- Project Ouderstage WOORD VOOR. Deel III

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "- Project Ouderstage WOORD VOOR. Deel III"

Transcriptie

1 WOORD VOOR Deel I: GEMEENSCHAPPELIJKE THEMA S - Ontwikkelingen GROB en MFC - Verdere aandacht voor het thema secundaire traumatisering - Evaluatietweedaagse april: met zijn allen de boom in - Overzicht werking kwaliteitsstuurgroep - Jaaractieplan C.A.B In memoriam Fons Deel II: BEGELEID ZELFSTANDIG WONEN - De teamwerking onder de loupe - Op weg naar een nieuw profiel (bis) - Inleiding op de cijfergegevens Deel III H.C.A. - Eindverslag Leerproject Project Ouderstage - Van Leerproject Ouderstage CAB naar HCA Oost-Vlaanderen Deel IV THUISBEGELEIDING - Pedagogisch profiel i.f.v. de hererkenning - Onderzoek naar de verwachtingen en beleving van kinderen - Cliëntentevredenheid: zijn we hiermee tevreden? - Bespreking cijfers: gezinnen in de begeleiding Deel V JAAROVERZICHTEN - Samenstelling Raad van Bestuur en Personeel - Overzicht gevolgde vorming Overzicht externe activiteiten medewerkers Bezettingsgraden Lijst afkortingen

2 WOORD VOORAF Jaren schuiven op en lijken wat op elkaar. De cijfergegevens in dit jaarverslag lijken dit te bevestigen. Uiteraard stonden we in 2008 voor dezelfde opdracht als 2007, 2006, Tot we een nauwkeuriger analyse gaan maken. Dan komen kleinere, soms wel eens grotere, verschillen aan het licht. En die maken het dan allemaal boeiend omdat zij de expressie zijn van de waar te nemen evoluties. Maar na één jaar kunnen we daar natuurlijk geen grote uitspraken over doen. Niettemin hebben zich in 2008 gebeurtenissen voorgedaan die zich niet in cijfers laten gieten, maar het afgelopen jaar elk van bijzondere betekenis zijn geweest. In maart verliet Luc Billiet ons als voorzitter. Zijn bezadigde en relativerende stijl heeft bijgedragen tot een positieve ontwikkeling van het C.A.B. We zijn zeer dankbaar voor hetgeen hij voor ons is geweest. Katia Perquy, reeds voorheen lid van de Raad van Bestuur, volgt hem op. In mei overleed op 82-jarige leeftijd Fons De Crom, onze vrijwillige medewerker van het eerste uur. U vindt een in memoriam in dit jaarverslag. 31 december was de laatste dag dat onze ploeg van het Leerproject en de Ouderstage zich C.A.B.-ers mochten noemen. Zij brengen naast de cijfergegevens een aantal reflecties over hoe zij naar hun werk en de nieuwe perspectieven kijken. Het verplicht tot stand komen van geïntegreerde diensten voor herstelgerichte en constructieve afhandeling noopte ons ertoe vóór het einde van het jaar een nieuwe vzw op te richten met de partners van de gemeenschapsdienst, de herstelbemiddeling en het herstelgericht groepsoverleg. Begeleid Zelfstandig Wonen en Thuisbegeleiding blijven derhalve de vaste waarden op het C.A.B. Zij brengen verslag uit van de projecten waarmee zij intensief zijn bezig geweest. De inleidingen op de cijfergegevens zullen u aanzetten om ook het tweede gedeelte van dit jaarverslag, ter hand te nemen. Bepaalde van hun bijdragen verwijzen naar hoofdstukken in één van onze vroegere jaarrapporten. U vindt deze vanaf 2003 terug op onze website. In een gemeenschappelijke tekst met onze GROB-partners beschrijven wij de ontwikkelingen binnen de koepelvzw en geven wij onze reflecties bij de MFC 1 -werking. Wat brengt 2009 ons? Dan bestaan we 25 jaar! Voor deze gelegenheid zijn we nu al bezig met de voorbereidingen van een gezellig volksfeest eind september. U komt toch ook? En rond deze periode verbouwen wij onze voorgevel. Deze wordt hersteld met respect voor de oorspronkelijke structuren, weg dus met het winkelraam! Achter deze vernieuwde façade willen we met hetzelfde engagement, met dezelfde visie en werkingsprincipes onze opdracht in de jeugdzorg verder zetten. Dirk Meulyzer Eindverantwoordelijke Katia Perquy Voorzitter 1 Multifunctioneel Centrum

3

4 ONTWIKKELINGEN GROB EN MFC Inleiding Eind januari 2008 verkreeg het samenwerkingsverband Gentse Regionale Organisatie Bijzondere Jeugdbijstand, afgekort GROB, rechtspersoonlijkheid. Het is de bezegeling van samenwerkingsintenties en samenwerkingspraktijken tussen zeven diensten Bijzondere Jeugdbijstand, waarvan de eerste reeds teruggaan tot midden de jaren negentig. De partners van deze overkoepelende structuur zijn de vzw s (in orde van aansluiting bij het samenwerkingsverband): - Hadron (begeleidingstehuis cat. 1bis - Canovoorziening); - Stappen (begeleidingstehuis cat. 1bis - Canovoorziening); - Jongerenhuis (OOOC); - Centrum voor Ambulante Begeleiding (BZW en Thuisbegeleiding); - Albezon (projectwerking); - De Bekwame Boon (projectwerking); - De Totem (dagcentrum). De koepelvzw stelt zich vooral tot doel de krachten te bundelen om gemeenschappelijke regionale initiatieven te kunnen nemen en / of te ondersteunen. Ook vóór de oprichting van deze vzw zijn we daar al mee bezig geweest. Zo hebben we vzw De Bekwame Boon de bestemming kunnen geven van boerderijproject binnen de Bijzondere Jeugdbijstand, hebben we vzw Roppov mee opgericht en steeds blijven ondersteunen, is het Rungproject, een initiatief van vzw Stappen, van bij de opstart door een adviesgroep, samengesteld uit leden van de GROB organisaties, mee begeleid geworden. Tenslotte was het samenwerkingsverband in 2007 al voldoende sterk om deel te nemen aan het proefproject MFC 2. GROB is een overkoepelende vzw van de zeven organisaties die vanaf de oprichting als rechtspersoon deel uitmaken van de Algemene Vergadering. Deze organisaties benoemen we verder als deelwerkingen of als deelvzw s. Zij blijven allen hun autonomie behouden voor wat betreft de specifieke opdrachten waarvoor zij erkend zijn door de Vlaamse Gemeenschap. De overkoepelende vzw is in principe enkel bevoegd voor de aansturing van de samenwerking en voor de gemeenschappelijk uitgezette werkingen. De Algemene Vergadering is samengesteld uit de zeven genoemde rechtspersonen aangevuld met één natuurlijk persoon. De Raad van Bestuur bestaat uit zeven bestuurders, elk lid van de Raad van Bestuur van een deelvzw. 2 MFC: Multifunctioneel Centrum

5 Structuur van de vzw Algemene Vergadering Hadron vzw Raad van Bestuur Stappen vzw Jongerenhuis vzw Directiecomité C.A.B. vzw Albezon vzw Bekwame Boon vzw De Totem vzw R U N G M F C W E R K G R O E P E N Het Dagelijks Bestuur functioneert als een directiecomité en wordt gevormd door de zeven eindverantwoordelijken van de deelorganisaties. Het directiecomité vergadert minstens tweemaal per maand (behalve in de vakantieperiodes). Het voorzitterschap wordt jaarlijks toegewezen door de Raad van Bestuur aan één van de eindverantwoordelijken. Het directiecomité roept tevens werkgroepen ad hoc samen. Momenteel zijn er drie functioneel: de werkgroep profilering, de werkgroep Grob-projects en de werkgroep huisvesting. Overzicht van de werkpunten 2008 VZW-FORMALITEITEN Naast de klassieke vzw formaliteiten om rechtspersoonlijkheid te verkrijgen, wensten wij tevens dat deze vzw als werkgever zou kunnen optreden. Dit is immers een noodzakelijke stap om in de toekomst gemeenschappelijk personeel te kunnen inzetten bij gemeenschappelijke initiatieven. Het opstellen van een arbeidsreglement, aansluiting RSZ, kinderbijslagfonds, externe dienst voor preventie en bescherming op het werk, afsluiten van de noodzakelijke verzekeringen, opstart van de boekhouding, e.d.m. behoren daartoe. Maar evenzeer bleek het noodzakelijk al meteen een aantal afspraken en procedures op papier te zetten om van meet af duidelijkheid te scheppen voor de partners in de verschillende geledingen van de organisatie. Dit gaat o.a. om de werking van het directiecomité (verantwoordelijkheden, bevoegdheden, opdrachten), het komen tot een gemeenschappelijke cashpool (financiële inbreng van elke deelvzw in de nieuwe vzw), fondsenwerving, opmaak van een jaaractieplan e.d.m. Dit alles wordt gebundeld in een huishoudelijk reglement. INTERNE COMMUNICATIE

6 Er zijn vooreerst de interne communicatiekanalen met voorop het directiecomité. De bijeenkomsten van de IRC s in het kader van de MFC-proefproject hebben er ruimschoots voor gezorgd dat de organisaties elkaar beter leerden kennen en de samenwerking ook op de werkvloer meer voelbaar werd. Er zijn eveneens de werkgroepen die relevante onderwerpen gezamenlijk uitdiepen en er over rapporteren. Voor zeven verschillende organisaties met negen verschillende vestigingsplaatsen volstaat het niet meer om berichten van allerlei aard op een centraal prikbord te kleven. Dit is er uiteraard niet! Er is nood aan een vast ankerpunt waar centraal de belangrijkste informatie ter beschikking is, en dat snel en dynamisch kan worden bijgewerkt. Daarom werd aan het tot nog toe beperkte extranet van het GROB ( een intranet toegevoegd. Verschillende rubrieken zijn hierin opgenomen: - het prikbord waar ieder zijn berichten kan op plaatsen; - een activiteitenkalender waarop de data van geplande vergaderingen en evenementen af te lezen vallen; - alle verslagen van diverse vergaderingen; - te downloaden formulieren; - gegevensbestand met adressen; - elementen van het kwaliteitshandboek; - MFC-bezetting of het centraal beheer van onze MFC-capaciteit: het bestand van MFCcliënten in verschillende ordeningen, i.f.v. het globale overzicht tussen de verschillende partners en het mogelijk maken van vlotte schakelingen. Het spreekt voor zich dat berichtgeving en het gebruik van een netwerk bij een mobiele telefoonoperator eveneens de communicatie ten goede komt. OVERNAME VAN HET RUNGPROJECT Het Rungproject, een initiatief van vzw Stappen, heeft de bedoeling aan jongeren in de BJB die weglopen of weglopen overwegen, en hun context, neutrale, veilige en laagdrempelige hulp te bieden. Het hoofddoel is de negatieve gevolgen van het wegloopgedrag te minimaliseren, voor zowel de jongere als voor de relatie met de context. Het Rungproject heeft één vaste kracht in dienst en doet een beroep op vrijwilligers. Het is operationeel sinds oktober De Provincie, departement Welzijn, heeft het project van meet af financieel ondersteund. De GROB-partners zijn lid van de stuurgroep en bepalen mee de richting van de verdere ontwikkeling. De eigenheid van de provinciale subsidiëring laat niet toe dat projecten onbegrensd in de tijd kunnen blijven rekenen op subsidies. In 2009 wordt nog een laatste bedrag ter beschikking gesteld. Gezien de reeds grote verbondenheid van Rung met de GROB-partners, en de noodzaak van grotere financiële inspanningen die de toekomst van het project zullen moeten veilig stellen, werd besloten het beheer van deze werking over te dragen aan de koepelvzw. Een dossier voor de Vlaamse overheid is in voorbereiding met de vraag Rung op te nemen onder de algemene projectwerking van het Agentschap Jongerenwelzijn. Ook zijn er contacten met Integrale Jeugdhulp gezien Rung nauw aanleunt bij het crisisnetwerk van de regio.

