Stoppen van anti-epileptische medicatie na een aanvalsvrije periode: wat is de ratio en het bewijs??

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Stoppen van anti-epileptische medicatie na een aanvalsvrije periode: wat is de ratio en het bewijs??"

Transcriptie

1 N E U R O F A R M A C O L O G I E Stoppen van anti-epileptische medicatie na een aanvalsvrije periode: wat is de ratio en het bewijs?? F.N.G. van t Hof en J.A. Carpay Anti-epileptica (AE) worden gegeven om epilepsieaanvallen te onderdrukken. De meeste patiënten worden al snel na de start met AE aanvalsvrij, en de medicatie kan dan vaak na enige tijd met succes worden gestaakt. Hoewel dit in de praktijk vaak na een aanvalsvrije periode van minstens 2 jaar gebeurt, is de optimale timing om met AE te stoppen niet voldoende onderzocht. Verschillende factoren, zoals de etiologie, de leeftijd bij aanvang van de ziekte en de medicamenteuze behandelbaarheid, hebben invloed op de succeskans van een stoppoging. Medicatie wordt vaak langzaam (in enkele maanden) afgebouwd, maar wetenschappelijk bewijs voor effect van de afbouwsnelheid op de recidiefkans ontbreekt. Recidiverende insulten na het stoppen van medicatie zijn in het algemeen niet minder goed behandelbaar dan hiervoor. Na een epilepsiechirurgische behandeling kan het continueren van AE de recidiefkans verder verlagen, maar voor een eventuele stoppoging hoeft men geen langdurige aanvalsvrije periode af te wachten. (Tijdschr Neurol Neurochir 2008;109:345-51) Inleiding In het algemeen wordt gestart met anti-epileptica (AE) wanneer de diagnose epilepsie is gesteld. Epileptische aanvallen geven immers een verhoogd risico op morbiditeit en mortaliteit. Het enige bewezen nut van behandeling met AE is een verlaging van het risico op een aanval. AE hebben hoogstwaarschijnlijk geen invloed op het natuurlijke beloop van de ziekte of op de prognose. 1, klasse I * Naast deze potentiële winst van AE zijn er ook nadelen: 60% van alle patiënten die AE gebruiken, meldt bijwerkingen. 2, klasse II Bij de afweging al dan niet te starten met AE speelt de kans op een recidief zonder medicatie een grote rol. Deze kans is van verschillende factoren afhankelijk, en verschilt dus per individu. Tabel 1 op pagina 346 toont een voorspellend model waarin de 3, klasse II belangrijkste factoren zijn opgenomen. Stoppen met medicatie Epilepsie is in veel gevallen geen chronische ziekte; levenslange medicatie is dan ook niet altijd nodig. 4, klasse I De meerderheid van de behandelde epilepsiepatiënten wordt vlak na de start van de behandeling volledig aanvalsvrij met een lage dosis AE. Bij deze gemakkelijk te behandelen groep is een poging tot staken van AE na een periode van remissie vaak succesvol. 3, klasse III De beslissing om wel of niet met de medicatie te stoppen, is grofweg gebaseerd op de kans op een recidiefaanval na staken, op de te verwachten gevolgen van een aanval en op de (negatieve) impact van het gebruik van AE. Individuele factoren spelen bij de beslissing dus een grote rol en de motivatie om al dan niet te stoppen, kan van patiënt tot patiënt erg verschillen. Bijwerkingen van de medicatie kunnen leiden tot de wens om te stoppen, net als de * De bewijsklassen worden onderaan de referentielijst toegelicht. Auteurs: mw. drs. F.N.G. van t Hof en dhr. dr. J.A. Carpay, afdeling Neurologie, Tergooiziekenhuizen, Blaricum. Correspondentie graag richten aan dhr. dr. J.A. Carpay, neuroloog, afdeling Neurologie, Tergooiziekenhuizen, postbus 900, 1250 JA Laren, tel: +31 (0) , adres: jcarpay@tergooiziekenhuizen.nl Trefwoorden: aanvalsvrije periode, anti-epileptica, epilepsie, epilepsiechirurgie, recidief. Belangenconflict en financiële ondersteuning: mw. drs. F.N.G. van t Hof verklaart geen belangenconflicten te hebben of financiële ondersteuning te ontvangen. Dhr. dr. J.A. Carpay heeft van diverse firma s die anti-epileptica op de markt brengen financiële ondersteuning ontvangen voor congresbezoek, onderzoek of lezingen. Hij is lid van de Commissie Richtlijnen Epilepsie en de Nederlandse Epilepsie Werkgroep, en was adviseur van het Nationaal Epilepsie Fonds. Ontvangen 2 juli 2008, geaccepteerd 6 oktober T I J D S C H R I F T V O O R N E U R O L O G I E E N N E U R O C H I R U R G I E VOL. 109 NR

2 Tabel 1. Prognostisch model voor de voorspelling van een recidiefinsult bij eerste insulten en bij recent vastgestelde epilepsie. A. Scoreberekening Aantal insulten bij presentatie: of meer 2 Neurologische afwijking, leerachterstand of ontwikkelingsachterstand +1 Eeg-afwijkingen +1 Score B. Berekening van de kans op een recidiefinsult aan de hand van de score 3 Kans op insult na 1 jaar Kans op insult na 3 jaar Gemiddeld risico (score 1) - start medicatie 0,23 0,34 - afwachtend beleid 0,34 0,48 Hoog risico (score 2-4) - start medicatie 0,35 0,46 - afwachtend beleid 0,57 0,67 angst voor nog onbekende schadelijke effecten op de lange termijn of voor congenitale afwijkingen bij 3, klasse III een zwangerschapswens. De sociale en maatschappelijke gevolgen van een recidiefaanval, zoals bijvoorbeeld de kans op tijdelijke rijongeschiktheid, kunnen juist een reden vormen niet met medicatie te stoppen. Bij volwassenen speelt dit vaak een grotere rol dan bij kinderen. 4, klasse III Het CBR hanteert bovendien voor de afbouwfase van AE en de eerste 3 maanden daarna het advies van rijongeschikheid, tenzij de remissie 3 jaar of langer was. Het nadeel van stoppen met medicatie is uiteraard de kans op een recidief. Testen om voor een individuele patiënt te bepalen of deze geen medicatie meer nodig heeft, bestaan helaas niet. Wel zijn verschillende factoren beschreven die deze kans beïnvloeden en hier wordt straks dieper op ingegaan. Wanneer stoppen Het is bekend dat bij een langere aanvalsvrije periode 3, klasse III de kans op een recidief steeds kleiner wordt. Bij kinderen die snel na het starten met AE in remissie komen, wordt in het algemeen na een aanvalsvrije periode van minimaal 1 of 2 jaar een stoppoging overwogen. Bij kinderen blijkt er een verhoogde kans op een recidief te zijn bij een aanvalsvrije periode die korter is dan 2 jaar. In een Cochrane-review uit 2001 werden de recidiefkansen bij stoppen na een lange (>2 jaar) en korte (<2 jaar) aanvalsvrije periode vergeleken. Bij kinderen was het relatief risico op terugval 1,32 (vroeg versus laat stoppen). Aanwezigheid van epileptiforme afwijkingen op het eeg verhoogde dit risico naar 1,67. Bij partiële aanvallen in de voorgeschiedenis werd het relatief risico 1,52. 5, klasse II Hoewel bij volwassenen ook vaak een termijn van 2 jaar wordt gehanteerd, is dit minder gebaseerd op wetenschappelijk bewijs. Gerandomiseerde trials waarbij de optimale timing voor stoppen bij volwassenen is onderzocht, zijn niet voorhanden. 5 Risico terugval na stoppen Verreweg de meeste recidiefinsulten treden op in het eerste jaar na het staken van de AE. Studies waarbij na een remissieperiode van 2 jaar de medicatie wordt gestaakt, rapporteren bij gemiddeld 25% een recidief in het eerste jaar. Na 2 jaar is dit het geval bij 29% van de patiënten. Van alle recidieven vindt 80% 346 VOL. 109 NR T I J D S C H R I F T V O O R N E U R O L O G I E E N N E U R O C H I R U R G I E

