Gemeente f Eergen op Zoom

Transcriptie

1 Gemeente f Eergen op Zoom RMD Datum Van Aan 23 april 2007 Nr.: Het college van B&W De raads- en duoburgerleden Kopie aan Onderwerp Jaarrapportage 2006 ESF-project Werk Voorop inclusief controle en verklaring accountant en de prognose realisatie 2007 Mededeling 1. Inleiding Binnen het verantwoordelijkheidsgebied van de afdeling Sociale Zaken loopt het project Werk Voorop. Voor dit project is door de gemeente met succes een beroep gedaan op middelen uit het Europees Sociaal Fonds (ESF). In de beschikking tot toekenning van de subsidie is door het Agentschap Sociale Zaken en Werkgelegenheid bepaald dat telkens na afloop van een kalenderjaar, een rapportage ingediend moet worden voor zien van een accountantsverklaring. Met deze mededeling wordt uw raad geïnformeerd over inhoud en gevolgen van de rapportage aan het Agentschap SZW en de bevindingen van de accountant over Een dergelijke rapportage is eveneens uitgebracht over 2005, waarvan uw raad in oktober 2006 via een mededeling (06-96) op de hoogte is gesteld. 2. Korte historie In 2004 is gestart met de voorbereiding om te komen tot een plan voor een geïntensiveerde aanpak van de toeleiding naar werk van klanten met een bijstandsuitkering inclusief de bijbehorende ontwikkeling van een methodiek en het instrumentarium. Belangrijk issue daarbij was de mogelijkheid om voor een dergelijk project een beroep te doen op ESF-subsidie, waarvoor destijds door het Ministerie van Sociale Zaken heel uitdrukkelijk gemeenten en andere organisaties werden uitgenodigd gezien de omvang van deze subsidiepot. Na diverse bijstellingen kon eind juni 2005 het projectplan Werk Voorop met de subsidieaanvraag worden ingediend bij het Agentschap Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Het plan omvat een innoverende methodiek voor de toeleiding van uitkeringsgerechtigde werkzoekenden, waarbij als uitgangspunt geldt dat klanten direct na melding voor een uitkering, in een werktoeleidingstraject werden genomen en geplaatst worden op een werkplek voor minimaal 20 uren. Van daaruit worden zonodige verdere instrumenten, zoals bijvoorbeeld vacaturematching, scholing, sollicitatietraining en/of arrangementen voor werkgevers ingezet om klanten op een reguliere arbeidsplaats te krijgen. De methodiek is vooral gericht op klanten die kunnen werken. Al na gelang hun afstand tot de arbeidsmarkt, worden arbeidsgeschikte klanten in gedeeld in spoor 1,2, of 3. De klanten met zodanige medische of sociale beperkingen dat geen perspectief op mogelijkheden tot betaald werk bestaat, worden ingedeeld in spoor 4 en

2 Eergen op Zoom komen in aanmerking voor een zorgtraject. Deze klantengroep - welke circa 63% van het uitkeringenbestand vormt - valt niet onder de werking van dit ESF-subsidieproject, aangezien deze klanten niet voldoen aan het criterium van 'werkzoekende' die als zodanig ingeschreven staat bij het CWI. In april 2006 gaf het Agentschap SZW een beschikking af, waarbij voor het project een bedrag van maximaal ,- aan subsidie is toegezegd voor de co-financiering (50% van de totale projectkosten) van 600 arbeidstoeleidingstrajecten, arbeidsuren van klantmanagers, scholing van klanten, opleiding van klantmanagers en indirecte kosten van het project Werk Voorop in de periode 2005 tot en met De ESF-subsidie is dus niet afhankelijk van de uitstroom van klanten, hetwelk uiteraard wél de hoofddoelstelling is van de gemeente naast de beperking van de instroom. Het Agentschap SZW heeft dus ruim 8 maanden de tijd genomen om de aanvraag te beoordelen, daarbij de gemeente in onzekerheid latende of de gevraagde subsidie toegekend zou worden. De plotselinge sluiting van het ESF-loket eind oktober 2005, wegens overtekening op het beschikbare budget speelde daar een rol in. De onzekerheden die ontstonden (onverwachte weigeringen en kortingen van ESF-subsidies) noopten tot extra zorgvuldig handelen in bijvoorbeeld het initiëren van de aanbestedingsprocedure van de werktoeleidingstrajecten. Aangetekend wordt, dat de subsidie wordt verstrekt op basis van realisatie van de activiteiten die in het projectplan zijn opgenomen. Bij onderrealisatie is de subsidie evenredig minder ("boetemaatregelen" zijn niet van toepassing), bij overrealisatie wordt geen hogere subsidie verstrekt. De trajectenkosten vormen het hoofdbestanddeel van de te declareren ESF-subsidie. De ESF-subsidie voor deze trajecten is echter te beschouwen als inverdienpost, aangezien de trajectkosten primair worden betaald uit de vergoeding van het Werkdeel in het WWB-budget. 3. Rapportage en accountantscontrole proiectiaar 2006 A. Rapportage aan Agentschap SZW Van de rapportage over 2006 aan het Agentschap SZW, zijn de volgende zaken vermeldenswaardig:» Realisatie van de doelstelling van het project De doelstelling van het project, namelijk het reïntegreren naar regulier werk van klanten uit de WWB, via maatwerkbegeleiding, plaatsing op een werkplek en noodzakelijke instrumenten door het ontwikkelen en uitvoeren van een nieuwe methodiek, is ongewijzigd. Het project heeft als doel 600 klanten op te nemen in werktoeleidingstrajecten en daarvan 360 klanten te laten uitstromen naar regulier werk. De realisatie van deze doelstellingen zal echter lager uitvallen, vanwege een latere start en minder instroom van klanten. Als gevolg van een traag verlopen aanbestedingsprocedure voor de inhuur van dienstverlening voor een aantal uitvoeringsonderdelen van de werktoeleidingstrajecten door een reïntegratiebedrijf, kon uiteindelijk pas per 1 februari 2006 daadwerkelijk worden gestart met de uitvoering van trajecten volgens de ontwikkelde methodiek van Werk Voorop. De oorzaak van de vertraging in de aanbestedingsprocedure werd gevormd door het feit dat op de innoverende aanpak die de gemeente met Werk Voorop voorstond,