7 Ondertussen bestaat Rung reeds drie jaar. Er wordt heel wat beroep gedaan op deze dienstverlening. In het Rungrapport van december 2008 worden de cijfergegevens weergegeven m.b.t. het aantal aanmeldingen, nachtverblijven en interventies. De cijfers liegen er niet om. Rung heeft zich in het werkveld bewezen. GROB wil er alles aan doen om ervoor te zorgen dat een meer continue financiële basis het project kan bestendigen. Wij hopen dat de Vlaamse overheid deze mogelijkheid kan verschaffen. PROFILERING De naam GROB geniet reeds een redelijke bekendheid binnen de sector, ook buiten de provincie. Wat er onder deze naam allemaal schuilgaat, de lading onder de vlag, is waarschijnlijk heel wat minder gekend. GROB wil zich, zowel intern (het gaat om meer dan honderd medewerkers) als extern correct profileren. In de komende maanden maken we werk van een uitgebreide en een kleinere folder waarin we ons zo breed mogelijk willen voorstellen. Tegelijk zal ook de website voor wat betreft het extranet, in dezelfde zin worden bijgewerkt. Hierbij doen we beroep op de medewerking van de Arteveldehogeschool, departement grafische en digitale media. Een project met studenten onder toezicht van het corps, moet ons in staat stellen met weinig middelen een voldoende professioneel resultaat neer te zetten. PROJECTWERKING Als koepelvzw zijn we een relatief grotere organisatie die, zoals reeds gesteld, naast de reguliere werkingen, ook met projecten aan de slag wil gaan. Projectwerkingen zijn veelal erg kwetsbaar wanneer zij geïsoleerd worden georganiseerd en recurrente middelen moeten verworven worden. De Provincie, en recentelijk ook de Stad Gent, kennen projectsubsidies toe met een beperkte looptijd van maximum 3 jaar. Wanneer de organisatie op termijn er niet in slaagt andere subsidiekanalen aan te boren, dreigen inhoudelijk goed werkende projecten er te moeten mee ophouden. We stellen ons de vraag in de werkgroep of een krachtenbundeling van verschillende projecten binnen het GROB of ermee verwant, tot een betere ondersteuning en continuering kan leiden. Op het niveau van de Raden van Bestuur van de koepelvzw en de deelvzw s wordt nog de discussie gevoerd of nieuwe projecten nog kunnen beheerd worden door één deelvzw, of die van meet af onder de koepelvzw dienen te vallen. Het Multifunctioneel Centrum (MFC) ORGANISATIE Het samenwerkingsverband GROB kreeg in mei 2007 de erkenning als proefproject MFC. Het project startte op 1 juli 2007 en heeft een looptijd tot eind 2009.

8 De conceptnota MFC 3 geeft de contouren aan waarbinnen dit proefproject kan gerealiseerd worden. Minstens moeten in een hulptraject drie functies aan de cliënten kunnen aangeboden worden: verblijf, dagbesteding en begeleiding. Er zijn zeven MFC s erkend als proefproject. Daarbinnen bekleedt MFC GROB een aparte positie als samenwerkingsverband van autonome diensten, daar alle andere MFC s georganiseerd zijn binnen één inrichtende macht die elk van deze functies reeds in huis had. Een MFC vraagt intense samenwerking tussen de verschillende cliëntwerkingen (werkvormen functies) binnen de organisatie. Het spreekt voor zich dat in een dergelijk samenwerkingsverband, er mag dan al een overkoepelende vzw bestaan, de eenheid van beleid veel minder is uitgebouwd. Heel wat meer tijd en energie gaan naar afstemming op allerlei niveaus. Nieuwe organisatiestructuren zijn vereist. Het MFC wordt aangestuurd door de interne regisseur op organisatieniveau (IRO), die overzicht moet houden over de ganse MFCwerking en de samenwerking tussen de verschillende afdelingen organiseert. Deze functie dient zonder bijkomende middelen te worden ingevuld. Meteen wrong daar al het schoentje. Het betekende voor GROB dat één medewerker, behorende tot één van de zeven deelwerkingen, minstens halftijds moest worden vrijgesteld om deze functie op te nemen. Voor de betrokken deelwerking werd het na enkele maanden alvast duidelijk dat dit niet houdbaar bleef. Een halftijds takenpakket erbij nemen voor een medewerker die reeds binnen de deelorganisatie een verantwoordelijke functie heeft, is gewoon niet haalbaar. Na lang en ruim overleg met de overheid kreeg MFC GROB voor één jaar de halftijdse functie van IRO gesubsidieerd. Daartegenover staat wel dat de IRO een bijkomende opdracht moet uitvoeren: uitgebreide rapportering doen over de specificiteit van de organisatie van een MFC binnen een samenwerkingsverband. TUSSENTIJDSE EVALUATIERAPPORTEN Na afsluiten van het eerste werkjaar heeft MFC GROB een tussentijds evaluatierapport aan de overheid overgemaakt. Ook de overheid stelde een tussentijds evaluatierapport op over de werking en de resultaten van de zeven proefprojecten MFC 4. We geven hieronder onze ervaringen en bedenkingen weer m.b.t. de inhoud van deze evaluatierapporten voor zover zij relevant zijn voor de dynamiek van MFC GROB. Uitwerking conceptnota Onze aanvraag voor het proefproject MFC was voornamelijk geïnspireerd door het vooruitzicht op de mogelijkheden van een grensoverschrijdende trajectwerking voor de cliënten. Dit zagen wij als een positief antwoord van de overheid op de vraag naar flexibeler cliënttrajecten binnen de jeugdzorg. En inderdaad hebben wij hiermee een aantal positieve ervaringen gehad. Zo bleek het mogelijk in een aantal gevallen soepeler tussen de schotten van de verschillende werkvormen en organisaties te kunnen schakelen. Iets wat ook cliënten als een meerwaarde ervaren. 3 De conceptnota MFC is te vinden op 4 Het tussentijds overheidsrapport is eveneens te vinden op

9 Toch stelden we vast dat het resultaat maar gedeeltelijk beantwoordde aan wat was vooropgesteld. Het is alvast contradictorisch dat de toegekende experimenteerruimte beknot werd door de blijvende verplichting te bewegen binnen de bestaande regelgeving. Dit komt erop neer dat veruit bij de meeste schakelmomenten, een essentieel onderdeel van de flexibele trajectwerking, onderworpen blijven aan de uitvaardiging van telkens nieuwe beslissingen / beschikkingen. In tegenstelling tot de pilootfase Integrale Jeugdhulp, waar de regelgeving voor bepaalde facetten gewijzigd werd om met de vernieuwing te kunnen experimenteren, bleven noodzakelijke aanpassingen achterwege. De flexibiliteit werd hierdoor gedeeltelijk gehypothekeerd. Gelukkig bleken verwijzers t.a.v. MFC-trajecten toch een soepeler houding aan te nemen en werkten zij mee aan een vlot verloop van de schakelingen. Niettemin blijkt de uitwerking van het concept een alles behalve eenvoudige klus. De vertaling van de concepten naar de concrete MFC-praktijk vraagt zeer veel afstemming (vergadertijd, verslaggeving, communicatie), zodat de snelheid waarmee wij naar de realisatie van het concept toewerkten, in vergelijking met de andere MFC s, wat vertraging opliep. De eigenheid van het samenwerkingsverband Bij de start van het MFC kenden de praktijkwerkingen elkaar zo goed als niet. Gezien de organisatie van de Bijzondere Jeugdbijstand, is er nooit veel samenwerking op cliëntniveau geweest. Dit stak schril af tegenover het organisatorisch niveau, waar directies reeds een zekere vertrouwdheid in samenwerking opgebouwd hadden. De driewekelijkse vergadering van de IRC s (interne regisseurs op cliëntniveau, meestal pedagogisch verantwoordelijken van de deelvzw s) bracht daar gelukkig langzaam verandering in. Het bleek dat er belangrijke verschillen zijn tussen de diverse werkvormen. Deze dienden eerst uitgeklaard te worden om tot een beter begrip van elkaars realiteit en standpunten te komen. Zo blijkt de operationalisering van gezamenlijke basisprincipes (bvb. het contextgericht werken) in de praktijk sterk uiteen te lopen, wat aanleiding kan geven tot andere verwachtingen en daarmee samengaande misverstanden. Dit kan het nemen van beslissingen, maar ook een naadloze aansluiting / overgang in een begeleidingstraject, wel eens vertragen of hinderen. Tevens komen heel wat structurele hinderpalen naar boven. De beslissingsstructuur moest dringend worden aangepakt, want die was niet formeel geregeld. Als elke directie de genomen MFC-beslissingen binnen de eigen organisatie kan in vraag stellen of zelfs herroepen (op basis van de autonomie) zal niet veel gerealiseerd kunnen worden. Er moet m.a.w. met voorzieningenoverschrijdende mandateringen gewerkt worden wil men dat de genomen beslissingen collegiaal en loyaal in alle voorzieningen uitgevoerd worden. Tegelijk moet het de optie zijn zoveel mogelijk beslissingen in consensus te nemen zodat niemands belangen worden geschaad. Dit proces staat eind 2008 nog niet helemaal op punt en dient nog verder uitgeklaard te worden. We noemden reeds het probleem om takenpakketten tussen verschillende organisaties te verschuiven gezien we arbeidsrechterlijk niet over de grenzen van de onderscheiden vzw s mogen gaan. Er zijn de financiële gevolgen voor de voorzieningen in geval van schakeling waarbij de beslissing / beschikking niet wordt gewijzigd, maar wel het begeleidingsregime (andere func-

10 ties). De oefening voor het intern naar elkaar doorschuiven van afrekeningen is bijzonder lastig en op termijn niet bevorderlijk voor de samenwerking. Verhouding GROB MFC Twee processen zijn bij hun tot stand koming door elkaar gelopen: de inschrijving op het proefproject MFC, en de vorming van de koepelvzw. Beide processen hebben elkaar ongetwijfeld sterk beïnvloed, terwijl het fundamenteel om twee zeer verschillende bewegingen gaat. Voor de uitbouw van een MFC is op zich geen koepelvzw nodig, laat staan een éénheid van inrichtende macht. De koepelvzw werd niet opgericht met het oog op de uitbouw van een multifunctionele werking met de zeven voorzieningen / diensten. Niettemin is het een bindmiddel om structuren te verankeren die de samenwerking bevorderen. In deze zin was het beter geweest indien de koepelvzw reeds eerder was tot stand gekomen. Zo had kunnen vermeden worden dat nog teveel moest geregeld worden inzake afspraken en verdeling van bevoegdheden. Het directiecomité en de IRC-vergadering zijn er maar stap voor stap in geslaagd hierin duidelijkheid te brengen en beter werkende structuren op poten te zetten. Relatie met de verwijzende instanties Niet alleen voor de voorzieningen, maar ook voor de verwijzende instantie was het MFC een totaal nieuw gegeven. In het eerste jaar was niemand hierop goed voorbereid en waren de veranderingen die eraan kwamen niet te overzien. Directies en pedagogisch verantwoordelijken van voorzieningen zijn ondertussen wel grotendeels bijgebeend, maar begeleiders en consulenten die vanwege de beperkte MFC capaciteit maar sporadisch met MFC te maken krijgen, blijven het moeilijk hebben met de concrete realisatie van het MFC-concept. Teneinde toewijzingen zoveel mogelijk in gemeenschappelijk overleg te laten plaatsvinden, werd het matchingsoverleg in het leven geroepen. Afgevaardigden van de voorziening en verwijzers onder leiding van de regioverantwoordelijke bespreken samen cliëntdossiers i.f.v. MFC-labeling. Al snel bracht deze werkwijze, die trouwens in de andere provincies niet bestaat, wrevels langs beide kanten met zich mee. Beiden bekijken de dossiers vanuit een verschillend perspectief omdat men vanuit een andere positie werkt. Maar bij de besluitvorming was het veelal niet meer duidelijk of ieder op zijn positie was gebleven. De verwijzer beslist en wijst toe, de voorziening bevraagt en adviseert. Het liep meermaals door elkaar. Op het einde van dit jaar werden de verschillende rollen beter uitgeklaard. Cano De residentiële voorzieningen Hadron en Stappen die voor het grootste deel voor de verblijfsfunctie zorgen, zijn Cano-voorzieningen. Op zich zou daar niets mis mogen mee zijn want de Canogedachte wordt in het Globaal Plan voor de Jeugdzorg gepropageerd. Blijkbaar ervaren verwijzers de Canowerking niet als helemaal compatibel met de taak van een residentie binnen een multifunctioneel centrum. De Canogedachte stelt immers voorop dat sterk met de omgeving wordt gewerkt. Dat gaat heel wat verder dan alleen maar het aanbod van de verblijfsfunctie (het bed). Wanneer verwijzers MFC willen inschakelen met de bedoeling om enkel van de verblijfsfunctie gebruik te maken, kan dit indruisen tegen de begeleidings-

