Ontwerp Projectplan Waterwet versie 3.1

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Ontwerp Projectplan Waterwet versie 3.1"

Transcriptie

1 Ontwerp Projectplan Waterwet versie 3.1 Dijkverbetering Schoonhovenseveer Langerak (SLA)

2

3 Colofon Gegevens: Betreft: Document nummer: Ontwerp Projectplan Waterwet B85-MHE-KA Versie: 3.1 Datum: 10 september 2014 Project: Realiseren Dijkverbetering Schoonhovenseveer Langerak Ondertekening Opgesteld door: Mattijs Hehenkamp Handtekening: Datum: Controle door: Ferdi Timmermans Handtekening: Datum: Vrijgave door projectmanager: Jauk Stroo Handtekening: Datum: / Vrijgegeven / Versie 3.1 / 10 september /83

4 / Vrijgegeven / Versie 3.1 / 10 september /83

5 Leeswijzer Dit Projectplan Waterwet beschrijft de dijkverbetering van de dijk tussen Schoonhovenseveer en Langerak die onder verantwoordelijkheid van Waterschap Rivierenland zal worden uitgevoerd. Dit plan gaat onder meer in op de dijkverbeteringsmaatregelen die worden genomen, de effecten daarvan op de omgeving, de maatregelen die worden genomen om de effecten op de omgeving te beperken en de te doorlopen procedures. Het bestaat uit 2 delen: Deel I beschrijft de hoofdlijnen van de dijkverbeteringsmaatregelen, de effecten daarvan op de omgeving en de maatregelen die worden genomen om de effecten te beperken. Deel II beschrijft de beleidsmatige achtergronden en geeft een verantwoording van de gemaakte keuzen. Bij dit Projectplan Waterwet hoort een set kaarten, die als bijlagen zijn toegevoegd. Het ontwerp van de dijkverbeteringsmaatregelen is in meer detail uitgewerkt in het Achtergrondrapport Ontwerpnota. Hierbij zijn detailkaarten gevoegd. Naast dit Projectplan Waterwet voor de dijkverbetering is ook een Projectplan Waterwet voor de geulaanvulling opgesteld. Veel detailinformatie is opgenomen in Achtergrondrapporten (AGR in het onderstaande schema). De samenhang van de verschillende rapporten is weergegeven in onderstaand schema. Projectplan Waterwet dijkverbetering Projectplan Waterwet geulaanvulling hoofddocument hoofddocument AGR Ontwerpnota AGR Geohydrologie AGR Geotechniek AGR Beheer en Onderhoud AGR Grondzaken en overeenkomsten AGR Natuur AGR Archeologie AGR Water AGR Conditionering AGR Rivierkunde / Vrijgegeven / Versie 3.1 / 10 september /83

6 / Vrijgegeven / Versie 3.1 / 10 september /83

7 Inhoudsopgave Leeswijzer 5 DEEL I - DIJKVERBETERING SCHOONHOVENSEVEER - LANGERAK (SLA) 11 1 Aanleiding en doel Beschrijving van de huidige situatie De opgave De procedure 14 2 Ligging en begrenzing plangebied Algemeen Dijkvak Veersedijk Dijkvak Langerak West Dijkvak Het Wiel Dijkvak Waal Oost Bijzondere waarden en gebieden 21 3 Beschrijving van de waterstaatswerken Beoordeling van de dijk Het Wiel is goedgekeurd De te nemen maatregelen Dijkverhoging Veersedijk Verticale waterontspanningsbronnen en afvoersystemen Aanvullende grondwerkzaamheden Keuzes voor ruimtelijke kwaliteit Ruimtelijke kwaliteit als ontwerpuitgangspunt Ruimtelijke kwaliteitskansen 32 4 Beschikbaarheid van gronden Algemeen Akkoordverklaring en gedoogplicht Zakelijk recht 38 5 Effecten van het plan Inleiding Hoogwaterveiligheid en rivierkunde Bodemkwaliteit Grondwaterstand en -stroming Grondwaterkwaliteit Lozingen Landschap en ruimtelijke kwaliteit Archeologie Natuurgebieden en beschermde soorten 43 6 Uitvoeringsaspecten Technische uitvoering Dijkverhoging Veersedijk Waterontspanningsbronnen Verzamelleiding en uitstroomvoorziening 46 / Vrijgegeven / Versie 3.1 / 10 september /83

8 Steunbermen Planning van de uitvoering Uitvoeringshinder Verkeershinder Geluidshinder Zettingen en trillingen Werkterreinen 48 7 Maatregelen tegen nadelige gevolgen Beperking van de nadelige effecten van het plan Lozingen Bescherming drinkwaterwingebied Natuur Landschappelijke effecten Uitvoeringsschade Financieel nadeel 50 8 Legger, beheer en onderhoud Legger Beheer en onderhoud 54 9 Samenwerking Algemeen Bestuurlijk en maatschappelijk draagvlak Communicatie 58 DEEL II VERANTWOORDING 59 1 Verantwoording op basis van wet- en regelgeving 61 2 Verantwoording op basis van beleid Algemeen Regelgeving en beleid van het Rijk Beleid Provincie Zuid-Holland Beleid Rijkswaterstaat Beleid Waterschap Rivierenland Beleid Gemeente Molenwaard 68 3 Verantwoording keuzen project Variantkeuze van de waterstaatkundige maatregelen Keuzen voor ruimtelijke kwaliteit Uitgevoerd onderzoek 71 4 Te doorlopen procedures Algemeen Projectplan Waterwet Dijkverbetering Projectplan Waterwet Geulaanvulling M.e.r.-beoordeling Hoofdvergunningen Uitvoeringsvergunningen 79 / Vrijgegeven / Versie 3.1 / 10 september /83

9 DEEL III RECHTSBESCHERMING 81 DEEL IV BIJLAGEN 83 Bijlage 1: Tekeningen 83 B1.1: Kaart 1: Veersedijk & Langerak West 83 B1.2: Kaart 2: Het Wiel & Waal Oost (AW tot AW268+85) 83 B1.3: Kaart 3: Dijkvak Waal Oost (AW tot AW ) 83 B1.4: Kaart 4: Principeprofielen 83 Bijlage 2: Achtergrondrapport Ontwerpnota 83 Bijlage 3: Achtergrondrapport Geohydrologie 83 Bijlage 4: Achtergrondrapport Geotechniek 83 Bijlage 5: Achtergrondrapport Beheer en Onderhoud 83 Bijlage 6: Achtergrondrapport Grondzaken en overeenkomsten 83 Bijlage 7: Achtergrondrapport Natuur 83 Bijlage 8: Achtergrondrapport Archeologie 83 Bijlage 9: Achtergrondrapport Water 83 Bijlage 10: Achtergrondrapport Conditionering 83 Bijlage 11: Achtergrondrapport Rivierkunde 83 / Vrijgegeven / Versie 3.1 / 10 september /83

10 / Vrijgegeven / Versie 3.1 / 10 september /83

11 DEEL I - DIJKVERBETERING SCHOONHOVENSEVEER - LANGERAK (SLA) / Vrijgegeven / Versie 3.1 / 10 september 2014 Deel I - 11/83

12 / Vrijgegeven / Versie 3.1 / 10 september 2014 Deel I - 12/83

13 1 Aanleiding en doel 1.1 Beschrijving van de huidige situatie Veilige dijken zijn van groot belang voor de bescherming van het achterland tegen hoog water in de rivieren. De zeer hoge waterstanden in de rivieren in 1993 en 1995 hebben dit extra onder de aandacht gebracht. De dijk tussen Schoonhovenseveer en Langerak beschermt een gebied ten zuiden van de rivier de Lek tegen overstromingen. Volgens de laatste inzichten zijn delen van deze dijk niet veilig. Een deel van de dijk is te laag en vier delen van de dijk zijn bij hoge rivierstanden niet stabiel bevonden. Daarom moet de dijk worden verbeterd. De dijkverbetering moet plaatsvinden op het traject tussen het Schoonhovenseveer (aan de westzijde) en de Langensteinseweg in het buurtschap Waal Oost (aan de oostzijde). De dijk ligt in de gemeente Molenwaard. In Figuur 1-1 worden de te versterken delen in dit traject weergegeven. Figuur 1-1 Ligging traject dijkverbetering Schoonhovenseveer Langerak. Waterschap Rivierenland (WSRL) is eigenaar en beheerder van de dijk en is verantwoordelijk voor het functioneren van de dijk. WSRL heeft de Vries & van de Wiel opdracht gegeven om maatregelen voor de dijkverbetering uit te werken en deze maatregelen te realiseren. 1.2 De opgave Om de veiligheid tegen hoogwater te verbeteren is in 2005 de Planologische Kernbeslissing (PKB) Ruimte voor de Rivier genomen. Doel van het programma is hoogwaterveiligheid te garanderen bij een aanvoer van m 3 water per seconde bij Lobith. De PKB Ruimte voor de Rivier omvat een groot aantal projecten die de rivieren meer ruimte geven. Dit gebeurt door een aantal uiterwaarden te verlagen en door hoogwatergeulen aan te leggen. In / Vrijgegeven / Versie 3.1 / 10 september 2014 Deel I - 13/83

14 een aantal gebieden is geen extra ruimte voor de rivier te maken. Daar worden de dijken versterkt. Eén van de maatregelen van deze PKB is de dijkverbetering langs de Lek, waar voorliggend traject Schoonhovenseveer Langerak onderdeel van is. De opgave bij de dijkverbetering is om de ruimtelijke kwaliteit binnen het plangebied te behouden en de overlast voor de omgeving zoveel mogelijk te beperken. De waterveiligheid dient uiterlijk op 1 december 2015 te zijn gerealiseerd. 1.3 De procedure De dijkverbetering wordt uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van Waterschap Rivierenland. Het waterschap is eigenaar en beheerder van de dijk en is verantwoordelijk voor de functie van de dijk. Om de dijkverbetering te mogen uitvoeren moet een aantal wettelijke procedures worden doorlopen. De belangrijkste hiervan is de goedkeuring van het Projectplan Waterwet. Het Projectplan Waterwet is een besluit voor het uitvoeren van de dijkverbetering. Dit Projectplan beschrijft op welke manier de betreffende dijkvakken worden versterkt en welke maatregelen zijn genomen om negatieve gevolgen voor de omgeving zoveel mogelijk te beperken. Ten aanzien van de uitvoering van het werk is een overzicht en onderbouwing opgenomen van de te doorlopen procedures en aan te vragen vergunningen. Tevens is aangegeven hoe wordt omgegaan met de rechtsbescherming. Het ontwerp-projectplan wordt opgesteld namens en vastgesteld door het dagelijks bestuur van het Waterschap Rivierenland. Voor meer informatie over deze procedure en de andere benodigde procedures wordt verwezen naar hoofdstuk 4 van Deel II van dit Projectplan Waterwet. / Vrijgegeven / Versie 3.1 / 10 september 2014 Deel I - 14/83

15 2 Ligging en begrenzing plangebied 2.1 Algemeen De dijk tussen Schoonhovenseveer en Langerak beschermt een gebied ten zuiden van de rivier de Lek tegen overstromingen. De dijk maakt onderdeel uit van de primaire waterkering van dijkring 16, het gebied van de Alblasserwaard en de Vijfheerenlanden. Het plangebied is verdeeld in vier dijkvakken: de Veersedijk, Langerak West, Het Wiel en Waal Oost, die niet aan de norm voldoen (zie Figuur 1-1 en Tabel 2-1). Tabel 2-1 Gegevens per dijkvak Dijkvakken Dijkverhoging Dijkverbetering Kilometrering Lengte m 1 Veersedijk X X AW AW Langerak West X AW AW Het Wiel X AW AW Waal Oost X AW AW De dijkvakken liggen in de gemeente Molenwaard (zie Figuur 2-1). Figuur 2-1 Gemeentegrens gemeente Molenwaard sinds Het projectgebied van de Dijkverbetering Schoonhovenseveer Langerak valt geheel binnen deze grens. In de volgende paragrafen wordt de ligging, geometrie en specifieke kenmerken van de vier beschreven. Voor detailinformatie zoals kadastrale gegevens wordt verwezen naar de kaarten in bijlage 1. / Vrijgegeven / Versie 3.1 / 10 september 2014 Deel I - 15/83

16 2.2 Dijkvak Veersedijk Het meest westelijke dijkvak is het dijkvak Veersedijk. Dit is gesitueerd van dijkpaal AW tot en met dijkpaal AW (zie Figuur 2-2). De Veersedijk loopt vanaf de veerdienst Gelkenes-Schoonhoven aan de noordwest zijde tot de vestingstad Nieuwpoort aan de zuidoostzijde. De lengte van het dijkvak is 890 meter. Figuur 2-2 Bovenaanzicht dijkvak Veersedijk Ter plaatse van de veerstoep bij het Schoonhovenseveer sluit de provinciale weg N216 met een viaduct aan op de Veersedijk. Het viaduct bestaat uit een gewapend betonconstructie bestaande uit een dek, balken, kolommen en poeren. De fundering van dit viaduct is een aandachtspunt voor het ontwerp van de dijkverhoging omdat de ophoging van de dijk hierop geen ontoelaatbare spanning mag veroorzaken. Op de kruin van de dijk loopt de ontsluitingsweg van en naar Nieuwpoort. Deze weg is verboden voor zwaar verkeer. Naast gewoon verkeer heeft alleen de streekbus ontheffing om hier te mogen rijden. De Veersedijk is bij de laatste, relatief recente, dijkversterking buitendijks versterkt. Daarbij is binnenzijde van de dijk verlaagd en is een steunberm gerealiseerd. Op de berm is een nieuwe parallelweg aangelegd die de 12 woningen ontsluit. Deze woningen liggen op 5 tot 10 meter uit de teen van de berm. Het voorland aan de buitendijkse zijde van de dijk is dicht begroeid met bomen waaronder populieren. Door ongelijkmatige zettingen ligt de dijk aan de buitenkruinlijn lager dan aan de binnenkruinlijn. / Vrijgegeven / Versie 3.1 / 10 september 2014 Deel I - 16/83

17 Figuur 2-3 De Veersedijk, bezien vanaf de oostelijke aansluiting met de parallelweg Ten gevolge van zetting zijn er scheuren in het asfalt ter plaatse van de overgang van de oude dijk naar de recentere versterking aanwezig. Deze schade aan de weg is over de hele lengte van de dijk aanwezig. 2.3 Dijkvak Langerak West Het dijkvak Langerak West is gesitueerd van dijkpaal AW tot en met dijkpaal AW (zie Figuur 2-4). Dit dijkvak loopt vanaf de vestingstad Nieuwpoort aan de westzijde tot aan de Slotlaan bij AW aan de oostzijde en heeft een lengte van 485 meter. / Vrijgegeven / Versie 3.1 / 10 september 2014 Deel I - 17/83

18 Figuur 2-4 Bovenaanzicht dijkvak Langerak West In het buitendijksgebied, tussen de dijk en de rivier, is een bedrijventerrein gevestigd. Een deel van het buitentalud, in een scherpe bocht van de dijk, is versterkt met een zware steenzetting die ingegoten is met zwarte bitumen. Aan de binnenzijde van de dijk staan enkele woningen dicht langs de dijk. Bij de laatste dijkversterking zijn tussen de woningen en de stoepen korte, hoge steunbermen aangebracht. Aan de westzijde van dit dijkvak is de voormalige gemetselde vestingwal van de vestingstad Nieuwpoort onderdeel van de dijkversterking. Figuur 2-5 Langerak West, met links de bitumen aan de buitenzijde, en rechts de binnenzijde In het achterland ter hoogte van het oostelijk deel van dit dijkvak heeft tot aan het eind van de 18e eeuw het kasteel Langerak gestaan. De contouren van het voormalige kasteel zijn goed herkenbaar in het terrein. Het betreft een gebied met hoog archeologische waarde. / Vrijgegeven / Versie 3.1 / 10 september 2014 Deel I - 18/83

19 2.4 Dijkvak Het Wiel Het dijkvak Het Wiel is gesitueerd van dijkpaal AW tot en met dijkpaal AW en betreft ongeveer de breedte van Het Wiel ten westen van de Wielweg (zie Figuur 2-6). De lengte van het dijkvak bedraagt 90 meter. Figuur 2-6 Bovenaanzicht dijkvak Het Wiel Wielen langs rivieren ontstaan bij dijkdoorbraken. Door de sterke stroming tijdens de dijkdoorbraak ontstaan er dan diepe geulen die later maar gedeeltelijk worden opgevuld waardoor er een plas over blijft. Dit wiel is ontstaan tijdens de dijkdoorbraak in Er is veel klei afgezet in Het Wiel en het verdere binnendijkse gebied en de bodemopbouw wijkt hier af van die in de directe omgeving. Figuur 2-7 Zijaanzicht van dijk bij het Wiel. Links het wiel zelf, rechts de dijk. Aan de rand van Het Wiel, aan de kant van de dijk, is bij de laatste dijkversterking een bermverzwaring aangebracht. Hiervoor is breuksteen als ophoogmateriaal gebruikt. Het betreffende terrein is in particulier eigendom. / Vrijgegeven / Versie 3.1 / 10 september 2014 Deel I - 19/83

20 2.5 Dijkvak Waal Oost Het dijkvak Waal Oost is gesitueerd van dijkpaal AW tot en met dijkpaal AW (zie figuur 2.6). Het dijkvak heeft een lengte van 1780 meter. De dijk ligt hier direct aan de rivier zonder uiterwaard of voorland. Een dergelijke dijk wordt een schaardijk genoemd. Figuur 2-8 Bovenaanzicht dijkvak Waal Oost Het landschappelijk beeld van het gebied achter de dijk, binnendijks, is sterk wisselend. Ook dit dijkvak is tijdens een eerdere serie dijkversterkingen voorzien van steunbermen. De afmetingen van de vele steunbermen variëren sterk vanwege de verschillende lengten van de op- en afritten. Opvallend dicht bij de teen van de steunbermen, aan het binnendijkstalud, staan de woningen en andere (bedrijfs-) gebouwen. Op sommige locaties zijn woningen op de steunberm gebouwd. In weer ander situaties is de berm achterwege gelaten omdat er al bebouwing stond. Figuur 2-9 Waal Oost, met de rivier direct langs de dijk Ter hoogte van dijkvak Waal Oost ligt een diepe erosiegeul in de bodem van de Lek. In Figuur 2-10 is de erosiegeul weergegeven. / Vrijgegeven / Versie 3.1 / 10 september 2014 Deel I - 20/83

21 Figuur 2-10 Erosiegeul in de Lek. In rood zijn de diepere delen weergegeven. Deze geul zal in het kader van de dijkverbetering worden aangevuld. De geul ligt in het beheergebied van de Rijkswaterstaat Oost Nederland. Voor de geulaanvulling zal door Rijkswaterstaat Oost Nederland een apart Projectplan worden opgesteld. 2.6 Bijzondere waarden en gebieden Landschappelijke waarde: Nieuwpoort Tussen de Veersedijk en Langerak West ligt het historische vestingstadje Nieuwpoort. De stad kreeg in 1283 stadsrechten. Nieuwpoort is onderdeel van de Oude Hollandse Waterlinie. De stad is omgeven door vestingwerken die in de zeventiende eeuw zijn gebouwd. In 1697 werd het stadhuis gebouwd, over de inundatiesluis heen. Hiermee werd de inundatiesluis beschermd. De vesting van Nieuwpoort is aangemerkt als beschermd stadsgezicht. De te versterken Veersedijk loopt net door tot in het beschermde stadsgezicht. / Vrijgegeven / Versie 3.1 / 10 september 2014 Deel I - 21/83

22 Figuur 2-11 Beschermd stadsgezicht Nieuwpoort In het bestemmingsplan voor het Beschermd Stadsgezicht Nieuwpoort is (in overleg met de RCE) vastgelegd welke gebruiksmogelijkheden er voor panden en terreinen zijn toegestaan. De gemeente is bevoegd om te beslissen welke randvoorwaarden er gelden voor ingrepen in het beschermd stadsgezicht. Ecologische Hoofdstructuur Het buitendijkse gebied langs de oevers van de Lek is opgenomen in de Provinciale Ecologische Hoofdstructuur (groen in de onderstaande figuur). Dit gebied is beschermd. Figuur 2-12 Ligging EHS en Natura2000 / Vrijgegeven / Versie 3.1 / 10 september 2014 Deel I - 22/83