3 Tabel 2. De in dit artikel genoemde factoren met een beschreven invloed op de recidiefkans na staken van anti-epileptica (AE) bij kinderen (zowel algemeen als na chirurgie). In de rechter kolom staan de bijbehorende referenties. Factoren met invloed op recidiefkans Referenties prognose na staken AE (algemeen) leeftijd - 6 jaar of ouder 6-12 jaar of ouder 3 aanvalsvrije periode 5 eeg-afwijkingen 6, 7, 8 idiopatische etiologie 6 epilepsiesyndroom 4 absences 6 partiële aanvallen 5 postictale afwijkingen 6 prognose na staken AE (na chirurgie) aanvalsvrije periode 9, 10, 11 lokatie operatie 11 plaats in het eerste jaar na het stoppen met de medicatie, en 90% vindt plaats in de eerste 2 jaar. 3, klasse I Verschillende factoren zijn bekend die het risico op terugval kunnen beïnvloeden, en deze zullen nu worden beschreven. De factoren die specifiek voor kinderen van belang zijn, staan met de bijbehorende referenties in Tabel 2 samengevat. Het epilepsiesyndroom Met name bij epilepsie op de kinderleeftijd is het vaak mogelijk een syndroomdiagnose te stellen. Benigne rolandische epilepsie is een voorbeeld van een syndroom waarbij recidiefinsulten zeldzaam zijn na de leeftijd van 12 tot 13 jaar. Juveniele myoclonische epilepsie reageert weliswaar zeer goed op medicatie, maar het stoppen van de AE leidt hier juist vrijwel 4, klasse III altijd tot terugval. De leeftijd bij aanvang van de ziekte In het algemeen is de prognose gunstiger wanneer epilepsie op jonge kinderleeftijd ontstaat. Aanvang in de puberteit (ouder dan 12 jaar) was in enkele studies gerelateerd aan een verhoogde recidiefkans ten opzichte van de kinderleeftijd (35-40% ten opzichte van 20%). 3, klasse II Een ander onderzoek toont al een slechtere prognose bij een leeftijd ouder dan 6 jaar. 6, klasse I Specifiek onderzoek naar het staken van AE bij ouderen is niet gepubliceerd. Etiologie Een bekende etiologie van de epilepsie (laat symptomatische epilepsie) geeft na een medicatiestop 50% meer kans op nieuwe aanvallen dan idiopathische 3, klasse III epilepsie. Eeg De prognostische waarde van een (in epileptische zin) afwijkend eeg ondanks remissie op medicatie is controversieel, maar vooral bij kinderen lijken persisterende afwijkingen onder medicatiegebruik een slechtere prognose te geven bij het staken van de AE. Eeg-afwijkingen worden hierbij in de meeste studies gedefinieerd als epileptiforme afwijkingen, 7, klasse I of als eeg-afwijkingen in het algemeen. In een prospectieve, gerandomiseerde studie onder 244 kinderen was de recidiefkans 67% in 2 jaar bij irregulaire, gegeneraliseerde piekgolven op het eeg (tijdens medicatiegebruik), ten opzichte van 33% bij overige epileptiforme afwijkingen. Bij normale eeg-bevindingen was dit 8, klasse II eveneens 33%. Behandelbaarheid Het staken van de AE wordt vrijwel alleen overwogen bij goed behandelbare epilepsie, wat betekent dat snel na het starten met de medicatie een volledige remissie wordt bereikt. Factoren die geassocieerd zijn met een slechtere behandelbaarheid van epilepsie (en dus het uitblijven van remissie) zijn ook geassocieerd T I J D S C H R I F T V O O R N E U R O L O G I E E N N E U R O C H I R U R G I E VOL. 109 NR

4 Tabel 3. Factoren voor de berekening van een prognostische index voor recidiefinsulten 1 en 2 jaar na het voortzetten of langzaam afbouwen van anti-epileptica (AE), bij patiënten met minimaal 2 jaar remissie onder medicatie. 9 Factor Aan de score toe te voegen waarde startscore -175 leeftijd > 16 jaar 45 meer dan 1 AE 50 insulten na start medicatie 35 tonisch-klonisch insult in voorgeschiedenis (gegeneraliseerd of partieel) 35 myoclonisch insult in voorgeschiedenis 50 eeg bij remissie: - niet verricht 15 - afwijkend 20 duur aanvalsvrije periode (in jaren) = D 200/D totale score exponent T/100 Z = e T/100 T Z Kans op recidief insult na 1 jaar na 2 jaar bij voortzetten medicatie 1 0,89 Z 1 0,79 Z bij langzaam afbouwen medicatie 1 0,69 Z 1 0,60 Z met een grotere kans op recidiefinsulten na het staken. Een status epilepticus in de voorgeschiedenis, het aantal insulten voorafgaand aan remissie, het aantal AE dat nodig is om aanvallen te onderdrukken en eerdere niet-succesvolle pogingen tot stoppen met AE blijken het risico op recidieven na staken te beïnvloeden. 12, Klasse II Soort AE Bij een recidiefinsult in de fase van het afbouwen van AE is het van belang om in te schatten of het een onttrekkingsinsult of een echt recidief betreft. Met een onttrekkingsinsult wordt een acuut symptomatische aanval bedoeld, als reactie van de hersenen op de afnemende invloed van enige substantie (bijvoorbeeld AE, kalmeringsmiddelen of alcohol). Het optreden van ongebruikelijk ernstige aanvallen in de (snelle) afbouwfase van AE zou kunnen wijzen op onttrekkingsinsulten. Fenobarbital staat bekend om een verhoogd risico op onttrekkingsinsulten bij afbouwen, maar dit is niet gebaseerd op betrouwbaar wetenschappelijk bewijs. De uiteindelijke kans op een recidief van de epileptische aanval na staken is evenmin afhankelijk van het AE. In een prospectieve, gerandomiseerde studie stopten patiënten in een periode van 6 maanden met verschillende monotherapieën: carbamazepine, valproaat, fenytoïne of barbituraten. Na 5 jaar follow-up werd er geen verschil in recidiefkans gezien tussen de verschillende 13, klasse I gestaakte medicamenten. Prognostisch model Aan de hand van de verschillende prognostische factoren heeft de onderzoeksgroep van de MRC AED Withdrawal Study een model ontwikkeld dat het individuele risico op een recidiefaanval kan voorspellen (zie Tabel 3). De validiteit van dit model is 12, klasse II echter niet prospectief onderzocht. Hoe stoppen: snelheid van afbouwen De richtlijnen stellen: Fenobarbital en benzodiazepines dienen ( ) langzaam te worden uitgeslopen 4, klasse III vanwege de kans op onttrekkingsinsulten. Overtuigend bewijs dat de snelheid van afbouwen van belang is voor de kans op een recidief ontbreekt. In een Cochrane-review uit 2006 over de optimale afbouwsnelheid werd slechts één studie geïncludeerd. 14, klasse II Deze toonde bij 149 kinderen die minimaal 2 jaar aanvalsvrij waren geen verschil in recidief tussen een snel (6 weken) en een langzaam (9 maanden) 348 VOL. 109 NR T I J D S C H R I F T V O O R N E U R O L O G I E E N N E U R O C H I R U R G I E

5 Aanwijzingen voor de praktijk 1. Individuele, patiëntgebonden factoren spelen de hoofdrol bij de beslissing om met antiepileptische medicatie te stoppen. 2. Wetenschappelijk bewijs voor de optimale timing voor een stoppoging bij volwassenen is onbekend, maar staken is vaak succesvol bij een goede behandelbaarheid en een aanvalsvrije periode van 2 tot 3 jaar. 3. De snelheid van het afbouwen van medicatie dient in overleg met de patiënt te worden bepaald. Een bewezen effect van de afbouwsnelheid op de recidiefkans ontbreekt. 4. Bij kinderen is er voldoende bewijs om na een aanvalsvrije periode van 2 jaar te stoppen met medicatie, of na 1 jaar wanneer de prognostische factoren gunstig zijn (zie Tabel 3). 5. De traditie om na succesvolle epilepsiechirurgie minimaal 2 jaar de anti-epileptica ongewijzigd voor te schrijven, stoelt niet op enig wetenschappelijk bewijs. afbouwschema. 15, klasse II Volgens de Nederlandse richtlijnen dient het tempo van afbouwen vooral in overleg met de patiënt bepaald te worden. In de praktijk blijkt vaak gekozen te worden voor een langzaam schema van enkele maanden 4, waarschijnlijk omdat dit emotioneel beter acceptabel is dan snel afbouwen. Studies naar het abrupt staken van AE versus langzamer afbouwen ontbreken. In de praktijk worden AE alleen acuut gestaakt bij ernstige (meestal idiosyncratische) bijwerkingen, die vooral in de eerste 2 tot 3 maanden na het starten worden gezien. Het abrupt staken van AE in het kader van aanvalsobservatie valt buiten de strekking van dit artikel. Prognose na recidief Wanneer na het staken van de medicatie een terugval optreedt, is de prognose van de epilepsiebehandeling niet slechter dan voor de stoppoging. 'Intractable epilepsy' na staken, ofwel epilepsie met recidiverende insulten die moeilijker behandelbaar zijn dan voor de stopperiode, blijkt zeer weinig voor te komen. Bovendien ontbreekt het bewijs dat onbehandelbaarheid minder vaak optreedt bij continuatie van de medicatie. In een studie waarbij 367 kinderen stopten met medicatie na een aanvalsvrije periode van 1 tot 4 jaar, kreeg 30% opnieuw insulten. Bij 1% van alle deelnemers was er een recidief dat niet meer voldoende met medicatie behandelbaar was. 16, klasse II In een andere studie stopten 90 langdurig aanvalsvrije patiënten met medicatie, waarna 33 deelnemers opnieuw een insult kregen in gemiddeld 32 jaar follow-up. Acht patiënten werden daarom opnieuw medicamenteus behandeld, maar slechts 2 van hen bleven hierdoor 17, klasse II minimaal 5 jaar aanvalsvrij. In een review uit 2005 op basis van 14 (voornamelijk retrospectieve) studies over recidiverende epilepsie na een medicatiestop, bleek gemiddeld 23% van de recidieven na 5 jaar therapieresistent te zijn. 18, klasse II In één van deze studies werd de prognose na een recidief vergeleken met de prognose van een vergelijkbare populatie die de medicatie continueerde. Geen significant verschil in prognose werd gevonden tussen 19, klasse 1 de 2 groepen. In de bovenstaande studies worden symptomatische epilepsie, lokalisatiegerelateerde epilepsie, partiële aanvallen en cognitieve beperkingen beschreven als risicofactoren voor een onbehandelbaar recidief. Prognose na epilepsiechirurgie Weinig is bekend over de timing van stoppen van de medicatie na een succesvolle epilepsiechirurgische ingreep. Met name ook in deze subgroep is bij veel clinici de zorg over het (weer) optreden van intractable epilepsy na staken aan de orde. Continueren van AE na de operatie kan echter tot onbegrip leiden bij de patiënten, omdat de medicatie vóór de ingreep immers geen overtuigend effect had. Stoppen van AE na de operatie blijkt de kans op insulten wel te verhogen, hoewel deze insulten overwegend goed medicamenteus behandelbaar blijven. In 2004 is een review gepubliceerd van 6 retrospectieve studies, waarbij medicatie werd gestopt bij patiënten die na een chirurgische ingreep minimaal 1 tot 2 jaar aanvalsvrij waren gebleven. Gemiddeld kreeg 34% T I J D S C H R I F T V O O R N E U R O L O G I E E N N E U R O C H I R U R G I E VOL. 109 NR

