Studiehandleiding Leren lesgeven 2 Educatieve Minor Moderne vreemde talen

Transcriptie

1 Studiehandleiding Leren lesgeven 2 Educatieve Minor Moderne vreemde talen Interfacultaire Lerarenopleiding Faculteit der Geesteswetenschappen 1

2 Leren lesgeven 2 Inhoudsopgave Inhoud 2 Leerdoelen 2 Literatuur voor algemene didactiek en pedagogiek 3 Literatuur voor het schoolvak en vakdidactiek 3 Ondersteuning 4 Onderwijsvormen 4 Rooster colleges 5 Van de student verwachte activiteiten 8 Studielast 8 Toetsing 8 Coördinator en docenten 8 Bijlage: Omschrijving van de opdracht Mini-ontwerp 9 Beoordelingsformulier 12 Inhoud Je verdiept en verbreedt in deze tweede periode van de educatieve minor je vakdidactisch en pedagogisch handelen. Je krijgt meer zicht op de kennis en vaardigheden die in het schoolvak centraal staan en wat uit onderzoek bekend is over het leren en onderwijzen van deze kennis en vaardigheden. Er is veel aandacht voor het leren en de leerling. Hoe leren leerlingen? Welke verschillen zijn er tussen leerlingen en hoe houd je daar rekening mee? Hoe kun je invulling geven aan activerende didactiek? Je past de inzichten uit de literatuur toe in het ontwerp van een samenhangende reeks van twee lessen. Dit wordt het mini-ontwerp genoemd. De cursus Leren lesgeven 2 bestaat uit drie onderdelen die nauw met elkaar in verband staan: - Werkcollege Moderne vreemde talen als schoolvak - hoorcollege algemene didactiek/pedagogiek - werkcollege vakdidactiek Moderne vreemde talen In deze studiehandleiding wordt de cursus verder toegelicht en in de bijlage vind je de volledige omschrijving en het beoordelingsformulier van de opdracht Mini-ontwerp. Leerdoelen Aan het einde van Leren lesgeven 2 kun je: inzichten uit theorieën over leren en mogelijke leerproblemen en misconcepties benoemen en toepassen; een samenhangende reeks lessen vormgeven en plannen met samenhangende, concrete en haalbare doelen; 2

3 lesdoelen vertalen in diverse, maar samenhangende activerende leeractiviteiten; didactische leer- en werkvormen en materialen en leermiddelen die goed aansluiten bij de leerdoelen, leeractiviteiten en leerstof effectief inzetten en de keuze/toepassing legitimeren; kenmerken van een valide en betrouwbare toets beschrijven, herkennen en toepassen bij het maken van een toets; voorbeelden geven van formatieve evaluatie en deze toepassen in een les uitleg en opdrachten afstemmen op relevante verschillen tussen leerlingen, waaronder verschillen in taalbeheersing en ontwikkeling; ontwikkeling- en gedragsproblemen benoemen en herkennen. Literatuur voor algemene didactiek en pedagogiek Al in bezit uit periode 1: - Woolfolk, A., Hughes, M. Walkup, V. (2013). Psychology in Education (second edition). Harlow: Pearsson. Aanschaffen: - Marzano, R., & Miedema, W. (2013). Leren in vijf dimensies. Moderne didactiek voor het voortgezet onderwijs (6 e druk). Assen: Koninklijke van Gorcum. Op Blackboard kun je bij de cursus Leren Lesgeven 2 voor Algemene didactiek de volgende literatuur downloaden: - Bruggink, M., & Harinck, F. (2012). De onderzoekende houding van leraren: wat wordt daaronder verstaan? Tijdschrift voor lerarenopleiders, 33, 3, Dronkers, J. (2008). Sociale ongelijkheid in het onderwijs. In R. Klarus & A. Dieleman. Wat is goed onderwijs? Bijdragen uit de onderwijssociologie (pp ). Den Haag: Lemma. - Sanders. P. (2013). (Red.), Toetsen op school. Arnhem: Cito. o Roelofs, E., & Visser, J., Hoofdstuk 2: De inhoud van toetsen. blz en blz o Wools. S., Hoofdstuk 4: De validiteit van toetsscores. blz o Noijons, J., Hoofdstuk 6: Het construeren van gesloten vragen. blz o Erkens, T., Hoofdstuk 7: Het construeren van open vragen. blz ) - Simons, P.R.J. (2003). Eindelijk aandacht voor de didactiek van e-learning. HRD-Thema: E-learning: meerwaarde of meer van hetzelfde, 4, (3), Literatuur voor Schoolvak en Vakdidactiek Moderne vreemde talen Aanschaffen: Kwakernaak, E. (2013). Didaktiek van het vreemdetalenonderwijs. Bussum: Uitgeverij Coutinho. (al aangeschaft voor blok 1). De vakdidacticus informeert je over eventuele extra (schoolvakspecifieke) literatuur. Zie ook de vakdidactiekmap op Blackboard. Ondersteuning Blackboard De cursus wordt volledig ondersteund door Blackboard op de pagina voor Leren en lesgeven 2. Toegang tot Blackboard krijg je met je UvA ID en wachtwoord. Het adres is Onderwijsvormen De colleges worden op één dag, namelijk op donderdag, georganiseerd. Je begint met een werkcollege Moderne vreemde talen als schoolvak ( uur), vervolgens is er een hoorcollege algemene didactiek/pedagogiek ( uur) dat een theoretisch kader biedt voor het thema van die dag. Bij dit college zit je met studenten van verschillende vakken bijeen. Vervolgens is er een werkcollege Vakdidactiek Moderne vreemde talen ( uur). Let op: Een aantal keer in periode 1 start je dag met Intervisie of een begeleidingsuur. De bijeenkomsten staan vermeld ín het collegerooster. Intervisie wordt beoordeeld in Onderwijspraktijk 3. 3