23 Natura 2000 gebied Een aantal uiterwaarden langs de Lek is aangewezen als Natura 2000 gebied Uiterwaarden Lek. Tegenover Waal Oost ligt het gebiedje Willige Langerak, dat hiervan onderdeel uitmaakt. De overige uiterwaarden die onderdeel uitmaken van het Natura 2000 gebied bevinden zich buiten de omgeving van het plangebied, namelijk verder naar het oosten. Elk van deze deelgebieden is gelegen in een binnenbocht van de rivier waar oeverwallen en rivierduintjes zijn ontstaan. Gezamenlijk bevatten deze terreinen de best ontwikkelde voorbeelden van het habitattype stroomdalgraslanden langs de Lek. Het gebied is ook aangewezen voor de Kamsalamander. Weidevogelgebied Op ongeveer 500 meter ten zuiden van de dijk is een groot gebied ten zuiden van de Tiendweg aangewezen als Weidevogelgebied. Natuurmonument Smoutjesvlietlanden Ten zuiden van Nieuwpoort, op ongeveer 2 km van het plangebied, bevindt zich het beschermd natuurmonument Smoutjesvlietlanden Het gebied is in 1976 aangewezen vanwege zijn waardevolle botanische betekenis. Grondwaterbeschermingsgebied Het te versterken deel van dijkvak Waal Oost ligt in het Milieubeschermingsgebied voor grondwater ten behoeve van de drinkwaterwinning. Het gebied wordt beschermd via de Provinciale Milieuverordening van de Provincie Zuid-Holland en bestaat uit drie zones: Waterwingebied = de feitelijke drinkwaterwinning Grondwaterbeschermingsgebied = de zone rondom het waterwingebied waaruit het grondwater toestroomt naar de winning Boringsvrije zone = een aanvullende beschermende zone rondom de winning. In onderstaand figuur is het traject Waal Oost ingetekend op de kaart behorende bij de Provinciale Milieuverordening. In rood de lijn van het traject Waal Oost, dijkversterking Schoonhovenseveer Langerak Figuur 2-13 Traject Waal Oost in Grondwaterbeschermingsgebied / Vrijgegeven / Versie 3.1 / 10 september 2014 Deel I - 23/83

24 Archeologische waarden De gemeente Molenwaard heeft aan het dijktraject een hoge tot zeer hoge verwachtingswaarde toegekend. In opdracht van het Waterschap Rivierenland heeft RAAP Archeologisch Adviesbureau in mei en juni 2014 een archeologisch vooronderzoek uitgevoerd. Hierbij is bureauonderzoek en veldonderzoek uitgevoerd. Bij het veldonderzoek zijn ongeveer 150 boringen uitgevoerd. Uit het onderzoek komt het volgende naar voren. De middelhoge verwachting voor het aantreffen van nederzettingsterreinen op de oeverafzettingen van de Liesveld en Nieuwlandstroomgordel kan naar beneden worden bijgesteld (laag). Dit vanwege de aangetroffen afzettingen die duiden op een nat, moerassig milieu. De archeologische verwachting op het aantreffen van bewoningssporen vanaf de Romeinse tijd op de oevers van de Lek dient eveneens naar laag te worden bijgesteld. Tijdens het veldonderzoek is gebleken dat de top van de oeverafzettingen veelal is opgenomen in het (oude) dijklichaam. In de oeverafzettingen zijn geen archeologisch kansrijke lagen aangetroffen, noch zijn er aanwijzingen voor de aanwezigheid van grotere archeologische vindplaatsen uit de Romeinse tijd. Op basis van de bijgestelde (lage) archeologische verwachting op het aantreffen van archeologische vindplaatsen uit de periode Neolithicum - Bronstijd en de Romeinse tijd, is nader archeologisch onderzoek (karterend booronderzoek) niet aan de orde. In het dijkvak Langerak West stond van de 13e tot eind 18e eeuw het kasteel Langerak Er zijn nog resten van dit kasteel aanwezig en de archeologische waarde is hoog. Ten noordwesten van het kasteel zijn in 2011 skeletresten aangetroffen. De conclusie was dat het om een massagraf dat in verband kan worden gebracht met een van de vele overstromingen van de Lek. Vermoedelijk gaat het om slachtoffers van de laatste watersnood uit Figuur 2-14 Kasteel Langerak Aan de hand van het bureauonderzoek zijn binnen de grenzen van het plangebied circa 21 clusters met historische bebouwing gedefinieerd; er zijn 12 clusters waarbinnen (deels) sprake is van een archeologische vindplaats. / Vrijgegeven / Versie 3.1 / 10 september 2014 Deel I - 24/83

25 3 Beschrijving van de waterstaatswerken 3.1 Beoordeling van de dijk Vier dijkvakken in het traject Schoonhovenseveer Langerak zijn afgekeurd op sterkte. Daarnaast is de Veersedijk ook afgekeurd op hoogte. De dijkvakken zijn specifiek afgekeurd op het mechanisme macro-instabiliteit binnenwaarts door opdrijven. Macro-instabiliteit binnenwaarts wil zeggen: het risico dat de grond aan de landzijde van de dijk afglijdt. Dit kan gebeuren als de klei-veenlaag aan de voet van de dijk omhoog komt ( opdrijft ) doordat de waterdruk onder deze laag te hoog is. Dit is weer een gevolg van de hoge waterstand op de rivier waarbij de waterdruk wordt doorgegeven aan de zandlaag onder de dijk. Door het opdrijven van de grond verliest de dijk zijn sterkte. Figuur 3-1 Mechanisme van macroinstabiliteit door opdrijven In onderstaand kader is een praktijkproef beschreven waarin het optreden van dit mechanisme in de praktijk is aangetoond. Praktijkproef Bergambacht 2001 Aan de andere zijde van de Lek bij Bergambacht is middels een proefneming aangetoond dat het fenomeen van opdrijven van het maaiveld onder aan een dijk een reëel probleem is voor de dijken in dit gebied. Bij de oude schaardijk bij Bergambacht is door infiltratie van een groot waterdebiet onder de dijk de waterdruk kunstmatig in de ondergrond verhoogd. Na twee etmalen infiltreren was het maaiveld in het achterland één meter omhoog gekomen waarna de dijk gedurende een kwart etmaal afschoof. Het schuifvlak bevond zich 17 meter onder de kruin van de dijk en strekte zich uit tot 100 meter landinwaarts. Figuur 3-2 Afschuiving tijdens praktijkproef Bergambacht / Vrijgegeven / Versie 3.1 / 10 september 2014 Deel I - 25/83

26 Ter hoogte van dijkvak Waal Oost is een erosiegeul aanwezig in de zandige bodem van de rivier de Lek. Deze geul is uitgesleten door de hoge stroomsnelheid die het rivierwater hier kan bereiken. Via deze geul kan makkelijk rivierwater de bodem indringen, hetgeen leidt tot een hogere grondwaterspanning binnendijks. De geul levert zo een bijdrage aan de macroinstabiliteit van de dijk. Om dit tegen te gaan zal de erosiegeul worden aangevuld. De geulaanvulling verloopt via een afzonderlijk Projectplan. Deze maatregel is geen onderdeel van dit Projectplan Waterwet. Voor de andere problemen, de hoogte van de Veersedijk en de macro-instabiliteit, worden maatregelen getroffen. 3.2 Het Wiel is goedgekeurd Bij het ontwerp van de maatregelen is gebleken dat het dijktraject Het Wiel stabiel is. Bij de vorige dijkverbetering is in het Wiel een grotere verzwaring aangebracht dan bij de toetsing is aangenomen. Extra maatregelen zijn hier daarom niet nodig. 3.3 De te nemen maatregelen De Veersdijk zal worden verhoogd en de dijk zal worden verbeterd door waterontspanningsbronnen. Op enkele locaties zijn aanvullende maatregelen nodig of gewenst. In Tabel 3-1 staat samengevat welke maatregelen worden uitgevoerd per dijktraject. In de daaropvolgende subparagrafen worden de maatregelen in meer detail behandeld. In bijlage 1 van dit document zijn de kaarten opgenomen waarin de maatregelen staan weergegeven. Meer informatie over de functionele eisen, uitvoeringseisen, randvoorwaarden en detailuitwerking is opgenomen in de Ontwerpnota. Hierin bevinden zich ook een groot aantal detailkaarten (dwarsprofielen) van de dijkverbetering. De Ontwerpnota (met alle detailkaarten) is opgenomen als bijlage 2 van dit document. Tabel 3-1 Dijkverbeteringsmaatregelen per dijkvak Maatregel Veersedijk Langerak West Waal Oost Waterontspanningsbronnen Verhogen van de dijk Grondwerk binnendijks maximaal 42 maximaal 19 maximaal 91 naar circa NAP + 5,95 m (verhogen met 20 tot 70 cm) Verleggen/dempen watergangen die liggen binnen de invloedssfeer van de dijk (ca 20 m van steunberm) uitbreiding steunberm meest westelijk deel dijk verzwaren bodem gracht in combinatie met steunberm - - verzwaren bodem gracht (onder water) lokaal verhogen maaiveld met maximaal enkele decimeters (maatwerkoplossing per perceel) lokaal verhogen maaiveld tussen stoepen met 0,5-1,0 m / Vrijgegeven / Versie 3.1 / 10 september 2014 Deel I - 26/83

27 De keuze van de maatregelen is gebaseerd op onder meer de volgende overwegingen: De ophoging van de Veersedijk kan plaatsvinden binnen het bestaande profiel; dit is de landschappelijk minst ingrijpende ophogingswijze met relatief weinig effecten op de ruimtelijke kwaliteit; De waterontspanningsbronnen zijn een bewezen techniek; De bronnen zijn (na plaatsing) nauwelijks zichtbaar in het landschap en tasten de ruimtelijke kwaliteit van het gebied niet aan; De bronnen kunnen relatief snel en binnen de planning worden gerealiseerd; De overlast van het plaatsen van de bronnen voor omwonenden en voor het verkeer is relatief beperkt; Het systeem is klimaatadaptief doordat het niveau van de bronnen kan worden aangepast Dijkverhoging Veersedijk De Veersedijk is momenteel te laag. De bodem waarop de dijk ligt klinkt in, waardoor de dijk steeds lager komt te liggen. Om ervoor te zorgen dat de dijk gedurende de komende periode van 50 jaar hoog genoeg is, wordt de dijk opgehoogd met (afhankelijk van de locatie) 20 tot 70 cm tot een hoogte van NAP +5,95 m. Deze ophoging compenseert het zakken van de ondergrond plus de extra zakking die wordt veroorzaakt door het extra gewicht van deze ophoging. Hiermee zal de dijk gedurende 50 jaar op voldoende hoogte zijn. De buitenzijde van de Veersedijk heeft momenteel een geknikt talud; de onderzijde van het talud (met steenzetting) is steiler dan de bovenzijde van het talud (een grashelling). De dijkverhoging vindt plaats door de hellingshoek van het talud vanaf de knik naar boven door te trekken. Hierdoor ontstaat er ruimte voor de benodigde ophoging. De dijk wordt niet breder Verticale waterontspanningsbronnen en afvoersystemen Het verbeteren van de stabiliteit vindt in hoofdzaak plaats middels verticale waterontspanningsbronnen die langs de binnenzijde van de dijk worden geplaatst. Een verticale waterontspanningsbron is een bron in het grondwater, waarmee de overdruk van het grondwater afgehaald wordt waardoor opdrijven van het maaiveld wordt voorkomen. De waterontspanner is zodoende de belangrijkste oplossing voor het probleem van de macroinstabiliteit. Figuur 3-3 geeft schematisch de opbouw van de verticale waterontspanningsbron weer. / Vrijgegeven / Versie 3.1 / 10 september 2014 Deel I - 27/83

28 Figuur 3-3 Tekening opbouw waterontspanningsbron De bronnen worden geplaatst aan de landzijde van de dijk, ofwel in de teen van de dijk ofwel op de steunberm. Het is een passief systeem dat werkt zonder pompen. De waterontspanningsbron bestaat uit een PVC stijgbuis waarvan de onderzijde is voorzien van perforaties (openingen) en die omhuld is met een fijn grindpakket. De geperforeerde onderzijde komt in de watervoerende zandlaag onder de klei/veenlaag te staan. Boven dit filter wordt de ruimte rond de stijgbuis aangevuld met ondoorlatend materiaal, zodat het doorlatende zandpakket niet in verbinding komt te staan met het maaiveld. In de bovenzijde van de stijgbuis bevindt zich een overloopleiding waaruit het grondwater bij een bepaalde grondwaterspanning kan uitstromen. De bovenzijde van de stijgbuis en de overloopleiding bevinden zich in een beschermput onder maaiveldniveau. Deze put is voorzien van een afsluitbare deksel. De overloopleidingen van een groep bronnen zijn onderling verbonden middels een verzamelleiding. Het water in de verzamelleiding wordt via een dwarsleiding geloosd op een sloot. Het overlopen, verzamelen en lozen van het water gebeurt onder vrij verval. Het peilniveau waarboven het water uit de bronnen wordt geloosd wordt ofwel per bron ofwel in aparte uitstroomputten geregeld. In Figuur 3-4 is de schematische weergave van de regeling van het peil weergegeven. / Vrijgegeven / Versie 3.1 / 10 september 2014 Deel I - 28/83

29 Waterstand in de dijk Overstorthoogte Afsluiter Beschikbare afregelhoogte Technisch minimum (TM) ivm overstorten sloot/maaiveld Waterstand in de dijk Afsluiter Technisch minimum (TM) ivm overstorten sloot/maaiveld Figuur 3-4 Schematische weergave van de regeling van het uitstroompeil. Boven de situatie waarop water wordt geloosd. Beneden de situatie waarin het waterniveau is gezakt tot onder het uitstroomniveau. Stabiliteitsverbetering Waal Oost De waterontspanningsbronnen in Waal Oost worden geplaatst in het gebied waar het Drinkwaterbedrijf Oasen een drinkwaterwinning heeft. Over het voornemen tot plaatsen van de waterontspanningsbronnen zijn gesprekken gevoerd met Drinkwaterbedrijf Oasen. Hieruit is gebleken dat dit bedrijf open staat ten aanzien van het plaatsen van de waterontspanningsbronnen mits voldaan wordt aan de beheersing van risico s ter bescherming van de drinkwaterwinning. In het Achtergrondrapport Ontwerpnota is meer informatie opgenomen over de precieze opbouw, ligging en materiaalkeuze. Nadere uitwerking vindt plaat in het kader van het Uitvoeringsontwerp (UO). / Vrijgegeven / Versie 3.1 / 10 september 2014 Deel I - 29/83

30 Aantal en locatie waterontspanningsbronnen In Tabel 3-1 is het maximaal benodigde aantal bronnen per dijkvak weergegeven. Op dit moment verkeert het ontwerp van het systeem in een DO-stadium. In de komende periode wordt het systeem verder verfijnd (de fase van het UO het uitvoeringsontwerp). Daaruit kan blijken dat op sommige locaties een verdichting van het aantal bronnen nodig is en dat elders minder (of helemaal geen) bronnen nodig zijn. De definitieve plaatsing van de bronnen in het veld zal gebeuren middels designwise constructing. Dit houdt in dat de precieze locatiekeuze (en mogelijke de filterdiepte) van elke bron vooraf wordt gegaan door nader onderzoek om de bodemopbouw en de ligging van kabels en leidingen, zoals die uit onderzoek gebleken is, te verifiëren. Het systeem kan in het veld worden geoptimaliseerd, bijvoorbeeld door de afregeling van het overloopniveau, zodat de gewenste afname van de grondwaterspanning wordt bereikt Aanvullende grondwerkzaamheden De waterontspanners vormen de hoofdmaatregel om de stabiliteit van de dijk op orde te krijgen. Er is een aantal locaties langs de Veersedijk waar de waterontspanners de macroinstabiliteit niet volledig kunnen wegnemen en waar aanvullende grondwerkzaamheden nodig zijn. Daarnaast zijn er ook elders enkele locaties waar mogelijk om praktische redenen wordt gekozen voor een grondaanvulling in plaats van of in combinatie met waterontspanners. Veersedijk Langs de Veersedijk bevinden zich enkele watergangen nabij de teen van de steunberm van de dijk. Deze watergangen bedreigen de stabiliteit van de dijk. Het betreft twee particuliere vijvers, twee sloten en twee uiteinden van sloten. De vijvers zullen moeten worden gedempt. Dit geldt ook voor de slootuiteinden. De sloten zullen worden verlegd. Het verlies aan wateroppervlak zal worden gecompenseerd. Van een deel van de Veersedijk wordt nog nader onderzocht of dit volledig kan worden gestabiliseerd door middel van alleen waterontspanners. Daarom is uitgegaan van een aanvullende steunberm langs het meest westelijke deel van de Veersedijk. Dat geldt ook voor de zuidoever van de gracht van Nieuwpoort. Hier wordt uitgegaan van een verzwaring van de onderwateroever in combinatie met een steunberm. Langerak West Ter plaatse van de stadsgracht is een verzwaring van de oever ( onder water ) voorzien. Waal Oost Bij het meest westelijke deel, tot de Boonevlietweg zullen grondaanvullingen van enkele decimeters noodzakelijk zijn langs de teen van de dijk. In het Uitvoeringsontwerp zal hieraan een nadere invulling worden gegeven. Uitgangspunt is om hierbij zoveel mogelijk maatwerk per kavel te leveren. Ten oosten van de Boonevlietweg liggen zeer veel dijkopgangen, soms heel dicht naast elkaar. De bodem in deze oksels is op verschillende locaties zeer nat door kwel, hetgeen door de aanwonenden als onprettig wordt ervaren. Hier kan in overleg met de belanghebbenden een grondaanvulling worden gemaakt in plaats van een / Vrijgegeven / Versie 3.1 / 10 september 2014 Deel I - 30/83

31 waterontspanningsbron. Ter hoogte van kilometer 273 zullen enkele zeer beperkte (maximaal enkele decimeters) grondaanvullingen op of aan de bestaande steunberm plaatsvinden. 3.4 Keuzes voor ruimtelijke kwaliteit De keuze voor de maatregelen voor de ophoging van de Veersedijk en de verbetering van de stabiliteit is mede gebaseerd op de beperkte negatieve effecten van deze maatregelen op de ruimtelijke kwaliteit. Het is van belang dat bij elke definitieve oplossing tijdens de ontwerpfase ruimtelijke kwaliteit integraal wordt betrokken. Daarom is al en wordt nog een landschapsarchitect betrokken bij het ontwerpproces Ruimtelijke kwaliteit als ontwerpuitgangspunt Ruimtelijke visie Bureau Feddes/Olthof heeft, mede op basis van het advies van het ruimtelijke kwaliteitsteam van Ruimte voor de Rivier (Q-team) het ontwerp van de dijkverbetering vanuit een ruimtelijke visie uitgewerkt. Belangrijk kader hierbij zijn de Handreikingen Ruimtelijke Kwaliteit Ruimte voor de Rivier. Het dijktraject Schoonhoven-Langerak valt onder de Handreiking Schoonhoven-Diefdijk (dijkring 16). In de Handreiking wordt de dijk als ontginningslint en scherpe grens getypeerd, wat vervolgens in een aantal ontwerpprincipes wordt uitgewerkt. In het advies maakt het Q-team onderscheid in drie schaalniveaus: het niveau van de wijdere omgeving, het niveau van de dijk en de overgangen, en het niveau van de elementen. Dit onderscheid is in de uitwerking van de visie ook gehanteerd. Belangrijk voor de ruimtelijke kwaliteit is het onderscheid tussen enerzijds de Veersedijk aan de westzijde van Nieuwpoort en anderzijds de andere trajecten aan de oostzijde van Nieuwpoort. De Veersedijk maakt deel uit van de Oude Hollandse Waterlinie. De dijk bestaat uit één lange rechtstand, heeft een vrij zwaar en breed profiel en op de voet van de dijk ligt een parallelweg. Zij geven de Veersedijk een lineair karakter. In de delen ten oosten van Nieuwpoort manifesteert de dijk zich meer als ontginningsbasis. De dijk is hier sterk verweven met het aangrenzende veenweidegebied. De opstrekkende verkaveling ligt als een streepjescode tegen de dijk aan. De individuele erven en de verspringende rooilijn zorgen voor veel variatie in het lint. Het onderscheid tussen de Veersedijk en de overige dijktrajecten geeft richting aan de vormgeving van de verschillende maatregelen aan de dijk. Zo versterken de grondmaatregelen bij de Veersedijk het lineaire karakter, terwijl de grondwerkzaamheden aan de oostkant van Nieuwpoort worden afgestemd op het patroon van het veenweidegebied. Naast de grondwerkzaamheden bestaan de maatregelen uit de waterontspanners aan de binnenzijde van de dijk. De visie op behoud en verbetering van de ruimtelijke kwaliteit zijn uitgewerkt in de volgende onderdelen: verbijzondering van de Veersedijk als onderdeel van de Hollandse Waterlinie; behoud van het karakter van de dijk ten oosten van Nieuwpoort als ontginningslint. / Vrijgegeven / Versie 3.1 / 10 september 2014 Deel I - 31/83

