g e m e e n t e M O N T F O O R T

Transcriptie

1 SCHRIFELIJKE VRAGEN AAN HE COLLEGE Nr Datum: 28 november 2016 Naam vragensteller: Anne-Marie van de Poll/ Nicolet Rorije Vraag gericht aan: wethouders Vlaar en Langerak Onderwerp: Informatienota Concept Integraal Beleidsplan Sociaal Domein 2017 Het college wordt verzocht de volgende vragen zo spoedig mogelijk schriftelijk of mondeling te beantwoorden: 1. In het beleidsplan missen we de integrale samenwerking. Dit blijkt bijvoorbeeld uit de hoofdstuk indeling naar jeugd, WMO en participatie, werk en inkomen. Specifiek zouden wij graag willen weten: a. Hoe is de samenwerking georganiseerd tussen WMO en wijkverpleegkundige? Met betrekking tot 2016 is de Samenwerkingsovereenkomst tussen het sociaal team Montfoort en de wijkverpleegkundigen met betrekking tot de inzet van de wijkverpleegkundige S1 getekend en uitgevoerd. De S1 bestaat sinds 2017 niet meer als aparte functie en is samengevoegd met S2. SWOM/sociaal team heeft met de wijkverpleegkundige afgesproken de samenwerking voort te zetten. Daarnaast weten SWOM/sociaal team en de wijkverpleegkundige elkaar op cliëntniveau te vinden en hebben regelmatig contact. De dementieconsulent heeft vaste afspraken met de wijkverpleging. Soms gaan ze samen op huisbezoek. b. Klopt het dat beide een eigen en vergelijkbare intake doen? De wijkverpleegkundige heeft haar vragen op het gebied van de Zorgverzekeringswet en het sociaal team op het gebied van de Wmo. Daarbij en daarnaast komen er zaken aan bod, waarbij een overlap kan zijn. c. Is dat nog steeds het geval? Kan het dan georganiseerd worden dat, met toestemming van de cliënt, de gegevens van de SWOM aan de wijkverpleegkundige worden doorgegeven zodat de cliënt niet opnieuw het verhaal hoeft te doen? Als de wijkverpleegkundige of de SWOM doorverwijzen naar elkaar dan wordt de cliënt gevraagd of deze akkoord gaat met doorgeven aan van zijn gegevens aan de ander. De ander neemt dat in zijn gesprek mee. Daarnaast Vragen D66 en antwoorden Informatienota Concept Integraal Beleidsplan Sociaal Domein 2017

