Coated Products Versie 1.0 Datum blz. 1 van 5

Transcriptie

1 blz. 1 van 5 Tekstbijlage bij de aanvraag ingevolge de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht voor het veranderen van de inrichting van Tata Steel Strip Products Mainland Europe, bedrijfsonderdeel Coated Products door een aanpassing van voorschrift voor de naverbrander (RTO) van de verfsectie van DVL2 Inhoud 0. Algemeen... 2 Beknopte beschrijving van het bedrijfsonderdeel Coated Products Installatie en werkwijze De huidige situatie De nieuwe situatie Product, grond- en hulpstoffen Reststoffen Afvalstoffen Energievoorziening Voorzienbare ongewone voorvallen Milieueffecten Geluid en trillingen Bodem- en grondwaterverontreiniging Luchtverontreiniging Verontreiniging oppervlaktewateren Externe veiligheid Bijlagen:... 5

2 blz. 2 van 5 0. Algemeen Beknopte beschrijving van het bedrijfsonderdeel Coated Products In Dompelverzinklijn 2 (DVL2) van het bedrijfsonderdeel Coated Products worden koudgewalste rollen staal bekleed met zink. Na het verzinken kunnen de rollen eventueel geverfd worden in de in lijn gebouwde verfsectie. Verzinken en verven gaan in 1 operatie. De koolwaterstoffen (KWS), die vrijkomen bij het uitharden van de verf, worden grotendeels verbrand in een naverbrander, de RTO (regenerative thermal oxidizer). Het restant komt in de atmosfeer terecht. 1. Installatie en werkwijze 1.1 De huidige situatie Bij het aanvragen van de vergunning voor de verfsectie van DVL2 in 2004 zijn de emissie-eisen voor de RTO gekopieerd van die voor de naverbrander van Verflijn1 (VL1). Deze eisen zijn (bij 18% zuurstof) voor KWS 10 mg/nm3 en voor NOx 175 mg/nm3. VL1 is operationeel sinds 1990, de verfsectie van DVL2 is operationeel sinds april In de vigerende revisievergunning van januari 2007 is de emissie van de RTO in de tabel op blz. 248 als volgt opgenomen: Emissiecode (bronaanduiding) Stof Grenswaarde Uitworp (g/uur) DS22: naverbrander verfsectie (RTO) KWS 10 mg/nm3 1) 600 NOx 175 mg/nm3 1) ) Betrokken op 18% zuurstof De naverbrander van de verfsectie DVL2 werkt volgens een ander principe dan de naverbrander van VL1, die de koolwaterstoffen verbrandt en de restwarmte omzet in stoom. Deze naverbrander werkt met een constante hulpbrander. Voor de verfsectie van DVL2 is een ander soort naverbrander gekozen, omdat de hoeveelheid stoom die door de naverbrander van VL1 wordt geproduceerd, voldoende is om in de stoombehoefte van het gehele noordterrein van Corus IJmuiden te voorzien. De RTO is een milieuvriendelijke installatie, waarin de koolwaterstoffen autotherm worden verbrand. Dit betekent dat er niet bijgestookt hoeft te worden met aardgas, waardoor de NOx-uitstoot lager is dan bij de naverbrander van VL1. Wel is de KWSemissie van een RTO hoger dan de KWS-emissie van een naverbrander zoals bij VL1.

3 blz. 3 van 5 De RTO is in lijn met Europese regelgeving en wordt beschreven in de BREF surface treatments using organic solvents (hoofdstuk : coil coatings industries, regenerative thermal oxidation - three bed rotating air distributer). Hierin staat als emissie genoemd: mg C/Nm3 (zonder correctie voor het zuurstofgehalte). Als minimale reinigingsgraad wordt aangegeven: In oktober 2008 zijn technische metingen aan de RTO gedaan. Er werd een emissie van 9,3-10,1 mg C/Nm3 bij de heersende zuurstofconcentratie gemeten. Dit is dus binnen de marge zoals opgegeven in de BREF. Toepassen van de in de revisievergunning voorgeschreven correctie naar 18% zuurstof levert echter een emissie op waarmee niet werd voldaan aan voorschrift in de revisievergunning. Daarom is op 29 juni 2010 een verzoek ingediend tot wijziging van de vergunning, hetgeen heeft geleid tot de beschikking van met kenmerk 2010/73341 met de volgende emissienormen. Emissiecode (bronaanduiding) Stof Grenswaarde Uitworp (g/uur) DS22: naverbrander verfsectie (RTO) KWS 50 mg/nm 3 1) 850 NO x 30 mg/nm 3 1) ) Betrokken op 18% zuurstof Onlangs is bij een meting van de NOx emissie gebleken dat ook hier door het terugrekenen naar 18% zuurstof sprake is van een disproportionele correctie, waardoor de geëmitteerde waarde niet voldoet aan de gestelde norm na correctie naar 18% zuurstof. In overleg met de meetspecialisten van de OD NZKG is geconcludeerd dat de vergunningswaarde van 30 mg/m3n bij 18% zuurstof geen juiste toetsingswaarde is. Daarnaast blijkt dat in de bovengenoemde Breff geen NOx-norm voor voor deze installatie is opgenomen. Dientengevolge zou de normstelling uit het Activiteitenbesluit hiervoor gehanteerd moeten worden. Deze bedraagt 200 mg/m3n. 1.2 De nieuwe situatie De werkeenheid CPR verzoekt op grond van het hierboven gestelde om intrekking van voorschrift voor wat betreft de NOx-emissie van de RTO DVL2. Aangezien de geëmitteerde vracht NOx in deze situatie zeer gering is, heeft de nieuwe normstelling een marginaal milieuhygiënisch effect.

4 blz. 4 van 5 2. Product, grond- en hulpstoffen 3. Reststoffen 4. Afvalstoffen 5. Energievoorziening 6. Voorzienbare ongewone voorvallen 7. Milieueffecten 7.1 Geluid en trillingen 7.2 Bodem- en grondwaterverontreiniging 7.3 Luchtverontreiniging Aangezien de geëmitteerde vracht NOx in deze situatie zeer gering is, heeft de nieuwe normstelling een marginaal milieuhygiënisch effect. 7.4 Verontreiniging oppervlaktewateren

5 blz. 5 van Externe veiligheid 8. Bijlagen: Geen