32 Verbeteren van de Veersedijk Kenmerkend voor de Veersedijk is de lange rechtstand, een relatief brede weg en veel gemengd verkeer van wandelaars, fietsers, auto s en bussen. Het wegdek is slecht onderhouden. De woonkavels onderaan de dijk sluiten aan op de parallelweg. De bebouwing ligt onder een scherpe hoek met de parallelweg. Bij de dijkverbetering wordt de Veersedijk (afhankelijk van de locatie) 20 tot 70 centimeter verhoogd De nieuwe asfaltweg krijgt aan beide zijden fietssuggestiestroken. De stroken hebben een continue breedte van 1,5 meter en maken de weg optisch smaller. Op de dijk worden visuele plateaus gemaakt: bij de overgang naar de N216 en bij Nieuwpoort, en bij de dijkaansluiting daar tussenin. De plateaus krijgen een royale maatvoering, passend bij het stoere karakter van de dijk. De plateaus hebben een verkeersremmende werking en vangen de hoogteverschillen op tussen de verhoogde dijk en de ligging van de N261 en de bestaande weg bij Nieuwpoort. In het westen wordt over een lengte van circa 150 meter een steunberm aangelegd, met een hoogte van circa 1,5 m. De steunberm wordt vormgegeven als een rechte strook die zich voegt in de lineaire opbouw van de dijk. Met de verhoging van de dijk worden de taluds steiler, wat goed past bij de taluds van de Oude Hollandse Waterlinie. De nieuwe dijktaluds worden afgewerkt met een niet te rijke toplaag, bijvoorbeeld zavel. Na het inzaaien van de taluds zal het gras enkele malen worden bestrooid met maaisels van de grastaluds in de omgeving. Hierdoor kan een goede start worden gemaakt voor het vervanging van de huidige vegetatie. Er wordt gestreefd naar een vegetatie van het glanshaverhooilandtype. Behoud van het karakter van de dijk als ontginningslint Aan de oostzijde van Nieuwpoort vinden verscheidene grondaanvullingen plaats. Op een aantal plekken worden de oksels tussen twee naast elkaar liggende stoepen opgehoogd. Het gaat hierbij om bescheiden aanvullingen (circa 0,5 m) die onzichtbaar in het veld kunnen worden opgelost. Een tweede ingreep is de herprofilering van het maaiveld langs de dijk bij Langerak. Deze aanpassingen zullen per perceel (kavel) worden vormgegeven, afhankelijk van de bestaande situatie. De ophogingen aan de binnenzijde volgen daardoor de verkavelingsrichting (geen amorfe ophogingen aan de dijk). De dijk zingt zich niet los van de omgeving, maar de verwevenheid blijft intact. Overigens zijn ook deze ophogingen (maximaal enkele decimeters) bescheiden. Ter plaatse van het geïsoleerde strandje tegenover het buurschap Waal zal een trap in het buitentalud van de dijk worden gemaakt. Het betreft een simpele betontrap die in het grastalud komt te liggen en dus niet leidt tot verandering van het dijkprofiel Ruimtelijke kwaliteitskansen Ruimtelijke kwaliteit is een belangrijk uitgangspunt geweest bij het basisontwerp van de maatregelen. De dijkverbeteringsmaatregelen bieden daarnaast kansen voor de verbetering van de ruimtelijke kwaliteit, met name voor het verbeteren van het wandelroutenetwerk en voor het aanbrengen van bijzondere accenten langs de dijk. Deze kansen zijn hieronder beschreven. De maatregelen worden in de komende periode nader uitgewerkt. De maatregelen zijn niet op de plankaart verwerkt. / Vrijgegeven / Versie 3.1 / 10 september 2014 Deel I - 32/83

33 De aanvullende kansen voor verbetering van de ruimtelijke kwaliteit zijn: verbetering van routes zowel in de lengte als in de dwarsrichting van de dijk; Het realiseren van putdeksels van de waterontspanners als aansprekende details en een informatieplek over het principe van de waterontspanners. Verbetering van het routenetwerk en toegankelijkheid Het dijktraject Schoonhovenseveer-Langerak heeft een belangrijke betekenis in het routenetwerk voor fietsers. Daarnaast maakt de Veersedijk deel uit van het Oude Hollandse Waterliniepad en kruist het zogenaamde Waterlinieommetje rond Nieuwpoort de dijk. Figuur 3-5 Bestaande routes (boven) en verbetering van het routenetwerk (beneden) / Vrijgegeven / Versie 3.1 / 10 september 2014 Deel I - 33/83

34 Het routenetwerk wordt in het kader van de dijkververbetering met diverse maatregelen verbeterd, zowel in de lengte- als dwarsrichting van de dijk. In de eerste plaats wordt een nieuwe schakel toegevoegd in het Waterlinieommetje. De schakel zorgt voor meer continuïteit in de route rondom de vestingwerken van Nieuwpoort en voor een meer overzichtelijke kruising met de Veersedijk. Aan beide zijde van de dijk worden trappen toegevoegd, wat ook voor een betere toegankelijkheid van de buitendijkse uiterwaard zorgt. Na herinrichting van de uiterwaard, volgens Plan Stroomlijn, zullen ook de zichtrelaties met de rivier verbeteren. Verder wordt parallel aan en ten zuiden van de Veersedijk een nieuw wandel- en fietspad aangelegd dat het Waterlinie-ommetje verbindt met de bestaande parallelweg. Dit pad geeft fietsers en wandelaars een alternatief voor de relatief drukke Veersedijk. Bezien zal worden of elders in het gebied locaties zijn waar een taludtrap naar het buitendijkse gebied een extra wandelmogelijkheid ( ommetje ) mogelijk creëert. Figuur 3-6 Vormgeving stoepen in relatie tot het wandelpad. In relatie tot het wandelpad is er aanleiding om de twee opritten (stoepen) van het oostelijke deel van de parallelweg naar de Veersedijk in onderlinge samenhang opnieuw vorm te geven. Detaillering putdeksels en informatieplek Het gebruik van waterontspanners is een innovatieve oplossing voor verbetering van de dijk. De putdeksels van de waterontspanners worden vormgegeven als bijzondere details van de dijkverbetering. Op één plek langs de dijk wordt het principe van de waterontspanners uitgelegd op een informatiebord. De informatieplek ligt langs de Veersedijk, bij de nieuwe schakel in het Waterlinieommetje van Nieuwpoort (zie ook figuur 3-6). De informatieplek bestaat uit een verharde strook met klinkers en een lange zitbank. De hoeken van de bestrating bestaan uit betonnen hoekstenen die een terugkerend element zijn in de vormgeving van de Oude Hollandse Waterlinie. In de verharding is een putdeksel van een waterontspanner opgenomen. Aan de zijkant staat een informatiepaneel en er is een handwaterpomp die het ondergrondse kwelwater beleefbaar maakt. Langs het pad naar de informatieplek staan fietsrekken. / Vrijgegeven / Versie 3.1 / 10 september 2014 Deel I - 34/83

35 Figuur 3-6 Ontwerp putdeksel De putdeksels worden specifiek voor deze dijkverbetering ontworpen en gefabriceerd. Ze bestaan uit gietijzer met daarin de tekst Lekdijk en een geabstraheerde weergave van het riviertraject. In de betonnen rand is het logo van het Waterschap Rivierenland opgenomen. De specifieke vormgeving refereert aan de veiligheid van de dijk en maakt duidelijk dat het niet om een standaard putdeksel gaat. Een u-vormige gietijzeren rand met verankeringshaken maken de putdeksels vandalismebestendig. / Vrijgegeven / Versie 3.1 / 10 september 2014 Deel I - 35/83

36 / Vrijgegeven / Versie 3.1 / 10 september 2014 Deel I - 36/83

37 4 Beschikbaarheid van gronden 4.1 Algemeen De dijkverbetering (verhoging Veersedijk, en de waterontspanners en de bijbehorende leidingen) vindt in beginsel plaats op grond die in eigendom is van WSRL. Wel zullen enkele kleinere ingrepen plaatsvinden op grond van derden. Langs de Veersedijk bevinden zich twee watergangen langs de binnenteen van de dijk. Beide watergangen bedreigen de stabiliteit van de dijk. De eerste watergang is een sloot langs het oostelijke deel van de dijk. Deze sloot zal moeten worden verlegd. De tweede watergang is een L-vormige vijver die op particulier terrein ligt. Deze vijver zal (gedeeltelijk) moeten worden gedempt. Van een deel van de Veersedijk is op dit moment nog niet zeker dat dit volledig kan worden gestabiliseerd door middel van alleen waterontspanners. Daarom wordt er op dit moment zekerheidshalve rekening mee gehouden dat hier een aanvullende steunberm nodig is om de dijk te stabiliseren. Dat geldt ook voor de zuidoever van de gracht van Nieuwpoort. Hier moet wellicht ook nog de (onderwater)oever worden verzwaard. Uitgebreide informatie over grondzaken is opgenomen in het Achtergrondrapport Grondzaken en overeenkomsten. 4.2 Akkoordverklaring en gedoogplicht De werkzaamheden ten aanzien van de dijkverbetering voor zover die noodzakelijk op privaat terrein plaats vinden, dienen in goed overleg met de eigenaar uit te worden gevoerd. Het is de wens van het waterschap het werk op vrijwillige basis uit te kunnen voeren waarbij de regels en uitgangspunten worden gehanteerd van publiek rechterlijke instanties in vergelijkbare situaties. Indien minnelijke overeenstemming niet mogelijk is kan uiteindelijk worden overgegaan tot het uitvoeren van de werkzaamheden op basis van de gedoogplicht. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van de gedoogplicht op grond van artikel 5.24 Waterwet. Volgens Ww artikel 5.24 kan de beheerder, voor zover dat voor de vervulling van zijn taken redelijkerwijs nodig is, rechthebbenden ten aanzien van onroerende zaken de verplichting opleggen om de aanleg of wijziging van een waterstaatswerk en de daarmee verbandhoudende werkzaamheden te gedogen, wanneer naar zijn oordeel de belangen van die rechthebbenden onteigening niet vorderen. Voorafgaand aan het inzetten van de gedoogplicht dient minnelijk overleg te hebben plaatsgevonden, dat wil zeggen dat er aantoonbaar moet zijn onderhandeld en er minimaal een schriftelijke aanbieding moet zijn gedaan, welke uitmondt in de aanbieding van een schadeloosstellingsovereenkomst. Meer uitgebreide informatie over deze procedure is weergegeven in het Achtergrondrapport Grondzaken en overeenkomsten. / Vrijgegeven / Versie 3.1 / 10 september 2014 Deel I - 37/83

38 4.3 Zakelijk recht Ten behoeve van de realisatie van leidingen op particulier terrein zal zakelijk recht (opstalrecht) worden gevestigd. Bij het vestigen van een zakelijk recht tot het hebben van voorzieningen of rechten in of op de naastgelegen percelen, streeft Waterschap Rivierenland er naar om zoveel als mogelijk met de rechthebbende(n) van deze percelen in onderling overleg tot overeenstemming te komen. Waterschap Rivierenland doet aan de rechthebbende(n) een aanbod tot schadevergoeding. Wordt dit aanbod aanvaard, dan wordt notarieel een zakelijk recht gevestigd op het naastgelegen perceel tot aanleg en het hebben van voorzieningen of rechten in of op dit perceel. Nadere informatie over de vestiging van zakelijk recht is opgenomen in het Achtergrondrapport Grondzaken en overeenkomsten. / Vrijgegeven / Versie 3.1 / 10 september 2014 Deel I - 38/83

39 5 Effecten van het plan 5.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de blijvende (paragraaf 5.2) en de tijdelijke effecten van het plan (paragraaf 5.3). De maatregelen die worden genomen om de nadelige effecten te beperken worden in hoofdstuk 7 besproken. Samenvattend wordt gesteld dat de dijken worden versterkt met maatregelen die snel en met beperkte invloed op de omgeving worden uitgevoerd. Het onderstaande vormt een samenvatting van de Achtergrondrapporten Conditionering (Bodem, Kabels&Leidingen en Niet Gesprongen Explosieven(NGE)), Water, Archeologie en Natuur. Voor meer informatie wordt naar die achtergrondrapporten verwezen. 5.2 Hoogwaterveiligheid en rivierkunde Met de in hoofdstuk 3 beschreven voorzieningen voldoet de dijk aan de veiligheidsnormen. Van de dijkverhoging van de Veersedijk is berekend of deze effecten heeft op de rivierstand bij maatgevend hoogwater (MHW). Dit blijkt niet het geval te zijn. Zie voor meer informatie het Achtergrondrapport Rivierkunde. 5.3 Bodemkwaliteit Ophogen van de Veersedijk Bij de vorige dijkverbeteringen van de Veersedijk is gebruik gemaakt van funderingsmateriaal dat enigszins verontreinigd is. Het materiaal mag, als het wordt verwijderd voor bijvoorbeeld het graven van een wegcunet, wel weer worden toegepast in de Veersedijk; het voldoet aan de eisen voor toepassing. Ook ander materiaal dat wordt opgebracht, zoals de nieuwe kleilaag, mag de kwaliteit van de onderliggende bodem niet negatief beïnvloeden. Dit is een randvoorwaarde vanuit de regelgeving. Bronnen langs de Veersedijk, Langerak West, Waal Oost Lokaal bevindt zich in het diepe grondwater langs de dijk bij Langerak West een grondwaterverontreiniging. Deze verontreiniging is buitendijks ontstaan maar bevindt zich ook in het diepe grondwater aan de binnenzijde van de dijk. Er is een grondwatersanering uitgevoerd. De bronnen zullen worden geplaatst in het ondiepe grondwater, dat met een scheidende kleilaag gescheiden is van het diepe grondwater. Beïnvloeding van de verontreiniging wordt niet verwacht. De ontwikkeling van de verontreiniging is een aandachtspunt bij de precieze plaatsing en afstelling van de bronnen. 5.4 Grondwaterstand en -stroming Ophogen van de Veersedijk Het ophogen van de Veersedijk heeft geen invloed op de grondwaterstand en -stroming. / Vrijgegeven / Versie 3.1 / 10 september 2014 Deel I - 39/83

40 Bronnen langs de Veersedijk, Langerak West, Waal Oost De stijghoogte in de watervoerende laag aan de binnenzijde van de dijk varieert met de waterstand in de rivier. Door de bronnen langs de Veersedijk, Langerak West en Waal Oost wordt bij hogere rivierstanden kwelwater afgelaten. De aflaat van kwelwater leidt er toe dat de stijghoogte 1 in de omgeving van de bronnen (in die situaties met hoog grondwater) iets minder hoog wordt. De pieken in de stijghoogte (die een bedreiging vormen voor de stabiliteit van de dijk) worden als het ware afgevlakt. Dit zal gemiddeld een keer per 10 jaar optreden. Bij een lage of een normale rivierafvoer verandert er niets. Als de stijghoogte in de watervoerende laag lager dan gemiddeld is of rond gemiddeld, dan werken de bronnen niet en wordt de grondwaterstand ook niet beïnvloed. Dit betekent dat de bronnen geen verdrogend effect hebben. De bronnen langs Waal Oost bevinden zich in het milieubeschermingsgebied voor grondwater. In dit gebied wordt drinkwater gewonnen. De bronnen mogen de winning niet beïnvloeden. De hoeveelheid water die via de bronnen wordt afgevoerd in het traject Waal Oost is bij een rivierwaterstand die gemiddeld eens in de tien jaar voorkomt rond de m 3 per dag. Bij de drinkwaterwinning wordt per dag gemiddeld m 3 drinkwater gewonnen 2. De waterontspanners werken kortdurend en alleen bij zeer hoge rivierwaterstanden. De bronnen vormen dus geen gevaar voor de hoeveelheid drinkwater die wordt gevormd. 5.5 Grondwaterkwaliteit Bronnen langs Waal Oost De bescherming van het grondwater in het Milieubeschermingsgebied voor grondwater is gericht op het beschermen van de kwaliteit van de strategische grondwatervoorraad en de drinkwaterwinning. Daarom zijn boringen en ontgravingen dieper dan 2,5 meter in beginsel niet toegestaan en moet hiervoor een ontheffing worden aangevraagd. Het ontwerp van de uitlaatvoorziening is daarom zodanig dat vervuiling van het grondwater met stoffen en bacteriën via de waterontspanners niet mogelijk is. De maatregelen die hiervoor worden genomen zijn beschreven in hoofdstuk Lozingen Bronnen langs de Veersedijk, Langerak West, Waal Oost Als de bronnen werken, bij hogere rivierstanden, komt er kwelwater uit. Dit water zal worden geloosd op het slotensysteem. Het is schoon grondwater dat de kwaliteit van het oppervlaktewater niet negatief zal beïnvloeden. Dit water betreft de normale kwel die optreedt bij hoog water en door de waterontspanningsbronnen dichter bij de dijk en sneller wordt afgevoerd. Een toename van kwel dient volgens het beleid van het waterschap te worden gecompenseerd. Vooralsnog wordt rekening gehouden met het realiseren van compenserende maatregelen voor kweltoename. In de komende periode zal worden bepaald of zo ja op welke manier de toename van de kwel zal worden gecompenseerd. 1 Dit is de spanning van het grondwater in een watervoerende laag zoals die wordt gemeten in een peilbuis. 2 / Vrijgegeven / Versie 3.1 / 10 september 2014 Deel I - 40/83

