Besluit op aanvraag om wijziging van de vergunning als bedoeld in artikel 6.26, tweede lid Waterwet van:

Transcriptie

1 Watervergunning Onderwerp Besluit op aanvraag om wijziging van de vergunning als bedoeld in artikel 6.26, tweede lid Waterwet van: Tata Steel IJmuiden B.V. Bedrijfsonderdeel Oxystaalfabriek 2 (OSF2) Wenckebachstraat JZ VELSEN-NOORD Inhoudsopgave 1. Aanhef 2. Besluit 3. Aanvraag 4. Toetsing aanvraag 5. Procedure 6. Conclusie 7. Ondertekening 8. Mededelingen 1. Aanhef De minister van Infrastructuur en Milieu beschikt op grond van de volgende overwegingen op een aanvraag om wijziging van de vergunning zoals bedoeld in artikel 6.26, tweede lid van de Waterwet. De aanvraag is ingediend door Tata Steel IJmuiden B.V., gevestigd aan de Wenckebachstraat 1 te Velsen- Noord. De aanvraag is ontvangen op 1 juni 2016 en geregistreerd onder nummer RWS- 2016/24535 (Olo-nummer: , zaaknummer RWSZ ). Een aanvulling op de aanvraag is ontvangen op 24 juni Pagina 1 van 7

2 2. Besluit Gelet op de bepalingen van de Waterwet, het Waterbesluit, de Waterregeling, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de Algemene wet bestuursrecht en de hieronder vermelde overwegingen besluit de minister van Infrastructuur en Milieu als volgt: I. De wijziging, zoals deze in paragraaf 3.2 van dit besluit is beschreven, voldoet aan de in artikel 6.26, tweede lid van de Waterwet gestelde eisen. De wijziging kan als zodanig worden vergund. II. Het onderhavige wijzigingsbesluit te verlenen voor een periode tot 1 januari Daarbij dienen de in hoofdstuk 3 genoemde voorschriften in acht te worden genomen. 3. Voorschriften Voorschrift n (informatie wijziging koelwater VBPI) 1. De vergunninghouder dient uiterlijk 1 week na de ingebruikname van de gewijzigde koelwaterleiding de waterbeheerder (elektronisch) te informeren. 2. Het in het eerste lid bedoelde informeren heeft betrekking op: - de datum waarop de gewijzigde koelwaterleiding in gebruik is genomen. - de wijze waarop het koelwaterdebiet wordt gemeten en geregistreerd. - de plaatsaanduiding (met tekening/foto) waar de debietmeter zich bevindt. 3. De vergunninghouder dient uiterlijk 1 week na de beëindiging van het gebruik van de gewijzigde koelwaterleiding de waterbeheerder (elektronisch) te informeren. 4. Aanvraag De aanvraag heeft betrekking op de Watervergunning van het bedrijfsonderdeel Oxystaalfabriek 2 (verder OSF2 genoemd) van 3 juli 2006 (WSW 2006/3229), laatst gewijzigd bij besluit van 14 maart 2016 (RWS-2016/10360). De vergunninghouder vraagt wijziging van deze vergunning, omdat er veranderingen zijn in de bedrijfssituatie/lozingssituatie. De wijziging betreft het verleggen van de koelwaterleiding van de Vacuüm Pan Behandeling Installatie (VPBI). Hierbij wordt het water op een andere plek op het riool gebracht. De wijziging is van dien aard dat het noodzakelijk is de milieugevolgen van de wijziging te beoordelen. Daarom heeft het bedrijf op 1 juni 2016 een aanvraag ingediend om de vigerende vergunning te wijzigen. 4.1 Bedrijfssituatie De OSF2 is een werkeenheid die hoort bij de groep werkeenheden van Tata Steel die worden aangeduid als Tata Steel Strip Products Mainland Europe. Bij OSF2 wordt ruwijzer en schrot verwerkt tot hoogwaardige plakken staal. Deze plakken Pagina 2 van 7

