Trainingsinhoud Coachaanwijzingen Tekening Kappen en draaien onder weerstand 1 tegen 1

Transcriptie

1 Datum : Teamfunctie Doelstelling technisch : Aanvallen : Kappen,draaien en meenemen van de bal in combinatie met richtingsveranderingen Doelstelling inzichtelijk : Fase 1, 2 en 3 Bewegingsscholing : Wendbaarheid 3 Kappen en draaien onder weerstand 1 tegen 1 Aantal organisaties afhankelijk van aantal spelers. 5-tal per organisatie Uitvoering beide kanten Afmetingen: Breedte van het veld : meter Lengte van het veld: meter Speler A speelt speler B in. Speler B neemt de bal mee en dribbelt het vel binnen. Speler B probeert te scoren door te dribbelen door een van de poortjes. Verovert speler A de bal dan mag speler A proberen te scoren. passeerbeweging: Lichaam indraaien. Schouders meedraaien in de beweging. Juiste moment inzetten van de beweging. Elke stap de bal raken. Lichaam groot maken na het passeren van de pylon. Snelheid maken na het passeren. Op snelheid uitvoeren. Juiste been dribbelen voor het uitvoeren van de passeerbeweging Inzichtelijk: Kijken waar de ruimte ligt. Herkennen van moment van actie maken/passeerbeweging inzetten. Veld breder maken Veld smaller maken Op tijd uitvoeren

2 Oefening 2 2 Bewegingsscholing Wendbaarheid Duur: 5 minuten 2 keer uitzetten. Afstand tussen de pionnen in de breedte: 1,5 meter Uitleg: Elke variatie wordt 2 keer op een zo hoog mogelijk tempo uitgevoeren: Voorwaarts door een in slalom opgestelde rij pionnen Zijwaarts Naar links zijwaarts, naar rechts voorwaarts Naar links voorwaarts, naar rechts zijwaarts Algemeen: Lichaamshouding: Borst vooruit, als een BEER Rechte rug, GEEN OPA S Gestrekt lichaam, als een PLANK Hoofd en romp is stabiel, NIET SCHUDDEN Grondcontact: Kort contact, STUITEREN NIET PLAKKEN Op de voorvoeten bewegen, PUNAISE IN DE HAK Specifiek: Wendbaarheid: Sturen bij het leunen, HANGEN VOOR DE BOCHT Laag zitten in zijwaarts pas, POEPEN Optimale uitvoering van de oefening eisen 10 meter

3 Oefening 3 en 3 Basisvaardigheid: Kappen, draaien en meenemen van de bal Duur: 15 minuten Breedte: 20 meter. Lengte: 20 meter. Oefening De speler bij A speelt een bal in naar B en noemt voordat hij dit doet een kleur (rood of blauw). Op dat moment mag de verdediger bij C gaan lopen. Wanneer de speler rood roept moet de aanvaller zo snel mogelijk door een van de twee rode poortjes en vervolgens scoren door een dribbel bij een van de rode poortjes aan de buitenkant (1 punt). Wanneer de verdediger de bal afpakt en scoort krijgt hij 2 punten. Versnellen na de kapbeweging richting de ruimte Toevoeging Bij 18 spelers kan de oefening drie keer worden uitgezet en kan je move up-move down spelen. Wanneer de spelers te lang moeten wachten kan er (op king court) ook worden gewerkt met doeltjes met een rood/blauw hoedje erin.

4 Oefening 4 4 Systeemoefening 3 tegen 3 Breedte van het veld : 30 meter Lengte van het veld: 20 meter Formaties: Bij spelhervattingen begint de RM of LM met een dribbel vanaf startpion. Bal uit opnieuw starten pas starten als de organisatie er staat Versnellen na de kapbeweging richting de ruimte Keuze maken tussen dribbelen of passen Positie kiezen t.o.v. elkaar en de bal Afstand van 3 e verdediger vergroten Veld groter maken Doeltjes verder naar de buitenkant Afstand van 3 e verdediger verkleinen. Verdedigers coachen Veld kleiner maken Doeltjes dichter bij elkaar

5 Oefening 5 5 Systeemoefening 3 tegen 3 + K Breedte van het veld : 20 meter Lengte van het veld: 30 meter Formaties: K: Bij spelhervattingen begint de RM of LM met de bal. Versnellen na de kapbeweging richting de ruimte Keuze maken tussen dribbelen of passen Positie kiezen t.o.v. elkaar en de bal Veld groter maken 3 e verdediger laten starten buiten veld Verdedigers coachen Veld kleiner maken