41 5.7 Landschap en ruimtelijke kwaliteit Ophogen van de Veersedijk Het ophogen van de Veersedijk heeft effecten op het landschap. De dijk wordt hoger en steiler. De ophoging varieert enigszins van locatie tot locatie maar bedraagt tussen de 20 en 70 centimeter. De ophoging kan plaatsvinden binnen de bestaande grondslag van de dijk. Dit is mogelijk omdat de bovenste helft van het dijktalud (de helling) wat flauwer loopt dan de onderste helft. Door de bovenzijde van het talud te versteilen ontstaat net genoeg ruimte om de dijk op veilige hoogte te brengen. De nieuwe dijk wordt dus wat hoger en steiler dan de bestaande dijk. De aanblik van de dijk verandert daardoor enigszins. In het algemeen geldt dat steilere dijken mooier (karakteristieker) worden gevonden dan de moderne flauwere dijken. De landschappelijke waarde van de dijk zal door de verhoging en versteiling niet verminderen. Het dijktracé raakt aan het beschermd stadsgezicht van Nieuwpoort, maar is in 2002 al eerder verhoogd en iets buitenwaards verschoven. Bij de aansluiting in het beschermd stadsgezicht wordt door de vormgeving gezorgd door een vloeiende overgang naar het binnenstedelijke gebied. De woningen langs de Veersedijk liggen laag ten opzichte van de dijk. De bewoners kunnen in de huidige situatie al niet over de dijk heen kijken. De dijkverhoging maakt dat de bewoners tegen een nog wat hogere dijk aankijken. Bronnen langs de Veersedijk, Langerak West, Waal Oost De bronnen zullen in het landschap zichtbaar zijn als betonnen platen met een stalen deksel, op regelmatige afstand langs de binnenzijde van de dijk. Deze bronnen kunnen worden beschouwd als onderdeel van het systeem van de dijk, net als de huidige steunbermen dit inmiddels zijn. Anders dan de steunbermen zijn ze bescheiden in omvang en hebben ze relatief weinig effecten op het landschap. Sommige bronnen zullen vanuit woningen goed zichtbaar zijn. Andere liggen meer buiten het zicht. Al met al hebben de bronnen bescheiden landschappelijke effecten. Aanvullend grondwerk Bij het ontwerp van het noodzakelijke aanvullende grondwerk langs de Veersedijk (steunberm, verleggen watergangen, verzwaring oever gracht) en langs Waal Oost (beperkte ophogingen) is de in paragraaf 3.3 geschetste ontwerpvisie gehanteerd. De noodzakelijke steunberm langs de teen aan de westzijde van de dijk is zodanig hoog (ongeveer 1,5m) dat deze zichtbaar zal zijn in het landschap. Daarom is de steunberm zo ontworpen dat die zich voegt in het lineaire karakter van de dijk. De steunberm ter plaatse van de stadsgracht zal maken dat de grachtoever langs de zuidzijde dezelfde aanblik krijgt als de grachtoever langs de noordzijde van de dijk. De noordoever wordt als het ware gespiegeld naar de zuidzijde. De nieuwe symmetrie past bij het feit dat de dijk een slotgracht kruist en wordt als positief effect beoordeeld. De ophogingen langs Waal Oost worden per individueel kavel uitgewerkt, passend bij het karakter van de dijk als ontginningslint. Daarmee wordt voorkomen dat willekeurige opghogingen langs de dijk ontstaan. Het gaat om ophogingen van enkele decimeters die in het lint zullen opgaan. De effecten worden als beperkt beoordeeld. / Vrijgegeven / Versie 3.1 / 10 september 2014 Deel I - 41/83

42 5.8 Archeologie In het voorjaar van 2014 heeft onderzoek plaatsgevonden naar archeologische waarden in het gebied. In dit onderzoek zijn geen archeologische sporen aangetroffen en er is geen aanleiding voor nader archeologisch onderzoek. Nadere informatie over archeologie is te vinden in het Achtergrondrapport Archeologie. Ophogen van de Veersedijk De ophoging van de Veersedijk vindt plaats in een gebied waar al eerdere ophogingen hebben plaatsgevonden. Bij de ophoging vindt geen vergraving plaats van de onderliggende bodem. De ophoging heeft geen effect op archeologische waarden. Bronnen langs de Veersedijk, Langerak West, Waal Oost De realisatie van de bronnen gaat gepaard met kleine ingrepen in de bodem. Mede gezien de uitkomsten van het archeologisch onderzoek worden geen effecten op archeologische waarden verwacht. Daar waar bronnen of verzamelleidingen kunnen conflicteren met archeologische vindplaatsen (de huisplaatsen of de in 2011 aangetroffen skeletresten nabij het voormalige kasteel) zal archeologische begeleiding plaats vinden conform de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA) Aanvullende grondwerkzaamheden De grondwerkzaamheden (steunbermen en watergangverleggingen) langs de Veersedijk en de grondaanvullingen langs Waal Oost vinden plaats buiten bekende archeologische waarden. De aanvullende grondwerkzaamheden in de stadsgracht van Nieuwpoort zullen plaatsvinden onder archeologische begeleiding. / Vrijgegeven / Versie 3.1 / 10 september 2014 Deel I - 42/83

43 5.9 Natuurgebieden en beschermde soorten In Figuur 5-1 is een overzicht opgenomen van de ligging van Natura2000, Beschermd Natuurmonumenten en AHS gebieden opgegeven in de omgeving van het projectgebied. Figuur 5-1 Natura 2000, Beschermd natuurmonument en EHS gebieden in de omgeving van het plangebied dijkversterking Schoonhovenseveer-Langerak Ophogen van de Veersedijk De verhoging van de Veersedijk vindt plaats buiten het EHS-gebied. Er is dus geen direct effect door ruimtebeslag van de ingreep. Ook de tijdens de aanleg zullen er geen werkzaamheden in het EHS-gebied plaatsvinden. Op de taluds van de Veersedijk zal de bestaande grasvegetatie worden verwijderd. Binnen de ingreeplocaties komen geen groei- of vaste verblijfplaatsen voor van strikter beschermde soorten van tabel 2 of 3 (Flora- en faunawet). Verder is de ingreep niet van invloed op het leefgebied van strikter beschermde soorten met een vaste verblijfplaats buiten de ingreeplocaties. Er hoeven geen bomen te worden gekapt voor de dijkverhoging. Langs de Veersedijk grenst het projectgebied wel aan de EHS, tevens een gebied waar broedvogels aanwezig zijn. Gelet op de aard van de werkzaamheden en rekening houdend met de aanwezige habitat (dicht wilgenstruweel), is er ook in dit deelgebied geen sprake van verstoring. Hier geldt de kanttekening dat mogelijk bepaalde soorten vogels de ruige grenszone tussen wilgenstruweel en dijk gebruiken om te nestelen. Ook de mogelijke externe werking op Natura 2000 gebieden is niet aan de orde. Geluid- en optische verstoring zijn op voorhand uit te sluiten op basis van de grote afstand tussen het projectgebied en het dichtstbijzijnde Natura 2000 gebied. / Vrijgegeven / Versie 3.1 / 10 september 2014 Deel I - 43/83

44 Ten behoeve van de bescherming van flora en fauna en het EHS-gebied worden bij de uitvoering van de werkzaamheden de volgende maatregelen genomen: Vanaf half maart tot half juli wordt het buitendijkse dijktalud en de strook tussen dijk en wilgenstruweel ongeschikt gehouden voor broedvogels door de vegetatie kort te houden; De oever van de kreek nabij de dijk in het oosten van het deelgebied wordt niet gemaaid of gefreesd in verband met de groeiplaatsen van spindotterbloem die op korte afstand aanwezig is; Langs de Veersedijk wordt buitendijks een afzetting aangebracht langs het wilgenstruweel en de oever van de kreek om ervoor te zorgen dat hier geen werkzaamheden kunnen plaatsvinden; Werkzaamheden worden één kant op uitgevoerd, waardoor soorten in staat zijn te vluchten; De werkzaamheden worden uitgevoerd bij daglicht ter voorkoming van verstoring van de omgeving door verlichting s nachts. Bronnen langs de Veersedijk, Langerak West, Waal Oost De bronnen worden geplaatst aan de binnenzijde van de dijk en dus niet in de directe nabijheid van het EHS-gebied. Daarom geldt dat er noch sprake zal zijn van directe effecten, noch van indirecte effecten door verstoring. Het ruimtebeslag van de bronnen is zeer beperkt en ze worden geplaatst in grasbermen waar geen strikter beschermde soorten van tabel 2 of 3 worden verwacht. Indien voor het plaatsen van de waterontspanners of de verzamelleiding opgaande begroeiing moet verdwijnen moet rekening worden gehouden met de aanwezigheid van nesten. Overigens is dat op dit moment niet voorzien. Ook de mogelijke externe werking op Natura 2000 gebieden is niet aan de orde. Geluid- en optische verstoring zijn op voorhand uit te sluiten op basis van de afstand tussen het projectgebied en het dichtstbijzijnde Natura 2000 gebied. Effecten door extra stikstofdepositie wordt eveneens uitgesloten. De dijkversterking is niet van invloed op de infrastructuur of bereikbaarheid van het gebied. Een permanente toename van de stikstofdepositie in de omgeving is daarom uit te sluiten. Tijdens de aanlegfase wordt gebruik gemaakt van het gebruikelijke materieel voor dergelijke werkzaamheden, zoals een graafmachine en vrachtwagens. De werkzaamheden die het dichtst bij het Natura 2000 gebied plaatsvinden (traject Waal Oost) duren enkele weken. Aantasting van een vegetatie (habitattype), bijvoorbeeld in de vorm van de verandering van de soortensamenstelling, door een beperkte (>0,05 mol/ha.j) verhoging van de stikstofdepositie, vindt alleen plaats als deze situatie gedurende een lange (> 1 jaar) periode aanwezig is. De stikstofdepositie is in dit specifieke geval niet meetbaar en dus verwaarloosbaar. Een effect op het voor vermesting en verzuring gevoelige habitattype is daarom geheel uit te sluiten. Aanvullend grondwerk Bij het (gedeeltelijk) dempen van de vijver langs de Veersedijk en het verleggen van de sloot zullen maatregelen worden genomen om de negatieve effecten op vissen te mitigeren. Dit zal gebeuren door eerst het vervangende water aan te leggen, dan de te dempen delen leeg te vissen en de vissen over te zetten naar de te handhaven (of nieuwe) delen van de watergang. / Vrijgegeven / Versie 3.1 / 10 september 2014 Deel I - 44/83

45 6 Uitvoeringsaspecten 6.1 Technische uitvoering Dijkverhoging Veersedijk De dijkverhoging vindt plaats volgens de volgende stappen. Eerst wordt het asfalt en het onderliggende funderingsmateriaal verwijderd. Vervolgens wordt de bovenzijde van de dijk aangevuld met zand. Daarna wordt opnieuw het oude en nieuwe funderingsmateriaal opgebracht. Vervolgens worden, na verwijderen van de grasmat, nieuwe kleitaluds gemaakt. De kleitaluds worden geëgaliseerd, voorzien van een kokosmat, en ingezaaid. De kokosmat zorgt voor stabiliteit van het talud zolang de grasmat nog niet volgroeid is. Daarna wordt de weg geasfalteerd. Figuur 6-1 Principeschets dwarsdoorsnede Veersedijk Deze werkzaamheden vinden plaats in twee delen: eerst het oostelijk deel en vervolgens het westelijk deel van de Veersedijk. Hiertoe wordt de weg halverwege, net ten westen van de oostelijke opgang van de parallelweg, volledig afgesloten. De dijk aan de oostzijde wordt opgehoogd en geasfalteerd. De Wilgenweg blijft voor fietsers bereikbaar. Zie Figuur 6-1. Vervolgens wordt gewerkt aan de westzijde van de afsluiting en aan de parallelweg. De parallelweg wordt niet verplaatst, verhoogd of anderszins aangepast. Hierdoor wordt mede voorkomen dat extra horizontale gronddruk op de fundering van het viaduct ontstaat Waterontspanningsbronnen De waterontspanningsbronnen worden geplaatst in een schacht die in de bodem geboord is met een diameter van ongeveer 50 cm. De schacht wordt geboord met de roterende zuigboor techniek. Een roterende boor woelt, onder toevoeging van water, de gronddelen los en deze worden dan samen met het water omhoog gezogen. In de containers aan maaiveld bezinken de gronddeeltjes en daarna wordt het water opnieuw gebruikt en teruggeleid naar het boorgat. De stabiliteit van het boorgat wordt gewaarborgd door de hydrostatische (water)kolom. Als vuistregel geldt dat 10 keer de diameter van het boorgat (ongeveer 5 meter) een veilige afstand tot bebouwing is zonder aanvullende maatregelen. In die situaties waar de afstand tot naastgelegen objecten minder dan 10 keer het boorgat bedraagt, of daar waar de werkruimte beperkt is, wordt van deze boormethode afgeweken en wordt gebruik gemaakt van de casing. Bij deze techniek wordt de boring uitgevoerd binnen een tijdelijke stalen casing (buis); / Vrijgegeven / Versie 3.1 / 10 september 2014 Deel I - 45/83

46 de stalen casing dient als steun voor het boorgat. De buis wordt door middel van hoog frequente trilling naar beneden geboord. Na het bereiken van de einddiepte wordt binnen de mantelbuis het filter geplaatst. Tijdens het omhoog trekken van de buis wordt het boorgat weer opgevuld met filtergrind rond het filterdeel en zogenaamde zwel-klei-korrels rond het stijgbuisgedeelte van de bron ter afdichting. Voordelen van deze techniek zijn een kleinere booropstelling en een kleinere werkruimte, een ondersteund boorgat waardoor minder werkwater hoeft te worden gebruikt en een stabiel boorgat. Ten behoeve van de uitvoering van het plaatsen van de waterontspanners is een specialistische aannemer aangesteld. Deze aannemer is ervaren in het plaatsen van boringen voor koude-warmte opslag en plaatst ook bronnen voor drinkwaterwinningen. Hij werkt volgens BRL 2100 en protocol 2101 waarmee wordt geborgd dat tijdens de uitvoering geen stoffen in het grondwaterpakket terecht komen. In de milieubeschermingszone voor grondwater werkt de aannemer met drinkwater tijdens de uitvoering, en zorgt deze ervoor dat geen gevaarlijke stoffen in de grond terecht komen door ATA gekeurde hulpstoffen te gebruiken. Voorwaarden om te werken worden gegeven in de ontheffing voor het werken in het gebied van de Provinciale Milieuverordening Verzamelleiding en uitstroomvoorziening De aanleg van de verzamelleiding vindt plaats door twee ploegen. De eerste ploeg is verantwoordelijk voor het graven van de sleuf, het monitoren en beschermen van kabels en leidingen en het aanleggen van de leiding. Het graven van de sleuf gebeurt met een zogenoemde midigraver. De tweede ploeg is verantwoordelijk voor het maken van de mofverbindingen tussen de leidingdelen, de controle daarvan, het terugbrengen en verdichten van de grond en het maken van huisaansluitingen. Wanneer de verzamelleiding door een stoep (oprit naar de dijk) moet worden getrokken, wordt dit enkele dagen van te voren gemeld bij de betreffende bewoners. Er wordt voor gezorgd dat de sleuf op de zelfde werkdag weer dichtgelegd wordt met een tijdelijke bestrating. Er zijn rijplaten beschikbaar om de sleuf gedurende de werkzaamheden te kunnen passeren. Na enkele maanden wordt de definitieve verharding weer aangelegd. Er wordt verwacht dat er 40 meter leiding per dag kan worden aangelegd Steunbermen Ten behoeve van de aanleg van een steunberm worden eerst rijplaten aangelegd naar de locatie waar de grond moet worden aangebracht. Het ter plekke van de toekomstige steunberm aanwezige gras wordt geklepeld. Vrachtwagens die de grond aanvoeren rijden achteruit en storten de grond op de gewenste locatie. De grond word uitgevlakt en geëgaliseerd met een kleine hydraulische kraan. Vervolgens wordt de grond ingezaaid met een grasmengsel. / Vrijgegeven / Versie 3.1 / 10 september 2014 Deel I - 46/83

47 6.2 Planning van de uitvoering De werkzaamheden buiten starten voor de zomer van Gezorgd wordt dat de werkzaamheden aan de dijk worden uitgevoerd in het open seizoen. Hiervoor is circa 100 werkdagen beschikbaar. Alle werkzaamheden zijn klaar voor 1 december Naar verwachting worden 2 tot 3 waterontspanningsbronnen per dag geboord. De totale werkzaamheden (voorbereiden, boren, afwerken, opruimen) nemen per bron naar verwachting enkele dagen tot een week in beslag. De verzamelleiding kan naar verwachting met een tempo van 40 meter per dag worden aangelegd. 6.3 Uitvoeringshinder Verkeershinder Ophogen van de Veersedijk Het ophogen van de Veersedijk gaat onvermijdelijk gepaard met enige verkeershinder. De werkzaamheden duren ongeveer 100 werkdagen, 20 werkweken. De dijkverhoging vindt plaats in twee fasen; eerst het oostelijk deel en vervolgens het westelijk deel. In deze periode zal de weg op de dijk circa 40 werkdagen (circa 8 weken) moeten worden afgesloten voor al het verkeer. Gedurende deze periode zijn de woningen langs de Veersedijk via de parallelweg bereikbaar. De fietsers worden omgeleid via het fietspad langs de provinciale weg en de Wilgenweg. De bus en het autoverkeer zullen tijdelijk worden omgeleid. Bronnen langs de Veersedijk, Langerak West, Waal Oost De bronnen worden binnendijks geplaatst. De werkzaamheden zullen geen verkeershinder veroorzaken Geluidshinder Als er werkzaamheden nabij woningen plaatsvinden, zoals het plaatsen van bronnen, kunnen de bewoners hiervan geluidhinder ondervinden. Door de snelheid waarmee de bronnen worden geplaatst is de hinder kortdurend Zettingen en trillingen Ophogen van de Veersedijk Ter hoogte van de Veersedijk worden geen zettingen verwacht ter plaatse van de aanliggende woningen. De grondophoging is beperkt ten opzichte van de eerder aangebrachte ophogingen. Tijdens de uitvoering zal er bouwverkeer op en rond de Veersedijk aanwezig zijn. Gezien de afstand van de woningen tot de Veersedijk wordt hiervan geen extra trillingshinder verwacht. Bronnen langs de Veersedijk, Langerak West, Waal Oost De bronnen zullen niet actief worden bemalen. Er is daarom geen kans op zettingen door inklinking van de bodem als gevolg van een sterke daling van de grondwaterstand. Bij het plaatsen van de bronnen zal als eerste stap een stalen mantelbuis de grond in worden getrild. Ervaring van het bedrijf dat de bronnen gaat plaatsen is dat de bronnen binnen een afstand van 5 meter vanaf woningen kunnen worden geplaatst zonder daar trillingsschade te veroorzaken. / Vrijgegeven / Versie 3.1 / 10 september 2014 Deel I - 47/83

48 Het materieel dat voor de aanleg wordt gebruikt is relatief licht om er dicht bij woningen mee te kunnen werken. Meer informatie over zettingen is opgenomen in het Achtergrondrapport Geotechniek Werkterreinen Ophogen van de Veersedijk Aan de oostelijke kant van de Veersedijk wordt een tijdelijk werkterrein ingericht ten behoeve van de uitvoering. Er wordt dan een tijdelijke verharding aangebracht op het horizontale deel van de binnenzijde van de dijk, zie Figuur 6-2. Dit tijdelijke werkterrein wordt via een tijdelijke inrit aangesloten op de parallelweg van de Veersedijk. Figuur 6-2 Beoogd werkterrein bij Veersedijk (oranje vlak). Deze wordt via een tijdelijke inrit aangesloten op de Veersedijk, via stoep en/of Wilgenweg Bronnen langs de Veersedijk, Langerak West, Waal Oost Bij de aanleg van de waterontspanningsbronnen wordt gebruik gemaakt van kleine mobiele werkterreinen. Deze zijn bereikbaar vanaf de op en afritten van de dijk. Uitvoering vindt plaats in een zone tussen 4 10 meter buiten de teen van de dijk. De werkterreinen zijn aangegeven op de tekeningen in de bijlage 1. Bij het plaatsen van de bronnen wordt in de nabijheid van woningen gewerkt met relatief licht materieel (rupsvoertuigen). Dit geeft weinig tot geen overlast voor de bewoners. Schade aan de begroeiing (grasmat) wordt voorkomen door het gebruik van rijplaten. In het geval dat schade aan de grasmat toch optreedt wordt deze hersteld. Zie achtergrondrapport Grondzaken en overeenkomsten voor informatie over de regeling hieromtrent. / Vrijgegeven / Versie 3.1 / 10 september 2014 Deel I - 48/83

