1 e Periode: Herhalen van dribbelen en passen van de Mini s. 2 e Periode: Passen en aannemen. 3 e Periode: Ruimteverkenning (op het veld)

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "1 e Periode: Herhalen van dribbelen en passen van de Mini s. 2 e Periode: Passen en aannemen. 3 e Periode: Ruimteverkenning (op het veld)"

Transcriptie

1 1 e Periode: Herhalen van dribbelen en passen van de Mini s. 2 e Periode: Passen en aannemen. 3 e Periode: Ruimteverkenning (op het veld)

2 1 e Periode: Herhalen van dribbelen en passen van de Mini s. Training 1: Dribbelen met de bal. Het verbeteren van het individueel dribbelen. Dribbelen om de pionnen van het vierkant heen. Bij de hoeken de bal afkappen en vervolgens weer de bal op gang brengen. Deze oefening kan linksom en rechtsom worden uitgevoerd en allebei. Per speler een eigen bal. - Bal dichtbij houden. - Zachtjes de bal vooruit spelen. - Over de bal heen kijken. - Rustig tempo, maar goede techniek. - Bal afkappen met voet achter de bal zetten. - Grotere ruimte, zo maak je meer ruimte voor elkaar. - Bij elke pion even rusten en controleren. - Kleinere ruimte. - Hoger tempo. - Kortere kapbeweging. - In het vierkant door elkaar dribbelen.

3 Training 2: Dribbelen met richting veranderingen. Het verbeteren van het dribbelen met richting veranderingen. Er wordt een rij pionnen met pionnen neergezet waardoor ze doorheen moeten dribbelen. Deze oefening varieer je met binnenkant en buitenkant van de voet. Ook het tempo kan omhoog. Iedereen een eigen bal. - Bal kort bij de voet houden. - Kort om de pion draaien. - Met links en rechts kappen bij de pionnen. (met de buitenste voet) - Over de bal blijven kijken. - Pionnen in een rechtere lijn zetten, zodat de kapbeweging niet scherp hoeft te zijn. - Geen eisen stellen aan de uitvoering. - Lage pionnen of dopjes. - In stroomvorm werken. (snel achter elkaar) - Met links en rechts dribbelen. - Verschillende kapbewegingen bij de pionnen. (achter langs standbeen, buitenkant voet enz.) - Pionnen dichter op elkaar, de kapbeweging moet strakker en korter. - Hoge eisen stellen aan de uitvoering

4 Training 3: Dribbelen met weerstand. Het verbeteren van het dribbelen met weerstand om beter over de bal te kunnen kijken. Het oversteekspel. Iedere speler heeft een bal. Midden in het veld staan tikkers, die mogen de bal aantikken met hun voeten. De dribbelaars proberen zonder getikt te worden de overkant te bereiken. Als ze aan de overkant stoppen ze de bal en wachten op de volgende ronde. Als een tikker een bal weet aan te tikken met zijn voet wordt hij de dribbelaar en de dribbelaar wordt een tikker. Je bent ook af als je buiten het veld komt. - Bal kort aan de voet houden. - Over de bal heen kijken. - De bal afschermen met je lichaam. - Van richting veranderen. - Pas op voor je medespelers. - Minder tikkers. - Breder veld. - Korter veld. - Meer tikkers. - Langer veld. - Smaller veld. - Wedstrijd maken wie het eerst aan de overkant is.

5 Training 4: Passen en trappen en scoren. Het verbeteren van het trappen met een bal in een bepaalde richting of doel. Iedere speler krijgt een bal en een doeltje van pionnen. De bedoeling is dat de speler bal tussendoor de pionnen speelt. Hierbij staat het doeltje één meter breed. Ook kun je het op een groot doel spelen en dan pionnen neerzetten en hoe verder in de hoek hoe meer punten. Plaatje 1 Plaatje Je sterkste voet vinden/bepalen. - Je standbeen naast de bal zetten. - Met je been doorzwaaien in de bal richting. - Je stand voet in de richting wijzen die je wil spelen. - Bal en je doel zien. - Binnenkant van je voet passen. - Je doeltjes groter maken. - De afstand dichterbij. - Aftand langer. - Doeltje kleiner. - Door de lucht spelen. - Met je zwakkere voet spelen.

6 Training 5: trappen mikken en scoren. Het verbeteren van het trappen en mikken in een richting. Je gebruikt een e-doeltje met een keeper. Vervolgens leg je 5 pionnen neer, de eerste op ongeveer 6 meter en de rest steeds om de 1 meter weer een pion. Iedere speler heeft een bal en mag om de beurt van het eerste pionnetje schieten. Als je gescoord heb mag je de volgende ronde 1 pion achteruit. Wie als eerste het laatste pionnetje bereikt en scoort is de winnaar. - Met je binnenkant van je voet schieten. - Na zwaaien met je been en je arm (arm voor je balans) - Bal en het doel zien. - Je standbeen naast de bal zetten. - Je voet van je standbeen wijzen naar waar je wil schieten. - Keeper alleen met zijn voeten. - Dichterbij beginnen. - Een pion minder. - Verder van het doel beginnen. - Meer van de zijkanten schieten. - Met je verkeerde been schieten.

7 2 e Periode: Passen en aannemen. Training 1: Passen en trappen en bal aannemen Het verbeteren van het passen en trappen naar elkaar. De spelers staan in tweetallen tegenover elkaar. Per tweetal is er één bal. Beginnend met een korte afstand gaan de spelers met elkaar overspelen. Dit alles gaat met de binnenkant van de voet en met het goede been. De afstand kan steeds groter worden gemaakt. - Per tweetal één bal. - Binnenkant van je voet passen. - Je standbeen naast de bal zetten. - Je standbeen voet wijst de richting van de bal. - Bal over de grond passen, dus lichaamshouding rechtop. - Doorzwaaien met je been, na het spelen van de bal. - Met je armzwaai je lichaamsbalans houden. (links over rechts, rechts over links) - Aannemen en dan weer spelen. - Kortere afstand. - Aannemen, goed leggen en dan spelen. - Grotere afstand. - Door de lucht spelen. - Met de wreef trappen, en strakker. - In één keer spelen. - Door twee pionnen spelen die als een doeltje in het midden staan opgesteld. (zie plaatje rechts)

8 Training 2: Passen en trappen onder druk. Het verbeteren van passen en trappen onder druk van een tegenstander. Je maakt een goaltje per 3-tal en zorgt ervoor dat je een bal hebt. Je maakt een goal van ongeveer 1,5 meter. Iemand gaat in het midden staan om de pass te proberen te onderscheppen. Het andere 2-tal probeert door de pionnen steeds over te spelen. Deze staan ongeveer alle bij 5 meter van de pionnen af. Als de tegenstander de bal 3 keer onderschept heeft wisselt men van positie. - Per tweetal één bal. - Binnenkant van je voet passen. - Je standbeen naast de bal zetten. - Je standbeen voet wijst de richting van de bal. - Bal over de grond passen, dus lichaamshouding rechtop. - Doorzwaaien met je been, na het spelen van de bal. - Met je armzwaai je lichaamsbalans houden. (links over rechts, rechts over links) - Aannemen en dan weer spelen. - Bewegen links en rechts om de bal te kunnen krijgen. - Contact houden met je medespeler bij het spelen. - Over de bal kijken waar de keeper staat. - Het doel groter maken. - Kortere afstand tussen de spelers. - Kleiner doel. - In één keer spelen. - Grotere afstanden tussen de spelers.

9 Training 3: Passen en trappen en scoren en mikken. Het verbeteren van passen in de juiste richting. De oefening wordt gespeeld in 2-tallen. Iedere speler heeft een pion en per 2-tal heb je een bal. Je zet de pionnen ongeveer 10 meter uit elkaar en je gaat er achter staan. Nu probeer je de pionnen van de ander om te schieten. Wie het vaakst de pion aan de overkant heeft omgeschoten in een minuut wint. - Per tweetal één bal. - Binnenkant van je voet passen. - Je standbeen naast de bal zetten. - Je standbeen voet wijst de richting van de bal. - Bal over de grond passen, dus lichaamshouding rechtop. - Doorzwaaien met je been, na het spelen van de bal. - Met je armzwaai je lichaamsbalans houden. (links over rechts, rechts over links) - Aannemen en dan weer spelen. - Dichter bij elkaar staan. - Grotere pionnen. - Pion raken is genoeg. - Kleinere pionnen. - Pion moet om. (harder passen) Spelvorm: Meerdere pionnen en spelers tegen elkaar met meer ballen. Wie het eerst 3 pionnen heeft omgeschoten wint. Spel wordt moeilijker omdat er ballen tegen elkaar kunnen gaan. En hoe sneller je speelt hoe eerder je meerdere pionnen om hebt geschoten.

10 Training 4: Passen en trappen en bal aannemen. Het verbeteren van het passen en trappen in verschillende richtingen. In drietallen of viertallen wordt de bal rondgespeeld. De bal mag worden aangenomen en worden doorgespeeld. Je probeert steeds de speler naast je in te spelen. Met het drietal of viertal heb je maar één bal nodig. Steeds wordt er gelet op de manier van spelen en aannemen. Probeer met de aanname al de bal te sturen. Aftand is afhankelijk van het niveau. Aanwijzing: - In je aanname al goed leggen voor je pass been. - Speler in de voeten aanspelen. - Probeer over de bal naar je doel te kijken. - Probeer naam te roepen van de speler waar je naar speelt. - Let op je standbeen. - Let op je lichaamsbalans. - Let op het nawijzen van de bal. - Lichaam rechtop bij passen. - Dichterbij elkaar. - Kleiner aantal, dat maakt de aanname makkelijker. - Meerdere keren de bal aanraken, normaal maar 2 keer. - Verder uitelkaar. - Door de lucht aanspelen. - Grotere aantallen. - Veranderen van pass richting. - In de beweging steeds spelen.

