Beleidsnota onkruidbestrijding

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Beleidsnota onkruidbestrijding"

Transcriptie

1 Beleidsnota onkruidbestrijding Gemeente Lingewaard

2 Colofon: Dit rapport is in opdracht van de gemeente Lingewaard samengesteld door: Eco Consult - Groen Milieu & Management Breukinklaan 52, 6951 NB Dieren telefoon: fax: info@ecoconsult-gmm.nl website: Foto s: gemeente Lingewaard of Eco Consult (tenzij anders vermeld bij de foto) Juli 2009 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande toestemming van de samensteller en in overleg met de opdrachtgever. Deze uitgave is met grote zorgvuldigheid samengesteld. Noch de auteurs, noch de opdrachtgever stellen zich aansprakelijk voor eventuele schade als gevolg van onjuistheden en/of onvolkomenheden ten gevolge van het gebruik van deze uitgave.

3 Opdrachtgever: Projectleider gemeente: Mevr. E. Dirks/mevr.A. Zeelen Projectleider adviesbureau: Dhr. H.L.J. Lieverse Datum: Juli 2009

4 5

5 Inhoudsopgave SAMENVATTING 8 1 INLEIDING Aanleiding Doel Leeswijzer 13 2 WETTELIJK KADER EN BELEIDSDOELSTELLINGEN Inleiding Europees beleid Rijksbeleid Provinciaal beleid Beleid waterbeheerder Gemeentelijk beleid Conclusies 19 3 BESTRIJDINGSMETHODEN Chemische onkruidbestrijding Emissiebeperkende onkruidbestrijding Mechanische onkruidbestrijding Thermische onkruidbestrijding Nieuwe ontwikkelingen 23 4 MILIEUEFFECTEN EN KOSTEN Levenscyclusanalyse (LCA) Kosten 26 5 MAATREGELEN ONKRUIDPREVENTIE Verhardingen Beplantingen Sportvelden Begraafplaatsen Voorbeelden binnen de gemeente 32 6 INVENTARISATIE Gebiedskenmerken Oppervlaktewater Grondwater en drinkwaterwinning 35 6

6 6.4 Rioolstelsels en overstorten Afkoppeling regenwater Conclusies 38 7 HUIDIG GEBRUIK BESTRIJDINGSMIDDELEN Verbruikgegevens Areaal en beeldkwaliteit Huidig beheer Beschikbaar budget Knelpunten Gebruik bestrijdingsmiddelen door derden Conclusies 48 8 INSTRUMENTEN VOOR AFWEGING Inleiding Beslisboom Verzamelkaart Overzichtstabel bestrijdingsmethoden 52 9 SCENARIO S Onkruidbestrijding op verhardingen Onkruidbestrijding in het openbaar groen Onkruidbestrijding op begraafplaatsen Onkruidbestrijding op sportvelden AFWEGING EN SCENARIOKEUZE COMMUNICATIE AANBEVELINGEN LIJST MET BEGRIPPEN EN AFKORTINGEN RELEVANTE LITERATUUR 70 BIJLAGE A. SAMENVATTING INTERVIEWS 72 BIJLAGE B. ONKRUIDCLASSIFICATIE BEELDMATERIAAL 80 BIJLAGE C. FIGUUR LCA ONKRUIDBESTRIJDING VERHARDING 82 BIJLAGE D. KAARTMATERIAAL 84 BIJLAGE E. DOORREKENING SCENARIO S 86 7

7 Samenvatting Vastgesteld gemeentelijk beleid omtrent het gebruik van bestrijdingsmiddelen (Waterplan, Groenstructuurplan) en wettelijke ontwikkelingen (verbod Casoron, herbeoordeling toelating Glyfosaat) vormen de directe aanleiding voor de gemeente Lingewaard om een Beleidsnotitie onkruidbestrijding op te stellen. De beleidsnotitie heeft als doel om inzicht te geven in de praktische en financiele mogelijkheden voor de gemeente Lingewaard om het onkruidbeheer met minder dan wel geen chemische bestrijdingsmiddelen uit te voeren en aan te geven welk scenario voor de gemeente als meest passende geldt. De bedoeling is dat op basis van de beleidsnotitie en het hieraan gekoppelde advies bestuurlijke besluitvorming plaatsvindt. De rapportage brengt aan de hand van vijf thema s alle relevante informatie in beeld die nodig is om een beeld te krijgen van de impact van het al of niet toepassen van bestrijdingsmiddelen in het onderhoud. Op basis hiervan worden een aantal scenario s voorgesteld. De rapportage eindigt met een gemotiveerde keuze en diverse aanbevelingen. Thema s A. Wetgeving en beleid. De vigerende wetgeving en het beleid ten aanzien van bestrijdingsmiddelen en water laten zien dat op alle overheidsniveaus de aandacht uitgaat naar vermindering en een terughoudend gebruik van bestrijdingsmiddelen. De reden hiervoor is gelegen in de negatieve gevolgen van dergelijke middelen voor de ecologische en chemische toestand van het oppervlakte- en grondwater. De door het waterschap verleende lozingsvergunning heeft als consequentie dat in gebieden waar rechtstreekse afwatering van verhardingen naar het oppervlaktewater mogelijk is geen chemische onkruidbestrijdingsmiddelen op de verhardingen toegepast kunnen worden. B. Gebiedskenmerken gemeente Lingewaard. De aanwezigheid van oppervlaktewater in en direct nabij het stedelijk gebied van de gemeente Lingewaard maakt dat plaatselijk kans is op rechtstreekse afspoeling naar het oppervlaktewater. Als gevolg van infiltratie is het mogelijk dat bestrijdingsmiddelen of afbraakproducten hiervan in het grondwater terechtkomen. Delen van de woonkernen in de gemeente zijn afgekoppeld of voorzien van een gescheiden stelsel. Voor dergelijke gebiedsdelen geldt dat het gebruik van bestrijdingsmiddelen op verharding hier als niet verantwoord moet worden gezien. Eenzelfde benadering geldt voor de twee binnen de gemeente gelegen grondwaterbeschermingsgebieden. C. Huidig gebruik bestrijdingsmiddelen. Bestrijdingsmiddelen maken een integraal onderdeel uit van de gemeentelijke onderhoudspraktijk. Het verminderen of stopzetten van het gebruik zal niet zonder gevolgen zijn voor de werkmethoden en het benodigde onderhoudsbudget. Uit de verstrekte gegevens komt naar voren dat het bestrijdingsmiddelengebruik op verhardingen iets onder het wettelijk toegestane maximumgebruik ligt. Het gebruik in de plantsoenen is als hoog te betitelen. Ten aanzien van het gebruik van bestrijdingsmiddelen door particulieren en bedrijven zijn geen gegevens bekend, maar afgaande op de landelijke trend zal dit gebruik tenminste gelijk zo niet hoger liggen dan het 8

8 gemeentelijke gebruik. Als het gaat om de emissies naar het oppervlaktewater dient de gemeente echter beschouwd te worden als belangrijkste veroorzaker. D. Methoden van bestrijding. Inhoud, milieueffecten en kosten van alle reguliere bestrijdingsmethoden worden beschreven. Het gaat hierbij om chemische onkruidbestrijding (niet meer toegestaan op verhardingen), emissiebeperkende onkruidbestrijding (DOB-methode), mechanische onkruidbestrijding (borstelen, maaien) en thermische onkruidbestrijding (WAVE, branden). De gemeente heeft inmiddels met de WAVE-methode ervaring opgedaan welke goed benut kan worden bij omschakeling. E. Preventieve maatregelen. In de ontwerp- en aanlegfase kunnen de meeste problemen op het gebied van onkruidbestrijding voorkomen worden door bij iedere keuze rekening te houden met de kans op onkruidgroei. Aandacht is nodig voor maatvoering, materiaal- of plantkeuze, fundering of bodemgesteldheid en nieuwe vindingen (bijvoorbeeld toepassen voegmiddel, passtukken voor obstakels). In de onderhoudsfase is met name extra aandacht nodig voor reparatie of inboet, straatvegen, afstemming van het werk en het vullen van voegen. Binnen de gemeente zijn reeds enkele voorbeelden te vinden van preventieve maatregelen tegen onkruiden. Beslisboom en verzamelkaart Op basis van de gebiedskenmerken is een beslisboom ontworpen die gebruikt kan worden om op objectieve wijze in beeld te brengen in welke gebieden gebruik van bestrijdingsmiddelen wel of niet tot de mogelijkheden behoort. Een bijbehorende themakaart brengt op overzichtelijke wijze alle relevante gebiedskenmerken geografisch in beeld. Uit beide instrumenten kan opgemaakt worden dat gebruik van bestrijdingsmiddelen in grote delen van Huissen, Bemmel en het bedrijventerrein Gendt- Bemmel niet voor de hand liggend is. Redenen hiervoor zijn de ligging van drinkwaterwinning (Huissen) en/of de aanwezigheid van gescheiden stelsels of afgekoppelde gebieden. Voor de overige kernen en bedrijventerreinen (Angeren, Doornenburg, Gendt, Haalderen, t Pannenhuis en Agropark) geldt dat slechts kleine gebiedsdelen afgekoppeld zijn of voorzien van een gescheiden rioleringsstelsel, zodat hier de kans op ongewenste schadelijke neveneffecten door het gebruik van chemische onkruidbestrijdingsmiddelen aanzienlijk beperkter is. Scenario s en keuze Zowel voor onkruidbestrijding op verhardingen als in beplantingen zijn diverse scenario s in beeld gebracht die variëren van voor zover passend binnen de wettelijke mogelijkheden gemeentebrede chemische onkruidbestrijding, selectief gebruik van middelen tot niet-chemische methoden. Op basis van de voor- en nadelen kiest de gemeente op verhardingen voor een stapsgewijze omschakeling van gebiedsgewijs chemisch of niet-chemisch naar totaal nietchemisch. Voor wat betreft de groenvoorzieningen wordt omgeschakeld naar het selectief en plaatsgewijs inzetten van chemische middelen. Het overgrote deel van het onkruidvrij te houden areaal wordt dan op een niet-chemische wijze onderhouden. Aan de hand van vast te stellen maximaal gebruik van werkzame stoffen is het bereiken van de doelstelling eenvoudig te meten. 9

9 Financiën De meerkosten voor niet-chemische onkruidbestrijding op verhardingen zijn voor het tussenscenario begroot op ,= en komen voor het uiteindelijke scenario uit op ,=. Het huidige budget bedraagt ,=. De meerkosten voor onkruidbestrijding in beplantingen zijn geraamd op ,=. De op basis van normeringen afgeleide huidige budget voor onkruidbestrijding bedraagt ,=. Wanneer tevens geïnvesteerd wordt in het verminderen van de onkruidvrij te houden oppervlakte verharding en beplanting kan het structureel benodigde budget op middellange termijn naar beneden bijgesteld worden. Communicatie In geval de politieke besluitvorming leidt tot een gewijzigd beleid van de gemeente Lingewaard zullen draagvlak en bekendheid met het nieuwe beleid van belang zijn. Hierbij is een belangrijke rol weggelegd voor communicatie. Afhankelijk van het specifieke besluit zal dit nader ingevuld moeten worden. Aanbevelingen Gedeeltelijke of algehele omschakeling naar niet-chemische methoden van onkruidbestrijding is niet eenvoudig. Het is belangrijk om goed zicht te hebben op de areaalgegevens, de gevolgen voor de beeldkwaliteit, samen te werken met andere overheden, een beheertoets in te voeren en te werken aan een revitalisatieplan voor verhardingen en groenvoorzieningen. Boven alles is het van belang om aandacht te schenken aan de implementatie van het nieuwe beleid zodat het in de praktijk handen en voeten krijgt. 10

10 11

11 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Voor de gemeente Lingewaard bestaan diverse aanleidingen om een Beleidsnotitie onkruidbestrijding op te stellen: - uitvoeren beleidsafspraken: zowel in het Groenstructuurplan gemeente Lingewaard (2008) als naar aanleiding van een notitie vanuit de discipline Reiniging (2007) is afgesproken onderzoek te doen naar aard en omvang van gebruikte bestrijdingsmiddelen en de mogelijkheden te verkennen om het gebruik af te bouwen dan wel stop te zetten. Verder is in het gemeentelijke Waterplan het streven vastgelegd om het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen te beperken; - wettelijke ontwikkelingen: het recente verbod op het gebruik van het veelvuldig toegepaste onkruidbestrijdingsmiddel Casoron (oktober 2008) heeft grote impact op het onderhoud van de gemeentelijke groenvoorzieningen. Aangezien een chemisch alternatief middel ontbreekt 1 zal niet alleen in het onderhoud maar ook reeds bij de aanleg ermee rekening gehouden moeten worden dat de onkruidbestrijding voortaan grotendeels op niet-chemische basis zal moeten plaatsvinden. De onkruidbestrijding op verhardingen is in de huidige situatie volledig afhankelijk van het chemische onkruidbestrijdingsmiddel Roundup Evolution met als werkzame stof glyfosaat. In 2012 zal opnieuw over de toelating van dit middel beslist worden. Het is zeker niet uit te sluiten dat bestrijdingsmiddelen die glyfosaat als werkzame stof bevatten dan niet meer op verhardingen worden toegelaten. Het is dus belangrijk dat de gemeente op een eventuele omschakeling naar niet-chemische onkruidbestrijding is voorbereid. Het maken van een goede en evenwichtige keuze over een passende vorm van onkruidbestrijding staat niet op zichzelf. Het gaat niet alleen over de mogelijke nadelige milieu-effecten, maar ook de invloed op specifieke gebiedskenmerken (bodemsamenstelling, grondwater, oppervlaktewater), functies (drinkwaterwinning, natuur), gewenste beeldkwaliteit en beschikbare financiële middelen moeten meegewogen worden. Ook als gekozen wordt voor niet-chemische onkruidbestrijding is het belangrijk inzicht te hebben in het duurzaamheidsgehalte van de gekozen methode. Het adviesbureau Eco Consult is gevraagd onderzoek te doen naar en te rapporteren over alle bovengenoemde aspecten in relatie tot de (veranderende) regelgeving en vervolgens op basis hiervan in samenspraak met de gemeente 1 In 2009 wordt in de gemeente Lingewaard het chemische bestrijdingsmiddel Kerb toegepast -in combinatie met schoffelen- als tijdelijke maatregel tot de gemeenteraad een uitspraak heeft gedaan over de te volgen koers wat betreft het gebruik van chemische onkruidbestrijdingsmiddelen. Het middel Kerb (werkzame stof propyzamide) heeft in vergelijking met Casoron een beperkte werking en toepasbaarheid. 12

12 voorstellen te doen over het afbouwen dan wel stopzetten van het gebruik van chemische onkruidbestrijding. 1.2 Doel De beleidsnotitie dient inzicht te geven in de praktische en financiële mogelijkheden voor de gemeente Lingewaard om het onkruidbeheer met minder dan wel geen chemische bestrijdingsmiddelen uit te voeren en te adviseren welk scenario voor de gemeente als meest passende beoordeeld moeten worden. De bedoeling is dat op basis van de beleidsnotitie en het hieraan gekoppelde advies bestuurlijke besluitvorming plaats kan vinden. 1.3 Leeswijzer Het eerste deel van de rapportage hoofdstukken 2, 3, 4 en 5 brengt de algemene informatie over het onderwerp onkruidbestrijding in beeld. Hierbij gaat het om relevant beleid en regelgeving op (inter)nationaal, provinciaal, sectoraal en gemeentelijk niveau. Daarnaast wordt algemeen geldende achtergrondinformatie over de beschikbare methoden van bestrijding en mogelijkheden voor preventie in beeld gebracht. Het tweede deel van de rapportage - hoofdstukken 6 en 7 bevat informatie die specifiek voor de gemeente Lingewaard van toepassing is. Hierbij gaat het om behandeling van alle gebiedskenmerken die van invloed (kunnen) zijn op de besluitvorming aangaande onkruidbestrijding. Ook wordt hier de huidige praktijk van onkruidbestrijding door de gemeente in beeld gebracht: areaalomvang, methode van bestrijding en gebruikte bestrijdingsmiddelen. Het derde deel van de rapportage bevat de kern van de beleidsnotitie: in hoofdstuk 8 worden drie instrumenten geïntroduceerd (beslisboom, verzamelkaart en overzichtstabel) om te komen tot een evenwichtige afweging in het keuzeproces voor onkruidbestrijding. Op grond hiervan en de gemeentelijke gebiedskenmerken beschrijft hoofdstuk 9 vervolgens de verschillende mogelijke scenario s met bijbehorende kostenindicatie. In hoofdstuk 10 wordt besloten met een advies voor de scenariokeuze die het meest passend lijkt voor de gemeente Lingewaard. Daarna behandelt hoofdstuk 11 in hoofdlijnen de rol van communicatie en zijn tot slot nadere aanbevelingen opgenomen in hoofdstuk 12. De hoofdstukken 13 en 14 bevatten lijsten met gehanteerde begrippen en afkortingen en een overzicht van relevante literatuur. In de bijlagen is het thematische kaartmateriaal opgenomen, waarop alle relevante gebiedskenmerken in één oogopslag terug te vinden zijn. Ook de samenvatting van de gehouden interviews met gemeentelijke sleutelfiguren op het gebied van onkruidbestrijding is als bijlage toegevoegd. 13