6 in 1 tot 5 jaar na staken een recidiefinsult. Meer dan 90% hiervan kwam met medicatie weer onder acceptabele controle. De prognose werd hier niet vergeleken met een groep die medicatie na de operatie continueerde. 20, klasse II Dit gebeurde wel in een andere retrospectieve studie, waarin de gegevens van 210 patiënten tot 5 jaar na succesvolle chirurgische behandeling werden geanalyseerd. Na de operatie namen 96 patiënten een lagere dosis van de medicatie, 84 stopten er volledig mee en bij 30 patiënten bleef de medicatie ongewijzigd. De recidiefkans na volledig stoppen was 14% en 36% na respectievelijk 2 en 5 jaar, ten opzichte van respectievelijk 3% en 7% in de groep met ongewijzigde medicatie. De duur van de aanvalsvrije periode tussen de operatie en het stoppen met de medicatie had geen invloed op de recidiefkans. 21, klasse II Ook de tijdsduur van de operatie tot aan het bereiken van deze aanvalsvrije periode (onder medicatie) is volgens een retrospectieve analyse van 88 geopereerde patiënten niet van invloed op de prognose na staken. 22, klasse II Wetenschappelijk bewijs voor de gewoonte om na de operatie een periode van minimaal 2 jaar te wachten alvorens de medicatie te stoppen, ontbreekt dus. Bij kinderen is er weinig bekend over de optimale timing van een medicatiestop na een operatie. Bij één retrospectieve studie bleef 84% langer dan een jaar aanvalsvrij wanneer de medicatie 6 maanden na de operatie werd gestaakt, en waren recidieven goed behandelbaar. Langer dan 1 jaar wachten had geen toegevoegde waarde. 9, klasse II In een ander onderzoek was de periode tussen de operatie en de medicatiestop, variërend van 11 tot 92 maanden, niet van invloed op de recidiefkans (10% na gemiddeld 5,2 jaar follow-up). 10, klasse II De locatie van de operatie lijkt wel gerelateerd te zijn aan het aantal recidieven. Bij een retrospectieve analyse van 80 kinderen was de recidiefkans na een temporaalkwabresectie 32% ten opzichte van 55% na een operatie buiten de temporaalkwab. Dit is waarschijnlijk het gevolg van de 11, klasse II onderliggende locatiegebonden pathologie. Conclusie Het is gebruikelijk bij patiënten die snel aanvalsvrij worden na het starten met AE, na 2 jaar te overwegen de medicatie geleidelijk te staken. Bij kinderen lukt dit vaker dan bij volwassenen en bij idiopathische epilepsie is de prognose na staken beter dan bij laatsymptomatische epilepsie, met uitzondering van patiënten met juveniele myoclonusepilepsie. Bij kinderen is er voldoende wetenschappelijk bewijs om na 2 jaar remissie een stoppoging te rechtvaardigen. Het is goed te verdedigen dit al na 1 jaar te doen, wanneer de prognostische factoren gunstig zijn. Bij volwassenen, met name ook bij ouderen, ontbreken goede studies naar de optimale timing van stoppen. Na epilepsiechirurgie vermindert continuering van medicatie het aantal insulten, maar een eventuele stoppoging bij remissie hoeft niet tot een lange periode na de operatie te worden uitgesteld. Het is niet ongebruikelijk bij stoppen de medicatie langzaam (in enkele maanden) af te bouwen, maar bewijs voor de noodzaak hiervan ontbreekt. Referenties 1. Temkin, NR. Antiepileptogenesis and seizure prevention trials with antiepileptic drugs: meta-analysis of controlled trials. Epilepsia 2001;42: Carpay JA, Aldenkamp AP, Van Donselaar CA. Complaints associated with the use of antiepileptic drugs: results from a community-based study. Seizure 2005;14: Chadwick D. Starting and stopping treatment for seizures and epilepsy. Epilepsia 2006;47(Suppl.1): Nederlandse Vereniging voor Neurologie. Richtlijnen Diagnostiek en behandeling van epilepsie. Herziene, tweede versie: januari Te raadplegen op (bekeken op 20 november 2008). 5. Sirven JI, Sperling M, Wingerchuk DM. Early versus late antiepileptic drug withdrawal for people with epilepsy in remission. Cochrane Database Syst Rev 2001;(3):CD Geerts AT, Niermeijer JM, Peters AC, Arts WF, Brouwer OF, Stroink H, et al. Four-year outcome after early withdrawal of antiepileptic drugs in childhood epilepsy. Neurology 2005; 64: Peters ACB, Brouwer OF, Geerts AT, Arts WMF, Stroink H, Van Donselaar CA. Randomized prospective study of early discontinuation of antiepileptic drugs in children with epilepsy. Neurology 1998;50: Andersson T, Braathen G, Persson A, Theorell K. A comparison between one and three years of treatment in uncomplicated childhood epilepsy: a prospective study. II. The EEG as predictor of outcome after withdrawal of treatment. Epilepsia 1997; 38: Lachhwani DK, Loddenkemper T, Holland KD, Kotagal P, Mascha E, Bingaman W, et al. Discontinuation of medications after successful epilepsy surgery in children. Pediatr Neurol 2008;38: Hoppe C, Poepel A, Sassen R, Elger CE. Discontinuation of anticonvulsant medication after epilepsy surgery in children. Epilepsia 2006;47: Sinclair DB, Jurasek L, Wheatley M, Datta A, Gross D, Ahmed N, et al. Discontinuation of antiepileptic drugs after pediatric epilepsy surgery. Pediatr Neurol 2007;37: Medical Research Council Antiepileptic Drug Withdrawal 350 VOL. 109 NR T I J D S C H R I F T V O O R N E U R O L O G I E E N N E U R O C H I R U R G I E