3 worden hoofdzakelijk binnen Tata Steel verder verwerkt. Daarnaast wordt vloeibaar staal aan de gietwalsinstallatie (GWI) geleverd. Het productieproces is als volgt. Het ruwijzer van de Hoogovens wordt per spoor naar de OSF2 vervoerd. Een ruwijzer ontzwavelings- en afslakstand zorgt ervoor dat het ruwijzer tot het gewenste niveau wordt ontzwaveld en het bovendrijvende slak van het oppervlak wordt geschraapt. In de converter wordt het ruwijzer samen met schroot en hulp- en toeslagstoffen omgezet in ruw staal. Door het inblazen van zuurstof worden koolstof, fosfor en andere ongewenste elementen in het ruwijzer verbrand. Tijdens het tappen worden legeringstoffen toegevoegd en de overgebleven slak afgevoerd. De panbehandelingsinstallaties maken van ruw staal diverse soorten staal. Afhankelijk van de gewenste kwaliteit gaat de staalpan naar de spoelstand, de VPBI of de panoven. Op alle drie installaties worden legeringstoffen gedoseerd. Na de panbehandelingsinstallatie gaat de staalpan naar de continugietmachine waar het staal tot plakken wordt gegoten of naar de gietwalsinstallatie. Het doel van de VPBI is het vloeibaar ruwstaal geschikt maken voor een (continu) gegoten plak. Bij de VBPI vindt de volgende behandeling plaats: - Vacuüm trekken en circuleren met inert gas; - Legeringsstoffen toevoegen; - Ontgassen en uitwassen oxiden; - Koelen met schrot of opwarmen door middel van zuurstofblazen. Het opwarmen door middel van zuurstofblazen gebeurt met behulp van een toplans. Deze is watergekoeld met een gesloten watersysteem. Deze toplans wordt niet altijd gebruikt, alleen als de pan te koud is of als er meer koolstof uit het staalbad moet worden verwijderd. In de huidige situatie wordt het VPBI koelwater van de toplans geloosd via de goot van continugietmachine 22 (CGM22). De meetgoot komt uit in een bassin en wordt geloosd op het oppervlaktewater via riool 100. Het te lozen water wordt bemonsterd bij meetput 145. De maximale hoeveelheid water dat wordt geloosd bedraagt circa 51 m 3 per uur. Echter, het aantal uur dat de toplans wordt gekoeld bedraagt circa 11 uur per week. Dit geeft een gemiddelde flow van 3,3 m 3 per uur. Het water dat wordt gebruikt voor het koelen van de lans is WRK-water en wordt opgewarmd tot circa 45 C. Er worden geen chemicaliën aan het water toegevoegd. 4.2 Gewenste wijziging(en) In verband met de bouw van een nieuwe continugietmachine (CGM23), moet de koelwaterleiding van de VPBI worden omgelegd. Het betreft een bovengrondse leiding, die op een ander punt wordt aangesloten, namelijk op een put op het panovenplein. De hoeveelheid koelwater dat wordt geloosd zal met behulp van een debietmeter worden geregistreerd. Het spuien vanuit het bassin (koelwater ten behoeve van CMG21/22) gebeurt automatisch op basis van geleidbaarheid van het water. Bij een te hoge geleidbaarheidsniveau wordt water gespuid en wordt het systeem met WRK water Pagina 3 van 7

4 gesuppleerd. Als het water van de VBPI via een andere route wordt geloosd, moet er meer suppletiewater worden toegevoegd. De werkzaamheden voor de CGM 23 zullen in 2017 starten. De koelwaterleiding moet voor die tijd zijn verlegd. Volgens planning zijn de werkzaamheden voor de CGM 23 eind 2018 afgerond. Daarom wordt de gewijzigde situatie voor een periode van circa 2 jaar aangevraagd. 5. Toetsing aanvraag 5.1 Beste beschikbare technieken Het koelwater komt vrij bij het koelen van de toplans van de VPBI. Door de aanpassing wordt het koelwater voor een periode van circa 2 jaar niet meer meervoudig gebruikt. Om te beoordelen of deze lozing voldoet aan BBT, is getoetst aan de BBT-conclusies voor de ijzer en staalproductie in het algemeen en de paragraaf BBT-conclusies voor oxystaalproductie en gieten in het bijzonder. Uit deze toetsing blijkt dat niet specifiek wordt ingegaan op koelwater afkomstig van de VPBI. Hiermee dient deze lozing te worden getoetst aan het algemene BBT uitgangspunten van zuinig gebruik van grond- en hulpstoffen. Er dient te worden bezien of er tegen redelijke kosten hergebruik van dit koelwater mogelijk is. Tata heeft inzichtelijk gemaakt dat hergebruik van dit koelwater gedurende de bouw van CGM23 niet kosteneffectief kan worden uitgevoerd. Tevens zal na de bouw van CGM23 de situatie weer worden hersteld. Het koelwater zal dan weer meervoudig worden gebruikt. De wijziging zal niet leiden tot een groter debiet dan volgens de vigerende vergunning is toegestaan. Dit wordt inzichtelijk gemaakt door het debiet van het separaat afgevoerde koelwater van de VPBI te meten. 5.2 Gevolgen voor de chemische en ecologische kwaliteit van het watersysteem Gelet op het voorgaande, leidt de aangevraagde lozing van koelwater afkomstig van de VPBI niet tot andere of grotere nadelige gevolgen voor de chemische en ecologische kwaliteit van het watersysteem, dan volgens de geldende vergunning is toegestaan. Daarom kan ik instemmen met de wijziging tot 1 januari Omdat een aantal details op het moment van de aanvraag niet bekend zijn, zal ik een voorschrift opnemen dat de vergunninghouder informatie moet verstrekken. Dit gaat om het moment waarop de gewijzigde koelwaterleiding in gebruik wordt genomen, de wijze waarop het koelwaterdebiet wordt gemeten en geregistreerd, en het moment waarop de gewijzigde koelwaterleiding weer buiten gebruik wordt gesteld. Hiertoe wordt een voorschrift n opgenomen. Pagina 4 van 7