13 2 Wettelijk kader en beleidsdoelstellingen 2.1 Inleiding De vigerende wet- en regelgeving en het beleid op Europees, landelijk, provinciaal, sectoraal of gemeentelijk niveau vormen het vertrekpunt voor het maken van keuzes over onkruidbestrijding. Het gaat dan niet alleen om de wet- en regelgeving specifiek gericht op bestrijdingsmiddelen, maar net zo belangrijk - ook over wat bepaald wordt vanuit het waterbeleid. In dit hoofdstuk worden dan ook beide onderdelen belicht. Verder zullen ook steeds recente ontwikkelingen of verwachte wijzigingen op het gebied van wetgeving of beleid beschreven worden. 2.2 Europees beleid Het bestrijdingsmiddelenbeleid van de Europese Unie is sturend voor de invulling van het Nederlandse beleid. In aansluiting hierop is de Nederlandse Wet Gewasbeschermingsmiddelen en Biociden in werking getreden per 17 oktober 2007 afgestemd op alle beleidsregels van de EU op het gebied van gewasbescherming. Hiermee wordt tevens invulling gegeven aan de zogenaamde harmonisatie van beleid. Dit beleid heeft als doel dat de lidstaten bestrijdingsmiddelen zowel procedureel als inhoudelijk op gelijke wijze beoordelen. Zo heeft het middel glyfosaat in Europees verband een toelating gekregen tot 1 juni In Nederland heeft het College voor Toelating van Gewasbeschermingsmiddelen en Biociden (CTGB) het middel beoordeeld voor de toepassing op verhardingen en de toepassing voor het glyfosaatproduct Roundup Evolution onder beperkingen 2 verlengd. Binnen het beleid van de ons omringende landen stellen de overheden over het algemeen strengere regels ten aanzien van het gebruik van bestrijdingsmiddelen in de openbare ruimte, maar is geen sprake van een totaalverbod. Zo geldt in Duitsland dat bestrijdingsmiddelen (waaronder glyfosaat en diuron) alleen gebruikt mogen worden indien geen (direct of indirect) gevaar is voor afspoeling naar het oppervlaktewater. Door deze beperkingen is het gebruik van middelen in Duitsland laag. Ook in België en Zwitserland geldt een verbod maar zijn uitzonderingssituaties mogelijk. In Vlaanderen wordt gewerkt aan een geleidelijke overgang naar onderhoud zonder bestrijdingsmiddelen in In Zweden wordt het gebruik gereguleerd (voor terreinen groter dan 1000 m2) door middel van vergunningen en mag chemische onkruidbestrijding binnen de vergunning alleen worden uitgevoerd door licentiehouders. In Denemarken heeft een akkoord tussen landelijke en lokale overheden (uitfasering van gebruik binnen vijf jaar) geleid tot een afname van het gebruik met 80% 3. 2 In 2010 zal de verlenging worden geëvalueerd. Bij onvoldoende afname van de concentratie van glyfosaat in het oppervlaktewater zullen maatregelen getroffen worden. 3 Na beëindiging van het akkoord bleek de helft van de gemeenten echter weer bestrijdingsmiddelen te gebruiken. 14

14 In Frankrijk is de situatie vergelijkbaar met Nederland en wordt gewerkt met verplichte etikettering waarop vermeld staat op welke plekken en in welke dosering het middel mag worden toegepast. De Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) draagt de lidstaten op om maatregelen te nemen die een bijdrage leveren aan de doelstelling om te zorgen dat het oppervlaktewater in 2015 zowel ecologisch als chemisch in goede toestand verkeert. Dit kan onder meer door het verminderen van diffuse lozingen van milieubelastende stoffen. Hierdoor komen minder bestrijdingsmiddelen in het oppervlaktewater terecht, waardoor het herstel van flora en fauna tot een natuurlijk ecologisch evenwicht weer een goede kans krijgt. Ook ten behoeve van de drinkwaterwinning uit oppervlaktewater stelt de KRW eisen. De eisen voor oppervlaktewater gelden per stroomgebied. Wanneer het water in een stroomgebied communiceert met water bestemd voor drinkwater, bijvoorbeeld omdat er een inname-locatie is, zal het gebied aan de drinkwaternorm moeten voldoen. In de toekomst zal deze vorm van drinkwaterwinning substantieel toenemen. Verder hoort bij de KRW het zogenaamde stand still-principe. Dit houdt in dat vanaf 2005 geen nieuwe maatregelen mogen worden genomen die de milieukwaliteit van oppervlakte- en grondwater negatief beïnvloeden. De KRW stelt daarnaast ook doelen voor de bescherming van de kwaliteit en het gebruik van grondwater en verplicht de lidstaten om maatregelen te nemen opdat onder meer de toestand van de grondwaterlichamen kwantitatief en kwalitatief goed is. In geval van winningen bestemd voor menselijke consumptie mag geen sprake zijn van verslechtering, zodat de zuiveringsinspanning kan afnemen. Het is aan de provincies en waterschappen als verantwoordelijke instanties voor het grondwater respectievelijk oppervlaktewater om het beleid uit te werken in concrete plannen en maatregelen te treffen. Middels een wetgevingsresolutie bestrijdingsmiddelen heeft het Europese parlement in het voorjaar van 2009 aangekondigd specifiek voor openbare ruimten (openbare parken, sport- en recreatieterreinen, schoolomgeving, speelplaatsen en in de omgeving van zorginstellingen) het gebruik van pesticiden tot een minimum te willen beperken of verbieden van pesticiden. De implementatie zal als aanvullend beleid in 2011 gereed moeten zijn. 2.3 Rijksbeleid De nationale wetgeving voor het gebruik van onkruidbestrijdingsmiddelen is neergelegd in de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden (oktober 2007) en vervangt de Bestrijdingsmiddelenwet uit De nieuwe wet maakt het gewasbeschermingsbeleid inzichtelijker, transparanter en eenvoudiger en sluit aan op de Europese regelgeving. Deze wet regelt dat in Nederland alleen bestrijdingsmiddelen mogen worden gebruikt, verhandeld of in voorraad gehouden die zijn toegelaten. Het College voor de Toelating van Gewasbeschermingsmiddelen en Biociden (CTGB 4 ) is ver- 4 Tot oktober 2007 bekend als het College Toelating Bestrijdingsmiddelen (CTB). 15

15 antwoordelijk voor de toelating van de middelen waarbij nadrukkelijk rekening gehouden wordt met de mogelijke risico s voor mens, dier en milieu. Belangrijke wijzigingen in de wet zijn dat de ministers van LNV en VROM de besluitvorming over dringend vereiste middelen overdragen aan het CTGB en dat er een duidelijk onderscheid komt tussen middelen die door professionals en door particulieren mogen worden gebruikt. Verder zijn de handhavingsmogelijkheden verbeterd doordat nu meer bestuurlijke sancties (zoals een boete) mogelijk zijn. De nota Duurzame Gewasbescherming (2004) vervangt de nota Zicht op gezonde teelt (2001) en beschrijft het integrale beleid tot 2010, gericht op een duurzame bestrijding van ziekten, plagen en onkruiden binnen en buiten de landbouw. Centrale elementen hierin zijn het beleid voor de toelating, het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en milieubeleid. Gesteld wordt dat met name het gebruik van onkruidbestrijdingsmiddelen op verhardingen zorgt door de snelle afspoeling voor een grote belasting van het oppervlaktewater. Problemen met bestrijdingsmiddelen in de bodem manifesteren zich vooral via normoverschrijding in het grondwater. De doelen zijn dat in 2010 voor alle stoffen het Maximaal Toelaatbaar Risico (MTR) moet zijn bereikt en een eerste stap moet zijn gezet op weg naar het Verwaarloosbaar Risico (VR). Wat betreft reductie van de milieubelasting betekent dit dat deze in 2010 met tenminste 95% moet zijn afgenomen ten opzichte van die in Via het programma Duurzaam inkopen wil de rijksoverheid concrete stappen zetten naar een duurzame samenleving. Met de gemeenten is overeengkomen dat met ingang van 2010 minimaal 75% van de inkopen betrekking dient te hebben op duurzame producten en diensten. Om dit streven handen en voeten te geven zijn inkoopcriteria ontwikkeld. Ten aanzien van het bestrijden van ongewenste kruiden in groenvoorzieningen is als minimumeis opgenomen om bij de uitvoering van werkzaamheden geen bestrijdingsmiddelen te gebruiken met uitzondering van een beperkt aantal situaties. Voor wat betreft bestrijding van ongewenste kruiden op verhardingen geldt als minimumeis dat gewerkt wordt volgens de laatst geldende integrale versie van de DOB-methodiek (Duurzaam OnkruidBeheer op verhardingen). 2.4 Provinciaal beleid Het Derde Waterhuishoudingsplan Gelderland (2004) van de provincie Gelderland schetst de mogelijkheden om de kansen van water voor mens en natuur goed te benutten. Het plan formuleert gebiedsgericht beleid voor een aantal waardevolle gebieden ten aanzien van het ontwikkelen van natuur en het verbeteren van de waterkwaliteit. Binnen de gemeente Lingewaard zijn in dit kader twee natte ecologische verbindingszones aangemerkt als onderdeel van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS): Park Lingezegen en de Woerdt. Daarnaast heeft de provincie binnen de gemeente de kolken bij Haalderen en de wielen bij Huissen aangewezen als water met een Specifiek Ecologische Doelstelling (SED water). Voor deze wateren geldt dat een minimale nadelige in- 16

16 vloed van menselijk handelen op de ecologie, kwaliteit en kwantiteit bewerkstelligd dient te worden. De provincie Gelderland ziet grondwater als belangrijkste bron voor drinkwater, ook voor de lange termijn. Rondom drinkwaterwinningen zijn grondwaterbeschermingsgebieden (25-jaars zone) en 100-jaarsintrekgebieden aangewezen. Binnen de gemeente vindt op één locatie drinkwaterwinning plaats en maken twee gebieden deel uit van een grondwaterbeschermingsgebied. Het Waterplan Gelderland (ontwerp, 2008) wordt de opvolger van het derde Waterhuishoudingsplan van Gelderland met als planperiode Het Waterplan is afgestemd op nieuwe wetgeving als de Kaderrichtlijn Water en de Waterwet, maar doelstellingen en het beleid zoals verwoord in het Waterhuishoudingsplan worden grotendeels overgenomen en voortgezet. Relevant in het kader van chemische onkruidbestrijding is de concrete vraag van de provincie aan de Gelderse gemeenten met een grondwaterbeschermingsgebied binnen de gemeentegrenzen waaronder de gemeente Lingewaard- om gifvrije, duurzame methoden van onkruidbeheer toe te passen in openbaar groen en op verhardingen. 2.5 Beleid waterbeheerder Het Integraal Waterbeheersplan Gelders Rivierengebied bevat het algemene beleid van Waterschap Rivierenland voor de periode met een doorkijk tot het jaar Het plan geeft een visie, de doelstellingen en gebiedsgerichte aandachtspunten voor diverse thema s. Het waterschap geeft aan dat de chemische kwaliteit van het oppervlaktewater negatief beïnvloed wordt als gevolg van het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen door overheden en particulieren. Actieve terugdringing van het gebruik van bestrijdingsmiddelen bij gemeenten wordt benoemd als concrete maatregel. Het waterschap wil door voorlichting, communicatie en samenwerking met gemeenten stimuleren dat overgestapt wordt op andere niet-chemische beheermethoden. Het waterschap streeft op lange termijn naar een zogenaamde nullozing. Dit is de situatie waarbij vanuit menselijke activiteiten geen vervuiling van het oppervlaktewater meer plaatsvindt. Het Waterbeheerplan (ontwerp, 2009) wordt de opvolger van het Integraal Waterbeheersplan Gelders Rivierengebied. Het plan geeft aan hoe de wet- en regelgeving op het gebied van water vertaald wordt naar concrete doelen en maatregelen en beschrijft het beleid van het waterschap. Het plan zet de reeds ingeslagen weg van het vorige beheerplan voort, hetgeen onder meer betekent dat gestreefd wordt naar vergroting van het waterbergend vermogen en verbetering van de kwaliteit van het stedelijk water. Aangegeven wordt dat de waterkwaliteit in het stedelijk gebied onder druk staat onder meer ten gevolge van diffuse lozingen door het gebruik van bestrijdingsmiddelen in plantsoen en verhard oppervlak. Het waterschap geeft dan ook aan de uitvoering van de huidige stedelijke waterplannen te willen stimuleren waarbij onder andere ingezet wordt op het minimaliseren van chemische onkruidbestrijding. Het waterschap Rivierenland heeft de gemeente in het kader van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren (Wvo) vergunning verstrekt voor incidentele 17

17 lozingen van rioolwater en hemelwater afkomstig van het rioolstelsel - op het oppervlaktewater. Deze zogenaamde lozingsvergunning geeft aan dat emissie van bestrijdingsmiddelen afkomstig van het gemeentelijk beheer van verhardingen gezien moet worden als een belangrijke diffuse bron. Om deze reden verbiedt de vergunning het gebruik van chemische onkruidbestrijdingsmiddelen als het gaat om gebieden van waaruit rechtstreekse lozing van hemelwater op oppervlaktewater plaats kan vinden. In de praktijk gaat het dan om gebieden met een gescheiden stelsel of gebieden die afgekoppeld zijn. Voor de overige lozingssituaties legt de vergunning aan de gemeente een afbouwverplichting op. Voor deze gebieden is echter nadien met het waterschap overeengekomen dat hier een vrijstelling geldt voor toepassing van de DOB-methode. De reden hiervoor is dat in deze gebieden de kans op rechtstreekse emissie naar het oppervlaktewater zeer gering geacht moet worden. 2.6 Gemeentelijk beleid Het Waterplan gemeente Lingewaard (2008) bevat de gezamenlijke visie van de gemeente en het waterschap Rivierenland op de gewenste toekomst van het waterbeheer in Lingewaard. Het doel van het plan is oplossingsrichtingen aan te geven en te realiseren maatregelen af te spreken. Verdeeld naar diverse thema s legt het plan de speerpunten voor het beleid vast. Het afkoppelen van regenwater geldt als de belangrijkste maatregel om uitwerking te geven aan de speerpunten van het beleid. Ten aanzien van het onderwerp onkruidbestrijding is het speerpunt beperken van vervuiling van water door een brongerichte aanpak relevant. Als bijbehorende algemene maatregel is opgenomen om het gebruik van bestrijdingsmiddelen (en strooizout) bij beheer en onderhoud te beperken. Op het gebied van natuurwaarden geeft het plan aan welke waterlichamen een natuurfunctie hebben of moeten functioneren als ecologische verbindingszone. Dit betreft niet alleen waterlichamen die vanuit hoger beleid als zodanig zijn aangewezen (SED-water, EVZ), maar ook enkele wateren die op gemeentelijk niveau als ecologisch waardevol worden gezien. Het gaat dan om watergangen in Bemmel ( de Ward, zandwinplas Plakse Wei), Gendt (zwemplas Walburgen, zuidzijde) en Huissen (wielen Bloemstraat en Rijndijk) die de functie natuurwater krijgen. Tevens worden enkele opties benoemd voor lokale ecologische verbindingszones: langs de Rijndijk (Huissen-Angeren), langs de Waaldijk (Bemmel-Haalderen) en de Haalderensche Zeeg (vanaf Gendt richting de Linge). Het Groenstructuurplan gemeente Lingewaard (2008) heeft als doel de structuur- en beeldbepalende delen van het openbaar groen binnen de bebouwde kommen vast te stellen zodat het gemeentelijke beleid zich kan richten op behoud en ontwikkeling van de kwaliteiten van deze gebiedsdelen. Daarnaast doet het plan concrete aanbevelingen voor de inrichting en het beheer van het openbaar groen, op grond waarvan specifieke acties ondernomen kunnen worden. Ten aanzien van het onderwerp onkruidbestrijding wordt als actie benoemd het uitvoeren van onderzoek naar kosten, werkmethodes en acceptatie om tot een goede afweging te komen welke manier van onkruid bestrijden voor de gemeente het meest passend is. 18