7 Study Group. Prognostic index for recurrence of seizures after remission of epilepsy. Br Med J 1993;306: Chadwick D. Does withdrawal of different antiepileptic drugs have different effects on seizure recurrence? Further results from the MRC Antiepileptic Drug Withdrawal Study. Brain 1999;122: Ranganathan LN, Ramaratnam S. Rapid versus slow withdrawal of antiepileptic drugs. Cochrane Database Syst Rev 2006;(2):CD Tennison M, Greenwood R, Lewis D, Thorn M. Discontinuing antiepileptic drugs in children with epilepsy. A comparison of a six-week and a nine-month taper period. N Engl J Med 1994;330: Camfield P, Camfield C. The frequency of intractable seizures after stopping AEDs in seizure-free children with epilepsy. Neurology 2005;64: Sillanpää M, Schmidt D. Prognosis of seizure recurrence after stopping antiepileptic drugs in seizure-free patients: A long-term population-based study of childhood-onset epilepsy. Epilepsy Behav 2006;8: Schmidt D, Löscher W. Uncontrolled epilepsy following discontinuation of antiepileptic drugs in seizure-free patients: a review of current clinical experience. Acta Neurol Scand 2005;111: Chadwick D, Taylor J, Johnson T. Outcomes after seizure recurrence in people with well-controlled epilepsy and the factors that influence it. The MRC Antiepileptic Drug Withdrawal Group. Epilepsia 1996;37: Schmidt D, Baumgartner C, Löscher W. Seizure recurrence after planned discontinuation of antiepileptic drugs in seizure-free patients after epilepsy surgery: a review of current clinical experience. Epilepsia 2004;45: Schiller Y, Cascino GD, So EL, Marsh WR. Discontinuation of antiepileptic drugs after successful epilepsy surgery. Neurology 2000;54: Kim YD, Heo K, Park SC, Huh K, Chang JW, Choi JU, et al. Antiepileptic drug withdrawal after successful surgery for intractable temporal lobe epilepsy. Epilepsia 2005;46: Betekenis bewijsklassen: Klasse I: goed ontworpen, gerandomiseerde, gecontroleerde trials; meta-analyses op basis van dergelijke trials. Klasse II: goed ontworpen, niet-gerandomiseerde, prospectieve of retrospectieve, gecontroleerde studies; cohort onderzoeken; systematische reviews. Klasse III: niet-gecontroleerde trials of beschrijvende studies; consensus op basis van expert opinion. T I J D S C H R I F T V O O R N E U R O L O G I E E N N E U R O C H I R U R G I E VOL. 109 NR

Lokale handreiking epilepsie voor de specialist ouderengeneeskunde regio Arnhem-Nijmegen

Lokale handreiking epilepsie voor de specialist ouderengeneeskunde regio Arnhem-Nijmegen Lokale handreiking epilepsie voor de specialist ouderengeneeskunde regio Arnhem-Nijmegen DEFINITIE Epilepsie is een ziekte van de hersenen waarbij er sprake is van twee nietgeprovoceerde epileptische aanvallen

Nadere informatie

Benigne infantiele focale epilepsie met piekgolven in de midline gedurende de slaap

Benigne infantiele focale epilepsie met piekgolven in de midline gedurende de slaap Benigne infantiele focale epilepsie met piekgolven in de midline gedurende de slaap Wat is een benigne infantiele focale epilepsie met piekgolven in de midline gedurende de slaap? Een benigne infantiele

Nadere informatie

Epilepsie bij kinderen Voorstellen kind met aanvallen volgens de nieuwe classificatie en 1e stap in de behandeling. Symposium 2 juni 2018 sessie 1

Epilepsie bij kinderen Voorstellen kind met aanvallen volgens de nieuwe classificatie en 1e stap in de behandeling. Symposium 2 juni 2018 sessie 1 Epilepsie bij kinderen Voorstellen kind met aanvallen volgens de nieuwe classificatie en 1e stap in de behandeling. Symposium 2 juni 2018 sessie 1 Marleen Arends Epilepsieconsulent Martiniziekenhuis Groningen

Nadere informatie

Kinderneurologie.eu. Epilepsie met voornamelijk tonisch clonische aanvallen

Kinderneurologie.eu.  Epilepsie met voornamelijk tonisch clonische aanvallen Epilepsie met voornamelijk tonisch clonische aanvallen Wat is epilepsie met voornamelijk tonisch clonische aanvallen? Epilepsie met voornamelijk tonisch clonische aanvallen is een verzamelnaam voor epilepsiesyndromen

Nadere informatie

Beoordelingsrapport Sultiam (Ospolot ) bij de indicatie cryptogene epilepsie binnen het maligne rolandische spectrum

Beoordelingsrapport Sultiam (Ospolot ) bij de indicatie cryptogene epilepsie binnen het maligne rolandische spectrum 2011095573 1 Beoordelingsrapport Sultiam (Ospolot ) bij de indicatie cryptogene epilepsie binnen het maligne rolandische spectrum Samenvatting De Commissie Farmaceutische Hulp heeft een beoordelingsrapport

Nadere informatie

CHAPTER XII. Nederlandse Samenvatting

CHAPTER XII. Nederlandse Samenvatting CHAPTER XII Nederlandse Samenvatting Dit proefschrift behelst een aantal klinische en translationele studies met betrekking tot de behandeling van het primair operabel mammacarcinoom. Zowel aspecten van

Nadere informatie

To stuip or not to stuip Neurologisch maar toch Praktisch

To stuip or not to stuip Neurologisch maar toch Praktisch To stuip or not to stuip Neurologisch maar toch Praktisch Jan Braakhekke en Katinke van Dijk Neuroloog en Kinderarts/kinderneuroloog Isala kliniek, Zwolle en Rijnstate Ziekenhuis, Arnhem Arts et al., 1999

Nadere informatie

Zes - Traps Raket. Epidemiologie. Classificatie van aanvallen en epilepsiesyndromen. Epidemiologie. Epilepsie ja/nee

Zes - Traps Raket. Epidemiologie. Classificatie van aanvallen en epilepsiesyndromen. Epidemiologie. Epilepsie ja/nee Epidemiologie Classificatie van en epilepsiesyndromen Joost Nicolai Sepion 12 juni 2009 Incidentie epilepsie: 50 per 100.000 (NL 7.500 per jaar) Prevalentie epilepsie: 5-10 per 1.000 (NL: 75.000-150.000)

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/33063 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Tan, Melanie Title: Clinical aspects of recurrent venous thromboembolism Issue

Nadere informatie

Beoordelingsrapport Sultiam (Ospolot ) bij de indicatie cryptogene epilepsie binnen het maligne rolandische spectrum

Beoordelingsrapport Sultiam (Ospolot ) bij de indicatie cryptogene epilepsie binnen het maligne rolandische spectrum 2018009354 1 Toevoeging per 22 februari 2018: Sinds het verschijnen van onderstaand rapport is er in 2012 een SKGZ-geschil geweest waaruit bleek dat er aanvullende informatie is voor een specifieke subgroep

Nadere informatie

SAMENVATTING Hoofdstuk 1 Introductie.

SAMENVATTING Hoofdstuk 1 Introductie. SAMENVATTING Hoofdstuk 1 Introductie. Bij mensen met medicamenteus onbehandelbare temporaalkwab epilepsie is epilepsie chirurgie een zeer goede behandelmogelijkheid. Het besluit om iemand wel of niet te

Nadere informatie

Epilepsie van aanval tot zorg

Epilepsie van aanval tot zorg STAND VAN ZAKEN Epilepsie van aanval tot zorg Cees A. van Donselaar en J.A. (Hans) Carpay Epilepsie komt veel voor. De prevalentie in Nederland is 5:1000 inwoners. De diagnose wordt meestal gesteld op

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Addendum A 173 Nederlandse samenvatting Het doel van het onderzoek beschreven in dit proefschrift was om de rol van twee belangrijke risicofactoren voor psychotische stoornissen te onderzoeken in de Ultra

Nadere informatie

Kan de nieuwe classificatie de definitie van epilepsie verbeteren? D. Velis

Kan de nieuwe classificatie de definitie van epilepsie verbeteren? D. Velis 1 Kan de nieuwe classificatie de definitie van epilepsie verbeteren? D. Velis 2 Kan de nieuwe classificatie de definitie van epilepsie verbeteren? Standpunten van de Commission on Classification and Terminology

Nadere informatie

E-learningcursus Omgaan met epileptische aanvallen

E-learningcursus Omgaan met epileptische aanvallen E-learningcursus Omgaan met epileptische aanvallen Verdiepingsinformatie bij de cases Onderwerp Bron Te vinden via 1. Prikkeloverdracht Epilepsiefonds http://www.epilepsie.nl/informatie zie Wilt u uitgebreide

Nadere informatie

Myoclonische absence epilepsie

Myoclonische absence epilepsie Myoclonische absence epilepsie Wat is myoclonische absence epilepsie? Myoclonische absence epilepsie is een vorm van epilepsie waarbij kinderen staaraanvalletjes hebben die samen gaan met een kortdurende

Nadere informatie

Kinderneurologie.eu. De ziekte van Unverricht Lundborg

Kinderneurologie.eu.   De ziekte van Unverricht Lundborg De ziekte van Unverricht Lundborg Wat is de ziekte van Unverricht Lundborg? De ziekte van Unverricht Lundborg is een erfelijke vorm van epilepsie die gekenmerkt wordt door myocloniëen, kortdurende schokjes

Nadere informatie

Epilepsie op de SEH. P. van Vliet Fellow IC Lid werkgroep richtlijn Epilepsie. Source:

Epilepsie op de SEH. P. van Vliet Fellow IC Lid werkgroep richtlijn Epilepsie. Source: Epilepsie op de SEH P. van Vliet Fellow IC Lid werkgroep richtlijn Epilepsie Source: www.webmd.com Belangenconflict Geen belangenconflict te melden Indeling Introductie Definitie status epilepticus Epidemiologie

Nadere informatie

Kinder epilepsie syndromen. Mieke Daamen Verpleegkundig specialist Kempenhaeghe

Kinder epilepsie syndromen. Mieke Daamen Verpleegkundig specialist Kempenhaeghe Kinder epilepsie syndromen Mieke Daamen Verpleegkundig specialist Kempenhaeghe Opbouw presentatie Korte kennistoets 3 casus Heb je vragen, stel ze gerust! Korte kennistoets Hoe vaak komt epilepsie bij

Nadere informatie

Standpunt Nederlandse Hoofdpijn Vereniging (NHV) inzake de behandeling van Chronische Migraine met Botuline Toxine (BT)

Standpunt Nederlandse Hoofdpijn Vereniging (NHV) inzake de behandeling van Chronische Migraine met Botuline Toxine (BT) Standpunt Nederlandse Hoofdpijn Vereniging (NHV) inzake de behandeling van Chronische Migraine met Botuline Toxine (BT) Dr. G.M. Terwindt en Prof. Dr. M.D.Ferrari, neurologen LUMC Chronische Migraine (CM)

Nadere informatie

Epileptische aanvallen op de PICU

Epileptische aanvallen op de PICU Epileptische aanvallen op de PICU Astrid van der Heide Neuroloog/kinderneuroloog Inhoud Wat is epilepsie Status epilepticus Video s Take home message Wat is epilepsie? Wat is een epileptische aanval? Plotselinge

Nadere informatie

Kinderepilepsie in beeld. Nynke Doornebal Kinderarts - kinderneuroloog

Kinderepilepsie in beeld. Nynke Doornebal Kinderarts - kinderneuroloog Kinderepilepsie in beeld Nynke Doornebal Kinderarts - kinderneuroloog Kenmerken van epilepsie: 1. Excessieve ontlading van populatie neuronen 2. Onwillekeurige, aanvalsgewijs optredende motorische, sensibele,

Nadere informatie

Epilepsie. 7 december maart 2014. Periodiek voor professionals. Themanummer: Wanneer is epilepsie chronisch? Agenda

Epilepsie. 7 december maart 2014. Periodiek voor professionals. Themanummer: Wanneer is epilepsie chronisch? Agenda Jaargang nummer Epilepsie Periodiek voor professionals Themanummer: Richard Lazeron en Mariëlle Vlooswijk Idees reçu bij Juveniele Myoclonus Epilepsie Gerrit-Jan de Haan Afbouw van medicatie na epilepsiechirurgie

Nadere informatie

Koortsconvulsies: hoe zat het ook al weer? Oebo Brouwer, kinderneuroloog UMCG

Koortsconvulsies: hoe zat het ook al weer? Oebo Brouwer, kinderneuroloog UMCG Koortsconvulsies: hoe zat het ook al weer? Oebo Brouwer, kinderneuroloog UMCG Definitie (Epileptische) aanvallen bij koorts zonder infectie van het centrale zenuwstelsel of een andere specifieke oorzaak

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 200 NEDERLANDSE SAMENVATTING Duizeligheid is een veel voorkomend probleem bij ouderen. Tot 30% van de thuiswonende ouderen van 65 jaar en ouder ervaart enige vorm van duizeligheid.

Nadere informatie

Kinderneurologie.eu. www.kinderneurologie.eu. Maligne migrerende partiële epilepsie op de kinderleeftijd.

Kinderneurologie.eu. www.kinderneurologie.eu. Maligne migrerende partiële epilepsie op de kinderleeftijd. Maligne migrerende partiële epilepsie op de kinderleeftijd. Wat is maligne migrerende partiële epilepsie op de kinderleeftijd.? Maligne migrerende partiële epilepsie op de kinderleeftijd is een ernstig

Nadere informatie

Cover Page. The following handle holds various files of this Leiden University dissertation:

Cover Page. The following handle holds various files of this Leiden University dissertation: Cover Page The following handle holds various files of this Leiden University dissertation: http://hdl.handle.net/1887/61127 Author: Hulle, T. van der Title: The diagnostic and therapeutic management of

Nadere informatie

Epilepsie. Richtlijnen voor diagnostiek en behandeling

Epilepsie. Richtlijnen voor diagnostiek en behandeling Epilepsie Richtlijnen voor diagnostiek en behandeling Samengesteld door de Nederlandse Vereniging voor Neurologie en de Nederlandse Liga tegen Epilepsie Epilepsie Richtlijnen voor diagnostiek en behandeling

Nadere informatie

classificatie van epilepsieën Floor Jansen

classificatie van epilepsieën Floor Jansen classificatie van epilepsieën Floor Jansen classificatie schema 2017 classificatie schema 2017 directe relatie tussen aanvalstype en etiologie directe relatie tussen aanvalstype en etiologie focaal Focal

Nadere informatie

Richtlijnen Diagnostiek en Behandeling van Epilepsie

Richtlijnen Diagnostiek en Behandeling van Epilepsie 5 Richtlijnen Diagnostiek en Behandeling van Epilepsie Herziene, tweede versie: juni 2005 Nederlandse Vereniging voor Neurologie Werkgroep Richtlijnen Epilepsie 10 Leden: Prof.dr. C.A. van Donselaar, neuroloog

Nadere informatie

Pneumocystis jirovecii pneumonie Behandeling met corticosteroïden. Teske Schoffelen, arts-assistent IC

Pneumocystis jirovecii pneumonie Behandeling met corticosteroïden. Teske Schoffelen, arts-assistent IC Pneumocystis jirovecii pneumonie Behandeling met corticosteroïden Teske Schoffelen, arts-assistent IC 28-02-2019 Casus Vrouw, 67 jaar Presentatie Koorts, niet-productieve hoest, dyspnoe Acuut hypoxisch

Nadere informatie

Epilepsie. Dr Tom J Snijders Neuroloog, UMC Utrecht Voorzitter redactieraad Hersentumor.nl

Epilepsie. Dr Tom J Snijders Neuroloog, UMC Utrecht Voorzitter redactieraad Hersentumor.nl Epilepsie Dr Tom J Snijders Neuroloog, UMC Utrecht Voorzitter redactieraad Hersentumor.nl Epilepsie: symptoom van de tumor Medicatie Status epilepticus Rijgeschiktheid Nieuwe ontwikkelingen Epilepsie:

Nadere informatie

Farmacotherapeutisch bijblijven: Algemeen literatuuroverzicht en recente literatuur 18/05/2016 Sylvie Rottey

Farmacotherapeutisch bijblijven: Algemeen literatuuroverzicht en recente literatuur 18/05/2016 Sylvie Rottey Farmacotherapeutisch bijblijven: Algemeen literatuuroverzicht en recente literatuur 18/05/2016 Sylvie Rottey 1. Safer Prescribing A Trial of Education, Informatics, and Financial Incentives - Context:

Nadere informatie

Obesitas bij ortopedische ingrepen: challenge of contra-indicatie? Co-assistent: Philippe Leire Promotor: Dr. A. Kumar

Obesitas bij ortopedische ingrepen: challenge of contra-indicatie? Co-assistent: Philippe Leire Promotor: Dr. A. Kumar Obesitas bij ortopedische ingrepen: challenge of contra-indicatie? Co-assistent: Philippe Leire Promotor: Dr. A. Kumar Kaart toenemende demografie obesitas The influence of obesity on total joint arthroplasty.