4 Week 8 is een toetsweek. Uiterlijk op donderdag 18 december voor 9.00 uur lever je de opdracht Miniontwerp in via Blackboard. Zodra je de opdracht hebt gemaakt, kun je deze natuurlijk al inleveren. Je hoeft niet te wachten tot deze deadline! In week 8 vindt ook de kennisbasis toets Algemene Didactiek en pedagogiek plaats. 4

5 Rooster en huiswerk colleges periode 2 C Datum Tijd Onderdeel Thema en literatuur Voorbereiden W 1 30 okt Begeleiding Toelichting op taken en activiteiten LL2 Lezen studiehandleiding Leren Lesgeven 2 en Onderwijspraktijk Schoolvak De rol van L1 en L2 in taalverwervingstheorieën Expertise delen over doeltaal als voertaal -Kwakernaak blz Ga naar de website van Levende Talen en zoek in het archief 1 artikel op met thema doeltaal voertaal (niet het artikel van Haamberg, 2008). Print het uit, lees het, vat het op dusdanige wijze samen dat je de hoofdgedachte in een paar minuten kunt presenteren Alg. didactiek Leren -Woofolk, H7 cognitive views (blz ) H9 Social Vooraf bestuderen cognitivist and constructivist views (blz ) (totaal 69 blz.) Vakdidactiek Doeltaal = voertaal? Leergangonderzoek en lesonderzoek op het gebied van doeltaal als voertaal Neem leergang mee Onderzoek het gebruik van de doeltaal als voertaal in de klas aan de hand van de volgende drie vragen: Observeer een les en geef aan wat het percentage doeltaalgebruik was tijdens die les. Is dat representatief voor alle lessen? Hoe is de keuze tot het gebruik doeltaal als voertaal tot stand gekomen? 2 6 nov Schoolvak Luistervaardigheid en jongerentaal Kwakernaak, hs 9 Luistervaardigheid Alg. didactiek Ontwerpen: Activerende didactiek -Marzano & Miedema, Inleiding en overzicht (blz. 1-16) -Bruggink & Harinck, Onderzoekende houding (blz ) (totaal 24 blz.) Vakdidactiek Luistervaardigheid Luistervaardigheids-strategieën en de opbouw van een luistervaardigheids-programma Vooraf bestuderen Vraag je SPD of er een luistervaardigheidsleerlijn is en hoe die eruit ziet. Mocht deze leerlijn er niet zijn, vraag dan welke rol luistervaardigheid speelt in het programma, 5