11 Training 5: Passen, trappen en aannemen, en kaatsen. Het verbeteren van het passen en trappen en aannemen waarbij nu een 3 man wordt betrokken. Deze oefening speel je in stroomvorm. Er wordt een speler in gespeeld bij de eerste pion, die legt hem terug waarna gelijk wordt geopend op de verste man. Die verste man neemt de bal mee en sluit achteraan. Vervolgens schuift iedereen een pion op. Alle ballen liggen bij de eerste pion. - Passen zo als geleerd is. - Let op lichaamshouding. - Let op standbeen. - Let op doorzwaaien. - Let op het spelen met de binnenkant. - Over de bal kijken. - Korte afstanden. - Eerst aannemen en dan spelen en kaatsen. - Rustig tempo. - Grotere afstanden. - In één keer spelen, of minder keren aanraken. - Hoge lange bal. - Wreef trappen, waardoor harder en strakker. - Hoger tempo. (loop, dribbel en sprint tempo.

12 3 e Periode: Ruimteverkenning (op het veld) Training 1: ruimteverkenning op het veld met doeltjes. Het verbeteren van de ruimtekennis op het veld. Partijtje spelen met doeltjes waar ze kunnen scoren. Het team verdelen in 2 kleinere teams. Bij elk doelpunt mag de verdedigende partij weer bal uitnemen. Scoren is niet het belangrijkste het is belangrijk dat ze de ruimte die ze krijgen op het veld juist gebruiken. - Uit elkaar. - Kijk om je heen, waar is veel ruimte. - Speel de bal over, niet te veel lopen. - Probeer te kijken waar je teamgenoot staat en of je niet dichtbij elkaar staan. - Laat een voorbeeld zien van waar is ruimte, leg het spel stil en laat ze meedenken. - Ruimte groter maken, zodat ze meer tijd hebben om de bal aan te nemen. - Ruimte kleiner maken, als de ballen niet aankomen of niet bij het andere doel komen. - Kleinere groepen, meer balcontacten. - Grotere doelen, succesbeleving. - Meerdere doelen om te scoren. - Meer spelers in het veld. - Ruimte kleiner maken, minder tijd en ruimte in balbezit. - Ruimte groter maken, dan moeten ze meer meters over bruggen en moeten ze samenspelen. - Eerst X-aantal keer over spelen voor ze mogen scoren. - Kleinere doeltjes of zelfs pionnen.

13 Training 2: Ruimteverkenning op het veld met paaltjes voetbal Het verbeteren van het ruimte inzicht. Iedere speler verdedigt zijn eigen pion. Deze pionnen zijn opgesteld in een rechthoek. De spelers proberen elkaars pion om te schieten. Elke pion is een punt als je die omschiet. Als je pion om wordt geschoten zet je hem weer recht. Bij grote aantallen verdelen over 2 situaties. - Over de bal heen kijken. - Welke pion wordt niet verdedigt. - Waar heb ik meer ruimte om te scoren. - Bal weg bij mijn pion. - Met je binnenkant schieten. - Zelf voorbeeld geven van ruimte zoeken. - Minder spelers. - Grotere ruimte, meer vrije ruimte om op te zoeken. - Grote pionnen, waar je alleen tegen moet schieten. - Meer spelers. - Kleinere ruimte, minder vrijheid dus sneller beslissen. - Kleinere pionnen (die je moet omschieten) - Grote pion in het midden die ze niet mogen raken.

14 Training 3: Ruimteverkenning in kleine partijtjes Het verbeteren van de kennis in de ruimte aanvallen/verdedigen. Kleine veldjes en maar 2 tegen 2 spelen met mini doeltjes. Met deze kleine aantallen moeten ze allemaal meedoen, om te scoren en te verdedigen. Door de kleine veldjes wordt er snel gescoord dus bij balverlies moet je gelijk van aanvallen naar verdedigen. Zorg dus dat je snel tussen de bal en je eigen doel staat. - Verlies je de bal, gelijk weer proberen af te pakken. - Het gaat niet alleen om scoren, maar ook dat er niet gescoord bij jou wordt. - Probeer samen te spelen. - Kijk waar je beste kunt passeren en dribbelen om te scoren. - Probeer tussen de bal en je eigen doel te staan, dan kunnen ze niet scoren. - Niet te dicht op elkaar staan dan heb je meer ruimte voor jezelf en de bal. - Grotere doeltjes. - Een kameleon, die zit bij de bal bezittende partij. - Veld groter maken. - 1 tegen 1 spelen. (is zwaar, dan om de beurt spelen.) - Kleinere doeltjes. - Kleiner veld, meer techniek nodig. - Eerst X-aantal keren over spelen.

15 Training 4: Ruimteverkenning op het veld. Het verbeteren van het zien van ruimte op het veld om tot scoren te komen. Je speelt een partij met alle spelers, je zorgt voor een groot veld zonder doeltjes, maar met de lijn als doel. De teams kunnen scoren door bij de tegenstander over de achterlijn te dribbelen. De spelers moeten dus kijken waar de meeste ruimte ligt om te scoren en proberen die ruimte te benutten. Het spelverlegen. Dit is voor de spelers een moeilijke situatie dus laat ze het heel vrij spelen. - Kijk waar je meer ruimte heb waar minder tegenstanders staan. - Dribbel met de bal over de achterlijn. - Dribbel met de bal kort aan de voet. - Als het aan de ene kant druk is, probeer je aan de andere kant te scoren of in het midden. - Met een kameleon in het veld die bij balbezit bij je meedoet. - De trainer zelf meedoen om te laten zien hoe je verlegt en ruimte zoekt. - Veld breder of groter maken. - Veld kleiner maken. - Smaller veld maken. - Eerst x-aantal keer overspelen. - Doeltjes met pionnen maken waar ze door heen moeten dribbelen zodat ze moeilijker kunnen scoren.

16 Training F: Door de doeltjes dribbelen. Het verbeteren van het kijken over de bal tijdens het dribbelen. Iedere spelers heeft een bal en dribbelt door de doeltjes (pionnen) heen om te scoren. Je probeert de bal bij je voet te houden en geen botsingen te maken met andere dribbelaars. Je kunt er een wedstrijd van maken door; 1) wie heeft als eerste bij ieder doeltje gescoord, 2) wie heeft er het meest gescoord in 1 of 2 minuten. - Kijk waar er een doeltje vrij is. - Kijk over de bal waar je naar toe wilt. - Bal dichtbij je voet houden. - Kijk waar de ruimte ligt. - Grotere ruimte. - Meer doeltjes. - Grotere doeltjes. - Kleinere ruimte. - Kleinere doeltjes. - Balafpakker(s). - Bepaalde tijd geven wanneer ze overal doorheen moeten zijn geweest. - In 2-tallen achter elkaar aan dribbelen.

17 Training F: Het stadionspel. Het verbeteren van het dribbelen op snelheid. Er zijn vier stadions, alle spelers worden over deze stadions verdeeld. Je kan elk stadion een naam geven; VvDomburg, Ajax, Az enz.. Op het teken van de trainer verplaatsen ze het aantal stadions wat de trainer aangeeft. Daarna kan je gaan variëren. Variaties zijn; Dribbel naar een stadion, linksom of rechtsom dribbelen en misschien balafpakkers tussen de stadions. Je kunt steeds kijken welke speler of groep het eerst steeds de opdracht heeft uitgevoerd. VvDombu rg Ajax Fc Twente Psv - Bal dichtbij de voet houden. - Snelheid maken met de bal. - Over de bal heen kijken en oppassen voor botsingen. - Bal in het volgende stadion afkappen en stilleggen. - Geen balafpakkers. - Grote stadions. - Meer stadions in een 5 hoek neerzetten. - Meer balafpakkers. - Eisen stellen aan het dribbelen, elke stap bal aanraken.

18 Training F: De Dribbelkoning. Het verbeteren van het dribbelen met weerstand. Iedereen heeft een eigen bal. Daarmee gaan ze dribbelen in het uitgezette vierkant. In dit vierkant zijn 2 balafpakkers, die proberen de ballen buiten het vierkant te spelen. Als jouw bal wordt uitgetikt ben je af. Wie als laatste nog in het vierkant staat heeft gewonnen. - Houd de bal dichtbij je voet. - Let op waar de balafpakkers zijn. - Kijk goed om je heen dat je geen botsingen hebt. - Over je bal heen kijken. - De bal afschermen als er een balafpakker komt. - Maar één balafpakker. - Grotere ruimte. - Tijdlimiet geven voor balafpakkers (meerdere winnaars). - Meer balafpakkers. - Kleinere ruimte. - Hoger tempo dribbelen.

19 Training F: Één tegen één in de ruimte. Het verbeteren van het overzicht houden tijdens het dribbelen. In het de afgezette ruimte wordt in 2-tallen gewerkt. Die 2-tallen spelen 1 tegen 1. Per 2-tal dus één bal. Ze kunnen scoren door over de achterlijn te dribbelen bij de tegenstander. Het dribbelen is moeilijker omdat alle 1 tegen 1 situaties door elkaar worden gespeeld. In deze oefening moeten ze dus goed over de bal kijken waar de ruimte ligt en waar de andere spelers lopen. Er mogen geen botsingen zijn. - Bal kort aan de voet houden. - Kijken waar de ruimte ligt om je tegenstander te passeren. - Over de bal kijken, zodat je geen botsingen hebt. - In je actie snelheid houden als je je tegenstander voorbij gaat. - Verdediger tussen de bal en je achterlijn blijven. - Dribbelaar bal afschermen van de verdediger. - Schijnbewegingen maken. - Grotere ruimte. - 2-tallen om en om laten spelen, de ene rust de ander spelen. - Meerdere ruimtes zodat er minder 2-tallen zijn in één ruimte. - Veld kleiner maken.