49 7 Maatregelen tegen nadelige gevolgen 7.1 Beperking van de nadelige effecten van het plan Lozingen Als gevolg van het aanleggen van de waterontspanningsbronnen wordt bij hoog water in de Lek meer kwelwater afgevoerd. Om dit effect te beperken wordt de overloophoogte van de bronnen zo optimaal mogelijk afgesteld en dat een balans wordt gevonden tussen de effectiviteit van de waterontspanners en de kwelhoeveelheid uit de waterontspanners. De komende periode zal worden bepaald of en op welke wijze de toename van de kwel zal worden gecompenseerd. Mogelijk wordt extra bergingscapaciteit gerealiseerd door het verbreden van de ontvangende watergangen of tijdelijke berging op een perceel. Uitgebreide informatie over dit onderwerp is opgenomen in het Achtergrondrapport Water Bescherming drinkwaterwingebied Voor het plaatsen van de waterontspanners wordt een gespecialiseerde aannemer aangesteld. Deze aannemer is ervaren in het plaatsen van boringen voor koude-warmte opslag en plaatst ook bronnen voor drinkwaterwinningen. Hij werkt volgens BRL 2100 en protocol 2101 waarmee wordt geborgd dat tijdens de uitvoering geen stoffen in het grondwaterpakket terecht komen. Zo werkt de aannemer in het milieubeschermingsgebied met drinkwater (in plaats van slootwater) tijdens de aanleg, en zorgt deze ervoor dat geen gevaarlijke stoffen in de grond terecht komen. De bovenzijde van de bronnen komt uit een betonnen put die is voorzien van een afgesloten deksel. De putten zijn alleen toegankelijk voor de beheerders. De uitstroomvoorziening is niet toegankelijk voor derden. De uitstroomvoorziening loost op een nabijgelegen sloot via een pijpleiding. De pijpleiding en uitstroomvoorziening worden voorzien van een terugslagklep zodat dat planten en dieren niet in het systeem kunnen binnendringen. Door deze maatregelen bieden de bronnen geen toegang tot het grondwater en is het grondwater beschermd tegen verontreiniging door calamiteiten. De waterontspanners in het grondwaterbeschermingsgebied (niet zijnde de boringsvrije zone) worden zo uitgevoerd dat deze onafhankelijk werken van de waterontspanners in de boringsvrije zone. De waterontspanners worden zo uitgevoerd dat het ook mogelijk is om er actief water uit te onttrekken. Bij calamiteiten is het dus altijd mogelijk de bron te bemalen en zo eventuele verontreinigingen van het grondwater te verwijderen. Ze worden jaarlijks geïnspecteerd en indien nodig schoongespoeld. Voor uitgebreide informatie over de bescherming van het drinkwatergebied wordt verwezen naar het Achtergrondrapport Water Natuur In paragraaf 5.9 zijn de maatregelen samengevat die worden genomen om de negatieve effecten op natuurwaarden te voorkomen. Een uitgebreide onderbouwing hiervan is opgenomen in het Achtergrondrapport Natuur Landschappelijke effecten In paragraaf 3.3 zijn de maatregelen beschreven die worden voorgesteld om de dijkverbetering ruimtelijk in te passen. / Vrijgegeven / Versie 3.1 / 10 september 2014 Deel I - 49/83

50 7.2 Uitvoeringsschade De uitvoerder van de dijkverbetering streeft ernaar uitvoeringsschade zoveel mogelijk te voorkomen. In beginsel is nooit 100% uit te sluiten dat de daadwerkelijke uitvoering van de dijkverbetering tot schade leidt, zoals bijvoorbeeld trillingsschade, zettingsschade of scheurvorming aan panden. Om te kunnen vaststellen of de schade het gevolg is van de uitvoering van de dijkverbetering, worden ruim voor de start van de werkzaamheden in de gevels van panden binnen de invloedssfeer van de dijkverbetering meetboutjes aangebracht. Verder wordt van deze panden voor aanvang van het werk een bouwtechnische (voor)opname gemaakt. Door middel van de geplaatste meetboutjes, het bouwtechnisch (voor)opnamerapport en het na afloop van het werk (na schademelding) op te stellen eindopnamerapport, wordt de relatie tussen opgetreden schade en de dijkverbetering vastgesteld en wordt door een schadedeskundige de hoogte van de schade bepaald. 7.3 Financieel nadeel Voor schade die een gevolg is van (op zichzelf rechtmatige) besluiten of rechtmatig feitelijk handelen, kunnen belanghebbenden een verzoek tot schadevergoeding bij het waterschap doen op grond van artikel 7.14 van de Waterwet. Een belanghebbende komt voor een vergoeding in aanmerking, voor zover de schade redelijkerwijze niet of niet geheel te zijnen laste behoort te blijven en voor zover de vergoeding niet of niet voldoende anderszins verzekerd is. Voorbeelden van nadelen die voor (geheel of gedeeltelijke) vergoeding in aanmerking komen zijn: waardevermindering van gronden en opstallen, inkomensschade en kosten van onder meer schadebeperkende maatregelen. Verzoeken of aanvragen voor nadeelcompensatie worden conform de Verordening schadevergoeding Waterschap Rivierenland afgehandeld. Deze regeling kan worden geraadpleegd op de website van het waterschap ( >digitaal loket >regelgeving >schadevergoeding. Voor de aanleg van de maatregelen op private percelen (twee situaties) wordt door het waterschap vooraf een vergoeding bepaald. Dit geldt ook voor de particuliere percelen die tijdelijk als werkterrein nodig zijn. Voor de overige situaties wordt verwezen naar de Verordening schadevergoeding Waterschap Rivierenland. Voor de Ruimte voor de Riviermaatregelen, waartoe de dijkversterking Schoonhovenseveer Langerak behoort, heeft de Staatssecretaris een beleidsregel vastgesteld (Staatscourant 2009, nr. 82). Met de vaststelling van de beleidsregel wordt beoogd één loket in te stellen voor de behandeling van verzoeken om schadevergoeding, die verband houden met de uitvoering van de PKB Ruimte voor de Rivier. Dit levert voordelen op voor de burger (één adres en één besluit over samenhangende aanvragen om schadevergoeding), maar het betekent ook meer efficiëntie en eenduidige besluitvorming. Op schadevergoedingsverzoeken die verband houden met de PKB Ruimte voor de Rivier, wordt op grond van de beleidsregel door de minister beslist. In beginsel worden schadeclaims die bij het waterschap zijn ingediend op basis van de Verordening Schadevergoeding Waterschap Rivierenland (algemeen bestuur, 17 juni 2011; en planschadeclaims op grond van artikel 6.1 Wet ruimtelijke ordening, eveneens door het schadeloket afgewikkeld. De door Rijkswaterstaat over dit onderwerp opgestelde informatiebrochure wordt op verzoek toegezonden. De beleidsregel is NIET van toepassing voor schade, die geen rechtstreeks verband houdt met de rechtmatige uitoefening van een taak of bevoegdheid voor de realisatie van het / Vrijgegeven / Versie 3.1 / 10 september 2014 Deel I - 50/83

51 Projectplan. Bedoeld wordt hier schade, veroorzaakt door onrechtmatig feitelijk handelen of nalaten door het waterschap, de aannemer van het werk of een andere partij die namens het waterschap werkzaamheden verricht, die wordt beheerst door de regels van het Burgerlijk Wetboek, Boek 6, Titel 3,afd. 1. / Vrijgegeven / Versie 3.1 / 10 september 2014 Deel I - 51/83

52 / Vrijgegeven / Versie 3.1 / 10 september 2014 Deel I - 52/83

53 8 Legger, beheer en onderhoud 8.1 Legger Waterkeringen In de legger van de waterkering is aangegeven, waaraan deze waterkering minimaal moet voldoen naar richting, vorm, afmeting en constructie. De (juridische) keurbegrenzingen (kernbeschermings- en buitenbeschermingszone) zijn in de legger aangegeven, evenals de (onderhoud)verplichtingen. Belangrijke onderdelen van de legger zijn: Een overzichtskaart Situatietekeningen dijkvakken Situatietekeningen met kernzone, beschermingszones, referentielijn locaties ontwerpdwarsprofielen legger Dwarsprofielen Lengteprofielen Waterkerende kunstwerken Onderhoudsverplichtingen derden. De verhoging van de Veersedijk en de aan te brengen steunbermen en grondaanvullingen vallen binnen de kern- en beschermingszone zoals die op de legger is opgenomen. Deze aanpassing aan de dijk zullen worden opgenomen in de legger. Watergangen De waterontspanners die worden geplaatst lozen het water op de watergangen achter de dijk. Deze dienen voldoende capaciteit te hebben om het extra water te kunnen afvoeren. Vlakbij de dijk bevinden zich B-wateren en C-wateren. B-wateren hebben een beschermingszone van 1 meter breed. C-wateren hebben geen beschermingszone. Zie Tabel 8-1 voor de beschrijving van de status van watergangen. Tabel 8-1 Status toekenning wateren in landelijk gebied (legger WSRL) Type water A-wateren B-wateren C-wateren Overige wateren Omschrijving Wateren met een belangrijke regionale aan- of afvoerfunctie (criterium: 50 ha bruto afwaterend oppervlak). Wateren waarin zich een peil-/debietregulerend kunstwerk bevindt. Wateren met een regionale bergingsfunctie. Wateren waarin zich een riooloverstort bevindt. Een water met een belangrijke functie in de afvoer van kwelwater. Water met belangrijke nevenfuncties, bijvoorbeeld water met een hoog ecologisch potentieel. Wateren met een belangrijke lokale afwaterende functie. Het betreft hier bijvoorbeeld wateren die de samenvoeging vormen van twee of meer wateren of wateren met meer dan twee belanghebbende eigenaren. Een water met een belangrijke landbouwkundige functie (hoogwaardige landbouw). Wateren waarbij in het gebied alternatieve afvoerwegen ontbreken. Wateren met voornamelijk een waterbergende functie. Deze bergingsfunctie is in het algemeen alleen voor het waterschap relevant bij wateren met een bovenbreedte van minimaal 1,5 meter. Er zijn uitzonderingen. Wateren, zoals greppels, waarin weliswaar water kan worden vastgehouden, maar van ondergeschikt belang zijn voor het waterbeheer. Deze wateren zijn vanwege het te geringe belang watersysteem niet opgenomen in de legger. / Vrijgegeven / Versie 3.1 / 10 september 2014 Deel I - 53/83

54 De lozingen zullen plaatsvinden op B-wateren aangezien deze zijn ingericht op lokale afvoer. Sommige van deze wateren hebben de status B-min wateren, een speciale categorie in de Alblasserwaard en de Vijfheerenlanden. Deze wateren hebben hetzelfde onderhoudsregime als een B-watergang volgens de legger, zie Tabel 8-2. Tabel 8-2 Onderhoudsplicht per type oppervlaktewaterlichaam (legger WSRL) Status Onderhoudsplichtige Onderhoudsplichten A-wateren Waterschap Gewoon en buitengewoon onderhoud A-wateren gedeeld onderhoud Waterschap Aangrenzende eigenaar Gewoon en buitengewoon onderhoud van de slootbodem Gewoon onderhoud van het talud gerekend vanaf de insteek tot de teen van het onderwatertalud B-wateren Aangrenzende eigenaar Gewoon en buitengewoon onderhoud B-berm wateren Waterschap Gewoon en buitengewoon onderhoud B-min wateren Aangrenzende eigenaar Gewoon en buitengewoon onderhoud C-wateren Geen n.v.t. C-wateren in de Alblasserwaard en de Vijfheerenlanden Aangrenzende eigenaar Gewoon en buitengewoon onderhoud De B-min wateren waarop wordt geloosd dienen te worden veranderd in B-wateren. Dat deze naar B-wateren worden veranderd is van belang om ook in de toekomst de afvoer van deze watergangen te borgen. 8.2 Beheer en onderhoud In dit Projectplan wordt uitsluitend ingegaan op het beheer en onderhoud van de dijk Schoonhovenseveer - Langerak vanuit de waterstaatkundige functie van de dijk. Beheer van wegen, natuur en andere objecten maakt geen onderdeel uit van dit Projectplan. Het beheer en onderhoud van de te versterken dijk is uitgebreid beschreven in het Achtergrondrapport Beheer en onderhoud. Strategisch beleid Het strategische beleid voor het beheer van waterstaatswerken staat beschreven in het Waterbeheerplan Hieraan zijn de volgende maatregelen voor het beheer en onderhoud ontleend: alle door het waterschap aangewezen waterkeringen zijn of komen in beheer bij Waterschap Rivierenland; onbebouwde percelen in de kernzones van de primaire waterkeringen worden zo mogelijk eigendom van Waterschap Rivierenland; Waterschap Rivierenland voert het beheer van dijkgraslanden uit, gericht op het realiseren van een erosiebestendige, kruidenrijke grasmat; Waterschap Rivierenland betrekt gebruikers en bewoners langs de waterkering bij het beheren van de waterkering. Voor het beheer staat het waterschap een aantal publiekrechtelijke instrumenten ter beschikking, te weten de keur, de legger en de beleidsregels. Naast deze publiekrechtelijke instrumenten kan het waterschap gebruik maken van privaatrechtelijke instrumenten. / Vrijgegeven / Versie 3.1 / 10 september 2014 Deel I - 54/83

55 Toetsing Sinds 1 januari 2014 is de Waterwet gewijzigd waarmee niet eens per 6 jaar maar eens per 12 jaar een toetsing van de dijk is vereist. Doordat de frequentie van toetsing is verruimd, wordt het voor de beheerder van groter belang stuur te houden op het beheer en onderhoud in de tussenliggende periode. Het toezicht op het beheer en onderhoud, ofwel de actieve zorgplicht, zal worden uitgevoerd door het Rijk (i.c. de Inspectie voor Leefomgeving en Toezicht). Hiermee beoogt het Rijk zowel de normgever als toezichthouder te zijn voor wat betreft primaire waterkeringen. Beheer van de grasmat van de dijk Het streefbeeld voor de waterkering is een grondlichaam dat is opgebouwd met voldoende kleiafdekking waarop een erosiebestendige, kruidenrijke grasmat aanwezig is. Het waterschap kiest in beginsel alleen voor maaien en afvoeren, of voor de extensieve beweiding. De keuze voor het natuurtechnisch beheer heeft een tweeledig doel, namelijk de veiligheid (de erosiebestendigheid wordt gewaarborgd) en het bevorderen van de natuurwaarde (door het ontwikkelen van kruidenrijke graslanden). Het onderhoud vindt plaats middels beweiding of maaien. Onderhoudsplichtige is de eigenaar of, als Waterschap Rivierenland eigenaar is: de huurder/ pachter of gebruiker van de dijkgraslanden. Als Waterschap Rivierenland zelf verantwoordelijk is voor de uitvoering van het onderhoud wordt dit via 3-jarige maaibestekken op de markt gezet. Onderhoud van de binnentaluds wordt in de toekomst afgestemd op de benodigde erosiebestendigheid en de beoogde veiligheid volgens de Voorschrift Toetsen op Veiligheid (VTV). De ophoging van de Veersedijk wordt aangelegd met een talud van 1:2,5. Na ophoging zal het maaien van het talud worden uitgevoerd met een korf. Dit is een beperkte aanpassing ten opzichte van de bestaande situatie waarin over het talud kon worden gereden tijdens het maaien. Beheer van harde bekledingen en kunstwerken (waaronder drainageconstructies) Op bepaalde trajecten worden harde bekledingen toegepast op het buitentalud. Datzelfde geldt voor steile binnentaluds in combinatie met een hoge golfoverslag. Stortsteen komt langs de buitenteen van de dijk waar deze de waterlijn doorsnijdt. Het waterschap onderhoudt deze verhardingen op haar eigendom zelf door het geregeld verwijderen van houtachtige gewassen en het jaarlijks maaien of klepelen van gras (verpulveren en laten liggen) dat opgroeit op deze bekledingen. Hiermee wordt voorkomen dat de groei van bomen of struiken tussen de elementen de bekleding uit elkaar kan drukken. Bekledingen die eigendom van derden zijn of worden, moeten op dezelfde wijze worden onderhouden door de eigenaar.bekledingen die eigendom van derden zijn of worden, moeten op dezelfde wijze worden onderhouden door de eigenaar. De kosten voor het onderhoud van kunstwerken (bijv. damwanden, keermuren, coupures) zullen hoger uitvallen dan bij een dijk die volledig uit grond bestaat. Dit betekent dat het de kostenpost voor het beheer en onderhoud van kunstwerken in de toekomst hoger zal zijn dan thans het geval is. Hiermee wordt door het waterschap rekening gehouden bij het vaststellen van het jaarlijkse onderhoudsbudget. In bepaalde gevallen zal het beheer en onderhoud van deze kunstwerken bij derden berusten. Drainages en filterconstructies die nodig zijn voor de stabiliteit van de waterkering vallen onder het beheer en onderhoud van het waterschap. De kosten van nieuw aangelegde voorzieningen zullen worden meegenomen met het jaarlijks vast te stellen onderhoudsbudget. Op korte termijn zullen de kosten gelijk blijven, naarmate de kunstwerken ouder worden zal er meer onderhoud nodig zijn wat kostenverhogend werkt. / Vrijgegeven / Versie 3.1 / 10 september 2014 Deel I - 55/83

56 Calamiteiten In tijden van extreme droogte of hoogwater treedt de calamiteitenorganisatie van het waterschap in werking. Deze is beschreven in het calamiteitenplan van Waterschap Rivierenland en in de calamiteitenbestrijdingsplannen met een specifieke scope. Het waterschap dient op grond van haar beheertaak geregeld de waterkering te inspecteren, zowel in de dagelijkse situatie als bij hoogwater. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van de weg op de dijk en van de binnendijkse beheerstrook. Het waterschap is zo nodig altijd gerechtigd de inspectie of schouw uit te voeren op eigendommen van derden. De dijk Schoonhovenseveer - Langerak is een primaire waterkering. Daarom dient elke twaalf jaar 3 de kering te worden getoetst conform de Voorschrift Toetsen op Veiligheid. Voor de monitoring van de grondwaterstand wordt een meetnet aangelegd die wordt aangesloten op het bestaande meetnet van het waterschap. Beheer door derden Op en langs de waterkeringen liggen elementen die door derden worden beheerd. Het beheer en onderhoud van Rijks- en provinciale waterstaatswerken, van wegen, natuur en andere objecten maakt geen onderdeel uit van dit dijkverbeteringsplan. Het kan zijn dat eigendomsgrenzen van de beheerders niet samenvallen met het te beheren element of dat de beheergrenzen overlappend zijn. Hierover worden te zijner tijd nadere afspraken gemaakt waarbij het uitgangspunt is dat: van elk element of onderdeel daarvan duidelijk is wie eigenaar is, wie het beheer heeft, wie onderhoud uitvoert en welke afspraken hiervoor gelden; dubbel onderhoudswerk wordt voorkomen en blinde vlekken worden uitgesloten; het aanspreekpunt voor het beheer en onderhoud van bepaalde elementen voor de burger zo duidelijk mogelijk is vormgegeven; wederzijds gegevens (inclusief data) worden aangeleverd en gedeeld om elkaars belangen inzichtelijk te hebben; het is de intentie om elkaars legger, bij gelegenheid en waar mogelijk, op elkaar aan te sluiten; verdere afspraken in beheer- en/of onderhoudsovereenkomsten worden uitgewerkt. 3 Sinds de wijziging van de Waterwet per 1 januari 2014 eens per twaalf jaar toetsing (in plaats van eens per zes jaar) / Vrijgegeven / Versie 3.1 / 10 september 2014 Deel I - 56/83

57 9 Samenwerking 9.1 Algemeen De uitwerking van het plan heeft plaatsgevonden in nauwe afstemming met: Gemeente Molenwaard Provincie Zuid-Holland o Omgevingsdienst Haaglanden o Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid Rijkswaterstaat o Dienst Oost Nederland o Dienst West Nederland Zuid Adviseurs o Oasen o Deltares Belanghebbenden o Oasen o Burgers (klankbordgroep) 9.2 Bestuurlijk en maatschappelijk draagvlak Ten behoeve van de uitvoering van het project is een aantal publiekrechtelijke besluiten nodig, die worden genomen door verschillende bevoegde gezagen. Gedurende het voortraject en na de aanbesteding is intensief overleg geweest met deze bevoegde gezagen, teneinde te komen tot een vergunbaar plan. Het Dagelijks Bestuur van het Waterschap Rivierenland is als opdrachtnemer van het rijk verantwoordelijk voor de uitvoering van de planstudie en realisatie van dit project. Onder haar verantwoordelijkheid zijn de verschillende plandocumenten opgesteld. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Molenwaard is gedurende deze periode verscheidene malen geïnformeerd over de voortgang van het project door middel van onder andere raadsbrieven. Gedurende de planstudie periode heeft onder leiding van Waterschap Rivierenland een Externe Projectgroep gefunctioneerd. Hierin hadden naast het verantwoordelijke waterschap ook de programmadirectie Ruimte voor de Rivier, Rijkswaterstaat Oost-Nederland, Provincie Zuid-Holland en een aantal maatschappelijke organisaties zitting. De Externe projectgroep is in het voorjaar van 2014 overgegaan in de coördinatiegroep bevoegd gezag. Nadat het project van planstudie naar realisatiefase is overgegaan bij gunning van het D&Ccontract aan de aannemer de Vries & van de Wiel, is de coördinatiegroep bevoegd gezag opgericht. Inmiddels hebben twee overleggen plaatsgevonden. Afgesproken is dat deze groep drie keer bij elkaar zal komen voordat de vergunningaanvragen worden ingediend. / Vrijgegeven / Versie 3.1 / 10 september 2014 Deel I - 57/83