6 3 13 nov Intervisie Schoolvak Leesvaardigheid Alg. didactiek Omgaan met verschillen tussen leerlingen Woofolk, H5 Culture and diversity (blz ) (36 blz.) Vakdidactiek Leesvaardigheid en literatuur 4 20 nov Schoolvak Het lexicon Alg. didactiek Vakdidactiek Leer- en gedragsproblemen Woofolk H4 Learner differences (blz ) (totaal 30 blz.) Woordenschat en dyslexie 5 27 nov Schoolvak CATs, toetsen en beoordelen Alg. didactiek Evalueren Sanders (red.), Toetsen op school H2 (blz en 44-48), H4 (blz ), H6 (blz ) en H7 (blz ) (totaal (56 blz.) Vakdidactiek CATs, toetsen en beoordelen zowel in de onder- als in de bovenbouw. Mogelijke vragen zijn: Hoe vaak en met welke materialen wordt er expliciet aan luistervaardigheid gedaan? Worden strategieën expliciet behandeld en geoefend? Kwakernaak, hs 8 Leesvaardigheid Hs 16 Literatuur Vooraf bestuderen Zet op een rijtje wat je tot nu toe zelf aan kinder- en jeugdliteratuur hebt gelezen. Hoe zou je jeugdliteratuur kunnen inzetten voor tweede taalverwerving? Kwakernaak, hs 13 Woordenschat Vooraf bestuderen Neem het protocol van jouw school mee waarin staat hoe wordt omgegaan met dyslexie en andere leer- en gedragsbeperkingen. Lees dat protocol en bespreek met je SPD hoe daarmee wordt omgegaan in de les- en toetspraktijk. Kwakernaak, hs 5 Toetsen Vooraf bestuderen Neem 5 verschillende toetsen van verschillende vaardigheden of over verschillende onderwerpen mee. Laat de door het CITO geleverde toetsen hierbij thuis. 6

7 6 4 dec Begeleiding Voortgang taken, informatie over kennisbasistoetsen alg. did en vakdidactiek en LL Schoolvak Schrijfvaardigheid en pragmatiek Kwakernaak, hs 10 Schrijfvaardigheid Alg. didactiek Onderwijs en samenleving: gelijke kansen? Dronkers, Sociale ongelijkheid in het onderwijs, (blz Vooraf bestuderen 175) (13 blz.) Vakdidactiek Schrijfvaardigheid Neem 5 schrijfopdrachten voor verschillende jaarlagen en van verschillend karakter mee 7 11 dec Intervisie Schoolvak Technologie en tweede taalverwerving Lees: Nr._22_Leren_van_moderne_vreemde_talen.pdf Zet op een rijtje wat je tot nu toe zelf aan gebruik van ICT in de klas hebt gezien. Hoe zou je ICT kunnen inzetten voor tweede taalverwerving? Alg. didactiek Debat: ICT in het onderwijs -Simons, Eindelijk aandacht voor de didactiek van e-learning Vooraf bestuderen (blz ) (12 blz.). Je bekijkt op Dossier kennisbasis ICT een filmpje naar keuze: Vakdidactiek KBT VD Formuleer drie vragen die je op je KBT zou kunnen verwachten. Neem je 3 vragen en al je literatuur en andere materialen mee om de KBT VD voor te bereiden dec Kennisbasistoets Algemene didactiek en pedagogiek, Deadline inleveren Opdracht Mini-ontwerp (in Blackboard, voor 9.00 uur) 7

8 Van de student verwachte activiteiten bestuderen van de literatuur (voorafgaand aan de colleges) en het voorbereiden van colleges; aanwezigheid en actieve participatie tijdens de colleges 1 ; zo mogelijk dient de student de transfer te maken van theorie naar praktijk. Studielast (6 EC) Colleges Zelfstudie literatuur Opdracht Mini-ontwerp Voorbereiden kennisbasistoets Totaal 34 uur 78 uur 40 uur 16 uur 168 uur Toetsing De cursus wordt afgerond met een Tentamen Algemene didactiek en pedagogiek (over de literatuur die hierboven in het rooster is opgenomen) en de Opdracht Mini-ontwerp waarin je twee lessen en een toets ontwerpt en legitimeert vanuit de algemene en vakdidactische literatuur. Het eindcijfer wordt bepaald door: - de kennisbasistoets Algemene didactiek en pedagogiek 50% - de opdracht Mini-ontwerp 50% Voor elk van deze twee onderdelen dient een te worden behaald (tenminste 5,5). Het tentamen heeft betrekking op de voorgeschreven literatuur algemene didactiek en pedagogiek en zal bestaan uit gesloten en open vragen. In de bijlage vind je een beschrijving van de opdracht en de wijze waarop deze beoordeeld wordt. De opdracht wordt beoordeeld door een van de docenten van de onderdelen vakdidactiek en schoolvak. Coördinatie en docenten Coördinator van Leren lesgeven 2 is Frederike Westera W.F.Westera@uva.nl Moderne vreemde talen als schoolvak: Frederike Westera W.F.Westera@uva.nl Petra Sleeman A.P.Sleeman@uva.nl Vakdidactiek Moderne vreemde talen Petra Sleeman A.P.Sleeman@uva.nl Frederike Westera W.F.Westera@uva.nl Anne Evertsen A.J.M.Evertsen@uva.nl Algemene didactiek en pedagogiek: Yvonne Rijns Y.T.S.M.Rijns@uva.nl Carla van Boxtel C.A.M.vanBoxtel@uva.nl 1 We gaan uit van 80% aanwezigheid tijdens de werkcolleges. Wanneer hier niet aan wordt voldaan wordt een vervangende opdracht gegeven. Bij on aanwezigheid kun je uitgesloten worden van deelname aan het tentamen. 8

