadere informatie

Berekeningen effecten maatregelenpakket Zuidoostvleugel

Berekeningen effecten maatregelenpakket Zuidoostvleugel Berekeningen effecten maatregelenpakket Zuidoostvleugel Inleiding In het Bereikbaarheidsprogramma Zuidoostvleugel Brabantstad is een maatregelenpakket opgenomen conform de Zevensprong van Verdaas. Dit

Nadere informatie

Voorburg, 21 januari 197~ Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid SWOV

Voorburg, 21 januari 197~ Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid SWOV CONSULT aan Rijkswaterstaat MOGELIJKE VERMINDERING VAN HET BENZINEVERBRUIK DOOR DE INSTELLING VAN SNELHEIDSBEPERKINGEN R-7~-3 Voorburg, 21 januari 197~ Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid

Nadere informatie

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau 4. Het doel van deze studie is de verschillen in gezondheidsverwachting naar een socio-economisch gradiënt, met name naar het hoogst bereikte diploma, te beschrijven. Specifieke gegevens in enkel mortaliteit

Nadere informatie

3. De bereikbaarheidsindicator

3. De bereikbaarheidsindicator 3. De bereikbaarheidsindicator Achtergrond Het begrip bereikbaarheid leidt nogal eens tot verwarring. Dit komt doordat onderzoekers, beleidsambtenaren en politici het begrip vanuit verschillende invalshoeken

Nadere informatie

VERKEERSTOETS BEDRIJVENTERREIN STEPELERVELD

VERKEERSTOETS BEDRIJVENTERREIN STEPELERVELD VERKEERSTOETS BEDRIJVENTERREIN STEPELERVELD GEMEENTE HAAKSBERGEN 11 november 2010 075163633.0.3 110301.001599 Inhoud 1 Verkeerstoets 3 2 HOOFDSTUK 1 Verkeerstoets De gemeente Haaksbergen is voornemens

Nadere informatie

Effecten van Mobility Mixx voor de BV Nederland

Effecten van Mobility Mixx voor de BV Nederland Effecten van Mobility Mixx voor de BV Nederland Indicatie van het potentieel van Mobility Mixx wanneer toegepast op het gehele Nederlandse bedrijfsleven Notitie Delft, november 2010 Opgesteld door: A.

Nadere informatie

MIRT onderzoek Noordwestkant Amsterdam. 1 juni 2016 PORA Terugblik Analysefase en Vooruitblik Oplossingsrichtingenfase

MIRT onderzoek Noordwestkant Amsterdam. 1 juni 2016 PORA Terugblik Analysefase en Vooruitblik Oplossingsrichtingenfase MIRT onderzoek Noordwestkant Amsterdam 1 juni 2016 PORA Terugblik Analysefase en Vooruitblik Oplossingsrichtingenfase 1-6-2016 1 Presentatie 1. Aanleiding + waar we staan met NowA 2. Resultaten analysefase

Nadere informatie

Spitstarief en weguitbreiding in kosten-batenanalyses

Spitstarief en weguitbreiding in kosten-batenanalyses CPB Notitie Datum : 5 februari 2010 Spitstarief en weguitbreiding in kosten-batenanalyses Met de invoering van de kilometerheffing wordt ook een spitstarief ingevoerd. Dit spitstarief heft een tarief per

Nadere informatie

3 Rijkswaterstaat Noord-Nederland Gerrit Schenk Zuidersingel 4 8911 AV Leeuwarden

3 Rijkswaterstaat Noord-Nederland Gerrit Schenk Zuidersingel 4 8911 AV Leeuwarden 3 Rijkswaterstaat Noord-Nederland Gerrit Schenk Zuidersingel 4 8911 AV Leeuwarden Prestaties van ontwerpvarianten Julianaplein Dienst Verkeer en Scheepvaart van den Burghweg 1 2628 CS Delft Postbus 5044

Nadere informatie

Werkdocument. No 107. Rekeningrijden in de Randstad Een second-opinion

Werkdocument. No 107. Rekeningrijden in de Randstad Een second-opinion Werkdocument No 107 Rekeningrijden in de Randstad Een second-opinion Centraal Planbureau, Den Haag, november 1998 Centraal Planbureau Van Stolkweg 14 Postbus 80510 2508 GM Den Haag Telefoon (070) 338 33