11 opvattingen van de voorziening. In de komende periode zal verder moeten onderzocht worden hoe een verzoening van beide perspectieven tot stand kan worden gebracht. Maar evenzeer kan vanuit het perspectief van de Canovoorziening de vraag gesteld worden hoe zinvol het is, gezien de reeds bestaande flexibiliteit, zich in een MFC te laten integreren. Nochtans is voor een kleine canovoorziening de meerwaarde van een MFC gelinkt aan het zeer gediversifieerd aanbod van het MFC. Buffercapaciteit In het MFC-aanvraagdossier werd reeds na bestudering van de conceptnota een sterk pleidooi gehouden voor het vrijwaren van één plaats per voorziening om vlot schakelen mogelijk te maken. Voor MFC GROB met een capaciteit van 26 plaatsen betekent dit 6 bufferplaatsen, hetgeen neerkomt op 23% van de totale MFC-capaciteit. In tijden van schaarste is dit vanzelfsprekend een controversieel gegeven. Daarbij komt nog dat relatief weinig gebruik gemaakt wordt van deze vrijgehouden plaatsen. Het MFC staat voor de opgave met deze capaciteit zo creatief mogelijk om te gaan teneinde geen plaatsen nodeloos onbenut te laten. Het wordt opnieuw een moeilijke denkoefening om beide opties met elkaar te verzoenen: vermijden van onbezette plaatsen en de mogelijkheid open houden om vlot te schakelen. We krijgen nog tot het einde van het experiment om hierop een afdoend antwoord te formuleren. Betrokkenheid van de cliënt Cliënten die een MFC-label toegekend kregen, kunnen zich verwachten aan een begeleidingstraject waarbinnen meerdere diensten sequentieel, maar ook waar dit wenselijk is, met enige overlap van functies, worden ingeschakeld. Cliënten moeten hierover duidelijk geïnformeerd worden. Of we dit meteen voor hen duidelijk krijgen is nog wel de vraag. In elk geval werd bij een aantal cliënten en hun ouders gemerkt dat de toegang tot trajectwerking voor hen meer perspectief bood. Bij schakeling is het cliëntperspectief in elk geval een zeer belangrijk aandachtspunt. In het najaar werden beknopte cliëntfolders ter beschikking gesteld die wat meer licht kunnen werpen op de eigenheid en de mogelijkheden van een MFC-begeleidingstraject. Maar voorlopig kennen we het effect ervan nog niet. De conceptnota stelt dat gedurende het gehele traject de cliënt op één figuur moet kunnen terugvallen die garant staat voor de continuïteit van het traject (naadloosheid). Dit is de functie van de interne regisseur op cliëntniveau (IRC). Binnen MFC GROB zijn we er vooralsnog niet in geslaagd om telkens dezelfde IRC doorheen alle schakelingen mee te loodsen. Er zijn nog teveel inhoudelijke en organisatorische hinderpalen. Niettemin worden ernstige pogingen ondernomen om daar waar mogelijk, de IRC toch te laten meeschuiven met het cliënttraject. Werkvormen versus functies Een multifunctioneel centrum wil niet enkel de schotten tussen de bestaande werkvormen binnen de BJB wegwerken, in se wil men echter ook van de werkvormen zelf af! De benadering die hiertoe wordt vooropgesteld, is het nog uitsluitend werken op het niveau van functies. Zoals reeds gesteld, moet een MFC minimaal de functies verblijf, dagbesteding en be-

12 geleiding aanbieden. Een gedifferentieerd aanbod van functies binnen een MFC levert dan zorgmodaliteiten op. Dit voorstel vonden we in de recente werknota MFC van het Agentschap Jongerenwelzijn. Hierin worden vijf functiecategorieën genoemd: - individuele begeleiding; - contextbegeleiding; - verblijf; - dag- / avondbesteding; - multidisciplinaire oriëntatie. Binnen elke functiecategorie kunnen zorgmodaliteiten afgebakend worden. Voorbeelden van zorgmodaliteiten binnen de functie verblijf zijn: time-out, kort residentieel opstartverblijf (< 1 maand, gemiddeld 4 à 5 nachten), maar ook BZW is een zorgmodaliteit. Begeleidingstrajecten gieten in deze conceptualisering is uiteraard meer geschikt binnen een MFC dan de klassieke terminologie van schakeling tussen werkvormen. Het vraagt echter een nieuwe denkwijze die vooralsnog haaks staat op de bepalingen van het erkenningsbesluit waaraan we ons nog steeds rigoureus moeten houden. We merkten hoger reeds op dat het experimentele opzet MFC nog volledig moet gebeuren binnen de contouren van de bestaande regelgeving. Het flexibel schakelen bleek in dit experiment al geen evidentie gezien, zelfs al werd een ruime bandbreedte voorzien, beslissingen en beschikken gewoon aan de orde blijven. Wij betreuren mede daarom ten zeerste dat geen pogingen werden ondernomen om ook de regelgeving t.a.v. dit experiment gelijke tred te laten houden. Het staat alleen maar de beoogde flexibiliteit danig in de weg. Was een MFC niet het antwoord op de vraag van de sector naar een grotere mate van flexibilisering in de jeugdzorg? We krijgen nog zes maanden de tijd om een creatieve (tover-?) formule te vinden die ons zal leiden naar echt flexibele cliënttrajecten. Overzicht vergaderingen GROB in 2008 Aard van de vergadering Aantal Stichtingsvergadering 1 Raad van Bestuur 5 Directiecomité 21 Bijeenkomsten IRC s 10 Intervisiegroep MFC (Brussel) 6 Evaluatiegroep MFC (Brussel) 5 Matchingsoverleg MFC 5 Werkgroep profilering 2 Werkgroep GROB projects 2

13 Diversiteitsworkshops 4 Externe voorstelling MFC 1 Andere 4 Overzicht schakelingen mfc in 2008 Totaal aantal jongeren met MFC-label in 2008: 31. Aantal interne schakelingen (binnen de Cano-voorzieningen) : 59. Aantal schakelingen (tussen voorzieningen MFC): (terugschakeling). Aantal externe schakelingen (buiten MFC): 6 = 1 psychiatrie, 3 = G.I., 1 = RKJ ; 1= OOOC. In 8 dossiers is er gebruik gemaakt van De Bekwame Boon. Bezetting MFC in 2008: januari = 47,15%, oktober 79,30%. Eind 2008 werd beslist de buffercapaciteit flexibeler te gebruiken zodat de komende maanden het bezettingspercentage nog zal stijgen. Dirk Meulyzer

14 VERDERE AANDACHT VOOR HET THEMA SECUNDAIRE TRAU- MATISERING Met de introductie van het begrip secundaire traumatisering, alweer anderhalf jaar geleden, was het inhoudelijk thema voor de daaropvolgende evaluatietweedaagse 08 meteen vastgelegd. Dit gebeurde op een gemeenschappelijk overlegmoment met het voltallige personeel. Hoewel de term toen zwaar aanvoelde -nog altijd trouwens- kon de herkenbaarheid qua inhoud velen bekoren. De behoefte en/of curiositeit was aangescherpt om het verder te ontvouwen binnen de eigen werksetting en een zelfonderzoek in te stellen. Even terug Secundaire traumatisering verwijst naar een beroepsrisico, inherent aan het werken met getraumatiseerde cliënten. Het gaat erom dat het beluisteren, het aannemen en/of getuige zijn van traumatische verhalen en gebeurtenissen kunnen inwerken op het werk, op het persoonlijke, familiale, sociale leven en op het wereldbeeld van de hulpverlener zelf. De relevantie Dit fenomeen krijgt over het algemeen weinig aandacht in ons werkveld. Wanneer we hier wel op ingaan, kunnen we heel wat voorbeelden van werksituaties aanleveren waarin het mechanisme speelt van secundaire traumatisering. We hèbben immers te maken randgroepjongeren en -gezinnen waarvan velen een geschiedenis kennen van traumatische ervaringen. Daarbij komt nog dat onze hulpverlening mobiel is, zich verplaatst in de leefwereld van de cliënt, waardoor de kans verhoogt zelf betrokken te geraken in psychisch en/of fysisch geweld. In confrontatie met deze ongewone werkomstandigheden wordt elke medewerker - de begeleider in focus- zo nu en dan over de grens geduwd om dit toch maar op te vangen, te begrijpen, te verhelpen en soms machteloos los te laten en te aanvaarden. Dit hééft impact en triggert in een aantal situaties hoogstpersoonlijke kwetsbaarheden. De normaliteit hiervan wordt voldoende onderlijnd in de literatuur. Een zeker spanningsniveau in onze job valt sowieso niet te vermijden. Maar gevoelstoestanden zoals angst, paniek, moedeloosheid, vertwijfeling, die aanhouden, zijn waarschuwingstekens op mogelijke secundaire traumatisering. Als we onszelf betrappen op interne dialogen zoals hoe het toch komt dat we op deze situatie nu zo fel reageren, dat is toch ons normale doen niet?!, mag er al een alarmbelletje rinkelen in die richting. Hiervoor alert zijn kan veel voorkomen.

15 De noodzaak Zelfzorg, collegiale en passende organisatorische ondersteuning zijn essentiële elementen in het op peil houden van gezond en kwalitatief begeleidingswerk. Enerzijds houden ze de reacties van tegenoverdracht in het vizier, zodat wij als begeleider, teamgenoot, medewerker, niet vervallen in extreme betrokkenheid of afstand t.a.v. de vele problematische (opvoedings)situtaties waarmee we te maken krijgen. Anderzijds zorgen ze voor het noodzakelijke herstel wanneer we dan toch getuige zijn en/of betrokken geraken in één of andere buitensporige omstandigheid. Het is in ieder geval geen vanzelfsprekendheid om in diverse en opeenvolgende scheefgelopen situaties, telkenmale opnieuw onbesmet de draad van het begeleidingswerk op te nemen en hierin een eigen authenticiteit te bewaren. Dit blijft een hele klus binnen onze werksetting. In dit verhaal verliezen we de logistieke medewerkers niet uit het oog. Ook zij krijgen soms extreme en/of lastige reacties over zich heen in hun occasionele ontmoetingen met cliënten. Bovendien fungeren diezelfde medewerkers dikwijls als een laagdrempelig toevluchtsoord voor allerlei verzuchtingen, verhalen, eerste ontladingen, van collega-begeleiders na een gesprek of huisbezoek. Dit alles verdient zorg en erkenning. Een gedeelde psycho-educatie Een interne werkgroep ad hoc behartigt het thema secundaire traumatisering. Die mocht meteen een volledige dag van de evaluatietweedaagse benutten om hiermee iets te doen. Ter voorbereiding werd werkmateriaal aangebracht, werden ideeën en suggesties uitgewisseld. Maar er was steeds de terugkerende vaststelling dat secundaire traumatisering al snel een containerbegrip neigt te worden als goede educatie hierover ontbreekt. Daarom werd besloten de ons toegemeten dag aan te grijpen tot een gedeelde instroom van kennisopbouw en (h)erkenning van het begrip, met ruimte voor onderlinge uitwisseling. Bie Heyse, experte psycho-trauma, werd gevraagd om dit proces mee op gang te brengen, gebaseerd op haar ervaringen, literatuurstudie en wetenschappelijk onderzoek. Zo werd op de eerste dag van het evaluatieweekend een start genomen om de termen primair en secundair trauma voorzichtig, fijntjes en helder te verkennen en af te wegen tegenover o.a. burnout-gedrag. De spreker nam ons mee in het ontdekken van mogelijke alarmsignalen, zowel persoonlijk als teamgebonden, die duiden op secundaire traumatisering en overzag met ons een aantal risico- en beschermende factoren die daarop inwerken. MET TOETSING De vertaalslag naar onze concrete werking was nooit ver weg. Het programma voorzag daarenboven expliciete uitwisselingsactiviteiten in kleine subgroepjes, met daarin de mix van taakmedewerkers vertegenwoordigd. Via gerichte insteken werden we almaar gevoeliger gemaakt voor het thema. Er was de bevraging rond veiligheid en taboes binnen het teamverband en de organisatie. Maar ook het uitspelen van tegenstrijdige en uitlokkende stellingen misten hun doel niet. Hierna werden de uitkomsten gedeeld met de volledige groep.