18 Het Groenbeheerplan Lingewaard (2004) verwoordt het beleid voor het gebruik van chemische middelen in het openbaar groen. Hierin is het streven vastgelegd om met een beperkt gebruik van chemische middelen zorg te dragen voor een basis onderhoudskwaliteit waarbij een redelijk netheidsbeeld gerealiseerd wordt. 2.7 Conclusies Het beleid op zowel Europees, rijks- en provinciaal niveau als het beleid van de waterbeheerder is gericht op vermindering en een terughoudend gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen vanwege de negatieve gevolgen voor de ecologische en chemische toestand van het oppervlakte- en grondwater. De waterbeheerder streeft op lange termijn naar geen vervuiling vanuit menselijke activiteiten van het oppervlaktewater en stimuleert gemeenten dan ook om over te stappen op niet-chemische beheermethoden. De door het waterschap verleende lozingsvergunning heeft als consequentie dat in gebieden met een gescheiden stelsel of afgekoppelde gebieden chemische onkruidbestrijdingsmiddelen niet op de verhardingen toegepast kunnen worden. De provincie vraagt expliciet aan gemeenten met grondwaterbeschermingsgebieden binnen hun grenzen waartoe ook gemeente Lingewaard behoort om gifvrije, duurzame methoden van onkruidbeheer toe te passen, zowel op verhardingen als binnen openbaar groen. Het gemeentelijke beleid ten aanzien van het gebruik van bestrijdingsmiddelen is algemeen gesteld en gericht op beperken van het gebruik zonder dat hieraan concrete maatregelen zijn verbonden. Een samenhangend en uitgewerkt beleid ten aanzien van onkruidbestrijding en het gebruik van bestrijdingsmiddelen moet de gemeente nog formuleren. 19

19 3 Bestrijdingsmethoden Dit hoofdstuk belicht de verschillende bestrijdingsmethoden voor onkruid op verhardingen, in beplantingen en op sportvelden en begraafplaatsen. Ook wordt ingegaan op toekomstige ontwikkelingen op het gebied van onkruidbestrijding. Voor een opsomming van de voor- en nadelen van de verschillende methoden met bijbehorende normprijzen wordt verwezen naar de overzichtstabel in paragraaf 8.4). 3.1 Chemische onkruidbestrijding De chemische bestrijding wordt uitgevoerd met herbiciden. In Nederland zijn door het CTGB voor de onkruidbestrijding op verhardingen meerdere middelen toegelaten. Het meest gebruikte middel is glyfosaat. Voor de bestrijding van voor glyfosaat minder- of ongevoelige breedbladige plantensoorten wordt vaak MCPA toegevoegd of wordt alleen MCPA gebruikt. Per 1 januari 2007 is chemische onkruidbestrijding op verhardingen met bestrijdingsmiddel op basis van glyfosaat (Roundup Evolution) alleen toegestaan wanneer de uitvoering plaats vindt volgens een emissiebeperkende methode als Duurzaam Onkruid Beheer (DOB-methode) (zie onder 3.2). Met ingang van 1 oktober 2008 is het toepassen van chemische middelen op basis van dichlobenyl (o.a. Casoron) niet meer toegestaan. Deze middelen, die een preventieve werking hebben tegen het kiemen van onkruiden, werden vaak toegepast voor het onkruidvrij houden van beplantingen en permanent onbeteelde terreinen volgens de zogenaamde korrelmethode. Hierbij werd met behulp van hiertoe geëigende strooiapparatuur een korrelmiddel gestrooid. Het bestrijden van opslag van ongewenste houtige gewassen (bv. Wilg en Populier) of overlastgevende kruidachtige gewassen (bv. Reuzenberenklauw) vindt plaats door middel van een spuitlans of rugspuit, handmatig aanstrijken of volvelds spuiten met het middel glyfosaat (Roundup danwel Roundup Evolution). Voor het bestrijden van ongewenste kruiden in sportgrasvelden kunnen door middel van een volveldsbespuiting of spuitlans (selectief) met het middel MCPA of MCCP alle tweezaadlobbige kruiden (de niet-grassen) bestreden worden. 3.2 Emissiebeperkende onkruidbestrijding In de praktijk is onkruidbestrijding vaak een combinatie van bestrijdingstechnieken en een onderdeel binnen het totale beheer van het verhard oppervlak. Methoden van beheer waar emissiebeperking deel van uitmaakt zijn: Duurzaam Onkruid Beheer (DOB) en Barometer Duurzaam Terreinbeheer. Beide methodieken hebben tot doel om de bestrijding van onkruid enerzijds zoveel mogelijk zonder gebruikmaking van chemische middelen uit te voeren en anderzijds, waar voor chemische bestrijding wordt gekozen, de emissie van 20

20 chemische middelen zoveel mogelijk te voorkomen. Op verhardingen nabij waterpartijen dienen niet-chemische methoden ingezet te worden. Preventie is hierbij de eerste stap die moet worden gezet. Binnen de DOB-systematiek is geen principieel bezwaar tegen het gebruik van chemische middelen. Indien chemische middelen worden ingezet dan is het doel om de middelen op een zodanige wijze in te zetten dat minder van het middel afspoelt naar oppervlaktewater of naar de RWZI. Het systeem maakt gebruik van een aantal voorschriften of tips volgens welke de onkruidbestrijding moet worden uitgevoerd. Deze zijn verwoord in 3 shortlists op strategisch (meerjarenplanning met doelen en budgetten), tactisch (jaarplan beheerder) en operationeel (werkplan uitvoerder) niveau. Bij dit laatste niveau gaat het om zaken als inzet van apparatuur en middelen, welke toedieningmethode en dosering wordt gebruikt, onder welke omstandigheden gespoten mag worden etc. Het effect van de methodiek is moeilijk voorspelbaar en is afhankelijk van het op de juiste wijze uitvoeren van de voorschriften, zoals de mate waarin kan worden voorkomen dat wordt gespoten op emissiegevoelige plekken (bv. nabij straatkolken) en in een periode voorafgaande aan een regenbui. Voor het werken volgens de DOB-systematiek hebben de gebiedseigenaar en de toepasser de mogelijkheid zich te laten certificeren. Met de Barometer Duurzaam Terreinbeheer is een certificatiesysteem ontwikkeld om groene en verharde terreinen duurzaam te beheren. De Barometer wordt beheerd door de Stichting Milieukeur (SMK) en kent drie niveaus: goud, zilver en brons. Goud en zilver gaan uit van onkruidbeheer zonder bestrijdingsmiddelen. Brons in de Barometer is grotendeels gebaseerd op de hierboven beschreven DOB-methode. Alleen bij situaties waarbij de veiligheid in het geding is, mag chemische onkruidbestrijding toegepast worden (bv. terreinen bij petrochemische bedrijven, start- en landingsbanen of spoorwegen). Het bestrijdingsmiddel dient in deze uitzonderingssituaties selectief te worden toegepast. Op verhardingen waar geen veiligheidsaspecten spelen mogen alleen chemische middelen worden toegepast op locaties die niet bereikbaar zijn voor mechanische of thermische onkruidbestrijding. Hierbij mag maximaal 2% van het areaal twee keer per jaar worden bespoten. Als een locatie wordt heringericht dient dit zo te gebeuren dat deze, waar mogelijk, niet meer valt onder de uitzonderingssituaties. 3.3 Mechanische onkruidbestrijding Onder de mechanische bestrijding worden gerekend het borstelen, vegen, maaien en schoffelen van onkruid. Bij het borstelen wordt het onkruid verwijderd door roterende borstels. Ondergrondse delen van het onkruid worden niet verwijderd en blijven achter in de verharding. Bij het mechanisch borstelen ontstaat veel opwervelend stof en kunnen rondspringende steentjes mogelijk gevaar opleveren. Het voordeel van deze manier van onkruidbestrijding is dat in dezelfde rondgang tevens vuil, 21

21 afgevallen bladeren e.d. worden verwijderd. Een borstelbehandeling wordt doorgaans gevolgd door een veegbeurt om al het losgewoelde onkruid en het straatvuil te verwijderen. Er zijn machines beschikbaar die zowel borstelen als vegen als zuigen, waardoor een tweede werkgang wordt uitgespaard 5. Het is zaak om de inzet van machines af te stemmen op de schaalgrootte van het te behandelen verhardingsoppervlakte. Borstelen is in beginsel inzetbaar in elk stadium van de onkruidgroei, maar is niet op elke locatie toepasbaar. Op sommige verhardingen kan de benodigde borsteldruk resulteren in beschadiging van de verharding of opruwing van de bestrating. Verder geldt dat achterblijvende worteldelen op langere termijn - als gevolg van worteldruk kunnen zorgen voor verbrede voegen. Dit heeft uiteindelijk meer onkruidgroei en reparatiewerk tot gevolg. Op open verhardingen is borstelen niet mogelijk. Maaien van onkruid wordt veelal met de bosmaaier uitgevoerd om onkruid rondom obstakels te verwijderen. De methode is kostbaar en leent zicht niet voor pas opkomend onkruid. Ook is de methode niet geschikt voor grote oppervlakken. Alleen de bovengrondse plantdelen worden verwijderd. Nadeel is dat de bosmaaier als lawaaierig wordt ervaren en dat kans is op schade door opspringende steentjes. Na het opruimen van de resten blijft een schone verharding achter. Het trekken, schoffelen of wegkrabben van onkruid, waarbij onkruid inclusief wortels uit de grond wordt verwijderd, wordt slechts incidenteel toegepast in de professionele onkruidbestrijding. Deze methode leent zich alleen voor kleine oppervlakken en is zeer arbeidsintensief. 3.4 Thermische onkruidbestrijding Bij deze methode wordt het onkruid verhit waardoor het afsterft. Hierbij wordt gebruik gemaakt van heet water, stoom of branden. 5 De effectiviteit van combinatie-machines is sterk situatie-afhankelijk. Deze machines kunnen niet zonder meer overal in de openbare ruimte ingezet worden. 22

22 De heetwater- of stoomtechniek houdt in dat water van ongeveer 98 ºC op het onkruid gebracht waardoor het afsterft. Dit afsterven wordt na enige uren zichtbaar door geelverkleuring van de vegetatie. De ondergrondse delen van de plant sterven ten dele af, afhankelijk van de gekozen techniek. Voordeel is dat met deze techniek moeilijk bereikbare plaatsen kunnen worden behandeld en dat het gebruik weinig overlast voor de omwonenden met zich mee brengt. De heetwatermethode had aanvankelijk als nadeel dat het energieverbruik hoog was. De methode is de laatste jaren echter verder ontwikkeld en het energieverbruik en de kosten per vierkante meter behandeld oppervlak zijn fors gedaald en dalen nog steeds. De heet-watermachine met automatische onkruiddetectie-unit is een veel gebruikte techniek, bekend onder de merknaam WAVE (Water Als Vitaal Element). Om het effect van heet water te versterken werd soms ook schuim gebruikt. De schuimlaag houdt de warmte langer vast waardoor minder heet water per oppervlakte-éénheid nodig is om hetzelfde effect te bereiken. Onderzoek naar de effectiviteit heeft uitgewezen dat de toevoeging van schuim slechts marginaal rendement oplevert (Eco Consult en Alterra, 2004). Het gebruik van stoom heeft onder de Nederlandse klimatologische omstandigheden geen zin en is dan ook weer verdwenen. Bij branden wordt het onkruid thermisch bestreden door middel van het verhitten van het onkruid met een vlam. Verhitte delen van het onkruid sterven na behandeling af. Om het onkruid effectief te beheren is het noodzakelijk deze behandeling met een tussentijd van enkele weken uit te voeren. Het branden kan zowel machinaal als handmatig worden uitgevoerd. Met branden kunnen ook moeilijk bereikbare plaatsen onkruidvrij worden gemaakt. Branden kan echter niet overal en is bijvoorbeeld niet bruikbaar op locaties met brandgevaar. Branders die alleen met infraroodstraling werken worden nauwelijks meer gebruikt in de professionele markt, doordat ze minder efficient zijn. 3.5 Nieuwe ontwikkelingen Een nieuwkomer onder de onkruidbestrijdingsmethoden is de hete lucht methode, de Föhn. Bij deze methode wordt door een ventilator aangevoerde lucht verhit tot ongeveer 140 graden Celsius. Deze lucht wordt met grote snelheid door het aanwezige onkruid geblazen. Met de hete lucht methode hebben in 2008 binnen enkele gemeenten grootschalige proeven plaatsgevonden. De effectiviteit van de methode moet echter nog uitgebreider worden getoetst. Ook de milieueffecten van de methode worden nader bestudeerd en naar verwachting zal in de loop van 2009 een levenscyclusanalyse (LCA, zie ook 4.1) worden uitgevoerd. 23

23 4 Milieueffecten en kosten Studies en onderzoeken naar de milieueffecten en kosten van onkruidbestrijdingsmethoden hebben zich vooral gericht op het onderdeel Verhardingen. Dit betekent dat vooral hierover veel gegevens en betrouwbare kengetallen beschikbaar zijn. Ten aanzien van de milieueffecten van chemische onkruidbestrijding in groenvoorzieningen, sportvelden en begraafplaatsen zijn geen algemeen te hanteren onderzoeksgegevens aangaande de milieueffecten bekend. Kengetallen voor de toepassingskosten zijn echter wel beschikbaar. 4.1 Levenscyclusanalyse (LCA) In 2002 zijn voor de diverse methoden van onkruidbestrijding op verharde oppervlakten LCA s (Life Cycle Analyses) uitgevoerd. Onkruidbestrijdingsmethoden kunnen onder meer de kwaliteit van bodem en water beïnvloeden of kunnen een vergroting van de afvalstroom bewerkstelligen. Chemische onkruidbestrijding op verhardingen draagt bijvoorbeeld substantieel bij aan verontreiniging van het oppervlaktewater. Onderzoek heeft aangetoond dat ongeveer de helft van de in het water voorkomende bestrijdingsmiddelen bestaat uit op verhardingen gebruikt glyfosaat. Het bovenstaande betekent dus dat de LCA lokaal moet worden geïnterpreteerd. Wanneer naar aanleiding van de waterbezwaarlijkheid van glyfosaat wordt gekozen voor de inzet van niet-chemische technieken, moet worden bezien in hoeverre afwenteling van milieubelasting plaatsvindt. Zo is de CO 2 - uitstoot van bijvoorbeeld branders en heetwaterapparatuur hoger dan die van de selectspray-appartuur voor glyfosaat. Wel is het van belang om daarbij te kijken naar de achtergrondwaarden van de vormen van milieubelasting. Het zal duidelijk zijn dat CO 2 -uitstoot van het geringe aantal machines voor niet-chemisch onkruidbeheer in het niet valt ten opzichte van de totale uitstoot van bijvoorbeeld het gebied Nederland. Ook voor alle andere gemeten milieuaspecten geldt dat ze niet tot zeer marginaal aan landelijke milieuproblemen bijdragen. Dit betekent dat het belangrijkste punt voor afweging van het milieueffect van een specifieke bestrijdingsmethode op verhardingen de waterbezwaarlijkheid is. De figuur op de volgende pagina brengt de LCA-score 6 van de onderzochte methodes voor wat betreft de waterbezwaarlijkheid in beeld. Voor de gemeten milieueffecten ten aanzien van andere aspecten wordt verwezen naar bijlage C. 6 Let wel: het is niet mogelijk om alleen op basis van deze LCA-staafdiagrammen vergaande conclusies te trekken over de vanuit milieu-oogpunt beste methode voor een specifieke praktijksituatie. Variabelen als onkruidbedekking, soort verharding, weersomstandigheden etc. kunnen een andere score geven. Voor de achtergrondgegevens van de variabelen zoals gebruikt voor betreffende LCA-staafdiagrammen wordt verwezen naar de rapportage Beslisfactoren voor onkruidbestrijding op verhardingen, IVAM, uitgever RIZA,