20 Training F: Pionnen mikken. Het verbeteren van het passen en mikken. Er wordt gespeeld in 2 teams tegen elkaar. Er wordt een ruimte uitgezet en de teams staan tegen over elkaar, in het midden worden pionnen gezet. De teams gaan proberen om zoveel mogelijk pionnen om te schieten. Als je een pion omschiet mag je hem ophalen. Iedere speler begint met een bal, daarna mag je elke bal pakken die op je helft ligt, maar je mag pas schieten als je achter de lijn staat. Wie de meeste pionnen verzamelt is de winnaar. - Bij het schieten je standbeen goed naast de bal zetten. - Met je standvoet wijzen waar je naartoe wilt spelen. - Doorzwaaien met je been. - Met je binnenkant van je voet spelen. - Afstand verkleinen tussen de spelers en de pionnen. - Grotere pionnen. - Pionnen om zijn kop zetten. - Extra ballen. - Grotere afstanden tussen pionnen en de spelers. - Minder ballen. - Kleine pionnen. - Door de lucht spelen.

21 Training F: Raak de bal. Het verbeteren van het mikken en samenwerken tussen spelers. In het vierkant zijn 2 dribbelaars die dus allebei een bal hebben. De rest van de groep staat rond het vierkant, de helft van hun hebben een bal. De dribbelaars gaan dribbelen in het vierkant en mogen niet stilstaan, degene die buiten het vierkant staan moeten proberen de bal te raken met hun bal. Ze krijgen 1 minuut om zo vaak mogelijk de bal te raken. Omdat maar de helft van de spelers een bal heeft moeten ze samenwerken omdat de dribbelaars soms aan de andere kant van het vierkant lopen. Dribbelaars mogen de andere ballen niet afstoppen. Ballen die in het vierkant blijven liggen mogen gehaald worden maar er wordt van buiten het vierkant geschoten. - Dribbelaars blijven dribbelen met de bal dicht aan de voet. - Pass moet straks over de grond zijn. - Zijn de dribbelaars aan de andere kant speel je bal dan naar de andere kant. - Kijk wat de dribbelaar doet. - Binnenkant van je voet spelen. - Kleiner vierkant. - Meer ballen aan de zijkanten. - Meer tijd geven. - Groter vierkant. - Minder ballen aan de zijkanten.

22 Training F: Passen en trappen in tweetallen. Het verbeteren van het passen en trappen met elkaar. In de uitgezette ruimte staan allemaal kleine doeltjes van pionnen. De spelers proberen tussen deze goaltjes door naar elkaar over te spelen, vervolgens neem je de bal aan en dribbel je naar het volgende doeltje. Je probeert elkaar steeds in de beweging aan te spelen. Eerst laten lopen snapt iedereen het dan uitdagen, wie kan het meeste keer scoren in 1 minuut. Of wie kan als eerste in alle doeltjes gescoord hebben? - Blijf in beweging. - De man met de bal bepaald naar welk doeltje gegaan wordt. - Aannemen en gelijk meenemen in de dribbel naar het volgende goaltje. - Binnenkant voet spelen. - Bal en doeltje zien dan passen. - Kijken waar de andere 2-tallen lopen en waar de ruimte ligt. - Grotere ruimte. - Meer doeltjes. - Bredere doeltjes. - Kleinere ruimte. - Minder doeltjes. - 2 voeten spelen.

23 Training F: Passen en mikken. Het verbeteren van het passen en trappen met de juiste snelheid. Spelers hebben allemaal een bal en je gaat een soort curling spelen. Je zet 5 pionnen achter elkaar neer, tussen elke pion is een vak dat staat voor het aantal punten. De eerste lijn op 10 meter en vervolgens om de 5 meter een lijn. Na de laatste lijn krijg je geen punten. Je hebt 4 vakken het eerste vak is 10, dan 20, 30 en 50 punten. Iedere speler pass zijn bal en je telt de punten op vervolgens halen ze alle ballen terug. Wie het meeste punten haalt wint Je standbeen naast de bal zetten. - Met je stand voet wijzen waar je naar toe wilt spelen. - Binnenkant voet spelen. - Eerste pion dichter bij. - Grotere vakken maken. - Achter het laatste vak is altijd 10 punten. - Eerste pion verder weg. - Kleinere vakken. - Vooraf laten aangeven in welk vak ze willen spelen. - Door de lucht spelen.

24 Training F: Één tegen één op kleine veldjes. Het verbeteren van de één tegen één duels, met passeren en onderscheppen. Per 2-tal wordt er 1 tegen 1 gespeeld op kleine veldjes van ongeveer 10 meter bij 7 meter. Je probeert bij je tegenstander de bal over de achterlijn te dribbelen. Als verdediger probeer je steeds de bal af te pakken en je doel af te schermen. Aan de zijkanten als de bal uit is wordt de bal weer in gedribbeld, dat is ook als er gescoord is. Je speelt 1 minuut, als je wint schuif je op naar het winnaars veld en als je verliest schuif je op naar het verliezers veld. Probeer de betere bij het verliezers veld te laten starten en andersom. Verliezers Winnaars - Bal dicht aan de voet houden. - Probeer snelheid te maken in je passeer bewegingen. - Maak schuinbewegingen. - Gebruik je lichaam om de bal af te schermen. - De verdediger probeer altijd tussen de bal en het doel te blijven. - Grotere ruimte/bredere ruimte. - Kleinere ruimte. - 2 tegen 2 is complexer. - Veld gewoon maar het goal verkleinen.

25 Training F: Één tegen één op E-doel. Het verbeteren van de 1 tegen 1 duels en het scoren. In een veldje van ongeveer 20 bij 15 meter. De spelers worden verdeeld over de 2 doeltjes. Op elk doeltje staat een keeper. Er wordt steeds één tegen één gespeeld. Je probeert je tegenstander te passeren en dan snel te scoren. Als er wordt gescoord komen er 2 nieuwe spelers in. Als de keeper de bal onderschept komen er 2 nieuwe in en wordt de bal meegegeven door de keeper aan de speler die van zijn doel komt. Dat is ook bij een doelpunt. Het gaat om de actie en het snel schieten als daar een kans voor is. Maximale tijd van spelen 30 seconden. - Bal dichtbij je voet houden bij het dribbelen. - Als je een kans krijgt gelijk schieten. - Probeer in de hoeken te mikken. - Maak schijnbewegingen. - Groter veld. - Grotere goals. - Keeper mag meer meespelen. - Kleiner veld. - Niet terug op de keeper. - Winnaar blijft staan.

26 Training F: Wie is de bal de baas? Het verbeteren van het controleren van de bal. Iedere speler heeft een bal in zijn handen. Of het sein van de trainer gooien ze de bal in de lucht en controleren ze de bal tot die stil ligt. De trainer kan iedere keer een opdracht erbij geven. - Bal met de voet stil leggen. - Eerst de bal op je bovenbeen laten vallen. - Eerst een keer koppen en dan stil leggen. - Gooi de bal hogerop. - Bal met binnenkant voet stil leggen. - Bal met buitenkant voet stil leggen. - De bal eerst laten stuiteren en dan gelijk stoppen. - De bal omhoog gooien en gelijk meenemen en dan stoppen. - Bal laten aangooien door de trainer en dan afwerken op een doel. - De bal zo snel mogelijk stil leggen. - Je voet losjes houden als je de bal wil stoppen. - De bal op begin niet te hoog opgooien. - Goed naar de bal blijven kijken. - De bal binnen het vierkant houden. Makkelijker/ - Dit kun je allemaal in je opdrachten laten veranderen. - De ruimte groter.

27 Training F: Bal afpakken. Het verbeteren van het bal afpakken en het verdedigen van je bal. Er vanuit gaande dat je 10 spelers hebt op de training. 7 spelers krijgen een bal en de andere 3 zijn de bal afpakkers. In een vierkant wordt er rond gedribbeld, de bal afpakkers proberen de bal af te pakken, lukt dat dan mogen zij gaan dribbelen en wordt de dribbelaar een bal afpakker. Als je onder druk van een bal afpakker je bal buiten het vierkant speelt krijgt de bal afpakker de bal. De bal afpakker mag niet steeds op dezelfde blijven jagen. Als hij binnen 3 tellen de bal niet kan afpakker gaat hij naar een ander op zoek. - Houd de bal dicht aan de voet bij het dribbelen. - Probeer je lichaam tussen de bal en de afpakker te houden. - Kijk waar de ruimte ligt en geen botsingen hebt. - Kleinere ruimte. - Meer balafpakkers. - Bal aantikken is genoeg. - Ruimte groter maken. - Minder bal afpakkers. - De bal moet echt helemaal gewonnen worden.

28 Training F: Lummelen en samenspelen in 2-tallen. Het verbeteren van het positie spelen in een 2 tegen 1 situatie. Er wordt een ruimte uitgezet van 15 meter bij 15 meter. In deze ruimte gaat er 2 tegen 1 worden gespeeld. Het 2-tal probeert de bal zo vaak mogelijk rond te spelen zonder dat de bal wordt onderschept door de verdediger. Als de verdediger de bal echt afpakt dan wordt er een andere speler de verdediger en zo draai je steeds door. Het 2-tal moet dus steeds proberen vrij te komen vanachter de verdediger. De verdediger moet proberen tussen de aanvallers te blijven en de bal onderscheppen. - Probeer goed te kijken waar de meeste ruimte ligt om langs de verdediger te spelen. - Kijk naar je medespeler wat hij doet. - Als je gespeeld hebt probeer gelijk weer te lopen om de bal weer terug te krijgen. - Goed inspelen zodat de ander niet goed onder druk kan worden gezet. - Verdediger probeer altijd tussen het 2-tal in te blijven. - Verdediger bij een slechte bal gelijk druk zetten. - Verdediger je moment kiezen van echt druk zetten. - Grotere ruimte. - De lummel moet de bal echt afpakken. - De lummel mag de bal alleen onderscheppen en niet afpakken. - Kleinere ruimte. - Maar 2 x raken. - Verplicht 2 x raken.