Nadere informatie

Bij epilepsiechirurgie streeft men naar complete verwijdering of disconnectie van de epileptogene zone met behoud van eloquente hersengebieden. Het do

Bij epilepsiechirurgie streeft men naar complete verwijdering of disconnectie van de epileptogene zone met behoud van eloquente hersengebieden. Het do Samenvatting Bij epilepsiechirurgie streeft men naar complete verwijdering of disconnectie van de epileptogene zone met behoud van eloquente hersengebieden. Het doel is immers om de aanvallen te stoppen

Nadere informatie

prof.dr. E. Achten, MD, PhD, afdeling Neuroradiologie, Universiteit van Gent

prof.dr. E. Achten, MD, PhD, afdeling Neuroradiologie, Universiteit van Gent PERSONALIA prof.dr. E. Achten, MD, PhD, afdeling Neuroradiologie, Universiteit van Gent drs. J.J. Ardesch, neuroloog, Stichting Epilepsie Instellingen Nederland, Zwolle prof.dr. P. Boon, Dienst Neurologie,

Nadere informatie

Basiscursus Epilepsie Epilepsie & Slaap update 25 maart Boodschappen. Boodschappen. Boodschappen. Boodschappen

Basiscursus Epilepsie Epilepsie & Slaap update 25 maart Boodschappen. Boodschappen. Boodschappen. Boodschappen Basiscursus Epilepsie Epilepsie & Slaap update 25 maart 2010 Chronische effecten van anti-epileptica: bijwerkingen en tolerantie Dr. Harriëtte van Eibergen Santhagens - Verzijl, neuroloog 4 boodschappen

Nadere informatie

SAMENVATTING bijlage Hoofdstuk 1 104

SAMENVATTING bijlage Hoofdstuk 1 104 Samenvatting 103 De bipolaire stoornis, ook wel manisch depressieve stoornis genoemd, is gekenmerkt door extreme stemmingswisselingen, waarbij recidiverende episoden van depressie, manie en hypomanie,

Nadere informatie

dr. Boudewijn Gunning, dr. Frans Leijten [red.] basisboek

dr. Boudewijn Gunning, dr. Frans Leijten [red.] basisboek Epilepsie dr. Boudewijn Gunning, dr. Frans Leijten [red.] basisboek ISBN 978-90-368-2057-8 ISBN 978-90-368-2058-5 (ebook) DOI 10.1007/978-90-368-2058-5 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Media

Nadere informatie

Decision-making in temporal lobe epilepsy surgery. Sabine Uijl

Decision-making in temporal lobe epilepsy surgery. Sabine Uijl Decision-making in temporal lobe epilepsy surgery Sabine Uijl Decision-making in temporal lobe epilepsy surgery Sabine G. Uijl Utrecht, Universiteit Utrecht, Faculteit Geneeskunde Thesis, with summary

Nadere informatie

Examen Data Analyse II - Deel 2

Examen Data Analyse II - Deel 2 Examen Data Analyse II - Deel 2 Tweede Bachelor Biomedische Wetenschappen 10 januari 2011 Naam....................................... 1. De systolische bloeddruk (in mmhg) van 21 mannen is weergegeven

Nadere informatie

Staat de radiotherapie indicatie ook vast na een complete respons op NAC?

Staat de radiotherapie indicatie ook vast na een complete respons op NAC? Staat de radiotherapie indicatie ook vast na een complete respons op NAC? Nina Bijker, radiotherapeut AMC BBB symposium 7 september 2017 No conflict of interest Focus op postmastectomie radiotherapie (PMRT)

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING

NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING 154 NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING 155 SAMENVATTING Achtergrond Hoewel het lumbosacraal radiculair syndroom (LSRS) zo lang bestaat als de geschiedenis van onze

Nadere informatie

STAATSCOURANT. Nr. 25761

STAATSCOURANT. Nr. 25761 STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 25761 14 december 2012 Regeling van de Minister van Infrastructuur en Milieu, van 11 december 2012, nr. IENM/BSK-2012/245200,

Nadere informatie

Evidence based richtlijnontwikkeling (EBRO) training voor patiënten. Ton Kuijpers, Epidemioloog

Evidence based richtlijnontwikkeling (EBRO) training voor patiënten. Ton Kuijpers, Epidemioloog Evidence based richtlijnontwikkeling (EBRO) training voor patiënten Ton Kuijpers, Epidemioloog Guru based medicine Inhoud Voorbeeld van een wetenschappelijk onderzoeksdesign (RCT) Mate van bewijs Conclusies

Nadere informatie

Kinderneurologie.eu. Ganglioglioom.

Kinderneurologie.eu. Ganglioglioom. Ganglioglioom Wat is een ganglioglioom? Een ganglioglioom is een relatief goedaardige hersentumor die ontstaan is uit zenuwcellen en uit ondersteunende cellen in de hersenen. Hoe wordt een ganglioglioom

Nadere informatie

Voorspellende factoren voor terugkeer naar werk en arbeidsongeschiktheid na behandeling voor colorectaal carcinoom

Voorspellende factoren voor terugkeer naar werk en arbeidsongeschiktheid na behandeling voor colorectaal carcinoom Voorspellende factoren voor terugkeer naar werk en arbeidsongeschiktheid na behandeling voor colorectaal carcinoom KRING BIJEENKOMST 2 OKTOBER 2017 Chantal den Bakker Onderzoeksvraag Welke factoren zijn

Nadere informatie

Marlies Peters. Workshop Vermoeidheid

Marlies Peters. Workshop Vermoeidheid Marlies Peters Workshop Vermoeidheid De ene vermoeidheid is de andere niet Deze vermoeidheid is er plotseling, niet gerelateerd aan geleverde inspanning De vermoeidheid wordt als (zeer) extreem ervaren

Nadere informatie

Paroxysmale kinesiogene chorea en paroxysmale kinesiogene dystonie zijn dus vormen van een paroxysmale kinesiogene dyskinesie.

Paroxysmale kinesiogene chorea en paroxysmale kinesiogene dystonie zijn dus vormen van een paroxysmale kinesiogene dyskinesie. Paroxysmale kinesiogene dyskinesie Wat is paroxysmale kinesiogene dyskinesie? Paroxysmale kinesiogene dyskinesie is een bewegingsstoornis waarbij een kind aanvallen heeft waarbij zijn/haar lichaam onbedoelde

Nadere informatie

Persisterende complete moleculaire remissie na imatinib behandeling voor chronische fase CML. wat nu?

Persisterende complete moleculaire remissie na imatinib behandeling voor chronische fase CML. wat nu? Persisterende complete moleculaire remissie na imatinib behandeling voor chronische fase CML wat nu? J.H.F Falkenburg Afdeling Hematologie Leids Universitair Medisch Centrum Geen conflicts of interest

Nadere informatie

epilepsiechirurgie bij kinderen vaker, sneller, beter?

epilepsiechirurgie bij kinderen vaker, sneller, beter? epilepsiechirurgie bij kinderen vaker, sneller, beter? Kees Braun UMC Utrecht Hersencentrum Disclosure belangen spreker (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Het onderwerp van dit proefschrift is depressieve en angst symptomen in chronische dialyse patiënten en andere patiënten. Het proefschrift bestaat uit twee delen (deel A en deel

Nadere informatie

EpilepsiePlus: oorzaak structureel of niet? Kees Braun Rudolf Magnus Instituut voor Neurowetenschappen WKZ / UMC Utrecht

EpilepsiePlus: oorzaak structureel of niet? Kees Braun Rudolf Magnus Instituut voor Neurowetenschappen WKZ / UMC Utrecht EpilepsiePlus: oorzaak structureel of niet? Kees Braun Rudolf Magnus Instituut voor Neurowetenschappen WKZ / UMC Utrecht indeling oorzaken epilepsiesyndromen: de kapstok voor de neuroloog idiopathisch

Nadere informatie

Neurocognitief functioneren bij electroconvulsietherapie

Neurocognitief functioneren bij electroconvulsietherapie Neurocognitief functioneren bij electroconvulsietherapie Het belangrijkste doel van dit proefschrift was het bestuderen van de aard en de mate van veranderingen op meerdere domeinen van het neurocognitief

Nadere informatie

Image-guided stereotactic radiotherapy for early stage lung cancer: techniques and clinical outcomes. Samenvatting

Image-guided stereotactic radiotherapy for early stage lung cancer: techniques and clinical outcomes. Samenvatting 169 Image-guided stereotactic radiotherapy for early stage lung cancer: techniques and clinical outcomes Samenvatting Radiotherapie speelt een belangrijke rol in de curatieve behandeling van patiënten

Nadere informatie

Studie type Populatie Patiënten kenmerken Interventie Controle Dataverzameling

Studie type Populatie Patiënten kenmerken Interventie Controle Dataverzameling Evidence tabel bij ADHD in kinderen en adolescenten (studies naar adolescenten met ADHD en ) Auteurs, Gray et al., 2011 Thurstone et al., 2010 Mate van bewijs A2 A2 Studie type Populatie Patiënten kenmerken

Nadere informatie

Voortgezette behandeling van longembolie in 2016 visie van de 1.5 lijn Menno Huisman. Afdeling Trombose en Hemostase LUMC Leiden

Voortgezette behandeling van longembolie in 2016 visie van de 1.5 lijn Menno Huisman. Afdeling Trombose en Hemostase LUMC Leiden Voortgezette behandeling van longembolie in 2016 visie van de 1.5 lijn Menno Huisman Afdeling Trombose en Hemostase LUMC Leiden Traditionele behandeling van VTE UFH LMWH Fondap. Vitamin-K antagonists Vitamin-K

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING

NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING Nederlandse Samenvatting 195 NEDERLANDSE SAMENVATTING DEEL I Evaluatie van de huidige literatuur De stijgende incidentie van slokdarmkanker zal naar verwachting continueren in

Nadere informatie

Inhoud. predictie predictie afasie predictiemodel ontwikkeling predictiemodel afasie predictiemodel afasie conclusies aanbeveling