24 Waterbezwaarlijkheid onkruidbestrijdingsmethoden Relatieve waarden Ecotoxiteit water Chemisch DOB hoog DOB laag Borstelen WAVE Branden De chemische methode scoorde voor waterbezwaarlijkheid in de analyse de hoogste milieubelasting. Gemiddeld genomen was de heetwatertechniek de minst belastende methode. De borstelmethoden 7 en de branders scoorden een fractie hoger. In de figuur is onderscheid gemaakt tussen DOB hoog en DOB laag. De reden hiervoor is dat tot op heden geen consensus bestaat over het daadwerkelijke afspoelpercentage van glyfosaat bij onkruidbestrijding volgens de DOB-methode. Bij DOB-hoog is gerekend met een afspoeling van 25% en bij DOB-laag een afspoeling van 3%. In 2005 is door de OVO-werkgroep besloten tot het uitvoeren van nieuwe LCA s. De reden hiervoor is dat de technieken sinds 2002 verder zijn ontwikkeld. Getracht is om op basis van de huidige beschikbare gegevens ook de nieuwste methoden en technieken mee te nemen. Het gaat dan om de sensorgestuurde heetwatertechniek en de emissiebeperkende DOB-methode. De uitkomst van deze onderzoeken bevestigde in feite hetgeen in 2002 berekend was. De chemische methoden kenden de grootste waterbezwaarlijkheid. Ondanks de verplichte DOB-uitvoering vanaf 1 januari 2007 en de vrijwillige DOB-uitvoering gedurende een aantal jaren voor 2007 zijn de gemeten waarden van glyfosaat en metaboliet AMPA in oppervlaktewateren niet gedaald. 7 Borstelen is in het oorspronkelijke onderzoek inclusief chemisch bijwerken meegenomen (inmiddels niet meer toegestaan). Dit is in het staafdiagram gecorrigeerd, waardoor borstelen dan op een met heet water of branden vergelijkbare waarde uitkomt. 25

25 4.2 Kosten In de praktijk zijn de kosten voor onkruidbeheer bij het maken van een keuze voor een bestrijdingsmethode een belangrijke factor. De hoogte van de onderhoudskosten is mede afhankelijk van de wijze waarop onkruidbestrijding plaatsvindt. Bestrijding onkruiden op verhardingen In 2005 heeft Syncera (Syncera i.s.m. Eco Consult, WUR) onderzoek uitgevoerd naar de kosten voor onkruidbestrijding op verhardingen. In het onderzoek is uitgegaan van dezelfde werkpakketten als in de hiervoor opgenomen LCA: 1a. chemische bestrijding, sensor gestuurd (select-spray methode); 1b. chemische bestrijding volgens duurzaam onkruidbeheer (DOB-methode); 2a. borstelmachine met bosmaaier; 2b. borstelmachine met spuitlans (chemisch bijwerken); 3. heet water (WAVE); 4. branden. Nr. Methode Kosten verharding woonstraten op niveau klasse 2 (geringe onkruidgroei) Normale range van kosten in /m 2 /jaar (prijspeil 2005, excl. BTW) 1a Chemisch 1 0,05-0,08 1b DOB 0,06-0,12/ 0, Borstelen 0,19-0, Heet water 0,22-0,32 4 Branden 0,21-0,35 1 = de traditioneel chemische methode is per 1 januari 2007 niet meer toegestaan; uit oogpunt van volledigheid en ter vergelijking met de overige methoden is deze methode hier echter wel opgenomen. 2 = de spreiding van de kosten van het DOB-werkpakket wordt voornamelijk bepaald door de wijze van onkruidbestrijding op emissiegevoelige plaatsen en een minder aantal werkbare dagen. Indien het aandeel nietchemisch beheer > 10% van de te behandelen oppervlakte is, moet rekening worden gehouden met navenant hogere kosten. Uit resultaten van de laatste jaren komt naar voren dat 0,17 per m2 een realistische richtprijs is. 3 = inclusief stortkosten; exclusief schades. Uit deze kostenstudie blijkt dat onkruidbestrijding volgens DOB gemiddeld een factor 3 goedkoper is dan niet-chemische methoden als branden en heet water. Deze uitspraak is gebaseerd op gemiddelde waarden uit een bandbreedte. De kosten voor de verschillende methoden worden geschat op tussen 0,05 0,38 per m2/jaar. Hierbij moet worden opgemerkt dat incidenteel niet-chemische bestrijdingsmethoden voor lagere kosten worden aangeboden dan hierboven aangegeven. Dit zou kunnen betekenen dat de prijs voor niet-chemische methoden verder omlaag zou kunnen. De DOB methode zal bij gebruik van grotendeels niet-chemische technieken qua kosten vergelijkbaar zijn met de kosten voor alternatieve methoden zonder DOB. Vanwege lastig onderling vergelijkbare kostenonderzoeken is dit echter niet duidelijk uit de studie naar voren ge- 26

26 komen. Verder geldt dat de kosten voor certificering in geval van de DOBmethode niet zijn meegenomen in het onderzoek. Bestrijding onkruiden in groenvoorzieningen Op basis van de IMAG-normering kunnen de volgende normkosten gehanteerd worden voor het bestrijden van onkruiden in groenvoorzieningen. Voor onkruidbeheer specifiek op sportvelden en begraafplaatsen bestaan geen normeringen en zal gewerkt moeten worden op basis van de eigen, lokale normen (voor zover beschikbaar). Nr. Methode Kosten onkruidbestrijding groenvoorziening op basis IMAG-normering Kosten in /m 2 /jaar 1 (Prijspeil 2005) 5 Chemisch 2 0,02-0,03 6 Schoffelen 0,23 7 Wieden 0,58 8 Uitmaaien 0,08 1 = basisuurloon 35,= 2 = korrelen met Casoron (gebruik is verboden met ingang van ) ; uitgaande van 2 rondes; heesters en botanische rozen Overig Voor een goede vergelijking van de kosten is het ook van belang om inzicht te hebben in afgewentelde of indirecte kosten. Aandachtspunt hierbij is in ieder geval dat de kosten voor het zuiveren van drinkwater die toe te rekenen zijn aan het gebruik van bestrijdingsmiddelen, niet zijn meegerekend. Tot op heden ontbreken hiervoor betrouwbare berekeningsmethoden. Schattingen voor de zuiveringskosten ten gevolge van afspoeling van glyfosaat op verhardingen lopen uiteen van 0,01-0,22 per m2 behandeld verhardingsoppervlakte. Ook het afbraakproduct BAM (afkomstig van de werkzame stof Dichlobenyl, onder meer in het middel Casoron) wordt reeds in het grondwater gevonden. Uit door Syncera uitgevoerd kostenonderzoek is tevens naar voren gekomen dat door middel van preventiemaatregelen (zie hoofdstuk 5) in de ontwerp- en aanlegfase, maar ook door middel van preventief onderhoud, de kosten voor de onkruidbestrijding aanzienlijk omlaag kunnen worden gebracht. Bij het opstellen van een kostenvergelijking verdient het de voorkeur om zo veel mogelijk uit te gaan van eigen ervaringscijfers, omdat deze de specifieke omstandigheden van de gemeente het beste benaderen. Pas wanneer deze gegevens ontbreken of onvoldoende betrouwbaar geacht worden, is het raadzaam uit te gaan van de hier genoemde gemiddelde kengetallen voor de verschillende methoden van onkruidbestrijding. 27

27 5 Maatregelen onkruidpreventie Door een goed ontwerp en een goede aanleg kunnen veel problemen op het gebied van onkruidbestrijding voorkomen worden. Centraal staat het ontwerpen van robuuste voorzieningen die met een beperkte mate van onderhoud de gewenste functie en beeld bereiken en behouden. Vanuit de vakliteratuur 8 is uitgebreide informatie beschikbaar over preventieve maatregelen om ongewenste groei van kruiden te voorkomen tijdens zowel de ontwerp-, aanleg- als onderhoudsfase. De beschrijvingen in onderstaande paragrafen beperken zich dan ook tot het benoemen van de kernpunten met enkele concrete voorbeelden. 5.1 Verhardingen Het basisprincipe voor preventie van onkruidgroei op verhardingen is het voorkómen van groeiplaatsen voor onkruiden. Uiteraard is het niet zo dat een doordacht ontwerp en goede aanleg het latere onderhoud geheel overbodig maakt. Daarom moet in de ontwerpfase ook rekening gehouden worden met bereikbaarheid voor de benodigde machines om het onderhoud te kunnen uitvoeren. Hieronder volgen de belangrijkste aandachtspunten. Ontwerp- en aanlegfase Het is belangrijk te zorgen voor functionele verhardingen waarvan het ontwerp is vormgegeven op basis van logische looplijnen, geen dode hoeken bevat en geen overmaat heeft. Ook is het hierbij van belang om te streven naar een vloeiend verloop van de verhardingen, zodat bijvoorbeeld parkeerplaatsen gemakkelijker te onderhouden zijn. Extra ontwerpaandacht is vereist voor de materiaalkeuze (functionaliteit, esthetische eigenschappen, onderhoudsintensiteit en vervangingstermijn) en probleemplekken voor onkruidgroei als verkeersgeleiders, randen, voetpaden, obstakels en sierbestratingen. Verder is het aan te bevelen om de ondergrondse infrastructuur en de daarboven liggende verharding zo te ontwerpen, dat onderhoud aan de ondergrondse infrastructuur kan plaatsvinden zonder grote ingrepen in de verharding. Bij de aanleg is van belang dat de fundering van elementverhardingen is gedimensioneerd voor het daadwerkelijke gebruik, waarbij ook rekening gehouden is met incidenteel oneigenlijk gebruik (bv. berijding van voetpaden of verkeersheuvels met zware voertuigen). Andere aandachtspunten zijn toepassing van schoon en schraal zand voor het cunet en de voegen en werken met zo smal mogelijke voegen. Daar waar bomen in verharding 9 worden toegepast, is het van belang dat ondergrondse voorzieningen worden getroffen voor het creëren van een geschikte en voldoende grote bewortelbare ruimte. 8 Zie lijst met relevante literatuur: Ontwerpvoorbeelden onkruidwerende verhardingen, Inrichtingsrichtlijnen terreininrichting, Gifvrije onkruidbestrijding door gemeenten. 9 In de gemeente Lingewaard worden hieronder verstaan bomen in een plantspiegel van ten hoogste 1,5 * 1,5 meter. 28

28 Voorbeelden: - grotere verhardingselementen toepassen ter beperking van de voeglengte; tegels van 40*60 cm hebben 37% minder voeglengte per oppervlakteeenheid dan tegels van 30*30 cm; - water- en luchtdoorlatende verharding zonder voegen; - voegmiddel toepassen (bv. epoxyhars); - kabels- en leidingengoot toepassen; - omvormen overhoeken langs muren en niet-gebruikte bestratingen naar beplanting; - het aantal obstakels verminderen door meer borden te bevestigen aan dezelfde paal; - passtukken toepassen rondom obstakels; - gebruik maken van verhoogde trottoirbanden in plaats van antiparkeerpalen. Onderhoudsfase Er zijn vele mogelijkheden om de groei van onkruid te voorkomen. De belangrijkste preventieve maatregelen zijn het tijdig verwijderen van vuil, zand, grond uit naastgelegen groen en bladeren van de verharding door straatvegen of bladblazen. Zo wordt het ontstaan van groeiplaatsen op de verharding voorkomen. In het onderhoud is extra aandacht nodig voor: - reparatie van verhardingen; een goede civieltechnische staat van de verharding beperkt de groei van onkruid. Door tijdige herbestrating wordt bespaard op het onkruidbeheer. Tevens kan herbestrating of reparatie aangegrepen worden om de hierboven beschreven preventieve ontwerp- en aanlegmaatregelen toe te passen; - straatvegen; regelmatig vegen is een goede manier om de vestigingskansen van onkruid te verminderen. Uit praktijkervaring blijkt tevens dat dit per saldo ook een kostenbesparing kan opleveren; - afstemming van het werk; een goede afstemming van de onkruidbestrijding op andere werkzaamheden, kan de groei van onkruid voorkomen. Zo moet het straatreinigingswerk zijn afgestemd op het werk in de naastgelegen groenvoorzieningen en de werkzaamheden van diensten die de kabels en leidingen onderhouden; - vullen van voegen; bij veel verhardingen is de onkruidgroei vanuit de voegen het probleem. Dit is een onderwerp dat in principe in de ontwerp- en aanlegfase geregeld moet worden, maar voor reeds bestaande probleemobjecten kan deze maatregel alsnog een aanzienlijke bijdrage leveren aan onkruidpreventie. Dit is vooral het overwegen waard in bestaande sierbestratingen en moeilijk bereikbare objecten als verkeersobjecten en obstakels; 29

29 - Verminderen aantal obstakels: vaak wordt voor ieder (verkeers)bord een aparte paal toegepast. Veelal is het echter mogelijk om gecombineerd gebruik te maken van palen of een bord aan een reeds bestaande (lantaarn)paal te bevestigen. Dit zorgt ervoor dat het aantal onkruidgevoelige onderbrekingen in de verharding vermindert; - Kleinschalige omvormingen: in de bestaande openbare ruimte bevinden zich op tal van plaatsen verhardingen die niet of beperkt functioneel zijn. Door het leveren van maatwerk kunnen dergelijke locaties omgevormd worden naar niet of minder onkruidgevoelige gebiedsdelen. Het is belangrijk om voor het onderhoud van verhardingen een beheerdoelstelling te kiezen. Hiervoor kan gebruik gemaakt worden van de ontwikkelde onkruidclassificatie dan wel voor de gemeente specifiek opgestelde kwaliteitsnormen. Classificatietabel voor onkruidbegroeiing elementenverhardingen 10 (zie bijlage B voor bijbehorende beelden) Kwaliteitsniveau CROW Omschrijving A+ Er is geen onkruid A Er is weinig onkruid B Er is redelijk veel onkruid C Er is veel onkruid D Er is zeer veel onkruid 5.2 Beplantingen Ook bij het ontwerpen en aanleggen van beplantingen geldt dat onkruidgevoelige situaties voorkomen moeten zien te worden. Hieronder volgen de belangrijkste aandachtspunten. Ontwerp- en aanlegfase Van belang is om robuust en stevig groen te ontwerpen zodat de beplanting zich voluit kan ontwikkelen en minder ingegrepen hoeft te worden. Essentieel hierbij is dat deze beplanting zoveel mogelijk gesloten is en/of de bodem bedekt is en blijft. Dit betekent dat bij het ontwerp ecologische principes belangrijke uitgangspunten moeten zijn en bij het vaststellen van de eindbeelden rekening gehouden wordt met de spontane natuurlijke ontwikkeling van een beplanting. Bij de aanleg is het van belang om bij het uitvoeren van grondwerk verdichting en het vrijkomen van voedingsstoffen zoveel mogelijk te voorkomen. Wanneer grond wordt aangevoerd, moet gezorgd worden dat deze vrij van onkruidzaden is. Voorbeelden: 10 aangepaste tabel t.g.v. integratie classificatiesystemen van CROW en Eco Consult, september 2007; voor beeldmateriaal zie bijlage. 30