29 Training F: Uitspelen van een 2 tegen 1 situatie. Het verbeteren van het uitspelen van 2 tegen 1 situatie. Er wordt steeds een 2 tegen 1 situatie gespeeld op een E-doel. Het 2-tal begint vanaf de pion in te dribbelen met 1 bal en probeert samen de verdediger te passeren. Als ze de verdediger gepasseerd hebben mogen ze scoren op het doel. Bij onderscheppen van de verdediger houdt oefening op en komt het volgende 2-tal. De verdediger wisselt na een minuut. De 2-tallen proberen zoveel mogelijk te scoren. - Tempo maken in de aanval. - Niet onnodig overspelen dat kost tijd en kan fout gaan. - Verdediger opzoeken met een dribbel en op het juiste moment spelen. - In de aanname proberen gelijk de bal mee te nemen naar het doel. - Verdediger probeer tussen de aanvallers te komen en dan druk op de bal zetten. - Verdediger probeer druk op de bal te geven. - Grotere ruimte. - Zonder keeper. - Met buitenspel spelen. - Een verdediger achter de aanvallers laten starten. - Je krijgt maar 10 seconden om tot scoren te komen.

30 Training F: Pionnenvoetbal. Het verbeteren van het mikken en scoren in een partijspel. Er wordt een veld uitgezet van 30 meter breed en 20 meter diep. Op de achterlijnen worden pionnen neergezet in het aantal van de spelers plus 1. Deze pionnen proberen de teams van elkaar om te spelen of schieten. Elke pion die omgaat is een punt en wordt weer recht gezet. Wie het meeste pionnen omschiet wint de partij. - Overspelen met elkaar. - Niet van te ver schieten, probeer dichtbij te komen. - Met je binnenkant van je voet spelen. - Verdedigers druk op de bal want je kunt niet allemaal een pion verdedigen. - Snel omschakelen van balbezit naar balverlies en andersom. - Meer pionnen. - 2 ballen. - Groter veld. - Minder pionnen. - Kleiner veld.

1 e Periode: Balcontrole (passen, trappen, dribbelen en aannemen). 2 e Periode: Positieverkenning (verdediging, middenveld en aanvallers).

1 e Periode: Balcontrole (passen, trappen, dribbelen en aannemen). 2 e Periode: Positieverkenning (verdediging, middenveld en aanvallers). 1 e Periode: Balcontrole (passen, trappen, dribbelen en aannemen). 2 e Periode: Positieverkenning (verdediging, middenveld en aanvallers). 3 e Periode: Samenspelen met de bal. 1 e Periode: Balcontrole

Nadere informatie

Trainingsprogramma 1 e jaars F-pupillen

Trainingsprogramma 1 e jaars F-pupillen Trainingsprogramma 1 e jaars F-pupillen 1 Inhoudsopgave Training Nummer 1... 3 Training Nummer 2... 5 Training Nummer 3... 7 Training Nummer 4... 9 Training Nummer 5... 11 Training Nummer 6... 13 Training

Nadere informatie

Club: vv Sweel. Tijd: 60 min. Aantal spelers: 8. Organisatie (tekening en accenten):

Club: vv Sweel. Tijd: 60 min. Aantal spelers: 8. Organisatie (tekening en accenten): Dribbelen en kappen Club: vv Sweel Aantal spelers: 8 Tijd: 60 min Tijd: Activiteiten trainer en spelers: Didactische aanwijzingen, aandachtspunten of accenten: 5 min Warming-up 1: (standaard wedstrijd

Nadere informatie

Oefenvormen - Het Oversteekspel

Oefenvormen - Het Oversteekspel Oefenvormen - Het Oversteekspel Voorbeeld uit KNVB opleidingboek " Zo doen wij dat effies" blz. 51 Veldafmetingen Het totale speelveld bedraagt 15 x 10 meter, waarbij de straat (en de sloot) 8 x 5 meter

Nadere informatie

Trainingsprogramma 2 e jaars F-pupillen

Trainingsprogramma 2 e jaars F-pupillen Trainingsprogramma 2 e jaars F-pupillen Inhoudsopgave Training Nummer 1... 3 Training Nummer 2... 5 Training Nummer 3... 7 Training Nummer 4... 9 Training Nummer 5... 11 Training Nummer 6... 13 Training

Nadere informatie

GiGa Bewegingsonderwijs Leerlijn

GiGa Bewegingsonderwijs Leerlijn Groep 1 & 2 De leerlingen gaan dribbelen in het vak en gaan proberen de bal aan de voet te houden. Hierbij moeten ze de bal dicht bij houden zodat ze de bal niet verliezen. A Dribbelen met de bal aan de

Nadere informatie

Warming-Up/Techniekoefeningen

Warming-Up/Techniekoefeningen Legenda: Warming-Up/Techniekoefeningen Oefening 1: Door elkaar dribbelen en zo vaak mogelijk de bal raken Niet botsen, over de bal kijken en vrije ruimtes zoeken stimuleren Naar zijkant dribbelen en afkappen

Nadere informatie

Trainingscyclus. verwijzing van alle tekens: - te coachen spelers. - tegenstander. - kaatser. - pion, petje. - bal. - keeper. - balbaan.

Trainingscyclus. verwijzing van alle tekens: - te coachen spelers. - tegenstander. - kaatser. - pion, petje. - bal. - keeper. - balbaan. Trainingscyclus verwijzing van alle tekens: - te coachen spelers - tegenstander - kaatser - pion, petje - bal - keeper - balbaan - looplijn - dribbel warming-up: met bal voorafgaand aan elke training *

Nadere informatie

Circuit-training. Mini s

Circuit-training. Mini s Circuit-training Mini s POORTENSPEL Veld 10 x 15 meter Benodigheden: 10 pilonnen, 5 ballen Opzet: per 2-tal 1 bal. passen/mikken door een poort (2 pilonnen). poort 1 meter breed (of kleiner) afstand tussen

Nadere informatie

Het creëren van kansen en het scoren. Uiteindelijk moet er gescoord worden. Hoe creëer je kansen en wat is van belang bij het benutten van kansen?

Het creëren van kansen en het scoren. Uiteindelijk moet er gescoord worden. Hoe creëer je kansen en wat is van belang bij het benutten van kansen? Het creëren van kansen en het scoren Uiteindelijk moet er gescoord worden. Hoe creëer je kansen en wat is van belang bij het benutten van kansen? i. Het creëren van kansen en het scoren Duel 1 tegen 1

Nadere informatie

Vormen voor Warming up

Vormen voor Warming up Vormen voor Warming up Warming-up; panna-tikkertje 1. Maak een vak waarin alle spelers dribbelen met een bal. 2. Eén speler wordt als tikker aangewezen. 3. De tikker probeert zonder bal zoveel mogelijk

Nadere informatie

Trainingsprogramma C-junioren

Trainingsprogramma C-junioren Trainingsprogramma C-junioren Inhoudsopgave Training Nummer 1... 3 Training Nummer 2... 5 Training Nummer 3... 7 Training Nummer 4... 9 Training Nummer 5... 11 Training Nummer 6... 13 Training Nummer 7...

Nadere informatie

Trainingsprogramma 2 e jaars D-pupillen

Trainingsprogramma 2 e jaars D-pupillen Trainingsprogramma 2 e jaars D-pupillen Inhoudsopgave Training Nummer 1... 3 Training Nummer 2... 5 Training Nummer 3... 7 Training Nummer 4... 9 Training Nummer 5... 11 Training Nummer 6... 13 Training

Nadere informatie

TRAINING 2 FEBRUARI

TRAINING 2 FEBRUARI 170201 TRAINING 2 FEBRUARI TRAINING Teamfunctie Teamtaak Speelveldgedeelte Rol tegenpartij Doelstelling OVERSTEEKSPEL 1 VERDEDIGER EN DOELTJES Regels: 3-4 spelers met bal proberen te dribbelen naar de

Nadere informatie

Trainingsprogramma 1 e jaars D-pupillen

Trainingsprogramma 1 e jaars D-pupillen Trainingsprogramma 1 e jaars D-pupillen Inhoudsopgave Training Nummer 1... 3 Training Nummer 2... 5 Training Nummer 3... 7 Training Nummer 4... 9 Training Nummer 5... 11 Training Nummer 6... 13 Training

Nadere informatie

Warming-up: Jagerbal. Partij: 6 : 6 op 2 grote doelen + keepers

Warming-up: Jagerbal. Partij: 6 : 6 op 2 grote doelen + keepers Thema: Passen en Trappen E-pupillen Training: 1 Warming-up: Jagerbal Er worden drie groepen gemaakt Het veld is verdeeld in drie vakken De konijnen dribbelen in het middelste vak. De jagers moeten vanuit

Nadere informatie

1e periode: positieverkenning. 2e periode: positie en taakgericht voetballen. 3e periode: teamgericht handelen. 4e periode: taakgericht en

1e periode: positieverkenning. 2e periode: positie en taakgericht voetballen. 3e periode: teamgericht handelen. 4e periode: taakgericht en 1e periode: positieverkenning. 2e periode: positie en taakgericht voetballen. 3e periode: teamgericht handelen. 4e periode: taakgericht en teamgericht voetballen. 1 e Periode: Positieverkenning Training

Nadere informatie

1 e Periode: Balbezit en balbezit tegenstander. 2 e Periode: Omschakelen van balbezit eigen team naar balbezit tegenstander en Balbezit tegenstander

1 e Periode: Balbezit en balbezit tegenstander. 2 e Periode: Omschakelen van balbezit eigen team naar balbezit tegenstander en Balbezit tegenstander 1 e Periode: Balbezit en balbezit tegenstander. 2 e Periode: Omschakelen van balbezit eigen team naar balbezit tegenstander en Balbezit tegenstander naar balbezit eigen team. 3 e Periode: Completeren van

Nadere informatie

Voorbeeld trainingsvormen F- en puppy De makkelijkste vorm Moeilijkere vorm

Voorbeeld trainingsvormen F- en puppy De makkelijkste vorm Moeilijkere vorm Voorbeeld trainingsvormen F- en puppy De warming up voor de F- en puppy teams worden altijd gedaan met de bal. Hierbij kan gevarieerd worden in moeilijkheid. De makkelijkste vorm is het uitzetten van een

Nadere informatie

Trainingsprogramma B-junioren

Trainingsprogramma B-junioren Trainingsprogramma B-junioren Inhoudsopgave Training Nummer 1... 3 Training Nummer 2... 5 Training Nummer 3... 7 Training Nummer 4... 9 Training Nummer 5... 11 Training Nummer 6... 13 Training Nummer 7...