58 9.3 Communicatie Gedurende de totstandkoming van het projectontwerp is op verschillende momenten met omgevingspartijen gesproken. Nieuwsbrieven Tussen oktober 2009 en maart 2014 zijn zeven nieuwsbrieven uitgebracht. In deze nieuwsbrieven is de voortgang van het project beschreven. Daarnaast zijn veel gestelde vragen beantwoord, contactgegevens verstrekt en informatiebijeenkomsten aangekondigd. Bijeenkomsten In 2009 heeft het Waterschap Rivierenland een aantal algemene informatieavonden georganiseerd. Deze informatieavonden hadden als doel om kennis met elkaar te maken en om suggesties vanuit de omgeving te ontvangen over de aanpak van de dijkverbetering. Op deze wijze is een beeld verkregen van wat de omgeving belangrijk vindt en wat de verbeterpunten zijn ten opzichte van eerdere dijkverbeteringen. In 2010 zijn twee Inloopbijeenkomsten over de startnotitie gehouden. Tijdens deze bijeenkomsten zijn de alternatieven van de dijkverbetering en de effecten waar rekening mee wordt gehouden toegelicht. Tevens dienden deze bijeenkomsten als start van de inzageperiode. Begin 2013 heeft het project een doorstart gekend. Dit had te maken met een ingewikkelde problematiek, waarin verschillende zaken meespeelden zoals rivierbodemerosie maar ook zand- en grondwaterwinning. Op 29 oktober 2013 is een informatieavond gehouden. Tijdens deze bijeenkomst is de start van verkorte planstudie toegelicht (SNIP2a-light). De uitvoering van het project werd tevens toegelicht: een Design&Construct-contract, waarbij de aannemer zowel het ontwerp als de uitvoering voor zijn rekening neemt. Nadat bekend is geworden aan welke aannemer het project is gegund heeft op 4 juni 2014 een informatiebijeenkomst plaatsgevonden met belanghebbenden. Tijdens deze bijeenkomst zijn de ontwerpkeuzes en de bijbehorende effecten op de omgeving toegelicht. Klankbordgroep De Klankbordgroep komt ongeveer iedere twee maanden bijeen en bestaat al een aantal jaren. Aan de klankbordgroep nemen vertegenwoordigers van de bewoners, de ondernemers en van verschillende stichtingen deel. / Vrijgegeven / Versie 3.1 / 10 september 2014 Deel I - 58/83

59 DEEL II VERANTWOORDING / Vrijgegeven / Versie 3.1 / 10 september 2014 Deel II - 59/83

60 / Vrijgegeven / Versie 3.1 / 10 september 2014 Deel II - 60/83

61 1 Verantwoording op basis van wet- en regelgeving De doelstelling voor dit project is om de wettelijk voorgeschreven veiligheid te bewerkstelligen om zo het falen van het dijktracé Schoonhovenseveer-Langerak te voorkomen. De te versterken dijk maakt onderdeel uit van de primaire waterkering. Voor de aanleg of wijziging van een primaire waterkering is ingevolge artikel 5.5 van de Waterwet een projectplan nodig. Het projectplan omvat minimaal de volgende wettelijk vereiste onderdelen: een beschrijving van het betrokken werk en de wijze waarop dat zal worden uitgevoerd; een beschrijving van de voorzieningen gericht op het ongedaan maken of beperken van de nadelige gevolgen voor de omgeving van de uitvoering van het werk. De beschrijving van het werk omvat de tekeningen van het voorkeursalternatief en de rekenkundige onderbouwing hiervan. De dimensies van de verbetering zijn hiermee inzichtelijk, maar laten voldoende ruimte voor optimalisatie door de uitvoerende partij. Uit de rekenkundige onderbouwing moet volgen dat de dijkverbetering voldoet aan de vigerende normen en leidraden, veilig is en voldoende robuust. Waterschap Rivierenland werkt aan een veilige, toekomstbestendige en een in zijn omgeving passende waterkering. Om de veiligheid te borgen zijn de verbeteringen ontworpen conform vigerende normen en leidraden. Voor een verbetering in grond is een toekomstbestendige planperiode van 50 jaar aangehouden. Voor bijzondere constructies (constructiedelen waar aanpassing moeilijk en kostbaar is) is conform vigerende normen en leidraden een planperiode van 100 jaar aangehouden. Indien er nieuwe bebouwing binnen de invloedzones van de dijk aangelegd wordt, wordt de fundering hiervan zo ontworpen dat ze een toekomstige versterking aankan. De funderingsbalken worden zo stijf ontworpen, dat de bebouwing indien nodig bij versterking omhoog geplaatst kan worden (ook wel opvijzelen genoemd). Daarnaast is het profiel van vrije ruimte bepaald voor toekomstige versterkingen. Niet-waterkerende elementen in de dijk, zoals kabels en leidingen, worden waar nodig verlegd. Om de noodzakelijke dijkverbetering op een goede manier te kunnen realiseren, krijgen aanwezige functies en waarden op en rondom de dijk, die samen de ruimtelijke kwaliteit vormen, een volwaardige plek in de planvorming en besluitvorming. Het uiteindelijke ontwerp voor de dijkverbetering is het resultaat van integratie van de ruimtelijke kwaliteit in de veiligheidsdoelstelling. In de volgende lijst staat een selectie van de normen en leidraden die van toepassing zijn op het ontwerp. Het ontwerp van de waterkering dient te zijn gebaseerd op de vigerende ENW (TAW) leidraden, technische rapporten en ontwerprichtlijnen. Leidraden: Voorschrift Toetsen op Veiligheid [2006] Leidraad Rivieren [2007]. Leidraad voor het Ontwerpen van Rivierdijken deel 2 benedenrivierengebied [1989]. Leidraad Kunstwerken [2003]. Handreiking Constructief Ontwerpen [1994]. Rivierkundig beoordelingskader voor ingrepen in de Grote Rivieren RWS-Waterdienst Werkwijzer voor beoordelen rivieringrepen RWS-DON Leidraad procedure dijkversterkingen Zuid-Holland versie 4.0 apr Provincie Zuid- Holland / Vrijgegeven / Versie 3.1 / 10 september 2014 Deel II - 61/83

62 Technische rapporten: Technisch Rapport Ontwerpbelastingen voor het Rivierengebied. Technisch Rapport Waterkerende Grondconstructies [2001] inclusief addendum [2007]. Technisch Rapport Zandmeevoerende Wellen [1999]. Technisch Rapport Waterspanningen bij Dijken [2004]. Technisch Rapport Kistdammen en Diepwanden in Waterkeringen [2004]. Technisch Rapport Actuele Sterkte [2009]. Technisch Rapport Klei voor dijken [1996]. Technisch Rapport Steenzettingen [2003]. Technisch Rapport Asfalt voor Waterkeren [2002]. Rock Manual [2007]. Ontwerprichtlijnen: Ontwerp stabiliteitsschermen (type II) in primaire waterkeringen, bijlage G inclusief en Errata Ontwerp stabiliteitsschermen (type II) in primaire waterkeringen, bijlage H. Ontwerp- en uitvoeringsaspecten 'niet bewezen' constructieve dijkversterkingstechnieken, bijlage I Ontwerp zelfstandig waterkerende constructies (type I) dijkversterking, bijlage J. Ruimtelijke kwaliteit: Technisch Rapport Ruimtelijke Kwaliteit; de ruimtelijke kwaliteit van rivier veiligheid behorende bij de Leidraad Rivieren [ENW, Mei 2007] Dijkversterking als ontwerpopgave; handreiking ruimtelijk ontwerpen (H+N+S, Landschapsarchitecten) [TAW, 1994] / Vrijgegeven / Versie 3.1 / 10 september 2014 Deel II - 62/83

63 2 Verantwoording op basis van beleid 2.1 Algemeen De waterkering van dijkring 16 valt onder het beheer van Waterschap Rivierenland en maakt onderdeel uit van de primaire waterkering. Tevens is Waterschap Rivierenland beheerder van het watersysteem van de polder binnendijks. De Lek en uiterwaarden worden beheerd door Rijkswaterstaat. De grens tussen beide beheergebieden is de insteek van de kruin aan de buitenzijde van de primaire waterkering. Het buitentalud wordt dus beheerd door Rijkswaterstaat. De grond van de kering is overigens in eigendom van het waterschap. Het watersysteem binnendijks is in beheer van Waterschap Rivierenland. Het diepere grondwater is in beheer bij de Provincie Zuid-Holland. Figuur 2-1 Gebied waterstaatkundig beheer van Rijkswaterstaat, waterstaatsregeling 2.2 Regelgeving en beleid van het Rijk Ruimte voor de Rivier In 2006 heeft het kabinet de Planologische Kernbeslissing Ruimte voor de Rivier vastgesteld, ook wel kortweg PKB Ruimte voor de Rivier genoemd. Deze PKB Ruimte voor de Rivier heeft drie doelen: in 2015 kan een afvoer van kubieke meter water per seconde veilig door de Rijntakken stromen; door de maatregelen die hiervoor nodig zijn, verbetert ook de ruimtelijke kwaliteit van het rivierengebied; de extra ruimte die de rivier in de loop van de eeuw nodig kan hebben als klimaatveranderingen verder doorzetten blijft daarvoor beschikbaar. In de PKB Ruimte voor de Rivier staat welke maatregelen het kabinet voor deze doelen wil inzetten. Het zogenaamde basispakket bestaat zoveel mogelijk uit maatregelen die de rivier meer ruimte geven en hoge waterstanden verlagen. Voorbeelden daarvan zijn uiterwaardverlaging, dijkteruglegging, kribverlaging en zomerbedverdieping. Dijkverbetering is alleen opgenomen als andere maatregelen niet geschikt of te duur zijn. / Vrijgegeven / Versie 3.1 / 10 september 2014 Deel II - 63/83

64 De dijkverbetering van Schoonhovenseveer Langerak valt binnen het programma Ruimte voor de Rivier. Flora en faunawet Soortbescherming in Nederland is bij wet geregeld in de Flora- en faunawet. Deze wet is op 1 april 2002 in werking getreden en voorziet in de bescherming van een groot aantal in Nederland voorkomende planten en dieren. Op grond van de Flora- en faunawet is het verboden om beschermde diersoorten opzettelijk te verontrusten, voortplantingsplaatsen of andere vaste rust- en verblijfplaatsen van beschermde diersoorten te beschadigen of soorten te doden of verwonden (art. 9 t/m 12). Eveneens is het verboden om beschermde plantensoorten te beschadigen of te verwijderen (artikel 8). Er kan onder voorwaarden van het verbod op schadelijke handelingen worden afgeweken met een ontheffing of vrijstelling. Natuurbeschermingswet Op 1 oktober 2005 is de gewijzigde Natuurbeschermingswet in werking getreden. Hiermee zijn de verplichtingen uit de Europese Vogel- en Habitarichtlijn, voor zover die zien op gebiedsbescherming, geïmplementeerd in het Nederlands recht. Voor activiteiten of projecten die schadelijk zijn voor de beschermde natuur geldt een vergunningplicht. Naast de bescherming van Natura 2000 gebieden is het verboden activiteiten uit te voeren die schadelijk kunnen zijn voor de wezenlijke kenmerken en waarden waarvoor het Beschermd Natuurmonument is aangewezen. 2.3 Beleid Provincie Zuid-Holland Provinciale Milieuverordening In de Provinciale Milieuverordening van de Provincie Zuid-Holland zijn contouren opgenomen en zijn regels gesteld ten aanzien van de activiteiten in waterwinlocaties ten behoeve van drinkwater. De drie contouren die worden onderscheiden zijn: Waterwingebied = de feitelijke drinkwaterwinning Grondwaterbeschermingsgebied = de zone rondom het waterwingebied waaruit het grondwater toestroomt naar de winning Boringsvrije zone = een aanvullende beschermende zone rondom de winning. Het grondwaterbeschermingsgebied en de boringsvrije zone bij Langerak tussen de kernen Langerak en Ameide overlappen deels de te versterken dijktrajecten van het project SLA, zie Figuur 2-2. / Vrijgegeven / Versie 3.1 / 10 september 2014 Deel II - 64/83

65 In rood de lijn van het traject Waal Oost, dijkversterking Schoonhovenseveer Langerak Figuur 2-2 Milieubeschermingsgebied bij Langerak, uit de Provinciale Milieuverordening van Zuid-Holland. De Provinciale Milieuverordening beschermt de drinkwaterwinning door te voorkomen dat stoffen in het grondwaterpakket kunnen komen. Binnen de contouren van de boringsvrije zone en het grondwaterbeschermingsgebied geldt een verbod op het verrichten van mechanische activiteiten dieper dan 2,5 m-mv. Voorts gelden verboden en voorschriften voor het grondwaterbeschermingsgebied zoals onder andere het verbod op de opslag van olie en gevaarlijke stoffen, het uitvoeren van bouwactiviteiten en het toepassen van bouwstoffen. Zie voor een gedetailleerde beschrijving bijlage 9 en 10 uit de Provinciale Milieuverordening. De Omgevingsdienst Haaglanden heeft namens de Provincie Zuid-Holland beleid gemaakt voor het afwegen van wel of niet ontheffing verlenen voor activiteiten in het Milieubeschermingsgebied. Belangrijke basis voor dit beleid is de verdringingreeks, zie Figuur 2-3. Figuur 2-3 Verdringsreeks (bron: Factsheet verdringingsreeks) De verdringingsreeks bepaalt welk belang boven het ander gaat in geval van schaarste. Hierin wordt gesteld dat de stabiliteit van waterkeringen boven het belang gaat van de / Vrijgegeven / Versie 3.1 / 10 september 2014 Deel II - 65/83

Projectplan Waterwet

Projectplan Waterwet Projectplan Waterwet Dijkverbetering Schoonhovenseveer Langerak (SLA) Colofon Gegevens: Betreft: Document nummer: Projectplan Waterwet B85-MHE-KA-1400349 Versie: 4.0 Datum: 23 januari 2015 Project: Realiseren

Nadere informatie

Achtergrondrapport Grondzaken en overeenkomsten

Achtergrondrapport Grondzaken en overeenkomsten Achtergrondrapport Grondzaken en overeenkomsten Dijkverbetering Schoonhovenseveer - Langerak 29 augustus 2014- Versie 3.0 Autorisatieblad Achtergrondrapport Grondzaken en overeenkomsten Dijkverbetering

Nadere informatie

Ecologische verbindingszone Omval - Kolhorn

Ecologische verbindingszone Omval - Kolhorn Ecologische verbindingszone Omval - Kolhorn Watertoets Definitief Provincie Noord Holland Grontmij Nederland B.V. Alkmaar, 11 december 2009 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 4 2 Inrichting watersysteem...

Nadere informatie

Bijlage A Waterontspanners in het drinkwaterwingebied van Oasen

Bijlage A Waterontspanners in het drinkwaterwingebied van Oasen Bijlage A Waterontspanners in het drinkwaterwingebied van Oasen Ten behoeve van het verbeteren van de sterkte van de dijk op het traject Schoonhovenseveer Langerak (SLA) is gekozen de dijkverbetering uit

Nadere informatie

Versie Omschrijving Auteur(s) Datum 1 D J Timmer 19-03-2013 2 Aanvullende tekst par 3.3.3

Versie Omschrijving Auteur(s) Datum 1 D J Timmer 19-03-2013 2 Aanvullende tekst par 3.3.3 COLOFON Opdrachtgever Project : Waterschap Rivierenland : Rivierverruiming Munnikenland Contractnummer : 110264 Status : Definitief Datum : 05-07-2013 Opsteller : D J Timmer Versie Omschrijving Auteur(s)

Nadere informatie

Achtergrondrapport Archeologie

Achtergrondrapport Archeologie Achtergrondrapport Archeologie Dijkverbetering Schoonhovenseveer - Langerak 29 augustus 2014- Versie 3.0 Autorisatieblad Achtergrondrapport Archeologie Dijkverbetering Schoonhovenseveer - Langerak Opgesteld

Nadere informatie

(ONTWERP) PROJECTPLAN WATERWET

(ONTWERP) PROJECTPLAN WATERWET DAT UM 10 juni 2016 (ONTWERP) PROJECTPLAN WATERWET DEEL I AANLEG ZONNEWEIDE GEMAAL LOVINK 1. Aanleiding en doel Op grond van de Waterwet is het nodig, wanneer er sprake is van een aanpassing aan een waterstaatskundig

Nadere informatie

Uitgelicht: Uitleg over de versterking van de dijk langs het Zwarte Meer

Uitgelicht: Uitleg over de versterking van de dijk langs het Zwarte Meer Uitgelicht: Uitleg over de versterking van de dijk langs het Zwarte Meer Onlangs hebt u een nieuwsbrief ontvangen met informatie over de projecten op de Kampereilanden om de waterveiligheid te verbeteren.

Nadere informatie

Toelichting. 1 Toelichting op aanvraag omgevingsvergunning. 1.1 Inleiding. Onderdeel Maaseikerweg

Toelichting. 1 Toelichting op aanvraag omgevingsvergunning. 1.1 Inleiding. Onderdeel Maaseikerweg Toelichting Betreft Toelichting op vergunningaanvraag Sluitstukkaden Maasdal Cluster B: Grevenbicht Roosteren Onderdeel Maaseikerweg Ons kenmerk WRO115-OV2.0 Datum 16 december 2015 Behandeld door Kragten

Nadere informatie

Titel: Aanvraag omgevingsvergunnin g tijdelijk afwijken laad- en loslocatie t Zwaantje Nummer: P VER- OMG Versie: 1.

Titel: Aanvraag omgevingsvergunnin g tijdelijk afwijken laad- en loslocatie t Zwaantje Nummer: P VER- OMG Versie: 1. Inhoudsopgave 1 Algemeen... 2 1.1 Gegevens aanvrager... 2 1.2 Gewenste toestemming... 2 1.3 Aard van de werkzaamheden... 2 1.4 Ligging van de loslocaties met zandaanvulling... 2 1.5 Relatie met andere

Nadere informatie

Waterhuishouding bouwkavel Merwededijk, sectie F 4137, Gorinchem

Waterhuishouding bouwkavel Merwededijk, sectie F 4137, Gorinchem Waterhuishouding bouwkavel Merwededijk, sectie F 4137, Gorinchem Status: definitief Datum: 23 februari 2012 INHOUDSOPGAVE 1. Waterhuishouding... 3 1.1 Beleid Waterschap Rivierenland... 3 1.2 Veiligheid...