30 - verwerk geen houtsnippers in bosplantsoen (verwerking snoeihout in takkenrillen is wel goed); - voorkom veel (zon)lichtinval op de bodem; - pas inheems plantmateriaal toe; - zorg voor continue bedekking van de bodem door soortkeuze of combinaties (bv. vaste planten of kruiden met heesters) of pas een mulchlaag toe (schraal zand, blad, lava, schors); - vorm onkruidgevoelige beplantingen om naar gazon. Onderhoudsfase Ook bij het uitvoeren van het onderhoud is het uit oogpunt van onkruidpreventie van belang om zoveel mogelijk volgens ecologische principes te werken ( met de natuur meewerken ) en te zorgen dat de bodem zo min mogelijk verstoord wordt. Verder is het aan te bevelen om zodanig te snoeien en te dunnen dat de bodem zoveel mogelijk bedekt blijft. Daarnaast is het zinvol om te bekijken of de gewenste eindbeelden die de ontwerper bedoeld heeft ook op een andere manier te bereiken zijn zonder de bijbehorende onkruidkans. Waar dit niet mogelijk is, kan overwogen worden om onkruidgevoelige beplantingen om te vormen naar minder of niet onkruidgevoelige beplantingen. Voorbeelden: - mulchen van boomspiegels en beplantingen; - bosplantsoen dunnen naar eindafstand zodat afzetten niet meer nodig is; - omvormen bodembedekkers naar gazon of bloemrijk gras; - verschralingsbeheer voeren. 5.3 Sportvelden Onkruiden zijn nadelig voor de instandhouding en de groei van een sportgrasmat. Een grasmat met onkruiden belemmert de bespelingsmogelijkheid omdat de mat zwakker is. Dit uit zich in het kaalspelen van het veld en verminderde stroefheid. Ook mollen en insecten kunnen tot gevolg hebben dat open plekken ontstaan waar zich vervolgens weer onkruiden kunnen vestigen. Preventie moet gezocht worden in het zorgen voor een gezonde grasmat waar onkruidgroei wordt tegengegaan door het tijdig en juist uitvoeren van de onderhoudsmaatregelen. De achterliggende gedachte is dat onkruiden zich kunnen vestigen wanneer de grasmat in een minder goede conditie is. Deze kan verminderd zijn tengevolge van een tekort aan vocht en voeding. Ook kan sprake zijn van storingen in de bodemopbouw die zich vertaalt in een verslechterde lucht- en waterhuishouding. Een belangrijk aandachtspunt voor het gezond en concurrentiekrachtig houden van de grasmat betreft de methode van bemesting. Met het toepassen van bacteriologische bemesting zijn goede ervaringen opgedaan waarbij in tegenstel- 31

31 ling tot bemesting met kunstmest vanwege het evenwichtige bodemleven, de wortelgroei van het gras langer, dunner en intensiever is. Dit maakt de plant sterker en meer concurrerend ten opzichte van onkruiden. Ook de droogtegevoeligheid neemt sterk af door de verbeterde beworteling. Op sportvelden die al geruime tijd worden bemest met micro-organismen, wordt geconstateerd dat de grasmat weerbaarder wordt. Explosies van onkruiden komen niet meer voor, waardoor chemische onkruidbestrijding overbodig wordt. Daarnaast merkt de beheerder dat het gras sterker wordt, de groei langzamer en meer egaal en dat onderhoudsmaatregelen als verticuteren nagelaten kunnen worden. Schade tengevolge van insecten en mollen kan worden beperkt door regelmatig de grasmat te rollen. Met betrekking tot preventieve maatregelen voor op sportcomplexen voorkomende verhardingen en beplantingen wordt verwezen naar de betreffende paragrafen in dit hoofdstuk. 5.4 Begraafplaatsen Op begraafplaatsen worden voor het algen- en mosvrij houden van grafzerken door de beheerder vaak algendodende bestrijdingsmiddelen gebruikt. Algengroei is een veel voorkomend euvel, omdat de meeste begraafplaatsen bomenrijk en daarmee schaduwrijk zijn. Algen gedijen onder deze omstandigheden uitstekend. Het schoonhouden van grafzerken gebeurt in de regel één of twee keer per jaar. De zerken worden bespoten met een bestrijdingsmiddel en later met water gereinigd. Met de ontwikkeling van de heetwatertechniek voor het bestrijden van onkruid op bestratingen is ook een methode ontwikkeld voor het schoonmaken van grafzerken en andere objecten waarop doorgaans algengroei voorkomt. Met een waterstraal verdwijnen in één werkgang zowel de algen als het overige vuil. De waterdruk wordt aangepast aan de hardheid van de steen. Een alternatief voor deze oplossing is het gebruiken van biologische algendoders. Het nadeel hiervan is dat vuile stenen na behandeling nog schoongemaakt moeten worden. Op plaatsen die ontoegankelijk zijn voor de heetwaterapparatuur is deze biologische methode een goed alternatief. Een andere optie is om het onderhoud van de grafsteen neer te leggen bij de particuliere eigenaar van het graf. Met betrekking tot preventieve maatregelen voor op de begraafplaatsen voorkomende verhardingen en beplantingen wordt verwezen naar de betreffende paragrafen in dit hoofdstuk. 5.5 Voorbeelden binnen de gemeente Binnen de gemeente zijn enkele voorbeelden te vinden van preventieve maatregelen tegen onkruidgroei. Zowel vanuit ontwerp en aanleg als beheer en onderhoud zijn voorbeelden te vinden. Zo zijn middengeleiders uitgevoerd met voegvrije verharding (betonprint), is op onkruidgevoelige locaties de open grond afgedekt met halfverharding en is goed sluitende beplanting toegepast om vestiging van onkruiden te voorkomen. 32

32 Middengeleider met betonprint, Bemmel Sluitende beplanting, Loovelden Genoemde voorbeelden zijn incidenteel voorkomende toepassingen. De gemeente Lingewaard voert ten aanzien van onkruidpreventie bij ontwerp, aanleg en onderhoud van voorzieningen geen gericht beleid. Wel is men zich bewust van het belang van onkruidpreventie. In ontwikkeling zijn een materialenboek en een beheerparagraaf waarin eisen en richtlijnen met betrekking tot onkruidbeheersing en -preventie worden vastgelegd. Bij nieuwe planvorming speelt onkruidpreventie een rol van betekenis in het vinden van de juiste balans tussen (beeld)kwaliteit, gebruiksfuncties, onderhoud en beschikbare financiële middelen. 33

33 6 Inventarisatie 6.1 Gebiedskenmerken De gemeente Lingewaard is gelegen in het stroomgebied van de Waal, Rijn en Linge tussen de verstedelijkte gebieden van Arnhem en Nijmegen. De rivieren met waterrijke uiterwaarden, de rivierdijken, de dorpen en wegen op de oeverwallen afgewisseld met de open komgebieden vormen belangrijke ruimtelijk structurende elementen van het rivierenlandschap. De kernen Huissen, Angeren, Doornenburg, Gendt, Haalderen, Bemmel en Ressen (zie bijlage D, kaart 1) zijn samen met de begraafplaatsen en sportvelden hoofdzakelijk geconcentreerd op de hoger gelegen stroomruggronden langs de rivieren de Waal en de Rijn. De ligging nabij de rivieren maakt dat afhankelijk van de waterstand kwel en infiltratie afwisselend plaatsvinden. 6.2 Oppervlaktewater Het watersysteem van de gemeente Lingewaard maakt deel uit van de grotere riviersystemen de Waal in het zuiden en de Nederrijn en het Pannerdensch kanaal in het oosten. Binnen het plangebied vormen de Linge en zogenaamde zegen en leigraven de ruggengraat van het watersysteem (zie bijlage D, kaart 2). De Linge Het riviertje de Linge vormt van oudsher de belangrijkste afwatering voor het gebied tussen de Rijn en de Waal. Het gehele binnendijkse grondgebied van de gemeente Lingewaard watert uiteindelijk af op de Linge. Binnen het plangebied heeft de Linge het karakter van een gegraven kanaaltje. De oorsprong ligt bij Doornenburg waar via een gemaal water kan worden ingelaten zodat ook in droge perioden gezorgd kan worden voor voldoende waterdiepte en het gebied van water voorzien kan worden. Naast afvoer van overtollige kwel en hemelwater naar de Linge vindt dus ook aanvoer van water plaats vanuit de Linge. Dit is bijvoorbeeld nodig in het voorjaar wanneer bij nachtvorst door de fruittelers veel water uit de sloten onttrokken wordt om de bloesems tegen nachtvorst te beschermen. De zegen Het overtollige water vanuit de kernen en het landelijk gebied wordt afgevoerd naar de Linge via verzamelsloten die veelal de naam zeeg of leigraaf hebben gekregen. Voorbeelden hiervan zijn de Bemmelse Zeeg, de Haaldersche Zeeg en de Leutense Leigraaf. Binnen of direct grenzend aan het stedelijk gebied van alle kernen komt oppervlakte water in meer of mindere mate voor. Binnen de kernen Angeren, Haalderen, Doornenburg en Gendt gaat het om slechts enkele waterpartijen. In Bemmel en Huissen zijn watergangen een vaker voorkomend element binnen de openbare ruimte. Enkele watergangen binnen de gemeente zijn door de pro- 34

34 vincie aangewezen als water met een Specifiek Ecologische Doelstelling (SEDwater). Het gaat hierbij om de kolken van Haalderen en de kolk Holthuizen bij Huissen (zie ook paragraaf 2.4 en bijlage D, kaart 3). Verder heeft de centraal door de gemeente lopende Linge een ecologische betekenis als natte ecologische verbindingszone binnen de provinciale ecologische hoofdstructuur (EHS). Waterschap Rivierenland meet standaard de waterkwaliteit op een aantal locaties in haar beheersgebied. De meetlocaties bevinden zich hoofdzakelijk in het buitengebied. Uit de meetgegevens komt naar voren dat op enkele locaties in het gebied sporadisch onkruidbestrijdingsmiddelen in het oppervlaktewater zijn aangetroffen. In een meting van 1995 is op drie locaties MCCP, MCPA en 2,4D gemeten. De genoemde stoffen zijn gemeten in concentraties die lager liggen dan de drinkwaternorm (0,1µg/l). Het is niet bekend wat de bron van vervuiling is. 6.3 Grondwater en drinkwaterwinning De grondwaterstanden binnen de gemeente kennen een sterke fluctuatie. De grondwaterstand wordt namelijk sterk beïnvloed door de waterstanden in de grote rivieren. Als in de winter en het vroege voorjaar de waterstand in de rivieren hoog is, treden hoge grondwaterstanden op en vindt kwel plaats. In de zomerperiode is de grondwaterstand aanzienlijk lager en vindt voornamelijk infiltratie plaats. Om watertekorten te voorkomen en verdroging tegen te gaan wordt dan gebiedsvreemd water ingelaten. Als gevolg van de voorkomende infiltratie is het mogelijk dat vervuilende stoffen als bestrijdingsmiddelen of afbraakproducten hiervan uitspoelen naar het grondwater. De kwaliteit van het grondwater kan hierdoor negatief beïnvloed worden. Met name grondwaterbeschermingsgebieden moeten als kwetsbaar beschouwd worden. Binnen de gemeente zijn twee gebieden aangewezen als grondwaterbeschermingsgebied. Het betreft het noordelijke deel van de kern Huissen als onderdeel van het beschermingsgebied van drinkwaterwinning in de gemeente Arnhem. Het andere grondwaterbeschermings-gebied ligt in het buitengebied ten zuidwesten van de kern Bemmel nabij het buurtschap Doornik. Hier vindt ook winning van drinkwater plaats. Als verantwoordelijke instantie voor de kwaliteit van het grondwater heeft de provincie Gelderland een statistisch meetnet ingesteld waarbij op 60 locaties binnen de provincie de grondwaterkwaliteit wordt gevolgd. Twee meetlocaties zijn gelegen binnen de gemeente Lingewaard. Meetgegevens zijn beschikbaar, maar echter ongeschikt om betrouwbare uitspraken te doen over de grondwaterkwaliteit binnen de gemeente Lingewaard als geheel en de mogelijke invloed van onkruidbestrijdingsmiddelen hierop 11. Op basis van haar verantwoordelijkheid vraagt de provincie in het Waterplan (ontwerp, 2008) gemeenten om in ieder geval ter plaatse van grondwaterbe- 11 Mondelinge mededeling van de beheerder meetnet grondwater, provincie Utrecht; februari De meetpunten binnen Lingewaard laten bij het gehanteerde meetpakket geen vervuiling van het grondwater zien ten gevolge van onkruidbestrijdingsmiddelen. 35

35 schermingsgebieden gifvrije, duurzame methoden van onkruidbeheer toe te passen in openbaar groen en op verhardingen (zie ook paragraaf 2.4). 6.4 Rioolstelsels en overstorten De gemeente kent drie verschillende typen rioolstelsels. De kernen Angeren, Gendt, Haalderen en Doornenburg zijn hoofdzakelijk voorzien van een gemengd stelsel: hierbij worden het regenwater en huishoudelijk afvalwater via hetzelfde stelsel afgevoerd en ter zuivering aangeboden bij de rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI). Daarnaast zijn kleinere gebiedsdelen in genoemde kernen voorzien van een gescheiden of soms een verbeterd gescheiden stelsel. Bij een gescheiden stelsel worden het regenwater en het huishoudelijk afvalwater apart afgevoerd, zodat de RWZI niet belast wordt met de aanvoer van in principe schoon water. Het regenwater wordt over het algemeen rechtstreeks geloosd op het oppervlaktewater. Een verbeterd gescheiden stelsel functioneert zodanig dat bij het begin van een bui het eerste, mogelijk vervuilde afspoelingswater, de zogenaamde eerste spoeling, via het normale stelsel wordt afgevoerd. Het overige regenwater gaat rechtstreeks naar het oppervlaktewater. Binnen de kernen Bemmel en Huissen komt naast het gemengde stelsel in grotere gebiedsdelen een gescheiden stelsel voor. Enkele buurten hebben een verbeterd gescheiden stelsel. De bedrijventerreinen in de gemeente zijn geheel of grotendeels voorzien van een gescheiden stelsel. Een bekend knelpunt is echter wel dat gescheiden en verbeterd gescheiden stelsels vaak foutieve aansluitingen kennen, waardoor afvalwater terecht kan komen in de afvoer bedoeld voor schoon regenwater. Ook in gemeente Lingewaard is dit het geval 12. Via de rioolstelsels wordt het water vanuit de kernen Angeren, Doornenburg, Gendt, Haalderen en Bemmel afgevoerd naar de RWZI in Gendt. Het water van Huissen en bedrijventerrein t Pannenhuis gaat naar de RWZI in Arnhem-Zuid. Kaart 4 (zie bijlage D) geeft een beeld van de spreiding van de typen rioolstelsels, de ligging van de RWZI s en de locaties van de riooloverstorten. Bij gebruik van bestrijdingsmiddelen op verhardingen is de kans het grootste dat deze ondanks zorgvuldig werken volgens de DOB-methode via het rioolstelsel uiteindelijk terechtkomen in het oppervlaktewater. Op deze manier kunnen de bestrijdingsmiddelen (en afbraakproducten hiervan) ofwel via de RWZI in het oppervlaktewater komen of rechtstreeks in geval van noodoverstorten bij hevige regenval. Bij de RWZI s in Gendt en Arnhem-Zuid hebben geen metingen plaatsgevonden naar het voorkomen van chemische bestrijdingsmiddelen in het aangevoerde water 13. Ook bevinden zich binnen het stedelijk gebied geen meetlocaties waar het waterschap gericht meet op het eventueel voorkomen van bestrijdingsmid- 12 Mondelinge mededeling seniormedewerker beheer, gemeente Lingewaard; november Mondelinge mededeling, waterschap Rivierenland; februari