Nadere informatie

Oefenstof voor pupillentrainers EV & AC De Tubanters

Oefenstof voor pupillentrainers EV & AC De Tubanters Oefenstof voor pupillentrainers EV & AC De Tubanters René ter Meer pupillencoördinator oktober 2011 0 Algemene informatie pupillentrainers Inleiding: Hierin zijn oefeningen beschreven die we de pupillen

Nadere informatie

Trainingsprogramma 2 e jaars E-pupillen

Trainingsprogramma 2 e jaars E-pupillen Trainingsprogramma 2 e jaars E-pupillen Inhoudsopgave Training Nummer 1... 3 Training Nummer 2... 5 Training Nummer 3... 7 Training Nummer 4... 9 Training Nummer 5... 11 Training Nummer 6... 13 Training

Nadere informatie

1 Basisvorm: DVD D-pupillen oefenvormen. 4 tegen 4 met 4 doeltjes. Vereenvoudigingen. Oefenvormen 1.1-1.8

1 Basisvorm: DVD D-pupillen oefenvormen. 4 tegen 4 met 4 doeltjes. Vereenvoudigingen. Oefenvormen 1.1-1.8 1 Basisvorm: 4 tegen 4 met 4 doeltjes Vereenvoudigingen Oefenvormen 1.1-1.8 DVD D-pupillen oefenvormen Oefenvorm1.1 4 tegen 4 met 4 doeltjes Inhoud - Bedoeling van deze vorm: Karakteristiek: door snelle

Nadere informatie

Praktijktraining NTK 2014

Praktijktraining NTK 2014 Praktijktraining NTK 2014 BLOK 1: 10.00 uur 11.00 uur Oefenstof: Oefening 1: Warming-up :Cirkel / vierkant : : 20 minuten Praktijk (zie ook filmpjes van Rene Meulensteen 1 t/m 10) Iedere speler heeft een

Nadere informatie

Trainingsprogramma 1 e jaars E-pupillen

Trainingsprogramma 1 e jaars E-pupillen Trainingsprogramma 1 e jaars E-pupillen 1 Inhoudsopgave Training Nummer 1... 3 Training Nummer 2... 5 Training Nummer 3... 7 Training Nummer 4... 9 Training Nummer 5... 11 Training Nummer 6... 13 Training

Nadere informatie

groep 3 WU 3.1 en 3.4 / oefenvorm 3.1 t/m 3.9 / partijvorm 3 llen aanva

groep 3 WU 3.1 en 3.4 / oefenvorm 3.1 t/m 3.9 / partijvorm 3 llen aanva groep 3 WU 3.1 en 3.4 / oefenvorm 3.1 t/m 3.9 / partijvorm 3 llen aanva 0 20 30 40 WU 3.1 1 tegen 1 lijnvoetbal 0 0 20 30 40 WU 3.4 dribbeltikspel 20 beide spelers kunnen scoren door over de doellijn van

Nadere informatie

doelschietspel met keeper

doelschietspel met keeper Voorfase 2.1Warming-up doelschietspel met keeper Inhoud - Bedoeling van deze vorm Karakteristiek: scoren door te schieten op een groot doel met keeper (binnenkant of met de wreef) Verdedigen verwerken

Nadere informatie

Basistechniek 3 1 tegen 1 en 2 tegen 2 41 Pass en trap vormen 68 Positiespel/Partijspel 105 Opbouwen 145 Scoren 181 Storen 218 Doelpunt voorkomen 243

Basistechniek 3 1 tegen 1 en 2 tegen 2 41 Pass en trap vormen 68 Positiespel/Partijspel 105 Opbouwen 145 Scoren 181 Storen 218 Doelpunt voorkomen 243 Thema Pagina Basistechniek tegen en tegen Pass en trap vormen 8 Positiespel/Partijspel 05 Opbouwen 5 Scoren 8 Storen 8 Doelpunt voorkomen Titel - Dribbelen in vierkant - Basistechniek () - Basistechniek

Nadere informatie

Jeugdopleiding VV Holten. Trainingscyclus

Jeugdopleiding VV Holten. Trainingscyclus Jeugdopleiding VV Holten Inhoudsopgave Bladzijde Verklaring van de symbolen... 3 Warming Up... 4 Week 1... 6 Training 1... 6 Training 2... 8 Week 2... 10 Training 1... 10 Training 2... 12 Week 3... 14

Nadere informatie

SAMENSPELEN/POSITIESPEL

SAMENSPELEN/POSITIESPEL D-pupillen SAMENSPELEN/POSITIESPEL Ter herinnering: Doelstellingen voor D-pupillen - datgene wat geleerd moet worden Verder ontwikkelen van de techniek in basisvormen en wedstrijdechte situaties. o Passen

Nadere informatie

2 Basisvorm: DVD D-pupillen oefenvormen. 4 tegen 4 lang smal veld. Vereenvoudigingen. Oefenvormen 2.1-2.8

2 Basisvorm: DVD D-pupillen oefenvormen. 4 tegen 4 lang smal veld. Vereenvoudigingen. Oefenvormen 2.1-2.8 2 Basisvorm: 4 tegen 4 lang smal veld Vereenvoudigingen Oefenvormen 2.1-2.8 DVD D-pupillen oefenvormen Oefenvorm 2.1 4 tegen 4 lang smal veld 2 kleine doeltjes Inhoud - Bedoeling van deze vorm: Karakteristiek:

Nadere informatie

D-pupillen Training 1

D-pupillen Training 1 D-pupillen Training 1 Aantekeningen / evaluatie ORGANISATIE TRAINING Zet een veld uit van 40 bij eter. Op drie meter van de hoeken worden vier doeltjes geplaatst. Maak nu een extra lijn, tien meter naar

Nadere informatie

Wandelkampioen. Organisatie leeftijd 60 plus Regels:

Wandelkampioen. Organisatie leeftijd 60 plus Regels: Wandelkampioen leeftijd 60 plus Alle spelers starten met een bal, behalve de verdediger. De verdediger probeert de ballen van de andere spelers af te pakken of weg te tikken. De verdediger telt hoeveel

Nadere informatie

Circuit-training. Landenteams

Circuit-training. Landenteams Circuit-training Landenteams POORTENSPEL Veld 10 x 15 meter Benodigheden: 10 pilonnen, 5 ballen Opzet: per 2-tal 1 bal. passen/mikken door een poort (2 pilonnen). poort 1 meter breed (of kleiner) afstand

Nadere informatie

WEEK 6 - HET POSITIESPEL IN DE OPBOUW (PASSEN/AANNEMEN)

WEEK 6 - HET POSITIESPEL IN DE OPBOUW (PASSEN/AANNEMEN) WEEK 6 - HET POSITIESPEL IN DE OPBOUW (PASSEN/AANNEMEN) PIONSCHIETSPEL VARIABELE AFSTAND Organisatie Regels: beide spelers kunnen scoren door de pion te raken (= 1 punt) of de pion om te schieten (= 3

Nadere informatie

Praktijktraining. René Meulensteen Academy

Praktijktraining. René Meulensteen Academy Praktijktraining Oefening 1: Warming-up :Cirkel : : 20 min. Iedere speler heeft een bal De volgende bewegingen kunnen uitgevoerd worden: Snel voetenwerk met arminzet + kwartdraai naar links en rechts Snel

Nadere informatie

TECHNIEKTRAINING. Thomas Vlaminck

TECHNIEKTRAINING. Thomas Vlaminck TECHNIEKTRAINING Thomas Vlaminck Basisbewegingen Aanleren/perfectioneren bewegingen in vrije ruimte Iedere speler een bal Vrij door elkaar de verschillende opdrachten uitvoeren Oefening uitvoeren na auditief/visueel

Nadere informatie

groep 1 WU 1.1 en 1.2 / oefenvorm 1.1, 1.2, 1.4 en 1.6 / partijvorm 1

groep 1 WU 1.1 en 1.2 / oefenvorm 1.1, 1.2, 1.4 en 1.6 / partijvorm 1 groep 1 WU 1.1 en 1.2 / oefenvorm 1.1, 1.2, 1.4 en 1.6 / partijvorm 1 DIGEN VERDE WU 1.1 3 tegen 2 met 2 doeltjes 0 10 20 30 40 WU 1.2 3 tegen 1 positiespel 0 10 20 30 40 0 10 9 10 20 het drietal start

Nadere informatie

poortschietspel vaste afstand

poortschietspel vaste afstand Voorfase 3.1/ warming-up poortschietspel vaste afstand Inhoud - Bedoeling van deze vorm Karakteristiek: scoren door te schieten / passen tussen de pionnen aannemen van een rollende bal voor of op de lijn

Nadere informatie

1e periode: herhalen van taakgericht en teamgericht. 2e periode: balbezit 3e periode: balbezit en balbezit tegenstander.