Nadere informatie

Ter plaatse van de instabiliteiten treedt op sommige plaatsen water uit het talud

Ter plaatse van de instabiliteiten treedt op sommige plaatsen water uit het talud ., Project Havens Terneuzen Overleg stabiliteitsprobleem Datum:. Tijd: Deelnemers: Archiefnummer: Opsteller verslag 22-03-2006 10.00 Ruud Bosters (DWW), Wilbur van Beijnen (PBZ), Harrie van Gils (PBZ),

Nadere informatie

Peilbesluit Waddenzeedijk Texel Auteur Registratienummer Datum

Peilbesluit Waddenzeedijk Texel Auteur Registratienummer Datum Peilbesluit Waddenzeedijk Texel Toelichting bij het Auteur Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Registratienummer 15.18021 Datum April 2015 1. AANLEIDING PEILBESLUIT Het dient herzien te worden vanwege

Nadere informatie

: Zomerbedverlaging Beneden IJssel : Onderzoek invloed inrichting uiterwaard op veiligheid primaire waterkering

: Zomerbedverlaging Beneden IJssel : Onderzoek invloed inrichting uiterwaard op veiligheid primaire waterkering Royal HaskoningDHV Nederland B.V. Logo MEMO Aan Van Kopie Dossier Project Betreft : Lars Hoogduin : Ilse Hergarden : Esther van den Akker : BA8401-103-105 : Zomerbedverlaging Beneden IJssel : Onderzoek

Nadere informatie

Toelichting op leggers en beheerregisters primaire waterkering

Toelichting op leggers en beheerregisters primaire waterkering Toelichting op leggers en beheerregisters primaire waterkering Wat zijn primaire waterkeringen? Primaire waterkeringen zijn dijken en kades die het Rivierengebied beschermen tegen het rivierwater van de

Nadere informatie

: KRW Bentinckswelle : Aanvulling op aanvraag watervergunning LW-AF20122221

: KRW Bentinckswelle : Aanvulling op aanvraag watervergunning LW-AF20122221 HaskoningDHV Nederland B.V. Logo MEMO Aan : Waterschap Vallei en Veluwe Van : Esther van den Akker Kopie : Dossier : BA7927-101-100 Project : KRW Bentinckswelle Betreft : Aanvulling op aanvraag watervergunning

Nadere informatie

5.19 Bouwwerken in de kern- en beschermingszone van een waterkering

5.19 Bouwwerken in de kern- en beschermingszone van een waterkering 5.19 Bouwwerken in de kern- en beschermingszone van een waterkering Kader Keur Deze beleidsregel gaat over keurartikel 3.1 eerste lid onder b: Zonder vergunning van het bestuur is het verboden gebruik

Nadere informatie

In de directe omgeving van de Ir. Molsweg is geen oppervlaktewater aanwezig.

In de directe omgeving van de Ir. Molsweg is geen oppervlaktewater aanwezig. Waterparagraaf Algemeen Huidige situatie De Ir. Molsweg tussen de Pleijweg en de Nieland bestaat uit een enkele rijbaan met twee rijstroken. Via een rotonde sluit de Ir. Molsweg aan op de Nieland. De rijbaan

Nadere informatie

Projectplan verdrogingsbestrijding Empese en Tondense Heide D e f i n i t i e f

Projectplan verdrogingsbestrijding Empese en Tondense Heide D e f i n i t i e f Projectplan verdrogingsbestrijding Empese en Tondense Heide D e f i n i t i e f 26 juni 2013 1 1 Projectbeschrijving 1.1 Wat wordt aangelegd of gewijzigd? Zowel binnen als buiten het natuurgebied Empese

Nadere informatie

Dijkversterking Omringkade Marken

Dijkversterking Omringkade Marken Dijkversterking Omringkade Marken Het ontwerp Projectgroep/klankbordgroep 19 juni 2012 Welkom! Doel van deze bijeenkomst: Toelichting geven op ontwerp dijkversterking Gedachten wisselen over dilemma s

Nadere informatie

Projectplan (ontwerpbesluit) Aanpassen Heelsumse beek

Projectplan (ontwerpbesluit) Aanpassen Heelsumse beek Projectplan (ontwerpbesluit) Aanpassen Heelsumse beek 1 Projectbeschrijving 1.1 Wat wordt aangelegd of gewijzigd? Dit Projectplan gaat over het aanpassen van de Heelsumse beek vanaf de N225 tot aan de

Nadere informatie

Innovatieve dijkversterking Waterontspanner 10 september 2015 Kivi Lezingenavond Den Haag

Innovatieve dijkversterking Waterontspanner 10 september 2015 Kivi Lezingenavond Den Haag Innovatieve dijkversterking Waterontspanner 10 september 2015 Kivi Lezingenavond Den Haag 21 augustus 2015 Onno Langhorst Movares B.V. Onderwerpen 1. 2. 3. 4. Aanleiding Variantenstudie Lekdijk Haalbaarheidstudie

Nadere informatie

De projectlocatie ligt globaal op de coördinaten: X = 140.650 en Y = 447.600.

De projectlocatie ligt globaal op de coördinaten: X = 140.650 en Y = 447.600. Bijlage I Technische beoordeling van de vergunningsaanvraag van Ontwikkelingsverband Houten C.V. voor het onttrekken van grondwater ten behoeve van de bouw van een parkeerkelder onder het nieuw realiseren

Nadere informatie

Achtergrondrapport Water

Achtergrondrapport Water Achtergrondrapport Water Dijkverbetering Schoonhovenseveer - Langerak 29 augustus 2014- Versie 3.0 Autorisatieblad Achtergrondrapport Water Dijkverbetering Schoonhovenseveer - Langerak Naam Paraaf Datum

Nadere informatie

Memo. Figuur 1: dijk ter hoogte van de Molenstraat conform variantenstudie

Memo. Figuur 1: dijk ter hoogte van de Molenstraat conform variantenstudie Aan Waterschap Limburg Van Mattijs Hehenkamp Telefoon 06 23 02 54 47 RM193121 Aanpassing dijkontwerp ter hoogte van de Molenstraat te Neer Datum 9 juni 2017 Projectnummer Onderwerp Inleiding In het ontwerpprojectplan

Nadere informatie

Revisiebeheer. Documentnr.: P VER-OMG Datum : Rev. Omschrijving Datum 1.0 Eerste uitgave Bladzijde: 2 van 10

Revisiebeheer. Documentnr.: P VER-OMG Datum : Rev. Omschrijving Datum 1.0 Eerste uitgave Bladzijde: 2 van 10 Datum : 29-7-2014 Revisiebeheer Rev. Omschrijving Datum 1.0 Eerste uitgave 29-7-2014 Bladzijde: 2 van 10 Datum : 29-7-2014 Inhoud 1 ALGEMEEN... 4 1.1 Gegevens aanvrager... 4 1.2 Gewenste toestemming...

Nadere informatie

WATe.'^SCHAP r'ivicrfiviland - 3OKT. 201^ Ontvangen. Par. 1 \2 TEAM REFERENTIE DOORKIESNUMMER ADRES ONDERWERP

WATe.'^SCHAP r'ivicrfiviland - 3OKT. 201^ Ontvangen. Par. 1 \2 TEAM REFERENTIE DOORKIESNUMMER  ADRES ONDERWERP PROVINCIE :: UTRECHT Aan het college van dijkgraaf en heemraden van Waterschap Rivierenland, Postbus 599, 4000 AN Tiel WATe.'^SCHAP r'ivicrfiviland Ontvangen - 3OKT. 201^ Par. DATUM NUMMER UW BRIEF VAN

Nadere informatie

BIJLAGE PROJECTPLAN DAMWAND PLUUTHAVEN

BIJLAGE PROJECTPLAN DAMWAND PLUUTHAVEN DATUM 30 april 2017 BIJLAGE PROJECTPLAN DAMWAND PLUUTHAVEN DEEL I VERVANGEN DAMWANDEN REGIONALE WATERKERING PLUUTHAVEN ZEEWOLDE 1. Aanleiding en doel Het waterschap is naar aanleiding van het AV besluit

Nadere informatie

Projectnummer: D03011.000284. Opgesteld door: Ons kenmerk: Kopieën aan: Kernteam

Projectnummer: D03011.000284. Opgesteld door: Ons kenmerk: Kopieën aan: Kernteam MEMO Onderwerp Geohydrologisch vooronderzoek Amsterdam, WTC 5C, 2 oktober 2013 Van mw. M. Duineveld MSc. Afdeling IBZ Aan ZuidasDok Projectnummer D03011.000284. Opgesteld door mw. M. Duineveld MSc. Ons

Nadere informatie

14. Geohydrologie Zuidbuurt eemnes Tauw Kenmerk N001-4524746BTM-V01 06-12-2007

14. Geohydrologie Zuidbuurt eemnes Tauw Kenmerk N001-4524746BTM-V01 06-12-2007 14. Geohydrologie Zuidbuurt eemnes Tauw 06-12-2007 Notitie Concept Contactpersoon Maaike Bevaart Datum 6 december 2007 Geohydrologie Zuidbuurt Eemnes 1 Inleiding Ter voorbereiding op de ontwikkeling van

Nadere informatie

26 Aanbrengen van grond bij een waterkering

26 Aanbrengen van grond bij een waterkering 26 Aanbrengen van grond bij een waterkering 26.1 Inleiding In dit hoofdstuk staat het aanbrengen van grond bij waterkeringen centraal. Onder deze handeling wordt verstaan: - opvullen van gaten en kuilen;

Nadere informatie

Projectplan Regionale keringen Overijsselse Vecht

Projectplan Regionale keringen Overijsselse Vecht Projectplan Regionale keringen Overijsselse Vecht Projectplan Regionale keringen Overijsselse Vecht 2 15 Projectplan Regionale keringen Overijsselse Vecht 3 15 Inhoudsopgave Leeswijzer... 5 Hoofdstuk 1

Nadere informatie

Doorsnede parkeergarage en beschermingszone primaire kering (bron: bestemmingsplan)

Doorsnede parkeergarage en beschermingszone primaire kering (bron: bestemmingsplan) HaskoningDHV Nederland B.V. NoLogo MEMO Aan Van Interne toetsing Dossier Project Betreft : Arjan de Wit : Andries van Houwelingen : Jos Tromp : BD8043 : PG Kampen : Invloed parkeergarage op primaire kering

Nadere informatie

Bijlage A. Begrippenlijst

Bijlage A. Begrippenlijst Bijlage A. Begrippenlijst Begrippenlijst dijkverbeteringsplan Aanleghoogte Kruinhoogte van de dijk onmiddellijk na het gereedkomen ervan. Beheer Berm Beroep Beschoeiing Binnendijks Binnentalud Boezem Boezempeil

Nadere informatie

Beschrijving deelgebied Buitengebied Breda Haagse Beemdenbos

Beschrijving deelgebied Buitengebied Breda Haagse Beemdenbos Beschrijving deelgebied Buitengebied Breda Haagse Beemdenbos Zevenbergen Terheijden Overzichtskaart met uitsnede van het deelgebied (dijkvak B100b) en vogelvlucht foto (Google Earth) Sectie Dijkvakken

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing. ten behoeve van aanvraag omgevingsvergunning herinrichten tankstation de Zuidpunt

Ruimtelijke onderbouwing. ten behoeve van aanvraag omgevingsvergunning herinrichten tankstation de Zuidpunt Ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van aanvraag omgevingsvergunning herinrichten tankstation de Zuidpunt Dordrecht, 10 september 2012 1. INLEIDING 1.1 Aanleiding Op het perceel aan de Rijksstraatweg

Nadere informatie

PLANBESCHRIJVING BORRENDAMME, POLDER SCHOUWEN, CAUWERSINLAAG, HAVENKANAAL WEST PZDT-R ONTW. VERBETERING STEENBEKLEDING

PLANBESCHRIJVING BORRENDAMME, POLDER SCHOUWEN, CAUWERSINLAAG, HAVENKANAAL WEST PZDT-R ONTW. VERBETERING STEENBEKLEDING PLANBESCHRIJVING BORRENDAMME, POLDER SCHOUWEN, CAUWERSINLAAG, HAVENKANAAL WEST PZDT-R-11208 ONTW. VERBETERING STEENBEKLEDING PROJECTBUREAU ZEEWERINGEN 26 juli 2011 075616050:A.1 - Definitief C03011.000173.0100

Nadere informatie

Reactienota Ontwerp projectplan Waterwet versterking Regionale kering buitenpolders Kampereiland. 28 augustus

Reactienota Ontwerp projectplan Waterwet versterking Regionale kering buitenpolders Kampereiland. 28 augustus Bijlage 2 bij agendapunt 4B: Projectplan Waterwet versterking regionale waterkering langs buitenpolders Kampereiland. Algemeen bestuursvergadering Waterschap Drents Overijsselse Delta d.d. 18 september

Nadere informatie

Concept. Ontwerp-projectplan Verlegging Waterkering langs de Vecht bij Oud Zuilen 1 AANLEIDING EN DOEL

Concept. Ontwerp-projectplan Verlegging Waterkering langs de Vecht bij Oud Zuilen 1 AANLEIDING EN DOEL Concept Ontwerp-projectplan Verlegging Waterkering langs de Vecht bij Oud Zuilen Contactpersoon M.C.E. Faasse Doorkiesnummer 1 AANLEIDING EN DOEL De direct secundaire waterkering langs de Vecht rond Slot

Nadere informatie

Handhaven oostelijke loswal Schelphoek (dijkpaal 75)

Handhaven oostelijke loswal Schelphoek (dijkpaal 75) {, I 1.. Memo Werkgroep Kennis Ministerie van Verkeer en Waterstaat Rijkswaterstaat Aan Simon Vereeke Pol van de Rest Bas van Liere Van Projectbureau Datum Februari 2008 Zeeweringen Doorkiesnummer Bijlagen

Nadere informatie

Notitie. Aanmeldnotitie vormvrije m.e.r. beoordeling

Notitie. Aanmeldnotitie vormvrije m.e.r. beoordeling Aan Waternet, T.a.v. de afdeling vergunningverlening & handhaving, Korte Ouderkerkerdijk 7, 1096 AC Amsterdam Aanmeldnotitie vormvrije m.e.r. beoordeling In het kader van project De Nieuwe N200 zal de

Nadere informatie

ONTWERP-PROJECTPLAN WATERWET ex art. 5.4 Waterwet

ONTWERP-PROJECTPLAN WATERWET ex art. 5.4 Waterwet ONTWERP-PROJECTPLAN WATERWET ex art. 5.4 Waterwet Datum: 10 februari 2016 Kenmerk: 201600150 Onderwerp: ontwerp-projectplan voor de realisatie van maatregelen ten behoeve van het nieuwe peilgebied Nieuw-Lekkerland

Nadere informatie

Bijlage 10 Watertoets A2 s-hertogenbosch Eindhoven, februari 2011

Bijlage 10 Watertoets A2 s-hertogenbosch Eindhoven, februari 2011 Logo Bijlage 10 Watertoets A2 s-hertogenbosch Eindhoven, februari 2011 Ten behoeve van de watertoets voor de verbreding van de A2 s-hertogenbosch - Eindhoven is gezocht naar mogelijkheden om water te infiltreren,

Nadere informatie

Op basis van de door u verstrekte informatie zijn de volgende wateraspecten van belang in het plangebied.

Op basis van de door u verstrekte informatie zijn de volgende wateraspecten van belang in het plangebied. datum 6-3-2015 dossiercode 20150306-9-10557 Uitgangspuntennotitie WSRL U heeft een digitale watertoets uitgevoerd via de website www.dewatertoets.nl. Op basis van deze toets volgt u de normale watertoetsprocedure.

Nadere informatie

Memo. Omschrijving werkzaamheden molenerven

Memo. Omschrijving werkzaamheden molenerven Memo Voor: Gemeente Molenwaard Datum: 23 augustus 2016 Referentie: INFR150820 160718 M-45 Onderwerp: Omschrijving werkzaamheden molenerven Molenkade Omschrijving werkzaamheden molenerven Aanleiding De

Nadere informatie

Nieuws brief JUNI 2010 Dijkverbetering

Nieuws brief JUNI 2010 Dijkverbetering Nieuws brief JUNI 2010 Dijkverbetering Schoonhovenseveer - Zijpkade 3 Beste lezer, Waterschap Rivierenland is verantwoordelijk voor veilige dijken, zodat u goed beschermd bent tegen het rivierwater. Het

Nadere informatie

Memo. Figuur 1 Overzicht plangebied en omgeving (bron: googlemaps) blad 1 van 7

Memo. Figuur 1 Overzicht plangebied en omgeving (bron: googlemaps) blad 1 van 7 Memo nummer water 1 datum 15 juli 2013 aan Arno Derks Croonen van Arjan van Beek Oranjewoud kopie Ruud van Hoek Oranjewoud project Haalbaarheidsstudie Prodrive Ekkersrijt gemeente Son projectnummer 252510

Nadere informatie

Onderzoeksrapportage naar het functioneren van de IT-Duiker Waddenweg te Berkel en Rodenrijs

Onderzoeksrapportage naar het functioneren van de IT-Duiker Waddenweg te Berkel en Rodenrijs Notitie Contactpersoon ir. J.M. (Martin) Bloemendal Datum 7 april 2010 Kenmerk N001-4706565BLL-mya-V02-NL Onderzoeksrapportage naar het functioneren van de IT-Duiker Waddenweg te Berkel en Rodenrijs Tauw

Nadere informatie

SAMENVATTING. www.woerden.nl/onderwerpen/wonen-en-leefomgeving/grondwaterstand en funderingen

SAMENVATTING. www.woerden.nl/onderwerpen/wonen-en-leefomgeving/grondwaterstand en funderingen SAMENVATTING Aanleiding In het westelijke deel van het Schilderskwartier zijn de woningen gefundeerd op houten palen met betonopzetters. Uit onderzoeken in de jaren 90 is gebleken dat de grondwaterstand

Nadere informatie

Archeologische Quickscan

Archeologische Quickscan Document: Archeologische Quickscan versie 2 Plangebied: Polderpark, Oudesluis, gemeente Schagen Adviesnummer: 16185 Opsteller: drs. C.M. Soonius (senior archeoloog) & drs. S. Gerritsen (senior archeoloog)

Nadere informatie

Aanvulling ruimtelijke onderbouwing

Aanvulling ruimtelijke onderbouwing Aanvulling ruimtelijke onderbouwing Dijkversterking Spui Oost Gemeente Korendijk Waterschap Hollandse Delta 1 oktober 2013 definitief Aanvulling ruimtelijke onderbouwing Dijkversterking Spui Oost Gemeente

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing. Aanleg carpoolvoorziening Noorderhogeweg Drachten

Ruimtelijke onderbouwing. Aanleg carpoolvoorziening Noorderhogeweg Drachten Ruimtelijke onderbouwing Aanleg carpoolvoorziening Noorderhogeweg Drachten 1. Inleiding 1.1. Aanleiding Op 2 september 2013 is een omgevingsvergunning aangevraagd door de provincie Fryslân voor de aanleg

Nadere informatie

Verdrogingsbestrijding Vossenbroek

Verdrogingsbestrijding Vossenbroek Projectplan Waterwet (definitief besluit) Datum 08-09-2014 Projectnummer P2200C Onderwerp Verdrogingsbestrijding Vossenbroek Het college van dijkgraaf en heemraden van Waterschap Vallei en Veluwe besluit

Nadere informatie

Projectplan Sluiskant Klein Plaspoelpolder Gemeente Leidschendam-Voorburg

Projectplan Sluiskant Klein Plaspoelpolder Gemeente Leidschendam-Voorburg Versie 16 juni 2016 701948 Projectplan Sluiskant Klein Plaspoelpolder Gemeente Leidschendam-Voorburg Opsteller: C.M. Woltering Status: Definitief Projectfase: Projectnummer: Datum: 16-06-2016 Datum: 16-06-2016

Nadere informatie

Inleiding Het beheersgebied van Waterschap Zuiderzeeland valt vrijwel geheel binnen de grens van de provincie Flevoland. In het beheersgebied bevinden

Inleiding Het beheersgebied van Waterschap Zuiderzeeland valt vrijwel geheel binnen de grens van de provincie Flevoland. In het beheersgebied bevinden IJmeerdijk Inleiding Het beheersgebied van Waterschap Zuiderzeeland valt vrijwel geheel binnen de grens van de provincie Flevoland. In het beheersgebied bevinden zich twee dijkringen. Dit zijn dijkring

Nadere informatie

Watervergunning. Datum 27 juli Zaaknummer 14885

Watervergunning. Datum 27 juli Zaaknummer 14885 Watervergunning Voor het graven van een watergang ter compensatie van het versneld afvoeren en lozen van hemelwater vanaf nieuw verhard oppervlak op de locatie Van Musschenbroekbaan 13 in Nieuwegein Datum

Nadere informatie

Achtergrondrapport Conditionering

Achtergrondrapport Conditionering Achtergrondrapport Conditionering Dijkverbetering Schoonhovenseveer - Langerak 29-08-2014- Versie 3.0 Autorisatieblad Achtergrondrapport Conditionering Dijkverbetering Schoonhovenseveer - Langerak Opgesteld

Nadere informatie

Memo. Divisie Ruimte, Mobiliteit en Infra

Memo. Divisie Ruimte, Mobiliteit en Infra Aan Gemeente Horst aan de Maas Van drs. F.M. van Schie Telefoon 0302653276 RM193104 Toelichting bij aanvraag vergunningen dijkversterking Grubbenvorst Datum 13 mei 2016 Projectnummer Onderwerp Inleiding

