Achtergrondrapport Water

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Achtergrondrapport Water"

Transcriptie

1 Achtergrondrapport Water Dijkverbetering Schoonhovenseveer - Langerak 29 augustus Versie 3.0

2 Autorisatieblad Achtergrondrapport Water Dijkverbetering Schoonhovenseveer - Langerak Naam Paraaf Datum Opgesteld door Mattijs Hehenkamp Controle door Ewout Fakkel Vrijgave door Jauk Stroo Water B85-MHE-KA / Proj.nr. RM002158

3 Samenvatting De grond van de kering is overigens in eigendom van het waterschap. Het watersysteem binnendijks is in beheer van het waterschap Rivierenland. Het diepere grondwater is in beheer bij de provincie Zuid-Holland. Het plaatsen van waterontspanners in de teen van de dijk aan de binnenzijde hebben effect op de sterkte van de dijk, doordat het overvloedige grondwater wordt afgevangen. Dit raakt derhalve de wetgeving en beleid rondom het waterbeheer. De te onderzoeken effecten betreft de verandering in kwelhoeveelheid in de achterliggende polder. Maatgevende situatie is een T=10 hoogwaterstand op de rivier en een grondwateraanvulling van 2 mm/d en het polderpeil op (winter)streefpeil. Daarnaast wordt het effect op de grondwaterkwaliteit in het milieubeschermingsgebied ten behoeve van grondwater (provinciale milieuverordening) onderzocht. Chemische of bacteriologische verontreinigingen van het grondwater dient te worden voorkomen. Het overtollige water dat wordt afgevoerd via de waterontspanners wordt geloosd via vrij verval op het oppervlaktewater. Ten aanzien van het ontwerp is uitgezocht of sprake is van een waterbezwaar als gevolg van de toepassing van waterontspanners. Op basis van de richtlijnen van het waterschap is bepaald hoeveel water uit de waterontspanners stroomt bij een rivierwaterstand die eens in de 10 jaar voorkomt. De berekeningen zijn nog niet uitgebreid genoeg voor het definitief te bepalen waterbezwaar. Het is de verwachting dat bij een T=10 waterstand in de Lek een toename van de hoeveelheid water in de polder zal plaatsvinden. Op basis van de reistijdberekening van waterontspanner tot de pompput van Oasen wordt geconcludeerd dat het ontwerp in het kader van bescherming van de waterwinbronnen een voldoende lange reistijd borgt (>>330 dagen). Water B85-MHE-KA / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 3.0 / 29 augustus /39

4 Water B85-MHE-KA / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 3.0 / 29 augustus /39

5 Inhoudsopgave Samenvatting 1 1 Inleiding Dijkverbetering Schoonhovenseveer Langerak De te nemen maatregelen Procedure Leeswijzer 7 2 Regelgeving en beleid Algemeen Regelgeving en beleid van het Rijk Regelgeving en beleid van de provincie Zuid-Holland Regelgeving en beleid van Rijkswaterstaat Regelgeving en beleid Waterschap Rivierenland Zorgplicht: voorkomen van wateroverlast Zorgplicht: doelmatige en duurzame benutting grondwater Zorgplicht: goede waterkwaliteit en aquatische ecologie Regelgeving en beleid van de gemeente Molenwaard 15 3 Werkwijze effectbepaling Randvoorwaarden Te onderzoeken effecten Toetskader Gebruikte informatie en uitgevoerd onderzoek 18 4 Gebiedsbeschrijving Algemeen Veersedijk Langerak West Waal Oost 29 5 Effecten van de maatregelen op de omgeving Inleiding Lozingshoeveelheid van water op oppervlaktewater Lozingskwaliteit van water op oppervlaktewater Reistijd van waterontspanner tot pomput Oasen Beoordeling effecten Compensatiemaatregelen 33 6 Conclusies Algemeen Effecten van de dijkverbetering Compenserende maatregelen 35 7 Literatuur en referenties 37 Colofon 39 Water B85-MHE-KA / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 3.0 / 29 augustus /39

6 Bijlage I Notitie beheersmaatregelen drinkwaterwingebied Bijlage II Reistijd naar de putten Oasen Water B85-MHE-KA / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 3.0 / 29 augustus /39

7 1 Inleiding 1.1 Dijkverbetering Schoonhovenseveer Langerak Veilige dijken zijn van groot belang voor de bescherming van het achterland tegen hoog water in de rivieren. De zeer hoge waterstanden in de rivieren in 1993 en 1995 hebben dit extra onder de aandacht gebracht. De dijk tussen Schoonhovenseveer en Langerak beschermt een gebied ten zuiden van de rivier de Lek tegen overstromingen. De dijk maakt onderdeel uit van dijkring 16, het gebied van de Alblasserwaard en de Vijfheerenlanden. Volgens de laatste inzichten zijn delen van deze dijk niet veilig. Een deel van de dijk is te laag en delen van de dijk zijn bij hoge rivierstanden niet stabiel bevonden. Vier dijkvakken zijn daarom afgekeurd, met een gezamenlijke lente van meter. Het gaat om de dijkvakken: Veersedijk; Langerak West; Het Wiel en Waal Oost. Waterschap Rivierenland (WSRL) is eigenaar en beheerder van de dijk en is verantwoordelijk voor het functioneren van de dijk. WSRL heeft de Vries & van de Wiel opdracht gegeven om maatregelen voor de dijkverbetering uit te werken en deze maatregelen te realiseren. Water B85-MHE-KA / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 3.0 / 29 augustus /39

8 1.2 De te nemen maatregelen De dijk zal worden verbeterd door een combinatie van maatregelen. Verhogen Veersedijk De Veersedijk is momenteel te laag. De bodem waarop de dijk ligt klinkt in, waardoor de dijk steeds lager komt te liggen. Om ervoor te zorgen dat de dijk gedurende de komende periode van 50 jaar hoog genoeg is, wordt de dijk opgehoogd met (afhankelijk van de locatie) 20 tot 70 cm tot een hoogte van NAP +5,95 m. Deze ophoging compenseert het zakken van de ondergrond plus de extra zakking die wordt veroorzaakt door het extra gewicht van deze ophoging. Hiermee zal de dijk gedurende 50 jaar op voldoende hoogte zijn. De buitenzijde van de Veersedijk heeft momenteel een geknikt talud; de onderzijde van het talud (met steenzetting) is steiler dan de bovenzijde van het talud (een grashelling). De dijkverhoging vindt plaats door de hellingshoek van het talud vanaf de knik naar boven door te trekken. Hierdoor ontstaat er ruimte voor de benodigde ophoging. De dijk wordt niet breder. Verbeteren stabiliteit De stabiliteit van de dijk wordt verbeterd door het plaatsen van een rij verticale waterontspanningsbronnen aan de landzijde van de dijk. Deze bronnen zijn buizen waarvan de onderzijden zijn voorzien van perforaties (openingen). De geperforeerde onderzijden komen in de watervoerende zandlaag onder de klei/veenlaag te staan. Via de bronnen kan de overdruk van het grondwater worden afgehaald. Hierdoor wordt het opdrijven van de grond aan de binnenzijde van de dijk voorkomen. De waterontspanner is zodoende de belangrijkste oplossing voor het probleem van de instabiliteit van de dijk. De bronnen worden geplaatst aan de landzijde van de dijk, ofwel in de teen van de dijk ofwel op de steunberm. De bronnen worden groepsgewijs verbonden met een verzamelleiding waarin het kwelwater terechtkomt. Deze verzamelleiding loost het water via een verbindingsleiding naar een sloot. De aanleg van de bronnen kan plaatsvinden met relatief klein materieel en neemt weinig tijd in beslag. De plaatsing duurt per locatie, met voorbereiding van de locatie en opruimen, enkele dagen tot een week. Het plaatsen van de bron zelf duurt slechts een dagdeel. Aanvullende grondwerkzaamheden Langs de Veersedijk bevinden zich enkele watergangen nabij de teen van de steunberm van de dijk. Deze watergangen bedreigen de stabiliteit van de dijk. Het betreft twee particuliere vijvers, twee sloten en twee uiteinden van sloten. De watergangen moeten worden verlegd en de vijvers (grotendeels) worden gedempt. Van een deel van de Veersedijk wordt nog nader onderzocht of dit volledig kan worden gestabiliseerd door middel van alleen waterontspanners. Daarom is uitgegaan van een aanvullende steunberm langs het meest westelijke deel van de Veersedijk. Dat geldt ook voor de zuidoever van de gracht van Nieuwpoort. Hier wordt uitgegaan van een verzwaring van de onderwateroever in combinatie met een steunberm. Ter plaatse van de stadsgracht bij Langerak West is een verzwaring van de oever ( onder water ) voorzien. Water B85-MHE-KA / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 3.0 / 29 augustus /39

9 Bij het meest westelijke deel van Waal Oost, tot de Boonevlietweg zullen grondaanvullingen van enkele decimeters noodzakelijk zijn langs de teen van de dijk. Ten oosten van de Boonevlietweg liggen zeer veel dijkopgangen, soms heel dicht naast elkaar. Hier kan in overleg met de belanghebbenden een grondaanvulling worden gemaakt in plaats van een waterontspanningsbron. Ter hoogte van kilometer 273 zullen enkele zeer beperkte (maximaal enkele decimeters) grondaanvullingen op of aan de bestaande steunberm plaatsvinden. Vullen van de erosiegeul Ter hoogte van dijkvak Waal Oost is een erosiegeul aanwezig in de zandige bodem van de rivier de Lek. Via deze geul kan makkelijk rivierwater de bodem indringen, hetgeen leidt tot een hogere grondwaterspanning binnendijks. De geul levert zo een bijdrage aan de macro-instabiliteit van de dijk. De randen en taluds van de geul zijn (lokaal) steil. Verdergaande erosie zou de naastliggende schaardijk kunnen bedreigen. Daarom zal de geul gedeeltelijke met grond worden aangevuld. Hierbij wordt relatief ondoorlatend materiaal gebruikt, waar het rivierwater niet makkelijk doorheen kan stromen. De rivier heeft hier bij hogere waterstanden een grote kracht. Daarom zal de aanvulling van de geul worden beschermd tegen erosie met staalslakken of materiaal met vergelijkbare eigenschappen. Het Wiel Bij het ontwerp van de maatregelen is gebleken dat het dijktraject Het Wiel stabiel is. Bij de vorige dijkverbetering is in het Wiel een grotere verzwaring aangebracht dan bij de toetsing is aangenomen. Extra maatregelen zijn hier daarom niet nodig. 1.3 Procedure Om de dijkverbetering te mogen uitvoeren moet een aantal wettelijke procedures worden doorlopen. De belangrijkste hiervan zijn de procedures voor het Projectplan Waterwet voor de dijkverbetering en het Projectplan Waterwet voor de geulaanvulling. Het Projectplan Waterwet voor de dijkverbetering wordt vastgesteld door het Waterschap Rivierenland en goedgekeurd door de Provincie Zuid-Holland. Het Projectplan Waterwet voor de geulaanvulling wordt vastgesteld door Rijkswaterstaat Oost-Nederland. Daarnaast moet een aantal andere vergunningen en ontheffingen worden aangevraagd. 1.4 Leeswijzer Dit document vormt een bijlage bij het Projectplan Waterwet dijkverbetering en het Projectplan Waterwet geulaanvulling. Dit document is als volgt opgebouwd. Hoofdstuk 2 beschrijft de regelgeving en het beleid. Hoofdstuk 3 beschrijft de manier waarop de effecten van het project zijn bepaald. Hoofdstuk 4 geeft een gebiedsbeschrijving. Hoofdstuk 5 beschrijft de effecten van het project. Het rapport sluit af met conclusies. Water B85-MHE-KA / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 3.0 / 29 augustus /39

10 Water B85-MHE-KA / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 3.0 / 29 augustus /39

11 2 Regelgeving en beleid 2.1 Algemeen De waterkering van dijkring 16 valt onder het beheer van Waterschap Rivierenland en maakt onderdeel uit van de primaire waterkering. Tevens is het Waterschap Rivierenland beheerder van het watersysteem van de polder binnendijks. De Lek en uiterwaarden worden beheerd door Rijkswaterstaat (Figuur 2-1). De grens tussen beide beheergebieden is de insteek van de kruin aan de buitenzijde van de primaire waterkering. Het buitentalud wordt beheerd door Rijkswaterstaat. De grond van de kering is overigens in eigendom van het waterschap. Het watersysteem binnendijks is in beheer van het waterschap Rivierenland. Het diepere grondwater is in beheer bij de provincie Zuid-Holland. Figuur 2-1 Gebied waterstaatkundig beheer van Rijkswaterstaat, waterstaatsregeling Het plaatsen van waterontspanners in de teen van de dijk aan de binnenzijde hebben effect op de sterkte van de dijk, doordat het overvloedige grondwater wordt afgevangen. Dit raakt derhalve de wetgeving en beleid rondom het waterbeheer. 2.2 Regelgeving en beleid van het Rijk Onder leiding van de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat (tegenwoordig Infrastructuur en Milieu) stelt het rijk het beleid op voor thema s die landelijk spelen in het Nationaal Waterplan (NWP). Het nationale waterplan is het kader voor de waterveiligheidsagenda van Nederland met programma s als het Deltaprogramma en het programma Ruimte voor de Rivier. Het beschrijft de richting in de thema s waterveiligheid, watertekort en zoetwatervoorziening, wateroverlast, waterkwaliteit en het gebruik van water. Deze thema s zijn verder uitgewerkt in het Provinciale Waterplan. Het Rijk is ook de operationeel waterbeheerder van het rijkswatersysteem. Op het grondgebied van Zuid-Holland zijn dit de grote rivieren, een groot aantal kanalen, de Noordzee en de grote wateren in de Zuid-Hollandse Delta. Water B85-MHE-KA / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 3.0 / 29 augustus /39

12 2.3 Regelgeving en beleid van de provincie Zuid-Holland Waterhuishoudingsplannen voor het provinciale waterbeleid worden gemaakt door de provincie. In het provinciaal Waterplan van de provincie Zuid-Holland zijn vier kernthema s opgenomen: Waarborgen waterveiligheid; Realiseren mooi en schoon water; Ontwikkelen duurzame zoetwatervoorziening; Realiseren robuust en veerkrachtig watersysteem. Waarborgen waterveiligheid Wat betreft grote rivieren wordt vooral gesproken over de versterking van de Diefdijk, en de versterking van C-keringen. Voorts zal de provincie actief deelnemen aan onderzoeken die zijn gericht op innovaties in keringen, maar laat het Rijk daarbij het initiatief. Realiseren mooi en schoon water Conform het Besluit Kwaliteitseisen en Monitoring Water (BKMW) 2009 mag de toestand van de waterlichamen niet achteruit gaan in de planperiode. De waterschappen stellen dit aan de hand van zesjaarlijkse toestandsmetingen vast. Onder bepaalde omstandigheden, vastgelegd in het BKMW 2009, is tijdelijke achteruitgang acceptabel. In het geval van het projectgebied van de Dijkversterking SLA zijn de watergangen direct aan de dijk geen waterlichamen, deze worden gekenmerkt als overig water. Ontwikkelen duurzame zoetwatervoorziening De provincie is bevoegd gezag voor vergunningverlening en handhaving van grondwateronttrekkingen ten behoeve van de drinkwatervoorziening, bodemenergiesystemen en industriële toepassingen van meer dan m 3 per jaar. Voor de overige grondwateronttrekkingen zijn de waterschappen bevoegd gezag. In het Grondwaterplan heeft de provincie aangegeven dat gebieden waar grondwater wordt gewonnen voor drinkwaterbereiding, primair (meer expliciet dan vroeger) gereserveerd zullen worden voor drinkwaterbereiding. De waterkwaliteit bij de waterwinlocaties mag niet achteruit gaan, het huidige niveau van zuivering moet kunnen worden gehandhaafd. In de Provinciale Milieuverordening van de Provincie Zuid-Holland zijn contouren opgenomen en zijn regels gesteld ten aanzien van de activiteiten in dit gebied. De drie contouren die worden onderscheiden zijn: Waterwingebied = de feitelijke drinkwaterwinning; Grondwaterbeschermingsgebied = de zone rondom het waterwingebied waaruit het grondwater toestroomt naar de winning; Boringsvrije zone = een aanvullende beschermende zone rondom de winning. Het grondwaterbeschermingsgebied en de boringsvrije zone bij Langerak tussen de kernen Langerak en Ameide overlappen deels de te versterken dijktrajecten van het project SLA, zie Figuur 2-2. Water B85-MHE-KA / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 3.0 / 29 augustus /39