1e periode: herhalen van taakgericht en teamgericht. 2e periode: balbezit 3e periode: balbezit en balbezit tegenstander. 1e periode: herhalen van taakgericht en teamgericht. e periode: balbezit e periode: balbezit en balbezit tegenstander. 1 e Periode: Herhalen van taakgericht en teamgericht Training 1: Wat zijn de taken

Nadere informatie

G. Het verbeteren van het verdedigen

G. Het verbeteren van het verdedigen G. Het verbeteren van het verdedigen Verdedigen over een heel veld is geen gemakkelijke opgave. De ruimte moet voor de tegenstander klein worden gehouden, maar hoe doe je dat? Ook wordt er in dit thema

Nadere informatie

WEEK 6 - HET POSITIESPEL IN DE OPBOUW (PASSEN/AANNEMEN)

WEEK 6 - HET POSITIESPEL IN DE OPBOUW (PASSEN/AANNEMEN) WEEK 6 - HET POSITIESPEL IN DE OPBOUW (PASSEN/AANNEMEN) DRIBBEL PIONSCHIETSPEL MET VERDEDIGERS (2) Organisatie Regels: spelers kunnen scoren door langs de verdedigers te dribbelen en de bal vanuit de vrije

Nadere informatie

1) Warming-up: (afwisselen met jongleren) a. bal dribbelen + stoppen van de bal - op teken - zelf bepalen

1) Warming-up: (afwisselen met jongleren) a. bal dribbelen + stoppen van de bal - op teken - zelf bepalen Thema: Verwerken van de bal E-pupillen Training: 1 1) Warming-up: (afwisselen met jongleren) a. bal dribbelen + stoppen van de bal - op teken - zelf bepalen b. zie oef. a gevolgd door opgooien van de bal

Nadere informatie

groep 1 oefenvorm 1.1 t/m 1.8 d-pupillen

groep 1 oefenvorm 1.1 t/m 1.8 d-pupillen groep 1 oefenvorm 1.1 t/m 1.8 d-pupillen Oefenvorm 1.1 0 10 20 30 40 4 tegen 4 met 4 doeltjes 9 Inhoud - Bedoeling van deze vorm Karakteristiek: door snelle wisselingen speelveldgedeelte kunnen scoringskansen

Nadere informatie

F/E-TEAMS WK 14 TRAINING. Teamfunctie. Teamtaak Scoren. Speelveldgedeelte Niet van toepassing. Rol tegenpartij

F/E-TEAMS WK 14 TRAINING. Teamfunctie. Teamtaak Scoren. Speelveldgedeelte Niet van toepassing. Rol tegenpartij F/E-TEAMS WK 14 TRAINING Teamfunctie Teamtaak Scoren Speelveldgedeelte Niet van toepassing Rol tegenpartij Doelstelling Passen/aannemen/positie/samenwerken POORTSCHIETSPEL MET KEEPERS F/E-TEAMS Organisatie

Nadere informatie

groep 1 voorfase-wu 1.1 T/M 1.4 / oefenvorm 1.1 t/m 1.13 / partijvorm 1A t/m 1c llen

groep 1 voorfase-wu 1.1 T/M 1.4 / oefenvorm 1.1 t/m 1.13 / partijvorm 1A t/m 1c llen groep 1 voorfase-wu 1.1 T/M 1.4 / oefenvorm 1.1 t/m 1.13 / partijvorm 1A t/m 1c llen a v n a a Voorfase 1.1 / warming-up oversteekspel - 2 verdedigers en doeltjes Inhoud - Bedoeling van deze vorm Karakteristiek:

Nadere informatie

groep 3 oefenvorm 3.1 t/m 3.8 d-pupillen

groep 3 oefenvorm 3.1 t/m 3.8 d-pupillen groep 3 oefenvorm 3.1 t/m 3.8 d-pupillen Oefenvorm 3.1 4 tegen 4 lijnvoetbal 0 10 20 30 40 9 Inhoud - Bedoeling van deze vorm Karakteristiek: scoren door over de doellijn te dribbelen via positiespel spelers

Nadere informatie

WEEK 1 - HET SCOREN (SCHIETEN BINNENKANT VOET)

WEEK 1 - HET SCOREN (SCHIETEN BINNENKANT VOET) WEEK 1 - HET SCOREN (SCHIETEN BINNENKANT VOET) TRAINING Teamfunctie Teamtaak Scoren Speelveldgedeelte Helft tegenpartij Rol tegenpartij Verd Doelstelling Aanleren schieten/passen/scoren binnenkant voet.

Nadere informatie

WEEK 3 - HET POSITIESPEL IN DE OPBOUW (PASSEN/AANNEMEN)

WEEK 3 - HET POSITIESPEL IN DE OPBOUW (PASSEN/AANNEMEN) WEEK 3 - HET POSITIESPEL IN DE OPBOUW (PASSEN/AANNEMEN) PIONSCHIETSPEL VASTE AFSTAND Organisatie Regels: beide spelers kunnen scoren door de pion te raken (= 1 punt) of de pion om te schieten (= 3 punten)

Nadere informatie

2 (+k) tegen 2 (+k) grote doelen

2 (+k) tegen 2 (+k) grote doelen Oefenvorm 1.1 2 (+k) tegen 2 (+k) grote doelen 7 9 Inhoud - Bedoeling van deze vorm Karakteristiek: scoren door te schieten op een groot doel met keeper door middel van dribbelen / individuele actie in

Nadere informatie

Coaching - Tempo moet hoog liggen, agressief de kapbeweging uitvoeren - Een schijntrap maken voordat je de bal afkapt

Coaching - Tempo moet hoog liggen, agressief de kapbeweging uitvoeren - Een schijntrap maken voordat je de bal afkapt - Twee mensen met bal dribbelen op snelheid naar de pylon en kappen af - Twee mensen zonder bal sprinten tegelijkertijd naar de pylon en geven druk vanaf de zijkant - Kappen kan op verschillende manieren

Nadere informatie

groep 2 oefenvorm 2.1 t/m 2.8 d-pupillen

groep 2 oefenvorm 2.1 t/m 2.8 d-pupillen groep 2 oefenvorm 2.1 t/m 2.8 d-pupillen Oefenvorm 2.1 4 tegen 4 lang smal 0 veld 2 kleine doeltjes 0 20 30 40 9 Inhoud - Bedoeling van deze vorm Karakteristiek: in de opbouw de tegenpartij lokken om de

Nadere informatie

WEEK 13 TRAININGEN GEHELE WEEK - HET SCOREN EN RICHTEN

WEEK 13 TRAININGEN GEHELE WEEK - HET SCOREN EN RICHTEN WEEK 13 TRAININGEN GEHELE WEEK - HET SCOREN EN RICHTEN TRAINING Teamfunctie Teamtaak Scoren Speelveldgedeelte Helft tegenpartij Rol tegenpartij - Doelstelling Zelfvertrouwen en beter worden. Schietstand,

Nadere informatie

LES 2. GROEP: 3 t/m 8 KORFBAL DOELSTELLINGEN:

LES 2. GROEP: 3 t/m 8 KORFBAL DOELSTELLINGEN: LES 2. GROEP: 3 t/m 8 DOELSTELLINGEN: Groep 3/4 - De leerling gooit de bal niet op het moment dat er een verdediger in de afspeellijn staat. De leerling maakt soms de keuze om de bal over te spelen in

Nadere informatie

Training vrijdag Circuittraining EWC F-pupillen

Training vrijdag Circuittraining EWC F-pupillen Ieder onderdeel duurt ± 10 minuten. Na die 10 minuten wisselen de groepen van onderdeel. Het partijspel is na de 5 onderdelen en duurt ± 15 minuten. Onderdeel 1: Spelvorm 1 met bal Stadionspel (allemaal

Nadere informatie

oefenvormen E-Pupillen RVT Basisvorm 4(+K) tegen 4(+K) 2 grote doelen vereenvoudigingen Oefenvormen

oefenvormen E-Pupillen RVT Basisvorm 4(+K) tegen 4(+K) 2 grote doelen vereenvoudigingen Oefenvormen oefenvormen E-Pupillen RVT Basisvorm 4(+K) tegen 4(+K) 2 grote doelen vereenvoudigingen Oefenvormen 4.1. - 4.7 Oefenvorm 4.1. 4(+k) tegen (4+k) met 2 grote doelen Inhoud: Bedoeling van deze vorm: Karakteristiek

Nadere informatie

Teamfunctie: Aanvallen Teamtaak: Duel 2:1 Oefening 1A en 1B: warming up Inhoud Organisatie Aanwijzingen/ coaching

Teamfunctie: Aanvallen Teamtaak: Duel 2:1 Oefening 1A en 1B: warming up Inhoud Organisatie Aanwijzingen/ coaching Trainers: Teamfunctie: Aanvallen Teamtaak: Duel 2:1 Oefening 1A en 1B: warming up / coaching 1A Heen en terug: - 2x rustige looppas - 1xArmen zwaaien vooruit ongelijk, - 1x terug armen zwaaien tegelijk

Nadere informatie

DRIBBELEN/DRIJVEN/PASSEREN

DRIBBELEN/DRIJVEN/PASSEREN E-pupillen DRIBBELEN/DRIJVEN/PASSEREN Ter herinnering: Doelstellingen voor E-pupillen - datgene wat geleerd moet worden Verder ontwikkelen van de techniek door middel van het spelen van basisvormen. o