3 Eergen op Zoom de reïntegratiebedrijven nog geen volledig passende aanbieding voorhanden hadden. Er moest veel tijd worden besteed aan de afstemming tussen de 'vraag' van de gemeente en het 'aanbod' uit de wereld van de reïntegratiebedrijven. De (Europese) aanbesteding moest daarnaast plaatsvinden volgens de stringente voorschriften die hieromtrent gelden bij gebruikmaking van ESF-subsidie. Inmiddels waren er echter 14 van de in totaal 36 maanden van de projectduur verstreken, waarin dus geen werktoeleidingstrajecten gestart konden worden, die onder de ESF-subsidie gebracht konden worden. Dit heeft tot gevolg gehad dat de voor 2005 begrote trajecten, veel later zijn aangevangen. Voor de ESF-subsidie heeft de latere aanvang en opschuiving weer tot consequentie dat de trajectkosten voor een substantieel deel ontstaan na , zijnde de afloopdatum van de ESF-subsidieperiode. Het begrote bedrag van de maximaal te ontvangen ESF-subsidie zal onder meer als gevolg hiervan niet gerealiseerd kunnen worden, ondanks de inzet van extra klantmanagers in 2006 voor het initiëren van een extra hoeveelheid trajecten. Het project kan overigens niet worden verlengd na , aangezien de ESF-programmaperiode op die datum eindigt. Een andere ontwikkeling die van invloed is op het aantal trajecten en daarmee de realisatie van ESFsubsidie, is de methodiek van Werk Voorop. De zogeheten poortwachtersfunctie, heeft onder Werk Voorop een nog nadrukkelijkere invulling gekregen. Klanten worden aan het begin van het werk en uitkeringstraject strak beoordeeld op hun recht op een bijstandsuitkering. Voordat de aanvraag wordt ingenomen wordt tast de klantmanager af of de klant direct gematcht kan worden met een reguliere werkplek ofwel mogelijk in aanmerking komen voor een uitkering die geldt als voorliggende voorziening. Zo niet, dan volgt een uitgebreide informatie over rechten en verplichtingen welke aan de uitkering zijn verbonden, waarbij voor hen met arbeidscapaciteit heel duidelijk wordt gewezen op de intensieve aanpak gericht op werk via de trajectmatige weg. Er is op basis van een registratie en informatie van klantmanagers een duidelijke tendens waarneembaar dat klanten (alsnog) besluiten af te zien van een beroep op bijstandsuitkering. De in 2005 gecalculeerde instroom van nieuwe klanten die in een werktoeleidingstraject onder het ESFproject gebracht konden worden, is door de verbeterde situatie op de arbeidsmarkt en door de versterkte poortwachtersfuntie, afgenomen. De trajectkosten van deze mindere instroom kunnen dus niet ESF-subsidiabel worden gemaakt en dragen bij in de financiële onderrealisatie. Realisatie van ESF-subsidie wordt echter ondergeschikt geacht aan één van de hoofddoelstellingen zijnde de beperking van de instroom van burgers in de bijstand (naast bevordering van uitstroom uit de bijstand). De verwachting is dat uiteindelijk ongeveer 543 klanten in Werk Voorop zullen zijn gestroomd. Het aantal klanten dat via deze methodiek tijdens de ESF-projectperiode aan regulier werk zal komen is geprognosticeerd op 138 ofwel 38% van de geplande instroom. Op zijn in totaal 283 klanten geplaatst op een werktoeleidingstraject onder het project Werk Voorop. Van dit aantal hebben 60 of 21% klanten reguliere arbeid verkregen.