13 Figuur 2-2 Milieubeschermingsgebied bij Langerak, uit de Provinciale Milieuverordening van Zuid-Holland (=PMV). De Provinciale Milieuverordening (PMV) beschermt de drinkwaterwinning door te voorkomen dat stoffen in het grondwaterpakket kunnen komen. Binnen de contouren van de boringsvrije zone en het grondwaterbeschermingsgebied geldt een verbod op het verrichten van mechanische activiteiten dieper dan 2,5 m-mv. Voorts gelden verboden en voorschriften voor het grondwaterbeschermingsgebied zoals onder andere het verbod op de opslag van olie en gevaarlijke stoffen, het uitvoeren van bouwactiviteiten en het toepassen van bouwstoffen. Zie voor een gedetailleerde beschrijving bijlage 9 en 10 uit de Provinciale Milieuverordening. De Omgevingsdienst Haaglanden heeft namens de Provincie Zuid-Holland beleid gemaakt voor het afwegen van wel of niet ontheffing verlenen voor activiteiten in het Milieubeschermingsgebied. Belangrijke basis voor dit beleid is de verdringingreeks, zie Figuur 2-3. Water B85-MHE-KA / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 3.0 / 29 augustus /39

14 Figuur 2-3 Verdringingsreeks (bron: Factsheet verdringingsreeks) De verdringingsreeks bepaalt welk belang boven het ander gaat in geval van schaarste. Hierin wordt gesteld dat de stabiliteit van waterkeringen boven het belang gaat van de drinkwatervoorziening. Dit betekent echter niet dat alles is geoorloofd. Strenge regels gelden ten aanzien van de uitvoering van de werkzaamheden tijdens het plaatsen en de werking van de geplaatste waterontspanners. Voorkomen moet worden dat het drinkwaterwingebied vervuilt raakt met invloeden van buitenaf. In de bijlagen van de provinciale milieuverordening zijn activiteiten en maatregelen opgenomen waar rekening mee dient te worden gehouden tijdens de uitvoering van de werkzaamheden. In bijlage I is een notitie opgenomen waarin staat beschreven welke risico s worden gezien voor het PMV gebied en op welke wijze deze kunnen worden beheerst. Realiseren robuust en veerkrachtig watersysteem Bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen mag het beschermingsniveau tegen wateroverlast niet verslechteren. De provincie ziet de watertoets als zeer belangrijk instrument om wateraspecten en -opgaven in ruimtelijke afwegingen te betrekken. De watertoets dient daarom voor alle ruimtelijke projecten te worden gebruikt, zowel in de fase van locatiekeuze als in de fase van het ontwerp. De benodigde bergings- en afvoercapaciteit wordt gerealiseerd door een combinatie van technische en ruimtelijke maatregelen, waarbij de trits vasthouden-bergen-afvoeren leidend is. Algemeen geldt dat het peil in gebieden met een veenbodem slechts in gelijke mate verlaagd mag worden met de maaivelddaling die in het verleden is opgetreden. Tevens geldt de richtlijn dat de maximale gebiedsgemiddelde drooglegging (gerekend per peilvak) 60 cm bedraagt. Een aantal veenweidegebieden is aangeduid als prioritair gebied voor het afremmen van de bodemdaling. Het projectgebied van SLA valt hierbuiten, maar ligt wel in het Groene Hart en betreft overig veenweide. 2.4 Regelgeving en beleid van Rijkswaterstaat Rijkswaterstaat beheert de grote rivieren en kanalen, het IJsselmeergebied, de Zuidwestelijke Delta en de Nederlandse delen van de Noordzee en Waddenzee en maakt daarvoor het Beheer- en Ontwikkelplan voor de Rijkswateren. Rijkswaterstaat is onderdeel van het ministerie van Infrastructuur en Milieu. Het Beheer- en Ontwikkelplan voor de Rijkswateren (BPRW) werkt het beheer uit naar functies en naar gebieden. De functies zijn ingedeeld in drie groepen: basisfuncties (veiligheid, voldoende water, schoon & ecologisch gezond water), Water B85-MHE-KA / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 3.0 / 29 augustus /39

15 scheepvaart en gebruiksfuncties. Voorop staat de zorg voor een duurzaam en robuust systeem. De gebiedsgerichte uitwerking in dit BPRW is geënt op zes watersystemen: de grote rivieren, de grote kanalen, het IJsselmeergebied, de Wadden, de Zuidwestelijke Delta en de Noordzee. Per gebied zijn de beheerprioriteiten voor de komende jaren aangegeven. Ten aanzien van lozingen op de polder als gevolg van het plaatsen van waterontspanners gelden geen normen of regels vanuit Rijkswaterstaat. 2.5 Regelgeving en beleid Waterschap Rivierenland Door het waterschap Rivierenland is het Waterbeheerplan opgesteld. Dit beleidsplan heeft een integraal en strategisch karakter. De beleidslijnen tot 2015 zijn hierin vastgelegd: Het bieden van veiligheid tegen overstromingen; Het realiseren van de kwantitatieve wateropgave (NBW); Het realiseren van de waterkwaliteits- en ecologische doelstellingen (KRW); Het samen met de gemeenten realiseren van de kwantitatieve wateropgave in het stedelijk gebied en het verbeteren van de waterkwaliteit in stedelijke wateren; Het invulling geven aan de samenwerking in de afvalwaterketen. De regelgeving ten aanzien van ruimtelijke ontwikkelingen is uitgewerkt in het procesinstrument de Watertoets, en de Richtlijn toetsing kwel en wegzijging. De volgende drie zorgplichten zijn hierin van belang: Voorkomen van wateroverlast vanuit het watersysteem; Doelmatige en duurzame benutting van het grondwater; Het realiseren en instandhouding van een goede waterkwaliteit en aquatisch ecologisch gezond water Zorgplicht: voorkomen van wateroverlast Door de lozing mag geen overlast bij derden of waterschap ontstaan. De Richtlijn kwel en wegzijging is het meest uitgebreid en toegesneden op de effecten van kwel in relatie tot ruimtelijke ingrepen. Dit houdt in dat de volgende uitgangspunten dienen te worden gevolgd: (Grond)waterneutraal! Kwelverandering max. 2%; Grondwaterstandsveranderingen van max. 5 cm. In veenweidegebieden 2 cm; Veranderende aan- en/of afvoerdebieten altijd compenseren door extra berging. Het plaatsen van waterontspanners heeft een grondwaterstandsverlaging in en rond de dijk tot gevolg. Dit is de specifieke werking van het systeem, hiermee wordt immers voorkomen dat het maaiveld gaat opdrijven en de binnenkant van de dijk instabiel wordt. Daarmee is de term grondwaterneutraal niet van toepassing, alsook het maximaliseren van de grondwaterstandsveranderingen. Van toepassing is het uitgangspunt van compenseren van veranderende aan- en afvoer debieten. Voor de lozing geldt de volgende voorkeursvolgorde: de lozing dient plaats te vinden op een A-water. Indien er binnen een redelijke afstand van de bronneringslocatie geen A-water is gelegen, mag de lozing op een B-water plaatsvinden. Lozing op een C- Water B85-MHE-KA / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 3.0 / 29 augustus /39

16 water heeft géén voorkeur, maar wordt toegestaan nadat een toets van de melding heeft uitgewezen dat de lozing daar geen schadelijke gevolgen kan hebben. Naast kwelcompensatie gaat de watertoets ook over het compenseren van de netto toename van verhard oppervlak. Netto toename van verharding moet worden gecompenseerd door het creëren van berging. Binnen het project SLA wordt weliswaar de weg vernieuwd, maar niet verbreed. Ook de dijk wordt niet verbreed. Dit betekent dat watercompensatie als gevolg van netto toename verhard oppervlak in dit project niet aan de orde is. In het beheergebied van het waterschap is het dempen van sloten verboden en dient te worden gecompenseerd met het graven van nieuw open water. Dit heeft zijn grondslag in provinciaal beleid (Verordening Bescherming Landschap en Natuur Zuid- Holland) Zorgplicht: doelmatige en duurzame benutting grondwater In de Waterwet (art 6.5.b) is aangegeven dat het waterschap het bevoegd gezag is voor het onttrekken en infiltreren van grondwater met uitzondering van drinkwaterwinning, bodemenergie systemen en industriële onttrekkingen groter dan m3/jaar. Voor de grondwateronttrekkingen en infiltraties is in de Keur aangegeven bij welke grenzen (onttrekkingshoeveelheden) sprake is van een plicht tot vergunning en/of melding. In de beleidsregels (5.18 Grondwateronttrekkingen behorende bij Keur Rivierenland 2009) is invulling gegeven aan de wijze waarop het risico op gevolgschade kan worden bepaald: Schade aan gebouwen en andere objecten ten gevolge van verlaagde grondwaterstand; Schade aan gewassen en natuur ten gevolge van een veranderde grondwaterstand; Verplaatsen grondwaterverontreinigingen; Beïnvloeding andere grondwateronttrekkingen; Schade aan archeologische objecten. Binnen het project SLA is er geen sprake van onttrekking Zorgplicht: goede waterkwaliteit en aquatische ecologie Het waterschap hanteert het uitgangspunt verontreiniging van het oppervlaktewater te voorkomen en te verminderen. Zoveel mogelijk preventie en anders zuiveren. Daarnaast hanteert het waterschap het principe dat de vervuiler betaalt. Hoewel niet van toepassing worden hieronder relevante toetsingscriteria en voorwaarden opgesomd die worden gesteld aan het lozen van bronneringswater: Voor het lozen van bronneringswater op wateren is geen vergunning vereist, indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden: Het te lozen water is schoon (géén saneringswater), het betreft in dit geval natuurlijke en/of rivierkwel; Er mogen ten gevolge van de lozing geen visuele verontreinigingen in het water optreden, er is een historische grondwaterverontreiniging aanwezig. Binnen het project SLA betreft het te lozen kwelwater water uit de rivier. De oppervlaktewaterkwaliteit in de polder zal niet verslechteren in de toekomstige situatie. Water B85-MHE-KA / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 3.0 / 29 augustus /39

17 2.6 Regelgeving en beleid van de gemeente Molenwaard Het beleid van de gemeente Molenwaard voor de invulling van de zorgplichten afvalwater, hemelwater en grondwater is vastgelegd in een verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan (vgrp) voor de periode Naast deze drie zorgplichten hebben de gemeenten nog twee taken: De zorg voor de lokale ruimtelijke inpassing van maatregelen op het gebied van waterbeheer; Uitvoering van milieumaatregelen in het stedelijke gebied ten behoeve van de KRW. De gemeente heeft geld gereserveerd om een grondwatermonitoringsplan en grondwatermeetnet op te zetten. Doel hiervan is het in beeld brengen van de grondwatersituatie en eventuele knelpunten is een belangrijke doelstelling voor de komende planperiode van het vgrp. Naast het vgrp beschikt de gemeente over een geactualiseerd waterplan, vastgesteld door het gemeentelijk- en waterschapsbestuur in Maatregelen richten zich op het voorkómen van stilstaand water, het verbeteren van de doorstroming en het aanleggen van natuurvriendelijke oevers. Ten aanzien van de waterlozingen sluiten deze doelstellingen aan bij de doelstellingen van het waterschap. Er worden geen eisen gesteld ten aanzien van het gemeentelijk beleid bij het plaatsen van de waterontspanners. Water B85-MHE-KA / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 3.0 / 29 augustus /39

18 Water B85-MHE-KA / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 3.0 / 29 augustus /39

19 3 Werkwijze effectbepaling 3.1 Randvoorwaarden De volgende randvoorwaarden gelden op basis van vigerend beleid, wet- en regelgeving: Ontheffing aanvragen voor het plaatsen van waterontspanners in de boringsvrije zone van het milieubeschermingsgebied, beschreven in de Provinciale Milieuverordening; Ontheffing aanvragen voor het plaatsen van waterontspanners in de grondwaterbeschermingszone van het milieubeschermingsgebied, beschreven in de Provinciale Milieuverordening. Uitgangspunt ten aanzien van het compenseren van het waterbezwaar is het bepalen van veranderende aan- en/of afvoerdebieten. Het waterbezwaar is bepaald aan de hand van het beleid van het waterschap ten aanzien van de zorgplicht Voorkomen van extra belasting van het bestaande oppervlaktewater door (dijk)kwel (Handreiking Watertoets). Dit vloeit voort uit nationaal en provinciaal beleid. 3.2 Te onderzoeken effecten De te onderzoeken effecten hebben betrekking op het aspect grondwater: Effect op de grondwaterkwantiteit: kwelhoeveelheden bepalen in de achterliggende polder. Extra kwel compenseren via de trits vasthouden-bergen-afvoeren. Maatgevende situatie is een T=10 hoogwaterstand op de rivier en een grondwateraanvulling van 2 mm/d en het polderpeil op (winter)streefpeil. Stationaire berekeningsresultaat in m 3 /d vermenigvuldigen met 10 (dagen) en 2/3 (compensatie voor golfvorm); Effect op de grondwaterkwaliteit in het milieubeschermingsgebied ten behoeve van grondwater (provinciale milieuverordening): o Eisen ten aanzien van ontwerp en beheer en onderhoud; o Voorkomen van chemische of bacteriologische verontreinigingen van het grondwater; Het kwelwater heeft dezelfde kwaliteit als de natuurlijke kwel vlak achter de dijk of anders de kwaliteit van het rivierwater in de Lek. De verwachting is dat het geen probleem is dat dit water wordt geloosd op basis van waterkwaliteit. Wanneer compenserende maatregelen in het oppervlaktewater uitgevoerd dienen te worden, wordt rekening gehouden met het vigerende beleid, wet- en regelgeving van het waterschap ten aanzien van het aspect oppervlaktewater. Mitigerende maatregelen zijn niet aan de orde aangezien de oplossing van dijkverbetering een verhoging van de hoeveelheid kwel tot gevolg heeft als onderdeel van de oplossing. Maatregelen als het verhogen van het ontwateringsniveau, inuitstroompunten verplaatsen en het plaatsen van een kwelscherm zijn niet van toepassing. Water B85-MHE-KA / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 3.0 / 29 augustus /39