Nadere informatie

DCS Ukken. Oefenstof. Inhoudsopgave

DCS Ukken. Oefenstof. Inhoudsopgave DCS Ukken Oefenstof Inhoudsopgave P2. Basis Partijvormen P4. Dribbelvormen P4. Basis Dribbelvormen P6. Uitdagende Dribbelvormen P8. Dribbelvorm Lion King P9. Dribbelvorm Krokodillenspel P10. Oversteekspellen

Nadere informatie

groep 4 WU 4.1 en 4.2 / oefenvorm 4.1 t/m 4.3, 4.5 en 4.6 / partijvorm 4

groep 4 WU 4.1 en 4.2 / oefenvorm 4.1 t/m 4.3, 4.5 en 4.6 / partijvorm 4 groep 4 WU 4.1 en 4.2 / oefenvorm 4.1 t/m 4.3, 4.5 en 4.6 / partijvorm 4 DIGEN VERDE WU 4.1 2 (+k) tegen 1 (+k) breed veld - grote doelen WU 4.2 2 tegen 1 (+k) groot doel - lijn 6 9 9 12 7 8 k beide teams

Nadere informatie

WEEK 3 - HET POSITIESPEL IN DE OPBOUW (PASSEN/AANNEMEN)

WEEK 3 - HET POSITIESPEL IN DE OPBOUW (PASSEN/AANNEMEN) WEEK 3 - HET POSITIESPEL IN DE OPBOUW (PASSEN/AANNEMEN) POORTSCHIETSPEL VARIABELE AFSTAND Organisatie Regels: spelers kunnen scoren door de bal stil te leggen op 8 meter van de pionnen en de bal te passen

Nadere informatie

DRIBBELEN/DRIJVEN/PASSEREN

DRIBBELEN/DRIJVEN/PASSEREN F-pupillen DRIBBELEN/DRIJVEN/PASSEREN Ter herinnering: Doelstellingen voor F-pupillen - datgene wat geleerd moet worden Beginnende F-pupillen - 5/6 jaar o Leren beheersen van de bal. Passen binnenkant

Nadere informatie

E-pupillen DRIBBELEN. Doelstellingen voor E-pupillen - datgene wat geleerd moet worden

E-pupillen DRIBBELEN. Doelstellingen voor E-pupillen - datgene wat geleerd moet worden E-pupillen DRIBBELEN Ter herinnering: Doelstellingen voor E-pupillen - datgene wat geleerd moet worden Verder ontwikkelen van de techniek door middel van het spelen van basisvormen. o Passen binnenkant

Nadere informatie

groep 1 WU 1.1 en 1.2 / oefenvorm 1.1 t/m 1.7 / partijvorm 1 llen aanva

groep 1 WU 1.1 en 1.2 / oefenvorm 1.1 t/m 1.7 / partijvorm 1 llen aanva groep 1 WU 1.1 en 1.2 / oefenvorm 1.1 t/m 1.7 / partijvorm 1 llen aanva WU 1.1 3 tegen 2 met 2 doeltjes 0 10 20 30 40 WU 1.2 3 tegen 1 positiespel 0 10 20 30 40 0 10 9 10 20 het drietal start met de bal

Nadere informatie

Pingelvormen: 1. Oversteekspel. 2. Instructie pingelen. 3. Het pingel schiet spel. 4. Drieluik spel. 5. Duel 1 tegen 1. 6.

Pingelvormen: 1. Oversteekspel. 2. Instructie pingelen. 3. Het pingel schiet spel. 4. Drieluik spel. 5. Duel 1 tegen 1. 6. Pingelvormen: 1. Oversteekspel 2. Instructie pingelen 3. Het pingel schiet spel 4. Drieluik spel 5. Duel 1 tegen 1 6. Chaos pingel spel 7. Douanespel 8. Pingelspel 1 tegen 1 9. Lijndribbel 10. Puntendribbel

Nadere informatie

PASSEN BINNENKANT VOET

PASSEN BINNENKANT VOET E-pupillen PASSEN BINNENANT VOET Ter herinnering: Doelstellingen voor E-pupillen - datgene wat geleerd moet worden Verder ontwikkelen van de techniek door middel van het spelen van basisvormen. o Passen

Nadere informatie

groep 2 WU 2.1 en 2.2 / oefenvorm 2.1, 2.3 en 2.4 / partijvorm 2A en 2B

groep 2 WU 2.1 en 2.2 / oefenvorm 2.1, 2.3 en 2.4 / partijvorm 2A en 2B groep 2 WU 2.1 en 2.2 / oefenvorm 2.1, 2.3 en 2.4 / partijvorm 2A en 2B DIGEN VERDE WU 2.1 WU 2.2 2 tegen 1 (+k) groot doel - lijn 9 K 2 tegen 1 (+1) klein doeltje - lijn 9 11 11 12 12 10 10 k speler 1

Nadere informatie

oefenvormen E-Pupillen RVT Basisvorm 4 tegen 4 lang smal veld vereenvoudigingen Oefenvormen 2.1-2.5

oefenvormen E-Pupillen RVT Basisvorm 4 tegen 4 lang smal veld vereenvoudigingen Oefenvormen 2.1-2.5 oefenvormen E-Pupillen RVT Basisvorm 4 tegen 4 lang smal veld vereenvoudigingen Oefenvormen 2.1-2.5 Oefenvorm 2.1. 4 tegen 4 lang smal veld 2 kleine doeltjes Bedoeling van deze vorm Karakteristiek - in

Nadere informatie

D-pupillen AANVALLEN. Doelstellingen voor D-pupillen - datgene wat geleerd moet worden

D-pupillen AANVALLEN. Doelstellingen voor D-pupillen - datgene wat geleerd moet worden D-pupillen AANVALLEN Ter herinnering: Doelstellingen voor D-pupillen - datgene wat geleerd moet worden Verder ontwikkelen van de techniek in basisvormen en wedstrijdechte situaties. o Passen binnenkant

Nadere informatie

Standaard jaarplanning E pupillen en D jeugd (8-11 jaar)

Standaard jaarplanning E pupillen en D jeugd (8-11 jaar) Floorball training Standaard jaarplanning E pupillen en D jeugd (8-11 jaar) Deze standaard jaarplanning is een hulpmiddel voor alle jeugdtrainers. Met deze planning kan je het hele seizoen vullen met leuke

Nadere informatie

D-pupillen VERDEDIGEN. Doelstellingen voor D-pupillen - datgene wat geleerd moet worden

D-pupillen VERDEDIGEN. Doelstellingen voor D-pupillen - datgene wat geleerd moet worden D-pupillen VERDEDIGEN Ter herinnering: Doelstellingen voor D-pupillen - datgene wat geleerd moet worden Verder ontwikkelen van de techniek in basisvormen en wedstrijdechte situaties. o Passen binnenkant

Nadere informatie

WEEK 3 - HET POSITIESPEL IN DE OPBOUW (PASSEN/AANNEMEN)

WEEK 3 - HET POSITIESPEL IN DE OPBOUW (PASSEN/AANNEMEN) WEEK 3 - HET POSITIESPEL IN DE OPBOUW (PASSEN/AANNEMEN) POORTSCHIETSPEL VASTE AFSTAND Organisatie Regels: tweetal kan scoren door de bal tussen de pionnen naar elkaar te spelen (over de grond) voordat

Nadere informatie

Trainingsplan seizoen 2016-2017

Trainingsplan seizoen 2016-2017 Trainingsplan seizoen 2016-2017 0-8 en 0-9 Pupillen Onderwerpen 1. Voor wie geldt dit plan? 2. Leerdoelen aanvallen en verdedigen a. Voetbalonderdeel Aanvallen a. Aanwijzingen opbouwen: dribbelen en drijven

Nadere informatie

Skills. Organisatie. Aandachtspunten. Dribbelen/drijven (domineren) -dribbelen -passeren, uitspelen

Skills. Organisatie. Aandachtspunten. Dribbelen/drijven (domineren) -dribbelen -passeren, uitspelen Dribbelen/drijven (domineren) -passeren, uitspelen - ACTIE EERST DROOG OEFENEN (allemaal een bal - 4 spelers spelen 1:1. De speler krijgt de bal aangespeeld of dribbelt, en probeert te scoren door over

Nadere informatie

PVC Voetbal Werkboek 1 - Dribbelen JO8- JO9-pupillen. Datum: Juni 2017 Status: Versie 1.0 Auteur: J.M. van Maurik

PVC Voetbal Werkboek 1 - Dribbelen JO8- JO9-pupillen. Datum: Juni 2017 Status: Versie 1.0 Auteur: J.M. van Maurik 2017 PVC Voetbal Werkboek 1 - Dribbelen JO8- JO9-pupillen Datum: Juni 2017 Status: Versie 1.0 Auteur: J.M. van Maurik INHOUDSOPGAVE: 1. Voorwoord. 3 2. Periode 1 Trainingsitem 1 : Dribbelen 4 3. Periode

Nadere informatie

Trainingsinhoud Coachaanwijzingen Tekening

Trainingsinhoud Coachaanwijzingen Tekening Datum : 07-02-2016 (Evaluatie training) Teamfunctie : Aanvallen Doelstelling technisch : Passen en meenemen in combinatie met 1 tegen 1 actie frontaal Doelstelling inzichtelijk : Fase 1, 2 en 3 Bewegingsscholing

Nadere informatie

1 van 7 24-8-2007 23:40 Partijspel 3 tegen 3 met vooruit/opzij meenemen Doelstelling: Het verbetren van het vooruit/opzij meenemen onder druk Fase: Partijspel Leeftijd: A-J, B-J, C-J, D-J, E-J, F-J Thema:

Nadere informatie

E-pupillen WREEFTRAP. Doelstellingen voor E-pupillen - datgene wat geleerd moet worden