16 Het bood alvast een opbouwende kritische analyse en evaluatie of waarden die de organisatie hoog in het vaandel draagt, ook weerspiegeld worden in het functioneren van de organisatie zelf en in de omgang met elkaar 5. We leerden hieruit o.a. dat binnen onze werking veel veiligheid nodig is om, naast de technische kant van het (begeleidings)werk, ook de belevingskant van de medewerkers voldoende aan bod te laten brengen. Laat net dàt een zeer preventief karakter zijn om secundaire traumatisering tegen te gaan. EEN GESTANDAARDISEERDE ZELFTEST In het verlengde van deze analyse en evaluatie werd een korte screening doorgevoerd met behulp van de zelftest van Figley en Mazel. Deze test -die ieder persoonlijk invulde- maakt een inschatting van de mate van betrokkenheid op onze cliënten, waarmee we risico lopen op secundaire traumatisering en burnout. Tevens biedt het een indicatie van de zgn. werksatisfactie, de mate van voldoening die wij al of niet ondervinden bij het helpen van onze doelgroep. De persoonlijke scores werden verzameld en dit bracht ons het volgende beeld: Satisfactie zwak matig goed sterk extreem sterk Risico burnout extreem laag laag gemiddeld hoog extreem hoog Risico sec.trauma. laag gemiddeld hoog extreem hoog extreem laag Geruststellend was alvast de score rond de werksatisfactie. Maar het was daarna wel even schrikken van het resultaat voor wat betreft -let wel- het mogelijk risico op burnout en secundaire traumatisering. Voor dit laatste scoorde net iets meer dan de helft van alle medewerkers (13 op 23) hoog tot extreem hoog. In tegenstelling tot onze verbazing, bleek dit voor de experte terzake niet zo uitzonderlijk rekening houdende met het specifieke karakter van onze werkcontext. Het blijkt trouwens een bekend fenomeen dat betrokkenen zelf het risico gemakkelijk onderschatten, o.a. uit gewenning en zelfbescherming. GROTERE BEWUSTWORDING VAN ONZE RISICOPOSITIE Met de resultaten van de uitwisseling en screening in het achterhoofd, maakten we samen de slotconclusies op van de themadag. Zo stelden we vast dat we ons allereerst bewust rekenschap moeten geven van het aanwezige risico op secundaire traumatisering. Het is een kwetsbaar aspect binnen onze werksetting, dat aandacht mag vragen voor gerichte preventieve maatregelen om het risico zoveel mogelijk in te dijken en te voorzien van herstelmaatregelen indien nodig. 5 Uit het cursusmateriaal van Bie Heyse

17 Tevens moeten we ons behoeden niet in de bekende valkuil te trappen de problematiek op te hangen aan de medewerker an sich; het moet vooral een structurele plaats krijgen binnen de organisatie zelf en erin verankerd worden. Daarom is het goed dat we onze bestaande procedures en protocollen rond incidenten met een vernieuwde bril herlezen en bijwerken. Binnen de diverse teams moeten we expliciet ruimte creëren om te zien welke vangnetten we hebben om risico s op secundaire trauma s tegen te gaan. Zijn we in staat te leren van elkaars sterktes én zwaktes die we als éénheid en normaliteit kunnen beschouwen binnen het zeer persoonsgericht werken? Slagen we erin éénzelfde empathie, authenticiteit en erkenning te geven aan collega s en aan onszelf, zoals we dit doen naar onze jongeren en gezinnen? We moeten ook realistisch blijven door niet het verwachtingspatroon te creëren dat we met scherpere regels en/of bijgestelde protocollen het risico meteen gaan verhelpen. Het blijft vooral een kwestie van organisatiecultuur, die verder ontwikkelt en open staat voor persoonsgebonden behoeften van medewerkers, gelinkt aan de specifieke werkinhoud. De gedachte werd meteen meegegeven dat het op gang zijnde proces rustig mag groeien en niet onder druk hoeft te staan. Voortschrijdend inzicht en kleine acties Met het geschetste geheel van educatie, uitwisseling, eerste vaststellingen en intenties, is alvast een basis gelegd om het thema gezamenlijk te dragen. Het legitimeert ook het voortbestaan van de werkgroep secundaire traumatisering ad hoc, die de alertheid wil aanhouden, wil sensibiliseren en mee helpen investeren in goede initiatieven om risico s op secundaire traumatisering laag te houden. Zo zijn we de voorbije maanden op het spoor gekomen van een aantal aanvullende en verdiepende vormingsactiviteiten die ons helpen bij de verdere ontwikkeling. Zowel vanuit BZW als TB hebben twee teamleden deelgenomen aan een tweedaagse opleiding Als de spiegel barst 6, georganiseerd vanuit de Educatie-Academie te Antwerpen. Kennis en inzichten die daar zijn opgedaan, worden gedeeld binnen de respectievelijke teams en de werkgroep. Daarnaast hebben twee medewerkers (begeleider en leidinggevende) een infosessie van IDEWE bijgewoond omtrent Omgaan met agressie en schokkende gebeurtenissen: van beleid tot concrete aanpak. Ook dit blijkt een zeer waardevolle bijdrage te zijn om het op gang zijnde proces te begeleiden vanuit de organisatorische en beleidskant. We merken tevens dat de initiatieven en sensibiliseringscampagnes van Icoba 7, die we als expertisecentrum toch al wat langer kennen, net iets meer betekenis krijgen. Hun recente Oewist? - campagne heeft onze bijzondere aandacht getrokken, omdat het richtlijnen en tips bevat naar passende opvang van collega s na een incident. We hebben dit initiatief voor de gehele organisatie even in de spotlights geplaatst. Dit alles biedt de gelegenheid om het thema beetje per beetje te valoriseren in de lopende dagelijkse werking. In dit kader is er bijkomende aandacht gekomen voor de onthaalmede- 6 docente Suzanne Kempeneers 7 Initiatief CompetentieBevordering Agressiebeheersing, een kennis- en expertisecentrum van en voor o.a. de sector bijzondere jeugdbijstand, AWW, CKG, gehandicaptenzorg.

18 werkster in de uitoefening van haar job door één van de verantwoordelijken. Het team Thuisbegeleiding besteedt nu o.a. ook volwaardige teamtijd aan afsluitende begeleidingen mét specifieke vragen naar ervaringen en belevingen van de begeleider in kwestie. Daar wordt eveneens de intentie genomen om regelmatig bij de start van een teammoment te informeren naar bijzondere gebeurtenissen in de begeleidingen die men wil delen (en dit mogen ook plezierige aspecten zijn als tegengewicht voor de veelal schrijnende verhalen). Binnen het team Begeleid Zelfstandig Wonen is o.a. een verschuiving aan de gang in de casusbesprekingen, waar de focus op de cliënt al eens gemakkelijker wordt verlegd op die van de begeleider. Jaarplan 09 In het doorlopen van het werkmateriaal en uit de structuur van de verschillende vormingen rond risico op secundaire traumatisering, merken we dat het begrip altijd in belangrijke mate wordt afgemeten op het beleid binnen de betrokken organisatie zelf. In contact met medecursisten en collega s uit diverse voorzieningen, leren we alvast dit: we hebben het op onze eigen werkplek bijlange niet zo slecht wat betreft zorg en mogelijkheid tot zelfzorg. Heel wat zaken zijn aanwezig als beschermend effect (denken we maar aan de teamwerking, vorming, mogelijkheid tot supervisie, duidelijke taakprofielen, ) en kunnen positief afgewogen worden tegenover vele andere werkcontexten binnen de non-profit sector. Maar alles kan beter. Daarom wordt het thema meegenomen door de kwaliteitsstuurgroep in de planning van het kwaliteitsbeleid voor een verdere, verbeterende operationalisering ervan en het opvullen van hiaten. Eén en ander zal daarom afgestemd worden op de activiteiten en taken van de werkgroep. Hoe dit juist dient te gebeuren moet nog worden uitgemaakt. Tot slot Aandacht voor secundaire traumatisering als beroepsrisico brengt hoe dan ook verbetering op verschillende niveaus van de organisatie: er is een verhoogde bewustwording van alle medewerkers rond de verstrekkende beïnvloeding van het soort werk dat we verrichten en het beleid stemt af op de werkelijke behoeften die zich aandienen door een ondersteunende werkcontext. Het is daarenboven geen geïsoleerde aangelegenheid: iedereen draagt ertoe bij, elk vanuit eigen taak en functie, opdat een cultuur van bejegening in brede (zelf)zorg ontstaat. Michel Dujardin

19 EVALUATIETWEEDAAGSE APRIL: «MET ZIJN ALLEN DE BOOM IN» welkom op de buiten! meteen de boom in prestaties om van achterover te vallen Wie doet superman na?

20 evenwicht zoeken vertrouwen hoog en droog raak schieten bootje varen

21 «L APRÈS-SKI» uitblazen geblazen aperitieven de inwendige mens terug naar huis

22 OVERZICHT WERKING KWALITEITSSTUURGROEP De pedagogische profielen Het werken aan kwaliteit, zoals vorm gegeven in het kwaliteitssysteem en geborgen in het kwaliteitshandboek, neemt binnen onze erkenningsvoorwaarden een belangrijke plaats in. Dit opnieuw in herinnering brengen leek ons bijzonder relevant in het perspectief van de hererkenningsronde die eind dit jaar door de overheid werd ingezet. Toen kregen we een uitnodiging van onze minister om onze aanvraag tot verlenging van onze erkenning in te dienen. De pedagogische profielen of concepten vormen daar het belangrijkste onderdeel van. Twee maanden tijd kregen we hiervoor Ondertussen hebben we geleerd dat het werken aan of gedeeltelijk herschrijven van een pedagogisch profiel zich niet op een paar maanden laat op papier zetten. Gelukkig waren we daar voor BZW en Thuisbegeleiding al mee begonnen tijdens onze evaluatietweedaagse van Thuisbegeleiding was er reeds in geslaagd eind 2007 een grondig vernieuwde versie uit te brengen. U kan dit nalezen in het jaarverslag In BZW heeft dat proces meer tijd in beslag genomen. Eigenlijk is het hele proces daar nog niet rond, maar toch konden we een consistente status praesens overmaken aan de overheid i.f.v. de hererkenningsaanvraag. Kwaliteitsplanning De elementen voor kwaliteitsplanning werden voorgesteld in het jaaractieplan 2008 en dynamisch bijgehouden in de strategische planning. We sommen hier de voornaamste onderwerpen op die het afgelopen jaar aan bod zijn gekomen. We hadden het supra al over de herwerking van het profiel BZW. Werken aan diversiteit was de jaren voordien een belangrijk thema binnen onze werking. Wij lieten ons toen intensief begeleiden door een externe diversiteitconsulent (Alain De Bruyne). Afgelopen jaar wilden we dit op eigen houtje continueren, zij het op een minder intensief tempo. Er zijn nog een aantal bijeenkomsten van de werkgroep geweest die vooral als onderwerp hadden het warm houden van onze verworven diversiteitsopvattingen. Zo organiseerden wij tijdens een gemeenschappelijk overlegmoment met alle medewerkers een sensibiliseringsactiviteit. We brachten op creatieve wijze een aantal diversiteitsonderwerpen opnieuw onder de aandacht met de bedoeling deze te consolideren. Het onderwerp werd dan voorlopig van de actieve agenda afgevoerd. Maar het blijft de bedoeling topics m.b.t. diversiteit af en toe een plaats te geven binnen verschillende aspecten van onze werking. Ter opvolging van het intern communicatieonderzoek van het jaar voordien werd met de personeelsgroep een vrij positieve evaluatie gemaakt. Om ook dit onderwerp levendig te houden, werd besloten maandelijks een communicatiespreuk op het intranet te plaatsen. Soms waren dit een paar zinnen, maar evenzeer kon het een ogen openend kort verhaaltje zijn. En altijd riep dit wel wat commentaar op, hetgeen nu precies de bedoeling was Elders in dit jaarverslag leest u uitgebreid over secundaire traumatisering, een onderwerp waartoe reeds het jaar voordien een aanzet was gegeven. Tijdens de evaluatietweedaagse van april werd hieraan onder externe begeleiding een volledige dag gewijd. Een interne