2 2 kunnen cliënten het gespreksverslag van de SWOM laten lezen aan de wijkverpleegkundige. d. Kan de SWOM ook, op verzoek, helpen met het doen van een aanvraag voor de WLZ als blijkt dat iemand niet voor de WMO in aanmerking komt? Dit wordt met de cliënt besproken. Soms is er samen al een heel traject gelopen en wordt de aanvraag samen gedaan, soms wordt de onafhankelijk cliëntondersteuner ingeschakeld. 2. Op p. 13 staat dat een deel van de activiteiten van de SWOM specifiek gericht is op kwetsbare ouderen en een deel alleen op senioren. Activiteiten van de SWOM zijn er toch voor inwoners van alle leeftijden? SWOM is voor alle inwoners van de gemeente Montfoort. 3. Op pag.14 3.staat een deel over de woningaanpassingen waar eerder extra budget voor is gegeven. a. Hoe ver is men met de woningaanpassingen in Antoniushof en nieuwe Lindescote. Gerealiseerd. Antoniushof is de uitbreiding van 4 naar 6 intramurale plekken en verhuizing van de zwaardere dagopvang gerealiseerd. Nieuw Lindescote (Lindewaard) is met ingang van 1 februari jl. in gebruik genomen door zorgorganisatie Welhuis. Welhuis huurt de begane grond en de eerste verdieping van woningcorporatie GroenWest. In eerste instantie is alleen de eerste verdieping in gebruik genomen door de bewoners die voorheen woonde in De Lindescote. Het is de doelstelling om de 16 appartementen op de begane grond uiterlijk 31 maart 2017 gevuld te hebben. Hiertoe zijn ook gesprekken gevoerd met de SWOM. b. Het beschikbare budget voor de nieuwe Lindescote wordt dit gebruikt voor de huurappartementen en/of voor het verpleeggedeelte? Het budget wordt alleen gebruikt voor het verpleeggedeelte. c. Is bekend hoeveel mensen gebruik maken van het verpleeggedeelte afkomstig uit de gemeente Montfoort. Op dit moment zijn alleen de voormalige bewoners van De Lindescote verhuisd. Er is dus vooralsnog geen aanwas is van buitenaf. Er worden gesprekken gevoerd met één bewoner uit Friesland van wie de familie wel in de gemeente Montfoort woont. d. Gaan de bewoners van de oude Lindescote alle over naar de nieuwe Lindescote? Dat is juist: alle bewoners van de oude Lindescote zijn meeverhuisd. e. Wordt het totale budget gebruikt voor aanpassingen in Antoniushof en nieuwe Lindescote? Met betrekking tot de nieuwe Lindescote (Lindewaard) voldoen de wooneenheden op de begane grond en de eerste verdieping in de huidige vorm voor het leveren van zware zorg. Antoniushof is de uitbreiding van 4 naar 6 intramurale plekken gerealiseerd en een verhuizing van de zwaardere dagopvang. 4. p. 22 Er wordt geschreven dat met ervoor kan kiezen WLZ zorg thuis- te ontvangen. a. Voor zover ons bekend is er nog geen leverancier die het Volledige Pakket huis in Montfoort levert. Wat wordt er aan gedaan om dit wel te realiseren? Dit is een landelijk probleem waar ook de zorgleveranciers zelf tegenaan lopen. Het college probeert dit, samen met andere gemeenten, op de landelijke politieke agenda te krijgen. b. Zolang dit nog niet is gerealiseerd, is er dan voor echtparen waarvan er één WLZ

3 3 heeft een verantwoorde keuze mogelijkheid om bij elkaar te blijven wonen? De gemeente heeft geen zeggenschap over de uitvoering van de Wlz. Onze opdracht is ervoor te zorgen dat inwoners zo lang mogelijk in de thuissituatie kunnen blijven wonen door inzet van ondersteuning vanuit de Wmo. Zodra de Wlz aan de orde is, geldt er een ander wettelijk regime en ligt de verantwoordelijkheid voor de uitvoering hiervan bij het zorgkantoor en de zorgleverancier. 5. We hebben begrepen dat er discussie is over de wijze waarop en door wie de maaltijdvoorziening gefinancierd wordt. Kunt u aangeven op welke wijze dit geregeld is zodat inwoners die hulp nodig hebben met eten dit ook krijgen? Voor maaltijdvoorziening kunnen inwoners een beroep doen op de SWOM. De SWOM ontvangt hiervoor subsidie. De inwoner betaalt per maaltijd een bijdrage van 8,50 per maaltijd. Daarnaast biedt de SWOM ook de mogelijkheid van het aanschuifdiner. De discussie waarnaar wordt verwezen is ons niet bekend. Jeugd 6. Bij WMO staat dat het werken met één huishouden, één regisseur, één plan, geen eis is. a. Hier staat op pagina 27 dat het werken met één plan een belangrijke pijlers is. Hoe verhoudt zich dat tot elkaar? b. Wordt er bij eenvoudige problematiek ook een plan opgesteld? Op de ontwikkeling van kinderen hebben veel variabelen invloed, zoals onderwijs, vrienden en thuissituatie. Een integrale benadering is daarom belangrijk. Wanneer ondersteuning vanuit het jeugdteam of specialistische zorgaanbieder nodig is wordt een plan opgesteld. Bij veel vragen kan ook direct informatie of advies worden gegeven of inzet van jeugdgezondheidszorg of voorliggend veld, bij deze vragen wordt geen plan opgesteld door het jeugdteam. 7. Op pagina 27 staat dat er weinig jongeren worden doorgeleid naar specialistische jeugdhulp omdat er veel expertise in het team aanwezig is. Ontstaat daarbij niet enerzijds het risico dat a. Het team duurder is dan noodzakelijk b. Anderzijds dat er te weinig of te laat wordt doorgeleid naar specialistische jeugdhulp waardoor problemen verergeren. a. De gemeente ziet hierop toe. b. Door professionals aan de voorkant te organiseren kan juist ook snel ingeschat worden wanneer specialistische zorg nodig is. Het is niet dat eerst altijd ondersteuning vanuit het jeugdteam wordt gegeven voordat specialistische zorg wordt ingezet. Het gaat om het juist inschatten en tijdig bieden van passende zorg. 8. Waarom worden er met minder zorgaanbieders afspraken gemaakt worden? (p. 28) Hierbij gaat het specifiek over aanbieders die via het Landelijk ransitie Arrangement een contract hebben. De VNG heeft voor raamcontracten gesloten met landelijke, zeer specialistische partijen. De VNG heeft in juni het mandaat van de ALV gekregen om ook voor de periode van weer nieuwe raamcontracten af te sluiten. Bij het afsluiten van deze nieuwe contracten wordt gekeken wat nog landelijk gecontracteerd moet worden en wat regionaal gecontracteerd kan worden, door het instellen van zogenoemde thuisregio s. Gevolg hiervan kan zijn dat er minder aanbieders een landelijk