20 3.3 Toetskader Grondwaterkwantiteit Voor wat betreft het beleid en de regelgeving dient te worden getoetst wat het waterbezwaar is in de achterliggende polder als gevolg van het plaatsen van de waterontspanners. De nationale en provinciale beleid is concreet uitgewerkt in het beleid en de Handreiking Watertoets van het Waterschap Rivierenland. Dit houdt in dat moet worden onderzocht hoeveel meer kwel optreedt bij een T=10 rivierwaterstand in combinatie met grondwateraanvulling van 2 mm /dag. Van actief onttrekken van water uit het grondwater is geen sprake, de waterontspanners lozen onder vrij verval en alleen bij hoge rivierwaterstanden. Het grondwaterbeheer van het waterschap komt hiermee niet in geding. Grondwaterkwaliteit Het grondwaterkwaliteitsbeheer van de drinkwaterwinning spitst zich toe op het beheer en onderhoud en het ontwerp van de waterontspanners en de uitstroomvoorziening en komt daarmee niet in gevaar. Oasen heeft aangegeven dat een minimale reistijd van 110 dagen, tussen de waterontspanner en de pompput van Oasen, noodzakelijk is voor de bescherming van de putten. Hierboven op ziet Oasen graag een veiligheidsfactor van 3 (dus minimaal 330 dagen reistijd) om onzekerheden in de modellering te ondervangen. 3.4 Gebruikte informatie en uitgevoerd onderzoek De informatie voor de bepaling van de hoeveelheden lozingswater is afkomstig van een hydrologisch model. Dit model is uitgebreid behandeld in het achtergrondrapport geohydrologie. Het model is opgezet en gebruikt om de verhanglijnen te bepalen in de dijk bij verschillende waterstanden, zoals de ontwerpwaterstand voor de sterkte van de dijk. De ontwerpwaterstand komt overeen met het bepaald MHW (=Maatgevende Hoogwaterstand) met daarbij een robuustheidstoeslag. Figuur 3-1 geeft een overzicht van de termen die in dit kader verder worden gehanteerd. Deze waterstand ligt veel hoger dan de maatgevende waterstand voor het bepalen van het waterbezwaar (T=10). Figuur 3-1 Termen die worden gehanteerd bij het bepalen van de sterkte van de dijk Water B85-MHE-KA / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 3.0 / 29 augustus /39

21 In Figuur 3-2 is de gemeten waterstand weergegeven van het meetpunt van Rijkswaterstaat in de Lek bij Schoonhoven. Ook zijn de gemiddelde overschrijdingsfrequenties hierin opgenomen (Tabel 3-1). De T=2000 betreft de waterstand die eens per jaar voorkomt en is de MHW voor de sterkte berekening (Figuur 3-1). De T=10 is de waterstand die eens in de 10 jaar voorkomt is de waterstand waarop het waterbezwaar is gebaseerd. Deze is in de meetperiode een keer overschreden. In Figuur 3-3 is deze situatie uitgelicht. Tabel 3-1 Gemiddelde overschrijdingsfrequentie per jaar Frequentie Stand in NAP + cm Ontwerpwaterstand 490 1x per jaar 430 1x per jaar 418 1x per 100 jaar 368 1x per 10 jaar 320 1x per 2 jaar (grenspeil) 285 1x per jaar 270 Waterstand maximum per dag in NAP + cm Lek bij Schoonhoven T=2.000 T=1.000 T=100 T=10 T=2 T= Jaar Figuur 3-2 Waterstand in de Lek bij Schoonhoven (bron: Rijkswaterstaat Waterbase) aangevuld met de gemiddelde overschrijdingsfrequentie per jaar Water B85-MHE-KA / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 3.0 / 29 augustus /39

22 350 Lek bij Schoonhoven, hoog water januari - februari Waterstand in NAP + cm Datum Figuur 3-3 Waterstand in de Lek bij Schoonhoven in januari en februari 1995, het moment waar de waterstand boven de NAP cm is gekomen (bron: Rijkswaterstaat Waterbase) In Figuur 3-4 is de schematische weergave van het ontwerp en de uitstroomvoorziening weergegeven. De waterontspanners lozen per groep van ongeveer 6 10 op een verzamelleiding die horizontaal op enkele meters beneden het maaiveld wordt aangelegd. Deze verzamelleiding is verbonden met een uitstroomvoorziening waar tevens het waterniveau in de waterontspanners kan worden geregeld. De uitstroomvoorziening is verbonden met een dichtstbijzijnde sloot via een pijpleiding. De pijpleiding en uitstroomvoorziening worden uitgevoerd met een terugslagklep zodat dat planten en beesten niet kunnen binnendringen. De bovenkant van de uitstroomvoorziening en de waterontspanners worden vergrendeld zodat onbevoegden/derden/particulieren er niet bij kunnen komen. Water B85-MHE-KA / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 3.0 / 29 augustus /39

23 Actuele waterstand in de dijk W2000 Grenswaterspanning dijk Overstorthoogte Beschikbare afregelhoogte T-stukhoogte ligt vast na aanleg Uitstroomhoogte Technisch minimum (TM) ivm overstorten sloot/maaiveld Grenswaterspanning dijk Overstorthoogte W10 Beschikbare afregelhoogte Technisch minimum (TM) ivm overstorten sloot/maaiveld T-stukhoogte ligt vast na aanleg Uitstroomhoogte Figuur 3-4 Schematische weergave van de waterontspanner en de uitstroomvoorziening. Boven de situatie waarop de uitstroomvoorziening wordt ingeregeld (de grenswaterspanning voor de sterkte van de dijk). Beneden de situatie waarin het waterniveau is gezakt tot onder de grenswaterspanning zoals bijvoorbeeld het niveau met een herhalingstijd van eens in de 10 jaar Water B85-MHE-KA / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 3.0 / 29 augustus /39

24 Water B85-MHE-KA / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 3.0 / 29 augustus /39

25 4 Gebiedsbeschrijving 4.1 Algemeen Het waterschap Rivierenland heeft het peilbesluit Alblasserwaard opgesteld, waarin het projectgebied van SLA valt. Een uitsnede van dit peilbesluit is weergegeven in Figuur 4-1 en enkele gegevens ervan zijn opgenomen in Tabel 4-1. Figuur 4-1 Peilbesluit Alblasserwaard, deel rond Langerak Tabel 4-1 Gegevens uit het peilbesluit per dijkversterkingstraject Dijkvak Peilvak nr Peilvak naam ZP WP Oppervlak Veersedijk OVW065 Gelkenes Noord NAP -1,52 m NAP-1,57 m 247 ha Langerak West OVW053 Langerak Noord NAP -1,34 m NAP-1,44 m 422 ha Waal Oost OVW053 Langerak Noord NAP -1,34 m NAP-1,44 m 422 ha Peilvak Gelkenes Noord loost via het gemaal bij Groot-Ammers op de Ammerse boezem. Peilvak Langerak Noord loost via stuwen op peilvak Langerak (OVW052, peil 20 cm lager) dat via een gemaal op de Smoutjesvliet loost. De Ammerse boezem en Smoutjesvliet maken deel uit van dezelfde boezem van Overwaard dat bij Kinderdijk wordt uitgemalen. In Figuur 4-2 is de boezem weergegeven. Het peilvak Gelkenes heeft een drooglegging van ongeveer 1,0 meter. Het peilvak heeft een gemiddeld maaiveldhoogte van NAP -0,58 m (10% laagste maaiveld is NAP -1,00 m). De bodem bestaat voor 57% uit klei, 9% uit zavel, 3% uit veen en 30% uit overig. Het peilvak is voor 76% bebouwd, en bestaat voor de rest grotendeels uit gras. Het peilvak Langerak Noord heeft een gemiddelde drooglegging (zp/wp in m) van 0,75/0,85 m. Het bestaat voor 52 % uit klei, 19% uit zavel, 20% uit veen en 8% uit overig. Het gebied heeft de klasse 'veen en met het gevoerde peil wordt de droogleggingseis voor veen niet overschreden. Water B85-MHE-KA / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 3.0 / 29 augustus /39

26 Figuur 4-2 Boezem in Overwaard en Nederwaard (kaart Vaarwegen WSRL) Wat betreft de waterkwaliteit is de boezem van Overwaard opgenomen als waterlichaam. Dit waterlichaam heeft code NL09_29 met de naam Veenvaarten Overwaard. Het betreft een kunstmatig waterlichaam met als type M10 - Laagveen vaarten en kanalen (Figuur 4-3). Figuur 4-3 Ligging KRW waterlichaam NL09_29 Veenvaarten Overwaard Water B85-MHE-KA / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 3.0 / 29 augustus /39

27 Het betreft een langzaamstromende vaart die gevoed wordt door overtollig neerslagwater uit de polders, inlaatwater uit de Lek en kwel. De stromingsrichting van het water kan wisselen, afhankelijk van aan- of afvoer van water. Als gevolg van bodemgesteldheid (Veenweidegebied) heeft het gebied een relatief kleine drooglegging, een strak peilbeheer en slappe oevers. Ook is vaak een aanzienlijke sliblaag op de waterbodem aanwezig. Het waterlichaam voldoet niet aan de normen voor de ecologische parameters (macrofauna, macrofyten, vis en fytoplankton). Het voldoet ook niet aan de norm voor totaal fosfaat. Het water voldoet wel aan totaal stikstof en chloride. Het doorzicht is nagenoeg gelijk aan de norm. De watergangen in de peilgebieden van Gelkenes Noord en Langerak Noord zijn geen waterlichamen en zijn dus overig water. Hiervoor zijn geen wettelijke normen beschikbaar vanuit de BKMW. De overige wateren mogen via afwenteling niet voor een verslechtering zorgen van het waterlichaam Overwaard. Overig water voor de KRW betreffen niet aangewezen waterlichamen met specifieke waterkwaliteitsdoelen. Dit is niet hetzelfde als overig water in de legger van het waterschap Rivierenland (Tabel 4-2). Tabel 4-2 Status toekenning wateren in landelijk gebied (Legger WSRL) A-wateren Wateren met een belangrijke regionale aan- of afvoerfunctie (criterium: 50 ha bruto afwaterend oppervlak). Wateren waarin zich een peil-/debietregulerend kunstwerk bevindt. Wateren met een regionale bergingsfunctie. Wateren waarin zich een riooloverstort bevindt. Een water met een belangrijke functie in de afvoer van kwelwater. Water met belangrijke nevenfuncties, bijvoorbeeld water met een hoog ecologisch potentieel. B-wateren Wateren met een belangrijke lokale afwaterende functie. Het betreft hier bijvoorbeeld wateren die de samenvoeging vormen van twee of meer wateren of wateren met meer dan twee belanghebbende eigenaren. Een water met een belangrijke landbouwkundige functie (hoogwaardige landbouw). Wateren waarbij in het gebied alternatieve afvoerwegen ontbreken. C-wateren Wateren met voornamelijk een waterbergende functie. Deze bergingsfunctie is in het algemeen alleen voor het waterschap relevant bij wateren met een bovenbreedte van minimaal 1,5 meter. Er zijn uitzonderingen. Overige wateren Wateren, zoals greppels, waarin weliswaar water kan worden vastgehouden, maar van ondergeschikt belang zijn voor het waterbeheer. Deze wateren zijn vanwege het te geringe belang voor het watersysteem niet opgenomen in de legger. Vlakbij de dijk bevinden zich alleen B-wateren en C-wateren. B-wateren hebben een beschermingszone van 1 meter breed. C-water hebben geen beschermingszone. De lozingen vinden plaats op B-wateren aangezien deze zijn ingericht op lokale afvoer. Sommige van deze wateren hebben de status B-min wateren, een speciale categorie in de Alblasserwaard en de Vijfheerenlanden. Deze wateren hebben hetzelfde onderhoudsregime als een B-watergang volgens de legger, zie Tabel 4-3. Water B85-MHE-KA / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 3.0 / 29 augustus /39

28 Tabel 4-3 Onderhoudsplicht per type oppervlaktewaterlichaam (legger WSRL) Status Onderhoudsplichtige Onderhoudsplichten A-wateren Waterschap Gewoon en buitengewoon onderhoud A-wateren gedeeld onderhoud B-wateren Waterschap Aangrenzende eigenaar Aangrenzende eigenaar Gewoon en buitengewoon onderhoud van de slootbodem Gewoon onderhoud van het talud gerekend vanaf de insteek tot de teen van het onderwatertalud Gewoon en buitengewoon onderhoud B-berm wateren Waterschap Gewoon en buitengewoon onderhoud B-min wateren Aangrenzende eigenaar C-wateren Geen n.v.t. C-wateren in de Alblasserwaard en de Vijfheerenlanden Aangrenzende eigenaar Gewoon en buitengewoon onderhoud Gewoon en buitengewoon onderhoud De B-min wateren waarop wordt geloosd dienen te worden veranderd in B-wateren. Dit zal voor onderhoud, schouw en afmetingen niet uitmaken. Dat deze naar B-wateren worden veranderd is van belang om ook in de toekomst de afvoer van deze watergangen te borgen. Water B85-MHE-KA / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 3.0 / 29 augustus /39

29 4.2 Veersedijk Onderlangs de Veersedijk loopt een B-watergang (onderaan langs de Provinciale weg die op palen staat) met enkele Bmin-watergangen parallel aan de huizen. De B- watergang stroomt in de A-watergang richting de afvoer uit het peilvak. In Figuur 4-4 zijn de watergangen weergegeven. Figuur 4-4 Veersedijk: legger van het waterschap. A-watergang = donkerblauw, B- watergang = zeeblauw, Bmin watergangen = donkerbruin en C-watergang = licht blauw De waterontspanners zullen lozen als het kan op de B-watergang. In die gevallen dat het niet kan wordt geloosd op een Bmin-watergang. Water B85-MHE-KA / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 3.0 / 29 augustus /39

30 4.3 Langerak West De watergangen onderlangs het dijkvak bij Langerak West zijn allen Bminwatergangen. Waterontspanners zullen hierop moeten lozen. In Figuur 4-5 zijn de watergangen weergegeven. Figuur 4-5 Langerak West: legger van het waterschap. A-watergang = donkerblauw, B- watergang = zeeblauw, Bmin watergangen = donkerbruin en C-watergangen = licht blauw Ter hoogte van Langerak West aan de buitenzijde van de dijk zijn enkele verontreinigingen in de bodem aanwezig. Deze zijn bekend bij bevoegd gezag aangaande de wet bodembescherming en weergegeven op Figuur 4-6. De locatie Grondwater (en grond) eenvoudig betreft een Industriële locatie (Koyo Europe BV) op Lekdijk 187. Op de locatie zijn diverse onderzoeken en saneringen uitgevoerd. Bij deze saneringen zijn nog restverontreinigingen in de grond en het grondwater achtergebleven, waaronder gechloreerde koolwaterstoffen. Daarom is er nog sprake van een groot risico op een complexe grond- en grondwatersanering. Zie voor nadere informatie het Achtergrondrapport Conditionering. Maatregelen ten aanzien van de dijkverbetering zijn op deze locatie niet noodzakelijk, waardoor de restverontreiniging niet wordt beïnvloed. Water B85-MHE-KA / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 3.0 / 29 augustus /39