4 . Gemeente tl Eergen op Zoom» Realisatie en prognose ESF-subsidie Op basis van de thans voorhanden zijnde informatie is de inschatting dat de totale realisatie van de projectkosten ,- zal bedragen, ofwel een ESF subsidie van ,-. Dit is ,- minder aan ESF-subsidie dan in 2005 als maximum is begroot en toegekend. De prognose voor de resterende projectperiode is dat de realisatie van Werk Voorop lager zal uitvallen dan in de prognose van augustus 2006, waarvan uw raad in oktober 2006 via een raadsmededeling (06-96) op de hoogte is gesteld. B. Accountantscontrole Zoals bekend wordt verondersteld, vergt het beroep op ESF-subsidie een zeer uitgebreide en strakke administratieve organisatie als gevolg van de ESF-regelgeving. Het Agentschap bepaalt standaard dat de accountant, de door de gemeente in te dienen jaarrapportages, van een controle en verklaring voorziet. De accountant dient op basis van de ESF-controleprotocollen, één van de meest vergaande controles in het vakgebied uit te voeren. De accountantscontrole m.b.t. de jaarrapportage 2006 heeft een positief resultaat opgeleverd. De afdeling Sociale Zaken heeft een ongedeeld 'schone' accountantsverklaring over het projectjaar 2006 ontvangen. 4. De jaarrapportage 2006 en de prognose voor 2007 leiden tot de volgende conclusies: In 2005 zijn in het projectplan 600 werktoeleidingstrajecten gepland volgens de ontwikkelde methodiek van Werk Voorop. Bij afloop van het ESF-project op zullen naar verwachting 543 klanten ofwel 91 % van het geplande aantal in een Werk Voorop-traject geplaatst zijn. De Werk Voorop-werktoeleidingstrajecten zijn aanzienlijk later dan gepland gestart vanwege een lange beoordelingsperiode van de aanvraag door het Agentschap SZW, alsmede vertraging in de gecompliceerde aanbestedingsprocedure van de inhuur van een reïntegratiebedrijf. De looptijd van een substantieel deel van de werktoeleidingstrajecten onder Werk Voorop, schuift door naar de periode gelegen na de afloopdatum van het ESFsubsidietijdvak, zijnde De begrootte cofinanciering van 50% ESF-subsidie voor deze trajectkosten kunnen niet gerealiseerd worden. De methodiek Werk Voorop levert zichtbaar resultaten op gezien beperking van instroom als gevolg van versterking van de poortwachtersfunctie. De instroom van klanten met een redelijk tot goede mate van potentieel voor de reguliere arbeidsmarkt is afgenomen onder invloed van verbetering van economische ontwikkelingen. De prognose m.b.t. uitstroom naar reguliere arbeid als gevolg van de Werk Voorop-trajecten welke zijn gestart in het ESF-subsidietijdvak, is weliswaar lager dan in 2005 is ingeschat bedraagt toch nog 25 %. Niet alle in de planbegroting opgenomen kosten blijken ESF-declabel gemaakt te kunnen worden. Dit geldt voor overheadkosten boven 11% van de projectkosten, kosten kinderopvang en kosten van de geïntensiveerde activiteiten door het CWI. De onderrealisatie zal volgens prognose bij de einddeclaratie in 2008 leiden tot een verlaagde ESFsubsidie van (maximaal ESF-subsidiebedrag ,- minus onderrealisatie ,- =) ,-.

5 Bergen op Zoom Voor het ESF-project is onder invloed van stringente ESF-voorschriften een forse investering in de opzet en uitvoering van administratieve organisatie van de afdeling Sociale Zaken gedaan. Over het projectjaar 2006 is een ongedeeld schone accountantsverklaring ontvangen, waaruit blijkt dat de administratieve organisatie adequaat werkt en voldaan wordt aan de subsidievoorwaarden. Bijlagen Geen Hoogachtend, het college van burgemeesteren wethouders van Bergen op Zoom, burgemeester, Drs^J.M.Iv/Polman