36 delen 14. Op grond hiervan is het niet mogelijk om een nadere uitspraak te doen over eventuele afstroming van op verhard oppervlak gebruikte bestrijdingsmiddelen in de woonkernen van de gemeente. 6.5 Afkoppeling regenwater Ter uitvoering van het gemeentelijke waterplan vindt afkoppeling van verharde oppervlakten plaats. Hierbij wordt het regenwater vanaf verharding en/of daken niet meer afgevoerd via het rioolstelsel, maar via verschillende methoden ter plaatse geïnfiltreerd of afgevoerd (oppervlakkige afstroming naar het oppervlaktewater, wadi, IT (infiltratie)-riool). Gebruik van bestrijdingsmiddelen is dan minder verantwoord gezien de verhoogde kans op piekvervuiling van het lokale watersysteem met kans op direct negatieve gevolgen voor de waterfauna. Daarnaast geldt bij voorbeeld als gebruik gemaakt wordt van zogenaamde wadi s een verhoogde kans op schade aan de lokale groenvoorziening en het hiermee samenhangende ecosysteem. Afhankelijk van het grondwatersysteem ter plaatse is ook de kans op negatieve beïnvloeding van de grondwaterkwaliteit dan groter. In de kernen Huissen, Angeren, Gendt en Bemmel zijn verspreid diverse straten en kleinere gebiedsdelen afgekoppeld. De nieuwe wijk Loovelden (Huissen) is in zijn totaliteit afgekoppeld. Ook een deel van het bedrijventerrein t Pannenhuis is afgekoppeld. Het ligt in de lijn van verwachting dat in de nabije toekomst nog meer gebiedsdelen afgekoppeld zullen worden, aangezien het beleid van de gemeente is om de aanleg van dure randvoorzieningen als bergbezinkbassins zoveel mogelijk te voorkomen. Wadi, Essenpas 14 Dergelijke metingen zijn altijd momentopnamen. Om gefundeerde uitspraken te kunnen doen over het al of niet plaatsvinden van uitspoeling van bestrijdingsmiddelen moeten de metingen plaatsvinden kort nadat de onkruidbestrijding heeft plaatsgevonden. 37

37 Oppervlakkige afstroming naar oppervlaktewater, Loovelden 6.6 Conclusies De aanwezigheid van oppervlaktewater in en direct nabij het stedelijk gebied van de gemeente Lingewaard maakt dat plaatselijk kans is op rechtstreekse afspoeling naar het oppervlaktewater. Als gevolg van infiltratie is het mogelijk dat bestrijdingsmiddelen of afbraakproducten hiervan in het grondwater terechtkomen. Aangaande de kwaliteit van oppervlaktewater en grondwater zijn echter nauwelijks gegevens bekend voor wat betreft het voorkomen van onkruidbestrijdingsmiddelen, zodat geen betrouwbare uitspraken gedaan kunnen worden of al dan niet afspoeling en uitspoeling naar respectievelijk oppervlaktewater en grondwater plaatsvindt. Delen van de woonkernen in de gemeente zijn voorzien van een gescheiden stelsel of afgekoppeld. Voor dergelijke gebiedsdelen geldt dat het gebruik van bestrijdingsmiddelen op verharding hier als niet verantwoord moet worden gezien 15. Eenzelfde benadering geldt voor de twee binnen de gemeente gelegen grondwaterbeschermingsgebieden. Dit heeft in ieder geval impact op de onkruidbestrijding in het noordelijke gedeelte van de woonkern Huissen, alwaar het stedelijk gebied overlapt met het grondwaterbeschermingsgebied. 15 Het bepaalde in de lozingsvergunning is hierop afgestemd (zie ook paragraaf 2.5). 38

Collegevoorstel Inleiding: Feitelijke informatie: Terugdringen chemiegebruik onkruidbestrijding

Collegevoorstel Inleiding: Feitelijke informatie: Terugdringen chemiegebruik onkruidbestrijding Collegevoorstel Inleiding: De gemeente Heusden wil de chemische onkruidbestrijding terugdringen en op termijn zelfs totaal afschaffen, uit milieuoverwegingen, maar ook omdat de gemeente een groene gemeente

Nadere informatie

Verbod chemische onkruidbestrijding op verhardingen -Informatieblad-

Verbod chemische onkruidbestrijding op verhardingen -Informatieblad- Verbod chemische onkruidbestrijding op verhardingen -Informatieblad- Inleiding Voor de bestrijding van onkruiden op verharding worden in Nederland momenteel methoden toegepast die vallen onder de hoofdcategorieën:

Nadere informatie

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PVDD) (d.d. 15 juli 2013) Nummer Onderwerp Gebruik glyfosaat

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PVDD) (d.d. 15 juli 2013) Nummer Onderwerp Gebruik glyfosaat van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PVDD) (d.d. 15 juli 2013) Nummer 2836 Onderwerp Gebruik glyfosaat Aan de leden van Provinciale Staten Toelichting vragensteller Uit een recent onderzoek

Nadere informatie

Onkruidbestrijding. Rapportage milieuvriendelijke alternatieven. Tevens bijlage bij de kadernota

Onkruidbestrijding. Rapportage milieuvriendelijke alternatieven. Tevens bijlage bij de kadernota Onkruidbestrijding Rapportage milieuvriendelijke alternatieven Tevens bijlage bij de kadernota 2013-2016 Onkruidbestrijding, bijlage bij de Kadernota 2013-2016 1 Onkruidbestrijding Inleiding In september

Nadere informatie

Onkruidbeheer op verhardingen

Onkruidbeheer op verhardingen Toegankelijk maken van kennis Onkruidbeheer op verhardingen Ceciel van Iperen, projectmanager Openbare Ruimte en Infrastructuur Presentatie CROW - 'Onkruidbeheer op verhardingen' 1 Inhoud 1. CROW 2. Publicatie

Nadere informatie

Raadsvergadering, 28 juni 2011. Voorstel aan de Raad. Onderwerp: Onkruidbestrijding op verharding

Raadsvergadering, 28 juni 2011. Voorstel aan de Raad. Onderwerp: Onkruidbestrijding op verharding Raadsvergadering, 28 juni 2011 Voorstel aan de Raad Onderwerp: Onkruidbestrijding op verharding Nr.: - Agendapunt: Voorbespreking Datum: 12 april 2011 Onderdeel raadsprogramma: 3 Wonen en Ruimtelijke Ontwikkeling

Nadere informatie

Toezegging Raad 29 juni 2006: Herziening onkruidbestrijdingsmethode op verhardingen, keuze wel of niet chemisch. 1. Toelichting Raadsvoorstel

Toezegging Raad 29 juni 2006: Herziening onkruidbestrijdingsmethode op verhardingen, keuze wel of niet chemisch. 1. Toelichting Raadsvoorstel Aan de Raad Made, 26 februari 2008 Raadsvergadering: 17 april 2008 Nummer raadsnota: 13 Onderwerp: Toezegging Raad 29 juni 2006: Herziening onkruidbestrijdingsmethode op verhardingen, keuze wel of niet

Nadere informatie

Onkruidbestrijding op verhardingen. Een zoektocht naar niet chemische alternatieven

Onkruidbestrijding op verhardingen. Een zoektocht naar niet chemische alternatieven Onkruidbestrijding op verhardingen Een zoektocht naar niet chemische alternatieven Aanleiding - Brief staatssecretaris Wilma Mansveld - Aangenomen motie m.b.t. gifvrije onkruidbestrijding (11 november

Nadere informatie

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (Partij voor de Dieren) (d.d. 25 september 2011) Nummer 2551

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (Partij voor de Dieren) (d.d. 25 september 2011) Nummer 2551 van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (Partij voor de Dieren) (d.d. 25 september 2011) Nummer 2551 Onderwerp Verleende vergunning Natuurbeschermingswet voor gebruik glyfosaat Aan de leden

Nadere informatie

Aan de commissie: Datum vergadering: Agendapunt : Raadsvergadering: 26 mei 2005 Nummer raadsnota: 15 Onderwerp:

Aan de commissie: Datum vergadering: Agendapunt : Raadsvergadering: 26 mei 2005 Nummer raadsnota: 15 Onderwerp: Aan de Raad Made, 3 mei 2005 Aan de commissie: Datum vergadering: Agendapunt : Raadsvergadering: 26 mei 2005 Nummer raadsnota: 15 Onderwerp: onkruidbestrijding op (half-)verhardingen Portefeuillehouder:

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE. Inhoudsopgave 1

INHOUDSOPGAVE. Inhoudsopgave 1 INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave 1 Onkruidbeheer op verharding 2 1.1 Veranderingen in de wetgeving 2 1.2 Alternatieve methoden 3 1.3 Consequenties gemeente Woudrichem 4 ONKRUIDBEHEER OP VERHARDING Onkruid op

Nadere informatie

De DOB Methode. De DOB Methode. Naar duurzamer onkruidbeheer op verhardingen. Publieksrapport. Supported by EU Life

De DOB Methode. De DOB Methode. Naar duurzamer onkruidbeheer op verhardingen. Publieksrapport. Supported by EU Life De DOB Methode De DOB Methode Naar duurzamer onkruidbeheer op verhardingen Publieksrapport Supported by EU Life De DOB Methode Inleiding Onkruidbestrijding op verhardingen vraagt veel aandacht. Veel groen

Nadere informatie

NOTITIE. Afdeling Wijkbeheer: T. van Hove/C. Groeneveld/F. van der Neut. Onkruidbestrijding op verharding en de milieueffecten

NOTITIE. Afdeling Wijkbeheer: T. van Hove/C. Groeneveld/F. van der Neut. Onkruidbestrijding op verharding en de milieueffecten NOTITIE Aan Raadscommissie RWN Datum 16 december 2013 Via College van B&W / Kopie Van Afdeling Wijkbeheer: T. van Hove/C. Groeneveld/F. van der Neut Zaaknummer Betreft Onkruidbestrijding op verharding

Nadere informatie

Milieubewust kiezen voor heetwateronkruidbestrijding

Milieubewust kiezen voor heetwateronkruidbestrijding Milieubewust kiezen voor heetwateronkruidbestrijding WAVE is de nieuwe standaard in onkruidbestrijding. Het is milieuvriendelijk, effectief, zuinig met water en aantrekkelijk in prijs WAVE bestrijdt onkruid

Nadere informatie

wil zijn. Verder neemt de gemeente deel aan de duurzame driehoek, waarbij een aantal gemeenten,

wil zijn. Verder neemt de gemeente deel aan de duurzame driehoek, waarbij een aantal gemeenten, Raadsvoorstel Inleiding:De gemeente Heusden wil de chemische onkruidbestrijding terugdringen en op termijn zelfs totaal afschaffen, uit milieuoverwegingen, maar ook omdat de gemeente een groene gemeente

Nadere informatie

CERTIFICATIESCHEMA BAROMETER DUURZAAM TERREINBEHEER. Criteria Brons. Datum van ingang: 1 maart 2013. Herziening per: 1 april 2013.

CERTIFICATIESCHEMA BAROMETER DUURZAAM TERREINBEHEER. Criteria Brons. Datum van ingang: 1 maart 2013. Herziening per: 1 april 2013. CERTIFICATIESCHEMA BAROMETER DUURZAAM TERREINBEHEER Criteria Brons Datum van ingang: 1 maart 2013 Herziening per: 1 april 2013 Vastgesteld door: Code: Volgnummer: SMK BDT.12 BDT.1 Publicatie van dit schema

Nadere informatie

HARTELIJK WELKOM TUINPROFESSIONALS VAN NEDERLAND

HARTELIJK WELKOM TUINPROFESSIONALS VAN NEDERLAND HARTELIJK WELKOM TUINPROFESSIONALS VAN NEDERLAND Tuinprofessionaldagen 2017 DOOR KENNIS VERBONDEN Nieuwe wegen van onkruidbestrijding Even voorstellen 17/18 januari 2017 DOOR KENNIS VERBONDEN 3 INHOUDSOPGAVE

Nadere informatie

Samenhang tussen het toelatingsbeleid en de KRW

Samenhang tussen het toelatingsbeleid en de KRW 27858 Gewasbeschermingsbeleid 27625 Waterbeleid Nr. 326 Brief van de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 15 oktober 2015 In

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Bestrijding onkruid op verharding

Raadsvoorstel. Bestrijding onkruid op verharding Raadsvoorstel Inleiding Tijdens de raadsvergadering van 14 mei 2013 is een ordevoorstel aangenomen van meerdere fracties om in een volgende informatievergadering een voorstel over het gebruik van RoundUp

Nadere informatie

B en W. nr d.d

B en W. nr d.d B en W. nr. 12.0859 d.d. 18-9-2012 Onderwerp Schriftelijke vragen Roundup Besluiten:Behoudens advies van de commissie 1. de beantwoording van de schriftelijke vragen van raadslid De Vos (Partij voor de

Nadere informatie

Alternatieven voor chemische onkruidbestrijding

Alternatieven voor chemische onkruidbestrijding voor chemische onkruidbestrijding Photo by FaceMePLS - Creative Commons Attribution License https://www.flickr.com/photos/38891071@n00 Created with Haiku Deck verhardingen half-verhardingen tussen beplanting

Nadere informatie

O * Evaluatie onkruidbeheer op verhardingen 2016

O * Evaluatie onkruidbeheer op verhardingen 2016 O17.000549* Evaluatie onkruidbeheer op verhardingen 2016 1. Inhoudsopgave 1. Inhoudsopgave... 2 2. Inleiding... 3 3. Evaluatie onkruid op verhardingen... 3 3.1 Nieuwe wetgeving... 3 3.2 Raadsvoorstel gemeente

Nadere informatie

Duurzaam gebruik van pesticiden op bedrijventerreinen

Duurzaam gebruik van pesticiden op bedrijventerreinen Opbouw Duurzaam gebruik van pesticiden op bedrijventerreinen ECOnext 17 april 2014 Adelheid Vanhille 1. Historiek Pesticidenreductiedecreet en besluit Europese richtlijn Duurzaam Gebruik Pesticiden Decreet

Nadere informatie

Bioherbiciden: is het iets of is het niets?

Bioherbiciden: is het iets of is het niets? Bioherbiciden: is het iets of is het niets? Corné Kempenaar & Chris van Dijk Boskoop, 29 augustus 2013 Even voorstellen Plant Sciences Group, PPO/PRI Wageningen Campus Wageningen Campus Onkruidbestrijding

Nadere informatie

Gemeente Den Haag. de gemeenteraad

Gemeente Den Haag. de gemeenteraad Gemeente Den Haag Retouradres: Postbus 2600, 2500 DJ Den Haag de gemeenteraad Uw brief van Uw kenmerk Ons kenmerk rm 20.287 - DSB/20.440 RIS 82 Doorkiesnummer 070-353 30 37 E-mailadres Aantal bijlagen

Nadere informatie

Aan Van Doorkiesnummer

Aan Van Doorkiesnummer Memo Aan Van Doorkiesnummer De raadscommissie L&B Frank de Wit Onderwerp Datum Scenario s afbouw chemische onkruidbestrijding op verhardingen 10-09-2013 1 Achtergrond In juni jl. heeft het College de Raad

Nadere informatie

Naar chemievrij beheer van de openbare ruimte in Nederland?

Naar chemievrij beheer van de openbare ruimte in Nederland? Naar chemievrij beheer van de openbare ruimte in Nederland? Studiedag PAN-Europe Brussel 8 juni 2015 ing. M.J. (Rien) Klippel sr. Beleidsmedewerker Emissies T 088-2461355 M 06-53734538 e rien.klippel@scheldestromen.nl

Nadere informatie

Beheerplan onderhoud groen

Beheerplan onderhoud groen Beheerplan onderhoud groen 1. Inventarisatie openbaar groen Het openbaar groen in de gemeente is geïnventariseerd en in beeld gebracht met het software beheerspakket DGdialog. Onder het openbaar groen

Nadere informatie

In de beslisnota wordt aan u gevraagd in te stemmen met de vastgestelde doelen en maatregelen.