Nadere informatie

OMALA-gebied Lelystad: Verkeersmodelstudie. 2 Uitgangspunten verkeersmodel Lelystad

OMALA-gebied Lelystad: Verkeersmodelstudie. 2 Uitgangspunten verkeersmodel Lelystad Oranjewoud Ruimte en Mobiliteit OMALA-gebied Lelystad: Verkeersmodelstudie Uitgangspuntennotitie Datum 23 november 2009 OJW100/Gsa/0674 Kenmerk Eerste versie 1 Inleiding Oranjewoud Ruimte & Mobiliteit

Nadere informatie

Nota. Netwerkbrede Verkeersanalyse A4 Delft - Schiedam. Conclusies

Nota. Netwerkbrede Verkeersanalyse A4 Delft - Schiedam. Conclusies Nota Ministerie van Verkeer en Waterstaat Rijkswaterstaat Aan Contactpersonen Doorkiesnummer Datum 11 oktober 2007 Ons kenmerk - Onderwerp Netwerkbrede Verkeersanalyse A4 Delft - Schiedam Bijlage(n) -

Nadere informatie

Fiches varianten Anders Betalen voor Mobiliteit

Fiches varianten Anders Betalen voor Mobiliteit Fiches varianten Anders Betalen voor Mobiliteit Een overzicht van relevante aspecten per variant 13 oktober 2005 Fiches varianten Anders Betalen voor Mobiliteit Een overzicht van relevante aspecten per

Nadere informatie

abcdefgh Aan Provincie Zuid-Holland t.a.v. de voorzitter van de adviescommissie IODS de heer M. Huls Postbus LP DEN HAAG Geachte heer Huls,

abcdefgh Aan Provincie Zuid-Holland t.a.v. de voorzitter van de adviescommissie IODS de heer M. Huls Postbus LP DEN HAAG Geachte heer Huls, abcdefgh Aan Provincie Zuid-Holland t.a.v. de voorzitter van de adviescommissie IODS de heer M. Huls Postbus 90602 2509 LP DEN HAAG Contactpersoon Doorkiesnummer Datum 16 juni 2006 Ons kenmerk DGP/WV/u.06.01301

Nadere informatie

KWARTAALINFORMATIE Jeugdzorg Zuid-Holland e kwartaal versie 13/3/15

KWARTAALINFORMATIE Jeugdzorg Zuid-Holland e kwartaal versie 13/3/15 KWARTAALINFORMATIE Jeugdzorg Zuid-Holland 2014 4e kwartaal versie 13/3/15 1 Inleiding Dit is de laatste Kwartaalinformatie jeugdzorg. De Kwartaalinformatie was de monitor van de provinciale jeugdzorg.

Nadere informatie

Trendprognose wegverkeer 2015-2020 voor RWS. Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid. Jan Francke en Hans Wüst

Trendprognose wegverkeer 2015-2020 voor RWS. Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid. Jan Francke en Hans Wüst Trendprognose wegverkeer 2015-2020 voor RWS Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid Jan Francke en Hans Wüst Mei 2015 Het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM) maakt analyses van mobiliteit die doorwerken

Nadere informatie

Fietsmobiliteit in Nederland, Denemarken en Vlaanderen

Fietsmobiliteit in Nederland, Denemarken en Vlaanderen Fietsmobiliteit in Nederland, Denemarken en Vlaanderen Kees van Goeverden Technische Universiteit Delft c.d.vangoeverden@tudelft.nl Bijdrage aan het Colloquium Vervoersplanologisch Speurwerk 24 en 25 november

Nadere informatie

Kilometerheffing vrachtverkeer

Kilometerheffing vrachtverkeer Verdieping mobiliteitseffecten De hier beschreven effecten zijn gebaseerd op evaluatiestudies voor de heffingen die al van kracht zijn en hypothetische modelstudies. Hoewel er al vele heffingen van kracht

Nadere informatie

Huurinkomsten van corporaties, De gevolgen van het regeerakkoord

Huurinkomsten van corporaties, De gevolgen van het regeerakkoord Huurinkomsten van corporaties, 2012 2021. De gevolgen van het regeerakkoord Johan Conijn & Wolter Achterveld Inleiding Op verzoek van Aedes heeft Ortec Finance de financiële gevolgen van het regeerakkoord