5 6. Procedure De voorbereiding van de beschikking op grond van de Waterwet heeft volgens het gestelde in afdeling 4.1 van de Algemene wet bestuursrecht plaatsgevonden. Aangezien de aanvraag tot wijziging van de vergunning voor het lozen van stoffen niet leidt tot andere of grotere nadelige gevolgen voor de chemische en ecologische kwaliteit van het watersysteem dan volgens de geldende vergunning is toegestaan, is volgens artikel 6.26 lid 2 Waterwet afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing. De artikelen 3.8 en 3.9, eerste lid, onderdeel a, en tweede tot en met vierde lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht zijn van overeenkomstige toepassing op de voorbereiding, bedoeld in de eerste volzin, met dien verstande dat voor «omgevingsvergunning» wordt gelezen: vergunning. Deze beschikking treedt in werking één dag na de bekendmaking. 7. Conclusie De ingediende aanvraag en de daarbij overgelegde gegevens voldoen aan de in artikel 6.26, tweede lid van de Waterwet gestelde eisen. De beoogde verandering leidt niet tot andere of grotere nadelige gevolgen voor de chemische en ecologische kwaliteit van watersystemen dan volgens de geldende vergunning al zijn toegestaan. 8. Ondertekening DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU, namens deze, hoofd afdeling Vergunningverlening Pagina 5 van 7

6 9. Mededelingen Voor meer informatie over dit besluit kunt u terecht bij de in dit besluit genoemde contactpersoon. De contactgegevens staan in de begeleidende brief bij dit besluit. De contactpersoon kan uw vragen beantwoorden en het besluit met u doornemen. Om te bepalen of u meer informatie wilt, kunnen de volgende vragen en aandachtspunten u helpen: - Is de inhoud van het (besluit duidelijk en is helder wat het concreet voor u betekent? - Kunt u beoordelen of het besluit inhoudelijk juist is of niet? Of heeft u behoefte aan een toelichting? - Kloppen de gegevens over u in het besluit en heeft u alle gegevens verstrekt? Ook wanneer u andere vragen heeft over het besluit of de procedure, of wanneer u zich op een of andere manier heeft gestoord aan de wijze waarop bij de besluitvorming met u of uw belangen is omgegaan, kunt u contact opnemen. Bent u het niet eens met dit besluit? Dan kunt u op grond van de Algemene wet bestuursrecht bezwaar maken. U moet hiervoor wel belanghebbende bij het besluit zijn. De volgende vragen en aandachtspunten kunnen u helpen bij het maken van bezwaar: - Wat zijn de redenen dat u het met het besluit niet eens bent? - Welk doel wilt u met uw bezwaar tegen het besluit bereiken? Wat verwacht u van Rijkswaterstaat? - Is het u voldoende duidelijk wat een bezwaarprocedure inhoudt en weet u of u met een bezwaar uw doel kunt bereiken? Kunt u uw doel op een andere, wellicht eenvoudigere wijze bereiken? Wanneer u vragen heeft of wanneer u zich afvraagt of het indienen van een bezwaarschrift voor u de geschikte aanpak is, kunt u ook hiervoor contact opnemen met de bij het besluit vermelde contactpersoon. De contactpersoon kan met u overleggen over de te volgen procedure en u informeren over andere mogelijkheden die Rijkswaterstaat u eventueel biedt om tot een oplossing te komen. Hoe maakt u bezwaar? Om bezwaar te maken moet u, binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt, een bezwaarschrift indienen. U kunt uw bezwaarschrift sturen naar de Minister van Infrastructuur en Milieu,, p/a, t.a.v. de afdeling Werkenpakket, Postbus 2232, 3500 GE Utrecht. In het bezwaarschrift moet in ieder geval het volgende staan: - uw naam en adres, en liefst ook uw telefoonnummer; - een duidelijke omschrijving van het besluit waartegen u bezwaar maakt (bijvoorbeeld door de datum en het kenmerk van het besluit te vermelden of door een kopie mee te sturen); - de reden waarom u bezwaar maakt; - de datum en uw handtekening. Pagina 6 van 7

7 Het indienen van een bezwaarschrift heeft geen schorsende werking. Dat betekent dat het besluit blijft gelden in de tijd dat uw bezwaarschrift in behandeling is. Als u dit niet wilt, bijvoorbeeld omdat het besluit onherstelbare gevolgen heeft voor u, dan kunt u een verzoek om voorlopige voorziening indienen. Dit doet u door de Voorzieningenrechter van de rechtbank in het gebied waar u woont te vragen een voorlopige voorziening te treffen. Indien u niet zelf, maar namens een bedrijf of organisatie een voorlopige voorziening aanvraagt kunt u een voorlopige voorziening aanvragen bij de rechtbank in het gebied waar het bedrijf of de organisatie is ingeschreven. De rechtbank zal daarvoor griffierecht in rekening brengen. Indiening kan ook via de site Daarvoor moet u wel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). Kijk op genoemde site voor de precieze voorwaarden. Afschrift van het besluit is gezonden aan: a. Het Bureau Verontreinigingsheffing Rijkswateren (Postbus 20906, 2500 EX Den Haag); b. Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied (Postbus 209, 1500 EE Zaandam); c. Omgevingsdienst IJmond (Postbus 325, 1940 AH Beverwijk). Pagina 7 van 7