9 Bijlagen Bijlage 1: Opdracht Mini-ontwerp Inleiding Tijdens het lesgeven kom je erachter dat leerlingen bij het leren van jouw vak op specifieke problemen kunnen stuiten. Het kan dan gaan om het leren van complexe begrippen die onderdeel zijn van de leerstof of de verwerving van een complexe vaardigheid. Je constateert bijvoorbeeld dat leerlingen begrippen niet goed kunnen toepassen in een nieuwe context. Of je merkt dat leerlingen tijdens het lezen nauwelijks gebruik maken van de onderwezen leesstrategieën. Je kiest in deze taak in overleg met je SPD en je vakdidacticus een complexe vaardigheid of een complex onderwerp binnen je schoolvak. Je ontwerpt voor dit onderwerp of deze vaardigheid twee op elkaar aansluitende lessen (90 tot 100 minuten lestijd) en een toets. Houdt er rekening mee dat je de lessen in deze periode ook moet kunnen uitvoeren. De toets hoef je niet af te nemen. Je werkt in deze opdracht aan de volgende competenties: inzichten uit theorieën over leren, mogelijke leerproblemen en misconcepties toepassen; lesdoelen vertalen in diverse activerende leeractiviteiten een samenhangende les / reeks lessen vormgeven en plannen met samenhangende, concrete en haalbare doelen didactische leer- en werkvormen, materialen en leermiddelen kiezen die goed aansluiten bij de leerdoelen, leeractiviteiten en (complexe) leerstof je keuzes op basis van vakdidactische en algemeen didactische theorie kunnen verantwoorden een toets kunnen maken op basis van criteria van validiteit en betrouwbaarheid Werkwijze Analyse: Je gaat eerst verkennen wat precies lastig is en waarom. - Beschrijf eerst vanuit je eigen ervaringen het probleem. - Doe vervolgens een beroep op de vakdidactische literatuur en op de algemene literatuur over complexe cognitieve processen. Hoe kun je vanuit deze literatuur het probleem beschrijven en verklaren? - Je moet je verkenning ook empirisch onderbouwen. Gebruik daarvoor data die je al hebt of verzamel bruikbare data. Je kunt bijvoorbeeld antwoorden van leerlingen op eerder gegeven (toets)vragen of opdrachten analyseren. Je kunt ook enkele leerlingen hardop-denkend of met zijn tweeën een opdracht laten uitvoeren waarin de complexe vaardigheid of de complexe lesstof aan de orde is. Zo krijg je zicht op hoe leerlingen de opdracht aanpakken en welke kennis en vaardigheden ze daarbij (niet) inzetten. Welke kennis en vaardigheden worden precies verondersteld? Waar lopen leerlingen tegenaan? Welke fouten maken ze? Ontwerp: Je ontwerpt vervolgens twee op elkaar aansluitende lessen gericht op de complexe lesstof of vaardigheid die je hebt gekozen en een toets. - Je past in elk geval in een van de lessen een vorm van activerende didactiek toe. Denk bij activerende didactiek aan het organiseren van een debat, een onderzoeksopdracht, groepswerk, taakgebaseerd taalonderwijs of een socratisch gesprek. Welke werkvormen het meest geschikt zijn, bepaal je op basis van je lesdoel(en). - Je beargumenteert je aanpak vanuit de literatuur. Waarom is je aanpak geschikt om de gestelde doelen te realiseren en de moeilijkheden die je hebt geconstateerd aan te pakken? - Je ontwerpt een toets met antwoordmodel en scoringsvoorschrift, waarmee je de doelen/leerstof van de twee ontworpen lessen kunt toetsen. Je hoeft de toets niet af te nemen. Als je voor proefwerkvragen kiest, maak je vier vragen. Maar de toets mag ook bestaan uit een opdracht. De toets mag zich niet beperken tot kennis en begrip, maar moet ook een hoger denkniveau aanspreken (bijvoorbeeld toepassen, analyseren, ontwerpen). Je moet op basis van een toetsmatrijs verantwoorden hoe je de validiteit van de toets probeert te borgen. Uitvoering en terugblik: Je gaat de lessen die je ontwerpt uitvoeren. Voor Onderwijspraktijk 2 (OP2) neem je een van de gegeven lessen op en reflecteer je op de uitvoering. In de studiehandleiding van OP2 vind je de beschrijving van deze videoreflectie-opdracht. In te leveren product Hieronder wordt aangegeven welke onderdelen je moet beschrijven in het in te leveren product: 9