31 Figuur 4-6 Historisch bodemonderzoek van Geofox-Lexmond 4.4 Waal Oost In het gebied langs Waal Oost zijn B, Bmin en C wateren te vinden (Figuur 4-7). Het zal situatieafhankelijk zijn waar de waterontspanners op kunnen lozen. Bij voorkeur is dit water groot genoeg om het water te ontvangen (B-water of Bmin-watergang). Figuur 4-7 Waal Oost: legger van het waterschap. A-watergang = donkerblauw, B- watergang = zeeblauw, Bmin-watergangen = donkerbruin en C-watergang = licht blauw Het te versterken deel van Waal Oost ligt volledig in het Milieubeschermingsgebied voor grondwater ten behoeve van de drinkwaterwinning. Het gebied wordt beschermd Water B85-MHE-KA / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 3.0 / 29 augustus /39

32 via de Provinciale Milieuverordening van de provincie Zuid-Holland en bestaat uit drie zones: Waterwingebied = de feitelijke drinkwaterwinning; Grondwaterbeschermingsgebied = de zone rondom het waterwingebied waaruit het grondwater toestroomt naar de winning; Boringsvrije zone = een aanvullende beschermende zone rondom de winning. Het deel AW tot AW273 ligt in de boringsvrije zone. Het laatste deel, AW273 tot AW , ligt in het grondwaterbeschermingsgebied. In onderstaande Figuur 4-8 is het traject Waal Oost ingetekend op het kaart behorende bij de Provinciale Milieuverordening. In rood de lijn van het traject Waal Oost, dijkversterking Schoonhovenseveer Langerak Figuur 4-8 Uitsnede van het Provinciale Milieubeschermingsgebied ten behoeve van drinkwater, met daarin het traject van Waal Oost. In het milieubeschermingsgebied voor grondwater zijn boringen en putten in beginsel verboden. Belangrijk is het verbod op het verrichten van mechanische activiteiten dieper dan 2,5 m-mv. Dit verbod geldt voor de boringsvrije zone en het grondwaterbeschermingsgebied. Voorts gelden vele verboden voor het grondwaterbeschermingsgebied zoals onder andere het verbod op de opslag van olie en gevaarlijke stoffen, het uitvoeren van bouwactiviteiten en het toepassen van bouwstoffen. Alleen onder bepaalde voorwaarden kan ontheffing worden verkregen. Vanuit maatschappelijk belang is Oasen bereid mee te werken aan de gekozen oplossing om de dijk te versterken met de geschetste innovatieve oplossing, mits de risico s geborgd worden. Het is van groot belang dat geen ongewenste precedent werking uitgaat van de voorgenomen aanleg. In het algemeen geldt immers het voorzorgsprincipe en zijn dit type boringen verboden (o.a. brandputten, KWO systemen). Water B85-MHE-KA / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 3.0 / 29 augustus /39

33 5 Effecten van de maatregelen op de omgeving 5.1 Inleiding In de volgende paragrafen wordt ingegaan op de effecten van grondwaterkwantiteit en kwaliteit door een analyse uit te voeren op lozingshoeveelheden en lozingskwaliteit van water op oppervlaktewater. De resultaten van de berekeningen zijn gebaseerd op berekeningen met een geohydrologisch model dat is beschreven in het achtergrondrapport geohydrologie. 5.2 Lozingshoeveelheid van water op oppervlaktewater De poldergebieden werden ingedeeld in twee zones, waarbij de Veersedijk in de westelijke polder afwatert (OVW-064 en OVW-065), en Langerak en Waal Oost beiden in het oostelijke deel afwateren (OVW-052 en een deel van OVW-053). Beide afwateringszones staan afgebeeld in Figuur 5-1. Figuur 5-1 Poldergebieden die zijn onderzocht voor het waterbezwaar (zie achtergrondrapport Geohydrologie) Tabel 5-1 Gegevens ten aanzien van waterontspanningsbronnen per dijkvak Dijkvaknaam Lengte (m) Aantal ontspanners Aantal lozingspunten Veersedijk ca. 5 Langerak West ca. 3 Waal Oost ca. 10 Water B85-MHE-KA / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 3.0 / 29 augustus /39

34 Het achtergrondrapport Geohydrologie bevat nog niet gedetailleerde berekeningen om uitspraken te doen over de wateropgave. Op basis van de stationaire berekening is desondanks een eerste analyse uitgevoerd. Het aantal te plaatsen waterontspanners is nog niet definitief. De berekening is uitgevoerd met een maximum aan bronnen. De verwachting is dat het debiet van het aantal te plaatsen bronnen 75% is van de huidige berekening. Daarnaast heeft de berekening een grote onnauwkeurigheid, verwacht wordt dat de berekening een overschatting van 50% betreft. Voor de Veersedijk wordt een stationair debiet van ongeveer 370 m³/u door de ontspanners afgevoerd, tegenover een polderafwatering van ongeveer stationair 500 m³/u in afwezigheid van de waterontspanners. In aanwezigheid van de waterontspanners verlaagt dit stationaire debiet tot ongeveer 400 m³/u. Dus de waterontspanners verhogen het debiet met 54 % tijdens deze 10 dagen. Gewaardeerd over de hele periode van 10 jaar bedraagt dit echter minder dan 1%. De afvoer van de waterontspanners gaat via de watergang parallel langs de Veersedijk. De berekening ten aanzien van de wateropgave komen desondanks neer op het volgende: voor Langerak en Waal Oost samen, wordt er stationair 260 m³/u afgevoerd door de waterontspanners en stationair 420 m³/u door de polder zonder ontspanners en 350 m³/u met ontspanners. Dus de toename van de polderafwatering bedraagt 45% tijdens deze 10 dagen. Gewaardeerd over de hele periode van 10 jaar bedraagt dit minder dan 1%. De afvoer gaat via circa 10 lozingspunten via afzonderlijke B- watergangen richting de A-watergang langs de Tiendweg. NB. Genoemde debieten zijn gebaseerd op bronnen over het gehele traject en vormen een grove schatting bezien vanuit de worst-case situatie. Een nadere schatting zou in het veld op basis van de werkelijke afvoeren van gemalen, danwel na pompproeven moeten plaatsvinden. 5.3 Lozingskwaliteit van water op oppervlaktewater In Langerak West is sprake van een grondwaterverontreiniging in het kader van de Wet Bodembescherming. Dit is behandeld in het Achtergrondrapport Conditionering. Deze wordt niet beïnvloed door de maatregelen, er worden ter hoogte van deze verontreiniging geen waterontspanners geplaatst. 5.4 Reistijd van waterontspanner tot pomput Oasen In bijlage II is een memo ingevoegd waarin de berekening is weergegeven. Op basis van de berekening wordt geconcludeerd dat het ontwerp in het kader van bescherming van de waterwinbronnen een voldoende lange reistijd borgt (>>330 dagen). Water B85-MHE-KA / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 3.0 / 29 augustus /39

35 5.5 Beoordeling effecten Tijdens hoog water in de Lek neemt de kwel toe. Door het plaatsen van waterontspanners neemt af te voeren water toe. Tabel 5-2 Beoordeling effecten, op basis van een stationaire berekening met een T=10 waterstand in de Lek Gelkenes Noord Langerak Noord Oppervlak polder (m2) Intensiteit toename (m3/d) Intensiteit toename (mm/d) 2,62 1,08 Intensiteit toename (l/s/ha) 0,30 0,13 Volume toename (uitgaande van 10 dagen en 2/3 correctie (m3) Extra peilstijging (10% open water, geen afvoer) (cm) 17,49 7,20 De berekeningen zijn gebaseerd op het geohydrologische model zoals beschreven in Achtergrondrapport Geohydrologie. De berekeningen worden nog nader verfijnd in het kader van het UO (uitvoeringsontwerp) door middel van het uitvoeren van pompproeven. Op basis van deze proeven wordt de geohydrologische berekening opnieuw uitgevoerd met nauwkeurige parameters. Het is de verwachting dat de berekeningen nu een overschatting zijn. De overschatting wordt geschat op 50%. 5.6 Compensatiemaatregelen Toename van kwel dient te worden bepaald aan de hand van een rivierwaterstand die eens in de 10 jaar voorkomt. De extra hoeveelheid water die bij ruimtelijke ingrepen optreedt dient te worden gecompenseerd. Zoveel mogelijk vasthouden in het gebied van de ruimtelijke ingreep, als dat niet lukt bergen, en als laatste afvoeren. De compensatie voor het waterbezwaar dient te worden gevonden in de polders waar het bezwaar optreedt in de vorm van extra berging. Bij het graven van extra berging, dient de locatie te worden afgewerkt met klei (kwelremmende laag). Daarbij dient voorafgaand de uitvoering een milieuhygiënisch bodemonderzoek plaats te vinden. Water B85-MHE-KA / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 3.0 / 29 augustus /39

36 Water B85-MHE-KA / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 3.0 / 29 augustus /39

37 6 Conclusies 6.1 Algemeen Het plaatsen van waterontspanners in de teen van de dijk zorgt voor een stijghoogteverlaging, waardoor de dijk zijn stabiliteit behoudt tijdens hoge rivierwaterstanden. Het gevolg hiervan is dat de kwel versneld wordt afgevoerd voordat de binnenzijde van de dijk macro-instabiel wordt en afschuift. Het kwelwater wordt geloosd op de watergangen in de achterliggende polder. Het betekent dat netto meer water uit de grond naar het oppervlaktewater stroomt ten opzichte van de huidige situatie (waterbezwaar). Het waterschap heeft richtlijnen en eisen op welke wijze het waterbezwaar moet worden bepaald. Daarnaast gelden regels ten aanzien van de (oppervlakte)waterkwaliteit. 6.2 Effecten van de dijkverbetering Het overtollige water dat wordt afgevoerd via de waterontspanners wordt geloosd via vrij verval op het oppervlaktewater. Ten aanzien van het ontwerp is uitgezocht of sprake is van een waterbezwaar als gevolg van de toepassing van waterontspanners. Op basis van de richtlijnen van het waterschap is bepaald hoeveel water uit de waterontspanners stroomt bij een rivierwaterstand die eens in de 10 jaar voorkomt. De berekeningen zijn nog niet uitgebreid genoeg voor het definitief te bepalen waterbezwaar. Het is de verwachting dat bij een T=10 waterstand in de Lek een toename van de hoeveelheid water in de polder zal plaatsvinden. Op basis van de reistijdberekening van waterontspanner tot de pompput van Oasen wordt geconcludeerd dat het ontwerp in het kader van bescherming van de waterwinbronnen een voldoende lange reistijd borgt (>>330 dagen). 6.3 Compenserende maatregelen De compensatie voor het waterbezwaar dient te worden gevonden in de polders waar het bezwaar optreedt in de vorm van extra berging. Het graven van extra berging mag niet leiden tot extra kwel, en zal moeten worden afgewerkt met klei. Water B85-MHE-KA / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 3.0 / 29 augustus /39

38 Water B85-MHE-KA / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 3.0 / 29 augustus /39

39 7 Literatuur en referenties Gemeente Molenwaard, 2013: Gemeentelijk Rioleringsplan (vgrp) Stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater, planperiode , 15 maart Provincie Zuid-Holland, 2007: Grondwaterplan , mei Provincie Zuid-Holland, 2009: Provinciaal Waterplan , 11 november Rijkswaterstaat, 2012: Beheer- en Ontwikkelplan voor de Rijkswateren (BPRW), herziene versie december Rijkswaterstaat, 2014: Waterbase, Waterschap Rivierenland, 2014 (?): Handreiking Watertoets, versie 26 maart. Waterschap Rivierenland, 2009: Keur Rivierenland Waterschap Rivierenland, 2014: Legger Wateren. Waterschap Rivierenland, Peilbesluit Alblasserwaard, 27 november Waterschap Rivierenland, 2012: Richtlijn toetsing kwel en wegzijging, 23 oktober Waterschap Rivierenland, Waterbeheerplan , 30 oktober Water B85-MHE-KA / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 3.0 / 29 augustus /39

40 Water B85-MHE-KA / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 3.0 / 29 augustus /39

41 Colofon Opdrachtgever De Vries & Van de Wiel bv Uitgave Movares Nederland B.V. Daalseplein 100 Postbus GW Utrecht Telefoon Projectnummer RM , Movares Nederland B.V. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Movares Nederland B.V. Water B85-MHE-KA / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 3.0 / 29 augustus /39

42

43 Bijlage I Notitie beheersmaatregelen drinkwaterwingebied Noot: Dit betreft een concept notitie die is opgesteld op basis van gesprekken met Drinkwaterbedrijf Oasen en Omgevingsdienst Haaglanden en dient als inzet voor discussie met waterschap Rivierenland aangaande het nader detailleren van ontwerp en beheer en onderhoud. Ten behoeve van het verbeteren van de sterkte van de dijk op het traject Schoonhovenseveer Langerak (SLA) is gekozen de dijkverbetering uit te voeren met waterontspanners. Dit werk wordt uitgevoerd door middel van het plaatsen van ondiepe verticale putten aangelegd conform de richtlijn BRL 2100 en protocol 2101 in een lint in de teen van de dijk tot een diepte van maximaal NAP -9 m. De waterontspanners worden geplaatst in de Holocene deklaag, met uitzondering van een enkele locatie. Het onderste deel van de waterontspanner wordt uitgerust met een grindhuls waarin het water kan infiltreren. Het bovenste deel dat door de deklaag heen gaat, wordt afgedicht zodat de deklaag weer gesloten is. Het resultaat is een verbinding van de bovenste zandlaag (het holocene zandpakket) met de bovengrond waarmee bij hoge rivierwaterstanden grondwater kan worden afgevoerd. Deze tijdelijke en kortdurende afvoer van grondwater (alleen bij hoge rivierwaterstanden) zorgt voor een vermindering van de grondwaterdruk op het maaiveld waardoor de dijk zijn sterkte behoudt. Het systeem werkt onder vrij verval en loost het overtollige water op een bestaande watergang. Figuur 1.1 Opbouw Waterontspanner Water B85-MHE-KA / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 3.0 / 29 augustus 2014 i

44 Het te versterken deel van Waal Oost (onderdeel van SLA) ligt volledig in het Milieubeschermingsgebied voor grondwater ten behoeve van de drinkwaterwinning. Het gebied wordt beschermd via de Provinciale Milieuverordening van de provincie Zuid-Holland en bestaat uit drie zones: Waterwingebied = de feitelijke drinkwaterwinning Grondwaterbeschermingsgebied = de zone rondom het waterwingebied waaruit het grondwater toestroomt naar de winning Boringsvrije zone = een aanvullende beschermende zone rondom de winning. Het deel AW tot AW273 ligt in de boringsvrije zone. Het laatste deel, AW273 tot AW , ligt in het grondwaterbeschermingsgebied. In figuur 1.2 is het traject Waal Oost ingetekend op de kaart behorende bij de Provinciale Milieuverordening. In rood de lijn van het traject Waal Oost, dijkversterking Schoonhovenseveer Langerak Figuur 1.2 Uitsnede van de provinciale milieuverordening met daarin het traject Waal Oost. De oranje cirkel geeft de locatie aan waar de bronnen mogelijk tot in het Pleistoceen geplaatst worden, vanwege de kortsluiting op deze locatie tussen de watervoerende pakketten van het Holoceen en Pleistoceen. In figuur 1.3 is de Pleistocene laag weergegeven, die zich bevindt op een diepte van NAP -10m. Zie voor een gedetailleerde beschrijving van de bodem het Achtergrondrapport Geotechniek dat hoort bij het opgestelde projectplan Waterwet voor de dijkverbertering Schoonhovenseveer Langerak. Water B85-MHE-KA / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 3.0 / 29 augustus 2014 ii