In de beslisnota wordt aan u gevraagd in te stemmen met de vastgestelde doelen en maatregelen. Nummer Onderwerp : B-3.11.2008 : Beslisnota Kaderrichtlijn Water Korte inhoud : Water Beheer 21 e eeuw, 2008, Schoon en gezond water in Noord-Nederland 1. Implementatie Europese Kaderrichtlijn Water in

Nadere informatie

Bouwlokalen INFRA. Het riool in Veghel. Veghel in cijfers en beeld (1) Veghel in cijfers en beeld (2) Veghel in cijfers en beeld (3)

Bouwlokalen INFRA. Het riool in Veghel. Veghel in cijfers en beeld (1) Veghel in cijfers en beeld (2) Veghel in cijfers en beeld (3) Bouwlokalen INFRA Innovatie onder het maaiveld / renovatie van rioolstelsels Het riool in Veghel Jos Bongers Beleidsmedewerker water- en riolering Gemeente Veghel 21 juni 2006 Veghel in cijfers en beeld

Nadere informatie

Initiatiefvoorstel. Initiatiefvoorstel van het raadslid de heer Van Lammeren, getiteld: Amsterdam gifvrij. De Gemeenteraad van Amsterdam,

Initiatiefvoorstel. Initiatiefvoorstel van het raadslid de heer Van Lammeren, getiteld: Amsterdam gifvrij. De Gemeenteraad van Amsterdam, Gemeenteblad Jaar 2012 Publicatiedatum * Onderwerp van het raadslid de heer Van Lammeren, getiteld: Amsterdam gifvrij. Aan de De van Amsterdam, Gezien het initiatiefvoorstel van het raadslid Van Lammeren,

Nadere informatie

L21GRR013 Onderhouden bestratingen. Extra toelichting en vragen maken hoofdstuk 1: Inleiding

L21GRR013 Onderhouden bestratingen. Extra toelichting en vragen maken hoofdstuk 1: Inleiding L21GRR013 Onderhouden bestratingen Extra toelichting en vragen maken hoofdstuk 1: Inleiding Ontwerpfase Ontwerp -> het onderhoud aan bestrating begint bij de ontwerper die aan de tekentafel zit! Ontwerper

Nadere informatie

: Schoon en gezond water in Noord Nederland. Adviesnota 2007 Kaderrichtlijn Water/Water Beheer 21 e eeuw.

: Schoon en gezond water in Noord Nederland. Adviesnota 2007 Kaderrichtlijn Water/Water Beheer 21 e eeuw. Nummer Onderwerp : B-3.01.2008 : Schoon en gezond water in Noord Nederland. Adviesnota 2007 Kaderrichtlijn Water/Water Beheer 21 e eeuw. Korte inhoud : Voorgesteld wordt: 1. In te stemmen met de verwoorde

Nadere informatie

Prijsbewust kiezen voor heetwateronkruidbestrijding

Prijsbewust kiezen voor heetwateronkruidbestrijding Prijsbewust kiezen voor heetwateronkruidbestrijding WAVE onkruidbestrijding met 100% heet water Effectieve onkruidbestrijding met minimale hoeveelheden heet water door de gepatenteerde sensortechniek.

Nadere informatie

Vraag 1 dient u altijd te beantwoorden, ongeacht of u al dan niet gebruik maakt van bestrijdingsmiddelen of beheer van verhardingen uitvoert.

Vraag 1 dient u altijd te beantwoorden, ongeacht of u al dan niet gebruik maakt van bestrijdingsmiddelen of beheer van verhardingen uitvoert. Vragenlijst GEBRUIK CHEMISCHE BESTRIJDINGSMIDDELEN DOOR HOVENIERBEDRIJVEN en GROENVOORZIENERS 2004 (INCL. ANDERE ONKRUIDBEHEERSMETHODEN OP VERHARDINGEN) Algemene toelichting De vragen die wij u als hoveniersbedrijf

Nadere informatie

Ultima een duurzaam alternatief voor onkruidbestrijding

Ultima een duurzaam alternatief voor onkruidbestrijding Ultima een duurzaam alternatief voor onkruidbestrijding Inhoud presentatie 1. Wetgeving GBM buiten de landbouw 2. Wat is Ultima 3. Hoe werkt Ultima 4. Waarom Ultima 5. Hoe wordt Ultima toegepast 6. One

Nadere informatie

Duurzaam terreinbeheer door Brabantse gemeenten. MSc D.D.J. Keuper Ir. J. van Vliet Dr. P.C. Leendertse

Duurzaam terreinbeheer door Brabantse gemeenten. MSc D.D.J. Keuper Ir. J. van Vliet Dr. P.C. Leendertse Duurzaam terreinbeheer door Brabantse gemeenten MSc D.D.J. Keuper Ir. J. van Vliet Dr. P.C. Leendertse Duurzaam terreinbeheer door Brabantse gemeenten MSc D. Keuper Ir. J. van Vliet Dr. P.C. Leendertse

Nadere informatie

Water nu en... KRW De Europese. Kaderrichtlijn water. Een grote kans voor. de verbetering van de. waterkwaliteit. en daarmee ook voor de

Water nu en... KRW De Europese. Kaderrichtlijn water. Een grote kans voor. de verbetering van de. waterkwaliteit. en daarmee ook voor de KRW De Europese Kaderrichtlijn water Een grote kans voor de verbetering van de waterkwaliteit en daarmee ook voor de drinkwatervoorziening. Water nu en... Vereniging van Waterbedrijven in Nederand KRW

Nadere informatie

Het waterbeleid van de provincie Limburg is beschreven in het Provinciaal Waterplan Limburg, dd. 20 november 2009.

Het waterbeleid van de provincie Limburg is beschreven in het Provinciaal Waterplan Limburg, dd. 20 november 2009. Memo Ter attentie van Project management Den Dekker B.V. Datum 03 januari 2013 Distributie Projectnummer 111850-01 Onderwerp Parkeerterrein Jumbo Heythuysen Geachte heer Bosman, 1 WATERBELEID Het streven

Nadere informatie

Onkruidbeheer. Dis is de inleiding uit de cursus: onkruidbeheer op verhardingen

Onkruidbeheer. Dis is de inleiding uit de cursus: onkruidbeheer op verhardingen Welkom Onkruidbeheer Dis is de inleiding uit de cursus: onkruidbeheer op verhardingen Overzicht Analyse Aanpak Verhardingen Methodes Onkruidgroei Gevolgen Zonder is gezonder? Soorten verhardingen Analyse

Nadere informatie

DOB 2.0 Shortlist 2: Inzet van bestrijdingsmiddelen op de plaatsen waar dit volgens DOB 2.0 Shortlist 1 is toegestaan.

DOB 2.0 Shortlist 2: Inzet van bestrijdingsmiddelen op de plaatsen waar dit volgens DOB 2.0 Shortlist 1 is toegestaan. DOB 2.0 Shortlist 2: Inzet van bestrijdingsmiddelen op de plaatsen waar dit volgens DOB 2.0 Shortlist 1 is toegestaan. Doelgroep: Doel: Aannemers/uitvoerders van chemische onkruidbestrijding op verhardingen

Nadere informatie

GEÏNTEGREERDE GEWASBESCHERMING IN DE WITLOOFTEELT INLEIDING EN WETGEVEND KADER

GEÏNTEGREERDE GEWASBESCHERMING IN DE WITLOOFTEELT INLEIDING EN WETGEVEND KADER GEÏNTEGREERDE GEWASBESCHERMING IN DE WITLOOFTEELT INLEIDING EN WETGEVEND KADER Marleen Mertens Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling (ADLO) INVLOED VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN Positieve effecten: Bijdrage

Nadere informatie

Financiële consequenties. Nieuw raadsvoorstel: Alternatieve onkruidbestrijding 2013 Nog dit jaar stoppen met Roundup

Financiële consequenties. Nieuw raadsvoorstel: Alternatieve onkruidbestrijding 2013 Nog dit jaar stoppen met Roundup Financiële consequenties Nieuw raadsvoorstel: Alternatieve onkruidbestrijding 2013 Nog dit jaar stoppen met Roundup Conclusie LCA-Quickscan 2012 Impactcategorieën versus beeldvorming Paragraaf 6: Wanneer

Nadere informatie

Resultaten enquête Praktijknetwerk Duurzaam Terreinbeheer

Resultaten enquête Praktijknetwerk Duurzaam Terreinbeheer // Resultaten enquête Praktijknetwerk Duurzaam Terreinbeheer Chris van Dijk november Doel van het netwerk Stappen zetten naar duurzamer terreinbeheer Knelpunten benoemen Kennis en ervaring uitwisselen

Nadere informatie

Pesticidenreductie. aandachtspunten huidige en toekomstige regelgeving Genk - 27 maart 2012

Pesticidenreductie. aandachtspunten huidige en toekomstige regelgeving Genk - 27 maart 2012 Pesticidenreductie aandachtspunten huidige en toekomstige regelgeving Genk - 27 maart 2012 2 Opbouw Pesticidenreductiedecreet en besluit Enkele krachtlijnen Evaluatie 10 jaar decreet Europese richtlijn

Nadere informatie

Duurzaam Onkruid Beheer op verhardingen

Duurzaam Onkruid Beheer op verhardingen Duurzaam Onkruid Beheer op verhardingen quick scan Gemeente Woudenberg Grondgebied / Beheer en Buitendienst februari 2008 concept Duurzaam Onkruid Beheer op verhardingen quick scan dossier : B6209-01.001

Nadere informatie

abcdefgh Rijkswaterstaat IV Onkruidbestrijding verhardingen

abcdefgh Rijkswaterstaat IV Onkruidbestrijding verhardingen abcdefgh Rijkswaterstaat IV Onkruidbestrijding verhardingen Contactpersoon: Rob Faasen December 2003 Inhoudsopgave........................................................................................

Nadere informatie

Alleen ter besluitvorming door het College Actief informeren van de Raad. Collegevoorstel Openbaar. Onderwerp Toezegging Duurzaam Onkruid Beheer

Alleen ter besluitvorming door het College Actief informeren van de Raad. Collegevoorstel Openbaar. Onderwerp Toezegging Duurzaam Onkruid Beheer Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Toezegging Duurzaam Onkruid Beheer Programma / Programmanummer Openbare Ruimte / 1062 BW-nummer Portefeuillehouder T. Tankir Samenvatting Wethouder Tankir heeft in de

Nadere informatie

Pesticidenreductie. Wetgevend kader: historiek

Pesticidenreductie. Wetgevend kader: historiek Pesticidenreductie - Wetgevend kader - Alternatieve technieken - Welke afwijkingen zijn mogelijk - Aangevraagde afwijking: case UZA Wetgevend kader: historiek 2001, 2004 en 2008: Vlaams pesticidenreductie-besluit

Nadere informatie

Samenvatting van de watertoets. Hieronder vindt u een samenvatting van de door u ingevulde gegevens.

Samenvatting van de watertoets. Hieronder vindt u een samenvatting van de door u ingevulde gegevens. Samenvatting van de watertoets De toets is uitgevoerd op een ruimtelijke ontwikkeling in het beheergebied van het waterschap Regge en Dinkel. Voor algemene informatie over de watertoets van Regge en Dinkel

Nadere informatie

Onkruidbeheer..de bestrijdingsmiddelen voorbij! Presentatie: Fred Aalders Kwaliteitsbeheerder Afval & Reiniging Gemeente Nijmegen De Bestuurlijke afweging - Nijmegen zag al vroeg in dat (on)kruidbeheer

Nadere informatie

Kennisbijeenkomst. Chemievrij onkruidbeheer op Verhardingen. Welkom

Kennisbijeenkomst. Chemievrij onkruidbeheer op Verhardingen. Welkom Kennisbijeenkomst Chemievrij onkruidbeheer op Verhardingen Welkom Programma 9.30 uur Welkom 9.45 uur Ministerie I&M over regelgeving en GreenDeals 10.05 uur Eco Consult over de praktijk 10.35 uur CLM over

Nadere informatie

Algemene Inspectiedienst. Inspectie- en opsporingsdienst van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV)

Algemene Inspectiedienst. Inspectie- en opsporingsdienst van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) Algemene Inspectiedienst Inspectie- en opsporingsdienst van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) Gewasbeschermingsmiddelen en Openbaar Groen Richard van t Wout (controleur Plant

Nadere informatie

Kostenterugwinning van Waterdiensten Aanvullende analyse Milieukosten

Kostenterugwinning van Waterdiensten Aanvullende analyse Milieukosten Kostenterugwinning van Waterdiensten Kostenterugwinning van Waterdiensten Aanvullende analyse Milieukosten Sterk Consulting en Bureau Buiten Leiden, november 2013 1 2 Inhoudsopgave 1 Achtergrond en doel

Nadere informatie

Pesticidenvrij terreinbeheer regelgeving

Pesticidenvrij terreinbeheer regelgeving Pesticidenvrij terreinbeheer regelgeving Adelheid Vanhille 11 februari 2014 Pesticidenreductiedecreet en -besluit Uitgangspunten Pesticiden kunnen schadelijk zijn Mens Milieu Alternatieven Mechanisch Biologisch

Nadere informatie

KADERS VOOR INVULLING KRW-DOELEN IN DE DERDE STROOMGEBIEDBEHEEPLANNEN, BESTUURLIJKE NOTITIE

KADERS VOOR INVULLING KRW-DOELEN IN DE DERDE STROOMGEBIEDBEHEEPLANNEN, BESTUURLIJKE NOTITIE KADERS VOOR INVULLING KRW-DOELEN IN DE DERDE STROOMGEBIEDBEHEEPLANNEN, BESTUURLIJKE NOTITIE Aanleiding Bij de tot standkoming van de eerste stroomgebiedbeheerplannen voor de Kaderrichtlijn Water (KRW)

Nadere informatie

Provincie Noord-Brabant. Aanvulling. bij Planstudie/tracé-MER N261 Tilburg-Waalwijk. april 2005 / Definitief

Provincie Noord-Brabant. Aanvulling. bij Planstudie/tracé-MER N261 Tilburg-Waalwijk. april 2005 / Definitief Provincie Noord-Brabant Aanvulling bij Planstudie/tracé-MER N261 Tilburg-Waalwijk april 2005 / Definitief Provincie Noord-Brabant Aanvulling bij Planstudie/tracé-MER N261 Tilburg-Waalwijk dossier D0582A1001

Nadere informatie

Samenvatting van: Effecten van het Lozingenbesluit Open Teelt en Veehouderij (LOTV) op de waterkwaliteit.

Samenvatting van: Effecten van het Lozingenbesluit Open Teelt en Veehouderij (LOTV) op de waterkwaliteit. Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Rijksinstituut voor Integraal Zoetwaterbeheer en Afvalwaterbehandeling/RIZA Samenvatting van: Effecten van het Lozingenbesluit

Nadere informatie

*Z0499F6DB39* 1. Wat zijn de resultaten van de proef met Ultima van Ecostyle als alternatief voor de onkruidbestrijding op verhardingen?

*Z0499F6DB39* 1. Wat zijn de resultaten van de proef met Ultima van Ecostyle als alternatief voor de onkruidbestrijding op verhardingen? Gemeenteraad van Goeree-Overflakkee Postbus 1 3240 AA MIDDELHARNIS *Z0499F6DB39* Ons kenmerk : Z -15-46100/5049 Behandelaar : A. Flikweert Uw kenmerk : Uw brief : Onderwerp : Beantwoording schriftelijke

Nadere informatie

288445/ gebruik chemische gewasbeschermingsmiddelen en kunstmest

288445/ gebruik chemische gewasbeschermingsmiddelen en kunstmest Valkenswaard Lokaal t.a.v. de heer F. Emmerik V de VA LKENSWAAR.D \ \\ Hofnar 15 Postbus 10100 5550 GA Valkenswaard T (040) 208 34 44 F (040) 204 58 90 oemeente(5>valkenswaard.nl www. alkenswaard.nl Uw

Nadere informatie

DOB 2.0 Shortlist 1: richtlijnen voor tactische planning (jaarplanning) onkruidbeheer verhardingen

DOB 2.0 Shortlist 1: richtlijnen voor tactische planning (jaarplanning) onkruidbeheer verhardingen DOB 2.0 Shortlist 1: richtlijnen voor tactische planning (jaarplanning) onkruidbeheer verhardingen Doelgroep: Doel shortlist: Planners van onkruidbeheer verhardingen (professionele terreinbeheerders).

Nadere informatie

Voor onkruidbestrijding in de openbare ruimte zijn er verschillende methoden voor handen, welke in de bijlagen kort worden toegelicht.