10 1. Mini-ontwerp Een beschrijving van het onderwerp van twee (op elkaar aansluitende) lessen, de lesdoelen in termen van waarneembaar leerlinggedrag, de beginsituatie van de leerlingen, de leeractiviteiten, werkvormen, lesmaterialen/middelen en docentactiviteiten en de manier(en) waarop je nagaat of de gestelde doelen gerealiseerd zijn. Gebruik hiervoor het MDA lesformulier. Een toets, inclusief antwoordmodel met scoringsvoorschrift, waarmee je de doelen/leerstof van de twee ontworpen lessen kunt toetsen. Neem in de bijlagen alle materialen op die voor de lessen gebruikt worden, zoals PowerPoint, (schoolboek)teksten die je gebruikt, weblinks, opdrachtmateriaal of hand-out. 2. Verantwoording mini-ontwerp Probleemanalyse op basis van je eigen ervaringen, relevante literatuur en je empirische verkenning. Wat moet precies geleerd worden? Welke kennis en (sub)vaardigheden worden verondersteld? Waarom is hier sprake van complexe leerstof of een complexe (hogere orde) vaardigheid? Wat is precies lastig voor leerlingen? Waar blijkt dat uit? Verantwoording van de lessen aansluitend op de probleemanalyse en op basis van de geraadpleegde literatuur. Leg uit op basis van welke inzichten uit de aangereikte (vak)didactische literatuur (zie hieronder) je tot deze uitwerking van de lessen bent gekomen. Verantwoording van de toets op basis van een toetsmatrijs waarin je aangeeft op welke onderdelen van de leerstof en op welke beheersingsniveaus/gedragscategorieën (bv. begrijpen of toepassen) je toets betrekking heeft. Beargumenteer op basis van je toetsmatrijs de validiteit van je toets. Neem in de bijlagen een lijst op met de geraadpleegde literatuur en bronnen (zoals schoolboek, websites, de toets of opdracht die je hebt gebruik bij de empirische verkenning). Het document met daarin het mini-ontwerp en de verantwoording (exclusief bijlagen) heeft een omvang van maximaal 5000 woorden. Je moet de opdracht uiterlijk 18 december (voor 9.00 uur) inleveren in Blackboard. Het niet op tijd inleveren geldt als een on. Als de opdracht on is, kun je een verbeterde versie inleveren voor de herkansing op 29 januari. Literatuur Je moet bij de verantwoording gebruik maken van zowel algemeen didactische als vakdidactische literatuur. Maak gebruik van de vakdidactische literatuur aangereikt door de vakdidacticus Daarnaast kun je voor de probleemanalyse en de verantwoording van je ontwerp van de lessen en toets gebruik maken van de volgende literatuur: - Marzano, R. & Miedema, W. (2014). Leren in vijf dimensies. Moderne didactiek voor het voortgezet onderwijs. Assen: Koninklijke van Gorcum. Dimensies 3, 4 en 5 (kennis verbreden/verdiepen, onderzoek doen, reflectie). -Sanders. P. (2013). (Red.), Toetsen op school. Arnhem: Cito. o Hoofdstuk 2: De inhoud van toetsen. blz en blz (o.a. de constructie van een toetsmatrijs). o Hoofdstuk 4: De validiteit van toetsscores. blz o Hoofdstuk 6: Het construeren van gesloten vragen. blz o Hoofdstuk 7: Het construeren van open vragen. blz o Hoofdstuk 8: Het construeren van praktijktoetsen. blz Woolfolk, A., Hughes, M. Walkup, V. (2013). Psychology in Education. Second Edition. Harlow: Pearson. o Chapter 8 Complex cognitive processes, blz (o.a. onderwijzen van begrippen, probleemoplossen, creativiteit/creatief probleemoplossen, leerstrategieën, onderwijzen voor transfer) 10