E-pupillen WREEFTRAP. Doelstellingen voor E-pupillen - datgene wat geleerd moet worden E-pupillen WREEFTRAP Ter herinnering: Doelstellingen voor E-pupillen - datgene wat geleerd moet worden Verder ontwikkelen van de techniek door middel van het spelen van basisvormen. o Passen binnenkant

Nadere informatie

Aan alle trainers van de afdeling E3 /E4 /E5 en F3 /F4 /F5 Jeugd

Aan alle trainers van de afdeling E3 /E4 /E5 en F3 /F4 /F5 Jeugd Aan alle trainers van de afdeling E3 /E4 /E5 en F3 /F4 /F5 Jeugd De trainingen voor de periode Start tweede trainingsblok van 4 weken 29 maart F-teams / 01 april 2016 E-teams 05 april F-teams / 08 april

Nadere informatie

Jaarplanning SV Hertha D-pupillen

Jaarplanning SV Hertha D-pupillen Jaarplanning D-pupillen a. Vormen voor de warming-up b. Technische vaardigheden c. Het opbouwen van achteruit d. Aansluiting van de linies e. Het benutten van de zijkanten van het veld f. Het samenspelen

Nadere informatie

Teamfunctie: Aanvallen Teamtaak: Duel 1:1 Oefening 1A en 1B: warming up Inhoud Organisatie Aanwijzingen/ coaching

Teamfunctie: Aanvallen Teamtaak: Duel 1:1 Oefening 1A en 1B: warming up Inhoud Organisatie Aanwijzingen/ coaching Trainers: Teamfunctie: Aanvallen Teamtaak: Duel 1:1 Oefening 1A en 1B: warming up / coaching 1A Heen en terug: - 2x rustige looppas - 1xArmen zwaaien vooruit ongelijk, - 1x terug armen zwaaien tegelijk

Nadere informatie

B. Technische vaardigheden

B. Technische vaardigheden B. Technische vaardigheden Hier geven we een aantal vormen, waarmee de balvaardigheid verbeterd kan worden. Denk aan dribbelen/drijven, kappen/draaien, passen/aannemen, koppen, schieten, schijnbewegingen

Nadere informatie

Training 1. 1) Warming-up

Training 1. 1) Warming-up Training 1 1) Warming-up Spelvorm * 3 tikkers - ca. 5-6 ballen * gedurende 1 min. zoveel mogelijk spelers zonder bal tikken * men kan elkaar 'verlossen' door elkaar 1 bal toe te gooien 20 x 25 meter 2)

Nadere informatie

Trainingsplan E pupillen

Trainingsplan E pupillen Trainingsplan E pupillen Voor trainers en begeleiders Inleiding Dit trainingsplan is gemaakt om structuur te geven aan de trainers en begeleiders van alle E teams. De jaarplanning is een belangrijke factor

Nadere informatie

LES 1. GROEP: 3 t/m 8 VOETBAL. DOELSTELLINGEN:

LES 1. GROEP: 3 t/m 8 VOETBAL. DOELSTELLINGEN: LES 1. GROEP: 3 t/m 8 DOELSTELLINGEN: Groep 3/4 - De leerlingen hebben doormiddel van de 3 verschillende opdrachten kennis gemaakt met het dribbelen en mikken met een bal. - De leerlingen hebben hun eigen

Nadere informatie

LES 26. GROEP: 3 t/m 8 Sportspelen, Tikspelen, Mikken. DOELSTELLINGEN:

LES 26. GROEP: 3 t/m 8 Sportspelen, Tikspelen, Mikken. DOELSTELLINGEN: LES 26. GROEP: 3 t/m 8 DOELSTELLINGEN: Groep 3/4 Mattendribbelspel: - De leerling dribbelt voorzichtig langs de afpakkers heen. Mikken: - De leerling kan de bal overrollen naar de andere leerling over

Nadere informatie

Tip Trainer: Laat de volgende speler pas starten nadat Speler3 de bal ontvangt.

Tip Trainer: Laat de volgende speler pas starten nadat Speler3 de bal ontvangt. DRIBBELEN & PASSEN Elke speler een bal. Speler1 dribbelt langs pionnen en passt de bal naar speler2 nadat de laatste is gepasseerd. Speler1 sprint door en neemt de positie van speler2 over. Speler2 passt

Nadere informatie

Trainingsvormen Jeugdopleiding VV Holten

Trainingsvormen Jeugdopleiding VV Holten MIKVORM 1 Jeugdopleiding Veldafmetingen : 25 x 25 meter Er zijn 2 ploegen en iedereen heeft een bal. De spelers moeten de pionnen met het hoedje, geel of rood, van hun ploeg omverschieten. De ploeg die

Nadere informatie

Trainers: Teamfunctie: Aanvallen

Trainers: Teamfunctie: Aanvallen Trainers: Teamfunctie: Aanvallen Teamtaak: Opbouwen; het verbeteren van het verwerken van de bal met de binnenkant van de voet, borst en bovenbeen Oefening 1A en 1B: warming up / coaching 1A Heen en terug:

Nadere informatie

LES 3. GROEP: 3 t/m 8 BASKETBAL

LES 3. GROEP: 3 t/m 8 BASKETBAL LES 3. GROEP: 3 t/m 8 DOELSTELLINGEN: Groep 3/4: Beoordelen Vangen O De leerling kan een goed aangegooide bal niet vangen. V De leerling vangt een goed aangegooide bal bijna altijd. G De leerling vangt

Nadere informatie

Oefenvormen - 'Kegel-spel 4 tegen 2'

Oefenvormen - 'Kegel-spel 4 tegen 2' Oefenvormen - 'Kegel-spel 4 tegen 2' Zet veldje uit van 15 x 8. Vier pilonnen staan als raakdoelen op de achterlijn. Aan de andere kant staan ook vier pilonnen. De ruimte tussen de pilonnen is een meter.

Nadere informatie

Trainers: Teamfunctie: Aanvallen

Trainers: Teamfunctie: Aanvallen Trainers: Teamfunctie: Aanvallen Teamtaak: Opbouwen; het verbeteren van het uitspelen van een 4:3 situatie van achteruit Oefening 1A en 1B: warming up / coaching 1A Heen en terug: - 2x rustige looppas

Nadere informatie

Beter leren voetballen D-E-F pupillen Estria // april 2011

Beter leren voetballen D-E-F pupillen Estria // april 2011 Beter leren voetballen D-E-F pupillen Estria // april 2011 Programma 19.00 uur 19.30 uur 20.30 uur 20.45 uur 21.15 uur 21.30 uur Voorstellen - Inleiding - Taakverdeling Praktijk "Beter leren voetballen

Nadere informatie

Trainingsprogramma A-junioren

Trainingsprogramma A-junioren Trainingsprogramma A-junioren Inhoudsopgave Training Nummer 1... 3 Training Nummer 2... 5 Training Nummer 3... 7 Training Nummer 4... 9 Training Nummer 5... 11 Training nummer 6... 13 Training Nummer 7...

Nadere informatie

Teamtaak: Opbouwen; het verbeteren van het passen met de binnenkant voet Oefening 1A en 1B: warming up Inhoud Organisatie Aanwijzingen/ coaching

Teamtaak: Opbouwen; het verbeteren van het passen met de binnenkant voet Oefening 1A en 1B: warming up Inhoud Organisatie Aanwijzingen/ coaching Trainers: Teamfunctie: Aanvallen Teamtaak: Opbouwen; het verbeteren van het passen met de binnenkant voet Oefening 1A en 1B: warming up / coaching 1A Heen en terug: - 2x rustige looppas - 1xArmen zwaaien

Nadere informatie

Omschrijving. Leeftijd E-Pupillen en ouder Aantal spelers 10 spelers Fase Oriëntatiefase

Omschrijving. Leeftijd E-Pupillen en ouder Aantal spelers 10 spelers Fase Oriëntatiefase Doelstelling Thema Omschrijving Type Verbeteren van het passen met de binnenkant van de voet Passen (BalBezit) Een pass-wedstrijd om het passen met de binnenkant van de voet te verbeteren Passen/Trappen

Nadere informatie

WEEK 2 - HET SCOREN (SCHIETEN BINNENKANT VOET)

WEEK 2 - HET SCOREN (SCHIETEN BINNENKANT VOET) WEEK 2 - HET SCOREN (SCHIETEN BINNENKANT VOET) DOELSCHIETSPEL MET PIONNEN spelers kunnen scoren door de bal stil te leggen op 8 meter van het doel en te scoren bal in de hoeken links of rechts van de pion

Nadere informatie

WEEK 2 - HET SCOREN (SCHIETEN BINNENKANT VOET)

WEEK 2 - HET SCOREN (SCHIETEN BINNENKANT VOET) WEEK 2 - HET SCOREN (SCHIETEN BINNENKANT VOET) DUBBEL DOELSCHIETSPEL MET 2 KLEINE DOELTJES spelers kunnen scoren door de bal stil te leggen op 8 meter van de doeltjes en te mikken op 1 van de 2 kleine

Nadere informatie

Voorbeeldtraining train de trainer augustus 2006

Voorbeeldtraining train de trainer augustus 2006 Voorbeeldtraining train de trainer augustus 2006 Training Dag Datum 12 augustus 2006 Praatje vooraf Doelstelling trainingen: Niveau van de jeugdopleiding van vv Dongen verbeteren. Namenlijst contoleren

Nadere informatie

Trainers: Teamfunctie: Aanvallen

Trainers: Teamfunctie: Aanvallen Trainers: Teamfunctie: Aanvallen Teamtaak: opbouwen; het verbeteren van het positiespel door het goed uitspelen van een overtal situatie Oefening 1A en 1B: warming up / coaching 1A Heen en terug: - 2x

Nadere informatie