45 Figuur 1.3 Uitsnede uit geologische kaart van het Holocene pakket die door WZHO, rechtsvoorganger van Oasen, is gemaakt t.b.v. de MER voor de drinkwaterwinning. De Pleistocene laag bevindt zich op een constante diepte van NAP -10m. In het milieubeschermingsgebied voor grondwater zijn boringen en putten in beginsel verboden. Belangrijk is het verbod op het verrichten van mechanische activiteiten dieper dan 2,5 m-mv. Dit verbod geldt voor de boringsvrije zone en het grondwaterbeschermingsgebied. Voorts gelden vele verboden voor het grondwaterbeschermingsgebied zoals onder andere het verbod op de opslag van olie en gevaarlijke stoffen, het uitvoeren van bouwactiviteiten en het toepassen van bouwstoffen. Alleen onder bepaalde voorwaarden kan ontheffing worden verkregen. Vanuit maatschappelijk belang is Oasen bereid mee te werken aan de gekozen oplossing om de dijk te versterken met de geschetste innovatieve oplossing, mits de risico s geborgd worden. Het is daarnaast van groot belang dat geen ongewenste precedent werking uitgaat van de voorgenomen aanleg. M.a.w. dat er geen vrijbrief ontstaat voor soortgelijke boorwerkzaamheden door derden. In het algemeen geldt immers het voorzorgsprincipe en zijn dit type boringen verboden (o.a. brandputten, KWO systemen). Hoe minder boringen en gaten nabij de waterwinning hoe beter. In figuur 1.4 is de schematische weergave van het ontwerp en de uitstroomvoorziening weergegeven. De waterontspanners lozen per groep van ongeveer 6 10 op een verzamelleiding die horizontaal wordt aangelegd in de teen van de dijk boven het maaiveldniveau van de polder. Deze verzamelleiding is verbonden met een uitstroomvoorziening waar tevens het waterniveau in de waterontspanners kan worden geregeld. De uitstroomvoorziening is verbonden met een dichtstbijzijnde watergang via een pijpleiding. De pijpleiding en uitstroomvoorziening worden uitgevoerd met een terugslagklep zodat dat planten en beesten niet kunnen binnendringen. De bovenkant van de uitstroomvoorziening en de waterontspanners worden vergrendeld zodat onbevoegden/derden/particulieren er niet bij kunnen komen. Water B85-MHE-KA / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 3.0 / 29 augustus 2014 iii

46 Het leidingenmateriaal waarmee wordt gewerkt zijn HDPE leidingen. De waterontspanningsputten worden aangelegd met klei-zwelkorrels en grind. De uitstroomvoorziening wordt gemaakt van beton. In Bijlage B Tekeningen.pdf zijn kaarten opgenomen met kadastrale grenzen en de ligging van de waterontspanners, de verzamelleiding en lozingsleidingen naar een watergang. Waal Oost is weergegeven op Deelkader 2B, 3A en 3B. Uitvoeringsaspecten Bij de aanleg van de waterontspanningsbronnen wordt gebruik gemaakt van kleine mobiele werkterreinen. Deze zijn bereikbaar vanaf de op en afritten van de dijk. Uitvoering vindt plaats in een zone tussen 4 10 meter buiten de teen van de dijk. Schadelijke stoffen worden niet gebruikt. Dieselolie wordt in dubbelwandige tanks opgeslagen. Tanks en overige olieachtige producten worden in lekbakken geplaatst. Bij het plaatsen van de bronnen wordt in de nabijheid van woningen gewerkt met relatief licht materieel (rupsvoertuigen). Dit geeft weinig tot geen overlast voor de bewoners. Schade aan de begroeiing (grasmat) wordt voorkomen door het gebruik van rijplaten. In het geval dat schade aan de grasmat toch optreedt wordt deze hersteld. Verder worden er geen wegen, parkeergelegenheden of terreinen gerealiseerd met een intensiteit van meer dan motorvoertuigen per etmaal. Voorafgaand aan het werk wordt een VGM-plan opgesteld waarin de aspecten worden beschreven ten aanzien van veilig werken en werken volgens milieunormen. Het werk wordt uitgevoerd door een aannemer die is gecertificeerd in mechanisch boren, het maken van grondboringen, waterwinputten en bijbehorende diensten. Water B85-MHE-KA / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 3.0 / 29 augustus 2014 iv

47 Waterstand in de dijk Overstorthoogte Afsluiter Beschikbare afregelhoogte Technisch minimum (TM) ivm overstorten sloot/maaiveld Waterstand in de dijk Afsluiter Technisch minimum (TM) ivm overstorten sloot/maaiveld Figuur 1.4 Schematische weergave van de waterontspanner en de uitstroomvoorziening. Boven de situatie waarop de uitstroomvoorziening wordt ingeregeld. Beneden de situatie waarin het waterniveau is gezakt tot een normaal niveau in de Lek. Water B85-MHE-KA / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 3.0 / 29 augustus 2014 v

48 Risico s en beheersmaatregelen ten aanzien van de aanlegfase 1. Risico: Bij de aanleg van de putten kunnen milieuvreemde stoffen in het watervoerend pakket komen. Tijdens de uitvoering van het plaatsen van de waterontspanners is een specialistische aannemer aangesteld. Deze aannemer is ervaren in het plaatsen van boringen voor koude-warmte opslag en plaatst ook bronnen voor drinkwaterwinningen. Hij werkt volgens BRL 2100 en protocol 2101 waarmee wordt geborgd dat tijdens de uitvoering geen stoffen in het grondwaterpakket terecht komen. Zo werkt de aannemer met drinkwater in plaats van slootwater tijdens de uitvoering, en zorgt deze ervoor dat geen gevaarlijke stoffen in de grond terecht komen door ATA gekeurde hulpstoffen te gebruiken. Voorwaarden om te werken worden gegeven in de ontheffing. Oasen is nauw betrokken bij de uitvoering en maakt afspraken met Waterschap Rivierenland en bevoegd gezag over toezicht. 2. Risico: Bij de verbetering van de weerstand van de Lek-bodem (klei) kan vervuilde grond worden gebruikt en kunnen milieuvreemde stoffen in het watervoerend pakket komen. Ophoog- en aanvullingsmaterialen moeten schoon zijn en moeten voldoen aan de eisen van het Besluit bodemkwaliteit. Grond die tijdens de werkzaamheden wordt toegepast dient minimaal van de categorie wonen te zijn. Risico s en beheersmaatregelen ten aanzien van het ontwerp van de waterontspanners 3. Risico: De putten verstoren de inname van de drinkwaterwinning (qua hoeveelheid) De hoeveelheid water dat via de waterontspanners wordt afgevoerd in het gehele traject Waal Oost is rond de m 3 per dag bij een rivierwaterstand die eens in de tien jaar voorkomt. Dit bedraagt 5 tot 10% van de dagproductie van de drinkwaterwinning zelf, die 6 miljoen m 3 drinkwater per jaar levert 1. De waterontspanners werken kortdurend en alleen bij zeer hoge rivierwaterstanden, wanneer er een piek in kwel optreedt. Gevaar voor de drinkwaterwinning qua waterhoeveelheid levert dit daarom niet op. 4. Risico: De bronnen geven een directe toegang tot het watervoerend pakket. Verontreinigingen kunnen direct een risico vormen. In situaties dat de rivier een normaal peil heeft, moet het onmogelijk zijn dat stoffen het grondwaterpakket in komen. In figuur 1.4 is schematisch het ontwerp weergegeven. De afsluitende putdeksels dienen vergrendeld te zijn en duidelijk herkenbaar. De uitstroomvoorziening is ook beveiligd. De uitstroomvoorziening is voorzien van een terugslagklep bij de uitstroom en de stuwregelaar die het uitstroomniveau regelt, zorgen ervoor dat terugstroom niet mogelijk is. 1 Oasen-Artikel.aspx Water B85-MHE-KA / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 3.0 / 29 augustus 2014 vi

49 De waterontspanners worden jaarlijks gecontroleerd op werking en technische staat. In het eerste jaar zal dit vaker plaatsvinden om eventuele gebreken tijdig te kunnen vaststellen en herstellen. Van deze inspecties wordt een rapportage gemaakt ten behoeve van beheerder, bevoegd gezag en Oasen. Een meer frequente schouw op aspecten als afdichting, hygiëne en bijzondere situaties is mogelijk i.o.m. het waterschap. Het waterschap is verantwoordelijk voor een goede werking en de technische staat van de werken. 5. Risico: Vanuit het overstortsysteem stroomt water terug het pakket in bij lage en dalende stijghoogten, met chemische en bacteriologische risico s voor het grondwater. Hiervoor gelden dezelfde zaken als het vorige risico zoals het afdichten van de putten zodat het niet toegankelijk is voor onbevoegden/derden/particulieren. De bronnen worden gecontroleerd op afdichting. Tussen de bron en de uitstroomvoorziening zit een beweegbare schuif waarmee het niveau van de ontspanner kan worden geregeld. Het water stroomt erover heen als het water in de rivier een bepaalde hoogte bereikt. Als de rivierwaterstand zakt zal ook het waterniveau in de dijk en in de put zakken. Het schot vormt de barrière tussen de sloot en de bron, zodat geen water uit de sloot de put in kan stromen. Ter illustratie: het niveau van de overloopschuif bevindt zich op een niveau van NAP 0 tot NAP +2m, afhankelijk van de locatie. Bij Waal-Oost ligt het niveau naar verwachting hoog. Het slootpeil is ca. NAP -1,5 meter. De uitstroomopening ligt vrij boven het slootpeil. De uitstroomvoorziening van de leiding naar de sloot wordt uitgevoerd met een terugslagklep om er zeker van te zijn dat slootwater niet kan terugstromen. Daarnaast is het daarmee ook niet mogelijk dat dieren zich nestelen in de leiding. Hierop dient te worden gecontroleerd. Tussen de waterontspanner en de pompput van Oasen moet een minimale reistijd van 110 dagen zijn, noodzakelijk voor de bescherming van de putten. Dit moet worden bepaald met een veiligheidsfactor van 3 (dus minimaal 330 dagen reistijd) om onzekerheden in de modellering te ondervangen. In een separate memo is beschreven dat middels een berekening is aangetoond dat hieraan wordt voldaan (Bijlage C Memo reistijd van waterontspanner naar puttenveld Langerak.pdf). De waterontspanners in het grondwaterbeschermingsgebied (niet zijnde de boringsvrije zone) worden zo uitgevoerd dat deze onafhankelijk werken van de waterontspanners in de boringsvrije zone. Waterontspanners worden zo uitgevoerd dat in bijzondere situaties het ook mogelijk is water eruit te onttrekken. Bij calamiteiten zoals een niet voorziene vervuiling van buitenaf is het dus altijd mogelijk de bron te bemalen. Bij calamiteiten dient een melding te worden gedaan aan bevoegd gezag en aan Oasen. Samenvattend: de instroom van slootwater heeft derhalve 3 barrières te overwinnen: het peil van de uitstroommond, de terugslagklep en de hoge overloopdrempel. Bij noodsituaties kan er ook water aan de bronnen worden onttrokken. Water B85-MHE-KA / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 3.0 / 29 augustus 2014 vii

50 6. Risico: Het schoonmaken of regenereren van de bronnen gebeurt met ongewenste chemicaliën De uitvoering van het regenereren gebeurt door een erkend boorbedrijf volgens een vastgesteld en door Oasen goedgekeurd protocol. Het gebruik van ongewenste chemicaliën is niet toegestaan aangezien dit gevaar oplevert voor de drinkwaterwinning. De uitvoering van het onderhoud wordt gemeld aan Oasen. Oasen is nauw betrokken bij het onderhoud en maakt afspraken met Waterschap Rivierenland en bevoegd gezag over toezicht. 7. Risico: afspraken omtrent het beheer en onderhoud worden niet nageleefd Waterschap Rivierenland is vergunninghouder en verantwoordelijk voor het uitvoeren van beheer en onderhoud. Op de naleving van de vergunningvoorschriften, waaronder voorschriften met betrekking tot beheer en onderhoud, wordt toegezien door de afdeling handhaving van de Omgevingsdienst van de Provincie Zuid-Holland. Bij nietnaleving worden handhavingsinstrumenten ingezet. Oasen wenst de afspraken omtrent het beheer en onderhoud afzonderlijk met Waterschap Rivierenland te maken en vast te leggen. 8. Risico: kosten voor beheer en toezicht zijn onevenredig groot voor Oasen Het waterschap is beheerder van de waterontspanners. Oasen heeft een zeer duidelijk belang bij de juiste naleving van de vergunningseisen, en is nauw betrokken bij toezicht. Waterschap Rivierenland en Oasen maken afspraken over activiteiten en verrekening van kosten en leggen deze vast in een overeenkomst. 9. Risico: Het verlenen van een ontheffing voor het plaatsen van de waterontspanners in het milieubeschermingsgebied voor grondwater ten behoeve van de drinkwaterwinning door Oasen zorgt voor precedentwerking voor diepe boringen ten behoeve van andere activiteiten. 9.1 Maatschappelijk belang De Omgevingsdienst Haaglanden heeft namens de Provincie Zuid-Holland beleid gemaakt voor het afwegen van wel of niet ontheffing verlenen voor activiteiten in het Milieubeschermingsgebied. Belangrijke basis voor dit beleid is de verdringingreeks, zie figuur 1.5. De verdringingsreeks is opgenomen in het Nationale Waterplan en het Provinciale Waterhuishoudingsplan van de provincie Zuid-Holland. Water B85-MHE-KA / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 3.0 / 29 augustus 2014 viii