Inhoud. predictie predictie afasie predictiemodel ontwikkeling predictiemodel afasie predictiemodel afasie conclusies aanbeveling VOORSPELLEN VAN VERBAAL COMMUNICATIEVE VAARDIGHEID VAN AFASIEPATIËNTEN NA KLINISCHE REVALIDATIE AfasieNet Netwerkdag 31.10.2014 Marieke Blom-Smink Inhoud predictie predictie afasie predictiemodel ontwikkeling

Nadere informatie

12 Langdurige epileptische aanvallen

12 Langdurige epileptische aanvallen 12 Langdurige epileptische aanvallen Definitie en etiologie Incidentie Anamnese Lichamelijk onderzoek Epileptische aanvallen duren van enkele seconden tot hooguit enkele minuten. In de literatuur wordt

Nadere informatie

2

2 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 Vergelijkende studie om de effectiviteit van natuurlijke enzymen oraal versus injectiepreparaat en valproïnezuur te vergelijken in tonisch clonische aanvallen bij primaire systemische

Nadere informatie

Epilepsie heeft gevolgen, voor het kind en gezin

Epilepsie heeft gevolgen, voor het kind en gezin Epilepsie heeft gevolgen, voor het kind en gezin Mevr. van Broekhoven, moeder van Matthijs Mieke Daamen, verpleegkundig specialist Kempenhaeghe Netwerk Epilepsie Zorg Huidige situatie Medicatie: Lamictal

Nadere informatie

Farmacotherapie in de acute fase van alcoholdetoxificatie. Critically Appraised Topic

Farmacotherapie in de acute fase van alcoholdetoxificatie. Critically Appraised Topic Farmacotherapie in de acute fase van alcoholdetoxificatie Critically Appraised Topic Disclosure (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Sponsoring

Nadere informatie

Diagnostiek Epilepsie ja / nee Beschrijving aanvallen Classificatie aanval Classificatie epilepsie syndroom Classificatie etiologie

Diagnostiek Epilepsie ja / nee Beschrijving aanvallen Classificatie aanval Classificatie epilepsie syndroom Classificatie etiologie De veel voorkomende kinderepilepsie-syndromen:. Diagnostiek Epilepsie ja / nee Beschrijving aanvallen Classificatie aanval Classificatie epilepsie syndroom Classificatie etiologie Sepion, 12 juni 2009

Nadere informatie

Staken antihypertensiva bij ouderen. Groot Haags Geriatrie Referaat oktober 2016 Marielle Hofman, aios geriatrie

Staken antihypertensiva bij ouderen. Groot Haags Geriatrie Referaat oktober 2016 Marielle Hofman, aios geriatrie Staken antihypertensiva bij ouderen Groot Haags Geriatrie Referaat oktober 2016 Marielle Hofman, aios geriatrie 2 Vragen Zou u antihypertensiva staken bij een geriatrische patiënt met hypertensie en een

Nadere informatie

Eén of meerdere De meeste kinderen hebben één caverneus hemangioom. Een klein deel van de kinderen heeft meerdere caverneus hemangiomen.

Eén of meerdere De meeste kinderen hebben één caverneus hemangioom. Een klein deel van de kinderen heeft meerdere caverneus hemangiomen. Caverneus hemangioom Wat is een caverneus hemangioom? Een caverneus hemangioom is een kluwentje van afwijkende kleine bloedvaatjes die vooral in de hersenen en in het ruggenmerg voorkomt. Een caverneus

Nadere informatie

Alles over epilepsie. Epileptische aanval. Aanvallen: fokaal of gegeneraliseerd. Piekgolfcomplex. Rol van EEG 2-6-2013

Alles over epilepsie. Epileptische aanval. Aanvallen: fokaal of gegeneraliseerd. Piekgolfcomplex. Rol van EEG 2-6-2013 --0 Epileptische aanval Alles over epilepsie Oebo Brouwer Afdeling Neurologie Universitair Medisch Centrum Groningen Abnormaal gelijktijdig vuren van een grote groep hersencellen, leidend tot (voor patiënt

Nadere informatie

Internationaal nieuws

Internationaal nieuws Internationaal nieuws Epikrant jg.34 nr.1 jan-feb-mrt 2017) Herwerkte CLASSIFICATIE VAN EPILEPSIE-AANVALSTYPES Versie 2017 ILAE, the International League Against Epilepsy (vertaling uit 2017 Reviced Classification

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting Dikkedarmkanker is een groot gezondheidsprobleem in Nederland. Het is de derde meest voorkomende vorm van kanker bij mannen en de tweede meest voorkomende vorm van kanker bij vrouwen. In 2008

Nadere informatie

Gezondheidsraad. Aan de minister van Verkeer en Waterstaat

Gezondheidsraad. Aan de minister van Verkeer en Waterstaat Aan de minister van Verkeer en Waterstaat Uw kenmerk : VENW/DGP-2010 Bijlagen : 4 Geachte minister, Eén van de taken van de Gezondheidsraad is u te adviseren over de rijgeschiktheid van mensen met aandoeningen

Nadere informatie

Alcohol misbruik Consequenties voor IC. Roger van Groenendael

Alcohol misbruik Consequenties voor IC. Roger van Groenendael Alcohol misbruik Consequenties voor IC Roger van Groenendael à Meerdere MC/IC patiënten met alcohol abusus in VG à Belang voor IC opname? Omvang Meest gebruikte en misbruikte drug wereldwijd NL getallen:

Nadere informatie

Evidence piramide. Gecontroleerde studies. Welk studie type? 19/02/2013. 3 me ta.eu. Niet dezelfde piramide voor elke vraag. me ta.eu. me ta.

Evidence piramide. Gecontroleerde studies. Welk studie type? 19/02/2013. 3 me ta.eu. Niet dezelfde piramide voor elke vraag. me ta.eu. me ta. Niet dezelfde piramide voor elke vraag Evidence piramide Gecontroleerde studies Welk studie type? 3 1 Effect van roken op longkaner Richard Doll 1951: prospectieve studie 2/3 mannelijke Britse artsen Goede

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Cardiovasculaire Beoordeling na Hypertensieve Afwijkingen van de Zwangerschap Hypertensieve zwangerschapscomplicaties rondom de uitgerekende datum zijn veelvoorkomende complicaties.

Nadere informatie

Kinderneurologie.eu. Rasmussen-encefalitis

Kinderneurologie.eu.  Rasmussen-encefalitis Rasmussen-encefalitis Wat is een Rasmussen-encefalitis? Een Rasmussen-encefalitis is een aandoening waarbij kinderen langdurige epilepsieaanvallen krijgen met trekkingen aan een kant van het lichaam, waarbij

Nadere informatie

CONVULSIES BIJ KINDEREN: EEN GEWONE KOORTSSTUIP?

CONVULSIES BIJ KINDEREN: EEN GEWONE KOORTSSTUIP? CONVULSIES BIJ KINDEREN: EEN GEWONE KOORTSSTUIP? O. F. Brouwer Afdeling Neurologie Universitair Medisch Centrum Groningen EPILEPSIE Waarom ontstaat een epileptische aanval? Afwijkende prikkelbaarheid van

Nadere informatie

Opbouw presentatie. Korte kennisquiz. Kinder epilepsie syndromen. Korte kennisquiz 4 Casussen. Hebje vragen, stelzegerust!

Opbouw presentatie. Korte kennisquiz. Kinder epilepsie syndromen. Korte kennisquiz 4 Casussen. Hebje vragen, stelzegerust! Kinder epilepsie syndromen Joke Creemers en Mieke Daamen Verpleegkundig specialist Kempenhaeghe Korte kennisquiz 4 Casussen Opbouw presentatie Hebje vragen, stelzegerust! Korte kennisquiz 1 Hoe vaak komt

Nadere informatie

Kinderepilepsie: multidisciplinaire benadering. Lieven Lagae Kinderneurologie Universitaire Ziekenhuizen KULeuven

Kinderepilepsie: multidisciplinaire benadering. Lieven Lagae Kinderneurologie Universitaire Ziekenhuizen KULeuven Kinderepilepsie: multidisciplinaire benadering Lieven Lagae Kinderneurologie Universitaire Ziekenhuizen KULeuven Kinderepilepsie : totaal-concept Diagnostiek : Epilepsie als een symptoom Herhaalde anamnese

Nadere informatie

TO CONTINUE OR NOT TO CONTINUE. Hersteld van een eerste psychose: doorgaan of stoppen met antipsychotica?