11 Studielast Literatuur 8 uur Overleg met SPD en VD 2 uur Empirische verkenning probleem 8 uur Les- en toetsontwerp / lesvoorbereiding 12 uur Verantwoording 10 uur Totaal 40 uur Beoordeling 2 In bijlage 2 vind je het beoordelingsformulier van deze opdracht. 2 Plagiaat is streng verboden en wordt, zodra dit geconstateerd wordt door de docent, door de Examencommissie bestraft. Van plagiaat is sprake als in de in te leveren opdracht teksten geheel of gedeeltelijk zijn overgenomen van een andere auteur zonder vermelding van de bron (boek, tijdschriftartikel, rapport, internetsite, etc.). Onder het overnemen van teksten valt ook het citeren of parafraseren zonder dat dit duidelijk is in de tekst. 11

12 Bijlage 2: Beoordelingsformulier Opdracht Mini-ontwerp - Leren Lesgeven 2 Student: Cijfer: Basisvoorwaarden voor het beoordelen Docent: Datum: De tekst wordt uitsluitend van feedback/ beoordeling voorzien indien: de opdracht is ingeleverd binnen de gestelde termijn; er geen sprake is van plagiaat; op een pagina niet meer dan drie spel- of grammaticafouten voorkomen, met een maximum van tien fouten in totaal; het maximum aantal woorden niet is overschreden de opdracht volledig is ingeleverd inclusief alle gebruikte materialen en een lijst met de geraadpleegde literatuur en bronnen. Beoordelingscriteria Opmerkingen Oordeel 1. Lesdoelen De lesdoelen zijn concreet geformuleerd in termen van waarneembaar leerlinggedrag en sluiten aan bij de kerndoelen/eindtermen van het vak en de beschreven beginsituatie van de leerlingen. 2. Probleemanalyse 3. Uitwerking van de lessen 4. Legitimering van de uitwerking van de lessen De complexiteit van het verwerven van de leerstof / vaardigheid is op basis van eigen ervaringen, relevante literatuur en een empirische verkenning helder beschreven. De leeractiviteiten, werkvorm(en), lesmaterialen en middelen, docentactiviteiten en lesopbouw zijn helder en concreet beschreven, vakinhoudelijk juist uitgewerkt, activerend en optimaal op de lesdoelen en de probleemanalyse afgestemd. In de legitimering van de uitwerking van de lessen (zie punt 3) worden relevante inzichten uit de vakdidactische en algemeen didactische literatuur toegepast. 5. Toets De toets sluit aan bij de lesdoelen en leeractiviteiten, is gericht op hogere orde-doelen en gebaseerd op een toetsmatrijs waarin is af te lezen op welke inhouden en gedragingen de toets betrekking heeft. Validiteit is verantwoord. Het antwoordmodel / scoringsvoorschrift is een heldere leidraad voor de beoordeling. O goed O ruim O O on O goed O ruim O O on O goed O ruim O O on O goed O ruim O O on O goed O ruim O O on 12

13 6. Taal, tekst, structuur en verwijzingen De formuleringen zijn helder en eenduidig, zinnen zijn grammaticaal correct, interpunctie is correct, de referenties zijn in orde, de tekst heeft een goede structuur en de onderdelen (paragrafen en alinea s) sluiten goed op elkaar aan. Eindoordeel: NAV (niet aan voorwaarden voldaan): er is niet voldaan aan de genoemde basisvoorwaarden. On (5): er is voldaan aan de basisvoorwaarden, maar een of meer van de categorieën 1 t/m 6 is/zijn on Voldoende (6): er is voldaan aan de basisvoorwaarden en 1 t/m 6 zijn minimaal Ruim (7): er is voldaan aan de basisvoorwaarden en 1 t/m 6 zijn minimaal met viermaal minimaal ruim Goed (8): er is voldaan aan de basisvoorwaarden en 1 t/m 6 zijn alle minimaal ruim Zeer goed (9): er is voldaan aan de basisvoorwaarden en 1 t/m 6 zijn minimaal ruim en viermaal goed Uitmuntend (10): er is voldaan aan de basisvoorwaarden en 1 t/m 6 zijn alle goed O goed O ruim O O on Cijfer: 13