23 werkgroep heeft het op zich genomen om het thema verder uit te werken. Tevens volgden nog enkele begeleiders externe vorming m.b.t. dit gevoelig onderwerp. Tenslotte, en zoals eveneens te lezen in dit jaarverslag, is er heel wat tijd en energie gegaan naar het verder vorm geven aan het multifunctionele centrum. Naast de positieve ontwikkelingen die dit opzet met zich meebracht, zijn ook meerdere knelpunten aan het licht gekomen. Een aantal elementen van de planning zijn in 2008 niet of niet voldoende aan bod kunnen komen. Zo zal de opmaak van brochures voor kinderen van Thuisbegeleiding meegenomen worden naar komend jaar. Ook liggen een aantal functioneringsgesprekken, voorzien voor het najaar, nog te wachten. Ondanks hard labeur in de kwaliteitsstuurgroep zijn we er niet meer in geslaagd de vooropgezette priacs volgens de regels van de kunst op te stellen en uit te werken. Het jaaractieplan 2009, dat u in een volgend hoofdstuk kan lezen, voorziet als nieuwe project het opzetten van een veiligheidsplan binnen de organisatie. Dit zal ongetwijfeld moeten gekoppeld worden aan de aandachtspunten van de werkgroep secundaire traumatisering. We hopen zo tot een stevig onderbouwd actieplan te komen opdat de organisatie efficiënt kan antwoorden op eventuele traumatische ervaringen van medewerkers ten gevolge van hun begeleidingsopdracht. Uiteraard zal het opvolgen en evalueren van het multifunctioneel centrum een belangrijke plaats innemen. De experimenteerfase loopt tot eind Heel wat registratie-, rapporterings- en evaluatiewerk staat ons nog te wachten. Onderhoud kwaliteitssysteem Naast het nemen van verbeterinitiatieven en het geven van aanzetten tot het uitwerken ervan, heeft de stuurgroep kwaliteit als voornaamste opdracht het kwaliteitssysteem en het kwaliteitshandboek up-to-date te houden. Dit betekent, wanneer dit nog niet en cours de route gebeurd zou zijn, dat alle elementen minstens om de vier jaar een opfrisbeurt zullen krijgen. We werken daarom met vervaldagen op alle documenten. Onze informatica zorgt ervoor dat op elke stuurgroepvergadering een lijst ter inzage ligt met de te herziene stukken. We overlopen de aanpassingen voor STRATEGISCHE PLANNING Wij hanteren sinds enkele jaren een schematisch en gevisualiseerd overzicht van de verschillende topics die opgenomen zijn in de strategische planning. Bijna op elke stuurgroepvergadering kijken we na of aanvullingen moeten aangebracht worden. Het schema reikt verder dan het huidige jaar, tot de voorziene looptijd van het langst lopende project in planning. CONDITIONELE ELEMENTEN Bij Thuisbegeleiding werd inzet personele middelen bijgewerkt voor wat betreft de te ondernemen acties bij langdurige afwezigheid van een begeleider.

24 De functiebeschrijving eerste begeleider werd aan een kritische lezing onderworpen waarna een aantal aanpassingen werden doorgevoerd die meer recht doen aan de ontwikkelingen binnen deze functie (zowel in BZW als in TB). PROCEDURES Voor de meting van de tevredenheid bij het personeel werd de periode tussen twee metingen verlengd. Het was al eerder aangevoeld dat een meting om het anderhalf jaar, en dan veelal nog samenvallend met mogelijks beïnvloedende evenementen binnen het CAB, niet meer houdbaar was. We schuiven op met één jaar binnen een marge van zes maanden om enige afstemming met bepaalde gebeurtenissen te kunnen verwezenlijken. Na de afname in Thuisbegeleiding van de tevredenheidsmeting cliënten (ouders kinderen), werd nog maar eens vastgesteld dat de cijfers weinig of geen materiaal opleveren om verbeteracties aan te koppelen. Er is de intentie, vóór een nieuwe afname, op zoek te gaan naar werkwijzen die meer perspectief zouden bieden voor actieve opvolging. WERKVOORSCHRIFTEN Verwerven en doorgeven van informatie moest worden bijgewerkt i.f.v. de bepalingen van het decreet rechtspositie van de minderjarige in de jeugdhulp. De behandeling van de verslagen werd aangepast om een snellere doorstroom mogelijk te maken doorheen de verschillende controlepunten die steeds werden gehanteerd. Als derde vermelden we het werkvoorschrift bemiddelingscommissie dat werd gewijzigd i.f.v. standpuntbepalingen binnen het team in overeenstemming met het pedagogisch profiel. INTERNE NOTA S Zes documenten werden bijgewerkt. DIVERSE PROJECTEN De onthaalbrochure voor cliënten die zich bevindt in de onthaalruimte werd herschreven in een meer voor de cliënt verstaanbare taal. Daarnaast werd een geheel nieuwe lay-out toegekend (met dank aan Tom Veys). Het systeem van vormingsjaarplannen wordt nu ook voor de secretariaatsmedewerkers gehanteerd. Het vormingsoverzicht werd aan het intranet toegevoegd. De vormingsjaarplannen van beide werkvormen bleken te weinig toegankelijk en niet up-to-date. Elke lopende vorming voor het huidige jaar is nu voor iedereen direct opvraagbaar en te consulteren volgens verschillende sleutels. Geen overbodige luxe als het gaat om 56 ingegeven items voor 2008! Het document aantoonbaarheid decreet rechtspositie werd verder afgewerkt en een plaats gegeven binnen het kwaliteitshandboek. Hiermee willen we checken of alle bepalingen van dit decreet hun vertaling hebben gekregen naar onze concrete werking. Daarnaast kan het een handig instrument zijn om bij de komende inspectieronde accuraat de aantoonbaarheid in communicatie te brengen.

Vacature coördinator Rungproject

Vacature coördinator Rungproject Vacature coördinator Rungproject 26.06.07 Het Rungproject is een nieuw initiatief dat herstelgerichte hulp biedt aan jongeren in de bijzondere jeugdbijstand die weglopen (overwegen) en hun omgeving. Het

Nadere informatie

FUNCTIEFAMILIE 5.1 Lager kader

FUNCTIEFAMILIE 5.1 Lager kader Doel van de functiefamilie Leiden van een geheel van activiteiten en medewerkers en input geven naar het beleid teneinde een kwaliteitsvolle, klantgerichte dienstverlening te verzekeren en zodoende bij

Nadere informatie

Jongerenwelzijn. Zorgstrategie en zorgstrategisch plan in de Bijzondere Jeugdbijstand mei 2016

Jongerenwelzijn. Zorgstrategie en zorgstrategisch plan in de Bijzondere Jeugdbijstand mei 2016 Jongerenwelzijn Zorgstrategie en zorgstrategisch plan in de Bijzondere Jeugdbijstand mei 2016 Wie kan VIPA-subsidies aanvragen? o.a. Erkende voorzieningen van de Bijzondere Jeugdbijstand: organisaties

Nadere informatie

Begeleiding in haar context

Begeleiding in haar context Begeleiding in haar context Contextbegeleiding: Krachtlijnen vanuit de overheid Brussel, 16 september 2014 Openness and participation are antidotes to surveillance and control. (Howard Rheingold) WWW.JONGERENWELZIJN.BE

Nadere informatie

Van twee naar één netwerk Een nieuw netwerk Een nieuwe naam

Van twee naar één netwerk Een nieuw netwerk Een nieuwe naam Van twee naar één netwerk Een nieuw netwerk Een nieuwe naam Kwadraat staat voor. kwaliteit, want kwaliteitsvolle zorg vermenigvuldigt als je ze deelt.. het bundelen van de krachten om mensen met een psychische

Nadere informatie

Daidalos vzw. Veiligheidsondersteunend beleid

Daidalos vzw. Veiligheidsondersteunend beleid Daidalos vzw Veiligheidsondersteunend beleid Daidalos vzw: Situering Voorziening Bijzondere Jeugdbijstand Mobiele/ semi-ambulante hulpverlening bij Problematische opvoedingssituaties (POS): hoofdzakelijk

Nadere informatie

Competentieprofiel medewerker BAAL

Competentieprofiel medewerker BAAL Het competentieprofiel is opgebouwd uit enerzijds de algemene competenties vanuit het ruime werkkader van vzw Jongerenwerking Pieter Simenon en anderzijds uit de beroepsspecifieke competenties gericht

Nadere informatie

Pedagogisch beleid in Brede School de Waterlelie, Prinsenhof te Leidschendam

Pedagogisch beleid in Brede School de Waterlelie, Prinsenhof te Leidschendam Pedagogisch beleid in Brede School de Waterlelie, Prinsenhof te Leidschendam Inleiding: ATB de Springplank, een algemeen toegankelijke basisschool en Vlietkinderen, maatwerk in kinderopvang, beiden gehuisvest

Nadere informatie

FUNCTIEFAMILIE 1.2 Klantenadviserend (externe klanten)

FUNCTIEFAMILIE 1.2 Klantenadviserend (externe klanten) Doel van de functiefamilie Vanuit een specialisatie professioneel advies of begeleiding geven aan externe klanten deze klanten oplossingen aan te reiken of maximaal te ondersteunen in het vinden van een

Nadere informatie

FUNCTIE/ORGAAN: Directeur

FUNCTIE/ORGAAN: Directeur FUNCTIE/ORGAAN: Directeur Functiedoel: - De directeur is de eindverantwoordelijke van het PVT De Landhuizen en is verantwoordelijk voor de realisatie van de missie, de visie en het beleid binnen de doelstellingen

Nadere informatie

Publicatie B.S.: Inwerkingtreding: Hoofdstuk I. ALGEMENE BEPALINGEN. Artikel 1.

Publicatie B.S.: Inwerkingtreding: Hoofdstuk I. ALGEMENE BEPALINGEN. Artikel 1. BESLUIT van de VLAAMSE REGERING van 24 april 2009 tot vaststelling van de voorwaarden voor de experimentele subsidiëring van een aanvullend geïndividualiseerd hulpaanbod in de intersectorale aanpak van

Nadere informatie

Vlaamse Regering rssjj^f ^^

Vlaamse Regering rssjj^f ^^ Vlaamse Regering rssjj^f ^^ Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van ISjuli 2007 houdende de organisatie van opvoedingsondersteuning DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de decreten

Nadere informatie

Visienota EDUCARE / Transities 0-6 jaar. Onderwijscentrum Brussel Entiteit Gezin

Visienota EDUCARE / Transities 0-6 jaar. Onderwijscentrum Brussel Entiteit Gezin Visienota EDUCARE / Transities 0-6 jaar Onderwijscentrum Brussel Entiteit Gezin a. Situering Jonge kinderen (0-6 jaar) groeien op in diverse contexten: thuis, eventueel in de kinderopvang, en in de kleuterschool.

Nadere informatie

NOTA. Agentschap Jongerenwelzijn Koning Albert II-laan 35, bus Brussel Tel.: Fax: Situering

NOTA. Agentschap Jongerenwelzijn Koning Albert II-laan 35, bus Brussel Tel.: Fax: Situering Agentschap Jongerenwelzijn Koning Albert II-laan 35, bus 32 1030 Brussel Tel.: 02 553 33 00 - Fax: 02 553 34 19 NOTA Betreft: Kader voor verwijzers in het experiment multifunctionele centra (13/07/07)

Nadere informatie

De doelstellingen van directie en personeel worden expliciet omschreven in een beleidsplan en worden jaarlijks beoordeeld door de directie.

De doelstellingen van directie en personeel worden expliciet omschreven in een beleidsplan en worden jaarlijks beoordeeld door de directie. FUNCTIE: Directeur POC AFKORTING: DIR AFDELING: Management 1. DOELSTELLINGEN INSTELLING De doelstellingen staan omschreven in het beleidsplan POC. Vermits de directie de eindverantwoordelijkheid heeft

Nadere informatie

Garanties voor hulpcontinuïteit in de overgang naar meerderjarigheid

Garanties voor hulpcontinuïteit in de overgang naar meerderjarigheid Garanties voor hulpcontinuïteit in de overgang naar meerderjarigheid Trefdag Jong en zonder (t)huis 2 juni 2017 David Debrouwere Afdelingshoofd Voorzieningenbeleid Jongerenwelzijn Inhoud Actieplan jongvolwassenen

Nadere informatie

Competenties van leerkrachten in scholen met een katholiek geïnspireerd opvoedingsproject

Competenties van leerkrachten in scholen met een katholiek geïnspireerd opvoedingsproject Competenties van leerkrachten in scholen met een katholiek geïnspireerd opvoedingsproject Deze lijst is het onderzoekresultaat van een PWO-traject binnen de lerarenopleidingen van de KAHO Sint-Lieven,

Nadere informatie

Brussel, 21 januari 2004 210104_Advies_deontologische_code. Advies. deontologische code voor loopbaandienstverlening

Brussel, 21 januari 2004 210104_Advies_deontologische_code. Advies. deontologische code voor loopbaandienstverlening Brussel, 21 januari 2004 210104_Advies_deontologische_code Advies deontologische code voor loopbaandienstverlening Inhoud Op 2 december 2003 vroeg de Vlaamse Minister van Werkgelegenheid en Toerisme R.