TO CONTINUE OR NOT TO CONTINUE. Hersteld van een eerste psychose: doorgaan of stoppen met antipsychotica? HAMLETT* TO CONTINUE OR NOT TO CONTINUE Hersteld van een eerste psychose: doorgaan of stoppen met antipsychotica? Prof. dr. Iris Sommer Dr. Marieke Begemann * Handling Antipsychotic Medication: Long-term

Nadere informatie

Kinderneurologie.eu. GEFS+ Syndroom

Kinderneurologie.eu.   GEFS+ Syndroom GEFS+ Syndroom Wat is het GEFS +syndroom? Het GEFS +syndroom is een erfelijke vorm van epilepsie waarbij in een familie zowel kinderen voorkomen met terugkerende koortsstuipen en/of met verschillende soorten

Nadere informatie

Chemotherapie en stolling

Chemotherapie en stolling Chemotherapie en stolling Therapie, preventie en risicofactoren Karen Geboes UZ Gent 4 december 2015 Avastin en longembolen: hoe behandelen en Avastin al dan niet verder? Chemotherapie en stolling: Therapie,

Nadere informatie

Hartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken

Hartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken 1 Hartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken Smoking Cessation in Cardiac Patients Esther Kers-Cappon Begeleiding door:

Nadere informatie

Epilepsie in het verpleeghuis, een handreiking

Epilepsie in het verpleeghuis, een handreiking Home no. 5 November 2017 Congresnummer: Specialist ouderengeneeskunde in the lead Eerdere edities Verenso.nl Epilepsie in het verpleeghuis, een handreiking Bob van Gelder, Willem-Jan Hardon vangeldercals@gmail.com

Nadere informatie

5-jaars Follow-up van de FAME studie

5-jaars Follow-up van de FAME studie 5-jaars Follow-up van de FAME studie WCN Congres 2015, Amsterdam 20-11-2015 Drs. L.X. van Nunen namens de FAME studiegroep Potential conflicts of interest Ik, Lokien X. van Nunen, heb GEEN conflicts of

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 121 Nederlandse samenvatting Patiënten met type 2 diabetes mellitus (T2DM) hebben een verhoogd risico op de ontwikkeling van microvasculaire en macrovasculaire complicaties. Echter,

Nadere informatie

Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and

Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa Physical factors as predictors of psychological and physical recovery of anorexia nervosa Liesbeth Libbers

Nadere informatie

Behandeling van een trigger finger. Loes van Boxmeer & Emma Wassenaar

Behandeling van een trigger finger. Loes van Boxmeer & Emma Wassenaar Behandeling van een trigger finger Loes van Boxmeer & Emma Wassenaar Overzicht Inleiding PICO Zoekstrategie & Flowchart Artikelen Chirurgie Anatomie Open vs percutaan Conclusie Inleiding Klinische symptomen

Nadere informatie

Tromboseprofylaxe bij niet-chirurgische gehospitaliseerde patiënten. Dr. Marieke J.H.A. Kruip Internist-hematoloog Erasmus MC

Tromboseprofylaxe bij niet-chirurgische gehospitaliseerde patiënten. Dr. Marieke J.H.A. Kruip Internist-hematoloog Erasmus MC Tromboseprofylaxe bij niet-chirurgische gehospitaliseerde patiënten Dr. Marieke J.H.A. Kruip Internist-hematoloog Erasmus MC achtergrond veneuze trombose komt frequent voor Medisch jaarverslag FNT 2014

Nadere informatie

Post-cardiac arrest syndroom

Post-cardiac arrest syndroom Post-cardiac arrest syndroom Medisch Centrum Leeuwarden Dr. M.A. Kuiper FCCP FCCM Neuroloog-Intensivist Medisch Centrum Leeuwarden Uitkomsten van reanimaties Wereldwijd wordt gerapporteerd dat maar 5-10%

Nadere informatie

Diagnostiek en behandeling van epilepsie bij volwassenen met een verstandelijke beperking

Diagnostiek en behandeling van epilepsie bij volwassenen met een verstandelijke beperking NVAVG-Standaard 4 Diagnostiek en behandeling van epilepsie bij volwassenen met een verstandelijke beperking S4 NVAVG juni 2008 WWW.NVAVG.NL Inhoudsopgave 1 Voorwoord 3 Geschiedenis en opdrachtformulering

Nadere informatie

De Relatie tussen Voorschoolse Vorming en de Ontwikkeling van. Kinderen

De Relatie tussen Voorschoolse Vorming en de Ontwikkeling van. Kinderen Voorschoolse vorming en de ontwikkeling van kinderen 1 De Relatie tussen Voorschoolse Vorming en de Ontwikkeling van Kinderen The Relationship between Early Child Care, Preschool Education and Child Development

Nadere informatie

Melatonin Treatment and Light Therapy for Chronic Sleep Onset Insomnia in Children A. van Maanen

Melatonin Treatment and Light Therapy for Chronic Sleep Onset Insomnia in Children A. van Maanen Melatonin Treatment and Light Therapy for Chronic Sleep Onset Insomnia in Children A. van Maanen Samenvatting Inslaapproblemen komen veel voor bij kinderen en hebben negatieve gevolgen voor gezondheid,

Nadere informatie

Patiëntgerichte Zorg voor Epilepsie. 23 oktober 2012 Willem-Jan Hardon, Neuroloog

Patiëntgerichte Zorg voor Epilepsie. 23 oktober 2012 Willem-Jan Hardon, Neuroloog Patiëntgerichte Zorg voor Epilepsie 23 oktober 2012 Willem-Jan Hardon, Neuroloog Patiëntgerichte Zorg voor Epilepsie + Algemeen + Diagnostiek + Behandeling + StartPoliEpilepsie + Marjolein Kalse, Epilepsieconsulent

Nadere informatie

INHOUD Dit protocol is gebaseerd op de NVN richtlijn 2011 Prognose van post-anoxisch coma. 1 september 2012

INHOUD Dit protocol is gebaseerd op de NVN richtlijn 2011 Prognose van post-anoxisch coma. 1 september 2012 INHOUD Dit protocol is gebaseerd op de NVN richtlijn 2011 Prognose van post-anoxisch coma. 1 september 2012 Inleiding: Een post-anoxisch coma wordt veroorzaakt door globale anoxie of ischemie van de hersenen,

Nadere informatie

Epilepsie komt bij kinderen veel voor. Voor

Epilepsie komt bij kinderen veel voor. Voor Epilepsie bij kinderen De behandeling van verschillende syndromen Bij de medicamenteuze behandeling van epilepsie bij kinderen moeten, meer nog dan bij volwassenen, de mogelijke bijwerkingen worden afgewogen

Nadere informatie

Multimodality treatment bij het oesofagus- en maagcarcinoom

Multimodality treatment bij het oesofagus- en maagcarcinoom Multimodality treatment bij het oesofagus- en maagcarcinoom Disclosures Ik heb geen belangenverstrengeling in relatie tot deze presentatie Multimodality treatment bij het oesofagus- en maagcarcinoom Bij

Nadere informatie

hoofdstuk 1 doelstellingen hoofdstuk 2 diagnosen

hoofdstuk 1 doelstellingen hoofdstuk 2 diagnosen Dit proefschrift gaat over moeheid bij mensen die dit als belangrijkste klacht presenteren tijdens een bezoek aan de huisarts. In hoofdstuk 1 wordt het onderwerp moeheid in de huisartspraktijk kort geïntroduceerd,

Nadere informatie

Samenvatting Samenvatting

Samenvatting Samenvatting Samenvatting Samenvatting Binnen het domein van hart- en vaatziekten is een bypassoperatie de meest uitgevoerde chirurgische ingreep. Omdat bij een hartoperatie het borstbeen wordt doorgesneden en er meestal

Nadere informatie

Journalclub jan 2013. Prognose bepalen na reanimatie in het hypothermie tijdperk

Journalclub jan 2013. Prognose bepalen na reanimatie in het hypothermie tijdperk Journalclub jan 2013 Prognose bepalen na reanimatie in het hypothermie tijdperk AAN guidelines: Wijdicks Wijdicks, Neurol 2006 2 Hypothermie Meer en langer sedatie Stapeling van sedatie door verandering

Nadere informatie

S1: Chronische vermoeidheid: onderzoek naar kwetsbaarheid. S1: Chronische vermoeidheid: onderzoek naar kwetsbaarheid

S1: Chronische vermoeidheid: onderzoek naar kwetsbaarheid. S1: Chronische vermoeidheid: onderzoek naar kwetsbaarheid S1: Chronische vermoeidheid: onderzoek naar kwetsbaarheid Drs. Maud De Venter Drs. Jela Illegems Prof. dr. Filip Van Den Eede S1: Chronische vermoeidheid: onderzoek naar kwetsbaarheid Chronische vermoeidheid:

Nadere informatie

Addendum. Nederlandse Samenvatting

Addendum. Nederlandse Samenvatting Addendum A Nederlandse Samenvatting 164 Addendum Cardiovasculaire ziekten na hypertensieve aandoeningen in de zwangerschap Hypertensieve aandoeningen zijn een veelvoorkomende complicatie tijdens de zwangerschap.

Nadere informatie