51 Figuur 1.5 Verdringingsreeks (bron: Factsheet verdringingsreeks) De verdringingsreeks bepaalt welk maatschappelijk belang boven het ander gaat in geval van schaarste. Hierin wordt gesteld dat de stabiliteit van waterkeringen boven het belang gaat van de drinkwatervoorziening. In het gebied van de drinkwaterwinning Langerak is zoet water van groot belang. Door de gekozen oplossing van de waterontspanners in de teen van de dijk ontstaat concurrentie voor dit zoet water pakket. Niet zozeer voor de hoeveelheid als wel voor de mogelijke vervuiling ervan. 9.2 Geen ander redelijk alternatief Alternatieven voor de gekozen oplossing voor dijkversterking zijn minder eenvoudig te realiseren, onevenredig duur en met mogelijk nog grotere impact op de omgeving. Het plaatsen van steunbermen om de sterkte van de dijk te realiseren zijn landschappelijk ingrijpend. Mogelijk zouden hiervoor woningen moeten worden geamoveerd. Het inbrengen van damwanden gaat gepaard met veel uitvoeringshinder en ook de andere bodemtechnieken veroorzaken in ieder geval enige uitvoeringshinder. De bodemtechnieken grijpen allemaal op een of andere manier in in het grondwatersysteem in het Milieubeschermingsgebied voor grondwater zoals verankeringen van de dijk, mixed-in-place technieken, zware bentoniet kwelschermen en damwanden. Met het kiezen voor waterontspanners is niet automatisch alles geoorloofd. Strenge regels gelden ten aanzien van de uitvoering van de werkzaamheden tijdens het plaatsen en de werking van de uiteindelijk geplaatste waterontspanners. Voorkomen moet worden dat het drinkwaterwingebied vervuilt raakt met invloeden van buitenaf. Zie hiervoor de voorgaande risico s en de bijgevoegde beheersmaatregelen. Voor bronnen voor andere toepassingen zoals de koude en warmte opslag of brandputten bestaan wel redelijke alternatieven zoals zonnepanelen en het gebruik van drinkwater. 9.3 De waterontspanners worden geplaatst in het holocene zandpakket De winning van Oasen vindt plaats in het pleistocene zandpakket, op een diepte van 16 meter beneden maaiveld of dieper. Het pleistocene zandpakket wordt afgesloten door een scheidende laag, waarboven het holocene zand zit. De holocene zandlaag wordt afgesloten door een bovenste laag klei op veen. De deklaag betreft de laag tussen maaiveld en het pleistocene zand. Met het plaatsen van de waterontspanners wordt de deklaag doorboord. Het laagste punt van de waterontspanners is 9 meter Water B85-MHE-KA / Proj.nr. RM / Vrijgegeven / Versie 3.0 / 29 augustus 2014 ix

Bijlage A Waterontspanners in het drinkwaterwingebied van Oasen

Bijlage A Waterontspanners in het drinkwaterwingebied van Oasen Bijlage A Waterontspanners in het drinkwaterwingebied van Oasen Ten behoeve van het verbeteren van de sterkte van de dijk op het traject Schoonhovenseveer Langerak (SLA) is gekozen de dijkverbetering uit

Nadere informatie

NOTITIE WATER. Aanleiding. Opdrachtgever GEM Benedenveer BV io Contactpersoon De heer J. Luykx Werknummer 1407G489 Datum 27 februari 2015

NOTITIE WATER. Aanleiding. Opdrachtgever GEM Benedenveer BV io Contactpersoon De heer J. Luykx Werknummer 1407G489 Datum 27 februari 2015 NOTITIE WATER Project Plaats Sliedrecht Opdrachtgever GEM Benedenveer BV io Contactpersoon De heer J. Luykx Werknummer 1407G489 Datum 27 februari 2015 Aanleiding Het voornemen is om op een braakliggend

Nadere informatie

Vragen: Gaat het plan uitsluitend over functiewijziging van bestaande bebouwing zonder fysieke aanpassingen van de bebouwing en de ruimte?

Vragen: Gaat het plan uitsluitend over functiewijziging van bestaande bebouwing zonder fysieke aanpassingen van de bebouwing en de ruimte? datum 24-7-2014 dossiercode 20140724-9-9338 Samenvatting In deze paragraaf worden puntgewijs de resultaten van de toetsing samengevat. Tekenen: Heeft u een toetslaag geraakt? In welke gemeente ligt uw

Nadere informatie

Waterhuishouding bouwkavel Merwededijk, sectie F 4137, Gorinchem

Waterhuishouding bouwkavel Merwededijk, sectie F 4137, Gorinchem Waterhuishouding bouwkavel Merwededijk, sectie F 4137, Gorinchem Status: definitief Datum: 23 februari 2012 INHOUDSOPGAVE 1. Waterhuishouding... 3 1.1 Beleid Waterschap Rivierenland... 3 1.2 Veiligheid...

Nadere informatie

Zoals aangegeven zijn de gemeente Lelystad en het havenbedrijf Amsterdam de ontwikkelaars van het bedrijventerrein.

Zoals aangegeven zijn de gemeente Lelystad en het havenbedrijf Amsterdam de ontwikkelaars van het bedrijventerrein. Notitie Contactpersoon Jeroen Lasonder Datum 24 mei 2013 Kenmerk N008-1213242JLO-gdj-V022 Flevokust: Watertoets 1 Inleiding De gemeente Lelystad en Havenbedrijf Amsterdam ontwikkelen samen bedrijventerrein

Nadere informatie

Achtergrondrapport Grondzaken en overeenkomsten

Achtergrondrapport Grondzaken en overeenkomsten Achtergrondrapport Grondzaken en overeenkomsten Dijkverbetering Schoonhovenseveer - Langerak 29 augustus 2014- Versie 3.0 Autorisatieblad Achtergrondrapport Grondzaken en overeenkomsten Dijkverbetering

Nadere informatie

Watervergunning Z43841/O82403

Watervergunning Z43841/O82403 Watervergunning Z43841/O82403 Aanvraag Het dagelijks bestuur van Waterschap De Dommel heeft op 24 februari 2017 een aanvraag ontvangen van Ruimte voor Ruimte CV, Magistratenlaan 138, 5223MB te 's-hertogenbosch.

Nadere informatie

Op basis van de door u verstrekte informatie zijn de volgende wateraspecten van belang in het plangebied.

Op basis van de door u verstrekte informatie zijn de volgende wateraspecten van belang in het plangebied. datum 6-3-2015 dossiercode 20150306-9-10557 Uitgangspuntennotitie WSRL U heeft een digitale watertoets uitgevoerd via de website www.dewatertoets.nl. Op basis van deze toets volgt u de normale watertoetsprocedure.

Nadere informatie

Legger Wateren. tekstuele deel

Legger Wateren. tekstuele deel Legger Wateren tekstuele deel januari 2015 Inhoud Bepalingen Legger Wateren 5 1. Algemene bepalingen 5 Artikel 1. Begripsomschrijvingen 5 2. Onderhoudsplichtigen 6 Artikel 2.1. Onderhoudsplichtigen van

Nadere informatie

omschrijving wijziging:

omschrijving wijziging: 5.14 Het (ver)graven van (nieuwe) oppervlaktewaterlichamen Wijziging beleidsregel: Zaaknr. Datum vastgesteld: omschrijving wijziging: Kader Keur Deze beleidsregel gaat over keurartikel 3.2 onder 1, 2 en

Nadere informatie

E u r o p e e s w a t e r b e l e i d N a t i o n a a l W a t e r b e l e i d

E u r o p e e s w a t e r b e l e i d N a t i o n a a l W a t e r b e l e i d B i j l a g e 1 : Beleidskader water Europees waterbeleid Kaderrichtlijn Water (KRW) De kaderrichtlijn Water richt zich op de bescherming van landoppervlaktewater, overgangswater, kustwater en grondwater.

Nadere informatie

: gemeente Heerde : Evert de Lange : Rob Boshouwers (DHV), Jasper Timmer (Waterschap Veluwe)

: gemeente Heerde : Evert de Lange : Rob Boshouwers (DHV), Jasper Timmer (Waterschap Veluwe) ogo MEMO Aan Van Kopie Dossier Project Betreft : gemeente Heerde : Evert de Lange : Rob Boshouwers (DHV), Jasper Timmer (Waterschap Veluwe) : BA7950-100-100 : Bedrijventerrein Wapenveld Noord : Watertoetsnotitie

Nadere informatie

Vigerend beleid voor ruimtelijke onderbouwingen

Vigerend beleid voor ruimtelijke onderbouwingen B i j l a g e 2 : G e l d e n d w a t e r b e l e i d Vigerend beleid voor ruimtelijke onderbouwingen Inhoudsopgave Vigerend beleid voor ruimtelijke onderbouwingen 1 Inhoudsopgave 1 1 Europees Waterbeleid

Nadere informatie

Het waterbeleid van de provincie Limburg is beschreven in het Provinciaal Waterplan Limburg, dd. 20 november 2009.

Het waterbeleid van de provincie Limburg is beschreven in het Provinciaal Waterplan Limburg, dd. 20 november 2009. Memo Ter attentie van Project management Den Dekker B.V. Datum 03 januari 2013 Distributie Projectnummer 111850-01 Onderwerp Parkeerterrein Jumbo Heythuysen Geachte heer Bosman, 1 WATERBELEID Het streven

Nadere informatie

primaire, secundaire en tertiaire watergangen.

primaire, secundaire en tertiaire watergangen. WATERTOETS Beleidskader Het beleid van het Rijk, de provincie Utrecht, het waterschap HDSR en de gemeente Utrecht is gericht op een duurzaam en robuust waterbeheer. Bij ruimtelijke ontwikkelingen dienen

Nadere informatie

Watervergunning. Datum 15 mei Zaaknummer 11154

Watervergunning. Datum 15 mei Zaaknummer 11154 Watervergunning Voor het aanpassen van de waterhuishouding t.b.v. de uitbreiding van de carpoolvoorziening op de locatie Streektransferium Linielanding te Nieuwegein Datum 15 mei 2017 Zaaknummer 11154

Nadere informatie

5.15 Het (ver)graven van (nieuwe) watergangen. Kader

5.15 Het (ver)graven van (nieuwe) watergangen. Kader 5.15 Het (ver)graven van (nieuwe) watergangen Kader Keur Deze beleidsregel gaat over keurartikel 3.2 Zonder vergunning van het bestuur is het verboden waterkeringen en oppervlaktewaterlichamen (met inbegrip

Nadere informatie

Water in Tiel. 1 Naast regionale wateren die in beheer zijn bij de waterschappen, zijn er rijkswateren (de hoofdwateren

Water in Tiel. 1 Naast regionale wateren die in beheer zijn bij de waterschappen, zijn er rijkswateren (de hoofdwateren Water in Tiel Waterbeleid Tiel en Waterschap Rivierenland Water en Nederland zijn onafscheidelijk. Eigenlijk geldt hetzelfde voor water en Tiel, met de ligging langs de Waal, het Amsterdam Rijnkanaal en

Nadere informatie

In de directe omgeving van de Ir. Molsweg is geen oppervlaktewater aanwezig.

In de directe omgeving van de Ir. Molsweg is geen oppervlaktewater aanwezig. Waterparagraaf Algemeen Huidige situatie De Ir. Molsweg tussen de Pleijweg en de Nieland bestaat uit een enkele rijbaan met twee rijstroken. Via een rotonde sluit de Ir. Molsweg aan op de Nieland. De rijbaan

Nadere informatie

Visie Water en Ruimtelijke Ontwikkeling bijlage 1

Visie Water en Ruimtelijke Ontwikkeling bijlage 1 Visie Water en Ruimtelijke Ontwikkeling bijlage 1 Kaarten Waterbelangen DM: 303052 1 Wateropgaven 2015 / 2027 Kaart 1. Gebieden met een WB21 wateropgave In 2005 is een studie wateropgave uitgevoerd (conform

Nadere informatie

17 Peilafwijking 17.1 Inleiding

17 Peilafwijking 17.1 Inleiding 17 Peilafwijking 17.1 Inleiding Rijnland is als waterbeheerder verantwoordelijk voor het beheer van het waterpeil. In peilbesluiten legt Rijnland vast welk peil in het betreffende gebied door Rijnland

Nadere informatie

Rapportage watertoets

Rapportage watertoets BIJLAGE 1 Rapportage watertoets Waterparagraaf Herinvulling locatie aan de Wjitteringswei te Aldeboarn projectnr. 176812 revisie D0 augustus 2008 Opdrachtgever Dr. S. Weidenaar It Rak 1 8406 EX Tijnje

Nadere informatie

Watervergunning. Datum 29 augustus Zaaknummer 11584

Watervergunning. Datum 29 augustus Zaaknummer 11584 Watervergunning Voor het hebben van een tijdelijke gedeeltelijke verondieping in een tertiair oppervlaktewaterlichaam (=natuursloot) op de locatie achter Meije 89 te Bodegraven Datum 29 augustus 2017 Zaaknummer

Nadere informatie

Bijlage: Detailopmerkingen op waterhuishoudingsplan Pagina Opmerking Voorstel

Bijlage: Detailopmerkingen op waterhuishoudingsplan Pagina Opmerking Voorstel Bijlage: Detailopmerkingen op waterhuishoudingsplan Pagina Opmerking Voorstel blz. 10, 4 e alinea blz. 10, 5 e alinea, laatste zin blz. 19, 5 e alinea blz. 21, 2 e alinea blz. 21, 3 e alinea blz. 22, onder

Nadere informatie

Bijlage 5 Wateradvies Wetterskip

Bijlage 5 Wateradvies Wetterskip vastgesteld bestemmingsplan West-Terschelling West Aletalaan fase 4 Gemeente Terschelling Projectnummer 250651 Bijlage 5 Wateradvies Wetterskip blad 259 van 381 Ruimtelijke Ordening - Oranjewoud WFN1215886

Nadere informatie

In deze notitie wordt de bepaling van de waterbergingsopgave toegelicht en wordt aangegeven hoe deze ingevuld kan worden.

In deze notitie wordt de bepaling van de waterbergingsopgave toegelicht en wordt aangegeven hoe deze ingevuld kan worden. Notitie Referentienummer Kenmerk 190509/Ack 277242 Betreft Waterbergingsopgave Hogewegzone Concept d.d. 19 mei 2009 1 Inleiding De Hogewegzone in de gemeente Amersfoort wordt de komende jaren vernieuwd.

Nadere informatie

Watervergunning. Datum 27 september Zaaknummer 16570

Watervergunning. Datum 27 september Zaaknummer 16570 Watervergunning Voor het dempen, graven en verbreden van (een) watergang(en) en het aanleggen van plasbermen op de locatie bij Heeswijk 120 in Montfoort Datum 27 september 2017 Zaaknummer 16570 Poldermolen

Nadere informatie

Integraal Waterplan Haarlem. Erhard Föllmi afd. OGV/SZ 17 sept. 2014

Integraal Waterplan Haarlem. Erhard Föllmi afd. OGV/SZ 17 sept. 2014 Integraal Waterplan Haarlem Erhard Föllmi afd. OGV/SZ 17 sept. 2014 Inhoud presentatie 1. Enkele begrippen 2. Waterplan Haarlem Aanleiding en doel Gerealiseerde maatregelen Actualisatie Geplande maatregelen

Nadere informatie

Code: 20101103-39-2671 Datum: 2010-11-03

Code: 20101103-39-2671 Datum: 2010-11-03 Bijlage 1: Digitale Watertoets Waterschap Hollandse Delta, d.d. 3 november 2010 Code: 20101103-39-2671 Datum: 2010-11-03 Deze uitgangspuntennotitie bevat de waterhuishoudkundige streefbeelden, strategieen

Nadere informatie

Waterhuishouding en riolering Groot Zonnehoeve

Waterhuishouding en riolering Groot Zonnehoeve Waterhuishouding en riolering Groot Zonnehoeve Inleiding Dit document is opgesteld als vervolg en update van de analyse van de waterhuishouding, opgesteld in januari 2008. Toen is geconstateerd dat de

Nadere informatie

Toelichting partiële herziening peilbesluit Oude Polder van Pijnacker - peilgebied OPP XIII

Toelichting partiële herziening peilbesluit Oude Polder van Pijnacker - peilgebied OPP XIII Toelichting partiële herziening peilbesluit Oude Polder van Pijnacker - peilgebied OPP XIII Versie 13 april 2018 M.W. Näring, MSc (Hoogheemraadschap van Delfland) 1 Inleiding Het beheergebied van Delfland

Nadere informatie

Projectplan Kadeverbetering Trekkade (111_1b) gemeente Vlaardingen

Projectplan Kadeverbetering Trekkade (111_1b) gemeente Vlaardingen Projectplan Kadeverbetering Trekkade (111_1b) gemeente Vlaardingen Opsteller: M. van Amelsvoort Status: Definitief Projectfase: Projectnummer: Realisatiefase 701806 Datum: 17 juni 2015 Kopie: Archief Projectleider

Nadere informatie

Note / Memo. Wateropgave windmolenpark Hattemerbroek

Note / Memo. Wateropgave windmolenpark Hattemerbroek Note / Memo HaskoningDHV Nederland B.V. Water To: Wessel Doorn (Waterschap Vallei en Veluwe) From: Ronald Westein Date: 18 October 2016 Copy: Mark Groen (RHDHV), Wouter Verweij (Bosch & van Rijn) Our reference:

Nadere informatie

Beleidsregels 'Compensatie verhardingstoename' en 'Alternatieve vormen van waterberging'

Beleidsregels 'Compensatie verhardingstoename' en 'Alternatieve vormen van waterberging' Beleidsregels 'Compensatie verhardingstoename' en 'Alternatieve vormen van waterberging' Auteurs K.S. Bruin-Baerts Registratienummer 14.38137 Versie 9 Status Ontwerp Afdeling Watersystemen Beleidsregels

Nadere informatie

Ontwerp Projectplan Waterwet versie 3.1

Ontwerp Projectplan Waterwet versie 3.1 Ontwerp Projectplan Waterwet versie 3.1 Dijkverbetering Schoonhovenseveer Langerak (SLA) Colofon Gegevens: Betreft: Document nummer: Ontwerp Projectplan Waterwet B85-MHE-KA-1400349 Versie: 3.1 Datum:

Nadere informatie

Hydrologische berekeningen EVZ Ter Wisch

Hydrologische berekeningen EVZ Ter Wisch Hydrologische berekeningen EVZ Ter Wisch Inleiding In deze notitie worden verscheidene scenario s berekend en toegelicht ter ondersteuning van de bepaling van inrichtingsmaatregelen voor de EVZ Ter Wisch.