Nadere informatie

: Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier : Andries van Houwelingen : Ilse Hergarden, Carola Hesp

: Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier : Andries van Houwelingen : Ilse Hergarden, Carola Hesp HaskoningDHV Nederland B.V. Logo MEMO Aan Van Kopie Dossier Project Betreft : Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier : Andries van Houwelingen : Ilse Hergarden, Carola Hesp : BD2867 : Natuurontwikkeling

Nadere informatie

3. Beleidsregel insteekhavens langs waterkeringen langs de Gekanaliseerde Hollandse IJssel

3. Beleidsregel insteekhavens langs waterkeringen langs de Gekanaliseerde Hollandse IJssel 3. Beleidsregel insteekhavens langs waterkeringen langs de Gekanaliseerde Hollandse IJssel Kader Keur Op grond van artikel 3.1, eerste lid, aanhef en sub a en b is het verboden zonder vergunning van het

Nadere informatie

Landgoed Heijbroeck. Waterparagraaf. Datum : 11 juni Bureau van Nierop, Landgoed Heijbroeck, Waterparagraaf 1

Landgoed Heijbroeck. Waterparagraaf. Datum : 11 juni Bureau van Nierop, Landgoed Heijbroeck, Waterparagraaf 1 Landgoed Heijbroeck Waterparagraaf Datum : 11 juni 2013 Auteur Opdrachtgever : W.J. Aarts : Fam. van Loon 1 VOORWOORD In opdracht van Fam. van Loon is er door Bureau van Nierop een waterparagraaf conform

Nadere informatie

Bijlage A. Begrippenlijst

Bijlage A. Begrippenlijst Bijlage A. Begrippenlijst Begrippenlijst dijkverbeteringsplan Aanleghoogte Kruinhoogte van de dijk onmiddellijk na het gereedkomen ervan. Beheer Berm Beroep Beschoeiing Binnendijks Binnentalud Boezem Boezempeil

Nadere informatie

Revisiebeheer. Documentnr.: P VER-OMG Datum : Rev. Omschrijving Datum 1.0 Eerste uitgave Bladzijde: 2 van 10

Revisiebeheer. Documentnr.: P VER-OMG Datum : Rev. Omschrijving Datum 1.0 Eerste uitgave Bladzijde: 2 van 10 Documentnr.: P16131475-VER-OMG-07900 Datum : 23-6-2014 Revisiebeheer Rev. Omschrijving Datum 1.0 Eerste uitgave 23-6-2014 Bladzijde: 2 van 10 Documentnr.: P16131475-VER-OMG-07900 Datum : 23-6-2014 Inhoud

Nadere informatie

Geohydrologische situatie Burg. Slompweg

Geohydrologische situatie Burg. Slompweg Notitie Contactpersoon Johannes Weemstra Datum 21 november 2012 Kenmerk N003-1210450WEJ-rrt-V01-NL Geohydrologische situatie Burg. Slompweg 1 Inleiding In opdracht van de gemeente Steenwijkerland heeft

Nadere informatie

Achtergrondrapport Ecologie en Natuur

Achtergrondrapport Ecologie en Natuur Achtergrondrapport Ecologie en Natuur Dijkverbetering Schoonhovenseveer - Langerak 29-08-2014- Versie 3.0 Autorisatieblad Achtergrondrapport Ecologie en Natuur Dijkverbetering Schoonhovenseveer - Langerak

Nadere informatie

In deze notitie wordt de bepaling van de waterbergingsopgave toegelicht en wordt aangegeven hoe deze ingevuld kan worden.

In deze notitie wordt de bepaling van de waterbergingsopgave toegelicht en wordt aangegeven hoe deze ingevuld kan worden. Notitie Referentienummer Kenmerk 190509/Ack 277242 Betreft Waterbergingsopgave Hogewegzone Concept d.d. 19 mei 2009 1 Inleiding De Hogewegzone in de gemeente Amersfoort wordt de komende jaren vernieuwd.

Nadere informatie

Dijkversterking Merwededijk te Werkendam

Dijkversterking Merwededijk te Werkendam Dijkversterking Merwededijk te Werkendam Veel gestelde vragen en antwoorden Over het ontwerp van variant 4: buitenwaartse versterking in combinatie met gedeeltelijke damwand...3 1. Bij de buitenwaartse

Nadere informatie

5.18 Bouwwerken in en op een waterkering en bijbehorende beschermingszone

5.18 Bouwwerken in en op een waterkering en bijbehorende beschermingszone 5.18 Bouwwerken in en op een waterkering en bijbehorende beschermingszone Wijziging beleidsregel: Zaaknr. Datum vastgesteld: omschrijving wijziging: Kader Keur Deze beleidsregel gaat over keurartikel 3.2

Nadere informatie

Witteveen+Bos, RW /torm/027 definitief d.d. 26 maart 2012, toelichting aanvraag watervergunning

Witteveen+Bos, RW /torm/027 definitief d.d. 26 maart 2012, toelichting aanvraag watervergunning 2 Witteveen+Bos, RW1809-303-20/torm/027 definitief d.d. 26 maart 2012, toelichting aanvraag watervergunning BIJLAGE O1-4 PROJECTBESCHRIJVING 1. PROJECTBESCHRIJVING 1.1. Aanleiding De hoogwatersituaties

Nadere informatie

Urk (1/2) Inventarisatie buitendijkse regionale waterkeringen. T. Blaakmeer-Kruidhof

Urk (1/2) Inventarisatie buitendijkse regionale waterkeringen. T. Blaakmeer-Kruidhof Inventarisatie buitendijkse regionale waterkeringen Urk (1/2) juni 2014 T. Blaakmeer-Kruidhof Waterschap Zuiderzeeland Postbus 229 8200 AE LELYSTAD telefoon: (0320) 274 911 www.zuiderzeeland.nl Verantwoording

Nadere informatie

Visie Water en Ruimtelijke Ontwikkeling bijlage 1

Visie Water en Ruimtelijke Ontwikkeling bijlage 1 Visie Water en Ruimtelijke Ontwikkeling bijlage 1 Kaarten Waterbelangen DM: 303052 1 Wateropgaven 2015 / 2027 Kaart 1. Gebieden met een WB21 wateropgave In 2005 is een studie wateropgave uitgevoerd (conform

Nadere informatie

Bijlage 1. Geohydrologische beschrijving zoekgebied RBT rond Bornerbroek

Bijlage 1. Geohydrologische beschrijving zoekgebied RBT rond Bornerbroek Bijlage 1 Geohydrologische beschrijving zoekgebied RBT rond Bornerbroek Bijlagel Geohydrologische beschrijving zoekgebied RBT rond Bornerbroek Bodemopbouw en Geohydrologie Inleiding In deze bijlage wordt

Nadere informatie

LEGGER WATERKERINGEN WATERSCHAP AA EN MAAS Partiële herziening 2018

LEGGER WATERKERINGEN WATERSCHAP AA EN MAAS Partiële herziening 2018 LEGGER WATERKERINGEN WATERSCHAP AA EN MAAS Waterschap Aa en Maas Behoort bij DB-besluit nr. 140518/4.5.2 Inhoud 1. Inleiding 2. Leggerbepalingen 3. Kaarten 4. Toelichting Pagina 1 van 10 1. Inleiding Op

Nadere informatie

Innovatieve dijkversterking Waterontspanner 10 september 2015 Kivi Lezingenavond Den Haag

Innovatieve dijkversterking Waterontspanner 10 september 2015 Kivi Lezingenavond Den Haag Innovatieve dijkversterking Waterontspanner 10 september 2015 Kivi Lezingenavond Den Haag 21 augustus 2015 Onno Langhorst Movares B.V. Onderwerpen 1. Aanleiding 2. Variantenstudie Lekdijk 3. Haalbaarheidstudie

Nadere informatie

Beschrijving deelgebied Bastion in Terheijden

Beschrijving deelgebied Bastion in Terheijden Beschrijving deelgebied Bastion in Terheijden Terheijden Dijkvak omschrijving Lengte in m Opgave B117a_b Bastion 803 Hoogte Overzichtskaart met aanduiding dijkvak B117a_b, impressie van de natte EVZ en

Nadere informatie

Gaat het ruimtelijk plan over activiteiten anders dan woningen, bedrijven of kleinschalige infrastructuur? nee

Gaat het ruimtelijk plan over activiteiten anders dan woningen, bedrijven of kleinschalige infrastructuur? nee datum 12-4-2019 dossiercode 20190412-9-20349 Samenvatting In deze paragraaf worden puntgewijs de resultaten van de toetsing samengevat. Tekenen: Heeft u een toetslaag geraakt? ja In welke gemeente ligt

Nadere informatie

Watertoets De Cuyp, Enkhuizen

Watertoets De Cuyp, Enkhuizen Watertoets De Cuyp, Enkhuizen Definitief Bouwfonds Ontwikkeling Grontmij Nederland B.V. Alkmaar, 6 april 2009 Verantwoording Titel : Watertoets De Cuyp, Enkhuizen Subtitel : Projectnummer : 275039 Referentienummer

Nadere informatie

In de onderstaande tabel zijn de scenario s voor de Bypassdijken noord opgesomd. scenario omschrijving kans van voorkomen

In de onderstaande tabel zijn de scenario s voor de Bypassdijken noord opgesomd. scenario omschrijving kans van voorkomen A. Bypassdijken noord Stap 1 bestaat volgens het stappenplan [lit. Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.] uit het opstellen van de basisschematisatie en het ontwerp. Voor de noordelijke bypassdijk is gekeken

Nadere informatie

De projectlocatie ligt globaal op de coördinaten: X = 140.125 en Y = 455.100.

De projectlocatie ligt globaal op de coördinaten: X = 140.125 en Y = 455.100. Bijlage I Technische beoordeling van de vergunningsaanvraag van de Gemeente Utrecht voor het onttrekken van grondwater ten behoeve van het tot stand brengen van de Hoogwaardig Openbaar Vervoer (HOV) baan

Nadere informatie

Informatieavond. Verbetering dijken langs de Oude Rijn, Harmelen e.o.

Informatieavond. Verbetering dijken langs de Oude Rijn, Harmelen e.o. Informatieavond Verbetering dijken langs de Oude Rijn, Harmelen e.o. 30 juni 2015 Programma Programma van de avond 19:30 21:00 uur Welkom Aanleiding voor de dijkverbetering; Ontwerpopgave; Korte Pauze;

Nadere informatie

GEMEENTE BUREN. Ruimtelijke onderbouwing Hendriklaan 15 16, Beusichem

GEMEENTE BUREN. Ruimtelijke onderbouwing Hendriklaan 15 16, Beusichem GEMEENTE BUREN Ruimtelijke onderbouwing Hendriklaan 15 16, Beusichem Projectnr. 061-076 / 27 januari 2016 INHOUD BLZ 1 INLEIDING... 3 1.1 Aanleiding en doelstelling... 3 1.2 Plangebied... 4 1.3 Geldend

Nadere informatie

Projectplan Verlegging Secundaire Waterkering Hoger Einde- Noord Ouderkerk aan de Amstel

Projectplan Verlegging Secundaire Waterkering Hoger Einde- Noord Ouderkerk aan de Amstel Projectplan Verlegging Secundaire Waterkering Hoger Einde- Noord Ouderkerk aan de Amstel Contactpersoon M.C.E. Faasse Doorkiesnummer 1 AANLEIDING EN DOEL De ligging van de direct secundaire waterkering

Nadere informatie

Wel heeft op deze locatie 20 jaar geleden een dijkverzwaring plaatsgevonden waarbij de dijk verhoogd en verzwaard is aan de binnenzijde.

Wel heeft op deze locatie 20 jaar geleden een dijkverzwaring plaatsgevonden waarbij de dijk verhoogd en verzwaard is aan de binnenzijde. Pagina 1 van 12 Casus 1: Scheur in kruin van de waterkering. We hebben te maken met een hoogwater situatie op de Rivier Deze hoogwatergolf is zeven dagen geleden begonnen. Op dijkvak.. is op dag 5 een

Nadere informatie

Projectplan. Aanvullende werken verbetering watersysteem polder 't Hoekje. A.I.L. Rennings september Watersystemen.

Projectplan. Aanvullende werken verbetering watersysteem polder 't Hoekje. A.I.L. Rennings september Watersystemen. Projectplan Aanvullende werken verbetering watersysteem polder 't Hoekje Auteur A.I.L. Rennings Registratienummer 14.46624 Afdeling Watersystemen 2 3 Inhoudsopgave 1 Inleiding 4 2 Huidige situatie 5 3

Nadere informatie

Projectplan Holsdiek Orvelte

Projectplan Holsdiek Orvelte Projectplan Holsdiek Orvelte Waterschap Drents Overijsselse Delta Dokter van Deenweg 186 Postbus 60, 8000 AB Zwolle e-mail: info@wdodelta.nl website: www.wdodelta.nl Telefoonnummer: 088 2331200 Datum:

Nadere informatie

Betreft: Variatie in grondwaterpeilen en bodemopbouw (bureaustudie) ter plaatse van de Landgoed Huize Winfried te Wapenveld (gemeente Heerde).

Betreft: Variatie in grondwaterpeilen en bodemopbouw (bureaustudie) ter plaatse van de Landgoed Huize Winfried te Wapenveld (gemeente Heerde). Projectnummer 2013-11-002: Variatie in grondwaterpeilen en bodemopbouw Landgoed Huize Winfried Natuurbegraven Nederland T.a.v. de heer W. Peters Postbus 29 5201 AA s-hertogenbosch Betreft: Variatie in

Nadere informatie

Opzet technische omschrijving Kievitsland Basispakket

Opzet technische omschrijving Kievitsland Basispakket Opzet technische omschrijving Kievitsland Basispakket 22-12-201 1 Inhoud Inhoud... 2 Inleiding... 3 Technische omschrijving... 3 Fase 1, Voorbereidende werkzaamheden... 3 Oriëntatie kabels en leidingen...

Nadere informatie

Toelichting actualisatie legger Delflandse Dijk deel zeedijk, traject Hoek van Holland - Maeslantkering

Toelichting actualisatie legger Delflandse Dijk deel zeedijk, traject Hoek van Holland - Maeslantkering Toelichting actualisatie legger Delflandse Dijk deel zeedijk, traject Hoek van Holland - Maeslantkering 1. Aanleiding De vigerende legger Delflandsedijk stamt uit 1997. In 2006 heeft D&H besloten deze

Nadere informatie

Bijlage 1: Bestemmingsplan begrippen, regels en toelichting

Bijlage 1: Bestemmingsplan begrippen, regels en toelichting Bijlage 1: Bestemmingsplan begrippen, regels en toelichting In deze bijlage zijn voorbeeld planregels met betrekking tot archeologie en cultuurhistorie opgenomen voor nieuwe bestemmingsplannen in de gemeente

Nadere informatie

Projectplan Waterwet No-Regret maatregelen regionale keringen Groningen; deelgebied A2

Projectplan Waterwet No-Regret maatregelen regionale keringen Groningen; deelgebied A2 Groningen; deelgebied A2 projectnr. 343811 revisie 0 9 oktober 2018 auteur(s) Opdrachtgever Waterschap Noorderzijlvest Postbus 18 9700 AA Groningen Inhoud 1 No-Regret... 2 1.1 Aanleiding en doel... 2 1.2

Nadere informatie

Betreft Aanmeldingsnotitie m.e.r.-beoordeling Dijkverbetering Horstermeer Zuid

Betreft Aanmeldingsnotitie m.e.r.-beoordeling Dijkverbetering Horstermeer Zuid Notitie Kenmerk SWNL0189709 351962 Betreft Aanmeldingsnotitie m.e.r.-beoordeling Dijkverbetering Horstermeer Zuid 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Het dijktraject V269-001 ( Ringdijk Horstermeer-Zuidwest; huidig

Nadere informatie

Averboodse Baan (N165), Laakdal

Averboodse Baan (N165), Laakdal Programma van Maatregelen Auteur: A. Schoups (veldwerkleider) Autorisatie: J.A.G. van Rooij (OE/ERK/Archeoloog/2017/00169) 1 Inleiding In opdracht heeft Vlaams Erfgoed Centrum in juni 2017 een archeologienota

Nadere informatie

Bijlage 1 Aanvullend advies archeologisch onderzoek, Wozoco Giessenburg, Neerpolderseweg 19, Giessenburg, Gemeente Giessenlanden

Bijlage 1 Aanvullend advies archeologisch onderzoek, Wozoco Giessenburg, Neerpolderseweg 19, Giessenburg, Gemeente Giessenlanden Bijlage 1 Aanvullend advies archeologisch onderzoek, Wozoco Giessenburg, Neerpolderseweg 19, Giessenburg, Gemeente Giessenlanden 0 SOB Research, 26 juni 2014 1 1. Archeologisch onderzoek 1.1 Inleiding

Nadere informatie

Krachtige IJsseldijken Krimpenerwaard Dijkvaksessie F

Krachtige IJsseldijken Krimpenerwaard Dijkvaksessie F Krachtige IJsseldijken Krimpenerwaard Dijkvaksessie F Dijkvak F 3 juli 2018 Ouderkerk aan den IJssel D2017-12-000411 Programma voor vanavond o 19.00 Inloop o 19.15 Presentatie voorgenomen dijkversterking

Nadere informatie

Beleidsregels Buitendijkse regionale waterkeringen

Beleidsregels Buitendijkse regionale waterkeringen Beleidsregels Buitendijkse regionale waterkeringen 13 juni 2013 Inhoud 1. Inleiding... 1 2. Beleidsregel algemeen... 2 3. Beleidsregel bebouwing... 3 4. Beleidsregel kabels en leidingen... 8 5. Beleidsregel

Nadere informatie

Het dagelijks bestuur van Waterschap De Dommel besluit op grond van artikel 5.1 van de Waterwet en artikel 78 lid 2 van de Waterschapswet:

Het dagelijks bestuur van Waterschap De Dommel besluit op grond van artikel 5.1 van de Waterwet en artikel 78 lid 2 van de Waterschapswet: Besluit legger regionale waterkeringen Het dagelijks bestuur van Waterschap De Dommel besluit op grond van artikel 5.1 van de Waterwet en artikel 78 lid 2 van de Waterschapswet: De legger regionale waterkeringen

Nadere informatie

1 Kwel en geohydrologie

1 Kwel en geohydrologie 1 Kwel en geohydrologie 1.1 Inleiding Grondwater in de omgeving van de grote rivieren in Nederland wordt door verschillen in het peil sterk beïnvloed. Over het algemeen zal het rivierpeil onder het grondwatervlak

Nadere informatie

BOUWSTENEN VOOR HET VERSTERKEN VAN EEN DIJK

BOUWSTENEN VOOR HET VERSTERKEN VAN EEN DIJK BOUWSTENEN VOOR HET VERSTERKEN VAN EEN DIJK Concept november 2016 Inhoud 1. INLEIDING...3 2. OVERZICHT BOUWSTENEN OM HOOGTEPROBLEEM OP TE LOSSEN...5 3. OVERZICHT BOUWSTENEN OM BINNENWAARTSE INSTABILITEIT/

Nadere informatie

Stabiliteit Lekdijk nabij 't Waal

Stabiliteit Lekdijk nabij 't Waal Stabiliteit Lekdijk nabij 't Waal Berekeningen ten behoeve van keurvergunning projectnr. 234722 revisie 02 15 november 2010 Opdrachtgever Gemeente Houten t.a.v. dhr. P. de Moed Postbus 30 3990 DA HOUTEN

Nadere informatie

Watervergunning. Voor het uitbreiden van een steiger op de locatie Frederik Hendrikstraat 106 in Utrecht. Datum 16 juni 2017.

Watervergunning. Voor het uitbreiden van een steiger op de locatie Frederik Hendrikstraat 106 in Utrecht. Datum 16 juni 2017. Watervergunning Voor het uitbreiden van een steiger op de locatie Frederik Hendrikstraat 106 in Utrecht Datum 16 juni 2017 Zaaknummer 13429 Poldermolen 2 Postbus 550 3990 GJ Houten T (030) 634 57 00 post@hdsr.nl

Nadere informatie