Voor onkruidbestrijding in de openbare ruimte zijn er verschillende methoden voor handen, welke in de bijlagen kort worden toegelicht. RAADSINFORMATIEBRIEF De leden van de raad Postbus 200 2920 AE KRIMPEN AAN DEN IJSSEL Datum: 14/12/2012 Zaaknummer: ZK12004310 Afdeling: Afdeling Ruimte Contactpersoon: F. Versteegh Uw brief van: Onderwerp:

Nadere informatie

Ander onkruidbeheer op trottoirs en wegen in Súdwest-Fryslân

Ander onkruidbeheer op trottoirs en wegen in Súdwest-Fryslân Ander onkruidbeheer op trottoirs en wegen in Súdwest-Fryslân Naar verwachting mogen gemeenten vanaf 2016 geen gebruik meer maken van chemische bestrijdingsmiddelen zoals glyfosaat (Round-Up) om trottoirs,

Nadere informatie

Bestrijding Invasieve wateren oeverplanten

Bestrijding Invasieve wateren oeverplanten Bestrijding Invasieve wateren oeverplanten wet- en regelgeving 2 mei 2014 Doel presentatie: Inzicht nieuwe/aankomende wet- en regelgeving m.b.t. aanpak invasieve water- en oeverplanten Inzicht nieuwe/aankomende

Nadere informatie

Duurzaam Onkruidbeheer op Verhardingen (DOB)

Duurzaam Onkruidbeheer op Verhardingen (DOB) Duurzaam Onkruidbeheer op Verhardingen (DOB) Infra & beheer December 2008 Samenvatting Aanleiding Er vindt veel afspoeling van bestrijdingsmiddelen plaats vanaf de verhardingen. De kwaliteit van het oppervlaktewater

Nadere informatie

DOB 2.0 Shortlist 2: Inzet van bestrijdingsmiddelen op de plaatsen waar dit volgens DOB 2.0 Shortlist 1 is toegestaan.

DOB 2.0 Shortlist 2: Inzet van bestrijdingsmiddelen op de plaatsen waar dit volgens DOB 2.0 Shortlist 1 is toegestaan. DOB 2.0 Shortlist 2: Inzet van bestrijdingsmiddelen op de plaatsen waar dit volgens DOB 2.0 Shortlist 1 is toegestaan. Doelgroep: Doel: Aannemers/uitvoerders van chemische onkruidbestrijding op verhardingen

Nadere informatie

Algemene Inspectiedienst. aid. Gewasbeschermingsmiddelen en Openbaar Groen. Mei 2008

Algemene Inspectiedienst. aid. Gewasbeschermingsmiddelen en Openbaar Groen. Mei 2008 Algemene Inspectiedienst aid Gewasbeschermingsmiddelen en Openbaar Groen Mei 2008 Problematiek Openbaar Groen Verkeerd gebruik van glyfosaat op verhardingen leidt tot Emissie naar oppervlaktewater Problemen

Nadere informatie

Evaluatie onkruidbestrijding 2016

Evaluatie onkruidbestrijding 2016 Evaluatie onkruidbestrijding 2016 Pagina 1 van 12 Colofon Gemeente: Afdeling: Waterland Openbare Werken Onderwerp: Evaluatie onkruidbestrijding 2016 Opgesteld: woensdag 22 maart 2017 Auteur(s): R. Kiewiet

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456

Nadere informatie

1 9 DEC Gemeente V Hellendoorn. Nota Voor burgemeester en wethouders Nummer: 17INT Datum vergadering:

1 9 DEC Gemeente V Hellendoorn. Nota Voor burgemeester en wethouders Nummer: 17INT Datum vergadering: Gemeente V. WJKJ Hellendoorn 1 9 DEC. 2017 Nota Voor burgemeester en wethouders Nummer: 17INT02865 Datum vergadering: Nota openbaar: J a, de nota is openbaar, bijlage2 niet I ^ Onderwerp: B&W-advies: Resultaten

Nadere informatie

Toedieningstechnieken. Methoden Machines Milieu-effecten Kostprijs Innovaties

Toedieningstechnieken. Methoden Machines Milieu-effecten Kostprijs Innovaties Toedieningstechnieken Methoden Machines Milieu-effecten Kostprijs Innovaties Mechanische methoden Vegen Borstelen Maaien en schoffelen Vegen remt groei onkruid Combinatie vegen en borstelen Vegen Effect

Nadere informatie

Oplegnotitie bestrijding Japanse duizendknoop.

Oplegnotitie bestrijding Japanse duizendknoop. Oplegnotitie bestrijding Japanse duizendknoop. Bij brief van 19 juli 2018 heeft het College van B&W de raad geïnformeerd over de locaties waar de Japanse duizendknoop in IJsselstein is gelokaliseerd en

Nadere informatie

Gebaiik van bestrijdingsmiddelen bij het onderhoud van verharding in de gemeente Heerhugowaard

Gebaiik van bestrijdingsmiddelen bij het onderhoud van verharding in de gemeente Heerhugowaard Rasdsvcrgadsripf I Voorstciiiurritn'o,-; t?r J~ 2 2 iah SV / (OD Agendanr. Voorstelnr. Onderwerp 2008-002 Gebaiik van bestrijdingsmiddelen bij het onderhoud van verharding in de gemeente Heerhugowaard

Nadere informatie

5. Zilver. 5.3 Brons Voor zover van toepassing voldoen aan de criteria voor Brons. Zie hiervoor niveau Brons van de Barometer Duurzaam Terreinbeheer.

5. Zilver. 5.3 Brons Voor zover van toepassing voldoen aan de criteria voor Brons. Zie hiervoor niveau Brons van de Barometer Duurzaam Terreinbeheer. 5. Zilver Toelichting De criteria voor niveau Zilver zijn bedoeld voor terreineigenaren. Criteria Indien een bedrijf/organisatie het Barometer Duurzaam Terreinbeheer certificaat op het niveau Zilver wil

Nadere informatie

Reiniging openbare ruimte

Reiniging openbare ruimte Milieucriteria voor het maatschappelijk verantwoord inkopen van Reiniging openbare ruimte 1. Scope/afbakening De productgroep Reiniging openbare ruimte omvat de volgende diensten: onkruidbestrijding op

Nadere informatie

DOB 2.0 Shortlist 1: richtlijnen voor tactische planning (jaarplanning) onkruidbeheer verhardingen

DOB 2.0 Shortlist 1: richtlijnen voor tactische planning (jaarplanning) onkruidbeheer verhardingen DOB 2.0 Shortlist 1: richtlijnen voor tactische planning (jaarplanning) onkruidbeheer verhardingen Doelgroep: Doel shortlist: Planners van onkruidbeheer verhardingen (professionele terreinbeheerders).

Nadere informatie

*ZEA3E9FBA15* Raadsvergadering d.d. 22 maart 2016

*ZEA3E9FBA15* Raadsvergadering d.d. 22 maart 2016 *ZEA3E9FBA15* Raadsvergadering d.d. 22 maart 2016 Agendanr.. Aan de Raad No.ZA.15-34594/DV.16-586, afdeling Ruimte. Sellingen, 10 maart 2016 Onderwerp: Beheerplannen Nota OOR; Vaststellen keuze kwaliteitsniveau

Nadere informatie

Notitie. 1. Beleidskader Water

Notitie. 1. Beleidskader Water Notitie Ingenieursbureau Bezoekadres: Galvanistraat 15 Postadres: Postbus 6633 3002 AP Rotterdam Website: www.gw.rotterdam.nl Van: ir. A.H. Markus Kamer: 06.40 Europoint III Telefoon: (010) 4893361 Fax:

Nadere informatie

Huidig beleid WSHD met betrekking tot gebruik van het bestrijdingsmiddel roundup

Huidig beleid WSHD met betrekking tot gebruik van het bestrijdingsmiddel roundup Huidig beleid WSHD met betrekking tot gebruik van het bestrijdingsmiddel roundup 1. Aanleiding In het overleg van de commissie Water van 11 november 2013 heeft de heer Kievit het college verzocht om het

Nadere informatie

Bestrijding volgens het boekje. 10 Tips voor een verantwoorde aanpak van onkruid, plantenziekten en ongedierte

Bestrijding volgens het boekje. 10 Tips voor een verantwoorde aanpak van onkruid, plantenziekten en ongedierte Bestrijding volgens het boekje 10 Tips voor een verantwoorde aanpak van onkruid, plantenziekten en ongedierte Bestrijding volgens het boekje, waarom is dat zo belangrijk? Heeft u last van onkruid, ongedierte

Nadere informatie

KEUR VAN SCHIELAND EN DE KRIMPENERWAARD

KEUR VAN SCHIELAND EN DE KRIMPENERWAARD KEUR VAN SCHIELAND EN DE KRIMPENERWAARD NOTA VAN BEANTWOORDING zienswijzen die naar aanleiding van de ter inzage legging van 31 augustus t/m 11 oktober 2007 schriftelijk en mondeling naar voren zijn gebracht

Nadere informatie

Toepassen gebiedsgerichte grondwaterbescherming voor bestemmingsplan locatie Hongerdijk 16 te Bruchterveld

Toepassen gebiedsgerichte grondwaterbescherming voor bestemmingsplan locatie Hongerdijk 16 te Bruchterveld Notitie Contactpersoon Cor Lont Datum 27 juli 2012 Kenmerk N001-1208828CNL-afr-V01-NL Toepassen gebiedsgerichte grondwaterbescherming voor bestemmingsplan locatie Hongerdijk 16 te Bruchterveld Voor een

Nadere informatie

Afwegingskaders. Doel DOB-project. Emissie draagt bij aan normoverschrijding. Beginsel-ethiek Religie, intrinsieke waarden,...

Afwegingskaders. Doel DOB-project. Emissie draagt bij aan normoverschrijding. Beginsel-ethiek Religie, intrinsieke waarden,... Een afwegingskader voor chemische en mechanische bestrijding van zeer lastige waterplanten: wat leren we van onkruidbeheer op verhardingen? Bert Lotz Afwegingskaders Beginsel-ethiek Religie, intrinsieke

Nadere informatie

Startnotitie (gewijzigd) ACTUALISATIE GROENBELEIDSPLAN

Startnotitie (gewijzigd) ACTUALISATIE GROENBELEIDSPLAN Startnotitie (gewijzigd) ACTUALISATIE GROENBELEIDSPLAN Portefeuillehouder: A. de Waard Ambtelijk opdrachtgever: L. Mourik Primaathouder: D.J.B. Sakko Versie: 02, d.d. 13 februari 2014 Inhoudsopgave Startnotitie

Nadere informatie

Programma van Eisen - Beheerplannen

Programma van Eisen - Beheerplannen Programma van Eisen - Beheerplannen Eisen voor de inhoud Inventarisatie 1. Het beheerplan geeft allereerst een beschrijving van de natuurwaarden in het Natura 2000-gebied (de actuele situatie en trends,

Nadere informatie

Advies: de bijgevoegde RIB ter informatie aan de gemeenteraad aan te bieden.

Advies: de bijgevoegde RIB ter informatie aan de gemeenteraad aan te bieden. VOORSTEL AAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS & RAADSINFORMATIEBRIEF Van: V. Reintjes Tel nr: 8512 Nummer: 17A.00361 Datum: 3 april 2017 Team: Realisatie en Beheer Tekenstukken: Ja Bijlagen: 1 Afschrift aan:

Nadere informatie

Samenhang en samenvatting vgrp+, Waterplan, BRP

Samenhang en samenvatting vgrp+, Waterplan, BRP Samenhang en samenvatting vgrp+, Waterplan, BRP Uden gastvrij voor water Kenmerk: 11-10044-JV 14 september 2011 Ingenieursbureau Moons 1 Inhoudsopgave 1 SAMENHANG... 3 2 SAMENVATTING... 4 2.1 KOERSWIJZIGINGEN...

Nadere informatie

Conserverend Drijber, 8 nieuwe woningen

Conserverend Drijber, 8 nieuwe woningen WATERTOETSDOCUMENT Conserverend Drijber, 8 nieuwe woningen Doel en inhoud van het document Het watertoetsdocument is opgesteld op basis van het door u op 20 mei 2010 ingediende digitale formulier. Op 6

Nadere informatie

Onderwerp: Vaststellen keuze kwaliteitsniveau Integraal beheerplan

Onderwerp: Vaststellen keuze kwaliteitsniveau Integraal beheerplan *ZEA43D618CA* GEWIJZIGD EXEMPLAAR Raadsvergadering d.d. 19 april 2016 Agendanr. 08. Aan de Raad No.ZA.15-34594/DV.16-589, afdeling Ruimte. Sellingen, 7 april 2016 Onderwerp: Vaststellen keuze kwaliteitsniveau

Nadere informatie

Op naar een specifiek meetnet voor bestrijdingsmiddelen

Op naar een specifiek meetnet voor bestrijdingsmiddelen Op naar een specifiek meetnet voor bestrijdingsmiddelen Dennis Kalf Ministerie Infrastructuur en Milieu; RWS Waterdienst 22 mei 2012 Inhoud Aanleiding/overwegingen NAP/nieuwe nota duurzame gewasbescherming(bm)

Nadere informatie

1 Publieksrapport: de DOB methode, naar duurzamer onkruidbeheer op verhardingen

1 Publieksrapport: de DOB methode, naar duurzamer onkruidbeheer op verhardingen Datum: 30 september 2010 Aan: College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden Betreft: Actieplan onkruidbestrijding op verharding, inzake bezwaarnummers 2010-08 en 2010-09 Inleiding

Nadere informatie

Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen

Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen NL.IMRO.1730.ABdorpsstr74zuidlv-0301 Projectgebied Situatie Dorpsstraat 74 Zuidlaarderveen 2 Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Huidige en beoogde

Nadere informatie

1. INLEIDING 1.1 ALGEMEEN. 1.2 DE WATERTOETS. NOTITIE

1. INLEIDING 1.1 ALGEMEEN. 1.2 DE WATERTOETS. NOTITIE NOTITIE Onderwerp : Waterparagraaf Opdrachtgever : A.E.C. Vestjens Projectnummer : BIM-079-01 Projectomschrijving : Gezondheidscentrum te Neer Opgesteld door : ing. R. Peeters Paraaf: Datum : 18 oktober

Nadere informatie

Toetsing waterhuishouding

Toetsing waterhuishouding Toetsing waterhuishouding Bedrijventerrein Hattemerbroek - deelgebied Hattem Quickscan waterhuishouding - nieuwe stedenbouwkundige opzet Ontwikkelingsmaatschappij Hattemerbroek B.V. december 2009 concept

Nadere informatie

B en W. nr d.d

B en W. nr d.d 1/15 B en W. nr. 13.1170 d.d. 17-12-2013 Onderwerp Scenariokeuze voor afbouw chemische onkruidbestrijding Besluiten:Behoudens advies van de commissie 1. per 1 januari 2014 de chemische onkruidbestrijding

Nadere informatie

Bestuursrapportage 2014 waterschap Vechtstromen Versie 24 november 2015

Bestuursrapportage 2014 waterschap Vechtstromen Versie 24 november 2015 Bestuursrapportage 204 Vechtstromen Versie 24 november 205 Deze rapportage bevat een overzicht op hoofdlijnen van de voortgang van de uitvoering van het waterbeleid en dient als basis voor jaarlijks bestuurlijk

Nadere informatie

Basisopleiding Riolering Module 1

Basisopleiding Riolering Module 1 Basisopleiding Riolering Module 1 Cursusboek Nieuwegein, 2013 w w w. w a t e r o p l e i d i n g e n. n l Stichting Wateropleidingen, augustus 2013 Groningenhaven 7 3433 PE Nieuwegein Versie 1.1 Niets

Nadere informatie

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PVDD) Nummer Onderwerp Hoogheemraadschap van Delfland.

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PVDD) Nummer Onderwerp Hoogheemraadschap van Delfland. van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PVDD) (d.d.) 3 april 2012) Nummer 2644 Onderwerp Hoogheemraadschap van Delfland. Aan de leden van Provinciale Staten Toelichting vragensteller De

Nadere informatie

Bestrijding ongewenste kruiden op verharding. Gemeente Ede

Bestrijding ongewenste kruiden op verharding. Gemeente Ede Bestrijding ongewenste kruiden op verharding Gemeente Ede Inhoudsopgave SAMENVATTING...3 1. INLEIDING...3 2. BELEID EN REGELGEVING...3 2.1. Europees...3 2.1.1. Toelating RoundUp...3 2.1.2. Kaderrichtlijn

Nadere informatie