Nadere informatie

2 Bruggen en andere volledige overkluizingen

2 Bruggen en andere volledige overkluizingen 2 Bruggen en andere volledige overkluizingen 2.1 Inleiding Een brug is een verbinding tussen twee percelen, die door een watergang van elkaar worden gescheiden. Een brug vormt een volledige overkluizing

Nadere informatie

Verdroging: tegen gaan van verdroging in het algemeen door beperken van verharding, ruimte voor infiltratie, hydrologisch neutraal ontwikkelen etc.

Verdroging: tegen gaan van verdroging in het algemeen door beperken van verharding, ruimte voor infiltratie, hydrologisch neutraal ontwikkelen etc. WATERTOETSPROCES Globale checklist waterbelangen in de ruimtelijke ordening Bij het watertoetsproces let het waterschap op alle wateraspecten. Doorgaans krijgen het voorkomen van wateroverlast en de zorg

Nadere informatie

Watervergunning. Voor het leggen van een coaxkabel middels een boogzinker onder een primaire watergang op de locatie Voordorpsedijk 35 in Groenekan

Watervergunning. Voor het leggen van een coaxkabel middels een boogzinker onder een primaire watergang op de locatie Voordorpsedijk 35 in Groenekan Watervergunning Voor het leggen van een coaxkabel middels een boogzinker onder een primaire watergang op de locatie Voordorpsedijk 35 in Groenekan Datum 4 juli 2017 Zaaknummer 13832 Poldermolen 2 Postbus

Nadere informatie

Notitie. Watertoets Westkanaalweg Ter Aar. 1 Inleiding. 1.1 Aanleiding. 1.2 Procedure

Notitie. Watertoets Westkanaalweg Ter Aar. 1 Inleiding. 1.1 Aanleiding. 1.2 Procedure Notitie Contactpersoon mw. ing. M. (Megan) Bijl Datum 22 september 2008 Kenmerk N001-4586492MBY-efm-V01-NL 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Matrix Bouw is voornemens langs de Westkanaalweg in Ter Aar woningen,

Nadere informatie

Toelichting partiële herziening peilbesluit Oude en Nieuwe Broekpolder - peilgebied ONP V

Toelichting partiële herziening peilbesluit Oude en Nieuwe Broekpolder - peilgebied ONP V Toelichting partiële herziening peilbesluit Oude en Nieuwe Broekpolder - peilgebied ONP V Versie 13 april 2018 M.W. Näring, MSc (Hoogheemraadschap van Delfland) 1 Inleiding Het beheergebied van Delfland

Nadere informatie

1. INLEIDING 1.1 ALGEMEEN. 1.2 DE WATERTOETS. NOTITIE

1. INLEIDING 1.1 ALGEMEEN. 1.2 DE WATERTOETS. NOTITIE NOTITIE Onderwerp : Waterparagraaf Opdrachtgever : Gemeente Nederweert Projectnummer : NDW-041-01 Projectomschrijving : Carpoolplaats Nederweert Opgesteld door : ing. R. Peeters Paraaf: Datum : 13 juli

Nadere informatie

Waterparagraaf Heistraat Zoom

Waterparagraaf Heistraat Zoom Waterparagraaf Heistraat Zoom In Zeelst aan de Heistraat is een ontwikkeling gepland. Voor deze ontwikkeling dient een omgevingsvergunning te worden opgesteld waarvan deze waterparagraaf onderdeel uit

Nadere informatie

Memo. Plaats en datum Referentienummer Kenmerk Houten, 20 juli 2011 PN

Memo. Plaats en datum Referentienummer Kenmerk Houten, 20 juli 2011 PN Memo Plaats en datum Referentienummer Kenmerk Houten, 20 juli 2011 PN 307938 Aan Macéka Vastgoed t.a.v. De heer M.M. Boerse Amsterdamsestraatweg 41 Postbus 560 3740 AN Baarn Kopie aan Van Ir. J.W. Bronkhorst

Nadere informatie

Conserverend Drijber, 8 nieuwe woningen

Conserverend Drijber, 8 nieuwe woningen WATERTOETSDOCUMENT Conserverend Drijber, 8 nieuwe woningen Doel en inhoud van het document Het watertoetsdocument is opgesteld op basis van het door u op 20 mei 2010 ingediende digitale formulier. Op 6

Nadere informatie

4 Duikers 4.1 Inleiding

4 Duikers 4.1 Inleiding 4 Duikers 4.1 Inleiding Een duiker is een constructie die watergangen door een grondlichaam heen met elkaar verbindt. Een duiker zorgt ervoor dat water van de ene kant van het grondlichaam naar de andere

Nadere informatie

Ecologische verbindingszone Omval - Kolhorn

Ecologische verbindingszone Omval - Kolhorn Ecologische verbindingszone Omval - Kolhorn Watertoets Definitief Provincie Noord Holland Grontmij Nederland B.V. Alkmaar, 11 december 2009 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 4 2 Inrichting watersysteem...

Nadere informatie

NOT a 12 september 2013 Water Bij elke ruimtelijke ontwikkeling is het opstellen van een waterparagraaf verplicht gesteld, mede in relatie

NOT a 12 september 2013 Water Bij elke ruimtelijke ontwikkeling is het opstellen van een waterparagraaf verplicht gesteld, mede in relatie NOT01-0252596-01a 12 september 2013 Water Bij elke ruimtelijke ontwikkeling is het opstellen van een waterparagraaf verplicht gesteld, mede in relatie tot de watertoets. In deze notitie wordt verwoord

Nadere informatie

Berekening hwa-riool Oranjebuurt te Riel

Berekening hwa-riool Oranjebuurt te Riel Berekening hwa-riool Oranjebuurt te Riel Gemeente Goirle projectnr. 219713 revisie 3.0 12 juli 2010 Opdrachtgever Gemeente Goirle Afdeling Realisatie en beheer Postbus 17 5050 AA Goirle datum vrijgave

Nadere informatie

5.18. Grondwateronttrekkingen. Kader

5.18. Grondwateronttrekkingen. Kader 5.18. Grondwateronttrekkingen Kader Inleiding In de Waterwet (art 6.5.b) is aangegeven dat het waterschap het bevoegd gezag is voor het onttrekken en infiltreren van grondwater. Uitzondering vormt een

Nadere informatie

Toetsing peilafwijkingen IJsselmonde-Oost en Zwijndrechtse Waard. (behorend bij ontwerp peilbesluit IJsselmonde-Oost en Zwijndrechtse Waard)

Toetsing peilafwijkingen IJsselmonde-Oost en Zwijndrechtse Waard. (behorend bij ontwerp peilbesluit IJsselmonde-Oost en Zwijndrechtse Waard) Toetsing peilafwijkingen IJsselmonde-Oost en Zwijndrechtse Waard (behorend bij ontwerp peilbesluit IJsselmonde-Oost en Zwijndrechtse Waard) Instemming Dijkgraaf en Heemraden met ontwerp peilbesluit (voor

Nadere informatie

B3.1. Normstelling en relevant beleid waterbeheer

B3.1. Normstelling en relevant beleid waterbeheer B3.1. Normstelling en relevant beleid waterbeheer Europees beleid De Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) is sinds 2000 van kracht en schrijft voor dat vanaf 2015 alle waterlichamen een "goede ecologische

Nadere informatie

12 Hemelwateruitlaat of riooloverstort

12 Hemelwateruitlaat of riooloverstort 12 Hemelwateruitlaat of riooloverstort 12.1 Inleiding Gemeenten hebben de taak om hemelwater en afvalwater in te zamelen. Het hemelwater wordt steeds vaker opgevangen in een separaat hemelwaterriool. Vanuit

Nadere informatie

1 Inleiding. Gemeente Diemen. de heer R. den Ouden. M. Tobé. Waterhuishouding Sportpark Diemen

1 Inleiding. Gemeente Diemen. de heer R. den Ouden. M. Tobé. Waterhuishouding Sportpark Diemen Aan Gemeente Diemen T.a.v. de heer R. den Ouden Van M. Tobé Betreft Waterhuishouding Sportpark Diemen Projectnummer M15B0269 Behandeld door Max Tobé E max.tobe@mwhglobal.com T 015 751613 1 Inleiding De

Nadere informatie

Projectplan Capaciteitsverhoging gemaal Ypenburg, gemeente Den Haag

Projectplan Capaciteitsverhoging gemaal Ypenburg, gemeente Den Haag Projectplan Capaciteitsverhoging gemaal Ypenburg, gemeente Den Haag Opsteller: E. Jansens Molenaar Status: Definitief Projectfase: Projectnummer: Besteksfase 701897 Datum: 29 augustus 2016 Datum: 29 augustus

Nadere informatie

Projectplan verdrogingsbestrijding Empese en Tondense Heide D e f i n i t i e f

Projectplan verdrogingsbestrijding Empese en Tondense Heide D e f i n i t i e f Projectplan verdrogingsbestrijding Empese en Tondense Heide D e f i n i t i e f 26 juni 2013 1 1 Projectbeschrijving 1.1 Wat wordt aangelegd of gewijzigd? Zowel binnen als buiten het natuurgebied Empese

Nadere informatie

izlzotb Leeuwarden, 21 januari 2016 Bijlage(n): 1

izlzotb Leeuwarden, 21 januari 2016 Bijlage(n): 1 ( ^ W E T T E R S K F R V S l_ Â N Gemeente Tytsjerksteradiel T.a.v. mevr. T. Bergsma Raadhuisweg 7 9251GH BURGUM izlzotb Leeuwarden, 21 januari 2016 Bijlage(n): 1 Ons kenmerk: WFN1600855 Tel: 058-292

Nadere informatie

Watertoets De Cuyp, Enkhuizen

Watertoets De Cuyp, Enkhuizen Watertoets De Cuyp, Enkhuizen Definitief Bouwfonds Ontwikkeling Grontmij Nederland B.V. Alkmaar, 6 april 2009 Verantwoording Titel : Watertoets De Cuyp, Enkhuizen Subtitel : Projectnummer : 275039 Referentienummer

Nadere informatie

Projectplan Waterwet

Projectplan Waterwet Projectplan Waterwet Dijkverbetering Schoonhovenseveer Langerak (SLA) Colofon Gegevens: Betreft: Document nummer: Projectplan Waterwet B85-MHE-KA-1400349 Versie: 4.0 Datum: 23 januari 2015 Project: Realiseren

Nadere informatie

Beleidsregels voor dempingen

Beleidsregels voor dempingen Beleidsregels voor dempingen Doel De notitie Ontheffingenbeleid keur Wetterskip Fryslân geeft inhoud aan de uitwerking van beleid en beleidsregels die toegepast worden bij de beoordeling van ontheffingsaanvragen

Nadere informatie

Richtlijn versus maatwerkberekening

Richtlijn versus maatwerkberekening Memo DM 1063841 Aan: Peter Van Hoof [peter@vanhoof-watermanagement.nl] Van: HDSR Datum: 23 juni 2016 Onderwerp: Notitie maatwerkberekening Vierde Kwadrant Kockengen In deze memo heeft het waterschap een

Nadere informatie

Watervergunning. Voor het uitbreiden van een steiger op de locatie Frederik Hendrikstraat 106 in Utrecht. Datum 16 juni 2017.