4 4 contract krijgen. 9. Op pagina 32 staat dat ouders het gevoel hebben minder speelruimte te krijgen met een PGB. Waardoor komt dat? De wetgeving m.b.t. pgb is aangepast met de nieuwe jeugdwet en Wmo. Dit kan verandering betekenen voor ouders die al een pgb hadden voor 2015 en onvrede kan hierdoor ontstaan. Participatie, Werk en Inkomen 10. Op pagina 39 staat dat de gemeente een voorbeeldfunctie heeft bij het realiseren van stageplekken, werkervaringsplekken en garantiebanen. Wij onderschrijven dit en willen graag weten hoeveel stage-, werkervaringsplekken en garantiebanen er momenteel gerealiseerd zijn bij de gemeente en UW samenwerking en hoeveel er komend jaar bij gaan komen. Er zijn in de gemeentelijke organisatie (UW Samenwerking) in 2016: 4 stagiaires begonnen in 2015 (in 2016 einde stage) 8 stagiaires hebben stage gelopen in stagiaires gestart in 2016 en einde stage in werkervaringsplekken in 2016, waarvan 2 zijn verlengd 2 trainees gestart in september met een dienstverband voor 2 jaar. Garantiebanen: er is een werkgeversscan geweest, maar door de verbouwing en herinrichting van de organisatie is de invulling opgeschort. Wordt verder opgepakt als de verbouwing gereed is. 11. Op pagina 41 staat dat er gewerkt wordt aan een project arbeidsmatige dagbesteding. Wij zouden graag willen weten waar dan concreet aan gedacht wordt. In het nieuwe integrale beleidsplan wordt een raadsvoorstel aangekondigd om een deel van de klantgroepen in categorie 3 en 4 meer te kunnen activeren. Dit voorstel wordt medio 2017 aan de raad aangeboden. Prestatie-indicatoren 12. De meeste indicatoren die hier benoemd zijn, zijn kengetallen. Aantallen zoals aanmeldingen, aantallen trajecten, rolstoelvoorzieningen e.d. zijn niet of nauwelijks te beïnvloeden. Dit zijn uiteraard wel interessante getallen om te weten en nodig voor de budgettering. Prestatie-indicatoren zijn aantallen waar de organisaties wel invloed op hebben en waar de gemeente op zou moeten sturen. Wij zouden graag zien dat er een onderscheid gemaakt wordt naar kengetallen en prestatie-indicatoren. Bij prestatie-indicatoren zouden we in ieder geval graag opgenomen willen zien: - Percentage aanvragen wat tijdig is afgehandeld - Klanttevredenheid - Aantal of percentage bezwaar en beroepsprocedures (staat nu alleen bij Fermwerk) - Aantal klachten (staat nu alleen bij Fermwerk) Prestatie-indicatoren zijn opgenomen in P&C producten (waaronder beleidsmatig jaarverslag) en in de kwartaalrapportages sociaal domein. Uw suggestie nemen wij mee

5 5 als de prestatie-indicatoren worden herzien in kwartaalrapportage sociaal domein Beantwoording voor: z.s.m. Ondertekening Nicolet Rorije en Anne-Marie van de Poll Forumleden Samenleving D66