Nadere informatie

Opdrachtsverklaring Missie - Visie

Opdrachtsverklaring Missie - Visie Opdrachtsverklaring Missie - Visie 1. Missie Sint-Lodewijk biedt aangepast onderwijs en/of begeleiding op maat aan kinderen, jongeren en volwassenen met een motorische beperking. Ook het gezin en breder

Nadere informatie

PROJECTPLAN REGISTRATIESYSTEEM PRIVATE VOORZIENINGEN BIJZONDERE JEUGDZORG

PROJECTPLAN REGISTRATIESYSTEEM PRIVATE VOORZIENINGEN BIJZONDERE JEUGDZORG PROJECTPLAN REGISTRATIESYSTEEM PRIVATE VOORZIENINGEN BIJZONDERE JEUGDZORG Stefaan VIAENE Johan PEETERS 30 maart 2007 1 A. CONTEXT VAN HET PROJECT - Doelstelling 32 van het Globaal Plan bepaalt: We geven

Nadere informatie

Klantgericht Betrouwbaar Veilig Efficiënt Doeltreffend Integraal Wendbaar Open Digitaal Inclusief Duurzaam

Klantgericht Betrouwbaar Veilig Efficiënt Doeltreffend Integraal Wendbaar Open Digitaal Inclusief Duurzaam Overzicht basisprincipes Klantgericht Betrouwbaar Veilig Efficiënt Doeltreffend Integraal Wendbaar Open Digitaal Inclusief Duurzaam De klant staat centraal in alles wat we doen. We zijn betrouwbaar voor

Nadere informatie

C modulair kader doc02 nota nota aan de koepelorganisaties datum februari 2016 uw kenmerk naam lijnmanager David Debrouwere naam auteur Els

C modulair kader doc02 nota nota aan de koepelorganisaties datum februari 2016 uw kenmerk naam lijnmanager David Debrouwere naam auteur Els nota nota aan de koepelorganisaties datum februari 2016 uw kenmerk naam lijnmanager David Debrouwere naam auteur Els Meert onderwerp Opstart traject: reflectie op bezetting 1. Huidige regelgeving Het besluit

Nadere informatie

Aan de slag met duurzame inzetbaarheid 3 november 2015

Aan de slag met duurzame inzetbaarheid 3 november 2015 Duurzame inzetbaarheid uitgangspunt personeelsbeleid Het voorstel is duurzame inzetbaarheid centraal te stellen in het personeelsbeleid om medewerkers van alle levensfasen optimaal inzetbaar te houden

Nadere informatie

Brugfiguur flankerend onderwijs FUNCTIEBESCHRIJVING

Brugfiguur flankerend onderwijs FUNCTIEBESCHRIJVING Brugfiguur flankerend onderwijs FUNCTIEBESCHRIJVING PLAATS IN HET ORGANOGRAM Je werkt onder de leiding van de secretaris en het diensthoofd van de Welzijnsdienst. Je werkt constructief samen met OCMW -

Nadere informatie

een geëngageerde en gemotiveerde begeleider (m/v) voor ons begeleidingstehuis t Vlierke.

een geëngageerde en gemotiveerde begeleider (m/v) voor ons begeleidingstehuis t Vlierke. In de Bijzondere Jeugdzorg van Ter Loke zijn we op zoek naar een geëngageerde en gemotiveerde begeleider (m/v) voor ons begeleidingstehuis t Vlierke. t Vlierke is een begeleidingstehuis in Turnhout voor

Nadere informatie

VLAAMSE OUDERENRAAD Advies 2011/2 over de aanpassing van het Decreet ouderenbeleidsparticipatie

VLAAMSE OUDERENRAAD Advies 2011/2 over de aanpassing van het Decreet ouderenbeleidsparticipatie VLAAMSE OUDERENRAAD Advies 2011/2 over de aanpassing van het Decreet ouderenbeleidsparticipatie Vlaamse Ouderenraad vzw 26 augustus 2011 Koloniënstraat 18-24 bus 7 1000 Brussel VLAAMSE OUDERENRAAD Advies

Nadere informatie

Voorontwerp van decreet betreffende het lokaal sociaal beleid

Voorontwerp van decreet betreffende het lokaal sociaal beleid VR 2017 2402 DOC.0170/2BIS Voorontwerp van decreet betreffende het lokaal sociaal beleid DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin; Na beraadslaging,

Nadere informatie

Het erkenningsbesluit sociale huisvesting: stimulans voor bewonersparticipatie

Het erkenningsbesluit sociale huisvesting: stimulans voor bewonersparticipatie Het erkenningsbesluit sociale huisvesting: stimulans voor bewonersparticipatie Voorstel tot aanbevelingen van VIVAS I. Inleiding...2 II. Het erkenningsbesluit en bewonersparticipatie...2 1 Prestatiebeoordeling

Nadere informatie

Mechelen PrOS-project

Mechelen PrOS-project www.besafe.be Mechelen PrOS-project Mechelen PrOS-project FOD Binnenlandse Zaken Algemene Directie Veiligheid en Preventie Directie Lokale Integrale Veiligheid 2014 Mechelen PrOS-project I. Projectbeschrijving

Nadere informatie

Brussel, 5 februari _Advies_Huizen_van_het_Nederlands. Advies. over het voorontwerp van decreet betreffende de Huizen van het Nederlands

Brussel, 5 februari _Advies_Huizen_van_het_Nederlands. Advies. over het voorontwerp van decreet betreffende de Huizen van het Nederlands Brussel, 5 februari 2004 020504_Advies_Huizen_van_het_Nederlands Advies over het voorontwerp van decreet betreffende de Huizen van het Nederlands 1. Inleiding Op 26 januari 2004 heeft de raad van de Vlaams

Nadere informatie

overleggroep gezondheid; agendapunt samenwerking CGG s en verenigingen 02 februari 2010

overleggroep gezondheid; agendapunt samenwerking CGG s en verenigingen 02 februari 2010 Vlaams Netwerk van verenigingen waar armen het woord nemen vzw Aromagebouw / Vooruitgangstraat 323 bus 6 (3 de verdieping) / 1030 Brussel / tel. 02-204 06 50 / fax : 02-204 06 59 info@vlaams-netwerk-armoede.be

Nadere informatie

Tabel competentiereferentiesysteem

Tabel competentiereferentiesysteem Bijlage 3 bij het ministerieel besluit van tot wijziging van het ministerieel besluit van 28 december 2001 tot uitvoering van sommige bepalingen van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op... (datum);

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op... (datum); Voorontwerpbesluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van artikel 2 en artikel 5 van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008 betreffende bevolkingsonderzoek in het kader van ziektepreventie

Nadere informatie

Competentieprofiel. Maatschappelijk werker

Competentieprofiel. Maatschappelijk werker Competentieprofiel maatschappelijk werker OCMW 1. Functie Functienaam Afdeling Dienst Functionele loopbaan Maatschappelijk werker Sociale zaken Sociale dienst B1-B3 2. Context Het OCMW garandeert aan elke

Nadere informatie

Teamcoördinator ALERT-team

Teamcoördinator ALERT-team Functie- en competentieprofiel Teamcoördinator ALERT-team Datum Organisatie CAW Antwerpen Medewerker Deelwerking ALERT-team Plaats in de organisatie Teamcoördinator Waarom deze functie Deze functie draagt

Nadere informatie

DEONTOLOGIE VAN HET STRAATHOEKWERK

DEONTOLOGIE VAN HET STRAATHOEKWERK DEONTOLOGIE VAN HET STRAATHOEKWERK 1 INLEIDING Voor u ligt de schriftelijke neerslag van de deontologie van het straathoekwerk. Het is een instrument van en voor straathoekwerkers. Straathoekwerkers zijn

Nadere informatie

MPA toepassing in teambuilding

MPA toepassing in teambuilding MPA toepassing in teambuilding door Chris Minne MPA certificatieopleiding 2006 Een team-training met ploegleiders Probleemomschrijving De Warehouse manager van een logistiek bedrijf geeft leiding aan een

Nadere informatie

DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN, Gelet op het decreet van 12 juli 2013 betreffende de integrale jeugdhulp;

DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN, Gelet op het decreet van 12 juli 2013 betreffende de integrale jeugdhulp; Ministerieel besluit met betrekking tot de werking van de gemandateerde voorzieningen en van de sociale diensten in de integrale jeugdhulp en de organisatie van bemiddeling in de regio Oost-Vlaanderen

Nadere informatie

SYNTHESERAPPORT EVALUATIE WETENSCHAPPELIJKE OLYMPIADES SAMENVATTING

SYNTHESERAPPORT EVALUATIE WETENSCHAPPELIJKE OLYMPIADES SAMENVATTING SYNTHESERAPPORT EVALUATIE WETENSCHAPPELIJKE OLYMPIADES SAMENVATTING Studiedienst en Prospectief Beleid 1 Departement Economie, Wetenschap en Innovatie Vlaamse Overheid Koning Albert II-laan 35 bus 10 1030

Nadere informatie

Gelijke Kansen en Diversiteit binnen het UZ Gent

Gelijke Kansen en Diversiteit binnen het UZ Gent Gelijke Kansen en Diversiteit binnen het UZ Gent 1. Missie - visie Gelijke Kansen en Diversiteit UZ Gent Het UZ Gent is een pluralistische instelling. De benadering van Gelijke Kansen en Diversiteit op

Nadere informatie

NR ORGANISATIE REGIO GEVRAAGDE CAPACITEIT DELICTGERICHTE CB

NR ORGANISATIE REGIO GEVRAAGDE CAPACITEIT DELICTGERICHTE CB //////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// NOTA Voorstel IROJ advies naar aanleiding

Nadere informatie

HUISHOUDELIJK REGLEMENT INTERSECTORAAL REGIONAAL OVERLEG JEUGDHULP WEST-VLAANDEREN

HUISHOUDELIJK REGLEMENT INTERSECTORAAL REGIONAAL OVERLEG JEUGDHULP WEST-VLAANDEREN HUISHOUDELIJK REGLEMENT INTERSECTORAAL REGIONAAL OVERLEG JEUGDHULP WEST-VLAANDEREN Inleidende bepaling Gebruikersparticipatie vormt een rode draad doorheen Integrale Jeugdhulp en de werking van het IROJ.

Nadere informatie

Kinderopvang en MFC s realiseren samen inclusieve kinderopvang voor elk kind en elke ouder

Kinderopvang en MFC s realiseren samen inclusieve kinderopvang voor elk kind en elke ouder Open oproep Pionieren in samenwerking Kinderopvang en MFC s realiseren samen inclusieve kinderopvang voor elk kind en elke ouder INLEIDING Vlaams minister Jo Vandeurzen streeft naar een sterkere samenwerking

Nadere informatie

De sociale plattegrond

De sociale plattegrond De sociale plattegrond Sector: Agentschap Jongerenwelzijn Spreker: Tom Elen (Agentschap Jongerenwelzijn) H1 - Opdracht Agentschap Jongerenwelzijn (beleidsdomein = WVG) Afdeling Preventie- en Verwijzersbeleid

Nadere informatie

1. De methodiek Management Drives

1. De methodiek Management Drives 1. De methodiek Management Drives Management Drives is een unieke methodiek die u concrete handvatten biedt in het benaderen van de ontwikkeling van individu, team en organisatie. De methodiek kent een

Nadere informatie

Brussel, 8 juli 2009 07082009_SERV-advies projecten VSDO. Advies. Projecten Vlaamse strategie duurzame ontwikkeling

Brussel, 8 juli 2009 07082009_SERV-advies projecten VSDO. Advies. Projecten Vlaamse strategie duurzame ontwikkeling Brussel, 8 juli 2009 07082009_SERV-advies projecten VSDO Advies Projecten Vlaamse strategie duurzame ontwikkeling 1. Inleiding Op 8 juni 2009 werd de SERV om advies gevraagd over de fiches ter invulling

Nadere informatie

FUNCTIEPROFIEL. Functie: Zorgcoördinator. A. Functiebeschrijving. 1. Doel van de functie

FUNCTIEPROFIEL. Functie: Zorgcoördinator. A. Functiebeschrijving. 1. Doel van de functie FUNCTIEPROFIEL Functie: Zorgcoördinator A. Functiebeschrijving 1. Doel van de functie Hij/zij staat, samen met de leefgroepencoördinator, in voor de aansturing van een woonbuurt bestaande uit een aantal

Nadere informatie

Spannend: Participatieprocessen in de Bijzondere Jeugdzorg.