Watervergunning. Voor het uitbreiden van een steiger op de locatie Frederik Hendrikstraat 106 in Utrecht. Datum 16 juni 2017. Watervergunning Voor het uitbreiden van een steiger op de locatie Frederik Hendrikstraat 106 in Utrecht Datum 16 juni 2017 Zaaknummer 13429 Poldermolen 2 Postbus 550 3990 GJ Houten T (030) 634 57 00 post@hdsr.nl

Nadere informatie

Achtergrondrapport Water

Achtergrondrapport Water Achtergrondrapport Water Spooruitbreiding Utrecht-Centraal - Leidsche Rijn 9 december 2014- Versie 1.0 Inhoudsopgave 1 Inleiding 2 1.1 Spooruitbreiding Utrecht Centraal Amsterdam-Rijnkanaal 2 1.2 Leeswijzer

Nadere informatie

Aanvullend toetsingskader vergunningverlening Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard

Aanvullend toetsingskader vergunningverlening Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard Aanvullend toetsingskader vergunningverlening Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard Status Definitief Versie 1.1 Vastgesteld door college van dijkgraaf en hoogheemraden in de vergadering

Nadere informatie

Watervergunning. Voor het aanleggen van een kunstgrasveld en een tijdelijke dam met duiker op de locatie Sportpark De Paperclip in Vleuten

Watervergunning. Voor het aanleggen van een kunstgrasveld en een tijdelijke dam met duiker op de locatie Sportpark De Paperclip in Vleuten Watervergunning Voor het aanleggen van een kunstgrasveld en een tijdelijke dam met duiker op de locatie Sportpark De Paperclip in Vleuten Datum 17 mei 2017 Zaaknummer 12440 Poldermolen 2 Postbus 550 3990

Nadere informatie

Toelichting. beleid dempen sloten. (landelijk gebied)

Toelichting. beleid dempen sloten. (landelijk gebied) Bijlage 4 Toelichting beleid dempen sloten (landelijk gebied) Inleiding Doel van het dempingenbeleid is het waarborgen van de bestaande goede wateraanvoer en waterafvoer in het landelijk gebied en het

Nadere informatie

B i j l a g e 1 : W a t e r a d v i e s

B i j l a g e 1 : W a t e r a d v i e s B i j l a g e 1 : W a t e r a d v i e s \A/E-T-TERSKIP FRYSLÂN BügelHajema Adviseurs T.a.v. de heer P.W. Rienstra Balthasar Bekkerwei 76 B9T4 BE LEEUWARDEN Leeuwarden, rr meil zor5 Bijlage(n): Ons kenmerk:

Nadere informatie

5 Graven van oppervlaktewater 5.1 Inleiding

5 Graven van oppervlaktewater 5.1 Inleiding 5 Graven van oppervlaktewater 5.1 Inleiding Onder graven van oppervlaktewater verstaat Rijnland alle activiteiten waardoor de hoeveelheid water toemt. Voorbeelden van het graven van water zijn: verbreden

Nadere informatie

ONTWERP-PROJECTPLAN WATERWET ex art. 5.4 Waterwet

ONTWERP-PROJECTPLAN WATERWET ex art. 5.4 Waterwet ONTWERP-PROJECTPLAN WATERWET ex art. 5.4 Waterwet Datum: 10 februari 2016 Kenmerk: 201600150 Onderwerp: ontwerp-projectplan voor de realisatie van maatregelen ten behoeve van het nieuwe peilgebied Nieuw-Lekkerland

Nadere informatie

11 Versnelde afvoer bij toename verhard oppervlak

11 Versnelde afvoer bij toename verhard oppervlak 11 Versnelde afvoer bij toename verhard oppervlak 11.1 Inleiding Neerslag die op een onverharde bodem valt, zakt voor een belangrijk deel in de bodem weg; dat heet infiltratie. Een deel van het regenwater

Nadere informatie

Peilbesluit Waddenzeedijk Texel Auteur Registratienummer Datum

Peilbesluit Waddenzeedijk Texel Auteur Registratienummer Datum Peilbesluit Waddenzeedijk Texel Toelichting bij het Auteur Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Registratienummer 15.18021 Datum April 2015 1. AANLEIDING PEILBESLUIT Het dient herzien te worden vanwege

Nadere informatie

Projectnummer 111769 Bedrijventerrein Smilde aspect Water"

Projectnummer 111769 Bedrijventerrein Smilde aspect Water Memo Ter attentie van Gemeente Midden-Drenthe Datum 4 december 2012 Opgesteld door Maarten van Vierssen Projectnummer 111769 Onderwerp Bedrijventerrein Smilde aspect Water" In deze memo zijn de watertoetsen

Nadere informatie

Wijkoverleg Aalsmeer Oost. maandag 6 maart

Wijkoverleg Aalsmeer Oost. maandag 6 maart Wijkoverleg Aalsmeer Oost maandag 6 maart Onderwerp voor vanavond 1. Het hoogheemraadschap van Rijnland 2. Watersystemen en onderhoud 3. KRW2 Westeinderplassen en Bovenlanden 4. Watergebiedsplan Aalsmeer

Nadere informatie

Projectplan Vervangen stuw , polder Schieveen. Gemeente Rotterdam

Projectplan Vervangen stuw , polder Schieveen. Gemeente Rotterdam Projectplan Vervangen stuw 217472, polder Schieveen Gemeente Rotterdam Opsteller: Esmeralda Jansens Status: Definitief Projectfase: Projectnummer: Schetsontwerp 100087-03.430925 Datum: 21 juni 2018 Datum:

Nadere informatie

Bijlage 1 Archeologisch onderzoek

Bijlage 1 Archeologisch onderzoek Bijlagen Bijlage 1 Archeologisch onderzoek Bijlage 2 Waterinformatiedocument Waterschap Hunze en Aa s Ontvangen d.d.: 27 augustus 08 Documentnummer: 2008/3891 Raakvlak waterbeheer: ja

Nadere informatie

MEMO. Toelichting op maatregelen Oranjebuurt in de Lier.

MEMO. Toelichting op maatregelen Oranjebuurt in de Lier. MEMO Aan: Koos verbeek Van: J. den Dulk Datum: 23 mei 2007 Onderwerp: Stand van zaken maatregelen ter voorkoming wateroverlast Oranjebuurt, De Lier Bijlagen: Functioneel programma van eisen voor de verbetering

Nadere informatie

WATERVERGUNNING. Voor het aanleggen van een dam met duiker en het graven van oppervlaktewater op de locatie Gelderlantlaan in Utrecht

WATERVERGUNNING. Voor het aanleggen van een dam met duiker en het graven van oppervlaktewater op de locatie Gelderlantlaan in Utrecht WATERVERGUNNING Voor het aanleggen van een dam met duiker en het graven van oppervlaktewater op de locatie Gelderlantlaan in Utrecht Datum 2 november 2018 Zaaknummer 33987 INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 1 BESLUIT...3

Nadere informatie

Toelichting op leggers en beheerregisters primaire waterkering

Toelichting op leggers en beheerregisters primaire waterkering Toelichting op leggers en beheerregisters primaire waterkering Wat zijn primaire waterkeringen? Primaire waterkeringen zijn dijken en kades die het Rivierengebied beschermen tegen het rivierwater van de

Nadere informatie

NOTITIE 1 INLEIDING. Waterparagraaf P+R Vijfsluizen Gemeente Schiedam. Definitief. drs.ing. A. Balla. mw. ing. M.W. Fennema drs.ing. A.

NOTITIE 1 INLEIDING. Waterparagraaf P+R Vijfsluizen Gemeente Schiedam. Definitief. drs.ing. A. Balla. mw. ing. M.W. Fennema drs.ing. A. NOTITIE Onderwerp Project Opdrachtgever Waterparagraaf P+R Vijfsluizen Gemeente Schiedam Projectcode 0000100411 Status Definitief Datum 1 maart 2017 Referentie 100411/17-003.013 Auteur(s) drs.ing. A. Balla

Nadere informatie

Projectplan Verplaatsen stuw Arendsduinbrug (Waalblok)

Projectplan Verplaatsen stuw Arendsduinbrug (Waalblok) Projectplan Verplaatsen stuw Arendsduinbrug (Waalblok) Opsteller: P. Verhulst Status: Definitief Projectfase: Projectnummer: DO NVT Datum: 27 04-2011 Kopie: Archief Opdrachtgever Teamleider Projectleider

Nadere informatie

De waterbodems in de Waterwet

De waterbodems in de Waterwet De waterbodems in de Waterwet Platform Toezicht Bodembeheer Ede, 13 oktober 2009 Peter de Putter Sterk Consulting, projectleider Invoering Waterwet i.o.v. V&W/DGW Inhoud presentatie 1. Ontwikkelingen en

Nadere informatie

Bijlage 1 Toelichting partiële herzieningen peilbesluiten Alblasserwaard en Tielerwaard

Bijlage 1 Toelichting partiële herzieningen peilbesluiten Alblasserwaard en Tielerwaard Bijlage 1 Toelichting partiële herzieningen peilbesluiten Alblasserwaard en Tielerwaard 1. Inleiding Het Algemeen Bestuur van Waterschap Rivierenland heeft op 27 november 2009 de herziening van het peilbesluit

Nadere informatie

(Regionale) gebiedsinformatie over huidig watersysteem

(Regionale) gebiedsinformatie over huidig watersysteem Memo DM 1013497 Aan: Marktpartijen uitwerking plannen het Burgje, gemeente Bunnik Van: Beke Romp, Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden Datum: 13 januari 2016 Onderwerp: Notitie gebiedskenmerken (waterthema

Nadere informatie

WATERVERGUNNING. Voor het (ver)planten en verwijderen van bomen langs watergangen aan de Amerongerwetering in Wijk bij Duurstede

WATERVERGUNNING. Voor het (ver)planten en verwijderen van bomen langs watergangen aan de Amerongerwetering in Wijk bij Duurstede WATERVERGUNNING Voor het (ver)planten en verwijderen van bomen langs watergangen aan de Amerongerwetering in Wijk bij Duurstede Datum 28 november 2017 Zaaknummer 19098 INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 1 BESLUIT...3

Nadere informatie

Bijlage A. Begrippenlijst

Bijlage A. Begrippenlijst Bijlage A. Begrippenlijst Begrippenlijst dijkverbeteringsplan Aanleghoogte Kruinhoogte van de dijk onmiddellijk na het gereedkomen ervan. Beheer Berm Beroep Beschoeiing Binnendijks Binnentalud Boezem Boezempeil

Nadere informatie

15 Kabels en leidingen 15.1 Inleiding

15 Kabels en leidingen 15.1 Inleiding 15 Kabels en leidingen 15.1 Inleiding Kabels en leidingen worden voor een grote verscheidenheid aan toepassingen aangelegd. Denk onder andere aan: elektriciteitskabels, gasleidingen, drinkwaterleidingen,

Nadere informatie

Oplegnotitie waterhuishoudingsplan 2012 Bedrijvenpark A1 Bijlage 8b exploitatieplan

Oplegnotitie waterhuishoudingsplan 2012 Bedrijvenpark A1 Bijlage 8b exploitatieplan Oplegnotitie waterhuishoudingsplan 2012 Bedrijvenpark A1 Bijlage 8b exploitatieplan Gemeente Deventer Opdrachtgever ORB H.J. Laing Datum paraaf Projectleider ORB J.J. van der Woude Datum paraaf Gemeente

Nadere informatie

Adviesnota. Het spoor rond Amsterdam Centraal. Divisie Ruimte, Mobiliteit en Infra

Adviesnota. Het spoor rond Amsterdam Centraal. Divisie Ruimte, Mobiliteit en Infra Aan Waternet, V. Dijkdrenth Van Movares, M.H. de Nijs Telefoon 06 511 31 086 Kenmerk D80-MNI-KA-1800004 Projectnummer RM005096 Onderwerp PHS Westhaven, onderdoorgang Contactweg, Watertoets Datum 1 maart

Nadere informatie

Projectplan Gemaal Foppenpolder Zuid in de gemeente Maassluis

Projectplan Gemaal Foppenpolder Zuid in de gemeente Maassluis Projectplan Gemaal Foppenpolder Zuid in de gemeente Maassluis Opsteller: N. Verhoof-Schuil Status: Definitief Projectfase: Projectnummer: Voorontwerpfase 701700 Datum: 17-01-2013 Kopie: Archief Opdrachtgever

Nadere informatie

Projectplan Verbeteren waterkwaliteit Thurledevijver gemeente Rotterdam

Projectplan Verbeteren waterkwaliteit Thurledevijver gemeente Rotterdam Projectplan Verbeteren waterkwaliteit Thurledevijver gemeente Rotterdam Opsteller: Nienke Schuil Status: definitief Projectfase: Projectnummer: Bestekfase 701832 Datum: 02/10/2015 Kopie: Archief Opdrachtgever

Nadere informatie

2 Bruggen en andere volledige overkluizingen

2 Bruggen en andere volledige overkluizingen 2 Bruggen en andere volledige overkluizingen 2.1 Inleiding Een brug is een verbinding tussen twee percelen, die door een watergang van elkaar worden gescheiden. Een brug vormt een volledige overkluizing

Nadere informatie

Titel: Aanvraag omgevingsvergunnin g tijdelijk afwijken laad- en loslocatie t Zwaantje Nummer: P VER- OMG Versie: 1.

Titel: Aanvraag omgevingsvergunnin g tijdelijk afwijken laad- en loslocatie t Zwaantje Nummer: P VER- OMG Versie: 1. Inhoudsopgave 1 Algemeen... 2 1.1 Gegevens aanvrager... 2 1.2 Gewenste toestemming... 2 1.3 Aard van de werkzaamheden... 2 1.4 Ligging van de loslocaties met zandaanvulling... 2 1.5 Relatie met andere

Nadere informatie

Bijlage 13-1: Stedelijke wateropgave Bargermeer noord

Bijlage 13-1: Stedelijke wateropgave Bargermeer noord Bijlage 13-1: Stedelijke wateropgave Bargermeer noord Situatie Bargermeer noord Het industrieterrein Bargermeer noord ligt centraal in de stad Emmen. Het is een grootschalig bedrijventerrein met ruimte

Nadere informatie

UITGANGSPUNTEN NOTITIE. Plan: Algemene projectgegevens:

UITGANGSPUNTEN NOTITIE. Plan: Algemene projectgegevens: UITGANGSPUNTEN NOTITIE Plan: Algemene projectgegevens: Projectomschrijving: 8 woningen Holtenweg Vries Oppervlakte plangebied: 2185 m2 Toename verharding in plangebied: 400 m2 Kaartlagen geraakt: Ja Aanvrager

Nadere informatie

Watervergunning. Voor het leggen van een laagspanningskabel bij de Soestdijkseweg Zuid en De Holle Bilt in De Bilt. Datum 19 juni 2017

Watervergunning. Voor het leggen van een laagspanningskabel bij de Soestdijkseweg Zuid en De Holle Bilt in De Bilt. Datum 19 juni 2017 Watervergunning Voor het leggen van een laagspanningskabel bij de Soestdijkseweg Zuid en De Holle Bilt in De Bilt Datum 19 juni 2017 Zaaknummer 13121 Poldermolen 2 Postbus 550 3990 GJ Houten T (030) 634

Nadere informatie

Hydraulische randvoorwaarden voor categorie c-keringen

Hydraulische randvoorwaarden voor categorie c-keringen Opdrachtgever: Ministerie van Verkeer en Waterstaat Hydraulische randvoorwaarden voor categorie c-keringen Achtergrondrapport Vollenhove-Noordoostpolder (dijkring 7) en Vollenhove-Friesland/Groningen (dijkring

Nadere informatie

3 Dempen 3.1 Inleiding

3 Dempen 3.1 Inleiding 3 Dempen 3.1 Inleiding Onder demping verstaat Rijnland alle activiteiten waardoor het bergende oppervlak, zoals vastgelegd in de legger Oppervlaktewateren, afmt. Bij de beoordeling of een oppervlaktewater

Nadere informatie

Schelluinen oost QUICK SCAN WATERTOETS definitief

Schelluinen oost QUICK SCAN WATERTOETS definitief Schelluinen oost QUICK SCAN WATERTOETS definitief Opdrachtgever : Herkon Projectnummer : 2009059 Status : definitief Rapport : DAB Akkoord : DWD Datum : 30 juni 2010 ADCIM b.v. Rembrandtlaan 650 3362 AW

Nadere informatie

Memo * *

Memo * * Memo M emo Ontwerp (groene) buffer Ysselsteynsel oop Memo 2014.24961 *2014.24961* ter attentie van Erik Weijzen kopie aan behandeld door programma E. Raaijmakers Watersysteem doorkiesnummer +31 77 38911

Nadere informatie

De heer D. Verweij. Ambtshalve intrekkingsbesluit. Onderbemalingsvergunning met kenmerk juni 2015 W

De heer D. Verweij. Ambtshalve intrekkingsbesluit. Onderbemalingsvergunning met kenmerk juni 2015 W De heer D. Verweij Datum 2 juni 2015 Casecode W-14.03094 Kenmerk 14.116186 Ambtshalve intrekkingsbesluit Onderbemalingsvergunning met kenmerk 26.04.88.20 Korte Ouderkerkerdijk 7 Amsterdam Postbus 94370

Nadere informatie