Nadere informatie

Kosteneffectiviteit en het programma Beter Benutten

Kosteneffectiviteit en het programma Beter Benutten Kosteneffectiviteit en het programma Beter Benutten Beter Benutten: kosteneffectieve maatregelen Rijk, regio en bedrijfsleven werken in het programma Beter Benutten samen om de bereikbaarheid in de drukste

Nadere informatie

Inventarisatie evaluaties stedelijk verkeersmanagement

Inventarisatie evaluaties stedelijk verkeersmanagement Inventarisatie evaluaties stedelijk verkeersmanagement Een overzicht van de beschikbare kennis Florence Bloemkolk, Henk Taale 21 juni 2018 Stedelijk verkeersmanagement: wat is het? CROW: Verkeersmanagement

Nadere informatie

Vakantiewerk in het mkb 2004

Vakantiewerk in het mkb 2004 Vakantiewerk in het mkb 2004 Koninklijke Vereniging MKB-Nederland Delft, 3 augustus 2004 Contactpersoon: dhr. drs. A. van Delft : 015 21 91 255, e-mail: delft@mkb.nl Copyright Koninklijke Vereniging MKB-Nederland,

Nadere informatie

Datum : 12 juni 2009 Aan : Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid; Ministerie van Financiën

Datum : 12 juni 2009 Aan : Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid; Ministerie van Financiën CPB Notitie Datum : 12 juni 2009 Aan : Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid; Ministerie van Financiën Budget deeltijd-ww 1 Inleiding Per 1 april 2009 is de regeling deeltijd-ww tot behoud van

Nadere informatie

Plan-MER Oosterweelverbinding

Plan-MER Oosterweelverbinding Plan-MER Oosterweelverbinding Infovergadering 26 juni 2013 FASE 3 - VERKEERSKUNDIGE ANALYSE TUSSENTIJDSE CONCLUSIES Dirk Engels MER-Deskundige Mens-Mobiliteit Agenda 1. Doel tussentijdse evaluatie mobiliteit

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

Hoe gebeurt de beoordeling van de verschillende alternatieven?

Hoe gebeurt de beoordeling van de verschillende alternatieven? Hoe gebeurt de beoordeling van de verschillende alternatieven? De beoordeling voor de discipline MENS-MOBILITEIT gebeurde op vlak van de doelstellingen van het MASTERPLAN 2020: verbeteren van de bereikbaarheid

Nadere informatie

DERTIG KAN HET ANTWOORD ZIJN

DERTIG KAN HET ANTWOORD ZIJN DERTIG KAN HET ANTWOORD ZIJN Artikel Mensen op straat (1980) (Voorjaar): 27 R-80-13 Voorburg, 1980 Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid SWOV -2- Inleiding Zal een verlaging van de maximumsnelheid

Nadere informatie

9 Gebruik van wetenschappelijke kennis

9 Gebruik van wetenschappelijke kennis 9 Gebruik van wetenschappelijke kennis In dit hoofdstuk wordt het gebruik van wetenschappelijke kennis a) geanalyseerd in alle onderzochte beleidsprocessen in de JGZ voor 4-19-jarigen in de vier GGD-regio's.

Nadere informatie

Wijziging van de Wet griffierechten burgerlijke zaken in verband met het introduceren van meerdere griffierechtcategorieën voor lagere geldvorderingen

Wijziging van de Wet griffierechten burgerlijke zaken in verband met het introduceren van meerdere griffierechtcategorieën voor lagere geldvorderingen Wijziging van de Wet griffierechten burgerlijke zaken in verband met het introduceren van meerdere griffierechtcategorieën voor lagere geldvorderingen Memorie van Toelichting Algemeen deel 1. Inleiding

Nadere informatie

MIRT-Verkenning A20 Nieuwerkerk aan den IJssel - Gouda

MIRT-Verkenning A20 Nieuwerkerk aan den IJssel - Gouda MIRT-Verkenning A20 Nieuwerkerk aan den IJssel - Gouda Tussenresultaten Inhoud Waar staan we nu, vervolgstappen en planning? NRD januari 2018 en zienswijzen Drie alternatieven A20 Resultaten van het onderzoek:

Nadere informatie