Spannend: Participatieprocessen in de Bijzondere Jeugdzorg. Vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg info@osbj.be - www.osbj.be Spannend: Participatieprocessen in de Bijzondere Jeugdzorg. Deel 2: aandachtspunten voor organisaties Naar aanleiding van het

Nadere informatie

Deontologische code personeel

Deontologische code personeel Deontologische code personeel De kernwaarden van het intergemeentelijk samenwerkingsverband zijn: In vertrouwen/integer In samenwerking Complementariteit Resultaatsgericht/concreet Deze waarden nemen een

Nadere informatie

Functiekaart. Functionele loopbaan: B4 B5

Functiekaart. Functionele loopbaan: B4 B5 Functie Graadnaam: Coördinator Functienaam: Coördinator Vrije Tijd Functionele loopbaan: B4 B5 Code: Cluster: Samenleving, Leven en Welzijn Afdeling: Vrije tijd, ontspanning en vrijwilligers Dienst: Subdienst:

Nadere informatie

Gemeentelijke Raad voor Ontwikkelingssamenwerking GRO..M Mechelen

Gemeentelijke Raad voor Ontwikkelingssamenwerking GRO..M Mechelen Gemeentelijke Raad voor Ontwikkelingssamenwerking GRO..M Mechelen HOOFDSTUK 1: ALGEMENE UITGANGSPUNTEN Art. 1 De GRO..M is de advies- en participatieraad van de stad Mechelen met betrekking tot ontwikkelingssamenwerking

Nadere informatie

Basisinformatie maatschappelijke opdracht

Basisinformatie maatschappelijke opdracht Nastreven van leergebiedoverschrijdende eindtermen Een kader om met het schoolteam aan de slag te gaan Basisinformatie maatschappelijke opdracht In dit deel wordt het wettelijk kader geschetst dat voor

Nadere informatie

TRAINING EN TOETSING BINNEN DE OPLEIDING. Professioneel Handelen

TRAINING EN TOETSING BINNEN DE OPLEIDING. Professioneel Handelen TRAINING EN TOETSING BINNEN DE OPLEIDING 1 LEERRESULTATEN EN COMPETENTIES Doelstellingen competenties Structuur en éénduidigheid Uniformiteit in formulering 2 LEERRESULTATEN EN COMPETENTIES Generieke competenties

Nadere informatie

Modules in vzw Beaufort

Modules in vzw Beaufort Modules in vzw Beaufort Indigo, vroeger cat 1 begeleidingstehuis voor 45 jongeren, 0-21 jaar, sinds 2013: 42 verblijfsmodules + 45 modules Contextbegeleiding (CB) Epsilon, vroeger dagcentrum Lokeren, 10

Nadere informatie

FUNCTIEFAMILIE 4.2 Beleidsthemabeheerder

FUNCTIEFAMILIE 4.2 Beleidsthemabeheerder Doel van de functiefamilie Het beleidsthema vanuit theoretische en praktische deskundigheid implementeren en uitbouwen teneinde toepassingen omtrent het thema te initiëren, te stimuleren en te bewaken

Nadere informatie

Provinciale gespreksavond over Zelfzorg en lokaal sociaal beleid een haalbare kaart?

Provinciale gespreksavond over Zelfzorg en lokaal sociaal beleid een haalbare kaart? Platform Zelfzorg Oost-Vlaanderen Martelaarslaan 204b 9000 Gent tel. 09 225 91 33 - fax 09 233 35 89 plazzo@telenet.be http://users.telenet.be/plazzo Provinciale gespreksavond over Zelfzorg en lokaal sociaal

Nadere informatie

Resultaten van de maturiteitsscan procesoptimalisatie in de publieke sector

Resultaten van de maturiteitsscan procesoptimalisatie in de publieke sector Resultaten van de maturiteitsscan procesoptimalisatie in de publieke sector Ann Peirs, Geert Brandt, Partners Covista 15 mei 2015 Intro maturiteitsmodel 150 medewerkers uit de publieke sector waren aanwezig

Nadere informatie

JAARVERSLAG 2007 OXO ONDERSTEUNENDE VORMING VOOR OUDERS

JAARVERSLAG 2007 OXO ONDERSTEUNENDE VORMING VOOR OUDERS JAARVERSLAG 7 OXO ONDERSTEUNENDE VORMING VOOR OUDERS Inleiding: Na de oprichting van OXO in 6 is het jaar 7 het eerste volkomen jaar van onze organisatie. We zijn bovenal heel dankbaar dat ook bij het

Nadere informatie

NAAR EEN VITALE SAMENWERKING tussen KINDEROPVANG en LOKAAL BESTUUR

NAAR EEN VITALE SAMENWERKING tussen KINDEROPVANG en LOKAAL BESTUUR NAAR EEN VITALE SAMENWERKING tussen KINDEROPVANG en LOKAAL BESTUUR Een lokale engagementsverklaring als basis voor een vitale samenwerking tussen kinderopvang en lokaal bestuur Zowel in het decreet van

Nadere informatie

KLANTENTEVREDENHEIDSONDERZOEK FACULTATIEVE OPDRACHT PRIORITEITENBELEID. Resultaten

KLANTENTEVREDENHEIDSONDERZOEK FACULTATIEVE OPDRACHT PRIORITEITENBELEID. Resultaten KLANTENTEVREDENHEIDSONDERZOEK FACULTATIEVE OPDRACHT PRIORITEITENBELEID Resultaten Dienstverlening m.b.t. de facultatieve opdracht prioriteitenbeleid in het kader van het decreet van 13 juli 2001 en het

Nadere informatie

Organisatie van opvang en vrijetijdsbesteding van schoolkinderen [1]

Organisatie van opvang en vrijetijdsbesteding van schoolkinderen [1] Organisatie van opvang en vrijetijdsbesteding van schoolkinderen [1] Ten gevolge van de goedkeuring van de bisconceptnota betreffende de organisatie van opvang en vrijetijdsbesteding van schoolkinderen,

Nadere informatie

over het Besluit van de Vlaamse Regering ter uitvoering van het decreet algemeen welzijnswerk

over het Besluit van de Vlaamse Regering ter uitvoering van het decreet algemeen welzijnswerk Advies over het Besluit van de Vlaamse Regering ter uitvoering van het decreet algemeen welzijnswerk Brussel, 25 april 2013 SARWGG_ADV_20130425_BVR_AWW Strategische Adviesraad Welzijn Gezondheid Gezin

Nadere informatie

Vzw apart Functieomschrijving Contextbegeleid(st)er

Vzw apart Functieomschrijving Contextbegeleid(st)er Vzw apart Functieomschrijving Contextbegeleid(st)er We maken hierbij gebruik van de logische niveau s van R. Dilts. Daarbij komen achtereenvolgens aan bod : 1. Omgevingsniveau (waar, wanneer, met wie?)

Nadere informatie

DE BASIS EN SPEERPUNTEN VOOR

DE BASIS EN SPEERPUNTEN VOOR 1 JAARPLAN 2015 Voorwoord Het jaar 2014 is bijzonder succesvol geweest voor Present Rotterdam. Met succes zijn we op weg naar een stabiele organisatie met vaste partners, hebben we veel groepen vrijwilligers

Nadere informatie

Competentiemanagement bij de federale overheid

Competentiemanagement bij de federale overheid Competentiemanagement bij de federale overheid Competentieprofielen Basis Leidinggevend A4 December 2009 LEIDINGGEVEND A4 1/ BASISPROFIEL Tabel informatie begrijpen taken Taken uitvoeren Leidinggevend

Nadere informatie

Eén gezin één plan. Meer capaciteit en samenwerking in de rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp

Eén gezin één plan. Meer capaciteit en samenwerking in de rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp Eén gezin één plan Meer capaciteit en samenwerking in de rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp Inhoud De oproep Context en beleidskeuzes Finaliteit van de oproep: één gezin, één plan Samenstelling en uitbouw

Nadere informatie

Aanbod Bijzondere Jeugdbijstand (BJB)

Aanbod Bijzondere Jeugdbijstand (BJB) Aanbod Bijzondere Jeugdbijstand (BJB) Té-jongeren : intersectorale zoektocht, 27 november 2012 Vooraf Werking BJB wordt bepaald door het decreet van 7 maart 2008 inzake bijzondere jeugdbijstand Typisch

Nadere informatie

Evaluatie Kwaliteitsplanning 2016

Evaluatie Kwaliteitsplanning 2016 Evaluatie Kwaliteitsplanning 2016 Lokale dienstencentra OCMW Brugge Ganzenstraat 33-8000 Brugge Lokale Dienstencentra Ganzenstraat 33 8000 BRUGGE Van toepassing op de lokale dienstencentra OCMW Brugge

Nadere informatie

Deel 6: JEZ11 residentiële voorziening 1bis Capaciteit 10 meisjes

Deel 6: JEZ11 residentiële voorziening 1bis Capaciteit 10 meisjes Deel 6: JEZ11 residentiële voorziening 1bis Capaciteit 1 meisjes 6.1. Organigram van JEZ11 6.. Statistische gegevens JEZ11 88 6.1. Organigram van JEZ11 Directie Verantwoordelijke JEZ11 1 Hoofdbegeleider

Nadere informatie

Deel 1: Beschrijving van de structurele externe overlegorganen waar we aan participeren.

Deel 1: Beschrijving van de structurele externe overlegorganen waar we aan participeren. 1 / 6 Deel 1: Beschrijving van de structurele waar we aan participeren. In deze procedure beschrijven we enkel het permanent of structureel overleg waaraan we verplicht of vrijwillig participeren. Naast

Nadere informatie

-WAT DOE IK? -HOE VOEL IK ME IN DE VERGADERINGEN? diep gelukkig: mijn beperkte ervaringskennis kan werkelijk iets betekenen voor anderen

-WAT DOE IK? -HOE VOEL IK ME IN DE VERGADERINGEN? diep gelukkig: mijn beperkte ervaringskennis kan werkelijk iets betekenen voor anderen M I J N D E E L N A M E A L S G R O E N T J E A A N H E T V E R N I E U W D E Z O R G C O N CEPT R O N D A R IKEL 107 IN D E P R O J E C T R E G I O ' A R R O N D I S S E M E N T L E U V E N E N Z O R

Nadere informatie

ENKELE GOOD PRACTICES

ENKELE GOOD PRACTICES PREVENTIEF BELEID OM DE TOEPASSING VAN VRIJHEIDSBEPERKENDE MAATREGELEN TE VOORKOMEN. ENKELE GOOD PRACTICES CENTRUM voor KINDERPSYCHIATRIE Een kindvriendelijke hoekenwerking: een project voor kleuters en

Nadere informatie

Functiekaart. Werkt onder leiding van en rapporteert aan: beleidscoördinator Samenleving Leven en Welzijn

Functiekaart. Werkt onder leiding van en rapporteert aan: beleidscoördinator Samenleving Leven en Welzijn Functie Graadnaam: coördinator Functienaam: coördinator onderwijs Functionele loopbaan: B1-B3 Code: Afdeling: Samenleving, leven en welzijn Dienst: Burgerzaken, onderwijs en sociale dienst Subdienst: onderwijs

Nadere informatie

De Leemwinning. toelichting. Info-avond oktober 2015. Jeugdzorg Emmaüs 1

De Leemwinning. toelichting. Info-avond oktober 2015. Jeugdzorg Emmaüs 1 De Leemwinning toelichting Info-avond oktober 2015 Jeugdzorg Emmaüs 1 Inhoud - Doelgroep - Accenten in de werking - Begeleidingsfasen - Personeel - overzicht - functieomschrijvingen - praktische info -

Nadere informatie

Verdere informatie is te vinden in de statuten van de vzw, zoals gepubliceerd in het staatsblad van 22/03/2007.

Verdere informatie is te vinden in de statuten van de vzw, zoals gepubliceerd in het staatsblad van 22/03/2007. Jaarverslag 2007 Voor vzw touché was 2007 het jaar van de oprichting, de bekendmaking en de opstart. Dit jaarverslag beschrijft de werking en de activiteiten van het eerste jaar van de vzw. 1. Oprichting

Nadere informatie

Hoge Raad voor Vrijwilligers over het EYAA 2012 (European Year of Active Ageing 2012)

Hoge Raad voor Vrijwilligers over het EYAA 2012 (European Year of Active Ageing 2012) Hoge Raad voor Vrijwilligers over het EYAA 2012 (European Year of Active Ageing 2012) De Hoge Raad voor Vrijwilligers (HRV) kijkt relatief tevreden terug op 2011, het Europees Jaar voor het Vrijwilligerswerk.

Nadere informatie

IJH hoorzitting commissie Welzijn, Vlaams Parlement 13 mei 2015

IJH hoorzitting commissie Welzijn, Vlaams Parlement 13 mei 2015 IJH hoorzitting commissie Welzijn, Vlaams Parlement 13 mei 2015 Danny Aelvoet, Tanderuis vzw www.thuisbegeleidingautisme.be Erik Buelens, Het Raster vzw www.hetraster.be INHOUD Wie zijn wij? Beschouwing

Nadere informatie

4. Bij voorkeur zal de raad van toezicht van Stichting P60 bij de werving van nieuwe toezichthouders buiten het eigen netwerk zoeken.

4. Bij voorkeur zal de raad van toezicht van Stichting P60 bij de werving van nieuwe toezichthouders buiten het eigen netwerk zoeken. REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT Opgesteld door de voorzitter op 25.03.2013 Vastgesteld door de raad van toezicht op: 27.05.2013 te Amstelveen HOOFDSTUK I. ALGEMEEN Artikel 1. Begrippen en terminologie Dit

Nadere informatie

- 1 - Mol, 7 februari 2012

- 1 - Mol, 7 februari 2012 Mol, 7 februari 2012 Engagementsverklaring tussen de minister bevoegd voor onderwijs, de minister bevoegd voor welzijn, de inrichters van de scholen en de CLB s en het Agentschap Jongerenwelzijn / afdeling

Nadere informatie

Functiekaart. Functie. Doel van de entiteit. Plaats in de organisatie. Voor kennisname. Dienst: Sociale Dienst. Functienaam: arbeidstrajectbegeleider

Functiekaart. Functie. Doel van de entiteit. Plaats in de organisatie. Voor kennisname. Dienst: Sociale Dienst. Functienaam: arbeidstrajectbegeleider Functie Graadnaam: maatschappelijk werker Functienaam: arbeidstrajectbegeleider Functiefamilie: maatschappelijk werkers Functionele loopbaan: B1-B3 Afdeling: Sociaal Huis Dienst: Sociale Dienst Subdienst:

Nadere informatie

Centra voor Integrale Gezinszorg

Centra voor Integrale Gezinszorg Centra voor Integrale Gezinszorg Regelgeving: 1. Besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 1997 tot regeling van de erkenning en subsidiëring van de centra voor integrale gezinszorg (B.S.27.XI.1997)

Nadere informatie

Met het nieuwe welzijnsbeleid werkt de gemeente Tiel vanuit de volgende uitgangspunten:

Met het nieuwe welzijnsbeleid werkt de gemeente Tiel vanuit de volgende uitgangspunten: Opdrachtformulering kwartiermaker integrale welzijnsopdracht Aanleiding De gemeenteraad van de gemeente Tiel heeft in haar vergadering van juli 2014 het besluit genomen om een inhoudelijke discussie te

Nadere informatie

Voorwoord. Nienke Meijer College van Bestuur Fontys Hogescholen

Voorwoord. Nienke Meijer College van Bestuur Fontys Hogescholen 3 Voorwoord Goed onderwijs is een belangrijke voorwaarde voor jonge mensen om uiteindelijk een betekenisvolle en passende plek in de maatschappij te krijgen. Voor studenten met een autismespectrumstoornis

Nadere informatie

Vlaamse overheid Departement Economie, Wetenschap en Innovatie Afdeling Strategie en Coördinatie Koning Albert II-laan 35, bus 10 1030 Brussel

Vlaamse overheid Departement Economie, Wetenschap en Innovatie Afdeling Strategie en Coördinatie Koning Albert II-laan 35, bus 10 1030 Brussel Evaluatie van beleid en beleidsinstrumenten Protocol tussen de entiteit 1 verantwoordelijk voor de (aansturing van de) evaluatie en (de instelling verantwoordelijk voor) het beleidsinstrument Vlaamse overheid

Nadere informatie

VERSLAG VERANDERFORUM ELZ RITS

VERSLAG VERANDERFORUM ELZ RITS Zie ook powerpoint presentatie in bijlage. Welkom VERSLAG VERANDERFORUM ELZ RITS 28-02-19 Finaliseren van waarden en visie Het veranderteam heeft de input van het vorige veranderforum verwerkt en heeft

Nadere informatie

Sint-Franciscus Roosdaal

Sint-Franciscus Roosdaal Sint-Franciscus Roosdaal Najaar 2010: oproep VAPH Bespreking op coördinatoren niveau en stafniveau: moeten we hier wel in stappen Hele proces van minder is meer nog bezig Op sommige plaatsen al wel verlichting

Nadere informatie

Transitiereglement voor de subsidiëring van culturele projecten met een regionale uitstraling

Transitiereglement voor de subsidiëring van culturele projecten met een regionale uitstraling Transitiereglement voor de subsidiëring van culturele projecten met een regionale uitstraling I. SITUERING Het decreet van 18 november 2016 houdende de vernieuwde taakstelling en gewijzigde financiering

Nadere informatie

DECREET. houdende de erkenning en de subsidiëring van organisaties voor volkscultuur en de oprichting van het Vlaams Centrum voor Volkscultuur

DECREET. houdende de erkenning en de subsidiëring van organisaties voor volkscultuur en de oprichting van het Vlaams Centrum voor Volkscultuur VLAAMS PARLEMENT DECREET houdende de erkenning en de subsidiëring van organisaties voor volkscultuur en de oprichting van het Vlaams Centrum voor Volkscultuur HOOFDSTUK I Algemene bepalingen Artikel 1

Nadere informatie

Identificatiegegevens kandidaat. Identificatiegegevens onderneming. Naam* Adres* Telefoon* adres* Naam. Ondernemingsnummer* Datum van onderzoek

Identificatiegegevens kandidaat. Identificatiegegevens onderneming. Naam* Adres* Telefoon*  adres* Naam. Ondernemingsnummer* Datum van onderzoek Screening van de individuele dienstverlener in de pijler advies / advies Internationaal ondernemen / strategisch advies in het kader van de maatregel kmo-portefeuille Sjabloon van het onderzoeksverslag

Nadere informatie

Decreet opvoedingsondersteuning in relatie tot de IJH. Benedikte Van den Bruel Veerle Roels

Decreet opvoedingsondersteuning in relatie tot de IJH. Benedikte Van den Bruel Veerle Roels Decreet opvoedingsondersteuning in relatie tot de IJH Benedikte Van den Bruel Veerle Roels Kind en Gezin èn Agentschap Jongerenwelzijn? Kind en Gezin en Agenschap Jongerenwelzijn verantwoordelijk voor

Nadere informatie

F U N C T I E P R O F I E L

F U N C T I E P R O F I E L F U N C T I E P R O F I E L I. I D E N T I F I C A T I E G E G E V E N S Functiebenaming Weddeschaal Graad Directie - dep - dienst Functiefamilie verantwoordelijke Kinderdagverblijf (B) B1-B2-B3 celhoofd

Nadere informatie

F U N C T I E P R O F I E L

F U N C T I E P R O F I E L F U N C T I E P R O F I E L I. I D E N T I F I C A T I E G E G E V E N S Functiebenaming Weddeschaal Graad Directie - dep - dienst Functiefamilie maatschappelijk werker Sociale Dienst B1-B2-B3 maatschappelijk

Nadere informatie

Kwaliteitshandboek 5. Zelfevaluatie 5.1. Opstellen, uitvoeren en evalueren van het jaarlijks beleidsplan. Goedgekeurd: Filip Slosse Paraaf:

Kwaliteitshandboek 5. Zelfevaluatie 5.1. Opstellen, uitvoeren en evalueren van het jaarlijks beleidsplan. Goedgekeurd: Filip Slosse Paraaf: Khb.5.1. versie 3 1/4 Beoordeeld: Jan De Bruyn Paraaf: Doel Artikel 46 1/2, 47 en bijlage 3 TOEPASSINGSGEBIED Alle medewerkers Goedgekeurd: Filip Slosse Paraaf: Geldig vanaf: 01/03/2016 VERWANTE DOCUMENTEN

Nadere informatie

Hoofdstuk 18 Bouwen aan organisatie met de netwerkmultiloog

Hoofdstuk 18 Bouwen aan organisatie met de netwerkmultiloog Hoofdstuk 18 Bouwen aan organisatie met de netwerkmultiloog Anne-Marie Poorthuis en Sjanneke Werkhoven De netwerkmultiloog is een methode om veel mensen in een organisatie te betrekken bij een organisatiethema

Nadere informatie

Kwaliteitszorg met behulp van het INK-model.

Kwaliteitszorg met behulp van het INK-model. Kwaliteitszorg met behulp van het INK-model. 1. Wat is het INK-model? Het INK-model is afgeleid van de European Foundation for Quality Management (EFQM). Het EFQM stelt zich ten doel Europese bedrijven

Nadere informatie

27 APRIL Koninklijk besluit betreffende de kwalitatieve toetsing van de verpleegkundige activiteit in de ziekenhuizen

27 APRIL Koninklijk besluit betreffende de kwalitatieve toetsing van de verpleegkundige activiteit in de ziekenhuizen 27 APRIL 2007. - Koninklijk besluit betreffende de kwalitatieve toetsing van de verpleegkundige activiteit in de ziekenhuizen BS 04/06/2007 gdp 1 / 6 HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen Artikel 1. Met het

Nadere informatie

SURPLUS. het clubbegeleidingsproject van de Vlaamse Liga Gehandicaptensport vzw. Blijf niet surplace maar kies voor SURPLUS

SURPLUS. het clubbegeleidingsproject van de Vlaamse Liga Gehandicaptensport vzw. Blijf niet surplace maar kies voor SURPLUS SURPLUS het clubbegeleidingsproject van de Vlaamse Liga Gehandicaptensport vzw Blijf niet surplace maar kies voor SURPLUS Uitgangspunt Club staat centraal in de werking van de federatie Sterke clubs Steeds

Nadere informatie

We voorzien dat de jongeren maximaal 18 keer kunnen komen. Provincie Vlaams Brabant

We voorzien dat de jongeren maximaal 18 keer kunnen komen. Provincie Vlaams Brabant Naam van het dagbestedingsinitiatief: Alba- ondersteunende begeleiding- 1) Inhoud van de dagbesteding Algemeen kader: Ontstaansgeschiedenis 1 De werkvorm dagactiviteit van Alba is ontstaan binnen de werking

Nadere informatie

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende het tijdelijk project Leerlingenvervoer buitengewoon onderwijs

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende het tijdelijk project Leerlingenvervoer buitengewoon onderwijs Besluit van de Vlaamse Regering betreffende het tijdelijk project Leerlingenvervoer buitengewoon onderwijs DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 9 december 2005 betreffende de organisatie van tijdelijke

Nadere informatie

WS 3 & 10. Studiedag FAM Vlaams welzijnsverbond 23/1/2015

WS 3 & 10. Studiedag FAM Vlaams welzijnsverbond 23/1/2015 Studiedag FAM Vlaams welzijnsverbond 23/1/2015 Volwassenenwerking OC Sint Idesbald Roeselare Vóór FAM Stelsels : Nursing Tehuis niet werkenden: bezigheid Tehuis Werkenden DIO, Beschermd Wonen Begeleid

Nadere informatie